Moderne stad

16
MODERNE STAD Daniël Termont ‘We zien ons als regisseur van het stadsleven’ Peter Swinnen Het pilootproject dat de stad is Smart grids Mogelijkheden nog te weinig bekend SEPTEMBER 2014 Duurzaam Compact en dynamisch wonen Energie Een woonwijk zonder riolering Stadsverkeer Multimodale hubs, connected travelling of gewoon te voet BOUWEN AAN DE TOEKOMST DIT DOSSIER WORDT GEPUBLICEERD DOOR SMART MEDIA EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN KNACK www.schueco.be Ramen. Deuren. Gevels. Comfortabel. Veilig. Energiezuinig.

description

Een bijlage van Smart Media bij Knack

Transcript of Moderne stad

Page 1: Moderne stad

moderne stad

Daniël Termont ‘We zien ons als regisseur van het stadsleven’

Peter SwinnenHet pilootproject dat de stad is

Smart gridsMogelijkheden nog te weinig bekend

september 2014

Duurzaam Compact en dynamisch wonen

Energie Een woonwijk zonder riolering

Stadsverkeer Multimodale hubs, connected travelling of gewoon te voet

bouwen aan de toekomst

DIT DOSSIER WORDT GEPUBLICEERD DOOR SMaRT MEDIa EN VaLT NIET ONDER DE VERaNTWOORDELIJKHEID VaN DE REDaCTIE VaN KNaCK

www.schueco.be

Ramen. Deuren. Gevels.

Comfortabel. Veilig. Energiezuinig.

Page 2: Moderne stad

2

12

08

10

04

Peter Swinnen, Vlaams Bouwmeester

‘Vandaag de dag komt er een onnoemelijke druk op de stad te liggen’

ruimtelijke, sociale, economische en ecologische winsten geboekt worden voor de maatschappij en het individu. Misschien moet er daarbij nagedacht worden over een collectiviteitsbonus in plaats van de huidige geïndividuali-seerde woonbonus.

Omdat durven en kunnen geloven in een reële maatschappelijke omslag vaak gelijk staat aan ‘eerst zien en dan geloven’, heeft de verstedelijkte regio Vlaanderen dringend nood aan sterke pilootprojecten. Voorbeeldprojecten

die werkelijk aantonen dat ruimtelijke kwaliteit, intelligente investeringslogica en een sterk sociaal bewustzijn onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar. Zo heeft het Team Vlaams Bouwmeester de afgelopen jaren maximaal ingezet op de realisatie van sterke pilootprojecten. Dat onder meer rond stedelijke thema’s als ‘onzichtbare zorg’, ‘collectief wonen’ en ‘productief landschap’. Binnen die piloottrajecten wordt niet alleen het concept van de stedelijke omgeving geherdefinieerd. Pilootprojecten zetten tevens maximaal in op het stimuleren van samenwerking

Het pilootproject dat de stad is“De stad is niet alleen een van de oudste en meest beproefde maatschap-pelijke organisatievormen, het is tevens de plek waar collectiviteit hoogtij viert. En met die collectiviteit worstelen we permanent. Hoe genereus samenleven in een stedelijke context die immer groeit en complexer wordt? Omgaan met de stad van morgen, betekent radicaal durven inzetten op het realiseren van ruimtelijke kwaliteit, voor iedereen. De stad behoort immers tot het DNA van de mens. Maar van-daag de dag komt er een onnoemelijke druk op de stad te liggen, waarbij voornamelijk een afdoende en betaal-bare huisvesting, mobiliteit en open ruimte deficitair blijken. De enorm verspreide manier waarop er vandaag in Vlaanderen wordt geleefd, is daarbij onhoudbaar geworden. De noodzake-lijke investeringen voor weginfrastruc-tuur, openbaar vervoer, rioleringen en andere nutsvoorzieningen zijn disproportioneel groot. Vlaanderen verliest nodeloos veel geld door haar inefficiënt nederzettingspatroon.

tegen 2050 zal Vlaanderen 1,2 miljoen extra inwoners tellen. Dergelijke indrukwekkende statistieken vragen om even indrukwekkende ambities. Eerder dan een te lenigen noodzaak, kunnen deze voorspellingen gezien worden als een reële opportuni-teit voor een maatschappelijke omslag. Wonen in de stad betekent collectief wonen, en dus die zaken delen die gedeeld kunnen worden. Zo kunnen er

De stad, en bij uitbreiding Vlaanderen, heeft nood aan sterke maatschappelijke en ruimtelijke pilootprojecten. Geen papieren dromen, maar gerealiseerde projecten die inzetten op collectiviteit, buiten de lijntjes durven kleuren en over beleidsgrenzen heen durven gaan

DIT DOSSIER WORDT GEPUBLICEERD DOOR SMaRT MEDIa EN VaLT NIET ONDER DE VERaNTWOORDELIJKHEID VaN DE REDaCTIE VaN KNaCK

e ditor ial

04 Multimodale hubs, connected travelling of gewoon te voet

06 Mogelijkheden nog te weinig bekend

08 Profielinterview: Daniël Termont

10 Compact en dynamisch wonen

12 Een woonwijk zonder riolering

14 PPS als bouwsteen voor de steden van de toekomst

Hoofdredactie: Jerry Huinder, [email protected] tekst: Rafael Porto Carrero, Senne Starck Coverbeeld: Nico Van Dam Grafische vormgeving: Coen Hospes, Leon Mooijer Drukkerij: Roularta Printing

Over Smart MediaSmart Media helpt haar klanten om merken te versterken en de verkoop van producten te stimuleren door het produceren van content die is afgestemd op de behoeften van de doelgroep.

Smart Media levert sinds 2007 content marketing-oplossingen van wereldklasse. Bel ons vandaag nog, zodat wij u meer kunnen vertellen over hoe we uw bedrijf kunnen helpen.

Colofonproject manager: Ruben Lancksweerdt [email protected] productieleider: Ellen D’hondt

smart media publishing belgium bVbA Leysstraat 27, 2000 Antwerpen, Tel +32 3 289 19 40, [email protected], www.smartmediapublishing.com

tussen verschillende beleidsniveaus, administraties en bouwheren. Want enkel zo kan de stad van morgen écht het verschil maken: doorheen coproductie. Daarbij aansluitend moeten we durven stellen dat de trend van publiek-private samenwerking, waarbij een overheid steeds meer een beroep doet op privéontwikkelaars om haar overheidsinfrastructuur en gemeenschapsvoorzieningen te laten bouwen, niet zonder gevaar is. De commercieel interessantste private partner krijgt immers een substantiële zeg in de toekomst van onze steden, onze infrastructuur, onze scholen, onze woningen, onze gezondheidszorg, … Ook binnen het kader van Publiek-Private Samenwerking is er dringend nood aan intelligente pilootprojecten.

elke pOlitieke beslissing, elke maatschappelijke nood, elke vorm van innovatie landt uiteindelijk in de gebouwde ruimte. En die ruimte is wat ons letterlijk als samenleving verbindt, of in het geval van beunhazenbeleid, ons onherroepelijk uit elkaar drijft. Niets is immers zo kenmerkend voor een succesvol beleid als zijn gebouwd patrimonium, zijn architectuur, zijn infrastructuur, zijn omgang met ruimtelijke ontwikkeling en open ruimte. Het zijn de blijvende getuigen van de beslissingen van vandaag, de lakmoesproef van een visionair maatschappelijk project. Inzetten op stadsontwikkeling, is dan ook dé uitdaging van deze eeuw.”

Verbeelding krijgt vormGyproc biedt U de oplossingen

Uw gids in duurzame en innovatieve afbouwsystemen

SAINT-GOBAIN CONSTRUCTION PRODUCTS BELGIUM nvDivisie GYPROCSint-Jansweg 9 - Haven 1602 - B9130 KALLOTel.: +32 (0)3 360 22 11 - Fax: +32 (0)3 360 23 80www.gyproc.be - [email protected]

SILVERSILVER

Page 3: Moderne stad

“Luidop durven dromen, maar ook kennis en inspiratie halen bij elkaar”

Agoria Smart Cities community

› Met het project Liège ElectriCity wil Luik tegen 2020 uitgroeien tot “de Belgische hoofdstad van de elektromobiliteit”.

Wat kunnen we doen om ervoor zorgen dat ook in de toekomst, als de verstedelijking nog verder zal zijn toegenomen, onze steden leefbaar en aangenaam blijven? De grote Europese metropolen zijn zich van die uitdaging bewust,

en vele ervan werken al volop aan hun transformatie tot de ‘smart cities’ van morgen. Maar ook in België steken op dit terrein al heel wat mooie initiatieven de kop op. Agoria, de federatie van de technologische industrie, brengt in zijn

Smart Cities community alle betrokken partijen samen.

Help, onze steden groeien!De 134 Belgische steden tellen vandaag samen zo’n 5,7 miljoen inwoners, maar dat aantal stijgt gestaag. Een mooi voorbeeld is Antwerpen. Die stad kende tussen 1998 en 2007 een gemiddelde jaarlijkse groei van 2200 inwoners. Maar voor de periode 2008-2017 wordt uitgegaan van een gemiddelde jaarlijkse groei met bijna 6.000 inwoners. Een gelijkaardige tendens zien we ook in heel wat andere Vlaamse steden. In Wallonië verwacht men een bevolkingstoename met gemiddeld 10% per stad tussen 2011 en 2016. Brussel is zelfs goed voor een voorspelde stijging met 35% tussen 2010 en 2060.

In Groot-Brittannië maakte de overheid dit voorjaar 150 miljoen pond

vrij voor de oprichting van een nieuw technologiecentrum dat (Britse) bedrijven moet ondersteunen bij de ontwikkeling van producten en diensten die de uitbouw van slimme steden bevorderen. Tegelijk loopt in de Britse hoofdstad een openbare raadpleging over het Londense ‘Infra-structure Plan 2050’, dat betrekking heeft op de “gedurfde en radicale” infrastructuurinvesteringen die volgens de plaatselijke overheid nodig zijn om Londen “aangenamer te maken voor iedereen”. De totale kostprijs van dat plan zou tussen 2016 en 2050 kunnen oplopen tot maar liefst 1.750 miljard pond. Inner Londen behoort dan ook tot de jongste regio’s van de Europese Unie en zijn bevolking, nu zo’n 3,1 miljoen, groeit nog jaarlijks aan doordat er veel meer kinderen worden geboren dan dat er mensen komen te overlijden.

Stakeholders samenbrengen“Londen is een typisch voorbeeld van een wereldstad die zwaar moet inzet-ten op projecten om haar toekomstige leefbaarheid te vrijwaren. En dat doet ze goed,” vindt Freddy Vandaele, oprichter van de Agoria Smart Cities community. In die community brengt Agoria, de federatie van de technolo-gische industrie, sinds enkele jaren alle partijen samen die op de een of andere manier betrokken zijn bij de uitbouw van smart cities in ons land: overheden, technologiebedrijven, kenniscentra, onderzoeksinstellin-gen,... Freddy Vandaele: “Een dergelijk initiatief was dringend nodig, want ook in eigen land mogen we niet blind zijn voor het fenomeen van de toenemende verstedelijking en de concrete uitda-gingen die dat met zich meebrengt op het vlak van o.a. mobiliteit, water- en energieverbruik, afvalbeheer, infra-structuur zoals bouw van woningen of scholen, enz.”

Via de Smart Cities community krijgen onze steden inspiratie aangereikt voor de aanpak van die uitdagingen (“Alles begint bij het durven dromen over am-bitieuze projecten en bij de inpassing daarvan in een budgettair realistische totaalvisie,” aldus Freddy Vandaele), maar kunnen ze tegelijk ook de nodige knowhow en persoonlijke contacten verwerven voor de concrete realisatie van hun projecten.

Gent, Kortrijk, Luik… België timmert aan de wegEn die formule werkt. Mede onder impuls van de Agoria Smart Cities community overwinnen steeds meer Belgische steden hun koudwatervrees en beginnen ze actief te investeren in smart cities-projecten.

Zo vertelde Willy Demeyer, burgemees-ter van Luik, tijdens Agoria’s Smart Cities Forum 2014 over het project ‘Liège ElectriCity’. Met dat project wil Luik tegen 2020 uitgroeien tot de Belgische hoofdstad van de elektro- mobiliteit (auto’s, bussen). De realisatie van die uitdaging werd toevertrouwd aan zo’n 280 universiteitsstudenten, die worden aangemoedigd om concrete projecten en actieplannen in te dienen.... die daarna aan de bevolking zullen worden voorgelegd. Luik wil zo de luchtkwaliteit in de stad verbeteren, de parkeerproblemen verminderen en de stad vlotter toegankelijk maken.

Daniël Termont, burgemeester van Gent, lichtte tijdens hetzelfde congres diverse Gentse voorbeelden van smart cities-projecten toe. Een ervan is het in samenwerking met Digipolis Gent gerealiseerde project Netwerk Digitaal Talent Punten. Dit is een netwerk van meer dan 75 openbare computer-ruimtes in Gent waar mensen gratis kunnen gebruik maken van computer en internet, indien gewenst met bege-leiding en hulp. De benaming Digitaal Talent Punten (DTP) werd ingevoerd om de herkenbaarheid van de ruimtes te vergroten.

Een andere stad die mee tot de Bel-gische koplopers inzake smart cities behoort, is Kortrijk. Die stad sleepte in januari de eerste Belgische ‘Smart City

Award’ in de wacht, in een mede door Agoria georganiseerde competitie. Kortrijk werd bekroond om zijn door burgemeester Vincent Van Quicken-borne gesteunde ‘Shop & Go’-project, waarbij bezoekers of leveranciers een

“Via het Shop & Go-systeem kunnen bezoekers of leveranciers een half uur lang gratis parkeren in Kortrijk.”Vincent Vanquickenborne (Kortrijk)

half uur lang gratis kunnen parke-ren in Kortrijk. Dankzij een systeem van draadloze sensoren in de grond, volgen parkeerwachters de par-keerduur van automobilisten in het stadscentrum op. Parkeertickets zijn zo niet langer nodig. Ook Gent (stads-spel ‘Zwerm’), Luik (interface voor gebarentaal), Roeselare (stadsverwar-mingsnet) en Sint-Niklaas (digitaal handelsplatform ‘Nuvonet’) vielen in de smaak bij de juryleden.

Meer weten over de Agoria Smart Cities community? Surf naar www.agoria.be/smartcities“Via de Agoria Smart

Cities community helpen we de Belgische steden om een visie en concrete projecten rond dit thema te ontwikkelen.”Freddy Vandaele (Agoria)

© S

RW

T

ADVERTORIAL

Page 4: Moderne stad

4

actu e e l stadsve r ke e r

multimodale hubs, connected travelling of gewoon te voetHoe lang blijft Koning Auto het stadsverkeer domineren? Een zeer goede vraag, met enkel een mix aan antwoorden. “Multimodale hubs met light rails en verhuur van lichte elektrische voertuigen en fietsen zijn de toekomst.”

tekst RAfAEL PoRTo CARRERo

De Verenigde Arabische Emiraten willen een nieuw optrekje in de woes-tijn planten. Kostprijs: 22 miljard dollar. De oliesjeiks hebben weer eens wat geld te veel, denk je dan. Maar toch opvallend. Laat het net deze oliebaron-nen zijn die brandstofslurpers volledig uit de nieuwe stad willen verbannen. Masdar City of ‘Bronstad’ heet het project. Alles wat rondrijdt in de stad, zal elektrisch aangedreven zijn, op basis van duurzame energievormen. Kunnen we Antwerpen, Gent of zelfs Brussel ook in een dergelijke stad veranderen? De wil is er. Want ook bij ons probeert de overheid alternatieve vervoerssystemen te stimuleren, eisen bewoners betere lucht en nemen innovatiesubsidies toe.

maar er is nog werk aan de winkel. Volgens Touring en Febiac vindt één derde van de weggebruikers het openbaar vervoer ontoereikend. De auto zou voor het woon-werkverkeer de laatste jaren zelfs aan terrein gewonnen hebben. Het Instituut voor Mobiliteit van de Universiteit van Hasselt (IMOB) bevestigt deze trend, maar ziet één klein lichtpunt. “Uit onze laatste studie blijkt dat het aandeel van de fiets duidelijk stijgt”, verklaart professor Davy Janssens van het IMOB. Volgens de academicus is dit een interessante evolutie, maar “het is nog te vroeg om van een totale mentaliteitswijziging te spreken. Ook is het jammer genoeg zo dat amper 55 procent van de Vlamingen nooit of minder dan éénmaal per jaar de bus neemt. En de helft reist nooit of min-der dan één keer per jaar met de trein.” de nieuwe vlaamse regering heeft dus nog werk voor de boeg. Directeur

Koen Valgaeren van het Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM) meent dat het (openbaar) vervoer, de infrastructuur en de noden van de individuele gebruikers beter op elkaar afgestemd moeten worden. Initiatieven zoals het mobiliteitsbudget, derde werkplekken, carpoolen en het delen van voertuigen moeten onderdeel uitmaken van het mobiliteitsbeleid van bedrijven en overheden. “Bedrijfszones moeten vlotter bereikbaar worden. Ze liggen vaak ver buiten de stedelijke regio’s.” Hij ziet het mobiliteitsvraagstuk als een drieluikspuzzel. Deze kan je

kunnen modale transporthubs dienen. Dat zijn plaatsen waar ze gecombineerd worden met de verhuur van elektrische voertuigen of fietsen, zodat elke reiziger over voldoende alternatieven beschikt. Het huidige samenspel tussen De Lijn, het autodelen van Cambio en de NMBS is een stap in die richting. Koen Valgaeren wijst er in deze context op dat er ook woon-winkel- en recrea-tieve verplaatsingen zijn. “Mobiliteit is maatwerk op individueel vlak”, vult hij aan. Daarnaast willen vele stadsbewo-ners gewoon meer levenskwaliteit. “De tijd dat de rode loper uitlag voor de auto, is voorbij”, wil Sara Matthieu, een mobiliteitsspecialiste van Groen en gemeenteraadslid in Gent, hierover kwijt. “Maar dat wil uiteraard zeggen dat we investeren in randparkings met snelle tramverbindingen en deelfiet-sen voor bezoekers en pendelaars.”

dit zijn allemaal interessante ideeën, maar ze lijken mijlenver van Masdar City. Toch is ook bij ons de stad aan populariteit aan het winnen. Daarnaast leven we in digitale tijden. Waar kunnen deze trends op elkaar stoten? “Big Data leveren nieuwe inzichten en maken een continue monitoring van de stadsmobiliteit mogelijk”, weet de Hasseltse academi-cus Davy Janssens. “Ze bevatten gedetailleerde informatie over tijd- en ruimtegebruik. Die passen we toe in een stadsomgeving”, vervolgt hij. “Intelligente transportsystemen (ITS) op basis van real-time datasets maken veel mogelijk.” Mobiele parkeergelei-ding in de stad Gent is daarvan een voorbeeld. Via een mobiele pagina kun je gaan kijken in welke

‘De helft van de Vlamingen reist minder dan één maal per jaar met de trein’ Davy Janssens

alleen oplossen door verschillende initiatieven op de juiste manier in elkaar te passen. En dit zowel op het vlak van vervoer en infrastructuur als van de mensen.

Over de OplOssingen is professor Janssens het merendeels eens, maar hij wijst vooral op het management door de overheid. “Thuiswerk doet je minstens twee verplaatsingen per dag uitsparen. Ook prijsmaatregelen zoals een slimme kilometerheffing, een efficiënt parkeerbeleid en een mobiliteitsbudget doen mensen nadenken over hun verplaatsingen.” Als belangrijke alternatieven voor de auto

‘Alternatieven moeten sneller, comfortabeler en betrouwbaarder zijn dan de auto. In Helsinki bundelt een app alle transportsystemen’ Sara Matthieu

Allego maakt het mogelijk om elektrische vervoersmiddelen probleemloos op te

laden. Eenvoudig en betaalbaar. Daarom ontwikkelen wij laadoplossingen op maat, voor gemeenten, bedrijven en vervoers-bedrijven. Bij Allego geloven wij dat u niet hoeft te investeren in infrastructuur en kennis om elektrisch vervoer mogelijk te maken. Die investeringen komen voor onze rekening. Wij beheren, onderhouden en ex-ploiteren de geplaatste laadinfrastructuur.

BedrijfsoplossingenBedrijven krijgen steeds vaker de vraag of klanten of bezoekers even hun auto kun-nen laden terwijl ze op bezoek zijn. Door de sterke toename van elektrisch vervoer groeit ook de behoefte aan laadpalen voor elektrische auto’s. De meeste bedrijven hebben niet de tijd en kennis om uit te zoeken welke laadoplossing het beste past. Allego helpt bedrijven bij het maken van een duurzame, toekomstgerichte keu-ze. Of het nu gaat om een parkeergarage, bedrijventerrein of parkeergelegenheid bij een ziekenhuis, hotel of winkelcentrum.

Wij zorgen dat personeel, klanten en bezoekers eenvoudig hun elektrische auto kunnen laden.

Openbaar vervoerAllego richt zich op het elektrificeren van alle verkeerstromen in de stad. Een goed voorbeeld is het openbaar vervoer, dat bin-nen afzienbare tijd volledig elektrisch is. Wij helpen gemeenten en vervoerders bij deze stap. Zo bieden wij een laadoplossing op maat voor vervoersbedrijven en helpen wij gemeenten bij het maken van strategische keuzes, zoals het scheiden van de aanbie-der van het vervoerconcept en de daarvoor benodigde infrastructuur. Samen versnellen wij zo het gebruik van elektrisch vervoer.

Meer weten?Ga naar www.allego.eu of volg ons op Twitter via @AllegoCharging.

Kunt u al overal laden?

Allego bvba | Antwerpen | [email protected]

ADVERTORIAL

Page 5: Moderne stad

5

sven augusteyns

Stedenbouwkundige bij architectenbureau Stramien en woordvoerder van het project Ringland.

■ wat hOudt het prOject in?

“Ringland is een landmassa gevormd door de overkap-ping van de antwerpse Ring. De oppervlakte is even groot als de antwerpse binnen-stad. Dit biedt enorm veel kansen voor de stadsontwik-keling, het verminderen van de files en het verbeteren van de leefbaarheid in de stad antwerpen. als we het internationaal en stedelijk verkeer in afzonderlijke tunnels van elkaar scheiden, wordt de ring veiliger, overzichtelijker en verbetert de doorstroming.”

■ wat is het vOOrdeel?

“Ringland heeft het nodige draagvlak op korte termijn opgebouwd. Het biedt een oplossing voor het vermin-deren van de files, geluids-overlast en slechte lucht-kwaliteit. Het biedt de nodige ruimte voor de stadsontwik-keling rondom de Ring.”

■ hOe grOOt is de kans nOg Om

dit Om te zetten?

“Ringland is noodzakelijk. Het zal er komen. De bevolking staat er positief tegenover en politici zijn op de hoogte van de grote meerwaarde. Deze legislatuur is dan ook belang-rijk. Nu zetten we de eerste stappen naar een volledige overkapping. De overkap-pingsstudie van de Vlaamse Overheid is daar één van.”

3 vragen aan...multimodale hubs, connected travelling of gewoon te voet

ondergrondse parking er nog plaats is. Dynamische routebegeleiding op basis van ICT met sensoren, gps- en gsm-data is een tweede voorbeeld. Files en stilstaand verkeer zorgen voor veel tijdverlies, houden de motor langer draaiende en vervuilen de lucht. Een navigatiesysteem met dynamische routebegeleiding plant om de probleemzones heen. Het doet dit op basis van TMC-informatie

comfortabeler en betrouwbaarder zijn dan de auto. Dat meent althans Sara Matthieu, “In Helsinki heeft men de ambitie om de auto in de stad overbodig te maken”, merkt het Gentse gemeenteraadslid op. “Er is een app die alle transportsystemen bundelt. Dat is een kleine revolutie in gebruiksgemak die ik graag naar Gent zou exporteren.”

maar tOch, menige Oma zou hierop zeggen: ‘Ik snap er niks van. Vroeger was alles beter. We gingen gewoon met de fiets.’ Is dat misschien het alternatief voor koning auto? “Ik geloof er wel in dat elektrisch fietsen het – samen met lopen – helemaal gaat worden in de stad, vooral omdat die fietsen eindelijk van hun sullige imago afkomen en de faciliteiten steeds beter worden”, vertelde Frank Rieck, future mobility lecturer van de Hogeschool van Rotterdam, aan de collega’s van Smart Media Nederland. Dat is een mening waarmee onze experts het gedeeltelijk eens zijn. Maar ook met andere argumenten. “Als de infrastructuur verbeterd wordt, zullen deelfietssyste-men aan populariteit winnen”, meent Koen Valgaeren van VIM. “De auto zal op termijn niet meer in de binnenstad raken. Of het beleid zal het niet meer mogelijk maken. Of het verkeer zit gewoon te vast.” Rekenaar Davy Janssens trekt een ander besluit uit zijn datasets: “De gemiddelde afstand woon-werkverkeer bedraagt ongeveer 17 kilometer. Dat is te ver om met de fiets te overbruggen, maar met een elektrische fiets wordt het wel haalbaar.” Maar het kan nog eenvoudiger dan per fiets. “Nu gaan mensen al vaker te voet in de steden dan in de rest van Vlaanderen”, besluit professor Janssens.

‘Big data maken continue monitoring van de stadsmobiliteit mogelijk’Davy Janssens

(Traffic Message Channel) om de reisweg tijdens het rijden aan te passen. “Ten slotte zijn er nog gepersonaliseerde dynamische reisinformatiesystemen en matching services voor carpooltoepassingen die met genetwerkte sociale gegevens tot stand komen”, betoogt de academicus.

tOt masdar city zal het in Vlaanderen wellicht nooit komen. Daarvoor zijn onze steden te oud en is het project misschien gewoon te elitair, maar aan een wereldwijde trend naar een ICT-onderbouwde deeleconomie lijken ook wij niet te ontsnappen. Velen beslissen per rit welke vervoerssoort het beste bij hen past. Om mensen te doen overstappen van autogebruik naar deelsystemen en openbaar vervoer, moet het vooral sneller,

Het principe van warmtekrachtkoppeling, of WKK, is eenvoudig: de restwarmte die een

stroom-generator produceert wordt opgevangen en vervolgens op zijn beurt nuttig aangewend. Bijvoorbeeld voor de productie van extra elek- triciteit en voor het verwarmen van gebouwen.

In de energievoorziening van de moderne stad staan warmte en elektriciteit niet langer los van elkaar. Dankzij warmtekrachtkoppeling is een maximale efficiëntie mogelijk. E. Van Wingen ontwikkelt WKK-installaties, standaard en op maat, zowel voor grote bedrijven als voor kmo’s.

In beide gevallen levert WKK een netto besparing aan brandstof op – goedkoper voor de gebruiker én beter voor het klimaat, zeker wanneer gebruik wordt gemaakt van biomassa.

De WKK-technologie is niet alleen interessant voor grote bedrijven. Ook middelgrote gebruikers kunnen ervan profiteren om hun energiefactuur te drukken. Voorbeelden zijn kmo’s, hotels, grootkeukens, sporthallen, woon- en zorgcen-tra, scholen en zelfs wellnesscentra. “In principe is WKK interessant voor iedereen die energie- gebruik wil koppelen aan gebruiksgemak”, vertelt Jean-Pierre Van Wingen, General Manager van E. Van Wingen NV uit Evergem. EVW is al sedert 1992 actief op de WKK-markt, en heeft de voorbije 22 jaar in België tientallen warmte- krachtkoppelingen geïnstalleerd. “Onze sterkte ligt in klantspecifieke WKK-projecten met een groot vermogen die een doorgedreven engineering vereisen”, aldus Van Wingen. “Van engineering

en fabricage tot installatie en service, de WKK-gebruiker die mikt op duurzaamheid vindt in ons een specialist als partner.”

Mini-WKKVoor middelgrote klanten is vooral de zogenaam-de Mini-WKK interessant, een standaard WKK- installatie met een elektrisch vermogen van 9 of 12 kW, op aardgas of bio-olie. “Dit product werd door onszelf ontwikkeld en is onmiddellijk inzetbaar en eenvoudig (mobiel) te beheren.”

De Vlaamse Proeftuin voor Elektrische Voertuigen heeft haar oog al laten vallen op de Mini-WKK van EVW. De vestiging van Siemens in Huizingen gebruikt de Mini-WKK in haar lokale smart grid waarin hij onder meer warmte levert aan de bedrijfskeuken. Maar deze Oost-Vlaamse kmo profiteert natuurlijk ook zelf van de eigen technologie. “Wij hebben drie elektrische wagens die rijden op de stroom van onze eigen

RatIonEEl EnERgIEgEbRuIK DanKzIj WKK

Een aardgasinstallatie die 310 kW aan elektriciteit levert en dankzij WKK met maximale efficiëntie opereert.

Een Mini-WKK, geïnstalleerd bij Garage Moderne in Kuurne. De warmte wordt gebruikt om de werkplaats te verwarmen. De stroom gaat naar de laadpalen voor elektrische auto’s.

Mini-WKK, die tevens onze gebouwen verwarmt.”Mede dankzij technologieën zoals WKK ziet Van Wingen energie stilaan evolueren van een kostenfactor naar een trigger voor bedrijven, maar ook steden en gemeenten, om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen. “WKK wordt stilaan een vast onderdeel in de architectuur van slimme energienetten, zeker in moderne steden.” ■

ADVERTORIAL

Page 6: Moderne stad

6

“Elektrische fietsen of auto’s die op het meest ideale moment opgeladen worden. Bij een mogelijke storing in energievoorziening gebeurt het opsporen van de oorzaak veel sneller dan nu het geval is. En fraude bij energieafname kan worden opgespoord, want ‘aftakken voor de meter’ kan gemakkelijker gedetecteerd worden.”

“De stimulans voor de Vlaamse eindgebruiker is op dit moment nog te klein om mee te investeren in projecten of om zijn gedrag aan te passen. Via tariefstructuren en nieuwe diensten op de energiemarkt kan hier iets aan veranderen. Daarnaast zijn de kennis en technologie om slimme netten te realiseren wel aanwezig in Vlaanderen en België, maar momenteel zijn er nog te weinig concrete toepassingen. Hij blijft vooralsnog teveel hangen in het stadium van demonstratie- en pilootprojecten. Ettelijke eindgebruikers van de technologie, zowel residentieel als industrieel, kennen ook nog niet alle mogelijkheden.”

“Idealiter zorgt een smart grid voor actieve betrokken-heid van de eindgebruikers van energie bij het in evenwicht houden van het elektriciteitsnet – in het jargon beter bekend als ‘vraagsturing’. Een concreet voorbeeld, voor particulieren, is het laten draaien van de wasmachine op een moment dat er een overschot van elektriciteit is. De prijs van elektriciteit zal in een smart grid op termijn ook variëren in de loop van de dag. Veel meer dan nu het geval is met het piek- en daltarief. Op industrieel vlak kunnen bedrijven energie-intensieve processen dan meer of minder inzetten afhankelijk van de actuele energiekost.”

“Slimme huishoudtoestellen (wasmachines, droogkas-ten, elektrische boilers) kunnen gebruikt worden om de vraag naar energie aan te passen aan het aanbod. Hierbij kan de capaciteitsvergoeding, waarbij een deel van de elektriciteitskost bepaald wordt door de grootste stroompiek in je verbruik of injectie en die er in Vlaanderen zit aan te komen, een trigger vormen om deze technologie op huishoudelijk niveau beschikbaar te maken. Het afstemmen van het huishoudelijk verbruik op de productie van elektriciteit uit zonne-energie kan dan namelijk leiden tot een verlaging van de elektriciteitsfactuur.”

“Een belangrijk obstakel op weg naar slimme energie-systemen zijn de randvoorwaarden waarbinnen smart grids moeten functioneren. Ik heb het dan vooral over de regelgevende en wetgevende context. De huidige energiemarkt is vooral geënt op centrale productie en decentraal gebruik. Hoewel demand response, zeker op industrieel vlak, vandaag technisch al mogelijk is, blijft het onduidelijk welke speler op de elektriciteitsmarkt welke bevoegdheden heeft. Bovendien zijn er heel wat grijze zones, zeker daar waar vraagaanpassingen van de ene speler impact hebben op de werking van een andere speler. Bij EnergyVille doet men daarom grondig onderzoek naar nieuwe marktstructuren.”

“In wezen is het doel van slimme energie de productie en het gebruik van energie ‘kneedbaar’ te maken, via het zogenaamde demand response-beleid. Zo kunnen we ons wapenen voor een toekomst, waarin onze elektrici-teitsproductie uit zon- en windenergie zal gehaald worden en dus afhankelijk wordt van de (onvoorspel-bare en wisselende) weersomstandigheden. Hierdoor komt er grote nood aan het afstemmen van de vraag op het aanbod. Een belangrijk onderdeel hiervan is het gebruik van thermische en elektrische opslagmogelijk-heden. Momenteel bestaan er al enkele zogenaamde ‘aggregatoren’, die bijvoorbeeld het elektriciteitsverbruik van een bedrijf kunnen beperken op kritische momen-ten, zonder negatieve gevolgen voor het productieproces binnen het bedrijf. Door de huidige situatie en het wegvallen van drie kernreactoren (Doel 3, Tihange 2 en Doel 4) kan deze technologie wel eens sneller nodig zijn dan verwacht.”

“Vraagsturing. Wanneer de eindverbruiker slimmere apparatuur installeert, kan het net in principe in balans gehouden worden door de vraag te regelen (in plaats van het aanbod, zoals het nu gebeurt). Hierdoor zal je wasmachine, de autobatterij van je elektrische auto, enzovoort werken en opladen wanneer er genoeg aanbod is van energie, niet wanneer je de toestellen aanzet.”

“De kostprijs. Slimme energienetten vragen een grote investering. De winst zit in de lagere operatiekosten. Hier valt niets aan te doen door Elia, dit is immers afhankelijk van de overheid en regulator, die mee de tarieven bepalen. Natuurlijk gaan we ervan uit dat de hele wettelijke omkadering van het elektriciteitsnet zal evolueren naar een model dat een optimaal gebruik van smarts grids mogelijk maakt.

“Slimme energie betekent voor ons in de eerste plaats slimmere netten. Die moeten beter en gemakkelijker uit te baten zijn wanneer we tegen de limieten van het elektriciteitsnet aan schuren. Beter, in de zin dat we meer kunnen monitoren en dus proactief kunnen werken. Gemakkelijk, in de zin dat de veiligheidsmar-ges kleiner mogen zijn, precies omdat we meer monitoren. Bij Elia hebben we ook al verschillende technologieën uitgetest die typisch zijn voor een smart grid, zoals dynamic line rating. Hierbij variëren we de hoeveelheid stroom die over een hoogspanningsnet wordt getransporteerd, afhankelijk van factoren zoals de windsnelheid, de temperatuur en de inval van zonlicht. Het stroomverlies op lange afstand kan dan gevoelig worden ingeperkt.”

hOe ziet u de tOekOmst van ‘slimme energie’?

welke struikel-blOkken staan een dOOrbraak van smart grids mOmenteel nOg in de weg

kent u enkele cOncrete tOepassingen die een directe impact zullen hebben Op Onze wOOn-werkOm-geving?

heidi lenaerts

algemeen directeur Smart Grids Flanders

davy geysen

Coördinator van het EnergyVille HomeLab

axelle pOllet

System operatorbij Elia

mogelijkheden nog te weinig bekendIn een Europa dat zijn energie zoveel mogelijk wil halen uit hernieuwbare bronnen, moet elke moderne stad uitgerust zijn met een smart grid. We vroegen drie experts naar hun verwachtingen van ‘slimme energie’. “Met smart grids kunnen we de productie en het gebruik van energie ‘kneedbaar’ maken.”

tekst SENNE STARCKx

expe rtpan e l smart g r i ds

Page 7: Moderne stad

EnErgiE andErs bEkijkEnIn 2050 zal 75% van de we-reldbevolking in een stedelijke omgeving wonen. EDF is ervan overtuigd dat de klassieke manier om met energie om te gaan moet herbekeken worden en dat er nieuwe en duurzame oplossingen aangeboden moe-ten worden aan de burgers.

In België ontwikkelt EDF Luminus een innovatiestrate-gie en gaat de uitdagingen na op vlak van energie, economie en milieu. EDF Luminus legt de nadruk op nieuwe tech-nologieën voor de productie van elektriciteit, energie-efficiëntie, de sociale impact van projecten en de invloed ervan op het milieu. Hiervoor zetten de Groep EDF en EDF Luminus in 2012 een eerste belangrijke stap met de eerste samenwerkingsovereenkomst rond duurzame steden met de provincie Luik. Dit om exper-tise te delen en concrete duur-zame en innovatieve projecten uit te werken op vlak van energieprestatie, elektrische mobiliteit en ‘smart grids’.

De groep EDF, wereldleider in elektriciteit en belangrijkste elektriciteitsproducent in Europa, investeert jaarlijks 500 miljoen euro in R&D. Eén van de belangrijkste prio-riteiten hierbij blijven duur-zame steden.

PartnErs van smart city gEnkOp 8 juli 2014 tekende stad Genk een samenwerkingsover-

eenkomst met de groep EDF en EDF Luminus op het tech-nologie- en wetenschapspark Thor Park. Stad Genk, onlangs verkozen tot overheidsorgani-satie van het jaar 2014, inves-teert in verschillende projec-ten op het vlak van duurzame mobiliteit, energie-efficiëntie en in de ontwikkeling van nieuwe energietoepassingen. EDF Luminus en de groep EDF stellen hun expertise ter beschikking om een aantal projecten te ondersteunen.

Een concreet voorbeeld van deze ambitieuze samenwerking is de analyse die zal gebeuren van alle straatverlichting op het grondgebied van Genk, met inzet van een helicopter, een primeur in België. De beoogde resultaten hiervan zijn talrijk: het verhoogt het comfort en de veiligheid van de burgers. Het energieverbruik wordt geoptimaliseerd, het maakt duurzaam investeren in slimme technologieën moge-lijk en het gaat lichtvervuiling tegen. In het kader van de ontwikkeling van elektrische mobiliteit in de provincie Lim-burg zal EDF Luminus tevens een studie uitvoeren voor de inplanting van publieke laad-infrastructuur voor elektrische en hybride voertuigen in 44 Limburgse gemeenten, onder beheer van Infrax, waaronder ook Genk. Europa wenst tegen 2020 een 12.000 laadpalen in België, waar de teller vandaag slechts op 1.000 staat.

Daarnaast zijn er ook pro- jecten voorzien rond energie-

efficiëntie en –optimalisatie in openbare gebouwen met oog voor integratie van hernieuw-bare energiebronnen en zal Genk ook deelnemen aan onderzoeksprojecten van de EDF groep.

HoogwaardigE tEcHnologiEoP tHor Park Met de ontwikkeling van Thor Park, een domein van 93 ha, gelegen op de voormalige mijnterreinen van Waterschei, zet stad Genk in op smart energy en smart grids. De ambitie van de stad is om Thor de komende jaren uit te bouwen tot dé hotspot voor technologie, energie en innova-tie waar zowel top research & development en bedrijvigheid thuishoren als de ontwikkeling van technologisch talent via de T²-campus, de technologie- en wetenschapscampus.

Wat smart grids betreft, heeft Stad Genk samen met partner Infrax de ambitie om binnen het Thor Park een regelluwe zone te verwezenlijken waardoor bedrijven onderling energie kunnen uitwisselen en commercialiseren, met als doel om de volledige zone maximaal self-supporting te maken op vlak van energie. Stad Genk onderzoekt even-eens de mogelijkheden voor

windmolens en warmtenetten middels geothermie op het park. Thor zal als “living lab” beschikken over alle mogelijke tools en middelen om als test-tuin voor onderzoek en open innovatie te fungeren.

Thor Park is de thuisbasis van EnergyVille dat in het najaar van 2015 haar deuren opent. Het is een plek waar de onder-zoeksinstellingen KU Leuven, VITO en Imec onder één dak werken aan business develop-ment en samen onderzoek ver-richten naar duurzame energie en intelligente energiesyste-men. EnergyVille beschikt met haar meer dan 200 onderzoe-kers en zeven gespecialiseerde labo’s over top expertise en in-frastructuur die in de vorm van een open innovatieplatform ter beschikking zal gesteld worden aan ondernemingen actief in energie business. Energy-Ville wil in het Thor Park een stimulans zijn voor onderzoek, bedrijfsontwikkeling en jobs.

De IncubaThor, een diensten-platform voor bedrijven met flexibele infrastructuur, biedt plaats aan starters en spin-offs rond duurzame projecten.

Met het hoogwaardig bedrij-venpark MoThor worden in de eerste fase zeven duurzame gebouwen gerealiseerd, goed

EDF Luminus, partner van duurzame steden

voor 37.500 m² ruimte voor kantoren en ateliers. Het Thor Park heeft de ambitie om uit te groeien tot hét state-of-the-art technologie- en weten-schapspark met internationale uitstraling én activiteiten.

ovEr EdF lUminUs“Belangrijkste challenger, elektriciteitsproducent en energieleverancier op de Bel-gische markt, EDF Luminus, maakt deel uit van de groep EDF. Met een geïnstalleerd vermogen van 1.897 MW eind 2013, vertegenwoordigt EDF Luminus ongeveer 10% van de Belgische productiecapaciteit in elektriciteit. EDF Lumi-nus is een historisch groene energieproducent en beschikt over elektriciteitscentrales op aardgas, windmolenparken en waterkrachtcentrales op ver-schillende sites in Vlaanderen en Wallonië. Daarnaast bezit EDF Luminus ook enkele par-ticipaties in nucleaire installa-ties. Onder het merk Luminus verkoopt het bedrijf elektriciteit en gas aan ongeveer 1,7 mil-joen particuliere en zakelijke klanten, goed voor een com-mercieel marktaandeel van ongeveer 20%. EDF Luminus is ook actief op de nationale en internationale energiemarkten als aan- en verkoper van gas en elektriciteit. Het bedrijf telt ongeveer 900 medewerkers.” ■

ADVERTORIAL

Page 8: Moderne stad

8

i nte rvi ew

Menig bezoeker van conferenties over de stad van de toekomst zal dit beamen. Noem enkele keren smart city. Vertel wat over de allernieuwste technologie om auto’s door de stad te sturen. Koppel er dan een politiek doel aan en men neemt je serieus. Dit is echter niet zo in Gent. Voor burgemeester Daniël Termont (sp.a) behoren simpele voorstellen ook tot het concept.

wat verstaat u Onder

een smart city?

“Er bestaat geen vertaling. Is het een slimme stad? Het is ruimer dan dat. Voor ons is het synoniem van een modern, duurzaam, ecologisch verant-woord en sociaal beleid. Zo’n stad betrekt zijn inwoners bij het beleid. De burger wordt medebestuurder. Elke stad die een beetje allure heeft, zegt dat ze een smart city is. Maar wat betekent dat? Je hebt Rio de Janeiro bijvoor-beeld. De stad heeft een grote controle-kamer met hoogtechnologische video-camera’s en sensoren. Maar ik vind het geen smart city. ICT en moderne technologie is noodzakelijk, maar het zijn instrumenten, geen doel op zich.”

waar staat de mens in dit

verhaal?

“We kunnen niet zonder de inwoners. We hopen dat ze hun verantwoordelijk-heid opnemen en zich samen engageren. We bouwen aan sociaal kapitaal waarbij smart citizens de nodige capaciteiten en vaardigheden verwerven. Onder meer het Ghent Living Lab bundelt de collectieve

intelligentie en creativiteit in onze stad. De inwoners, de ondernemingen, de (digitale) creatieve krachten, de onder-zoekers en andere actoren beseffen zo dat ze allemaal deel uitmaken van hetzelfde ecosysteem. Niet alleen de digital natives doen dit. Apps worden niet gemaakt omwille van de briljante nieuwe technologische ontwikkeling, ze staan in functie van de mens.”

zOu u dat met een vOOrbeeld

kunnen verduidelijken?

Bij de voorbereiding op de conferen-tie van november 2013 hadden we de Gentenaren gevraagd wat ze onder

spontaan, sociaal wijkcentrum. De gezinnen nodigen op de speelplaats de buren uit. In dezelfde filosofie liggen onze netheidcharters. Burgers houden de straten proper. Wij leveren het nodige materiaal. In ruil daarvoor krijgt de wijk dan een bankje of iets anders dat ze nodig hebben. We zien ons als regisseur van het stadsleven.

maakt u hierbij OOk gebruik van

Open data?

“We hebben het portaal data.gent.be. Het aantal datasets groeit constant. Het wordt ook zeer veel gebruikt. Zo zijn er apps gemaakt om de parken in Gent te ontdekken. Gentenaars kunnen daar ook afspreken. Maar ook bedrijven gebruiken de data, om kaarten van Gent te verrijken. De bewoners zullen binnenkort zelf hun applicaties kunnen maken door simpele manipulaties. We publiceren datasets over hondentoiletten, parken in Gent, vuilbakken... Door wat te klikken, komt een hondenbezitter zo in contact met andere hondenbezitters.”

weer gaat het Om mensen elkaar

te laten OntmOeten.

“We hadden begin vorig jaar het project Zwerm. Dat is een zeer eenvoudig spel om duizenden mensen met elkaar in contact te brengen. We gebruiken de moderne technologie om mensen te laten samenwerken en elkaar te leren kennen. Twee wijken gingen in competitie tegen elkaar. De wijk die na twee maanden het meeste ontmoetin-gen genereerde, had de wedstrijd

‘ICT en moderne technologie zijn geen doel op zich’

smart city en smart citizen verston-den. We hebben tientallen suggesties binnen gekregen. Sommige waren zeer technologisch, andere absoluut niet. We hebben er tien geselecteerd. Eén was een app, die – als je bijvoorbeeld een hippe uitgaansplaats zoekt in Gent – onmiddellijk de weg toont naar een goed café of restau-rant. Een ander voorstel: een zestal jonge gezinnen met kinderen wilden een leegstaand schooltje kopen in de stad. Anders gaat dat gebouw toch maar verkrotten. Dit idee had niets met technologie te maken. Het oude schooltje doet nu dienst als een

technologie is middel in vree wijze stadEen smart city is ondenkbaar zonder wakkere burgers, vindt de Gentse burgemeester Daniël Termont. “Apps staan in functie van de mens.”

tekst RAfAEL PoRTo CARRERo beeld NICo VAN DAM

Daniël termont: ‘Het is lachwekkend, maar koeien zijn enorm bezwarend voor ons milieu. bij elk scheetje is het koekenbak’

Vóór de Belgische kust verrijst vandaag de dag de

ene na de andere windturbine. Voor de verdere

uitbouw tot boven de 2000 megawatt zal er echter

extra capaciteit moeten worden toegevoegd aan

het lokale hoogspanningsnet. Dit toont aan dat

hernieuwbare energie, energievoorziening en

investeringen in transmissie en distributie altijd

samen moeten worden bekeken.

“De grotere integratie van hernieuwbare energie

stelt ons inderdaad voor een aantal uitdagingen,

die evengoed opportuniteiten zijn ”, vindt

Dr. Jan Declercq, CTO van CG Power Systems uit

Mechelen, de Belgische dochter van de CG-groep

– die internationaal actief is met producten,

systemen en diensten op het vlak van productie,

transmissie en distributie van energie. “De hoge

toevoer van hernieuwbare energiebronnen in

afgelegen gebieden, die lokaal voor spannings-

fluctuaties kan zorgen, is er daar een van. Een

ander is de recente transformatie van zuivere afne-

mers van elektrische stroom naar ‘prosumers’: men-

sen of bedrijven met bijvoorbeeld zonnepanelen

op hun dak die as mini-energiecentrales moeten

worden beschouwd.” Momenteel kan echter slechts

25 procent van de stroom van die energiebronnen

worden geïntegreerd in het totale verbruik (in het

weekend loopt dit op tot 45 procent).

Door een volledige implementatie van het smart

grid in België, zowel op het niveau van het hoog-

als het laagspanningsnet alsook bijkomende

transmissiecapaciteit is het probleem echter

goeddeels op te lossen. Slimme meters, netwerk-

simulaties, compacte offshore ‘stopcontacten’…

het zijn allemaal voorbeelden van ‘smart grid op-

lossingen’ die het elektriciteitsnet ‘slim’ maken en

beter bestand tegen de noden van de toekomst.

CG is een wereldspeler op het gebied van de

ontwikkeling van die technologische knowhow.

“Een slimme meter zorgt ervoor dat je stroom-

gebruik en –productie continu wordt gemonitord,

zodat met slimme software van op afstand de

meest efficiënte distributie kan worden geregeld.

Wij leveren ook slimme transformators die de span-

ning in net stabiliseren, bijvoorbeeld in regio’s met

een hoge penetratie van hernieuwbare energie.”

In het geval van een volledig geïmplementeerd

smart grid moet het volgens Declercq mogelijk zijn

om tot ver boven de 50 procent van de stroom uit

hernieuwbare energie op te nemen in het net. “In

die zin is een smart grid een noodzakelijk voorwaar-

de, ja zelfs een trigger voor een succesvolle over-

schakeling naar hernieuwbare energiebronnen.”

www.cgglobal.com

Elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen is economisch en ecologisch duurzaam. Maar omdat de zon het al eens laat afweten en de wind niet altijd waait, ontstaan er fluctuaties op het net. Om die te kunnen counteren, zijn ‘smart grid oplossingen’ vereist. CG is een wereldspeler op het vlak van de technologische omkadering van smart grids en de integratie van hernieuwbare energie.

Trigger voor hernieuwbare energieadvertorial

Page 9: Moderne stad

9

‘We gebruiken de moderne technologie om mensen te laten samenwerken en elkaar te leren kennen’

gewonnen. Daarvoor hadden we een boom met een scherm neer geplant. Als twee buurtbewoners er met een kaartje langsliepen, kreeg hun wijk een punt. Tegelijk hingen er wat sensoren in de boom en werd onder meer de luchtkwaliteit gemeten.”

een duurzaam klimaatbeleid

behOOrt dus OOk tOt de priOriteiten?

“Absoluut! We willen tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Eén van onze initiatieven is het Klimaatverbond. Alle actoren zitten erin om samen de stad te wapenen tegen CO2-uitstoot en fijn stof. We zijn erin geslaagd om drie vierde van de stad te mobiliseren. Het resultaat: de bedrijven doen aan competitie om eruit te geraken. Volvo Trucks is al volledig klimaatneutraal. Ze hebben geen uitstoot meer. Daarbij speelt interne knowhow vanuit Zweden mee natuurlijk. Maar de rest volgt en neemt initiatieven. In 2012 wonnen we trouwens een Award van Eurocities voor het Klimaatverbond (Eurocities is een netwerk van Europese grootsteden. 130 steden en 40 kleinere partnerste-den. Het is de stem van de steden bij de EU-instituties, nvdr.)”

hOe staat het met

energie-efficiëntie?

“De politiek vanuit het havenbestuur is ook een ecologisch bestuur. Stora Enso is één van de grootste papiermolens ter wereld. Ze lijden een enorm energie-verlies in de lucht. We hebben nu een akkoord getekend. De afvalstoffen van het ene bedrijf worden de grondstoffen voor een ander. Stora Enso zal al zijn

warmte, die normaal in de lucht ver-dwijnt, opvangen en via een buis naar Volvo Cars brengen. Zij zullen de volledige warmte van Stora Enso over-nemen. Voor Volvo betekent dit minder uitgaven. Voor Stora zijn het mooie inkomsten, die anders in lucht opgaan.”

is er iets waarOp u

bijzOnder fier bent?

“Elke donderdag organiseren we veggy day. Scholen doen hier ook aan mee. In verhouding heeft Gent de meeste vegetarische restaurants in heel Europa. Het is lachwekkend, maar koeien zijn enorm bezwarend voor ons milieu. Bij elk scheetje is het koekenbak. Gent heeft daarom een voedingsstrategie. We proberen de horeca te stimuleren om overschot-zakjes mee te geven. Dat komt af en toe in conflict met de hogere wetgeving rond voedselveiligheid. Er is nog wat werk aan de winkel.”

moest daniël termont niet in de politiek zijn gegaan, dan zou hij…

“Zelfstandige zijn geworden. Ik ben de zoon van een middenstander. Ik zou de zaak van mijn vader hebben overgenomen. Dat was mijn bestemming. Toen ik met 19 van het leger kwam, had mijn vader een camion met een kraan klaarstaan. Ik ging oud ijzer kopen en verkopen.”

smart facts

peter-paul van den berg

Directeur Kamp C, het steunpunt voor duurzaam bouwen en wonen.

■ wat is duurzaam bOuwen?

“Slim omgaan met ruimte, materialen, energie en water. Op een manier dat je zo weinig mogelijk externe grondstoffen nodig hebt om comfortabel te wonen. Het gaat om het optimaal gebruik van de vrij beschikbare elementen, zoals zonlicht, en tevens het implementeren van de best verkrijgbare technieken. Duurzaam bouwen gaat veel verder dan het gebouw alleen. Ik denk aan ruimtegebruik, mobiliteit en gedragsverandering.”

■ wat betekent dit vOOr de

bOuwOndernemer?

“De transitie naar een duurzame samenleving is nu bezig. Het is nu zaak om bij te blijven, want business as usual is niet langer mogelijk.”

■ hOe gaan lOkale

Overheden daar best mee Om?

“Lokale overheden hebben de taak om te informeren en faciliteren. En dit zowel naar de burgers als naar de onder- nemingen. Nieuwe bouwpro-jecten van lokale overheden moeten zo ambitieus mogelijk zijn op het gebied van duurzaamheid. Goede voorbeelden zijn legio in binnen- en buitenland. Deze kunnen gekopieerd worden.”

3 vragen aan...

Daniël termont: ‘Het is lachwekkend, maar koeien zijn enorm bezwarend voor ons milieu. bij elk scheetje is het koekenbak’

Mobiliteit 205023 oktober 2014, Brussel

Hoe zullen we ons in Europa binnen enkele decennia verplaatsen? Zelfrijdende auto’s, een intelligent wegdek, alternatieve pakjesleveringen... Welke van deze innovaties zullen tegen 2050 gebruikelijk zijn? Op 23 oktober ontdekt u er alles over tijdens het VIM congres in Brussel.

Surf naar mobiliteit2050.be en reserveer alvast uw plaats!

VIM_MobCon_ad_255x120.indd 1 4/08/14 08:51

Page 10: Moderne stad

10

Kamp C is het centrum voor Duurzaamheid om het kort te stellen. De transitie naar een duurzame samenleving is bezig en de wereld verandert in een hoog tempo.

Het is de opdracht van Kamp C om in te spelen op al deze veranderingen en om wegwijs te worden in de nieuwe ontwikke- lingen, regels, producten etc… en om deze transitie te vertalen naar verschillende doelgroepen.Daarom is onze rol van informator en sensibilisator belangrijk. Het tonen van goede voorbeelden is een must en goede verbeelden zijn er in binnen- en buitenland. Maar ook op hoger niveau dwingt de

transitie tot verandering in de manier waarop bedrijven zaken-doen en innoveren. Multi Actor Networking, samenwerking, de horizontale economie, de open economie, de social media, de snelheid van informatie; het zijn allemaal aspecten waar bedrijven, overheden, scholen en burgers mee geconfronteerd worden.Zo informeren we onze doelgroe-pen door een breed aanbod van infosessies, dat alleen nog maar verder zal worden verbreed.

Als cleantech Antenne voor de bouwsector zullen we actief op zoek gaan naar nieuwe producten, processen en bedrijven om hen een platform te bieden binnen de bouwsector en de branche toe.

Kamp C gaat wekelijks klimaat- cafés organiseren waarin alle belangrijke spelers uit de duurzaamheids- en bouwsector aan het woord komen. Op deze manier blijven wij en onze

branchegenoten op de hoogte van waar iedereen mee bezig is en wat actueel is.

Ook naar scholen toe gaan we actief op zoek naar samenwerking

en bieden we ondermeer een volledige themaweek aan.Uiteraard blijft Kamp C de bouwer ondersteunen met bouwadvies en via een volledig digitaal infoloket gaan we sneller inspelen op alle bouwvragen.

Meer info?www.kampc.be

kaMp c: koploper in de transitieBouw- en projectadvies blijft gratis

Duurzaam wonen, wat houdt dat precies in? Energiezuinigheid is maar één aspect, zo blijkt. Compact zijn ze ook, deze nieuwe woningen. En ze groeien (of krimpen) mee met hun bewoners. “Steeds vaker vormt aanpasbaar en flexibel bouwen het basiskenmerk van het bouwplan.”

tekst SENNE STARCKx

‘Woningen moeten tijdens de levensduur van hun bewoners vlot aangepast kunnen worden aan de nieuwe behoeften’Michael Herremans

Compact en dynamisch wonen

tr e n d du u r zaam h e i d

Duurzaam bouwen en/of verbouwen. Klinkt goed, niet? Maar wat betekent het precies? Als je die vraag pakweg tien jaar geleden aan een aannemer zou gesteld hebben, had hij wellicht geantwoord met ‘zo energiezuinig mogelijk’. Maar minimalisatie van het energiegebruik dekt al lang niet meer de lading van duurzaamheid in de

bouwsector. “Duurzaam wonen behelst dat woningen gebouwd en verbouwd worden op basis van verschillende pijlers”, vertelt Michael Herremans van Cedubo, een coördinatiecentrum uit Heusden-Zolder dat particuliere (ver)bouwers ondersteunt via individuele plan- en bouwadviezen. “Energie, ruimtegebruik, oriëntatie, ligging, aanpasbaar wonen, materiaalkeuze en watergebruik zijn de belangrijkste.”

welke trends ziet Herremans in het duurzaam (ver)bouwen anno 2014? “Woningen worden over het algemeen compacter. Een belangrijke reden hiervoor, blijft dat mensen hun ener-giegebruik willen optimaliseren. Isoleren en het zogenaamde luchtdicht bouwen, heeft tijdens het vorige decen-nium vaste voet aan de grond gekre-gen in Vlaanderen. Nu pas ziet men in dat dit veel gemakkelijker gaat als de woning compact is. Overigens, wie een nieuw huis bouwt, is hiertoe sowieso al verplicht door de steeds strengere energiemaatregelen.” Herremans

voorspelt dat er in de nabije toekomst ook normen zullen komen voor onder andere het watergebruik. Ook de milieu-impact van bouwmaterialen zal onder de loep worden genomen.

cOmpact wOnen hoeft trouwens niet hetzelfde te zijn als klein wonen. Compactheid houdt eigenlijk in dat er meer (functionele) ruimte wordt gecreëerd met minder buitenopper-vlak. Een kubus, bijvoorbeeld, is zeer compact. Allerhande hoeken en uit-springende delen daarentegen maken een gebouw veel minder compact. Volgens Herremans is compactheid ook slechts een facet van duurzaam wonen. “Het kan niet de bedoeling zijn dat het bewegingscomfort van de bewoners wordt beknot. Het is dus verre van een synoniem voor ‘klein wonen’, want door open ruimten te creëren, kunnen woningen nog steeds ruim aanvoelen.”

tegenwOOrdig is het ook ‘in’ om woningen zo te ontwerpen dat ze

tijdens de levensduur van hun bewo-ners vlot kunnen worden aangepast aan nieuwe behoeften. Daarmee komen we meteen bij de volgende trend die zich momenteel volop aan het ontwikkelen is in Vlaanderen. Namelijk die van de zogenaamde meegroeiwoning. “Meegroeiwonen reflecteert een dynamische visie op mens en ruimte, op de eigen woning en haar omgeving”, vindt Herremans. “Steeds vaker zien we dan ook dat aanpasbaar en flexibel bouwen, tenminste op woningniveau, het basiskenmerk is van het bouwplan. Het maakt dat een woning zich kan aanpassen aan haar bewoners, en omgekeerd. Dit betekent: van meet af aan comfort en veiligheid voor iedereen, wat levenslang wonen mogelijk maakt.”

een trend die anderhalf decennium geleden de innovatieve huizenmarkt nog domineerde, maar die tegen-woordig compleet in de vergetelheid is geraakt, is die van het passiefhuis.

Het behalen van een passiefnorm qua energieverbruik bij woningen werd indertijd sterk gepromoot door de overheid, met fiscale voordelen om de meerkost te compenseren. Door de afschaffing van deze maatregelen, opteren de meeste (ver)bouwers er nu voor om een lage-energiewoning te bouwen. Herremans: “Passiefbouwen is in het verleden altijd een prijzige aangele-genheid geweest. Dit was deels te wijten aan de aannemers die gewoon moesten worden aan een ander afwerkingsniveau en nieuwe werkwijzen.” Toch ziet Herremans nog toekomst voor het passiefhuis. “Door een doorgedreven sensibilise-ring van aannemers, het opleiden van vakmensen en een betere afstemming van het werk, maar ook door een evolutie van nieuwe materialen, moet de passiefmethode uiteindelijk een soort standaardnorm kunnen worden in de bouw. Hierdoor zullen passief afgewerkte woningen toch betaalbaar worden.”

ADVERTORIAL

Page 11: Moderne stad

Bewust bouwen, bewust keuzes maken. Kortom: je gezond verstand laten primeren boven de alomte-genwoordige krachten in de bouw-sector die je plannen onherroepelijk in de richting van de zoveelste standaardwoning duwen. Dat is de filosofie van het jonge, maar ambi-tieuze architectenbureau stArchi-tecten (www.stArchitecten.be) uit Oudenaarde, dat geleid wordt door

Ir. Architect én energiedeskundige Lieselotte Steurbaut.

De voorbije jaren heeft het pas-siefhuis, waarin het energiegebruik nihil is, een negatieve connotatie gekregen. De meerkost zou niet terugverdiend kunnen worden door de energie die je uitspaart, klinkt het. En nu overheidssubsidies voor maatregelen die de energie-efficiën-tie bevorderen als sneeuw voor de zon verdwijnen, komt de passiefwo-ning nog meer in het verdomhoekje te zitten. “Het is een hardnekkige mythe dat een passiefhuis niet ren-deert”, corrigeert Steurbaut. “Sterker: als je het slim aanpakt, is er hele-maal geen meerkost.” Maar dat kan volgens Steurbaut alleen als je als klant openstaat voor vernieuwing – en een architect in de hand neemt met de juiste inzet en intenties. “Bouwheren wijken soms moeilijk af van de algemeen geldende bouw- en woonprincipes. Neem nu de indeling van de woning: het aantal ruimtes is steevast te groot, en heel

vaak krijgen ze ook nog eens een verkeerde functie toegewezen. Wat moet je met een royale inkomhal die zelden gebruikt wordt maar al-leen bijdraagt aan de status van de woning? Wat we tegenwoordig ook vaak zien zijn huizen met meerdere toiletten en badkamers, ja, in dat opzicht zijn we extreem verwend geraakt. De keerzijde van dit alles is natuurlijk dat het de haalbaarheid van een passiefwoning volledig in het gedrang brengt.”

stArchitecten bekommert zich in de eerste plaats om de bewoners en hun wooncomfort. Steurbaut: “Als

Nieuwbouwers kiezen de laatste jaren meer voor lage-energiewoningen, omdat de meerkost van een écht passiefhuis hen afschrikt. stArchitecten toont met zijn no-nonsenseaanpak dat een passiefhuis niet noodzakelijk duurder hoeft te zijn. “Maar dat kan alleen als de klant wil meestappen in ons verhaal. Keuzes moeten bewust worden gemaakt.”

de klant hiervoor openstaat komen we automatisch tot een compromis. Een alternatief materiaal voor de afwerking, een kleiner maar opener plan, een uitgedachte maatvoering voor de ramen,… het zijn ingrepen die ervoor zorgen dat een passief-woning wél kan. Noem het een stap zetten in de toekomst, door je wo-ning aan te passen aan de komende generaties en hun problemen! Beter dat dan een stap terug in de tijd te zetten met bouwgewoontes die uitmonden in torenhoge energiekos-ten en, op het vlak van comfort, op een lege doos. Wie wordt daar nu gelukkig van?”

Een betaalbare passiefwoning? Het kan!

Steurbaut heeft concreet bewijs voor haar stelling dat passief bouwen niet noodzakelijk duurder hoeft te zijn. Sterker: ze woont erin. Ze ontwierp voor haar gezin een passiefwoning zonder meerprijs bovenop de standaard bouwkost van een woning die aan de EPB-normen voldoet.

“Een alternatief materiaal voor de afwerking, een kleiner maar opener plan, een uitgedachte maatvoering voor de ramen, … het zijn ingrepen die ervoor zorgen dat een passief-woning wél kan” Lieselotte Steurbaut

ADVERTORIAL

ONAFHANKELIJKE ADVIESVERLENING BIJ DUURZAME BOUWPROJECTENconsult supply

Beschikt u over een onderbenut pand of grond en bent u op zoek naar een zinvolle invulling

of een duurzame herbestemming? Consult Supply verzorgt voor u het hele traject. Persoonlijk

én op maat. Met een verfrissende kijk op projectontwikkeling biedt Consult Supply advies waar

nodig. We overleggen met overheden, volgen het procesverloop nauwgezet op en gaan op zoek

naar de juiste investeerders. En u? U beslist hoever wij met u meegaan.

Surf naar consult-supply.be en bekijk onze overtuigende referenties.

[email protected]

+32 (0)9 226 20 22

www.consult-supply.be

Page 12: Moderne stad

12

Een belangrijke verbruiker van water is de Vlaamse textielnij-verheid. Op jaarbasis verbruiken de textielbedrijven 5,4 miljoen kubieke meter water, waardoor de sector op de 12de plaats staat qua totaal waterverbruik in Vlaanderen. Dat is relatief veel, gezien de omvang van de sector. Centexbel, het kenniscentrum van de Belgische textielsector, werkt mee aan projecten die water(her)gebruik binnen de sector optimaliseren. Dirk Weydts van Centexbel licht toe.

■ is water een kOstbaar gOed in

uw sectOr?

“Voor de Vlaamse textielbedrij-ven is de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief en genoeg water tegen een redelijke prijs erg belangrijk. Zeker in een sterk competitieve markt (denk aan de concurrentie uit azië) waar prijsverhogingen moeilijk kunnen doorgerekend worden.”

■ wat maakt dat textiel-

bedrijven hun watergebruik

willen Optimaliseren?

“Zowel bij de textielbedrijven die lozen in oppervlaktewater als in het rioleringsstelsel, bestaat de problematiek van de micropol-luenten. De Europese wetgeving legt immers op dat er zo weinig mogelijk van deze stoffen worden geloosd via het afvalwa-ter. Bij de textielbedrijven

wordt er dan ook aandacht besteed aan de keuze van grondstoffen en chemicaliën.”

■ werkt u OOk actief rOnd

waterhergebruik?

“Met het project De Blauwe Cirkel focussen we onder meer op de concentraatproblemen die ontstaan bij kringloopsluiting, zoals zoutstromen waar de bedrijven maar moeilijk vanaf geraken. Het zijn voornamelijk de textielbedrijven die zich bezighouden met de techniek van natte veredeling die met dit probleem kampen. Enerzijds worden binnen dit project technieken voor waterherge-bruik verder geoptimaliseerd om een maximale waterrecuperatie na te streven. anderzijds worden zoutstromen verder geconcen-treerd en worden hiervoor verschillende valorisatiemoge-lijkheden onderzocht.”

3 vragen aan...

Moderne waterzuiverings-installaties leveren prima werk. Maar alles kan beter. De technologie is inmiddels rijp voor installaties die geen energie meer kosten, maar produceren. En het afvalwater moet niet meer worden geloosd. “op die manier hebben we dus geen rioleringsstelsel meer nodig.”

tekst SENNE STARCKx

‘De bedoeling is om een zo gesloten mogelijke waterkring- loop te creëren die uitsluitend draait op hernieuwbare energie’ Tom Balthazar

een woonwijk zonder riolering

ve r di e p i ng e n e rg i e

De stad Gent wil haar wooncapaciteit de komende tien tot vijftien jaar gevoelig uitbreiden. Een groot deel van de nieuwe woningen (tussen de 1.300 en 1.500) zal worden gebouwd in de gloednieuwe stadswijk Oude Dokken. Die zal verrijzen op de plaats waar nu nog de drie oudste havendok-ken van Gent liggen, tussen de wijken Dampoort en Muide. Als de voorop-gestelde timing wordt gehaald, gaat de eerste spade begin volgend jaar de grond in.

“de nieuwe stadswijk moet volledig klimaatneutraal worden”, zegt Tom Balthazar, de Gentse schepen van Stadsontwikkeling. “De ontwikkelaars zullen daarom zoveel mogelijk energie opwekken, onder andere door ‘menselijk afval’ (lees: uitwerpselen, nvdr.) om te zetten in biogas.” Omdat ‘menselijk afval’ doorgaans in een sceptische put en/of de riolering terechtkomt, betekent dit dat de Oude Dokken, als eerste stadswijk in Vlaanderen en België, een revolutio-nair nieuw afvalwaterbeleid zullen krijgen. Balthazar: “De bedoeling is om een zo gesloten mogelijke waterkringloop te creëren die uitsluitend draait op hernieuwbare energie.” Zo’n waterkringloop vereist dan niet alleen een waterzuivering die zuiver water aflevert, maar die ook nog eens energiezuinig is. Iets wat bij de conventionele waterzuiveringinstallaties bijlange nog niet het geval is.

cOnventiOnele afvalwaterzuiverings-installaties leveren wel goed werk. Hun zuiveringskracht is ronduit impressionant – wat voornamelijk te danken is aan de vele innovaties die de afgelopen decennia hebben plaatsge-vonden op het vlak van biologische zuiveringsmethoden. Maar de kosten van de slibverwerking – en niet te vergeten, het transport van dat slib – lopen vaak hoog op. Kosten die zowel financieel zijn, als energetisch. Boven- dien is de capaciteit van de bestaande installaties verre van voldoende als er grote, nieuwe woonwijken zoals Oude Dokken verrijzen in een stad.

mOmenteel lOOpt er een haalbaar-heidsstudie voor een installatie die het afvalwater van de nog te bouwen Gentse wijk kan omzetten in zuiver water, groene warmte én meststoffen. Dit zou gebeuren door het afvalwater via een gescheiden stelsel te laten behandelen. Niet gescheiden in de zin dat regen- en afvalwater apart worden

geloosd in de riolering, maar wel zo dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen zogenaamd ‘grijs’ water (van bad, douche en wasmachine) en ‘zwart’ water (van het toilet). De installatie werkt op basis van vacuümpompen en -netten, die de biologische fracties

omgezet in warmte en/of elektriciteit. Het scheiden van grijs en zwart water moet ervoor zorgen dat er aan het einde van de rit een netto energiewinst is, en dat de slibproductie liefst met 80 (!) procent is gekelderd. Een groot verschil met de conventionele zuive-ringsinstallaties, die energieverslindend werken en een massa slib produceren.

als het revOlutiOnaire zuiverings-systeem in Oude Dokken wordt geïnstalleerd, zal dat een primeur zijn voor België. Onze noorderburen zijn echter al langer vertrouwd met het systeem, dat ontwikkeld werd door het Nederlandse bedrijf Landustrie, een specialist in waterzuiveringsinstal-laties. De decentrale Sanitatie en Hergebruik-methode, afgekort DeSaH, wordt sedert enkele jaren uitgetest in een nieuwbouwwijk in de Friese stad Sneek. “Het toiletwater wordt hier via vacuümtoiletten ingezameld”, vertelt Brendo Meulman van Landustrie. “Dit soort toiletten

‘Met de overblijvende hitte worden de woningen verwarmd’Brendo Meulen

zoveel mogelijk compact houden, waardoor ze kunnen vergisten tot biogas. Dat kan dan vervolgens worden

kenmerkt zich door een minimaal spoelwaterverbruik. Het sterk geconcentreerde afvalwater, zwart water dus, wordt direct in de wijk in een speciaal ontwikkelde installatie behandeld. Zwart water is rijk aan organisch materiaal, stikstof en fosfaat. Het organisch materiaal wordt in een vergistingsreactor omgezet in biogas. Dat biogas wordt vervolgens teruggevoerd naar een cv-ketel en daar wordt ook de reactor mee verwarmd. Met de overblijvende hitte worden de woningen verwarmd.”

vOlgens meulman moet de af-valstroom zo geconcentreerd mogelijk zijn. Anders heb je een grotere vergistingsreactor nodig. “Door gebruik te maken van een vacuümtoilet is het mogelijk om slechts 1 liter spoelwater te gebruiken in plaats van 7 liter. De gistingsreactor is in dit geval dus 7 keer kleiner. In Sneek zitten we momenteel met een gemiddelde zwartwaterpro-ductie van 5 liter per persoon per dag.” Naast het zwart water is er ook het grijs water. Het grijs water kenmerkt zich volgens Meulman door het makkelijk afbreekbare organische materiaal dat er in zit. Het kan in de woonwijk worden behandeld waardoor het niet of amper moet worden geloosd. “Op die manier hebben we dus geen rioleringsstelsel meer nodig.”

de kunst van de DeSaH-methode bestaat erin de inzameling en behandeling zo vlot mogelijk op elkaar af te stemmen. Normaal gesproken wordt bij een rioolwaterzuiveringsin-stallatie het organisch materiaal met behulp van energie (door beluchting) omgezet naar CO2 en naar slib. Dat slib wordt afgevoerd naar een vergistingsreactor. Bij het vergisten ontstaat een beetje biogas. Het restproduct uit de slibvergister moet vervolgens ingedroogd worden, maar dat kost ongeveer net zoveel energie als je uit het biogas haalt. Meulman: “Bij DeSaH is vergisting de eerste stap. Daarmee kan direct organisch materiaal omgezet worden naar biogas. Het gevolg is dat we energie produceren in plaats van consumeren en er nagenoeg geen slib ontstaat tijdens het behandelingsproces.”

dirk weydts van centexbel

Page 13: Moderne stad

20 JAAR IN DE WEER VOOR MODERN AFVALBEHEER

Plannen voor de toekomst

Voorzitter Tine Heyse is ambitieus. “In deze beleidsperiode blijft IVAGO even ambitieus als in de twintig jaren die voorbij zijn. We willen zorgen voor minder (rest)afval en méér grondstof-fen. Zo merken we dat er nog teveel gft in de restafvalzak zit. Daar gaan we intensief rond werken. En met ‘Gent repareert, dat ’t weer marcheert!’ ondersteunen we Repair Cafés.

Op korte tijd veranderde er toen heel wat in Gent en Destelbergen. Intensieve

communicatie- en sensibilisatie-campagnes maakten de bevolking op een eenvoudige manier wegwijs in de hele vernieuwingsoperatie en brachten de knepen van het afval sorteren bij. Bekende Gentenaars als Koen Crucke, Jan Hoet en Gilda De Bal gaven het goede voorbeeld. In Gent verdwenen de oude ijzeren vuilnisemmers naar de schroothoop. De huisvuilophaling werd grondig gereorganiseerd. Selectieve ophaling was de nieuwe bood-schap: gft, pmd, glas en papier/karton werden voortaan aan huis opgehaald. De inwoners van Destelbergen vonden de weg naar een nieuw en modern recyclagepark. En dat alles al in 1996!

‘Slimme’ afvalcontainersAls eerste voerde IVAGO op grote schaal het principe ‘de vervuiler betaalt’ in. ‘Slimme’ afvalcontainers – uitgerust met een elektronische chip – verschenen

reeds in 1998 in het straatbeeld van de Gentse randgemeenten en Destelbergen. Op korte tijd zag IVAGO de hoeveelheid afval die nog overbleef om te verbranden gevoelig dalen. Er kwamen ook in Gent nieuwe en ruime containerparken, later omgebouwd tot

Op 6 juni 1994 werd de “Intercommunale Vereniging voor Afvalbeheer in Gent en Omstreken”, afgekort IVAGO, opgericht als samenwerking tussen de stad Gent, de gemeente Destelbergen en de private partner ECOV (destijds een samenwerkingsverband tussen VLAR, WATCO en Seghers Engineering, vandaag bestaat ECOV uit INDAVER en SITA) . Het was de eerste gemengde intercommunale voor afvalbeheer in Vlaanderen! IVAGO gaf de voorbije 20 jaar vorm aan een toekomstgericht afvalbeleid in Gent en Destelbergen en leverde pionierswerk in Vlaanderen.

Met een aparte afdeling IVAGO-bedrijfsafval levert IVAGO service op maat voor ruim 4.000 bedrijfs-klanten: van de kruidenier om de hoek, over de talloze horecazaken in het stadscentrum tot alle vesti-gingen van de Universiteit Gent.Door informatie, sensibilisatie en prijszetting zet IVAGO de klanten aan om ook bedrijfsafval zo goed mogelijk te sorteren. Uniek is de aparte inzameling van gft.

echte recyclageparken uitgerust met elektronische meetsystemen en weeg-bruggen en gericht op het zo goed mogelijk terugwinnen van waardevolle materialen en grondstoffen.

Nette stadDe dienst openbare reiniging van IVAGO groeide uit van een cel met een 30-tal straatvegers tot een legertje van bijna 100 medewerkers, gewapend met hypermoderne veegmachines en een planmatige aanpak. De jaarlijkse strijd om de Gentse Feestenzone schoon te maken is een weerkerend succesnummer.

Stoom en stroomIn ’96 bouwde IVAGO de oude verbrandingsoven om tot een hoog-technologische verbrandingsinstallatie, aangepast aan de nieuwste milieu-normen. Later volgde de realisatie van een deNOxinstallatie die de schadelijke stikstofoxides uit de lucht haalt en dioxines vernietigt. Vandaag produceert IVAGO niet enkel elektriciteit voor eigen gebruik en het openbare net, maar levert via een ondergrondse stoomleiding vooral warmte aan het nabijgelegen UZ Gent.

Ondergrondse containers moeten de problemen met de inzameling in grote woningcomplexen de volgende jaren helpen oplossen. In nieuwe wijken trekken we de kaart van gedurfde projecten. Samen met de verschillende diensten van de stad Gent voeren we de strijd voor een nette stad de volgende jaren ook verder op. Want zwerfvuil en sluikstorten zijn echt wel storend. De afvalenergie-centrale van IVAGO kan zeker ook nog een bijkomende bijdrage leveren tot de lokale energievoorziening door warmte te leveren aan bedrijven in de omgeving.”

Een legertje IVAGO-mannen en -vrouwen zorgt voor schone Gentse Feesten!

Elke dag voor u op padDe echte basis van IVAGO vormen natuurlijk de bijna 400 medewerkers. In weer en wind zijn ze op pad. Eengroep harde werkers die met plezier de handen uit de mouwen steekt. Met het hart op de tong en recht door zee! Als echte Gentenaars.

www.ivago.be ivago.gent

Page 14: Moderne stad

14

ch ron icle

‘Via een meer actieve wederzijdse betrokkenheid in plannings- en uitvoeringsprocessen kan worden geoptimaliseerd en ontstaat er een betere interactie’

Vlaams Gewest, grondeigenaars, omwonenden, bedrijven, …

de sleutel vOOr succes bij deze projecten van publiek-private samenwerking, kortweg PPS, is een andere rol voor de overheid en een betere verbinding tussen duurzame, ruimtelijke en projectontwikkeling. De overheid neemt een rol op als inspirator, strategische planner en facilitator en levert meedenkkracht. Ze geeft aan wat de eisen en wensen zijn en gebruikt haar procesvaardig-heden en grondposities om te sturen en publieke belangen te waarborgen.

private actOren, vaak ontwikke-laars en bouwbedrijven, brengen middelen en expertise mee en zorgen voor slimme en kostenefficiënte oplossingen. Via een meer actieve wederzijdse betrokkenheid in plannings- en uitvoeringsprocessen kan er worden geoptimaliseerd en ontstaat er een betere interactie.

vOOr de civiele maatschappij is er dan weer meer aandacht via stakehol-dersfora, buurtvergaderingen en gemeenschappelijke campagnes zodat er draagkracht wordt verworven. Private initiatieven en concepten kunnen beter worden gelinkt aan publieke doelstellingen en vice versa. Ook de timing en fasering van de realisatie en de afstemming van projectonderdelen (een buurtpark, een crèche, woningen, winkels) verloopt meer doordacht met aandacht voor huidige en toekomstige marktomstan-digheden, de reële behoeften en de financiële haalbaarheid.

pps als bouwsteen voor de steden van de toekomstNauwe samenwerkings-vormen tussen de overheid en de private sector komen steeds meer voor bij stadsontwikkeling. Gigantische projecten zoals het Nieuw-Zuid in Antwerpen worden boven de doopvont gehouden.

tekst STEVEN VAN GARSSE VAN HET

KENNISCENTRuM PuBLIEK-PRIVATE

SAMENWERKING

De afgelopen jaren hebben grote publiek-private stadsontwikkelingen een sterke opgang gemaakt. Hoewel deze gebiedsontwikkelingen sterk van elkaar kunnen verschillen, hebben ze toch een aantal zaken gemeen.

zO hebben de stedelijke gebieden, om verschillende redenen, een herwaardering nodig: functies die met elkaar in conflict komen, verloedering en vervuiling, het aangrijpen van economische opportuniteiten. Verder gaat het meestal om projecten die een sociaaleconomische hefboomfunctie hebben in een stadsdeel of gebied en die daarbij voor een nieuwe dynamiek kunnen zorgen. Daarnaast worden er verschillende ruimtelijke functies gecombineerd, zoals wonen, werken, winkelen, recreatie en vervoer. Ten slotte omvat de ontwikkeling één of meer projecten waarin verschillende (publieke en private) partijen betrokken zijn: het stadsbestuur, het De afgelopen jaren hebben grote publiek-private stadsontwikkelingen een sterke opgang gemaakt.

De Europese Unie wenst tegen 2020 de broei-kasgassen te verminderen, en dit via de recente

EPB-regelgeving (afkorting van Energieprestatie en Binnenklimaat Regelgeving). Alle gebouwen – dus ook tijdelijke modulaire gebouwen – moeten hieraan voldoen en energiezuiniger worden door een betere isolatie, verwarming en ventilatie te voorzien. De modulaire gebouwen van Portakabin werden in dit kader herdacht en aangepast, zodat zowel de gebruikte materialen als de buitenschil conform de EPB wetgeving zijn.

Concreet komt het erop neer dat de EPB-regelgeving van toepassing is op gebouwen of delen van gebouwen –nieuw of in renovatie– met een andere bestemming of een specifiek gebruik,

❶ met een bouwaanvraag vanaf juli 2008,❷ een oppervlakte groter dan 50 m²,❸ vereiste verwarming of koeling voor het comfort van de gebruikers,❹ een verwachte levensduur van meer dan 2 jaar.

Tot nu toe legde de regelgeving in dit domein alleen een minimumniveau van thermische isolatie op. Nu gaat de EPB/PEB heel wat verder, met vereisten voor ventilatie, verlichting, verwarming en airconditioning. Heel ambitieus legt de regelgever vanaf 1 januari 2014 heel hoge prestatieniveaus op. De bedoeling is dat tegen eind 2020 elk nieuw gebouw een energieverbruik van bijna nul heeft.

U heeft snel extra ruimte nodig? Of u wilt meer informatie over onze modulaire oplossingen? Contacteer ons op 078 05 30 00 of surf naar www.portakabin.be

Ontdek in onze gratis gids ‘Begrip van de Energieprestatie en binnenklimaat regelgeving EPB’ waar deze regelgeving, per regio, precies van toepassing is, en hoe de modulaire gebouwen van Portakabin hieraan precies voldoen.

U kan deze downloaden op http://my.portakabin-belgie.be/gratis-belgie

Ontdek hoe de modulaire gebouwen van

Portakabin voldoen aan de EPB-regelgeving

ADVERTORIAL

Page 15: Moderne stad

GE

GE biedt energy management totaaloplossing voor Duits Green Building referentieproject.

ge.com

GE legt zich eveneens toe op energy management voor ‘groene’ gebouwrenovatie. In het kader van een klimaatvriendelijk moderniseringsproject werkte GE mee om een 5 verdiepingen tellend gebouw in Bottrop (Duitsland) om te toveren tot een Plus Energy House.

Voor dit referentieproject werkten verschillende GE divisies samen (Critical Power, Industrial Solutions, Lighting) een totaaloplossing uit.

Smart Energy Building

Die GE oplossing werd Smart Energy Building gedoopt en focust op het optimaliseren van de energie-effi ciëntie van gebouwen. De uitdaging voor

GE, de Europese marktleider voor laag- en middenspannings-oplossingen, levert een opgemerkte bijdrage aan het Green Building Project van de stad Bottrop (Duitsland). Imagination at work

het project in Bottrop bestond erin een overschot aan energie te realiseren. Het voorzien van stadsverwarming, geothermische warmtepompen en fotovoltaïsche zonnepanelen leverde, in combinatie met een verbeterde isolatie en ventilatie, een daling op van de energiekost met 75%. Het energie-overschot wordt opgeslagen in batterijen, die een ononderbroken stroomvoorziening garanderen. Aan de hand van monitoring kan men alle parameters meten.

De GE totaaloplossing in een notendop

• Critical Power: energie-opslag en UPS, betrouwbaarheid en onafgebroken energie

• Industrial Solutions: automation system Habiteq en laagspanningsborden

• Lighting: LED downlights• Entellismart: energy management interface en

communicatie met het HabiTEQ systeem

Succesfactoren?

• Het klantvertrouwen in GE • De proactieve benadering met een totaaloplossing• Het concept in lijn met Innovation City aanpak van

Rijn-Ruhr

1136

05

Green Building totaal-

oplossing

113605_adv255x180.indd 1 17/09/14 15:12

Grontmij Visiegericht ontwikkelen

More than a partnerGrontmij bouwt mee aan het brede palet van stedelijke functies en versterkt dit met concrete gemengde ontwikkelingsprojecten: stedelijke woon- en zorgprojecten, stationslocaties en kantoorontwikkelingen, cultuurhuizen en sportinfrastructuur, openbare gebouwen, …

Grontmij brengt architecturale concepten en functionele gebruikerseisen samen in concrete realiseerbare projecten. We besteden hoge aandacht aan de functionele kwaliteit van gebouwen, op maat van de klant. Wij maken uw ideeën en ontwerpen uitvoerbaar en haalbaar.

Grontmij zoekt altijd naar een gunstige CO2-footprint, een e� ciënt energiebeheer en duurzame materialen. Wij hanteren een Life Cost benadering en bekijken de Total Cost of Ownership. Samen met u bouwen wij aan een betere woon-, werk- en leefomgeving.

Een greep uit onze expertise:• Duurzame gebouwen• PPS-projecten• Gebiedsontwikkeling

• Mobiliteit & infrastructuur• Water- en milieubeheer• Slimme en groene energie

Interdisciplinair ingenieurs-, advies- en ontwerpbureau Voor gebouwen, publieke ruimte en energie verleent Grontmij advies- en beheerdiensten voor aannemers, projectontwikkelaars, architecten en de publieke sector. Bij complexe projecten bieden wij u integrale design & engineering expertise. Dit over de gehele projectketen, van eerste concept tot ontwikkelingsfase.

Volg onze realisaties op www.grontmij.be

ADVERTORIAL

Page 16: Moderne stad

showroom LokerenIndustriezone E17/2003 Wolfsakker 3 • B-9160 Lokeren t. +32(0)9 348 15 77Alle dagen 8-12 en 13.30-17.30Vr. 8-12 en 13.30-16.30 Za. 10-12 en 14-18

showroom Waregem Zuiderlaan 73 B-8790 Waregemt. +32(0)56 60 96 04Di. Woe. en Zat. 10-12 en 14-18 Do. op afspraak Ma. en Vr. 14-18

showroom Diest Corki Hasseltsestraat 89 B-3290 Diestt. +32(0)13 32 56 90Ma. en Di. 13.30-18 Woe. Vr. en Za10-12 en 13.30-18

laat u inspireren op: www.kurk.be

al eens aan kurk gedacht?

Kurkfabriek Van Avermaet biedt u een onovertroffen assortiment te verlijmen en zwevende kurk-vloeren en kurkwanden aan. Naast een ruim keuze in naturelle en geverfde kurk, kan kurk ook voorzien worden van een digitale bedrukking in hout- en natuursteenmotieven, of met een afwerking in echt leder of vinyl. Op die manier biedt kurk een comfortabele en natuurlijke oplossing voor de aankleding van keuken, living, slaapkamer, badkamer en zelfs sauna. Ontdek kurk in al zijn facetten bij een bezoek aan een van onze toonzalen of surf naar www.kurk.be

created by nature.

SPECIALE VOORWAARDEN tIjDENS DE BIS-BEuRS!OOk gELDIg IN AL ONzE ShOWROOmS tIjDENS DE mAAND OktOBER!