HANDLEIDING VOOR INBOUW, BEDIENING EN ONDERHOUD

Meettoestel vetlaagdikte SonicControl

Meting, indicatie en controle van de vetlaaghoogte

Ultrasone sensor voor op de centimeter nauwkeurige meting

Bewaking van de afvalwatertemperatuur in de afscheider

Afdichtingsnorm ultrasone sonde IP 68

Accu buffering bij stroomuitval

Combineerbaar met alle KESSEL vetafscheiders

Eenvoudige montage (incl. montageset)

Productvoordelen

Naam / Handtekening Datum Plaats

Installatieder Anlage wurde durchgeführt von Ihrem Fachbetrieb:

Ingebruikname Plaatsing

Wijzigingsstand: 06/2010Nummer: 395-016NLTechn. wijzigingen voorbehouden

Abbildung zeigt Art.Nr. 917821

2

1. Veiligheidsaanwijzingen .......................................................................................................... Pagina 42. Allgemeen .......................................................................................................... Pagina 53. Inbouw en montage 3.1 Montage schakelapparaat.................................................... Pagina 6

3.2 Montage sensor en sensorhouder ....................................... Pagina 73.3 Inbouwmaten sensor............................................................ Pagina 83.4 Inbouwvoorstel..................................................................... Pagina 10

4. Elektrische aansluiting 4.1 Externe signaalgever ........................................................... Pagina 144.2 Inkorten van de sensorleiding .............................................. Pagina 144.3 Potentiaalvrij contact............................................................ Pagina 144.4 Installatie / Kabelaansluiting ................................................ Pagina 154.5 Installatieschema ................................................................. Pagina 18

5. Inbedrijfstelling 5.1 .......Bedrijfsklaarheid .................................................................. Pagina 195.2 Plichten van de exploitant .................................................... Pagina 195.3 Instruering / Overgave ......................................................... Pagina 19

6. Inspectie en onderhoud .......................................................................................................... Pagina 207. Gebeurtenissen, fouten en 7.1 ......Gebeurtenisindicatie ............................................................ Pagina 21

instelmaatregelen 7.2 ......Foutindicatie......................................................................... Pagina 227.3 ......Algemene fout...................................................................... Pagina 247.4 ......Installatiefout........................................................................ Pagina 25

8. Schakeltoestel 8.1 ......Menubeheer......................................................................... Pagina 268.2 ......Systeemmenu...................................................................... Pagina 268.3 ......Informatiemenu.................................................................... Pagina 278.3.1 ...Bedrijfsuren.......................................................................... Pagina 278.3.2 ...Logboek ............................................................................... Pagina 27

Inhoudsopgave

3

8.3.3 ...Besturingstype ..................................................................... Pagina 278.3.4 ....Onderhoudstermijn .............................................................. Pagina 278.3.5 ...Actuele meetwaarden .......................................................... Pagina 278.3.6 ...Parameters .......................................................................... Pagina 278.3.7 ....Geheugen voor meetgegevens............................................ Pagina 278.3.8 ...Verwijdering ......................................................................... Pagina 278.4 ......Onderhoudsmenu ................................................................ Pagina 288.4.1 ....Handmatige werking ............................................................ Pagina 288.4.2 ...Testmodus............................................................................ Pagina 288.4.3 ...Onderhoudstermijnen .......................................................... Pagina 288.4.4 ....Verwijderingtermijn............................................................... Pagina 288.5 ......Instellingsmenu.................................................................... Pagina 298.5.1 ...Parameters .......................................................................... Pagina 298.5.2 ....Profielgeheugen................................................................... Pagina 298.5.3 ...Datum / Tijd.......................................................................... Pagina 298.5.4 ....Soort installatie .................................................................... Pagina 298.5.5 ....Type vetafscheider............................................................... Pagina 298.5.6 ...Taal ...................................................................................... Pagina 298.5.7 ...Communicatie ...................................................................... Pagina 298.5.8 ....Sensoren.............................................................................. Pagina 298.5.9 ...Terugzetten .......................................................................... Pagina 29

9. Technische gegevens .......................................................................................................... Pagina 3010. Reserveonderdelen en toebehoren .......................................................................................................... Pagina 3111. Conformiteitsverklaring .......................................................................................................... Pagina 3212. Vrijwaring (Garantie) .......................................................................................................... Pagina 3313. Overgaveprotocol .......................................................................................................... Pagina 34

Inhoudsopgave

4

1. Veiligheidsaanwijzingen

Geachte klant,

voor u KESSEL SonicControl in gebruikneemt, vragen wij u om de gebruiksaan-wijzing zorgvuldig te lezen en op te vol-gen!

Gelieve onmiddellijk te controleren, of de in-stallatie bij u onbeschadigd is aangekomen.Gelieve in geval van transportschade de aan-wijzingen in hoofdstuk 12 “Vrijwaring” in achtte nemen.

1. Veiligheidsinstructies:Bij installatie, werking, onderhoud of repara-tie van de installatie dienen de voorschriftenvoor ongevallenpreventie, de passendeDIN-en VDE-normen en richtlijnen, alsook de vo-orschriften van de plaatselijke energiebedri-jven in acht te worden genomen!

Voor ingebruikname dient door een vakkun-dige controle te worden gevrijwaard, dat denodige veiligheidsvoorzorgen voorhandenzijn. Aarding, reset, differentiaaluitschakelingenz. moeten overeenstemmen met deplaatselijke energiebedrijven (EVU).De installatie mag niet worden gebruikt inexplosiegevaarlijke zones.De installatie bevat elektrische spanningen.Bij niet-inachtneming van de gebruiksaanwi-jzing kunnen aanzienlijke materiële schade,lichamelijke letsels of zelfs dodelijke onge-vallen het gevolg zijn.Voor alle werkzaamheden aan de installatiedient deze veilig van het stroomnet te wor-den afgekoppeld!Er moet voor gezorgd worden, dat elektri-sche kabels alsook alle elektrische inrichtin-gen van de installatie zich in onberispelijketoestand bevinden. Bij beschadigingen mag

de installatie in geen geval in gebruik wordengenomen resp. moet zij onmiddellijk wordenuitgeschakeld.De voorschriften van VDE 0100 moeten inacht worden genomen. Het schakelapparaatmag niet in explosiegevaarlijke ruimtes wor-den geïnstalleerd.Voor het behoud van de bedrijfsklaarheiddient de installatie regelmatig te wordengeïnspecteerd en onderhouden.Wij bevelen de afsluiting van een onder-houdscontract aan met uw installateur-bedrijf.

5

Geachte klant,

Wij verheugen ons, dat u een product van KESSEL heeft aangeschaft.De volledige installatie werd voor het verlaten van de fabriek aan een strenge kwaliteitscontrole onderworpen. Controleer echter niette-min onmiddellijk, of de instal-latie volledig en onbeschadigd bij u werd geleverd. Gelieve in geval van transportscha-de de aanwijzing inhoofdstuk „Vrijwaring“ van deze handleiding op te volgen.Deze inbouw- en bedieningshandleiding bevat belangrijke instructies, die bij montage, bediening, onderhoud en reparatie in acht moetenworden genomen. Voor alle werkzaamheden aan de installatie moeten de exploitant alsook het bevoegde vakpersoneel deze inbouw- enbedieningshandleiding zorgvuldig lezen en opvolgen.

2. Allgemeen

Toepassingsgebieden van het schakelapparaat:Het schakelapparaat bewaakt op de centimeter nauwkeurig de hoogte van de vetlaag in KESSEL vetafscheiders.

6

3. Inbouw en Montage

3.1 Montage schakelapparaat

De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 1moeten in acht worden genomen!

Het schakelapparaat wordt op een geschik-te plaats, bv. op ooghoogte aan de muur ge-monteerd. Later met max. 1 Nm weer vast-schroeven (zelftappende schroeven). Deschakelkast zoals afgebeeld met de 4 hout-schroeven M3,5x30 aan de muur bevesti-gen. De houtschroeven alsook kunststofp-luggen en een boorsjabloon zijn ingesloten.

� Scharnier (2x)� Kunststofplug ( 5x25mm (4x)� Halfronde houtschroef M3,5x30 (4x) Dekselschroeven max. 1 Nm (4x)

Instructie:Kabellengtes zie hoofdstuk 4.4

Schematische weergave van het schakelap-paraat zonderelektrische componenten.

7

3. Inbouw en Montage3.2 Montage sensor en sensorhouder

� � �

� Boorsjabloon op de buitenkant van het afvoerbouwwerk plaatsen en 2 x Ø 4 mm boren(bovenste beide gaten!).

� Boorsjabloon op de binnenkant van het afvoerbouwwerk plaatsen en langs de buitenkant fixeren (zie �).

� Sensorhouder bovenste en onderste deel verbinden en buisklemmen op de sensorhouder schroeven.� Sensorhouder aan het afvoerbouwwerk met 1 Nm vastschroeven en sensor vastklikken ( zie pagina 10).

� Sensorhouder bovenste deel� Sensorhouder onderste deel� PT-schroef KB 60x30 PT-schroef Torx 40x12 PT-schroef Torx K 50x20� Buisklem PE d25� Sensorhouder Boorsjabloon/

Schroefafdekking Afvoerbouwwerk

scheidingsmuur� Sensor SonicControl

�

3. Inbouw en Montage3.3 Inbouwmaten sensor

Freie Aufstellung Artikel NS

Abstand Oberkannte unterer "Finger" zu Unterkannte Auslauf(Wasserlinie)

Bohrlöcher in Bohrschablone

Alarmniveau =max.Fettschicht-dicke in cm

empfohlenes Vor-alarmniveau in cm (= 2/3 des max. Speichervolumens)

EURO "G" obere beiden Bohrlöcher93002 2 50 cm obere beiden Bohrlöcher 23 1593004 4 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 1693007 7 50 cm obere beiden Bohrlöcher 27 1893010 10 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 16EURO "D"93002.00 / D1 2 50 cm obere beiden Bohrlöcher 23 1593004.00 / D1 4 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 1693007.00 / D1 7 50 cm obere beiden Bohrlöcher 27 1893010.00 / D1 10 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 16EURO "DS"93002.50 und .00 / DS1 2 50 cm obere beiden Bohrlöcher 23 1593004.50 und .00 / DS1 4 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 1693007.50 und .00/ DS1 7 50 cm obere beiden Bohrlöcher 27 1893010.50 und .00 / DS1 10 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 16EURO E+S "M"93002.50 und .00 / M1 2 50 cm obere beiden Bohrlöcher 23 1593004.50 und .00 / M1 4 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 1693007.50 und .00 / M1 7 50 cm obere beiden Bohrlöcher 27 1893010.50 und .00 / M1 10 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 16EURO E+S "PV"93002.50 und .00 / P1 2 50 cm obere beiden Bohrlöcher 23 1593004.50 und .00 / P1 4 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 1693007.50 und .00 / P1 7 50 cm obere beiden Bohrlöcher 27 1893010.50 und .00 / P1 10 50 cm obere beiden Bohrlöcher 24 16DIN 4040 "G" rund98201 1 58 cm obere beiden Bohrlöcher 16 1198202 2 58 cm obere beiden Bohrlöcher 16 11DIN 4040 "D" rund98201.00/D1 1 58 cm obere beiden Bohrlöcher 16 1198202.00/D1 2 58 cm obere beiden Bohrlöcher 16 11

E

8

Afstand bovenkantonderste "vinger"tot onderkant afvoer(waterlijn)

Boorgaten in deboorsjabloon

Alarmniveau= max. vetlaag-dikte in cm

aanbevolen voralarmniveau in cm (= 2/3van max.opslagvolume)

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgaten

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgaten

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgaten

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgaten

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgaten

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgaten

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgaten

max. Schlamm-schichtdiktein cm

41516055

41516055

41516055

41516055

41516055

9

3. Inbouw en Montage

Inbouwmaten sensor

Instructie: Na inbouw de vetafscheider volledig met water vullen, inbouwhoogte controleren en evt. corrigeren!Wanneer geen mechanische correctie mogelijk is, wijziging in “Parameters” (hoofdstuk 8.5.1) uitvoeren.De parameters zijn met wachtwoord beveiligd – gelieve u aan de KESSEL fabrieksklantenservice te wen-den (telefoon +49 (0) 8456/27462).

93001 / 80 / 120 B und D 1 50 cm obere beiden Bohrlöcher 17 1193002 / 80 / 120 B und D 2 50 cm obere beiden Bohrlöcher 17 1193004 / 80 / 120 B und D 4 50 cm obere beiden Bohrlöcher 17 1193007 / 120 B und D 7 48 cm untere beiden Bohrlöcher 17 1193010 / 120 B und D 10 48 cm untere beiden Bohrlöcher 17 1193015 / 120 B und D 15 56 cm untere beiden Bohrlöcher 17 1193020 / 120 B und D 20 56 cm untere beiden Bohrlöcher 17 11DIN 4040 "G"98201 / 00 / 80 / 120 B und D 1 58 cm untere beiden Bohrlöcher 16 1198202 / 00 / 80 / 120 B und D 2 58 cm untere beiden Bohrlöcher 16 1198204 / 00 / 80 / 120 B und D 4 58 cm untere beiden Bohrlöcher 16 11

Für weitere Artikel kontaktieren Sie bitte den KESSEL-Werkskundendienst (Telefon +49 (0) 8456 / 27462)

bovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenbovenste beide boorgatenonderste beide boorgatenonderste beide boorgatenonderste beide boorgatenonderste beide boorgatenonderste beide boorgaten

onderste beide boorgatenonderste beide boorgatenonderste beide boorgaten

Gelieve voor verdere artikelen de KESSEL fabrieksklantenservice te vragen (telefoon +49 (0) 8456 / 27462

Afstand bovenkantonderste "vinger"tot onderkant afvoer(waterlijn)

Boorgaten in deboorsjabloon

Alarmniveau= max. vetlaag-dikte in cm

aanbevolen vor-alarm niveauin cm (= 2/3 vanmax. opslagvolume)

max.Schlamm-schichtdiktein cm

22305546476563

10

3. Inbouw en Montage

Vetafscheider < NS 15

Reservoirwand < = 10 mm

3.4 Inbouwvoorstel

Sensorkabel

Kabelschroefverbin-ding**

Vetafscheider > NS 15

Reservoirwand > = 10 mm

Schroefdraad PG 11

Kabelschroefverbin-ding*

Boring ø 19 mm

* om geurbelasting te vermijden de kabel-schroefverbinding goed vastschroeven.Afb. toont vetafscheider vrije opstelling Euro NS 2

11

De sensor moet zo worden aangebracht (ca. 60°-hoek), dat geen ondersteuning tussen beide „vin-gers“ gebeurt!

3. Inbouw en Montage

Kabel niet mettrekkracht be-last leggen!

12

3. Inbouw en Montage

Afb. toont vetafscheider voor inbouw in de grond NS 7-20 Afb. toont vetafscheider voor inbouw in de grond NS 1-4In het kader van de grondwerken dient een lege PE-HD-buis DN 40 (DA 50 mm) te wor-den gelegd. Hiervoor dient het reservoir met een contactdooszaag met 57 mm te wordenaangeboord. Het verbindingstraject tussen afscheider en schakelapparaat dient zo kortmogelijk te worden gehouden. Onnodige richtingwisselingen, met name richtingsver-an-dering met hoeken van meer dan 45° moeten worden vermeden. De lege kabelbuis dienteen constante daling naar de afscheider te bezitten. Condenswatervorming in de lege ka-belbuis kan door een luchtdichte afsluiting van de lege kabelbuis naar het schakelappa-raat worden geminimaliseerd. Om eventueel naderhand kabels te leggen kan een kabel-doortrekdraad mee worden ingelegd. De verlenging van de kabel is tot max. 30 m moge-lijk. Bij het intrekken van de kabel in de lege buisleiding naar het schakelapparaat moetde kabelschroefverbin-ding aan de lege buis vast worden aangehaald.Aansluitend moet de wartelmoer op het buiseinde worden gefixeerd.

Binnen Buiten

Art. -Nr. 917822

13

3. Inbouw en Montage

De bijgevoegde sticker dient voor de verwijdering als instructie, om beschadigin-gen van de sensor bij de verwijdering te vermijden.

De sticker moet als volgt worden aangebracht:Vetafscheider vrije opstellingIn zichthoogte aan de buitenzijde van het reservoir

Vetafscheider inbouw in de grondOp de binnenkant van het opzetstuk

Tip: De betreffende verwijdering op de sticker wijzen!

14

4. Elektrische aansluiting

4.1 Externe signaalgeverDe externe signaalgever (Bestelnr. 20162) voor overdracht van dewaarschuwingstoon in andere ruimtes kan indien nodigworden aan-gesloten.4.2 Inkorten van sensorleidingenDe sensorleidingen kunnen indien nodig worden ingekort. Wij beve-len aan, om aan de draadeinden dan alleen nog de punten te ver-tinnen. Bij gebruik van draadeindhulzen moet in acht worden geno-men, dat de aansluitklemmen voor een max. doorsnede van 2,5mm2 zijn ontworpen. Deze doorsnede mag niet worden overschre-den.

4.3 Potentiaalvrij contact

15

4. Elektrische aansluiting4.4 Installatie / KabelaansluitingDe aansluitleidingen moeten volgens in-stalla-tieschema worden aangesloten.Daarvoor eerst in de kabelschroefverbin-dingen de dichting met een schroeven-draaier doorstoten (afbeelding a), de leidingdoorsteken (afbeelding b) en aansluiten (af-beelding c). Aansluitend kan de moer ma-nueel worden aangehaald (afbeelding d).Bij aansluiting van het potentiaalvrij contactmoeten de technische gegevens in achtworden genomen.

De dichtingen van de kabelschroefver-bin-dingen die niet worden gebruikt,d.w.z. waardoor geen leidingen wordenaangeslo-ten, mogen niet worden door-gestoten. Zij dienen voor afdichting vande behuizing.

BELANGRIJK: alle aan het elektrische schakelapparaat aangesloten kabels moeten beibeëindigde installatie door geschikte maatregelen (bv. kabelbinders) zo gefixeerd worden,dat zijn in geval van 1-fout, dus bij het loskomen van een verbinding, niet tot een gevaarleiden. De sensorleiding dient gescheiden van de netleiding te worden gelegd om sto-ringsinvloeden te vermijden.

16

4. Elektrische aansluiting

Mogelijkheden voor deskundige con-structie-ve kabelverlenging (IP 68)De kabellengte bedraagt bij SonicControl 10meter. Constructief kan deze kabel door devakinstallateur onveranderd in vermogens-doorsnede tot max. 30 m worden verlengd.Bij afstanden van meer dan 30 meter kan ergeen reglementaire functie meer worden ge-garandeerd, omdat de optredende inductie-krachten tot storingen kunnen leiden.

SonicControl sondeverlenging tot max. 30meter 0,75 mm2

Instructie:De voorschriften van VDE 0100 moetenin acht worden genomen. Het schakelap-paraat mag niet in explosiegevaarlijkeruimtes worden geïnstalleerd. De 10 mkabel is constructief verlengbaar tot 30 mkabel-lengte. Wanneer de kabel in eenkabelkanaal met kabels van andere fre-quentiebestuurde apparaten wordt ge-legd dient er een afgeschermde kabel teworden gebruikt!

Afb. 1: Kabelverlenging met stootverbinders vastknijpenAfb. 2: Schaal wordt rond de leiding gelegd, einde van de schaal aan beide

zijden afdichtenAfb. 3: Schaal met voorbereid giethars uitgietenAfb. 4: Eindtoestand met sluitstop

Afzonderlijke delen op aanvraag

Afb.1

Afb.2

Afb.3

Afb.4

17

4. Elektrische aansluiting

� Display/Indicatiepaneel

� Bewegingstoetsen/Richtingstoetsenvoor de bediening door het programmamenu

� Bevestigingstoets/OK-toets

Terugtoets/ESC-toets

Controlelamp voor bedrijfsklaarheid

� Controlelamp voor storingsmelding

� Netsnoer

Modemaansluiting

� Aansluiting ultrasone sensor

� Aansluitmogelijkhedenvoor externe signaalgever

� Aansluitbus voor potentiaalvrij contact

�

�

�

�

�

� ��

18

4. Elektrische aansluiting

4.5 Aansluitschema

NetPotentiaalvrij contact

Vlotter

Net

19

5. Inbedrijfstelling

5.1 BedrijfsklaarheidNetstekker van het schakelapparaat in dewandcontactdoos stoppen. De installatie in-itialiseert zelfstandig. Bij de eerste initialise-ring vraagt het besturingstoestel naar devier basisinstellingen.1. Taal2. Datum/Tijd3. Soort installatie*4. Type vetafscheider*

� Selectie via ��

� Opslag in systeemgeheugen met “OK”� Na instelling van 1 tot 4� Schakelapparaat laadtprogrammageheugen

� Start van de bedrijfsmodus� Installatie is bedrijfsklaar

* zie pagina 29

5.2 Plichten van de exploitantControle- op transport- of montageschade- op constructieve gebreken- van alle elektrische en mechanische com-ponenten op zitting en functie- van de kabelverbindingen

Instructie van de klant aan de hand vande inbouw- en bedieningshandleiding(EBA)- EBA met klant doorlopen- Bediening van de installatie (uitleggen enbeschrijven)- Uitleggen aan de klant over de plichten vande exploitant- Op regelmatig onderhoud (zie hoofdstuk6) wijzen

5.3 Instructie / OvergaveHet hoofdstuk veiligheidsinstructiesmoet in acht worden genomen (pagina 4)!De inbedrijfstelling wordt uitgevoerd dooreen vakbedrijf of door een door KESSEL be-laste firma (tegen meerprijs). De volgendepersonen moeten bij de overgave aanwezigzijn:- Afnamegemachtigde van de bouwheer- Vakbedrijf

Bovendien raden wij de deelname aan vanhet bedieningspersoneel /de exploitant envan de verwijderingonderneming.Overzicht instructie:- Installatie bedrijfsklaar maken- Controle van de installatie- Instructie aan de hand van de inbouw- enbedieningshandleiding- Opstellen van het overgaveprotocol (ziehoofdstuk 13)➤ Na beëindiging van de instructie moet deinstallatie bedrijfsklaar worden gemaakt.

�Correcte invoervoor onberispelijkemeting noodzakelijk!

20

6. Inspectie en onderhoud

Gelieve de veiligheidsinstructies uit hoofdstuk 1 in acht tenemen.

Voor het reinigen moet het schakelapparaat op alle polen van hetnet gescheiden zijn. Bij uitwisseling van de accuʼs dienen MignonAA 1200 mAh te worden gebruikt. Repa-raties mogen alleen doorde fabrikant worden uitgevoerd. Het schakelapparaat behoeft geenonderhoud. De aansluitleidingen moeten op beschadiging wordengecontroleerd. Indien schade herkenbaar is moet de installatie on-middellijk worden uitgeschakeld.De sensor dient periodiek te worden gereinigd.

Bij elke verwijdering moet de sensor met warm/heet water wordengereinigd*. Bij gebruik van een hoogdrukreiniger 30 cm veiligheid-safstand houden.De sensor hoeft voor de reiniging niet te worden uitgenomen.

* Bij KESSEL M- en PV- vetafscheiders kan van de reiniging van desensor tot bij het volgende onderhoud worden uitgesteld, omdatde afscheider automatisch met warm water wordt gereinigd. Indi-en nodig (sterke verontreiniging van de sensor) de reiniging bijelke verwijdering uitvoeren.

21

7. Gebeurtenissen, fouten en instelmaatregelenGelieve de veiligheidsinstructies van hoofdstuk 1 in acht te nemen.7.1 Gebeurtenisindicatie (alleen in logboek):

Gebeurtenisindicatie in het display Oorzaak OplossingEerste initialisering Eerste initialisering - -Parameter veranderd Parameter werden veranderd - -Soort installatie veranderd Soort installatie werd veranderd - -Onderhoud Onderhoudstermijn werd ingevoerd - -Handmatige werking Handmatige werking werd ingevoerd - -Logboek scannen Logboek werd gescand - -Schakelapparaat uitschakelen Schakelapparaat werd uitgeschakeld - -Akoestisch alarm bevestigen Akoestisch alarm werd bevestigd - -Fout bevestigen Fout werd bevestigd - -Fabrieksinstellingen Teruggezet op fabrieksinstellingen - -Sensorinschrijving 01 Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorinschrijving 02 Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorinschrijving 03 Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorinschrijving 04 Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorinschrijving 05 Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorinschrijving 06 Sensorisch probleem Klantenservice oproepen

KESSEL-fabrieksklantenservive Tel. +49 (0)8456/27462

22

7. Gebeurtenissen, fouten en instelmaatregelen

Gebeurtenisindicatie in het display Fout Oorzaak OplossingVOORALARM-laagdikte Knipperen (alarm) Vetlaagdikte voor Vetlaagdikte in acht nemen en

niveau vooralarm evt. verwijering informerenwerd bereikt (zie ook 3.3)

Geen rustfase herkend Knipperen (alarm) Meting gebeurt tijdens Meetbereik onder menupuntde bedrijfsfasen parameters controleren en evt.(onnauwkeurigheid mogelijk) opnieuw instellen

ALARM-laagdikte Waarschuwingstoon Maximale vetlaagdikte Verwijdering informerenen knipperen bereikt (zie ook 3.3)

ALARM-temperatuur Waarschuwingstoon Toevoertemperatuur te hoog Temperatuur toevoerwateren knipperen (voor instelling niveau verlagen

normatieve opgaven opvolgen)Accuspanning te hoog Waarschuwingstoon - Contactfout aan accu -Accu op polariteit en zitting

en knipperen controlerenAccuspanning te laag Waarschuwingstoon Accu defect of Accu uitwisselen

en knipperen levensduur overschreden

Netuitval Waarschuwingstoon De installatie is stroomloos - Voorzekering en / ofen knipperenPower-LED knippert - Het display is defect FI-schakelaar controleren

- Klantenservice oproepen

7.2 Foutindicatie:

23

7. Gebeurtenissen, fouten en instelmaatregelen

Gebeurtenisindicatie in display Fout Oorzaak OplossingCommunicatiefout Waarschuwingstoon - Gebrekkige - Stap 1: principiële

en knipperen Modemontvangst contvangstmogelijkheidcontroleren- Stap 2: indien principieel geenontvangst mogelijk, dan geenmodemgebruik mogelijk; wanneerontvangst bestaat, dan modemuitwisselen

Sensorfout 01 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorfout 02 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorfout 03 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorfout 04 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorfout 05 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorfout 06 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorfout 07 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepenSensorfout 08 Waarschuwingstoon en knipperen Sensorisch probleem Klantenservice oproepen

KESSEL-fabrieksklantenservive Tel. +49 (0)8456/27462

24

7. Gebeurtenissen, fouten en instelmaatregelen

7.3 Algemene fout:Herkende fout Fout Oorzaak OplossingAfwijking tussen Foutieve functie door - gebrekkige montage - Kabel locker anziehen undvetlaaghoogte in kijkglas foutieve meting van de sensor anschließend Verschraubungen gemeten vetlaaghoogte handfest anziehen

- Positionering bij inbouw - Art des Abscheiders- gebrekkige eerste berücksichtigeninitialisering - Neukalibrierung des Sensors- Vuilafzettingen aan - Überprüfen der Position desde sensor Sensors

- Einstellen der Fettart- Entsorger verständigen

- Sensor bevindt zich in Sensor reinigendode hoek - Neupositionierung des- Type vetafscheider en Sensors (siehe Seite 11)of soort installatie fout - Einstellungen korrigiereningesteld

SMS-versturing en / of Foutieve functie of gebrekkig Modemontvangs Stap1: principiële Ontvangst-onderhoud op afstand Onderhoud op afstand mogelijkheid controleren

Stap 2: indien principieelgeen ontvangst mogelijkdan geen modemgebruikmogelijk; wanneer ontvangstbestaat, dan modem uitwisselen

25

7. Gebeurtenissen, fouten en instelmaatregelen7.4 InstallatiefoutHerkende fout Oorzaak OplossingGeurbelasting Lek van de kabeldoorvoer Kabelschroefverbinding in dedoor verkeerde inbouw reservoirwand geurdicht aanhalen

(zie ook bedieningshandleidingvan uw vetafscheider)

Water in de bedrijfsruimte Lek in de kabeldoorvoer Kabelschroefverbinding in dedoor verkeerde inbouw reservoirwand geurdicht aanhalen

26

8. Schakeltoestel

8.1 MenubeheerHet menubeheer van het schakelappa-raat is in de systeeminformatie, alsook indrie verschillende hoofdmenupunten in-gedeeld. Door eenmaal op een bedie-ningstoets te drukken wordt de achter-grondverlichting geactiveerd.OK-toets: sprong naar het volgende

hogere niveauESC-toets: sprong naar het volgende

lagere niveau� Navigatie in een niveau�

Door eenmaal drukken kaneen akoestisch alarm wor-den bevestigd.Nadat het alarm eenmaal

werd gedrukt kan door nogmaals te druk-ken ook de optische fout worden beve-stigd.Wanneer de fout niet werd opgelost wordtdoor opnieuw op de alarmknop te drukkenhet akoestisch alarm weer ingeschakeld.

Bij optreden van een stroomuitval is de in-stallatie niet bedrijfsklaar. Het schakelap-paraat gaat in standby-modus (accu-wer-king). Dit wordt aangetoond door eenakoes-tisch en optisch alarm. Door op dealarmknop te drukken kan het akoestischalarm worden bevestigd. De standby-modus wordt geduren-de min. 72 uren be-houden. Aansluitend scha-kelt het scha-kelapparaat zelfstandig uit. Indien de ne-taansluiting binnen het uur weer tot standwordt gebracht gaat het programmazelfstandig door met de laatste program-mafase. Indien dit niet het geval is initia-liseert het apparaat opnieuw bij terugke-rende netaansluiting (reeds uitgevoerdeprogram-meringen blijven behouden). Ditkan ook manueel door langer op dealarmknop te drukken worden uitgevoerd.

Instructie:Bepaalde menuʼs zijn door een wachtwo-ord beschermd. Dat dient voor de veilig-heid van de installatie tegen ondeskundiggebruik.Gelieve u bij vragen aan de fabrieksklan-tenservice van KESSEL te wenden (tele-foon +49 (0)8456/27462)

Alarmtoets

8.2 Systeemmenu

Systeminfo Informatie

Onderhoud

Instellingen

27

8. Schakeltoestel8.3.1 BedrijfsurenIndicatie van alle looptijden van de installatie.8.3.2 LogboekChronologische gebeurtenis- en foutindicatie (zie ook hoofdstuk 7 „Gebeurtenissenen fouten / Oplossingen“)Alle uitgevoerde veranderingen van instellingen worden hier opgeslagen.8.3.3 BesturingstypeIndicatie van het soort installatie, het vetafscheidertype, de taal en de stand van desoftware.8.3.4 OnderhoudstermijnIndicatie van de volgende nodige onderhoudsbeurt alsook van het laatste uitgevo-erde onderhoud.Tip: Gegevens zijn alleen beschikbaar, als deze door de onderhoudspartner wer-den opgeslagen in het menu instellingen.8.3.5 Actuele meetwaardenDoor op toets OK te drukken wordt een meting van de actuele vetlaagdikte uitgevo-erd.8.3.6 ParametersIndicatie van alle ingestelde besturingsparameters van de installatie. Een wijzigingvan de parameters is in dit menu niet mogelijk.8.3.7 Geheugen voor meetgegevensIndicatie van de laatst opgeslagen laagdikte en temperatuur (max. 400 waarden).8.3.8 VerwijderingIndicatie van de laatst uitgevoerde verwijdering (indien deze werd opgeslagen)

8.3 Informatiemenu

Systeminfo Informatie

Onderhoud

Instellingen

Bedrijfsuren

Logboek

Besturingstype

Onderhouds-termijn

Actuele meet-waardenden

Parameters

Geheugen voormeetgegevens

Verwijdering

28

8.4 Onderhoudmenu

8. Schakeltoestel

8.41 Handmatige modusDoor de handmatige modus wordt de automatische werking buiten kracht gezet.

8.4.2 TestmodusAutomatische test.

8.4.3 OnderhoudstermijnInvoer van het laatst uitgevoerde onderhoud en de volgende onderhoudstermi-jn door de onderhoudspartner.

8.4.4 VerwijderingtermijnInvoer van de laatst uitgevoerde verwijdering (bv. door de verwijderingpartner)

Systeminfo Informatie

Onderhoud

Instellingen

Handmatigemodus

Testmodus

Onderhouds-termijn

Verwijdering-termijn

29

8. Schakeltoestel

8.5.1 ParametersVerandering van in de fabriek opgeslagen parameters (zie ook 3.3)Tip: Elke wijziging wordt door op de toets OK te drukken onmiddellijk overgeno-men. Bovendien bestaat de mogelijkheid om bij het verlaten van het menu, dezewaarden in het profielgeheugen onder een eigen naam op te slaan.8.5.2 ProfielgeheugenLaden van de bij de initialisering overgenomen waarden en de onder een nieuwenaam toegevoegde waarden (zie 8.5.1).8.5.3 Datum/TijdInstelling van de actuele datum en de tijd.8.5.4 Soort installatieSelectie van het gemiddeld optredende vetgehalte en de soort vet.8.5.5 Type vetafscheiderSelectie van het vetafscheidertype.8.5.6 TaalIndicatie / Wijziging van de taal.8.5.7 CommunicatieInvoer / Verandering van de stationsnaam, het apparaatnummer, het modemtype,de PINS en het nummer van de mobilofoon, waarnaar mogelijke storingen perSMS kunnen worden gezonden (gedetailleerde beschrijving zie afzonderlijke be-dieningshandleiding)8.5.8 SensorenAdrestoewijzing van de sensoren.8.5.9 TerugzettenTerugzetten van het schakelapparaat op de fabrieksinstelling (bedrijfsuren wor-den niet teruggezet).

8.5 InstellingsmenuSysteminfo Informatie

Onderhoud

Instellingen Parameters

Profiel-geheugen

Datum/Tijd

Soort installatie

Typevetafscheider

Taal

Communicatie

Sensoren

Terugzetten

30

9. Technische gegevensAlgemene technische gegevens

Behuizingafmetingen (L x B x H) 180 x 200 x 70 mmGewicht schakelapparaat ca. 1 kgToegelaten temperatuurbereik 0 tot 50 °CNetstroom standby (bedrijfsklaar) 14 mANetstroom in werking 35 mABeveiligingsklasse IAfdichtingsnorm IP 54Elektrische aansluitingen geschiktvoor alle koperen geleiders 0,08 - 2,5 mmKabelmanteldiameter 5 - 9 mm

VerzorgingBedrijfsspanning 230 V AC 1~

50 Hz ± 10% L / NNetaansluiting Schuko-stekker aan scha-

kelapparaat met 1,4 mnetsnoer

Nodige voorzekering max. 16 A (door de klantte voorzien), Hoofdscha-kelaar

Ingangen

Sensoringang Sensoringang SonicControl

Uitgangen

Potentiaalvrij contact • Wisselaar: Middelcontact,(Artikel-Nr. 80072) • Sluiter; opener

• max. 42 VAC / 0,5 A• met toestelinterne beveiliging• met toestelinterne veiligheidsscha-keling voor inductieve last

Optie: signaalgever Aansluitmogelijkheid(Artikel-Nr. 20162) voor een externe signaalgever

31

10. Reserveonderdelen en toebehoren

Nr.11. Schakeltoestel 395-00512. Ultrasone sensor 395-0043. Uitvoeringsset voor inbouw in de grond 9178221

innen aussen

�

32

33

12. Vrijwaring (Garantie)

1. Indien een levering of een dienst problemen vertoont, zal KESSEL vol-gens u keuze het probleem verhelpen door een bijkomende levering ofdoor de levering van een toestel zonder schade. Indien de bijkomendelevering twee maal ontoereikend is om het probleem op te lossen of in-dien het probleem niet opgelost kan worden, heeft de klant / de opdracht-gever het recht zich aan het contract te onttrekken of zijn betaling over-eenkomstig te vertragen. Het vaststellen van duidelijke schade moet me-teen gebeuren, bij niet meteen zichtbare schade moet dit meteen na hetontdekken van de schade schriftelijk gemeld worden. Voor bijkomendherstel of bijkomende leveringen staat KESSEL in dezelfde mate borgals voor het oorspronkelijke voorwerp van het contract. Voor nieuwe le-veringen begint de garantietermijn opnieuw te lopen, maar dit enkel voorde omvang van de nieuwe levering.Voor pas herstelde voorwerpen biedt KESSEL een garantie.De garantietermijn bedraagt 24 maanden vanaf de levering aan onzepartner. § 377 van het Duitse Handelswetboek zijn verder van toepas-sing.Naast de wettelijk verplichte garantie garandeert KESSEL AG bijolie/benzineafscheiders, vetafscheiders, schachten, IBA-systemen en

regenwaterreservoirs de dichtheid, statische belastbaarheid en toepas-baarheid voor een periode van 20 jaar.

Deze garantie geldt uitsluitend wanneer montage door vakkundig per-soneel is uitgevoerd volgens de geldende normvoorschriften en inbouw-instructies, en dat daarbij voldoende rekening is gehouden met de grond-watersituatie terplaatse.Daarnaast geldt de voorwaarde dat het gebruik van de systemen en hetonderhoud ervan wordt uitgevoerd volgens de KESSEL voorschriften.

2. KESSEL wil met nadruk stellen dat slijtage geen tekortkoming van hetproduct is. Hetzelfde geldt voor fouten die optreden door foutief onder-houd.

Instructie: Het openen van verzegelde componenten of schroefverbin-dingen mag alleen door de fabrikant gebeuren. Anders kunnen vrijwa-ringsclaims uitgesloten zijn.

01.06.2010

34

13. Overgaveprotocol voor de monteur

Typebenaming *

KESSEL - bestelnummer *

Productiedatum *(* volgens typeplaatje/rekening)

Objectbenaming / Exploitant van de installatieAdres / Telefoon / Telefax

PlannerAdres / Telefoon / Telefax

Uitvoerende bouwfirma / Sanitairfirma / ElektriciteitsfirmaAdres / Telefoon / Telefax

Voor de keuring bevoegde persoonAdres / Telefoon / Telefax

Overgavepersoon

Verdere opmerkingen

De aangehaalde inbedrijfstelling en instruering werd in het bijzijn van de voor de keuring bevoegde persoon en de exploitant van de installatie uitgevoerd.

Plaats, datum Handtekening voor de keuring bevoegde persoon Handtekening exploitant van de installatie

13. Overgaveprotocol�

��

��

��

35

Overgaveprotocol (Exemplaar voor de inbouwende onderneming)De aangehaalde inbedrijfstelling en instruering werd in het bijzijn van de voor de keuring bevoegde persoon en de exploitantvan de installatie uitgevoerd.De exploitant van de installatie / voor de keuring bevoegde persoon werd gewezen op de onderhoudsplicht van het product volgens de bijgaande bedieningshandleiding.De inbedrijfstellingen werden niet uitgevoerd.

Aan de opdrachtgever/inbedrijfsteller werden de volgende bouwdelen en/of productcomponenten overgegeven**:

De inbedrijfstelling en instruering wordt uitgevoerd door (firma, adres, aanspreekpartner, telefoon):

De exacte termijnafspraak voor de inbedrijfstelling/instruering wordt door de exploitant van de installatie en ingebruiknemer uitgevoerd.

Plaats/Datum Handtekening voor de Handtekening inbouwende Handtekening exploitant van de installatiekeuring bevoegde persoon onderneming

Al les voor de on twate r ingOpstuwingafsluitingenHefinstallaties

Aflopen / Gotenin gebouwenAflopen buiten gebouwen

AfscheidersVetafscheidersOlie-/benzineafscheidersStijfselafscheidersBezinkstofafscheiderKleine zuiveringsinstallaties

Schachten

Bruikwaterinstallaties voor regenwater

��

�

�

�

�