Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie...

29
Fotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events in Photosynthesis http://photoscience.la.asu.edu/ photosyn/default.html CC 2011 ICT for IST. Dit project is gefinancierd met ondersteuning van de Europese Commissie onder het Lifelong Learning programme. Deze publicatie geeft alleen het standpunt van de auteur weer en de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan. Al het leven op aarde wordt aangedreven door een groene kracht, te weten het groen uit chlorofyl. Het proces dat de kern vormt van de meest efficiënte machine uit de natuur noemen we fotosynthese. Het is een proces waarvan het meest ingewikkelde gedeelte plaatsvindt in triljoensten van een seconde. Een geweldige uitdaging voor vele wetenschappers om de details van deze belangrijkste chemische reactie van het leven te onderzoeken. Een foton doet er acht minuten over om de 150 miljoen kilometer van de zon naar het aardoppervlak te overbruggen. Een groene plant heeft slechts een paar seconden nodig om de energie uit dat licht op te nemen, te verwerken en op te slaan in de vorm van een chemische verbinding. Dit verbazingwekkende proces om energie uit licht om te zetten in opgeslagen energie noemen we fotosynthese. Het proces van de fotosynthese bevat een paar van de allersnelste chemische reacties die we kennen. De belangrijkste gebeurtenissen in de fotosynthetische reactie vinden plaats, zoals gezegd, in een triljoenste van een seconde. Om zulke supersnelle gebeurtenissen te meten en om te begrijpen hoe de reacties die op elkaar volgen er uitzien, vereist dat men gebruik maakt van de meest precieze experimenten en van de meest exacte metingen die met de hedendaagse technieken mogelijk zijn. De inzet is hoog. Uiteindelijk is al het leven op onze planeet afhankelijk van deze groene krachtbron, groen chlorofyl dus. (vrij vertaald naar ‘The power of green’ door John Svetlik) ICT for Innovative Science Teachers Leonardo da Vinci programme 2009-1-PL1- LEO05- 05046

Transcript of Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie...

Page 1: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en

Respiratie

Tekening door Michael Hagelberg

Arizona State University’s Center for the Study of Early Events in Photosynthesis

http://photoscience.la.asu.edu/

photosyn/default.html

CC 2011 ICT for IST. Dit project is gefinancierd met ondersteuning van de Europese Commissie

onder het Lifelong Learning programme. Deze publicatie geeft alleen het standpunt van de auteur

weer en de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan.

Al het leven op aarde wordt aangedreven door een

groene kracht, te weten het groen uit chlorofyl.

Het proces dat de kern vormt van de meest efficiënte

machine uit de natuur noemen we fotosynthese. Het

is een proces waarvan het meest ingewikkelde

gedeelte plaatsvindt in triljoensten van een seconde.

Een geweldige uitdaging voor vele wetenschappers

om de details van deze belangrijkste chemische

reactie van het leven te onderzoeken.

Een foton doet er acht minuten over om de 150

miljoen kilometer van de zon naar het aardoppervlak

te overbruggen. Een groene plant heeft slechts een

paar seconden nodig om de energie uit dat licht op te

nemen, te verwerken en op te slaan in de vorm van

een chemische verbinding. Dit verbazingwekkende

proces om energie uit licht om te zetten in

opgeslagen energie noemen we fotosynthese.

Het proces van de fotosynthese bevat een paar van

de allersnelste chemische reacties die we kennen. De

belangrijkste gebeurtenissen in de fotosynthetische

reactie vinden plaats, zoals gezegd, in een triljoenste

van een seconde.

Om zulke supersnelle gebeurtenissen te meten en om

te begrijpen hoe de reacties die op elkaar volgen er

uitzien, vereist dat men gebruik maakt van de meest

precieze experimenten en van de meest exacte

metingen die met de hedendaagse technieken

mogelijk zijn.

De inzet is hoog. Uiteindelijk is al het leven op onze

planeet afhankelijk van deze groene krachtbron,

groen chlorofyl dus.

(vrij vertaald naar ‘The power of

green’ door John Svetlik)

ICT for Innovative Science Teachers Leonardo da Vinci programme

2009-1-PL1- LEO05- 05046

Page 2: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 2

A. Inleiding

Het thema van deze module is fotosynthese. Fotosynthese is het belangrijkste

biochemische proces op aarde en het is erg belangrijk voor een basisbegrip

over het functioneren van onze wereld.

Op een paar kleine uitzonderingen na komt alle energie voor al het leven op

aarde en voor onze technologie van de ZON. Energie gaat via de voedselketen

over van de ene levensvorm naar de andere. Daarbij is de eerste stap altijd

fotosynthese, waarin de stralingsenergie van de zon (het zonlicht) omgezet

wordt in koolwaterstof-moleculen (in de volksmond spreekt men vaak over

‘suikers’). Alle levende wezens gebruiken deze suikers als brandstof voor

energie en als bouwstenen. Zo zijn fossiele brandstoffen zoals olie, kolen en

gas ook koolwaterstoffen die hoofdzakelijk zijn onstaan uit de resten van dode

planten en dieren. De energie uit deze brandstoffen vindt haar oorsprong dus

in de fotosynthese.

Fotosynthese is een vrij ingewikkeld fenomeen om te doorgronden voor

leerlingen omdat het een complex proces behelst met vele tegen-intuïtieve

en abstracte concepten. Echter, het basis-principe is relatief simpel.

De activiteiten in deze module maken gebruik van de mogelijkheden van ICT

om breder begrip te ontwikkelen voor een aantal processen die met

fotosynthese te maken hebben. De volgende activiteiten komen aan bod:

1. Meten: 3 laboratorium - experimenten:

Om respiratie bij een plant te onderzoeken.

Om de relatie te onderzoeken tussen fotosynthese en de intensiteit

en kleur van het licht.

Om fotosynthese waar te nemen bij verschillende typen planten

gedurende een experiment over een langere tijd (kijken naar het

dag- en nachtritme).

2. Modelleren: Om het zuurstofgebruik in het water door planten en

dieren in een vijver te simuleren.

Al deze activiteiten zijn voor de leerlingen ondergebracht in Coach 6

activiteiten onder het project Fotosynthese.

Page 3: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 3

1. Achtergrondtheorie

1. INLEIDING

Bij fotosynthese gebruiken planten, sommige bacteriën en een paar eencelligen

– de zogenaamde autotrofen – energie uit licht om suikermoleculen te maken

van koolstofdioxide en water. In een scheikundige formule ziet dat er als volgt

uit.

6CO2 + 6H2O + energie uit licht → C6H12O6 + 6O2

Het merendeel van de planten produceert meer suikers dan ze nodig hebben en

slaan het overtollige deel op. Deze opgeslagen suiker is een van de

belangrijkste voedingsbronnen voor veel dieren. Op wereldschaal gezien ontstaat

door fotosynyhese ieder jaar een miljard ton aan organisch materiaal. Hiermee

is fotosynthese het belangrijkste chemische proces voor het leven op aarde. Het

proces fotosynthese draagt dus zorg voor de voedselvoorziening van andere

organismen èn voor de zuurstof benodigd door die organismen die zuurstof

gebruiken bij respiratie.

Fotosynthese vindt plaats in de groene delen van de plant, in chloroplasten die

de zonne-energie absorberen in met name het groene pigment chlorophyl. Dit

chlorophyl is tevens de katalysator voor de reacties waarbij zich

koolwaterstoffen vormen. Chloroplasten hebben een ingewikkelde structuur.

Chlorophyl wordt omsloten door thylakoïde membranen. Een opeenstapeling van

deze thylakoïde membranen noemen we grana.

2. GESCHIEDENIS

De kennis over fotosynthese is

enorm snel toegenomen de afgelopen

jaren, alhoewel het proces zelf nog

niet goed in kaart was gebracht tegen

het begin van de twintigste eeuw.

Hieronder tref je enige belangrijke

historische feiten aangaande de

fotosynthese.

De Oude Grieken geloofden dat de

bodem alle ingrediënten bevatte om

aan de behoeften van de plant te

voldoen. Dit was een algemeen

aanvaard idee.

In het midden van de 17e eeuw deed

de Belgische natuurkundige Jan

Baptista van Helmont (1577 – 1644)

een experiment met een wilg in een

pot met aarde waarbij hij niets

anders dan water toevoegde. En de

boom groeide. Zijn juiste conclusie

was dat de boom haar bouwstoffen

niet aan de aarde onttrok, maar - zo

oordeelde hij wel onterecht- dat de

boom in omvang toenam door de

stoffen die de boom aan het water

zou ontrekken.

De 18e eeuw bracht de ontdekking

van Joseph Priestley (1733 – 1804)

dat een kaars in een afgesloten

ruimte doofde, tenzij je een levende

plant in die ruimte plaatste. Dan bleef

de kaars branden. In die tijd was

Priestley niet bekend met O2 maar hij

concludeerde terecht dat de plant

Page 4: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 4

zorgde voor vervanging van de lucht

die de brandende kaars opmaakte.

De Nederlandse arts en

plantenfysioloog Jan Ingenhousz

(1730 – 1799) ontdekte, geïnspireerd

door het onderzoek van Priestley, dat

alleen de groene delen van een plant

verbruikte lucht kunnen vervangen –

met andere woorden koolstofdioxide

kunnen opnemen en zuurstof laten

ontsnappen – en ook dat dit alleen

gebeurt in de aanwezigheid van

zonlicht.

Deze constatering was de eerste

aanwijzing dat licht een rol speelt bij

het proces van fotosynthese.

Ingenhousz ontdekte bovendien dat

alleen het licht van de zon en niet

haar warmte noodzakelijk is voor

fotosynthese.

In de late helft van de 19e eeuw

leefde de Duitse botanicus Julius van

Sachs (1832 – 1897) die opperde dat

zetmeel een product is van

koolstofdioxide. In 1865

beargumenteerde hij daarnaast dat

het in de aanwezigheid van licht het

chlorophyl is dat de fotosynthetische

reactie katalyseert. Tevens ontdekte

hij de chloroplasten waar het

chlorophyl in te vinden is.

Nog wat later in de 19e eeuw was er

de Duitse natuurkundige Theodor

Wilhelm Engelmann (1843 – 1903)

die aantoonde dat de lichtreacties,

waarbij zonne-energie wordt omgezet

in chemische energie, daadwerkelijk

in de chloroplasten plaatsvinden en

dat ze alleen plaatsvinden in het rode

en in het blauwe spectrum van

natuurlijk licht.

Pas in de 20e eeuw kregen

wetenschappers pas enig begrip voor

de complexe biochemische processen

van de fotosynthese. In 1940 werd

koolstof14 ontdekt, een radio-actieve

isotoop van koolstof voor het eerst

geïsoleerd door Kamen. Een meer

gedetaileerde studie van fotosynthese

werd door deze ontdekking mogelijk.

Met behulp van koolstof 14 volgde

Melvin Calvin de route die koolstof

aflegt gedurende de fotosynthese.

Gedurende de jaren 1950 en 1960

bevestigde hij dat bij lichtreacties in

chlorophyl zonlicht wordt ingevangen.

Vervolgens bestudeerde hij de

daaropvolgende gebeurtenis: de

donkerreactie.

Calvin, die werkte met groene algen,

stopte het fotosynthese-proces op

verschillende momenten en doopte

de cellen in een alcoholoplossing. Met

behulp van papier-chromotografie

kon hij de cellen analyseren en

vaststellen welke chemische

verbindingen zich hadden gevormd,

waarbij hij ten minste 10 producten

onderkende die binnen luttele

seconden waren gevormd. Deze

aaneenschakeling van reacties

noemen we tegenwoordig de Calvin

Benson cyclus.

In 1998 kondigden wetenschappers

van de Arizona State University aan

dat ze een kunstmatig

fotosynthetisch systeem hadden

ontworpen. De op een cel gelijkende

machine gebruikte licht om ATP te

synthetiseren, de drager van

chemische energie in alle orgnaismen.

Deze nieuwe technologie zou

uiteindelijk kunnen leiden tot de

ontwikkeling van biologische

computers en tot nieuwe medicijnen

(McGrath, 1999, p. 600)

(Bron: http://www.geocities.com

/barefeetchild/history.html).

Page 5: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 5

3. O2 KOMT VRIJ BIJ HET SPLITSEN VAN WATER

Planten produceren zuurstof en ontrekken het uit water, niet uit de

koolstofdioxide. Een experiment in de jaren 1950 waarbij het isotoop zuurstof18

werd ingezet om het lot van de zuurstofmoleculen tijdens de fotosynthese te

bepalen toonde dit aan. In een experiment labelde men koolstofdioxide met

zuurstof18 waarbij er geen gelabeld zuurstof vrijkwam uit de blootgestelde plant.

In het experiment waarbij zuurstof in water werd gelabeled kwam er wel

zuurstof 18 vrij uit de plant.

4. FOTOSYNTHESE EN CELLULAIRE RESPIRATIE ZIJN TEGENGESTELDE REDOX

PROCESSEN

Fotosynthese en respiratie door de cel zijn tegengestelde redox processen

(oxidatie – reductie). Watermoleculen worden bij de fotosynthese gesplitst

middels oxidatie - dat betekent dat electronen worden afgestaan, tesamen met

waterstof ionen (H+). Aan de andere kant vindt bij koolstofdioxide reductie

plaats tot suikers op het moment dat electronen en H+-ionen zich eraan binden.

Respiratie van de cel oogst vervolgens de energie die in het glucose-molecuul is

opgeslagen middels oxidatie van de suiker waarbij reductie plaats vindt van O2

tot H2O.

Reductie

6 CO2 + 12 H20 ⇒⇒⇒⇒ C6H12O6 + 6H20 + 6O2

Oxidatie

Oxidatie

C6H12O6 + 6H20 + 6 O2 ⇒⇒⇒⇒ 6 CO2 + 12 H20

Reductie

Bij de fotosynthese wordt licht energie bij respiratie komt chemische energie

gebruikt om glucose te maken vrij

5. ZICHTBARE STRALING STUURT DE LICHT REACTIE AAN

De zon zendt het grootste deel van

haar electromagnetische straling in

de vorm van zichtbaar licht dat

slechts een heel klein deel is van het

electromagnitische spectrum.

Zichtbaar licht bestaat uit

verschillende golflengtes die onze

ogen waarnemen als verschillende

kleuren.

De lichtreacties van de fotosynthese

gebruiken slechts een paar

golflengtes van het zichtbare licht.

Experiment 1: 6 CO2 + 12 H20 ⇒ C6H12O6 + 6H20 + 6O2 (niet gelabeled)

Experiment 2: 6 CO2 + 12 H2O ⇒ C6H12O6 + 6H20 + 6O2 (wel gelabeled)

Page 6: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 6

De licht-absorberende moleculen, de

pigmenten in het memraam van een

bladgroenkorrel, absorberen

voornamelijk blauw-violet golflengtes

en rood-oranje golflengtes

(bijvoorbeeld: chlorofyl a neemt

voornamelijk blauw-violet en rood

licht op en chlorofyl b neemt

voornamelijk blauw en oranje licht op

waarbij groen en geel reflecteren).

Het geabsorbeerde licht zien we niet.

Als we naar een plantenblad kijken

dan zien we de groene golflengtes die

door de pigmenten worden

uitgezonden en gereflecteerd.

6. DE TWEE FASES VAN FOTOSYNTHESE

Fotosynthese is geen simpel proces.

Het vindt plaats in 2 fases,

waarbinnen meerdere stappen elkaar

volgen. De stappen uit de eerste fase

noemen we de licht reactie, terwijl de

verschillende stappen uit de tweede

fase bekend staan als de

donkerreactie.

Tijdens de lichtreactie vindt de

absorptie van licht plaats en de

omzetting daarvan in chemische

energie die wordt opgeslagen in ATP

en NADPH. Er onstaat zuurstof als

een bijproduct.

De donkerreactie noemen we ook wel

de Calvin-cyclus. Gedurende de

reacties in deze cyclus worden de

suikermoleculen samengesteld met

gebruik van CO2 en de energie

houdende producten uit de

lichtreactie (ATP en NADPH)

Het twee-trapsmechanisme van

fotosynthese maakt de fixatie van

koolstofdioxide mogelijk

onafhankelijk van de tijd. Dit kan

belangrijk zijn onder hete en of droge

omstandigheden als de planten hun

huidmondjes sluiten om waterverlies

te voorkomen. Koolstofdioxide wordt

dan alleen ’s nachts toegelaten en de

suikerproductie heeft dan als een

licht onafhankelijk proces plaats

(echter, in de meeste planten loopt

de Calvin cyclus overdag wanneer de

licht reactie direct de opbouw van de

suikers aandrijft met NADPH en ATP.)

7. DE LICHT-REACTIES (TER VERDIEPING)

Het electromagnetische spectrum; zichtbaar licht bestaat uit golflengtes tussen de 400 en 700 nm

Page 7: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 7

De licht reacties vinden plaats in de

thylakoid membranen van de

chloroplast grana (bladgroenkorrels).

In de thylakoid membranen bevindt

zich chlorofyl, het groene pigment dat

energie uit licht absorbeert.

Het zuurstofgas dat vrijkomt bij de

fotosynthese bestaat uit de

zuurstofmoleculen afkomstig uit

water. De watermoleculen splitsen

zich waarbij electronen en H+ ionen

vrijkomen met achterlating van

zuurstof.

Er zijn twee fotosystemen

(fotosysteem I: vorming NADPH en

fotosysteem II: vorming ATP)in de

thylakoidmembraan die de energie uit

het licht absorberen en deze

gebruiken om electronen in een

hogere energietoestand te brengen.

De fotosystemen dragen de geladen

electronen naar electronen

transportbanen. Als NADP+ twee

hoog geladen electronen vangt

(reductie) en een H+ ion dan vormt

zich NADPH, de energiedrager

benodigd voor de donkerreacties.

NADPH en het bijproduct zuurstof zijn

beide het resultaat van redox-

reacties

De synthese van ATP verloopt anders,

het wordt gestuurd door chemie-

osmose. Een aantal van de

electronendragers gebruiken energie

die vrijkomt van de electronen om

waterstofionen H+ actief te

transporteren van de ene kant van

het membraan naar de andere kant.

Hierdoor onstaat een

concentratiegradiënt van H+ door het

membraan.

Het eiwitcomplex ATPsynthase zorgt

voor een opening waardoor H+

vanuit het thylakoidcompartiment

terug kan diffunderen in de stroma.

De energie van de H+gradiënt draagt

zorg voor de terugkeer van H+,

waarbij ook weer energie vrijkomt.

ATPsynthase gebruikt een deel van

deze energie om ADP te fosforiseren

tot ATP.

Gedurende de licht reactie vindt er

geen productie van suikers plaats.

De processen die plaatsvinden tijdens de licht reacties van de fotosynthese

worden hieronder schematisch weergegeven.

Page 8: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 8

8. DE DONKER-REACTIES (TER VERDIEPING)

De donkerreactie – of Calvin cyclus (dit

ingewikkelde proces werd ontdekt door

de Amerikaanse biochemicus Melvin

Calvin. Deze prestatie bezorgde hem de

Nobelprijs voor de scheikunde in 1961)

- vindt plaats in de stroma van de

chloroplast. De inlijving van koolstof uit

koolstofdioxide in organische

verbindingen noemen we koolstof fixatie.

Nadat koolstoffixatie heeft plaatsgevonden maken enzymen uit de cyclus suikers

door reductie van de gefixeerde koolstof – door toevoeging dus van hoog

aangeslagen electronen tesamen met H+.

NADPH uit de lichtreactie verschaft de elctronen die benodigd zijn voor de

Calvincyclus. En ATP uit de lichtreactie voorziet in de chemische energie die een

aantal stappen uit de Calvincyclus aandrijft. De Calvincyclus heeft dus geen

direct licht nodig. Toch heeft de Calvin cyclus in veel planten overdag plaats,

wanneer de licht reactie direct de opbouw van de suikers aandrijft met NADPH

en ATP.

9. VARIATIES IN FOTOSYNTHESE

Planten die tijdens de Calvincyclus

CO2 direct uit de lucht gebruiken

noemen we C3-planten (heel

algemeen en wijd verspreid), omdat

de eerste organische verbinding die

zich vormt 3-PGA is, een verbinding

met 3 koolstofatomen. Een probleem

voor C3-planten is dat onder hete en

/ of droge omstandigheden de

planten hun huidmondjes sluiten om

waterverlies te voorkomen. Onder

deze omstandigheden zal zuurstof,

gevormd tijdens de lichtreacties van

de fotosynthese, zich ophopen in de

bladeren waardoor fotorespiratie gaat

plaatsvinden.

Anders dan de C3-planten zijn de

zogenaamde C4-planten die speciale

Page 9: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 9

aanpassingen hebben. Tijdens heet

en droog weer houdt de C4- plant de

huidmondjes ook gesloten, en dus

behoudt het zijn water. Tegelijkertijd

gaat de plant wel door met de

productie van suikers door

fotosynthese. Een C4-plant heeft een

enzym dat de koolstof fixeert in een

verbinding met 4 koolstofatomen in

plaats van in 3PGA. De verbinding

met vier koolstofatomen fungeert als

een koolstofbus shuttle; het draagt

de CO2 over aan de Calvincyclus in

een nabijgelegen cel, die daardoor

sukers aan blijft maken zelfs als de

huidmondjes het grootste deel van de

tijd gesloten zijn. Veel belangrijke

gewassen zijn C4-planten waaronder

mais, suikerriet en gierst.

Cactussen en de meeste succulenten

(CAM-planten) hebben een derde

manier ontwikkeld om koolstof te

fixeren. Een CAM-plant spaart zijn

water door alleen ’s nachts de

huidmondjes te openen en CO2 toe te

laten. De CO2 wordt vervolgens

overdag afgegeven in de Calvincyclus.

Hierdoor blijft de fotosynthese ook

overdag werken, zelfs als de CO2 niet

meer wordt toegelaten.

2. Veronderstelde

voorkennis Plant respiratie

Fotosynthese – licht en

donkerreacties

cellulaire respiratie

3. Geïntroduceerde

begrippen Plant respiratie

Fotosynthese

4. Verdere informatie Arizona State University Center for

the Study of Early Events in

Photosynthesis

http://photoscience.la.asu.edu/

photosyn/

Op deze site vind je een hoop

educatieve- en

onderzoeksbronnen over

fotosynthese.

Illuminating photosynthesis

http://www.pbs.org/wgbh/nova/

methuselah/photosynthesis.html

Why Leaves Change Colour

http://www.esf.edu/pubprog/

brochure/leaves/leaves.htm

Page 10: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 10

B. Didactiek

1. Pedagogische context Deze Coach6-activiteit kan worden

gebruikt als een aanvullende les.

Leerlingen gebruiken concepten die

ze reeds eerder hebben aangeboden

gekregen en passen deze toe

teneinde de resultaten van de

metingen te verklaren. Het doel is om

leerlingen de toepassing van hun

kennis te laten generaliseren. Deze

toepassing van principes zal leiden

tot een verder begrip van de

theorieën en modellen.

2. Knelpunten voor leerlingen Fotosynthese wordt door leerkrachten

beschouwd als het belangrijkste en

tegelijkertijd moeilijkste concept voor

hun leerlingen (Satvy et al., 1987).

De moeilijkheid zit hem met name

hierin dat het hier handelt om een

ingewikkeld biologisch onderwerp

bestaande uit een verschillend aantal

concepten (ecologische, fysiologische,

biochemische, energetische,

autotrofe voeding) waartusssen de

relatie niet eenvoudig te begrijpen is

door leerlingen (Waheed & Lucas,

1992). De algemene knelpunten voor

leerlingen aangaande fotosynthese

zijn:

Lastig om het autotrofe

voedingsproces van planten te

begrijpen; een veelvoorkomend

idee is dat planten hun voedsel uit

de bodem betrekken.

moeite met enerzijds respiratie en

anderzijds de relatie van respiratie

met fotosynthese, als wel

verwarring van fotosynthese met

respiratie (sommige leerlingen

beschouwen respriratie als

synoniem met ademen, terwijl

anderen onder plant respiratie

verstaan een omgekeerde

gasuitwisseling vergeleken met die

van dieren).

Voorbeelden van misconcepties

betreffende fotosynthese en

respiratie in planten zijn:

- Koolstofdioxide wordt gebruikt

bij respiratie, hetgeen alleen

voorkomt in groene planten en

alleen als er geen licht energie

is voor fotosynthese

- Respiratie vindt alleen plaats in

de cellen van de bladeren

- Respiratie is de uitwisseling van

koolstofdioxide en zuurstof via

de huidmondjes

- Groene planten nemen

koolstofdioxide op en geven

zuurstof af tijdens respireren

- Groene planten respireren

alleen ’s nachts, als er geen

licht energie is

- Groene planten respireren niet,

ze fotosynthetiseren enkel

- Fotosynthese levert energie

voor plantengroei

- Planten respireren als ze

onvoldoende energie via

Page 11: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 11

fotosynthese verkrijgen en

dieren respireren omdat ze niet

kunnen fotosynthetiseren

Moeite met het concept energie en

het concept energie-uitwisseling

tijdens fotosynthese.

Moeite met het herkennen en

begrijpen van het concept

chemische verandering.

Moeite om een gas als een

substantie voor te stellen.

Moeite met het combineren van

chemische en biologische

concepten (bijvoorbeeld, leerlingen

kunnen het menselijk lichaam niet

als een chemisch systeem

beschouwen).

REFERENCES:

1. Amir, R., Tamir, P. (1994) “In-depth analysis of misconceptions as a basis

for developing research-based remedial instruction: The case of

photosynthesis” The American Biology Teacher, 56, 94–100.

2. Barker, M., Carr, M. (1989) “Teaching and learning about photosynthesis. Part 1: An assessment in terms of students’ prior knowledge” International Journal of Science Education, 11, 49–56.

3. Canal, P. (1999) “Photosynthesis and “inverse respiration” in plants: An inevitable misconception?” International Journal of Science Education, 21, 363–371.

4. F. Haslam, D. F.Treagust, (1987) “Diagnosing secondary students’

misconceptions of photosynthesis and respiration in plants using a two-

tier multiple choice instrument” Journal of Biological Education 21, 203–

211.

5. Marmaroti P., Galanopoulou D., (2006) “Pupils’ Understanding of

Photosynthesis: A questionnaire for the simultaneous assessment of all

aspect”, International Journal of Science Education Vol. 28, No. 4, 383–

403.

6. Stavy, R., Eisen, Y., Yaakobi, D. (1987) “How students aged 13-15 understand photosynthesis” International Journal of Science Education, 9, 105–115.

7. Waheed, T., Lucas, A. (1992) “Understanding interrelated topics:

Photosynthesis at age 14+. Journal of Biological Education, 26, 193–199.

Page 12: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 12

3. Het gebruik van ICT in deze modulen De specifieke kwaliteiten van ICT die een meerwaarde hebben voor het

leerproces worden hierna besproken per type activiteit.

METEN

Het gebruik van een datalogger in het biologielab vergroot de mogelijkheden om

ingewikkelde gebeurtenissen waar te nemen. Metingen kunnen een lesuur

overstijgen en data kunnen gedurende een hele dag of een weekend worden

verzameld. Door middel van gas-sensoren zoals de zuurstof- en de

koolstofdioxide- sensor wordt het mogelijk om onzichtbare variabelen als

zuurstof en CO2 concentraties te ervaren.

Grafieken n.a.v. metingen met de datalogger tonen heel goed hoe de gemeten

waarden veranderen in de tijd en t.o.v. elkaar waardoor er een unieke kans

geboden wordt voor discussies. Dit stimuleert leerlingen bovendien om vragen te

stellen en te beantwoorden..

Activiteit 1. Respiratie door een plant

In dit experiment worden de O2 en/of CO2 sensoren gebruikt om de

veranderingen in zuurstof en koolstofdioxide concentraties te meten in een fles

waarin zich een groene plant bevindt. Deze activiteit laat de leerlingen beseffen

dat respiratie bij planten op dezelfde wijze plaats heeft als bij dieren, namelijk

door opname van zuurstof en productie van koolstofdioxide.

Activiteit 2. Processen in het licht en in het donker

In dit experiment wordt de CO2sensor gebruikt om fotosynthese te observeren

onder kunstmatig licht condities. De koolstofdioxide die door planten wordt

geproduceerd in het donker wordt gebruikt voor fotosynthese in het licht.

Leerlingen onderzoeken de relatie tussen de snelheid van fotosynthese (de

opnamesnelheid van CO2) en de intensiteit en kleur van het licht.

Activiteit 3. Fotosynthese volgen gedurende een langere periode.

Dit experiment neemt een langere tijdsspanne in beslag, nl. 72 uur. Allerhande

sensoren kunnen hier gebruikt worden, bijvoorbeeld O2-, CO2-, licht-,

temperatuur-, en vochtigheidssensoren om de fotosynthese te volgen en om aan

de hand van de verzamelde gegevens discussie in de klas op gang te brengen

over de betrokken concepten. Metingen aan verschillende planttypen zoals

bijvoorbeeld C3- en CAM-planten kunnen worden vergeleken.

MODELLEREN

In de modelleeractiviteiten van deze module richten leerlingen zich op de relatie

tussen belangrijke factoren die een rol spelen bij respiratie en fotosynthese. De

variabelen die worden weergegeven in grafieken dienen te worden benoemd en

te worden gerelateerd aan de verschijnselen die ze voorstellen.

Page 13: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 13

Het gebruik van modellen maakt het mogelijk voor de leerlingen om te

experimenteren met verschillende parameters om zodoende variatie in de

omstandigheden te simuleren.

Activiteit 4. leven in een vijver

De leerlingen krijgen een model aangeboden dat de zuurstofconcentratie in

water berekend. Het model beschouwt een proces voor zuurstof productie en

voor zuurstofopname. Dit zijn fotosynthese door planten en respiratie door

planten en dieren in een vijver (een gesloten systeem met water). De leerlingen

gebruiken het model om te onderzoeken wat de invloed is van planten, van

dieren en van licht op de zuurstofconcentratie in het water.

Het model doet de volgende, vereenvoudigde, aannames:

1. Fotosynthese hangt af van het licht; hoe hoger de licht intensiteit, hoe hoger de fotosynthese-snelheid.

2. Respiratie wordt beïnvloed door de zuurstof concentratie en het aantal planten en dieren.

3. Licht hangt af van de waarde voor lichtintensiteit. Als de waarde voor lichtintensiteit is:

gelijk aan 0, dan is er geen licht (donker),

tussen de 0 en de 100, dan is er een constante lichtintensiteit (waarde 100 staat voor een maximale constante lichtintensiteit),

hoger dan 100, dan wordt een periodieke verandering in het licht gegenereerd. Hiermee wordt een dag- en nacht ritme gesimuleerd.

4. Les aanpak De aangeboden vier activiteiten

geven inzicht in de wetenschappelijke

achtergrond van dit onderwerp. De

eerste activiteit richt zich met name

op plant respiratie. De tweede

activiteit voegt hier de fotosynthese

aan toe en analyseert de invloed van

lichtintensiteit en kleur. In derde

activiteit wordt gekeken naar

fotosynthese en respiratie gedurende

een langere periode (i.e. een paar

dagen). Tijdens de vierde activiteit

staat het proces van veranderingen

in de zuurstofconcentratie in het

water van een vijver centraal.

Zuurstof wordt daarin geproduceerd

door planten middels fotosynthese en

opgenomen door planten en dieren

middels respiratie. Om de activiteiten

effectief te laten zijn tijdens het

lesgeven en bij het leren, kan het

behulpzaam zijn voor leerkrachten

om twee typen vaardigheden te

onderscheiden bij het gebruik van

software:

Operationele vaardigheden die

vaardigheden die gaan over het

hanteren van de computer-

hardware en algemene kennis

over de software.

Procedurele vaardigheden

vaardigheden die gaan over de

manier waarop de software wordt

Page 14: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 14

toegepase binnen de lescontext

met als doel om iets te leren. Eén

van de belangrijkste aspecten

hiervan is de ontwikkeling van

een onderzoekende houding bij de

leerling t.a.v. de interpretatie en

analyse van de gegevens en om

relaties te leggen met eerder

opgedane kennis.

Beide vaardigheden zijn belangrijk bij

de voorbereiding van de leerlingen op

de activiteiten. In onderstaande

beschrijving wordt per activiteit

aangegeven welke vaardigheden

benodigd zijn.

Daarnaast zijn er voor de leerkracht

didactische vaardigheden, die

bijdragen aan de effectiviteit van de

activiteiten:

1. Duidelijk voor ogen hebben wat de leerdoelen zijn bij iedere activiteit

2. Begrip hebben van de meerwaarde van het gebruik van

ict om ict optimaal te kunnen

inzetten.

3. De lesactiviteit dusdanig sturen dat juist gebruik van ict voorop

staat in plaats van lukraak gebruik

4. De lesstof van iedere activiteit integreren om bij de leerling

begrip te kweken voor het gehele

onderwerp.

Dit laatste punt is een belangrijk doel

van het IT for US-project en de

activiteiten die hier worden

beschreven zijn speciaal uitgekozen

om te illustreren hoe deze integratie

bereikt kan worden.

Het vergelijken van waarnemingen en

resultaten hebben bij iedere activiteit

een centrale plek in het proces van

integratie. Bijvoorbeeld:

Gebruik de resultaten van alle vier

de activiteiten als een bijdrage

aan een discussie over factoren

die van invloed zijn op

fotosynthese en respiratie;

Vergelijk de datalogger-resultaten

van activiteit 1 en 2 met de

datalogger-resultaten van

activiteit 3.

Bij deze voorbeelden speelt de

grafiek een belangrijke rol, omdat

deze vergelijken en interpreteren van

de gegevens vergemakkelijkt.

Vaardigheden op het gebied van

grafieken vormen een rode draad in

het werken met de IT for US-

activiteiten.

De klaasopstelling beïnvloedt in

belangrijke mate het succes van

integratie van de activiteiten. Indien

pc’s en toebehoren schaars zijn, dan

zal de leerkracht de activiteit

waarschijnlijk als een demonstratie

presenteren. Deze werkwijze geeft de

leerkracht een sterk leidende rol bij

het sturen van de gedachten van de

leerlingen wanneer ze de activiteiten

moeten vergelijken.

Een alternatief is om de leerlingen in

kleine groepen (van 3 of vier

leerlingen per groep) aan de

activiteiten te laten werken, waarbij

iedere groep een andere activiteit

uitvoert. Alle groepen presenteren

hun resultaten aan de gehele klas,

waardoor integratie van de stof

plaatsvindt. De leerkracht treedt op

als voorzitter van de presentaties en

leidt discussies in bij de resultaten

van de groepen.

Het is goed te bedenken dat deze

activiteiten op verschillende

manieren in de les aangeboden

kunnen worden. Ze kunnen in een

leerlijn gebruikt worden, maar het is

Page 15: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 15

ook mogelijk om Alhoewel de

activiteiten zijn ontwikkeld om elkaar

aan te vullen, is het niet noodzakelijk

om ze allemaal te gebruiken. Twee of

drie activiteiten kunnen volstaan,

afhankelijk van de behoefte van

leerkrachten of leerlingen. Er is een

grote variatie tussen scholen en

binnen een school op verschillende

tijdstippen van het jaar of op

verschillende momenten in het

curriculum waardoor de behoefte en

toepasbaarheid kunnen fluctueren.

Zo kan de meetapparatuur bijvoor-

beeld niet beschikbaar zijn; heeft een

individuele leerling soms een

aanvullende opdracht nodig; is een

verdiepingsopdracht soms nodig om

extra tijd te vullen; of kan juist een

korte activiteit gewenst zijn vanwege

een tekort aan lestijd. De

overlappende kenmerken van alle

activiteiten, zoals het gebruik van

grafieken staat tot op zekere hoogte

toe dat ze als elkaars alternatief

gebruikt kunnen worden, terwijl de

eigenheid van elke activiteit ervoor

zorgt dat ze als aanvulling op elkaar

kunnen worden gebruikt.

Onderstaande tabel vat samen wat

de afzonderlijke leeropbrengst per

activiteit is. Een handig overzicht

voor de meerwaarde van iedere ict-

activiteit.

Activiteit Mogelijke leerdoelen, meerwaarde ICT

Meten Grafiek van CO2 (en/of O2) concentratie is zichtbaar

gedurende het experiment.

Grafiek van de lichtintensiteit is zichtbaar gedurende het

experiment.

Gereedschappen om de grafieken te analyseren

vergemakkelijken een gedetailleerd onderzoek van de

gegevens.

Experimenten over een langere tijdsspanne kunnen worden

vastgelegd.

Modelleren Het model simuleert de verandering in zuurstofconcentratie in

het water van een vijver.

Het model wordt gebruikt om verschillende omstandigheden

te simuleren.

Page 16: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 16

5. Bronnen voor leerlingen activiteiten

GEBRUIK VAN COACH 6 SOFTWARE

Activiteit Software Beschibare bestanden

1. Meten Coach 6 1. Respiratie door een plant.cma (activiteit)

1. Respiratie door een plant.cmr (resultaat)

2. Meten Coach 6 2. Processen in het licht en in het donker.cma

(activiteit)

2. Processen in het licht en in het donker.cmr

(resultaat)

3. Meten Coach 6 3. Fotosynthese volgen gedurende een langere

periode.cma (activiteit)

3. Fotosynthese volgen gedurende een langere

periode.cmr (resultaat)

4. Modelleren Coach 6 4. Het leven in een vijver.cma (activiteit)

BENODIGDHEDEN VOOR ACTIVITEIT 1, 2 EN 3

Computer

Software – zien bovestaande tabel

Interface (CoachLab II/II+ of ULAB)

CO2gas sensor met bijbehorende 250ml meetfles en rubber dop

Lichtsensor, Temperatuursensor, O2sensor, vochtigheidssensor (eventueel)

VOOR ACTIVITEIT 1

Zaden van

bijvoorbeeld een

koekoeksbloem of

bonen, papieren of

katoenen (zak)doek

Grote, doorzichtige

plastic fles of een

grote glazen pot

VOOR ACTIVITEIT 2

Krachtige lamp (bijv.

een bouwlamp of

een groeilamp)

Grote glazen

accubak gevuld met

water (warmte

reservoir)

Verse groene

bladeren

Aluminiumfolie

Een aantal

verschillende

kleurfilters

VOOR ACTIVITEIT 3

Groene plant met

grote bladeren

Grote (5 L)

doorzichtige plastic

fles

Page 17: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 17

C. Studentactiviteiten

ACTIVITEIT I. RESPIRATIE DOOR EEN PLANT

Leerdoelen:

1. Het meten van veranderingen in zuurstofconcentratie

ten gevolge van plant respiratie (kiemende zaden)

2. Meten van veranderingen in de koolstofdioxide concentratie ten gevolge van plant respiratie

(kiemende zaden)

3. Begrijpen dat planten zowel gedurende de dag als de nacht respireren.

Operationele vaardigheden:

Sensoren en een interface kunnen aansluiten

De juiste parameters kiezen voor het data loggen

Gegevens verzamelen met een op tijdmeting gebasseerde instelling

Procedurele vaardigheden:

Data analyseren aan de hand van grafieken

Waarden/hellingen aflezen

Kwaliteit van de meting beoordelen

Gebruik van extra tijd

Materialen:

Interface (CoachLab II/II+)

CO2 gassensor (en/of O2 gassensor)

Lichtsensor

temperatuursensor (eventueel)

zaden van bijvoorbeeld een koekoeksbloem of bonen, papieren of katoenen

(zak)doek

Grote, doorzichtige plastic fles of een grote glazen pot

TOEGEPASTE ICT

TECHNOLOGIE:

DATA-LOGGEN

STUDENT NIVEAU:

LEEFTIJD 17

AANGERADEN OPZET:

LEERLING ACTIVITEIT GELEID

DOOR LEERKRACHT

Page 18: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 18

Uitvoering:

In deze activiteit worden kiemende zaden gebruikt om plant respiratie aan te

tonen.

1. De zaden laten kiemen.

Leg de papieren of katoenen (zak)doek op een schoteltje of

petrischaaltje van ongeveer 10 cm diameter. Leg hier vervolgens de

zaden op en voeg 20 tot 25 ml water toe.

De zaden gaan kiemen als ze gedurende twee dagen bij een

temperatuur van 20 a 22° C worden gehouden. Voor ontkieming is

het essentieel dat de zaden voldoende vochtig gehouden worden.

Een controle-experiment kan worden uitgevoerd met niet-kiemende

zaden. Deze zaden worden onder dezelfde omstandigheden

behandeld, behalve dan de toevoeging van water. Een controlemeting

met deze niet-kiemdende zaden wordt gedaan alvorens het ‘echte’

experiment plaatsvindt.

Kiemende (links) en niet kiemende zaden van de koekoeksbloem.

2. Sluit de CO2 (of O2)sensor aan

op ingang 1. Voordat je de

meting start moet je eerst de

sensor ijken door deze rustig

in de lucht heen en weer te

bewegen.

3. Zet de schaaltjes met de

kiemende zaden in de pot (of

fles)

4. Plaats de CO2 (of O2)sensor en

de lichtsensor in de pot (of

Page 19: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 19

fles)

5. Sluit de pot af met plastic folie.

6. Zet de pot met de sensoren op een donkere plek of bedek de pot.

7. Start de meting en laat deze gedurende 2 uur lopen.

8. Bepaal de mate van respiratie met gebruik van de hellingshoek-functie.

9. Herhaal dan het experiment in kunstmatig licht (ongeveer 700 Lux).

Vragen:

Leg uit hoe de CO2 (of O2) concentratie verandert in de tijd gedurende de

meting in het donker.

Hoe noemen we het proces dat verantwoordelijk is voor de productie van

CO2 (of opname van O2) in de pot (of de fles)?

Is dit proces gelijk aan andere processen die je kent? Zo ja, welke.

Zijn de veranderingen in de CO2 (of O2)concentraties gelijk bij de meting in

het donker en in het licht?

Vindt plant respiratie plaats gedurende de dag?

Als je gelijktijdig hebt gemeten met de CO2sensor en de O2sensor vergelijk

dan de verandering in zuurstof concentratie ten opzichte van de

verandering in koolstofdioxide concentratie. Wat is de verhouding van deze

veranderingen? Verklaar deze verhouding in veranderingen in concentratie.

Bestaat er een relatie tussen de temperatuur en de mate van respiratie van

de kiemende zaden?

Analyse van activiteit:

Bestudering van de grafiek leidt

leerlingen tot de conclusie dat

kiemdende zaden (planten)

respireren met gebruikmaking van

zuurstof, waarbij koolstofdioxide

wordt geproduceerd, dus op

eenzelfde wijze als dieren.

Een voorbeeld-meting m.b.v.

kiemende zaden van de

koekoeksbloem (3 petrischaaltjes

met 50 kiemende zaden in een

pot) wordt getoond in de grafiek. Deze meting is gedaan in het daglicht.

De meting toont dat de kiemende zaden CO2 produceren. Gedurende de

meting neemt de snelheid van de CO2productie af, de mate van respiratie

neemt af omdat er niet genoeg O2 in de gesloten pot aanwezig is.

Page 20: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 20

De resultaten van een meting bij kunstlicht zijn gelijk; alleen is de grafiek een

iets meer afgevlakt. Het experiment in deze activiteit toont aan dat planten

niet alleen gedurende de nacht respireren, maar ook overdag.

Aanvullend kan de temperatuursensensor gebruikt worden om de invloed van

temperatuur op de respiratiesnelheid te onderzoeken.

Hints and tips:

De verandering in CO2 (of O2)concentratie is zeer klein, ongeveer 0.5%. Door

te meten in parts per million (ppm) verkrijgt men meer gedifferentieerde data.

Door een percentagemeting echter, ziet men ook een verschil.

Coach 6 Activiteit:

1. Respiratie door een plant

Page 21: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 21

ACTIVITY 2. PROCESSES IN LIGHT AND DARK

Leerdoelen:

1. Veranderingen in CO2concentratie meten als

gevolg van fotosynthese en van respiratie

2. De relatie onderzoeken tussen de mate van

fotosynthese en de lichtintensiteit

3. Het bepalen van de mate van fotosynthese en

van respiratie

4. De relatie onderzoeken tussen de mate van

fotosynthese en de kleur van het licht

Operationele vaardigheden:

Sensoren en een interface aansluiten

De juiste parameters kiezen voor het data loggen

Gegevens verzamelen met een op tijdmeting gebaseerde instelling

Procedurele vaardigheden:

Data analyseren aan de hand van grafieken

Waarden/hellingen aflezen

Kwaliteit van de meting beoordelen

Gebruik van extra tijd

Materials:

Interface (CoachLab II/II+)

CO2gas sensor met bijbehorende 250ml meetfles en rubber dop

Lichtsensor (eventueel)

Krachtige lamp (bijv een bouwlamp of een groeilamp)

Grote glazen accubak gevuld met water (warmte reservoir)

Verse groene bladeren

Aluminiumfolie

Een aantal verschillende kleurfilters

Uitvoering:

1. Zet de accubak gevuld met water tussen de lichtbron en de meetfles.

TOEGEPASTE ICT

TECHNOLOGIE:

DATA-LOGGEN

STUDENT NIVEAU:

LEEFTIJD 17

AANGERADEN OPZET:

LEERLING ACTIVITEIT GELEID

DOOR LEERKRACHT

Page 22: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 22

Deze bak fungeert als hitteschild.

2. Sluit de CO2sensor aan op ingang 1 van de CoachLab.

3. Laat de sensor enige tijd rusten.

4. Ijk dan de sensor in de lucht (rustig heen en weer zwaaien door de

lucht).

5. Doe de verse groene bladeren in de meetfles en laat ze enige tijd rusten.

6. Wikkel de meetfles in aluminiumfolie en zorg zo dat er geen daglicht

meer bij de bladeren kan komen.

7. Ververs de lucht in de meetfles nog een laatste maal door de meetfles in

de lucht heen en weer te bewegen.

8. Plaats de CO2sensor op de

meetfles. Druk de sensor

langzaam op de fles tot ze

niet verder gaat. De sensor is

zodanig ontworpen dat ze de

fles goed afsluit.

9. Start de meting.

10. Verwijder na 10 minuten de

aluminiumfolie en laat de

meting doorlopen in daglicht.

11. Na weer 10 minuten zet je de

lamp aan.

12. Bepaal de mate van

fotosynthese en van

respiratie in deze drie

situaties.

13. verander nu de experimentopstelling zodanig dat je het effect van

verschillende kleuren licht kunt onderzoeken (door het plaatsen van de

kleurfilters voor de lichtbron).

Vragen:

Hoe verandert de CO2 concentratie als het licht uitgaat?

Welk proces is verantwoordelijk voor dit effect? Geef de reactievergelijking

die een belangrijke rol speelt als de bladeren langere tijd onder fel licht

staan.

Welke invloed heeft de lichtintensiteit op de mate van fotosynthese?

Welke invloed heeft de kleur van het licht op de mate van

Page 23: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 23

fotosynthese/respiratie.

Welke andere factoren beïnvloeden mogelijk de mate van de

koolstofdioxide productie?

Analyse van activiteit:

De resultaten van een

voorbeeldmeting zijn te zien in de

grafiek. In deze meting werden

spinaziebladeren gebruikt.

Gedurende de eerste 10 minuten

van de meting was de meetfles in

aluminiumfolie gewikkeld. Tijdens

deze periode neemt de

CO2concentratie toe; de de snelheid

van de CO2productie bedraagt 77

ppm/min (vastgesteld m.b.v. de hellingshoekfunctie).

In dit deel van het experiment vindt enkel respiratie plaats. De groene

bladeren ‘oogsten’ de energie die is opgeslagen in glucose moleculen door

oxidatie van de glucose, waarbij CO2 vrijkomt.

In het tweede deel van de meting wordt de alumimiumfolie verwijderd en

staat de meetfles in het licht (ongeveer 700 Lux). De CO2concentratie neemt

nog steeds toe, maar wel langzamer, met een snelheid van 44 ppm/min. Er

komt meer koolstofdioxide vrij door respiratie dan er wordt gebruikt door

fotosynthese.

In het laatste deel van het experiment wordt de bouwlamp aangezet. De

CO2concentratie daalt dan snel. De fotosynthese verloopt nu veel sneller. De

CO2 wordt tijdens de fotosynthese gebruikt bij de vorming van suikers.

Hints and tips:

Spinaziebladeren werken bijzonder goed in dit experiment en zijn het gehele jaar door verkrijgbaar bij de groenteboer of supermarkt. Houd de bladeren gekoeld tot het moment van gebruik voor het beste resultaat. 5 Minuten voor het experiment stel je de bladeren bloot aan fel licht.

7 tot 8 bladeren in de meetfles zijn voldoende om de veranderingen in CO2concentratie snel aan te tonen.

Coach 6 Activiteit:

2. Processen in het licht en in het donker

Page 24: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 24

ACTIVITEIT 3. FOTOSYNTHESE VOLGEN

GEDURENDE EEN LANGERE

PERIODE

Leerdoelen:

1. Veranderingen in CO2concentratie en in O2concentratie meten als gevolg van fotosynthese

en van respiratie gedurende een langere periode

2. Veranderingen in het proces fotosynthese waarnemen tijdens een dag-nacht cyclus

3. Begrijpen hoe de licht- en donkerreactie werkt

Operationele vaardigheden:

Sensoren en een interface aansluiten

De juiste parameters kiezen voor het data loggen

Gegevens verzamelen met een op tijdmeting gebaseerde instelling

Procedurele vaardigheden:

Data analyseren aan de hand van grafieken

Waarden/hellingen aflezen

Kwaliteit van de meting beoordelen

Materialen:

Interface (ULAB of CoachLab II/II+)

CO2-sensor

Lichtsensor

eventueel: O2sensor, temperatuursensor, vochtigheidssensor

Groene plant met grote bladeren

Grote (5 L) doorzichtige plastic fles

TOEGEPASTE ICT

TECHNOLOGIE:

DATA-LOGGEN

STUDENT NIVEAU:

LEEFTIJD 17

AANGERADEN OPZET:

LEERLING ACTIVITEIT GELEID

DOOR LEERKRACHT

Page 25: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 25

Uitvoering:

1. Plaats de plant in de fles:

snijdt de fles doormidden,

zet de plant op de bodem van de

fles,

het bovenste deel van de fles terugplaatsen (over de plant) en

vast tapen aan de de bodem van de

fles. Tape nog niet rondom doen,

omdat straks de sensoren er nog

bij moeten.

2. Sluit de CO2sensor aan op ingang 1 en de lichtsensor op ingang 2 van de interface.

Indien je meerdere sensoren gaat

gebruiken sluit je deze ook aan op de overige ingangen van de interface.

3. Ijk de CO2sensor

4. Plaats de sensoren in de fles. Gebruik hiervoor de opening in de fles, of de ruimte die je nog niet hebt dichtgetaped. Daarna alles goed dichttapen en

afsluiten

5. Start de meting en laat deze 72 uur duren.

6. Herhaal daarna het experiment waarbij je andere plantensoorten gebruikt.

Vragen:

Leg uit hoe de CO2concentratie verandert gedurende de meting. Wordt de

CO2 gelijkmatig gebruikt tijdens de fotosynthese?

Op welk moment is de CO2concentratie het hoogst en op welk moment het

laagst?

Wat gebeurt er met de CO2concentratie als het donker wordt en wat als het

licht wordt?

Hoe beïnvloedt licht de mate van fotosynthese?

Leg uit hoe de O2concentratie verandert gedurende de meting. Wordt O2

gelijkmatig geproduceerd tijdens de fotosynthese?

Op welk moment is de O2concentratie het hoogst en wanneer het laagst?

Wat gebeurt er met de O2concentratie als het donker wordt en wat als het

licht wordt?

Wat is de relatie tussen de pieken in de O2concentratie en de pieken in de

Page 26: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 26

lichtintensiteit? Verklaar waarom de ene piek na de andere volgt.

Op welk tijdstip van de dag produceert de plant het meeste zuurstof (of

gebruikt ze de meeste koolstofdioxide)?

Vindt er respiratie plaats gedurende de fotosynthese? Kun je dat zien in de

grafiek?

Bespreek de lichtafhankelijke en de lichtonhankelijke reacties van

fotosynthese. Verklaar met je bevindingen de vormen in de grafiek. Kun je

hiermee het ‘gedrag’ van het soort plant verklaren?

Analyse van activiteit:

Laat het experiment een paar

dagen lopen – hierdoor creëer je

de mogelijkheid om de processen

die plaatsvinden in de nacht en

overdag te bediscussiëren.

De resultaten van een

voorbeeldmeting met een

CO2sensor, een lichtsensor en een

temperatuursensor worden

getoond in de grafiek. Het is

gemakkelijk en overzichtelijk om

alle metingen in één grafiek te tonen. Met de optie ‘scan’ worden de gegevens

afzonderlijk geanalyseerd.

Met de optie ‘smoothing’ kunnen de data voor het licht vereenvoudigd worden

weergegeven waardoor een trend in de verandering van het licht zichtbaar

wordt.

Tijdens de nacht neemt de koolstofdioxide concentratie toe, deze

koolstofdioxide wordt geproduceerd tijdens respiratie. Overdag (als de

lichtintensiteit meer dan 2% bedraagt) neemt de koolstofdioxide concentratie

af. CO2 wordt gebruikt in de fotosynthese.

Hints and tips:

Planten waar een duidelijke waslaag op de bladeren ontbreekt geven betere

resultaten.

De fles waar de plant in staat dient heel goed afgesloten te zijn. Tape

desnoods nog een keer extra in.

De verandering in de zuurstofconcentratie is bijzonder klein, ongeveer 0.5%.

Door te meten in ‘part per million’ (ppm), verkrijg je meer gedifferentieerde

data. Echter, een meting met percentages laat ook verschillen zien.

Coach 6 Activiteit:

3. Fotosynthese volgen gedurende een langere periode

Page 27: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 27

ACTIVITEIT 4. HET LEVEN IN EEN VIJVER

Leerdoelen:

1. Begrijpen welke processen de zuurstof concentratie in een vijver bepalen

2. Grafieken betreffende zuurstof concentratie en lichtintensiteit kunnen interpreteren

3. De invloed onderzoeken van planten, dieren en licht op de zuurstofconcentratie in een vijver

Operationele vaardigheden:

Een model gebruiken om verschillende omstandigheden in een vijver te

simuleren

Procedurele vaardigheden:

Parameters in het model kunnen veranderen

Tijdens de uitvoering van het model actief observeren

Uitvoering:

Het model in deze activiteit berekent de zuurstof concentratie in een vijver. In

dit eenvoudige model bepalen fotosynthese en respiratie door planten,

alsmede respiratie door dieren de productie en consumptie van zuurstof in het

water. In het model kunnen de volgende factoren worden veranderd:

het aantal planten

het aantal dieren

de lichtintensiteit.

De leerlingen gebruiken het model om de zuurstofconcentratie in het water te

voorspellen en om de belangrijkste onderzoeksvraag te beantwoorden: welke

invloed hebben planten, dieren en licht op de zuurstof concentratie in het

water?

Vragen:

Wat gebeurt er met de zuurstof concentratie als er geen planten en geen

dieren in het water aanwezig zijn?

Wat gebeurt er met de zuurstof concentratie als er geen planten maar wel

dieren in het water zijn?

Wat gebeurt er met de zuurstof concentratie als het aantal dieren in het

TOEGEPASTE ICT

TECHNOLOGIE:

MODELLEREN, SIMULEREN

STUDENT NIVEAU:

LEEFTIJD 17

AANGERADEN OPZET:

LEERLING ACTIVITEIT

Page 28: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 28

water toeneemt?

Wat kun je zeggen over het effect van dieren op de zuurstofconcentratie in

het water?

Wat gebeurt er met de zuurstof concentratie als er alleen maar planten in

het water aanwezig zijn?

Wat gebeurt er met de zuurstof concentratie als het aantal planten in het

water toeneemt?

Wat kun je zeggen over het effect van planten op de zuurstofconcentratie

in het water?

Neem aan dat er alleen dieren in het water voorkomen, wat gebeurt er met

de zuurstof concentratie als:

- het volledig donker is

- als er licht is

- als de hoeveelheid licht schommelt?

Neem aan dat er alleen planten in het water voorkomen, wat gebeurt er

dan met de zuurstof concentratie als:

- het volledig donker is

- als er licht is

- als de hoeveelheid licht schommelt?

Op welk moment van de dag is de zuurstof concentratie in het water het

hoogst, en wanneer het laagst?

Wat is de invloed van licht op de zuurstofconcentratie?

Wat is de relatie tussen de pieken in zuurstofconcentratie en de pieken in

lichtintensiteit? Waarom bereikt het zuurstofniveau een piek nadat de

lichtintensiteit dat heeft gedaan?

Analyse van activiteit:

Leerlingen moeten het model en de relaties tussen de variabelen kunnen

uitleggen.

Tijdens de fotosynthese wordt zuurstof geproduceerd. Lichtintensiteit

beïnvloedt de fotosynthese; hoe hoger de lichtintensiteit, hoe hoger de

Page 29: Module Fotosynthese en Respiratie - Wiet-Info.nl · PDF fileFotosynthese en Respiratie Tekening door Michael Hagelberg Arizona State University’s Center for the Study of Early Events

Fotosynthese en Respiratie - 29

fotosynthesesnelheid.

De zuurstof in het water wordt gebruikt voor respiratie door zowel planten als

dieren. De respiratie wordt beïnvloed door de zuurstofconcentratie en door de

aantallen planten en dieren.

Het licht hangt af van de waarde voor lichtintensiteit. Als de waarde voor

lichtintensiteit :

- gelijk is aan 0, dan is er geen licht (donker)

- tussen de 0 en 100 ligt dan wordt een waarde van licht met een constante intensiteit weergegeven (100 geeft de maximale lichtintensiteit weer)

- hoger is dan 100, dan wordt een periodiek veranderend licht gegenereerd. Hiermee wordt een dag en nachtritme gesimuleerd.

De leerlingen simuleren situaties waarbij de aantallen planten, dieren en de

lichtintensiteit worden gevarieerd om vervolgens de veranderingen in de

zuurstofconcentratie te observeren. Op grond van hun waarnemingen

beantwoorden ze de vragen.

Na beantwoording van de vragen kun je met de studenten manieren

overleggen om het model zodanig te verbeteren dat het de realiteit beter

beschrijft, bijvoorbeeld door:

- aannames te maken over de aantallen dieren en de relatie tot de zuurstof concentratie (als er te weinig zuurstof is gaan de dieren dood)

- aannames te maken over de relatie tussen de aantallen dieren en de aantallen planten (de planten dienen als voedsel èn als bescherming voor de dieren)

- aannames te maken over de relatie tussen de aantallen planten en de aantallen dieren (de planten worden opgegeten door de dieren)

Tijdens een discussie kan het concept biologisch evenwicht toepgepast

worden.

Coach 6 Activiteit:

4. Het leven in een vijver