MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen · gesteld die in de loop van 2015 bekend...
Transcript of MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen · gesteld die in de loop van 2015 bekend...
MJA-Sectorrapport 2014
Frisdranken, Waters en Sappen
Colofon
Projectnaam: MJA-monitoring 2014
Sector: Frisdranken, Waters en Sappen
Datum: 17 juni 2015
Status: Definitief
Kenmerk: 1235678/TDL/158002
Locatie: Utrecht
Contactpersoon: Tobias de Ligt
Ondersteunend adviesbureau: ARCADIS Nederland BV
Databaseversie d.d.: 00-01-1900 00:00
Inhoud
Hoofdstuk 1. Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler.......................................................... 4
Hoofdstuk 6. Tabellen .......................................................................... 6
I
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens Frisdranken, Waters en Sappen
Aantal MJA-deelnemers in 2014 9
Aantal beschouwde bedrijven voor 2014 in dit rapport 9
Aantal toetreders in 2014 0
Aantal uittreders in 2014 0
Werkelijk energieverbruik 2014 (TJ) 1.251
Effecten van maatregelen 2014 t.o.v. 2013 2014 t.o.v. 2005
Procesefficiencyverbetering 1,6% 11,7%
Besparing in de keten [TJ] -68,5 110,6
Duurzame energie [TJ] -56,4 278,3
Resultaten
Energieverbruik
Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 1.251 TJ in 2014. Dit is ongeveer
2,2% lager dan in 2013. Deze daling is het gevolg van de daling van het productievolume met
4,3% en het uitvoeren van besparingsmaatregelen. De afgelopen vijf jaar schommelt het
energiegebruik rond de 1.300 TJ.
Uitvoering van het meerjarenplan van de sector
In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot
een jaarlijkse besparing van 176,0 TJ leiden. Na twee jaar bedraagt het jaarlijkse effect van
maatregelen 28,9 TJ. Hiermee is 16,4% van de MJP-doelstelling gerealiseerd.
De energiebesparing door procesefficiency ligt op koers met 62% van de MJP-doelstelling. De
energiebesparing door ketenefficiency ligt niet op koers met de MJP-doelstelling. In vergelij-
king met 2012 is de besparing in de keten dit jaar afgenomen. Op het gebied van duurzame
energie zijn in het MJP geen maatregelen gepland. De inkoop van duurzame energie is ten op-
zichte van 2013 afgenomen met ruim 56 TJ en ten opzichte van 2012 afgenomen met 8 TJ.
Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen in 2014 hebben een besparing van 20,2 TJ opgeleverd. De belangrijkste
procesmaatregelen zijn:
Optimaliseren gebouwbeheerssysteem;
LED verlichting installeren;
Tijdig afschakelen apparaten.
Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen hebben in 2014 een totale besparing van 110,6 TJ opgeleverd. De belang-
rijkste ketenmaatregelen zijn:
Besparing in keten i.v.m. lichtere flessen;
Verhoging percentage gerecycled PET;
Extern magazijn vervangen door magazijn op locatie.
II
Inzet duurzame energie
De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 278,3 TJ in 2014. De belangrijkste
duurzame-energiemaatregel is:
Inkoop groene stroom.
Vooruitblik
Algemene ontwikkeling
Voor drankenproducenten blijft de economische situatie in Nederland ongunstig en dreigt zelfs
nog verder te dalen. Mede door de huidige economische crisis heeft de Nederlandse drank-
markt (en algehele levensmiddelenindustrie) meer last van lagere accijnzen in Duitsland en
België. Consumenten die in de grensstreken wonen, kopen hun producten vaker over de grens.
Bovendien zijn meer consumenten leidingwater gaan drinken als vervanging voor andere dran-
ken.
Van de frisdranken die in Nederland worden genuttigd is ongeveer 1/3 laagcalorisch. Met uit-
zondering van mineraal- en bronwater laten de dranken uit het segment van de FWS-leden
een daling zien. Bij elkaar zorgt dit voor een dalende trend van het FWS-producttotaal.
Daling producttotaal van invloed op energieverbruik
Het lagere productievolume heeft op twee manieren invloed op het energiegebruik van bedrij-
ven. Doordat er minder wordt geproduceerd is er in totaal minder energie nodig, maar doordat
er minder wordt geproduceerd, daalt gelijktijdig de efficiëntie in de productie. Bij een verlaagd
productievolume moeten de vaste verbruiken verdeeld moeten worden over minder eenheden,
dat leidt tot een hoger verbruik per eenheid.
Tevens heeft de consumentenvraag naar dranken in verpakkingen van een kleiner formaat ook
een energie-efficiëntieverlies tot gevolg. Er zijn namelijk meer handelingen nodig per hectoliter
dan bij grote verpakkingen. De Nederlandse weersomstandigheden in 2014 hadden echter een
positieve invloed op het energiegebruik. Dit was voornamelijk te danken aan de zachte winter.
Ketenimpact
Zoals uit een voorstudie van de ketenkaart blijkt, is er wat betreft energie-efficiency en uit-
stoot van broeikasgassen veel winst te behalen in de keten. De eenvoudig uit te voeren maat-
regelen op de productielocaties zijn vaak al genomen (echte kenteringen kunnen vooral wor-
den veroorzaakt door doorbraaktechnologieën).
Een factor die veel invloed heeft op ketenimpact is transport. Voor het transport wordt er vaak
gebruik gemaakt van LZV’s. Dit zijn extra lange zware vrachtautocombinaties. Deze zijn een
stuk efficiënter dan de normale vrachtauto’s.
In de keten van PET zijn in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen (2013-2022)
invloedrijke afspraken gemaakt met betrekking tot R-PET. R-PET staat voor gerecycled PET. R-
PET materiaal in flessen heeft een lager energieverbruik dan virgin materiaal. FWS heeft zich-
zelf in een brancheverduurzamingsplan “Hoogst Haalbare doelen R-PET” ambitieuze doelen
gesteld die in de loop van 2015 bekend zullen worden.
Een van de grote invloeden in de keten (waar FWS-leden overigens geen invloed op kunnen
uitoefenen) is het vervoer van en naar de supermarkt. Er lijkt zich een trend te vormen naar
III
kopen via internet. Een van de supermarktketens in Nederland speelt daarop in door het ope-
nen van zogenaamde pick-up points. Op deze afhaalpunten staat het vooraf bestelde pakket
met producten klaar voor de consument. Het moet nog blijken wat voor een klimaatimpact
deze ontwikkeling op de keten heeft.
Convenantactiviteiten
Naast de maatregelen beschreven in de Energy Efficiency Plans van deelnemende bedrijven
zijn er door de sector twee sectorbrede ideeën voorgesteld.
1. Benchmark/monitoring energie en water efficiëntie.
Het eerste idee is het opzetten van een monitoring van energie en water efficiency per produc-
tie-eenheid. Bedrijven willen van elkaar weten of ze ongeveer een gelijke efficiency behalen en
vervolgens eventueel ervaringen uitwisselen. De Rijksdienst van Ondernemend Nederland
(RVO) kan bij het opzetten van de monitoring ondersteuning bieden. Verwacht wordt dat voor-
al de FWS-leden met een enkele productielocatie hier baat bij hebben. Mogelijk kan de FWS bij
een gebruikersgroep aansluiten die ruim ervaring heeft bij de opzet van een dergelijke monito-
ring.
2. Forum voor KAM-managers.
Een tweede idee is het opzetten van een forum waar bedrijven ervaringen en ideeën kunnen
uitwisselen. Een van de MJA3 bedrijven had hier in het verleden positieve ervaring mee. De
grotere bedrijven denken hier niet veel van te zullen leren maar willen dit doen ter ondersteu-
ning van de kleinere leden. Ook bij de uitwerking van dit idee kan de RVO mogelijk steun bie-
den.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen | Pagina 1 van 7
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant.
De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:
De ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009.
De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar.
De spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector.
De ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle
relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de
methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl. De cijfers
van voorgaande jaren kunnen afwijken van de cijfers gerapporteerd in eerdere sector rappor-
ten. Doordat bedrijven na het verschijnen van deze rapportages door voortschrijdend inzicht
energie-(besparing)cijfers hebben aangepast in het elektronisch milieujaarverslag (e-MJV), zijn
ook de geaggregeerde cijfers in het huidige sectorrapport gewijzigd. Deze wijzigingen hebben
echter geen invloed op de conclusies van voorgaande verslagjaren. Indien deze wijzigingen wel
een significante invloed hebben, dan is dit expliciet in de rapportage vermeld.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien.
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
En
erg
iev
erb
ruik
[T
J p
rim
air
]
Jaarlijks primaire-energieverbruik
Elektriciteitsverbruik Aardgasverbruik Verbruik overige brandstoffen Warmteverbruik
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen | Pagina 2 van 7
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het relatie-
ve energieverbruik wordt minder). Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveel-
heid) is verhogend (meer energieverbruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere produc-
tie. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de sector
heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig jaar of
gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan
uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is
besparend wanneer het berekende energieverbruik in het monitoringjaar (de optelsom van de
eerste vier posten in de grafiek) hoger is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost is
ontsparend wanneer het berekende energieverbruik lager is dan het werkelijke energiever-
bruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is ver-
klaard.
Het energieverbruik van de sector is tussen 2013 en 2014 gedaald (-28 TJ). De verlaging van
het energieverbruik wordt deels verklaard door het uitvoeren van besparende PE-maatregelen
(-20 TJ) en verminderde productie (- 53 TJ). Overige invloedsfactoren werkte daarentegen
ontsparend (+11 TJ), zodat het onverklaarde deel (ontsparend) van het verschil op +35 TJ
blijft steken. Het onverklaarde deel is gelijk aan 2,8% van het totaalverbruik. Met andere
woorden, meer dan 97% van het totale energieverbruik van de sector in 2014 is onderbouwd
met de gerapporteerde factoren van alle bedrijven samen.
En
erg
iev
erb
ruik
20
13
1.2
78,7
PE
-ma
atr
eg
ele
n(b
esp
are
nd
)-
20,2
Vo
lum
e-e
ffe
ct
(ve
rla
ge
nd
)-
53,3
Ov
eri
ge
inv
loe
ds
fac
tore
n(o
nts
pa
ren
d)
10,6
On
ve
rkla
ard
(on
tsp
are
nd
)34
,8
En
erg
iev
erb
ruik
2014
1.2
50,6
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
En
erg
ie [
TJ
pri
ma
ir]
Verklaring verandering energieverbruik 2014 t.o.v. 2013
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen | Pagina 3 van 7
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEP-
maatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde
EEP-periode. De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2016 op basis van zekere en voor-
waardelijke maatregelen.
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Keteneffici-
ency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen
product1. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwek-
king. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek
op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012.
In hoofdstuk 6 op pagina 7 is in de grafiek het verloop van de cumulatieve geplande en gerea-
liseerde besparing in PJ per jaar in MJP periode 2013-2016 te zien.
1 Bij ketenprojecten wordt een onderscheid gemaakt tussen maatregelen in de productieketen (de grondstof- en pro-ductiefase) en de productketen (bij de eindgebruiker). Alleen besparingen in de productieketen in Nederland tellen mee in de berekening van de energie-efficiency in de keten.
0,0%
2,0%
4,0%
6,0%
8,0%
10,0%
12,0%
14,0%
16,0%
2013 2014 2015 2016
Aan
deel
van
en
erg
iev
erb
ruik
Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling
Doelstelling Resultaat
-2,0%
-1,0%
0,0%
1,0%
2,0%
3,0%
4,0%
5,0%
6,0%
2013 2014 2015 2016
Aa
nd
eel
va
n e
ne
rgie
ve
rbru
ik
Voortschrijdend resultaat per pijler
Procesefficiency Ketenefficiency Duurzame energie
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen | Pagina 4 van 7
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat
alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze re-
sultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.
Procesmaatregelen in 2014 hebben een besparing van 20,2 TJ opgeleverd. De belangrijkste
procesmaatregelen zijn:
Optimaliseren gebouwbeheerssysteem;
LED verlichting installeren;
Tijdig afschakelen apparaten.
Ketenmaatregelen hebben in 2014 een totale besparing van 110,6 TJ opgeleverd. De belang-
rijkste ketenmaatregelen zijn:
Besparing in keten i.v.m. lichtere flessen;
Verhoging percentage gerecycled PET;
Extern magazijn vervangen door magazijn op locatie.
0,0%
2,0%
4,0%
6,0%
8,0%
10,0%
12,0%
14,0%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
PE
-be
sp
ari
ng
PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2006)
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
KE
-be
sp
ari
ng
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005)
Productieketen Productketen
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen | Pagina 5 van 7
De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 278,3 TJ in 2014. De belangrijkste
duurzame-energiemaatregel is:
Inkoop groene stroom.
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
30,0%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Aan
deel
DE
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005)
Inkoop Opwekking
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen | Pagina 6 van 7
Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energiever-
bruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009.
De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen
op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandig-
heden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per
jaar.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ] 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Werkelijk energieverbruik 1.224 1.251 1.301 1.300 1.279 1.251
Besparing door PE-maatregelen 22 27 23 24 43 20
KE-besparing in de productieketen 4 149 260 137 179 110
KE-besparing in de productketen 0 0 0 0 0 0
Inkoop van duurzame energie 0 238 248 286 335 278
Opwekking van duurzame energie 0 0 0 0 0 0 Toelichting bij de tabel:
De MJA rekenmethodiek Energie-efficiency stelt dat procesmaatregelen éénmaal worden gerapporteerd (in het jaar
van ingebruikname). Ketenprojecten en inzet duurzame energie worden jaarlijks gerapporteerd, zolang ze actief zijn.
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2014.
Categorie Subcategorie
Effect [TJ] ten opzichte van 2012
Verwacht eindresultaat in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar
Procesefficiency
Procesmaatregelen 41,0 11,7
Installaties en gebouwen 50,0 28,5
Energiezorg en gedragsmaatregelen 14,0 23,4
Strategische projecten 0,0 0,0
Subtotaal procesefficiency 103,0 63,6
Ketenefficiency
Maatregelen in de productieketen 54,0 -26,7
Maatregelen in de productketen 19,0 0,0
Subtotaal ketenefficiency 73,0 -26,7
Duurzame energie
Inkoop van duurzame energie 0,0 -8,1
Opwekking van duurzame energie 0,0 0,0
Subtotaal duurzame energie 0,0 -8,1
Totaal 176,0 28,9 Toelichting bij de tabel:
De MJA rekenmethodiek Energie-efficiency stelt dat procesmaatregelen éénmaal worden gerapporteerd (in het jaar van
ingebruikname). Ketenprojecten en inzet duurzame energie worden jaarlijks gerapporteerd, zolang ze actief zijn.
Dit heeft gevolgen voor de spiegeling t.o.v. het MJP. Het resultaat voor ketenefficiency en inzet duurzame energie is het
resultaat in 2014, verminderd met het resultaat in het jaar 2012, immers het jaar voorafgaand aan de EEP periode. Hier-
door kunnen negatieve waarden voorkomen. Op die manier is een transparante vergelijking met het MJP mogelijk.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen | Pagina 7 van 7
In onderste grafiek is de cumulatieve geplande en gerealiseerde absolute besparing in de MJP
periode 2013-2016 weergegeven. De geplande besparing is de som van alle zekere en voor-
waardelijke maatregelen, de gerealiseerde besparing is de som van uitgevoerde zekere, voor-
waardelijke, onzekere, aanvullende en langlopende (uit vorige EEP-perioden) KE- en DE-
maatregelen.
De laatste tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2014 in het sectorrap-
port verwerkt. In de vierde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2014 in dit
rapport zijn meegenomen.
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders.
Bedrijfsnaam Inrichting Vestigingsplaats Meegenomen in 2014?
Coca Cola Enterprices Neder-land BV
Coca Cola Enterprices Nederland BV Dongen Ja
DIS BV DIS BV Sittard Ja
Hero Nederland BV Hero Nederland BV Breda Ja
Refresco Benelux Refresco Benelux BV Maarheeze Ja
Refresco Benelux BV Bodegraven Ja
Schiffers Food BV Hoensbroek Ja
United Soft Drinks BV United Soft Drinks Goor Ja
United Softdrinks Utrecht Ja
Vrumona Vrumona B.V. Bunnik Ja
***
40 43
72 64 89
103
53 42
72
-27
72
72
0
48
0
-8
0
0
-50
0
50
100
150
200
Gepland Realisatie Gepland Realisatie Gepland Realisatie Gepland Realisatie
2013 2014 2015 2016
DE
KE
PE
Cumulatieve geplande en gerealiseerde besparing MJP FWS 2013-2016 (TJ)