Maschienenkomödie of opéra maçonnique€¦  · Web viewNiet Mozart’s haar vormde het...

70
Mozart & 'Die Zauberflöte' Een lessenserie voor het voortgezet onderwijs in het kader van het Mozart- jaar 2006 Kees van Eunen Arjan Krijgsman Harry Vreeswijk met steun van Daria Bouwman (ambassade van Oostenrijk) In januari 2006 is het 250 jaar geleden dat Wolfgang Amadeus Mozart, 's werelds beste componist aller tijden, in het Oostenrijkse Salzburg geboren werd. Dat 2006 daarmee als Mozart-jaar gevierd wordt, ligt dus voor de hand. En dat dat vooral in Oostenrijk gebeurt, met talloze evenementen in z'n geboortestad Salzburg en in de hoodstad Wenen waar Mozart triomfen vierde aan het keizerlijke hof maar ook verguisd werd, zal niemand verbazen. Evenmin dat in vele andere landen eveneens comité's zijn opgestaan rond de viering van het Mozart-jaar. Meer daarover op de officiële websites www.mozart2006.at en www.mozartways.com (met hier o.a. een link naar de activiteiten in Nederland). Ook in Nederland zal de Mozart-trom duchtig worden geroerd – overigens niet eenvoudig, want 2006 is in ons landje aan de zee tegelijk ook het Rembrandt-jaar. Tja – en het hemd is nu eenmaal nader dan de rok. Maar toch – ook bij ons vinden tal van Mozart-activiteiten plaats. Heel terecht overigens, zeker als je weet dat Nederland, beter: de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden, voor Mozart niet een onbekend koud kikkerlandje was, maar een land dat 'ie live als negenjarige had leren kennen en waar hij met veel succes diverse keren concerten gegeven had, o.a. aan het prinselijk hof in Den Haag. Waar nog bij komt dat 'ie – zeer ernstig ziek - aan een Nederlandse arts z'n leven te danken had! Logisch dus dat we ook in Nederland aandacht aan het Mozart-jaar besteden. Deze lessenserie, aangeboden door de ambassade van Oostenrijk, is daar een onderdeel van. Het materiaal is zo geschreven dat het breed - bij meerdere vakken c.q. als zelfstandig project - kan worden ingezet. De voertaal is om die reden Nederlands. Het pakket bestaat uit een aantal onderdelen: een 'kernpakket' waaraan op bepaalde terreinen verdiepingsmateriaal is toegevoegd, de 'extra's'. In het voorliggende materiaal zijn al twee 'extra's' opgenomen. Het is de bedoeling in de loop van het Mozart-jaar nog verdere 'extra's' beschikbaar te stellen en wel rond onderwerpen als: - Mozart op reis (o.a. in Nederland) - Mozart in reclame en toerisme - etc. 1

Transcript of Maschienenkomödie of opéra maçonnique€¦  · Web viewNiet Mozart’s haar vormde het...

Mozart & 'Die Zauberflöte'Een lessenserie voor het voortgezet onderwijs in het kader van het Mozart-jaar 2006

Kees van EunenArjan KrijgsmanHarry Vreeswijk

met steun van Daria Bouwman (ambassade van Oostenrijk)

In januari 2006 is het 250 jaar geleden dat Wolfgang Amadeus Mozart, 's werelds beste componist aller tijden, in het Oostenrijkse Salzburg geboren werd. Dat 2006 daarmee als Mozart-jaar gevierd wordt, ligt dus voor de hand. En dat dat vooral in Oostenrijk gebeurt, met talloze evenementen in z'n geboortestad Salzburg en in de hoodstad Wenen waar Mozart triomfen vierde aan het keizerlijke hof maar ook verguisd werd, zal niemand verbazen. Evenmin dat in vele andere landen eveneens comité's zijn opgestaan rond de viering van het Mozart-jaar. Meer daarover op de officiële websites www.mozart2006.at en www.mozartways.com (met hier o.a. een link naar de activiteiten in Nederland).

Ook in Nederland zal de Mozart-trom duchtig worden geroerd – overigens niet eenvoudig, want 2006 is in ons landje aan de zee tegelijk ook het Rembrandt-jaar. Tja – en het hemd is nu eenmaal nader dan de rok. Maar toch – ook bij ons vinden tal van Mozart-activiteiten plaats. Heel terecht overigens, zeker als je weet dat Nederland, beter: de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden, voor Mozart niet een onbekend koud kikkerlandje was, maar een land dat 'ie live als negenjarige had leren kennen en waar hij met veel succes diverse keren concerten gegeven had, o.a. aan het prinselijk hof in Den Haag. Waar nog bij komt dat 'ie – zeer ernstig ziek - aan een Nederlandse arts z'n leven te danken had!

Logisch dus dat we ook in Nederland aandacht aan het Mozart-jaar besteden. Deze lessenserie, aangeboden door de ambassade van Oostenrijk, is daar een onderdeel van.Het materiaal is zo geschreven dat het breed - bij meerdere vakken c.q. als zelfstandig project - kan worden ingezet. De voertaal is om die reden Nederlands.

Het pakket bestaat uit een aantal onderdelen: een 'kernpakket' waaraan op bepaalde terreinen verdiepingsmateriaal is toegevoegd, de 'extra's'. In het voorliggende materiaal zijn al twee 'extra's' opgenomen. Het is de bedoeling in de loop van het Mozart-jaar nog verdere 'extra's' beschikbaar te stellen en wel rond onderwerpen als:- Mozart op reis (o.a. in Nederland)- Mozart in reclame en toerisme- etc.

Het voorliggende kernpakket omvat vier hoofdthema's, elk in een eigen blok:A) Mozart's leven en persoonB) Zelf actief zijn rond MozartC) Die Zauberflöte – info & achtergrondenD) De film Amadeus en de Mozart-song van FalcoAan de blokken C en D zijn twee reeds beschikbare 'extra's' gekoppeld die verder de diepte in gaan.

Een flink deel van de blokken is al inzetbaar in de onder- en/of middenbouw van het VO. Die delen die zich eerder richten op bovenbouwleerlingen zijn als zodanig extra gemarkeerd.

1

Schrijvers en ambassade wensen de gebruikers veel plezier met het materiaal. Opmerkingen, suggesties en mogelijke aanvullingen zijn heel welkom: men richte deze aan Daria Bouwman van de ambassade van Oostenrijk in Den Haag.

Arnhem/Den Haag/Krommenie/Oostzaan – januari 2006

2

A) Mozart: over hemzelf en zijn leven …

1) Ga naar het Internet en schrijf aan de hand van de volgende en eventueel andere websites de biografie van Mozart.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Mozart www.tova.nl/Componisten/Biografien/mozart.htm www.klassiekemuziekgids.net/componisten/ mozart www.maurice-abravanel.com/mozart_nederlands.html

1. Geboren?

2. Voor het eerst bekend geworden?

3. Wat was (waren) zijn lievelingsinstrument(en)?

4. Reizen?

5. Mozart was ook in Nederland. Waar? Wanneer?

6. Problemen met de liefde?

7. Kinderen?

8. Grote successen?

9. Ruzies?

10. Geld?

11. Verhouding met de machthebbers?

12. Gestorven?

………………………………………………..

………………………………………………..

……………………………………………….

……………………………………………….

………………………………………………

……………………………………………….

……………………………………………….

……………………………………………….

………………………………………………..

……………………………………………….

……………………………………………….

……………………………………………….

1. ……………………………………………

……………………………………………

2. ……………………………………………

……………………………………………

3. ……………………………………………

……………………………………………

………………………………………………..

3

2) Over Mozart bestaan veel anekdotes die een beeld geven van de persoon die hij was. Veel van deze anekdotes kun je vinden op de website http://www.anecdotage.com

a. Lees de vijf anekdotes hieronder en kruis daarna aan welke karaktereigenschappen Mozart volgens jou had.

1. Mozart laat een windOp een dag in 1777 schreef Mozart (die toen 21 jaar oud was) een brief aan zijn zus Anna. “Mama zei tegen me, “Ik denk dat jij een wind hebt gelaten’. Ik zei dat het absoluut niet waar was. ‘Maar ik ben er zeker van’, hield ze vol. Ik dacht toen: ‘Misschien had Mama had toch gelijk’. Ik bracht toen mijn vinger naar mijn kont en rook er aan. En ja hoor, dat was het bewijs!’

2. AmbitieEen jonge man vroeg ooit advies aan Mozart over het componeren van een symfonie. Mozart zei, dat hij het beste met ballades kon beginnen, omdat hij nog zo jong was. ‘Maar zelf schreef u al symfonieën, toen u tien was, wierp de jongen tegen. ‘Ja’, antwoordde Mozart, ‘maar ik hoefde dan ook niet om advies te vragen!

3. Inktvissymphonie?Mozart wedde een keer met Haydn om een kist champagne dat deze het stuk dat Mozart eerder op die dag had gecomponeerd niet zou kunnen spelen. Haydn nam de weddenschap aan en de muzieknoten werden op de piano gezet. Na een paar seconden stopte hij. De muziek was zo geschreven dat terwijl de handen links en rechts op het toetsenbord waren er ook een toets in het midden aangeslagen moest worden. Haydn gaf op, daarna ging Mozart aan de piano zitten. Toen hij bij de ‘onmogelijke’ noot kwam boog hij voorover en speelde de noot met zijn neus..

4. Zerlinaaa!Bij de eerste repetitie van Don Giovanni in Praag, was Mozart erg teleurgesteld door de jonge zangeres die de rol van Zerlina had. Toen ze moest schreeuwen op het moment dat Don Giovanni haar probeerde te versieren, deed ze dat ondanks Mozarts herhaalde aanwijzingen niet overtuigend genoeg. Tenslotte verloor hij zijn geduld en verliet het dirigentenpodium. Hij kroop het donkere toneel op, verscheen heel plotseling voor de zangeres en kneep haar in haar arm. Zoals te verwachten was, schreeuwde ze als een mager speenvarken. ‘Fantastisch’, riep Mozart, ‘denk eraan! Vanavond net zo!’

5. Mozart's kapperMozart's kapper klaagde voortdurend over zijn beroemde klant. Niet Mozart’s haar vormde het probleem, dat was makkelijk te knippen. Het lastige was dat Mozart nooit stil kon blijven zitten. Iedere keer, als Mozart een nieuw idee had (en dat was nogal vaak!) sprong hij op en rende naar de piano, waardoor de kapper gedwongen was om met het haarlint achter hem aan te lopen.

Mozart was (meerdere antwoorden mogelijk)

saai humoristisch brutaal

vol ideeën levendig verwaand

zelfbewust ordinair dom

b. Ga nu naar de bovengenoemde (Engelstalige) website en lees ook andere anekdotes over Mozart. Schrijf de anekdote die je het leukst vindt, hieronder in het Nederlands op:

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………………..

4

3) Over Mozart zijn veel films gemaakt. De beroemdste is wel Amadeus van regisseur Milos Forman. Lees de onderstaande recensie van de film en beantwoord daarna de vragen. Amadeus

regie Milos Formangenre drama, musical - filmhuisfilm -tijdsduur 180 minutenjaar 1984acteurs F. Murray Abraham, Elizabeth Berridge, Tom Hulce, Simon Callow, Rou Dotrice, Jeffrey Jones, Christine Ebersole

samenvattingDe Italiaanse componist Antonio Salieri (F. Murray Abraham) is ervan overtuigd dat de muziek van Wolfgang Amadeus Mozart (Tom Hulce) goddelijk is. Zijn grootste wens is zelf zo goed te kunnen componeren, zodat hij de Heer kan eren via zijn muziek. Salieri heeft echter van nature niet het vermogen gekregen om briljante composities te maken. Hij kan dan ook maar niet begrijpen waarom God juist voor het walgelijke schepsel Mozart koos als Zijn instrument. Salieri's jaloezie kent geen grenzen en hij besluit wraak te nemen op God én Mozart.

recensie'Amadeus' van Milos Forman is een biografische film. Maar iedereen die normaal gesproken spontaan jeuk krijgt van dit genre waar 'normale' mensen uitgroeien tot helden, moet deze film zeker niet zomaar afschrijven van hun 'to watch-lijstje'. Milos Forman heeft een uitstekende, strak geregisseerde film gemaakt die alle ingrediënten in zich heeft die een goede film behoort te hebben. Van sterke dramatiek tot aan een steengoede soundtrack: 'Amadeus' heeft het allemaal.

Het verhaal van 'Amadeus' begint met de introductie van Antonio Salieri (F. Murray Abraham). Na een mislukte zelfmoordpoging is de Italiaan in een gesticht geplaatst. Als een jonge priester toenadering zoekt tot de oude man, vertelt Salieri zijn levensverhaal. Een verhaal vol wrok, wanhoop en verbittering.

In tegenstelling tot de titel je doet vermoeden, gaat 'Amadeus' niet zozeer over de persoon Wolfgang Amadeus Mozart. De film focust meer op Salieri, de tegenpool van Mozart. Aan de hand van Salieri's anekdotes kom je meer te weten over Mozart en Salieri's persoontje zelf uiteraard. Het zal je al snel duidelijk worden dat de verteller van het verhaal een nogal vreemde blik heeft op de geschiedenis. In de film haat Salieri Mozart hartgrondig en dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Of het verhaal achter 'Amadeus' nu wel of niet geheel historisch correct is doet dan ook niet ter zake. Regisseur Forman is meer geïnteresseerd in het in beeld brengen van een tragisch verlopen verhaal dan in het neerzetten van een keurig, chronologisch opgebouwd geschiedenislesje. Een benadering die zoals gezegd erg goed uitpakt.

De film concentreert zich op menselijke fouten en tekortkomingen die in ieder van ons schuilen. In dit verhaal zijn geen stoere helden en boosaardige schurken: integendeel geen enkel personage is overwegend goed of slecht. Forman heeft echte mensen neergezet, waarvan je gaat houden. Zo lijkt Salieri aanvankelijk een nare, afstandelijke man, maar langzaamaan kan je steeds meer begrip voor hem opbrengen. Voor Mozart geldt juist het omgekeerde: in eerste instantie zie je een onbezorgde, vrolijke jongeman, maar met het verstrijken van de film zie je steeds meer slechte randjes van zijn karakter bovendrijven. De moeilijke rollen in 'Amadeus' bieden een mooie uitdaging voor alle acteurs.

De casting van 'Amadeus' is dan ook essentieel voor het slagen van de film. Gelukkig heeft Forman er juist aan gedaan om wat minder bekende acteurs voor zijn film aan te trekken. Zo is de vrijwel onbekende Tom Hulce een verademing als de jonge Amadeus Mozart. Op geheel eigen wijze zet hij een vrolijke, levensgenieter neer, die over enkele onhebbelijke eigenschappen beschikt. Het knappe van Hulce's prestatie is dat hij ondanks Mozart's arrogantie, overspelige gedrag en leugenachtige natuur, toch nog sympathiek en charismatisch blijft overkomen. De argeloze flair waarmee Hulce acteert is erg aanstekelijk en zijn beroemde schaterlachje zal nog dagenlang in je geheugen rond blijven zweven.

De ware ster van 'Amadeus' is uiteindelijk F. Murray Abraham. Wat deze acteur hier neerzet getuigt van ware klasse. Abraham etaleert in zijn rol een ware scala aan emoties: van intense haat tot wanhoop. Vooral de scènes waarin Salieri getuige is van Mozart's opmerkelijke, muzikale talent zijn fantastisch om te zien. Je kunt de haat en jaloezie in Abraham's ogen bijna voelen. Als kijker word je meegesleurd in de tragische geschiedenis van een man die beseft dat hij eigenlijk een talentloze, verbitterde oude man is geworden die nooit zal kunnen opboksen tegen de genialiteit van een schijnbaar, zorgeloze, puberale jongeman.

Naast het sterke spel van de cast, is de muziek ook onovertroffen. Uiteraard putte Forman voor de soundtrack uit het rijke oeuvre van Wolfgang Amadeus Mozart en Salieri. De composities van Mozart verhogen de sfeer en intensiteit van de film. Zelfs als je totaal niet houdt van klassieke muziek, dan nog zul je snel geheel ondergedompeld worden in de melancholieke sfeer van de film. Forman heeft een knappe eenheid gesmeed tussen beeld en geluid. Naarmate de film vordert verandert de muziek ook van luchtige deuntjes in wat meer moeilijker en, zwaarmoedige composities. Desondanks wordt 'Amadeus' nooit topzwaar, zoals je misschien wel gewend bent van andere biografische films. Met name Hulce's luchtige spel voorkomt dat de film je somber maakt. Wat overigens niet wil zeggen dat dat de dramatische momenten verzwakt.

De nieuwsgierigen onder ons zullen wel hebben gezien dat de totale speelduur van 'Amadeus' een niet misselijke 180 minuten bedraagt: een dikke drie uur dus. En inderdaad je zult heel wat zitvlees moeten kweken om de film uit te zitten. Maar ondanks de niet geringe lengte van de film, verveelt deze productie geen moment. Dat komt omdat Forman zijn film erg goed heeft opgebouwd. De regisseur neemt de tijd om zijn karakters goed uit te diepen, zodat de plotselinge ommezwaai van de film juist extra hard aankomt. De film begint rustig, maar halverwege wordt het tempo flink opgeschroefd zodat je meegesleept wordt in de langzame lichamelijke en geestelijke aftakeling van zowel Mozart als Salieri. Wat startte als een luchtig drama, verandert in een spannende, mysterieuze thrillerachtige rolprent. Een geheimzinnig figuur biedt Mozart veel geld voor het schrijven van een requiem, Mozart die in geldnood zit accepteert dit aanbod, maar

5

wordt later zo opgeslokt door zijn werk dat dat ten koste gaat van zijn huwelijk en gezondheid. De plotwendingen zorgen voor een verhaal waarbij je je steeds betrokken voelt en waarvan je de afloop maar wat graag wilt weten.

Iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in films, mag deze unieke film eigenlijk niet missen. De acteerprestaties zijn geweldig, de muziek is ijzersterk en het verhaal is verrassend en meeslepend. Tussen al het domme bioscoopgeweld waarmee je tegenwoordig wordt doodgegooid is deze 'Amadeus' een verademing.

recensentFrank v.d. Ven - [email protected]

a. Wat lijkt je leuk in de film, wat lijkt je minder leuk? Leuk Minder leuk

b. Hier zie je een foto uit Amadeus. Wie is dit? Mozart of Salieri?

……………………………………………

Schrijf op hoe je dat kunt weten (Zoek eventueel na in de filmrecensie)

………… ……………………………………………………….

…………………………………………………………………..

4) Hier is een ‘moderne’ Mozartpop uit onze eigen tijd te zien. Wat denk je – zag hij er echt zo uit? ‘Bewijs’ je antwoord met wat je allemaal over hem aan de weet bent gekomen.

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

6

B) Zelf actief worden met Mozart

1) Een postzegel ontwerpen

Bekijk de postzegel hiernaast. Beantwoord daarna de volgende vragen.

a) Is dit een echte postzegel of niet? Ja/nee

b) Hoe kun je dat weten?

………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………

c) Ontwerp nu zelf een Nederlandse postzegel met Mozart, waarop duidelijk wordt wat voor mens Mozart was en hoe belangrijk zijn muziek is.

2) Het Mozart-effect? Lees de onderstaande tekst. En doe daarna de volgende opdracht.

Bestaat het Mozart-effect?

Gebleken is ook dat baby’s en kinderen taken beter kunnen onthouden als ze bij het uitvoeren daarvan naar klassieke muziek luisteren. Als kinderen veel luisteren naar deze muziek zou dat volgens sommige wetenschappers zelfs een gunstige invloed hebben op de ontwikkeling van het kind. Kinderen die veel naar klassieke muziek luisteren zouden beter worden in bijvoorbeeld rekenen. Vooral de herhalingen en de speciale patronen in de muziek zouden daarvoor zorgen. Dat heet het Mozart-effect. Kinderen die niet alleen naar muziek luisteren maar ook zelf muziekles volgen zouden nóg beter gaan leren en redeneren. Ook bij koeien werkt het Mozart-effect. In een stal waar de koeien aan een stuk door muziek van Mozart te horen kregen, gaven ze veel meer melk dan in het Mozartloze tijdperk.

Opdracht:Onderzoek in jouw klas of het Mozart-effect bestaat. Hebben de kinderen in jouw klas die van klassieke muziek (en dus ook Mozart!) houden en/of op muziekles zitten gemiddeld betere cijfers voor rekenen en wiskunde dan de andere kinderen? Bedenk zelf hoe je het ‘onderzoek’ gaat opzetten! De uitkomsten schrijf je hieronder op:

……………………………………………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………………………………..

7

…………………………………………………………………………………………………………………….

3) Ga naar de website www.mozart.at.

a) Zoek daar de E-Cards op. (Bij Mozart + kids) Welke vind je het leukste? (Onder ‘interaktiv’ vind je nog meer E-Cards. Die mag je natuurlijk ook gebruiken.)

……………………………………………………………………………………

b) Stuur deze kaart nu aan een vriend(in) of familielid met je eigen tekst daarin.

c) Zoek nu (weer bij Mozart + kids) de geheugenspelletjes op en speel er één (of meer natuurlijk)

4. Ga onder ‘Interaktiv’ nu naar de ‘Aktuelle Umfrage’. Schrijf in het Nederlands op, wat de vraag is:

…………………………………………………………………………………………………………………..

5. Stem nu ook zelf. Schrijf nu in het Nederlands op wat je gestemd hebt.

…………………………………………………………………………………………………………………...

4) Een menuet dansen

Mozart heeft veel menuetten geschreven. Wat is dat eigenlijk, een menuet? Het menuet is een typische 17de eeuwse barokdans, met kleine passen en nauwkeurig uitgevoerde gebaren. Eigenlijk is het menuet een soort flirten, al gebeurt dat daar niet zo open.Van alle barokdansen behield het menuet zijn plaats binnen de klassieke kamer- en orkestmuziek, dankzij componisten als Haydn en Mozart.

Is het moeilijk om een menuet te dansen?

Om dat te kunnen beoordelen kijken we nog even naar een fragment uit Amadeus waarin een menuet gedanst wordt. Iets over de voetbewegingen vind je hieronder:

Menuet dansen

Patroon van drie passen en op de vierde tel wijzen met de teen.Beginpositie is wijzen met de teen. Armen zijwaarts gestrekt… Klap: tum, tum, tum, tum, & tum, tum, tum, tum

Als derde kijken we naar een video-fragment, waarop ook een menuet wordt gedanst.

8

Hierbij kan gebruik worden gemaakt van video-fragment nr. 6 bij het examen CKV2/havo 2005-1, dat op elke school voor VO aanwezig is. Vraag de CKV-docent(e) er naar.

Opdracht Studeer met de klas een menuet in op muziek van Mozart. (Het beste kun je hier het

Menuetto/Allegretto uit Eine kleine Nachtmusik gebruiken). Maak hiervan een video-opname. Vertoon de opname op de eerstvolgende ouderavond of iets dergelijks.

P.S.: Als het lukt dit in ‘Mozart-achtige’ kleding te doen, is dat natuurlijk helemaal fantastisch!

9

C) Die Zauberflöte

Die Zauberflöte is – je hebt er al iets over gehoord – één van Mozart’s bekendste en ook nu nog meestgespeelde opera’s. Op de volgende bladzijden vind je over deze opera tal van feiten en bijzonderheden: over de opera en z’n ontstaansgeschiedenis, over z’n belang voor de Nederlandse bühne, zelfs over een poppenspel-versie. En daarin verwerkt allerlei reacties en meningen. Ook het medium van deze tijd ontbreekt niet: Mozart op DVD en een recensie daarvan.

De onderdelen C1 en C2 over Mozart’s opera’s in Nederland en een recente Amsterdamse poppenspelversie van zijn Toverfluit zijn voor iedereen goed te doen.

Onderdeel C3 draait om De Zauberflöte en kunstenaars: eerst een tekst over een heel bijzondere opvoering in 2003 in Amsterdam met medewerking van de schilder Karel Appel en vervolgens een enthousiaste bespreking van een Zauberflöte-DVD, waarvoor al behoorlijk wat Engels moet kunnen.

Tekst C4 tenslotte richt zich op bovenbouwleerlingen. Het gaat om een grondige wetenschappelijke achtergrondtekst voor doordouwers over Die Zauberflöte waarin je – als je er de rust en de tijd voor neemt – van alles en nog wat aan de weet komt. Het is een erg goed geschreven degelijke overzichtstekst. Hij stamt uit België, dus het Nederlands heeft een Vlaams tintje. Ook de bijbehorende bronnenlijst is opgenomen, zodat je desgewenst nog dieper in het onderwerp kunt duiken.

Opdracht 1: Lees de teksten C1 en C2 op je gemak diagonaal door. Onderstreep of – mooier - markeer wat je interessant vindt. Maak vervolgens de bijbehorende opdrachten.

C1 Die Zauberflöte als poppenspel

a) Zou jij naar een Zauberflöte-voorstelling van het Amsterdams Marionetten Theater gaan? Waarom (niet)?

b) Misschien ben je wel eens naar zo’n soort voorstelling geweest! Wat vond je er van?

c) Op de tweede pagina staan reacties van publiek en bedrijven die een voorstelling hebben gezien. Ook een aantal krantenrecensies zijn afgedrukt. Welke redenen worden gegeven voor het succes? Is er überhaupt kritiek te vinden? Zo ja – welke?

Redenen voor succes Kritiekpunten

10

11

C2 Mozart en de Opera in Nederland

Schrijf een korte samenvatting van de tekst. Lees hem daartoe nog eens goed door en markeer alles wat per se in je samenvatting moet komen. Gebruik dezelfde tussenkopjes als in de originele tekst.

12

C3 Die Zauberflöte en kunstenaars

a) Karel Appel en Die Zauberflöte (Amsterdam 2003)

De in tekst C3a besproken Zauberflöte-voorstelling van het Amsterdamse Muziektheater in 2003 baarde behoorlijk wat opzien. Dat kwam o.a. doordat de bekende schilder Karel Appel tekende voor het decorontwerp. Uit een achtergrondtekst vind je hierover de nodige informatie.

1) Lees deze door en vul de onderstaande tabel in.

Info over Karel Appel

Wat is er zo bijzonder aan Karel Appel’s decor?

(minstens 3 punten noemen!)

a)

b)

c)

Hoe verhoudt zich deze Amsterdamse versie tot de originele van Mozart zelf?

Is het decor gemakkelijk te realiseren geweest?

Waarom (niet)?

2) Als je dit zo leest – lijkt je de voorstelling van het Muziektheater leuk? Waarom (niet)?

13

b) Die Zauberflöte op DVD

Mozart would have loved this production zegt Todd Victor Leone uit San Francisco en doelt op de DVD Die Zauberflöte.

a) Stemt zijn oordeel overeen met dat van de schrijver van de tekst?b) Maak een lijstje van de positieve en negatieve punten die de recensent noemt.

Positieve punten Negatieve punten

c) Je hebt intussen vast wel een idee, hoe jij tegen de Zauberflöte aankijkt. Noteer daarom nu jouw positieve en negatieve punten.

Mijn positieve punten Mijn negatieve punten

14

C4 Die Zauberflöte – een overzicht

a) Lees tekst C4 rustig door. Onderstreep of markeer wat je interessant vindt. Vul vervolgens de antwoorden op onderstaande vragen in het schema in.

Wat vond Richard Wagner van de Zauberflöte?

Wie was Emanuel Schikaneder? Hoe belangrijk was hij voor Mozart? Waarom?

Wat en waar is het Freyhaus? Zou je het leuk vinden daar in Mozart’s tijd naar toe te gaan? Waarom (niet)?

Waar haalden Schikaneder en Mozart de Zauberflöte-stof vandaan?

Wat is ruwweg de ‘plot’ van de Zauberflöte? S.v.p. in max. 10 regels samenvatten!

Welke verklaring(en) wordt(-en) gegeven voor de aanhoudende populariteit van de Zauberflöte?

Wanneer is de opera voor het eerst met Mozart besproken? Door wie? En wanneer werd hij voor het eerst opgevoerd?

15

In het artikel staan een aantal recensie-achtige citaten. Zijn die positief? Negatief?

Geef ’n paar voorbeelden.

Noem een aantal bronnen die het libretto van de Zauberflöte hebben beïnvloed.

Hoe beoordeel je deze Belgische tekst over de Zauberflöte?

b) Eventueel kun je – als je wilt – in tekst C4 nog een aantal tussenkopjes invoegen – per alinea of per groepje alinea’s. Dat verduidelijkt de structuur van de tekst en is bovendien een uitstekende oefening voor je centraal examen Nederlands.

C Slotopdracht

Je hebt in de hier aangereikte teksten al heel wat Zauberflöte-info gelezen en verwerkt. Een heel spannend initiatief is Wikipedia: een internet-encyclopedie, waar je zelf artikelen kunt toevoegen en artikelen van anderen kunt aanvullen en verbeteren.

Ga naar: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina en vul in het zoekscherm links Zauberflöte in. Klik dan op artikel. Je krijgt dan een blok info. Lees dat door, klik ook op enkele van de opgenomen links in het artikel en noteer hieronder eventueel dingen die je nog niet wist.

16

C1 Die Zauberflöte als poppenspel http://www.marionet.demon.nl/zaub.htm

De Toverfluit - W.A. Mozart

Mozarts beroemde opera in een eigen Nederlandse vertaling: een exotisch avontuur, een klassiek verhaal over de strijd tussen goed en kwaad, een sprookje.De Toverfluit is geschikt voor volwassenen en kinderen (vanaf 7 jaar). De voorstelling duurt ca. 2 uur (incl. korte pauze).

Voor de voorstellingen in Amsterdam werd een eigen Nederlandse CD gemaakt.

Mozart schreef Die Zauberflöte niet voor een groot operatheater zoals we dat nu gewend zijn, maar voor een kleiner, intiem theater. Mozart en zijn vriend en tekstschrijver Schikaneder waren gefascineerd door de 'toveropera': een muziektheatergenre dat in de achttiende eeuw werd ontwikkeld door ene Anton Stranitzky. Deze Stranitzky ging de geschiedenis in als de uitvinder van de komische figuur Hanswurst (het personage waar ook Papageno uit De Toverfluit op is gebaseerd), én: hij was directeur van een marionettentheater!In Mozarts eigen 'toveropera' versmolten magische theatereffecten en elementen van poppenspel met elkaar. Een verhaal uit het rijk der verbeelding, onze marionetten op het lijf geschreven...

REACTIES PUBLIEK EN BEDRIJVEN

PUBLIEK

PERS

NRC HANDELSBLADMarionetten in fijnzinnige opera van Offenbach

17

Italië: Un piccolo miracolo inaspettato...Spanje: Congratulations! We enjoyed it very much! Nw Zeeland: I've never seen anything like it in my lifeUSA: WonderfulIerland: This was a first experience for me - a delight and just right for a summer evening. Thank you for adding to my considerable pleasure in this second visit to AmsterdamCanada: I came all the way from Canada to see you...Italië: I'd never expected this... Better than human!Italië: In 36 years I haven't had such a good time!USA: Wonderful. I have not seen such movement in marionettes before. Wow!Amsterdam: Hier moet heel Amsterdam naar toeAmsterdam: Al vier keer gezien - heerlijk!

BEDRIJVEN EN INSTELLINGEN

HITACHI DATA SYSTEMSWij willen u hartelijk bedanken voor uw besloten voorstelling ter gelegenheid van de feestelijke opening van ons nieuwe bedrijfspand. Over de voortreffelijke uitvoering van "Bastien & Bastienne" in Slot Zeist waren onze gasten, zonder uitzondering, zeer lovend.

DE ZEEUW & DE KEIZER ACCOUNTANTSGetuige de vele reacties van de gasten, kan ik u verzekeren dat de besloten voorstelling in het Amsterdams Marionetten Theater met "De Impresario" een groot succes is geworden. De bijzondere ambiance van uw theater, de betovering van de voorstelling en het raffinement van de spelers boeiden zowel de kinderen als de volwassenen.

JUMBO SPELLENDagelijks zijn wij creatief bezig met de ontwikkeling van spellen en puzzels. Daarom leek het ons leuk om eens te genieten van de creativiteit van anderen. Onze dank voor een avond vol enthousiasme en vakmanschap. We hebben genoten!

[...] Regisseur en ontwerper Hendrik Bonneur maakte van de opera Het Luchtkasteel door Jacques Offenbach een even lieflijke als weemoedige en fijnzinnige voorstelling. [...] Het Luchtkasteel is een perfecte opera, waarin alle lijnen uiteindelijk samenkomen. [...] Het gezelschap van Hendrik Bonneur verdient grote bewondering. Het lijkt of in die smederij de tijd stil heeft gestaan; geen moderniteiten, evenmin grootscheepse spektakelshow, maar intiem en tijdloos theater. [...]. Het Luchtkasteel is om van te genieten; het wonder van theater als genre dat de verbeelding aanspreekt is feilloos verwezenlijkt.

IL GIORNALE DI NAPOLIMozart en de overweldigende marionettenNAPELS - Buiten hagelt het, op de hoge delen van de Vomero ligt sneeuw. In het Delle Palme Theater heerst een feestelijke warmte; een kleine triomf voor het marionettentheater uit Amsterdam. Verbroederd door het lange applaus van een publiek dat op andere avonden toch meestal minder talrijk is, hebben we regisseur Hendrik Bonneur en dirigent Menno van Delft herhaaldelijk op het toneel zien terugkeren.[...] Het zeer professionele muzikale ensemble, dat een belangrijke bijdrage aan het geheel leverde, speelde goed en overtuigend. Dit alles leidde tot groot enthousiasme bij het publiek, dat werd ontroerd door scenische details. Deze finesses waren, naast het perfecte poppenspel, iets extra's waardoor het leek alsof de poppen zongen in plaats van de zangers.

LA REPUBLIQUEAfgelopen zaterdagavond was er een schitterende uitvoering te zien van "Bastien & Bastienne" in de grote zaal van het Kasteel te Sully-sur-Loire. Meer dan 600 mensen konden hun uitroepen van bewondering nauwelijks onderdrukken toen het doek openging en ze de levende poppen zagen die aan deze pastorale van Mozart zoveel bekoring gaven. De zeldzame bekoring van deze voorstelling was ontegenzeglijk en de Mozartminnaar kon ten volle genieten van het instrumentaal ensemble en de stemmen van de zangers die de jonge herder, het herderinnetje en de oude, wijze tovenaar vertolkten.(Festival de Sully-sur-Loire)

HET PAROOLMarionetten spelen Mozart menselijk[...]Als Bastien en Bastienne elkaar na tussenkomst van de oude herder Colas weer omhelzen ziet dat er zo lief uit, dat ik er een brok van in mijn keel krijg.

18

C2 Mozart en de Opera in Nederland - door Heinz Köhnen.

http://www.tin.nl/museum/archief/mozart/achtergronden.html

Een voorstellingsgeschiedenisDe opera's die Mozart (1756-1791) in zijn Weense jaren (na 1780) schreef, werden spoedig in de Amsterdamse theaters vertoond. Al vóór 1790 nam de Hoogduitsche Toneelsociëteit Die Entführung aus dem Serail in het repertoire op. Die eerste Mozart beviel het publiek zo goed dat spoedig andere titels volgden: Die Zauberflöte, Don Juan en Die Hochzeit des Figaro. De belangstelling voor opera in het algemeen groeide en daarom werd er besloten tot de bouw van een nieuw, voor Amsterdamse begrippen groot theater dat begin 1791 werd geopend. Het telde 519 plaatsen en het stond aan de Amstelstraat. Ter vergelijking: het huidige Muziektheater tegenover die Amstelstraat, dat werd geopend in 1986, telt 1600 plaatsen.

Tentoonstelling:Scene-foto's van verschillende Mozart-opera producties, vanaf de 2e helft van de 20e eeuw tot nu.

19

Mozart klonk niet alleen in het Duits, maar ook in het Nederlands en zelfs in het Frans. Amsterdam ontwikkelde zich tegen het einde van de achttiende eeuw snel als theaterstad. Aan het Leidseplein stond de Stadsschouwburg, waar gesproken en gezongen toneel in het Nederlands ging. Mozart werd er gekoesterd onder titels als De Schaaking uit het Serail en De Tooverfluit. De theaterkritiek uit die tijd hekelde 'de dwaze tekst' van laatstgenoemd werk en sprak van een 'vod' en een 'moffengedrocht'. Maar de muziek vond men prachtig.Ook het gezelschap van de Franse schouwburg (in het theatergebouw dat nog steeds bestaat als de Kleine Komedie) ontdekte Mozart als kassucces: La flûte enchantée en L'Enlèvement du Sérail waren het populairst. Nóg een gezelschap droeg bij aan de enorme belangstelling: het Joods Hoogduits Toneelgezelschap. Als gastensemble in de nieuwe Hoogduitse Opera trokken de joodse producenten vanaf 1795 volle zalen met de vier hierboven al genoemde topstukken. Een oud affiche geeft aan dat op 29 september 1795 De Tooverfluit tot leven kwam op muziek 'van de beroemde Mozard'.

Een stevig fundament was gelegd voor een rijke opvoeringsgeschiedenis van Mozarts opera's, vooralsnog in Amsterdam. De muzikale basis werd gevormd door behoorlijke orkesten; dat van de Stadsschouwburg bestond uit zo'n 35 musici, dat van de Hoogduitse Opera telde 28 tot 30 musici. De faam van het muziektheaterleven moet niet gering zijn geweest, want niemand minder dan Louise Lange was tussen 1798 en 1801 verbonden aan de Hoogduitse Opera. Als Aloysia Weber komen we haar tegen in het leven van Mozart. Op haar had Wolfgang zijn zinnen gezet. Niet zij, maar haar jongere zus Konstanze werd uiteindelijk Mozarts bruid. Aloysia was de sopraan met het soepele keeltje ('gelaüfige Gurgel' naar Mozarts woorden) die in talloze uitvoeringen onder leiding van de componist zong. Het Amsterdamse publiek luisterde dus naar een authentieke Mozart-interpretatie. Haar voordracht aria's als 'Ach, ich liebte' uit 'Die Entführung' bracht de toehoorders volgens overlevering in vervoering.

Lang teerde Mozarts succes op de vier bovengenoemde stukken. Pas rond 1820 kwam het tot opvoering van zijn laatste opera La clemenza di Tito (uit 1791), uiteraard in het Duits gezongen en aangekondigd als Titus. Pas in 1824 maakte het Amsterdamse publiek kennis met Così fan tutte. Maar de nieuwe Italianen, Rossini voorop, de opkomende Duits-romantische stukken (zoals Der Freischütz van Von Weber) en het nieuwe Franse repertoire, drukten Mozart nogal weg. Ook inhoudelijk werden Mozarts komedies met het

vrijpostig liefdesbedrog als in Così niet gewaardeerd in de steeds preutser wordende maatschappij.

Tentoonstelling:Kostuum voor Susan Patterson/Lilian Watson als Aspasia in Mitridate, rè di PontoDe Nederlandse Opera, regie Pierre Audi, 1992 Ontwerp Jorge Jara Bruikleen De Nederlandse Opera

In 'Annalen', het naslagwerk over de operagezelschappen in Nederland tussen 1886 en 1995, valt uit de lijsten met opvoeringsdata goed te zien dat pas na 1950 de belangstelling voor Mozart flink stijgt. Van de aanvankelijk zo geliefde Zauberflöte staan tussen 1886 en 1950 slechts negen opvoeringsperiodes vermeld. Don

20

Giovanni (doorgaans Don Juan genoemd) kreeg iets meer opvoeringen. Steeds in het Duits gezongen. Pas in 1926 maakte Nederland kennis met de oorspronkelijke Italiaanse tekst dank zij de befaamde 'Italiaansche Opera'.

De renaissance van Mozart op de Nederlandse planken werd bevorderd door de promotie vanuit Mozart-stad Salzburg met zijn Mozarteum en de Festspiele. Tussen 1920 en 1940 speelde de Wagnervereeniging hierop in met modeluitvoeringen van ondermeer Don Juan in 1926 en Die Zauberflöte in 1931, waarvoor grote dirigenten werden gecontracteerd als Karl Muck en Bruno Walter en theatervormgever Oskar Strnad. Van belang was ook de groeiende faam van Mozart-opvoeringen door de Weense Staatsopera. Diepe indruk maakte dat gezelschap met zijn gastvoorstellingen in het Holland Festival van 1949 toen zowel Don Giovanni (in het Duits gezongen!), Die Entführung als Le nozze di Figaro werden opgevoerd met topzangers als Elisabeth Schwarzkopf , Irmgard Seefried, Anton Dermota en Erich Kunz. Dè Mozart-dirigenten van toen leidden die voorstellingen: Josef Krips en Karl Böhm.

Geen wonder dat de nog jonge Nederlandsche Opera het Mozart-succes in 1952 oppakte met een eigen Don Giovanni gedirigeerd door Josef Krips, en met Scipio Colombo (titelrol), Erich Kunz (Leporello), Gré Brouwenstijn (Donna Anna) en Greet Koeman (Donna Elvira), meteen gevolgd door Le nozze di Figaro (met Colombo en Brouwenstijn als de Graaf en de Gravin). Daarna kwamen Die Zauberflöte in 1954 (met Josef Krips), en Così in 1955 aan de beurt. Bijna het kwartet aan titels waar Mozart eind achttiende eeuw in Amsterdam een vliegende start mee maakte. Die Entführung moest wachten tot 1960. In de jaren zeventig en tachtig zorgde de Nederlandse Operastichting voor enkele krachtige Mozart-producties in regie van Götz Friedrich; zijn Don Giovanni- met-de-bloedvlek werd legendarisch.

Een opera-seizoen was niet meer compleet zonder Mozart. Het gezelschap dat vanaf 1955 als Opera Forum tot mei 1993 vanuit Enschede werkzaam was, begon het bestaan zelfs met Figaros Hochzeit. In de laatste vijf jaar van haar activiteiten bouwde Opera Forum een Mozart-cyclus op in regie en aankleding van Vittorio Patané. Opvallend was dat daarin ook één van de zogeheten jeugdopera's aan bod kwam, de opera buffa La finta semplice (De geveinsde eenvoud) uit 1769. Dit type luchtige pastorale liefdeskomedies (Mozart schreef ook La finta giardiniera/ De geveinsde tuinierster uit 1775), maar eveneens de strak vormgegeven klassieke drama's (naar de vorm opera seria genoemd) als Mitridate uit 1770 of het herdersspel Il re pastore uit 1775 vonden geen genade in de ogen en oren van de Mozart-kenners. Pas met het aantreden van Pierre Audi als artistiek directeur kwamen bij De Nederlandse Opera Mitridate en Il re pastore in diens regie kortstondig op het speelplan.

In opera is zingen belangrijk. In het Nederlandse Mozart-verhaal blijft het spetterende debuut in 1962 van Cristina Deutekom als Koningin van de Nacht een memorabel moment; de laaiend-erotische Don Giovanni die John Bröcheler zong èn acteerde in 1980 en 1984 zindert nog na. Het expressieve 'Per pietà' door Charlotte Margiono in Così uit de jaren negentig onder leiding van Nikolaus Harnoncourt bevestigt de kwaliteit van Mozart op Nederlandse planken.

Heinz Köhnen.

Copyright © 2002-2003 Theater Instituut Nederland

21

C3 Die Zauberflöte en kunstenaars

a) De voorstelling van Pierre Audi en Karel Appel - uit een bespreking door Joke van der Weij

(zie: http://stopera.nl/educatie/PDF/DNO_Zauberflote_0203.pdf)

Deze opera is niet nieuw. Die Zauberflöte ging in 1995 bij De Nederlandse Opera in première en maakte een geweldige indruk: dit leek op geen enkele andere opera: dit was ‘een bewegend schilderij met knaleffecten’. De regie was van Pierre Audi, de artistiek directeur van De Nederlandse Opera; het decor was van de Nederlandse beeldend kunstenaar Karel Appel. Appel is beroemd geworden met de CoBrA groep uit 1948, die hij oprichtte onder andere samen met de schilder Corneille. Zij kregen met hun kleurrijke, naïeve kunstwerken bekendheid over de hele wereld.

Appel en Audi zijn met deze voorstelling heel dicht bij het sprookje gebleven. Hun Zauberflöte is een feest om naar te kijken. Het is een stripverhaalachtige voorstelling met hoge rijdende bergen, een vrolijke stoet van gigantische sprookjesdieren en dansende vogels die in een soort carnavalsoptocht voorbijtrekken.

De drie kleine jongetjes dragen lange vliegeniersjassen en vliegen in speelgoedvliegtuigjes. De drie dames zijn pinnige types met jagershoedjes en rokbroeken. De slang die Tamino bijt is een reusachtig monster met zwaailichten. Knalgele bosnimfen waggelen door het bos. De tuin heeft wellustige bloemkelken met lichtgevende bloemen. Papageno rijdt in een lelijke eend het podium op. De priesterorde en de tempel zijn voorzien van felle heldere kleuren, die doet denken aan het werk van Mondriaan. De priesters en slaven dansen op een ‘oosterse’ manier.

Hoe verschillend hij er ook uitziet: deze Zauberflöte lijkt op de oorspronkelijke uitvoering uit de 18e eeuw: het sprookje wordt dicht bij het libretto uitgevoerd. De grote hoeveelheid changementen doet herinneren aan de Zauberflöte van Mozart en Schikaneder. Zo druk als het hier op het toneel is, zo moet het toen ook geweest zijn. Het is onmogelijk om alles te volgen, zoveel gebeurt er tegelijkertijd!

Deze Mozart-opera is vanwege de verschillende sferen waarin de opeenvolgende scènes zich afspelen, altijd een hele klus geweest voor de decorontwerpers. Want in Die Zauberflöte komen zowel de wereld van het sprookjesachtige volkstheater (met Papageno, Tamino en Pamina) aan bod, als de mysterieuze wereld van Sarastro en het duistere rijk van de Koningin van de Nacht. Bovendien vragen de opeenvolgende scènes ook om snelle decorwisselingen en een creatief gebruik van de toneelmachinerie. Een enorme

22

uitdaging voor vormgevers en decorontwerpers! En niet te vergeten voor de mensen achter het toneel!

Maar om dezelfde redenen en natuurlijk om de mooie, leuke muziek is deze opera altijd heel populair geweest. In de loop van de tijd zijn er dan ook veel verschillende ensceneringen geweest. Toevallig weten we zelfs hoe de allereerste opvoering uit 1791, die van Schikaneder, eruit gezien heeft, want er zijn gravures bewaard gebleven van de decors. Deze Appel-Zauberflöte ziet er heel anders uit, maar de grote afwisseling van sfeer en decors, en ook de plezierige hoeveelheid ‘trucs’ is dezelfde als die van ruim twee eeuwen geleden. En het plezier van het publiek ook! Castmuzikale leiding: Hartmut Haenchenregie: Pierre Audiinstudering regie: Saskia Boddekedecor: Karel Appelkostuums: Jorge Jara en Karel Appelbelichting: Jean Kalmandramaturgie: Klaus Bertischchoreografie: Min Tanakainstudering choreografie: Hisako HorikawaSarastro: Peter RoseTamino: Kurt StreitSprecher: Michael AutenriethErster Priester: Harry PeetersZweiter Priester: Kresimir SpicerKönigin der Nacht: Elena MosucPamina, ihre Tochter: Ofelia SalaErste Dame: Gillian WebsterZweite Dame: Ulrike HelzelDritte Dame: Annette SeiltgenEin altes Weib (Papagena): Machteld BaumansPapageno: Roman TrekelMonostatos, ein Mohr: Ryland DaviesErster geharnischter Mann: Kresimir SpicerZweiter geharnischter Mann: Marek GaszteckiSklaven: Michael Autenrieth, Ruud Kok, Jan MajoorOrkest: Nederlands KamerorkestKoor: Koor van De Nederlandse OperaInstudering: Winfried MaczewskiDe opera wordt in het Duits gezongen en Nederlands boventiteld.De voorstelling duurt circa drie en een half uur, inclusief een pauze.

Meer informatie en een video- en geluidsfragment van Die Zauberflöte kun je vinden op www.dno.nl.

tekst: Joke van der Weij, maart 2003uitgave: Educatieve Dienst Het MuziektheaterWaterlooplein 221011 PG Amsterdamtel. [email protected]

23

b) Die Zauberflöte op DVD – een internetbespreking

http://www.imdb.com/title/tt0253973/

1 out of 1 people found the following comment useful:-Mozart would have loved this production, 13 May 2002

top rating!Author: Todd Victor Leone ([email protected]) from San Francisco, California

There's very little to be said in the negative about this production of Mozart's opera Die Zauberflöte, known in English as The Magic Flute. Here, The Metropolitan Opera as assembled a dream cast to perform the opera in front of delightfully imaginative and whimsical sets designed by artist David Hockney. These sets are completely in accord

with descriptions given in the opera's script and entirely appropriate to the story which is, after all, a fairy tale, full of magic and magical characters. This particular video was made in 1991 in front of a live audience at The Met's famous opera house at Lincoln Center, so it does contain lots of applause, but I think the excitement of a live performance is captured here and it's wonderful to see Hockney's stage settings. A version of this opera filmed as a movie would lack these elements.

The Magic Flute, by the way, was written in style known as `singspiel,' and, as such, features spoken dialog among the characters between musical movements. Nonetheless, we're talking 95% music and 5% talking here, so there's lots of Mozart to enjoy. And the music is some of the most beautiful and enjoyable he ever wrote. Nonetheless, there is a foreshadowing of modern musical theatre in this opera and it's enjoyable.

Pamina, the princess in distress, is beautifully sung by the most listenable of coloratura sopranos, Kathleen Battle, who looks young and beautiful as she should. Never mind that she has established a reputation of being difficult and less than admirable in her behavior - her performance reveals none of that and her voice is wonderful in this role. Francisco Araiza brings a beautiful lyric tenor to his portrayal of Tamino, the prince who comes to Pamina's rescue. Luciana Serra as the Queen of the Night is simply stunning. She brings a freshness to the famous aria of vengeance and in the extremely high-pitched notes of her wrath, there is a crystalline, icy beauty rather than a shrillness that is appropriate to the libretto and music and also most impressive as a tour de force. (When she played the same role in San Francisco where the Hockney production originated, for good reasons, opera patrons wore buttons that read `Luciana Serra IS the Queen of the Night!')

Kurt Moll, brings a wonderful, rich and sonorous basso profundo to Sarastro. It has been said that Sarastro's aria `In diesen heil'gen Hallen' was Mozart's most successful attempt to capture the voice of God in music. I say that Kurt Moll is no slouch when it comes to singing in tones reminiscent of God's voice. Here before us is the wise and venerable spiritual leader Sarastro.

But the star of the show, if you ask me, is an Austrian bass named Manfred Hemm, who brings Papageno the bird-catcher to life. There aren't many opera sings that can walk around in spandex tights and look as though it's natural and comfortable, but he does. Add to that a feathered tunic and a cap with a bird's beak for a bill, and you have a Papageno who steals many a scene with his humor. Hemm is a superb comic actor whether singing or speaking, and he even dances with exuberance when he finishes one of his humorous yet tuneful arias. Papageno is the main source of laughter in The Magic Flute, a character who is as lovable as he is laughable, and Manfred Hemm is simply perfect in the part.

The Hockney production was well-received in San Francisco where it premiered, but audiences at The Met have a reputation for being staid and stuffy and the Deutsche Grammofon VHS and DVD versions of this performance have deleted David Hockney's curtain call at the end of the performance where many audience members booed him. I see nothing to boo here. The production as well as the performances are all topnotch and exemplary. I assert that there will never be a video version of The Magic Flute as good as this one.And it's now available in DVD with its superb picture and sound quality.

24

C4 Die Zauberflöte – een overzicht

Maschienenkomödie of opéra maçonnique?

Da Mozarts Schöpfung die an seine Arbeit gestellten Anforderungen so unverhältnismäig übertraf, da hier nicht ein Individuum, sondern ein ganzes Genus von überraschendster Neuheit geboren schien, müssen wir als den Grund davon betrachten, da dieses Werk einsam dasteht und keiner Zeit recht angeeignet werden kann. Hier ist das Ewige, für alle Zeit und Menschheit Gültige.(1)

Deze lofrede op Mozarts Zauberflöte vloeide uit de pen van niemand minder dan Richard Wagner. Omstreeks 1840 wees Wagner op de vereisten ('Anforderungen') van Mozarts compositieopdracht, die hij van Emanuel Schikaneder (1751-1812) ontving. Mozart overtrof Schikaneders verwachtingen en leverde een volkomen nieuw, geniaal, tijdloos en universeel kunstwerk, een ideale Duitse opera, dus. Ongetwijfeld probeerde Wagner hiermee de liefhebbers van Mozarts populaire Singspiel voor zijn idealen (het Gesamtkunstwerk) te winnen. Wagners romantische uitspraken als "ewig" en "für alle Zeit und Menschheit gültig" beschouwen, zou daarom een zware misstap betekenen ten opzichte van dé Toverfluit van Mozart en Schikaneder, de 'authentieke' Zauberflöte die op 30 september 1791 in première ging. De kwestie 'authenticiteit' moeten we echter onmiddellijk in vraag stellen. Over welke Toverfluit hebben we het dan? Over een volksopera, een sprookje met leuke deuntjes, of een esoterisch bouwstuk van de vrijmetselarij? In dit essay proberen we het één en ander te verduidelijken.

Een vroege iconografische bron voor Die Zauberflöte: een reeks aquarellenvan Josef Quaglio voor een opvoering in het Münchense Hoftheater (1793).

Op deze afbeelding zien we het decor voor de vuur- en waterproeven. (München, Theatermuseum)

Theaterimpresario X wandelt naar Librettist Y (hier toevallig gelijk aan X, Schikaneder), vraagt Y om een libretto, dat door Componist Z getoonzet wordt en door een theateréquipe op de planken wordt gebracht. Ziedaar een uiterst simplistische benadering van het operabedrijf zoals het in Mozarts tijd (1756-1791) functioneerde. Ondertussen zijn de productiegroepen van het muziektheater reusachtig aangegroeid. Regisseurs, dramaturgen, lichtontwerpers en PR-verantwoordelijken waren de laat-achttiende-eeuwse homme de théâtre vreemd, enkele uitzonderingen (Goethe, bijvoorbeeld) buiten beschouwing gelaten.

Wagner was op de hoogte van het bescheiden ontstaanskader van Die Zauberflöte: in een ander fragment heeft hij het over een "nederig theater voor Weense pleziermakers". Hij refereert daarmee aan het (Starhembergische) Theater auf der Wieden, dat de Weners ook onder de naam Freyhaus-Theater kenden. Het maakte namelijk deel uit van het Freyhaus (sic), een gebouwencomplex in de Weense voorstad dat zijn naam dankte aan het feit dat het op adellijke grond stond en daarom

25

vrijgesteld was van belasting. Sinds 1789 werd dit theatertje door Emanuel Schikaneder [ps. Johann Joseph Schickeneder] geleid, die voor Mozart zeker geen onbekende was. In september 1780 streek de impresario in Salzburg neer, waar hij de winter doorbracht met zijn (toen nog) rondreizende toneelgroep. Hij bracht er een gemengd repertoire met enkele subversieve stukken: Die Räuber (Schiller), Le mariage de Figaro (Beaumarchais) en Hamlet (Shakespeare).

Blik op de Weense voorstad met in het midden het Freyhaus.

Jaren later stapte Schikaneder opnieuw in Mozarts leefwereld. Na een poos gezongen te hebben in het Burgtheater nam hij het roer over van het Freyhaus-Theater, dat als volgt werd beschreven:

Het [theater] bood plaats aan duizend mensen, was dertig meter lang en vijftien meter breed, het toneel was twaalf meter diep en van alle gemakken, rekwisieten, toneelmachinerieën en dergelijke voorzien. Het theater had een dubbele rij loges, een parterre in twee delen en, in Mozarts tijd, twee galerijen. Aangezien er in dit enorme complex geen gebrek was aan woonruimte, woonden de directeur en de meeste leden van het gezelschap in het Freyhaus.(2)

Schikaneder beschikte over een meer dan behoorlijke groep uitvoerders om zijn producties te realiseren.(3) Het orkest telde vijfendertig leden en een veelkleurige instrumentatie (vijf eerste violen, vier tweede violen, vier altviolen, drie cello’s, drie contrabassen, twee fluiten, hobo’s, klarinetten, fagotten, hoorns en trompetten, drie trombones en pauken).(4) Een eigen kapelmeester, Johann Baptist Henneberg, was er aangesteld om het orkestrale peil nauwlettend in het oog te houden. Daarnaast werkten enkele uitstekende zangers en zangeressen voor Schikaneder: de bas Franz Xaver Gerl (Sarastro), de tenor-fluitist Benedikt Schack (Tamino) en Mozarts schoonzus, coloratuursopraan Josepha Hofer-Weber (Koningin van de Nacht). Over het Freyhauskoor bezitten we weinig gegevens, maar uit iconografische bronnen en aanplakbiljetten kunnen we opmaken dat Schikaneder een voorkeur had voor massagroepen.

Ondanks deze aantrekkelijke eigenschappen bezat het Theater auf der Wieden een volks imago. Iedereen - uit welke bevolkingsklasse ook - die er een kaartje kocht, kreeg toegang tot de parterre (17 kreuzer), de loges of de galerijen (7 kreuzer). Wie een goede plaats wilde, moest maar op tijd aanwezig zijn en zich vooral niet te veel aan details storen. Wat deze precies inhielden, lezen we in de memoires van Ignaz Franz Castelli:

Nadat het theater open was gegaan [...] moest ik drie uur zitten wachten, badend in hitte en zweet en doortrokken van de knoflookstank van de worsten die verorberd werden.(5)

Niet alleen binnenin het theater, maar ook erbuiten heerste een woelig sfeertje als we Egon Komorzynski mogen geloven:

Op de grote binnenplaats bevond zich een tuin met lanen, bloembedden en een houten paviljoen: daar kwamen Schikaneders mensen na de repetities en na de voorstelling bij elkaar en maakten er een dolle boel van tot diep in de nacht, onder leiding van de joviale baas, die de acteurs en actrices ‘zijn kinderen’ noemde en goedmoedig de scepter zwaaide.

In datzelfde paviljoen zagen verschillende nummers van Die Zauberflöte het licht. Voor de componist was dit praktisch: hij kon zijn muzikale ideeën meteen uitproberen in het gezelschap van enkele frivole dames, onder wie Barbara Gerl-Reisinger (Papagena) en de zeventienjarige Marianne Gottlieb (Pamina en tevens de oervertolkster van Barbarina in Le nozze di Figaro). Dit

26

laatste wist hij aan zijn vrouw Constanze, destijds aan het kuren in Baden, in een brief (25 juni 1791) mooi te praten: "Het is niet goed voor mij om alleen te zijn wanneer ik iets in mijn hoofd heb.[...] Waar ik geslapen heb? Thuis, natuurlijk!"

Hoewel soms gezegd wordt dat Schikaneder in financiële problemen zat toen hij Mozart de opdracht voor Die Zauberflöte gaf, genoten zijn 'machinekomedies' veel bijval. De eerste daarvan, Der dumme Gärtner aus dem Gebirge, oder die zween Anton (1789)(6), was een hit: het spektakel werd in hetzelfde jaar tweeëndertig keer opgevoerd en stimuleerde zes vervolgafleveringen. Mozart componeerde een set klaviervariaties op een ariathema uit de 'sequel' Die verdeckten Sachen (Ein Weib ist das herrlichste Ding auf der Welt, KV 613, 1797).(7) Onmiddellijk na Der dumme Gärtner ontstond Oberon, König der Elfen van Karl Ludwig Gieseke (ps. Johann Georg Metzler, de Eerste Slaaf) en Paul Wranitzky. Dat het libretto een onrechtstreekse bewerking was van Christoph Martin Wielands (1733-1812) heldendicht Oberon,(8) zal Mozart extra gemotiveerd hebben om de première bij te wonen. Zowel vader als zoon Mozart waren Wielandfanaten; Mozart jr. ontmoette hem persoonlijk in Mannheim (1778) en had een exemplaar van Oberon in zijn boekenkast staan.

Voor de twee volgende opera's - Der Stein der Weisen, oder der Zauber-Insel (1790) en Die Zauberflöte (1791) - werd opnieuw uit het oeuvre van Wieland geput. Deze keer diende zijn oriëntaalse sprookjesverzameling Dschinnistan oder auserlesene Feen- und Geistermärchen (Winterthur, 1786-1789) als bron.(9) In 1996 deed de eerstgenoemde opera heel wat stof opwaaien. Mozartfanaten werden toen plots opgeschrikt door het bericht dat er nieuwe muziek van Mozart zou ontdekt zijn, operamuziek dan nog wel! Nu ja, ‘nieuw’: Alfred Einstein maakte al in 1945 gewag van Benedikt Schacks Stein der Weisen met daarin Mozarts instrumentatie voor het zogenaamde ‘kattenduet' Nun, liebes Weibchen.(10) Wat echter opschudding veroorzaakte, was David Buchs ontdekking van een manuscript uit een voormalige Sovjetbibliotheek, waarin de kopiïst boven verschillende nummers "von Mozart" had geschreven. Dit veranderde eensklaps de blik op Die Zauberflöte, want er bestond nu een onmiskenbaar precedent voor de zogezegd 'nieuwe' Toverfluit.(11)

Der Stein der Weisen vat aan met een offer dat Sadik, priester en leider van de gemeenschap, aan de god Astromonte (vgl. met Sarastro), brengt. Het ritueel wordt bijgewoond door het jonge paar Nadir en Nadine (Tamino en Pamina), maar ook door de pasgetrouwde ‘natuurmensen’ Lubano en Lubanara (Papageno en Papagena). Omdat enkel maagden dergelijke offers mogen meemaken, wordt Lubano's jachtuitrusting ontnomen. Astromonte brengt via een boodschapper, de Genius (Drie Knapen), een tovervogel die enkel voor de meest deugdelijke maagd zal zingen. Onderwijl zeurt Lubanara over haar echtelijk leven, dat ze met de hulp van Astromontes boosaardige broer, Eutifronte (Koningin der Nacht), nieuw leven poogt in te blazen. Eutifronte beantwoordt Lubanara's oproep, neemt haar mee onder de grond en tovert Lubano een gouden gewei op het hoofd (vgl. slot op Papageno's mond). Ondertussen vreest Nadir dat Astromonte Nadine als zuiverste maagd zal wegnemen nadat de vogel voor haar zal gezongen hebben. De jongeren plannen hun vlucht, wat Sadiks (Nadines vaders) hart breekt. Uiteindelijk doet Nadine toch mee aan de wedstrijd die ze wint, tot grote nijd van Vier Dames (Drie Dames). Nadirs vrees wordt bewaarheid: Astromonte ontvoert haar.

In het tweede bedrijf begint de zoektocht naar Nadine en Lubanara. Als Nadir Astromonte in zijn droom vervloekt, wordt dit door Eutifronte opgevangen. Hij zal (zoals de Koningin) de jongeman voor zijn kar proberen te spannen: hij belooft dat hij hem Nadine zal teruggeven in ruil voor Astromontes dood. Eutifronte jaagt namelijk op de almachtige ‘Steen der Wijzen’ (Zonnekrans van Sarastro, ooit eigendom van Pamina's vader), die eerder werd toegewezen aan Astromontes toekomstige zoon. Intussen moppert Lubano over zijn lot. Een Genius brengt hem een groot stuk fruit met daarin, tot zijn ontgoocheling, een boek met wijze woorden. Acht huppelende dwergen, in

27

dienst van Eutifronte, leiden hem tot bij Lubanara, die uiteraard van Eutifrontes plannen met Nadir afweet. Ze besluit de waarheid aan het licht te brengen, maar wordt nu ook gestraft: de enige woorden die ze nog weet uit te brengen zijn "miauw, miauw". Nadir krijgt van Eutifronte een magisch zwaard (vgl. dolk die Pamina krijgt) waarmee hij Astromonte zal vermoorden. Alsof dat nog niet genoeg was, wordt hem ook nog een toverpijl overhandigd om Astromontes vogel te doden. Dit is een list van Eutifronte, die Nadine in vogel heeft omgetoverd. Tegen beter weten in doodt Nadir dus zijn eigen verloofde. Eutifronte tovert vervolgens Lubano in de kooi, zodat Nadir opnieuw denkt de vogel voor zich te hebben. Gelukkig komt een oude man op de proppen met de échte vogel én de verlossende waarheid: Nadir is Astromontes zoon en dus erfgenaam van de Steen der Wijzen. De knaap overhandigt Eutifrontes zwaard aan zijn vader, waarna een adelaar de Steen brengt. Alles eindigt goed: Nadine herrijst uit de dood en belooft met Nadir de jaarlijkse tempelrituelen in ere te zullen houden.

Vergelijken we dit gegeven met De Toverfluit, dan kunnen we niet om enkele gelijkenissen heen. Spirituele machten (Astromonte/Sarastro vs. Eutifronte/Koningin der Nacht) bekampen elkaar met behulp van vertegenwoordigers (Sadik en de herders/Priesters vs. Demonen en Dwergen/Drie Dames en Monostatos). Als pionnen gebruiken zij aardse mensen van zowel hoge als lage afkomst (respectievelijk Nadir/Tamino-Nadine/Pamina en Lubano/Papageno-Lubanara/Papagena). Magische objecten (vogel, zwaard en pijl/toverfluit en -klokjes) suggereren een feërieke sfeer, terwijl bovennatuurlijke boodschappers (Genius/Drie Knapen) af en toe uit de lucht neerdalen. Koren worden in beide opera’s doeltreffend aangewend: bijvoorbeeld achtervolgen in Der Stein der Weisen jagers Lubano (Seht doch! Mit gold’nem Geweih) en bejubelt de Arcadische bevolking haar leider (Herr Astromonte, wir danken euch). Beide Singspiele moraliseren de vrouw, de liefde, het huwelijk (cf. Lubano’s Den Mädchen trauet nicht zu viel en Die Lieb ist wohl ein närrisch Ding), deugd en ondeugd. Ook Der Stein is niet van enkele racistische uitspraken gespeend: Eutifronte wordt door Lubano als 'schwarzer Kerl' en 'Teufel' aangesproken, wat sterk doet denken aan Papageno’s eerste ontmoeting met Monostatos ("Hu, das ist der Teufel sicherlich!").

Hoewel slechts enkele (drie?) fragmenten uit Der Stein der Weisen van Mozarts hand zijn, vertoont de muziek van beide toveropera’s sterke parallellen.(12) Beide Singspiele werden op scène gebracht door dezelfde groep mensen wier stemsoort en acteerstijl voor de rolverdeling doorslaggevend moet geweest zijn. Zo nam de charmante Emanuel Schikaneder de hansworstrollen voor zich (Anton, Lubano en Papageno): zijn aria's zijn dan ook voornamelijk strofische meezingers voor jan-en-alleman. Emanuels broer, Urban, specialiseerde zich in ernstige priesterrollen, terwijl Urbans dochtertje, Anna, de engeltypes (Genius en Eerste Knaap) vertolkte. Franz Xaver Gerls basstem leende zich dan weer tot huiveringwekkende rollen (Eutifronte en Sarastro), deze van echtgenote Barbara tot de frivole partijen (Lubanara en Papagena). Benedikt Schack (Tamino) was in Der Stein der Weisen niet prins Nadir, maar toch valt het op hoezeer Nadirs partijen (veelal door Schack gecomponeerd) naast deze van Tamino gelegd kunnen worden. Over de vertolkers heen kan men dus ook verbanden blootleggen. De grondig uitgewerkte scènes waarin Astromonte figureert, bezitten dezelfde structuur als deze van de Koningin van de Nacht (een inleidend begeleid recitatief, gevolgd door vocaal vuurwerk in onvervalste belcantostijl).

Ten slotte kunnen we het nog even hebben over het scenische aspect van deze toveropera’s. Schikaneders 'Zauberoper' heeft zijn wortels in de barokopera en de voorliefde voor wonderbaarlijke effecten, zoals vlugge scènewisselingen, machinerieën, donder- en bliksemgeluiden. Alhoewel vele achttiende-eeuwse librettisten, met name Metastasio, een grondige afkeer hadden van visueel hocus-pocus, verdween het nooit uit het operalibretto. Het was dan ook een vast onderdeel van de opera geworden. Vanaf het prilste stadium van de operageschiedenis bevolkten goden van de boven- (Apollo, Astromonte) en onderwereld (Pluto, Eutifronte) de Europese theaterpodia. Een bekende vertegenwoordiger van de toveropera is Händel die, naast ‘heroïsche’, ook dergelijke libretti toonzette. Van deze laatste kan Orlando (1732/3) het meest de vergelijking met de Toverfluit doorstaan. In deze opera wordt tovenaar Zoroastro (Sarastro!) eveneens door een bas gezongen.(13) Zijn obscure taalgebruik alludeert naar de Egyptische mysteries ("Gieroglifici eterni, che in zifre luminose ogn’or splendete / Ah! Che alla mente umana altro che belle oscurità non siete.") en evenzeer naar de Toverfluit, waarin de Isis en Osiris-cultus centraal staat (zie verder).

Kende Mozart deze traditie? Op zijn minst was hij ermee vertrouwd. Tijdens de Engelse concertreis van 1764 hoorde hij Händels muziek voor het eerst; als volwassene herontdekte Mozart de

28

händeliaanse stijl op de zondagmatineeconcerten van Gottfried van Swieten. Voor diens Gesellschaft stopte hij Acis and Galatea (KV 566), Messiah (KV 572), Ode for St Cecilia’s Day (KV 591) en Alexander’s Feast (KV 592) in een nieuw orkestraal kleedje. Vele fragmenten uit Die Zauberflöte, waaronder de (Franse) ouverture, bezitten ondubbelzinnige Händel-kenmerken.

Dit alles brengt ons tot een kernprobleem van Die Zauberflöte. Waarom kende deze opera, die een 'samenraapsel'(14) is van ingrediënten uit verschillende keukens, een ononderbroken, succesvolle opvoeringsgeschiedenis? Wat brachten Wagner en vele anderen (b.v. Beethoven) ertoe om precies deze opera zo sterk te prijzen? "So ist denn alles Heuchelei?"

De receptie van deze 'groe Oper' wordt - zoals deze van Così fan tutte - belemmerd door de kritiek op het libretto. Over de kwaliteiten en betekenis van Schikaneders drama werd al zoveel geschreven en gediscussieerd dat men tegenwoordig nog moeilijk waarheid van mythe kan onderscheiden. Wie is trouwens de geestelijke vader van Die Zauberflöte: Schikaneder, Gieseke of Mozart zelf? Misschien kan men zich beter afvragen wie het libretto 'samenstelde'. De 'firma Schikaneder' heeft immers - conform de achttiende-eeuwse traditie - gezocht, samengeraapt en geadapteerd. De bronnen van dit tekstuele knip- en plakwerk zijn goed gekend door studies van Edward J. Dent, Hermann Abert, Alfons Rosenberg en Peter Branscombe.(15) Twee negentiende-eeuwse bronnen worden steevast aangehaald: de ongedateerde brief van Schikaneders (latere) concertmeester, Ignaz von Seyfried, aan journalist Friedrich Treitschke, en een anoniem artikel in het Weense 'Monatschrift für Theater und Musik' (1857).(16)

We volgden even deze bronnen als leidraad en kwamen op de volgende hypothese uit. Schikaneder zoekt in 1790 naar een waardige opvolger voor Der Stein der Weisen.(17) Hij (her)leest enkele sprookjes uit Wielands Dschinnistan en ontleent de titel van het 'nieuwe' libretto aan een sprookje van Jakob Liebeskind: Lulu oder die Zauberflöte. Hierin vraagt de fee Perifirime (Koningin van de Nacht) aan prins Sidi (Tamino) om haar tovertondeldoos terug te halen uit de burcht van de tovenaar Dilsenghuin. Als talisman krijgt hij van Perifirime een toverfluit mee. Sidi slaagt glansrijk in zijn queeste: hij brengt niet alleen het magische object terug, maar bevrijdt ook Perifirimes dochter, Lulu. Als beloning mag hij met Lulu trouwen. De verhaalstof (magische instrumenten en objecten, bevrijding enz.) vertoont alweer heel wat gelijkenissen met Der Stein der Weisen én met Oberon, König der Elfen. In de laatste opera redt een ridder, Hüon von Bordeaux, een prinses, Rezia, uit de handen van een oosterse despoot, hierbij gebruik makend van een toverhoorn die elfenkoning Oberon hem geschonken heeft. Wielands verzameling bracht mogelijk nog andere ideeën aan voor Die Zauberflöte, bijvoorbeeld het motief van de Drie Knapen (Die klugen Knaben), de Moor (Adis und Daghy), de held die verliefd wordt op een portret (Neangir und seine Brüder)...(18)

Schikaneders schatplichtigheid is daarmee nog slechts gedeeltelijk besproken. De openingsscène waarin Tamino achtervolgd wordt door een slang (of een leeuw), gered wordt door de Drie Dames en dan een 'vreemde vogel' (Papageno) ontmoet, lijkt verdacht veel op een passage uit Chrétien de Troyes' ridderroman Yvain, ou Le Chevalier au Lion (ca. 1177).(19)

Mogelijk heeft Schikaneder Mozart al in november 1790 over Die Zauberflöte gesproken: in deze periode vernoemt hij een 'Pa pa pa-duet' (Papageno en Papagena) in een brief aan de componist. Wanneer Mozart effectief aan de partituur is beginnen werken, blijft een raadsel. Gebeurde dit pas in maart 1791, met de bedoeling tegen het eind van de zomer de opera te voltooien? Ondertussen komt Schikaneders grootste concurrent, Karl Marinelli van het Leopoldstadt Theater, met een succesvolle voorstelling op de proppen: Die Zauberzither, oder Kaspar der Fagottist. Het libretto van Joachim Perinet is gebaseerd op... Lulu oder die Zauberflöte. Mozart gaat er op 11 juni een voorstelling van bijwonen om zich te amuseren, maar vindt het maar niks (brief aan Constanze, 12 juni). Schikaneder zal er minder gerust in geweest zijn: hij wil steeds nieuwe spektakels op poten zetten, het publiek verrassen en de kassa gevuld zien. In de inleiding tot zijn libretto Der Spiegel von Arkadien (muziek van Süssmayr, 1794) geeft hij dit zonder schroom toe:

29

Ik schrijf om het publiek te amuseren en wil mij niet geleerd voordoen. Ik ben acteur - directeur - en werk voor de kassa: maar niet om het publiek op te lichten, want een intelligent mens laat zich maar één keer beetnemen.(20)

Uit het oorspronkelijke aanplakbiljet van de première komt een tweede aanwijzing voor Schikaneders spektakeldrift naar voor. De affiche verzwijgt twee elementen: de naam Papagena, die in plaats daarvan als ‘ein altes Weib’ aangeduid staat, en de Drie Knapen. Wilde Schikaneder nog niet verklappen dat de oude vrouw (tijdens het tweede bedrijf) in Papagena zou veranderen en dat de goddelijke boodschappers plots als een deus ex machina zouden verschijnen?

Hebben Schikaneder en Mozart - zoals Seyfried en de anonieme journalist volhielden - besloten om de plot van de opera een andere wending te geven, terwijl een gedeelte reeds afgewerkt was? Het blijft een nooit volledig te ontkrachten hypothese die staat of valt met de historische juistheid van Seyfrieds getuigenis, die pas decennia na de première opgetekend werd. Misschien had Seyfried het (opzettelijk?) bij het verkeerde eind, vergat of verwarde hij enkele feiten, zodat de legende van de plotomkering ontstond. Of bezat Seyfried motieven om op bewuste wijze onwaarheden te verkopen?(21)

In ieder geval maakt de verhaallijn een eigenaardige draai in de finale van het eerste bedrijf, als Tamino de wijsheidstempel binnentrekt en een dialoog voert met Sarastro's Eerste Priester. De polen 'goed' en 'kwaad' worden omgekeerd en Tamino zal met Pamina in Sarastro's

wijsheidstempel ingewijd worden. Voor deze 'Egyptische' rituelen bestaan verschillende bronnen, met op de eerste plaats een artikel in het Journal für Freymaurer van Ignaz von Born (1742-1791), een notoir vrijmetselaar en kennis van Mozart. Daarin beschreef Born de Egyptische Isis en Osiris-mysteriecultus in vergelijking met de vrijmetselarij. Een andere benadering van dezelfde stof kan men tevens in Jean Terrassons roman Sethos. Histoire ou Vie Tirée des Monuments, anecdotes de l’ancienne Égypte (1731) terugvinden. Dit boek vertelt de gebeurtenissen van prins Sethos, zoon van Osoroth en Nephte. Nephte's rivale, koningin Daluca, probeert Sethos voor haar

boosaardige zaak te winnen. Sethos is echter deugdzaam en volgt de raad op van de Isis- en Osirispriesters, die hem op het goede pad houden. Na een uitgebreid ritueel wordt Sethos zelf hogepriester, omringd door grote priesterkoren, die Terrasson als volgt beschrijft:

De grands choeurs chantaient en musique lente des hymnes tirés de rites anciens, et accommodés à la nécessité présente.

Dergelijke ‘grote koren’ worden ook ten tonele gevoerd in een andere opera van Marinelli's theater, Das Sonnenfest der Brahminen (1790), en in Kotzebues drama Die Sonnenjungfrau (1791). Deze werken gingen wederom tijdens de incubatieperiode van Die Zauberflöte in première. Toch hoeven we niet eens de grenzen van Mozarts oeuvre over te steken. In 1773 componeerde Mozart de koren en instrumentale entr’actes voor Thamos, König in Ägypten (KV 345/336a), een heroïsch drama van (vrijmetselaar) Tobias Philipp von Gebler.(22) In Thamos onderwijst Sethos (Sarastro), hogepriester in de zonnetempel van Heliopolis, zijn dochter Tharsis (Pamino) en prins Thamos (Tamino). Zijn valse vriend, Pheron (Monostatos) heult samen met Mirza (Koningin van de Nacht) om Sethos van de troon te gooien.

Kortom, het libretto van Die Zauberflöte is rijk aan symbolen en motieven uit de meest uiteenlopende tradities en stijlen, gaande van de middeleeuwse ridderepiek (Chrétien de Troyes), de oriëntaalse fabel (Wieland en Liebeskind), de Egyptische exotiek (Terrasson en Gebler) en - last but not least - de vrijmetselarij (Born). Mozart was een gedreven logebroeder en zou zelf plannen gehad hebben om een eigen loge op te richten (de Grotta).(23) Dat het Zauberflöte-libretto meer dan

30

sporadisch naar esoterische praktijken verwijst, is dan ook niet verwonderlijk. Wil men deze interpreteren, moet men op zijn hoede zijn voor zinloze interpretaties, die weinig of geen uitstaans hebben met de ware intenties van de makers, laat staan enige meerwaarde bieden voor de publieke receptie van de opera.(24) Of Mozarts betrachtingen 'sub rosa' helemaal oprecht waren (cf. compositieopdrachten, abonnees voor zijn concerten, leningen bij broeder Michael Puchberg...), laten we graag in het midden. We richten ons liever op een niet te miskennen artefact: Mozarts schitterende partituur.

Ook in dit document treft men parallellen aan met andere composities. De band met Der Stein der Weisen kwam eerder aan bod. Tussen de toneelmuziek van Thamos, König in Ägypten en Die Zauberflöte bestaan evenmin uitsluitend tekstuele relaties. Zo neigt de tweede Zwischenakt van Thamos (do klein, accenten door de blazers en een stuwende ritmiek) naar het spannende openingstafereel van de opgejaagde Tamino (Zu Hülfe, zu Hülfe!). De Thamos-koren - lofredes aan de zon - zouden niet misplaatst geweest zijn in Die Zauberflöte. In de muziek van Mozarts doorbraak op Singspiel-gebied, Die Entführung aus dem Serail (1782), ontmoeten we dan weer de figuur van de innig liefhebbende ridder (Belmonte/Tamino), die een geile Moor (Osmin/Monostatos) moet trotseren om een schone deerne (Constanze/Pamina) te bevrijden. Of wat te denken van de vergevingsgezinde Titus (in Mozarts metastasiaanse opera La clemenza di Tito, 1791), zowel tekstueel als muzikaal een broer van Sarastro? In zekere zin kunnen we spreken van intertekstuele archetypes, die eigen zijn aan Mozarts tijdsgeest: de Aufklärung. Thema's als vergevingsgezindheid (Pascha Selim/Sarastro/Titus) vindt men evengoed in artistieke als in politieke teksten terug.(25) Telkenmale verbaast Mozart ons daaromtrent met zijn compositorische bagage, alsof hij tijdens zijn leven een muzikale encyclopedie opbouwde die hij steeds verder uitpuurde en vervolledigde.(26)

Zelden slaagt een éénduidige theorie erin de structuur van Die Zauberflöte op voldoende wijze te verklaren en zodus de omkeringsthesen te weerleggen.(27) Ging Mozart überhaupt systematisch te werk bij het componeren van zijn opera's? Mogen Mozarts opera’s het statuut krijgen van gesloten, onverbreekbare constructies?(28) In functie van de wensen of grillen van librettisten, zangers of de eigen smaak herzag hij verschillende opera's voor hernemingen (b.v. Weense uitvoeringen van Idomeneo, re di Creta en Don Giovanni). Van het duet van Tamino en Papageno (II. Bedrijf) bestaan twee versies die de première niet haalden. Pas in allerlaatste instantie (28 september) voegde Mozart een extra priestermars toe (tweede bedrijf).

De zoektocht naar de authentieke Zauberflöte drijft vandaag een andere richting uit. Onderzoekers houden hoe langer hoe meer rekening met verschillende betekenissen, betekenislagen of -complexen, die elkaar geenszins hoeven uit te sluiten.(29) Bijlange niet iedereen hield of houdt evenveel van de opera als Richard Wagner, laat staan Mozarts tijdgenoten, met Goethe als (zoveelste) uitzondering. Carl von Zinzendorf noteerde op 6 november 1791 in zijn dagboek:

[...] a 6h au Théatre de Starhemberg [= Theater auf der Wieden] au fauxbourg de la Vienne dans la Loge de M. et Me d Auersperg, entendre la 24me representation von der Zauberflöte. La musique et les Decorations sont jolies, le reste une farçe incroyable.(30)

In het 'Musikalisches Wochenblatt' las men op 10 december 1791:

Die neue Maschienenkomödie: Die Zauberflöte, mit Musik von unserm Kapellmeister Mozard [sic], die mit grossen Kosten und vieler Pracht in den Dekorationen gegeben wird, findet den gehoften Beifall nicht, weil der Inhalt und die Sprache des Stücks gar zu schlecht sind.(31)

© Bruno Forment, 2001 (rev. 2003). Voor een eigentijdse benadering van de opera, zie: http://www.brunoforment.com/research/vernunft.htm.

VOETNOTEN1. Wagner, R. (1840/1). Über deutsches Musikwesen. Geciteerd in: Pahlen, K. (1979). Die Zauberflöte, p. 183. München: Goldmann. 2. Komorzynski, E. (1951). Emanuel Schikaneder: Ein Betrag zur Geschichte des deutschen Theaters, p. 151. Wenen. (Oorspronkelijk uitgegeven in 1901) 3. Vgl. Carse, A. (1940). The Orchestra in the XVIIIth Century. Cambridge: Heffer & Sons.

31

4. Sonnleithner, L. von. (MS). Materialen zur Geschichte der Oper und des Balletts in Wien, vol. 2 ('Das Theater an der Wien, früher auf der Wieden'). Wien: Archiv der Gesellschaft der Musikfreunde. In de Toverfluit horen we tevens een 'istromento d'acciajo' (klokkenspel), een panfluit en bassethoorns (altklarinetten). 5. Castelli, I.F. (1913). Memoiren meines Lebens, p. 232. München. (Geciteerd in: Robbins Landon, H.C. (1988). 1791. Mozarts laatste jaar [1791 Mozart's Last Year], p. 136. Baarn: Bosch & Keuning.) 6. 'Zween' i.p.v. 'zwei': Schikaneder was zeker niet vies van een mondje dialect... 7. Ook "Die Zauberflöte" kende een vervolg: "Das Labyrinth, oder Der Kampf mit den Elementen" (1798, libretto van Schikaneder, muziek van Peter von Winter). 8. Giesekes libretto was vooreerst een bewerking van Friederike Sophie Seylers Singspiel Hüon und Amande (Flensburg, 1789), dat op zijn beurt op Wielands 'romantische heldendicht' gebaseerd was. Wielands Oberon (online: http://www.gutenberg2000.de/wieland/oberon/oberon.htm) stond tevens model voor Carl Maria von Webers romantische opera Oberon (1826, libretto van James Robinson Planché). Zie: Forment, B. (2003). Pro memorie. Muziek als herinnering en verbeelding. Memorabilia en memoranda bij orkestmuziek van Mozart, Schubert en Weber. Antwerpen: De Singel. 9. Gedeeltelijk online beschikbaar: http://www.gutenberg2000.de/wieland/dschinn/dschinn.htm. 10. Einstein, A. (1997). Mozart: Sein Charakter - Sein Werk, p. 476. Frankfurt am Main: Fischer. (Oorspronkelijk uitgegeven in 1945) 11. Buch, D.J. (2002). Der Stein der Weisen, Mozart, and collaborative Singspiels at Emanuel Schikaneder's Theater auf der Wieden. In K. Küster (Ed.), Mozart-Jahrbuch 2000. Kassel: Bärenreiter. 12. Henneberg, Schack, Gerl en Schikaneder componeerden het leeuwendeel van de muziek. Het auteurschap van verschillende fragmenten wordt echter nog betwist. Zo is het niet uitgesloten dat Mozart voor meer dan drie fragmenten de muziek geleverd heeft. 13. Dean, W. (1970). Händel and the opera seria, p. 91. London: Oxford University Press. 14. We refereren hier aan: Metzger, H-K., Riehn, R. (Eds.). (1978). Ist die Zauberflöte ein Machwerk?. München: text+kritik. (Musik-Konzepte, vol. 3) 15. Dent, E.J. (1911). The Magic Flute, its History and Interpretation. Cambridge. Grotendeels opgenomen en aangevuld in: Idem (1947). Mozart's Operas. A Critical Study, pp. 218-233. London: Oxford University Press. (Oorspronkelijk uitgegeven in 1913); Jahn, O., Abert, H. (1921). W.-A. Mozart, vol. 2, pp. 755-763. Leipzig: Breitkopf & Härtel; Rosenberg, A. (1964). Die Zauberflöte. Geschichte und Deutung von Mozarts Oper, pp. 152-180. München: Prestel; Branscombe, P. (1966). Die Zauberflöte: some textual and interpretative problems. Proceedings of the Royal Musical Association, XCII, 45-63; Branscombe, P. (1991). Die Zauberflöte, pp. 4-34. Cambridge University Press. (Cambridge Opera Handbooks) 16. Franse vertalingen van beide bronnen zijn opgenomen in: Chailley, J. (1968). Musique et ésotérisme. "La Flûte Enchantée". Opéra maçonnique, pp. 311-317. Paris: Laffont. 17. Der Stein der Weisen beleefde, naast opvoeringen in het Theater auf der Wieden (première op 11 september 1790), vertoningen in Brno (1794), Praag (1795), Frankfurt (1795-96), Graz (1796), Trieste (1799), Altona (1800), Regensburg (1802), München (?), Wenen (1804) en Linz (1814). Tegenwoordig staat dit werk weer in de belangstelling dankzij een opname op het Telarc label (met The Boston Baroque o.l.v. Martin Pearlman, 2000) en een tournee van het Combattimento Consort doorheen de Lage Landen (2003). 18. Meer daarover in: Branscombe, Op. cit., pp. 25-34. 19. Idem, pp. 7-10. In de late achttiende eeuw voltrok zich een revival van de middeleeuwse literatuur. Van groot belang hierbij is de herwaardering van Shakespeare, die voor zijn toneelwerken (b.v. koningdrama's) vaak op de middeleeuwse geschiedenis teruggreep. De voornaamste achttiende-eeuwse Shakespeare-apologeet was David Garrick (1717-1779), die vanaf 1740 vernieuwende Shakespeare-vertolkingen en -regieën neerzette die een nieuwe fase in de acteergeschiedenis inluidden. In zijn spoor volgden talrijke theateracteurs en -auteurs. Schikaneder was misschien wel de allereerste Duitse Hamlet (München, 1777), terwijl Wielands Oberon beïnvloed werd door A Midsummernight's Dream, één van zijn vele Shakespeare-vertalingen. 20. Geciteerd in: Robbins-Landon, Op. cit., pp. 136-137. 21. Zowel Jacques Chailley (Op. cit., pp. 27-34) als M.F.M. Van den Berk (In (1998). Die Zauberflöte. Een alchemistische allegorie, pp. 319-324. Tilburg: Syntax) betwisten de breuk (of omkering) in de Zauberflöte-plot. Hun argumenten zijn echter niet van die aard dat ze Seyfrieds brief ontkrachten: ten eerste stellen ze Seyfrieds authoriteit in vraag (in 1791 was hij zestien jaar oud en leerling van Mozart), ten tweede koppelen ze de opera (het libretto) aan een rigide interpretatieschema, respectievelijk gebaseerd op de maçonnieke inwijdingsritus en op de structuur van het alchemistische 'magnum opus'. 22. Heckmann, H. (Ed.). (1956). Chöre und Zwischenaktmusik zu Thamos. In Wolfgang Amadeus Mozart. Neue Ausgabe sämtlicher Werke, II/6, vol. 2. Kassel: Bärenreiter. 23. Bron voor deze informatie is een postume (betrouwbare?) getuigenis van Constanze Mozart. Zie: Van den Berk, Op. cit., pp. 341-354. 24. Voor een schitterende uiteenzetting over de zin en onzin van de hermetische interpretatie, met name van het alchemistische discours (cf. Van den Berk, Op. cit.), zie: Eco, U. (1993). Aspecten van de hermetische semiosis. In: De grenzen van de interpretatie [I limiti dell'interpretazione] (pp. 44-105). Amsterdam: Bert Bakker. (Oorspronkelijk uitgegeven in 1990) Sommige van Van den Berks thesen lijken ons inziens te ver gegrepen (zie ook: Forment, B. (In voorbereiding). Interpretatie en overinterpretatie van een libretto. Een gevallenstudie.) 25. Heartz, D. (1990). La clemenza di Sarastro: Masonic Beneficence in the last operas. In D. Heartz, T. Bauman (Eds.), Mozart's Operas (pp. 254-275). Berkeley/Los Angeles/London: University of California Press. 26. Forment, B. (2003). Vernunft, Weisheit, Natur. De encyclopedische Zauberflöte. Antwerpen: De Singel. 27. Een schoolvoorbeeld is: Eckelmeyer, J. (1986). Structure as a hermeneutic guide to The Magic Flute. In Musical Quarterly, 72, 51-73, een poging tot 'verklaring' van inhoud en dramaturgie met behulp van een dialectisch schema (planning van de toonaarden). Eckelmeyer 'ontdekte' een sonatestructuur met een heuse expositie, doorwerking en recapitulatie. Een vergelijkbare, maar minder strikt musicologische studie is: Burns, E.J. (1994). The dialectical structure of W.A. Mozart's Die Zauberflöte: A phenomenological analysis. Doctorale dissertatie, Florida State University. 28. Platoff, J. (1996). Myths and Realities about Tonal Planning in Mozart's Operas. In Cambridge Opera Journal, 8, 3-15; Forment, B. (2002). Metastasio benaderd door Mozart. Een achttiende-eeuws voorbeeld van musico-theatrale adaptatie. In J. De Vos (Ed.), Documenta, 20(3), 210-219. 29. Zie: Bauman, T. (1990). At the north gate: instrumental music in Die Zauberflöte. In D. Heartz, T. Bauman (Eds.), Op. cit. (pp. 276-297); Rushton, J. (1994). Die Zauberflöte. The New Grove Dictionary, vol. 4 (pp. 1215 e.v.). 30. Geciteerd in: Link, D. (1998). The national court theatre in Mozart's Vienna. Sources and Documents 1783-1792, p. 386. Oxford: Clarendon Press. 31. Geciteerd in: Deutsch, O.E. (1961). Mozart. Die Dokumente seines Lebens, p. 358.

bron: http://users.pandora.be/brujel//research/zauberfloete.htm

32

EXTRA

DIE ZAUBERFLÖTE – bekend en onbekend

1 Dat komt me bekend voor – toch?

Melodieën uit Mozart’s bekendste opera zijn zo populair geworden dat men ze vaak wel herkent zonder dat men weet waar ze vandaan komen en wat ze betekenen. Luister maar eens naar de volgende bloemlezing.

Uit: Mozart, Die Zauberflöte. Arnold Östman – L’Oiseau-lyre 440 085-2 de volgende fragmentjes:a) Nr 18 – die ersten zwei Zeilen;b) Nr 4 – die Koloraturen;c) Nr 3 – die ersten vier Zeilen;d) Nr 14 – die Koloraturen;e) Nr 15 – die beiden ersten Zeilen.

Zoals wel met meer populaire klassieke muziek gebeurt, worden zulk soort onvergetelijke melodien met name in bioscoop- en tv-reclame gebruikt. Misschien dat je ze daarvan kent. Maar hoe zit het nu met het verhaal achter deze muziek?Dat is helaas een vaak vergeten of verwaarloosd element, zoals wel vaker met opera het geval is. Natuurlijk niet bij de echte liefhebber, maar wel bij het grote publiek dat vooral van de prachtige muziek wil genieten. Anderzijds heeft uitgerekend Mozart’s „volkse“ opera Die Zauberflöte een hele staart boeken achter zich aan gekregen waarin uitgebreid naar elementen gespeurd wordt die met het geheime genootschap der vrijmetselaars te maken hebben. (Mozart was daar ook lid van – zie ook tekst 4 uit het vorige blok.) Dat maakt de zaak weer niet eenvoudiger.Gelukkig hoef je daar niet alles van te weten om te ervaren dat Die Zauberflöte vooral een werk is dat aanspreekt door zijn grote veelzijdigheid, zowel in het verhaal als in de muziek.

2 Fragmenten – Wat is hier eigenlijk aan de hand?

Mozart’s Zauberflöte is een vat vol tegenstellingen. Tekstschrijver Emanuel Schikaneder en Mozart hebben eendrachtig een werk gemaakt dat duisternis en licht, geluk en ongeluk, ernst en humor, hoog en laag, macht en onmacht, wanhoop en gelukzaligheid in zich verenigt, maar ook hard tegenover elkaar plaatst. Natuurlijk gaat het ook over de liefde, met geluk en ongeluk, en met een happy end – dat misschien toch zo happy niet is…

In het volgende materiaal krijg je veel van die tegenstrijdige aspecten voorgeschoteld. Je kunt ze allemaal in de gegeven volgorde “afwerken”, maar er ook kriskras door heen springen, al naar gelang hetgeen je het meeste aanspreekt of waar je het nieuwsgierigst naar bent. Op het eind krijg je dan de prangende vraag te beantwoorden wat dit ogenschijnlijk eenvoudige sprookje dat zo lekker in het gehoor ligt aan geraffineerde dubbelzinnigheden verbergt. (Dat doen overigens alle sprookjes, maar dat wist je toch?)

Het gaat om de volgende thema’s:► Ik wil een meisje► Hoe meer kinderen, hoe meer vreugd? – Ja zeker wel!

33

► Het begint allemaal met een kinderroof.► Want vrouwen deugen niet!► Maar wat is dan wel echt mannelijk?► De juiste man voor de taak?► En heeft een zwarte dan geen hart? Is hij niet van vlees en bloed?► Hier kent men geen wraak. – Echt niet?► Tot de dood er op volgt.► Alles is verloren!► Maar zonder vrouw gaat het niet!

En tenslotte dus:► Maar het „licht“ wint het toch terecht van de „duisternis“?

Veel plezier met de puzzel en houd maar in gedachten dat echt interessante kunst, net als het leven zelf, meer vragen oproept dan beantwoordt…

© Bronnen:Tekst uit:Wolfgang Amadeus Mozart: Die Zauberflöte. Texte Materialien, Kommentare. Herausgegeben von Attila Csampai und Dietmar Holland. – Reinbek bei Hamburg: Rowohlt Taschenbuch Verlag 1982.Vertaling naar:Wolfgang Amadeus Mozart, 1756-1791: Die Zauberflöte. Eine deutsche Oper in zwei Aufzügen, KV 620. Libretto van Emanuel Schikaneder. Wereldpremiere 30 September 1791, Theater auf der Wieden, Wenen. (Nederlandse vertaling: Hans W. Bakx 1989, bewerking 1995.) – Amsterdam: De Nederlandse Opera 2003.De Duitse citaten zijn omgezet naar de nieuwe spelling.

► Ik wil een meisje

Papageno is het leukste personage in het stuk, een dankbare rol die tekstschrijver/artiest Schikaneder (overigens: bij opera's zeg je niet gewoon 'tekst' maar 'libretto') niet voor niets voor zichzelf reserveerde. Hij is een eenvoudig natuurmens dat van lekker eten en drinken houdt, zich liever geen moeilijkheden op de hals haalt en vooral verlangt naar een passende partner.

I. Aufzug, 2. AuftrittPAPAGENO Der Vogelfänger bin ich ja,

Stets lustig, heisa, hopsassa!Ich Vogelfänger bin bekanntBei alt und jung im ganzen Land.Ein Netz für Mädchen möchte ich,Ich fing’ sie dutzendweis’ für mich,Dann sperrte ich sie bei mir ein,Und alle Mädchen wären mein.

De vogelvanger dat ben ik,steeds vrolijk, heisa hopsasa!Ik, vogelvanger, ben bekendbij oud en jong door heel het land.Bezat ik maar een meisjesnet,ik zou ze bij dozijnen vangen!Dan zette ik ze achter sloten waren alle meisjes van mij.

II. Aufzug, 29. AuftrittDIE DREI KNABEN So lasse deine Glöckchen klingen,

Dies wird dein Weibchen zu dir bringen.Laat maar je klokjes klingelen,dat zal je vrouwtje bij je brengen.

PAPAGENO Ich Narr vergaß der Zauberdinge!(Nimmt sein Instrument heraus.)Erklinge, Glockenspiel, erklinge!Ich muss mein liebes Mädchen sehn.Klinget, Glöckchen, klinget,Schafft mein Mädchen her!Klinget, Glöckchen, klinget!Bringt mein Weibchen her!

Ik dwaas, ben heel dat toverding vergeten!(haalt zijn instrument te voorschijn)Klingel maar, klokkenspel, klingel!Ik moet mijn lieve meisje zien.Klingel, klokjes, klingel,Haal mijn meisje hier!Klingel klokjes, klingel!Breng mijn vrouwtje hier!

34

► Hoe meer kinderen, hoe meer vreugd? – Ja zeker wel!

Wanneer Papageno na een hoop moeilijkheden eindelijk zijn „wijffie“ gevonden heeft, is hij helemaal gelukkig.

PAPAGENO Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Papagena! Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Papagena!PAPAGENA Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Papageno! Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Pa – Papageno!PAPAGENO Bist du mir nun ganz gegeben? Ben jij helemaal van mij nu?PAPAGENA Nun bin ich dir ganz gegeben! Ik ben helemaal van jou nu!PAPAGENO Nun, so sei mein liebes Weibchen! Wees mijn lieve vrouwtje dan!PAPAGENA Nun, so sei mein Herzenstäubchen! Wees mijn hartediefje dan!BEIDE Welche Freude wird das sein,

Wenn die Götter uns bedenken,Unsrer Liebe Kinder schenken,So liebe kleine Kinderlein!

Wat een blijdschap zal dat gevenals de goden aan ons denkenen onze liefde kinderen schenken,van die lieve kleine kindertjes!

PAPAGENO Erst einen kleinen Papageno! Als eerst’ een kleine Papageno!PAPAGENA Dan eine kleine Papagena! En dan een kleine Papagena!PAPAGENO Dann wieder einen Papageno! Dan weer een Papageno!PAPAGENA Dann wieder eine Papagena! Dan weer een Papagena!BEIDE Papagena! Papageno! Papagena!

Es ist das höchste der Gefühle,Wenn viele, viele, viele, vielePa – Pa – Pa – Pa – geno,Pa – Pa – Pa – Pa – gena,Der Eltern Segen werden sein.

Papagena! Papageno! Papagena!Het is het opperste gelukals vele, vele, velePa – Pa – Pa – Pa – geno’s,Pa – Pa – Pa – Pa – gena’s,de ouders komen zegenen.

► Het begint allemaal met een kinderroof.

Na de dood van de koning is de dochter van de koningin van de nacht door de hogepriester van de zon ontvoerd.

I. Auftritt, 6. AuftrittKÖNIGIN Zum Leiden bin ich auserkoren,

Denn meine Tochter fehlet mir;Durch sie ging all mein Glück verloren,Ein Bösewicht entfloh mit ihr.[…]Ich musste sie mir rauben sehen,Ach helft! war alles, was sie sprach.Allein vergebens war ihr Flehen,Denn meine Hilfe war zu schwach.

Tot lijden ben ik uitverkoren,want zonder dochter ben ik nu;met haar ging mijn geluk,een booswicht vluchtte met haar heen.[…]Ik moest aanzien hoe zij werd geroofd.Ach help! was alles wat zij sprak.Maar vergeefs was al haar smeken,want mijn hulp die was te zwak

35

► Want vrouwen deugen niet!

In de hogere kringen ligt het namelijk allemaal niet zo eenvoudig. Erger nog, daar blijken eerste- en tweederangs mensen te bestaan – en zijn vooral vrouwen zeker niet eersterangs!

I. Aufzug, 15. AuftrittTAMINO Er [Sarastro] ist ein Unmensch, ein Tyrann. Hij is een onmens, een tiran.PRIESTER Ist das, was du gesagt, erwiesen? Is wat je zegt bewezen?TAMINO Durch ein unglücklich Weib bewiesen,

Das Gram und Jammer niederdrückt.Bewezen door de rampspoed van een vrouw,op wie verdriet en deernis drukken.

PRIESTER Ein Weib hat also dich berückt?Ein Weib tut wenig, plaudert viel.Du, Jüngling, glaubst dem Zungenspiel?

Een vrouw dus heeft jou zo verblind?Een vrouw doet weinig, buiten praten.Jij, jongeling, gelooft die zotteklap?

I. Aufzug, 18. AuftrittPAMINA Mich rufet ja die Kindespflicht,

Denn meine Mutter –De kinderplichten roepen mij,mijn moeder immers –

SARASTRO Steht in meiner Macht.Du würdest um dein Glück gebracht,Wenn ich dich ihren Händen ließe.

Bevindt zich in mijn macht.Je zou al je geluk verliezen,als ik je in haar handen liet.

PAMINA Mir klingt der Muttername süße;Sie ist es –

De moedernaam klinkt zoet voor mij;zij is het –

SARASTRO Und ein stolzes Weib.Ein Mann muß Eure Herzen leiten,Denn ohne ihn pflegt jedes WeibAus seinem Wirkungskreis zu schreiten.

En een trotse vrouw.Een man moet jullie harten leiden,want zonder man is elke vrouwgeneigd om uit de kring te treden die haar toekomt [haar arbeidsterrein, zijn invloedssfeer…].

II. Aufzug, 1. AuftrittSARASTRO Das Weib dünkt sich groß zu sein, hofft durch

Blendwerk und Aberglauben das Volk zu berücken und unsern festen Tempelbau zu zerstören.

Die vrouw waant zich groot en hoopt door begoocheling en bijgeloof het volk in haar ban te brengen en ons hechte tempelbouwwerk te verwoesten.

II. Aufzug, 3. AuftrittSPRECHER UND ZWEITER PRIESTER

Bewahret euch vor Weibertücken:Dies ist des Bundes erste Pflicht!Manch weiser Mann ließ sich berücken,Er fehlte und versah sich’s nicht.Verlassen sah er sich am Ende,Vergolten seine Treu’ mit Hohn!Vergebens rang er seine Hände,Tod und Verzweiflung war sein Lohn.

Hoedt u voor vrouwenlisten:dat is de eerste plicht van het verbond.Hoe dikwijls werd een wijs man niet verleid,hij faalde en besefte ’t niet.Verlaten zag hij zich ten slotte,zijn trouw met hoon vergolden!Vergeefs wrong hij zijn handen,dood en vertwijfeling was zijn loon.

II. Aufzug, 5. AuftrittDIE DREI DAMEN Tamino, hör! Du bist verloren!

Gedenke an die Königin!Man zischelt viel sich in die OhrenVon dieser Priester falschem Sinn.

Tamino, hoor! Je bent verloren!Denk aan de koningin!Men fluistert allerwegenover het vals gemoed van deze priesters.

TAMINO Ein Weiser prüft und achtet nicht,Was der gemeine Pöbel spricht.

Een wijze onderzoekt en let nietop het gepeupel en zijn praatjes.

DIE DREI DAMEN Man sagt, wer ihrem Bunde schwört,Der fährt zur Höll’ mit Haut und Haar.

Men zegt, wie zweert op hun Verbond,die vaart met huid en haar ter helle.

PAPAGENO Das wär, beim Teufel, unerhört!Sag an, Tamino, ist das wahr?

Dat zou, verduiveld, ongehoord zijn!Zeg op, Tamino, is dat waar?

TAMINO Geschwätz, von Weibern nachgesagt,Von Heuchlern aber ausgedacht.

Geklets, door vrouwen rondgevent,maar uitgedacht door huichelaars.

PAPAGENO Doch sagt es auch die Königin. Maar ook de koningin zegt het.TAMINO Sie ist ein Weib, hat Weibersinn. Ze is een vrouw, met vrouweninborst.[…]CHOR Entweiht ist die heilige Schwelle!

Hinab mit den Weibern zur Hölle!Ontwijd is de heilige drempel!Neer met die vrouwen, ter helle!

II. Aufzug, 8. AuftrittPAMINA Mein Vater – Mijn vader – KÖNIGIN Übergab freiwillig den siebenfachen

Sonnenkreis den Eingeweihten. Diesen mächtigen Sonnenkreis trägt Sarastro auf

– droeg vrijwillig de zevenvoudige zonne-kring aan de ingewijden over. Deze zonne-kring draagt Sarastro op zijn borst. Toen ik

36

seiner Brust. Als ich ihn darüber beredete, so sprach er mit gefalteter Stirn: “Weib, meine letzte Stunde ist da – alle Schätze, so ich allein besaß, sind dein und deiner Tochter.” – “Der alles verzehrende Sonnenkreis” – fiel ich ihm hastig in die Rede – “Ist den Geweihten bestimmt”, antwortete er. “Sarastro wird ihn so männlich verwalten wie ich bisher. Und nun kein Wort weiter; forsche nicht nach Wesen, die dem weiblichen Geist unbegreiflich sind. Dein Pflicht ist, dich und deine Tochter der Führung weiser Männer zu überlassen.”

met hem daarover sprak, sprak hij met gefronst voorhoofd: ‘Vrouw, mijn laatste uur is daar – alle schatten die ik voor mezelf bezat, zijn van jou en je dochter.’ – ‘Maar de alles verterende zonnekring’ – viel ik hem haastig in de rede – ‘Is bestemd voor de ingewijden’, antwoordde hij. ‘Sarastro zal hem even manhaftig beheren als ik tot nu toe. En nu geen woord meer; zoek niet naar wezenheden die voor de vrouwelijke geest onbegrijpelijk zijn. Jouw plicht is het, jezelf en je dochter onder de leiding van wijze mannen te stellen.

► Maar wat is dan wel echt mannelijk?

Nou, dat met de vrouwen is wel duidelijk. Maar hoe zit het met de mannen? Waarin behoren zij uit te blinken? Ze huizen in de „Tempel der Weisheit“, tussen de „Tempel der Natur“ en de „Tempel der Vernunft“ (rede, verstand). En hun belangrijkste eigenschap lijkt een standvastig vol te houden zwijgzaamheid te zijn.

I. Aufzug, 15. AuftrittDIE DREI KNABEN Zum Ziele führt dich diese Bahn,

Doch musst du, Jüngling, männlich siegen.Drum höre unsre Lehre an:Sei standhaft, duldsam und verschwiegen.

Dit is de weg die naar je doel leidt,maar overwinnen moet je, jongeling, op mannelijke wijze.Dus luister goed naar onze lering:wees vastberaden, zwijgzaam en geduldig.

TAMINO Ihr holden Knaben, sagt mir an,Ob ich Pamina retten kann.

Vertel mij, lieve jongens,of ik Pamina redden kan.

DIE DREI KNABEN Dies kundzutun steht uns nicht an.Sei standhaft, duldsam und verschwiegen.Bedenke dies; kurz, sei ein Mann,Dann, Jüngling, wirst du männlich siegen.

Dat te openbaren is ons niet vergund.Wees vastberaden, zwijgzaam en geduldig.Onthoud dat; wees, kortom, een man,dan, jongeling, zul je op mannelijke wijze zegevieren.

II. Aufzug, 3. AuftrittZWEITER PRIESTER[zu PAPAGENO]

Sehen kannst du sie [dein Mädchen], aber bis zur verlaufenen Zeit kein Wort mit ihr sprechen. Wird dein Geist soviel Standhaftigkeit besitzen, deine Zunge in Schranken zu halten? […]

Zien mag je haar, maar geen woord voortijdig met haar spreken. Zal jouw geest zo standvastig zijn dat ze je tong aan banden legt?

SPRECHER Auch dir, Prinz, legen die Götter ein heilsames Stillschweigen auf; ohne dieses seid ihr beide verloren. Du wirst Pamina sehen, aber nie sprechen dürfen; dies ist der Anfang eurer Prüfungszeit.

Ook u, prins, leggen de goden een heilzaam stilzwijgen op; anders bent u beiden verloren. U zult Pamina zien, maar mag nooit met haar spreken; dat is het begin van uw proeftijd.

► De juiste man voor de taak?

Waarom kiest de koningin uitgerekend Tamino uit om haar dochter te bevrijden? Die is nu niet bepaald de superheld die voor niets terugdeinst! Van het begin af aan al lijken zijn krachten tekort te schieten en moeten vrouwen hem uit de brand helpen…

I. Aufzug, 1. AuftrittTAMINO Zu Hilfe! Zu Hilfe! Sonst bin ich verloren,

Der listigen Schlange zum Opfer erkoren.Barmherzige Götter! Schon nahet sie sich!Ach rettet mich! Ach schützet mich!

Help mij! Help mij! Anders ben ik verloren, door deze sluwe slang tot prooi gekozen.Barmhartige goden! Ze komt al dichterbij!Ach, red mij! Ach, bescherm mij!

DIE DREI DAMEN Stirb, Ungeheu’r, durch unsere Macht! Sterf, monster, door onze macht!

37

I. Aufzug, 7. Und 8. AuftrittPAPAGENO (mit dem Schlosse vor dem Maul, winkt

traurig darauf)Hm! hm! hm! hm! hm! hm! hm!

(wijst bedroefd op het slot voor zijn gezicht)

Hm! hm! hm! hm! hm! hm! hm!TAMINO Ich kann nichts tun als dich beklagen,

Weil ich zu schwach zu helfen bin.Ik kan niet doen dan je beklagen,daar ik te zwak ben om te helpen.

ERSTE DAME (zu Papageno)Die Königin begnadigt dich,(nimmt ihm das Schloss vom Maul weg)Erlässt die Strafe dir durch mich.

(tot Papageno)De koningin schenkt je genade – (neemt het slot weg van zijn gezicht) – scheldt jou door mij je straf kwijt.

► En heeft een zwarte dan geen hart? Is hij niet van vlees en bloed?

In de “Tempel der Weisheit” worden slaven gehouden, zwarte slaven. En hun opzichter Monostatos, zelf een zwarte die door zijn ondergeschikten een “onbarmhartige duivel” wordt genoemd, heeft echt een serieus probleem: Hij mag blijkbaar net zo min als de “priesters” van die tempel een “Weibchen” hebben. Geen wonder dat-ie dan verzuurt! (En Mozart voelt blijkbaar met hem mee, want zijn aria is de enige die het voorrecht geniet door het titelinstrument, de fluit, te worden begeleid!)

II. Aufzug, 7. AuftrittMONOSTATOS[de slapende PAMINA besluipend]

Ha, da find ich ja die spröde Schöne! […] Bei allen Sternen, das Mädchen wird mich noch um meinen Verstand bringen! Das Feuer, das in mir glimmt, wird mich noch verzehren.[…]Es ist doch eine verdammt närrische Sache um die Liebe! Ein Küsschen, dächte ich, ließe sich entschuldigen.

Alles fühlt der Liebe Freuden,Schnäbelt, tändelt, herzt und küsst;Und ich sollt’ die Liebe meiden,Weil ein Schwarzer hässlich ist?Ist mir denn kein Herz gegeben?Bin ich nicht von Fleisch und Blut?Immer ohne Weibchen leben,Wäre wahrlich Höllenglut!

Ah, daar heb je haar, het kuis viooltje! […] Bij alle sterren, dat meisje maakt me nog horendol! Het vuur dat in mij smeult, zal mij nog verteren.[…]Wat is het toch een verdraaid mallotig gedoe, de liefde! Een kusje, zou ik denken, kan toch geen kwaad.

Alles voelt de liefdesvreugde,Minnekoost en dartelt, dolt en zoent;enkel ik zou alle liefde moeten mijden,omdat een zwarte lelijk is?Heb ik soms geen hart gekregen?Ben ik niet van vlees en bloed?Altijd zonder vrouw te leven,dat is waarlijk hellegloed!

► Hier kent men geen wraak. – Echt niet?

De hogepriester in de „Tempel der Weisheit“, Sarastro, predikt weliswaar een liefdevolle vergevingsgezindheid, maar of hij die zelf in praktijk brengt is niet helemaal duidelijk. En uit de laatste zin van zijn preek klinkt toch een onverholen, levensgevaarlijke dreiging…

II. Aufzug, 12. AuftrittSARASTRO[zu PAMINA]

Allein du sollst sehen, wie ich dich an deiner Mutter räche.[…]In diesen heil’gen HallenKennt man die Rache nicht.Und ist ein Mensch gefallen,Führt Liebe ihn zur Pflicht.Dann wandelt er an Freundes HandVergnügt und froh ins bessre Land.

In diesen heil’gen Mauern,Wo Mensch den Menschen liebt,

Alleen jij zult zien hoe ik mij op jouw moeder wreek.[…]In deze heilige hallenHeeft men geen weet van wraak,En is een mens gevallen,Wijst liefde hem zijn plicht.Dan wandelt hij aan vriendenhandblijmoedig naar een beter land.

In deze heilige muren,waar mens de mens bemint,

38

Kann kein Verräter lauern,Weil man dem Feind vergibt.Wen solche Lehren nicht erfreun,Verdienet nicht, ein Mensch zu sein.

kan geen verrader loeren,daar men de vijand vergeeft.Wie zulke lessen niet graag hoort,verdient het niet een mens te zijn.

II. Aufzug, Verwandlung [= 40. (letzter) Auftritt]MONOSTATOS, KÖNIGIN UND DIE DAMEN

Zerschmettert, zernichtet ist unsere Macht,Wir alle gestürzet in ewige Nacht.(Sie versinken.)

Vermorzeld, vernietigd is onze macht,wij allen vallen in eeuwige nacht.(Ze versinken.)

SARASTRO Die Strahlen der Sonne vertreiben die Nacht,Zernichten der Heuchler erschlichene Macht.

De stralen van de zon verdrijven de nacht,doen teniet de slinkse macht der huichelaars.

CHOR VON PRIESTERN

Heil sei euch Geweihten!Ihr dranget durch Nacht.Dank sei dir, Osiris,Dank dir, Isis, gebracht!Es siegte die Stärke,Und krönet zum LohnDie Schönheit und WeisheitMit ewiger Kron!

Heil u, ingewijden!Die heendrong door de nacht.Heb onze dank, Osiris,en dank aan u, o Isis!De kracht heeft overwonnenen kroont tot loonde schoonheid en de wijsheidmet eeuwige kroon!

► Tot de dood er op volgt

In ieder geval schijnt het toelatingsexamen tot de „Tempel der Weisheit“ niet ongevaarlijk te zijn, ja, het hoge ideaal kan eventueel met de dood bekocht worden.

II. Aufzug, 1. AuftrittSPRECHER […] Mir bangt es um den Jüngling. Wenn nun,

im Schmerz dahingesunken, sein Geist ihn verließe und er dem harten Kampf unterläge? Er ist Prinz.

Ik houd mijn hart vast voor de jongeling. Als nu zijn spirit, in verdriet verzonken, hem zou verlaten en hij in het harde gevecht zou bezwijken? Hij is prins.

SARASTRO Noch mehr – er ist Mensch! Meer nog – hij is mens!SPRECHER Wenn er nun aber in seiner frühen Jugend

leblos erblasste?Maar als hij nu in zijn prille jeugd het leven liet?

SARATRO Dann ist er Osiris und Isis gegeben und wird der Götter Freuden früher fühlen als wir. […]O Isis und Osiris, schenketDer Weisheit Geist dem neuen Paar!Die ihr der Wandrer Schritte lenket,Stärkt mit Geduld sie in Gefahr.

Dan zij hij aan Osiris en Isis geschonken en zal hij de vreugden der goden eerder smaken dan wij. [...]O Isis en Osiris, schenkthet nieuwe paar de geest der wijsheid!U, die de schreden van de pelgrims leidt,wil met geduld hen sterken in gevaar.

CHOR Stärkt mit Geduld sie in Gefahr! Wil met geduld hen sterken in gevaar!SARASTRO Lasst sie der Prüfung Früchte sehen;

Doch sollten sie zu Grabe gehen,So lohnt der Tugend kühnen Lauf,Nehmt sie in euren Wohnsitz auf.

Laat hun beproeving vruchten dragen;Maar mochten zij ten grave gaan,wil dan hun moed’ge deugd belonenen neemt hen in uw woonstee op.

CHOR Nehmt sie in euren Wohnsitz auf. En neemt hen in uw woonstee op.

► Alles is verloren!

En ja hoor, de twee meest sympathieke personages worden door de beproevingen zelfs bijna tot zelfmoord gedreven. Pamina heeft net de vervloeking door haar moeder over zich heen gekregen en Papageno staat nu al voor de zoveelste keer met lege handen, zonder het beloofde “wijffie”.

II. Aufzug, 18 AuftrittPAMINA [zum schweigenden TAMINO]

Sprichst nicht eine Silbe mit deiner Pamina?[…]Wie? Soll ich dich meiden? Liebst du mich nicht mehr?[…]Ich soll fliehen, ohne zu wissen warum? […] O kränke mein Herz nicht noch mehr. Bei dir

Praat je geen woord met je Pamina?[…]Wat? Moet ik uit de buurt blijven? Houd je niet meer van me?[…]Ik moet heengaan zonder te weten waarom? […] O, krenk mijn hart niet nog meer. Bij jou

39

such ich Trost, Hilfe – […] zoek ik troost en hulp – […]PAPAGENO Sst. (Er deutet ihr an fortzugehen.) St! (Hij beduidt haar weg te gaan.)PAMINA O das ist mehr als Kränkung, mehr als Tod!

(Pause.)Liebster, einziger Tamino!

Ach, ich fühl’s, es ist verschwunden,Ewig hin der Liebe Glück!Nimmer kommt ihr WonnestundenMeinem Herzen mehr zurück!Sieh, Tamino, diese TränenFließen, Trauter, dir allein.Fühlst du nicht der Liebe Sehnen,So wird Ruh’ im Tode sein!(Ab.)

O, dat is erger dan een krenking, erger dan de dood! (pauze)Liefste, enige Tamino!

Ach, ik voel het, ’t is verdwenen,heen voorgoed ’t geluk der liefde!Nimmer, uren van zaligheid,zullen jullie nog mijn hart bezoeken!Zie, Tamino, deze tranenvloeien, liefste, slechts voor jou.Voel jij niet de liefdeshunk’ring,dan is er rust slechts in de dood!(af)

II. Aufzug, 27. Auftritt

PAMINA(zum Dolch)

Pamina, halb wahnwitzig mit einem Dolch in der Hand. Vorige [DIE DREI KANABEN].Du also bist mein Bräutigam?Durch dich vollende ich meinen Gram.

Pamina, half krankzinnig, met een dolk in de hand; de vorigen.Dus jij bent nu mijn bruidegom?Met jou beëindig ik mijn smart.

DIE KNABEN (beiseite)Welch dunkle Worte sprach sie da?Die Arme ist dem Wahnsinn nah.

(terzijde)Wat sprak zij daar voor donk’re woorden?De arme is de waanzin nabij.

PAMINA Geduld, mein Trauter, ich bin dein;Bald werden wir vermählet sein.

Geduld, mijn liefste, ik ben de jouwe;nog even en wij treden in de echt.

DIE KNABEN Wahnsinn tobt ihr im Gehirne;Selbstmord steht auf ihrer Stirne.

Waanzin kolkt door haar gedachten;Zelfmoord staat op haar gelaat.

II. Aufzug, 29. AuftrittPAPAGENO Papagena! Papagena! Papagena!

Weibchen! Täubchen! Meine Schöne!Vergebens! Ach, sie ist verloren!Ich bin zum Unglück schon geboren.[…]’s ist umsonst! Es ist vergebens!Müde bin ich meines Lebens!Sterben macht der Lieb’ ein End’.Wenn’s im Herzen noch so brennt.(Er nimmt den Strick von seiner Mitte.)Diesen Baum da will ich zieren,Mir an ihm den Hals zuschnüren,Weil das Leben mir missfällt;Gute Nacht, du schwarze Welt.

Papagena! Papagena! Papagena!Wijffie! Duifje! Schoonheid van me!Vergeefs! Ach, ze is verloren!Ik ben wel voor het ongeluk geboren.[…]’t Is voor niets! Het is vergeefs!Moe ben ik mijn leven!Sterven maakt een eind aan de liefde,ook al brandt het hart nog zo hevig.(Hij neemt de strop van zijn middel.)Deze boom daar wil ik sieren,Mij aan hem de keel toesnoeren,nu het leven me mishaagt;welterusten, zwarte wereld.

► Maar zonder vrouw gaat het niet!

Voordat prins Tamino in de kring van „ingewijden“ opgenomen kan worden, moet hij nog een laatste proef afleggen: de dodelijke weg door vuur en water. En dan blijkt ineens prinses Pamina hard nodig te zijn, inclusief toverfluit – wat heet, zij leidt hem, niet hij haar! (Iets dat in sommige ensceneringen straal over het hoofd wordt gezien…) – En ook Papageno mag en moet zijn klokkenspel gebruiken (zie boven, Ik wil een meisje.)

II. Aufzug, 28. AuftrittPAMINA Tamino, halt! Ich muss dich sehen. Tamino, stop! Ik moet je zien.TAMINO Was hör ich? Paminens Stimme? Wat hoor ik? Pamina’s stem?DIE GEHARNISCHTEN

Ja, ja, das ist Paminens Stimme. Ja, ja, dat is Pamina’s stem.

TAMINO Wohl mir, nun kann sie mit mir gehn,Nun trennet uns kein Schicksal mehr,Wenn auch der Tod beschieden wär’!

Wat mooi, nu kan ze mèt mij gaan,geen noodlot dat ons nu nog scheidt,ook al zou de dood ons deel zijn.

TAMINO UND DIE GEHARNISCHTEN

Froh Hand in Hand in Tempel gehn.Ein Weib, das Nacht und Tod nicht scheut,Ist würdig und wird eingeweiht.[…]

Blij hand in hand de tempel in.Een vrouw die nacht en dood niet vreest,is waardig en wordt ingewijd.[…]

PAMINA Ich werde aller OrtenAn deiner Seite sein.

Waar jij ook gaat,ik zal naast jou te vinden zijn.

40

Ich selbsten führe dich,Die Liebe leitet mich!(Sie nimmt ihn bei der Hand.)Sie mag den Weg mit Rosen streun,Weil Rosen stets bei Dornen sein.Spiel du die Zauberflöte an;Sie schütze uns auf unsrer Bahn.Es schnitt in einer ZauberstundeMein Vater sie aus tiefstem GrundeDer tausendjähr’gen Eiche ausBei Blitz und Donner, Sturm und Braus.Nun komm und spiel die Flöte an,Sie leite uns auf grauser Bahn.

Ikzelf leid jou,de liefde leidt mij.(Ze neemt hem bij de hand.)Zij moge ons pad met rozen zomen,want rozen zijn waar doornen zijn.Speel jij nu op de toverfluit;Opdat zij ons op onze weg bescherme.Ze werd gesneden door mijn vaderop toveruur, en uit het allerdiepstevan de duizend jaren oude eik,bij bliksem, donder, stormgeraas.Kom nu, bespeel de fluit,laat zij ons leiden op dit huiverpad.

TAMINO UND PAMINA

Wir wandeln durch des Tones MachtFroh durch des Todes düstre Nacht!

Wij lopen door de macht der tonenblij door de duist’re nacht des doods!

DIE GEHARNISCHTEN

Ihr wandelt durch des Tones MachtFroh durch des Todes düstre Nacht!

Gij loopt door de macht der tonenblij door de duist’re nacht des doods!

► Maar het „licht“ wint het toch terecht van de „duisternis“?

Dat vinden we toch allemaal? Dat verstand en rede het moeten winnen van bijgeloof en hokuspokus? Dat een krachtige vooruitgang moet zegevieren over een machteloos geworden traditie? Waarom is Sarastro’s overwinning dan zo twijfelachtig? Waarom krijgen we de kriebels van die slavenhouder die er niet voor terugschrikt mensen te manipuleren, hen onrechtvaardig te bestraffen of hen zelfs tot aan de rand van zelfmoord te brengen? Heiligt het doel de middelen? Of zitten we misschien zelf zo ook in elkaar?! –

In het schema op de volgende pagina vind je dat samenspel van tegenstellingen in Die Zauberflöte (en in het leven) tegenover elkaar geplaatst. Dat brengt je misschien op ideeën voor een „oplossing“, of tot verdere vragen en discussies. Maar vooral: Kijk en luister goed, óók naar het vaak versmade tekstboek, want in combinatie met Mozarts muziek vertelt het een hoop over de raadsels van ons bestaan.

41

DE TOVERFLUIT OF HET SAMENSPEL VAN TEGENSTELLINGENSYMBOLEN- EN PERSONENSCHEMA

DuisternisNachtMaan

Natuur (het dichtbegroeide gebergte – als ’n vagina)Water

ISISVrouw

LichaamHart

Gevoel, EmotieWraak

Matriarchaat (manvijandig?)

LichtDagZonCultuur (de stenen zonnetempel – bij het gebergte...)VuurOSIRISManGeestHoofdVerstand, WijsheidVergevingPatriarchaat (vrouwvijandig!)

de KONINGIN VAN DE NACHT,heerseres van nature,

wil niet de heerschappij van de ‘Dag’ erkennen,geeft fluit / klokkenspel aan Tamino en Papageno

PAMINA, prinses,dochter van de Koning en Koningin,

wit (de maan!),droomt van de “böse” Moor,verleidt Tamino tot fluitspel,

“loopt” na hevige tweestrijd “over” naar Sarastrodie zij niet doden wil,

leidt Tamino door water en vuurPAPAGENA,

beeldschoon “vogeltje”,aanvankelijk als oude vrouw

(= ‘heks’ als bedreigingvoor de man)

de gestorven KONING van de zevenvoudige zonnecirkel der wijsheid die hij aan de mannelijke “ingewijden”heeft nagelatenSARASTRO,heerser d.m.v. verstand,hogepriester (machthebber) in de zonnetempel,gebruikt fluit / klokkenspel voor eigen doeleindenTAMINO, prins(Sarastro: “Mehr! Er ist ein Mensch!”),doodsbang voor de (zijn) slang(= oningewijd in de liefde),zijn (tover)fluit redt hem,na korte discussie met Spreker zeer gehoorzaam,drijft Pamina haast de dood in,gaat met Pamina door water en vuurPAPAGENO,(tegen Tamino: “Ein Mensch wie du!”)de jonge “vogel”-vanger met pansfluiten klokkenspel,ongehoorzaamMONOSTATOS,de Moor, zwarte slaaf (in zonnetempel!),bewaker en belager van Pamina,“loopt over” naar Koningin van de Nacht

1e Dame,2e Dame,3e Dame,(ongehuwd, niet manvijandig)in dienst van de Königin der Nacht;doden Tamino’s slang (= Tamino zelf):voorwaarde voor diens “wederopstanding” als volwassene / ingewijde;zenden Tamino en Papageno om Pamina te bevrijden en proberen te verhinderen dat ze Sarastro gehoorzamen[N.B. In de wereld van de Koningin komt géén koor, géén “massa” voor, ook niet in scene II.31, want “alle ihre Damen” blijken volgens de rolaanduiding aldaar niet meer te zijn dan “die drei Damen”die we al kennen.]

1e Knaap,2e Knaap,3e Knaap,

(jeugdig, alsengeltjes /

godenboden“van boven”)

reisbegeleidersvoor Taminoen Papageno;

redden Pamina en Papageno van

zelfmoord

Spreker, ceremoniemeester / leraar1e Priester,2e Priester,3e Priester,

(ongehuwd, vrouwvijandig)in dienst van Sarastro)

1e Slaaf,2e Slaaf,3e Slaaf,

zwarten, in dienst van Sarastro1e Geharnaste man,2e Geharnaste man,tempelbewakers,leiden Tamino en Pamina naarhet vuur èn het water

Koor: Priester, Sklaven, Gefolge(= het volk, de massa)

42

D) Rock me Amadeus – Mozart als punker?

Deze tekst van de Oostenrijkse zanger Falco – eigenlijk heette hij heel gewoontjes Johann Hölzel (1957-1998) – haalde ruim 20 jaar geleden wereldwijd de top van de hitlijsten. Dat kwam zeker niet alleen door de muzikaal erg geslaagde song en z’n tekst, maar ook door de bijbehorende videoclip. Je ziet daarin een stel wilde rockers op hun motoren in een fraai 18e eeuws Weens paleis met Falco verkleed als Mozart in hun midden: ein Punker am Wiener Hof. Falco speelde hierbij handig in op de Mozart-liefde in zijn vaderland.

- Wil je meer over hem weten? Kijk dan op www.falcofanclub-berlin.de. Je ziet dan niet alleen info over Falco maar ook over de succesvolle musical Falco meets Amadeus (FMA) die al vanaf 2000 tot nu toe in Duitsland en Oostenrijk talloze bezoekers trekt.

- Wil je iets van Falco’s oorspronkelijke song over Mozart horen? Kijk dan op www.freerecordshop.nl. In het zoekscherm gewoon falco opgeven, klikken op snel zoeken en je krijgt keurig de gezochte titel op je scherm. Er op klikken en dan kun je gratis een stukje horen. Desgewenst kun je de hele song voor € 0,99 downloaden!

Opdracht 1Loop op de website de info over FMA door en noteer hieronder de belangrijkste punten die je daarbij tegenkomt:

43

Mozart als punker – dit motief duikt vaker op, zowel in de literatuur over hem als in de beroemdste film die aan hem gewijd is. Met die film maakte je hiervoor en in blok A al uitvoerig kennis. Op het Engelstalige IMDb (Earth’s Biggest Movie Database) vind je over deze film de volgende informatie. Lees deze door en maak opdracht 2.

Amadeus (1984) http://www.imdb.com/title/tt0086879/

Directed by Milos Forman

Writing credits Peter Shaffer (play)Peter Shaffer (screenplay)

Add to MyMovies Photos IMDbPro Professional Details

Genre: Biography / Drama / Music (more)

Tagline: The Man... The Music... The Madness... The Murder... The Motion Picture... (more)

Plot Outline: The incredible story of Wolfgang Amadeus Mozart, told in flashback mode by Antonio Salieri - now confined to an insane asylum. (more) (view trailer)

User Comments: Great Movie (more)

User Rating: 8.3/10 (40,259 votes) top 250: #76

Cast overview, first billed only: F. Murray Abraham .... Antonio SalieriTom Hulce .... Wolfgang Amadeus MozartElizabeth Berridge .... Constanze MozartSimon Callow .... Emanuel Schikaneder/PapagenoRoy Dotrice .... Leopold MozartChristine Ebersole .... Katerina Cavalieri/CostanzaJeffrey Jones .... Emperor Joseph IICharles Kay .... Count Orsini-RosenbergKenneth McMillan .... Michael Schlumberg (2002 Director's Cut)Kenny Baker .... Parody CommendatoreLisabeth Bartlett .... PapagenaBarbara Bryne .... Frau WeberMartin Cavina .... Young Salieri (as Martin Cavani)Roderick Cook .... Count Von StrackMilan Demjanenko .... Karl Mozart (more)

MPAA: Rated R for brief nudity. (director's cut)Runtime: 160 min / 180 min (director's cut) Country: USA Language: English / Italian Awards: Won 8 Oscars. Another 31 wins & 13 nominations (more)

User comments

44

29 out of 39 people found the following comment useful:Great Movie, 5 September 2003Author: Agatha from Maine

OH! This movie is WONDERFUL, this movie is BEAUTIFUL! I just love it, and not because of my fixation on Mozart, but because it is a beautifully made, completely moving work of art.

What many people do not seem to understand is that the film is entirely Salieri's--it is NOT in any way about Mozart himself, nor is it a biography about the composer. It is about Salieri's madness and obsession WITH Mozart, and yet because the character of Mozart is played so unforgettably by Tom Hulce in such an unconventional performance, the viewer takes most notice of him and will think him the central figure. The film chooses to highlight the comparison of mediocrity versus genius; Mozart is obviously the better of the two composers, and Salieri can see his own mediocrity and recognize his inferiority to Mozart so well that he is driven insane. Watch the film again; while it is true much biographical information about Mozart's life is given while telling us relatively little on Salieri's, you will see that the purpose of this is only to highlight Mozart's genius, his natural and uncanny abilities that come so easily to him. We see how his life affects Salieri's directly and we see Salieri old in his wheelchair, long after Mozart has died, still being affected by it.

One might say "Then WHY is it called 'Amadeus?'" as that is Mozart's middle name, and naming the film after him would certainly cause one to believe that the central figure would have the title (was not "Forrest Gump" about Forrest Gump?) But why, then, "Amadeus?" Why not "Mozart" or "Wolfgang," the only names he is referred to as in the movie? Look at the connotative meaning of the name "Amadeus:" In Latin it means "Loved by God." It's so perfect, so fitting that this should be the title; Peter Schaffer could not have asked for better! Not only does Salieri throughout the entirety of the movie express his disdain for Mozart, but he keeps coming back to God: "Why does God not give me talent? Why Mozart? Why does God love him, but not me?" Indeed, Mozart IS loved by God, if God's love is shown through gifts and abilities. "Amadeus" does not stand for Mozart himself, but for a major theme expressed throughout the film.

Oh, the themes, motifs, symbolism and hidden meanings! But what of the movie itself? The brilliant acting, the beautiful dresses and jackets, the unforgettable scenes? F. Murray Abraham is perfectly cast in this perfectly acted role; he grimaces and holds back hatred so perfectly, and nothing about his performance makes you think he is acting. Tom Hulce as Mozart is wonderful-most will remember his annoying laugh that bursts forth at the most inappropriate of times. The most memorable scene occurs at the end, when Mozart is on his deathbed, dictating his requiem to Salieri as Salieri struggles still to understand the brilliant notes flowing through Mozart's mind. The importance lies not in the fact that Mozart is dying (though his departure from the movie, for me, was quite traumatic) but in seeing how Salieri must have more of Mozart's work; he hates this man and yet he recognizes the brilliance of his music, a brilliance he will never posses. Some of the most enjoyable scenes depict productions of Mozart's operas; "The Abduction from the Seraglio" finale in the beginning is bright and joyous; "The Magic Flute" Queen of the Night aria scene is shown and contains of the most beautiful arias I have ever heard. Even if you don't like opera, you will be amazed at how high the soprano must sing.

This is just my absolute favorite movie, and I certainly did not analyze it like this the first time I saw it. I did not see everything either, the important themes and such, but every time I watched it I got more out of it. And it really is just so enjoyable, so funny, so perfect. The music, the actors-there is just something about them. Perhaps because none went on to be stars, and all you see is the movie, not the actors. I am basing everything on the original cut, not the new director's version, which I have seen, but I

45

have entirely different things to say about it. The original is perfect as is. Watch it, you will see what I mean. You'll love it. I know I do!

46

Opdracht 2

Je ziet het: de film krijgt flink wat sterren, bijna het maximale aantal. Maak hieronder een lijstje van de volgens jou belangrijkste positieve en negatieve punten in de recensie:

Positief Negatief

Opdracht 3

Op naar de biblio- of videotheek: leen de film, bekijk ‘m en geniet!Of – beter nog – koop ‘m op DVD. En neem dan de Director’s Cut: 2 DVDs, die je bij Amazone.de online voor slechts € 9,99 kunt bestellen.

47

EXTRA

De film AMADEUSDVD-editie:Amadeus. Director’s cut (1984/2001). 2-discs limited edition. – The Saul Zaentz Company / Warner Home Video 2002.DVD 37464. (Met Audio Commentaar. Talen: Engels, Frans, Italiaans; Ondertiteling: Nederlands, Engels, Frans, Italiaans, Arabisch, Spaans, Duits; Voor slechthorenden: Engels, Italiaans)

Lees de onderstaande tekst door en maak dan de opgaven.

Regisseur Milos Forman, die in 1989 een fascinerende verfilming zou afleveren van de boosaardig moralistische 18e-eeuwse roman Les liaisons dangeureuses van Choderlos de Laclos (het ten opzichte van Stephen Frears’ Dangerous liaisons onderschatte Valmont), verfilmde al in 1984 een ander historisch onderwerp uit die losbandige eeuw, en wel, in samenwerking met de schrijver Peter Schaffer, diens opzienbarende toneelstuk Amadeus uit 1981. Opzienbarend omdat daarin plompverloren de historisch onjuiste mythe wordt gebruikt dat Mozarts collega, de hofcomponist Antonio Salieri, Mozart zou hebben vermoord.

Hoe komen Schaffer en Forman daarmee weg? De titel Amadeus geeft de sleutel tot het begrip van deze draai aan de geschiedenis. “Amadeus”, Wolfgang Mozart's tweede, in die tijd vooral in de Franse vorm “Amadé” niet ongebruikelijke naam, is Latijn voor “de door God beminde” en dat is in deze versie van het verhaal het levensgrote probleem van Antonio Salieri. Als kind had hij God vurig gebeden om muzikaal talent in ruil voor een deugdzaam leven en daarmee heeft hij het tot de hoogst denkbare functie gebracht: componist aan het hof van keizer Joseph II. Maar daar moet hij, door datzelfde door God gegeven talent, ontdekken dat de schepper van de allermooiste muziek die hij ooit gehoord heeft een rokkenjagende, hondsbrutale, giechelende clown is. Verteerd door jaloezie zweert hij zich op God (of beter: zijn beeld van God) te wreken voor deze onrechtvaardigheid door Mozart zo veel mogelijk dwars te zitten en uiteindelijk deze lieveling van God te doden. Na Mozarts ontijdige dood moet hij – tientallen jaren verder levend – vaststellen dat diens muziek steeds beroemder wordt en zijn eigen, God lovende muziek snel in vergetelheid raakt. Opgesloten in een krankzinnigengesticht poogt hij een eind aan zijn ellendig bestaan te maken, maar wanneer dat niet lukt, vertelt hij zijn verhaal vol verbittering en zelfhaat aan een jonge, diep geschokte priester. Daarmee begint de film en we beleven de hele voorafgaande geschiedenis door de ogen en dus vanuit het standpunt van Salieri. Opvallend is daarbij dat beide hoofdpersonen een gigantisch vaderconflict doormaken, Mozart met zijn lijfelijke vader, Salieri heel kort met diens lijfelijke vader en daarna met God de Vader, en dat ze daarin meer op elkaar lijken dan in ieder geval Salieri lief is…

Waarom doen Schaffer en Forman dit? Al snel blijkt dat dit hoogst dramatische en voor de voortgang van het verhaal spannende perspectief een schitterende manier is om de bijzonderheid van Mozart des te scherper uit te laten komen. Wat aanvankelijk misschien een curieus kijkje op een terecht vergeten deel van de roddelgeschiedenis lijkt te zijn, blijkt een jubelend eerbetoon aan het volgens velen grootste, veelzijdigste, maar ook raadselachtigste genie uit de muziekhistorie – en tegelijk aan Gods onbegrijpelijke “onrechtvaardigheid”. Want dat is wellicht de kern van dit bijzondere verhaal: de dodelijke jaloezie van vrome, godvrezende lieden die niet kunnen uitstaan dat “ongelovigen” en zondaars meer door God begunstigd lijken dan zijzelf.

Formans film heeft acht Oscars in de wacht gesleept (er zijn slechtere films die er meer gewonnen hebben…) en is intussen natuurlijk ook op DVD uitgekomen, in 2002 in een twintig minuten langere director’s cut (totaal 2 uur en 53 nimmer vervelende minuten!), voorzien van een extra schijf met een interessante Making of Amadeus van Bill Jersey. De gebruikelijke wederzijdse loftuitingen blijven binnen de perken en de documentaire biedt interessante kijkjes in de productieomstandigheden van zo’n gecompliceerd historisch drama.

48

OPGAVEN

Aan het eind van deze module vind je de teksten waarin Antonio Salieri zijn conflict met God beschrijft zodat je die nog eens rustig kunt bekijken bij het verwerken van de film en het werken aan de opgaven.En vergeet niet alle Engelse, Franse en Duitse teksten die je leest in je leesdossier op te nemen!

ONDERBOUW

Bekijk de film, met Nederlandse ondertiteling natuurlijk, en geniet van: het knap (en in een behoorlijk hoog tempo) vertelde verhaal; de fantastische acteerprestaties in de grote en de kleine rollen; de fraaie aankleding in kostuums en locaties (heel bijzonder zijn hier de

operareconstructies in het oude, praktisch ongeschonden bewaard gebleven theater van Praag waar Mozart zelf nog de première van zijn Don Giovanni heeft gedirigeerd!);

de ongebroken kracht en welsprekendheid van Mozarts muziek.

BOVENBOUW H/V

Of/of, en/en, naar keuze of mogelijkheden:1. Doe hetzelfde als de onderbouw.2. Bekijk de film in een taal naar keuze met ondertiteling in diezelfde taal (eventueel de

uitgebreidere voor slechthorenden).3. Bekijk de film en schrijf er in het Engels, Duits of Frans een samenvatting en

beoordeling van met behulp van de teksten (redactie- en gebruikerscommentaren) die je vindt op:(Engels:) www.amazon.com , www.amazon.co.uk en/of www.imdb.com (“user comments” en/of “newsgroup reviews”);(Duits:) www.amazon.de ;(Frans:) www.amazon.fr .

4. Bekijk de film en schrijf in het Nederlands (of in een vreemde taal – maar dat is erg moeilijk!) een essay over de kernproblematiek met behulp van een prikkelende, tot tegenspraak uitnodigende professional review die je vindt op: www.imdb.com onder de knop “external reviews”. In het vorige blok heb je al kennis gemaakt met deze website.

5. Bekijk eerst de Making of Amadeus en daarna de film zodat je beter op allerlei bijzonderheden let.

6. Bekijk met een aantal anderen de film (en lees eventueel een aantal recensies in diverse talen) en bediscussieer (al dan niet in een vreemde taal) wat jullie het centrale thema achten.

7. Vergelijk het draaiboek van de film met het oorspronkelijke toneelstuk van Peter Schaffer en beschrijf de verschillen met het oog op de specifieke eigenaardigheden en eisen die de onderscheiden media theater en film stellen.

Veel plezier en succes!

49

BIJLAGE: SALIERI’S CONFLICT MET ZIJN GOD

(Op basis van de ondertiteling van de director’s cut DVD.)

Wanneer een jonge priester de stokoude Salieri na zijn zelfmoordpoging opzoekt, wordt meteen de toon gezet (scène 2, 0h05'58"): Salieri: Weet u wie ik ben?

Priester: Dat maakt geen verschil. Alle mensen zijn gelijk voor God.Salieri: Is dat zo?!

Salieri’s smeekbede en belofte als kind (scène 3, 0h11'15"): God, maak een groot componist van me. Laat mij Uw glorie verheerlijken door muziek

en zelf verheerlijkt worden. Maak mij wereldberoemd, goede God. Maak mij onsterfelijk. Laat na mijn dood mensen mijn naam met liefde voor mijn werk uitspreken. In ruil zal ik U mijn kuisheid geven, mijn ijver, mijn diepste nederigheid, ieder uur van mijn leven. Amen.

Na zijn eerste, ontluisterende ontmoeting met Mozart bij een ontvangst van de aartsbisschop van Salzburg, Mozart's toenmalige werkgever (scène 5, 0h20'14"): Dat was Mozart! Die giechelende viezerik, die ik op de grond had zien kruipen.

Terwijl diens wonderschone muziek hem – in een van zijn vele treffende beschrijvingen – als “de stem van God” voorkomt (scène 5, 0h21'49"): Maar waarom? Waarom zou God een obsceen kind als zijn instrument kiezen? Dat kon

niet waar zijn. Dit stuk moest een toevalstreffer geweest zijn. Dat moest wel. Wat anders?

Nadat Mozart van de keizer de opdracht voor een Duitse opera heeft gekregen (scène 9, 0h35'55"): [Tot het kruisbeeld in zijn kamer:]Dank U, Heer! – [Tot de jonge priester] Alles wat ik

ooit wilde, was zingen voor God. Hij gaf me dat verlangen en daarna maakte Hij me stom. Als Hij niet wilde dat ik Hem zou loven, waarom mij dan het verlangen geven als een lichamelijke begeerte, om me vervolgens het talent te onthouden?

En daarbij komt de jaloersheid van de kuise minnaar die ontdekt dat zijn lievelingszangeres pats-boem met Mozart de koffer in duikt (Mozart was gek op de stem en het lijf van goede zangeressen) (scène 12, 0h47'29"): Het was onbegrijpelijk. Wat was God van plan? Werd ik misschien op de proef gesteld?

Verwachtte God dat ik hem [Mozart] alle beledigingen zou vergeven? Hoe pijnlijk ook? Het is goed mogelijk. Maar waarom hij? Waarom zou hij Mozart kiezen om mij nederigheid te leren? Mijn hart ging die kleine man vreselijk haten. Voor het eerst in mijn leven begon ik gewelddadige gedachten te koesteren.

Des te verblufter is hij wanneer hij Mozart's handschriften onder ogen krijgt en ziet dat die zijn muziek in één keer opschrijft (scène 15, 0h57'02"): Ongelooflijk! Het was werkelijk ongelooflijk. Het waren de eerste en enige

muziekontwerpen, maar er zaten geen correcties in. Geen enkele. Hij had gewoon muziek opgeschreven die hij al voltooid had in zijn hoofd. Blad na blad was het alsof

50

hij een dictee opgenomen had. En volmaakte muziek, zo volmaakt als geen enkele andere. Eén noot vervangen zou achteruitgang betekenen. Eén frase [= muzikale zin] veranderen en alles zou instorten. Het was me duidelijk dat wat ik bij de aartsbisschop had gehoord geen toeval was geweest. Weer was het de eigen stem van God. Ik staarde door de wirwar van nauwgezette inktstreepjes naar absolute schoonheid.

Hetgeen hem tot de conclusie leidt (scène 16, 1h01'10" en scène 17, 1h05'45"): Er is geen genadige God, enkel een wrede. – [Tot God:] Van nu af zijn wij vijanden, U

en ik. Want U koos als instrument een pochende, wellustige, infantiele jongen en schonk mij alleen de gave de incarnatie te herkennen, omdat U onrechtvaardig, oneerlijk, liefdeloos bent. Ik zal U tegenwerken. Dat zweer ik. En Uw schepsel hinderen en schaden voor zover ik dat kan.

Nadat een uitgelaten Mozart op een feest publiekelijk een vernietigende parodie op Salieri’s muziek heeft geïmproviseerd (scène 22, 1h21'30"): Ga door. Bespot me. Lach. – [Tot de onthutste priester:] Dat was niet Mozart die lachte,

vader. Dat was God. Dat was God die me uitlachte door die obscene giechelaar. – Vooruit, Signore, lach. Toon iedereen mijn middelmatigheid. Op een dag zal ik U uitlachen. Voordat ik deze aarde verlaat, zal ik U uitlachen.

En pas op! Mozart wordt (in deze film) bepaald niet gehinderd door bescheidenheid, maar wanneer hij, door de keizer zelf gedwongen de “te vele noten” van zijn Figaro te herschrijven, uitroept: “Ik kan niet herschrijven wat volmaakt is”, betekent dat precies wat het zegt. Zijn muziek is zó doortimmerd, zo doorgeconstrueerd in toonsoorten, stemtypes, instrumentatie en harmonie, dat inderdaad de verandering van één noot, één zin, alles zou doen instorten. Dat verontrustende inzicht is wel aan de gekwelde Salieri gegeven – en niet aan de welwillende, maar amateuristische keizer die daarmee tevens het groeiende onbegrip van het publiek van zijn tijd symboliseert: God zong door middel van deze kleine man. Tot de hele wereld. Onweerstaanbaar. –

Waardoor mijn nederlaag bitterder werd bij iedere maat van zijn muziek. (scène 28, vanaf 1h43'36")

51