Metsel & voegmortel - Nederland Renoveert · Alles over verbouwen en renoveren! Pagina 1 van 12...

12
Alles over verbouwen en renoveren! Pagina 1 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito. Metsel & voegmortel Door L. van der Klugt (TNO Bouw) Wat is het verschil tussen deze materialen? (levensduur, onderhoud, prijs, milieu) Metsel- en voegmortel Metsel- en voegmortels bestaan uit mengsels van een bepaald bindmiddel en zand, waaraan meestal nog hulpstoffen zijn toegevoegd. De verschillende typen mortel worden onderscheiden aan de hand van het toegepaste bindmiddel. In het Nederlands heet zowel het droge als het verharde mengsel mortel, in de plastische fase spreekt men van specie; in het Engels spreekt men in alle gevallen van mortar. Om het gedrag van metsel- en voegmortel te kunnen begrijpen is enig inzicht in de aard en eigenschappen van de verschillende bindmiddelen onontbeerlijk. Kalk Luchtkalk In de natuur wordt kalksteen in verschillende vormen gevonden. Bekende vormen zijn marmer en travertin, maar ook schelpen bestaan uit een vorm van kalksteen. Chemisch gezien zijn die (kristal)vormen gelijk. Ze bestaan uit calciumcarbonaat. Dat moet worden gebrand om reactief te worden. Uit de oven komt - bij branden op circa 900°C, waarbij koolzuurgas vrijkomt - calciumoxide, ongebluste kalk. Door behandeling met water - het blussen - ontstaat onder warmteontwikkeling gebluste kalk. Gebruikt men nagenoeg de theoretische hoeveelheid water, dan ontstaat poederkalk; gebruikt men overmaat aan water, dan ontstaat kalkdeeg. Vroeger werden brokken ongebluste steenkalk (dus kalk van kalksteen, kalk van schelpen heet logischerwijs schelpkalk) op de bouw afgeleverd. Die werden daar in kalkbakken of -putten geblust. Hoe langer de kalk daarin ‘in de rot’ lag, des te beter verwerkbaar die was. Als gevolg van de grote fijnheid van kalk vertoont die een watervasthoudend vermogen. Toch vindt de moderne metselaar dat ook kalkmortel niet zonder luchtbelvormer kan. Tegenwoordig wordt voor metsel- en voegdoeleinden nog uitsluitend gebruik gemaakt van poederkalk. Bouwkalk (zowel steen- als schelpkalk) is vrijwel steeds al van fabriekswege van een luchtbelvormer voorzien Hydraulische kalk Bestaat de grondstof (nagenoeg) uitsluitend uit kalksteen, dan verhardt de gebluste kalk door reactie met koolzuurgas uit de lucht en ontstaat opnieuw calciumcarbonaat. Zulke kalk heet luchtkalk en wordt daarom wel als CO 2 -neutraal aangeprezen. Bevat het kalksteengesteente - zoals dat bij mergel het geval is - ook een hoeveelheid klei en wordt

Transcript of Metsel & voegmortel - Nederland Renoveert · Alles over verbouwen en renoveren! Pagina 1 van 12...

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 1 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

Metsel & voegmortel Door L. van der Klugt (TNO Bouw) Wat is het verschil tussen deze materialen? (levensduur, onderhoud, prijs, milieu) Metsel- en voegmortel Metsel- en voegmortels bestaan uit mengsels van een bepaald bindmiddel en zand, waaraan meestal nog hulpstoffen zijn toegevoegd. De verschillende typen mortel worden onderscheiden aan de hand van het toegepaste bindmiddel. In het Nederlands heet zowel het droge als het verharde mengsel mortel, in de plastische fase spreekt men van specie; in het Engels spreekt men in alle gevallen van mortar. Om het gedrag van metsel- en voegmortel te kunnen begrijpen is enig inzicht in de aard en eigenschappen van de verschillende bindmiddelen onontbeerlijk. Kalk Luchtkalk In de natuur wordt kalksteen in verschillende vormen gevonden. Bekende vormen zijn marmer en travertin, maar ook schelpen bestaan uit een vorm van kalksteen. Chemisch gezien zijn die (kristal)vormen gelijk. Ze bestaan uit calciumcarbonaat. Dat moet worden gebrand om reactief te worden. Uit de oven komt - bij branden op circa 900°C, waarbij koolzuurgas vrijkomt - calciumoxide, ongebluste kalk. Door behandeling met water - het blussen - ontstaat onder warmteontwikkeling gebluste kalk. Gebruikt men nagenoeg de theoretische hoeveelheid water, dan ontstaat poederkalk; gebruikt men overmaat aan water, dan ontstaat kalkdeeg. Vroeger werden brokken ongebluste steenkalk (dus kalk van kalksteen, kalk van schelpen heet logischerwijs schelpkalk) op de bouw afgeleverd. Die werden daar in kalkbakken of -putten geblust. Hoe langer de kalk daarin ‘in de rot’ lag, des te beter verwerkbaar die was. Als gevolg van de grote fijnheid van kalk vertoont die een watervasthoudend vermogen. Toch vindt de moderne metselaar dat ook kalkmortel niet zonder luchtbelvormer kan. Tegenwoordig wordt voor metsel- en voegdoeleinden nog uitsluitend gebruik gemaakt van poederkalk. Bouwkalk (zowel steen- als schelpkalk) is vrijwel steeds al van fabriekswege van een luchtbelvormer voorzien Hydraulische kalk Bestaat de grondstof (nagenoeg) uitsluitend uit kalksteen, dan verhardt de gebluste kalk door reactie met koolzuurgas uit de lucht en ontstaat opnieuw calciumcarbonaat. Zulke kalk heet luchtkalk en wordt daarom wel als CO2-neutraal aangeprezen. Bevat het kalksteengesteente - zoals dat bij mergel het geval is - ook een hoeveelheid klei en wordt

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 2 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

op circa 1150°C gebrand, dan ontstaat zogeheten hydraulische of waterkalk. Zulke kalk verhardt voor een deel met water en voor een deel aan de lucht. Ook dan moet worden geblust, maar dat luistert dan zeer nauw omdat moet worden voorkomen dat het waterhardende deel alvast reageert. Voordeel van zulke kalk - vooral bij voegwerk - is dat er eerder (enige) sterkte ontstaat. Verharding aan de lucht verloopt namelijk tamelijk langzaam. Voordeel van trage(re) verharding is dat het metselwerk zich beter kan zetten en vervormingen in een vroeg stadium beter kan opnemen zonder dat meteen scheurvorming ontstaat. Er is hooghydraulische en laaghydraulische kalk. Bij hoog hydraulische kalk is het hydraulische karakter meer uitgesproken. Ook komt men de aanduiding ‘natuurlijke hydraulische kalk’tegen. Dat geeft aan dat de klei zich al bij de winning van de grondstof in het mengsel bevond. Bij kunstmatige hydraulische kalk heeft men klei aan de kalksteen toegevoegd. Puzzolaan De Romeinen ontdekten dat de as van vulkaanuitbarstingen zoals de ‘aarde van Pozzuoli’ in combinatie met gebluste kalk een hydraulisch bindmiddel opleverde. Daarmee bouwden zij onder meer de waterwerken (aquaducten) die er nu nog zijn. In de Duitse Eifel, een zeer oud vulkaangebied, wordt tufsteen gewonnen. Dat is de gecompacteerde as van de vulkaanuitbarsting. Gemalen tufsteen heet tras. Dat materiaal heeft dezelfde eigenschappen als de aarde van Pozzuoli. Het wordt geleverd als zuivere tras, maar ook als traskalk en als trascement. Tras zonder kalk levert geen verharding op. Ook op lage temperatuur gebrande klei bleek puzzolane eigenschappen te hebben. In ouder metselwerk kan men daarom roodachtige deeltjes in de mortel aantreffen. Die zijn dan afkomstig van gemalen keramisch product dat te zwak gebakken uit de oven kwam. Normaal gebakken steen of dakpan heeft nog maar ten dele puzzolane eigenschappen. Dat komt doordat het reactieve deel - niet kristallijn siliciumoxide - dan grotendeels is verdwenen. Traskalk bestaat voor 3 delen uit gebluste kalk op 1 deel tras, trascement bestaat voor 2 delen uit portlandcement op 1 deel tras. In Nederland is traskalk vroeger op grote schaal en met succes toegepast in waterwerken als kademuren en bruggen en ook in keldermuren. Kalkmortels voor metsel- en voegdoeleinden worden tegenwoordig vooral en bij voorkeur gebruikt in restauraties van oude gebouwen die destijds ook met zulke mortels zijn gerealiseerd.

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 3 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

Cement Portlandcement Omstreeks het midden van de 19e eeuw werd in Engeland ontdekt dat een mengsel met een nog hoger aandeel klei dan bij hydraulische kalk het geval is en dat op circa 1450°C wordt gebrand, een bindmiddel ontstaat dat volledig door reactie met en zelfs onder water verhardt. Bij het branden ontstaan een soort steenachtige knikkers die klinker worden genoemd. Die moeten worden gemalen. Hoe fijner de maling, des te reactiever het cementpoeder, dat wil zeggen des te sneller de verharding verloopt. Zulk cement heet portlandcement. Voor metsel- en voegdoeleinden is portlandcement tegenwoordig het standaard bindmiddel. Tegenwoordig zijn er door allerlei toevoegingen echter zeer veel variaties. Het voert hier te ver om daarop in te gaan. Bij de reactie van de klinker met water komt calciumhydroxide vrij. In metselmortel kan dat alsnog met koolzuurgas uit de lucht reageren. Wordt het metselwerk overmatig nat voordat die reactie heeft plaatsgevonden, dan bestaat kans op zogeheten uitloging. Dan ontstaan er vooral onder de stootvoegen witte vanen die vrijwel niet meer verdwijnen. Het laatste komt doordat er behalve kalk ook (dan nog in water oplosbaar) silicaat uitspoelt. Uitbloei van kalk blijkt onder invloed van regenwater op termijn van één tot twee jaar ‘spontaan’ te verdwijnen. Het lost dan op en wordt weer in de steen opgenomen. Bestaat de afzetting uit een mengsel van kalk en silicaat, dan verhindert de aanwezigheid van het siliciumoxide dat aan de lucht uit het wateroplosbare silicaat ontstaat, het oplossen van het calciumcarbonaat. Portlandcement heet als gevolg van Europese regelgeving tegenwoordig CEM I. Het mag niet meer dan voor 5% uit iets anders dan klinker bestaan. De kleur van portlandcement wordt bepaald door de hoeveelheid ijzer in de grondstoffen. IJzervrije grondstoffen leveren wit cement op, erg veel ijzer zwart. Het normale portlandcement zit daar met een grijze kleur tussenin. Minder ijzer betekent minder smeltmiddel en dus moet voor de fabrikage van wit portlandcement een temperatuur van 1600°C worden toegepast. Dat maakt, samen met de duurdere grondstof, dat wit portlandcement duurder is dan grijs. Voordeel is een lager gehalte aan alkaliën, maar een belangrijk nadeel is dat in mortel van wit portlandcement bij opname van sulfaat of chloride verbindingen kunnen worden gevormd die de mortel doen zwellen. Zwart portlandcement is daarvoor juist veel minder gevoelig. Let wel: dat moet dan wel zwart cement zijn als gevolg van een hoog ijzergehalte in de grondstoffen, niet door toevoeging van een zwart pigment! Portlandpuzzolaancement De kalk die vrijkomt bij de reactie van de klinker met water kan ook met puzzolane bestanddelen reageren. Er is dan ook portlandcement op de markt dat puzzolane stoffen zoals vliegas bevat. Vliegas dat vrijkomt bij het stoken van poederkool in

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 4 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

elektriciteitscentrales en om reden van het bestrijden van fijnstof wordt afgevangen, blijkt eveneens puzzolane eigenschappen te bezitten. Portlandvliegascement is voor metseldoeleinden zeer geschikt gebleken. Portlandpuzzolaancement - waaronder Portlandvliegascement - heet CEM II Hoogovencement Bij de winning van ijzer uit ijzererts in hoogovens komt een gesteente vrij dat slak wordt genoemd. Als die slak door storten in water zeer snel wordt afgekoeld, blijkt gemalen (hoogoven)slak met water te kunnen reageren. Dat gebeurt echter alleen in aanwezigheid van kalk. Daarom voegt men altijd een belangrijk deel (portland)klinker toe. Dat reageert alvast met water en de vrijkomende kalk activeert de slak. Het verhardingsproces verloopt trager dan bij portlandcement. Daarom wordt hoogovencement fijner gemalen dan portlandcement. Hoogovencement wordt vooral voor de bereiding van constructiebeton gebruikt. Daar is de tragere verharding van voordeel en ook is hoogovencement meer bestand tegen chemische aantasting. Dat maakt dat cement ideaal voor de fabrikage van rioolbuizen en afvalwaterzuiveringsinstallaties en ook voor constructies in zee. Hoogovencement heet thans CEM III. Andere cementsoorten Er zijn ook nog cementsoorten die vallen onder CEM IV en CEM V. In alle cementen CEM II t/m CEM V komt een aantal variaties voor. Metselmortel Kalkmortel De standaard volumeverhouding (gebluste) kalk-zand is 1:3. Dat is een verhouding die nog stamt uit de tijd dat met deegkalk werd gewerkt. Deegkalk bevat per volume-eenheid echter meer kalk dan poederkalk. Twee (volume)delen deegkalk komen overeen met drie delen poederkalk. Om vergelijkbare mortel te verkrijgen, zou men dus bij gebruik van poederkalk in plaats van 1:3 met 1,5:3 = 1:2 moeten werken! Bij gebruik van (hoog)hydraulische kalk zou men iets schraler kunnen werken, bijvoorbeeld 1:2,5. Het zand dient een zogeheten fijnheidsmodulus 2,3-2,5 te bezitten. De fijnheidsmodulus Fm is een getal dat als het ware de gehele deeltjesgrootteverdeling samenvat. Hoe hoger het getal, des te grover het zand. Traskalkmortel De aangekochte traskalk wordt als geheel als bindmiddel beschouwd. Als het bestek 1:3 traskalk-zand vermeldt, dan betekent dat dus 1 deel traskalk op 3 delen zand. Zelf tras en kalk mengen moet worden ontraden.

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 5 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

Cementmortel Zoals al opgemerkt, komt voor metseldoeleinden in modern werk in principe alleen portlandcement als bindmiddel in aanmerking. Alleen als door aanwezigheid van bepaalde zouten schade zou kunnen ontstaan, wordt wel geadviseerd hoogovencement toe te passen. Om zoiets goed te kunnen beoordelen is specifieke deskundigheid en ervaring vereist. De standaard verhouding bindmiddel-zand is 1:4,5 in volumedelen. Zo’n specie is nauwelijks goed te verwerken: voortdurend scheidt zich in de kuip water af en de specie is erg stug en daardoor lastig goed met de troffel te spreiden. Toepassing van een zogeheten luchtbelvormer brengt daarin opzienbarende verbetering. De specie scheidt geen water meer af, waardoor de metselaar de specie niet meer voortdurend in de kuip met de troffel door elkaar hoeft te halen (‘opsteken’) en de specie zich goed laat spreiden. Nadeel is dat het gebruik van een luchtbelvormer de hechting doet verminderen en de kans op uitslag van mortelbestanddelen doet toenemen. Daarom dient niet meer luchtbelvormer te worden toegepast dan de hoeveelheid die een luchtgehalte in de specie van 15 volumeprocent oplevert. Bij zelf samenstellen van de specie zou daarop gecontroleerd moeten worden. Tegenwoordig wordt echter vrijwel uitsluitend met fabrieksmatig samengestelde mortels gewerkt. Voor grote werken worden die aangeleverd in silo’s, voor klein werk in zakken. Van verschillende fabrikanten zijn metselmortels in zakken ook voor de doe-het-zelver in zakken van 25kg in de bouwmarkt verkrijgbaar. De betonsteenindustrie beveelt uitsluitend het gebruik van cementmortel aan. Basterdmortel Bij basterdmortel bestaat het bindmiddel zowel uit cement als uit (lucht)kalk. Een standaard (volume)verhouding is 1 deel portlandcement : 1 deel luchtkalk : 6 delen zand. Ook hierbij is een luchtbelvormer onontbeerlijk. Zulke mortel wordt zowel door de baksteen- als de kalkzandsteenindustrie aanbevolen. Voor kalkzandsteen vindt men dat al een sterke mortel die eigenlijk alleen in de winter zou moeten worden toegepast. Voor de warmere tijd van het jaar beveelt men 1 portlandcement : 2 luchtkalk : 9 zand aan. Merk op dat in beide gevallen de bindmiddel-zandverhouding 1: 3 is! Zoals al opgemerkt, verdient het gebruik van kunststofgemodificeerde mortel voor kalkzandsteen sterk aanbeveling. Voegwerk Tot in de Gouden Eeuw werd de metselmortel door de metselaar in het vlak van de steen of meer of minder vediept liggend gladgestreken. Zulk werk heet doorstrijkwerk. Mogelijk als gevolg van de noodzaak van reparatie kwam toen het (na)voegen in zwang. De metselaar krabde de aan de dag liggende mortel tot zekere diepte uit, waarna een

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 6 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

voeger andere specie inbracht. ‘Anders’ kan zijn anders van kleur, dan wel afwijkend van samenstelling. Daardoor werden andere afwerkingen mogelijk dan platvol, plat verdiept en schaduwgevend mogelijk. Bij de zogeheten schaduwvoeg ligt de mortel aan de onderzijde gelijk met de onderligende steen en loopt die aan de bovenkant schuin weg naar binnen. In die tijd ontstond de snijvoeg. Daarbij ligt het vlak van de voeg in het vlak van de steen, maar is de mortel aan de boven- en onderkant van de lintvoeg en links en rechts van de stootvoeg van een naar de steen gericht facetkantje voorzien. Toen omstreeks 1900 de baksteenindustrie strakkere en maatvastere steen kon leveren, ontstond de neiging smalle voegen toe te passen, waarbij de stenen bijna tegen elkaar kwamen te liggen en de stootvoeg dus erg smal werd. Om de voeg toch nog van een facetkantje te kunnen voorzien, kwam de voeg daardoor bijna automatisch voor het vlak van de steen te liggen. Zulk werk heet knipwerk. Helaas is de knipvoeg later wel erg geprononceerd uitgevoerd geworden toen men weer bredere voegen ging toepassen. In de naoorlogse bouwhoos ging men vooral voor snelheid en lage prijs. Toen werd het borstelwerk populair. De voegruimte werd onder weinig verdichting ruim gevuld met vrij droge en schrale mortel en vervolgens met een vrij harde borstel bewerkt. De borstelstreken moesten goed zichtbaar zijn. Zulk werk moest vaak binnen enkele jaren al vervangen worden. Beter presteerde het zogeheten kamwerk. Daarbij werd de specie wat beter aangedrukt en vervolgens met een kam van roestvaststaaldraden bewerkt. Naast de speciesamenstelling en de voorbehandeling van het metselwerk (verwijderen losse delen, nat maken), alsmede de nabehandeling van het voegwerk (uitdroging voorkomen, onder meer door vochtig houden door regelmatig met water te besproeien, zogeheten nevelen) is vooral de verdichting van de specie bij het inbrengen van belang. Voor het maken van de hoogste kwaliteit voegwerk is een trillend voegijzer ontwikkeld. De voeger vult de voegruimte royaal en glijdt dan met het door luchtdruk aangedreven trillende voegijzer over de voeg. Dat levert minder arbeidsproductiviteit en dus hogere aanbrengkosten, maar aanzienlijk duurzamer voegwerk op. Voor plat- en schaduwwerk is de uit Engeland afkomstige voegroller geïntroduceerd. Die was bedoeld voor doorstrijkwerk, maar is ook voor navoegwerk bruikbaar gebleken, in het bijzonder voor verdiept liggend voegwerk. Het apparaatje is voorzien van een geprofileerd stuk slijtvast metaal en rijdt met twee wieltjes over de stenen aan weerskanten van de voeg. De voeger maakte niet meer dan een heen en weer gaande beweging. Het esthetisch interessante schaduwspel van de sterk verdiepte voeg heeft ertoe geleid dat men tegenwoordig goedkoper metselwerk nog uitsluitend diep uitkrabt … Ook is men de stenen weer koud tegen elkaar gaan leggen. Intussen is men maatvaste steen ook gaan verlijmen. Daarbij ontstaan dunne voegen die niet meer worden nagevuld. Dat heeft weer geleid tot de ontwikkeling van een (vorm)baksteen die aan één vlijvlak een verdieping die bestaat uit een dammetje’aan één strek en beide koppen. De metselaar vult het ‘bakje’ met net iets te veel specie en drukt de bovenliggende steen tot op de onderste door. Het teveel aan specie vloeit daarbij de spouw in ...

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 7 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

Voor voegwerk is op grond van jarenlang speur- en ontwikkelingswerk CUR-Aanbeveling 61 ‘Het voegen van metselwerk’ tot stand gekomen. Er worden vier hardheidsklassen onderscheiden. De hardheid wordt gemeten met behulp van de zogeheten voeghardheidsmeter. Daarbij dient een voorgeschreven procedure te worden gevolgd. Het document geeft ook adviezen met betrekking tot de toepassing van de hardheidsklassen. Daarbij zij opgemerkt dat het geheel in principe geldt voor modern voegwerk op basis van cementgebonden mortel. Gebleken is echter dat ook de kwaliteit van kalkgebonden voegwerk er uitstekend mee kan worden beoordeeld. Overigens moet aan snij- en knipwerk zoveel aandacht worden besteed zowel qua samenstelling en bewerking van de voegspecie als aan de uitvoering van het werk dat dit ‘als vanzelf’ leidt tot de hoogst haalbare kwaliteit. ‘Scoort’een platvolle voeg van kalkmortel niet meer dan een hardheid 20, bij knipwerk meet men vaak waarden in de range 50-70. Eerlijkheidshalve zij daarbij wel opgemerkt dat bij modern knipvoegwerk van kalkmortel altijd wel een geringe hoeveelheid cement wordt toegevoegd. Voor voegmortel geldt de aanbeveling zand met een Fm 2,1-2,3 toe te passen. Bij handverdichting is zand met afgeronde korrels van voordeel. Mortel op basis van scherp zand laat zich beter verdichten met behulp van de trillende voegspijker. Door zogeheten mechanische verdichting wordt vooral bewerkstelligd dat de mortel beter tegen de steenvlakken wordt aangedrukt. Omdat daar altijd de aantasting door regenwater het eerst opvalt, levert dat een duidelijk langere levensduur van het voegwerk op. De Aanbeveling gaat uit van een levensduur van 25 jaar. Een gemetselde gevel in relatie tot het milieu Voor de vervaardiging van metselsteen en bindmiddelen is energie nodig en ook gaat de productie gepaard met emissies. Voor de winning van de grondstoffen worden zware machines ingezet en ook het voorbewerken van en mengen, alsmede het vormproces vraagt de nodige energie. Dit zijn algemene zaken die voor alle soorten metselsteen gelden, maar er zijn verschillen in de hoeveelheden energie die daarvoor per soort nodig zijn. Daarvoor is in het kader van de energiebesparing veel aandacht voor geweest. De resultaten zijn vastgelegd in zogeheten LCA’s, wat staat voor Life Cycle Analysis. Daarin wordt zelfs gekeken naar wat sloop kost en wat er nog met de restmaterialen kan gebeuren. Zonder in detail te treden, wordt hieronder in het kort aangegeven wat er per soort metselsteen aan de orde is. Mortel Bij het branden van kalksteen komt naast het rookgas ook koolzuurgas vrij. Dat wordt echter weer grotendeels of vrijwel geheel weer uit de lucht opgenomen bij het verharden van de mortel. Wat betreft het cement dat in mortels wordt gebruikt, is hierover onder betonsteen al iets gezegd.

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 8 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

Hergebruik Metselwerk van oude gebouwen wordt bij sloop daarvan ten dele door daarin gespecialiseerde bedrijven uiteengenomen om de stenen waarvoor ten behoeve van renovatie en restauratie vraag naar is terug te winnen. De aanklevende mortel wordt handmatig verwijderd. Kalkmortel laat zich daarbij veel gemakkelijker verwijderen dan cementmortel. Gelukkig is oud metselwerk doorgaans met kalkmortel gerealiseerd! Metselwerkpuin dat bij sloop beschikbaar komt, wordt wel gestort om er kunstmatige heuvels (puinduinen) van te maken, dan wel als wegfundatie of wegverharding gebruikt. Na verkleinen door daarin gespecialiseerde bedrijven kan het steen- van het mortelmateriaal doorgaans redelijk worden gescheiden, waarna het materiaal diverse toepassingen vindt. De steenbrokjes en ook de mortelresten kunnen worden gebruikt voor de fabrikage van beton. Er wordt gezocht naar technologieën die het mogelijk maken metselwerk te scheiden in de oorspronkelijke componenten, zodat deze weer als hoogwaardig materiaal ingezet kunnen worden. waar moet je opletten Metselwerk Het vervaardigen van een gemetselde gevel vraagt deskundigheid en ervaring. Voor metselen en voegen bestaan al dan niet in leerlingstelsels vakopleidingen. Daar doen de jonge metselaars de basisvaardigheden op. Daarna volgt echter de praktijk waarin de fijne kneepjes worden eigen gemaakt. Goed metselen en voegen is veel moeilijker dan het lijkt! Wie als onervaren amateurmetselaar/-voeger aan de slag wil, doet er goed aan eerst een cursus op dat gebied te volgen. Hoe dan ook, afgezien van de benodigde handvaardigheid is er ook een aantal zaken waaraan aandacht dient te worden besteed. Metselwerk De steen Prijsverschillen wat betreft de baksteensoort komen voort uit het verschil in prijs van de klei. Witte, crème of grijsachtige handvormsteen en zogeheten verblendsteen (zeer harde en zeer weinig poreuze strengperssteen wordt gemaakt van geïmporteerde klei en die moet bovendien op hogere temperatuur worden gebakken. Verder ligt het voor de hand dat echte handvormsteen duurder is dan imitatie handvormsteen en dat vormbaksteen nog weer iets goedkoper zal kunnen zijn dan het laatste genoemde type. Stenen waarvan de kleur kunstmatig is verkregen zoals mangaansteen zal allicht duurder zijn dan de steen zonder die toevoeging.

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 9 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

De mortel De prijs van de metsel- of voegmortel hangt vanzelfsprekend af van de aard van het bindmiddel, de aard van het toegepaste zand en eventuele toeslagstoffen. Zo is (grijs)portlandcement duurder dan hoogovencement en is wit en zogeheten sulfaatbestendig (zwart) portlandcement duurder dan grijs portlandcement. Fijner gemalen cement is duurder dan grover gemalen en zilverzand dat wel in voegmortel wordt gebruikt (maar qua korrelgrootteopbouw daarvoor eigenlijk minder geschikt is) is duurder dan ander zand. Prefab mortel zal per gekochte eenheid duurder zijn dan zelf samengestelde mortel, maar als daarbij de prijs van de arbeid bij wordt betrokken en het voordeel van constante samenstelling en grotere zekerheid wat betreft de kwaliteit, dan zal de balans toch al gauw doorslaan in het voordeel van fabrieksmortel. De arbeid Zelf doen is natuurlijk goedkoper dan laten doen door ingehuurde arbeidskrachten. Bij het laatste maakt het verschil of men gebruik maakt van een zogeheten ZZP-er (Zelfstandige zonder personeel) die geen of zeer weinig overhead heeft, een kleine plaatselijke aannemer of een gerenommeerd, gecertificeerd groot bedrijf met aantoonbaar goed opgeleide en ervaren vaklieden. Een risico analyse Metselwerk Baksteenmetselwerk heeft bewezen de eeuwen te kunnen doorstaan. Toch kan metselwerk als gevolg van optredende schade ook uiterst teleurstellend zijn. Vanzelfsprekend dienen de gebruikte materialen aan de daarvoor geldende normen te voldoen. Helaas zijn die onder invloed van Europese regelgeving in het algemeen afgezwakt ten opzichte van bestaande Nederlandse normen. Zo stelde de Nederlandse metselbaksteennorm NEN 2489 zodanig strenge eisen wat betreft het toelaatbare gehalte aan sulfaat dat die door omringende landen als nogal overdreven werden ervaren (lees: voor hen veel te zwaar waren). De eisen wat betreft het sulfaatgehalte zijn na heel discussie uiteindelijk geheel vervallen! In plaats daarvan kunnen fabrikanten wel vrijwillig opgeven wat de eigenschappen van hun product zijn. Naar vragen dus! Ook de eisen qua vorstbestandheid zijn afgezwakt. Ergo: Vooral met buitenlandse metselbaksteen loopt men - zoals de praktijk helaas heeft bewezen - meer risico dan met Nederlandse. Sulfaat leidt niet alleen gemakkelijk tot witte uitslag, maar zowel de steen als de voegmortel en - in extreme - gevallen ook de metselmortel kan er door worden aangetast. Bij vorstschade aan de steen schilfert die af. Het metselwerk heeft daarvan constructief gezien nauwelijks te lijden. Door vorstinwerking uitgedrukt voegwerk kan

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 10 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

worden vervangen, maar helaas is door vorstinwerking uitgedrukt voegwerk in het algemeen een teken of de voorbode van schade aan de metselmortel. Dan dient het aangetaste metselwerk te worden vervangen en het behouden deel door deugdelijke hydrofobering (waterwerende behandeling) tegen overmatig nat worden te worden beschermd. Goedkoop voegwerk kan op termijn van enkele jaren zodanig door regeninwerking worden aangetast dat het moet worden vervangen. Dat kost dan een veelvoud van de oorspronkelijke prijs. Voor voegwerk dienen de richtlijnen van CUR-Aanbeveling 61 ‘Het voegen van metselwerk’ te worden aangehouden. De lesstof voor aankomende voegers is geheel op dat document gebaseerd. wanneer kies je wat Belangrijk bij de renovatie / restauratie van een woning is de oorspronkelijke uitstraling van de woning. Indien een woning wordt voorzien van een geheel of gedeeltelijk nieuwe gevel waarbij gebruik wordt gemaakt van andere materialen anders dan de oorspronkelijke,wordt geadviseerd om vooraf te beoordelen of dit geen (negatieve) gevolgen heeft voor de uitstraling van de volledige woning. Aandachtspunten hierbij zijn; type materiaal, kleur van het materiaal en afmetingen van de stenen/gevelplaten/rabatdelen. Naast het uiterlijk van de gevel is ook de kostprijs en zijn de kosten voor onderhoud belangrijk bij de keuze voor het type gevelmateriaal. Metselwerk Goed en met deugdelijke materialen uitgevoerd (baksteen)metselwerk behoeft in principe geen enkel onderhoud. De steen kan eeuwen mee, de metselmortel wordt door goed voegwerk tegen regeninwerking beschermd en het voegwerk zelf dient - aan de regenkant! - tenminste 25 jaar mee te kunnen. Zoals al aangegeven, kan door opname van zouten van buitenaf echter helaas toch aanzienlijke schade ontstaan. Voor het gros van de nieuwbouw is de keuze voor (baksteen)metselwerk in Nederland dan ook een welhaast vanzelfsprekende zaak. Een buitenblad van andersoortig materiaal kan in principe altijd door metselwerk worden vervangen. Dan dient echter wel te worden bekeken of de aanwezige fundering daarop qua maat- en uitvoering daarop wel berekend is. Aanpassingen zijn vrijwel altijd mogelijk, al kunnen die aanzienlijke kosten met zich meebrengen.

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 11 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

bij renoveren hoort ook bij het opwaarderen van bestaande situaties. Metselwerk Reinigen Vervuild metselwerk kan worden gereinigd. Daarvoor bestaan nogal wat methoden. Daarbij zijn er die nogal hoge eisen aan de samenhang van steen en voegwerk stellen: de steen kan regelrecht mottig worden en het voegwerk zodanig aangetast dat het moet worden vervangen. De minste schade aan de steen is wel dat het vormzand dat toch een wezenlijk aspect van de ‘uitstraling’ van de steen vormt, wordt verwijderd. Methoden waarbij het effect het niet zozeer moet hebben van de ‘impact’van het reinigingsmiddel (hogedrukreiniging, het gebruik van grof en/of hard straalmiddel), als wel van licht schuren (lage druk, fijn en zacht straalmiddel in een draaiende beweging onder invloed van water en lucht - zogeheten softstraalmethoden). Met behulp van softstralen kunnen ook uitbloei en uitloging worden aangepakt. Waterwerend behandelen Waterwerend behandelen, meestal aangeduid als hydrofoberen of - minder juist - impregneren - is een probaat middel gebleken om vervuilen of - na reinigen - hervervuilen te voorkomen of op zijn minst sterk te vertragen. Daarvoor staat een reeks aan middelen ter beschikking en ook zijn er diverse verwerkingsmethoden. Van belang is dat het middel redelijk diep indringt en gelijkmatig wordt opgebracht. De beste resultaten worden bereikt bij twee maal en dan nat-in-nat opbrengen van het middel, toepassen van circa 1 lieter per vierkante meter en werken van onder naar boven. Geschikte opbrengmethoden zijn vloeien uit een drukvat en - vooral bij diepliggende voegen en sterk generfde steen - door middel van airless spray. Borstelen en kwasten zijn uit den boze. Bij handvorm-/vormbaksteen is indringing doorgaans nauwelijks een punt. Sommige (fijnporeuze) strengperssteen, kalkzand- en betonsteen vraagt echt echter om middelen waarvan de werkzame stof uit kleine moleculen bestaat. Ook het oplosmiddel is van belang. Silanen hebben de kleinste afmetingen en zijn altijd goed, maar een groot deel van de werkzame stof verdampt voordat die gebonden en werkzaam wordt. Dat vraagt om hoge concentraties en dat maakt het middel duur. Bovendien vormt wat verdampt een belasting voor het milieu. Oligomeersiloxanen zijn een goed compromis en bij de meeste materialen goed tot nog goed bruikbaar. Polymeren zijn maar beperkt inzetbaar. Genoemde typen zijn zogeheten echte siliconen. Er zijn ook - goedkope - middelen op basis van siliconenzouten, zogeheten siliconaten. Die zijn voor metselwerk ongeschikt. Omdat die zouten in water zijn opgelost, worden dergelijke middelen wel als milieuvriendelijk aangeprezen. Ook de genoemde ‘echte’siliconen zijn tegenwoordig om milieuredenen ook watergedragen. De indringing is echter minder goed dan van middelen in koolwaterstof (terpentineachtige vloeistoffen) die vroeger werden toegepast. Er zijn

Alles over verbouwen en renoveren!

Pagina 12 van 12 ©SamCreates bv 2009 Nederlandrenoveert.nl is dé site over verbouwen en renoveren VOORDAT u begint. Nederlandrenoveert.nl heeft zich tot doel gesteld onafhankelijke betrouwbare informatie te verschaffen, informatie waar u van op aan kunt. Om dit zo scherp te kunnen stellen laat Nederlandrenoveert.nl al haar informatie toetsen of schrijven door gerenommeerde bedrijven als TNO en Cagerito.

ook middelen op basis van acrylaat, maar die dringen als filmvormer haast per definitie niet of weinig in. In het ideale geval wordt de voegmortel geheel doordrenkt. Bij zeer dichte voegmortel is dat soms echter alleen haalbaar met een relatief duur middel dat voor de steen eigenlijk niet nodig is. Aanbrengen van nieuw voegwerk Als het voegwerk aan vervanging toe is, dan geldt daarvoor evengoed CUR-Aanbeveling 61 als voor nieuw werk. Extra punt van aandacht is het verwijderen van het bestaande voegwerk. Dat moet gebeuren zonder de steen te beschadigen en liefst zodanig dat overlast door herrie en stof zo gering mogelijk is. Bij monumenten wordt vaak alleen handmatig hakken toegestaan. Dat is uiteraard fysiek nogal belastend. Meestal wordt gehakt met pneumatisch aangedreven beitels, al dan niet nadat de voeg in het midden met een slijptol is ingeslepen. Daarbij ontstaan stof kan en dient te worden afgezogen. Helaas wil de slijpschijf nog wel eens over de steen uitschieten. Soms worden voegen plaatselijk of stelselmatig door middel van wegslijpen van een deel van de steen ‘opgeruimd’. Bij restauratie van monumenten staat dat gelijk aan het begaan van een doodzonde! Soms blijkt bij het uitruimen van de voeg dat die maar dunnetjes werd aangebracht. Dan is de metselmortel destijds dus te ondiep uitgekrabd. CUR-Aanbeveling 61 schrijft voor dat de voegmortel bij voorkeur vierkant van doorsnede moet zijn. Bij platvol werk en voegbreedte 10mm dient de mortel dus tot minimaal 10mm diepte te worden uitgeruimd. Als de metselmortel veel harder blijkt te zijn dan de te verwijderen voegmortel, kan dat voor het uitvoerend bedrijf een extra kostenpost betekenen. Dat bedrijf dient bij het aannemen van de klus daarop te letten. en natuurlijk waar moet je zijn Brancheorganisaties voor metselwerk De fabrikanten van metselsteen en prefab metsel- en voegmortel zijn verenigd in zogeheten brancheorganisaties en dat geldt ook voor metsel- en voegbedrijven. Daarnaast bestaan er normen en aanbevelingen voor zowel de materialen als de uitvoering. In sommige bouwmarkten zijn folders met betrekking tot het uitvoeren van specifieke klussen verkrijgbaar. Veel informatie is te vinden op internet. Mortelfabrikanten: Nederlandse Mortel Organisatie NeMO, Eindhoven Metselbedrijven: Aannemers Vereniging Metselwerken AVM, Nieuwegein Voegbedrijven: Vereniging Nederlandse Voegbedrijven VNV, Nieuwegein - CUR-Aanbeveling 61 ‘Het voegen van metselwerk’