Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1...

16
kngmg | alw | ktfg | nieuwsbrief mei 2006 3 Modelleren en simuleren in een zandbak op poten kunnen brengen. De intrinsieke ontwik- keling van een systeem moeten we eerst leren onderscheiden van klimaat-, tekto- niek- en zeespiegelgestuurde ontwikke- ling, voor we zinvolle voorspellingen kunnen doen.” Noorderhaaks In het kader van de Nederlandse kust- ontwikkeling is er een nieuw experiment opgezet naar het eigen gedrag van de geulen langs en door de Noorderhaaks, de buitendelta tussen Den Helder en Texel, die zich langzaam naar het noordoosten beweegt. Migratie van de geulen vindt plaats over tientallen jaren; een volledige cyclus zou zelfs een paar honderd jaar in beslag kunnen nemen. Deze bewegingen hebben belangrijke gevolgen voor de hoeveelheid zand naar en langs de Texelse kust. Hiervoor is een nieuwe zandbak in aanbouw in de fietsenkelder van het Utrechtse Instituut voor Aardwetenschappen, waarin de getijdenstroming van het Marsdiep gesi- muleerd kan worden. Dit project wordt lees verder op pagina 2 Nieuwsbrief van het KNGMG, ALW en KTFG / Verschijnt 8 maal per jaar / Eenendertigste jaargang / nummer 3 Met de grote vragen binnen het klimaatonderzoek over de opwarming van de aarde, de stijging van de zeespiegel en de invloed van de mens op dit alles, botsen aard- wetenschappers voortdurend tegen het probleem op om het gedrag van rivieren en kusten te voorspellen over een periode van enkele tien- tallen tot enkele honderden jaren. Voor geologen een ongebruikelijk korte schaal, voor maatschappij en politiek wel erg belangrijk. In het gebouw van TNO-Bouw en Ondergrond – de nieuwe, maar wel tijdelijke, naam van het NITG – in de Uithof in Utrecht staat een buitenmaat zandbak op poten van 1,20 meter hoog. In deze zandbak, Eurotank, kunnen veranderingen gesimuleerd worden in klimaat, tektonische omstandigheden en zeespiegelstanden. Deze zeer speciale zandbak is uniek in de wereld. Het is het nieuwe experimenteerspeel- tje voor sedimentologen en fysisch- geografen van de UU. ‘Eigen gedrag’ Promovendus Maurits van Dijk is net die dag begonnen met een nieuw expe- riment. Hij laat een rivier – een houten goot in een ruw zandlandschap – uitmonden in een ondiepe zee. De eerste contouren van de delta zijn al duidelijk zichtbaar als een hoefijzervor- mige plaat zand die zich heeft afgezet aan de monding van de rivier. Met vier fotocamera’s en centraal daartussen een flitsapparaat – een constructie die in zijn geheel boven de zandbak heen en weer kan worden bewogen – worden opnames gemaakt die het mogelijk maken om in zeer groot detail (80 micron) hoogtekaarten te maken. Met opeenvolgende hoogtekaarten is het mogelijk om de ontwikkeling van de delta te bestuderen. Dr. George Postma, hoofddocent sedi- mentaire geologie aan de UU: “Wij doen in dit experiment onderzoek naar het ‘eigen gedrag’ van rivieren. Wij proberen uit te vinden hoe een rivier zich gedraagt zonder enige invloed van buitenaf. Dat betekent een constante zeespiegel, een stabiel klimaat, en dus een constante watertoevoer en aanvoer van sediment en geen tektonische activi- teiten. Een situatie die zich natuurlijk nooit in de natuur zal voordoen. Uit onze experimenten blijkt dat een delta zich eerst, symmetrisch, radiaalvormig ontwikkelt, dan verder uitbouwt vanuit een geul die zich in de delta gaat insnij- den en zich dan weer gaat terugtrekken tot de ‘eerste fase’ radiaalvormige delta. Tot nu toe hebben we drie van deze cycli waargenomen in de experimenten. Wij denken dat er op een bepaald moment iets zal veranderen in dit patroon. Dat de frequentie bijvoorbeeld gaat afnemen. Daar probereren we nu achter te komen. Het is belangrijk dat we de basisprincipes van de ontwikke- ling van rivier, kust en delta in kaart Eurotank bij TNO Bouw en ondergrond.

Transcript of Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1...

Page 1: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg | alw | ktfg | nieuwsbrief

mei 20063

Modelleren en simuleren in een zandbak op poten

kunnen brengen. De intrinsieke ontwik-keling van een systeem moeten we eerstleren onderscheiden van klimaat-, tekto-niek- en zeespiegelgestuurde ontwikke-ling, voor we zinvolle voorspellingenkunnen doen.”

NoorderhaaksIn het kader van de Nederlandse kust-ontwikkeling is er een nieuw experimentopgezet naar het eigen gedrag van degeulen langs en door de Noorderhaaks,de buitendelta tussen Den Helder enTexel, die zich langzaam naar hetnoordoosten beweegt. Migratie van degeulen vindt plaats over tientallen jaren;een volledige cyclus zou zelfs een paarhonderd jaar in beslag kunnen nemen.Deze bewegingen hebben belangrijkegevolgen voor de hoeveelheid zand naaren langs de Texelse kust. Hiervoor iseen nieuwe zandbak in aanbouw in defietsenkelder van het Utrechtse Instituutvoor Aardwetenschappen, waarin degetijdenstroming van het Marsdiep gesi-muleerd kan worden. Dit project wordt

lees verder op pagina 2

Nieuwsbrief van het KNGMG, ALW en KTFG / Verschijnt 8 maal per jaar / Eenendertigste jaargang / nummer 3

Met de grote vragen binnen hetklimaatonderzoek over de opwarmingvan de aarde, de stijging van dezeespiegel en de invloed van demens op dit alles, botsen aard-wetenschappers voortdurend tegenhet probleem op om het gedrag vanrivieren en kusten te voorspellenover een periode van enkele tien-tallen tot enkele honderden jaren.Voor geologen een ongebruikelijkkorte schaal, voor maatschappij enpolitiek wel erg belangrijk.

In het gebouw van TNO-Bouw enOndergrond – de nieuwe, maar weltijdelijke, naam van het NITG – in deUithof in Utrecht staat een buitenmaatzandbak op poten van 1,20 meter hoog.In deze zandbak, Eurotank, kunnenveranderingen gesimuleerd worden inklimaat, tektonische omstandighedenen zeespiegelstanden. Deze zeerspeciale zandbak is uniek in de wereld.Het is het nieuwe experimenteerspeel-tje voor sedimentologen en fysisch-geografen van de UU.

‘Eigen gedrag’Promovendus Maurits van Dijk is netdie dag begonnen met een nieuw expe-riment. Hij laat een rivier – een houtengoot in een ruw zandlandschap –uitmonden in een ondiepe zee. Deeerste contouren van de delta zijn alduidelijk zichtbaar als een hoefijzervor-mige plaat zand die zich heeft afgezetaan de monding van de rivier. Met vierfotocamera’s en centraal daartusseneen flitsapparaat – een constructie diein zijn geheel boven de zandbak heenen weer kan worden bewogen – wordenopnames gemaakt die het mogelijkmaken om in zeer groot detail (80micron) hoogtekaarten te maken. Metopeenvolgende hoogtekaarten is hetmogelijk om de ontwikkeling van de

delta te bestuderen. Dr. George Postma, hoofddocent sedi-mentaire geologie aan de UU: “Wijdoen in dit experiment onderzoek naarhet ‘eigen gedrag’ van rivieren. Wijproberen uit te vinden hoe een rivierzich gedraagt zonder enige invloed vanbuitenaf. Dat betekent een constantezeespiegel, een stabiel klimaat, en duseen constante watertoevoer en aanvoervan sediment en geen tektonische activi-teiten. Een situatie die zich natuurlijknooit in de natuur zal voordoen. Uitonze experimenten blijkt dat een deltazich eerst, symmetrisch, radiaalvormigontwikkelt, dan verder uitbouwt vanuiteen geul die zich in de delta gaat insnij-den en zich dan weer gaat terugtrekkentot de ‘eerste fase’ radiaalvormige delta.Tot nu toe hebben we drie van dezecycli waargenomen in de experimenten.Wij denken dat er op een bepaaldmoment iets zal veranderen in ditpatroon. Dat de frequentie bijvoorbeeldgaat afnemen. Daar probereren we nuachter te komen. Het is belangrijk datwe de basisprincipes van de ontwikke-ling van rivier, kust en delta in kaart

Eurotank bij TNO Bouw en ondergrond.

Page 2: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

De Nieuwsbrief is een gezamenlijke uitgave vanhet Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouw-kundig Genootschap (KNGMG), het NWOgebiedsbestuur voor Aarde en Levensweten-schappen (NWO-ALW) en de Kring van Toegepaste Fysische Geografie (KTFG).Verschijnt 8 maal per kalenderjaarISSN 1572 2031

Hoofdbestuur KNGMGDrs. P.A.C. de Ruiter, voorzitterDrs. L. van de Vate (TNO), secretarisDrs. A.G. Marschall-Wesselingh, penningmeesterDr. G. Bertotti (UU)Dr. H. de Bresser (VU)Drs. P. Haalebos (Shell SIEP)

RedactieDrs. Th.H.M. van Doorn (TNO, Utrecht), KNGMG,hoofdredacteurDrs. M.J.M. van der Meer (NWO-ALW)Drs. H. van den Ancker (KTFG)Eindredactie: Drs. A. Nauta [email protected]

Vormgeving en advertentiesGrafisch Atelier Wageningen, H. HarsemaGen. Foulkesweg 72, 6703 BW Wageningentel. 0317-425880; fax 0317-425886e-mail: [email protected]

DrukDrukkerij Modern, Bennekom

SECRETARIAAT KNGMGPostbus 801233508 TC Utrechttel. 030 2532412/fax 030 2535523E-mail: [email protected] postbanknummer 40517 tnv KNGMG Utrecht

Adres NWO-ALWLaan van Nieuw Oost-Indië 3002593 CE Den HaagPostbus 93510, 2509 AM Den Haagtel. 070 3440 619/fax 070 3819033e-mail: [email protected]

Bestuur NWO-ALWProf.dr.ir. Rudy Rabbinge (voorzitter)Prof.dr. Paul A.M. AndriessenProf.dr. Klaas J. HellingwerfProf.dr. Gerbrand J. KomenProf.dr. C.M. MarianiProf.dr.ir. Huib J. de VriendProf.dr. Marian JoëlsProf.dr. M. Dicke

Verschijningsdata 2006Nr. 4: 26-05-2006 / 01-07-2006Nr. 5: 28-07-2006 / 04-09-2006Nr. 6: 01-09-2006 / 09-10-2006Nr. 7: 06-10-2006 / 13-11-2006Nr. 8: 10-11-2006 / 18-12-2006

(wijzigingen voorbehouden)

Kosten lidmaatschap van het KNGMG€ 72,50 gewoon lid€ 50,– AiO/OiO€ 19,25 studentlidmaatschapHet lidmaatschap is inclusief de Nieuwsbrief en het tijd-

schrift Netherlands Journal of Geosciences/Geologie en

Mijnbouw. Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31

december. Opzegging dient drie maanden voor het

einde van het kalenderjaar te geschieden.

Oplage: 2000

Deze Nieuwsbrief wordt verspreid aan alle leden vanhet KNGMG en van de KTFG en tevens naar ca. 300geadresseerden van NWO-ALW.Losse abonnementen zijn niet mogelijk.

Vervolg van pagina 1

kngmg |alw| ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 2

COLOFON

AdvertentiesVoor het plaatsen van advertenties kunt u contact opnemen met het Bureau van het KNGMG, tel. 030-2532412, e-mail [email protected] met het Grafisch Atelier / Uitgeverij Blauwdruk, tel. 0317-425880, e-mail; [email protected]

Jaargang 2006: Tarieven bij eenmalige plaatsing1/1: 625,– 185 x 255 mm1/2: 350,– 185 x 125, 90 x 255 mm1/4: 210,– 185 x 60, 90 x 125 mm1/8: 154,– 185 x 25, 90 x 60 mmbedragen ex 19% btw

George Postma (rechts) en Maurits van Dijk.

samen met fysisch-geografenprof. dr. Piet Hoekstra en dr.Maarten Kleinhans.Naast conceptuele studies,zoals het ‘eigen gedrag’ vansedimentaire systemen,worden er ook experimentenuitgevoerd die een langere tijd-en ruimteschaal omspannen.Zo zijn er in het laboratoriummodellen (hypotheses) getoetstover de laatste ijstijd die uitveldonderzoek in het rivieren-gebied naar voren zijn geko-men. Een van deze hypothesesrichtte zich op de afbuigingvan de Rijn naar het oosten enhet zuiden tijdens de laatsteijstijd. Dr. Kim Cohen de UUhad het idee ontwikkeld dat demigratie van de Rijn naar hetzuiden het gevolg zou kunnenzijn van het z.g. forebulge-effect: het omhoogkomen vande bodem voor het ijsfront uit.Door het gewicht van het ijszakt de bodem onder het ijs.

Page 3: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

Voor het ijsfront uit zou debodem als reactie daaropomhoog komen. Dit front zouop de lijn Utrecht – Rhenenhebben gelegen. De forebulgetrekt zich terug als het ijs zichweer terugtrekt. Eurotank isuitstekend geschikt om dezebodemweging te simuleren.De bodem van de tank isopgebouwd uit honingraadvor-mige blokken die naar wensomhoog en naar benedengedraaid kunnen worden dooreen robot die onder de tankzit. Hiermee kan dus dit typeijs-tektoniek uitstekendworden gesimuleerd.

Catastrofale regenbuiOok werden de breukbewegin-gen langs de Peelhorst meege-nomen in het experiment dateen periode van 36,000 jaarzou omvatten. Postma: “Wijhadden het hoger gelegennoorden vrij dicht langs derand van de tank aangelegd.De rivier zou immers naar hetzuiden afbuigen? Maar opval-lend genoeg sneed de rivierzich ook in in het opgehevendeel van het zand, geheel tegende verwachting in. Er spelenzoveel processen gelijktijdig:het omhoog komen van debodem door het terugtrekkenvan het ijs, de bewegingenlangs breuken. Alles oefentinvloed op elkaar uit. Cohenhad bijvoorbeeld in het velddiepe insnijdingen gevondendie hij niet duidelijk konverklaren. Tijdens het experi-ment bleken die te relaterenaan de breukbewegingen vande Peelhorst. Als een blokomhoog komt zorgt dat vooreen verandering van het reliëf

kngmg | alw | ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 3

van de rivier. Om dat teniet tedoen, gaat een rivier zich opdie plek dieper insnijden enontstaan de diepe geulen dieCohen in het veld gevondenhad. In dit geval heeft hetexperiment dus een mogelijkeverklaring aangedragen voorbepaalde veldgegevens.”Geologisch gezien beslaat hetexperiment naar de ontwikke-ling van de loop van de Rijneen korte tijd. Postma gebruiktvergelijkbare experimenten omte onderzoeken hoe een land-schap zich ontwikkelt op eenmeer geologische tijdschaal,dat wil zeggen over perioden

van honderdduizend totmiljoenen jaren. “Het is danniet meer mogelijk om hetsedimenttransport precies nate bootsen. Dat is hoogstensmogelijk tot een ruimtescha-ling van 1:50. Voor experi-menten naar het ‘eigen gedrag’van systemen maken we welgebruik van schaling. De tijdschalen we dan door volume-veranderingen te schalen. Wijlaten in een experimentbijvoorbeeld continu waterover een hele delta stromen.De delta verkeerd dus in eenvoortdurende staat van over-stroming. In de werkelijkheidgebeurt dat natuurlijk niet.Stel dat een puinwaaier éénkeer per jaar overstroomt. Alséén overstroming een laagsediment onder in het daloplevert van één centimeterdik, dan is dat onder experi-mentele condities vergelijkbaarmet een laagje in de zandbakvan 0,2 millimeter, als jeuitgaat van een schaal van 1op 50. Vind ik in mijn experi-mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan isdie vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte puinwaaier.Dat betekent dat er vijf cata-strofale gebeurtenissen

geweest moeten zijn, wantiedere overstromingen leverdeeen centimeter sediment op.Het is zo mogelijk om met dezandbak te berekenen wat ergebeurd kan zijn op de echtealluvial fan.”

DiffusieOm verder te komen met hetopschalen van experimentennaar geologische ‘aardse’afmetingen en om een beterinzicht te krijgen in geologi-sche processen, werkt Postmamet dr. Paul Meijer van deUU aan een derde tak vanonderzoek: modellering. Demanier waarop sedimentgemiddeld over langere perio-den meegevoerd wordt meteen rivier, is goed te beschrij-ven als hellinggerelateerd sedi-menttransport. Dit laat zichgoed beschrijven met eendiffusievergelijking (diffusiezorgt ervoor dat stoffen bewe-gen van plaatsen met een hogeconcentratie naar plaatsen meteen lage concentratie tot hetconcentratieverschil uiteinde-lijk nul wordt: denk aan eendruppel inkt die het hele glaswater blauw kleurt).Postma: “Bij ons bouwt dehelling in de rivier zich op totdeze uiteindelijk in evenwicht

Het systeem van camera’s en flitser voor hoogtemetingen.

Geologische kaarten en profielen van een serie experimenten (inzet: zeespiegel-

curve).

Page 4: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg |alw| ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 4

komt en de hoeveelheid depo-sitie op die helling nul wordt.Om dit aan te tonen hebbenwe de stratigrafische ontwikke-ling van een riviersysteem gesi-muleerd: hoe vindt transportvan sediment in een rivierplaats en waar wordt het sedi-ment afgezet. Als je dat procesmet diffusie gaat modelleren,dan blijken de uitkomstenverrassend goed overeen tekomen met de experimentelegegevens. Eigenschappen vande diffusievergelijking stellenons nu in staat om onzemodellen op te schalen naar dewerkelijkheid. Het gaat er hierimmers om om de grootscha-lige architectuur (gradiëntver-schillen) in de stratigrafie na tebootsen. Wij kunnen met dezemodellen bijvoorbeeld eenruwe inschatting maken waaren wanneer er – bijvoorbeeldbij zeespiegelverandering –hoeveel zand over de shelfrandnaar de diepzee wordtvervoerd.

PionierenHet moeilijkste in al dezemodellen en experimentenzijn de verschillende tijd- enruimteschalen waarop proces-sen plaatsvinden. Ingenieurs

werken hoofdzakelijk metkorte tijdschalen, waar sedi-menttransport hydraulisch iste schalen. Niet iedereen is heteens met Postma’s methodenvan schaling van sediment-transport op geologische tijd-schalen. Zijn onderzoeksvoor-stellen krijgen dan ook weleens, naar zijn idee, onnodigkritische kanttekeningen doorzijn manier van benadering. Postma: “ Er is simpelweggeen alternatief en de model-len die wij maken vertonenbemoedigend veel overeen-komsten met grootschaligestratigrafische fenomenen inde werkelijke wereld. Het typeexperimenten dat wij uitvoe-ren vinden wij daarom vanonschatbare waarde voor hetontwikkelen van inzicht en hetverder kwantificeren van stra-tigrafie. Wij zien namelijkdoor het experiment hoe stra-tigrafie gemaakt wordt; in denatuur zie je alleen maar heteindprodukt. Het ‘zien maken’is van onschatbare waardevoor de ontwikkeling vangoede numerieke modellen.Wij geologen moeten er voorzorgen dat de modelleurs –meestal geen aardwetenschap-pers - de goede gegevens krij-

gen om hun modellen te cali-breren. Vanuit het veld, dewerkelijke wereld, zijn die nietof te weinig beschikbaar. Ikmoet ervoor te zorgen dat defysische modellen zo goedmogelijk schalen met de

werkelijkheid. Het is pionierenen daarvoor halen we al onzecreativiteit uit de kast, maardit is wel het leukste wat er isin de wetenschap”.

AUKJEN NAUTA

De motor die de staven aandrijft.

De onderkant van de Eurotank. Iedere staaf is verbonden met een stuk bodem dat onafhankelijk hoger en lager gesteld worden.

HOOFDARTIKEL (VERVOLG)

Vervolg van pagina 3

Page 5: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg | alw | ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 5

KNGMG

Verslag jaarvergadering KNGMG 19 april 2006

1. Opening door oud-voorzit-ter Albert OostAlbert opent de vergadering enheet alle aanwezigen van hartewelkom. De Petroleum Geologi-sche Kring is dit jaar gastheer enheeft haar vergaderlocatie (KIVINIRIA-gebouw, Prinsessegracht,Den Haag) ter beschikking gesteld,en de organisatie, incl. borrel enhapjes, geregeld. De jaarvergade-ring ging vooraf aan de maande-lijkse PGK-bijeenkomst. Vele ledenzijn aanwezig (totaal aantalaanwezigen: ca 60).Albert geeft een korte schets vanzijn activiteiten als voorzitter enintroduceert zijn opvolger, Peterde Ruiter. Hij is bijzonderverheugd zo’n enthousiaste enervaren bestuurder als Peterbereid te hebben gevonden.Daarna bedankt Leo van de Vate,waarnemend voorzitter/secretaris,Albert voor zijn uitnemendeverdiensten voor het KNGMG.Vooral zijn nimmer aflatendestroom van ideeën voor acties enplannen heeft diverse trajectengestart waaraan nu wordt doorge-werkt. Ook zijn zeer omvangrijkenetwerk droeg daaraan bij. Veelinzet is ook geleverd om degeowetenschappelijke kennisbasis

van het NITG te waarborgen. Hetbestuur is hem daarvoor veel dankverschuldigd. Leo biedt hem alsaandenken een fraaie ammonietaan.

2. BestuurswisselingenAan de leden is, via de Nieuws-brief, voorgelegd een tweetalbestuurskandidaten: Frédériquevan Schijndel (bestuurslid) enPeter de Ruiter (voorzitter). Tegengeen van beide kandidaten zijnbezwaren bij de secretaris binnen-gekomen; ook vanuit de vergade-ring wordt geen bezwaar gemaakt.Daarmee zijn beide kandidatenformeel geïnstalleerd.De waarnemend voorzitter wenstbeide leden van harte succes methun benoeming.Daarna draagt hij de leiding vande vergadering over aan Peter deRuiter.

3. Verslag van de ledenver-gadering 2005.Dit verslag wordt goedgekeurd.

4. Bestuursmededelingen

Activiteiten 2006

• De Escherprijs voor de bestedoctoraalscriptie 2005 zal door de

voorzitter van de jury wordenuitgereikt tijdens het NAC8 op 25april a.s. in Veldhoven.

• De Genootschapraadvergadering2006 is vastgesteld op 1 juni a.s.Belangrijk punt van bespreking isde relatie tussen het KNGM-bestuur en de KNMG-kringen. Watkunnen we voor elkaar betekenen?De kringen vormen tenslotte het‘kloppend hart’ van het KNGMG.

• De Van Waterschoot van derGrachtpenning zal in oktober a.s.worden uitgereikt; locatie GebouwMijnbouw, Delft; dit in combinatiemet de Staringlezing die door Tomvan Loon zal worden uitgespro-ken.

• Plannen zijn gemaakt voor eengeologische excursie naar Oman infebruari 2007.

Langere-termijn activiteiten

• Website ontwikkeling encontent. Naast een verdere techni-sche verbetering van de website isook een goede inhoud vereist; watwillen wij met de site bewerkstelli-gen? Jan de Coo is bereid gevon-den als webmaster op te gaantreden vanuit een bestuurspositie.

Daartoe zal hij via een kennisma-kingsartikel in de eerstvolgendenieuwsbrief aan de leden wordenvoorgesteld. Als er binnen driemaanden geen bezwaren wordeningebracht zal hij formeel in hetbestuur worden opgenomen..Voorlopig functioneert hij alskandidaat-bestuurslid.

• Nieuwsbrief (NB)De NB wordt zeer op prijs gesteld;er is bewondering voor de goederedactie; uitbreiding met weten-schappelijk nieuws en historischeinformatie is in voorbereiding.Tevens zal rekening wordengehouden met het steeds belang-rijker worden van de Europesecomponent, o.a. voor de geowe-tenschappelijke certificering.

• Vraag: Wat gaat er met het NJGgebeuren? Antwoord: Volgens hetbestuur is er in Nederlandbehoefte aan één aardwetenschap-pelijk tijdschrift; het tijdschrift isqua lay-out sterk gemoderniseerd,de citation index is gestegen van0,2 naar 0,943. Maar het bestuurrealiseert zich wel dat de relatiemet de wetenschappers moetworden versterkt. Daaraan wordtgewerkt. Tom van Loon waar-

Financieel resultaat 2005

LASTEN € € € BATEN € € €

Kosten Publicaties Contributies/abonn.nieuwsbrief 27.686 contributies 64.090 verzendkosten nieuwsbr. 5.665 33.351 begunstigers 4.040 68.130NJG-bijdrage 18.152 51.503

PublicatiesStudiedagen/excursies Bijdrage KTFG 1.914buitendag ALV 1.404 Bijdrage NWO/ALS 9.000 10.914

Verenigingskosten Studiedagen/excursieswebsite 1.837 Buitendag 745sponsoring 1.115bestuurskosten 258 Overigbankkosten 813 Subsidie Escherprijs 2.500diverse kantoorkosten 204 Rentes en dividenden* 11.672 14.172verr. Cie BB oude posten 1.348diversen 264 5.839 Totaal Baten 93.961kosten secretariaat 24.419 30.258 Totaal Lasten 85.665

Overigkosten Escherprijs 2.500

Totaal Lasten 85.665 Resultaat 8.296

* dit bedrag is inclusief de terug ontvangen dividendbelasting 2001 t/m 2004 (€ 4685) en de nog te ontvangen div. bel. over 2005.

Page 6: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg |alw| ktfg |nieuwsbrief april 2006 | 6

schuwt ervoor dat bij een toenamevan het aantal manuscripten ookde bijbehorende kosten zullen stij-gen; wie gaat dat financieren?

• Peter Haalebos (vz. StichtingNJG) ziet geen grote financiëleproblemen; er is een reserve; welzal meer redactie nodig zijn, evt.zal de doelgroep moeten wordenvergroot.

• Wiekert Visser vraagt zich afwelke plannen er zijn voor wervingvan jonge leden. Hans de Bresservertelt wat er al ondernomen is.Duidelijk wordt steeds weer devraag: wat levert een lidmaatschapeigenlijk op? Wat krijgt menervoor?

5. FinanciënPenningmeester Lydia Marschall-Wesselingh licht de financiëlestukken toe. Belangrijk punt is dereductie van de secretariaatsuitga-ven van € 30.000 tot € 20.000. Er wordt getracht meer sponsorente krijgen zodat o.a. de Nieuws-brief verder kan worden verbeterd.Met betrekking tot een vraag overhet verloop van de contributie-

inning wordt verwezen naar hetfinanciële verslag. Het secretariaat(KNAG) zit de wanbetalers achterde broek. De kosten van het NJG bedragencirca € 10,- per lid. De hardnek-kige perceptie, bij een grootaantal leden, dat de meerderheidvan de contributie besteed wordtaan het NJG is dus apert onjuist.De contributie van de leden diemomenteel nog € 37,50 aancontributie betalen krijgen eenverhoging tot € 50,-.Vraag: Hoe staat het met de insti-tutionele bijdragen; dit is de kurkwaarop o.a. het NJG drijft.Antwoord: Momenteel is er nog teweinig actie; de bedoeling is dit teintensiveren.Vraag: Waarom betalen gepensio-neerden de volle lidmaatschaps-prijs? Elders is dit 50%.Antwoord: Het bestuur wil dit inoverweging nemen, maar eerstmoeten de financiële consequen-ties hiervan worden overzien. De kascommissie (Kees vanBaaren / Evert van der Graaff)heeft de financiën gecontroleerden overhandigt hun rapport. Keesvan Baaren licht toe dat de vroe-

gere afname van de reserves isovergegaan in een toename. Ermoet een strikte begrotingsdisci-pline worden gehandhaafd inverband met het afnemendeledental. Een bankrekening van decommissie Beroepsbelangen meteen saldo van € 10.000,- kanvolgens de kascommissie wordenopgenomen in de KNGMG begro-ting van 2006. De kascommissieverleent het bestuur décharge metbetrekking tot het financiëlebeleid 2005.De nieuwe kascommissie zalbestaan uit Evert van der Graaffen Jan Oele.

6. Rondvraag• Moet er in de begroting niet eenreservering voor de viering vanhet 100-jarig bestaan wordengedaan? Dit zal het bestuur over-wegen.• Kunnen de kringexcursies ook inde NB worden vermeld? Hetbestuur denkt aan een commissa-ris excursies die dit soort zakengaat regelen.• Een vraag over de Europese acti-viteiten (European Commission ofGeologists, EFG, EFS, etc.) mondt

uit in de constatering dat hetEuropese front beter in kaart moetworden gebracht; het bestuur zalzich oriënteren.

7. SluitingDe voorzitter bedankt het PGKvoor het perfecte gastheerschapen sluit om 19.00 uur de vergade-ring.

L. van de Vate, secretarisapril 2006

Begroting 2006

LASTEN € € € BATEN € €

Kosten Publicaties Contributies/abonn.nieuwsbrief R en D 28.000 contributies 68.000verzendkosten nieuwsbr. 5.700 33.700 begunstigers 4.000 72.000 NJG-bijdrage 18.150 51.850

Publicatiesbijdrage KTFG 1.000

Studiedagen/excursies bijdrage NWO/ALS 9.000 10.000 ALV 100Staringlezing 500 600

Verenigingskosten Studiedagen/excursieswebsite 1.000 ALVsponsoring 1.000 Staringlezing 500 500 bestuurskosten 1.000 0verigbank en betaalkosten 1.500 subsidie Escherprijs 2.500 diverse kosten 1.000 5.500 rentes en dividenden 7.000 kosten secretariaat 20.000

Totaal Baten 92.000 Totaal Lasten 85.450

Overigkosten Escherprijs 2.500onvoorzien 5.000

Totaal Lasten 85.450 Resultaat 6.550

VERSLAG JAARVERGADERING

Page 7: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg | alw | ktfg |nieuwsbrief april 2006 | 7

Balansoverzichtper 31-12-05 per 31-12-04 per 31-12-05 per 31-12-04

ACTIVA € € € € PASSIVA € € € €

Stichtersaandelen** 1.561 1.561 Eigen vermogenreserves 1 /1/05 13.738 15.235resultaat 2005 8.296 -1.497reserves 31/12/05 22.034 13.738

GAIA-lening 789 1.289

Vooruitontvangen contributiesLiquide middelen 49.943 53.382 gewone leden 581 27.801

begunstigers – 1.700Vorderingen 581 29.501Te ontvangen contributies 3.042 8.432

Overige Vorderingen- afrekening KNAG 3.300- rente spaarrekening 303 Kortlopende schulden- dividentbelasting 1.665 Crediteuren (te betalen posten)

- NB grafisch bedrijf 413 - nieuwsbrief 27.686 19.273- NWO 9.000 - verzendkosten 677 703- KTFG 1.825 - bankkosten 49 –

5.268 - secretariaat 1.95811.238 - geoheritage 500 –

- move out 1.250- workshop 403- NJG 9.076 9.076

37.988 32.663

Totaal 60.603 75.902 60.603 75.902

** Stichtersaandelen: 2752 stuks A aandelen Royal Dutch Shell Group

advertentie

Page 8: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg |alw| ktfg |nieuwsbrief april 2006 | 8

Ik ben Thomas van der Lin-den. Nadat ik in Utrecht mijnstudie geologie had afgerond,ben ik naar Leuven in Belgiëvertrokken om daar hetstudieprogramma ‘Conservatievan Monumenten en Sites’ tevolgen. Op dit moment neemik in het kader daarvan deelaan een uitwisselingspro-gramma.

Afgelopen januari bezochtenwe UNESCO in Parijs omdaar van de deskundigen uitlegte krijgen over werelderfgoed.In het Val de Loire kregen weeen voorbeeld te zien van een‘levend cultuurlandschap’: eenlandschap gevormd door deinteractie van mens en natuur.Het tweede deel van hetuitwisselingsprogramma vindtplaats in Perth (Australië).Hier loop ik onder andere eenstage bij de National Trust ofAustralia met als onderwerpbedreigde rotskunst. Eenonderwerp waar we in Neder-land ook van kunnen leren hoewe beter om zouden kunnengaan met het landschap waarinwe leven.

Iedere geoloog heeft zo zijndromen over ideale excursie-gebieden, en voor velen hoort hetOman Gebergte daartoe. Tot hetmidden van de jaren 1960 washet gebied vrijwel onbekend enmoeilijk toegankelijk. Shell brachthet tussen 1966-1968 in kaart.Het slotrapport van dit projectverscheen als Verhandeling 31van het KNGMG (1974). Nu, 33jaar later, organiseert het KNGMGeen excursie naar dit inmiddelsveel meer toegankelijk gewordengebied in Oman; een land dat nuook een aantrekkelijketoeristische bestemming is.

Van het geologische team datde oorspronkelijke karteringuitvoerde, hebben Pit Pilaar enKen Glennie hun medewerkingtoegezegd. Pit draagt de geolo-gische verantwoordelijkheidvoor de excursie en Ken levertrecente geologische informatie.Op reis wordt gebruik gemaaktvan de logistieke vlieg-, hotel-en grondtransportfaciliteitenvan touroperator AsgardReizen (Groningen) die Omanals toeristische bestemming ophet programma heeft staan.Tom Reijers (Geo-Training &Travel) zorgt voor de logistiekeafwikkeling en assisteert Pit inhet veld. Deelnemers kunnenna de geologische excursie

desgewenst langer blijven omOman ook toeristisch nader teleren kennen. Bijvoorbeelddoor tegen een gereduceerdeprijs deel te nemen aan detoeristische reis van AsgardReizen die plaats vindt aanslui-tend op de geologische excur-sie.De geologie van het OmanGebergte kan kort samengevat,worden omschreven als eencomplex van allochtone litho-stratigrafische eenheden, iedermet eigen faciës, zoals upper-en lower continental slope,basal fans en turbidites, deeperwater en ocean floor afzettin-gen, die als een serie dekbladenover een autochtone shelf

sequentie van ongeveer gelijkeouderdom (Midden-Perm –Boven-Krijt) zijn geschoven,het Precambrische – Cambri-sche Basement niet meegere-kend. Boven-Krijt (Maastrich-tien) en vroeg-Tertiairecarbonaten liggen discordantover deze oudere sequentiesheen, wat nog te zien is in defoothills.Hoewel de dekbladstructuurduidelijker waarneembaar isvanuit de lucht dan langs deweg, is en blijft de geologie vanhet Oman Gebergte fascine-rend door zijn hoge ontslui-tingsgraad en structurelecomplexiteit, zowel op micro-als op macrotektonische schaal

Dampier Rock Art PrecinctZo’n 1500 kilometer noord vanPerth aan de Australische kustbevindt zich de Dampier RockArt Precinct in een zeer afgele-gen archipel, waarvan BurrupPeninsula het grootste enbekendste eiland is. De archipelwerd gevormd na de laatsteijstijd, ongeveer 6000 jaar gele-den, toen de zeespiegel in ditgebied tot het huidige niveau

steeg en de heuvels in eilandenveranderden. Het huidige landschap wordtgekarakteriseerd door glooi-ende, roodgekleurde heuvelsdie bestaan uit rotsen die zijnopgebroken in hoekige en afge-ronde blokken. Deze rotsenbestaan uit granofiergesteente,dat het belangrijkste dagzo-mende materiaal is in de archi-pel. Op de rotsen bevindt zich

een enorme verzameling kunst:er zijn niet alleen schikkingen,zoals terrassen en rechtopge-zette stenen, maar vooral veelpetrogliefen. Dit zijn afbeeldin-gen die gemaakt zijn door hetverwijderen van een deel van desteen. De kunst is zichtbaardoor het contrast tussen dekleur van het grijze, versegesteente, de rozige verwerings-laag en de donkere, glanzendrode tot zwarte buitenlaag.Afgebeelde motieven zijn onderandere spirituele wezens, mens-achtigen, vissen, vogels enzoogdieren. Opmerkelijk genoeg is er noggeen volledige inventarisatiegemaakt van de kunst; het isdus ook niet bekend hoeveelsites of individuele petrogliefener zijn. De schattingen lopenuiteen van 3690 sites tot meerdan een miljoen afbeeldingen.Veel vragen over de petroglie-fen – wie ze gemaakt heeft,waarom en wanneer – zullenaltijd onbeantwoord blijven,omdat hun traditie verloren isgegaan. Wel weten we dat ditde enige overgeleverde docu-menten zijn van een groep

Nederlandse fysisch-geograaf in Australië

Bedreigde rotskunst in Dampier Rock Art Precinct

Rotskunst in Dampier Rock Art Precinct (foto: Robin Chapple).

De Oman Mountains, een geologische excursieKNGMG-EXCURSIE 2-7 FEBRUARI 2007

KTFG

Page 9: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg | alw | ktfg |nieuwsbrief april 2006 | 9

met de ‘Oman Exotics’ alsblikvanger van dit impone-rende dekbladtableau: DeOman Mountains.De geologische excursie wordtbegroot op € 2000,- perpersoon (exclusief verzekerin-

gen en met voorbehoud voorbrandstoftoeslag). De defini-tieve prijs zou lager kunnenworden, afhankelijk van hetaantal deelnemers. Het mini-male aantal deelnemers (inclu-sief begeleiding) is 16; hetmaximale aantal is 24. Erwordt met vier personengereisd per 4x4 voertuig metlokale chauffeur. Overnachtin-gen vinden plaats in goedelokale hotels. Alle maaltijdenen frisdranken zijn inbegrepen.Iedere deelnemer ontvangtvoor vertrek een geactuali-seerde veldgids met de geologi-sche achtergrond en een kortekarakteristiek van de te bezoe-ken secties. Bovendien krijgtiedere deelnemer een samen-vatting van de culturele achter-

grond en de geschiedenis vanOman. Aan de facultatieve toeristischevervolgreis, die normaal € 2095,- kost, kan door excur-siedeelnemers voor € 1545,-worden deelgenomen. Maar erzijn ook andere verlengingsop-ties beschikbaar. Informatiehierover is verkrijgbaar bijAsgard Reizen.

Potentiële deelnemers wordtverzocht zich vóór 15 juli 2006op te geven bij: Tom Reijers e-mail: [email protected] Gevelakkers 119465 TV AnderenTel. 0592 241411

Daarvoor is nodig uw volledige

naam (zoals in het paspoortstaat; dit in verband met deuitgifte van elektronischetickets), en uw adres en tele-foonnummer. Uw gegevensworden dan aan Asgard Reizendoorgegeven, die de verdereboeking en aanverwante admi-nistratie zal afhandelen, en udesgewenst nadere informatiegeeft over verlengde boekingenin Oman.

Dit is een experiment van hetKNGMG en het resultaat zalmet zorg worden bestudeerd.Afhankelijk van de respons opdit voorstel kunnen meerdereexcursies in de (nabije)toekomst volgen.

Bestuur KNGMG

oorspronkelijke bewoners vanAustralië en dat de afbeeldin-gen waarschijnlijk zowel eeneducatieve als spirituele functiehadden.

Watch ListVolgens deskundigen op hetgebied van rotskunst verdientde Dampier archipel een plaatsop UNESCO’s werelderfgoed-lijst, omdat het de meest uitge-strekte en grootste verzamelingter wereld is, met kunst die zeerlevendig en complex is. OokUNESCO zou graag zien datde Dampier archipel op de lijstwordt geplaatst, maar helaaskan alleen de Australische over-heid de site hiervoor aanmel-den. Normaliter wordt eenplaats op de lijst gezien als eenzeer prestigieuze erkenning,maar Australië lijkt daar andersover te denken. Wel is Dampierarchipel inmiddels vermeld opeen, haast even prestigieuze,maar zeer treurige lijst. Sinds2004 staat het gebied op de“World Monuments WatchList of 100 most endangeredplaces” naast plaatsen als NewOrleans na orkaan Katrina, de

stad Bam in Iran sinds de aard-beving en het centrum vanMexico-Stad.Deze vermelding heeft dearchipel te danken aan deernstig bedreiging doortoerisme en industrie. Deeconomische waarde van eenlocatie lijkt hier te botsen metde lastiger te definiëren waardevan het bestaande erfgoed.Hoewel Australië zich zeer wel

bewust is van de waarde vanzowel haar natuurlijk, cultureelals gemengd erfgoed, blijkt indit geval snel financieel gewinbelangrijker. Men is zich vaakniet bewust van de langeretermijn waarde van het erfgoed,totdat het te laat is. Vernieti-ging is een onomkeerbaarproces. Door luchtverontreini-ging zal de buitenlaag van hetgesteente, en daarmee de

afbeeldingen, langzaam maarzeker uitgewist worden. De beschadiging en verplaat-sing van de kunst door indus-triële activiteiten is waarschijn-lijk net zo’n groot gevaar.Ondanks dat de staat Western-Australia erkent dat de rots-kunst hierdoor opzettelijkvernietigd wordt, moedigt ze debouw van nieuwe fabrieken nogsteeds actief aan. Er loopt opdit moment een belangrijkproject voor de bouw van eenfabriek voor raffinage, behan-deling en overslag van LiquifiedNatural Gas, ook zijn er plan-nen voor kunstmestfabrieken.Door deze daad overtreedt destaat de richtlijnen zoals aange-geven in de UNESCO-verkla-ring van 17 oktober 2003 overde opzettelijke vernietiging vancultureel erfgoed. Een daad diegelijk gesteld kan worden metde vernietiging van deBuddha’s in Bamiyan (Afghani-stan) door de Taliban, eengebeurtenis die door de inter-nationale gemeenschap scherpveroordeeld werd.

Al door industrie verstoord landschap (foto: Robin Chapple).

Page 10: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

H E T V O E T L I C H T

Het gebied rond Ierapetra in centraal-Oost-Kreta, dat Fortuin in 1966 alsdoctoraal veldwerkgebied kreeg vanprofessor Drooger, toen hoogleraar micro-paleontologie en stratigrafie aan deUniversiteit Utrecht, heeft van hem eenuitstekend veldgeoloog gemaakt. Deoorspronkelijke opdracht was om deNeogene afzettingen te onderzoeken en inkaart te brengen. Die taak heeft uiteinde-lijk geleid tot een veldonderzoek in eengebied van zo’n vijfhonderd vierkantekilometer met extreme lithologieën,vreemde stratigrafische overgangen en eencomplexe tektoniek. Een heel moeilijkgebied. Zelfs tijdens zijn promotie konFortuin nog dromen van steile kustkliffenwaar hij vanaf dreigde te vallen. Het heefthem echter ook de kans gegeven eenbreed geologisch inzicht te ontwikkelenzoals tegenwoordig vrijwel niet meermogelijk is.

Eilandje karterenKreta was geologisch gezien toen noggrotendeels onontgonnen gebied, maar depromovendi Tom Freudenthal en JohanMeulenkamp hadden al op West-Kretaleuke resultaten geboekt. Anne Fortuin endrie jaargenoten zouden de rest van deNeogene bekkens van Kreta bewerken.Fortuin had de opdracht gekregen om deNeogene afzettingen te bestuderen, informaties onder te verdelen en het boven-ste deel van het Tertiair in kaart te bren-gen. “Maar het bleek al gauw dat hetterrein flink verbroken was,” verteltFortuin. “Ik zag alleen maar breukcontac-ten zonder enig systeem. Na een weekkreeg ik een paar dagen begeleiding van

Tom Freudenthal. Die raadde me aan omte beginnen met het inschetsen van‘eilandjes paleogeografie’ in een gebiedmet veel basementgesteenten omringddoor Neogeen. Ik had dat juist laten liggenomdat het zo ingewikkeld was. Achterafbleek dat stuk deel uit te maken van eenenorme olistostroom, een afzetting dietijdens de sedimentatie vanaf de sterkdalende bekkenrand vergleden was samenmet enorme elementen van het ouderebasement. Een fenomeen dat toen nognauwelijks begrepen werd.”

KretaBegin maar eenvoudig – het goedbedoeldeadvies van Freudenthal –bleek dus nietzo’n simpele opdracht. Het hele gebiedrond de Middellandse Zee is verre vaneenvoudig. Afrika beweegt naar het noor-den, duikt onder de Europese plaat en staatzo aan de wieg van gebergteketens, vulka-nisme en aardbevingen. Het oostelijke deelvan de Middellandse Zee is nog gecompli-ceerder, omdat daar naast druk ook rekheeft opgetreden en nog steeds optreedt. In

de huidige situatie beweegt Afrika zo traagnaar het noorden dat de Europese plaat alshet ware mee naar beneden getrokkenwordt door de Afrikaanse plaat. Hetgebied rond de Aegeïsche Zee is dan ookletterlijk in zee aan het zakken.Door de enorme verticale bewegingen dieer op Kreta hebben plaatsgevonden, zijner snelle veranderingen geweest in hetreliëf met de daarbij behorende snelle engrote variaties in afzettingsmilieus.Tijdens perioden van druk zijn er dek-bladcomplexen gevormd en omhooggekomen. De Tripolitzakalken – die degrote bergmassieven vormen – makendaar deel van uit. Tijdens perioden vanrek zijn die complexen sterk verbroken,uit elkaar gevallen en bovenop de(jongere) Neogene afzettingen terechtge-komen. Bovendien bleek het gebied rondIerapetra een veel sterker paleoreliëfgehad te hebben dan de omgeving. Fortuin: “Ik ben naast het interpreterenvan de afzettingsmilieu’s nog beziggeweest om de evolutie van het foramini-ferengeslacht Uvigerina te gebruiken om

Sedimentoloog Anne Fortuin met de VUT

‘Als ik hierop zou moeten promoveren,dan werd ik stapelgek’

Anne Fortuin, vanaf 1971 verbondenaan de Vrije Universiteit vanAmsterdam, gaat per 1 juni van dit jaarmet de FPU (de moderne VUT).Generaties studenten heeft hijonderwezen, aanvankelijk vooral in demicropaleontologie en stratigrafie, laterkwam daar de sedimentologie bij.Evenzoveel jaargangen hebben in hetveld van hem geleerd hoe je eengebied in kaart moet brengen, eenvaardigheid die nog steeds de basisvormt van een goed geologisch inzicht.

kngmg |alw| ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 10

Page 11: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

de biostratigrafie uit te zoeken in dit breu-kengebied. Ik heb er duizenden gemeten,histogrammen gemaakt van de aantallenkamers en zelfs een nieuwe soort gevon-den en beschreven. Later heeft trouwenseen Utrechtse promovenda aangetoonddat de ontwikkeling van de kamertjes vande Uvigerina’s helemaal geen echte evolu-tionaire opeenvolging vertegenwoordigt,maar vooral eco-fenotypische variatieszijn, die overigens voor lokale correlatiesbest te gebruiken zijn.” Nog tijdens zijn promotieonderzoek gaatFortuin bij de Vrije Universiteit werken.Het vertraagt het tempo flink, maar in1977 promoveert hij.

StapelgekMedestudent Wim Sissingh had eens opeen groepsrondrit met de professor doorhet gebied na de zoveelste breuk gezegd:“Als ik hierop zou moeten promoveren,dan werd ik stapelgek”. Dat is Fortuin netniet overkomen, maar nog steeds kan hijgeologisch bijna blindelings de wegvinden op ‘zijn stuk’ Kreta. De kans omzo diep in een gebied te duiken, hebbenstudenten tegenwoordig niet meer. Zijworden minder vrijgelaten. De opleidingis beter georganiseerd, de docenten zijn inde buurt en zorgen voor een intensievebegeleiding tijdens de veldwerken. “Wij hebben veel tijd verloren door zelfhet wiel weer uit te moeten vinden,” zegtFortuin. “Dat is zeker wat waard, maarheeft ook zijn nadelen. Het studierende-ment – zo belangrijk tegenwoordig – isbeter geworden. De rimpels wordenzoveel mogelijk uit de opleiding wegge-poetst. Tegenover onze veldervaring staatdat studenten tegenwoordig sneller door-dringen in een bepaald vakgebied. Maarze zijn wel afhankelijk van een goedebegeleiding. Een goede leermeester-gezel-relatie is belangrijk, al kan een uitglijderop zijn tijd ook heel nuttig zijn. Op de VUwordt nog steeds veel belang gehecht aanveldwerk. Veel van onze studentenkunnen aan het eind van hun derde jaareen ‘bachelorsveldwerk’ doen met eenonderzoekje dat tot een ‘bachelor thesis’moet leiden. Zo krijgen ze de kans om alin een vroeg stadium kennis te maken meteen leuk project in het specialisme wat zeinteresseert.”

SumbaHet is een mooi vak, lesgeven, vindtFortuin. Hij heeft veel colleges gegeven enis net bezig geweest met de voorbereidin-gen voor de laatste colleges stratigrafie.Veldwerken heeft hij altijd met veel

kngmg | alw | ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 11

genoegen begeleid: de eerstejaars eerst inde Belgische Ardennen, later in deProvence en bij Jumilla in Zuid-Spanje,de tweedejaars ook in Midden-Spanje. Hijheeft daarnaast doctoraalstudenten enpromovendi begeleid. Van alle excursiesdie hij georganiseerd heeft, was die naarKreta eind jaren zeventig (van de vorigeeeuw) de mooiste. Het was een excursiedie hij samen met Dirk Beets en DerkJongsma gedaan heeft en ze hebben ‘alles’gezien: van de basement-dekbladeenhe-den tot de jongste Neogene bekkenvul-ling, die uiteenloopt van alluvial fans totdiepzee-turbidietfans. Halverwege de jaren tachtig heeft Fortuinmeegewerkt aan de Snellius-II-expeditie,een gezamenlijk Nederlands-Indonesischproject dat onderzoek deed in de Indone-sische wateren. Naast het vaarprogrammahad de expeditie ook een bescheiden‘landpoot’. Fortuin heeft het projectgecoördineerd dat zich richtte op de verti-cale bewegingen op de eilanden van deBanda Boog. Zelf heeft hij na afloop hetonderzoek voortgezet op Sumba, een vande Indonesische eilanden, dat op de over-gang ligt van de Java- en de Bandatrog.Hieraan werkte onder andere ook deinmiddels gepensioneerde paleomagne-tisme onderzoeker Hans Wensink uitUtrecht mee.“De grote vraag was of Sumba Aziatischof Australisch van oorsprong was,” legtFortuin uit. “Het lijkt erop dat het eilandeen omhooggekomen korstdeel vanAustralische affiniteit is. De verticalebewegingen waren enorm. We vonden opSumba jong-Tertiaire diepwaterafzettin-gen die beneden de CCD gevormd warentot riffen die nu nog tot op een hoogte van600 meter zijn te vervolgen. [De Carbo-nate Compensation Depth, CCD, ligtrond de 4 km diepte, waarbeneden geencarbonaat neerslaat.] Er zijn schitterendeopgeheven koraalterrassen op het eilandte zien. Ik had het plan om met collegaTom Roep ook over dat aspect te publice-ren, maar de stapel aantekeningen enontwerpen heb ik niet meer opgepakt toenhij in 1997 plotseling kwam te overlij-den.”

OpheffenOnderwijs beperkt zich niet tot het gevenvan colleges, begeleiden van veldwerkenen eigen onderzoek. Er zijn vele adminis-tratieve en organisatorische taken. Fortuinheeft zich daar niet aan onttrokken. Hij islang secretaris geweest van de vroegerevakgroep Sedimentaire Geologie en washet laatst plaatsvervangend hoofd van de

afdeling Sedimentologie. Van 1998 tot2001 was hij portefeuillehouder onderwijsvan de faculteit, de periode waarin debachelors-mastersstructuur vorm werdgegeven – “ik kreeg de brief met hetverzoek tot het bestuur toe te tredentijdens veldwerk in Spanje, precies opmijn verjaardag; ik vond het zo ongelofe-lijk attent dat de faculteit een kaartstuurde”. Hij heeft in die functie hetcurriculum van de bachelors-opleidingmede vorm gegeven. Een ‘echte bestuur-der’ vindt hij zichzelf niet, maar interes-sant is het wel ‘om te weten hoe hetwerkt’. Fortuin heeft de goede tijden meege-maakt, de jaren tachtig van de vorigeeeuw, met een bloeiende vakgroep,voldoende financiële mogelijkheden, veelstudenten, Jan van Hinte en WolfgangSchlager als ervaren hoogleraren vaninternationale faam, en Sierd Cloetinghals snel opkomende nieuwe ster. Dezorgen kwamen met de bezuinigingen,bestuurlijke vernieuwingen en het vindenvan een nieuwe hoogleraar toen WolfgangSchlager in 2002 met pensioen ging.“Wij hebben veel problemen gehad omeen nieuwe hoogleraar te vinden. Er zijnzeer geschikte kandidaten geweest, maardie sollicitaties zijn om verschillende rede-nen helaas op niets uitgelopen. Je zou erbijna een boek over kunnen schrijven. Opeen bepaald moment werd zelfs het onza-lige idee geopperd dat de afdeling Sedi-mentologie maar opgeheven moestworden. Sedimentologie kon ook welbinnen de andere afdelingen gegevenworden. Gelukkig is dat idee van de baan.De sedimentologie van carbonaten – despecialiteit van Schlager waarmee hijwereldfaam verwierf – wordt steedsbelangrijker nu de olievoorraden afnemen.Er zit nog veel olie en gas in carbonaatsys-temen, maar het zijn moeilijke reservoirs.De verschillende vormen van diageneti-sche veranderingen kunnen het gesteentezeer geschikt of juist totaal ongeschiktmaken als potentieel reservoir. Kennisover carbonaten wordt de komende jarendus steeds belangrijker voor oliemaat-schappijen. Ik heb goede hoop dat erspoedig een eind komt aan dit hoogleraar-loze tijdperk en ben tevreden dat wij denieuwe hoogleraar een afdeling kunnenaanbieden met naast hemzelf drie full-time medewerkers. Waarvan twee tevervullen vacatures zijn. Want als ikvertrokken ben, is alleen Jan Smit nogover. Alle kansen dus voor nieuwe activi-teiten.”

AUKJEN NAUTA

Page 12: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg |alw| ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 12

Karin Boessenkool heeft in hetnajaar van 2004 de UniversiteitUtrecht verwisseld voor deUniversiteit van Cardiff waar zij ineen driejarig post-docprojectonderzoek doet naar snelleklimaatveranderingen.

Het schijnt toch een ingewik-keld concept te zijn voor degemiddelde Nederlander dathet Verenigd Koninkrijk uitmeer bestaat dan alleen Enge-land. Hier in Cardiff word jedagelijks herinnerd dat je inWales bent: “araf” (langzaam),heddlu (politie), “bws” (bus)en “lôn fysiau” (busbaan)maken letterlijk deel uit van hetstraatbeeld en de universiteitheet niet alleen Cardiff Univer-sity, maar ook “Pryfysgol Caer-didd”. En dit is het verengelste deelvan Wales waar de echteWelshmen hun neus voorophalen. Zodra je een paarkilometer, pardon mijl, buitenCardiff komt staan de somsonuitsprekelijke Welshe versiesvan de plaatsnamen bovenaan

op de verkeersborden: Aber-tawe voor Swansea, Casnewyddvoor Newport en Pen-y-Bontvoor Bridgend. Ik moet zeggendat ik Welsh een heel intrige-rende taal vind en als Neder-lander-van-boven-de-grote-rivieren zou ik met deuitspraak niet teveel problemenmoeten hebben: harde r-en eng’s. Maar ja, het ontbreekt meaan de tijd om me er in teverdiepen.Anderhalf jaar geleden ben ikhier aan de “School of Earth,Ocean and Planetary Sciences”begonnen aan een driejarigpost-docproject. Ik werk samenmet mijn baas Ian Hall in eenNERC (Natural Environment

Research Council – de BritseNWO-ALW) programma oversnelle klimaatveranderingen,RAPID genaamd. Ik houd mevoornamelijk bezig met veran-deringen in de stroomsnelheidvan diepe oceaanstromingentijdens het late Pleistoceen enhet Holoceen. Momenteel werk ik aan heelrecente sedimenten (van delaatste 200 jaar) van GardarDrift, een gigantisch sediment-lichaam dat zich over zo’n 1000km uitstrekt langs de oostflankvan de Midatlantische Rug terhoogte van de Britse Eilanden.Gardar Drift is in feite opge-worpen door het water dat overde onderzeese drempel tussen

IJsland en Schotland “klatert”en vervolgens langs de Midat-lantische Rug naar het zuidenstroomt. Hoeveel van dit ‘over-stroomwater’ wordt gevormdbepaalt kortweg hoe sterk deGolfstroom is – ziehier dekoppeling naar het klimaat.

OverstroomwaterIk bestudeer de korrelgroottevan het grove silt (10-63micron) in een korte sediment-kern. De korrelgrootte vandeze fractie wordt hier bepaalddoor de stroomsnelheid netboven de zeebodem tijdens deafzetting en kan zodoendeworden gebruikt om verande-ringen in de stroomsnelheid te

Heb je het naar je zin daar in Engeland?

ZAKEN OVER ZEE

BOEKBESPREKING (1)

Glaciaal landschap in Old Red Sandstones van de Brecon Beacons: Cwm Cynwyn (dal) met de toppen Cribyn (links) en Fan y Big

(rechts). Foto richting het noorden.

De menselijke maatprof. dr. Salomon Kroonen-bergDe aarde over tienduizend jaarUitgeverij Atlas, Amsterdam. 334 pp, € 19,90ISBN 90 450 1464 5

In zijn meest recente pennenvrucht,De menselijke maat, maakt prof.Kroonenberg, hoogleraar Geologiete Delft, veel gebruik van persoon-lijke ervaringen en van zijn kennisvan de wetenschapsgeschiedenisom de lezer ‘sluipenderwijs’ binnente leiden in de Aardwetenschap-pen. De ontdekkingen, de metho-des, maar ook de valkuilen, detwijfels, de hoogmoed en de verne-deringen in de wetenschap trekkenin vijftien korte hoofdstukken aanons voorbij. Mede dank zij eenscheutje humor en een glasheldere

penvoering resulteerde dit in eenuiterst leesbaar, interessant boek,bedoeld voor zowel de professionalals voor de onderlegde leek. Prof.Kroonenberg schaart zich hiermeein de rij van Stephen Jay Gould(USA), Richard Dawkins (UK), MidasDekker (NL) en de vele anderen,die natuur- en aardwetenschappendichter bij de mensen proberen tebrengen. Het boek is ruim geïllustreerd metzwart-wit foto’s, grafieken en land-kaartjes. Helaas is de reproductievan de foto’s merendeels onder demaat en is ruim een dozijn van defiguren onduidelijk door slechtedruk of moeilijk te ontcijferenlegenda. Iets voor de volgendedruk(ken)?De menselijke maat gaat over detijd; de tijd als stroom, zoals radio-actief verval of het uitdijend heelal;

de tijd als golf, denk aan dag/-nacht, zomer/winter of de Milanko-viç-cycli; de tijd als puls: aardbe-vingen, erupties, meteorieten,overstromingen. Makkelijk tebevatten begrippen die zeerbehulpzaam zijn in het betoog. Deboodschap is helder. Ons menselijktijdsframe – het geheugen van hetindividu en van ons allen als

collectiviteit – is veel te beperktom de tijdstroom, of zelfs maar degrote en kleine tijdsgolven op tekunnen nemen in ons denken overdeze wereld en haar toekomst.Gemakkelijk verwarren we kleinepulsen met oneindig extrapoleer-bare stromen. Het bestaan vanlange en korte cycli wordt te vaakgenegeerd.Met een keur van goed uitgewerktevoorbeelden wordt dit toegelicht.De auteur benadrukt daarbij hetfractale gedrag van veel natuurlijkefenomenen; heel in het kortgezegd: hoe groter, ernstiger enintensiever het verschijnsel, des tezeldzamer is het. De consequentiedaarvan is dat onze collectieve ofpersoonlijke ervaring weinig kansmaakt om het gehele spectrum vanmogelijke natuurgebeurtenissenmee te maken. Ons beeld van de

Page 13: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg | alw | ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 13

reconstrueren. Natuurlijkzitten er allelei haken en ogenaan dit soort methoden, maarhet lijkt goed te werken: deeerste resultaten zijn veelbelo-vend. De rest van mijncontracttijd ga ik me eveneensconcentreren op ‘overstroom-water’ maar dan dat van dedrempel tussen Groenland enIJsland en dan voor de periodevan de laatste deglaciatie.De Palaeo-oceanografie enPalaeoklimatologiegroep hierin Cardiff is de laatste jarenenorm uitgebreid en bestaat uitzes promovendi, vijf docenten,vijf post-docs, twee technici enéén prof. Samenwerkingenbinnen de groep en erbuitengaan zeker de laatste tijd goed.Aardwetenschappen zit in hethoofdgebouw van de universi-teit op een steenworp afstandvan het centrum. De eerst maanden moest ik ergwennen aan alle dichte deuren;de brandweerverordeningschrijft voor dat op alle kan-toordeuren een dranger zit –niet echt handig als je nieuwecollega’s wilt leren kennen.

De dokkenCardiff is een stad ongeveer tergrootte van Utrecht en is nietde stad waar ik tot mijnpensioen zou willen vertoeven,maar voor een paar jaar is hetprima. Het vervult zijn hoofd-stadfunctie naar behoren metvolop bars, een leuk theater,het prachtige nieuwe muziek-gebouw (Wales MillenniumCentre dat vorig jaar (!) isgeopend) en de ‘Welsh Assem-bly’, de regering voor Wales.En niet te vergeten het(rugby)stadion midden in hetcentrum. Het nieuwe assem-bly-gebouw en het MillenniumCentre liggen beide in hetvolledig omgebouwde gebiedwaar vroeger de dokken waren.Nu is het een bruisenduitgaanscentrum aan ‘the Bay’:het afgedamde estuarium vande rivier de Taff. Vanuit deze dokken werden tothalverwege de twintigste eeuwscheepsladingen ijzer en kolenuit de beroemde ‘South WalesValleys’ over de hele wereldgeëxporteerd. Op de geologi-sche kaart is grootste deel van

Zuid-Wales donkergrijs –Westfaliën. Rijdend door dediepe, donkere dalen zie je veleoverblijfselen van de glorieda-gen van de mijnbouw: rij na rijvan mijnwerkershuizen indorpen die nu zonder demijninkomsten veel te grootzijn voor hun ligging, hier endaar nog wat oude mijnkranenen ingangen van schachten,maar vooral veel, inmiddelsdeels overgroeide, storthopen.Ze doen me steeds denken aande Aberfan-ramp nu bijna 40jaar geleden, toen zo’n stor-thoop van een heuvel gleed enveertig huizen en een schoolverpletterde.

AmmonietenMaar niet alleen in ‘the valleys’maar ook in de rest van deomgeving van Cardiff word jesteeds aan geologie herinnerd.Niet echt verrassend natuurlijkals je weet dat het Cambriumhier is gedefinieerd (Cymru =Wales) en de Silures eenWelshe stam waren, maarkomend van de Nederlandsekleigrond is het toch fascine-rend. Twintig minuten in detrein en je kunt vroeg-Jurassi-sche ammonieten verzamelenen langs klifkusten wandelen.Binnen een uur rijden vind jeop het Gower schiereiland hetequivalent van kolenkalk metdaarop bossen met een rijkeondergroei waar een Zuid-Limburgse boswachter jaloersop zou zijn, of kijk je uit overeen perfect U-vormig gletsjer-dal in de Brecon Beacons. Ja,het is echt een voorrecht eenpaar jaar hier te mogen vertoe-ven in dit mooie stukje Europa(laat ze het niet horen!): Wales.

De kliffen langs de Bristol Channel bij

Llantwit Major (Onder-Jura; op wat Pleis-

tocene en Holocene sedimenten na de

jongste sedimenten van Wales).

Foto richting het westen.

werkelijkheid is dus beperkt. Dooreen minuscuul tijdraampje vanmatglas kijken we naar een verhaalvan miljarden jaren. Dit zichtkunnen we alleen uitbreiden enverhelderen door intense studievan het Aardse verleden. Vanafgisterenavond tot het begin van deBig Bang. Het is aannemelijk dat de buitenge-wone belangstelling voor dezepublicatie ( 4 drukken in 2 maan-den!) mede te maken heeft met hetfeit dat ruwweg de helft van hetboek zich, direct of indirect, methet actuele en serieuze vraagstukvan de Global Warming bezighoudt.Bij deze kwestie speelt tijd eengrote rol. Is het klimaat cyclisch, ishet een onomkeerbare tijdstroom;of moeten we aan korte pulsendenken? Dit is een moeilijk onder-werp, zowel voor goedwillende,

objectieve geleerden als voor depolitici die, op grond van de onze-kere wetenschappelijke uitkomsten,beslissingen moeten nemen diehonderden, zo niet duizendenmiljarden euro’s kosten. Het debatis dan ook in ernstige mate tenprooi gevallen aan politisering.Prof. Kroonenberg laat zich geluk-kig niet verleiden tot het ‘op deman spelen’ waaraan sommigedeelnemers aan het debat zichschuldig maken. Hij is sceptisch,zoals eigenlijk iedere wetenschap-per behoort te zijn, maar sleurt jeniet mee in tirades tegenvermeende tegenstanders. Zijnobjectiviteit bevordert niet alleende leesbaarheid, maar ook hetaanzien van dit interessante boek,dat ik van harte aanbeveel.

peter de ruiter

€ 2,50 korting op het boek ‘De menselijk maat’van Salomon Kroonenberg

2 50

k o r t i n g

Titel: De menselijke maat | Auteur: Salomon Kroonenberg | Actie-periode: 22 mei tot en met 22 juli ‘06 | Actieprijs: van € 19,90voor € 17,40: € 2,50 korting | Actienummer: 901-12362

e u r o

Page 14: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

Nieuwe KNAW-hoogleraarProf. dr. S.A.P.L. (Sierd) Cloetingh(1950), hoogleraar Tektoniek aande Vrije Universiteit Amsterdam, isop 19 april j.l. benoemd tot Akade-miehoogleraar vanwege zijnbelangrijke bijdragen aan hetinzicht in de dynamische processenin de lithosfeer en hun expressieaan het aardoppervlak. Zijn bijdra-gen bestrijken een breed terrein enhebben betrekking op numeriekeen analoge modellering van sedi-mentaire bekkens op diverse scha-len, platentektoniek in extensieveen compressieve gebieden, engebergtevorming. Hij geniet inter-nationale erkenning als toonaange-vende wetenschapper op hetgebied van het modelleren vangeodynamische processen in delithosfeer, met name ten aanzienvan sedimentaire bekkens. Profes-sor Cloetingh vervult een sleutelrolin de internationale aardweten-schappelijke wereld en heeft eeninternationaal gerenommeerde

school opgezet op het gebied vande tektoniek van sedimentairebekkens en continentale topogra-fie.

Koolstofkringloop was mil-joenen jaren geleden alverstoord(NWO-Onderzoeksberichten 4 april2006)Onderzoeker Yvonne van Breugelanalyseerde gesteenten uit miljoe-nen jaren oude zeebodems. Kool-stof komt in de natuur in tweestabiele vormen voor; atoommassa12 (99 procent) en atoommassa 13

(1 procent). Episodes in het Jura enhet Krijt worden gekenmerkt dooreen relatief sterke toename van12C. De analyses laten zien dat ditveroorzaakt werd door een plotse-ling massaal vrijkomen van kool-stof uit in de oceaanbodem ofmoerassen begraven voorraden.Yvonne van Breugel promoveerdeop 31 maart aan de Universiteit vanUtrecht.Als gevolg van het massale gebruikvan fossiele brandstoffen in hetindustriële tijdsperk is de atmosfe-rische kooldioxide-concentratie aanhet toenemen. Hierbij is er eensterkere relatieve toename van hetlichte koolstofisotoop 12C. Daardooris de verhouding van de stabielekoolstofisotopen 13C/12C duidelijkmeetbaar met één promille afgeno-men. Echter, in het Jura en hetKrijt, 180 en 120 miljoen jaar gele-den, waren er periodes met eenvier maal zo grote verschuiving inslechts enkele tienduizenden jaren.Waar kwam al dat lichte koolstof

DIVERSEN

ineens vandaan?Van Breugel onderzocht chemischefossielen van mariene algen enlandplanten uit sedimenten die inde voorgenoemde periodes zijnafgezet. Planten en algen nemenCO2 op uit de lucht en het water.Daardoor worden veranderingen inde isotopenverhouding in orga-nisch materiaal vastgelegd. Dezechemische fossielen zijn goedbewaard gebleven omdat grotedelen van de oceanen in het Juraen het Krijt weinig of geen zuurstofbevatten.In sedimentkernen van verschil-lende ver van elkaar verwijderdegebieden vond Van Breugel eenverlaging van vier promille in de13C/12C verhouding. Dit betekentdat er grootschalige veranderingenin de koolstofkringloop zijn voltrok-ken. En dat over een geologischkorte tijdschaal van enkele tiendui-zenden jaren. Uit de resultatenleidde Van Breugel af dat grotehoeveelheden 12C in de vorm van

kngmg |alw| ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 14

BOEKBESPREKING (2)

Geology and a cosmology of theobviousprof. dr. H.J. Mac Gillavry,van 1952 tot 1978 hoogleraarstratigrafie en paleontologieaan de Universiteit vanAmsterdamUitgeverij de Steensplinter, Crabeth-straat 19-21, 2801 AL Gouda,tel/fax. 0182-529752ISBN 90 5717 024 8Prijs € 7,50 plus portokosten (niet inde boekhandel verkrijgbaar, maardirect te bestellen bij de uitgever)

Het denken en speculeren over hetwat, hoe en waarom van de dingendie we om ons heen zien, horenen ervaren is van alle tijden. Ditdenken is en was veelal onlosma-kelijk verbonden met de weten-schappelijke inzichten van de tijden zo leverden de natuurweten-schappelijke revoluties van deafgelopen eeuwen steeds nieuwewijsgerige bespiegelingen op. Geologie is een jonge wetenschap:tussen William Smith en vandaagliggen nog geen tweehonderd jaar.Geologie is ook geen fundamentele

wetenschap waarin allesomvat-tende principes een belangrijkepartij meeblazen. Het principe vanhet ‘actualisme’ komt in die buurt,maar is toch eigenlijk slechts eenhulpmiddel voor de geologen, diezonder een vast geloof in deeeuwige geldigheid van natuurwet-ten niet verder zouden kunnenkomen.De wetenschap van de Geologieheeft dan ook geen beduidendeinvloed gehad op het filosofischdenken. Echter, in de publicatie‘Geology and a cosmology of theobvious’ van prof. Mac Gillavrywordt de Geologie aangewend alsvoorbeeld van enkele fundamen-tele stellingen. Dit maakt hetboekje uitzonderlijk en belangwek-kend. In nog geen 40 bladzijdenA5 formaat bespreekt hij, op eenzeer begrijpelijke manier, zonderbombast, een aantal kosmologi-sche kernbegrippen die vanuit degeologie overtuigend te illustrerenzijn (‘the obvious’).

Hoewel de titel van het werkjeietwat pretentieus aandoet, is deinhoud uiterst bescheiden in

woordgebruik en vrij van inhoud-loze en/of onbegrijpelijke abstrac-ties, want daar heeft hij een gron-dige afkeer van. Met een van deGalgenlieder van de Duitser Chris-tian Morgenstern (1871-1914) (inEngelse vertaling van Max Knight)onderstreept hij dit:

One time there was a picket fenceWith space to gaze from hence tothence

An architect who saw this sightApproached it suddenly one night,

Removed the spaces from the fenceAnd built of them a residence.

The picket fence stood there dumb-foundedWith pickets wholly unsurrounded,

A view so loathsome and obscene,the Senate had to intervene.

The architect, however flewto Afri- or Americoo.

Een meesterlijk rijm dat de spotdrijft met de al te ijle gedachtenof, plat gezegd, ‘gezwets in deruimte’ van sommige wijsgeren. Mac Gillavry neemt daar in zijnboekje kordaat afstand van. Hijdoet dit met een aantal bondigeno-nonsense stellingen, waarvan ikslechts de meest fundamentele wilciteren.

Prof. dr. S.A.P.L. (Sierd) Cloetingh

Page 15: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

kngmg | alw | ktfg |nieuwsbrief mei 2006 | 15

CO2 of methaan plotseling vrijkwa-men in de atmosfeer.Dit kan gebeurd zijn doordatmethaan is vrijgekomen uit gashy-draten die begraven liggen in deoceaanbodem. Het is niet duidelijkwelk mechanisme daarvoor verant-woordelijk was. Methaan kan ookonder hoge druk in steenkoollagenzijn gevormd, dat vervolgens doorcontact met magma vrijgemaakt is.Een derde optie is dat het koolstofuit organisch rijke sedimenten incontact kwam met heet magma.Daardoor verbrandden de organi-sche moleculen tot CO2 en water.

Meer informatie bij: dr. Yvonne van Breugel, Universi-teit Utrecht, tel: 0222 369 467; e-mail: [email protected] of dr. Jan Boon, PR-functionarisNIOZ, tel: 0222 369 466, e-mail: [email protected] Promotoren: prof. dr. ir. JaapSinninghe Damsté (NIOZ), dr. ir. Stefan Schouten (NIOZ)

Dr. J.C.M. de Coo voor-gedragen als lid van hetHoofdbestuurTijdens de Algemene Ledenverga-dering van het Genootschap op 19april j.l. heeft het hoofdbestuur dr.J.C.M. de Coo voorgedragen omzitting te nemen in het hoofdbe-stuur. Jan de Coo, onafgebrokenlid van het Genootschap sinds1965, is in 1974 onder prof. dr. A.Brouwer gepromoveerd op eenproefschrift over Devonische carbo-naatgesteenten van het Cantabri-sche Gebergte in Noordwest-Spanje. Na een kortstondigeacademische carrière aan de Natio-nale Universiteit van Maleisië teKuala Lumpur trad hij in 1977 indienst van Shell InternationalePetroleum Maatschappij te DenHaag. Voor deze ondernemingheeft hij gewerkt als exploratiegeo-loog in Tunesië, Sarawak en Nige-ria. Terug op het hoofdkantoor inDen Haag werd hij belast met deevaluatie van nieuwe mogelijkhe-

den in de toenmalige Sovjet-Unieen – na het uiteenvallen daarvan –in Rusland en de nieuwe Centraal-Aziatische republieken. Voor hij in1999 uit dienst trad van de Konink-lijke was hij werkzaam als geolo-gisch adviseur voor Shell’s activi-teiten in China. Sinds 2000 is hijprofessioneel actief als onafhanke-lijke petroleumgeoloog en heeft indie hoedanigheid uitgebreideopdrachten verricht voor MaghrebPetroleum Exploration in Rabat,Marokko en de Staatsoliemaat-schappij van Suriname te Parama-ribo. Sinds vorig jaar is hij terug bijhet Shell E&P Center in Rijswijk alspetroleumgeologisch adviseur voorexploratieactiviteiten in de Russi-sche Federatie.Voorgesteld wordt om dr. J.C.M. deCoo voorwaardelijk te benoemen,waarbij het tevens in de bedoelingligt dat hij zitting zal nemennamens de Stichter. Statutairhebben de leden van het Genoot-schap de mogelijkheid om tegen

deze voordracht bezwaar aan tetekenen binnen drie maandenvanaf de datum waarop het voor-stel is ingediend (19 april, 2006).Mochten er binnen die termijn geenbezwaren worden ontvangen dangeldt de benoeming vanaf diedatum. Op dezelfde datum zal drs.P. Haalebos aftreden als bestuurs-lid. De belangrijkste opdracht vanhet nieuwe bestuurslid is om deweb site van het Genootschapnieuw leven in te blazen, tevensals middel om de kringen binnenhet KNGMG beter te laten functio-neren en meer bekendheid tegeven.

ALW

UNIVERSITEITEN

Voorstellen ESF EUROCORES thema’sDe European Science Foundation (ESF) doet een oproep voor voorstellenaangaande thema’s voor EUROCORES. De sluitingsdatum voor het indie-nen van voorstellen is 1 juni 2006. Meer informatie kan gevonden wordenop see http://www.esf.org/eurocores.

Universiteit van Amsterdamdhr E.A. Cladder, 29-3, doctoraaldhr A. Hinkema, 29-3, doctoraal klimatologiemw R.P.J. Kirchholtes, 29-3, doctoraal landschapsecologiedhr P. Kraal, doctoraal chemische bodemeigenschappen

KTFG-EXCURSIEKTFG-excursie naar Zuid-Limburg (30 september 2006)De KTFG-excursie naar Zuid-Limburg is dit keer is georganiseerd door destudieverenigingen Geovusie (VU-Amsterdam) en Gaos (UvA-Amsterdam).Op 30 september 2006 gaan we naar Zuid-Limburg en brengen daar eeneerbetoon aan onze dino Bèr in het natuurhistorisch museum, eren hetnaar hem vernoemde bier, bezoeken de Krijt-Tertiairgrens, de vuursteen-mijnen van Rijckholt en de ENCI-groeve. De dag wordt afgesloten met hetzoeken van fossielen.

• The universe contains two

elements: ‘processes’ and

‘records’

• Processes are changes of shape

within a certain stretch of time.

They constitute the present.

• Records are left by past proces-

ses.

• The future does not exist, predic-

tions are processes in the present.

Deze stellingen zijn zeer evident inde geologie, die hij - elementair enook voor de leek begrijpbaar – alsvoorbeeld hanteert.

Ik ga de rest niet verklappen, maarhoop u warm te hebben gemaaktvoor de aanschaf van dit werkje,dat uniek in zijn soort is door zijnhelderheid, beknoptheid en over-tuigingskracht. Een half uurtjelezen heeft mij voor jaren stof totdenken gegeven.

Peter de ruiter

KNGMG-BESTUUR

Page 16: Modelleren en simuleren in een zandbak op poten · mentele delta een sediment-laag van 1 millimeter, dan is die vergelijkbaar met een afzet-ting van 50 millimeter onder-aan mijn echte

PERSONALIA

17 mei 2006PGK-meeting, 17.00-19.00 uur, KIVINIRIA-gebouw, Prinsessegracht 23,Den Haag. Info: www.pgknet.nl

18 mei 2006Mastercursus van onderzoeks-school ICG en Geoheritage NL“Herstel landschapselementen opTexel” - o.l.v. Pim Jungerius enHanneke van den Ancker (StichtingGeomorfologie & Landschap) enAlbert Oost (UU). Voor meer infor-matie, zie Nieuwsbrief 6 van 2005.Aanmelden: telefonisch: mw.Deanna Tjin, tel: 020-525 7425,fax: 020-525 7431, of per brief:Research School ICG, t.a.v. mw. D.Tjin, Nieuwe Achtergracht 166, Kr.B. 226, 1018 WV AMSTERDAM.

18-21 mei 2006Leidse Geologen Vereniging (LGV)-excursie naar de Harz, o.l.v. HarmFrikken. Info bij de abactis: [email protected]

AGENDA

Wintershall Noordzee BVBogaardplein 47Postbus 10112280 CA Rijswijk

OverledenDrs. A de HoopGrande RueF-25610 Arc en SenansFrance

Adres gezocht

Drs. J.E. BreeRenbaanstraat 582586 GC Den Haag

12-17 juni 2006CRONUS-EU Summer School: Appli-cations of Cosmogenic Nuclides toEarth Surface Sciences in Harkány,Hungary. Information: www.cronus-eu.net

21-22 juni 2006Geomonitoring in the energy andmineral resources industry usingremote sensing methodologies, TU,Bergakademie, Freiberg. Informa-tion: www.geo.tu-freiberg.de/ferner-kundung/

23-25 juni 2006PGK-excursie naar Helgoland. Info:www.pgknet.nl

3-8 september 2006IAMG06 - International Congress forMathematical Geology "Quantita-tive Geology from Multiple Sour-ces", to be held in Liege (Belgium).Info and registration:www.geomac.ulg.ac.be/iamg06

30 september 2006KTFG-excursie naar Zuid-Limburg,zie pagina 15 van deze Nieuwsbrief.

2-9 februari 2007Geologische excursie van hetKNGMG naar Oman m.m.v. Geo-Training & Travel. Zie pagina 8 vandeze Nieuwsbrief.

24-28 februari 2007Second International Conferenceand Exhibition on Geo-Resources inThe Middle East and North Africa,Cairo University , Egypt. Informa-tion: www.grmena.com

Adreswijziging

Dr. Karin P. BoessenkoolSchool of Earth, Ocean and Plane-tary SciencesCardiff UniversityMain Building, Park PlaceCardiff CF10 3YEWales – United Kingdom

R.H.C. BruijnDuinlustparkweg 48-H2061 LD Bloemendaal

Drs. S. (Saskia) GietemaValkenierstraat 32 A1825 BD Alkmaar

Drs. O.P. (Ole Petter) Hansen Total E&P UK Plc Crawpeel Road Altens Industrial Estate Aberdeen AB12 3FG Groot Brittannië

Drs. N. HogewegLeliestraat 33 bis3551 AS Utrecht

J.KneepkensAnton de Haenstraat 502563 BT Den Haag

Drs. M.J. LechnerEPA-T-DGGSarawak Shell BhdLocked Bag No.198009 MiriMalaysia

Dr. R.P. SpeijerDepartment of Geography andGeologyK.U. LeuvenCelestijnenlaan 200 E3001 LeuvenBelgië

Dr. J.H. ten VeenInstitute for Geology, Mineralogyand GeomorphicsRuhr-Universität BochumUniversitätsstrasse 150D-44801 BochumGermany

Drs. H.C.J. WieringaGroot Hoogwaak 1 A2202 TG Noordwijk

Dr. Jolante van WijkLos Alamos National LaboratoryTA-3, Bldg 261, Rm200EMS T003Los Alamos NM 87545USA

WEBSITES

KNGMG: www.kngmg.nl/Nederlandse Kring Aardse Materialen: www.nkam.nlPetroleum Geologische Kring: www.pgknet.nlIngenieurs-Geologische Kring: www.itc.nl/%7Eingeokri/GAIA: www2.vrouwen.net/gaia/Palynologische Kring: sheba.geo.vu.nl/~palkring/wat_is_PK.htmGeochemische Kring: www.kncv.nl/website/nl/page313.asp?color=3Paleobiologische Kring: www.bio.uu.nl/~palaeo/Paleobiologie/index.htmAardwetenschappen Universiteit Utrecht: www.geo.uu.nlAardwetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam: www.falw.vu.nlAardwetenschappen Universiteit van Amsterdam:www.studeren.uva.nl/aardwetenschappenCentre for Technical Geoscience - Graduate Courses un Technical Geoscience: www.ctg.tudelft.nlBodem, Water en Atmosfeer: www.weksite.nl/bsc/bodem_water_tekst.htmlNederlands Centrum voor Luminescentiedatering: www.ncl-lumdat.nl/Nederlandse Geologische Vereniging, NGV: www.geologischevereniging.nlGeologisch tijdschrift van de NGV: www.grondboorenhamer.geologische-vereniging.nlStichting Geologische Activiteiten, GEA: www.gea-geologie.nl/Studievereniging GAOS (UvA): www.svgaos.nl