Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO...

81
Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en waar vallen zij uit? Analyse van studentenstromen over periode 2005- 2015 NRO-onderzoek doorstroom mbo-hbo Deze publicatie is onderdeel van een grootschalig onderzoek dat loopt naar de doorstroom van mbo- studenten naar het hbo. Meer informatie hierover kunt u vinden op: www.tierweb.nl/tier/projects/project-verbeterde-aansluiting-mbo-hbo

Transcript of Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO...

Page 1: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en waar vallen zij uit? Analyse van studentenstromen over periode 2005-

2015

NRO-onderzoek doorstroom mbo-hbo

Deze publicatie is onderdeel van een grootschalig onderzoek dat loopt naar de doorstroom van mbo-

studenten naar het hbo. Meer informatie hierover kunt u vinden op:

www.tierweb.nl/tier/projects/project-verbeterde-aansluiting-mbo-hbo

Page 2: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Colofon

Titel Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en waar vallen zij uit?

Analyse van studentenstromen over periode 2005-2015

Auteurs José Mulder & Joris Cuppen mmv Pieter Aalders.

Datum September 2016

Projectnummer 30394.01

Expertisecentrum Beroepsonderwijs

Postbus 1585

5200 BP ’s-Hertogenbosch

T 073 687 25 00

www.ecbo.nl

© ecbo 2016

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op

welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 3: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 3

Inhoudsopgave

1 Inleiding ............................................................................................................. 5

2 Wie stromen het hbo in? .................................................................................... 7

2.1 Aantallen .......................................................................................................7

2.2 Vooropleiding .................................................................................................7

2.3 Vorm .............................................................................................................8

2.4 Focus van het onderzoek ................................................................................9

2.5 Conclusie ..................................................................................................... 10

3 Hoe ziet groep mbo 4-instromers eruit? ..........................................................11

3.1 Leeftijd ........................................................................................................ 11

3.2 Geslacht ...................................................................................................... 12

3.3 Afkomst ....................................................................................................... 13

3.4 Geslacht en afkomst ..................................................................................... 16

3.5 Sociaal economische status ........................................................................... 18

3.6 Moment van overstap ................................................................................... 19

3.7 Bol/bbl ......................................................................................................... 20

3.8 Stapelen/blijven zitten .................................................................................. 21

3.9 Conclusie ..................................................................................................... 22

4 Waar stromen mbo 4-studenten in? ................................................................23

4.1 Hogescholen ................................................................................................ 23

4.2 Sector en hogeschool-type ............................................................................ 25

4.3 Opleidingen ................................................................................................. 26

4.4 Toeleverende mbo-instellingen en type .......................................................... 28

4.5 Toeleverende mbo-domeinen ........................................................................ 30

4.6 Conclusie ..................................................................................................... 30

5 Welke keuzes maken mbo-studenten na jaar één? .........................................33

5.1 Stoppen met studeren .................................................................................. 33

5.2 Op- en afstromers ........................................................................................ 36

5.3 Switchen ...................................................................................................... 37

5.4 Conclusie ..................................................................................................... 40

6 Wie blijven, stoppen en switchen er? ..............................................................43

6.1 Keuzes per leeftijd ........................................................................................ 43

6.2 Keuzes per geslacht ...................................................................................... 45

6.3 Keuzes per etniciteit ..................................................................................... 48

Page 4: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

4 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

6.4 Keuzes per geslacht en etniciteit....................................................................51

6.5 Keuzes naar sociaal economische achtergrond ...............................................53

6.6 Keuzes naar moment van overstap ................................................................54

6.7 Keuzes per bol/bbl ........................................................................................55

6.8 Keuzes van stapelaars ..................................................................................56

6.9 Conclusie .....................................................................................................57

7 Waar bevinden uitvallers en switchers zich? .................................................. 59

7.1 Uitval en switch per hogeschool ....................................................................59

7.2 Uitval en switch per sector en instellingstype ..................................................61

7.3 Uitval en switch per opleiding ........................................................................63

7.4 Uitval en switch per toeleverende mbo-instelling en -type ...............................65

7.5 Uitval per toeleverend mbo-domein ...............................................................67

7.6 Conclusie .....................................................................................................70

8 Samenvatting & Conclusies ............................................................................. 71

8.1 Samenvatting ...............................................................................................71

8.2 Negen hoofdconclusies .................................................................................77

Bijlage: Overzicht hbo-instellingen ingedeeld naar type ...................................... 81

Page 5: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 5

1 Inleiding

Doorstroom mbo-hbo staat volop in de aandacht. Het is één van de speerpunten van de

minister van Onderwijs voor de komende jaren (zie Ministerie van OCW, 2015) en er wordt

veel gediscussieerd over het hoe en waarom van de hoge uitvalpercentages onder mbo-

studenten op het hbo (zie o.a. Bormans, 2016; Bussemaker, 2016; Scienceguide, 2016;

Morshuis, Martens & Mulder, 2016; in ’t Veldt, 2016, SCP, 2016).

Hoewel men het er over eens is dat de uitval van mbo’ers op het hbo (te) hoog is, is er nog

veel onbekend over wie nu precies de mbo 4-studenten zijn die het hbo instromen, wie van

hen uitvallen en bij welke hogescholen en studies dat gebeurt.

In 2015 is een driejarig onderzoek gestart naar de doorstroom mbo-hbo.1 Dit onderzoek

dient antwoord te geven op de vraag hoe de doorstroom verbeterd kan worden.2 Hiervoor

worden verschillende bronnen van informatie gebruikt, van (inter)nationale literatuur tot

studenten enquêtes en van caseonderzoek bij scholen tot analyse van onderwijscarrières.

Dit rapport beschrijft de analyse van die laatste bron: de carrières van studenten die in de

periode 2005 t/m 2015 zijn ingestroomd in het hbo. Dit rapport geeft daarmee een feitelijk

overzicht van de studenten die een hbo-bachelor volgen, waar ze die volgen en welke

keuzes zij maken gedurende het eerste jaar op het hbo. Blijven ze bijvoorbeeld dezelfde

studie volgen, switchen ze van studie en/of instelling of stoppen ze in het geheel met het

volgen van onderwijs.

Beschrijvingen vinden plaats voor mbo 4-studenten én studenten die met een andere

vooropleiding het hbo instromen. Dit zijn: studenten met een havodiploma, met een vwo-

diploma, studenten die vanuit de universiteit instromen en studenten die vanuit het mbo

instromen maar geen niveau 4-diploma hebben. De keuzes van mbo 4-studenten wordt

daarmee steeds in een bredere context geplaatst.3

Hoe is het rapport opgebouwd? Hoofdstuk 2 beschrijft de algemene instroom in de hbo-

bachelor over de periode 2005-2015. Hoofdstuk 3 beschrijft hoe de groep mbo 4-studenten

die aan een hbo-bachelor begint eruit ziet: hoe oud zijn ze, van welk geslacht, hebben ze

een bol of bbl opleiding gevolgd etc. Hoofdstuk 4 beschrijft waar mbo 4-studenten hun

opleiding volgen, bij welke hogeschool, binnen welke sector en van welke mbo-instelling ze

afkomstig zijn. Hoofdstuk 5 beschrijft welke keuzes studenten maken gedurende het eerste

jaar: blijven ze dezelfde studie volgen, switchen ze of stoppen ze met het volgen van

onderwijs? Hoofdstuk 6 en 7 beschrijven vervolgens de relatie tussen de kenmerken die in

hoofdstuk 4 en 5 beschrijven zijn met de keuzes die studenten maken.

1 Dit onderzoek wordt gefinancierd door NRO, zie: https://www.nro.nl/kb/405-15-620-verbeterde-aansluiting-mbo-hbo-wat-werkt/ 2 Zie www.tierweb.nl/tier/projects/project-verbeterde-aansluiting-mbo-hbo/ voor meer informatie over het onderzoek. 3 Het rapport geeft geen uitsluitsel over verklaringen voor uitval van mbo-studenten op het hbo. Het geeft alleen een beschrijving van wat er gebeurd en met wie en waar. Zoals uit het rapport blijkt, verschilt de uitval van studenten op vele dimensies. Zo vallen oudere studenten vaker uit, studenten van niet-westerse komaf, studenten van bepaalde mbo-instellingen, studenten afkomstig uit domein handel & ondernemerschap etc. Hoe al factoren zich tot elkaar verhouden is onderwerp van nader onderzoek dat momenteel wordt uitgevoerd door onderzoekers van DUO en ecbo.

Page 6: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

6 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Voor alle hoofdstukken geldt dat er steeds een vergelijking wordt gemaakt van mbo 4-

studenten met andere groepen studenten die een hbo-bachelor volgen. Veelal betreft dit alle

groepen die het hbo instromen. Voor de leesbaarheid is er in sommige gevallen voor

gekozen mbo 4-studenten alleen met havisten te vergelijken.

Bij alle vergelijkingen wordt enerzijds de totale groep instromende studenten over de

periode 2005-2015 beschrijven, anderzijds wordt (waar mogelijk) de ontwikkeling per jaar

inzichtelijk gemaakt.

Page 7: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 7

2 Wie stromen het hbo in? 4

De instroom in de hbo-bachelor is de over de periode 2005-2013 flink gestegen. Sindsdien

neemt de instroom af. De verhouding tussen studenten van verschillende vooropleidingen

blijft over de jaren constant: jaarlijks heeft ongeveer 55% van de instromende studenten

een havodiploma, zo’n 31% een mbo 4-diploma en 8% een vwo-diploma.

2.1 Aantallen

De instroom in het hbo is het afgelopen decennium flink gegroeid, van 60.100 studenten in

studiejaar 2005/2006 tot 89.090 studenten in 2013/2014 (zie figuur 2.1).

De instroom neemt sinds 2013/2014 geleidelijk af. Zo stromen er in studiejaar 2015/2016

77.395 nieuwe studenten de hbo-bachelor binnen, wat een duidelijke afname is ten opzichte

van de jaren ervoor, maar nog beduidend hoger dan het aantal van 60.100 nieuwe

studenten in 2005/2006.

2.2 Vooropleiding

Figuur 2.1 Ontwikkeling van de instroom van nieuwe studenten in een hbo-bachelor

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

In 2004 stroomden er bijna 20.000 studenten met een mbo 4-diploma de hbo-bachelor in.5

In 2013 waren er dat bijna 30.000; een toename van 50%punten. Na 2013 daalden het

aantal naar zo’n 26.000 (zie figuur 2.1).

4 Daarbij kijken we alleen naar studenten die min of meer rechtstreeks vanuit de vooropleiding doorstromen naar het hbo. Min of meer, omdat ze in de periode 2004-2014 hun vooropleiding hebben afgerond én in de periode aan een hbo-bachelor zijn begonnen. Het kan zijn dat ze in 2006 het mbo hebben afgerond en in 2011 aan de bachelor zijn begonnen. 5 Bij het categoriseren van studenten naar vooropleiding zijn studenten met een havo- én mbo 4-diploma ingedeeld bij de havisten. Hetzelfde geldt voor vwo’ers met een vwo- én mbo 4-diploma.

31%35% 35% 34% 34% 33% 33% 32% 33% 34% 34%

55%

50%50% 51%

50% 50% 52% 53%53% 53%

54%

9%

8%8%

8%

8% 8% 8% 8%

8%6%

6%

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

70000

80000

90000

100000

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

wo

vwo

mbo geen 4

havo

mbo 4

Page 8: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

8 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Hoewel de absolute instroom in de hbo-bachelor fluctueert, blijkt de relatieve instroom van

mbo 4-studenten opvallend stabiel. Jaarlijks heeft van iedere student die aan een hbo-

bachelor begint 1 op de 3 een mbo 4-opleiding, en net iets meer dan de helft een

havodiploma. Zo’n 8% komt van het vwo en de overige 7% zijn afkomstig van het wo of

mbo zonder niveau 4-diploma.

Van de wo-studenten heeft gemiddeld genomen 98% een vwo-diploma.

2.3 Vorm

Een hbo-bachelor kan in voltijd, deeltijd en als duale opleiding gevolgd worden. Het

merendeel van de studenten, zo’n 95%, volgt een voltijdopleiding, zo’n 4% een

deeltijdopleiding en 1% een duale opleiding. Zoals figuur 2.2 laat zien, is deze verhouding

constant over de jaren heen.

Figuur 2.2 Ontwikkeling van de instroom van nieuwe studenten in een hbo-bachelor

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien we dat maar liefst 87% van deze

studenten afkomstig is uit het mbo (zie figuur 2.3). Slechts 6% stroomt in vanuit de havo.

Ook van de eerstejaars duale studenten stroomt een meerderheid (61%) in vanuit het mbo.

De meeste van deze studenten stromen niet rechtstreeks door vanuit het mbo naar het hbo,

maar werken eerst een aantal jaar.

96%95% 94% 93%

93% 93% 93% 94%95% 95%

94%

2%

3%4% 4%

5% 5% 5% 4%

4%3%

4%

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

70000

80000

90000

100000

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

duaal

deeltijd

voltijd

Page 9: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 9

Figuur 2.3 Instroom van nieuwe studenten in een hbo-bachelor in 2005-2015

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

2.4 Focus van het onderzoek

Omdat de focus van dit onderzoek ligt op studenten die (zo goed als) rechtstreeks

doorstromen van het mbo naar het hbo, is ervoor gekozen verder alleen naar de instroom in

de voltijds bacheloropleidingen te kijken.

De instroom in voltijds bacheloropleidingen is de afgelopen jaren flink toegenomen en neemt

de afgelopen twee jaar af (zie figuur 2.4). Zo ook de instroom van mbo 4-studenten.

Echter, de verhouding mbo 4 vs havo-studenten is over de jaren heen stabiel in de voltijds

bachelor. Jaarlijks is van de instromende studenten ongeveer 31% in het bezit van een

mbo 4-diploma, zo’n 54% heeft een havodiploma. Samen vormen de mbo 4-studenten en de

havisten de overgrote meerderheid van de instroom.

Daarnaast is er een kleine groep die instroomt met een vwo-diploma (gemiddeld 8%) en

twee kleine groepen die instromen vanuit het mbo zonder niveau 4-diploma en vanuit het

wo (resp. 2 en 4%).

31%

73%

57%

54%

6%31%

2% 15%4%8% 2% 4%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Voltijd(809.009 studenten)

Deeltijd(33.026 studenten)

Duaal(17.850 studenten)

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 10: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

10 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 2.4 Ontwikkeling van de instroom van nieuwe studenten in een voltijd hbo-

bachelor

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

2.5 Conclusie

In dit rapport onderzoeken we de instroom van mbo 4-studenten in een voltijds hbo

bacheloropleiding. Het aantal instromende mbo 4-studenten fluctueert over de afgelopen 10

jaar. Over de periode 2005-2013 is er een sterke toename geweest, vanaf 2014 neemt de

instroom af.

Relatief gezien is er weinig veranderd: de afgelopen 10 jaar bestond de instroom jaarlijks

voor 31% uit mbo 4-studenten, voor zo’n 55% uit havisten en voor het overige deel uit

vwo’ers, wo’ers en mbo 4-studenten zonder niveau 4-diploma.

30%34% 33% 31% 31% 31% 30% 30% 31% 33% 32%

56%

52% 52% 54%53% 53% 55% 55%

55% 55%57%

9%

8%8% 8%

9% 8% 8% 8%

8% 7%

6%

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

70000

80000

90000

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 11: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 11

3 Hoe ziet groep mbo 4-instromers eruit?

Ongeveer 1 op de 3 studenten die aan een voltijds hbo-bachelor begint is in het bezit van

een mbo 4-diploma. Hoe ziet deze groep er verder uit? En hoe verhouden zij zich tot de

andere instromers?

3.1 Leeftijd

Mbo 4-studenten die aan een voltijds hbo-bachelor beginnen zijn bijna altijd negentien jaar

of ouder. Havisten zijn overwegend jonger als ze het hbo instromen, veelal tussen de 16-18

jaar (zie figuur 3.1).

Mbo-studenten die géén niveau 4-diploma hebben, zijn gemiddeld genomen de oudste

groep die instromen. Van hen is bijna 85% ouder dan 21. Vwo’ers en studenten die vanuit

de universiteit instromen, nemen een middenpositie in.

Figuur 3.1 Leeftijd van nieuwe studenten in een voltijd hbo-bachelor per vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Figuur 3.1A laat zien dat de gemiddelde leeftijd bij instroom op het hbo voor alle

vooropleidingen (licht) lijkt toe te nemen.

79%

57%53%

18%

13%

38%

64%

44%

75%

5%

32%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo-4 havo mbo geen 4 vwo wo

16-18 19-20 21-25 >25

Page 12: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

12 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 3.1A Gemiddelde leeftijd bij instroom, per vooropleiding

3.2 Geslacht

Gemiddeld genomen is van de instromende mbo 4-studenten 52% vrouw en 48% man

(figuur 3.2). Deze verhouding zie je ook terug bij de instromende havisten.

Figuur 3.2 Geslacht van nieuwe studenten in een voltijd hbo-bachelor naar vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Bij de studenten zonder niveau 4-diploma is de meerderheid man, net als bij studenten

afkomstig van het wo. Het aandeel mannen onder deze twee groepen neemt daarnaast over

de jaren toe (figuur 3.3).

17

18

19

20

21

22

23

24

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo-4 havo mbo geen 4 vwo wo

48% 48%61%

39%

57%

52% 52%39%

61%

43%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo-4 havo mbo geen 4 vwo wo

man vrouw

Page 13: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 13

Figuur 3.3 Percentage mannen dat instroomt in voltijd hbo-bachelor, per vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

3.3 Afkomst

Kijken we naar de afkomst van instromende studenten, dan zien we dat niet-westerse

allochtonen, in vergelijking met de totale Nederlandse bevolking in de leeftijd 15 tot en met

24 jaar6, oververtegenwoordigd zijn onder mbo 4-studenten (figuur 3.4).

1 op de 4 mbo 4-studenten is van niet-westerse afkomst, terwijl dat onder havisten 1 op de

9 is en onder de Nederlandse bevolking van 15 tot en met 24 jaar 1 op de 6. Westerse

allochtonen zijn zowel onder de mbo 4-studenten als onder de havisten

ondervertegenwoordigd.

Figuur 3.4 Etniciteit van nieuwe studenten in een voltijd hbo-bachelor naar vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, Centraal Bureau voor de Statistiek, bewerking ecbo

Over de cohorten heen blijkt het percentage niet-westerse allochtonen onder mbo-studenten

met én zonder niveau 4-diploma te zijn afgenomen. Onder havisten, vwo’ers en studenten

die vanuit de universiteit instromen, lijkt het aandeel stabiel (figuur 3.5).

6 CBS Statline, 4 februari 2016

35%

40%

45%

50%

55%

60%

65%

70%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

69%83%

62%

89% 86%74%

6%

6%

9%

6% 7%

9%

25%11%

29%

5% 7%17%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo bevolking NL(15-24 jaar)

autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon

Page 14: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

14 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 3.5 Percentage niet-westerse studenten dat instroomt naar vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Het aandeel autochtone mbo 4-studenten is tussen de schooljaren 2005/2006 en 2008/2009

toegenomen van 58% tot 70% en daarna gestabiliseerd (figuur 3.6).

Figuur 3.6 Percentage autochtone mbo 4- en havo-studenten dat instroomt

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Dieper ingaand op de achtergrond van niet-westers allochtone studenten zien we verschillen

tussen de eerste generatie en tweede generatie (figuur 3.7).

Mbo-studenten zijn relatief vaker eerste generatie niet-westerse allochtonen. De havisten,

vwo’ers en wo’ers zijn relatief vaker tweede generatie niet-westerse allochtonen. In

vergelijking met de totale bevolking van niet-westerse allochtonen in Nederland in de leeftijd

van 15 tot en met 24 jaar7, zijn de niet-westers allochtone studenten van de eerste

generatie oververtegenwoordigd onder de mbo-studenten en ondervertegenwoordigd onder

de havisten, vwo’ers en wo’ers.

7 CBS Statline, 4 februari 2015

33,7% 31,3%28,6%

23,4% 22,7% 22,0% 22,9% 22,7% 22,4% 22,3% 22,0%

9,6% 10,7% 11,3% 11,2% 11,0% 11,0% 11,2% 11,1% 11,1% 11,5% 11,5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo-4 havo

Page 15: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 15

Figuur 3.7 Generatie van niet-westers allochtone studenten per vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, Centraal Bureau voor de Statistiek, bewerking ecbo

Over de jaren heen is het aandeel tweede generatie studenten onder niet-westerse mbo 4-

studeten toegenomen van 43% naar bijna 80% (figuur 3.8). Onder havisten is het

percentage niet-westerse tweede generatie studenten ook gestegen, van 75% naar bijna

90%.

Figuur 3.8 Percentage tweede generatie niet-westerse mbo 4- en havo-studenten per jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Dezelfde generatieverschillen zien we terug bij westerse allochtonen, hetzij in iets

bescheidener mate (figuur 3.9).

1 op de 3 Westerse mbo 4-studenten is van de eerste generatie. Onder havisten vwo’ers en

wo’ers is zo’n 20% van de eerste generatie. In vergelijking met de totale bevolking van

westerse allochtonen in Nederland in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar8, zijn alle

opleidingsgroepen ondervertegenwoordigd: gemiddeld is 47% van de westerse allochtonen

tussen de 15 en 25 jaar van de eerste generatie.

8 CBS Statline, 4 februari 2015

35%20%

46%

22% 18%28%

65%80%

54%

78% 82%72%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo bevolking NL(15-24 jaar)

eerste generatie tweede generatie

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo 4 havo

Page 16: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

16 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 3.9 Generatie van westers allochtone studenten naar vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, Centraal Bureau voor de Statistiek, bewerking ecbo

Over de jaren heen is onder westerse mbo 4-studenten een toename van het aantal tweede

generatie studenten te zien (figuur 3.10). In 2006/2007 was 57% van de westerse mbo 4-

studenten van de tweede generatie, in het schooljaar 2013/2014 was dat 76%.

Onder de instroom van westers allochtone studenten met een havo-opleiding is het

percentage van de tweede generatie maar nauwelijks veranderd door de jaren heen.

Figuur 3.10 Percentage tweede generatie onder westerse allochtone studenten per jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

3.4 Geslacht en afkomst

Gemiddeld genomen is 48% van de mbo 4-studenten een man (zie paragraaf 3.2). Kijken

we naar het aandeel mannen onder niet-westers allochtone studenten die instromen vanuit

een mbo 4-opleiding, dan valt op dat dat er relatief weinig zijn (figuur 3.11).

32%21%

34%22% 18%

47%

68%79%

66%78% 82%

53%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo Bevolking NL(15-25 jaar)

eerste generatie tweede generatie

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo 4 havo

Page 17: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 17

Bovendien neemt het aandeel mannelijke instromers onder niet-westerse studenten met een

mbo 4-opleiding over de jaren af. Zo was in het schooljaar 2007/2008 48% van de niet

westerse instromers man, in het schooljaar 2015/2016 41,5%.

Figuur 3.11 Percentage mannelijke mbo 4-studenten naar etniciteit

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Onder de westerse allochtone mbo 4-studenten stromen in de schooljaren 2005/2006 tot en

met 2008/2009 juist relatief veel mannelijke studenten de voltijd hbo-bachelor in; daarna

neemt het af tot zo’n 48%.

Het percentage mannelijke instromers onder de autochtone studenten met een mbo 4-

opleiding schommelt over de jaren heen zo rond de 49%.

Onder de instromende havisten zijn er, wat betreft het percentage mannen, weinig

verschillen tussen autochtonen, westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen (figuur

3.12). Door de jaren heen lijkt dit percentage onder alle drie de groepen wel iets toe te

nemen. Onder alle drie de groepen ligt het percentage mannelijke instromers in alle jaren

onder de 50%, met uitzondering van de westerse allochtonen in het schooljaar 2015/2016.

Figuur 3.12 Percentage mannelijke havo-studenten naar etniciteit

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

40%

42%

44%

46%

48%

50%

52%

54%

56%

58%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

autochtonen westerse allochtonen niet-westerse allochtonen

40%

42%

44%

46%

48%

50%

52%

54%

56%

58%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

autochtonen westerse allochtonen niet-westerse allochtonen

Page 18: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

18 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

3.5 Sociaal economische status

Studenten die het hbo instromen met een mbo 4-diploma zijn vaker afkomstig uit wijken

met een lage sociaaleconomische status9 dan de studenten die instromen vanuit een havo-

opleiding (figuur 3.13).

1 op de 3 instromende mbo 4-studenten is afkomstig uit een wijk met een lage sociaal

economische status, tegen nog geen 1 op de 4 havisten.

Omgekeerd is 23% instromende mbo 4-studenten afkomstig uit wijken met de hoogste

sociaal economische status, terwijl 30% van de instromende havisten afkomstig is uit deze

wijken.

Mbo-studenten die instromen zonder niveau 4-diploma zijn het vaakst afkomstig uit wijken

met de laagste status en het minst vaak uit wijken met de hoogste status.

Vwo’ers komen van alle opleidingsgroepen het minst vaak afkomstig uit wijken met de

laagste status.

Tabel 3.13 Sociaal Economische Status van instromende studenten in voltijd hbo-bachelor

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Over de jaren heen blijken mbo 4-studenten steeds vaker uit zowel de hoogste als laagst

scorende wijken in te stromen (figuur 3.14). Zo was 2005/2006 was 23% afkomstig uit de

laagst scorende wijken, in 2015/2016 is was dat 39%.

9 We gebruiken de sociaal economische status van de wijk als proxy voor de sociaal economische status van de leerling. Voor de wijk maken we gebruik van het viercijferig-postcode gebied waarin de leerling woont op het moment van aanvang van de hbo-studie. Wanneer dit onbekend is wordt gekeken naar de laatst bekende postcode op respectievelijk havo, mbo, vwo en vmbo. Dit viercijferig postcodegebied is gekoppeld aan het SCP wijkstatusscore-bestand, waarin op basis van de opleiding, inkomen en positie op de arbeidsmarkt van de inwoners een score wordt toegekend aan een viercijferig postcodegebied.

33%23%

41%

21% 25%

44%46%

38%

48% 42%

23% 30%20%

31% 34%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

20% laagste status wijken overige wijken 20% hoogste status wijken

Page 19: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 19

Figuur 3.14 Sociaaleconomische status van mbo 4-studenten per jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Bij havisten neemt ook het aandeel studenten dat afkomstig is uit de laagst scorende wijken

als het aandeel dat afkomstig is uit de best scorende wijken toe over de jaren. Zo was in het

schooljaar 2005/2006 nog zo’n 1 op de 6 havisten afkomstig uit de wijken met laagste

sociaal economische status en meer dan 1 op de 5 havisten afkomstig uit wijken met de

hoogste status, in het schooljaar 2015/2016 is 29% van de havisten afkomstig uit de wijken

met laagste status en is een derde afkomstig uit hoogst scorende wijken.

Figuur 3.15 Sociaaleconomische status van havisten per jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

3.6 Moment van overstap

De meeste studenten stromen direct vanuit de vooropleiding de voltijd hbo-bachelor in;

gemiddeld 87%. Er zijn wel duidelijke verschillen waarneembaar naar vooropleiding. Zo

komt (bijna) 90% van de mbo 4-studenten en havisten rechtstreeks van de vooropleiding

tegen 46% van de mbo-studenten zonder niveau 4-diploma (zie figuur 3.16).

De vwo’ers en wo’ers stromen de voltijd hbo-bachelor wat vaker in na 1 of 2 tussenjaren

dan de mbo 4-studenten en havisten. Een vijfde van de mbo-studenten zonder niveau 4-

diploma stroom de voltijd hbo-bachelor in na meer dan 2 tussenjaren.

23% 30% 30% 32% 32% 35% 35% 35% 34% 38% 39%

59% 50% 49% 48% 47% 41% 41% 41% 41% 36% 35%

18% 21% 21% 20% 21% 23% 23% 24% 25% 26% 26%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

20% laagste status wijken overige wijken 20% hoogste status wijken

17% 21% 21% 21% 21% 25% 25% 24% 24% 27% 29%

60% 52% 52% 51% 51% 44% 44% 44% 43% 39% 38%

23% 27% 27% 27% 28% 31% 31% 32% 33% 34% 33%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

20% laagste status wijken overige wijken 20% hoogste status wijken

Page 20: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

20 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 3.16 Aantal jaar tussen vooropleiding en voltijd hbo-bachelor

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Per cohort varieert het aandeel studenten dat niet direct overstapt. Zo stapte bijna 20% van

de mbo 4-studenten in de periode 2011 t/m 2013 niet direct over, maar neemt dit aantal de

jaren daaropvolgend af (zie figuur 3.16A).

Eenzelfde beeld zien we bij mbo-studenten zonder niveau 4-diploma, vwo’ers en studenten

die vanaf de universiteit instromen. Havisten blijken de enige groep die over de gehele

periode vrijwel direct door te stromen.

Figuur 3.16A Aantal jaar tussen vooropleiding en voltijd hbo-bachelor

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

3.7 Bol/bbl

Mbo-studenten kunnen hun opleiding in de bol en bbl-variant volgen. Van de mbo 4-

studenten die een voltijds bachelor volgen heeft 3% een bbl-traject afgerond, van de mbo-

studenten zonder een niveau 4-diploma 15%.

87% 90%

46%

83%75%

10% 9%

34%

16%22%

20%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Directe overstap 1 of 2 tussenjaren meer dan 2 tussenjaren

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

07/0

8

09/1

0

11/1

2

13/1

4

15/1

6

06/0

7

08/0

9

10/1

1

12/1

3

14/1

5

05/0

6

07/0

8

09/1

0

11/1

2

13/1

4

15/1

6

06/0

7

08/0

9

10/1

1

12/1

3

14/1

5

06/0

7

08/0

9

10/1

1

12/1

3

14/1

5

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Directe overstap 1 of 2 tussenjaren Meer dan 2 tussenjaren

Page 21: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 21

Onder mbo 4-studenten op het hbo doet zich sinds 2010 een daling voor van het aantal bbl-

ers; het percentage bbl’ers bedroeg toen 4,2%, in 2015 lag het op 1,6%.

Onder de mbo-studenten zonder niveau 4-diploma fluctueert het aantal bbl-ers (zie figuur

3.17).

Figuur 3.17 Percentage bol-studenten onder mbo studenten met en zonder niv. 4-diploma

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

3.8 Stapelen/blijven zitten

Onder de mbo-studenten bevinden zich een flink aantal stapelaars. Er zijn vele verschillende

routes mogelijk door het mbo. We hebben al die routes als volgt gecategoriseerd.

1 Studenten die alléén een mbo niveau 4-opleiding hebben afgerond

2 Studenten die binnen het mbo gestapeld hebben tot diplomering op niveau 4

3 Studenten die niet op niveau 4 zijn gediplomeerd.

Van alle niveau 4-instromers heeft 18,6% dat bereikt door te stapelen. Verreweg de meest

voorkomende combinatie is niveau 3 en 4 (71% van het totaal aantal niveau 4-stapelaars),

gevolgd door niveau 2 en 4 (17%).

Zoals figuur 3.18 laat zien is het percentage stapelaars onder mbo 4-studenten dat aan een

hbo-bachelor begint in de loop der jaren toegenomen tot boven de 20%.

50%

55%

60%

65%

70%

75%

80%

85%

90%

95%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo 4 mbo geen 4

Page 22: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

22 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 3.18 Percentage mbo 4-studenten dat mbo-diploma’s gestapeld heeft

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Ter vergelijking: 1 op de 5 instromende havisten is in de bovenbouw een keer blijven zitten,

tegen 18% van de vwo’ers.

3.9 Conclusie

Gemiddeld genomen is de mbo 4-student die aan een voltijds hbo-bachelor begint 20 jaar, in

net iets meer dan helft van de gevallen vrouw, voor 70% autochtoon en 25% niet-westers,

33% komt uit de wijken met de laagste economische status en bijna 20% heeft op het mbo

diploma’s gestapeld. Bijna alle mbo 4-studenten komen rechtstreeks van het mbo (87%) en

bijna allemaal hebben ze een bol-opleiding gedaan (97%).

Over de jaren neemt de leeftijd van mbo 4-studenten die het hbo instromen iets toe, zijn ze

minder vaak van allochtone afkomst en komen ze vaker uit wijken met lagere én hogere

sociaal economische status. Het aantal mbo 4-studenten dat niet gelijk vanuit het mbo het

hbo instroomden is in de periode 2010-2013 toegenomen, maar neemt sindsdien weer af.

In vergelijking met havisten zijn mbo 4-studenten zo’n twee jaar ouder wanneer aan een

hbo-bachelor beginnen, vaker niet-westers en komen ze vaker uit wijken met lagere sociaal

economische status. Op andere vlakken zijn soort gelijke verdelingen te zien, zo is ongeveer

20% van de havisten een keer blijven zitten en stromen de meeste havisten rechtstreeks

vanuit de vooropleiding het hbo in.

0%

5%

10%

15%

20%

25%

07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

Page 23: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 23

4 Waar stromen mbo 4-studenten in?

Bij de meeste hogescholen heeft zo’n 31% van de instromende bachelor-studenten een

mbo 4-diploma. In absolute aantallen zijn de verschillen in instroom echter (zeer) groot. Van

de 38 hogescholen stroomt bij 10 hogescholen 75% van de mbo 4-studenten in. Een zelfde

beeld zien we bij toeleverende mbo-instellingen. Er zijn nauwelijks opleidingen aan

hogescholen waar het merendeel van de studenten een mbo 4-diploma heeft.

4.1 Hogescholen

Figuur 4.1 Instroom naar vooropleiding per hogeschool

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Page 24: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

24 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Gemiddeld genomen is bijna 1 op de 3 studenten die aan een voltijds-bachelor begint een

student met een mbo 4-diploma. Zoals figuur 4.1 laat zien kent bijna de helft van de

hogescholen een soortgelijke instroomverdeling. De andere helft hogescholen trekt juist

beduidend méér mbo 4-studenten of juist beduidend minder.

Belangrijk om bij verdelingen van studenten over hogescholen in het achterhoofd te houden

is dat de instroom per hogeschool (zeer) sterk in aantallen verschilt. Zo zijn bij de

hogeschool Amsterdam in de periode 2005-2015 meer dan 27.000 mbo 4-studenten

ingestroomd en bij de Gerrit Rietveld Academie in dezelfde periode van 10 jaar 97 (zie figuur

4.2).

De 10 hogescholen die als eerste genoemd worden in figuur 4.2 trokken tesamen bijna 75%

van alle mbo 4-studenten in de periode 2005-2015. Bij deze hogescholen maken mbo-4

studenten ongeveer één derde van het totaal aantal instromers uit (zie figuur 4.1).

Figuur 4.2 Instromende mbo 4-studenten over de periode 2005-2015 per hogeschool

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Page 25: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 25

4.2 Sector en hogeschool-type

De sector ‘sociale studies’ trekt relatief gezien de meeste mbo 4-studenten.10 Zo’n 40% van

de instroom in deze sector bestaat uit mbo 4-studenten. In de gezondheidszorg is het

aandeel van mbo 4- studenten beperkt tot 25%. In deze sector stromen relatief veel vwo’ers

in.

Binnen andere sectoren ligt de gemiddelde instroom van mbo 4-studenten rond de 30%.

Het aandeel havisten ligt bij alle sectoren rond de 50%. Behalve bij de Kunsten, daar is nog

geen 40% van de instromende voltijds bachelor studenten een havist.

Figuur 4.3 Verdeling vooropleiding per hbo-sector

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Hoeveel relatief gezien de sector sociale studies de meeste mbo 4-studenten trekt, is het de

sector economie die absoluut de meeste mbo 4-studenten trekt (zie figuur 4.3B).

Figuur 4.3b Aantal instromende mbo-studenten per hbo-sector voor periode 2005-2015

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Niet alle hogescholen bieden opleidingen in dezelfde sectoren. Duidelijkste voorbeelden zijn

de hotelschool en kunstacademies: zij bieden meestal alleen opleidingen binnen één sector.

10 In deze sector vallen studies als sociaal werk en pedagogiek.

41%

32%

32%

30%

30%

29%

25%

29%

48%

55%

54%

57%

56%

38%

57%

52%

5%

8%

8%

7%

8%

22%

12%

7%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

hss - sociale studies

hao - groen

hpo - onderwijs

heo - economie

htno - bètatechniek

kuo - kunst

hgzo - gezondheidszorg

Overig

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000

heo - economie

hss - sociale studies

htno - bètatechniek

hpo - onderwijs

hgzo - gezondheidszorg

kuo - kunst

hao - groen

Overig

Page 26: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

26 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Er zijn ook hogescholen die opleidingen bieden in (bijna) alle domeinen. Deze categorie

hogescholen classificeren wij als hogescholen met een ‘breed’ aanbod.

Kijken we naar de verschillende typen hogescholen, zoals te zien in figuur 4.4, dan blijkt

onder het instromende studenten het aandeel van mbo 4-studenten bij hotelscholen het

laagst (13%). Bij de pabo’s, groene en brede hbo-instellingen ligt het aandeel rond het

gemiddelde van 31%.

Zoals blijkt uit figuur 4.2 is de instroom van mbo 4-studenten op brede hbo-instellingen

verreweg het grootst.

Figuur 4.4 Verdeling vooropleiding per hbo-instellingstype

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

4.3 Opleidingen

Hierboven zagen we dat per hogeschool, sector en type hogeschool mbo 4-studenten nooit

in de meerderheid zijn. Zijn ze dat wel bij bepaalde opleidingen?

Figuur 4.5 laat zien dat bij de overgrote meerderheid van de opleidingen die bij hogescholen

worden aangeboden, minder dan de helft van de eerstejaars studenten een mbo 4-diploma

heeft. We beschouwen hierbij een opleiding als een unieke croho per hogeschool. Een

opleiding die aan vijf hogescholen wordt gegeven, telt dan ook vijf keer mee.11

Bij slechts 8% van de opleidingen die hogescholen bieden, heeft 50% of meer van de

instromende studenten een mbo 4-diploma. Ter vergelijking: bij 17% van opleidingen heeft

65% of meer van de instromers een havodiploma.

Voorbeelden van opleidingen waar voor het merendeel mbo 4-studenten instromen zijn

opleiding tot leraar vo gezondheidszorg en welzijn en opleiding tot leraar vo technisch

beroepsonderwijs. Deze opleidingen tellen bij verschillende hogescholen voor meer dan 80%

mbo 4-studenten in het eerste jaar.

11 Iedere opleiding die aan een hogeschool wordt gegeven, telt mee. Uitzondering zijn die opleidingen per hogeschool die minder dan 50 studenten in de periode 2005-2015 hebben getrokken (dit waren er 153 van de in totaal 977 opleidingen per hogeschool).

31%

33%

34%

26%

13%

55%

55%

56%

39%

46%

8%

8%

7%

23%

34%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Breed

Groen

Pabo

Kunsten

Hotelschool/toerisme

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 27: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 27

Figuur 4.5 Verdeling proportie instroom mbo 4 en havo per opleiding/instelling

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Behalve naar het aandeel mbo 4-studenten en havisten per opleiding aan een hogeschool,

kan er ook gekeken worden naar de diversiteit per opleiding. Door middel van een herfindahl

index12 kan gekeken worden wat de verhouding is tussen alle verschillende vooropleidingen:

het laat zien of er een bepaalde groep is die de instroom overheerst.13 Voor mbo 4 is gesteld

dat een meerderheid betekent 50% of meer, voor havo ligt deze grens op 65%.

Zoals figuur 4.6 laat zien geldt voor minder dan 10% van de opleidingen die per hogeschool

gegevens wordt dat de instroom ‘divers’ is, dat wil zeggen dat géén van de vooropleidingen

overheerst.

In 15% van de gevallen overheerst het aantal studenten met een mbo 4-opleiding en in

18% van de gevallen de havist. Voor overige bijna 60% geldt dat de verhouding van

studenten zich rondom de gemiddelde instroom bevindt.

12 Per brin/croho-combinatie wordt de som van de kwadraten van de verschillende proporties berekend. Een score van 1 betekent dat alle instroom vanuit één vooropleiding komt. Hoe lager de index, hoe gelijker de instroom verdeeld is over de vijf vooropleidingen. 13 Hierbij zijn alleen brin/croho-combinaties meegenomen met meer dan 50 studenten in de periode 2005-2015.

Page 28: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

28 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 4.6 Verdeling indeling opleiding naar vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

4.4 Toeleverende mbo-instellingen en type

Het aantal mbo 4-studenten dat doorstroomt per toeleverende mbo-instelling varieert flink.

Er zijn mbo-instellingen waar vanuit meer dan 8.000 studenten zijn doorgestroomd in de

periode 2005-2015 en mbo-instellingen waar vanuit in dezelfde periode nog geen 100

studenten zijn doorgestroomd (zie figuur. 4.7). De 10 eerst genoemde mbo-instellingen

leveren samen 36% van de totale mbo 4-doorstroom.

Zoals uit figuur 4.7 blijkt, stromen de meeste mbo 4-studenten het hbo in vanuit een roc-

instelling, gevolgd door een aoc-instelling.

0,0

10,0

20,0

30,0

40,0

50,0

60,0

70,0

Meerderheid mbo 4 Meerderheid havo Meest diverse opleidingen Overige

Page 29: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 29

Figuur 4.7 Aantal doorstromende mbo 4-studenten over de periode 2005-2015 per mbo-

instelling

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000

SOMA College

Leidse Instrumentmakers School

SVO Opleidingen

Edudelta Onderwijsgroep

AOC De Groene Welle

Clusius College

AOC West Brabant

CITAVERDE College

Nordwin College

ROC Menso Alting

Lentiz

AOC Oost

ROC Rivor

Wellantcollege

AOC Terra

STC

Nimeto

MBO Amersfoort

MBO Utrecht

Hout en Meubileringscollege

ROC Kop van Noord-Holland

AOC Groenhorst College

ROC TOP

CIBAP

Grafisch Lyceum Utrecht

Mediacollege Amsterdam

Hoornbeeck College

Helicon Opleidingen

ROC Ter AA

ROC Da Vinci College

SintLucas - De Eindhovense school

Regio College

ROC Arcus College

Grafisch Lyceum Rotterdam

ROC de Leijgraaf

ROC Flevoland

ROC Leiden

ROC Onderwijsgroep A12

ROC Drenthe College

ROC Tilburg

De Rooi Pannen

ROC Nijmegen eo

ROC Graafschap College

ROC Gilde Opleidingen

Scalda

ROC Leeuwenborgh

ROC Alfa-college

ROC Nova College

ROC Friesland College

Landstede

ROC Koning Willem I

ID College

ROC Aventus

ROC Horizon College

ROC West-Brabant

Noorderpoort College

Rijn IJssel

ROC Friese Poort

ROC Amarantis

ROC Deltion College

ROC Zadkine

ROC Midden Nederland

ROC Mondriaan

Summa College

ROC Albeda College

ROC van Twente

ROC van Amsterdam

roc aoc vakschool

Page 30: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

30 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

4.5 Toeleverende mbo-domeinen

Uit welke domeinen komen mbo 4-studenten die het hbo instromen? Figuur 4.8 hieronder

geeft het weer per hbo-sector.

Figuur 4.8 Doorstroom per mbo domein (voor niveau 4 ) naar hbo sector

Wat valt op? Ten eerste dat instromende mbo 4-studenten altijd uit verschillende en

uiteenlopende domeinen afkomstig zijn. Ten tweede kennen bijna alle hbo-sectoren een

domein dat een meerderheid van de studenten levert. Binnen geen enkele sector komt

echter meer dan 80% van de studenten uit hetzelfde domein. Wel komt Hoger agrarisch

onderwijs daarbij in de buurt: 76% van de studenten komt uit het mbo-domein Voedsel

Natuur & Leefomgeving. Het mbo-domein Zorg & Welzijn is levert een meerderheid van de

studenten voor drie hbo-sectoren. Te weten: Gezondheidszorg, Onderwijs en Sociale studies

(respectievelijk 57%, 66% en 57% van de mbo 4-studenten komt uit dit domein). Bij Kunst

is komen de meeste mbo 4-studenten uit het domein Media & Vormgeving (62%) en bij

Economie komen de meeste studenten uit twee economische domeinen (22% uit Handel &

Ondernemerschap en 41% uit Economie & Administratie). Bij bètatechniek is er geen

dominant domein waaruit mbo 4-studenten instromen. Ten derde valt op dat er bij alle hbo-

sectoren instroom plaats vindt uit minstens acht mbo-domeinen.

4.6 Conclusie

Mbo 4-studenten kiezen vaak voor dezelfde hogescholen. Zo zijn er tien hogescholen, van de

in totaal 38, die gezamenlijk 75% van de mbo 4-studenten hebben getrokken over de

periode 2005-2015. Gemiddeld genomen is wel bij alle hogescholen tussen 30 en 35% van

de instromende studenten een mbo 4-student, enkele uitschieters naar boven en beneden

daargelaten.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

hao - groen

heo - economie

hgzo - gezondheidszorg

hpo - onderwijs

hss - sociale studies

htno - bètatechniek

kuo - kunst

Overig

Bouw en infra Afbouw hout en onderhoud Techniek en procesindustrie

Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek Media en vormgeving Informatie en communicatietechnologie

Mobiliteit en voertuigen Transport, scheepvaart en logistiek Handel en ondernemerschap

Economie en administratie Veiligheid en sport Uiterlijke verzorging

Horeca en bakkerij Toerisme en recreatie Zorg en Welzijn

Voedsel, natuur en leefomgeving

Page 31: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 31

Ook per hbo-sector heeft ongeveer 1 op de 3 instromende studenten een mbo 4-diploma.

Alleen bij de sociale studies ligt dit hoger (41%) en in de gezondheidszorg lager (25%).

Ook binnen opleidingen zijn mbo 4-studenten bijna nooit in de meerderheid. Bij slechts 8%

van de voltijd bacheloropleidingen die hogescholen bieden is meer dan 50% van de

instromers een niveau 4-student. Ter vergelijking: bij 17% van de studies heeft 65% of

méér een havodiploma.

Het aantal studenten dat mbo-instellingen leveren verschilt sterk; er zijn roc’s waar vandaan

jaarlijks meer dan 800 niveau 4-studenten doorstromen naar het hbo en roc’s waar dat

jaarlijks slechts een handjevol zijn. 36% van de niveau 4 studenten komt van 10, van de in

totaal 68, mbo-instellingen.

Kijken we per hbo-sector vanuit welk mbo-domein mbo 4-studenten afkomstig zijn, dan valt

op dat bijna iedere sector instroom kent vanuit minstens acht mbo-domeinen. Instroom

vanuit de domeinen verschilt flink. Er is geen enkele hbo-sector waar meer dan 80% van de

studenten uit één mbo-domein instroomt.

Page 32: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

32 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Page 33: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 33

5 Welke keuzes maken mbo-studenten na jaar één?

Niet alle studenten die aan een voltijds hbo-bachelor beginnen, maken deze ook af. Sterker

nog, tijdens jaar 1 van de studie komt een aanzienlijk deel van de studenten erachter dat ze

de verkeerde studiekeuze hebben gemaakt, of überhaupt liever niet studeren. Anderen

stromen op naar het wetenschappelijk onderwijs, weer anderen stromen juist af naar het

mbo.

Er zijn na het eerste jaar op het hbo zeven stromen te onderscheiden.

Er zijn studenten die:

1 dezelfde studie aan dezelfde instelling blijven volgen;

2 definitief stoppen met het volgen van onderwijs;

3 stoppen met het volgen van onderwijs en later terugkeren;

4 op- of afstromen, naar bijvoorbeeld mbo of wo;

5 switchen van studie;

6 switchen van instelling;

7 switchen van studie én instelling.

Hieronder lichten we ze toe.

5.1 Stoppen met studeren

Van alle studenten die met een hbo-bachelor beginnen stopt gemiddeld 12,3% tijdens of na

het eerste jaar met het volgen van onderwijs. Deze studenten volgen in het jaar erop in het

geheel géén bekostigd onderwijs.14

Van de mbo 4-studenten stopt gemiddeld 19% na het eerste haar met het volgen van

onderwijs. Zoals figuur 5.1 laat zien, neemt dit percentage licht toe over de jaren.

Van de mbo-studenten die instromen zonder niveau 4-diploma stopt gemiddeld 25% met

het volgen van onderwijs. Ook dit percentage neemt toe over de jaren. Minder dan 11% van

de havisten, vwo’ers en wo’ers stopt met het volgen van onderwijs. Deze percentages

veranderen nauwelijks over de jaren heen (zie figuur 5.1).

14 Studenten die een opleiding gaan volgen bij een private onderwijsaanbieder kunnen via de registratiebestanden van DUO niet in kaart gebracht worden.

Page 34: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

34 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 5.1 Percentage studenten dat na het eerste jaar geheel stopt met het volgen van

onderwijs

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Van de studenten die na het eerste jaar stoppen met het volgen van onderwijs, keert

gemiddeld zo’n 25% in het derde leerjaar terug in op het hbo. Studenten met een

havodiploma keren het vaakst terug; bijna 40% (zie figuur 5.2).

Mbo 4-studenten die gestopt zijn met hun hbo-opleiding keren veel minder vaak terug. Zo’n

13% keert een jaar later terug. Dit percentage varieert nauwelijks over de jaren (zie figuur

5.2).

Hetzelfde zien we onder de mbo-studenten zonder niveau 4-diploma: van hen keert zo’n

12% een later terug. Van de vwo’ers en wo’ers keert respectievelijk 29 en 20% terug.

Figuur 5.2 Aandeel gestopte studenten dat in het derde leerjaar terugkeert op het hbo

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Ook zijn er studenten die twee, drie of vier jaar nadat ze met de studie gestopt zijn,

terugkeren op het hbo. Van de havisten die in de periode 2005-2012 zijn uitgevallen in het

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

45%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 35: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 35

eerste jaar, is uiteindelijk meer dan de helft teruggekeerd. Van de mbo 4-studenten nog

geen 25% (figuur 5.3).

Figuur 5.3 Percentage gestopte studenten dat later terugkeert in het hbo15

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Kijken we omgekeerd naar het percentage studenten dat stopt na het eerste jaar en niet

terugkeert, dan blijken mbo 4-studenten vaker ‘definitief’ te stoppen met het volgen van

onderwijs dan havisten (figuur 5.4).

Van de mbo 4-studenten stopt gemiddeld 16% tijdens of na het eerste jaar én keert daarna

niet meer terug. Dit percentage ligt onder de havisten een stuk lager; in alle cohorten komt

het niet boven de 5% uit.

Van de vwo’ers en wo’ers stoppen niet vaak definitief met het volgen van onderwijs. Mbo-

studenten zonder niveau 4-diploma stoppen daarentegen het vaakst definitief met het

volgen van onderwijs na het eerste studiejaar op het hbo.

Figuur 5.4 Percentage eerstejaarsstudenten dat definitief stopt met het volgen van

onderwijs. NB: Stijging in 2012-2014 heeft (deels) te maken met tijdseffect.

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

15 Bekostigd hbo (voltijd, deeltijd, duaal, bachelor, master en/of associate degree)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 36: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

36 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 5.4 geeft weer hoeveel studenten definitief stoppen per jaar. Het percentage

studenten dat definitief stopt lijkt toe te nemen onder mbo 4-studenten en mbo-studenten

zonder niveau 4-diploma. Echter, bij de stijging in de periode 2012-2014 dient in het

achterhoofd te worden gehouden dat deze studenten relatief weinig tijd hebben gehad om

terug te keren. De stijging van het aantal stoppers kan dan ook veroorzaakt worden door

een tijdseffect: een deel van deze studenten keert mogelijk in de komende jaren terug op

het hbo.

5.2 Op- en afstromers

Na het eerste jaar in de bachelor kunnen studenten er ook voor kiezen naar een mbo- of

wo-opleiding over te stappen. Mbo-studenten, havisten en vwo’ers die na het eerste jaar van

hun hbo-opleiding een wo-opleiding gaan volgen stromen dan op. Havisten, vwo’ers en wo-

studenten die na het eerste jaar van hun hbo-opleiding een Ad of mbo-opleiding gaan

volgen stromen dan af.

Zoals in figuur 5.5 is te zien, stroomt een kleine groep bachelor-studenten na het eerste

studiejaar op naar de universiteit: nog geen procent van de mbo 4-studenten, hoogstens

2% van mbo-studenten zonder niveau 4-diploma en havisten en zo’n 9% van de vwo’ers.

Deze percentages veranderen nauwelijks over de jaren.

Figuur 5.5 Percentage eerstejaarsstudenten dat in het tweede jaar opstroomt

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Het aantal bachelor-studenten dat na het eerste jaar afstroomt, ligt voor mbo 4-studenten

rond de 1,5%. Voor mbo’ers zonder niveau 4-diploma, ligt het rond de 2%. En van de

havisten stroomt gemiddeld 3% af. Deze percentages veranderen nauwelijks over de jaren.

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 37: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 37

Figuur 5.6 Percentage eerstejaarsstudenten dat in het tweede jaar afstroomt

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

5.3 Switchen

Er zijn behalve studenten die stoppen met studeren, op- of afstromen, ook studenten die

wel een hbo-bachelor blijven volgen, maar switchen van studie en/of instelling.

We onderscheiden hierbij drie groepen:

1 Studieswitchers (zij blijven op dezelfde instelling studeren).

2 Instellingsswitchers (zij blijven dezelfde studie volgen).

3 Studie én instellingsswitchers.

Studieswitchers

Zo’n 7% van de mbo 4-studenten switcht na het eerste jaar op het hbo van studie, tegen

zo’n 11% van de havisten. Opvallend is dat het aantal studieswitchers onder mbo 4-

studenten lijkt toe te nemen over de jaren, terwijl dat bij havisten redelijk constant blijft (zie

figuur 5.7).

Figuur 5.7 Percentage studenten dat van studie switcht (en niet van instelling)

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

0%1%2%3%4%5%6%7%8%9%

10%11%12%13%14%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 38: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

38 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Instellingsswitchers

Een klein deel van de studenten kiest ervoor alleen van instelling te switchen; zij blijven

dezelfde studie volgen maar aan een andere hogeschool. Het gaat om zo’n 3% van de

mbo 4-studenten. En ook van de studenten met een andere vooropleiding switcht jaarlijks

zo’n 2-3% van instelling (zie figuur 5.8).

Figuur 5.8 Percentage studenten dat switcht van instelling, maar niet van studie

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Studie én instellingsswitchers

Daarnaast is er nog een groep studenten die switcht van studie én instelling. Onder

mbo 4-studenten ligt dit op ongeveer 7% per jaar. Van de havisten switcht jaarlijks 11-12%

van de studenten van studie én instelling.

Figuur 5.9 Percentage studenten dat switcht van studie én van instelling

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Totaalbeeld switchers

Tellen we de drie groepen switchers bij elkaar op dan blijkt dat jaarlijks 17% van de

0%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

7%

8%

9%

10%

11%

12%

13%

14%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

0%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

7%

8%

9%

10%

11%

12%

13%

14%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 39: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 39

mbo 4-studenten van studie en/of instelling switcht. Onder havisten ligt dit gemiddeld op

24% (figuur 5.10). Onder de andere opleidingsgroepen ligt het percentage switchers lager.

Figuur 5.10 Percentage studenten dat switcht van studie en/of instelling, 2005-2015

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Het aantal mbo 4-studenten dat na het eerste jaar een switch van studie en/of instelling

maakt, neemt toe over de jaren. Zo switchte van het cohort 2005-2006 13% van de mbo 4-

studenten van studie en/of instelling, van het cohort 2013-2014 was dat 20%.

Onder havisten blijft het percentage switchers over de jaren redelijk stabiel rond de 25%, al

neemt het licht af vanaf cohort 2012-2013.

Figuur 5.11 Percentage studenten dat is geswitcht van studie en/of instelling per jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

7%11%

8%

4% 3%

3%

2%7%

11%

4%

5%

2%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

studie instelling studie + instelling

6% 6% 7% 7% 7% 7% 8% 8% 8% 7%10% 11% 11% 11% 11% 11% 11% 12% 11% 10%

6%6% 6%

7% 7%7% 7%

8% 8%

6%

11%

12%12% 12% 12% 11% 11%

11%11%

10%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

mbo 4 havo

studie instelling studie + instelling

Page 40: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

40 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

5.4 Conclusie

Over de periode 2005-2015 blijft gemiddeld genomen 65% van de voltijds bachelor-

studenten na het eerste jaar dezelfde studie aan dezelfde instelling volgen.

Zoals uit figuur 5.12 blijkt zijn er duidelijke verschillen zichtbaar naar vooropleiding. Zo blijft

gemiddeld genomen 62% van de mbo 4-studenten dezelfde opleiding aan dezelfde instelling

volgen, tegen 83% van de studenten die vanuit het wo instromen. Van de havisten blijft

61% van de studenten dezelfde studie aan dezelfde instelling volgen en van de vwo’ers 74%

(zie figuur 5.12).

Figuur 5.12 Keuzen van eerstejaarsstudenten na het eerste jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Wat gaan studenten doen die niet dezelfde studie blijven volgen aan dezelfde instelling?

Van de mbo 4-studenten stopte de afgelopen 10 jaar gemiddeld 16% na het eerste jaar

definitief met het volgen van onderwijs en nog eens 3% stopte daar tijdelijk mee. Zo’n 20%

wisselt van niveau, studie, instelling of studie én instelling.

Havisten wisselen vooral van studie en/of instelling. Over de periode 2005-2015 wisselde

gemiddeld 31% van niveau, studie, instelling of studie én instelling. 9% van de havisten

stopt definitief dan wel tijdelijk met studeren.

Kijken we naar de ontwikkeling over de gehele periode, dan vallen twee zaken op:

1 Het aantal mbo 4-studenten dat dezelfde studie aan dezelfde instelling blijft volgen

neemt af.

2 Het aantal havisten dat dezelfde studie aan dezelfde instelling blijft volgen is redelijk

stabiel.

Zoals figuur 5.13 laat zien, bleef van de mbo 4- studenten die in 2005-2006 aan een voltijds

bachelor begon, 70% na het eerste jaar dezelfde studie aan dezelfde instelling volgen. Van

62% 61%57%

74%83%

16%

5%20%

4%

5%

5%

4% 9%7%

11%

8% 4%3%7%

11%4% 5%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

studie- eninstellingsswitchersinstellingsswitchers

studieswitchers

op- en afstromers

tijdelijke stoppers

stoppers

blijvers

Page 41: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 41

de mbo 4-studenten die in 2013-2014 instroomden, was dat 56%. Zowel het aantal

studenten dat (definitief dan wel tijdelijk) stopte met het volgen van onderwijs, als het

aantal switchers nam in de periode 2005-2015 geleidelijk toe.

Figuur 5.13 Keuzen van mbo 4-studenten in een voltijd hbo-bachelor na het eerste jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Onder havisten zijn er nauwelijks opvallende veranderingen zichtbaar over de jaren heen.

Wel lijkt het aantal havisten dat na het eerste jaar dezelfde studie aan dezelfde instelling

blijft volgen iets toe te nemen (zie figuur 5.14).

Figuur 5.14 Keuzen van havisten in een voltijd hbo-bachelor na het eerste jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers stoppers tijdelijke stoppers switchers op- en afstromers

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers stoppers tijdelijke stoppers switchers op- en afstromers

Page 42: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

42 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Page 43: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 43

6 Wie blijven, stoppen en switchen er?

Vorige hoofdstukken hebben laten zien dat er verschillende groepen studenten de voltijds

hbo-bachelor instromen en dat studenten verschillende keuzes maken na het eerste jaar

hbo.

Om een beter beeld te krijgen van de eerstejaars studenten die uitvallen op het hbo,

bekijken we in dit hoofdstuk wat de persoonskenmerken van die studenten zijn. Daarbij

wordt onderscheid gemaakt naar de vooropleiding van studenten en bekijken we ook wie de

studenten zijn die andere keuzes maken.

Om een rijkheid aan informatie te bieden én die informatie leesbaar te houden, tellen we

een aantal keuzecategorieën van hoofdstuk 5 bij elkaar op.

Zo bekijken we steeds per vooropleiding wie de studenten zijn die:

1 blijven;

2 stoppen (combinatie van definitief en tijdelijk stoppen);

3 switchen (combinatie van switchen van studie, instelling, studie én instelling, en

afstromen16).

6.1 Keuzes per leeftijd

Mbo 4-studenten die stoppen met de voltijds bacheloropleiding na het eerste jaar, zijn

gemiddeld genomen net iets ouder (21,1 jaar) dan mbo 4-studenten die hun studie

voortzetten aan dezelfde instelling (20,7 jaar) (zie figuur 6.1).

Ook havisten die stoppen na het eerste jaar zijn gemiddeld ouder (18,4 jaar) dan havisten

die dezelfde studie blijven volgen (17,8 jaar). Dergelijke verschillen zien we ook terug onder

de vwo’ers, wo’ers en de studenten die instromen vanuit het mbo zonder een niveau 4-

diploma.

Switchers wijken qua gemiddelde leeftijd nauwelijks af van studenten die dezelfde studie

blijven volgen. Dit geldt voor alle opleidingsgroepen, behalve voor de mbo-studenten die

instromen zonder een niveau 4-diploma. Bij deze groep zijn de switchers gemiddeld jonger

(21,9) dan de doorstudeerders (22,3).

16 Opstromen (naar de universiteit) is verder buiten beschouwing gelaten omdat dit niet als mogelijk problematisch wordt gezien.

Page 44: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

44 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 6.1 Gemiddelde leeftijd naar vooropleiding en voortzettingskeuze

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

In paragraaf 3.1 hebben we gezien dat de gemiddelde leeftijd waarop studenten het hbo-

instromen onder zowel mbo 4-studenten als havisten is toegenomen over de periode 2005-

2015. Zoals figuur 6.2 laat zien blijken het met name de mbo 4-studenten die stoppen te

zijn, wiens leeftijd toeneemt. Onder blijvers en switchers is de leeftijd redelijk stabiel.

Figuur 6.2 Gemiddelde leeftijd mbo 4-studenten naar voortzettingskeuze

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Onder de stoppende havisten neemt de gemiddelde leeftijd toe van 17,9 jaar naar 18,5 jaar

(zei figuur 6.3). En ook de leeftijd van switchers en blijvers neemt toe.

20,7 21,120,6

17,8 18,2 17,9

22,3 22,521,9

18,619,0 18,6

20,220,9

20,2

17,0

18,0

19,0

20,0

21,0

22,0

23,0

blijv

ers

stoppers

switchers

blijv

ers

stoppers

switchers

blijv

ers

stoppers

switchers

blijv

ers

stoppers

switchers

blijv

ers

stoppers

switchers

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

20,120,220,320,420,520,620,720,820,921,021,121,221,3

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers stoppers switchers

Page 45: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 45

Figuur 6.3 Gemiddelde leeftijd havisten naar studievoortzetting

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Kijken we per leeftijdscategorie naar de keuzen die de studenten na het eerste jaar maken

(figuur 6.4), dan zien we dat de mbo 4-studenten van 26 jaar of ouder het minst vaak

dezelfde studie aan dezelfde instelling blijven volgen (51%) en het vaakst stoppen (30%).

De havisten van 16 t/m 18 jaar blijven het vaakst hun studie volgen (63%) en stoppen het

minst vaak na het eerste jaar (8%). Havisten van 16 t/m 20 jaar switchen veel vaker van

studie dan de havisten van 21 jaar of ouder. Havisten van 21 jaar of ouder stoppen echter

vaker.

Figuur 6.4 Keuzen van eerstejaarsstudenten naar vooropleiding en leeftijdscategorie

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

6.2 Keuzes per geslacht

Vrouwelijke studenten blijven na het eerste studiejaar vaker dezelfde hbo-bacheloropleiding

volgen dan mannelijke studenten: 67% van de vrouwelijke studenten vervolgt na het eerste

studiejaar de opleiding tegen 59% van de mannelijke studenten.

Opvallend is dat vrouwelijke mbo 4-studenten nauwelijks van mannelijke mbo 4-studenten

verschillen op dit punt: 61% van de mannelijke studenten volgt in het tweede studiejaar nog

17,517,617,717,817,918,018,118,218,318,418,518,618,718,8

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers stoppers switchers

60% 64% 60% 51%63% 55% 60% 57%

14%16% 22%

30% 8%13%

19% 24%

27% 20% 18% 20%29% 32%

21% 19%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

16-18 19-20 21-25 >25 16-18 19-20 21-25 >25

mbo 4 havo

blijvers stoppers switchers

Page 46: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

46 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

dezelfde opleiding, tegen 62% van de vrouwelijke studenten (figuur 6.5). Ook wat betreft

uitval en switch ontlopen mannelijke en vrouwelijke mbo 4-studenten elkaar nauwelijks.

Bij havisten zijn de verschillen groter: 55% van de mannelijke studenten volgt in het tweede

studiejaar nog dezelfde opleiding, tegen 67% van de vrouwelijke studenten. Mannelijke

havisten blijken vaker te switchen en ook iets vaker uit te vallen dan vrouwelijke havisten

(zie figuur 6.5).

Figuur 6.5 Keuzen van voltijd bachelor studenten naar geslacht

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Over de jaren heen zien we dat zowel mannelijke als vrouwelijke mbo 4-studenten minder

vaak hun opleiding voortzetten na het eerste studiejaar (figuur 6.2). Het percentage

mannelijke studenten dat de opleiding voortzet neemt af van 69% onder het instroomcohort

2005-2006, naar 55% onder het instroomcohort 2013-2014. Onder vrouwelijke

mbo 4-studenten neemt dit percentage af van 70% onder het instroomcohort 2005-2006,

naar 57% onder het instroomcohort 2013-2014.

61% 62%55%

67%54%

61%70%

77% 80% 86%

20% 18%

11%

7%28%

21% 8%5%

9%5%19% 20%

34%26%

18% 18% 22% 18%11% 10%

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

60,0%

70,0%

80,0%

90,0%

100,0%

man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

blijvers stoppers switchers

Page 47: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 47

Figuur 6.6 Keuzen van mbo 4-studenten naar geslacht

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Onder de havisten zien we een ander patroon (figuur 6.7): het percentage studenten dat

dezelfde studie aan dezelfde instelling blijft volgen neemt toe onder vrouwelijke havisten,

terwijl dat percentage onder mannelijke studenten fluctueert.

Figuur 6.7 Keuzen van havisten naar geslacht

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

69%64% 63% 64% 62% 60% 59% 58% 55% 58%

70%65% 64% 65% 64% 61% 59% 59% 57%

62%

15%18% 20% 16% 19% 20% 21% 20% 23%

22%

14%18% 19% 17% 18% 19% 20% 19% 20%

19%

15% 18% 17% 20% 19% 20% 20% 22% 23% 20%16% 17% 17% 18% 19% 20% 21% 23% 23%

19%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

Man Vrouw

blijvers stoppers switchers

58%51% 53% 55% 56% 55% 54% 54% 55% 56%

68%64% 65% 67% 67% 66% 67% 67% 69% 71%

11%

13%13% 11% 12% 11% 12% 10% 10%

11%

7%8% 9% 7% 8% 7% 8% 6% 6%

7%

31%36% 34% 33% 33% 34% 34% 37% 35% 32%

25% 28% 27% 26% 26% 26% 26% 27% 25% 23%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

Man Vrouw

blijvers stoppers switchers

Page 48: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

48 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

6.3 Keuzes per etniciteit

Autochtone studenten zetten, ongeacht hun vooropleiding, gemiddeld genomen vaker hun

opleiding na het eerste studiejaar voort, dan westerse en niet-westerse allochtonen.

Onder autochtone mbo 4-studenten ligt het percentage studenten dat dezelfde opleiding

blijft volgen hoger (65%), dan onder westerse allochtonen (60%) en niet-westerse

allochtonen (53%).

Het aantal stoppers ligt nauwelijks hoger onder westerse en niet-westerse mbo 4-studenten

dan onder autochtone mbo-4 studenten. Wel ligt het aandeel switchers onder westerse en

niet-westerse allochtonen hoger, respectievelijk 20%, 27% en 17%.

Een soortgelijk beeld zien we bij havisten: het percentage studenten dat de opleiding

voortzet ligt hoger onder autochtone (62%) dan onder westerse (56%) en niet-westerse

studenten (55%). De verschillen komen vooral door het aantal switchers: van de autochtone

havisten switcht 29%, van de niet-westerse 36%.

Figuur 6.8 Keuzen naar etniciteit en vooropleiding

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Kijken we naar de ontwikkeling over de periode 2005-2015 dan blijkt het percentage niet-

westerse mbo 4-studenten dat dezelfde studie aan dezelfde opleiding blijft volgen sterk is

afgenomen, terwijl dit bij de autochtone studenten vrijwel stabiel is gebleven (figuur 6.9).

Van de studenten die in 2005 instroomden bleef zowel onder niet-westerse als autochtone

studenten zo’n 70% bij dezelfde studie te blijven. Van de niet-westerse studenten die in

2014 instroomden bleef nog maar 45% dezelfde studie volgen, tegen 65% van de

65% 62% 60%

75%

83%

60%56% 57%

70%

80%

53% 55%51%

63%

76%

19%

9%

24%

5%

7%

20%

12%

26%

9%

9%

20%8%

27%11%

10%

17%

29%

16% 19%

10%

20%

32%

18% 21%

12%

27%

36%

22%27%

14%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbogeen 4

vwo wo mbo 4 havo mbogeen 4

vwo wo mbo 4 havo mbogeen 4

vwo wo

autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon

blijvers stoppers switchers

Page 49: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 49

autochtone studenten. Onder westers allochtone studenten is dit percentage ook afgenomen

over de jaren heen, hetzij in iets minder grote mate dan bij de niet-westers studenten.

Figuur 6.9 Keuzen van mbo 4-studenten naar etniciteit

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Onder de havisten zien we, wat betreft de ontwikkeling van het aantal studenten dat de

studie voortzet, geen grote verschillen tussen de drie etnische groepen (figuur 6.10).

Figuur 6.10 Keuzen van havisten naar etniciteit

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Onder mbo 4-studenten zetten de niet-westers allochtone studenten de opleiding na het

eerste jaar het minst vaak voort. Er zijn hierin enkele verschillen tussen de eerste generatie

en de tweede generatie (figuur 6.11). Studenten van de eerste generatie zetten de opleiding

vaker voort (56%) dan niet-westerse studenten van de tweede generatie (51%).

70%65% 65% 67% 67% 65% 63% 63% 61%

65%69% 66% 63% 62% 61% 59%

56% 56%50%

56%

70%63%

60% 57%52%

49%46% 44% 41%

45%

15%18% 19% 16% 18% 19% 20% 19% 20%

20% 15% 18% 21%19% 18% 21%

21% 19%

23%

24%

15%

18%20%

17%19%

20%22%

21% 24%

23%

15% 17% 16% 17% 16% 17% 16% 18% 19% 16% 17% 17% 16% 19% 21% 20% 23% 25% 27%20%

16% 18% 20%26% 28% 31% 32%

36% 35%31%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon

blijvers stoppers switchers

64%59% 60% 62% 63% 62% 62% 62% 63% 65%

58%53% 54% 56% 56% 54% 57% 56% 58% 60% 60%

51%57% 55% 56% 56% 54% 54% 54% 57%

9%

10% 11%9% 10% 9% 9% 8% 8%

9%

11%14% 12%

11% 12%13%

13% 10% 10%11%

8%

9%

8%7% 9% 8% 9% 7% 9%

9%

27%31% 29% 28% 28% 29% 29% 30% 29% 26%

31% 33% 34% 32% 31% 33% 31% 33% 32% 29%33%

40%35% 37% 35% 37% 37% 39% 37% 34%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon

blijvers stoppers switchers

Page 50: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

50 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Bij de havisten is dit andersom: de niet-westerse studenten van de eerste generatie zetten

de opleiding minder vaak voort (53%) dan de niet-westers allochtone studenten van de

tweede generatie (56%), het verschil is echter niet groot.

Figuur 6.11 Keuzen van niet-westers allochtone studenten naar generatie

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

We zagen eerder dat het percentage studenten dat de opleiding na het eerste studiejaar

voortzet over de jaren afneemt onder niet-westers allochtone mbo 4-studenten. Dit geldt in

ongeveer evenredige mate voor de eerste en de tweede generatie (figuur 6.12).

Figuur 6.12 Keuzen van niet-westerse mbo 4-studenten naar generatie

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Bij de havisten is hierin geen duidelijke ontwikkeling zichtbaar voor niet-westerse

allochtonen. Qua generatie is het beeld hierin hetzelfde (figuur 6.13).

56% 53% 52% 55%67%

51% 56% 50%65%

78%

20%8%

27%12%

13%

20% 8% 27%10%

9%24%

38%21%

32%20%

29%36%

23% 25%13%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbo geen4

vwo wo mbo 4 havo mbo geen4

vwo wo

eerste generatie tweede generatie

blijvers stoppers switchers

70%64% 60% 58% 54% 48% 43% 42% 40% 44%

69%62% 59% 57% 52% 49% 47% 44% 41% 46%

14%19% 20%

19%20%

22%24% 21% 25%

25%

15%18% 20%

16%19% 20% 21%

21% 23%23%

16% 17% 19% 24% 27% 30% 33% 37% 35% 31%

16% 20% 21%28% 29% 31% 32% 35% 35% 31%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

eerste generatie tweede generatie

blijvers stoppers switchers

Page 51: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 51

Figuur 6.13 Keuzen van niet-westerse havisten naar generatie

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

6.4 Keuzes per geslacht en etniciteit

Binnen de etnische groepen blijken mannelijke en vrouwelijke mbo 4-studenten niet veel te

verschillen wat betreft het voortzetten van de studie: evenveel mannelijke als vrouwelijke

autochtone, westerse en niet-westerse studenten blijven dezelfde studie volgen. Ook het

aantal stoppers en switchers is nagenoeg gelijk tussen mannen in vrouwen in drie etnische

groepen (zie figuur 6.14)

Bij de havisten zien we wel duidelijke verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten

in de drie etnische groepen: mannen zetten in alle gevallen de studie minder vaak voort.

Autochtone, vrouwelijke havisten zetten het vaakst de opleiding voort na het eerste jaar

(68%). Niet-westers allochtone, mannelijke havisten zetten het minst vaak de opleiding

voort (50%). Deze laatste groep switcht het vaakst van opleiding (41%).

Figuur 6.14 Keuzen naar geslacht, etniciteit en vooropleiding voor periode 2005-2015

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

58%51% 54% 53% 53% 55% 53% 53% 51% 55% 60%

51%59% 56% 57% 56% 54% 54% 55% 57%

8%8%

8% 7% 9% 8% 10% 7% 10%9%

7%

9%8% 7% 8% 8% 9% 7% 8% 9%

34%41% 38% 40% 38% 38% 37% 39% 40% 35% 32%

40%34% 37% 35% 36% 37% 39% 37% 34%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

eerste generatie tweede generatie

blijvers stoppers switchers

64% 66% 60% 61%53% 53% 56%

68%

51%62%

50%60%

19% 18%20% 19%

20% 20% 11%

7%

14%

10%

10%

7%

17% 16% 20% 20% 27% 27% 33%25%

36%29%

41%33%

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw

autochtoon westersallochtoon

niet-westersallochtoon

autochtoon westersallochtoon

niet-westersallochtoon

mbo 4 havo

blijvers stoppers switchers

Page 52: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

52 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

De jaarlijkse afname van het aantal niet-westers allochtone mbo 4-studenten dat de

opleiding voortzet, zien we terug onder zowel mannelijke als vrouwelijke studenten (figuur

6.15). Onder autochtone mbo 4-studenten blijft dit aantal gelijk, eveneens onder zowel

mannelijke als vrouwelijke studenten.

Figuur 6.15 Keuzen van mbo 4-studenten naar geslacht en etniciteit

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Bij de havisten valt op dat het percentage studenten dat de opleiding voortzet onder

vrouwelijke autochtonen toeneemt over de jaren en grotendeels gelijk blijft onder

mannelijke autochtonen (figuur 6.16). Onder niet-westerse allochtone havisten zijn er, qua

ontwikkeling, geen grote verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten: het blijft

bij beide groepen grotendeels gelijk over de jaren.

Figuur 6.16 Keuzen van havisten naar etniciteit en geslacht

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

70%65% 66% 63% 59%

71%66% 68% 64% 63%

70%59%

50%46%

40%

69%61%

54%46% 42%

18% 16% 19% 20% 21% 18% 17% 18% 18%18%

19%

17%

21%21% 24%

18%

17%

20%

20%23%

15% 15% 16% 17% 19% 15% 16% 15% 16% 19% 15%20%

30% 32% 36%

17% 20%27%

32% 35%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

07/0

8

09/1

0

11/1

2

13/1

4

05/0

6

07/0

8

09/1

0

11/1

2

13/1

4

05/0

6

07/0

8

09/1

0

11/1

2

13/1

4

05/0

6

07/0

8

09/1

0

11/1

2

13/1

4

man vrouw man vrouw

autochtoon niet-westers allochtoon

blijvers stoppers switchers

59%53% 57% 55% 56%

68% 66% 68% 68% 70%

56% 53% 51% 48% 47%

63% 62% 61% 59% 60%

13%11% 11% 10%

11%

8%7% 7% 6%

7%

10%9% 9% 9%

12%8% 6% 7% 6%

7%

30% 33% 32% 33% 34%24% 25% 24% 25% 24%

36% 38% 39% 42% 42%

30% 32% 32% 33% 33%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

man vrouw man vrouw

autochtoon niet-westers allochtoon

blijvers stoppers switchers

Page 53: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 53

6.5 Keuzes naar sociaal economische achtergrond

Het aantal mbo 4-studenten dat stopt na het eerste jaar verschilt nauwelijks wat betreft de

sociaaleconomische achtergrond van studenten (zie figuur 6.17). Van de mbo 4-studenten

uit de wijken met de laagste sociaaleconomische status valt 20% uit, tegenover 18 en 19%

van de mbo 4-studenten uit de wijken met de hoogste sociaaleconomische status

respectievelijk de overige wijken in Nederland.

Wel switchen mbo 4-studenten uit wijken met laagste status vaker dan studenten uit wijken

met de hoogste status.

Onder havisten zijn er nauwelijks verschillen tussen de drie sociaaleconomische groepen.

Wel switchen havisten uit de wijken met laagste scores iets vaker dan havisten uit de

overige wijken.

Figuur 6.17 Keuzen naar vooropleiding en sociaaleconomische status woonwijk

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Zowel onder mbo 4-studenten uit de wijken met de laagste sociaal economische status als

onder de mbo 4-studenten uit de wijken met de hoogste status neemt het percentage dat

dezelfde opleiding aan dezelfde instelling blijft volgen over de jaren af (figuur 6.18).

57%64% 63% 59% 62% 61%

20%18% 19%

10% 9% 10%

23% 17% 18%32% 29% 29%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

20% laagstestatus wijken

overige wijken 20 % hoogstestatus wijken

20% laagstestatus wijken

overige wijken 20 % hoogstestatus wijken

mbo 4 havo

blijvers stoppers switchers

Page 54: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

54 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 6.18 Keuzen van mbo 4-studenten naar sociaaleconomische status woonwijk

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Onder havisten zien we nauwelijks een ontwikkeling in het aantal blijvers en stoppers over

jaren (figuur 6.19).

Figuur 6.19 Keuzen van havisten naar sociaaleconomische status woonwijk

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

6.6 Keuzes naar moment van overstap

Maakt het uit of studenten direct na de vooropleiding aan een hbo-bachelor beginnen of dat

ze een aantal tussenjaren hebben?

66%61% 59% 60% 58% 57% 54% 53% 51%

56%

71%67% 66% 67% 64% 64% 61% 60% 57% 61%

16%19% 21% 18% 19% 21%

21% 20% 22%22%

14%17% 18% 15% 18% 18% 21% 19%

21%20%

19% 20% 20% 22% 23% 23% 25% 27% 27%23%

15% 17% 16% 18% 18% 18% 18% 21% 22% 19%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

laagste status wijken hoogste status wijken

blijvers stoppers switchers

60%55% 56% 59% 59% 58% 58% 58% 59% 62% 63%

57% 60% 62% 61% 62% 60% 60% 62% 63%

9%11% 11% 9% 10% 10% 10% 8% 9%

9% 9%11%

11% 9% 10% 9% 10% 8%9% 9%

32% 34% 33% 32% 31% 32% 32% 34% 32% 29% 28% 32% 29% 29% 28% 29% 30% 32% 29% 28%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

laagste status wijken hoogste status wijken

blijvers stoppers switchers

Page 55: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 55

Voor mbo 4-studenten geldt dat degene die na meer dan 2 jaar de bachelor instromen, het

merendeel de opleiding niet voorzet na het eerste jaar; 26% stopt en 43% switcht (figuur

6.20). Hier dient wel bij te worden opgemerkt dat het om een relatief (zeer) kleine groep

gaat: 3% van de totale groep mbo 4-studenten die instroomt, heeft meer dan twee jaar

gewacht na het mbo voordat ze het hbo instromen.

Bij de havisten zien we minder grote verschillen. Wat betreft het aantal blijvers zijn er geen

grote verschillen tussen de directe overstappers en de studenten met tussenjaren. De

directe overstappers switchen wel vaker van opleiding dan dat ze stoppen, in vergelijking

met de studenten met tussenjaren. De havisten met meer dan 2 tussenjaren tussen de

havo-vooropleiding en de hbo-bachelor stoppen vaker volledig (21%) dan dat ze switchen

van voltijd hbo-bachelor (17%).

Figuur 6.20 Keuzen naar vooropleiding en verschil in jaren tussen overstap

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

6.7 Keuzes per bol/bbl

Maken bol-studenten andere keuzes dan bbl-studenten na het eerste jaar op het hbo? Ja,

mbo 4-studenten uit een bbl-traject stoppen vaker met een hbo-bachelor (31%) dan mbo 4-

studenten een bol-opleiding (18%).

Van de mbo 4-studenten met een bbl-traject zet een minderheid (40%) de huidige hbo-

bachelor na het eerste jaar voort, tegen een meerderheid (62%) van de mbo 4-studenten

met een bol-traject (Figuur 6.20).

Ook hier dient echter in het achterhoofd te worden gehouden dat het om een relatief kleine

groep gaat: slechts 3% van de mbo 4-studenten die een hbo-bachelor gaan doen heeft een

bbl-achtergrond (zie paragraaf 3.7).

Bij mbo-studenten zonder niveau 4 diploma lijkt het weinig verschil te maken of men een

bol- of bbl-opleiding heeft gedaan.

64% 60%

32%

61% 58% 62%

18% 24%

26%

8% 15%21%

19% 15%

43%30% 27%

17%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

directe overstap 1 of 2tussenjaren

meer dan 2tussenjaren

directe overstap 1 of 2tussenjaren

meer dan 2tussenjaren

mbo 4 havo

blijvers stoppers switchers

Page 56: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

56 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 6.21 Keuzen naar niveau/diploma en leerweg

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

6.8 Keuzes van stapelaars

Mbo 4-studenten die in het mbo diploma’s hebben gestapeld blijken vaker uit te vallen en

vaker te switchen dan mbo-4 studenten die niet hebben gestapeld (zie figuur 6.22).

Van de mbo 4-studenten die niet gestapeld hebben, blijkt 63% dezelfde hbo-bachelor aan

dezelfde instelling te blijven volgen, tegen 54% van de mbo-studenten die diploma’s

gestapeld hebben op het mbo. Van de mbo-studenten zonder niveau 4-diploma blijft 57%

dezelfde opleiding aan dezelfde instelling volgen (zie figuur 6.22).

Figuur 6.22 Keuzen naar mbo-route

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

62%

40%

56% 59%

18%

31%

25%25%

19%28%

19% 16%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

bol bbl bol bbl

mbo 4 mbo geen 4

switchers

stoppers

blijvers

63%54% 57%

18%

24%25%

19% 23% 18%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 zonder stapelen mbo 4 met stapelen mbo zonder niveau 4-diploma

switchers

stoppers

blijvers

Page 57: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 57

Figuur 6.23 laat zien dat het aantal studenten dat stopt en switcht sterker toeneemt onder

studenten die diploma’s hebben gestapeld op het mbo dan onder studenten die dat niet

gedaan hebben. Eerder zagen we dat het aantal stapelaars onder niveau 4 studenten is

toegenomen (zie hoofdstuk 4).

Figuur 6.23 Keuzen van mbo 4-stapelaars en niet-stapelaars.

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Zoals in figuur 6.24 is te zien, vallen studenten die tijdens hun havo-vooropleiding

doubleerden vaker uit en switchen ze ook beduidend vaker dan studenten die niet zijn

blijven zitten op de havo. Het verschil tussen doublerende en niet-doublerende havisten wat

betreft het blijven volgen van dezelfde studie is van even grote orde als het verschil tussen

mbo 4-studenten die stapelden en niet-stapelden (zo’n 10%).

Figuur 6.24 Keuzen van havisten die wel/niet doubleerden op het havo

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

6.9 Conclusie

Als het gaat om de keuze van 1. dezelfde studie blijven volgen, 2. (tijdelijk) te stoppen met

het volgen van onderwijs en 3. van studie, niveau en/of instelling te wisselen dan blijken er

op uiteenlopende vlakken verschillen waarneembaar tussen studenten.

70%65% 65% 66% 65% 63% 61% 60% 58% 62% 60% 57% 58% 56% 54% 52% 50% 48%

53%

15%17% 19% 16% 17% 18% 19% 18% 20%

19% 22%23% 21% 22% 23% 25%

24% 27%26%

15% 17% 16% 18% 18% 19% 20% 22% 22% 19% 18% 20% 21% 22% 23% 23% 26% 25% 21%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

05/0

6

06/0

7

07/0

8

08/0

9

09/1

0

10/1

1

11/1

2

12/1

3

13/1

4

14/1

5

mbo 4 zonder stapelen mbo 4 met stapelen

switchers

stoppers

blijvers

63% 53%

8%12%

28% 35%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

niet gedoubleerd wel gedoubleerd

havo

switchers

stoppers

blijvers

Page 58: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

58 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Zo blijven studenten die jong aan de hbo-bachelor beginnen vaker dezelfde studie te volgen

dan studenten die relatief wat ouder zijn. Die laatste groep valt vaker uit. Dit geldt voor

zowel studenten met een mbo 4 als een havo-achtergrond.

Wat betreft geslacht zijn er bij mbo 4-studenten nauwelijks verschillen. Mannen en vrouwen

doen het, over de jaren heen, even goed. Bij de havisten doen vrouwen het beduidend beter

dan mannen; mannelijke havo-studenten vallen vaker uit en switchen vaker.

Wat betreft etniciteit zien we dat autochtone studenten vaker dezelfde studie blijven volgen

dan studenten van westerse komaf, en westerse studenten vaker dezelfde studie blijven

volgen dan niet-westerse studenten. Niet-westerse studenten switchen (veel) vaker van

studie. Dit geldt voor zowel mbo 4-studenten als havisten. Wel zijn de verschillen bij

mbo 4-studenten tussen de etnische groepen groter en worden de verschillen ook groter

over de tijd. Bij havisten is het verschil stabiel.

Bij mbo 4-studenten zijn er geen opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen binnen

de etnische groepen. Bij havisten zijn die er wel. Autochtone vrouwelijke havisten blijven

beduidend vaker dezelfde studie volgen, terwijl niet-westerse mannelijke havisten veel vaker

switchen.

Wat betreft de sociale economische achtergrond van studenten blijkt dat mbo-studenten uit

de wijken met de laagste scores vaker switchen dan studenten uit andere wijken. Over de

tijd zien we dat studenten uit zowel de wijken met de hoogste als de laagste scores vaker

switchen en uitvallen. Onder havisten zijn er minder verschillen en deze zijn stabiel over de

tijd.

Mbo 4-studenten die niet direct doorstromen vanuit het mbo vallen vaker uit. Zeker

wanneerzij meer dan 2 jaar wachten voordat ze het hbo instromen. Bij havisten is dit

verschil minder duidelijk.

Slechts een klein deel van de mbo 4-studenten op het hbo heeft een bbl-achtergrond. Zij

doen het echter beduidend minder goed dan bol-studenten. Van de bbl-studenten stopt

meer dan 30% en bijna 30% switcht.

Ook stapelaars doen het aanzienlijk minder goed in termen van uitval en switch. Van de

niveau 4-studenten die geen diploma’s gestapeld hebben op het mbo, blijft 63% dezelfde

studie volgen, van de niveau 4-studenten die wél gestapeld hebben, blijft 54% dezelfde

studie volgen. Stapelaars vallen vaker uit en switchen ook vaker dan niet-stapelaars.

Eenzelfde beeld geldt voor havisten die zijn blijven zitten op de havo.

Page 59: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 59

7 Waar bevinden uitvallers en switchers zich?

Vanuit welke opleidingen en scholen vallen mbo 4-studenten uit? Zijn er daarbij verschillen

tussen scholen? En maakt het uit waar mbo-studenten vandaan komen? Antwoorden op

deze en soortgelijke vragen worden in dit hoofdstuk geboden.

Er worden in dit hoofdstuk geen uitsplitsingen over de tijd heen gemaakt, omdat de

bijbehorende figuren dan nog nauwelijks leesbaar zijn. Om dezelfde reden worden in dit

hoofdstuk mbo 4-studenten alleen vergeleken met havisten.

7.1 Uitval en switch per hogeschool

De keuzes die studenten na jaar één maken blijken behoorlijk te verschillen per hogeschool.

Zoals te zien in figuur 7.1 zijn er hogescholen waar 81% van de mbo4-studenten dezelfde

opleiding blijven doen en hogescholen waar 54% dat doet.

Logischerwijs lopen ook uitval en switch lopen per hogeschool uiteen. Er zijn hogescholen

waar 21% van de mbo 4-studenten uitvalt en hogescholen waar 10% uitvalt. Bij sommige

hogescholen switcht 6% van de mbo 4-studenten, bij anderen 30%.

Ook bij havisten blijken er aanzienlijke verschillen te zijn tussen hogescholen. Er zijn

hogescholen waar 88% van de havisten dezelfde studie blijven volgen en hogescholen waar

56% dat doet. En ook bij uitval en switch lopen de percentages uiteen tussen respectievelijk

13 en 4% en 34 en 6%.

Wat opvalt uit figuur 7.1 is dat hogescholen waar veel mbo 4-studenten dezelfde studie

blijven volgen, en dus relatief weinig uitvallen en/of switchen, dat havisten daar ook relatief

vaak dezelfde studie blijven volgen. En ook omgekeerd: daar waar veel mbo 4-studenten

uitvallen, dan wel switchen, doen havisten dat ook. Alleen bij een aantal pabo’s lijken

havisten beduidend vaker dezelfde studie te blijven doen dan mbo 4-studenten.

Uit de figuur blijkt verder dat de instellingen met relatief weinig uitval en switchen met name

de kunsten- en groene instellingen zijn.

De meeste hogescholen hebben een gemiddeld uitval- en switchcijfer dat rond het landelijk

gemiddelde van respectievelijk 19 en 21% ligt. Alleen de hogeschool die de meeste mbo-4

studenten trekt, de Hogeschool van Amsterdam, doet het beduidend minder goed, met een

gemiddelde uitval van 21% en een gemiddeld switchpercentage van 24%. In de periode

2005-2015 bleef gemiddeld 55% van de studenten aan de HvA dezelfde studie volgen na

jaar 1.

Page 60: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

60 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 7.1 Keuzen van mbo 4-studenten en havisten per hogeschool

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

81%

75%

81%

88%

79%

72%

78%

76%

77%

82%

74%

71%

74%

70%

74%

69%

73%

85%

73%

76%

72%

77%

70%

71%

69%

71%

68%

62%

67%

68%

67%

66%

66%

70%

65%

63%

65%

63%

64%

65%

63%

66%

62%

63%

62%

59%

62%

61%

62%

60%

61%

70%

61%

58%

60%

62%

60%

56%

60%

56%

59%

63%

59%

61%

59%

60%

58%

59%

58%

62%

55%

58%

54%

67%

13%

10%

13%

6%

12%

11%

14%

11%

13%

8%

18%

7%

16%

13%

15%

8%

20%

4%

13%

4%

18%

6%

14%

9%

16%

7%

18%

9%

19%

8%

18%

7%

20%

8%

17%

8%

17%

7%

20%

10%

17%

7%

20%

9%

19%

9%

18%

9%

18%

8%

21%

8%

20%

9%

21%

8%

20%

11%

10%

11%

21%

11%

20%

7%

18%

10%

20%

10%

21%

10%

21%

12%

19%

7%

6%15%

6%6%

9%16%

8%13%

11%10%

8%21%

9%16%

11%23%

7%11%

14%21%

9%17%16%

20%15%

22%15%

29%14%

25%15%

27%14%

22%18%

30%18%

30%16%

26%19%

27%18%

28%19%

32%20%

29%20%

32%18%

22%20%

34%18%

29%20%

33%30%

33%20%

26%22%

32%23%

30%22%

31%21%

28%24%

30%27%26%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

Des

ign

Aca

de

my

HTH

Am

ster

da

mse

HvK

Hd

KD

enH

aag

Co

dar

ts

HA

SD

enB

osc

h

HvK

Utr

ech

tV

HL

Dri

est

ar

PA

BO

Zwo

lle

Vile

nt

um

Art

eZ

De

Kem

pel

HS

Zuyd

HS

Zee

lan

dIs

elin

ge H

S

Ger

efo

rme

erd

eH

SH

anze

HS

NH

LH

SC

HE

Sten

den

HS

NH

TVB

red

aFo

nty

s H

S

HS

Ro

tte

rdam

Ava

ns

HS

Mar

ni

x ac

.H

AN

Win

des

hei

m

HS

Utr

ech

t

Rie

tve

ldac

ade

mie

HS

Inh

oll

and

Saxi

on

HS

Haa

gse

HS

HS

Leid

en

Ipab

oH

vA

HS

Tho

mas

Mo

re

Blijvers Stoppers Switchers

Page 61: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 61

7.2 Uitval en switch per sector en instellingstype

Tussen de verschillende hbo-sectoren blijken duidelijke verschillen zichtbaar tussen de

keuzes die studenten maken. Binnen de groene sector blijft meer dan 70% van de

mbo 4- studenten én de havisten dezelfde studie volgen. Binnen de sector Economie en

Sociale studies ligt dat rond of onder de 60%.

Opvallend is dat het aantal studenten dat dezelfde studie blijft volgen onder

mbo 4-studenten en havisten in de meeste sectoren ongeveer gelijk is. Alleen bij

Bètatechniek en kunsten is er een duidelijk verschil: mbo 4-studenten blijven in die sectoren

vaker dezelfde studie volgen dan havisten.

Binnen alle sectoren switchen havisten vaker dan mbo 4-instromers. Voor de sector

Economie valt op dat ook een kwart van de mbo 4-studenten van studie en/of van instelling

wisselt.

Voor mbo 4-instromers in de onderwijs- en sociale studies-sectoren geldt dat zij even vaak

switchen als stoppen met de studie (beide resp. 21 en 19%).

Figuur 7.2 Keuzen per hbo-sector

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

73%

71%

56%

58%

68%

68%

58%

62%

62%

60%

69%

62%

76%

70%

74%

68%

17%

8%

20%

9%

18%

8%

21%

10%

19%

9%

17%

9%

13%

11%

16%

8%

10%

22%

25%

33%

14%

24%

21%

28%

19%

31%

14%

30%

11%

19%

10%

23%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

hao

- g

roen

heo

-ec

on

om

ieh

gzo

-ge

zon

dh

eid

hp

o -

on

der

wijs

hss

-so

cial

est

ud

ies

htn

o -

bèt

atec

hn

iek

kuo

- k

un

stO

veri

g

Blijvers Stoppers Switchers

Page 62: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

62 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Zoals uit figuur 7.1 blijkt verschilt de uitval per hogeschool. Deze verschillen zijn ook

zichtbaar voor de verschillende hbo instellingstypes (zie figuur 7.3).17

Figuur 7.3 Keuzen per hbo instellingstype

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Bij hogescholen die een breed aanbod van opleidingen bieden, blijven de minste

mbo 4-studenten na het eerste jaar dezelfde opleiding volgen. De uitval op deze brede

scholen ligt met 19% relatief hoog, net als het aantal switchers.

Bij hotelscholen en hogescholen die zich op toerisme focussen, blijven de meeste

mbo 4-studenten dezelfde opleiding volgen: 80%.

Bij hogescholen voor de kunst, brede en groene hogescholen blijven evenveel havisten als

mbo 4-studenten dezelfde opleiding volgen. Bij pabo’s en hotelscholen doen havisten in het

beter in de zin dat zij vaker dezelfde opleiding blijven volgen, minder uitvallen en minder

switchen.

Figuur 7.4 geeft per sector weer aan welke type instellingen er opleidingen gevolgd kunnen

worden en welke keuzes studenten daar maken. Voor alle sectoren geldt dat studenten op

brede hbo-instellingen vaker stoppen en switchen in vergelijking met de meer toegespitste

hbo-instellingen.

17 Zoals in paragraaf 4.2 uitgelegd hebben we hogescholen ingedeeld naar het type onderwijs dat ze bieden. Brede hogescholen bieden onderwijs uit verschillende sectoren. Andere hogescholen zijn ingedeeld naar sector waarin ze onderwijs bieden.

61%

60%

74%

71%

65%

72%

74%

72%

81%

88%

19%

9%

17%

8%

19%

7%

15%

11%

13%

6%

20%

30%

10%

21%

17%

21%

11%

17%

6%

6%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

Bre

ed

Gro

enP

abo

Ku

nst

en

Ho

tels

cho

ol/

toer

ism

e

Blijvers Stoppers Switchers

Page 63: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 63

Figuur 7.4 Keuzen per sector en hbo-instellingstype

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

7.3 Uitval en switch per opleiding

Zien we ook verschillen in keuzes per opleiding? In paragraaf 4.3 is beschreven hoe de

instroom per opleiding eruit ziet en dat er opleidingen zijn waar de instroom homogeen van

aard is doordat er voornamelijk mbo 4-studenten dan wel havisten instromen en opleidingen

waar de instroom heterogeen van aard is en er dus ook een aanzienlijke groep vwo’ers,

wo’ers en mbo-studenten zonder niveau 4-diploma is.

Als we kijken naar de keuzes die studenten in homogene en heterogene opleidingen maken

dan lijken er verbanden te zijn tussen de mate van homogeniteit en het aandeel uitvallers en

switchers.

67%

63%

74%

71%

56%

58%

66%

65%

81%

88%

68%

68%

57%

60%

65%

72%

73%

76%

62%

60%

69%

61%

76%

72%

76%

67%

76%

72%

74%

68%

21%

9%

17%

8%

20%

9%

19%

13%

13%

6%

18%

8%

22%

11%

19%

7%

13%

8%

19%

9%

18%

9%

15%

15%

13%

11%

14%

12%

16%

8%

13%

28%

10%

21%

25%

33%

15%

21%

6%

6%

14%

24%

22%

30%

17%

21%

14%

16%

19%

31%

14%

30%

8%

13%

12%

21%

10%

16%

10%

23%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

Bre

ed

Gro

enB

ree

dK

un

sten

Ho

tels

cho

ol/

toer

ism

eB

ree

dB

ree

dP

abo

Ku

nst

enB

ree

dB

ree

dK

un

sten

Bre

ed

Ku

nst

enB

ree

d

hao

- g

roen

heo

- e

con

om

ie

hgz

o -

gezo

nd

hei

dh

po

- o

nd

erw

ijs

hss

-so

cial

est

ud

ies

htn

o -

bèt

atec

hn

iek

kuo

- k

un

stO

veri

g

Blijvers Stoppers Switchers

Page 64: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

64 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 7.5 geeft voor iedere opleiding die aan hogeschool wordt gegeven18 weer wat de

mate van uitval en switch is afgezet tegen het aandeel mbo 4 studenten dat instroomt en

aandeel havisten. Door de puntenwolken die dat oplevert is een regressielijn getrokken.

Hieruit kunnen duidelijke verbanden worden getrokken.

Ten eerste laten de linker plaatsjes zien dat 1) hoe hoger het aandeel mbo 4-studenten is

dat in een opleiding instroomt, hoe hoger het aandeel uitvallers is en 2) hoe hoger het

aandeel havisten dat instroomt, hoe lager het aandeel uitvallers. Dus mbo 4-studenten

vallen ook uit in klassen waar een groot deel van de studenten een mbo 4-achtergrond

heeft.

Ten tweede blijkt uit de rechter plaatsjes dat de mate van switch nauwelijks af te hangen

van het aandeel mbo 4-studenten in de klas. Wel geldt: hoe meer havisten, hoe hoger het

aandeel switchers.

Figuur 7.5 Aandeel mbo 4- en havo-instromers per brin/croho-combinatie afgezet tegen

het aandeel switchers en stoppers.

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Uit figuur 7.6 blijkt dat mbo 4-studenten minder vaak switchen op opleidingen waar zij in de

meerderheid zijn in vergelijking met opleidingen waar meer dan 65% afkomstig is uit de

18 Door te kijken naar een bron/croho combinatie telt iedere opleiding die aan een hogeschool wordt gegeven mee. Dus als een bepaalde opleiding op 5 hogescholen wordt gegeven, dan worden de studenten in deze opleiding voor de 5 hogescholen afzonderlijk geanalyseerd. Uitzondering zijn die opleidingen die per hogeschool die minder dan 50 studenten in de periode 2005-2015 hebben getrokken (dit waren er 153 van de in totaal 977 opleidingen per hogeschool).

Page 65: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 65

havo (19 t.o.v. 24%). Op de meest heterogene opleidingen wordt juist minder geswitcht.

Voor uitval zijn de verschillen beperkt.

Figuur 7.6 Uitval naar opleidingskenmerken

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

7.4 Uitval en switch per toeleverende mbo-instelling en -type

Maakt het uit van welke mbo-instelling een student afkomstig is? Op basis van figuur 7.7

kunnen we stellen dat dit het geval is. Het percentage studenten dat doorgaat met de studie

na één jaar varieert tussen de 27 en 78% per mbo-instelling.

Logischerwijs loopt ook het percentage uitvallers en switchers uiteen. Mbo 4-studenten

afkomstig van de ene mbo-instelling vallen in 13% van de gevallen uit, van andere

instellingen valt 42% uit. Het zelfde geldt voor switch, van één school switcht 8% van de

studenten uit, van een ander 30%.

62%

60%

57%

57%

69%

68%

61%

61%

19%

9%

19%

10%

17%

10%

19%

9%

19%

31%

24%

33%

14%

22%

20%

30%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

mbo 4

havo

Meerd

erh

eid

mbo 4

Meerd

erh

eid

havis

ten

Meest

div

ers

eople

idin

gen

Overige

ople

idin

gen

Blijvers Stoppers Switchers

Page 66: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

66 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 7.7 Keuzen per leverende mbo-instelling

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

27%

44%

51%

51%

53%

56%

57%

57%

57%

58%

58%

58%

58%

58%

59%

60%

60%

60%

61%

61%

61%

61%

61%

61%

62%

62%

62%

63%

63%

63%

63%

63%

64%

64%

64%

64%

64%

65%

65%

66%

66%

66%

66%

66%

67%

67%

67%

67%

67%

67%

68%

68%

68%

69%

69%

69%

69%

70%

70%

71%

71%

71%

72%

73%

73%

77%

78%

42%

25%

24%

22%

22%

21%

20%

19%

22%

21%

19%

19%

21%

19%

21%

28%

26%

20%

20%

17%

18%

19%

19%

19%

20%

19%

19%

22%

18%

20%

19%

21%

18%

18%

17%

17%

17%

18%

19%

16%

17%

21%

20%

18%

17%

18%

16%

18%

17%

18%

20%

15%

16%

19%

20%

14%

18%

19%

16%

17%

16%

16%

15%

17%

17%

15%

13%

30%

30%

26%

27%

25%

23%

23%

24%

20%

21%

23%

23%

21%

23%

20%

12%

14%

20%

20%

22%

21%

20%

19%

19%

19%

19%

19%

16%

20%

17%

18%

15%

19%

19%

19%

18%

19%

18%

16%

18%

17%

13%

14%

16%

17%

16%

17%

15%

15%

15%

13%

17%

16%

13%

12%

18%

13%

12%

14%

13%

13%

13%

13%

10%

10%

8%

8%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

SVO Opleidingen

ROC TOP

ROC van Amsterdam

MBO Amersfoort

ROC Flevoland

ROC Amarantis

ROC Aventus

MBO Utrecht

ROC Onderwijsgroep A12

ID College

ROC van Twente

ROC Zadkine

ROC Midden Nederland

ROC Mondriaan

ROC Rivor

STC

SOMA College

ROC Tilburg

ROC Nijmegen eo

ROC Albeda College

Regio College

Rijn IJssel

Noorderpoort College

De Rooi Pannen

ROC Menso Alting

ROC Drenthe College

ROC Alfa-college

ROC Kop van Noord-Holland

ROC Deltion College

ROC Da Vinci College

ROC West-Brabant

ROC Arcus College

ROC Koning Willem I

ROC Leiden

Landstede

Summa College

ROC Friese Poort

ROC Horizon College

ROC Nova College

ROC Friesland College

Grafisch Lyceum Rotterdam

AOC Groenhorst College

AOC Oost

ROC de Leijgraaf

Leidse Instrumentmakers School

ROC Gilde Opleidingen

ROC Leeuwenborgh

AOC Terra

Scalda

Nordwin College

Lentiz

ROC Graafschap College

ROC Ter AA

Wellantcollege

Mediacollege Amsterdam

CIBAP

Hout en Meubileringscollege

Helicon Opleidingen

SintLucas - De Eindhovense school

AOC West Brabant

Clusius College

Grafisch Lyceum Utrecht

CITAVERDE College

Hoornbeeck College

Nimeto

Edudelta Onderwijsgroep

AOC De Groene Welle

Blijvers

Stoppers

Switchers

Page 67: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 67

Uit figuur 7.8 blijkt dat tussen de verschillende instellingentypes er weinig verschil zit tussen

het percentage dat stopt. Wel blijkt het aandeel switchers afkomstig van aoc’s en vakscholen

beduidend lager te liggen dan andere mbo-instellingen.

Figuur 7.8 Keuzen van eerstejaarsstudenten afkomstig uit mbo 4 in een voltijd hbo-

bachelor na het eerste jaar per leverende mbo-instellingstype

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

7.5 Uitval per toeleverend mbo-domein

Per mbo-domein blijken er aanzienlijke verschillen te zijn wat betreft de keuzen die

studenten maken. Niveau 4-studenten uit het domein Bouw Infra die doorstromen blijven in

75% van de gevallen dezelfde studie volgen, ‘slechts’ 25% van de studenten valt uit of

switcht van studie en/of instelling. Niveau 4 studenten afkomstig uit het domein Handel &

Ondernemerschap daarentegen stoppen en switchen bijna even vaak als dat ze blijven.

Figuur 7.9 Keuzen per leverend mbo-domein

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Maakt het uit naar welke sector studenten stromen? Is het bijvoorbeeld juist de overgang

bouw-infra naar bouw-infra die goed loopt of doen studenten bouw-infra het goed in elke

61%

69%

68%

19%

18%

18%

20%

13%

14%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Roc

Aoc

Vakschool

Blijvers Stoppers Switchers

75%

71%

69%

69%

69%

68%

67%

65%

62%

62%

61%

61%

55%

55%

54%

51%

14%

15%

17%

17%

16%

19%

19%

20%

21%

19%

20%

19%

26%

18%

19%

23%

11%

14%

14%

15%

14%

13%

13%

15%

17%

18%

19%

20%

19%

26%

16%

26%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Bouw en infra

Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek

Veiligheid en sport

Media en vormgeving

Informatie en communicatietechnologie

Voedsel, natuur en leefomgeving

Techniek en procesindustrie

Afbouw hout en onderhoud

Horeca en bakkerij

Zorg en Welzijn

Toerisme en recreatie

Uiterlijke verzorging

Transport, scheepvaart en logistiek

Economie en administratie

Mobiliteit en voertuigen

Handel en ondernemerschap

Blijvers Stoppers Switchers

Page 68: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

68 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

hbo-sector? Figuur 7.10 geeft een overzicht. Per hbo-sector is bekeken uit welke domeinen

niveau 4-studenten instromen. Alleen als de instroom vanuit een bepaald domein tenminste

5% van de totale mbo-instroom in die sector is, hebben we gekeken welke keuzes er per

mbo-domein gemaakt worden, vandaar dat niet alle vakjes gevuld zijn.19

Figuur 7.10 laat zien dat de instroom per sector duidelijk verschilt. De groene sector (hao)

ontvangt uit slechts één mbo-domein tenminste 5% van de instromende mbo 4-studenten,

de sector bètatechniek (htno) uit zes.

Hoe doen studenten uit verschillende domeinen het? Studenten bouw-infra die bètatechniek

gaan doen (de enige hbo-sector waar ze 5% van de instroom vertegenwoordigen) doen het

daar beter dan studenten afkomstig uit andere domeinen, zowel in termen van switch als in

termen van uitval.

Studenten afkomstig uit economische domeinen doen het het minst goed in de sector

Bètatechniek. Ook binnen in de sectoren Gezondheid, Sociale studies en Onderwijs vallen

studenten uit de economische domeinen opvallend vaak uit en/of switchen ze.

Zelfs binnen de sector Economie doen niveau 4-studenten uit de economische domeinen

Handel & Ondernemerschap en Economie & Administratie het minder goed dan instromers

uit andere domeinen: ze switchen beduidend vaker. Wel stoppen ze minder vaak. Gemiddeld

genomen doen de studenten het niet-economische domeinen het overigens ook niet goed in

de sector Economie.

Binnen de sectoren Gezondheid en Onderwijs zien we duidelijke verschillen per mbo-domein.

Beide sectoren krijgen instroom uit dezelfde drie mbo-domeinen: Veiligheid & sport, Zorg &

Welzijn en Economie & Administratie. Studenten uit het domein Veiligheid & Sport doen het

in beide sectoren goed; uitval ligt rond de 15%, switch rond de 10%. Studenten uit het

domein Economie & Administratie doen het juist in beide sectoren opvallend slecht: in de

sector Gezondheid ligt uitval en switch op respectievelijk 23 en 24%, bij de sector Onderwijs

op 26% en 33%. Binnen de sector Onderwijs gaat dus bijna 60% iets anders doen na het

eerste jaar. Terwijl dat van de studenten Veiligheid & Sport 28% is. Studenten Zorg &

Welzijn nemen in beide sectoren een middenpositie in.

Al met al wijst figuur 7.10 erop dat een overstap vanuit een economisch mbo-domein dan

wel de overstap naar een economische hbo-sector, de kans op uitval dan wel switch

aanzienlijk vergroten.

19 Omdat de mbo-domeinen mobiliteit en voertuigen, transport scheepvaart en logistiek en uiterlijke verzorging in géén van de hbo-sectoren 5% van de instroom vertegenwoordigen, zijn deze niet in de figuur opgenomen.

Page 69: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 69

Figuur 7.10 Uitval per hbo-sector en leverend mbo-domein voor instromers uit mbo 4.

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Page 70: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

70 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

7.6 Conclusie

Er blijken grote verschillen te zijn tussen het aantal uitvallers en switchers onder mbo 4-

studenten per hogeschool over de periode 2005-2015. Er zijn hogescholen waar 21% van de

mbo 4-studenten in die periode is uitgevallen en hogescholen waar dat 10% is. Bij sommige

hogescholen switcht 6% van de mbo 4-studenten, bij anderen 30%. Opvallend is bij de

hogescholen waar veel mbo 4-studenten uitvallen en/of switchen, ook veel havisten uitvallen

en/of switchen.

Het zijn met name de groene en kunstopleidingen waar weinig wordt uitgevallen dan wel

geswitcht. Dit zien we ook terug als we uitval en switch per sector bekijken: binnen de

groene en kunst sector blijft meer dan 70% van de mbo 4-studenten dezelfde studie volgen.

Binnen de sector bètatechniek is dit bijna 70%. Aan de andere kant van het spectrum staan

de sectoren onderwijs en economie; daar blijft respectievelijk 58% en 56% van de mbo 4-

studenten dezelfde studie volgen.

Per opleiding valt op dat bij de studies waar het aandeel van mbo 4-studenten boven de

50% ligt, de uitval ook relatief hoog is. Het is dus niet zo dat mbo 4-studenten het beter

doen in bacheloropleidingen waar voornamelijk mbo 4-studenten instromen.

Het lijkt uit te maken van welke mbo-instelling studenten afkomen. Zo blijkt het percentage

stoppers en switchers behoorlijk te verschillen per toeleverende mbo-instelling. Met name bij

grote mbo-instellingen valt op dat het aantal switchers hoog ligt: rond de 25% over de

afgelopen tien jaar.

Ook grote verschillen zijn zichtbaar tussen de domeinen waaruit mbo 4-studenten afkomstig

zijn. Zo blijft 75% van de bouw-infra studenten dezelfde studie volgen, tegen 51% van de

studenten uit het mbo-domein Handel & Ondernemerschap. Studenten handel &

ondernemerschap vallen vaker uit en switchen vaker.

Als we naast het mbo-domein ook de hbo-sector in ogenschouw nemen, dan blijken het met

name de niveau 4 leerlingen uit het domein Handel & Ondernemerschap én Economie en

Administratie te zijn die vaak uitvallen én switchen. Binnen de hbo-sectoren gezondheid,

sociale studies en onderwijs vallen studenten uit deze economische domeinen opvallend

vaak uit en/of switchen ze. En zelfs binnen de sector Economie doen mbo 4-studenten uit

deze domeinen het minder goed dan instromers vanuit andere domeinen: ze switchen

beduidend vaker.

Binnen de hbo-sector Economie wordt er overigens door mbo 4-studenten uit alle domeinen

relatief vaak geswitcht dan wel uitgevallen. Het lijkt er dan ook op dat erop dat een overstap

vanuit een economisch mbo-domein dan wel een overstap naar een economische hbo-

sector, de kans op uitval en switch aanzienlijk doen vergroten. Overstappen vanuit andere

domeinen naar andere sectoren laten namelijk beduidend lagere uitval en switchpercentages

zien.

Page 71: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 71

8 Samenvatting & Conclusies

8.1 Samenvatting

De instroom in voltijds hbo-bacheloropleidingen bestaat voor ongeveer een derde uit mbo 4-

studenten, voor 55% uit havisten, voor 8% uit vwo’ers en dan is er nog een klein groepje

studenten dat instroomt vanaf de universiteit of vanaf het mbo zonder niveau 4-diploma.

Hoewel de absolute aantallen in de periode 2005-2015 eerst flink gestegen zijn en daarna

daalden, is het aandeel van mbo 4-studenten constant over de jaren (zie figuur 8.1).

Figuur 8.1 Instroom in voltijd hbo bacheloropleidingen

Mbo 4-student op het hbo

Gemiddeld genomen is de mbo 4-student die aan een voltijds hbo-bachelor begint 20 jaar, in

net iets meer dan helft van de gevallen vrouw, voor 70% autochtoon en 25% niet-westers,

33% komt uit de wijken met de laagste economische status en bijna 20% heeft op het mbo

diploma’s gestapeld. Bijna alle mbo 4-studenten komen rechtstreeks van het mbo (87%) en

bijna allemaal hebben ze een bol-opleiding gedaan (97%).

In de periode 2005-2015 neemt de leeftijd van mbo 4-studenten die het hbo instromen iets

toe, zijn ze minder vaak van allochtone afkomst en komen ze vaker uit wijken met lagere én

hogere sociaal economische status. Het aantal mbo 4-studenten dat niet gelijk vanuit het

mbo het hbo instroomden is in de periode 2010-2013 toegenomen, maar neemt sindsdien

weer af.

In vergelijking met havisten zijn mbo 4-studenten zo’n twee jaar ouder wanneer aan een

hbo-bachelor beginnen, vaker niet-westers en komen ze vaker uit wijken met lagere sociaal

economische status. Op andere vlakken zijn soort gelijke verdelingen te zien, zo is ongeveer

20% van de havisten een keer blijven zitten en stromen de meeste havisten rechtstreeks

vanuit de vooropleiding het hbo in.

30%34% 33% 31% 31% 31% 30% 30% 31% 33% 32%

56%

52% 52% 54%53% 53% 55% 55%

55% 55%57%

9%

8%8% 8%

9% 8% 8% 8%

8% 7%

6%

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

70000

80000

90000

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

Page 72: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

72 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Waar volgen mbo 4-studenten een opleiding?

Mbo 4-studenten kiezen vaak voor dezelfde hogescholen. Zo zijn er tien hogescholen, van de

in totaal 38, die gezamenlijk 75% van de mbo 4-studenten hebben getrokken over de

periode 2005-2015. Gemiddeld genomen is wel bij alle hogescholen tussen 30 en 35% van

de instromende studenten een mbo 4-student, enkele uitschieters naar boven en beneden

daargelaten.

Ook per hbo-sector heeft ongeveer 1 op de 3 instromende studenten een mbo 4-diploma.

Alleen bij de sociale studies ligt dit hoger (41%) en in de gezondheidszorg lager (25%).

Ook binnen opleidingen zijn mbo 4-studenten bijna nooit in de meerderheid. Bij slechts 8%

van de voltijd bacheloropleidingen die hogescholen bieden is meer dan 50% van de

instromers een niveau 4-student. Ter vergelijking: bij 17% van de studies heeft 65% of

méér een havodiploma.

Waar komen mbo 4-studenten vandaan?

Het aantal studenten dat mbo-instellingen leveren verschilt sterk. Er zijn roc’s waar vandaan

jaarlijks meer dan 800 niveau 4-studenten doorstromen naar het hbo en roc’s waar dat

jaarlijks slechts een handjevol zijn.

36% van de niveau 4-studenten komt van 10, van de in totaal 68, mbo-instellingen.

Kijken we per hbo-sector vanuit welk mbo-domein mbo 4-studenten afkomstig zijn, dan valt

op dat bijna iedere sector instroom kent vanuit minstens acht mbo-domeinen. Binnen geen

enkele sector komt meer dan 80% van de studenten uit hetzelfde domein.

Wat gaan mbo 4-studenten doen na het eerste jaar in de hbo-bachelor?

Gemiddeld genomen bleef in de periode 2005-2015 62% van de mbo 4-studenten na jaar 1

dezelfde opleiding aan dezelfde instelling volgen, tegen 61% van de studenten die vanuit

het havo instroomden (zie figuur 8.2).

Figuur 8.2 Keuzen van eerstejaarsstudenten na het eerste jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

62% 61%57%

74%83%

16%5%

20%

4%

5%

5%

4% 9%7%

11%

8% 4%3%7%

11%4% 5%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

mbo 4 havo mbo geen 4 vwo wo

blijvers stoppers op- en afstromers studieswitchers studie- en instellingsswitchers

Page 73: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 73

Wat gingen studenten doen die niet dezelfde studie blijven volgen aan dezelfde instelling?

Van de mbo 4-studenten stopte de afgelopen 10 jaar gemiddeld 16% na het eerste jaar

definitief met het volgen van onderwijs en nog eens 3% stopte daar tijdelijk mee. Zo’n 20%

wisselde van niveau, studie, instelling of studie én instelling.

Havisten wisselden vooral van studie en/of instelling. Over de periode 2005-2015 wisselde

gemiddeld 31% van de havisten van niveau, studie, instelling of studie én instelling. 9% van

de havisten stopte definitief dan wel tijdelijk met studeren.

Kijken we naar de ontwikkeling over de gehele periode, dan vallen twee zaken op:

1 Het aantal mbo 4-studenten dat dezelfde studie aan dezelfde instelling blijft volgen

neemt af.

2 Het aantal havisten dat dezelfde studie aan dezelfde instelling blijft volgen is redelijk

stabiel over de jaren.

Zoals figuur 8.3 laat zien, ging van de mbo 4-studenten die in 2005-2006 aan een voltijds

bachelor begon, 70% aan het eind van het jaar door met die zelfde studie aan dezelfde

instelling. Van de mbo 4-studenten die in 2013-2014 instroomden, ging nog maar 56% door

met diezelfde opleiding aan dezelfde instelling. Zowel het aantal studenten dat (definitief

dan wel tijdelijk) stopten met het volgen van onderwijs nam samen met het aantal switchers

aanzienlijk toe.

Figuur 8.3 Keuzen van mbo 4-studenten in een voltijd hbo-bachelor na het eerste jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Bij de havisten zien we daarentegen nauwelijks opvallende veranderingen over de jaren

heen. Wel lijkt het aantal blijvers de afgelopen twee jaar toe te nemen (zie figuur 8.4).

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers stoppers tijdelijke stoppers switchers op- en afstromers

Page 74: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

74 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Figuur 8.4 Keuzen van havisten in een voltijd hbo-bachelor na het eerste jaar

Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo

Aantal uitvallers en switchers

Studenten kunnen verschillende keuzes maken aan het eind van het jaar. Om het geheel

overzichtelijk te houden, maken we drie categorieën:

1 Blijven: deze studenten blijven dezelfde studie volgen aan dezelfde instelling.

2 Stoppen: deze studenten vallen definitief of tijdelijk uit het bekostigd onderwijs.

3 Switchen: deze studenten switchen van 1. studie 2. instelling 3. studie én instelling of 4.

niveau.

In het vervolg van de samenvatting gebruiken we alleen nog deze categorieën.

Figuur 8.5 geeft weer hoe het aantal blijvers, stoppers en switchers onder mbo 4-studenten

is verlopen over de periode 2005-2015. Het laat zien hoe zowel het aantal uitvallers als het

aantal switchers toeneemt, beide van zo’n 15% naar 22-23%. Opvallend is dat bijna alle

jaren net iets vaker geswitcht wordt door mbo 4-studenten dat dat ze uitvallen.

Onder havisten is het aantal uitvallers en switchers juist stabiel over de jaren en ligt het

aantal switchers beduidend hoger dan het aantal uitvallers. Jaarlijks verlaat ongeveer 10%

van de instromende havisten definitief of tijdelijk het bekostigd onderwijs, 30% switcht van

studie, instelling en/of niveau (zie figuur 8.6).

Opmerkelijk is dat onder de studenten die in 2014/2015 zijn ingestroomd het aantal

stoppers én switchers is afgenomen. Zowel onder mbo 4-studenten als havisten.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers stoppers tijdelijke stoppers switchers op- en afstromers

Page 75: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 75

Figuur 8.5 Aantal blijvers, uitvallers en switchers onder mbo 4-studenten

Figuur 8.6 Aantal blijvers, uitvallers en switchers onder havisten

Wie stoppen en switchen er?

Als het gaat om de keuze van 1. dezelfde studie blijven volgen, 2. (tijdelijk) te stoppen met

het volgen van onderwijs en 3. van studie, niveau en/of instelling te wisselen dan blijken er

op verschillende vlakken verschillen waarneembaar.

Zo blijven studenten die jong aan de hbo-bachelor beginnen vaker dezelfde studie te volgen

dan studenten die relatief wat ouder zijn. Die laatste groep valt vaker uit. Dit geldt voor

zowel studenten met een mbo 4- als een havo-achtergrond.

Wat betreft geslacht zijn er bij mbo 4-studenten nauwelijks verschillen. Mannen en vrouwen

doen het, over de jaren heen, even goed. Bij de havisten doen vrouwen het beduidend beter

dan mannen; mannelijke havo-studenten vallen vaker uit en switchen vaker.

Wat betreft etniciteit zien we dat autochtone studenten vaker dezelfde studie blijven volgen

dan studenten van westerse komaf, en westerse studenten vaker dezelfde studie blijven

volgen dan niet-westerse studenten. Niet-westerse studenten switchen (veel) vaker van

studie. Dit geldt voor zowel mbo 4-studenten als havisten. Wel zijn de verschillen bij

mbo 4-studenten tussen de etnische groepen groter en worden de verschillen ook groter

over de tijd. Bij havisten is het verschil stabiel.

70%

65% 64% 64% 63% 61% 59% 58%56%

60%

15%18% 19%

17% 18% 19% 21% 19% 21% 21%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers

stoppers

switchers

63%

58% 59%61% 61% 61% 60% 60% 62%

64%

9% 10% 11% 9% 10% 9% 10% 8% 8% 9%

28%32%

30% 30% 29% 30% 30% 32% 30%27%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15

blijvers

stoppers

switchers

Page 76: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

76 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

Bij mbo 4-studenten zijn er geen opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen binnen

de etnische groepen. Bij havisten zijn die er wel. Autochtone vrouwelijke havisten blijven

beduidend vaker dezelfde studie volgen, terwijl niet-westerse mannelijke havisten veel vaker

switchen.

Wat betreft de sociale economische achtergrond van studenten blijkt dat mbo-studenten uit

de wijken met de laagste scores vaker switchen dan studenten uit andere wijken. Over de

tijd zien we dat studenten uit zowel de wijken met de hoogste als de laagste scores vaker

switchen en uitvallen. Onder havisten zijn er minder verschillen en deze zijn stabiel over de

tijd.

Mbo 4-studenten die niet direct doorstromen vanuit het mbo vallen vaker uit. Zeker

wanneerzij meer dan 2 jaar wachten voordat ze het hbo instromen. Bij havisten is dit

verschil minder duidelijk.

Slechts een klein deel van de mbo 4-studenten op het hbo heeft een bbl-achtergrond. Zij

doen het echter beduidend minder goed dan bol-studenten. Van de bbl-studenten stopt

meer dan 30% en nog eens bijna 30% switcht.

Ook stapelaars doen het aanzienlijk minder goed in termen van uitval en switch. Van de

niveau 4-studenten die geen diploma’s gestapeld hebben op het mbo, blijft 63% dezelfde

studie volgen, van de niveau 4-studenten die wél gestapeld hebben, blijft 54% dezelfde

studie volgen. Stapelaars vallen vaker uit en switchen ook vaker dan niet-stapelaars.

Eenzelfde beeld geldt voor havisten die zijn blijven zitten op de havo.

Waar stoppen en switchen mbo 4-studenten?

Er blijken grote verschillen te zijn tussen het aantal uitvallers en switchers onder

Mbo 4-studenten per hogeschool. Er zijn hogescholen waar 21% van de mbo 4-studenten

uitvalt en hogescholen waar 10% uitvalt. Bij sommige hogescholen switcht 6% van de mbo

4-studenten, bij anderen 30%. Opvallend is bij de hogescholen waar veel mbo 4-studenten

uitvallen en/of switchen, ook veel havisten uitvallen en/of switchen.

Het zijn met name de groene en kunstopleidingen waar weinig wordt uitgevallen dan wel

geswitcht. Dit zien we ook terug als we uitval en switch per sector bekijken: binnen de

groene en kunst sector blijft meer dan 70% van de mbo 4-studenten dezelfde studie volgen.

Binnen de sector bètatechniek is dit bijna 70%. Aan de andere kant van het spectrum staan

de sectoren onderwijs en economie; daar blijft respectievelijk 58% en 56% van de mbo 4-

studenten dezelfde studie volgen.

Per opleiding valt op dat bij de studies waar het aandeel van mbo 4-studenten boven de

50% ligt, de uitval ook relatief hoog is. Het is dus niet zo dat mbo 4-studenten het beter

doen in bacheloropleidingen waar voornamelijk mbo 4-studenten instromen.

Wel lijkt het uit te maken van welke mbo-instelling studenten afkomen. Zo blijkt het

percentage stoppers en switchers behoorlijk te verschillen per toeleverende mbo-instelling.

Met name bij grote mbo-instellingen valt op dat het aantal switchers hoog ligt: rond de 25%

over de afgelopen tien jaar.

Page 77: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 77

Ook grote verschillen zijn zichtbaar tussen de domeinen waaruit mbo 4-studenten afkomstig

zijn. Zo blijft 75% van de bouw-infra studenten dezelfde studie volgen, tegen 51% van de

studenten uit het mbo-domein Handel & Ondernemerschap. Studenten handel &

ondernemerschap vallen vaker uit en switchen vaker.

Als we dan ook nog in ogenschouw nemen bij welke hbo-sector studenten instromen, dan

blijken het met name de niveau 4 leerlingen uit het domein Handel & Ondernemerschap én

economie en administratie te zijn die vaak uitvallen én switchen. Binnen de sectoren

Gezondheid, Sociale studies en Onderwijs vallen studenten uit deze economische domeinen

opvallend vaak uit en/of switchen ze. En zelfs binnen de sector economie doen mbo 4-

studenten uit deze domeinen het minder goed dan instromers vanuit andere domeinen: ze

switchen beduidend vaker.

Binnen de hbo-sector Economie wordt er overigens door mbo 4-studenten uit alle domeinen

relatief vaak geswitcht dan wel uitgevallen. Het lijkt er dan ook op dat erop dat een overstap

vanuit een economisch mbo-domein dan wel een overstap naar een economische hbo-

sector, de kans op uitval en switch aanzienlijk doen vergroten.

8.2 Negen hoofdconclusies

Dit rapport biedt uitvoerige informatie over mbo-4 studenten op het hbo. Zowel qua

instroom als qua uitval, switch en doorstuderen. Uit deze informatie zijn de volgende 9

hoofdconclusies afgeleid.

1 Dé mbo-student op het hbo bestaat niet. Focus op uitval van dé mbo student

is te beperkte kijk op problematiek.

Tot nu toe worden er vaak oplossingen gezocht om dé mbo-er beter te laten

doorstromen naar het hbo. Omdat het een diverse groep is die instroomt én uitvalt, is

het maar zeer de vraag in hoeverre zulke oplossingen effectief kunnen blijken. Zowel

qua instroom als uitval en switch zien we verschillen op het vlak van

persoonskenmerken (leeftijd, etniciteit, ses, etc.) maar ook tussen hbo-instellingen, hbo-

sectoren, toeleverende mbo-instellingen, toeleverende domeinen etc. (zie ook conclusie

7 en 8). Het lijkt dan ook vooral nuttig om diepgaander te onderzoeken waar het

probleem zich afspeelt en met wie, dan op zoek te gaan naar één oplossing voor allen.

Daarnaast wijzen de uitkomsten erop dat de uitval van eerstejaarsstudenten niet los

gezien mag worden van switch. Niet alleen neemt de uitval toe onder mbo 4-studenten,

zo ook de switch (zie conclusie 4). Bovendien neemt op de plekken waar de uitval

toeneemt, ook het aantal switchers toe. En blijkt op die plekken ook het aantal switchers

en uitvallers onder havisten hoog (zie conclusie 6).

De cijfers duiden er dan ook op dat de blik niet vernauwd moet worden tot dé uitval van

dé mbo 4-student op het hbo, maar dat het probleem een bredere analyse vraagt van

uitval én switch onder mbo 4-studenten én havisten.

Page 78: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

78 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

2 Gemiddeld genomen heeft één op de drie studenten die een voltijds bachelor

instroomt een mbo-4 diploma op zak. Deze verhouding komt terug binnen

meeste hogescholen, sectoren en opleidingen.

Mbo-4 studenten maken een belangrijk onderdeel uit van de instroom van studenten in

hogescholen. Voor bijna elke hogeschool, sector en studie geldt echter dat havisten in

de meerderheid zijn. En dat er ook nog studenten rondlopen die van het vwo komen,

van het wo en van het mbo zonder niveau 4-diploma. Op een klas van 30 hbo-

studenten, hebben er gemiddeld 9 een mbo niveau 4-diploma. En die 9 zijn gemiddeld

genomen ook nog divers wat betreft leeftijd, geslacht, bol/bbl, stapelaars, mbo-domein,

roc, etc. Dit gegeven zet vraagtekens bij het idee dat docenten in staat zouden zijn om

die 1 of 2 mbo 4-studenten die uit hun klas vallen vooraf te herkennen en te begeleiden.

De aantallen op opleidingsniveau lijken hier simpelweg te klein voor. Wie de uitval van

mbo studenten wil voorkomen lijkt er dan ook goed aan te doen om zaken naar een

hoger niveau te trekken.

3 Mbo-4 studenten hebben voorkeur voor bepaalde, brede, hogescholen: 10

hogescholen trokken over de periode 2005-2015 samen 75% van de mbo 4-

studenten.

Er zijn 38 hogescholen in Nederland, die aanzienlijk verschillen in aanbod van

opleidingen en grootte. Mbo-4 studenten trekken in grootte mate naar een beperkt deel

van die hogescholen: degene met een breed aanbod van opleidingen en die groot van

opzet zijn. Wellicht zouden de uitval- (en switch)cijfers van mbo 4-studenten beduidend

kunnen verbeteren als met name deze hogescholen zich zouden richten op het

verbeteren van de doorstroom.

4 Het aandeel mbo 4-studenten dat na jaar één dezelfde studie blijft volgen is

in de periode 2005-2015 afgenomen van zo’n 70% naar minder dan 60%. Het

aandeel (tijdelijke) uitvallers én switchers is gestegen van 15% naar meer

dan 20%.

5 Het aandeel havisten dat uitvalt of switcht is over de periode 2005-2015

redelijk stabiel gebleven. Gemiddeld blijft zo’n 60% van de havisten dezelfde

studie volgen, 10% valt uit, 30% switcht.

De toenemende aandacht voor de uitval van mbo-4 studenten lijkt terecht gezien het

feit dat de uitval van mbo-4 studenten toeneemt. Het aantal switchende studenten

neemt echter ook toe en ligt veelal net iets hoger dan het aandeel mbo 4-studenten dat

uitvalt.

Lange tijd lag het aantal mbo 4-studenten dat niet uitviel of switchte, en dus dezelfde

studie bleef volgen, hoger dan onder havisten. Sinds 2010 ligt het echter op hetzelfde

niveau (zo’n 60%) of daaronder: van de mbo 4-studenten die instroomden in 2013 bleef

slechts 56% dezelfde studie volgen. Dat het aantal studenten dat dezelfde studie blijft

volgen onder havisten al jaren stabiel is, neemt niet weg dat dit aantal relatief laag is:

slechts 60% van de havisten blijft dezelfde studie volgen.

Page 79: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 79

Een opmerkelijk feit is overigens dat het aandeel uitvallers én switchers in 2015/2016

beduidend lager ligt dan de jaren ervoor, zowel bij mbo 4-studenten als havisten.

6 Het percentage mbo-4 studenten dat uitvalt of switcht verschilt aanzienlijk

tussen hogescholen en in hbo-sectoren. Opvallend: waar mbo 4-studenten

vaak uitvallen of switchen, doen havisten dat ook.

Er blijken aanzienlijke verschillen te zijn tussen het aantal mbo 4-studenten dat uitvalt of

switcht tussen hogescholen en sectoren. Daarbij valt ten eerste op dat waar de uitval

onder mbo 4-studenten hoog is, het aantal switchers dat ook is. Ten tweede valt op dat

waar mbo-studenten vaak uitvallen en switchen, dat havisten daar ook vaak switchen en

uitvallen. Dit wijst erop dat de problematiek breder ligt dan alleen uitval van mbo 4-

studenten.

7 Overstap van mbo-domein naar hbo-sector: wie economie op mbo of hbo

doet, heeft grote kans om uit te vallen dan wel te switchen

Maakt het uit of mbo 4-studenten verwant doorstromen naar het hbo? Dit is een vraag

die veel gesteld wordt als het gaat om doorstroom. De cijfers laten zien dat er veel

verkeer plaatsvindt tussen de verschillende mbo-domeinen en hbo-sectoren. Bijna iedere

hbo-sector heeft instroom vanuit minstens 8 mbo-domeinen. Tussen de verschillende

stromen van domein naar sector blijkt er echter veel verschil te zitten wat betreft uitval

en switch. Binnen veel domein-sector stromen, ligt uitval en switch beduidend lager dan

de algemene gemiddelden. Komt een student echter uit een economisch mbo-domein of

gaat hij/zij naar de economische hbo-sector, dan liggen uitval en switch juist beduidend

hoger dan de algemene gemiddelden.

Vanuit een economisch mbo-domein doorstromen, of instromen in een economische

opleiding op het hbo doet de kans op uitval en switch onder mbo 4-studenten sterk

toenemen. Aangezien de meeste studenten uit deze domeinen komen/dan wel

daarnaartoe stromen, lijkt het zaak om vooral binnen deze domeinen en sector te

onderzoeken hoe de doorstroom verbeterd kan worden.

8 Persoonskenmerken van de studenten spelen eveneens een rol, net als

kenmerken van de mbo-opleiding.

Verschillende persoonskenmerken van mbo 4-studenten lijken verband te houden met

uitval en switch op het hbo. Zo vallen met name studenten van niet-westerse afkomst

steeds vaker uit en switchen zij met name ook vaak. Ook vallen studenten die relatief

oud zijn als ze instromen vaker uit, net als studenten die diploma’s stapelen op het mbo,

een bbl-route hebben gevolgd en studenten afkomstig uit wijken met lagere sociaal

economische status.

Het is de vraag in hoeverre deze uitkomsten verband houden met de andere

hoofdconclusies. Immers, de meeste mbo-4 studenten zijn afkomstig uit economische

domeinen en de meeste mbo 4-studenten kiezen een economische hbo-opleiding.

Studenten afkomstig uit economische domeinen of in economische hbo-studies vallen

Page 80: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

80 ecbo Mbo-studenten: waar vallen ze uit?

het vaakst uit en switchen het vaakst (zie conclusie 7). Met name bij de grote, breed

georiënteerde, hogescholen worden dit soort opleidingen gevolgd. Deze hogescholen

staan vaak in, of nabij, de Randstad. Het is dan ook de vraag of de hoge uitval die we

daar zien, verband houdt met de toenemende uitval en switch onder niet-westerse

studenten, studenten die stapelen of die uit wijken met lagere sociaal economische

status komen, etc..

9 Nader onderzoek is vereist om duidelijk te krijgen hoe de doorstroom mbo-

hbo verbeterd kan worden

De eerste acht hoofdconclusies van dit rapport laten zien dat de doorstroom mbo-hbo

een complex probleem is, waarbij veel componenten een rol lijken te spelen. Zowel op

persoonsniveau, als school en opleidingsniveau. Nader onderzoek is nodig om duidelijk

te krijgen in hoeverre die verschillende componenten verband met elkaar houden en of

er sprake is van causale verbanden. Dergelijk onderzoek is noodzakelijk om duidelijk te

krijgen welke interventies daadwerkelijk de doorstroom kunnen verbeteren.

Daarnaast wijzen de uitkomsten erop dat uitval niet los gezien kan worden van switch-

gedrag én dat de uitval en switch van mbo 4-studenten niet los gezien kan worden van

de uitval en switch onder havisten. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen in hoeverre

die zaken verband houden.

Page 81: Mbo-studenten die uitvallen op het hbo: wie zijn ze en ... mbo hbo... · Bron: Bron-bestanden, DUO onderwijsdata, bewerking ecbo Als we inzoomen op de deeltijdstudenten, dan zien

Mbo-studenten: waar vallen ze uit? ecbo 81

Bijlage: Overzicht hbo-instellingen ingedeeld naar type

Type BRIN Instelling

Breed 01VU Christelijke Hogeschool Windesheim

01VU Christelijke Hogeschool Windesheim

07GR Avans Hogeschool

21MI Hogeschool Zeeland, University of Applied Sciences

21RI Hogeschool Leiden

21UI NHTV internationale hogeschool Breda

21WN NHL Hogeschool

22EX Stenden Hogeschool

22HH Gereformeerde Hogeschool

22OJ Hogeschool Rotterdam

23AH Saxion Hogeschool

25BA Christelijke Hogeschool Ede

25BE Hanzehogeschool Groningen

25DW Hogeschool Utrecht

25JX Hogeschool Zuyd

25KB Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

27PZ Hogeschool INHOLLAND

27UM De Haagse Hogeschool

28DN Hogeschool van Amsterdam

30GB Fontys Hogescholen

Groen 21CW HAS Den Bosch

30HD Hogeschool Van Hall Larenstein

30TX Vilentum Hogeschool

Pabo 00IC Katholieke PABO Zwolle

08OK De Kempel

09OT Iselinge Hogeschool

10IZ Marnix Academie

15BK Driestar educatief

21UG Hogeschool IPabo Amsterdam Alkmaar

30VP Hogeschool Thomas More

Kunsten 00MF Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

02BY Gerrit Rietveld Academie

02NT Design Academy Eindhoven

14NI Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

21QA Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

23KJ Hogeschool der Kunsten Den Haag

27NF ArtEZ

Hotelschool 02NR Hotelschool Den Haag