de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van...

12
De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen- tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro- duceren van de meestertitel. Pagina 8 Loopbaanontwikkeling Pagina 3 Coleta van Buuren Pagina 2 Excellentieplannen Pagina 9 Taal op koers Pagina 10 Docentschap nummer 35 december 2014 Hoe voer je goede loop- baangesprekken met studenten? Laat ze zelf ontdekken wat hen aan- spreekt. de MBO· krant ‘Docenten weten wat goed onderwijs is. Het mbo moet daar gretig gebruik van maken’, aldus Rob Schrijver (BVMBO). Een interview. Gezocht: vakmensen met astronautenvaardigheden MBO City 2014 gaat de boeken in als de editie met de meest coherente kop en staart: zowel bij de opening als bij de afsluiting gingen duizend bezoekers de ruimte in, op zoek naar competenties voor het vakmanschap in de 21ste eeuw. Bij de opening van MBO City (maandag 24 november in Cine- Mec, Ede) liet minister Jet Bus- semaker direct merken dat zij zich in het programma van dit jaarlijkse evenement voor mbo-professionals had verdiept. De afsluiter werd im- mers door arts, wetenschapper en kosmonaut André Kuipers verzorgd. Zijn optreden bracht de minister op een mooie metafoor. Zij vertelde het verhaal van de astronauten van de Apollo XIII, die in april 1970 alleen door veelvuldig improviseren – zo maakte de bemanning ondermeer een koolstofdioxidefilter van duct- tape en een plastic zakje – veilig konden terugkeren op aarde. Ze stel- de vervolgens dat de arbeidsmarkt van de toekomst vakmensen nodig heeft die over dergelijke ‘astronau- tenvaardigheden’ beschikken. Volgens Bussemaker blijft er in die toekomst een grote vraag naar mbo- opgeleide vakmensen. Zij ontkent niet dat machines veel werk over gaan nemen, maar robots missen in haar ogen essentiële vaardigheden die juist vakmensen wel hebben. ‘Vakmanschap in de 21ste eeuw gaat verder dan maken alleen. Het gaat over samenwerken, improviseren en verbinden.’ De grootste uitdaging waar het mbo samen met het bedrijfsleven voor staat is, aldus de minister, om toekomstige banen nu al een plek te geven in de opleidingen. Ook docenten moeten daarom als astronauten kunnen improviseren. Bussemaker verwacht dat docenten op school de ruimte krijgen om mee te denken over wat ontwikkelingen op de arbeidsmarkt betekenen voor bestaande of toekomstige opleidin- gen. Oproep aan docenten Minister Bussemaker riep vervol- gens de aanwezige docenten op zich weerbaar op te stellen. ‘Eis een krachtige rol op in uw school’, zo ad- viseerde zij de vele honderden aan- wezige docenten. Docenten moeten de kans krijgen om studenten voor te bereiden op de flexibele arbeids- markt waarop zij een plek zullen moeten verwerven. ‘De creativiteit, het improvisatievermogen en de samenwerking die voor studenten steeds belangrijker worden, moet u als team voorleven. En mocht u die ruimte niet krijgen, informeer mij daar dan over.’ Verhalenverteller Na de opening volgden, verdeeld over zes zalen, dertig presentaties die de MBO City-bezoekers weer terug op aarde brachten en hen met name veel inzichten en handvatten gaven voor de dagelijkse praktijk. Dat het om vier uur, na een inspi- rerende, maar vermoeiende dag, nog verrassend druk was, mocht op het conto van de afsluiting geschre- ven worden: André Kuipers is nu eenmaal een held. En een begena- digd verhalenverteller, zo bleek. Met beelden, filmpjes en smakelijk vertelde ruimtebelevenissen, nam hij iedereen mee in wat gerust zijn jongensboek genoemd mag worden. Kuipers ging in op zijn ultrazware opleiding, het dagelijkse leven in een krap ruimtestation (‘Zaterdag is onze vaste schoonmaakdag’), het vreemde gevoel van gewichtloos- heid en de ongekende schoonheid van onze aarde, bezien vanaf 28.000 kilometer hoogte. Wie pas na afloop op zijn horloge keek, schrok: Kui- pers had de afgesproken tijdsduur, vijftig minuten, ruimschoots over- schreden. Ruim anderhalf uur hield hij het publiek op het puntje van de stoel, maar die tijd vloog voorbij. Een waardig slot van MBO City. Meer MBO City vind je op pagina 5, 6, 7 en 12. Iets meer dan de helft van de mbo- gediplomeerden is tevreden tot zeer tevreden over de kwaliteit van de docenten. 41% is van mening dat hun genoten opleiding een (zeer) goede basis biedt om te starten op de arbeidsmarkt. Dit blijkt uit ‘Oordelen over beroepsopleidingen in het MBO,’ een recent fact-sheet van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). ROA hield een uitgebreid onderzoek onder ruim 30.600 gediplomeerden van 132 grote beroepsleidingen. De volledige ROA-factsheet kun je via bit.ly/topdocent downloaden. De meerderheid van de Tweede Kamer steunt de bezuiniging van 60 miljoen euro op de kenniscentra. Tijdens een debat, begin december, bleek alleen de SP de bezuiniging onverantwoord te vinden. De SP vindt, samen met de Algemene Onderwijsbond, dat er 20 miljoen minder bezuinigd moet worden, omdat anders de stages in gevaar komen. Op onze nieuwssite www.mbo-today.nl kun je een uitge- breid artikel lezen over dit debat en de reacties. Topdocenten Kenniscentra

Transcript of de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van...

Page 1: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel.

Pagina 8 LoopbaanontwikkelingPagina 3 Coleta van BuurenPagina 2 Excellentieplannen Pagina 9 Taal op koers Pagina 10 Docentschap

nummer 35december 2014

Hoe voer je goede loop-baangesprekken met studenten? Laat ze zelf ontdekken wat hen aan-spreekt.

de MBO·krant‘Docenten weten wat goed onderwijs is. Het mbo moet daar gretig gebruik van maken’, aldus Rob Schrijver (BVMBO). Een interview.

Gezocht: vakmensen met astronautenvaardigheden MBO City 2014 gaat de boeken in als de editie met de meest coherente kop en staart: zowel bij de opening als bij de afsluiting gingen duizend bezoekers de ruimte in, op zoek naar competenties voor het vakmanschap in de 21ste eeuw.

Bij de opening van MBO City (maandag 24 november in Cine-Mec, Ede) liet minister Jet Bus-semaker direct merken dat zij zich in het programma van dit jaarlijkse evenement voor mbo-professionals had verdiept. De afsluiter werd im-mers door arts, wetenschapper en kosmonaut André Kuipers verzorgd. Zijn optreden bracht de minister op een mooie metafoor. Zij vertelde het verhaal van de astronauten van de Apollo XIII, die in april 1970 alleen door veelvuldig improviseren – zo maakte de bemanning ondermeer een koolstofdioxidefilter van duct-tape en een plastic zakje – veilig konden terugkeren op aarde. Ze stel-de vervolgens dat de arbeidsmarkt van de toekomst vakmensen nodig heeft die over dergelijke ‘astronau-tenvaardigheden’ beschikken.

Volgens Bussemaker blijft er in die toekomst een grote vraag naar mbo-opgeleide vakmensen. Zij ontkent niet dat machines veel werk over gaan nemen, maar robots missen in haar ogen essentiële vaardigheden die juist vakmensen wel hebben. ‘Vakmanschap in de 21ste eeuw gaat verder dan maken alleen. Het gaat over samenwerken, improviseren en verbinden.’

De grootste uitdaging waar het mbo samen met het bedrijfsleven voor staat is, aldus de minister, om toekomstige banen nu al een plek te geven in de opleidingen. Ook docenten moeten daarom als astronauten kunnen improviseren. Bussemaker verwacht dat docenten op school de ruimte krijgen om mee te denken over wat ontwikkelingen

op de arbeidsmarkt betekenen voor bestaande of toekomstige opleidin-gen.

Oproep aan docentenMinister Bussemaker riep vervol-gens de aanwezige docenten op zich weerbaar op te stellen. ‘Eis een krachtige rol op in uw school’, zo ad-viseerde zij de vele honderden aan-wezige docenten. Docenten moeten de kans krijgen om studenten voor te bereiden op de flexibele arbeids-markt waarop zij een plek zullen moeten verwerven. ‘De creativiteit, het improvisatievermogen en de samenwerking die voor studenten steeds belangrijker worden, moet u als team voorleven. En mocht u die ruimte niet krijgen, informeer mij daar dan over.’

VerhalenvertellerNa de opening volgden, verdeeld over zes zalen, dertig presentaties die de MBO City-bezoekers weer terug op aarde brachten en hen met name veel inzichten en handvatten gaven voor de dagelijkse praktijk.

Dat het om vier uur, na een inspi-rerende, maar vermoeiende dag, nog verrassend druk was, mocht op het conto van de afsluiting geschre-ven worden: André Kuipers is nu eenmaal een held. En een begena-digd verhalenverteller, zo bleek. Met beelden, filmpjes en smakelijk vertelde ruimtebelevenissen, nam hij iedereen mee in wat gerust zijn jongensboek genoemd mag worden. Kuipers ging in op zijn ultrazware opleiding, het dagelijkse leven in een krap ruimtestation (‘Zaterdag is onze vaste schoonmaakdag’), het vreemde gevoel van gewichtloos-heid en de ongekende schoonheid van onze aarde, bezien vanaf 28.000 kilometer hoogte. Wie pas na afloop op zijn horloge keek, schrok: Kui-pers had de afgesproken tijdsduur, vijftig minuten, ruimschoots over-schreden. Ruim anderhalf uur hield hij het publiek op het puntje van de stoel, maar die tijd vloog voorbij. Een waardig slot van MBO City.

Meer MBO City vind je op pagina 5, 6, 7 en 12.

Iets meer dan de helft van de mbo-gediplomeerden is tevreden tot zeer tevreden over de kwaliteit van de docenten. 41% is van mening dat hun genoten opleiding een (zeer) goede basis biedt om te starten op de arbeidsmarkt. Dit blijkt uit ‘Oordelen over beroepsopleidingen in het MBO,’ een recent fact-sheet van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). ROA hield een uitgebreid onderzoek onder ruim 30.600 gediplomeerden van 132 grote beroepsleidingen. De volledige ROA-factsheet kun je via bit.ly/topdocent downloaden.

De meerderheid van de Tweede Kamer steunt de bezuiniging van 60 miljoen euro op de kenniscentra. Tijdens een debat, begin december, bleek alleen de SP de bezuiniging onverantwoord te vinden. De SP vindt, samen met de Algemene Onderwijsbond, dat er 20 miljoen minder bezuinigd moet worden, omdat anders de stages in gevaar komen. Op onze nieuwssite www.mbo-today.nl kun je een uitge-breid artikel lezen over dit debat en de reacties.

Topdocenten

Kenniscentra

Page 2: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

de MBO·krant2 Kwaliteitsafspraken

Het ministerie van OCW stelt de komende jaren extra mid-delen ter beschikking om excellentieprogramma’s in het mbo te bevorderen. Scholen die voor deze extra middelen in aanmerking willen komen, stellen hiervoor een excellen-tieplan op.

De komende jaren krijgen alle mbo-scholen extra mogelijk-heden om structureel aan kwaliteitsverbetering te werken. In ruil voor een handtekening onder kwaliteitsafspraken stelt het ministerie veel geld ter beschikking.

Veel belangstelling voor excellentie in het mbo

de hoogste graad van vakbekwaam-heid: de meester. De mbo-school kan hier in het onderwijs op voorsorteren, door getalenteerde leerlingen voor te bereiden op de route naar het meesterschap. Het is belangrijk dat het bedrijfsleven nauw betrokken is bij het ontwik-kelen van een meestertitel. Diverse branches zijn hier nu mee bezig.

Ook internationalisering kan een belangrijk onderdeel zijn van het excellentieprogramma. Op dit moment blijft internationalisering in het mbo nog achter: slechts 2% van de leerlingen volgt een deel van de opleiding in het buitenland. Buitenlandse stages kunnen een be-langrijke aanvulling op het reguliere onderwijsprogramma zijn. Ook kan het aantrekkelijk zijn om topdocen-ten uit het buitenland gastlessen te laten verzorgen. Er zijn allerlei ande-re vormen van excellentie mogelijk.

Via kwaliteitsafspraken naar beter onderwijs

Vanaf 1 januari 2015 treedt de Regeling Kwaliteitsafspraken mbo in werking. Op basis van deze regeling maakt de minister met iedere mbo-school afzonderlijk afspraken over de wederzijdse inzet voor beter on-derwijs. De inzet van de minister be-staat uit het ter beschikking stellen

gelijk? Ook geeft de school in het kwaliteitsplan aan welke resultaten zij wil bereiken en hoe de middelen hiervoor worden ingezet. Naast het kwaliteitsplan, moet de school ook een uitvoeringsovereenkomst on-dertekenen. Deze moet uiterlijk 1 maart 2015 worden ingediend.

MBO in BedrijfHet ministerie van OCW heeft een onafhankelijke instantie, MBO in Bedrijf, ingeschakeld om de voort-gang van de uitvoering te bewaken. De school moet het kwaliteitsplan ter advisering voorleggen aan deze onafhankelijke instantie. Voor 1 september 2015 adviseert MBO in Bedrijf de school schriftelijk over het kwaliteitsplan. Als hier aanlei-ding voor is, gaat MBO in Bedrijf in gesprek met de school over aanscherping van het plan. Verder gaat MBO in Bedrijf jaarlijks rap-porteren over de voortgang van de kwaliteitsverbetering.

Denk aan extra intensieve stages bij leerbedrijven of een extra onderdeel van het onderwijsprogramma, waar-bij docenten een beroep doen op het eigen initiatief en ondernemend gedrag van studenten (bijvoorbeeld de productie van een businessplan of een masterclass). Ook de vakwed-strijden (Skills) kunnen onderdeel zijn van het excellentieprogramma.

In een excellentieplan geven scholen aan op welke wijze zij excellentie op hun school willen bevorderen. Belangrijk is dat het om verzwaarde programma’s gaat: er moet echt sprake zijn van een ‘plus’ op het re-guliere programma. In het excellen-tieplan moet de aanvragende school in ieder geval aandacht besteden aan de onderwerpen ‘internationalise-ring’ en ‘meestertitel’. De school is niet verplicht deze elementen op te nemen in het programma, maar hier moet wel een bewuste keuze voor worden gemaakt. Het is belangrijk dat het excellentieprogramma breed gedragen is, binnen en buiten de school. Ten slotte is het ook van belang dat scholen onderling kennis delen. www.excellentvakmanschap.nl

Twee leden van het Deltion Rallyteam sleutelen aan een motor. Zij maken

deel uit van de Autosportklas (zie het kader hieronder).

Van oudsher is er in het mbo vooral veel aandacht voor ondersteuning van leerlingen op de lagere niveaus. Voor excellente studenten is opmer-kelijk genoeg veel minder aandacht. Om die reden is er de komende jaren extra geld beschikbaar voor scholen die excellentieprogramma’s ontwikkelen. Het gaat om een jaar-lijks bedrag van 25 miljoen euro, dat verdeeld wordt over de mbo-scholen die een excellentieprogramma ont-wikkelen. Scholen die gebruik willen maken van de extra middelen, moeten hiervoor voor 1 mei 2015 een aanvraag indienen.

MeestertitelScholen kunnen hun excellentie-programma op tal van manieren invullen. Bijvoorbeeld door in samenwerking met werkgevers een ‘meestertitel’ te introduceren. Na hun studie kunnen de meest talent-volle studenten dan doorgroeien tot

Excellent Rallyteam

Het Deltion College (Zwolle) biedt al langer excellentieprogramma’s aan, zoals de Librije Klas (in samenwerking met toprestaurant de Librije) en de Hilton Klas (in samenwerking met de beroemde hotelketen). Ambitieuze en getalenteerde leerlingen kunnen zich aanmelden voor deze extra zware opleidingen. Er is bij deze opleidingen altijd sprake van over-inteke-ning, er is niet zomaar voor iedereen een plek. Een bijzondere vorm van excellent onderwijs is de Autosportklas van de opleiding Motorvoertuigen. Deltion heeft zelf een eigen Deltion Rallyteam, dat al vaker Nederlands kampioen is geworden.

Steun, maar ook kritiek In de Tweede Kamer is veel steun voor de aanpak van individuele kwa-liteitsafspraken. Kritiek is er ook. Paul van Meenen (D66) staat huiverig tegenover het element ‘studiesucces’. Hij vreest dat scholen hierdoor gestimuleerd worden studenten zo snel mogelijk door de studie te jagen. De Regeling Kwaliteitsafspraken kijkt echter niet naar de tijd die leerlingen nodig hebben voor het behalen van hun diploma. Een motie om af te zien van ‘opjaagpremies’ kreeg dan ook geen meerderheid in de Kamer.

van extra middelen – een jaarlijks investeringsbudget van zo’n slordige 200 miljoen euro. De inzet van de scholen moet worden vastgelegd in een kwaliteitsplan. Het ministerie heeft hiervoor, als handreiking voor de scholen, zes mogelijke thema’s geformuleerd:

• Professionalisering: niet alleen van docenten, maar ook van het management en van examenfunc-tionarissen.

• Taal en rekenen: intensivering van de inspanningen op dit punt.

• Voortijdig schoolverlaten: dit is een voortzetting van de al langer be-staande regionale vsv-convenanten, nu op instellingsniveau.

• Beschikbaarheid stageplaatsen: wat doet de school om deze beschik-baarheid te vergroten?

• Excellentie: hoe stimuleren de scholen een duurzame excellentie-cultuur?

• Studiesucces: het verhogen van het onderwijsniveau van de student, waarbij de vooropleiding als uit-gangspunt geldt.

Het gaat hier om mogelijke thema’s. Scholen kunnen ook andere thema’s aandragen.

MaatwerkMet de kwaliteitsafspraken wil de minister scholen stimuleren om extra werk te maken van kwali-teit. Het gaat nadrukkelijk om maatwerk: de afspraken verschil-len per school, afhankelijk van de individuele uitgangspositie. In het kwaliteitsplan, dat scholen uiterlijk 30 april 2015 indienen, beschrijft de school daarom allereerst de eigen uitgangssituatie. Hoe staat het met de kwaliteit van het onderwijs? Wat zijn de sterke en zwakke punten? Waar is verbetering nodig en mo-

ExcellentieEen deel van het beschikbare budget is gereserveerd voor het stimuleren van excellentieprogramma’s in het mbo. Als een school in aanmerking wil komen voor dit deel van de middelen, moet hiervoor een apart excellentieplan worden opgesteld. Zie voor meer informatie over het stimuleren van excellentie het artikel hieronder.

De aanpak van individuele afspra-ken is sterk geënt op de sinds enkele jaren bestaande regionale vsv-conve-nanten. Ook hier werden met regio’s en scholen rechtstreekse afspraken gemaakt. Vanwege het succes van deze aanpak – het aantal voortij-dig schoolverlaters is spectaculair gedaald – krijgen de scholen nu ook bij de kwaliteitsafspraken een eigen accountmanager van OCW.

Op www.kwaliteitsafsprakenmbo.nl vind je meer informatie.

Page 3: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

december 2014 Focus op Vakmanschap 3

Teamtalent: een andere kijk op professionaliseren

‘De lat hoger, dat is mijn ambitie voor ons team’. Aan het woord is Marlies Cox, onderwijsmanager bij Leeuwenborgh opleidingen. Haar team volgt dit jaar Teamtalent, een pro-gramma dat teams helpt te professionaliseren.

De kracht van onderwijs staat of valt met de kwaliteit van docenten. In het mbo heb je het dan automatisch over de kracht van het onderwijs-team. Hoe werk je als team samen? Hoe zorg je ervoor dat teamleden elkaar sterker maken? Volgens El-lemiek Etman van Het Talentschap bepaalt goede samenwerking het succes én de bezieling van een team: ‘Hoe beter een team samenwerkt, des te beter de prestaties zijn. En als je dat doet met respect voor de talenten en kwaliteiten van ieder teamlid, werk je automatisch ook aan de bezieling en betrokkenheid van de teamleden.

Betere samenwerking Marlies Cox, opleidingsmanager van het team Veiligheid & Vakmanschap van Leeuwenborgh Opleidingen, heeft de ambitie de lat voor haar team hoger te leggen: ‘En dan heb ik het over een betere samenwer-king. Ik zie goed teamwork als hét antwoord op de uitdagingen die op ons afkomen. Die vragen erom dat we als team verder professionali-seren. Een sterk team ontwikkelen met veel vakkennis en motivatie, dat goed samenwerkt en waarbij nieuwe collega’s kunnen aanhaken.’ Waarom heeft zij gekozen voor het programma Teamtalent? ‘Als je zelf onderdeel bent van het team, is het best moeilijk om veel aandacht te hebben voor de onderlinge relaties

euze doelen die ze zichzelf stellen. We benutten daarbij de vakkennis, talenten en ervaring in het team en werken gelijktijdig aan die thema’s waardoor het team zich verder kan professionaliseren. Denk aan effec-tief communiceren, feedback geven en conflicthantering. Ook staan we uitgebreid stil bij de persoonlijke effectiviteit en leiderschap van ieder teamlid.’

Volop potentieelEn wat zijn de eerste ervaringen van Marlies? ‘Tijdens de tweedaagse bij de start van het programma is veel aandacht besteed aan elkaar beter leren kennen. Ik begrijp daardoor mijn collega’s beter en ook mezelf. Ook was er na twee dagen al meer openheid en vertrouwen in het team. We hebben ook een aantal ambitieuze doelen gesteld voor 2015. De tweedaagse was inspire-rend en intensief en we zijn daarin vakkundig en respectvol begeleid. Ik kijk uit naar de werksessies, want ik zie volop potentieel in het team dat we samen nog beter kunnen benutten!’

Teamtalent

Teamtalent is een jaarprogramma waarin teams zichzelf ambitieuze doelen stellen en hun teamwerk naar een hoger niveau brengen. Het programma start met een tweedaagse training. Daarna volgen maande-lijkse werksessies en een persoonlijke workshop met het team.Het Programmamanagement MBO15 ondersteunt Teamtalent via co-financiering. Wilt u meer informatie over Teamtalent of heeft uw team interesse in een pilot? Kijk dan op www.talentinhetmbo.nl of neem contact op via [email protected].

en processen die bij teamwork aan de orde zijn. Daarom hebben we ge-kozen ons hierin te laten begeleiden met het programma Teamtalent van het Talentschap’, vertelt Marlies.Wat kunnen onderwijsteams verwachten van deelname aan het programma? Etman, de ontwik-kelaar van het programma, vertelt: ‘Teamtalent is een jaarprogramma voor teams in het mbo. Een inten-sief traject voor teams die echt een ontwikkeling door willen maken in hun professionalisering. In het programma werken teams in een periode van een jaar aan ambiti-

Je kent ongetwijfeld dat zaterdagmorgengevoel: badjas, verse koffie, croissant, Tros Nieuwsshow en de weekendkranten. Het is een ritueel dat, ondanks het leed in de wereld, zelden wordt verstoord. Maar op 18 oktober bleek de Volkskrant daartoe in staat! Het artikel ‘Ze werken toch wel mee’, aangekondigd door een mak schaap met bril, kwam als een mokerslag binnen (zie foto). Het ging immers over de malaise in het onderwijs en de tanende beroepstrots van de docenten. Kom-mer en kwel opgediend als het onvermijdelijk resultaat van jarenlang beleid van de overheid, de verzorgingsstructuur en het management. Beleid geaccepteerd en gevolgd door docenten die slaafs elders bedachte concepten uitvoeren en daarmee zelf de status van hun eigen beroep ondermijnen.

De zaterdag verpest!

MBO-Today: dagelijks nieuwsWil je op de hoogte blijven van

alle ontwikkelingen? Kijk dan elke

schooldag op www.mbo-today.nl

en volg ons op twitter (@MBOtoday,

#MBOtoday).

En als het dan toch mis gaat, protesteren ze even in de Jaarbeurshal-len of op het Malieveld. Maar vervolgens accepteren ze – vanwege het tijdsgebrek en de inzet voor leerlingen – dat opnieuw buitenstaanders werken aan de oplossing. Hetgeen veelal betekent dat niet het probleem wordt opgelost, maar dat een ‘noodverband’ de ellende even maskeert en vervolgens vergroot. De verstoring van mijn gemoedsrust en de daarop volgende woede werd ingegeven door twee overwegingen.

Allereerst betreffende de Volkskrant: die krant zou zich, met een lange traditie rond onderwijs, toch ver moeten houden van een dergelijke generalisering! Maar vervolgens begon mijn woede zich ook te richten op de docenten zelf. Want ik constateerde dat het aantal ingezonden brieven op dit onderwerp aan de lage kant bleef. En het 8 uur Journaal opende niet eens met een bericht over een dramatische terugloop van het abon-neebestand bij diezelfde krant!

In mijn zwartste momenten bedacht ik dat docenten niet alleen makke schapen lijken maar ook nog masochisten die zich een dergelijke aan-tijging met kennelijk genoegen laten aanleunen! Gelukkig ontmoette ik juist in die tijd mbo-docenten die vol vuur strijden voor een betere kwalificatiestructuur, onderwijs buiten de muren van de mbo-school of een nieuwe kijk op Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Tegen-draadse types die zich durven te verzetten tegen al te veel bemoeienis door de verzorgingsstructuur, het management en de gevestigde orde. Die zo ‘professionaliteit’ een invulling gaven als bedoeld door Frans de Vijlder in zijn artikel ‘Meesterschap over je eigen functioneren’ in ECBO Dimensies nr. 19. Ik schreef het twee columns geleden en Frans herhaalt het nog maar eens: ‘Docenten, vermant en verenigt u. Laat u niet langer de les lezen, maar neemt het heft in eigen hand!’

Mooie kerstgedachte en een goed voornemen voor 2015. Ik wens u prettige feestdagen en een voorspoedig 2015.

Coleta van [email protected]

Page 4: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

de MBO·krant4

Leren doe je zo!Met de inzending ‘Keuzes’ won Dineke van der Ven, docent verpleegkunde van MBO Utrecht, de schrijfwedstrijd ‘Leren doe je zo’. SBB bracht op 24 november 2014 ter gelegenheid van MBO City in Ede een bundel met deze titel uit. Hierin staan vele inspirerende verhalen van praktijkopleiders en docenten over dit thema. Van der Ven ontving op 24 no-vember 2014 de prijs, een stedentrip naar Parijs, uit handen van Ben Rijgersberg, directeur SBB.

De jury koos uit alle ontroerende, grappige en aangrijpende inzendin-gen de bijdrage van Van der Ven, die start met de veelzeggende woorden ‘Ze kwamen binnen met gezichten als oorwurmen’ als meest tot de verbeelding sprekend.

De winnende tekst:

Keuzes...door Dineke van der Ven

Ze kwamen binnen met gezichten als oorwurmen. De hele groep, niet één uitgezonderd. ‘Mijn hemel’, dacht ik zwaarmoedig, ‘moeten dat verpleegkundigen worden?’

De zomervakantie zat erop en het was voor de schatten heel moeilijk om te wennen aan het gewone leven. Verplichte tijden, taken, studeren! Yuch! Structuur, ook zoiets. Zij zaten er niet op te wachten. Dat zo’n leerplichtambtenaar in je nek hijgt, dat is gewoonweg irritant. En dat je ouders zich ermee bemoeien, ook al zoiets lastigs. En een hele poos niks mogen doen met je smartphone, welke hals had dat bedacht? Kom zeg, je hebt toch een leven?!

Blijkbaar hadden ze zich voorge-nomen om het maar eens allemaal

aandacht voor hoe je je voelde was er gewoonweg niet. ‘Gevoelens?’ , zei mevrouw Jansen, ‘Ach, kind, daar deden ze vroeger niet aan’. Toen mevrouw Jansen op de afdeling alle bedden op moest gaan maken, volgens de strikte instructies van het envelopje-vouwen en het kussen-sloop-de-goede-kant-op, kwam ze op een kamertje waar een meisje alleen lag. ‘Doodziek, leukemie, en ongeveer van mijn eigen leeftijd’, peinsde mevrouw Jansen met een treurig gezicht. ‘Ik had zo’n mede-lijden met dat tere, bleke meisje. Ze zag er zo broos, zo kwetsbaar uit’.

Toen dat patiëntje op een kwade ochtend overleed en mevrouw Jansen in huilen uitbarstte, kreeg ze een forse draai om haar oren van de hoofdzuster. Geschrokken, nou ja, dat niet alleen, overstuur zeg maar, rende ze de afdeling af, pakte haar fiets en vloog met vliegende vaart naar huis. Onderweg haar tranen wegvegend, wat niks hielp, want ze bleven stromen!

Thuisgekomen liet haar moeder haar in de luie zondagse stoel van vader zitten, gaf haar een kom hete thee met honing en zei: ‘Drink dit nu maar rustig op. Ik ben zo terug, meis’. Moeder vertrok naar het ziekenhuis om tegen de hoofdzuster te zeggen dat haar dochter niet meer terugkwam.

Mevrouw Jansen is toen coupeuse geworden. En een hele goeie ook. Ze heeft nog naam gemaakt in de modewereld. ‘Maar toch, kind’, zei ze tegen me: ‘als ik jou zo bezig zie, als verpleegster, dan krijg ik altijd nog een soort heimwee, naar m’n jeugd-droom. Ik wilde het ooit ook zo

graag, hè, dat kunnen zorgen voor anderen...’

Het was stil geworden. Ze zaten te luisteren. Het ‘..aah...’ en ‘..och...’ zweefde zo’n beetje geluidloos door de ruimte.

Ik stelde uiteindelijk de vraag: ‘Zijn er in deze klas eigenlijk nog mensen die toch liever geen verpleegkundige willen worden?’

De bundel ‘leren doe je zo’ verscheen ook als e-publicatie. U kunt deze downloaden van de website van SBB:

www.s-bb.nl/leren-doe-je-zo.html

Altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws van SBB

Volg ons op Twitter: twitter.com/SBBNLOf bekijk regelmatig: www.s-bb.nl

af te reageren op mij, de verpleeg-kundedocent. Hakken in het zand, ongeïnteresseerde blikken en vooral niks uit je tas halen. Wegkijken en scheef zitten. Meer zat er voor mij niet in, blijkbaar. Het leek wel afge-sproken werk.

Ik zuchtte maar eens diep en zocht in mijn geheugen naar een mooi verhaal over het door hen gekozen vak. Over patiënten, zorgvragers. Over de doelgroep waar zij zich op zouden gaan richten. Een verhaal om iets, zeg maar, aan te wakkeren...En ik vertelde het verhaal van me-vrouw Jansen, een stokoude dame die ik ooit verpleegd had....

De mevrouw Jansen in het verhaal wilde ooit heel erg graag verpleeg-kundige worden, vertelde ze mij. Als kind droomde ze daar al van. Men-sen helpen, dat was wat ze wilde. En in háár tijd, zo aan het begin van de vorige eeuw, betekende dat dat je als jong, wereldvreemd en onschuldig wicht onder de vleugels van een strenge hoofdzuster gewoon moest doen wat je opgedragen werd. Je kreeg les van andere, vooral oudere verpleegkundigen. Je werd daar meer door gedrild dan onderwezen. Je werkte tien uur per dag keihard op een afdeling in het ziekenhuis en

Nou nee, die waren er niet. Hoe kwam ik daar nou bij? En de les begon...

Page 5: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

december 2014 5

Netwerkscholen tonen hun parels op MBO City

De kracht van het samenspel

Net als vorig jaar kreeg de Netwerkschool, het experiment om op allerlei manieren beter onderwijs tegen lagere kosten te realiseren, een eigen zaal op MBO City. Tijdens dit grootste evenement voor mbo-professionals had elke Net-werkschool vijftig minuten om een of meerdere parels te presenteren. Dat gebeurde met verve: met name de studen-ten wisten de vele toehoorders te overtuigen.

Het zit al duidelijk in de naam: de Netwerkscholen halen het optimale uit hun netwerk. Ze verbinden. Zoe-ken waar mogelijk de samenwerking op. Dit gebeurt met externe partijen. Maar er is ook veel interne verbin-ding, met name bij de studenten onderling. Dit kwam terug in alle Netwerkschoolpresentaties op MBO City, met name in de presentaties van SintLucas en Helicon. Zij gingen in op het fenomeen ‘peercoach’ (zie ook het uitgebreide artikel in MBO∙krant 34).

Peertjes en peersDat dit onderwerp ter sprake zou komen, was voor geen enkele toehoorder een verrassing. Bij de ingang en op het podium stonden diverse banners met cartooneske peertjes. Vormgegeven door Media-vormgeving-studenten van SintLu-cas. Samen leren en samen werken is voor deze vakschool erg belangrijk. SintLucas noemt zich een ‘creative community’, waarin ook studenten onderling kennis met elkaar delen. Daarbij wil de school voorkomen dat bijvoorbeeld tweedejaars alleen met tweedejaars omgaan. Vandaar dat de vakschool zestien vierdejaars een trainingstraject bij Sarv Interna-

tional liet doorlopen. Dit zestiental deelt nu als peercoach ervaringen met jongerejaars, bijvoorbeeld over stages. Verder leren ze hun mede-studenten onder meer hoe zij hun werk kunnen presenteren en hoe zij om kunnen gaan met kritiek. ‘We houden niet je handje vast’, vertelt peercoach Koos. ‘Zie ons als een buddy, aan wie je allerlei vragen kunt stellen. Door onze ervaringen kunnen we die meestal wel beant-woorden. Of anders verwijzen we door, bijvoorbeeld naar de loop-baancoach.’

StudentenondernemingenHelicon Velp kent ook peercoaches, maar zet deze in op een ander vlak: de Heliconcoaches hebben een advi-serende rol bij de studentenonder-nemingen van deze Netwerkschool. Vaak zijn de coaches ouderejaars of zelfs alumni, zoals peercoach Renate. ‘Ik wil studenten helpen hun droom om te zetten in een echte onderneming. Het mooie van de Netwerkschool is dat je de vrijheid hebt om te dromen en de ruimte krijgt om die droom te verwezenlij-ken. Je krijgt hier de kans je talenten te ontplooien. En onze school barst echt van het talent: ik sta ervan versteld wat hier allemaal ontwik-keld wordt.’

Draaimolen en blikjespersHetzelfde gevoel krijg je als de man-nen van Summa Engineering hoort. Zij kunnen dankzij hun opleidingen werken aan innovatieve projecten. Mede mogelijk gemaakt door ex-terne verbindingen. Deze Netwerk-school bevindt zich immers op de slimste vierkante kilometer van Europa en weet haar buren – mooie hightechbedrijven, het hogere onderwijs – prima te vinden. Dat

levert prachtopdrachten op. Tijdens de presentatie krijgen we een aantal intrigerende voorbeeldprojecten te zien. Het ontwerpen en bouwen van een duurzame draaimolen (met zonnepanelen) bijvoorbeeld. Of een blikjespers (een echte opdracht van Bavaria). ‘We werken vaak samen met meerdere opleidingen’, ver-telt een van de studenten. ‘Verder is er, met name in het begin van je opleiding, veel overleg met de docent. Die staat dan tussen onze groep studenten en de klant in. Naarmate je opleiding vordert, doe je veel meer zelf. Verandert een klant van gedachte? Dan ga je met de hele groep kijken of je het kunt aanpas-sen. Dergelijke grote projecten zijn het hart van onze opleiding. De theorie sluit hier op aan.’

Co-creatieDat het onderwijs de praktijk moet volgen, weten ze ook in Boxmeer. Daar werkt Netwerkschool Nijme-gen nauw samen met twee grote zorgondernemingen, Pantein en

Dichterbij. Deze organisaties zorgen voor stages, maar bouwen ook echt mee aan het onderwijs, tot aan het curriculum toe. Nieuw in deze samenwerking is ‘Innoveren in de praktijk’, een opzet die het werken met studentenondernemingen naar een hoger plan tilt: studenten onder-nemen voortaan in co-creatie met de werkvelden. Voorheen gingen de studenten nog zelf op zoek naar een product of dienst. Dat lukte aardig – zo vertelt een van de studenten over een modeshow voor ouderen die zij organiseerde – maar het was voor hun docenten wel tijdrovend. Met deze nieuwe opzet zijn vooral de zorgondernemingen betrokken. Dit maakt de dienst of het product van

de studentenonderneming gelijk een stuk betekenisvoller, want gestoeld op het toekomstige werkveld van de studenten.

Ook in de regio Twente is samen-werking het sleutelwoord. De Net-werkschool van ROC Twente stapte in een stichting, waarin allerlei par-tijen werken aan het bouwonderwijs van de toekomst: vmbo, mbo, straks ook het hbo, de gemeente Rijssen-Holten en het Opleidingscentrum Twente (waarin zestig bedrijven zitten). Hierdoor kunnen leerlingen en studenten in een doorlopende leerlijn in één en dezelfde locatie di-verse bouwopleidingen volgen, met de mogelijkheid om te versnellen. Bram en Ger-Jan, twee jongens die vorig jaar nog op het vmbo zaten, mogen nu al toetsen uit het tweede leerjaar mbo doen. ‘We waren steeds als eerste klaar en hielden tijd over. Dus hebben we de kans gegrepen om te versnellen’, vertelt Bram. ‘Met als gevolg dat we nu niet alleen een jaar tijdwinst hebben, maar ook nog gemotiveerder onze opleiding volgen.’

Dergelijke positieve resultaten zijn gedurende de vijf presentaties van de Netwerkscholen veelvuldig te horen. Het enthousiasme spat er bij de studenten vanaf. En dat valt bij de vele toehoorders – het kost moeite om een vrije plek te vinden – op. ‘Ik heb vandaag al drie lezingen gehoord, maar geen enkele was zo inspirerend als jullie verhaal’, laat een van de bezoekers weten. Een mooie conclusie, van een mooie reeks MBO City-sessies.

‘Het mooie van de Netwerk-school is dat je de vrijheid hebt om te dromen en de ruimte krijgt om die droom te verwezenlijken.’

Page 6: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

de MBO·krant6 MBO City

Op maandag 24 november kwamen ruim duizend mbo-

professionals en studenten naar MBO City, dit jaar voor de

derde keer georganiseerd in CineMec (Ede). Op deze pagina’s

blikken we aan de hand van enkele highlights, terug op dit

evenement, waarvan onze nieuwssite MBO Today op de dag

zelf uitgebreid verslag deed (zie ook het dossier ‘MBO City’ op

www.mbo-today.nl).

MBO City 2014

‘Investeren in het docentschapDe opening van MBO City werd traditiegetrouw verzorgd door de mi-nister. Jet Bussemaker schetste de toekomst van het mbo en de rol die de docent daarin speelt (zie ook de voorpagina van deze krant). Daarbij is het belangrijk dat Nederland de nodige stappen zet om de kwaliteit, maar ook de waardering van het docentschap te verhogen. Dit gebeurt al, aldus de minister: ‘Zo zetten we in op een hoger opleidingsniveau van docenten. We leggen bijvoorbeeld meer nadruk op het belang van het volgen van een masteropleiding. Ook de invoering van de Leraren-beurs is een stap in de goede richting.’

Lessen uit het BIG-registerZijn er voor het lerarenregister lessen te trekken uit het BIG-register? Arts en docent Jan Anthonie Bruijn denkt van wel. Op MBO City legde hij uit welke voordelen het BIG-register hem als arts hebben opgeleverd. ‘Net als nu in het onderwijs, was er destijds ook in de gezondheidszorg aanvankelijk weerstand tegen het register. Het heeft niet voor niets dertig jaar geduurd voordat het er uiteindelijk was. Maar nu zouden niet veel artsen meer anders willen. Het is een klein, maar krachtig instru-ment om de beroepstrots op een hoog peil te krijgen’, aldus Bruijn. ‘Het geeft veel meer ruimte voor professionalisering, omdat je aan minimumeisen moet voldoen om geregistreerd te blijven. Dat geeft je bovendien een sterke positie ten opzichte van de werkgever.’ Volgens Bruijn hoeven docenten niet bang te zijn dat een lerarenregister als HRM- en beoordelingsinstrument wordt gebruikt. ‘Het register is een instrument van de beroepsgroep. Niemand heeft inzage in je portfolio, alleen de accreditatiecommissie gebruikt individuele gegevens op een geanonimiseerde manier.’

Ondernemen is te leren‘Het Nederlandse onderwijssysteem is er van oudsher op gericht om werknemers in plaats van ondernemers te leveren’. Ziedaar een uit-spraak van Jacqueline Zuidweg, Zakenvrouw van het Jaar 2012. In haar presentatie op MBO City pleitte zij voor verankering van ondernemer-schap in het mbo. ‘Natuurlijk heb ik het dan over ondernemersvaardig-heden als inzicht in financiën en een goed ondernemersplan opstel-len’, stelde ze. ‘Maar het gaat ook om een ondernemende houding bij studenten. Met een ondernemende houding weet een werknemer veel meer wat er speelt en is hij meer betrokken bij het bedrijf.’Het gekke is dat veel mbo’ers ondernemer worden. ‘Ik zou zeggen: laat de mbo-studenten niet alleen de succesverhalen horen, maar vooral ook de faalverhalen’, laat Zuidweg weten. ‘Van fouten leren ze het meest. In Nederland heerst de cultuur dat je als ondernemer niet onderuit mag gaan. Dat is jammer, want we kunnen veel van mislukte ondernemingen leren.’

Professionalisering: dwingenheeft geen zinProfessionalisering van docenten is een thema dat leeft. Docenten zijn immers de cruciale factor in de kwaliteitsverbetering van het onderwijs, zo blijkt uit menig onderzoek. MBO City onderstreepte het belang van professionalisering door hierover vijf lezingen te organiseren. Een van de hoogtepunten daarbij was de presentatie van hoogleraar Joseph Kessels. Zijn stelling: professionalisering gaat veel soepeler als het voortkomt uit de intrinsieke motivatie van de docent. ‘Dwingen heeft geen zin’, aldus Kessels. ‘Kennisontwikkeling vereist nieuwsgierigheid, passie en autonomie. Terwijl performanceverbetering juist baat heeft bij prestatieafspraken, gehoorzaamheid en kwaliteitscontrole. Dit span-ningsveld tussen bevlogenheid en prestatiedruk kan professionalisering behoorlijk in de weg zitten. Als je iemand dwingt om een cursus te volgen waar hij zelf het nut niet van inziet, gooi je je eigen glazen in.’

Kessels ziet de oplossing voor dit spanningsveld in gedeeld leiderschap. ‘Docenten zouden in specifieke situaties invloed moeten kunnen uitoe-fenen op basis van hun specifieke expertise en ervaring. Ze zouden dus als het ware leiderschap rondom een bepaald thema moeten claimen. Het gaat hierbij om thema’s waar ze inhoudelijk goed inzitten of die hen na aan het hart liggen. Het is gewoon belangrijk dat docenten zelf de leiding nemen als het om hun eigen professionalisering gaat. Dat is dé voorwaarde om beter te worden in je vak.’

Page 7: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

december 2014 MBO City 7

‘Investeren in het docentschapDe opening van MBO City werd traditiegetrouw verzorgd door de mi-nister. Jet Bussemaker schetste de toekomst van het mbo en de rol die de docent daarin speelt (zie ook de voorpagina van deze krant). Daarbij is het belangrijk dat Nederland de nodige stappen zet om de kwaliteit, maar ook de waardering van het docentschap te verhogen. Dit gebeurt al, aldus de minister: ‘Zo zetten we in op een hoger opleidingsniveau van docenten. We leggen bijvoorbeeld meer nadruk op het belang van het volgen van een masteropleiding. Ook de invoering van de Leraren-beurs is een stap in de goede richting.’

Lessen uit het BIG-registerZijn er voor het lerarenregister lessen te trekken uit het BIG-register? Arts en docent Jan Anthonie Bruijn denkt van wel. Op MBO City legde hij uit welke voordelen het BIG-register hem als arts hebben opgeleverd. ‘Net als nu in het onderwijs, was er destijds ook in de gezondheidszorg aanvankelijk weerstand tegen het register. Het heeft niet voor niets dertig jaar geduurd voordat het er uiteindelijk was. Maar nu zouden niet veel artsen meer anders willen. Het is een klein, maar krachtig instru-ment om de beroepstrots op een hoog peil te krijgen’, aldus Bruijn. ‘Het geeft veel meer ruimte voor professionalisering, omdat je aan minimumeisen moet voldoen om geregistreerd te blijven. Dat geeft je bovendien een sterke positie ten opzichte van de werkgever.’ Volgens Bruijn hoeven docenten niet bang te zijn dat een lerarenregister als HRM- en beoordelingsinstrument wordt gebruikt. ‘Het register is een instrument van de beroepsgroep. Niemand heeft inzage in je portfolio, alleen de accreditatiecommissie gebruikt individuele gegevens op een geanonimiseerde manier.’

Op naar een nieuwe economische groei!Er was reikhalzend naar uitgekeken: de presentatie van wetenschap-per, journalist en oprichter van denktank ‘De Argumentenfabriek’ Frank Kalshoven. En achteraf bleek zijn lezing inderdaad een van de absolute hoogtepunten te zijn. Aan de hand van zijn vorig jaar uitgebrachte boek ‘Groeiland’ schetste Kalshoven mogelijke scenario’s voor Nederland om welvaartsgroei te realiseren en de rol die het mbo daarbij speelt. Het toverwoord daarbij: post-initieel onderwijs. ‘Nu is het grofweg zo dat we achttien jaar onderwijs volgen, veertig jaar werken en achttien jaar pensioen genieten. Dat middenstuk van werken zou kunnen worden opgerekt en een periode van werken, leren en rusten kunnen worden. Kortom: een periode waarin werken wordt afgewisseld met terug gaan naar school om je kennis bij te spijkeren.’

Van docent naar dirigentDe opkomst van sociale media stelt nieuwe eisen aan docenten, zo lieten Kristian Esser en Jelle Koolstra weten tijdens hun presentatie op MBO City. ‘Studenten halen hun kennis dankzij sociale media overal en wanneer ze maar willen op. Docenten die denken dat ze dit proces kun-nen controleren, komen bedrogen uit. Sociale media staan gelijk aan chaos. Dus je kunt er maar het beste in meegaan.’ Het tweetal vindt dat je je minder als docent en meer als dirigent moet opstellen. ‘Je moet het overzicht hebben: wie is waarmee bezig? Wie haalt waar zijn kennis vandaag? En welke richting moet iedereen uiteindelijk op? Je moet er dus middenin gaan staan.’ Dat betekent dat docenten zelf sociale me-dia moeten gaan gebruiken. ‘Als dirigent kun je niet ergens middenin gaan staan zonder er actief aan deel te nemen. Docenten ontkomen er dus niet aan om te gaan Twitteren.’

Linda Medendorp @lmedendorp

Ede ontwaakt. Het wordt een fantastische dag.

#mbocity

Marcel van Herpen @marcelvanherpen Vandaag lezing bij #mbocity met @Jet_Bussemaker

“Wie wil investeren in de leerlingen, investeert in

de docenten!”

Astrid Schat @AstridSchat

Minister Bussemaker kondigt bij #mbocity de in-

structeursbeurs aan. De variant op de lerarenbeurs!

Mooie ontwikkeling.

Jannet Tiegelaar @jannet1975

#mbocity Filip Dochy - teams aan zet: zeggenschap

is belangrijk.

blogisch @blogisch #mbocity Andre Kuipers: Voor alle ontdekkingen

heb je 4 D’s nodig. Dromers, Denkers, Doeners en

Durvers. Soms heeft 1 persoon dat.

#mbocity

Page 8: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

de MBO·krant8 Loopbaanontwikkeling/Opinie

Op veel scholen zijn loopbaan-gesprekken met studenten vooral diagnostisch en oplos-singsgericht. Zo niet bij de zogeheten ‘reflectieve loop-baangesprekken’. Daar geeft de student betekenis aan zijn werk- en leerervaringen en ontdekt zo wat hem echt aan-spreekt.

Uit onderzoeken blijkt dat studieloop-baanbegeleiders (SLB’ers) en docen-ten met zogeheten LOB-taken in hun loopbaangesprekken vooral tegen, of over studenten, maar zelden met studenten praten. Dit laatste is nu juist de bepalen-de factor voor een waardevol loopbaan-gesprek, aldus recente inzichten. Door samen met de student te reflecteren op zijn ervaringen in het leer- en werkpro-ces, wordt hij zich bewust van zijn kwali-teiten, drijfveren, (on)mogelijkheden en passies. Dit stelt de student beter in staat zijn eigen loopbaan sturing te geven. Iets wat je niet bereikt als je de student in een passieve rol drukt door alleen tegen hem te praten.

Andere (ver)houdingDe zogeheten ‘reflectieve loopbaan-

gesprekken’ zijn voor veel coaches en loopbaanbegeleiders iets nieuws. Zij zijn vooral getraind in diagnostische en oplossingsgerichte gesprekken: ze zoeken de ‘storing’ in het leerproces van een student en geven vervolgens advies: ‘Mis-schien zou je eens…’.

Reflectieve gesprekken vragen om een andere, meer pedagogische (ver)houding: je gaat echt in dialoog met de student over de zin en betekenis van zijn ervaringen als aankomend vakman en als burger. De student moet gelegenheid krijgen te praten over concrete ervarin-gen en de emoties die daarbij vrijkomen. Zo ondervindt hij immers welke erva-ringen er voor hem toe doen, welke hem echt aanspreken.

Kleine verhalenAan de hand van ‘kleine verhalen’ over ervaringen ‘die er toe doen’, ontdekt de student door welke normen en waar-den (‘leefregels’) hij zich in zijn gedrag laat leiden. Hij ondervindt waar zijn mogelijkheden en grenzen liggen en kan, samen met de loopbaanbegeleider, een doel en de weg daar naartoe benoemen. Om dit te bewerkstelligen, stel je andere vragen dan je wellicht gewend bent. Zo zijn ‘waarom’-vragen funest, want die veronderstellen, meestal ten onrechte, dat de student al weet welke leefregels

voor hem gelden. Het gaat er juist om dat de student gaandeweg deze regels kan ontdekken.

Hoewel docenten graag een pedagogi-sche relatie met hun studenten aangaan, vormt dit een pittige uitdaging voor hen. Gesprekstechnieken kun je wel-iswaar vrij eenvoudig leren, maar dit gaat om een attitudeverandering. Om deze mind shift teweeg te brengen, heeft het Stimuleringsproject LOB in het mbo enkele experts gevraagd een training te ontwikkelen. De kernwoorden daarbij zijn: oefenen, terugkijken, ervaren en bewust worden. De deelnemers voeren met elkaar loopbaangesprekken, onder het toeziend oog van de camera, en bespreken vervolgens de opnamen met de gehele cursusgroep. Confronterend, maar toch logisch: als docenten hun eigen professionele identiteit – dus het verhaal over de zin en betekenis van hun eigen docent-zijn – niet ter discussie durven te stellen, zullen ze zonder het te beseffen vaak blijven ‘vastzitten’ in hun oude rol en in hun oude handelen. Het voeren van een loopbaangesprek blijft dan een techniek in plaats van een wezenlijk onderdeel van hun docent-zijn. Door zelf te ervaren ontdekken ze al doende welke vragen ‘werken’ en hoe zij adequaat kunnen reageren op de verkre-gen antwoorden.

Vorige week had ik het geluk om betrokken te worden bij een regeldrukonderzoek van het ministerie van OCW. Twee dames van OCW volgden mij vier dagen lang op mijn werkplek. Lesgeven, vergaderen, voorbereiden, besprekingen, koffiedrinken en lunchen. Drukke dagen. Regelmatig vroegen mijn collega’s of ‘mijn volgers’ niet voor extra werkdruk zorgden. Ik kon eerlijk antwoorden: ‘Het geeft wel drukte maar geen werkdruk.’

Ik vond het een bijzondere ervaring. Dagen vol met peer review. Zelfreflectie volop. Hoe vaak krijg je de kans om je hele dag met iemand te delen? Iemand echt te laten zien wat je doet, wat je beleeft en wat het met je doet. Ik heb ze wat kunnen leren over embryologie en pathologie. Ik heb ze kunnen laten zien wat ik mijn leerlingen geef en wat ik van ze ontvang. Ik heb ze laten zien wat de effecten van ‘Focus op Vakmanschap’ en de mogelijke effecten van de nieuwe kwalificatiedossiers zijn. Kortom, een enerverende week vol uitwisselingen.

De grote vraag is: ervaar ik werkdruk of regeldruk? Na-tuurlijk ervaar ik beide, geen enkele mbo-docent zou die vraag anders beantwoorden. Toch ervaar ik druk niet als iets negatiefs. Sterker nog, deze geeft mij vaak energie. Ik kan drukte als iets prettigs ervaren. Het gevoel dat je echt nodig en waardevol bent. Er zullen nu collega’s zijn die denken dat ik makkelijk praten heb. Ik zit niet volop in de les. Ik voer veel taken uit. Hierdoor heb ik enigszins de ruimte om te bepalen wanneer ik wat doe.

Heb ik het dan gemakkelijker dan iemand die ‘lesboer’ is? Ik wil niet eens aan deze discussie beginnen. Ik had laatst een gesprek met een eerstegraads collega die zich kleinerend uitliet over een tweedegraads collega. Deze kant moeten wij niet op willen. Wat wij als docenten missen, is volgens mij een beroepsgevoel. Het gevoel dat wij elkaar door dik en dun moeten steunen. Dat wij accepteren dat alle docenten hun best doen, tenzij anders bewezen. Het basisidee dat alle docenten het beste uit ieder kind willen halen.

Laat ons elkaar omarmen maar vooral ook ‘mijn dames’ van het OCW. Wij hebben elkaar nodig om samen ons onderwijs nog mooier te maken. Wij hebben elkaar no-dig om van werkdruk werkplezier te kunnen maken.

Sara Albone Dierenarts en docent Groenhorst BarneveldMbo-leraar van het jaar 2013

Werkdruk of werkplezier?

COLUMNStimuleringsproject LOB in 100 woordenIn onze maatschappij moeten studenten al heel jong keuzes maken. Met grote gevolgen: valt de opleiding tegen, dan is de kans op uitval groot. Loopbaano-riëntatie en -begeleiding (LOB) en het daarvoor opgestarte Stimuleringsproject LOB in het mbo stellen onderwijsinstellingen in staat studenten beter en profes-sioneler te helpen bij het maken van keuzes. Door hen dingen over zichzelf te laten ontdekken – waar liggen mijn passie en talenten? – krijgen zij essentiële bouwstenen aangereikt voor hun talentontwikkeling en toekomstige loopbaan. Het Stimuleringsproject loopt tot en met 2015. Het doel: echte aandacht voor de student laten doordringen tot in de haarvaten van het mbo.

Over reflectieve loopbaangesprekken

en de bijbehorende training verschijnt

eind december de publicatie Loopbaan-

reflectie in dialoog. In dit boekje komen

ook diverse cursisten aan het woord.

Eerder verscheen Leren luisteren en

loopbaanleren, een onderzoek naar

de effecten van de training. Beide

publicaties zijn te downloaden

op www.lob4mbo.nl.

Reflectieve loopbaangesprekken: écht praten met studenten

Page 9: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

december 2014 Binnenland 9

Hoe gaat het met taal en rekenen in de praktijk?

Taal is weer zichtbaar bij Aventus

Jan Gerritsen, taalcoach bij de sector Economie en Handel, en Kuny Bouman, taalcoach bij de sector Techniek en Mo-biel, vertellen over taal en rekenen op hun mbo-instelling: Aventus.

Sinds kort is er een prototype van het centraal examen Engels be-schikbaar. In de vorm van een korte film geeft het prototype een indruk van hoe de centraal ontwikkelde

Prototype CE Engelsexamens Engels er mogelijk uit gaan zien. Je kunt het prototype inzien via www.examenbladmbo.nl.

Mbo-instellingen zijn inmiddels bijna vijf jaar bezig met de invoering van de referentieniveaus voor taal. Een mooi moment om daar eens bij stil te staan. Tijdens de mbo-taal-conferentie werd onder de noemer Taal op koers! kennis uitgewisseld. Ook werden ter inspiratie mooie voorbeelden van praktisch toepas-bare werkvormen gedeeld.

MasterclassesDe conferentie werd geopend met een debat onder leiding van Dona-tello Piras van het Nederlands Debat Instituut. Daarna konden de deelne-mers elf verschillende masterclasses volgen om hun kennis te verdiepen. Er was veel belangstelling voor de masterclasses, met name voor de on-derwerpen differentiatie in de les, de koppeling tussen algemene taaleisen aan de taaleisen voor het beroep en voor centrale examinering, die dit

schooljaar voor mbo niveau-4 is ingevoerd.

HilarischNa de lunch op de beursvloer was het tijd voor een aantal flitssessies: korte bijeenkomsten van steeds der-tig minuten waarin een praktische werkvorm werd gepresenteerd. Dat werken met taal heel erg leuk kan zijn, bleek wel tijdens de flitssessies over onjuist spatiegebruik en spel-ling met een glimlach. Een andere

Conferentie ‘Taal op koers’

Inspireren, stimuleren, enthousiasmerenOp 29 oktober vond in Nieuwegein de drukbezochte mbo-taalconferentie Taal op koers! plaats. Doel van de conferen-tie was niet alleen het opdoen en het verdiepen van kennis. Ook onderlinge uitwisseling stond centraal.

De invoering van de referentieni-veaus en de centrale examens in het mbo zijn bij Aventus de aanleiding geweest om taalcoaches aan te stellen. Dit heeft er bij de teams waarvoor Jan Gerritsen en Kuny Bouman als taalcoach werkzaam zijn, toe geleid dat taaldocenten elkaar gevonden hebben. ‘Er is weer een vakgroep’, zo stellen ze. Ger-ritsen en Bouman vinden het een pluspunt dat taaldocenten weer met elkaar overleggen over didactiek en examinering. Ook is er gezamenlijke professionalisering voor taaldocen-ten ingezet. ‘Taal is weer terug op de agenda; het is weer zichtbaar.’

Aventus BoomOm dreigende problemen op het gebied van taal en rekenen tijdig te signaleren, heeft Gerritsen de zo-genaamde ‘Aventus Boom’ opgezet. Dit is een taal- en rekenroute die elke student bij Aventus vanaf de start van de opleiding volgt. Na een instaptoets – enkele weken na de start van de opleiding – wordt de eventuele (dreigende) achterstand in beeld gebracht. Voor wie het nodig heeft, wordt vervolgens een ondersteuningstraject ingezet. Deze ondersteuning werd aanvankelijk aangeboden op enkele centrale plekken in de school. Bij een aantal studenten is echter gebleken dat verwijzing naar een cen-trale plek in de school niet goed werkt. Daarom is er

nu voor gekozen om de taal- en rekenondersteuning dicht bij (en in sommige gevallen ook in) de dagelijkse lespraktijk te organiseren. De taal- of rekendocent geeft aan op welk terrein de student extra on-dersteuning nodig heeft. De docent die de ondersteuningsles verzorgt, werkt dus vraaggericht.

Extra aanbodAventus is enkele jaren geleden gestart met een zomerschool voor Nederlands, rekenen en Engels. De zomerschool vindt steeds plaats tijdens de twee eerste en de twee laatste weken van de zomervakantie. Naast de zomerschool zijn er ook ‘boostperiodes’: driedaagse trainin-gen tijdens de herfst- en voor-jaarsvakantie. Volgens Gerritsen en Bouman zijn de deelnemende studenten erg positief over dit extra aanbod. ‘Het werkt motiverend om gedurende een korte periode heel intensief met een bepaald onderdeel aan de slag te gaan.’ Docenten die dit extra aanbod verzorgen, ontwik-kelen zelf het lesmateriaal.

TevredenDe successen zijn volgens Gerritsen en Bouman geen reden om tevreden achterover te leunen. ‘Er is nog genoeg werk aan de winkel.’ Wat is hun ambitie? ‘Ervoor zorgen dat

werken aan taal een team-taak, een gezamen-

lijke opdracht wordt.’

interessante sessie ging over hoe je als docent door te ‘goochelen met aandacht’ de aandacht van studen-ten tijdens de les kunt vasthouden. Ook werd er tijdens een van de sessies uit de doeken gedaan hoe mbo-instellingen studenten zouden kunnen aanzetten tot lezen.

Aanpak Tijdens de tweede helft van de mid-dag konden de deelnemers nog eens elf verschillende workshops volgen. Hierin konden docenten en scho-lingsaanbieders een concrete aanpak toelichten. Veel bezoekers bleven na afloop van de taalconferentie nog even napraten. ‘Ik ga helemaal geïnspireerd naar huis’, aldus een enthousiaste bezoeker.

Taalconferentie In de pers

Zowel Profiel als het tijdschrift Les besteden in een aantal artikelen aan-dacht aan de mbo-taalconferentie Taal op koers! Zo staan in de papieren uitgave van Les, die eind december verschijnt, en in de digitale versie die op 1 december is verschenen, verschillende artikelen over deze conferentie.

Page 10: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

de MBO·krant10 Innovatie

Een zespotige robot, geïnspireerd op een mier en bedacht door de Hogeschool Rotterdam, heeft de Innovatiebattle beroepsonderwijs gewonnen. Daarmee visten enkele deel-nemende mbo-instellingen net achter het net.

Rotterdamse robot wint innovatiebattle beroeps-onderwijs

Over HPBO • hpbo.nl voor innovatienieuws en

een projectenbank met gedetail-leerde documentatie over alle innovatiearrangementen;

• Masterclasses om de innovatie-kracht van scholen en docenten te versterken;

• De twee-maandelijkse nieuwsbrief Innovisier;

• Het digitale themamagazine Innovisier-plus: Co-makership, Hybride leren in de praktijk, On-dernemerschap en Innoveren;

• De innovatiebattle Beroepsonder-wijs;

• YouTubekanaal Het Platform Beroepsonderwijs.

Beter opleiden door anders evaluerenVolgens het Groenhorst College hangt het succes van het aanleren van competenties sterk samen met de kwaliteit van beoordeling. Daarom heeft een groep docenten in het innovatiearrangement De Kracht van Beoordelen nieuwe vormen van toetsing bedacht en in praktijk gebracht.

Voor een betere aansluiting tussen school en arbeidsmarkt en een optimale doorstroom in de beroeps-kolom is het essentieel dat zowel het onderwijs als het bedrijfsleven een vergelijkbare opvatting over beoor-delen hebben. In het HPBO-project De Kracht van Beoordelen leren docenten hoe ze beoordelingen kun-nen inzetten om het leerproces van hun studenten te stimuleren.

Naast Stoas Vilentum, HAN en WUR deed ook een mbo-instelling mee: Groenhorst College. Deze groene opleider uit het oosten van het land liet een groep docenten deelnemen die na afloop niet alleen een nieuwe beoordelingsmethodiek voor hun studenten in handen had-den, maar ook aan de slag konden met de beoordeling van hun eigen functioneren. Veranderende toets-praktijk gaat immers niet zonder ontwikkeling van docenten. Daarom werd de beoordelingsmethodiek doorgetrokken naar het HRD-beleid: practise what you preach.

Impuls voor HRM‘De Kracht van Beoordelen’ startte in 2011. Om de beoordeling op één lijn te krijgen bracht het project allereerst de verschillen in kaart tussen de beoordeling in de eigen organisatie en de verschillen met de beoordeling van het personeel in de praktijkbedrijven. De overgang naar competentiegericht onderwijs (en later naar de beroepsgerichte kwalificatiestructuur, waarin com-petentieontwikkeling nog steeds een belangrijke rol speelt) had niet alleen consequenties voor de lessen.

De invoering van een nieuwe vorm van onderwijs betekende ook dat docenten en werknemers in de be-drijven verantwoordelijkheid moes-ten nemen voor hun eigen compe-tentieontwikkeling. Alleen zo kon er een structurele verandering teweeg gebracht worden op school en op de werkplek. Het project koos daar-mee voor een integrale verandering van de beoordeling van studenten, docenten en werknemers.

Werkbare methodeDe beoordelingsmethodiek die Groenhorst College onder begelei-ding van Stoas Vilentum in praktijk bracht is universeel bruikbaar, dus onafhankelijk van opleiding, niveau of sector. Uitgangspunt van de methode is ‘evalueren om te leren’. Toetsing wordt standaard nabe-sproken. Oefentoetsen helpen bij de voorbereiding op de eindbeoorde-ling. Daarnaast maken de oefentoet-sen studenten duidelijk waarop gelet

wordt bij de beoordeling. Dit maakt moeilijk te beoordelen competenties als ‘samenwerken’ en ‘overleggen’ concreter en zorgt voor een uni-forme aanpak. Kant-en-klare evalu-atieformulieren nemen studenten, docenten en praktijkbegeleiders veel werk uit handen en scheppen tege-lijkertijd de duidelijkheid waaraan alle partijen veel behoefte hebben.

Bewuster beoordelenOnderzoek in het project toonde aan dat ‘De Kracht van Beoordelen’ docenten bewust heeft gemaakt van verschillende manieren van beoordelen. Ze zijn meer bezig met lesdoelen en het beoordelingsproces. Het project kleurt ook hun lesvoor-bereiding, uitvoering en beoorde-ling. Dit heeft onder meer te maken met het gebruik van het materiaal, maar ook met de reacties na lesob-servaties door de onderzoeker in het innovatiearrangement. Studenten vinden dat er beter naar hen wordt geluisterd. Ze spelen zelf immers een grotere rol bij hun eigen beoorde-ling. De nieuwe werkwijze geeft hen beter zicht op hun ontwikkeling. Het project heeft daarnaast ook de persoonlijke ontwikkeling van docenten extra op de kaart gezet.

Ruim 180 Innovatiearrangemen-ten in tien jaar tijd betekent veel enthousiasme voor innovatief be-roepsonderwijs. Dat is Het Platform Beroepsonderwijs (HPBO) wel toevertrouwd.

Met de subsidieregeling stimuleert HPBO onderwijsvernieuwing en de samenwerking binnen de beroeps-kolom en met het bedrijfsleven. Daarnaast heeft Het Platform veel kennis om op vernieuwende manie-ren in diverse media te delen.

Voorbeelden hiervan zijn:

De belangrijkste opbrengsten

De belangrijkste opbrengsten van ‘De Kracht van Beoordelen’ (2011 – 2014) zijn: • een visie van vmbo, mbo en partnerbedrijven op competentiegericht

opleiden, beoordelen in competentiegericht/beroepsgericht onderwijs en op competentiemanagement in HRM van docenten/medewerkers;

• materiaal voor de beoordeling van de competentieontwikkeling van studenten en daarbij aansluitend beoordelingsmateriaal voor compe-tentiemanagement van docenten en werknemers.

Wil je zelf aan de slag met de handige hulpmiddelen die dit innovatiear-rangement heeft opgeleverd? Download dan de instrumenten via www.kracht-van-beoordelen.nl

De Innovatiebattle is een initiatief van het Platform Beroepsonderwijs (HPBO). HPBO heeft in het afgelo-pen decennium zo’n 180 innovatie-projecten in het beroepsonderwijs begeleid en beoordeeld. Bij de begeleiding kwamen de procesma-nagers van HPBO docenten tegen met goede vernieuwende ideeën die het onderwijs beter zouden kunnen maken. Alleen ontbreekt vaak de tijd om deze ook uit te voeren. Om die reden heeft HPBO de Innovatie-battle georganiseerd. Uit een totaal van zo’n vijftig ideeën zijn er zes geselecteerd. Eind oktober hebben de verantwoordelijke teams deze zes ideeën in een pressure cooker-sessie verder uitgewerkt en gepresenteerd aan de jury, onder leiding van PvdA-kamerlid Tanja Jadnanansing. De zes teams waren afkomstig van de Hogeschool Rotterdam, Alfa-college, Zuyd Hogeschool, ROC Gilde, ROC De Leygraaf en het Deltion College.

MierenrobotHet idee van de Hogeschool Rot-terdam kwam als winnaar uit de koker en kaapte de hoofdprijs van 10.000 euro weg. Het team is ervan overtuigd dat de toekomst aan de robot is. De studenten gaan dan ook onder andere deze robot gebruiken om basisscholieren en jongeren ver-trouwd te maken met robots en hen liefde voor techniek bij te brengen.

Ook het team van het Alfa-college werd in het zonnetje gezet door de jury. De teamleden presenteerden hun plan voor het ontwikkelen van een digitale applicatie voor hun nieuwe ‘burgerschapscarrousel’ zo goed en enthousiast dat de jury vond dat het College van Bestuur het benodigde geld hiervoor vrij moest maken. Als dat niet lukt, zo bood de jury aan, komen de juryle-den graag naar Groningen om hier-voor een sterk pleidooi te houden.

Scholen en bedrijven hebben elkaar nodig om goed beroepsonderwijs te bieden en de juiste vakmensen op te leiden. Toch verloopt die samen-werking vaak moeizaam. Samen-werken in vernieuwingsprojecten is gecompliceerd en projecten lopen nogal eens vertraging op omdat er onvoldoende rekening wordt gehou-den met de belangen van partners.

Hoe kan het dan beter? Dat leer je in de masterclass ‘Samenwerken uit eigenbelang’ die HPBO organiseert op de donderdagen 2, 16 en 30 april 2015 in Cultuur- en congrescentrum Antropia in Driebergen.

De masterclass reikt veel actuele expertise aan uit de innovatiear-rangementen waarin scholen en bedrijven intensief hebben samen-gewerkt in vernieuwende onder-wijsexperimenten. Daarnaast maak je kennis met de methodiek van het Strategisch Omgevingsmanagement, een proactieve aanpak die de basis legt voor een duurzame relatie met de samenwerkingspartners in jouw omgeving.

Kosten: € 395 excl. btw (p.p).Contact en aanmelding: [email protected] of bel (0318) 69 84 50.

Masterclass ‘Samenwerken uit eigenbelang’

Page 11: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

december 2014 Docentschap 11

Colofon

De MBO•krant is een uitgave van de Stichting Media Beroepsonderwijs. Deze uitgave is bedoeld voor docenten en an-dere onderwijsprofessionals in het mbo.

CONCEPT: Ravestein & ZwartVORMGEVING: Lauwers-CTEKST: Sara Albone, Coleta van Duu-ren, Ravestein & Zwart, Rob Schrijver en Rutger Zwart.

REDACTIE: Rutger Zwart (hoofd-redacteur) en Olaf van Tilburg (R&Z).

BEELD: Rob Nelisse (1, 5 ,6, 7 en 12), ROC Drenthe College: Melissa Tapken en Hanna de Wit (studenten ROC Drenthe College, 9). Verder bedanken we Deltion College (2) en de AOC Raad (10) voor de foto’s en Cabaret in het Onderwijs voor de cartoon (8).

DRUK: BDU, BarneveldOPLAGE: 26.000 www.dembokrant.nl/[email protected]

‘Docenten weten wat goed onderwijs is’

De BVMBO bestaat sinds 2011 en heeft de ambitie uit te groeien tot een volwaardige beroepsvereniging van, voor en door mbo-docenten. Mede om deze reden heeft de beroepsvereniging een toekomstvi-sie op papier gezet. Deze wordt nu omgezet naar een actieplan dat voor de kerst bij de minister moet liggen. ‘Hopelijk leidt het plan tot een financiële bijdrage, zodat we meer slagkracht krijgen om docenten in hun beroepsuitoefening te onder-steunen’, vertelt Rob Schrijver van de BVMBO. ‘Wij merken dat wij zeer gewaardeerd worden en – door onze onafhankelijkheid – goed met alle relevante partijen door één deur kunnen. Wij willen onze toegevoeg-de waarde graag bestendigen en uit-bouwen. Mbo-docenten moeten als individu en verenigd in de BVMBO veel meer hun rol opeisen als het gaat om hun eigen toekomst.’

LerarenregisterDaarmee doelt de BVMBO on-der meer op het Lerarenregister. Schrijver: ‘Daar zouden docenten veel meer zelf over te zeggen moeten hebben. Voor het mbo-gedeelte moet volledige of gedeeltelijke zeg-genschap bij de docent zelf liggen.’ Nu nog staat slechts 3% van de mbo-docenten ingeschreven in het Lerarenregister. Dat kan verschillen-de oorzaken hebben, legt Schrijver uit. ‘Een docent het kan het register nog niet goed kennen of het nut er niet van inzien. Ook is een docent er misschien door werkdruk nog niet aan toegekomen om zich te registre-ren. Maar er zijn ook veel docenten die denken dat leidinggevenden het register wellicht als controlemiddel gaat inzetten. Het laatste wat je als onderwijs moet willen, is dat zo’n register een afvinklijstje van profes-sionaliseringsactiviteiten wordt in plaats van een kwaliteitsdocument. Docenten moeten zich er wel in herkennen.’

VakdeskundigenIn de visie draagt de BVMBO verschillende oplossingen aan om ervoor te zorgen het Lerarenregis-ter beter gaat functioneren voor mbo-docenten. Dat doet ze ook bij de andere vier ontwikkelingen die de vereniging in haar visie schetst. Schrijver: ‘Wij vinden bijvoor-beeld dat er een beroepscode voor alle docenten moet komen. Wij suggereren dat naast een partij als het Expertise Centrum Beroeps-onderwijs (ecbo) ook de docenten zelf – al dan niet als BVMBO-lid – actief kunnen meewerken aan zo’n

code.’ Dat geldt volgens Schrijver ook voor de ontwikkeling van een professionele standaard. ‘Net als een beroepscode moet ook een professi-onele standaard ontwikkeld worden

in samenspraak met het werkveld. Wij zullen onze leden in ieder geval vragen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling. Door mee te schrij-ven of door een conceptstandaard te controleren. Docenten weten, als vakdeskundigen, wat goed onder-wijs is. Het mbo moet daar gretig gebruik van maken.’

Op donderdag 29 januari organiseert de BVMBO een conferentie. Locatie: Summa College in Eindhoven. Aan-melden? Ga naar www.bvmbo.nl.

Ondergetekende was in het voorjaar van dit jaar in de gelegenheid om met een groep inspirerende onderwijscollega’s op expeditie te gaan. Het was een ‘Teacher in the lead’-expeditie, een door de BVMBO en het Consortium voor Innovatie (CvI) georganiseerde manier om docenten, bestuurders en managers samen te brengen en hen zo elkaar en (hun visie op) het onderwijs te leren kennen in een omgeving die niet hun eigen is. Voor de expeditie van dit voorjaar was Edinburgh de bestemming. De deelnemers waren afkomstig uit diverse scholen. Tijdens de expeditie zijn diverse ideeën uitgewisseld over professionalisering, in combinatie met de ervaringen uit Schotse scholen (Edinburgh en Glasgow). Terug in Neder-land was het niet vanzelfsprekend dat alle ervaringen een-op-een werden overgenomen, maar de BVMBO blijft niet stilzitten en gaat verder met het uitwerken en verder ontwikkelen van ideeën.

Een van de ideeën die zowel uit Schotland kwam als uit ervaringen van andere expedities lijkt in Nederland een moeilijk begrip te zijn. Moeilijk om mee te starten en moeilijk om mee te gaan: peer review. En toch is het zo makkelijk: het is fruit (peer), laag hangend fruit. En laaghangend fruit, het zegt het al, is makkelijk te plukken en te genieten. Een sappige, fruitige peer die zo geplukt kan worden en waarvan genoten kan worden. Net zo makkelijk als bij je collega in de klas plaatsnemen, een les bijwo-nen, samen een les voorbereiden, samen een groep begeleiden en daar vervolgens samen op terug kijken en samen van leren. Dat is eenvoudig en zo ‘te plukken’. Toch lijkt de docent in Nederland dat niet algemeen te accepteren als een manier van werken en leren.

Als gekeken wordt naar diverse omschrijvingen van het begrip ‘peer review’ komen er bij mij geen angstbeelden boven: groepsoverleg onder gelijken (zorgverleners), essentiële voorwaarde voor accreditering (uit de zorgverlening afkomstig) of geleend van medisch specialisten: kritische beoordeling van en door collega’s uit de eigen beroepsgroep (‘peers’).Zou de angst voor zo’n manier van werken, zo’n manier van ontvangen van feedback ‘m zitten in het woord ‘kritisch’? Of in ‘beoordeling’? Het komt straks, bij het daadwerkelijk gaan gebruiken van het Lerarenregis-ter, vast ook langs als een van de manieren om je beroepsvaardigheden aan te tonen als docent. Het uitvoeren van een ‘peer review’ zou tegen die tijd eigenlijk iets moeten zijn wat in de dagelijkse uitvoering van het beroep van docent ingeburgerd is. Iets waarvan men zou moeten gaan denken: goh, ik heb al twee maanden geen peer review meer gehad… Ik zal eens een paar collega’s polsen!

Als BVMBO vinden we dat wij daar voortrekker in zouden kunnen zijn. Binnen onze doelstellingen (professionalisering, kennisdeling) past het dan ook perfect om hiermee aan de slag te gaan. Behalve een uitnodiging aan docenten om de BVMBO te vragen met hun mee te kijken als ‘peer’, is dit ook een belofte dat we hier op terugkomen en dan met concrete plannen. Peer review, er is geen ontkomen aan.

Rob Schrijver, Docent mbo / bestuurslid BVMBO

Laaghangend fruit

COLUMN

Iedereen heeft wel zo zijn ideeën over de toekomst van de mbo-docent. Ook de Beroepsvereniging voor mbo-docen-ten, de BVMBO. De vereniging heeft haar visie aan de hand van vijf punten geformuleerd: professionele ruimte, lera-renregister, beroepscode, professionele standaard en een duurzame toekomst voor de beroepsvereniging.

Lerarenregister moet kwaliteit onderwijs verbeteren

Het Lerarenregister is van de docenten, maar moet vooral een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. Dat zei staats-secretaris Sander Dekker tijdens het jaarlijkse debat over de voortgang van de Lerarenagenda.

In een motie van de Kamerleden Karin Straus (VVD) en Loes Ypma (PvdA), ingediend tijdens de Begro-tingsbehandeling, sprak de Tweede Kamer uit dat het Lerarenregister ‘echt voor en door docenten’ moet zijn. Volgens de motie moeten werk-gevers bij het register slechts een ad-viserende rol hebben. Verder wordt in de motie de wens uitgesproken dat het persoonlijk budget voor bij-scholing alleen toegankelijk is voor docenten die staan ingeschreven in het Lerarenregister. De motie werd met ruime steun aangenomen, PVV

en D66 stemden tegen.Tijdens het debat betoogde staats-secretaris Sander Dekker dat het register er eerst en vooral voor de leerlingen is. Leerlingen en ouders moeten de garantie hebben dat de leraar die voor de klas staat bevoegd is en bovendien zijn of haar ken-nis voortdurend bijhoudt. Dekker ziet met het register grote kansen voor de professionalisering van de beroepsgroep. Voordeel voor docenten is dat zij richting werkge-vers tijd voor bijscholing kunnen claimen. Het register moet echt van de leraren zelf zijn. Leraren moeten volgens Dekker direct, en dus niet getrapt via een vakbond, invloed hebben op het register. Het gaat niet om een staatsregister, maar om een register van de beroepsgroep. Het is de bedoeling dat vanaf 2017 het Lerarenregister wettelijk verplicht is.

Page 12: de MBO·krant...De mbo-scholen hebben veel interesse voor het ontwikkelen van excellen-tieprogramma’s in het mbo. Bijvoorbeeld door het intro-duceren van de meestertitel. Pagina

de MBO·krant12

Agenda

9 jan. 2015 Startbijeenkomst Leergang ‘Van kwalificatiedossier naar onderwijsprogramma’

Het uitgangspunt is uw eigen kwalificatiedossier. U maakt een plan zodat u met uw team een uitvoerbaar, betaalbaar en kwalitatief goed onderwijsprogramma kunt ontwerpen.

9 jan. 2015 Startbijeenkomst Leergang ‘Focus op examineren’

Alle verschillende gebieden van de procesarchitectuur examinering komen aan bod. Kwaliteitsborging van de examinering vormt de rode draad.

17 mrt. 2015 Starbijeenkomst Leergang ‘Teams werken aan kwaliteit’

Hoe benut u de professionele ruimte en hoe geeft u inhoud aan effectieve en slimme manieren van kwaliteitszorg? Verbeter -processen in teams staan centraal.

Alle leergangen worden gehouden op de locatie van de MBO Academie in Ede (Horaplantsoen 20). Kijk voor aanvullende informatie en de aanvangstijden op www.mboacademie.nl.

We organiseren ook congressen en seminars voor diverse opdrachtgevers.

Op de website www.mboacademie.nl. staat meer informatie over programma’s, tarieven en locaties. Inschrijven kan via de website. Of neem contact met ons op via: 0318 648 560 / [email protected].

In de schoolbankenDe MBO Academie biedt een scholingsaanbod voor iedereen die in het MBO werkzaam is. Gericht op de actuele onderwijspraktijk. Het aanbod is zowel via open inschrijving als in company te volgen.

van professionalsvoor professionals

MBO City zien en… professionaliseren!Het is een mooie, maar ietwat tragische uitdrukking: Napels zien en dan sterven. De aanblik van MBO City, 24 november jongstleden, stelde een veel rooskleuriger per-spectief in het verschiet: groei. Met een koffer vol nieuwe, prikkelende inzichten keerden de Citytrippers huiswaarts. Om daags erna met een frisse blik hun mooie werk voort te zetten en uit te bouwen. MBO Academie, de organisa-tor van MBO City, was aanwezig met een eigen stand, waar je je als mbo-professional kon verdiepen in het ruime aan-

bod aan leergangen, trainingen en masterclasses (check de agenda op deze pagina voor de komende activiteiten). Daarnaast organiseerde MBO Academie masterclasses en een signeersessie met enkele auteurs die op MBO City een presentatie gaven (zie foto, met van links naar rechts Cris Zomerdijk, Jacqueline Zuidweg en Erik Smithuis). Het wa-ren stuk voor stuk goed bezochte activiteiten die wellicht de opmaat zijn voor nog meer professionalisering...