MMPI-2 met Nijmegen Rapport

21
MMPI ® -2 Minnesota Multiphasic Personality Inventory ® -2 Profielen en rapportage Naam : A. no Niem Code : Leeftijd : 38 Datum : 09-10-2012 Geboortedatum : 20-08-1974 Geslacht : vrouw Bij de verwerking werd K-correctie toegepast. Bij de verwerking werd geen filter voor neurologische aandoeningen toegepast. MMPI ® -2 James N. Butcher, W. Grant Dahlstrom, John R. Graham, Auke Tellegen, and Beverly Kaemmer, Coordinator for the Press Translated and Adapted by Permission. Copyright© 1942, 1943 (renewed 1970),1989 by the Regents of the University of Minnesota, Minneapolis, MN, U.S.A. All rights reserved. Copyright of the Dutch edition by PEN Tests Publisher, Nijmegen, The Netherlands© 1993. Nederlandstalige uitgave: Prof. Dr. J.J.L. Derksen, Dr. H.R.A. de Mey Radboud Universiteit Nijmegen Prof. Dr. H. Sloore, Drs. G. Hellenbosch Vrije Universiteit Brussel Vertaald en Aangepast met Toestemming. Copyright© 1942, 1943 (vernieuwd 1970),1989 door de Regents of the University of Minnesota, Minneapolis, MN, U.S.A. Alle rechten voorbehouden. Copyright voor de Nederlandstalige uitgave bij PEN Tests Publisher, Nijmegen, Nederland© 1993. Nijmegen Rapport versie 1.0.2 Prof. Dr. James N. Butcher In samenwerking met Prof. Dr. Jan J.L. Derksen en Drs. Theo J.P.M. Bögels Technische realisatie : Drs. Huub M.J. Schaeks Computerprogramma voor afname en scoring; versie 2.0.15 Drs. H.M.J. Schaeks, Drs. Th.J.P.M. Bögels, Prof. Dr. J.J.L. Derksen, Dr. H.R.A. de Mey Telefoon +31 (0)481-465 565 Fax +31 (0)481-465 867 [email protected] www.penpsychodiagnostics.com PEN MMPI ® -2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

Transcript of MMPI-2 met Nijmegen Rapport

Page 1: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

MMPI®-2

Minnesota Multiphasic Personality Inventory®-2

Profielen en rapportage

Naam : A. no Niem Code :Leeftijd : 38 Datum : 09-10-2012Geboortedatum : 20-08-1974Geslacht : vrouw

Bij de verwerking werd K-correctie toegepast.Bij de verwerking werd geen filter voor neurologische aandoeningen toegepast.

MMPI®-2 James N. Butcher, W. Grant Dahlstrom, John R. Graham, Auke Tellegen, and BeverlyKaemmer, Coordinator for the Press

Translated and Adapted by Permission. Copyright© 1942, 1943 (renewed 1970),1989 by the Regentsof the University of Minnesota, Minneapolis, MN, U.S.A. All rights reserved.Copyright of the Dutch edition by PEN Tests Publisher, Nijmegen, The Netherlands© 1993.

Nederlandstalige uitgave:Prof. Dr. J.J.L. Derksen, Dr. H.R.A. de Mey Radboud Universiteit NijmegenProf. Dr. H. Sloore, Drs. G. Hellenbosch Vrije Universiteit Brussel

Vertaald en Aangepast met Toestemming. Copyright© 1942, 1943 (vernieuwd 1970),1989 door deRegents of the University of Minnesota, Minneapolis, MN, U.S.A. Alle rechten voorbehouden.Copyright voor de Nederlandstalige uitgave bij PEN Tests Publisher, Nijmegen, Nederland© 1993.

Nijmegen Rapport versie 1.0.2Prof. Dr. James N. ButcherIn samenwerking met Prof. Dr. Jan J.L. Derksen en Drs. Theo J.P.M. BögelsTechnische realisatie : Drs. Huub M.J. Schaeks

Computerprogramma voor afname en scoring; versie 2.0.15Drs. H.M.J. Schaeks, Drs. Th.J.P.M. Bögels, Prof. Dr. J.J.L. Derksen, Dr. H.R.A. de Mey

Telefoon +31 (0)481-465 565Fax +31 (0)481-465 867

[email protected]

PE

N

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

Page 2: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

PROFIEL VALIDITEIT

Onderzochte sloeg 10 items in de MMPI-2 over. Hoewel dit niet voldoende is om het verkregen MMPI-2 klinisch profiel ongeldig te maken, kunnen sommige van haar schaalscores als gevolg van deze weglatingen lager zijn dan verwacht. Het zou nuttig zijn om met haar te praten om te onderzoeken wat de redenen zijn voor haar weglatingen. Veel klinisch psychologen geven er de voorkeur aan om de items die zijn overgeslagen (die u kunt vinden aan het eind van het profiel) alsnog te laten beantwoorden om zo de meest accurate interpretatie te verkrijgen.

Haar open gelaten items moeten zorvuldig bekeken worden. Zij heeft 10 tot 15 procent van de items van de schalen Sc1, Sc3 niet beantwoord. Het niet beantwoorden van items kan ertoe leiden dat problemen die door de betreffende schalen aangeduid worden onderschat worden. Natuurlijk moet elke schaalverhoging boven T=60 geïnterpreteerd worden, maar als er items overgeslagen zijn is het belangrijk om in te zien dat deze score de klachten die door deze schaal worden weergegeven waarschijnlijk zal onderschatten.

Haar MMPI-2 klinisch profiel is waarschijnlijk valide. De antwoorden van onderzochte op de validiteitsschalen van de MMPI-2 wijzen er op dat haar medewerking aan het onderzoek goed genoeg was om bruikbare informatie voor de interpretatie te verschaffen. Het verkregen klinische profiel geeft een adequate indicatie van haar huidige persoonlijke functioneren.

Het antwoordpatroon van onderzochte wijst er op dat zij de items in het laatste deel van de MMPI-2 op een overdreven manier heeft ingevuld, waardoor dit deel van de test mogelijk niet valide is. Hoewel de standaard klinische en validiteitsschalen gescoord worden door items in de eerste 66 procent van de test, moeten de inhoudsschalen en supplementaire schalen met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, met medeneming van alle items uit de item-pool.

SYMPTOMATISCHE PATRONEN

Dit rapport werd tot stand gebracht met gebruikmaking van de schalen Pa en Sc als het prototype. Een ernstige psychologische stoornis wordt in dit profiel weerspiegeld. Onderzochte lijkt te lijden onder een opvallend psychotisch proces waarin decompensatie, sociale terugtrekking, verstoord affect, en afwijkend, mogelijk dreigend gedrag zit. Zij schijnt nogal verward, teruggetrokken en houdt zich bezig met occulte of abstracte ideeën, en zij kan het gevoel hebben dat anderen tegen haar zijn vanwege haar overtuigingen. Zij kan nogal apathisch overkomen, brengt veel van haar tijd met haar fantasieën door, en kan lijden aan hallucinaties, afgestompt of misplaatst affect, en vijandig, prikkelbaar gedrag. Zij komt verward en gedesoriënteerd over, en zij kan zich gedragen op een onvoorspelbare, zeer agressieve manier. Dit MMPI-2 klinisch profiel weerspiegelt een chronisch slechte aanpassing, hoewel zij op dit ogenblik een intensivering van problemen ondergaat. Decompensatie, desorganisatie, en cognitieve stoornis zullen blijven aanhouden.

VERGELIJKING MET NORMGROEP

Let op: Het betreft een vergelijking met de Amerikaanse normgroep.

Interpretatie van het profiel kan sterk vergemakkelijkt worden door in verschillende settings onderzoek te doen naar de relatieve frequentie waarmee individuele schaalpatronen voorkomen. De hoge klinische schaalscore (Sc) van onderzochte komt het minst voor in de genormeerde steekproeven van de MMPI-2 van vrouwen, namelijk bij slechts 4.4%. Bij 2.2% van de steekproef van vrouwen is echter de Sc de hoogste score bij een T-score van 65 of hoger en minder dan 1% heeft uitgesproken Sc-toppen. De configuratie van dit verhoogde MMPI-2 profiel (6-8/8-6) komt zelden voor in steekproeven van niet-patiënten, namelijk bij minder dan 1% van de MMPI-2 normgroep voor vrouwen.

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

2

Page 3: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no NiemPEN: 94000 A. no Niem

Dit profiel komt niet vaak voor in diverse steekproeven van vrouwelijke poliklinische patiënten. In de NCS steekproef van poliklinische patiënten heeft 5.1% van de vrouwen deze hoogste klinische schaal score (Sc). Bovendien heeft 4.4% van de vrouwen in de steekproef van vrouwelijke patiënten een top op de Sc-schaal bij een T-score van 65 of hoger maar slechts 1.7% heeft hoogste piekscores op de Sc-schaal. De configuratie van haar verhoogde MMPI-2 profiel (6-8/8-6) komt voor bij 1.9% van de vrouwen in de NCS steekproef van poliklinische patiënten.

PROFIEL STABILITEIT

De relatieve verhoging van de klinische schaalscores wijst er op dat het profiel minder uitgesproken is dan veel andere profielen. Dat wil zeggen: de hoogste schaal of schalen liggen erg dicht bij de volgende verhoogde schaalscore. Er zou mogelijk enige verschuiving in de profielcode kunnen plaatsvinden van de meest opvallende schaalverhogingen als zij op een later tijdstip hertest wordt. Het verschil tussen het type profiel dat gebruikt werd om het huidige rapport uit te werken en de daaropvolgende hoogste schaal in de profielcode was 1 punt. Dus als onderzochte bijvoorbeeld op een later tijdstip getest wordt kan het zijn, dat haar profiel meer gedragscomponenten omvat welke gerelateerd zijn aan verhogingen op Ma. Als dat zo is dan kan bij het hertesten impulsief gedrag mogelijk opvallender worden.

INTERPERSOONLIJKE RELATIES

Verstoorde relaties zijn kenmerkend voor personen met dit profieltype. Onderzochte voelt zich sociaal inadequaat en heeft zeer slechte sociale vaardigheden. Zij is nogal introvert en is bang voor en wantrouwend tegenover anderen. Zij kan verschrikkelijk negatief zijn in sociale interactie. Veel personen met dit profieltype zijn niet in staat intieme relaties te ontwikkelen en vertrouwen nooit iemand voldoende om mee te trouwen.

Zij is erg verlegen en geremd in sociale situaties en het kan zijn dat onderzochte anderen ontwijkt, uit angst gekwetst te worden. Zij is in emotioneel opzicht van anderen vervreemd. Zij zal waarschijnlijk erg weinig vrienden hebben en door anderen gezien worden als afstandelijk en als iemand die ze moeilijk zullen leren kennen. Zij is stil en onderdanig en in de omgang met andere mensen mist zij zelfvertrouwen. Mensen met deze passieve en teruggetrokken leefstijl zijn niet in staat zich op gepaste wijze te laten gelden en er wordt vaak door anderen misbruik van hen gemaakt. Persoonlijkheidskenmerken die gerelateerd zijn aan sociale introversie zijn in de regel door de tijd heen stabiel. Haar doorgaans teruggetrokken gedrag, introverte leefstijl en haar neiging om andere mensen te vermijden zullen waarschijnlijk bij alle toekomstige testresultaten opvallen.

DIAGNOSTISCHE OVERWEGINGEN

De meest waarschijnlijke diagnose voor personen met dit profieltype is Schizofrenie, mogelijk Paranoïde type, of een Paranoïde Stoornis.

Zij blijkt een aantal persoonlijke eigenschappen te hebben die geassocieerd zijn met problemen betreffende misbruik of gebruik van een middel. Haar scores op de indicatoren voor een aanleg tot verslaving wijzen er, naast de persoonlijke eigenschappen die in het profiel naar voren komen, op dat zij overeenkomsten vertoont met sommige mensen die verslavingsstoornissen ontwikkelen. Of hier sprake is van misbruik van een middel moet beoordeeld worden door middel van een zorgvuldig heronderzoek naar haar persoonlijke eigenschappen en kenmerkende gedragspatronen. In haar antwoorden op de MMPI-2 heeft zij toegegeven een aantal problemen te hebben met het excessief gebruik of misbruik van verslavende middelen.

THERAPEUTISCHE OVERWEGINGEN

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

3

Page 4: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no NiemPEN: 94000 A. no Niem

Personen met dit profiel kunnen lijden aan een ernstige decompensatie waarvoor opname nodig kan zijn als ze als gevaarlijk voor zichzelf of anderen beschouwd worden. Psychofarmaca kan hun denkverstoring en stemmingsstoornis verminderen. Behandeling van ambulante patiënten kan gecompliceerd worden door hun regressief of ongeorganiseerd gedrag. Dagbehandelingprogramma's of andere, aldus opgezette settings kunnen nuttig zijn om een stabiliserende behandelingsomgeving te creëren.

Langdurige aanpassing is een probleem. Frequente, korte therapeutische contacten gericht op het omgaan met problemen kunnen nuttig zijn om de activiteiten van onderzochte te structureren. Op inzicht gerichte of relatietherapieën lijken niet nuttig voor personen met deze ernstige problemen en kunnen de symptomen zelfs verergeren. Deze persoon zal waarschijnlijk niet in staat zijn een vertrouwde werkrelatie met een therapeut aan te gaan.

NB: Dit narratief rapport kan gebruikt worden als een bron van hypotheses en is gebaseerd op objectief verkregen schaalindices en interpretatiecriteria die ontwikkeld zijn binnen diverse groepen patiënten. De persoonlijkheidsbeschrijvingen, conclusies en aanbevelingen die erin opgenomen zijn, dienen aan andere bronnen van klinische informatie gerelateerd te worden. De informatie in dit rapport moet op een juiste manier gebruikt worden door personen die voldoende opgeleid en gekwalificeerd zijn om testen te interpreteren. De informatie in dit rapport is vertrouwelijk.

Einde van Rapport

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

4

Page 5: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 1 : ValiditeitsschalenSchaal T-score Ruw

? - Open gelaten items (0%) 10 ?L - Leugenschaal (100%) 46 5 LF - Laag frequentie-schaal (95%) 73 12 FK - Correctieschaal (100%) 30 8 K

TRIN - Gerichte antwoord inconsistentie (96%) 60T 10 TRINVRIN - Ongerichte antwoord inconsistentie (100%) 42 4 VRINFb - F voor tweede deel itemset (95%) 104 16 FbFp - F psychopathologie (89%) 5 FpS - Superlatieve zelfpresentatie (98%) 27 15 S

Grafiek 1 : Validiteitsschalen

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

L

L

F

F

K

K

TRIN

TRIN

VRIN

VRIN

Fb

Fb

Fp

Fp

S

S

46

5

73

12

30

8

60T

10

42

4

104

16

5

27

15

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

5

Page 6: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 2 : Klinische hoofdschalenSchaal T-score Ruw K-corr.

1 - Hs - Hypochondrie (100%) 76 24 4 Hs - 12 - D - Depressie (100%) 75 34 D - 23 - Hy - Hysterie (100%) 79 37 Hy - 34 - Pd - Psychopatische deviatie (98%) 72 28 3 Pd - 45 - Mf - Mannelijkheid / Vrouwelijkheid (100%) 33 41 Mf - 56 - Pa - Paranoia (98%) 84 19 Pa - 67 - Pt - Psychastenie (100%) 75 32 8 Pt - 78 - Sc - Schizofrenie (96%) 87 40 8 Sc - 89 - Ma - Hypomanie (100%) 83 28 2 Ma - 90 - Si - Sociale introversie (99%) 68 45 Si - 0

Grafiek 2 : Klinische hoofdschalen

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

K-corr.

Ruw

Hs

Hs

D

D

Hy

Hy

Pd

Pd

Mf

Mf

Pa

Pa

Pt

Pt

Sc

Sc

Ma

Ma

Si

Si

76

4

24

75

34

79

37

72

3

28

33

41

84

19

75

8

32

87

8

40

83

2

28

68

45

Aandachtspunten voor de interpretatie

Fb sterk verhoogd (104).

Welsh-codering :86 9" 31 7 2 4' 0-/: 5# F'-/ L: K#

Controle - Impuls index (experimenteel) : (74.6 / 81.5) = 0.92

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

6

Page 7: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 3 : Klinische hoofdschalen en subschalenSchaal T-score Ruw

1 - Hs - Hypochondrie 76 24 Hs - 1

2 - D - Depressie 75 34 D - 2D1 - Subjectieve depressie (100%) 74 18 D1D2 - Psychomotore traagheid (100%) 49 6 D2D3 - Fysiek slecht functioneren (100%) 76 8 D3D4 - Mentale traagheid (100%) 80 9 D4D5 - Piekeren (100%) 79 8 D5

3 - Hy - Hysterie 79 37 Hy - 3Hy1 - Ontkenning van sociale angsten (100%) 31 0 Hy1Hy2 - Behoefte aan affectie (100%) 49 6 Hy2Hy3 - Matheid - malaise (100%) 77 11 Hy3Hy4 - Somatische klachten (100%) 80 13 Hy4Hy5 - Remming van agressie (100%) 58 5 Hy5

4 - Pd - Psychopatische deviatie 72 28 Pd - 4Pd1 - Familiale onenigheid (100%) 70 5 Pd1Pd2 - Autoriteitsproblemen (100%) 62 4 Pd2Pd3 - Sociale onverstoorbaarheid (100%) 35 1 Pd3Pd4 - Sociale vervreemding (92%) 71 8 Pd4Pd5 - Zelfvervreemding (100%) 81 9 Pd5

5 - Mf - Mannelijkheid / Vrouwelijkheid 33 41 Mf - 5

6 - Pa - Paranoia 84 19 Pa - 6Pa1 - Achtervolgingsideeën (94%) 73 6 Pa1Pa2 - Sensitiviteit (100%) 86 7 Pa2Pa3 - Naïviteit (100%) 55 5 Pa3

7 - Pt - Psychastenie 75 32 Pt - 7

8 - Sc - Schizofrenie 87 40 Sc - 8Sc1 - Sociale vervreemding (90%) 86 12 Sc1Sc2 - Emotionele vervreemding (100%) 75 4 Sc2Sc3 - Gebrekkige coping (cognitief) (90%) 77 5 Sc3Sc4 - Gebrekkige coping (beleving en gedrag) (100%) 75 7 Sc4Sc5 - Gebrekkige coping (ontremming) (100%) 79 6 Sc5Sc6 - Bizarre zintuiglijke ervaringen (100%) 91 11 Sc6

9 - Ma - Hypomanie 83 28 Ma - 9Ma1 - Amoraliteit (100%) 33 0 Ma1Ma2 - Psychomotore acceleratie (100%) 78 9 Ma2Ma3 - Onverstoorbaarheid (100%) 41 2 Ma3Ma4 - Ego-inflatie (100%) 74 6 Ma4

0 - Si - Sociale introversie 68 45 Si - 0Si1 - Verlegenheid (100%) 68 12 Si1Si2 - Sociale vermijding (88%) 5 Si2Si3 - Vervreemding - Zelf en Anderen (100%) 72 11 Si3

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

7

Page 8: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Grafiek 3 : Harris Lingoes subschalen

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

D1

D1

D2

D2

D3

D3

D4

D4

D5

D5

Hy1

Hy1

Hy2

Hy2

Hy3

Hy3

Hy4

Hy4

Hy5

Hy5

Pd1

Pd1

Pd2

Pd2

Pd3

Pd3

Pd4

Pd4

Pd5

Pd5

Pa1

Pa1

Pa2

Pa2

Pa3

Pa3

Sc1

Sc1

Sc2

Sc2

Sc3

Sc3

Sc4

Sc4

Sc5

Sc5

Sc6

Sc6

Ma1

Ma1

Ma2

Ma2

Ma3

Ma3

Ma4

Ma4

Si1

Si1

Si2

Si2

Si3

Si3

74

18

49

6

76

8

80

9

79

8

31

0

49

6

77

11

80

13

58

5

70

5

62

4

35

1

71

8

81

9

73

6

86

7

55

5

86

12

75

4

77

5

75

7

79

6

91

11

33

0

78

9

41

2

74

6

68

12

5

72

11

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

8

Page 9: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 4 : Geherstructureerde klinische hoofdschalenSchaal T-score Ruw

RCd (DEM) - Demoralisatie (96%) 77 19 RCd (DEM)RC1 (SOM) - Somatische Klachten (100%) 81 18 RC1 (SOM)RC2 (LPE) - Lage Positieve Emoties (100%) 55 7 RC2 (LPE)RC3 (CYN) - Cynisme (100%) 57 9 RC3 (CYN)RC4 (ASG) - Antisociaal Gedrag (95%) 84 12 RC4 (ASG)RC6 (BET) - Betrekkingsideeën (100%) 57 3 RC6 (BET)RC7 (DNE) - Disfunctionele Negatieve Emoties (100%) 82 18 RC7 (DNE)RC8 (AER) - Afwijkende Ervaringen (100%) 72 7 RC8 (AER)RC9 (HPA) - Hypomane Activering (100%) 70 16 RC9 (HPA)

Grafiek 4 : Geherstructureerde klinischehoofdschalen

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

RCd (DEM)

RCd (DEM)

RC1 (SOM)

RC1 (SOM)

RC2 (LPE)

RC2 (LPE)

RC3 (CYN)

RC3 (CYN)

RC4 (ASG)

RC4 (ASG)

RC6 (BET)

RC6 (BET)

RC7 (DNE)

RC7 (DNE)

RC8 (AER)

RC8 (AER)

RC9 (HPA)

RC9 (HPA)

77

19

81

18

55

7

57

9

84

12

57

3

82

18

72

7

70

16

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

9

Page 10: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 5 : InhoudsschalenSchaal T-score Ruw

ANX - Angst (100%) 88 21 ANXFRS - Vrees (100%) 75 14 FRSOBS - Obsessiviteit (100%) 66 9 OBSDEP - Depressie (100%) 80 22 DEPHEA - Gezondheidsbezorgdheid (100%) 80 23 HEABIZ - Bizarre voorstellingen en gedachten (100%) 61 5 BIZANG - Boosheid (94%) 68 10 ANGCYN - Cynisme (100%) 60 14 CYNASP - Antisociale gedragingen (100%) 46 6 ASPTPA - Type A (100%) 56 9 TPALSE - Lage zelfwaardering (100%) 79 17 LSESOD - Sociaal ongemak (96%) 67 16 SODFAM - Familiale problemen (92%) 95 19 FAMWRK - Aantasting van het arbeidsvermogen (94%) 77 21 WRKTRT - Negatieve behandelingsindicatoren (100%) 76 15 TRT

Grafiek 5 : Inhoudsschalen

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

ANX

ANX

FRS

FRS

OBS

OBS

DEP

DEP

HEA

HEA

BIZ

BIZ

ANG

ANG

CYN

CYN

ASP

ASP

TPA

TPA

LSE

LSE

SOD

SOD

FAM

FAM

WRK

WRK

TRT

TRT

88

21

75

14

66

9

80

22

80

23

61

5

68

10

60

14

46

6

56

9

79

17

67

16

95

19

77

21

76

15

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

10

Page 11: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 6 : Inhoudsschalen en hun componentenSchaal T-score Ruw

ANX - Angst 88 21 ANX

FRS - Vrees 75 14 FRSFRS1 - Gegeneraliseerde angst (100%) 82 8 FRS1FRS2 - Meervoudige angsten (100%) 58 6 FRS2

OBS - Obsessiviteit 66 9 OBS

DEP - Depressie 80 22 DEPDEP1 - Gebrek aan doorzettingsvermogen (100%) 76 7 DEP1DEP2 - Ongelukkig voelen (100%) 73 5 DEP2DEP3 - Zelfdepreciatie (100%) 72 4 DEP3DEP4 - Suïcidale ideatie (100%) 81 3 DEP4

HEA - Gezondheidsbezorgdheid 80 23 HEAHEA1 - Maag- en darmklachten (100%) 76 4 HEA1HEA2 - Neurologische klachten (100%) 67 6 HEA2HEA3 - Algemene gezondheidsklachten (100%) 83 6 HEA3

BIZ - Bizarre voorstellingen en gedachten 61 5 BIZBIZ1 - Psychotische symptomatologie (100%) 45 0 BIZ1BIZ2 - Schizotypische kenmerken (100%) 76 5 BIZ2

ANG - Boosheid 68 10 ANGANG1 - Explosief gedrag (100%) 72 4 ANG1ANG2 - Prikkelbaarheid (100%) 71 6 ANG2

CYN - Cynisme 60 14 CYNCYN1 - Pessimistische overtuigingen (100%) 51 8 CYN1CYN2 - Interpersoonlijke achterdocht (100%) 70 6 CYN2

ASP - Antisociale gedragingen 46 6 ASPASP1 - Antisociale attitudes (100%) 41 3 ASP1ASP2 - Antisociaal gedrag (100%) 73 3 ASP2

TPA - Type A 56 9 TPATPA1 - Ongeduld (100%) 53 3 TPA1TPA2 - Competitieve neiging (100%) 50 3 TPA2

LSE - Lage zelfwaardering 79 17 LSELSE1 - Twijfel aan zichzelf (100%) 78 9 LSE1LSE2 - Onderwerping (100%) 70 5 LSE2

SOD - Sociaal ongemak 67 16 SODSOD1 - Introversie (94%) 57 8 SOD1SOD2 - Verlegenheid (100%) 75 7 SOD2

FAM - Familiale problemen 95 19 FAMFAM1 - Familiale onenigheid (92%) 85 9 FAM1FAM2 - Vervreemding van de familie (100%) 84 4 FAM2

WRK - Aantasting van het arbeidsvermogen 77 21 WRK

TRT - Negatieve behandelingsindicatoren 76 15 TRTTRT1 - Geringe motivatie (100%) 75 7 TRT1TRT2 - Onvermogen tot openheid (100%) 75 4 TRT2

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

11

Page 12: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Grafiek 6 : Componenten van de inhoudsschalen

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

FRS1

FRS1

FRS2

FRS2

DEP1

DEP1

DEP2

DEP2

DEP3

DEP3

DEP4

DEP4

HEA1

HEA1

HEA2

HEA2

HEA3

HEA3

BIZ

1

BIZ

1

BIZ

2

BIZ

2

ANG

1

ANG

1

ANG

2

ANG

2

CYN

1

CYN

1

CYN

2

CYN

2

ASP

1

ASP

1

ASP

2

ASP

2

TPA1

TPA1

TPA2

TPA2

LSE1

LSE1

LSE2

LSE2

SOD1

SOD1

SOD2

SOD2

FAM1

FAM1

FAM2

FAM2

TRT1

TRT1

TRT2

TRT2

82

8

58

6

76

7

73

5

72

4

81

3

76

4

67

6

83

6

45

0

76

5

72

4

71

6

51

8

70

6

41

3

73

3

53

3

50

3

78

9

70

5

57

8

75

7

85

9

84

4

75

7

75

4

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

12

Page 13: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 7 : Supplementaire schalenSchaal T-score Ruw

A - Angst (100%) 79 30 AR - Verdringing (100%) 38 16 REs - Ik-sterkte (100%) 31 24 EsMAC_R - MacAndrew Alcoholisme (herzien) (100%) 63 23 MAC_RHo - Vijandigheid (100%) 70 33 HoO_H - Overgecontroleerde vijandigheid (100%) 42 13 O_HDo - Dominantie (100%) 44 14 DoRe - Sociale verantwoordelijkheid (100%) 33 16 ReMt - Slechte aanpassing aan de studie (100%) 78 30 MtGM - Mannelijk rolgedrag (100%) 24 14 GMGF - Vrouwelijk rolgedrag (100%) 39 33 GFPK - PTSD-K (Keane, Malloy & Fairbank) (98%) 93 33 PKMDS - Spanningen in het huwelijk (100%) 88 10 MDSAAS - Toegeven van verslaving (100%) 76 4 AASAPS - Potentieel tot verslaving (100%) 55 22 APSS - Superlatieve zelfpresentatie (98%) 27 15 SS1 - Vertrouwen in menselijke goedheid (100%) 40 5 S1S2 - Sereniteit (100%) 48 7 S2S3 - Tevredenheid met het bestaan (88%) 0 S3S4 - Geduld/ontkenning van geprikkeldheid en kwaadheid 43 3 S4

(100%)S5 - Ontkenning van morele zwakten (100%) 0 S5

Grafiek 7 : Supplementaire schalen

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

A

A

R

R

Es

Es

MAC_R

MAC_R

Ho

Ho

O_H

O_H

Do

Do

Re

Re

Mt

Mt

GM

GM

GF

GF

PK

PK

MDS

MDS

AAS

AAS

APS

APS

S

S

S1

S1

S2

S2

S3

S3

S4

S4

S5

S5

79

30

38

16

31

24

63

23

70

33

42

13

44

14

33

16

78

30

24

14

39

33

93

33

88

10

76

4

55

22

27

15

40

5

48

7

0

43

3

0

Let op : Deze schalen zijn niet gebaseerd op uniforme T-waarden.Onderling vergelijk is dus onbetrouwbaar.

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

13

Page 14: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 8 : PSY-5Schaal T-score Ruw

AGGR - Agressiviteit (100%) 57 8 AGGRPSYC - Psychoticisme (100%) 70 9 PSYCDISC - Ontremming (97%) 57 12 DISCNEGE - Negatieve emotionaliteit / neuroticisme (100%) 78 24 NEGEINTR - Introversie / lage positieve emotionaliteit (94%) 58 17 INTR

Grafiek 8 : PSY-5

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

AGGR

AGGR

PSYC

PSYC

DISC

DISC

NEGE

NEGE

INTR

INTR

57

8

70

9

57

12

78

24

58

17

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

14

Page 15: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Tabel 9 : SLGBSSchaal T-score Ruw Percentiel

ST - Stress (100%) 78 16 99,6 STLE - Lichamelijke expressie (100%) 81 15 99,5 LEGE - Geremdheid (100%) 65 10 92,9 GEBT - Betrekkingsideeën (100%) 75 4 98,4 BTSO - Sociabiliteit (92%) 53 7 67,7 SO

Grafiek 9 : SLGBS

30 30

40 40

50 50

60 60

70 70

80 80

90 90

100 100

110 110

120 120

T

Ruw

ST

ST

LE

LE

GE

GE

BT

BT

SO

SO

78

16

81

15

65

10

75

4

53

7

Tabel 10 : SLGBS - ruwSchaal Alternatief Ruw

STr - Stress - ruw (100%) 36 18 STrLEr - Lichamelijke expressie - ruw (100%) 30 15 LErGEr - Geremdheid - ruw (100%) 20 10 GErBTr - Betrekkingsideeën - ruw (100%) 8 4 BTrSOr - Sociabiliteit - ruw (92%) 17 8 SOr

De alternatieve (ruwe) scores voor de SLBGS-ruw schalen worden berekend door voor elk scorenditem 2 punten te tellen en voor elk open gelaten item 1 punt.Hierbij wordt geen rekening gehouden met een eventuele correctie voor Neurologisch RelevanteItems.

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

15

Page 16: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Kritieke items (Lachar-Wrobel)

Angst en spanning ( 7 / 11 items )15. (A) Ik werk onder grote spanning. (12,3% van de normgroep) (schalen D, Ma, D4, Ma2, ANX,

WRK, Mt)261. (N) Vergeleken met mijn vrienden heb ik heel weinig angsten. (53,1% van de normgroep) (schaal

Pd)299. (A) Ik kan mijn gedachten niet bij één ding houden. (21,3% van de normgroep) (schalen Sc, Sc3,

Sc4, ANX, WRK, Mt)301. (A) Ik voel me bijna altijd angstig voor iets of iemand. (5,2% van de normgroep) (schalen Pt,

ANX, A, NEGE, RC3 (CYN), RC7 (DNE))320. (A) Ik ben bang geweest voor dingen of mensen waarvan ik wist dat ze me geen kwaad konden

doen. (11,0% van de normgroep) (schalen Pt, Sc, Sc1, Sc5, RC7 (DNE))405. (N) Ik ben gewoonlijk kalm en raak niet gemakkelijk overstuur. (22,7% van de normgroep)

(schalen VRIN, ANX, Mt, NEGE, RC3 (CYN))463. (A) Verschillende keren per week heb ik het gevoel dat er iets vreselijks gaat gebeuren. (4,1%

van de normgroep) (schalen Fb, ANX, RC7 (DNE))

Depressiviteit en piekeren ( 11 / 16 items )3. (N) 's Morgens word ik meestal fris en uitgerust wakker. (38,5% van de normgroep) (schalen Hs,

Hy, Pt, Hy3, DEP, DEP1, Mt, PK)10. (N) Ik kan mijn werk nu ongeveer even goed doen als vroeger. (34,8% van de normgroep)

(schalen Hs, D, Hy, D4, Hy3, WRK, R, Mt, RC2 (LPE), LE)65. (A) Meestal voel ik me neerslachtig. (7,3% van de normgroep) (schalen TRIN, Hy, Pt, Sc, Hy3,

Sc2, Sc4, DEP, DEP2, A, PK, RCd (DEM))73. (A) Ik heb beslist te weinig zelfvertrouwen. (40,5% van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN, D,

Pt, D1, D4, LSE, WRK, LSE1, Mt, RCd (DEM))75. (N) Meestal heb ik het gevoel dat het leven de moeite waard is. (6,0% van de normgroep)

(schalen D, D1, D4, D5, DEP, DEP1, PK, INTR, RC2 (LPE))130. (A) Ik voel me soms echt nutteloos. (24,7% van de normgroep) (schalen D, Pt, D1, D5, DEP,

LSE, DEP3, LSE1, Mt, RCd (DEM))150. (A) Soms heb ik het gevoel dat ik mezelf of een ander moet verwonden. (0,9% van de

normgroep) (schalen F, PK)273. (A) Meestal is het leven voor mij een zware last. (11,7% van de normgroep) (schalen Pt, Sc, Sc2,

Sc4, ANX, A, Mt, RCd (DEM))339. (A) Ik heb soms het gevoel gehad dat de moeilijkheden zich zo opstapelden dat ik ze niet meer

aankon. (36,8% van de normgroep) (schalen ANX, WRK, A, Mt, PK, RCd (DEM))411. (A) Soms denk ik dat ik nergens voor deug. (16,5% van de normgroep) (schalen VRIN, DEP,

LSE, DEP3, LSE1, A, Mt, RCd (DEM))415. (A) Ik pieker nogal over mogelijke tegenslagen. (35,3% van de normgroep) (schalen VRIN, ANX,

A, NEGE, RC3 (CYN))

Slaapstoornissen ( 6 / 6 items )5. (A) Bij het minste geluid word ik wakker. (32,5% van de normgroep) (schalen D, LE)

30. (A) Een paar keer per week heb ik nachtmerries. (5,9% van de normgroep) (schalen F, ANX, PK,LE)

39. (A) Mijn slaap is onregelmatig en gestoord. (20,8% van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN, Hs,D, Hy, D1, Hy3, ANX, PK, LE)

140. (N) Meestal ga ik slapen zonder dat gedachten of ideeën mij hinderen. (38,7% van denormgroep) (schalen TRIN, D, Pt, D1, ANX, Mt, PK)

328. (A) Soms gaat er een onbelangrijke gedachte door mijn hoofd die mij dagen hindert. (21,7% vande normgroep) (schalen Pt, Si3, OBS, A, PK, RC7 (DNE))

471. (A) Ik ben dikwijls bang geweest midden in de nacht. (17,6% van de normgroep) (schalen FRS,FRS1, O_H, RC7 (DNE))

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

16

Page 17: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Kritieke items (Lachar-Wrobel) (vervolg)

Afwijkende opvattingen ( 4 / 15 items )106. (N) Mijn manier van spreken is nog altijd dezelfde (niet vlugger of langzamer, niet onduidelijker of

heser). (15,3% van de normgroep) (schalen Sc, Ma, Si, Sc6, Ma2, RC1 (SOM))144. (A) Ik geloof dat ik achtervolgd word. (0,5% van de normgroep) (schalen F, Pa, Pa1, PSYC, BT,

RC6 (BET))259. (A) Ik ben er zeker van dat er over me geroddeld wordt. (48,5% van de normgroep) (schalen Pd,

Pa, Pd4, Pa1, BIZ, BIZ2, Ho, PSYC, ST, RC6 (BET))466. (A) Soms ben ik er zeker van dat andere mensen weten wat ik denk. (18,5% van de normgroep)

(schalen BIZ, BIZ2, Ho, PSYC, RC8 (AER))

Afwijkende gedachten en ervaringen ( 3 / 10 items )122. (A) Soms gingen mijn gedachten veel vlugger dan ik ze kon uitspreken. (76,7% van de

normgroep) (schalen Mf, Ma, Ma2, ST, RC9 (HPA))307. (A) Soms hoor ik zo goed dat ik er last van heb. (12,4% van de normgroep) (schalen Pa, Sc,

Pa2, Sc6, RC8 (AER))319. (A) Ik hoor vreemde dingen als ik alleen ben. (6,7% van de normgroep) (schalen Fb, Sc, Sc6,

BIZ, BIZ2, PK, PSYC, BT, RC8 (AER))

Misbruik van middelen ( 2 / 3 items )168. (A) Er zijn periodes geweest waarin ik dingen deed, zonder dat ik later nog wist wat ik gedaan

had. (11,5% van de normgroep) (schalen F, Sc, Ma, Sc5, Sc6, MAC_R, PK, APS, RC8(AER))

264. (A) Ik heb buitengewoon veel alcohol gebruikt. (3,9% van de normgroep) (schalen F, Pd, Pd5,AAS, RC4 (ASG))

Antisociale attitude ( 2 / 9 items )35. (A) Toen ik jong was, heb ik soms dingen gestolen. (22,4% van de normgroep) (schalen Pd, Sc,

Pd2, ASP, ASP2, DISC, RC4 (ASG))105. (A) Op school werd ik soms naar de directeur gestuurd wegens slecht gedrag. (20,1% van de

normgroep) (schalen Pd, Pd2, ASP, ASP2, MAC_R, DISC, RC4 (ASG))

Familiale conflicten ( 3 / 4 items )21. (A) Er zijn ogenblikken geweest waarop ik erg veel zin had om thuis weg te gaan. (29,7% van de

normgroep) (schalen Pd, Sc, Ma, Pd1, Sc1, FAM, FAM1, MDS, ST, RC4 (ASG))83. (N) Ik heb zelden ruzie met mijn familieleden. (15,5% van de normgroep) (schalen Pd, Pd1,

FAM, FAM1, MDS, RC4 (ASG))125. (N) Ik geloof dat ik het thuis net zo aangenaam heb als de meeste mensen die ik ken. (10,3%

van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN, Hy, Pd, Hy3, Pd1, FAM, PK, MDS, ST)

Problematische boosheid ( 1 / 4 items )85. (A) Soms heb ik een sterke drang iets schadelijks of schokkends te doen. (6,6% van de

normgroep) (schalen Sc, Ma, Sc5, Ma2, PK, AGGR, ST)

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

17

Page 18: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Kritieke items (Lachar-Wrobel) (vervolg)

Seksuele bezorgdheid en stoornissen ( 4 / 6 items )12. (N) Mijn seksueel leven is bevredigend. (27,2% van de normgroep) (schalen F, Pd, Sc, Pd4,

MDS)34. (N) Ik ben nooit in moeilijkheden geraakt door mijn seksuele gedrag. (19,9% van de normgroep)

(schalen Pd, Sc, Pd2, DISC, RC4 (ASG))121. (N) Ik heb me nooit ingelaten met ongewone seksuele praktijken. (9,2% van de normgroep)

(schaal DISC)166. (A) Ik maak me zorgen over seks. (14,7% van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN, Hy, Sc,

NEGE, ST, RC3 (CYN))

Somatische symptomen ( 16 / 23 items )28. (A) Mijn maag is meerdere keren per week van streek. (7,8% van de normgroep) (schalen VRIN,

Hs, HEA, Mt, RC1 (SOM))33. (N) Ik maak me zelden zorgen over mijn gezondheid. (48,1% van de normgroep) (schalen D, Pt,

HEA, HEA3)40. (A) Mijn hoofd lijkt meestal overal pijn te doen. (9,1% van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN,

Hy, Hy4, HEA, LE, RC1 (SOM))47. (N) Ik maak me bijna nooit zorgen over pijn in de hartstreek of in de borst. (41,6% van de

normgroep) (schalen Hs, Hy, Hy4, HEA, HEA1, RC1 (SOM), LE)57. (N) Ik voel bijna nooit pijn in mijn nek. (46,9% van de normgroep) (schalen Hs, HEA, RC1

(SOM))59. (A) Om de paar dagen of vaker heb ik last van een onaangenaam gevoel in mijn maag. (10,5%

van de normgroep) (schalen Hs, HEA, HEA1, PK, LE)101. (A) Dikwijls heb ik het gevoel alsof er een strakke band om mijn hoofd zit. (12,6% van de

normgroep) (schalen Hs, Hy, Hy4, HEA, HEA2, PK, LE, RC1 (SOM))111. (A) Ik heb veel last van mijn maag. (7,3% van de normgroep) (schalen Hs, HEA, HEA1, LE, RC1

(SOM))142. (N) Ik heb nooit een aanval of stuipen gehad. (8,9% van de normgroep) (schalen D, D3, HEA,

HEA2, R)159. (N) Ik ben nooit flauwgevallen. (47,6% van de normgroep) (schalen Hy, Hy4, HEA, HEA2)164. (N) Ik heb zelden of nooit aanvallen van duizeligheid. (29,3% van de normgroep) (schalen Hs,

Hy, Hy4, HEA, HEA2, Re, RC1 (SOM), LE)175. (A) Ik voel me dikwijls helemaal slap. (10,8% van de normgroep) (schalen Hs, D, Hy, Pt, D1, D3,

Hy3, HEA, HEA3)176. (N) Ik heb zelden hoofdpijn. (39,4% van de normgroep) (schalen Hs, Hy, Hy4, HEA, RC1 (SOM),

LE)224. (N) Ik heb zelden of nooit pijn. (35,8% van de normgroep) (schalen Hs, Hy, Hy4, HEA, HEA3,

RC1 (SOM), LE)229. (A) Ik heb aanvallen gehad waardoor mijn bezigheden werden onderbroken en ik niet wist wat er

om mij heen gebeurde. (4,4% van de normgroep) (schalen Sc, Ma, Sc6, MAC_R, RC8(AER))

464. (A) Een groot gedeelte van de tijd voel ik me moe. (26,6% van de normgroep) (schalen WRK, A,Mt, RCd (DEM))

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

18

Page 19: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Kritieke items (Koss-Butcher)

Acute angsttoestanden ( 13 / 17 Items )3. (N) 's Morgens word ik meestal fris en uitgerust wakker. (38,5% van de normgroep) (schalen Hs,

Hy, Pt, Hy3, DEP, DEP1, Mt, PK)5. (A) Bij het minste geluid word ik wakker. (32,5% van de normgroep) (schalen D, LE)

10. (N) Ik kan mijn werk nu ongeveer even goed doen als vroeger. (34,8% van de normgroep)(schalen Hs, D, Hy, D4, Hy3, WRK, R, Mt, RC2 (LPE), LE)

15. (A) Ik werk onder grote spanning. (12,3% van de normgroep) (schalen D, Ma, D4, Ma2, ANX,WRK, Mt)

28. (A) Mijn maag is meerdere keren per week van streek. (7,8% van de normgroep) (schalen VRIN,Hs, HEA, Mt, RC1 (SOM))

39. (A) Mijn slaap is onregelmatig en gestoord. (20,8% van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN, Hs,D, Hy, D1, Hy3, ANX, PK, LE)

59. (A) Om de paar dagen of vaker heb ik last van een onaangenaam gevoel in mijn maag. (10,5%van de normgroep) (schalen Hs, HEA, HEA1, PK, LE)

140. (N) Meestal ga ik slapen zonder dat gedachten of ideeën mij hinderen. (38,7% van denormgroep) (schalen TRIN, D, Pt, D1, ANX, Mt, PK)

208. (N) Ik voel zelden mijn hart kloppen en ben zelden kortademig. (33,0% van de normgroep)(schalen Hs, Hy, Hy4, ANX, RC1 (SOM))

301. (A) Ik voel me bijna altijd angstig voor iets of iemand. (5,2% van de normgroep) (schalen Pt,ANX, A, NEGE, RC3 (CYN), RC7 (DNE))

444. (A) Ik ben een lichtgeraakt iemand. (24,7% van de normgroep) (schalen NEGE, RC3 (CYN))463. (A) Verschillende keren per week heb ik het gevoel dat er iets vreselijks gaat gebeuren. (4,1%

van de normgroep) (schalen Fb, ANX, RC7 (DNE))469. (A) Soms heb ik het gevoel dat ik op instorten sta. (25,8% van de normgroep) (schalen ANX, A,

Mt, RCd (DEM))

Dreiging ( 2 / 5 items )37. (A) Soms heb ik zin om iets kapot te slaan. (27,4% van de normgroep) (schalen ANG, ANG1,

PK, NEGE, ST, RC3 (CYN), RC7 (DNE))85. (A) Soms heb ik een sterke drang iets schadelijks of schokkends te doen. (6,6% van de

normgroep) (schalen Sc, Ma, Sc5, Ma2, PK, AGGR, ST)

Mentale verwarring ( 4 / 11 items )31. (A) Ik vind het moeilijk om mijn gedachten bij een taak of werk te houden. (15,1% van de

normgroep) (schalen VRIN, D, Hy, Pd, Pt, Sc, Si, D1, D4, Hy3, Pd5, Sc3, Sc4, Si3, ANX,WRK, A, Mt, PK, RCd (DEM))

299. (A) Ik kan mijn gedachten niet bij één ding houden. (21,3% van de normgroep) (schalen Sc, Sc3,Sc4, ANX, WRK, Mt)

311. (A) Ik heb dikwijls het gevoel alsof dingen niet echt zijn. (8,9% van de normgroep) (schalen Fb,Sc, Sc3, Sc6, BIZ, BIZ2, A, RC8 (AER))

325. (A) Ik heb meer problemen om me te concentreren dan anderen schijnen te hebben. (16,5% vande normgroep) (schalen Pt, Sc, Sc3, Sc4, A, Mt)

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

19

Page 20: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Kritieke items (Koss-Butcher) (vervolg)

Depressieve suïcidale ideatie ( 15 / 22 items )38. (A) Ik heb perioden (dagen, weken of maanden) gehad dat ik niets deed omdat ik niet op gang

kon komen. (34,1% van de normgroep) (schalen D, Pt, Sc, D1, D2, D4, D5, Sc4, DEP, DEP1,A, Mt, INTR, ST)

65. (A) Meestal voel ik me neerslachtig. (7,3% van de normgroep) (schalen TRIN, Hy, Pt, Sc, Hy3,Sc2, Sc4, DEP, DEP2, A, PK, RCd (DEM))

71. (A) Ik vind het tegenwoordig moeilijk de hoop niet op te geven ooit iets te bereiken. (23,6% vande normgroep) (schalen Pd, Pd5, DEP, DEP1, Mt)

75. (N) Meestal heb ik het gevoel dat het leven de moeite waard is. (6,0% van de normgroep)(schalen D, D1, D4, D5, DEP, DEP1, PK, INTR, RC2 (LPE))

95. (N) Meestal voel ik me gelukkig. (9,6% van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN, D, Hy, Pd, Pa,D1, D5, Hy3, Pd5, DEP, DEP2, Mt, PK, MDS, INTR, RCd (DEM))

130. (A) Ik voel me soms echt nutteloos. (24,7% van de normgroep) (schalen D, Pt, D1, D5, DEP,LSE, DEP3, LSE1, Mt, RCd (DEM))

215. (A) Ik pieker veel. (43,9% van de normgroep) (schalen D, Si, D1, D5, DEP, DEP2, A, Mt, RCd(DEM))

233. (A) Ik heb er moeite mee om aan iets te beginnen. (27,9% van de normgroep) (schalen D, Sc,D1, D2, D4, Sc4, WRK, A, Mt, INTR, RCd (DEM))

273. (A) Meestal is het leven voor mij een zware last. (11,7% van de normgroep) (schalen Pt, Sc, Sc2,Sc4, ANX, A, Mt, RCd (DEM))

306. (A) Niemand trekt zich veel aan van wat er met je gebeurt. (22,4% van de normgroep) (schalenF, DEP, TRT, Ho)

388. (N) Ik heb uiterst zelden buien van neerslachtigheid. (34,3% van de normgroep) (schalen DEP,DEP2, A, RCd (DEM))

411. (A) Soms denk ik dat ik nergens voor deug. (16,5% van de normgroep) (schalen VRIN, DEP,LSE, DEP3, LSE1, A, Mt, RCd (DEM))

485. (A) Ik heb dikwijls het gevoel dat ik niet zo goed ben als anderen. (24,2% van de normgroep)(schalen VRIN, LSE, LSE1, RCd (DEM))

506. (A) Ik heb onlangs overwogen om een eind aan mijn leven te maken. (3,0% van de normgroep)(schalen VRIN, Fb, DEP, DEP4, MAC_R)

520. (A) De laatste tijd heb ik veel aan zelfmoord gedacht. (2,1% van de normgroep) (schalen VRIN,Fb, DEP, DEP4)

Situationele stress als gevolg van alcoholisme (3 / 7 items )125. (N) Ik geloof dat ik het thuis net zo aangenaam heb als de meeste mensen die ik ken. (10,3%

van de normgroep) (schalen TRIN, VRIN, Hy, Pd, Hy3, Pd1, FAM, PK, MDS, ST)264. (A) Ik heb buitengewoon veel alcohol gebruikt. (3,9% van de normgroep) (schalen F, Pd, Pd5,

AAS, RC4 (ASG))487. (A) Ik heb genoten van marihuana. (3,7% van de normgroep) (schalen AAS, RC4 (ASG))

Achtervolgingsideeën ( 6 / 16 items )124. (A) Ik vraag me vaak af welke verborgen bedoeling iemand kan hebben wanneer hij/zij iets

aardigs voor me doet. (21,3% van de normgroep) (schalen CYN, CYN2, Ho)144. (A) Ik geloof dat ik achtervolgd word. (0,5% van de normgroep) (schalen F, Pa, Pa1, PSYC, BT,

RC6 (BET))145. (A) Ik vind dat ik dikwijls zonder reden werd gestraft. (12,1% van de normgroep) (schalen Pa, Sc,

Ma, Pa1, Sc1, Ma4, FAM, Ho, RC6 (BET))241. (A) Het is veiliger niemand te vertrouwen. (22,7% van de normgroep) (schalen CYN, CYN1, Ho,

PSYC)251. (A) Ik heb vaak het gevoel gehad dat vreemden mij kritisch bekeken. (42,1% van de normgroep)

(schalen Mf, Si, A, Ho, RC7 (DNE))259. (A) Ik ben er zeker van dat er over me geroddeld wordt. (48,5% van de normgroep) (schalen Pd,

Pa, Pd4, Pa1, BIZ, BIZ2, Ho, PSYC, ST, RC6 (BET))

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

20

Page 21: MMPI-2 met Nijmegen Rapport

PEN: 94000 A. no Niem

Niet beantwoorde items17. Ik heb het beslist hard te verduren in het leven. (Accoord: schalen Pd, Pa, Sc, Pd4, Pa1, Sc1,

WRK, PK)126. Ik vind dat de wet gehandhaafd moet worden. (Niet Accoord: schalen F, Fp, DISC)180. Er is iets met mijn verstand niet in orde. (Accoord: schalen F, Sc, Sc3, RCd (DEM))276. Ik houd van mijn moeder, of (indien ze overleden is) ik hield van mijn moeder. (Niet Accoord:

schalen F, Fp, Sc, Sc1)340. Ik ga graag dansen. (Accoord: schaal SO); (Niet Accoord: schalen Si, Si2, SOD, SOD1,

INTR)379. Ik kreeg als kind veel slaag. (Accoord: schalen FAM, RC4 (ASG))410. Het ergert me zo wanneer iemand in een rij probeert voor te kruipen dat ik die persoon

erover aanspreek. (Accoord: schaal ANG)478. Ik haat mijn hele gezin. (Accoord: schalen Fb, Fp, FAM, FAM1)517. Ik vind het moeilijk om een job te houden. (Accoord: schalen Fb, WRK, INTR)560. Ik ben tevreden met wat ik verdien. (Accoord: schalen TRIN, S, S3)

Gescoorde itemparen TRIN209. (A) Ik praat graag over seks.351. (A) Ik word in verlegenheid gebracht door vieze moppen.

Gescoorde itemparen VRIN6. (A) Mijn vader is een goed mens, of (indien hij overleden is) was een goed mens.

90. (N) Ik houd van mijn vader, of (als vader overleden is) ik hield van mijn vader.

166. (A) Ik maak me zorgen over seks.268. (N) Ik wou dat ik geen last had van gedachten over seks.

199. (A) Ik houd van wetenschap (natuurkunde, scheikunde, plant- en dierkunde, enz.).467. (N) Ik lees graag iets over wetenschap.

353. (N) Ik geniet van bijeenkomsten, enkel en alleen om onder mensen te zijn.370. (A) Ik houd van feestjes en gezellige bijeenkomsten.

© PEN Psychodiagnostics 2006Postbus 6537,

6503 GA Nijmegen NLT: 0481 465 565F: 0481 465 867

W: http://www.eqiq.nlE: [email protected]

MMPI-2 voor Windows Versie 2.0.10 ISBN 90-805706-3-XSchaeks, H.M.J.; Bögels, Th.J.P.M.; Derksen, J.J.L. & De Mey, H.R.A.

Informatie over interpretatieworkshops: 0481-465 565

MMPI®-2: PEN Psychodiagnostics 2006 (2.0.15)

21