Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit...

15
Het nieuwe Waterleiding- besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting van collectieve installaties. Een deel van de eigenaren van collectieve lei- dingwaterinstallaties is daar- naast verplicht een meetprogramma op te stellen en uit te voeren. Dit om perio- diek na te gaan of het aan derden beschikbaar gestelde leidingwater aan de kwali- teitseisen voldoet. Het gaat dan om situaties waarin spra- ke is van een collectieve watervoorziening of een groot collectief leidingnet. Dit Informatieblad bevat een aan- tal modellen van meetpro- gramma’s en kan worden gebruikt bij het opstellen van een meetprogramma voor de eigen situatie. Wanneer is sprake van een collectieve watervoorziening of een groot collectief leiding- net? Collectieve watervoorzienin- gen zijn installaties waarbij water in eigen beheer wordt gewonnen of behandeld voor- dat het als leidingwater aan derden wordt geleverd of beschikbaar gesteld. Soms is sprake van een zelfstandige collectieve watervoorziening (ofwel eigen winning), waarbij de grondstof voor het leiding- water in eigen beheer wordt onttrokken. Voorbeelden waar soms sprake is van een eigen winning zijn kampeerter- reinen, defensieterreinen, zwembaden, sauna’s, jachtha- vens en boorplatforms. In andere gevallen is sprake van een aangesloten collectieve watervoorziening. Het betreft dan situaties waarbij het water wordt afgenomen van bijvoorbeeld een waterleiding- bedrijf en vervolgens in eigen beheer een behandeling (zoals ontharding) ondergaat. Grote collectieve leidingnetten zijn leidingnetten aangesloten op het net van bijvoorbeeld een waterleidingbedrijf, waar alleen sprake is van distributie van het water (geen behande- ling) en waarmee gemiddeld over een jaar meer dan 100 m 3 drinkwater (of meer dan 30 m 3 warm tapwater) per dag beschikbaar wordt gesteld. Het gaat dan bijvoorbeeld om relatief omvangrijke kantoren, bedrijven en instellingen. De in dit Informatieblad gebruikte term collectieve lei- dingwaterinstallaties omvat zowel collectieve watervoor- zieningen als collectieve lei- dingnetten. Meetprogramma Waarom moet er een meet- programma worden opgesteld en uitgevoerd? In verband met de implemen- tatie van de Europese Drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) is in het Waterleidingbesluit bepaald dat eigenaren van bepaalde collectieve leiding- waterinstallaties een meetpro- gramma moeten opstellen en uitvoeren. Zo kan periodiek worden getoetst of het leiding- water dat zij aan derden ter beschikking stellen, voldoet aan de kwaliteitseisen die daar vanuit het belang van de volks- gezondheid aan gesteld zijn. In welke gevallen moet er een meetprogramma worden opgesteld? Loop de vragen uit het stroom- schema op pagina 3 door om vast te stellen of u een meet- programma moet opstellen. Indien een meetprogramma verplicht is, is aangegeven welk model gebruikt kan wor- den en is vermeld of het meet- programma door de VROM-Inspectie goedgekeurd moet worden. Hoe moet de hoeveelheid water worden bepaald? Of een meetprogramma moet worden opgesteld en wat de frequenties van de metingen zijn, is vaak afhankelijk van de hoeveelheid water die beschik- baar wordt gesteld. Bij de vaststelling van die hoeveel- heid moet alleen worden geke- ken naar het leidingwater dat aan derden (zoals werknemers en gasten) ter beschikking wordt gesteld voor drinken, douchen en andere huishoude- lijke doeleinden. De hoeveel- heid die voor andere doeleinden wordt gebruikt (bij- voorbeeld sproei-, koel- of proceswater) hoeft hierbij dus niet te worden meegerekend. Bij de hoeveelheid warm tap- water gaat het om de hoeveel- heid die door één warmwatervoorziening (één toestel of samenstel van toe- stellen) wordt geproduceerd. Indien op een locatie meerdere warmwatervoorzieningen (bij- voorbeeld boilers) aanwezig zijn die los van elkaar functio- neren, gaat het dus om de hoeveelheid per warmwater- voorziening. De genoemde hoeveelheden betreffen steeds het gemiddel- de over een dag, berekend over een kalenderjaar. Wanneer moet het meetpro- gramma klaar zijn? Als in uw situatie een meet- programma verplicht is, dan moet dit zo spoedig mogelijk worden opgesteld en uitge- voerd (volgens het Waterlei- dingbesluit per 1 januari 2002). Komt de goedkeuring van de VROM-Inspectie er aan te pas? Dan moet u het meetprogram- ma spoedig ter goedkeuring voorleggen. Wat is de status van de modellen? Voor veel voorkomende situa- ties zijn in dit Informatieblad modellen opgenomen die bij het opstellen van het meetpro- gramma kunnen worden gebruikt. Eventueel kan de VROM-Inspectie hier parame- ters aan toevoegen of uit laten schrappen. Dit hangt onder meer af van de lokale situatie en resultaten van eerdere metingen. Ook kan de Inspecteur bepalen dat de fre- quenties moeten worden ver- hoogd of kunnen worden verlaagd, voor zover dat vanuit oogpunt van de bescherming van de volksgezondheid nood- Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water- voorzieningen en grote collectieve leidingnetten 3 maart 2004

Transcript of Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit...

Page 1: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 inwerking getreden. Dit stelteisen aan het beheer en deinrichting van collectieveinstallaties. Een deel van deeigenaren van collectieve lei-dingwaterinstallaties is daar-naast verplicht eenmeetprogramma op te stellenen uit te voeren. Dit om perio-diek na te gaan of het aanderden beschikbaar gesteldeleidingwater aan de kwali-teitseisen voldoet. Het gaatdan om situaties waarin spra-ke is van een collectievewatervoorziening of een grootcollectief leidingnet. DitInformatieblad bevat een aan-tal modellen van meetpro-gramma’s en kan wordengebruikt bij het opstellen vaneen meetprogramma voor deeigen situatie.

Wanneer is sprake van eencollectieve watervoorzieningof een groot collectief leiding-net?

Collectieve watervoorzienin-gen zijn installaties waarbijwater in eigen beheer wordtgewonnen of behandeld voor-dat het als leidingwater aanderden wordt geleverd ofbeschikbaar gesteld. Soms issprake van een zelfstandigecollectieve watervoorziening(ofwel eigen winning), waarbijde grondstof voor het leiding-water in eigen beheer wordtonttrokken. Voorbeelden waarsoms sprake is van een eigenwinning zijn kampeerter-reinen, defensieterreinen,

zwembaden, sauna’s, jachtha-vens en boorplatforms. Inandere gevallen is sprake vaneen aangesloten collectievewatervoorziening. Het betreftdan situaties waarbij hetwater wordt afgenomen vanbijvoorbeeld een waterleiding-bedrijf en vervolgens in eigenbeheer een behandeling (zoalsontharding) ondergaat. Grote collectieve leidingnettenzijn leidingnetten aangeslotenop het net van bijvoorbeeldeen waterleidingbedrijf, waaralleen sprake is van distributievan het water (geen behande-ling) en waarmee gemiddeldover een jaar meer dan 100m3 drinkwater (of meer dan 30m3 warm tapwater) per dagbeschikbaar wordt gesteld.Het gaat dan bijvoorbeeld omrelatief omvangrijke kantoren,bedrijven en instellingen.De in dit Informatiebladgebruikte term collectieve lei-dingwaterinstallaties omvatzowel collectieve watervoor-zieningen als collectieve lei-dingnetten.

MeetprogrammaWaarom moet er een meet-programma worden opgestelden uitgevoerd? In verband met de implemen-tatie van de EuropeseDrinkwaterrichtlijn (98/83/EG)is in het Waterleidingbesluitbepaald dat eigenaren vanbepaalde collectieve leiding-waterinstallaties een meetpro-gramma moeten opstellen enuitvoeren. Zo kan periodiekworden getoetst of het leiding-

water dat zij aan derden terbeschikking stellen, voldoetaan de kwaliteitseisen die daarvanuit het belang van de volks-gezondheid aan gesteld zijn.

In welke gevallen moet er eenmeetprogramma wordenopgesteld?Loop de vragen uit het stroom-schema op pagina 3 door omvast te stellen of u een meet-programma moet opstellen.Indien een meetprogrammaverplicht is, is aangegevenwelk model gebruikt kan wor-den en is vermeld of het meet-programma door deVROM-Inspectie goedgekeurdmoet worden.

Hoe moet de hoeveelheidwater worden bepaald?Of een meetprogramma moetworden opgesteld en wat defrequenties van de metingenzijn, is vaak afhankelijk van dehoeveelheid water die beschik-baar wordt gesteld. Bij devaststelling van die hoeveel-heid moet alleen worden geke-ken naar het leidingwater dataan derden (zoals werknemersen gasten) ter beschikkingwordt gesteld voor drinken,douchen en andere huishoude-lijke doeleinden. De hoeveel-heid die voor anderedoeleinden wordt gebruikt (bij-voorbeeld sproei-, koel- ofproceswater) hoeft hierbij dusniet te worden meegerekend.Bij de hoeveelheid warm tap-water gaat het om de hoeveel-heid die door éénwarmwatervoorziening (ééntoestel of samenstel van toe-

stellen) wordt geproduceerd.Indien op een locatie meerderewarmwatervoorzieningen (bij-voorbeeld boilers) aanwezigzijn die los van elkaar functio-neren, gaat het dus om dehoeveelheid per warmwater-voorziening.De genoemde hoeveelhedenbetreffen steeds het gemiddel-de over een dag, berekendover een kalenderjaar.

Wanneer moet het meetpro-gramma klaar zijn?Als in uw situatie een meet-programma verplicht is, danmoet dit zo spoedig mogelijkworden opgesteld en uitge-voerd (volgens het Waterlei-dingbesluit per 1 januari 2002).Komt de goedkeuring van deVROM-Inspectie er aan te pas?Dan moet u het meetprogram-ma spoedig ter goedkeuringvoorleggen.

Wat is de status van demodellen?Voor veel voorkomende situa-ties zijn in dit Informatiebladmodellen opgenomen die bijhet opstellen van het meetpro-gramma kunnen wordengebruikt. Eventueel kan deVROM-Inspectie hier parame-ters aan toevoegen of uit latenschrappen. Dit hangt ondermeer af van de lokale situatieen resultaten van eerderemetingen. Ook kan deInspecteur bepalen dat de fre-quenties moeten worden ver-hoogd of kunnen wordenverlaagd, voor zover dat vanuitoogpunt van de beschermingvan de volksgezondheid nood-

Model-meetprogramma’s vooreigenaren van collectieve water-voorzieningen en grote collectieveleidingnetten

3 maart 2004

Page 2: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

zakelijk dan wel mogelijk is. Wat moet ik doen als voor mijnsituatie geen model is opgenomen?In verreweg de meeste situa-ties kunnen de modellen wor-den gebruikt die in dit Infor-matieblad staan. In situatieswaarin wel een meetprogram-ma moet worden opgesteld,maar géén van de modellentoepasbaar is (omdat bijvoor-beeld een andere grondstofwordt gebruikt dan grondwa-ter of oppervlaktewater, ofomdat in de concrete situatiede hoeveelheid beschikbaargesteld leidingwater groter isdan waar het model betrek-king op heeft), dan moet bijla-ge B van het Waterleiding-besluit worden geraadpleegd.Voor vragen over de toepas-sing van bijlage B raden wij uaan contact op te nemen metde VROM-Inspectie in uw regio(zie onder Toezicht en Meerinformatie).

Wat te doen als in mijn situa-tie meerdere modellen vantoepassing zijn?In situaties waarbij meerderemodellen tegelijk op uw situa-tie van toepassing zijn, hoeftde meetfrequentie van deparameters die in beidemodellen voorkomen niet teworden opgeteld. De hoogstefrequentie is dan bepalend.Indien u per dag bijvoorbeeldmeer dan 100m3 drinkwaterafkomstig van het waterlei-dingbedrijf ter beschikkingstelt (model 3, blz. 12) en uhet water tevens onthardt(model 2a, blz. 11), dan hoeft u

naast de in model 3 genoemdeparameters alleen de parame-ters Geleidingsvermogen,Hardheid en Waterstof-carbonaat uit model 2a in hetmeetprogramma op te nemen.

Kan ik het meetprogrammazelf opstellen?In principe kunt u (bijvoor-beeld met behulp van demodellen) zelf een meetpro-gramma opstellen voor uwsituatie. Een format hiervoor is te vinden opwww.vrom.nl/drinkwater. U kunt ook bijvoorbeeld eenwaterlaboratorium vragen ditvoor u te doen. Is er sprakevan een zelfstandige collectie-ve watervoorziening ofweleigen winning, dan moet hetmeetprogramma ter goedkeu-ring aan de VROM-Inspectieworden voorgelegd.

Kan ik het meetprogrammazelf uitvoeren? In het Waterleidingbesluit isbepaald dat de monsters moe-ten worden genomen engeanalyseerd door of onderverantwoordelijkheid van eenlaboratorium met een kwali-teitsborgingssysteem dat isgebaseerd op ISO 17025 (ofgelijkwaardig) en dat daarvooris geaccrediteerd.In bijlage C van het Water-leidingbesluit staan voor-schriften met betrekking totde uitvoering van de analysesdoor de laboratoria.Bij de Raad voor Accreditatiekunt u nadere informatie krij-gen over de laboratoria dieaan de gestelde eisen voldoen.

(Postbus 2768, 3500 GTUtrecht, tel. 030- 239 4500, fax030- 239 4539, www.rva.nl).

Wat moet ik met de uitkom-sten van de metingen doen?Blijkt uit de metingen dat hetleidingwater niet aan de kwali-teitseisen voldoet (zie Actiesbij onvoldoende kwaliteit), danmoet u direct actie onderne-men. Ook moet u ervoor zor-gen dat de kwaliteitsgegevensbinnen vier weken voor eenieder toegankelijk zijn.Daarnaast moet u jaarlijksvoor 1 april een overzichtopstellen van de kwaliteit vanhet door u beschikbaar gestel-de leidingwater in het voor-gaande kalenderjaar. Ditoverzicht is openbaar en moetter inzage worden gelegd opeen voor iedereen toeganke-lijke plaats. Het eerste over-zicht heeft betrekking op hetjaar 2002 en moet wordenopgesteld voor 1 april 2003.Voor het toezicht van deVROM-Inspectie moet u demeetgegevens minimaal vijfjaar te bewaren.

Hoe zitten de modellenin elkaar?Hierachter zijn zes modellenopgenomen, die steeds opdezelfde manier zijn opge-bouwd. Hieronder een alge-mene toelichting op dezeopbouw.

‘Parameter’ en ‘tabel in bijlage A’In de eerste twee kolommenvan elk model zijn de te

onderzoeken parametersopgenomen en is aangegevenin welke tabel van bijlage Avan het Waterleidingbesluitdeze parameters te vindenzijn. Zo kan in die bijlage snelworden teruggevonden welkenormwaarde voor de betref-fende parameter geldt. Ookhangt het van de tabel afwelke acties moeten wordengetroffen bij constatering vannormoverschrijdingen (ziepagina 13. Acties bij onvol-doende kwaliteit).

‘Monsternames per jaar’In de derde kolom is aangege-ven hoeveel monsters per jaarin principe moeten wordengenomen. Voor sommige para-meters volstaat in principeeen meetfrequentie van eensin de 2 of 5 jaar. Dit staat isspecifiek vermeld.

‘Plaats van monstername’In de vierde kolom is aangege-ven waar het te onderzoekenwatermonster moet wordengenomen (in de grondstof, nabehandeling of aan het tap-punt). Wanneer er geenbehandeling plaatsvindt (ofslechts een minimale behan-deling als een simpele beluch-ting) kunnen de metingen nabehandeling vervallen, indienook de grondstof gemetenwordt. Parameters die uitslui-tend na behandeling gemetenhoeven te worden, moeten -indien er geen behandelingplaatsvindt of slechts eenminimale behandeling zoalseen simpele beluchting - in degrondstof gemeten worden.

2

Page 3: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

‘KIWA-punten per monster’Tot slot is aangegeven wat dekosten zijn voor het nemen enanalyseren van één monsterop de betreffende parameter,uitgedrukt in KIWA-punten.Voor één KIWA-punt wordt in 2004 e 3,24 gerekend.

3

Page 4: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Meetprogramma cf. Model 2a; geen goedkeuring VROM-Inspectie

Meetprogramma cf. Model 2b; geen goedkeuring VROM-Inspectie

Geen meetprogramma vereist

Meetprogramma cf. Model 3; geen goedkeuring VROM-Inspectie

Meetprogramma cf. Model 2b en 3; geen goedkeuring VROM-

Inspectie

Meetprogramma cf. Model 2a en 3; geen goedkeuring VROM-Inspectie

Geen meetprogramma voor warm tapwater vereist

Meetprogramma cf. Model 4; geen goedkeuring VROM-Inspectie

Geen meetprogramma voor warm tapwater vereist

I sprake van beschikbaarstelling van drinkwater uit zelfstandige collectieve watervoorziening (= eigen winning)?

JaGrondwater als grondstof

Oppervlaktewater als grondstof

Andere grondstof of grotere

hoeveelheden dan in Modellen

Meetprogramma cf. Waterleidingbesluit +

goedkeuring VROM-Inspectie

Meetprogramma cf. Model 1b + goedkeuring VROM-Inspectie

Meetprogramma cf. Model 1a + goedkeuring VROM-Inspectie

Nee

Tot en met

100 m3/dag

Ontharding

Andere behandeling dan

ontharding

Geen behandeling

Meer dan

100 m3/dag

Ontharding

Andere behandeling dan

ontharding

Geen behandeling

Is er sprake van beschikbaarstelling van warm tapwater (zelf geproduceerd of afgenomen van energiedistributiebedrijf)?

JaTot en met 30 m3/dag

Meer dan 30 m3/dag

Nee

Stroomschema om te bepalen of en zo ja, welk meetprogramma moet worden opgesteld

4

Page 5: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Model 1a - Meetprogrammavoor een zelfstandige collec-tieve watervoorziening (eigenwinning) waarbij grondwaterwordt gebruikt als grondstof

In de meeste situaties wordt -gemiddeld over een jaar - nietmeer dan 100 m3 leidingwaterper dag geleverd. Voor situa-ties waarin de gemiddeldelevering meer bedraagt dan100 m3 per dag, geldt voorsommige parameters eenafwijkende meetfrequentie.Het aantal monsternames perjaar staat dan tussen haken.Dit model is niet van toepas-sing op leveringen van meerdan 1000 m3 per dag.

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Escherichia coli I 13 grondstof 124 (8) na behandeling4 (8) aan tappunt

Antimoon II 1 aan tappunt 10Arseen II 1 na behandeling 10Benzeen II 1* aan tappunt 50**Boor II 1 na behandeling 6Bromaat, indien desinfectie II 1 aan tappunt 70met ozon 1Cadmium II 1 aan tappunt 6Chroom II 1 aan tappunt 6Cyaniden II 1 per 5 jaar na behandeling 151,2-Dichloorethaan II 1* na behandeling 50***Fluoride II 1* na behandeling 7Koper, indien koperen II 1 aan tappunt 6leidingen:Kwik II 1 per 5 jaar na behandeling 13Lood, indien loden leidingen: II 1 aan tappunt 6Nikkel II 1 aan tappunt 6Nitraat II 1 grondstof 7

1 na behandelingNitriet II 1 grondstof 5

1 aan tappuntindien desinfectie met 2 (4) aan tappuntchlooramine1:Polycyclische aromatische II 1* na behandeling 85koolwaterstoffen (PAK’s)Polychloorbifenylen (PCB’s) II 1* na behandeling 75Pesticiden II 1 per 2 jaar na behandeling 75-110Seleen II 1 per 5 jaar na behandeling 10Tetra- en trichlooretheen II 1* na behandeling 50***Trihalomethanen, indien II 1* aan tappunt 50***desinfectie met chloor1:Aeromonas IIIa 1* aan tappunt 10Ammonium IIIa 4 grondstof 7

2 (4) aan tappuntBacteriofagen IIIa 1* grondstof op aanvraagBacteriën van de coligroep IIIa 4 (8) aan tappunt 8

13 grondstofChloride IIIa 1 grondstof 4

1 na behandelingClostridium perfringens IIIa 1* na behandeling 15DOC/TOC IIIa 1 grondstof 4

1 na behandeling

5

Page 6: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

1 Voor zover deze desinfectie-middelen op grond van deBestrijdingsmiddelenwet zijntoegelaten voor dit gebruik.

* Deze parameters hoeven inprincipe slechts eenmaliggemeten te worden, teneindeeen goede eerste indruk tekrijgen van de kwaliteit vanhet leidingwater. Wordt opgrond van de meetresultatenen de lokale situatie verwachtdat deze parameters in detoekomst geen norm gaanoverschrijden, dan kan deVROM-Inspectie toestaan datmeting van deze parametersna deze eenmalige metingniet vereist is.

** Meting van het gehalteBenzeen en Monocyclischearomatische koolwaterstoffenvindt plaats tijdens één analy-se, waarvoor 50 KIWA-puntenwordt berekend.

*** Meting van het gehalte 1,2-Dichloorethaan, Tetra- entrichlooretheen,Trihalomethanen,Gehalogeneerde monocycli-sche koolwaterstoffen enGehalogeneerde alifatischekoolwaterstoffen vindt plaatstijdens één analyse, waarvoor50 KIWA-punten wordt bere-kend.

**** Meting van Geur en Smaakvindt plaats tijdens één analy-se,waarvoor 3 KIWA-puntenwordt berekend.

***** Voor deze parameters zijn inbijlage A geen drinkwater-normen opgenomen.

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Geleidingsvermogen IIIa 4 grondstof 42 (4) aan tappunt

Hardheid (Ca + Mg) IIIa 1 aan tappunt 5Koloniegetal bij 22 oC IIIa 2 (4) aan tappunt 8Radioactiviteit IIIa 1* grondstof 40Saturatie Index IIIa 1* aan tappunt 1Temperatuur IIIa 4 grondstof 1

1 aan tappuntWaterstofcarbonaat IIIa 1* grondstof 4

1* aan tappuntZuurgraad IIIa 4 grondstof 4

2 (4) aan tappuntZuurstof IIIa 1 grondstof 6

1 aan tappuntAluminium IIIb 1 na behandeling 6indien als vlokmiddel gebruikt: IIIb 2 (4) na behandelingGeur IIIb 2 (4) aan tappunt 3****Kleur IIIb 2 (4) aan tappunt 6IJzer IIIb 1 grondstof 6

IIIb 1 aan tappunt indien als vlokmiddel gebruikt: IIIb 2 (4) na behandelingMangaan IIIb 1 grondstof 6

1 aan tappuntNatrium IIIb 1 grondstof 6

1 na behandelingSmaak IIIb 2 (4) aan tappunt 3****Sulfaat IIIb 1 grondstof 7

IIIb 1 na behandelingTroebelingsgraad IIIb 2 (4) aan tappunt 5Zink IIIb 1* grondstof 6AOX IIIc 1* grondstof 50Aromatische aminen IIIc 1* grondstof 110(Chloor)fenolen IIIc 1* grondstof 110Gehalogeneerde mono- IIIc 1* grondstof 50***cyclische koolwaterstoffenGehalogeneerde alifatische IIIc 1* grondstof 50***koolwaterstoffenMonocyclische aromatische IIIc 1* grondstof 50**koolwaterstoffenCalcium ***** 1 grondstof 6Kalium ***** 1* grondstof 6Magnesium ***** 1 grondstof 6Vluchtige organochloor-verbindingen ***** 1* grondstof 35+

6

Page 7: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

KostenUitgaande van een situatie zon-der desinfectie met ozon ofchlooramine en een leveringvan gemiddeld minder dan 100m3 drinkwater per dag, kosthet bovengenoemde meetpro-gramma het eerste jaar zo’n e 8030,-. Ervan uitgaand datmede op grond daarvan wordtbesloten dat voor een aantalparameters vervolgmeting nietnodig is (zie * onderaan tabel)kost het meetprogrammadaarna zo’n e 2300,- per jaar.Dit bedrag moet wordenbeschouwd als een gemiddeldeover meerdere jaren. Sommigeparameters hoeven in principeslechts éénmaal per 2 of 5 jaarte worden gemeten.

7

Page 8: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Model Ib - Meetprogrammavoor zelfstandige collectievewatervoorziening (eigen win-ning) waarbij oppervlaktewa-ter wordt gebruikt alsgrondstof

In de meeste situaties zal -gemiddeld over een jaar - nietmeer dan 100 m3 leidingwaterper dag worden geleverd. Voorsituaties waarin de gemiddel-de levering meer bedraagtdan 100 m3 per dag, geldtvoor sommige parameterseen afwijkende meetfrequen-tie. Het aantal monsternamesper jaar staat dan tussenhaken. Dit model is niet vantoepassing op leveringen vanmeer dan 1000 m3 per dag.

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Cryptosporidium I 1 grondstof 250*Escherichia coli I 13 grondstof 12

4 (8) na behandeling4 (8) aan tappunt

Enterococcen I 1 grondstof 81 aan tappunt

Enterovirussen I 1 grondstof op aanvraagGiardia I 1 grondstof 250*Antimoon II 1 aan tappunt 10Arseen II 1 grondstof 10

1 na behandelingBenzeen II 1 aan tappunt 50**Boor II 1 grondstof 6

1 na behandelingBromaat, indien desinfectie II 1 aan tappunt 70met ozon1:Cadmium II 1 grondstof 6

1 aan tappuntChroom II 1 grondstof 6

1 aan tappuntCyaniden II 1 grondstof 15

1 na behandeling1,2-Dichloorethaan II 1 na behandeling 50***Fluoride II 1 grondstof 7

1 na behandelingKoper II 1 grondstof 6indien koperen leidingen: 1 aan tappuntKwik II 1 grondstof 13

1 na behandelingLood II 1 grondstof 6indien loden leidingen: 1 aan tappuntNikkel II 1 grondstof 6

1 aan tappuntNitraat II 13 grondstof 7

1 na behandelingNitriet II 13 grondstof 5

1 aan tappuntindien desinfectie met 2 (4) aan tappuntchlooramine1:Polycyclische aromatische II 1 grondstof 85koolwaterstoffen (PAK’s)

1 na behandelingPolychloorbifenylen (PCB’s) II 1 na behandeling 75Pesticiden II 1 na behandeling 75-110

8

Page 9: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Seleen II 1 grondstof 101 na behandeling

Tetra- en trichlooretheen II 1 na behandeling 50***Trihalomethanen, indien II 1 aan tappunt 50***desinfectie met chloor1Aeromonas IIIa 1 aan tappunt 10Ammonium IIIa 13 grondstof 7

2 (4) aan tappuntBacteriofagen IIIa 1 grondstof op aanvraagBacteriën van de coligroep IIIa 4 (8) aan tappunt 8Chloride IIIa 1 grondstof 4

1 na behandelingClostridium perfringens IIIa 1 grondstof 15

2 (4) na behandelingDOC/TOC IIIa 1 grondstof 4

1 na behandelingGeleidingsvermogen IIIa 4 grondstof 4

2 (4) aan tappuntHardheid (Ca + Mg) IIIa 1 aan tappunt 5Koloniegetal bij 22 oC IIIa 2 (4) aan tappunt 8Radioactiviteit, inclusief totaal B-activiteit IIIa 1 grondstof 40Saturatie Index IIIa 1 aan tappunt 1Temperatuur IIIa 13 grondstof 1

1 aan tappuntWaterstofcarbonaat IIIa 1 grondstof 4

1 aan tappuntZuurgraad IIIa 13 grondstof 4

2 (4) aan tappuntZuurstof IIIa 1 grondstof 6

1 aan tappuntAluminium IIIb 1 na behandeling 6indien als vlokmiddel gebruikt:IIIb 2 (4) na behandelingGeur IIIb 2 (4) aan tappunt 3 ****Kleur IIIb 1 grondstof 6

2 (4) aan tappuntIJzer IIIb 1 grondstof 6

IIIb 1 aan tappunt indien als vlokmiddel gebruikt:IIIb 2 (4) na behandelingMangaan IIIb 1 grondstof 6

1 aan tappuntNatrium IIIb 1 grondstof 6

1 na behandelingSmaak IIIb 2 (4) aan tappunt 3 ****

9

Page 10: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

1 Voor zover deze desinfectiemid-

delen op grond van de

Bestrijdingsmiddelenwet zijn

toegelaten voor dit gebruik

* Meting van de hoeveelheid

Cryptosporidium en Giardia vindt

plaats tijdens één analyse, waar-

voor 250 KIWA-punten wordt

berekend

** Meting van het gehalte Benzeen

en Monocyclische aromatische

koolwaterstoffen vindt plaats tij-

dens één analyse, waarvoor 50

KIWA-punten wordt berekend

*** Meting van het gehalte 1,2-

Dichloorethaan, Tetra- en trich-

looretheen, Trihalomethanen,

Gehalogeneerde monocyclische

koolwaterstoffen en

Gehalogeneerde alifatische kool-

waterstoffen vindt plaats tijdens

één analyse, waarvoor 50 KIWA-

punten wordt berekend

**** Meting van Geur en Smaak vindt

plaats tijdens één analyse, waar-

voor 3 KIWA-punten wordt bere-

kend

***** Voor deze parameters zijn in bij-

lage A geen drinkwaternormen

opgenomen, maar er gelden op

basis van bijlage D van het

Waterleidingbesluit wel kwali-

teitseisen danwel richtwaarden

voor het gebruikte oppervlakte-

water

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Sulfaat IIIb 1 grondstof 7IIIb 1 na behandeling

Troebelingsgraad IIIb 13 grondstof 52 (4) aan tappunt

Zink IIIb 1 grondstof 6AOX IIIc 1 grondstof 50Aromatische aminen IIIc 1 grondstof 110(Chloor)fenolen IIIc 1 grondstof 110Gehalogeneerde mono- IIIc 1 grondstof 50***cyclische koolwaterstoffenGehalogeneerde alifatische IIIc 1 grondstof 50***koolwaterstoffenMonocyclische aromatische IIIc 1 grondstof 50**koolwaterstoffenBarium ***** 1 grondstof 6Biochemisch zuurstofverbruik ***** 4 grondstof 15Calcium ***** 1 grondstof 6Chemisch zuurstofverbruik ***** 1 grondstof 12Fosfaat ***** 1 grondstof 15Kalium ***** 1 grondstof 6Magnesium ***** 1 grondstof 6Silicaat ***** 1 grondstof 7Vluchtige organochloor- ***** 1 grondstof 35verbindingen

10

Page 11: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

KostenDe kosten van het bovenge-noemde meetprogrammabedragen circa e 12.800,- perjaar. In vergelijking metgebruik van grondwater is erbij gebruik van oppervlakte-water voor de drinkwater-voorziening sprake van eengrotere kwetsbaarheid voorverontreinigingen en zijn dekwaliteitsfluctuaties ook gro-ter. Naar verwachting staatde VROM-Inspectie bijgebruik van oppervlaktewaterslechts zelden een verlagingvan de meetfrequenties toe.

11

Page 12: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Model 2a - Meetprogrammavoor de situatie dat drink-water wordt afgenomen (vanbijvoorbeeld waterleiding-bedrijf), waarna dat water ineigen beheer een onthardingondergaatDit model geldt niet voor situ-aties waarbij meer dan 10.000m3 onthard leidingwater perdag ter beschikking wordtgesteld.

KostenUitvoering van bovenge-noemd meetprogramma kostongeveer e 140,- per jaar.

Model 2b: Meetprogrammavoor situatie dat drinkwaterwordt afgenomen (van bij-voorbeeld waterleidingbe-drijf), waarna dat water ineigen beheer een anderebehandeling dan onthardingondergaat.Dit model geldt niet voor situ-aties waarbij meer dangemiddeld 10.000 m3 behan-deld leidingwater per dag terbeschikking wordt gesteld.

KostenUitvoering van bovengenoemdmeetprogramma kost onge-veer e 195,- per jaar.

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Escherichia coli I 1 aan tappunt 12Enterococcen I 1 aan tappunt 8Geleidingsvermogen IIIa 1 aan tappunt 4Hardheid IIIa 1 aan tappunt 5Koloniegetal bij 22 °C IIIa 1 aan tappunt 8Waterstofcarbonaat IIIa 1 aan tappunt 4Zuurgraad IIIa 1 aan tappunt 4

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Escherichia coli I 1 aan tappunt 12Enterococcen I 1 aan tappunt 8Geleidingsvermogen IIIa 1 aan tappunt 4Hardheid IIIa 1 aan tappunt 5Koloniegetal bij 22 °C IIIa 1 aan tappunt 8Waterstofcarbonaat IIIa 1 aan tappunt 4Zuurgraad IIIa 1 aan tappunt 4Geur IIIb 1 aan tappunt 3Kleur IIIb 1 aan tappunt 6Troebelingsgraad IIIb 1 aan tappunt 5

12

Page 13: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Model 3: Meetprogrammavoor de situatie dat drinkwa-ter wordt afgenomen (bij-voorbeeld van waterleiding-bedrijf) en met het collectie-ve leidingnet gemiddeldmeer dan 100 m3 drinkwaterper dag wordt gedistribueerd(zonder behandeling) Dit model geldt niet voor situaties waarbij meer dan10.000 m3 per dag wordtgedistribueerd.

KostenUitvoering van bovengenoemdmeetprogramma kost onge-veer e 285,- per jaar.

Model 4: Meetprogrammavoor een warmwatervoorzie-ning of collectief leidingnetwaarmee gemiddeld meerdan 30 m3 warm tapwater perdag wordt geproduceerd res-pectievelijk gedistribueerd. In gevallen waar gemiddeldmeer dan 100 m3 warm tap-water per dag wordt geprodu-ceerd of gedistribueerd, geldtvoor sommige parameterseen afwijkende meetfrequen-tie. Het aantal monsternamesstaat dan tussen haken. Ditmodel geldt niet voor situatieswaarbij meer dan 10.000 m3

warm tapwater per dag wordt geproduceerd ofgedistribueerd.

KostenBij levering van 30 tot 100 m3

warm tapwater per dag kostbovengenoemd meetprogram-ma ongeveer e 160,- per jaar.

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Escherichia coli I 1 aan tappunt 12Enterococcen I 1 aan tappunt 8Antimoon II 1 aan tappunt 10Cadmium II 1 aan tappunt 6Chroom II 1 aan tappunt 6Koper, indien koperen leidingen II 1 aan tappunt 6Lood, indien lodenleidingen II 1 aan tappunt 6Nikkel II 6Koloniegetal bij 22 °C IIIa 1 aan tappunt 8Zuurgraad IIIa 1 aan tappunt 4Geur IIIb 1 aan tappunt 3Kleur IIIb 1 aan tappunt 6Troebelingsgraad IIIb 1 aan tappunt 5Ijzer IIIb 1 aan tappunt 6Zink IIIb 1 aan tappunt 6

parameter tabel monsternames plaats van KIWA-puntenin Bijlage A per jaar monstername per monster

Koper II 1 aan tappunt 6DOC/TOC IIIa 1 aan tappunt 4bij enkelvoudigewarmtewisselaars: 2 (4) aan tappuntGeleidingsvermogen IIIa 1 aan tappunt 4bij enkelvoudige warmtewisselaars: 2 (4)Temperatuur IIIa 2 (4) aan tappunt 1Zuurgraad IIIa 1 aan tappunt 4Geur IIIb 1 aan tappunt 3Kleur IIIb 1 aan tappunt 6Troebelingsgraad IIIb 1 aan tappunt 5

13

Page 14: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Acties bij onvoldoende kwaliteit

Stappenplannen bij onvol-doende kwaliteitEr kunnen aanwijzingen zijndat het leidingwater niet aande kwaliteitseisen voldoet.Door uitgevoerde metingen,maar ook afwijkingen in degeur, kleur of smaak van hetleidingwater kunnen hier opwijzen. Ook kunnen zich ziek-tegevallen hebben voorgedaandie met de kwaliteit van hetleidingwater in verbandgebracht zouden kunnen worden.

Microbiologische en chemi-sche parametersAls het afwijkingen betreft vanmicrobiologische parameters(tabel I van bijlage A van hetWaterleidingbesluit) of chemi-sche parameters (tabel II)moet de eigenaar van de col-lectieve leidingwaterinstallatiedirect de volgende stappenzetten: 1. de VROM-Inspectie infor-

meren 2. onderzoek doen naar de

oorzaak en mogelijke nade-lige gevolgen voor devolksgezondheid

3. herstelmaatregelen nemenzodat weer aan de eisenwordt voldaan

4. de betrokken verbruikersinformeren en adviserenover de maatregelen die zijkunnen treffen om nadeligeeffecten op hun gezondheidte voorkomen.

In bepaalde gevallen kan mentoestemming krijgen om tijde-

lijk van de kwaliteitseisen afte wijken. Dat geldt niet voorde microbiologische parame-ters, maar wel voor de chemi-sche parameters. Dit laatstekan alleen met ontheffing vande VROM-Inspectie indien deafwijking naar verwachtingminder dan 30 dagen duurt ofvan de Minister van VROM bijlangduriger overschrijdingen.Heeft de eigenaar een onthef-fing van de kwaliteitseisen vande Minister van VROM, danmoet hij de betrokken verbrui-kers hierover informeren.

Indicator parametersVoor de indicator parameters(tabel IIIa, IIIb en IIIc) geldtdat de eigenaar bij afwijking van de gesteldeeisen direct de volgende stap-pen zet:1. de VROM-Inspectie infor-

meren2. onderzoek doen naar de

oorzaak3. de in het belang van de

gezondheid noodzakelijkeen passende maatregelennemen

4. de verbruikers informerenen adviseren, tenzij de toe-zichthouder vindt dat deafwijking geen nadeligegevolgen heeft voor de ver-bruikers.

Toezicht en Meer informatie

Toezicht op naleving van dezeregelsDe VROM-Inspectie treedt opals toezichthouder. Deze isverdeeld in 5 regio’s:- Noord (Friesland,

Groningen, Drenthe),Postbus 30020, 9700 RM Groningen, tel. 050-5992700.

- Noord-West (Noord-Holland, Utrecht, Flevo-land), Postbus 1006, 2001 BA Haarlem, tel. 023-5150700.

- Oost (Gelderland,Overijssel), Postbus 136,6800 AC Arnhem, tel. 026-3528400.

- Zuid (Limburg, Noord-Brabant), Postbus 850,5600 AW Eindhoven, tel 040-2652911.

- Zuid-West (Zuid-Holland,Zeeland), Postbus 29036,3001 GA Rotterdam, tel 010-224 44 44

In het kader van het toezichtdoor de VROM-Inspectie voeren waterleidingbedrijvencontroles uit bij op hun leidingnet aangesloten collec-tieve installaties. Hierover isook een informatieblad uit-gebracht: ‘Controle en toe-zicht op kwaliteit en beheervan collectieve leidingwater-installaties’.

Meer informatie- Wet tot wijziging van de

Waterleidingwet,Staatsblad 295V, 2000. Inwerking 1 augustus 2000.

- Besluit tot wijziging van hetWaterleidingbesluit,Staatsblad 58, 2001. Inwerking 9 februari 2001.Voor de integrale tekst vanhet nieuwe Waterleiding-besluit, kijk opwww.vrom.nl/drinkwater

- Informatieblad ‘Het nieuweWaterleidingbesluit; gevol-gen voor eigenaren van col-lectieve leidingwater-installaties’.

- Informatieblad ‘Legionella-preventie in leidingwater,ontwerpwijziging Waterlei-dingbesluit’.

- Informatieblad ‘Controle entoezicht op kwaliteit enbeheer van collectieve lei-dingwaterinstallaties’.

14

Page 15: Model-meetprogramma’s voor eigenaren van collectieve water ... · Het nieuwe Waterleiding-besluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt eisen aan het beheer en de inrichting

Ministerie van VROM >staat voor ruimte, wonen, milieu en rijksgebouwen. Beleid maken, uitvoeren en handhaven.Nederland is klein. Denk groot.

Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM> Rijnstraat 8 > Den Haag > www.vrom.nl

COLOFONDit infoblad is een uitgavevan het ministerie vanVROM.

Voor meer informatie?Bel publieksvoorlichting vanhet ministerie van VROM:(070) 339 50 50.Dit infoblad en andereVROM-publicaties zijn tedownloaden en/of te bestel-len via www.vrom.nl of via dePostbus 51 Infolijn, telefoon0800- 8051 (gratis)

Aan de teksten kunnen geenrechten worden ontleend.

04.0

108/

02-0

4 VR

OM

402

2