Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin...

24
Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Monitor van de Driemaandelijks Driemaandelijks Driemaandelijks Driemaandelijksnr. 4 nr. 4 nr. 4 nr. 4Winter 2007 Winter 2007 Winter 2007 Winter 2007 Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Agenda Iris 21 Agenda Iris 21 Agenda Iris 21 Agenda Iris 21 Agenda Iris 21 Agenda Iris 21 Agenda Iris 21 Agenda Iris 21 Pragmatische diagnose Pragmatische diagnose Pragmatische diagnose Pragmatische diagnose Tips voor een goed lastenboek Tips voor een goed lastenboek Tips voor een goed lastenboek Tips voor een goed lastenboek Burgerparticipatie Burgerparticipatie Burgerparticipatie Burgerparticipatie

Transcript of Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin...

Page 1: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

Monitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van deMonitor van de

DriemaandelijksDriemaandelijksDriemaandelijksDriemaandelijks│nr. 4nr. 4nr. 4nr. 4│Winter 2007Winter 2007Winter 2007Winter 2007

Duurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame OntwikkelingDuurzame Ontwikkeling

Agenda Iris 21Agenda Iris 21Agenda Iris 21Agenda Iris 21Agenda Iris 21Agenda Iris 21Agenda Iris 21Agenda Iris 21

Pragmatische diagnosePragmatische diagnosePragmatische diagnosePragmatische diagnose

Tips voor een goed lastenboekTips voor een goed lastenboekTips voor een goed lastenboekTips voor een goed lastenboek

BurgerparticipatieBurgerparticipatieBurgerparticipatieBurgerparticipatie

Page 2: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

INHOUD

Dit tijdschrift is de vrucht van samenwerking tussen het Brussels Gewest en

de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest (VSGB, vzw).

Het kan gedownload worden op de website www.vsgb.be

Nr. 2007/04 — winter 2007

Redactie: Philippe Delvaux, Christophe Ebermann, Julien Knoepfler, Philippe Mertens, Vincent Ramelot, Orlando Sereno Regis.

Lay-out Philippe Mertens.

Vertaling: Liesbeth Vankelecom. Revisie: Philippe Delvaux.

Coördinatie: Philippe Mertens. Verantwoordelijke uitgever: Marc Thoulen.

Adres: Aarlenstraat 53/4 - 1040 Brussel.

BLZ 2 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

Dossier: Agenda Iris 21

Begeleiding en follow-up van de projectoproep Agenda Iris 21 03

Pragmatische diagnose: basis voor een geslaagde Agenda 21 05

Participatie: een brug van privé-ruimte naar gemeenschappelijk goed 15

Tips voor het opstellen van een lastenboek 21

Page 3: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 3 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

Begeleiding en followBegeleiding en followBegeleiding en follow---up up up

van de projectoproepvan de projectoproepvan de projectoproep

Page 4: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

vergaderde in november. Op

blz. 22 vindt u een eerste no-

ta met tips voor het opstellen

van een lastenboek. Begin

2008 zal er overigens een

model van lastenboek aange-

boden worden.

In 2008?

De begeleiding en de follow-

up van de projecten zal de

komende maanden voortgezet

worden. De Vereniging en

de STG zullen vier tot zes

thema-workshops organise-

ren voor de geselecteerde pro-

jecten, steeds in dezelfde

geest van constructieve aan-

pak en participatie. Voor de

heropstarting van de projec-

ten in het tweede semester

2008 komen er ook workshops

en begeleiding. Het precieze

programma van de activitei-

ten zal te gelegener tijde te

vinden zijn op de website van

de Vereniging www.vsgb.be

Philippe Mertens

« waarheid » te verkondigen,

maar in een opbouwende sfeer

ervaringen, goede praktijk-

voorbeelden, hulpmiddelen

uit te wisselen en tips te krij-

gen uit ervaringen van des-

kundigen en deelnemers. De

rode draad van beide voor-

middagen was een uiteenzet-

ting van externe consultants,

afgewisseld met uitwisselin-

gen met het publiek. De twee

studiebureaus die uitgenodigd

waren op de vergaderingen

« diagnose » en « participatie »

hebben een artikel geschreven

dat dieper ingaat op de be-

grippen die op de twee voor-

middagen aangesneden wer-

den. U vindt ze verder in dit

nummer.

Overheidsopdracht

Lokale Agenda 21

Op vraag van enkele deelne-

mers aan de workshops heeft

de Vereniging ook een werk-

groep Overheidsopdrachten

opgericht, die voor het eerst

S inds september 2007

staat de Vereniging in

samenwerking met de

Stichting voor de Toekomstige

Generaties (STG) in voor de

begeleiding en de follow-up in

het kader van de projectoproep

« Agenda Iris 21 ».

Enkele realisaties:

• een dag gewijd aan de be-kendmaking van de oproep;

• een workshop waar een boordtabel opgesteld werd

waarmee het verloop van een

project gevolgd kan worden;

• 3 thematische workshops:

diagnose / stand van zaken,

burgerparticipatie en trans-

versaliteit.

• een studiebezoek aan de stad Valenciennes;

• 2 opendeurdagen waar men

zijn vragen kon voorleggen.

Het doel van de thema-

workshops was niet de

BLZ 4 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

Valenciennes - 28 november 2007

Wij zullen dieper ingaan op dit studiebezoek in een volgend nummer van onze Nieuwsbrief-Brussel.

Page 5: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 5 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

Pragmatische diagnose:Pragmatische diagnose:Pragmatische diagnose:

grondslag van een grondslag van een grondslag van een

geslaagde Agenda 21 geslaagde Agenda 21 geslaagde Agenda 21 111

Onze eerste thema-workshop Agenda Iris 21

was gewijd aan de diagnose van een duurzaam

actieprogramma. De twee deskundigen die er

het woord namen, lichten deze essentiële

etappe toe en gaan dieper in op enkele aspecten

zoals het verzamelen van informatie, nuttige

hulpmiddelen of het inroepen van consultants.

Page 6: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 6 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

DDIAGNOSEIAGNOSE 21 21

1. Diagnose van een

agenda: conceptueel

kader

Hoewel het absoluut noodzakelijk

is de hier behandelde thematiek

van de pragmatische diagnose die

uitgevoerd moet worden in het

begin van een Agenda 21, in een

minimale context te plaatsen, hoe-

ven wij hier gezien de degelijke

basiskennis van onze lezers niet

in te gaan op de noodzakelijke ba-

sis om het thema goed te ver-

staan.

Zo zullen we ons hier niet toeleg-

gen op de definitie van duurzame

ontwikkeling - we gaan ervan uit

dat die voldoende gekend is - en

ook niet op de behoefte - unaniem

bekrachtigd in internationale

teksten - om deze thematiek op

het lokale niveau af te spiegelen,

via gedeelde engagementencatalo-

gussen, de « Agenda’s 21 ». 2

Er moeten echter vier vragen be-

antwoord worden, om de zin en de

draagwijdte van de pragmatische

diagnose op het gebied van Agen-

da 21 af te bakenen:

1. Waarom moeten we abso-

luut een diagnose opmaken

van een grondgebied waar-

van we de duurzame ontwik-

keling willen bevorderen?

2. Hoe kadert deze diagnose in

de opeenvolging van de etap-

pes waaruit een Agenda 21

traditioneel bestaat?

3. Waarom spreekt men van

een pragmatische diagnose?

4. Tot waar kan de diagnose

« gedeeld » worden? Met an-

dere woorden, waar kun-

nen we de “cursor” plaatsen

tussen diagnose en inven-

tarisering van de uitdagin-

gen (wat aan de basis ligt

van de strategie)?

Van bij de inleiding - maar meer

nog daarna, wanneer bepaalde

meer operationele uitdagingen

aangepakt moeten worden - heb-

ben wij de spots gericht, in de

vorm van kaders, op bepaalde

initiatieven onder impuls van de

Brusselse minister van Leefmili-

eu en Vervoer, via het program-

ma Agenda Iris 21, die de Brus-

selse gemeenten uitnodigen om

zich volop in de dynamiek van de

duurzame ontwikkeling te stor-

ten.

Waarom een diagnose?

Een vaak voorkomende fout bij

de bevolking (en zelfs bij bepaal-

de overheden) ligt in het feit dat

er gedacht wordt dat de bevorde-

ring van duurzame ontwikkeling

inhoudt dat men het huidige be-

leid « afvoert », om een heel nieu-

we manier van denken te intro-

duceren en territoriale strategie-

en in te voeren.

Dat gevoel wordt uiteraard hele-

maal niet bevestigd in de reali-

teit.

Als men « duurzaam wil den-

ken » heeft men effectief een

sterke kritische zin en zin voor

innovatie nodig, maar men moet

de duurzame ontwikkeling welis-

waar ook doen kaderen in een

dimensie van bestendigheid ten

opzichte van reeds bestaande re-

alisaties.

De onderliggende geest van

het begrip duurzaamheid im-

pliceert vaak niet zozeer de

creatie van aanbod om de

vraag los te weken, maar wel

het bieden van een antwoord

op een objectieve behoefte.

Het is grotendeels om die re-

den dat een Agenda 21 steeds

nauw verbonden is met het

grondgebied waarop hij be-

trekking heeft.

Uit wat net onderstreept

werd, volgt dat een Agenda

21 niet uitgewerkt kan wor-

den zonder een eerste fase

van beschrijving van het

grondgebied en inventaris

van het beleid dat er reeds

gevoerd wordt.

De geloofwaardigheid en de

doeltreffendheid hangen

daarvan af.

De globale diagnose krijgt

dus pas zin als de werkelijke

lancering van een Agenda 21

voorzien is, met wat dat ver-

onderstelt aan globaliteit.

De prioriteiten zijn niet de-

zelfde voor de tweede catego-

rie projecten die kaderen in

de procedure Iris 21.

Wat deze sectoriële projecten

betreft, kan een stand van

zaken namelijk wel een goed

vertrekpunt vormen, maar

men mobiliseert niet zoveel

middelen, noch behandelt

niet zulke ruime vragen als

wanneer echt te maken heeft

met de gemeentelijke strate-

gie met betrekking tot duur-

zame ontwikkeling.

1 Dit artikel is een samenvatting van een vorming die op 9 november 2007 gegeven werd, in het kader van de VSGB, door

twee consultants van Ramboll Management Brussels, Christophe Ebermann en Julien Knoepfler.

2 Over deze kwesties maar ook over verschillende andere punten die aan bod komen in dit artikel vindt u meer informatie in

een publicatie van Paul Vermeylen « Aménagement et urbanisme – L’agenda 21 des communes durables », ed. Ministère de

la région wallonne, Direction générale de l’Aménagement du territoire, du Logement et du Patrimoine, Namur 2006.

Page 7: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 7 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

Waar kadert de

diagnose in het proces

van de uitwerking van

een Agenda 21?

Ook al lijdt deze presentatie

onder enkele nuances in de

aanpak van andere specialis-

ten, wij hebben de gewoonte

genomen, in het advieskabi-

net waar de auteur van dit

artikel werkzaam is, om er-

van uit te gaan dat er 6 grote

fasen te onderscheiden zijn in

een Agenda 21 (zie onder-

staand schema).

De oprichting, binnen de be-

trokken gemeenschap, van

een kleine cel mensen die een

degelijke vorming hebben ten

aanzien van het begrip duur-

zame ontwikkeling en de

praktijk die daaruit voort-

vloeit, dat deze cel vervolgens

zelf de diagnose moet uitvoe-

ren of er de uitvoering door

een derde van nabij van vol-

gen (over deze uitdaging, zie

punt 4).

De definitie, binnen de kring

van de verkozenen, van alge-

mene waarden en doelstellin-

gen, waarover reeds consen-

sus heerst, vóór elke vorm

van arbitrage die verband

houdt met de uitstippeling

van de specifieke strategie

van de Agenda 21.

De mobilisering van zo veel

mogelijk actoren uit de ge-

meenschap, met name opdat

het zoeken naar gegevens

niet geremd zou worden, door

opmerkingen of tegenwerpin-

gen die verband houden met

het doel van de oefening.

De activering van de nationa-

le en internationale netwer-

ken van de betrokken ge-

meenschap, om - tijdens de

diagnose maar ook daarna -

de initiatieven rond vergelij-

king (benchmarking) te be-

vorderen, zowel op het niveau

van de beoordeling van de

resultaten als de beoordeling

van de maatregelen die geno-

men kunnen worden.

Van de latere fasen is er geen

enkele die niet op één of an-

dere manier voordeel zal ha-

len uit de diagnose. Of het nu

bij de uitwerking van

scenario’s, op het moment

van de uitstippeling van de

strategie, of op een operatio-

neler niveau is, als er een ac-

tieplan vastgelegd moet wor-

den, telkens als de kennis die

door de diagnose verworven

De diagnose maakt er deel uit

van de inleidende maatrege-

len ten aanzien van het ge-

heel. Naast deze vrij summie-

re vaststelling loont het ech-

ter de moeite om zich specifie-

ker vragen te stellen over de

stappen die gezet moeten

worden vóór de uitvoering

van de diagnose.

De maatregelen die vooraf-

gaan aan de diagnose zijn, ter

herinnering (en zonder ex-

haustief te willen zijn):

De 6 grote etappes

Engagement

Keuze van de strategie

Oriëntaties en scenario's

Diagnose

Uitvoering

Evaluatie

Herdefiniëring

W

A

A

R

D

E

Herdefiniëring

W

A

A

R

D

E

Page 8: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 8 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

werd, gemobiliseerd kan en

moet worden. Op voorwaarde

dat de diagnose regelmatig

geactualiseerd wordt, zal ze

ook dienen na de goedkeuring

van de Agenda 21, zijnde in

het stadium van de evaluatie

ervan.

Waarom spreken we

van een pragmatische

diagnose?

Om te beantwoorden aan de

definitie van diagnose

« duurzame ontwikkeling » en

meer bepaald nog (vanuit een

operationelere invalshoek)

van diagnose van Agenda 21,

kan de stand van zaken die

hier besproken wordt, alleen

georiënteerd en gericht zijn.

Bij de uitvoering moet men

niet alles meten, tellen, in-

ventariseren, op de schaal

van het grondgebied dat be-

studeerd wordt, zonder gren-

zen of exclusief. Men moet

pragmatisch blijven, gericht

op actie, naar oplossingen.

Een deel van de selectie via

deze « pragmatische verplich-

tingen » kan gebeuren op het

niveau van de thematieken.

Zo zal de voorkeur gegeven

worden aan echt duurzame

thema’s (zie punt 2), met uit-

zondering van de problema-

tieken die gekenmerkt wor-

den door de dimensie comfort

op korte termijn van de bevol-

king bij voorbeeld.

Een andere belangrijke di-

mensie van deze oriëntatie

vloeit voort uit de manier

waarop de gekozen materies

behandeld worden. Voor ieder

thema dient men er immers

naar te streven de spannings-

lijnen te bevoorrechten, de

factoren van dynamiek, de

pistes van synergie. Dat con-

stant zoeken veronderstelt

dat de verschillende luiken

van de openbare actie niet

volgens een overdreven ge-

compartimenteerde en statis-

tische aanpak behandeld wor-

den, maar de voorkeur te ge-

ven aan de benadering van

afzonderlijke problemen, ook

al is er het risico soms te ver-

rassen.

Tot waar moet de

diagnose gedeeld

worden?

Opdat een diagnose werkelijk

aanvaard zou worden en dus

dienen als hoeksteen voor de

latere uitwerking van de stra-

tegie, moet ze door iedereen

gedragen worden. Dat bete-

kent dat er een grote consen-

sus moet bestaan over de

vaststellingen die er gedaan

worden, niet alleen onder de

verkozenen, maar ook binnen

de administratie. Op het ni-

veau van de burgersamenle-

ving tot slot is het belangrijk

dat de voornaamste druk-

kingsgroepen zich hebben

kunnen uitdrukken, en zelfs

op een nog informeler niveau,

de bevolking, zo volledig mo-

gelijk.

Dat begrip van “co-productie”

en participatie werd als es-

sentieel beschouwd, maar

dan blijft de vraag in welk

stadium dit precies uitge-

voerd moet worden.

Moet de participatieve dimen-

sie ingevoerd worden van bij

het begin van het analysepro-

ces of is het verkieslijk twee

fasen te onderscheiden: parti-

cipatie in beperkte mate tot

de opstelling van een eerste

document en dan pas over-

gaan tot debat op basis van

deze tekst?

In werkelijkheid kan deze

vraag niet eenduidig beant-

woord worden. In de praktijk

zijn er twee manieren van

doen, zonder dat de ene beter

blijkt dan de andere. Het gaat

erom coherent te werk te

gaan zodra een van de alter-

natieven gekozen is.

Zoals we reeds suggereerden,

houdt de eerste oplossing in

dat er onmiddellijk gewerkt

wordt aan een gedeelde dia-

gnose.

Vanuit die invalshoek kan

men ervan uitgaan dat de di-

agnose af is wanneer de pro-

blematiek van het grondge-

bied duidelijk geformuleerd is

en gedeeld met de verschil-

lende deelnemers3. Op die

manier is het doel van de dia-

gnose niets minder dan de

formulering van enkele ma-

cro-uitdagingen (maximaal

een zestal), waaruit de strate-

gie rechtstreeks zal voort-

vloeien.

Het is echter ook mogelijk toe

ervan uit te gaan dat de dia-

gnose (daardoor soms bestem-

peld als « prediagnose ») een

taak is die voornamelijk bin-

nenskamers uitgevoerd wordt

en waarvan het enige resul-

taat aan “co-productie” onder-

worpen zal worden. Op die

manier kan de auteur van de

(pre)diagnose - groep interne

actoren van het bestuur of

derden (zie punt 4) geen

“uitdagingen” in de volle bete-

kenis van het woord formule-

ren. Hij kan enkel zo relevant

mogelijke vragen formuleren,

ten aanzien van de grote

hoofdstukken van het docu-

ment. Pas in een tweede fase

zal deze prediagnose werke-

lijk gedeeld worden, voorge-

legd aan de interactie van de

Page 9: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 9 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

verschillende partijen.

2. Onderdelen van

de diagnose

De samenstelling van de dia-

gnose kan vanuit twee invals-

hoeken bekeken worden, die

tegelijk apart staan maar el-

kaar ook aanvullen: het soort

materies dat bestudeerd moet

worden enerzijds en het soort

kijk op de zaken anderzijds.

De specifieke materies

die bekeken moeten

worden

Bij de uitvoering van de dia-

gnose stoten we op de organi-

satie van de materies. In dat

opzicht kan het redactieteam

zich verloren voelen tussen

twee extreme tendensen.

De eerste bestaat in het feit

dat er geen enkele categorie

gevormd wordt: zo zou men

van het ene thema naar het

andere vliegen, wat als ge-

vaar kan inhouden tot een

weinig bruikbaar document

te komen, maar ook en vooral

het risico zou inhouden per

ongeluk volledige stukken

van de gemeentelijk actie te

vergeten.

De tweede kan voortvloeien

uit het feit dat het doel van

3. Vermeylen, op. cit, blz. 50.

4. Het begrip « governance » is nauw verbonden met de bevordering van de duurzame ontwikkeling. Om haar toekomst

te vrijwaren mag een gemeenschap zich immers niet beperken tot het streven naar evenwicht tussen hun impact op

het leefmilieu, de economie en de menselijke relaties (de vraag « wat? »); op een nog ambitieuzer niveau moeten ze

hun aanpak van de openbare actie herzien, wat de gebruikte procedures betreft (de vraag « hoe? »). Zo wordt van de

overheid verwacht dat zij transversaler werken, transparanter, en principes toepassen zoals preventie, voorzorg en

rekening houden met de behoeften van de toekomstige generaties. Dat nieuw beleid vergt een actieve participatieve

democratie die de reeds bestaande representatieve democratie aanvult, zonder die uiteraard te vervangen. Het vergt

ook een grote inspanning voor sensibilisering en aanmoediging, die van iedere burger van jongsaf aan een volwaar-

dige actor maakt voor zijn toekomst en die van zijn medemens.

5 Op redactioneel vlak (plan van de diagnose) kunnen de contextuele diagnose en de diagnose van de realisaties ver-

ward worden. Dat betekent dat we ten opzichte van iedere behandelde thematiek achtereenvolgens de reeds bestaan-

de of exogene contextelementen moeten aanstippen enerzijds en de verwezenlijkingen anderzijds. De diagnose van de

actoren moet voor zichzelf behandeld worden, aan het einde van het document.

de gemeentelijke activiteit in

tientallen sectoriële catego-

rieën gesplitst wordt die over-

eenstemmen met de admini-

stratieve indeling in schepen-

ambten en diensten. In dit

geval is er het risico op over-

dreven opdeling van de mate-

rie, met als effect de vrucht-

bare toenaderingen waarvan

we reeds gesproken hebben,

in het gedrang te brengen, op

het moment van de noodzake-

lijke pragmatische dimensie

van de oefening.

Om te vermijden dat er tus-

sen deze twee extremen geba-

lanceerd moet worden, heeft

het studiebureau Ramboll

Management Brussels de ge-

woonte aangenomen een in-

deling in vijf thema’s voor te

stellen: de drie fundamentele

thema’s die gewoonlijk aan

duurzame ontwikkeling ge-

koppeld worden (leefmilieu,

economie en wederzijdse

steun), het gekruiste thema

territoriale ontwikkeling, ver-

voer en habitat en tot slot het

transversale thema governan-

ce.4

Als bijlage vindt men overi-

gens een voorstel van inde-

ling van de materies met be-

trekking tot duurzame ont-

wikkeling op basis van deze

architectuur met vijf vertak-

kingen. Men is uiteraard niet

verplicht om deze structuur

te volgen, maar het is nuttig

als men zich verloren voelt

tegenover het groot aantal

mogelijke domeinen.

Opeenvolgende

analyses van de

territoriale realiteit

Onder de generieke term van

territoriale diagnose gaan bij

Ramboll Management Brus-

sel in de realiteit drie geza-

menlijke diagnoses schuil: de

contextuele diagnose, de dia-

gnose van de realisaties en

tot slot de diagnose van de

wensen (of de diagnose van

de actoren)5.

De contextuele diagnose

Zoals de naam laat vermoe-

den, maakt deze eerste dia-

gnose het mogelijk de context

van het grondgebied te schet-

sen. Het is de gelegenheid om

een schets te maken van het

« basisgegeven » dat dit laats-

te kenmerkt, naast de acties

die recent door het team on-

dernomen werden.

Na enkele algemene overwe-

gingen (geografische ligging

van het grondgebied, geschie-

Page 10: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 10 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

denis, opvallende demografi-

sche kenmerken van de bevol-

king) wordt er sector per sec-

tor een beschrijving gegeven

van alle verschijnselen, vol-

gens een logica troeven/

zwakheden/mogelijkheden/

bedreigingen (SWOT).

Reeds in dit eerste stadium

moet men uitgaan van de in-

valshoek van duurzame ont-

wikkeling, in die zin dat de

verschijnselen die samenhan-

gen met dit soort bekommer-

nissen het meeste aandacht

dienen te krijgen.

De diagnose van de ver-

wezenlijkingen (en van

hun toegevoegde waarde)

De tweede blik die geworpen

moet worden op de realiteit

van het grondgebied, houdt in

dat men een overzicht maakt

van het beleid dat effectief

gevoerd wordt ten aanzien

van de verschillende activitei-

tensectoren van een publieke

gemeenschap. Dat veronder-

stelt dat de nodige aandacht

gaat naar de uitgevoerde

maatregelen, de geleverde

prestaties, ...

Bovenop een zuiver beschrij-

vende visie moet deze analyse

ook rekening houden met de

elementen van evaluatie die

op het moment van de dia-

gnose gedocumenteerd kun-

nen zijn. We denken hier aan

lessen die getrokken zijn, zo-

wel op objectief vlak (zowel

output, bv. frequentie van een

nieuwe buslijn, als outcomes

– bv. vlotter verkeer op het

tracé in kwestie). Wanneer

deze gegevens beschikbaar

zullen zijn, kunnen de ele-

menten die verband houden

met de perceptie van deze re-

alisaties door de burgers er

ook in opgenomen worden.

Nog meer dan dit het geval

was ten aanzien van de con-

text, is het belangrijk dat de-

ze diagnose van de realisaties

de gelegenheid zou zijn om

voorrang te geven aan proble-

men die betrekking hebben

op de duurzame ontwikkeling

van het grondgebied.

De diagnose van de

wensen (of diagnose van

de actoren)

De derde kijk op de duurzame

ontwikkeling van het grond-

gebied legt de nadruk op de

wil van de actoren om vooruit

te gaan. Verschillende indica-

toren van deze wil moeten

geanalyseerd worden:

• Men dient te beginnen met

een schets van de mogelijk-

heden van het grondgebied

in kwestie met betrekking

tot duurzame ontwikkeling,

en daarbij de nadruk leg-

gen op de meest recente.

• Vervolgens worden de grote strategische studies voorge-

steld die recent uitgevoerd

werden ten aanzien van

deze mogelijkheden: of zij

betrekking hebben op mobi-

liteit, huisvesting, tewerk-

stelling of ouderenzorg, om

maar enkele voorbeelden te

noemen, deze studie zal

vaak helpen om een beeld

te krijgen van het enthousi-

asme van de gemeenschap.

• Nog directer kan er een

hoofdstuk van de diagnose

van de wil gewijd worden

aan de visie op 10 jaar van

het grondgebied, zoals de

verkozenen dat zien. Die

visie hoeft uiteraard niet

perfect eenduidig te zijn; in

geval van verschillende

projecties kan men hier

materiaal vinden voor de

scenario’s die later uitgete-

kend moeten worden.

• Een interessant teken van

de ambitie van het grond-

gebied ligt ook in de uit-

eenzetting van de voorbeel-

den die uitgevoerd worden

door de overheid om van de

administratie een model te

maken op het gebied van

duurzame ontwikkeling.

Ook al kunnen sommige

acties reeds aangehaald

zijn in het kader van de

diagnose van de realisa-

ties, ze in dit stadium nog

eens kracht bijzetten on-

derstreept het engage-

ment.

• Tot slot kan een beschrij-

ving van de maatregelen

die genomen worden op het

vlak van governance, to-

nen dat de betrokken ge-

meenschap er ook naar ge-

streefd heeft de procedures

ivm duurzame ontwikke-

ling toe te passen. Er kan

daarbij bijzondere aan-

dacht geschonken worden

aan de beschrijving van de

ruimtes voor raadpleging

en participatie, op thema-

tisch (jeugdraad, …) of

sectoraal niveau (wijk-

comités).

6 Ramboll Management Brussels steunt op « SurveyXact », een bijzonder gebruiksvriendelijk programma voor het on-

line invullen van vragenlijsten.

Page 11: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 11 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

3. Inzameling, analyse

en communicatie: hulp-

middelen voor de dia-

gnose

De vraag met betrekking tot

de noodzakelijke hulpmidde-

len voor de diagnose wordt

niet zomaar gesteld, maar ten

aanzien van de drie grote

etappes ervan. Het zijn im-

mers afzonderlijke methodes

die gemobiliseerd worden

naar gelang men:

• de gegevens wil bundelen

die noodzakelijk zijn om

een goed beeld te krijgen

van het grondgebied;

• die gegevens wil gaan

analyseren, om trends

bloot te leggen en een oor-

deel te kunnen vellen;

• de resultaten die het ople-

vert en de analyses die

men gemaakt heeft, tot

slot wil bekendmaken en

delen.

Hulpmiddelen om

toegang te krijgen

tot de gegevens

Er moeten ook verschillende

hulpmiddelen gebruikt wor-

den om een realistische be-

schrijving van het grondge-

bied mogelijk te maken.

Maar bij iedere territoriale

diagnose zal een groot deel

van de tijd die gewijd wordt

aan de inzameling van gege-

vens werk « binnenskamers »

inhouden, dat erin bestaat

kennis te nemen van docu-

menten die vroeger door an-

deren opgesteld zijn. Funda-

menteel kunnen we vier grote

categorieën teksten onder-

scheiden op basis van twee

grote verschillen: de algeme-

ne en de sectorale teksten

enerzijds; de beschrijvende

teksten en de programmatek-

sten anderzijds. Zoals in elk

onderzoek vergt deze confron-

tatie van verschillende ge-

schriften vanwege de redacto-

ren van de diagnose dat ze ze

allemaal behandelen zoals ze

zijn, daarbij de context goed

voor de geest houdend waarin

ze geschreven zijn, om tel-

kens hun graad van betrouw-

baarheid in te schatten

(precisie van de cijfers, even-

tuele risico’s van oriëntatie of

partijdigheid, …).

Een tweede belangrijke bron

zijn natuurlijk de persoonlij-

ke contacten. Deze halfopen

ontmoetingen moeten op een

evenwichtige manier verlopen

tussen interne actoren en ex-

terne observatoren. Bij de

eerste merken we overigens

een verschil tussen de verko-

zenen en het personeel van de

administratie.

In bepaalde gevallen wordt de

formule van het bilateraal

onderhoud opzij geschoven

voor het participatief semina-

rie of de focusgroep. Dat kan

bij voorbeeld het geval zijn

wanneer het beleid gedecen-

traliseerd wordt in afzonder-

lijke geografische sectoren.

Dan is het nuttig om de

standpunten van de verschil-

lende lokale verantwoordelij-

ken met elkaar te confronte-

ren.

Waar het gaat om externe

observatoren, kan het inte-

ressant zijn om in eenzelfde

zaal verschillende verenigin-

gen samen te brengen die bij

hypothese de publieke actie

aanvullen.

Tot slot zijn bepaalde mate-

ries geschikt voor enquête: op

een traditionele manier

(telefoon) of aan de hand van

de nieuwe technologieën6

geeft de enquête een idee van

de opinies of gebruiken van

een groot aantal mensen.

Instrumenten voor de

analyse van de realiteit

Zodra de voornaamste vast-

stellingen met betrekking tot

het grondgebied gebundeld

zijn, moet de analyse van die

gegevens aangevat worden, in

het vooruitzicht van de actie.

Enkele instrumenten kunnen

daartoe nuttig zijn.

• De SWOT-analyse

(Strengths-Weaknesses-

Opportunities-Threats) is

een handig instrument

voor grafische voorstelling

(verdeling van de ruimte in

vier sectoren), waarmee

men op basis van een

schets van de situatie de

sterke en zwakke punten

van een organisatie kan

inventariseren. De SWOT-

analyse maakt het ook mo-

gelijk de elementen te on-

derscheiden die de toe-

komst van de bestudeerde

organisatie kunnen beïn-

vloeden; er zit een prospec-

tief aspect in.

• Iedere problematiek die

maar een beetje origineel

is, kan aanleiding geven

tot de opstelling van twee

soorten logische bomen:

een oorzakenboom ener-

7 Dezelfde keuze werd gemaakt in de mondelinge versie van deze uiteenzetting, in die mate dat aan de participatie een

hele workshop gewijd werd.

Page 12: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 12 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

zijds en een probleemboom

anderzijds. Beide zijn de

uitdrukking van causale

verbanden die gedeeltelijk

(de oorzaken) naar boven

toe van het verschijnsel

liggen en gedeeltelijk (de

problemen) naar beneden

toe. De grafische voorstel-

ling van deze aaneenscha-

kelingen verduidelijkt de

bestudeerde problematiek

binnen een logische keten.

Dit zal uiteraard een kost-

baar instrument zijn op

het ogenblik van de defini-

tie van de strategie, zijnde

de uitdagingen waaraan

prioritair gewerkt moet

worden.

• Tot slot is het sterk aanbe-

volen, om de diagnose een

dimensie van evolutiviteit

te geven, te werken aan de

« marges van vooruitgang »

die omschreven worden

door de gemeenschap ten

aanzien van het beleid dat

gevoerd wordt. Dit gebeurt

in thematische seminaries

van een vijftiental perso-

nen en is een gelegenheid

om de betrokken ambtena-

ren aan te moedigen om

zich een beeld te vormen

van de mogelijke ontwikke-

ling van een bepaald aan-

tal reeds bestaande acties.

Om deze oefening een

maximale impact te geven

kan het interessant zijn

deze beoordeling te doen

telkens ten aanzien van

vier of vijf dimensies van

duurzame ontwikkeling,

zoals in Frankrijk bij voor-

beeld de nationale strate-

gie van duurzame ontwik-

keling voorstelt.

Instrumenten voor com-

municatie

De opstelling van een agenda

is ook een gedroomde gele-

genheid voor een gemeen-

schap om te communiceren en

met de medeburgers. Die uit-

daging moet dus heel profes-

sioneel aangepakt worden,

zowel op het vlak van compe-

tentie als budget. Wegens

plaatsgebrek gaan we hier

niet in op dit punt.7 We stip-

pen enkel aan dat zoals iede-

re etappe van de agenda de

diagnose een overdracht van

informatie kan zijn, van de

meest unilaterale (gewone

mededeling « top-down ») tot

de meer participatieve

(burgerforums), over verschil-

lende vormen van raadple-

ging over vooraf afgebakende

punten. Telkens moeten alle

beschikbare dragers gebruikt

worden, om ieder te kunnen

bereiken.

4. De diagnose

als project

De bovenstaande beschouwin-

Page 13: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 13 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

gen stellen de pragmatische

diagnose voornamelijk voor

vanuit de invalshoek van de

doelstellingen, de inhoud en

de instrumenten. Volledig-

heidshalve moet de operatie

in dit besluit ook als het pro-

ject voorgesteld worden, met

wat dat inhoudt op het vlak

van organisatie, supervisie of

planning.

In elk geval een project-

cel

Welke keuze ook gemaakt

wordt op het vlak van het in-

roepen van een derde (infra),

de Agenda 21 moet berusten

op een permanent operatio-

neel team, ook al is dat soms

maar één persoon.

Die persoon kan gekozen wor-

den binnen reeds aanwezig per-

soneel van de administratie, bij

voorkeur binnen een dienst die

gewoon is aan de inzet van mi-

lieubescherming.

In de Brusselse gemeenten

wordt deze taak meestal toe-

vertrouwd aan de milieucoördi-

nator of de mobiliteitsadviseur.

In bepaalde plaatselijke bestu-

ren is duurzame ontwikkeling

reeds een echte dienst of een

departement, wat voordelen

inhoudt.

Bepaalde gemeenten opteren

voor de aanwerving van een

nieuw personeelslid voor de

Agenda 21. Die aanpak kan

voordelen bieden, aangezien

deze aanwerving de gelegen-

heid kan zijn om heel specifieke

eisen op te nemen in het ge-

zochte profiel.

Aan de andere kant heeft deze

oplossing als nadeel dat de ver-

antwoordelijkheid van de dia-

gnose toevertrouwd wordt aan

iemand die, zonder noodzake-

lijk van buiten het grondgebied

te zijn, het in ieder geval voor

wat de administratie betreft

wel is. Deze nieuwigheid kan

een rem vormen op het niveau

van de vertrouwensrelatie, die

noodzakelijk is.

Zuiver intern of met

externe consultants?

Ten aanzien van andere types

opdrachten met een zekere

techniciteit, is de vraag - in

het bijzonder waar het gaat

om kleine administraties - of

de diagnose (en ruimer, de

hele Agenda 21) strikt intern

gebeurt, dan wel of de opera-

tionele uitvoering extern zal

gebeuren.

De ervaringen terzake in ver-

schillende landen in geven

een genuanceerd antwoord op

deze vraag.

Er zijn tal van argumenten

om voor onderaanneming te

opteren. Enkele voorbeelden:

• Het onmiskenbaar voor-

deel dat men reeds derge-

lijke processen gevoerd

heeft. De uitvoering van de

diagnose stelt op zich geen

enkele onoverkomelijke

moeilijkheid, maar toch

zijn er een aantal valstrik-

ken (omvang van het on-

derzoek, organisatie van de

acties, presentatie van de

gegevens, aandacht voor de

inzet) die als er onvoldoen-

de rekening mee wordt ge-

houden, tot een mislukking

kunnen leiden. Het feit dat

dit werk aan een ervaren

consultant toevertrouwd

wordt die het proces reeds

5, 10 of 20 keer heeft kun-

nen begeleiden, beperkt de

risico’s uiteraard.

• In het verlengde van dit

eerste idee, maar iets spe-

cifieker, ligt het feit dat de

consultent reeds andere

Agenda 21 begeleid heeft,

waardoor hij goed kan ver-

gelijken. Het feit dat er

verwezen wordt naar ande-

re lokale realiteit, zal hem

ook in staat stellen om de

geregistreerde cijfers fijner

te analyseren, zodat ze in

een reeds gekende schaal

geplaatst kunnen worden.

Op dezelfde manier geeft

deze “panoramische” aan-

pak de externe consultant

het middel om goede prak-

tijkvoorbeelden te suggere-

ren, teneinde de reeds be-

staande maatregelen uit te

breiden en er nieuwe te

stimuleren.

• Het standpunt van derden.

Als hij vlot toegang krijgt

tot de bronnen, zal de con-

sultant nog enkel voordeel

halen uit zijn positie van

externe. Binnen de admini-

stratie zal hij geen last on-

dervinden van eventuele

rivaliteiten tussen departe-

menten en diensten, en in

de eerste plaats bekeken

worden als promotor van

een project. Die positie van

“derde” zal nog meer ge-

waardeerd worden tijdens

openbare vergaderingen.

Paradoxaal laat het feit

dat een derde belast wordt

met de coördinatie van het

proces vrij spel aan de ver-

kozenen, die hun rol voluit

kunnen spelen zonder er-

van verdacht te worden

tegelijk rechter en partij te

zijn.

Zoals we reeds stelden, moe-

ten deze argumenten evenwel

genuanceerd blijven, in die

zin dat het inroepen van een

consultant er nooit toe mag

leiden dat verkozenen of een

administratie vinden dat ze

Page 14: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 14 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

van hun taak ontheven zijn.

Door het pragmatische en dy-

namische karakter moet een

diagnose steeds een instru-

ment blijven ten dienste van

de actie. Het moet dus zonder

ambiguïteit gedragen worden

door de opdrachtgever, zowel

binnen de relatie met de con-

sultant als ten aanzien van

derden, personeel of de bevol-

king.

De beslissingsstructuur

Fundamenteel vergt de uit-

voering van de pragmatische

diagnose geen aparte beslis-

singsstructuur dan die welke

voor de Agenda 21 in zijn ge-

heel georganiseerd werd.

Men kan voldoende steunen

op:

1. De operationele steuncel, bestaand uit één of ver-

schillende technici die spe-

cifiek voor het project aan-

gesteld zijn;

2. Het stuurcomité, bestaand

uit verkozenen, leidingge-

vende ambtenaren en de

consultant, die bij hypothe-

se de methodologie naar

boven toe en de diagnose

naar beneden toe valideert.

3. Het technisch comité tot

slot, dat bestaat uit de

voornaamste dienst- en

departementshoofden, om

respectievelijk de gevoelig-

ste methodologische uitda-

gingen aan te stippen en

toe te passen.

Duur van de uitwerking

van een pragmatische

diagnose

• Zoeken naar informatie en

mobilisering van de acto-

ren (ongeveer 4 tot 8 we-

ken).

• Analyse en opstelling van

de diagnose (ongeveer 4 tot

6 weken).

• Delen van de diagnose

(ongeveer 4 weken of meer,

dit hangt af van de modali-

teiten).

Julien Knoepfler

Christophe Ebermann

Senior consultants

Ramboll Management Brussels

Oudergemlaan 92

1040 Brussel

[email protected]

[email protected]

Page 15: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 15 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

ParticipatieParticipatieParticipatie::: brug van privébrug van privébrug van privé---ruimte naar ruimte naar ruimte naar

gemeenschappelijk goedgemeenschappelijk goedgemeenschappelijk goed

Een artikel van Orlando Sereno Regis (Periferia) Een artikel van Orlando Sereno Regis (Periferia) Een artikel van Orlando Sereno Regis (Periferia)

P articipatie, een woord

dat men met allerlei sau-

zen begint te overgieten!

Maar wat is de betekenis er ook

weer van? Gaat het erom de be-

volking te informeren via een

gemeenteblaadje, samen te zit-

ten om na te denken over de

inrichting van een wijk of de

inwoners te betrekken bij het

beslissingsproces over de beste-

ding van het gemeentebudget?

Er zijn steeds meer wettelijke

verplichtingen in het kader van

de betrokkenheid van de ver-

schillende actoren bij de initia-

tieven die de overheid neemt.

Dat geldt dus ook voor projecten

De fresco "De schreeuw der verstotenen" van de Ecuadoriaanse kunstenaar Pavel Eguez op de muren van de stad Cota-cachi werd goedgekeurd in de loop van de cyclus van het participatief budget van 1999. Een mooi voorbeeld van openba-re ruimte, dat aantoont hoe diversiteit tot uiting kan komen in eenheid.

© O

rland

o S

eren

o R

egis

Page 16: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 16 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

PPARTICIPATIEARTICIPATIE 21 21

rond duurzame ontwikkeling.

Binnen de gemeenten zijn de

Agenda's 21 - al dan niet vo-

luntaristische - afspiegelingen

van die verplichtingen: laten

we rekening houden met het

leefmilieu in onze ontwikke-

ling en laten we de burgers

daarbij betrekken.

In België wordt participatie

door sommigen aangeklaagd

als een "rem" of een demago-

gisch initiatief; anderen vin-

den het een middel om de over-

heidsactie te versterken, om-

dat deze gebaseerd is op dia-

loog en de collectieve opbouw

van het gemeenschappelijk

nut.

Een nieuwe cultuur

aankweken

Dit is onze invalshoek. Wij zijn

er immers van overtuigd dat

participatie een verandering

van cultuur en mentaliteit te-

weegbrengt om tot een beter

"samen leven" te komen.

Momenteel rijzen de participa-

tieve initiatieven als padde-

stoelen uit de grond en zo ook

mogelijkheden om onze denk-

wijzen te vernieuwen:

• openbare besturen trach-

ten rekening te houden

met de mening van de in-

woners over de toekomst

van hun wijk of over de

zin van stadsvernieuwing;

• de deelnemers worden be-

trokken bij de evaluatie

van de gebruikte pedago-

gie om deze verantwoorde-

lijkheid niet alleen toe te

schuiven naar mensen die

er beroepshalve mee bezig

zijn;

• er ontstaan solidaire on-

dernemingen, met hori-

zontalere verlonings- en be-

slissingsstructuren;

• burgercollectieven treden in

actie om de fundamentele

rechten te doen erkennen,

alternatieven aan te brengen

voor huisvestingsproblemen,

Hoewel deze trend gedragen

wordt door een hele reeks acto-

ren van de burgersamenleving –

wijkverenigingen, verenigingen,

vakbonden, gebruikerscollectie-

ven – vindt ze steeds meer bij-

val door de overheden, met va-

riabel succes in de doelstellin-

gen en in de toepassing.

Waar het dan om gaat, is de

kansen te grijpen en de nodige

ruimte te geven voor de trans-

formatie.

De capaciteiten van

de betrokkenen

Wanneer het gemeentelijk be-

leid in de richting van duurza-

me ontwikkeling gestuurd

moet worden, de bescherming

van het leefmilieu en de socia-

le integratie opgenomen moe-

ten worden in het lokaal econo-

misch beleid, beseffen we dat

de unilaterale wil van het

openbaar besturen niet vol-

staat. De burgers moeten zich

ook aansluiten bij deze keuze

en ook de privé-sectoren en de

bedrijfswereld.

In dat opzicht speelt participa-

tie een fundamentele rol, om-

dat het een stem geeft aan een

gemeenschappelijke behoefte,

in voorkomend geval een even-

wichtige ontwikkeling van de

economische, sociale en milieu-

standpunten, en te onderhan-

delen over de implicaties met

betrekking tot regels en moge-

lijkheden.

De uitdaging van participatie

is dat de betrokkenheid van de

verschillende actoren ervoor

zorgt dat zij zich aansluiten bij

de beslissingen die uit deze

processen zullen voortvloeien.

Men moet wel over drie capaci-

teiten beschikken opdat de

verschillende actoren in staat

zouden zijn de lokale agenda's

te beïnvloeden en zich zouden

aansluiten bij de akkoorden

die tot stand komen.

Het gaat om de capaciteit om

zich in de tijd te projecteren,

Visuele voorstelling van het pro-gramma Capacitation Citoyenne: een beeld gebruiken is ook een manier om zich uit te drukken en toegang tot erkenning.

Page 17: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 17 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

om het gemeenschappelijk

goed te integreren en kritische

zin aan de dag te leggen.

Toch beseffen we dat deze ca-

paciteiten veeleer verworven

worden via de praktijk dan via

sensibiliseringscampagnes of

vormingen.

De capaciteiten

van de collectieven

valoriseren en

ontwikkelen

In dat vooruitzicht moeten de

groepen versterkt worden die

een rol spelen in de sociale en

publieke actie.

De uitdaging bestaat erin met

hen na te denken over hun rol,

hun methodes en hun resulta-

ten zodat zij de ruimten die

openstaan voor participatie

kunnen interpelleren, er de

grenzen van opschuiven maar

ze tegelijk levend houden.

Dat is de uitdaging van het pro-

gramma "Capacitation Citoyen-

ne", dat momenteel uit een zes-

tigtal groepen bestaat, waarbij

ieder begonnen is met de analy-

se van zijn eigen aanpak door

de opstelling van een brochure

die beschikbaar is op

www.capacitationcitoyenne.org.

De versterking van

de capaciteit om ver-

der te kijken in de

tijd

Deze capaciteit wordt ver-

sterkt bij elke gelegenheid om

terug te komen op het verleden

van een collectief en over zijn

project na te denken.

Vanwaar komen jullie en waar

willen jullie naartoe? Hoe wil-

len jullie dat bereiken?

Deze vragen liggen zodanig

voor de hand dat we ze vaak

vergeten te stellen en vooral

vergeten te streven naar een

collectief akkoord over de ant-

woorden die erop gegeven wor-

den.

Door het debat terzake te be-

vorderen kunnen wij invloed

uitoefenen op de mogelijkheid

van de collectieven om het pro-

ject vorm te geven en de be-

hoefte om de toekomst te bekij-

ken als een gegeven van ont-

wikkeling.

De betekenis van

gemeenschappelijk

goed versterken

De actoren die de beslissingen

nemen, zijn hevig gekant te-

gen de nimby-houding (not in

my backyard!) van de burgers,

als één van de valstrikken van

de participatieve procedures.

Hoewel deze houding soms ve-

rifieerbaar is, is ze toch niet

altijd aanwezig, verre van. Bo-

vendien willen openbare in-

stellingen en verenigingen ook

soms hun eigen domein verde-

digen.

Eén van de beste middelen om

invloed uit te oefenen op deze

afgesloten gebieden of deze

overdreven centrering bestaat

erin de ontmoeting te bevorde-

Bedelaars op de brug aan het station van Charleroi. « Solidarités nouvelles » palmt de openbare ruimte in voor het feest « Pont en Fête ». Dit initiatief wordt gefinancierd met participateive budgetten van de « Relais social » van Charle-roi en wil voorbijgangers interpelleren en een positief beeld creëren van de brugbewoners, ondanks hun moeilijkheden.

© S

olid

arité

s N

ouve

lles

Page 18: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

ren tussen verschillende acto-

ren (beleidsvoerders, vereni-

gingen, burgers, instellingen,

professionals, …) die verschil-

lende belangen hebben.

Door uitwisselingen mogelijk

te maken tussen personen die

zich toeleggen op uiteenlopen-

de domeinen als huisvesting,

werkgelegenheid, leefomge-

ving, milieu of nog andere,

maakt men de reconstructie

van het gemeen goed moge-

lijk.

Het is echter belangrijk zich

niet te beperken tot dialoog

en het zoeken naar een

“wakke” consensus.

Door de ontmoeting tussen

die verschillende actoren is

het de coproductie die naar

voren geschoven moet wor-

den, d.w.z. het zoeken naar

collectieve oplossingen die

niet de som zijn van individu-

ele opties, noch de optie van

één actor.

Een kritische kijk

De kritische geest van de be-

trokkenen speelt een belang-

rijke rol in het participatie-

proces: durven reageren, as-

pecten behandelen waaraan

vaak voorbijgegaan wordt,

mensen aanmoedigen om hun

indrukken kenbaar te maken.

Dat alles maakt het mogelijk

de directe uitdagingen van de

ruimten, relaties te overstij-

gen, wat normaal en natuur-

lijk lijkt, om nieuwe oplossin-

gen te kunnen vinden voor

problemen.

De kennis van andere mogelijkhe-

den vergemakkelijken, instrumen-

ten aanreiken voor analyse en

vergelijking, zijn enkele mogelijk-

heden die gebruikt kunnen wor-

den om de mogelijkheid te creëren

dat een andere kijk de akkoorden

die in de participatieruimten tot

stand kwamen, verrijkt.

Echte uitdagingen

aanpakken …

Vaak is participatie beperkt tot de

keuze van de kleur van een zit-

bank. Als ze al plaatsvinden, zijn

de openbare vergaderingen vaak

beperkt tot een reeks klachten

over hondendrollen of lawaai van

voetballers.

Goedkeuring van de begroting 2007 in Cotacachi tijdens een volksvergadering van een zone die traditioneel uitgesloten wordt door de overheid en die opnieuw toegang gevonden heeft tot financiering dankzij het participatief budget.

© O

rlando Sereno R

egis BLZ 18 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

Page 19: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 19 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

De politieke beleidsvoerders,

overtuigd van hun capaciteit om

een antwoord te bieden op alle

vragen, denken dat de inrichting

van een hondentoilet of een mul-

tisportterrein alles gaat oplos-

sen.

Met als doel de echte uitdagin-

gen aan te gaan en nuttige

initiatieven te nemen heeft het

Platform Participation

(www.platformparticipation.be)

een jong netwerk van Belgische

organisaties uit het Noorden en

het Zuiden, vier workshops geor-

ganiseerd die de utopie van een

vernieuwende democratie uitdra-

gen.

Een eerste uitdaging is het geza-

menlijk opzetten van projec-

ten met inwoners en het ge-

meentebestuur, om telkens tot

een betere relatie te komen.

Dat is overigens ook het doel van

de wijkcontracten in het Brus-

sels Gewest of de wijkenveloppes

die door de gemeenten ter

beschikking gesteld worden voor

projecten die door inwoners ge-

kozen werden, zoals in Ronse.

Geleidelijk worden veel verant-

woordelijkheden van publieke

actie opgenomen door entiteiten

van openbaar nut die een

democratische werking wil-

len uitbouwen door de oprich-

ting van gebruikerscomités.

Deze nieuwe invalshoek maakt

het mogelijk de inschakelings-

wijzen te vernieuwen door er een

collectieve dimensie aan te ver-

binden die de geïndividuali-

seerde maatschappelijke bijstand

soms zou vergeten.

Dat is bij voorbeeld het geval

van OCMW’s, de sociale « relais »

in het Waalse gewest of de

adviesraden voor huurders van

sociale woningen.

Toch vinden we bij vele initiatie-

ven altijd dezelfde mensen terug!

Hoe kunnen we dan een stem

geven aan de afwezigen, de

mensen die we nooit ho-

ren?

Er bestaan reeds initiatieven:

Yota werkt met kinderen aan

de inrichting van openbare

ruimtes, Solidarités Nouvelles

bevordert initiatieven voor

mensen die op straat leven zo-

dat zij elkaar helpen en hun

rechten gaan opeisen, Samen-

levingsopbouw steunt het plat-

form Armoede & Energie.

Tot slot merken we op dat de

meeste projecten rond partici-

patie kleinschalig en vaak

lokaal zijn. Hoe kunnen we

dan het element participatie

in grootschalige projecten

verwerken?

Het is nochtans net rond deze

initiatieven die inspelen op

onze steden, onze verplaat-

singen, onze referentiecentra,

dat de inbreng van de bevol-

king versterkt moet worden.

Plenaire vergadering van het netwerk Capacitation Citoyenne (Roubaix, 2007). Opdat de burgercollectieven invloed zouden kunnen uitoefenen op het beleid, moeten er voldoende middelen zijn voor communicatie en manieren om naar buiten te komen, maar de hoeksteen moet het algemeen nut blijven.

© O

rland

o S

eren

o R

egis

Page 20: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 20 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

Dat is het geval voor

Tour&Taxis in het Brussels

Gewest, het tracé van een na-

tionale weg in Charleroi ...

Maar met welke

resultaten?

Dit panorama van ervaringen

zegt nog niets over de resulta-

ten. De centrale vraag is of

participatie de processen en de

burgers echt verandert.

Daarom lijkt het ons essen-

tieel, zowel voor hen die bij de

actie betrokken zijn als voor

hen die ze voorstellen, enkele

vragen voor ogen te houden:

Welke invloed kunnen de deelne-

mers werkelijk uitoefenen op de

beslissing?

Hoe divers zijn de betrokken

partijen bij het participatie-

proces?

Worden de echte vragen er be-

handeld en op de juiste schaal?

Is het wel degelijjk het collectief

belang dat de keuzes leidt?

Samen

De evenwichten die gevonden

worden om iedere spanning

aan te pakken, hangen uite-

raard af van een reeks facto-

ren die niet rechtstreeks met

onze goede voornemens sa-

menhangen.

Sommige mandatarissen vat-

ten moeilijk dat het gezamen-

lijk nemen van beslissingen

misschien tot betere beslissin-

gen leidt, ook al zijn ze minder

zichtbaar in de uitwerking.

Burgercollectieven hebben het

soms moeilijk om los te komen

© O

rland

o S

eren

o R

egis

Burgers bespreken de toekomstige inrichting van het Brusselse Rogierplein op basis van de plannen. Om samen iets kunnen te bereiken moeten de mensen vertrouwd gemaakt worden met de instrumenten voor stedenbouw, zoals de kartografie.

Page 21: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

van hun bestaansreden en de

dringendheid van andere vra-

gen te bekijken.

Sommige technici appreciëren

het niet erg dat zij rekenschap

moeten afleggen voor een gro-

ter aantal personen en moeten

meewerken met collectieven

voor de oriëntering van hun

actie.

Wat belangrijk is, is de ruim-

ten te kunnen oriënteren voor

« co-productie ». Men moet

kansen grijpen en nieuwe rela-

ties uitvinden, coherentie sme-

den tussen verschillende ini-

tiatieven om een coherenter

geheel en beslissingsketens te

creëren.

Perspectief: het par-

ticipatief budget

Geen enkele Belgische ge-

meente lijkt er momenteel in

geslaagd te zijn een deel van

haar investeringsbudget en

tijd te wijden aan een grondige

bespreking van de behoeften,

de beschikbare middelen en de

prioriteiten van haar budget.

Periferia is een vereniging wiens ervaring

ook gebaseerd is op initiatieven omtrent

participatie in Latijns-Amerika.

Bijkomende informatie over de organisaties

en de initiatieven waarnaar in dit artikel

verwezen worden, kan verkregen worden bij

ons team (nieuwe contactgegevens):

Kolomstraat 1 - 1080 Brussel

Tel / fax: 02 544 07 93

[email protected]

www.periferia.be

De term « participatief bud-

get » wordt echter gebruikt

en misbruikt door verschil-

lende instellingen en in

verschillende vormen!

In de steden die de uitdaging

aangaan, zorgt het participa-

tief budget ervoor dat de bur-

gers de werking van de ge-

meente beter begrijpen en

dat ze een beter beeld hebben

van de rijkwijdte en de be-

grenzingen van de lokale

middelen. Zo kunnen deze

beperkte middelen zo goed

mogelijk besteed worden aan

de vele behoeften van de be-

volking en de gemeenschap.

Tot slot kunnen we stellen

dat burgerparticipatie in de

bespreking en de beslissing

betreffende de toekenning

van een budget het mogelijk

maakt prioriteiten vast te

leggen op gemeentelijke

schaal door de buurten te kie-

zen waar de meeste investe-

ringen nodig zijn op het vlak

van fysieke infrastructuren,

openbare ruimte en sociale

dynamiek.

Naar een participa-

tieve Staat

Door alle initiatieven rond

participatie met elkaar te lin-

ken, door sterke burger-

initiatieven op touw te zetten,

te interfereren, te onderhan-

delen met de overheden, door

krediet te geven aan de echte

wil voor openheid van be-

paalde overheden kunnen we

het collectief zijn rol geven in

de samenleving van vandaag.

Zo kunnen we de trend keren

van een individualistische

Staat om de weg te openen

naar een participatieve so-

ciale Staat.

Periferia

BLZ 21 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

————————————————————————————————————————————————————

Page 22: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 22 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

V erschillende Brussel-

se gemeenten zijn

van plan een Lokale

Agenda 21 op te stel-

len. Dit bestaat erin de concep-

ten van de duurzame ontwik-

keling te verwerken in een ac-

tieprogramma op lokaal ni-

veau.

In een eerste fase van het pro-

ces moeten de behoeften in de

gemeente in kaart gebracht

worden, een fase die vaak aan

een studiebureau toever-

trouwd wordt. De volgende fa-

sen (vastlegging van het actie-

programma, concrete tenuit-

voerlegging, follow-up van de

projecten, enz.) kunnen ook –

maar dat hoeft niet – uitbe-

steed worden.

Aangezien de gemeenten de

opdrachten mogen toewijzen,

moet de aanstelling van een

studiebureau uiteraard vol-

gens de regelgeving met be-

trekking tot de overheidsop-

drachten verlopen.

Er rijzen op dat vlak verschil-

lende vragen aangaande de

uitvoering van de procedure en

ook in verband met de toeken-

ning van overheidsopdrachten

voor aanneming van diensten.

1. Is het verplicht recht-

streeks het studiebureau

aan te stellen voor fase 1

en 2?

Strookt de opsplitsing in

fasen met de wetgeving?

De opsplitsing van overheidsop-

drachten is enkel verboden als

er een frauduleus doel is – voor-

namelijk om ieder deel van de

opdracht onder de Europese

drempels te krijgen (206.000

euro excl. BTW) en dus de Eu-

ropese bekendmaking te vermij-

den, of om ze onder de drempels

te brengen die het mogelijk ma-

ken via de onderhandelingspro-

cedure tewerk te gaan (67.000

euro excl. BTW). Het is daaren-

tegen niet onwettig in fasen te-

werk te gaan als iedere fase ob-

jectief apart is en rond een spe-

cifiek onderwerp draait. Het is

ook niet ontwettig als de aanbe-

stedende overheid niet zeker is

deze tweede fase aan een dien-

stenverlener toe te vertrouwen,

bij voorbeeld omdat hij zichzelf

in staat acht zelf de tweede fase

uit te voeren.

De eerste fase (stand van za-

ken) voor mededinging open-

stellen via een procedure van

overheidsopdracht, zonder de

uitvoering van de latere fasen

daarom aan deze eerste fase te

verbinden, vormt dus geen op-

splitsing van de opdracht en is

dus conform de wetgeving op de

overheidsopdrachten.

Dan blijft nog de volgende

vraag. Het kan gebeuren dat

de aanbestedende overheid,

gezien de resultaten van de

eerste fase, uiteindelijk beslist

de tweede fase voor mededin-

ging open te stellen. In dat ge-

val geniet het studiebureau

dat de eerste opdracht verkre-

gen heeft – en dus bij hypothe-

se ook in de running is om de

tweede opdracht te krijgen –

een aanzienlijk voordeel op de

concurrenten, nl. zijn ervaring.

Maar volgens artikel 78, § 1

van het KB van 8 januari 1996

betreffende de overheidsop-

drachten voor aanneming van

werken, leveringen en dien-

sten en concessies voor open-

bare werken "moet worden af-

gewezen, de aanvraag tot deel-

neming of de offerte voor een

overheidsopdracht voor aanne-

ming van werken, leveringen of

diensten ingediend door de per-

soon die belast werd met het

onderzoek, de proeven, de stu-

die of de ontwikkeling van die

werken, leveringen of diensten,

indien die persoon wegens die

verrichtingen een voordeel ge-

niet dat van die aard is dat het

de normale spelregels van de

mededinging vervalst", wat het

geval is voor degene die de eer-

ste opdracht toegewezen ge-

kregen heeft.

Om te vermijden dat deze in-

schrijver1 ambtshalve afgewe-

AGENDA IRIS 21 AGENDA IRIS 21 AGENDA IRIS 21

Tips voor het opstellen Tips voor het opstellen Tips voor het opstellen

van een lastenboek van een lastenboek van een lastenboek

Page 23: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

BLZ 23 MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING N° 2007/04

AAGENDAGENDA I IRISRIS 21 21

zen moet worden, is de oplossing

in het bijzonder lastenboek van

de eerste opdracht (dat met be-

trekking tot de stand van zaken)

een bijzondere clausule te voegen

betreffende de afstand aan de

gemeente van de uit dit contract

voortvloeiende vermogensrechte-

lijke rechten. Deze overdracht

biedt de gemeente de mogelijk-

heid aan het bijzondere lasten-

boek van de tweede opdracht de

in het kader van de eerste op-

dracht opgestelde documenten

toe te voegen, zodat alle inschrij-

vers gelijkgesteld worden, of toch

nagenoeg.

Krachtens het genoemde artikel

78, § 3, 2° is dit verbod niet van

toepassing op de overheidsop-

drachten die gegund worden bij

onderhandelingsprocedure zon-

der bekendmaking bij de start

van de procedure in de zin van

artikel 17, § 2, van de wet van 24

december 1993 betreffende de

overheidsopdrachten en bepaalde

opdrachten van werken, leverin-

gen en diensten. Met andere

woorden, het probleem stelt zich

enkel als de tweede opdracht bij

offerteoproep of bij aanbesteding

gebeurt. (Ter herinnering: open-

stelling voor mededinging is de

regel en het gebruik van de on-

derhandelingsprocedure, met of

zonder bekendmaking, is de uit-

zondering die gerechtvaardigd

moet worden op basis van één

van de omstandigheden die ex-

haustief opgesomd zijn in artikel

17 van de wet)

2. Indien de gemeente de

hele opdracht onmiddellijk

aan één leverancier van

diensten wil toewijzen,

welke procedure verdient

dan de voorkeur?

Is het gebruik van de on-

derhandelingsprocedure

dan mogelijk?

De risico's die verbonden zijn

met de subsidiëring van de ope-

ratie door het Gewest en de ter-

mijnen waarop deze lijkt te tel-

len, zijn wellicht weinig compa-

tibel met een klassieke procedu-

re. Artikel 64, 8ste lid, van het

KB van 8 januari 1996 legt im-

mers een termijn op voor de in-

levering van de offertes, van

minimum 36 dagen2 te rekenen

vanaf de verzending van het

bericht, een termijn die eventu-

eel tot 10 dagen ingekort kan

worden voor zover er een ter-

mijn van minstens 7 dagen ge-

rekend wordt vanaf de datum

van de bekendmaking van de

mededeling in het Bulletin der

Aanbestedingen tot de datum

die vastgelegd werd voor de ont-

vangst van de offertes. Het is

dus weinig waarschijnlijk dat

de opdracht vóór april 2008 toe-

gekend kan worden.

Daarom is het aanwenden van

de onderhandelingsprocedure

verleidelijk, gezien de tijds-

winst die dat kan opleveren.

Zoals hierboven aangestipt is de

vrijheid om gebruik te maken

van de onderhandelingsproce-

dure echter zeer relatief. Het

kan enkel als de administratie

één van de bij de wet voorziene

gevallen kan inroepen. In dat

opzicht is de enige geldige hypo-

these die beoogd bij artikel 17, §

3, 4° van de wet, nl. waarin de

aard van de diensten zo is dat

de specificaties van de opdracht

niet vastgesteld kunnen worden

met voldoende precisering om

de toekenning mogelijk te ma-

ken volgens de procedure van

aanbesteding of offerteoproep.

Wij moeten opmerken dat deze

hypothese een bekendmakings-

procedure vergt. De tijdswinst

zal dus maar gedeeltelijk zijn.

Of de eerste opdracht bij offer-

teoproep of bij onderhande-

lingsprocedure met bekendma-

king verloopt, de gemeente

mag een opdracht lanceren

met voorwaardelijke schijven.

Een opdracht met voorwaarde-

lijke schijven is een opdracht

over het geheel van een opera-

tie, waarvan de volledige uit-

voering onzeker is om diverse

redenen (financiële, technische

of economische); zo wordt de

opdracht opgesplitst in één

zekere schijf en één of meer

voorwaardelijke schijven,

waarvan de uitvoering afhangt

van de wil van de aanbeste-

dende overheid3. Dit soort op-

dracht biedt de gemeente, die

bij hypothese aan het eind van

de eerste fase (die het voor-

werp uitmaakt van de eerste

schijf) kan beseffen dat ze zelf

de volgende etappes kan ver-

wezenlijken, dus de mogelijk-

heid vroeger dan voorzien een

einde te stellen aan de op-

dracht.

Vincent Ramelot

Adviseur VSGB

1 Temeer daar bepaalde studiebu-

reaus de eerste fase misschien zou-

den willen overslaan om "hun kan-

sen te vrijwaren" voor de tweede

fase, die meestal interessanter is.

2 Gezien het maximumbedrag van

de opdracht (165.000 euro) moet

deze niet aan Europese bekendma-

king onderworpen worden.

3 Cf. M-A. FLAMME,

« Commentaire pratique de la régle-

mentation des marchés publics »,

Confédération nationale de la Cons-

truction, Bruxelles, 6e édition,

1996-1997, t. 1A, p. 864.

Page 24: Monitor van de Duurzame Ontwikkeling · ta met tips voor het opstellen van een lastenboek. Begin ... we manier van denken te intro-duceren en territoriale strategie-en in te voeren.

Elektronisch … dus ook ecologisch !

Ons engagement voor duurzame ontwikkeling indachtig maar ook om papierverspilling tegen

te gaan, wensen wij de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling prioritair per e-mail onder

onze lezers te verspreiden.

Neem een abonnement!

Hebt u de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling niet persoonlijk ontvangen? Wenst u de

volgende nummers te ontvangen? Geen probleem! Neem een abonnement via de website

van de Vereniging. U kan het formulier invullen op www.vsgb.be > Diensten > Publicaties

> Monitor van de Duurzame Ontwikkeling.

Download via onze website!

U kan de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling tevens gratis downloaden op

www.vsgb.be > Diensten > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling.

Geen e-mailadres?

U hebt geen rechtstreekse toegang tot internet en wil de Monitor van de Duurzame

Ontwikkeling toch ontvangen? Bel ons en we zullen samen een oplossing zoeken.

Contact: Forum voor Duurzame Ontwikkeling van

de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)

Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel

Tel: 02 238 51 62 - Fax: 02 280 60 90 - E-mail: [email protected]

MONITOR VAN DE DUURZAME ONTWIKKELING BLZ 24 N° 2007/04

Winter 2007 Valenciennes: bezoek van de Brusselse delegatie aan het stadscentrum