MARIA VERSCHEEN

134
H 21 MARIA VERSCHEEN IN VLAANDEREN SCR 10189 MARCEL OOMEN

Transcript of MARIA VERSCHEEN

H 21

MARIA

VERSCHEEN

IN

VLAANDEREN

SCR 10189

MARCEL OOMEN

Een onderzoek naar het ontstaan van een bedevaart in Belgi~

doktoraalskriptie kulturele antropologie

Marcel Oomen

Universiteit van .Amsterdam

1982

Leon Theunis, de ziener

Voorwoord

Inleiding en probleemstelling

HOOFDSTUK 1

Historisch overzicht van het ontstaan van de groepering

HOOFDSTUK 2

Volgelingen: hun geloofspraktijk en religieuze ervaringen

2.1 Enkele gegevens over de volgelingen

2.2 Geloofsopvattingen

2.3 Religieuze praktijk

2.3.1 De maandelijkse bedevaart

2.3.2 Kleinere bijeenkomsten

2.4 Religieuze ervaringen

2.4.1 De 'smaak' en de 'geur'

2.4.2 Tastzintuiglijke ervaringen

2.4.3 Visuele ervaringen

2.4.4 Auditieve ervaringen

· 2.4,5 Wonderbaarlijke genezingen

HOOFDSTUK 3 Leiderschap

2

9

20

20

22

30

30

37

40

41

46

48

53 54

57

3 .1 Biografische gegevens 57

3. 2 De aard van het leiderschap 61

3.3 De beweringen en pretenties in 63 het dagboek van de ziener

3,4 Kriteria ter beoordeling van de 68 echtheid van verschijningen

3. 5 Theunis en de 'verschijningsspecialisten' 7 4

3.6 De erkenning van het zienerschap door 81 de volgelingen

HOOFDSTUK 4 88

Vier noodzakelijke voorwaarden

Rekrutering 88

4.2 Onderlinge kommunikatie 91 4,3 Materi~le middelen 94 4.4 Sociale kontrole 96 4.4.1 De media 96 4,4.2 De burgerlijke overheid 101 4.4.3 De kerkelijke overheid 102

HOOFDSTUK 5 106 Konklusie

NOTEN 114

KAART VAN BELGIE met in de tekst 120 voorkomende plaatsen

AFBEELDINGEN 121

Voorwoord

Deze skriptie gaat over gewone mensen, waarvan de

meesten een onopgemerkt leven leiden. Toch heb ik

uit hun mûnd bizonde:re di.ngen opgetekend, die .in da

moderne samenleving raar en misschien zelfs bizar

gevonden zullen worden. Het was daarom niet altijd

even makkelijk zich in hen te ve:r.plaatse~ en te be­

grijpen wat zij bedoelden. Voor hun geduld met mij

ben ik hen dankbaar.

Ook gaat mijn dank uit naar degenen, die mij in

woord en daad hebben bijgestaan.· In de eerste plaats

Jojada Verrips, zonder wiens inspiratie ik noèit zo­

veel plezier in mijn studie gehad zou hebben. In de

tweede plaats mijn vrienden, die mij door hun belang­

stelling en kritische kommentaar op het goede pad ge­

houden hebben: Niek Miedema, An Huitzing en Henk de

Ha.an. Tenslotte bedank ik Anneke en Sara, die mij zo­

veel tijd gegeven hebben om deze skriptie tot een

goed einde te brengen.

"And we shall endlessly be all had in God, Him ve:r.i­ly seeing and fully feel·­ing, Him spi:r.itually hear­ing and Him deleotably smelling and sweetly swal­lowing"

Julian of Norwich Mystica, 14e eeuw.

2

Inleiding en probleemstellin~

Het ontstaan van bedevaarten naar plaatsen waar de

maagd Maria is versohenen is een eeuwenoud verschijnsel.

Meestal is het niet meer mogelijk om na.te gaan onder

welke omsta.~digheden de verschijningen hebben plaatsge­

vonden, wie erbij betrokken waren en welke faktoren de groei van de devotie bepaald hebben. Historici hebben

tot nu toe weinig aandacht gehad voor dergelijke uitin­

gen van volksvroomheid. Zij lieten de geschiedschrijving

ervan over aan volkskundigen en theologen, de eersten

voornamelijk geïnteresseerd in legendevorming en materi­

ele aspektan, de tweeden vooral op zoek naar da propa­

gandistische waarde van het versohijnsel. De sociolo­

gisohe en psyohologisohe aspekten van de pelgrimage

zijn daarom onderbelicht. Het ontstaan van een heilig­

dom in da Belgische Ardennen gedurende 1975 en volgende

jaren was dan ook een buitenkans, die niet onbenut mocht

blijven. Vanuit deze gedachte heb ik in het voorjaar

van 1980 mijn leeronderzoek verricht. Mijn doel was ant­

woorden te vinden op de hierboven gestelde vragen. <1 >

Tijdens het onderzoek bleek al snel dat er als gevolg van een aantal Mariaverschijningen aan Leon Theunis, een

inwoner van de Antwerpse voorstad Mortsel, niet slechts

&6n pelgrimsoord was ontstaan, maar tenminste twee:

de pelgrims die zich elke maand naar Bohan, het heilig­

dom in de Ardennen begaven, spraken over de 'Madonna

van Mortsel-Bohan', Behalve deze twee plaatsen speelde

ook nog een derde plaats, Bierbeek, in de verhalen een

ro1.<2) Uit hetgeen de pelgrims vertelden bleek dat

zich rond de ziener een aantal volgelingen had verza­meld die zich intensief bezighielden met de devotie

tot da Madonna van Mortsel-Bohan, veel tijd, geld en

energie staken in de bevordering ervan en zich door

kleding en gedrag van anderen onderscheidden, met

3

andere woorden: 13en religieuze groepering vormden. Tijdens de periode van materiaalverzameling en na

lezing van het boekwerk, waarin Leon Thetmis zijn Maria­

versohijningen an hemelse boodschappen heeft beschreven,

werd het mij steeds duidelijker dat de pretenties van de

ziener verder reikten dan het tot ontwikkeling brengen

van een bedevaart. Hij afficheerde zichzelf niet alleen

als een door God uitverkorene om de ware gelovigen wan­neer het moment daar was, ten paradijze te leiden, hij

werd ook door zijn volgelingen als de 'leider van het

Godsvolk' beschouwd. Steeds va.kar vroeg ik mij daarom

af, ln hoeverre de groepering rond de zlener nog als

roomakathol:!.ek besohouwd moest worden. Ret had er immers

alle schijn van, dat de nieuwe profeet een beweging op

gang had gebracht, dle rechtstreeks van de moeder-

kerk wegvoerde.

In de loop der tljd hebben heel wat wetenschapsmensen

getracht om enige theoretische orden:f.ng aan te brengen

in de grote veracheldenheid aan religieuze groeperingen,

dle de christelijke wereld herbergt. Een van de manie·· ren om d.i t te bereiken was het opstellen van ty-pologie­

en, waardoor men een overzicht zou kunnen krijgen van

de overeenkomsten en verschillen tussen dergelijke

groeperingen, De kerk-sekte typologie .is wel de bekend­

ste. Laeyendeoker stelt zich in zijn dissertatie Reli~ie

~~.Qm.i.t4~çt (3) de vraag of het mogelijk en zinvol is

om dergelijke tY:Pologie'n te ontwerpen. Zijn antwoord is, dat het niet mogelijk en ook niet erg zinvol is en

dat het beter is zich af te vragen, wat de ontatasns­

gronden zijn van wat hij aanduidt met de overkoepelen­

de term. 1 religleuze groeperingen'. Op grond van een ge­

degen literatuuronderzoek tracht hij vervolgens te komen

tot een sooiologisoh verklaringsschema voor het ontstaan

van religieuze groeperingen.

4

In deze skriptie wil ik proberen aan de hand van

dit schema te beschr:l,Jven welke f'aktoren een rol heb­

ben gespeeld bij het ontstaan van de beweging :rond de

Antwerpse profeet. Het is uitdrtûl:kelijk niet de bedoe­

ling om uit het schema ~othesen ter toetsing af te

leiden. Ik gebruik Laeyendecker's poging tot verklaring

dus in attenderende zin om inzicht te krijgen in de

fA.ktoren die bij het ontstaan en de ontwikkeling va.n

de bedevaart van belang zijn geweest.

Bij het ontwe:ri;en van zijn verklaringaschema baseert

Laeyendecker zich vooral op het werk van Max Weber,

Ernst Troeltsch, Richard Niebnhr en Ralph Dahrendorf.

Aan Weber ontleent hij de gedachte, dat er een zekere

affiniteit bestaat tussen bepaalde vormen van religie

en bepaalde sociale lagen, berustend op een functione­

le opvatting van religie. Volgens Troeltsoh zijn het

vooral de sociaal-ekonomisch zwakkere lagen, die hun

heil zoeken in sekteaohtige :religieuze groeperingen en

zijn het de sociaal-ekonomisoh sterkeren die de kerken

beheersen. Deze affiniteit is dus selektief. Uitgaande

van de oorspronkelijke religieuze ervaring voltrekt

zich steeds een verengings- en vernauwingsprooee, waar­

bij de heersende sociale lagen bepaalde elementen uit

die ervaring weten te benadrukken ten koste van andere

in een proces van institutionalisering. Biebuhr was

degene die de idee, dat in dit proces bepaalde groepen

minder aan bod komen en 'onterfd' raken, verder uit­

werkte. Doordat een religieuze groepering steeds meer

het karakter krijgt van de in die groepering overheer­

sende sociale laag, raken andere sociale oategorie~n

steeds meer onbevredigd en treedt er een diskrepantie

op tussen de religieuze zingeving en de ervaren sociale

situatie. Onder bepaalde voorwaarden kan dit tot de

vorming van nieuwe religieuze groeperingen leiden met

een nieuwe leer, cultus en organisatie.

Laeyendecker onderscheidt verschillende soorten ont­

erving: ten eerste sociaal-ekonomisohe onterving, die

optreed:!:; als gevolg van socia.al-ekonomische verschillen.

Kul tureel onterfden ken:mu~ken zich door verschillen in

de leer, levensst:l.jl e.d. In de derde katego:de gaat

het vooral 01:1 de konsekwenties van strukturele en kul­

turele verschijnselen op het persoonlijke vla.k.

Laeyendecke:r spreekt in di:t verbe.nd over de psycholo­

gisch en sociaal-psychologisch onterfd.en.

De selektie van bepaalde waarden uit de oorspron­

kelijke religieuze ervaring worclt gedomineerd door

degenen die in het institutionaliaeringsprooes de lei­

dende posities innemen, maar die niet noodzakelijker­

wijs ook de sociaal-ekonomisch sterkeren hoeven te zijn,

Er ontwikkelen zich met andere woorden leiders en ge­

leiden en deze posities word.en gelegitimeerd door reli­

gieuze waarden.

Hierin sluit Laeyendeoker aan op de theorie van

Dahrendorf over de oorzaken van sociale konflikten.

Volgens hem ontstaan die als gevolg van een ongelijke

verdeling ve.n.legitieme macht ('Herrschaft'). Deze

ongelijke verdeling impliceert dat er in elke religi­

euze groepering die tot wasdom is gekomen altijd poten­

tieel onterfden zijn te vinden. Volgens Dahrendorf

hebben de bezitters en niet-bezitters van legitieme

macht tegenovergestelde belangen, door hem gedefini­

eerd als 'structurally generated orientatione', die

niet aan de persoon ma.ar aan de positie gekoppeld zijn.

Deze belangen zijn echter latent en worden pas onêl.er

bepaa1fü1 voorwaarden manifest en vormen dan de progra.m­

ml.1)D.nten van de georganiseerde konfliktgroepen. Vooral

sociale, ekonomische en kulturele veranderingen kunnen

de legitimiteit van de posities van leiders en geleiden

a= het wankelen brengen. Er kunnen dan konfliktgroepen

ontstaan met tegengestelde belangen. Noodzakelijke voor-

6

waarden voor het ontstaan va.n konfliktgroepen zijn de

vorming van een ideologie, leiderschap, materi~le

hulpmiddelen, onderlinge kommunikatie en rekrutering

en gunstige politieke voorwaarden.

Laeyendecker legt de nadruk op de vórming van een

ideologie, die hij definieert als "een coherent complex

van waarden en normen dat als zingeving en rechtvaar-

diging van de aooialo situatie van een groep dient" (>p .• 339) en het optredên van een leider, wiens taak het is "het

bestaande onterfd-zijn te expliciteren en onder woor-

den te brengen en de groep te organiseren zodat gemeen­

schappelijk optreden mogelijk wordt''(p.264).Lei.derachap en

ideologie hangen in de opvatting van Laeyend.ecker nauw

samen: aan de nieuwe leer ontleent de leider zijn be­staansrecht.

Onderlinge kommunikatie en een min of meer syste­

matische rekrutering van nieuwe leden zijn eveneens

samenhangende voorwaarden, zonder welke geen groeps­

vorming kan optreden, Bij ma.teri~le hulpmiddelen kunnen

we denken aan geld om de leer te verspreiden, maar ook

aan het bezit van een plaats van sa.men..~omst. Laeyendecker

breidt de laatste voorwaarde 'gunstige politieke voor­

waarden' uit tot het meer algemene begrip 'sociale controle', waardoor het mogelijk wordt ook de r.eaJdies

van de kerkelijke overheid op ver.schillende nivo's

in de beschouwing te betrekken. Hiermee zijn de faktoren gegeven, die volgens

Laeyendeoker een rol spelen bij het ontstaan van reli­

g:!.euze groeperingen. Dit verklaringsschema. ie niet al­

leen bedoeld om het ontstaan van groeperingen te ver­

klaren, die zich van een groter verband los maken of

juiet geheel onafhankelijk daarvan opkomen, maar ook

om konfliktgroepen te benaderen die binnen een groter

verband ontstaan. De auteur wijst erop dat dergelijke

interne konrliktgroepen op dezelfö.e wijze ontsta.an,

7

ma.ar dat er verschillende variaties mogelijk zijn in

de houding die de 'moedergroeper1ng' tegenover deze

konfliktgroepen aa.:imeemt.

In dit verband stipt Laeyendecker de mogelijke rede­

nen aan voor het feit, dat de roomskatholieke kerk

aanzienlijk minder_ afsplitsingen kent dan het prote­stantisme. Als mogelijke redenen noemt hij de pluri­

formiteit, die binnen het roomskatholicisme bestaat, de

grotere ma.acht van de kerkelijke overheid en de grotere

nadruk op eenheid die het katholicisme kent. Kanalise­

ring van konflikten is daarom binnen de kerk van Rome

gemakkelijker. Om kcnflikten te reguleren moet volgens

Laeyendecker aan vier voorwaarden voldaan zijn:

Beide partijen moeten in de eerste plaats de onver­

mijdelijkheid en de realiteit van de ko:nflikten erken-

nen en bovendien de gerechtvaardi(>dheid van de houding

van de opponent. In de tweede plaats is het nodig dat

zich konfliktgroepen organiseren, want "het latente

onbehagen ••• kan pas object van overleg worden, als

bewust is gemaakt, gelb:plic:i.teerd en in duidelijke

standpilnten geformulee:rcl" (p.307) ;In de derde

het

plaats moeten er spelregels beschikbaar zijn, die door

beide partijen aanvaard worden en die niet bij voor­

baat de ene partij boven de andere bevoordelen. In de

vierde en laatste plaats "is het van t1itermate groot

belang, ö.at er ineti tutionele kaders geschapen worden,

waarbinnen discussies en beslissingen over concrete

geschilpunten mogelijk worden" (p., "507).

De probleemstelling van deze skriptie zou ik als

volgt willen formuleren:

1. Hoe ontstond de :religieuze groepering rond de

ziener uit Mortsel?

2, Op welke ma.nier heeft deze gx·oepering zien ont­

wikkeld?

3. Kan men deze groepering een interne k,onflikt­

g:roep noemen en om welke redenen splitst deze

g:t>oepe:dng zioh niet a:f' van de roomska.tholieke

ruoede:rke:rk'?

De eerste twee vragen verlangen bea:ntwoo:rding in de

vorm van een beschrijving. In een korte historische

schets zal :i.k daarom in het eerste hoofdstuk een crver­

zicht geven van de belangrijkste ontwikkelingen. Voor

de beantwoord.ing van de de:i:•de >Taag is het noodzakelijk

om na te gaan welke fakto:ren tot het ontstaan van de

groepering geleid hebben, welke in.houd. de pelgrims aan

de verering van de Ma.donna van Mortsel-Bohan gegeven

hebben en op welke manier de g:t>oepe:ring georganiseerd

is. Als kader voor de beschrijving en analyse hiervan

maak ik gebruik va:n het hierboven uiteengezette ver­

kla:ringsschema van Laeyendeoker. T.n het tweede hoofd­

stuk komen daarom de geloofspraktijk en de religieuze

ervaringen aa.n bod. Het derde hoofd.stuk handelt over

het leiderschap en in het vierde hoofdstuk volgt een

beschrijving en analyse va.n de vier overige noodzake-

1 ijke voo:r.we.arden voor het ontstaan van een religieuze

groepering. In het vijfde en laatste hoofdstuk wordt

tenslotte aa.n de hand van. het gepresenteerde materiaal

geprobeerd een antwoord te vinden op de derde vraag

van de probleemstelling.

HOOFDSTUK 1

In oktober van het jaar i 967 verblel'!f d.e Antwerpse

telefoonbedie:ntie J-'0011 Them1is in een rustoord te :Bohan~

De reden van zijn verblijf is niet meer te achterhalen,

rr:aar zEHU' waarschijnlijk was het een soort betaalde va­

lcantie. In het tehuis loerd.e hij een vishandelaar uit;

Blankenberge kennen, die kampte met ovo1"'V'ern10eid.heidG­

l1roblemen en enkele weken door zijn dokter ne.ar bui ten

was gestuurd. Af en toe nam hij Leon, d.ie hij een stil­

le maar sympathieke man vond, moe in zijn auto om wat

te e:aan vissen of een voetbalwedstrijd bij te wonen.

nond. de vierd.e oktober keerden <le beide mannen per

rmto van zo'n uitstapje terue: naar het rusthu:!.s, toen

:rn plotseling verblind werden door een stralend licht.

Aan de :rechterkant van het paadje, dat naar het tehuis

lcida.e, verscheen hen een jonge vrouw in een lang ge­

waad.

Leon's vTiend stopte enkele meters verder en zei:

"Hebt ge <:lat gezien, de heilige Maat,>'d!". I1eon had het

k . (fi..) " 'd t t 't k d oo geinen. JJEll. e mannen s ap en u:i. en ·eer .en

terug nl1.ar de verschijn:!.ngsplae,ts, maar er was niemand

meer te bekennen. De volgende ochtend, na een onrustige

mi.cht, spraken ze samen af met niemand over het vreem­

ile verschijnsel te praten. De vishandelaar wilde zijn

handel niet in gevaar brengen door voor gek versleten

te word.en en zijn vriend dacht er ook zo over. Eenmaal

thuis kon Leon er toch niet over zwijgen en vertelde

alleo P.an zijn v:rouw. Zeker toen Theu:nis, die zich

nooit zo precies van zijn godsdi.enstige plichten ge­

kweten had, weer regelmatig ter kerke ging, raakte ook

~ij ervan overtuigd dat er sprake was geweest van een

echte verechijning.

10

Voor de Bla.nkenbergse visboer bleef het bij die ene

versohijning, maar Leon werd van toen af regelmatig door

zijn hemelse Moeder bezocht. Steeds nam hij de Vrouwe

waar als een wonderschoon meisje, maar nooit richtte

Zij het woord tot hem. Leon bezocht Háar van zijn ka.nt

in talrijke bedevaartsoorden in binnen- en buitenland.

Eindelijk, vijf jaar na de eerste verschijning, sprak

de heilige Maagd de ziener toe. In deze eerste en in

de vele boodschappen die volgden, spoorde Zij hem aan

het goede nieuwe van Haar aanwezigheid te verspreiden

en de gelovigen aan te zetten tot gebed en boetedoening,

E~n van de buitenlandse bedevaartplaatsen, die de

ziener bezocht, was het Noorditaliaanse San Damiano,

waar een eenvoudige boerin in regelmatig konta.kt

me·t de hemel stond, Zij werd Jfamma Rosa genoemd en

sa.men met een andere Italiaanse ziener, de gestigma­

tiseerde monnik Padre Pio, trok zij bussen vol pelgrims

uit binnen- en buitenland.

De grote belangstelling voor deze zieners valt te

begrijpen tegen de achtergrond van de moderniseringen

ve.:n het Tweeà.e Vaticaans ConciJ.ie. Vele vooral oudere

katholieken kregen daardoor het gevoel uit het ver­

trouwde huis van de kerk van Rome te zijn geworpen,

Tegen het einde van de jaren zestig richtten zij aller­

lei organisaties op om aan deze ongewenste veranderingen

een einde te maken. Konserve,tieve bladen als Confrontatie

en Waarheid en lieven zagen het licht, in Nederland

voerde het MichaUllegioen strijd tegen de vernieuwingen

en overal in West-Europa riepen aanhangers van Padre

Pio zogenaamde gebedsgroepen in het leven, die door

middel van gebed en boetedoening het toenemende kwaad

te lijf wilden gaan.

Vooral in deze gebedsgroepen, waar de meer pi~tis­

tisch ingestelde roomska.tholieken een goed heenkomen

11

zochten, ontstond in het begin van de jaren zeventig

een gevoel van doem. Een terugkeer naar de kerk van

vroeger bleek erg moeilijk, de hele samenleving leek

wel op zijn kop te staan en langzaamaan rijpte de idee,

dat slechts een goddelijk ingrijpen het tij kon doen

keren.Dit orthodoxe doemdenken nam na verloop van tijd

zeer konkrete vormen aan: men sprak in de gebedsgroepen

steeds va.kar over de Drie Donkere Dagen, tijdens welke

de ~pokalyps als straf voor de 'ontaarding' zou worden

voltrokken. Slechts de ware gelovigen konden gered

worden, mits zij zouden bidden en boete doen en een

aantal instrukties zouden opvolgen, dat in gestencil­

de vorm onder de pelgrims werd verspreid. Ze bevatten

gede·tailleerde aanwijzingen omtrent de wijze waarop

men zich tijdens het komend strafgericht kon beschermen,

zoals het gereedhouden van gewijd water en gewijde olie

tegen brandwonden, gezegende lucifers en kaarsen om

licht te kunnen hebben en het opslaan van voedse! in

blik om zich te kunnen voeden.

Geen wonder dat Leon Theunis gehoor vond bij veie

behoudzuchtige roomskatholieken, toen h:l.j in de loop

van het jaar 1972 over de verschijningen van de heili­

ge Maagd. begon te vertellen. ·<~tin van de ex-volgelingen

van de ziener, die in zijn g·ebedsg:i:·oe:p voor het eerst

over Theunis had horen spreken, vertelde daarover:

" ••• In die sfeer ve.n angst, waarin we voedsel insloe­

gen en zelfs gasmaskers om de Drie Donkere Dagen

door te komen, was het alsof we een geochenk uit de

hemel kregen, toen we hoorden van een ziener in eigen

land!".

De boodschappen die Theunis van !!:!.erboven on~ving,

logen er ook niet om. In steeds wisselende bewoordin­

gen voorspelde de heilige Maagd. hem, dat de toorn en

gramschap van God spoed.ig ovér de mensheid. zouden neer­

dalen, tenzij men zich zou bekeren en boete doen.

12

'Pheunis ging ertoE om de boodschappen op sten-

cils te verspreiden. Eén van die onheilspellends be­

richten luidde alduf!i "·,.Het jaar 1974 zal het jaar

van Gods gerechtigheid zijn •• , Zoals mijn Goddelijke

Zoon u vrijdag zei: de getrouwen in de Heer zullen ge­

vrijwaard worden ••• Varzamel u vanaf heden hier zoveel

mogelijk in gebed." Ee!l moeil:!.jk mis te verstru1e voor­

np<illing, die gelukkig niet uitgekomen is, Ook alle

andere boodschappen maakte de ziener bekend en daa1~­

door :raakten steeds meer mensen op de hoogte van de

manifestaties van de Maagd Maria.

Zijn grootste bekendheid verwierf Leon Theunis toen

hij beweerde dat een Mariabeeld OJl 9 augus·tus 1973 ge­

weend, had, Dit beeld werd in het begin van 1973 door

een beeldhouwer op aanwijzingen van Leon Theunis uit

hardhout gesneden. Aanvankelijk stond het enige tijd

in een kerk te Massenhove. De pastoor van deze kerk

werd door Theunis beschouwd als zijn 'geestelijke leids­

man•. Op aandrang van het bisdom werd de beeltenis uit

deze kerk verwijderd en plaatste Leon haar in zijn eigen

slaapkamer, Daar zou het beeld voor de eerste maa1 ge­

weend hebben.

Zeggen dat de maagd Maria verschijnt is Mln ding,

een werkelijk 'bewijs' kunnen leveren is een tweede.

De eerste maal, dat dit 'bewijs' in de vorm van een

wenend Mariabeeld geleverd werd, waren alleen de zie­

ner en zijn vrouw getuigen van het bovermatuurlijke

feit, !'1aa.r precies een maand later herhaalde het ver··

schijnsel zich in aanwezigheid van meer mensen. In

hun enthousiasme legden deze 'kroongetuigen' verkla­

ringen af, waardoor veel mensen de authent.iciteit

v= de ziener bewezen achtten.

Wat deze 'kroongetuigen' precies gezien hebben,

is echter niet erg duidelijk. Twee van hen trokken hun

verklaringen Ja.ter in, drie anderen volharden to·t op

13

de dag van vandaag hun bewering, dat zij werkelijk

tranen uit de ooghoekkl!1 van het beeld hebben zien op­

wellen. Wát zich in de slaapkamer van het echtpaar

Theunis, waar het beeld tijdens het 'wonder' stond ook

heeft afgespeeld, zeker is dat het geloof' in de nieuwe

profeet door de getuigenverklaringen enorm toenam.

Bij het bekendworden va.n de ziener speelde het te

Mortsel gevestigde 'Madonnacentrum' een belan15.cijke

rol. I11 het ti.jdschriftje, dat door dit centrum werd

uitgegeven, werd hij voo:r· de eerste maal onder de aan­

dacht van een belangstellend publiek gebracht. Op de

preciese rol van dit centrum en het tijdschrift zal in

paragraaf 3,5 nog uitvoerig worden ingegaan.

In oktober 1973 weende het beeld zelfs een derde

Daal en nu ook bloedige tranen. Toen de ziener ver­

kondigde, dat de heilige Maaetl op 9 november opnieuw

"zichtbare en onzichtbare guns·ten" uit zou delen, werd

dit automatisch uitgelegd als de voorspelling van een

nieuw tranenwonder.

Ook de media kreeen lucht van de voorspelling en

die heldere novemberdag bereikte Theunis het hoogte­

punt van zijn zienerskarrière. Het mirakuleuze beeld

werd in de kloostertuin van de paters Karmelieten te

Hortsel geplaatst, niet ver van zijn woning. (5)

Gedurende à.e hele dag en de daaropvolgende nacht be­

zochten duizenden mensen uit J3elgi~, .Nederland,

Frruikrijk, Luxemburg, Duitsland en zelfs Denemarken

éle ;.ronclerbaarlijke 'beelt1mis. De'gunsten' bleven

helaas onzichtbaar, maar de faam van Theimis was niet­

ter~in gevestietl.

Nieuwe volgelingen stroomden toe. Velen van hen rede­

neerden dat een zo grote belangstelling moest wijzen

op iets echts. Anderen vonden dat een ziener, die het

gebed propageert niet vals kán zijn en heimelijk hoopte

men op een grotere of kleinere gunst, waardoor een

14

slepende ziekte genezen zou worden of problemen in het

huisgezin ale sneeuw voor de zon zouden verdwijnen.

Na. deze negende november drong de bisschop er bij de

overste van het Karmelietenklooster op aan het beeld

te verwijderen en alles wat met Theunié te maken had,

zoveel mogelijk uit zijn kerk te weren. O:pnieuw werd

Theunis daardoor g~dwongen het beeld weg te halen en

dit keer plaatste hij het in een ga.ra.ge onder zijn huis,

we.ar zijn volgeling·en het op gezette tijden konden be­

zoeken.

Onder de nieuwe volgelingen bevond zich ook een

viertal mensen, da.t in de loop van de volgende jaren

de verspreiding van de boodschappen met kracht ter

hand nam.

De eerste en belangrijkste was een onderpastoor

(kapelaan) uit een parochie te Wilrijk, een van de

getuigen van het wenen van het beeld, genaamd Ivo

Celis. Deze forsgebouwd.e man, die door zijn sonore

stemgeluid en gezag uitstralend optreden als het ware

de belichaming vormde van het ouderwetse priester­

ideaal, stelde zich geheel ten dienste van de ziener.

Hij redigeerde en bekommentarïeerde deboodscháppen, die

in boekvorm werden uitgebracht; hij vergezelde Theunis

op diens tochten langs Nederlandse en 1lelgische steden

en dorpen, waar het goede nieuws van de verschijningen

werd verkondigd; en hij maakte het de kerkelijke auto­

riteiten lastig door een bisschoppelijk onderzoek te

eisen van de tranen, die hi;j zelf on<ler het miraku­

leuze beeld had opgevangen. Zijn betrokkenheid bij

Theunis en zijn recalcitrante gedrag werden door de

bisschop van Antwerpen uiteindelijk aangegrepen om

hem van zijn taak als onderpastoor te onheffen.

De tweede belangrijke f iguu:r in de g:roeperi.ng rond

de ziener hoorde eind oktober 1973 voor het eerst van

de versch.ijn.ingen, Ze bezocht Theunis in zijn woning

15

en door zijn bedaarde gedrag raakte ze al snel van zijn

integriteit en waarachtigheid overtuigd. In het dagelijk­

se leven was zij directrice van een kindertehuis voor

voogdijkinderen. Zij noemde zichzelf 1 lekezuster', be­

hoorde derhalve niet tot een of andere religieuze oon­

gre.gatie, maar leefile wel celibatair en stelde haar le­

ven in dienst van God. Ze was al lange tijd ontevreden

met de richting die de roomskatholieke kerk uitging en

zag in de openbaringen een ondersteuning voor haar be­

houdende geloof. Binnen korte tijd zette zij zich zo­

veel mogelijk in voor de verspreiding van de boodschap­

pen door ze in het Frans te vertalen, Theunis geestelijk

en materieel te steunen en de van zijn fu.nktie ontheven

onderpas·toor u:l.t Wilrijk als moderator in dienst te

nemen. Haar naam was Andr~e Lafosse.

De derde belangrijke steunpilaar van de beweging

was een maatschappelijk werkster met een jarenlange

e~varing in het organiseren van bedevaartreizen naar

Lourdes en andere plaatsen, genaamd Rosa Peeters. Ook

zij leerde de ziener in oktober 1973 kennen. Door de

orthodoxJ.e van de Ma:ria.le boodschappen raakte zij van

de ziener's echtheid overtuigd.. Bovendien zag ook ziJ

het beeld wenen, wat het laatste restje twijfel e.an

de echtheid bij haar wegnam. Al snel nam zij door haar

organisatietalent en kennis van religieuze zaken een

belangrijke plaats in onder de volgelingen. Vanaf het

voorjaar van 1974 leidde zij bijeenkomsten van volge-

1.ingen in de kloosterkerk van de Karmelieten te Mortsel

en onderhield zij het mirakuleuze Mariabeeld in de

garage.

De vierde belangrijke figuur was een Nederlander

uit zeer konservatieve roomskatholieke kring, de

jesu!et Ed Krekelberg, die de boodschappen van Maria

aan Theunis door middel van enkele advertenties, waar­

in de spoedige ondergang van .de ste,d Nijmegen werd ge-

16

p:r:ofeteerd, ae,11. de bekend trachtte te ma.ken,

Door het feit a.at hij priester was, evenals Ivo Celis,

verleende hij 'rheunis e.ls ziener een zekere mate van

geloofwaardigheicl. De (poten'bi~le) volgelingen, gezags­

eetrouw als zij opgev·oed waren, redeneerden dat pries­

ters tooh zeker wel in staat; zouden zijn om een ware

vs.n een valse profeet te onderscheiden en zij verlieten

üch dé!.arom in veel gevallen op hun oordeel. Hoewel

KrekeJbere niet cUrekt betrokken was bij d.e orga:ni­

s2.torieche leidi_ng van de bedevaarten heeft hij 1?:eker

in ile beginperiode een belangr:l.jke rol als propagan­

dist van de boodschappen gespeeld .• Tot aan 1?:ijn dood

in 1978 bleef hij met Theunis omgaan.

In de beginpe:d.ode van het ontstaan van de de-votie

voor de 'Madonna van Mortsel' kon cle ziener rekenen

o:-, vele hond.erden aanhangers. Het grootste deel van de

pelg:rims kwam uit Belgi~, enkele tientallen uit Neder­

land. en eenzelfde aantal uit de overige omringende

landen. In het begin was het enthousiasr:ie zo groot,

ant vanuit Nederland zelfs elke week busreizen werden

eeorcaniseord or:i het mira.kuleuze ~ariabeeld te gaan

bezoeken en te bi.dden op él.e plaat.sen waar de heilige

J<e.agd verschenen was. De vertrekple.at.sen waren Den Haag

en Nijmegen en soms ook Maastricht,

In de loop van 1974 nam de belangstelling geleidelijk

af, waarschijnlijk mede onder invloed VA.:n de offici~le

kerkelijlrn veroordeling van de devotie, die op 17 juni

van dat jaar we:r:d gepubliceerd. Redenen waarom de bis­

scl}op van Antwerpen, J.V, Da.om, niet in de Madonna

vAn Hortsel eeloofde werden (en worden!) niet uit de

doe1<:on gedaan. Men volstond met d.e mededeling: "Wij

achten he·~ on,rn :plfoht te verklaren dat er geen rede­

nen voorhande11 zijn om aan de voorgewende feiten een

bovennatuurlijke betekenis toe te kennen. Wij zijn

17

derhalve van oo:t•d,rnJ. <lat zij niet kunnen bijdragen tot

de ontwikkeling van ilen gezonde verering van Onze Lieve

'Vrouw, en verzoeken de :pries·bers, religieuzen en leken

?:ich er niet mee in te laten", I.n hoeve=e deze waar­

schuwjng door de (potantilne) volgelingen van de visi­

onair ter harte werèl. genomen is niet duidelijk, maar

vol;;ens de opgaven van aanhangers, die s.inds november

1973 bij Theun:Ls betrokken zijn geweest, is het aantal

deelnemers aan de bedevaarten naar Mortsel nooit lager

dan drie- à vierhonderd geweest.

Hoewel de ziener blijkens zijn dagboek gedurende de

volgenrle jaren nog vele boodschappen en visioenen

kreeg, bleven d.eze c1en zaak tussen hem en Hierboven en

duid.elijke voorspellingen zoals die over het wenen ble­

Yen uit. Een soortgelijk hoogtepunt in de be1angstel­

ling voor de Ma.c1onna was dan ook niet meer te verwach­

ten. Voor een aantal mensen, die de boodscha1Jpen had­

den e.anva.ard en ernaar trachtten te leven, bleef het

geloof in de ziener echter even groot als in het begin,

De plaatsing van een stenen kopie van het mira.kulouze

llaria1Hield te Bohan in mei van 1975 en de organisatie

van de eerste busreizen naar dit Ardennendorpje in

j1mi van da.t jai?.:r was voor hen dan ook een logisch ge­

volg van de boodschappen en de verering van de Maagd

te Hortsel, De heilige Maagd had immers gevraagd haar

te Bohan net zoals ·te Mortsel te vereren en een kapel

voer haar op te richten,

In hetzelfde j1;1.ar (1975) besloten enkele zeer

toee1mijëte volgelineen van de ziener een klooster te

Atichten om op die manier hun devotie tot de Madonna

van Hortsel-Bohan, zoals de aan 'l'heunis verschenen

heilige Maagd inmiddels genoemd werd, in daden om te

zotten, Met hulp van de direotrice van het kinderte­

huis slaagden zij erin een oude boerderij te huren in

een dorp,j e na.bij Leuven, Het woonhuis werd omgebouwd.

18

tot een verblijf voor de monniken en de bijbehorende

stal veranderde men in een kloosterkerk. De klooster­

lingen, herkenbaar aan hun zwarte kleding en houten

borstkruis, stelden zich ten doel de komst van Christus

voor te bereiden door boetedoening en gebed. Hun aan­

tal bedraagt momenteel vijf en hun inkomsten bestaan

uit pensioenuitkeringen en de verdiensten voor werk­

zaamheden in het kindertehuis, waar twee va.n hen als

naohtwe.ker zijn aangesteld.

De oprichters va.n dit kloostertje waren een zestig­

jarige ziekenverzorger en een tot het katholicisme be­

keerde dominee. De eerste werd de abt van het klooster,

de tweede trad echter niet in, omdat hij getrouwd was

en he·t celibaat voor toetreding vereist was. De offi­

ci~le katholieke kerk heeft zich tot nu toe n:i.et veel

van het bestaan van het klooster aangetrokken. De deken

van de parochie waartoe de omgebouwde boerderij be­

hoort is ook eerder nieuwsgierig naar wat zich binnen

de kloostermuren afspeelt, dan dat hij tegen de broeders

aktie onderneemt. Voor het kerkbezoek maakt het kloos­

ter en de vieringen die daar gehouden worden, weinig

verschil, aangez:i.en de meeste deelnemers van elders

komen.

Uit alles valt op te maken, dat de broeders uiteinde­

lijk toch erkenning van hun gemeenschap door de rooms­

katholieke kerk nastreven, d:i.e tot nu toe is u:i.tge­

bleven. Ook al beschouwen zij de ziener Theunis en

zijn helper Celis als hun direkte oversten, uiteinde­

lijk erkennen zij toch het gezag van de paus en zolang

de lagere kerkelijke oYerheden hen geen strobreed in

de weg leggen, valt een spektakulaire toe- of afname

van he·t aantal kloosterlingen niet te verwachten: de

e;roep van mensen waaruit de broeders zijn voortgekomen

is zo klein, dat het kloostertje eerder voorbestemd

19

lijkt een zachte dood te sterven.

De instelling van de bedevaar·~ naar Bohan en de op­

richting van het kloostertje betekenden een zekere

mate van institutionalisering van de beweging rond

Theunis. Was het daarvoor nog zo, dat zijn volgelingen

hem spontaan en op eigen initiatief bezochten en voor

het miraku.leuze beeld hun gebeden naar de Hemel opzon­

den, de geregelde bedevaart en de wekelijkse bijeenkom­

sten in het kloostertje onder:leiding van de ex-kapelaan

en rechterhand van de ziener stroomlijnden deze

onregelmatige bezoeken. De visionair zelf begon zich

intussen steeds meer uit het openbare leven terug te

trekken en thans vertoont hij zich nog maar zelden op

de talrijke bijeenkomsten, waar vooral d.e 'harde kern 1

van de aanhangers elkaar ontmoet.

De toenemende institutionalisering ve;n de beweg:ine;

blijkt ook u.i. t de oprichting in 4.979 van een vereniging

met de naam 'Amici van Mortsel-Jlohan', die tot a.oel heeft

a.e devotie tot de Madonm•. van Mortsel-Bohs.n te bevor­

deren en er inmiddels met behulp van giften in geslaae--d

is een kapel te Jlohan te bouwen. Oo!: al .i.s de devotie

nooit kerkelijk goedgekeurd, de ziener en zijn volge­

lingen beschikken nu tenminste over een plaats van samen­

komst, waar men altijd de hulp en genade van Onze Lieve

Vrouw af kan smeken.

Op dit moment nemen maandelijks enkele honderden

pelgrims aan de bedevaart naar Bohan deel. Een vijftig­

tal fervente volgelingen ontmoet elkaar veel vaker en

vormt met elkaar als het we.re een alternatieve parochie,

met als middelpunt het kloostertje te Bierbeek nabij

Leuven. Zij zijn de ontheemden, a.e onterfc1en over wie

de skriptie handelt.

' 1 00PIJSTUK 2

~lU.~~ .e?:'l'aripeJ?.n

AJ_ s gevolg van de geb:ruikte onderzoeksmethode is

het ni_et morrelijk een volledi_g beeld te schetsen van

~-e volgeli_neen, De gegevens Wl'l.a.rop ik mijn int'lrukken

t"_secr zijn niet afkomstie uit een survey-onderzoek

"'12.2.r uit ongestruktuxeerde interviews met 27 volge-

en ex-volgelingen van Theunis, die voor het

~1erendeel behoren of behoord hebben tot de meest fer­

'.'ente kring vs.n ae.nha.ngers. Of deze uitspraken op-

r:raan voor de grotere groep van pelgrims is niet met

c;e}:erheid ·te zeggen, ma.ar op grond van observaties en

1'.fe;2.ande op wat de ge!nterviewden mij verteld hebben,

lij 1".en de verschillen tussen de leden van de 'kerngroep'

en de 'gewone' pelgri1'1S te verwaarlozen.

De volgelingen van Theunis kan Men verdelen in een

':è_ eine groep van vijftig tot zesti:s 'getrouwen 1 en

<?.en crote groep van vijf- tot zeshonderd pelgrims.

Het onderscheid ligt in de mate waarin men zich met

cle profeet ge~ngageerd heeft, wat onder andere tot uit­

é1.ru.1d::ing komt in de mate van deelname aa:n de verschil­

lende bijeenkomsten, cUe door Theunis en de zijnen ge­

orgrmiseerd worden. De leden va:n de kerngroep nemen

deel aan '\rrijwel alle vieringen, de gewone pelgrims

e.1.leen aan de mae.ndelijkse bedevaart. Engagement is

ool: af te lezen aan de mate waarin men gelooft in de

'hoodochappen en verschijningen aan Theunis en aan

de hoeveelheid tijd, geld en energie, die men aan de

devotie tot d.e Madonna van Mortsel-Bohan besteedt.

Terwijl c1e gewone bedevaartga.ngér, in de voorzichtige

ove:rtuiging dat Maria aan de Antwerpse telefoonbediende

21

verschenen is, zich éénmaal per maand naar Bohan be­

geeft, is de 'ware getrouwe' geheel vertrouwd met de

boocl.schappen en visioenen, die de ziener beweert ge­

had te hebben, besteedt hij veel tijd 'en ·ene:rgie aan

'Bohan' en is hij steeds bereid van zijn geloof te ge­

tuigen en voor de profeet op de bres te springen zoals

1iijvoorbeeJ.d door het schrijven van br:!.even aan jou=a-

1 i.sten, d.ie zich in woorà. of geschr.ift kri t.i.sch over

hem en zijn madonna hebben uitgelaten.

De gemiddelde leeftijd van de 'getrouwen' is vrij

hoor, en ligt tussen de vijftig en de zestig jaar.

De meesten van hen zijn vrouwen die in het huishouden

werkzaam zijn, De beroepen van de mannen zijn zeer

uiteenlopend (ziekenverzorger, technisch tekenaar,

politieman, leraar duits, banketbakker, handelsrei-

7.iger, wijnhandelaar, belastingambtenaar, viswinke­

lier, r;roenteman, boer en fabrieksarbeider).

De vrouwen met een beroep ~ijn meestal in de verzorg~n­

de sektor werkzaam of werkzaam geweest (maatschappelijk

werkster, verpleegster). Zowel van de mannen als van

de vrouwen met een beroep was een deel gepensionneerd.

Linderen ziet men nauwelijks en ze zijn meestal

niet ouder dan 12 of 13 jaar. Meestal komen ze met de

ouders mee en kan men ze om die reden niet beschouwen

als volwaardige groepsleden.

Naar kleding en taalgebruik te oordelen wijken de

meeste pelgrims niet veel af van het hier geschetste

beeld. De meesten van hen zijn waarschijnlijk van het

1ila tteland afkomstig en de hoeveelheid boeren en laag­

betaalde arbeiders met een geringe opleiding onder hen

is 1raa:rschijn1ijk groter. Dit valt onder andere af te

lei.den uit de manier, waarop de 'getrouwen' over hen

s~rel:en.

De organisatoren van de bedevaart naar Bohan, met

n8.ne Rosa Peeters, Ivo Celis, Andr~e Lafosse en de

22

Nederlandse promotor Ed Krekelberg hebben duidelijk meer

opleiding genoten dan de rest van de volgelingen, Ze

worden door hen dan ook beschouwd als .betrouwbare auto­

riteiten en hun gezag wordt zonder meer aanvaard.

2.2 ,g_eloof~o~vattin~en

De 'boodschappen' van de heilige Maagd, zoals Theunie

die in zj_jn dagboeken heeft beschreven, zijn overwegend

somber van toon en dreigend van inhoud. Telkens wordt

gewag gemaakt van een spoedige ondergang van de wereld,

omdat de mensheid zich van God heeft afgekeerd en zich

slechts op aardse genoegens richt. Verschillende malen

herinnert de llemelmoeder eraan, dat Zij ook in andere

versohijningeoorden de mensheid heeft trachten te be­

hoeden voor dit kwaad, zoals te San Da.mie.no en te Fatima.

In de laa.tste plaa;bs heeft zij de zieners een drietal

geheimen geopenbaard, waarvan er twee beken;l.gemaakt,z:j.j:q,

maar waarvan het derde nog steeds door het Vaticaan

geheim gehouden zou worden. De eerste twee hadden een

duidelijk apolrnlyptische strekking. Het derde gehein

beweert Theunis te kennen en in opdracht va.n de heilige

Maagd openbaar te moeten ma1::en. De tekst luidt al<lus( 6):

",,,De mens zal rede en verstand ontnomen worden, de mens zal aan dier en dier zal aan mens gelijk zijn, de mens zal als een dier, vechtend voor zijn behoud zijn medemens afslachten, de mens zal geen notie meer hebben van tijd en ruimte, wat leeft en beweegt zal voor é"llruime tijd onbeweeglijk blijven, zon, maan en sterren zullen ver.duisteren, de licha­men zullen barsten tot bloedens toe, ter plaatse ver.dorren en vergaan, in d.e hevigste pijn zal de cl.oodstriji zijn, de levend.en zullen de doden ben5.j­den, ten laatste zal de aardkorst opensplijten, en als een wild dier met opengesperde muil allee ver­slinden en verzwelgen •• ,"

De meeste volgelingen zijn er diep van overtuigd,

dat dit angstaanjagende gebeuren op korte termijn"plaats

zal vinden. Elk nieuwsfeit bevestigt deze sombere visie:

misdaden en oorlogen, barre weersomstandigheden en zelf­

moorden, alles past in het kader van de komende apoka-

23

kalyps. Een ge:pensionneerde maatschappelijk werkster

zei daarover:

", •• Door de ontaarding gaat de wereld ten onder. Wat gebeurt er al niet nu? Ze·t de radio, de tee­vee maar aan. Gebeurt er nog iets positiefs? Het is allemaal banditisme, moorden, oorlogen. En uit wat komt 1 t voort? Door de zonde!"

Een zestigjarige vrouw, die de eerste veertig jaar van

haar leven op een boerderij heeft doorgebracht, be­

schouwt de weersomstandigheden ale een duidelijke aan­

wijzing voor wat komen gaat:

", •• I,uister, toen het vorig jaar zo sneeuwde, was er hier ook veel, h~, maar wat heeft Nederland niet gehad? De boeren konden niet meer aan eten komen en ze konden hun melk niet meer kwijt!"

Een andere boerin ziet de tekenen van het verval ook

overal om zich heen en merkt daarover opi

",,,Als het zo doorgaat, moet je over tien jaar je huis met een geweer bewaken: kijk maar in de gazet, Ik denk dat d.eze tijd, zoals het nu is, niet lang meer kan duren. Het is ál hoerderij, misdaad, drugs en ego!sterij,,,die zelfmoordenaren, die hebben toch niks meer om zich aan vast te houden!"

Voor een wereld die al zo vervallen en gekorrumpeerd

is, lijkt geen redding meer mogelijk, Het helpt niet

meer om de mensheid ervan te overtuigen, da·t het anders

moet. l3J.dden en boete doen geeft misschien nog enig

respijt, Dat is althans de visie van een zeventigjarige

dame uit Den Haag:

" ••• Alleen door het gebed kunnen we helpen en het voorbeeld zijn voor andere mensen, dat kan, maar voor de rest kunnen we niks met onze woorden, niks, Jaaaa, ze zullen je goed aanhoren, maar als ze weg zijn zullen ze zeggen: wat een leip! Zo iri het tegenwoordig met het mensdom, •• "

Het beate is, zo redeneren de volgelingen, om je han­

den van deze wereld af te trekken en je op God te rich­

ten. Datgene waartoe de hemelse boodschappen oproe­

pen, boetedoening en gebed, wordt gezien als de enige

weg tot redding. Een handelaar in wijnen vertrouwde

24

mij toe:

" ••• Vooral het lijden ia voornaam in de redding. Offers moeten er gebracht worden. Veel mensen, die in Mortsel-Bohan geloven, brengen in stilte gro­te offers voor de redding ••• "

Dat deze redding niet voor iedereen is weggelegd en

dat slechts een handjevol mensen het rijk va.n God na

de grote afrekening zal binnenga-an, ia voor een aa.ntal

volgelingen een uitgemaakte zaak, In de boodschappen

aan de ziener wordt gesproken over een zogenaamde 'be­

schermde streek', waar de getrouwen op het einde der

tijden zullen terechtkomen om gespaard te blijven.

Zijn aanna:ngers geloven, dat elk land zo'n besohermde

streek neef't, me.ar in de boodschappen is alleen sprake

van de streek tussen tte drie versohijningsplaatse:n Ban­

nemx, Beauraing en Bohan (zie kaart), De veJrschijningen

van de heilige Maagd te Ba:nneux en Beauraing in respek­

tievelijk 1933 en 1932 zijn door de roomskatholieke kerk

erkend en genieten in kringen va.n Me.ria.vereerders :reeds

lang·e tijd grote populariteit. In het kommentaar op de

boodschappen in het dagboek van Theunis wordt er her­

haaldelijk op gewezen, dat 'Bohan' geheel en al aansluit

op 'Banneux en Beauraing•. E'n va.n de volgelingen, een

veertigjarige belastingambtenaar en vader van acht kin­

deren ziet heel duidelijk, dat de getrouwen die voorbe­

stemd zijn om naar de nieuwe wereld te gaan, in de streek

tussen die drie plaatsen samengebracht zullen worden:

" ••• Dat einde zal nog binnen mijn leven komen. Dat staat oo:li: in de boodschappen. De getrouwen, de getekenden zullen na.ar de beschermde streek gebracht worden. Die bestemd zijn om naar de nieuwe wereld te ga.an, zullen daar verzameld worden, •• "

Deze nieuwe wereld zal, ~o luiden de boodschappen,

gevestigd worden door de wedergekomen Christus zelf.

Roe deze nieuwe wereld eruit zal zien, weet alleen de

ziener aan wie alles in visioenen getoond is en die door

25

de Heer zelfs zou zijn meegenomen in de toekomst. De

profeet beschikt daardoor over kennis die voor ande­

ren niet toegankelijk :l.s en waardoo:i:; hij onder zijn

aanhangers groot respekt geniet. Als bemiddelaar tus-

éen de mensen en God ia hij zêlfa op;à.ë hoogte van het

feit wie deze wereld wel en wie deze niet zullen binnen­

ga.an, maar als we mogen geloven wat de organisatrice van

de bedevaarten, Roea Peeters, daarover zegt, is God dis­

kreet genoeg om Leon daarover te laten zwijgen:

",, • Ik heb eens aan Leon gev:raagd. hoe die nieu1:e wereld eruit zal zien. En hij zei: 'Dat kan ik niet uitleggen, Een zonovergoten landschap met bloemen en ga zo voort en dan ben je een duizend.sta deel op weg.• Hij weet •t wel, hij heeft het ge­zien, hij is er geweest! Hij heeft ook mensen van ons gezien, maar hij mocht niet zeggen wie hij tegengekomen is!"

Wat de gewone volgelingen overblijft is fantaseren

over de paradijselijke ·toestand, die de werkelijk

uitverkorenen te wachten staat. Eiin van de bedevaart­

gangerc, die de milieuvervtdling als een duidelijk te­

ken van het hedendaagse verval ziet, zegt daarovei~:

" •• ,De nieuwe wereld? Schoon, hi, Ik fantaseer er n5.et veel over: we zullen gewoon gelukkig zijn, dat is alles. Ik denk dat •t zal l.ijken op het aards paradijs, Ik heb vroeger nogal veel gereisd, schone landstreken tegengekomen, Spanje, Zwitser­land, Dat zal •t wel benaderen. Zonder vervuiling dan~ u

V66r de nieuwe wereld tot stand zal zijn gekomen,

heeft zich naar de mening van de pelgrims eerst een

v:reselijke ramp met de oude wereld voltrokken. Een

aantal volgelingen staa·t duidelijk voor ogen, hoe de-

ze kata.strofe zal verlopen en zij geloven, dat de eind­

tijd in feite al is aangebroken. Wie goed om zich heen

kijkt, ziet volgens hen waar het naartoe gaat. De te­

kenen bestaan niet uit oorlogen en misdaden alleen,

maar ook uit de duivelse prakt.ijken van twee aa.:dsvij­

a.nden van de Ene Ware Kerk: het internationale kommunio-

26

me en de vrijmetselarij. De eerate vijand zal de kerk

en het geloof van buitenaf vernietigen. Luister bij•

voorbeeld naar wat enkele pelgrims hierover te zeggen

hebben:

" ••• Er zal een geweldige oorlog komen, d1e nie~s za~ ontzien. Met atoombommen. De Rus zal hier komen: sleohte behuizing, ziekten, hongersnoden.,.•"

" ••• Rusland zal eerst zijn verderfelijke theoriein over de wereld verspreiden en dá'.n zal het door de Vader gebruikt worden om de wereld te straffen. En fa het kommunisme al niet verspreid over de hele wereld?"

" ••• In de apokalns ie de Koning van het Noorden Rusland, dat zijn kommunieme over de hele wereld verspreidt. Kijk maar naar Afghanistan, Iran wat vroeger Perzi~ was, Egypte zal ook een rol spelen. Rusland hf6ft zijn dwaalleer al over de wereld verspreid, wat in Fatima al voorspeld is ••• overal is oorlog, opstand, maar nu erger dan vroeger ••• dit îs de eindtijd!"

De tweede vijand, de vrijmetselarij, zal de kerk en

de samenleving van binnenuit bedreigen, Enkele :pelgrims

hebben de ma.nier waarop dit gebeurt zelfs van nabij le­

ren kennen. E6n van hen ziet dat vooral j;n de wijze

waaro:p de milieuvervuiling om zich heen grijpt:

"",Ik ben er zeker van, dat het wereldeinde komt, alleen die milieuvervuiling al, Ik heb in die be­vuiling ook inzicht gekregen,,,omdat we niet bidden hebben tegenstanders dat systematisch doorgevoerd. Dat zijn de mensen van de Loge, vrijmetselaars ••• "

Een andere man, die zich jarenlang aktief heeft ingezet

voor de gelijkberechtiging van Vlamingen en Walen ver­

telt hierover: 11

, •• Het is de vrijmetselarij, die verhinderde dat de verhouding Vlaa.ms-Frans in dat ziekenhuis ge­lijk werd. Die vrijmetselarij heeft de macht in de werel<l. Voor mij was dat ook een bevestiging, dat ik op het goeie pad was e:n weer moest gaan bidden: ik zie dat dát de eindstrijd, de maohtsètrijd van het einde der tijden is •• ,"

De boodschappen van de heilige Ma.agd zijn niet op

27

alle punten even duidelijk, Wat betreft de 'beschermde

streek' bijvoorbeeld is het niet duidelijk of alle be­

woners van het gebied tussen de plaatsen Bohan, Beau­

raing en Ilanneux gespaard zullen blijven, of dat hier

slechts de echte getrouwen, de volgelingen van de zie­

ner a.us, verzameld zullen worden om te wachten op de

nieuwe wereld. Ook het precieze verloop van de wereld­

onderga.ng, die in het aan Theunis geopenbaarde 'derde

ceheim' zo beeldend werd beschreven, is de volgelingen

niet al te duidelijk, Wa.a.r men het in grote lijnen

echter wel over eens is, is dat:

1) De apokalyps zich binnen zeer korte tijd zal vol

trekken,

? ) De wedergekomen Christus vervolgens een nieuwe

wereld zal stichten en

?) De cetrouwen, dus zij die zich aa.n de boodschappen

hebben gehouden, gespaard zullen blijven en in de

n.ieuwe wereld een paradijselijk leven zullen leiden.

Tiet protest VPJ:J de volgelingen richt zich Eli.eenlijk

tegen a.e hele moderne wereld. Bepaalde kenmerken vru1

cle moderne samenleving wekken ech·!;e:r meer afschuw op

ilan ande:!!e. Vooral vrij ere opva.ttingen op het gebied

yan de moraal en de ethiek zijn in de ogen van de vol­

gelingen aanstootgevend, met name de liberalisering

ve.n ,<\bortus, l ossere zeden op sexueel gebied en moderne

iclee§n over huwelijk en samenwonen. Ten grondslag aan

het protest op deze drie gebieden ligt de angst voor

ho·t; \"eréhl.ijnen van het gezin als fundament van de srunen­

levinc. In het volcrende gedicht, opgenomen. in hèt dagboek

"!an Theun5.s, Hordt a.an dit protest vormgegeven:

"Jezus heeft steeds in Zijn Kerk, voortc;ozet het verlossingswerk ".18.Rr wora.t in de huidige da.gen 1H.Jor opnieuw aan het kruis eeslaeen!

28

Een satansgeest heerst i.n Zijn Kerk vernielt stelselmatig het Liefdeswerk treft !Tem juist in 't onschuldig kind, dat Hij 't meest van al bemint,

In de brutale overmoed, weet r1en niet meer wat men doet. Zelfs 't geschapen embryo, Telt men niet meer, Yermoord.t het zo!

Wat God d.us d.oor Zijn schepping gaf, neemt de mens gewoon weer af! Dat dit om wraak roept ziet men niet. God straft d.i't heden of in 't verschiet!"

Het protest tegen veranderingen en vernieuwineen

.i.s het vurigst wanneer het ve:t"'l'.l.ieuwingen binnen de

roor.mka:tholiel:e kerk betreft, Veranderincen op het

gebied ve.n de eredienst spe.nnen daarin de kroon. 'De

Jrnr:ununie op de hand', dus het ontvangen van de heilige

hostie op de hand in plaats van rechtstreeks op de tong

zoals dat vroeger gebruikelijk was, vinö. t men uit èlen

"boze, I'l~.a.:r ook de afzwakking van de zondagsplicht door

a.e instelling van de heilige mis op zaterdagavond die

'telt' als zondagsmis wekt grote erger.nis. Een vijf­

tigjarige lerares merkt h.i.erover op:

", •• Volgt het roomskatholicisme nog de ware leer, volgt ze dat nog? De ware leer is het evangelie, niet wat de paus zegt. Neem nu de Tien Geboden: Heilig de aag des Heren. Dus geen twee dagen des Heren!"

De l:.ommunie op de hand is een andere uiting van het

verval, die door de pelgr.i.ns fel wordt br~kri tioeerd.

J,u.i.r;ter bijvoorbeeld naar de volgende uiteenzetting

van een handelsreiziger:

" •.• De werkelijke leer van de katholieke kerk over a.e eucharistie is, dat 't om een dubbel mirakel gaat. net eerste is, dat door de woorden van de pr.i.ester 'Dit is Mijn L:i.ohaam, dit is Mijn Bloed' date·ene wat op het altaar staat, water en brood., op hetzelfde moment van substantie verandert in

het lichaam en bloed van Christus1 Een fysisch gebeuren. Jiet tweede mirakel is - omdat je dus eigenlijk Christus moet kunnen zien - dat uiter­lijk de gedaante van het brood en de wijn voor de zintuigen in alle opzichten bewaard blijven1 Dus 't smaakt als brood, •t voelt aan als brood, 't ziet eruit als brood& Dat is de essentie van het katholiek geloof, wie daaraan ·to:l.'nt is er­naast, Je mag zelfs niet aannemen, dat 't 66k nog brood is, dat is een ketterij ••• "

Met andere woorden: als men de gelovigen de hostie

op üe l1ancl geeft, bezoedelt men eigenlijk het Li­

chaam van Christus en dat i.s een grote ~.onde. In

a.eze ui tl eg van het m.isoffer blijkt de sterk behouden­

de mentaliteit van de pelgrims, die zich daarin ge··

Gteund voelen door de verschijningen van de heilige

l!ll.agd aan Theunio. Datgene wat r.ien van belang vindt

om te behouden is in de eers·te plaats de vertrouwd.e

geloofspra2:tljk, leerstell:l.ee vernieuwinrren vormen

veel minder voorwerp van kritiek. Men ziet het wezen

ve.n het geloof eerder in het 'dubbele mirali:el 1 va.n

het misoffer dan in het antwoord op d.e v:re.ag wat het

evangelie betekent vooi· onze houding in de huidige

rrnmenlevinrr. Eigenlijk wil men weer terug naar de kerk

vrm Vroeger met haar processies, kruiswegen, pon tifi­

cale riissen en gregoriaanse gevmgen. Vooral de oudere

pelgrif'ls zijn op zoek naar het verleden, toen er in

lrnn orren nog plaats was voor het mysterie en het r1ira-

1:81 en het geloof nog werkeli.jl: beleefd kon worden,

De volgelingen van Theunis heb'ben door de vernieuwin­

gen binnen en bui.ten de kerk het gevoel gekregen hun

ve:rh.•ouwde thuis te zijn kwi.jtgeraal<t en men kan der­

h".l ve r;preken van onterving. Deze onterving is echter

niet alleen van kulturele aard, ma.ar ook van psycholo­

c;i.sche aard. De pelgrims onder leiding van de ziener

zijn niet alleen in konf1ikt met de moederkerk door

c1e l'.!odorni.::;eringen vfl.n de geloofspraktijk en de ge-

3.0

wijzigde accenten op het gebied van de leer, maar ook

omdat men gevoelematig van de kerk vervreemd is geraakt.

Vandaar dat men de bedevaart ziet als een uitingsvorm,

die de mogelijkheid biedt zowel de vertrouwde rituelen

in stand te houden als deze op de geëigende manier te

beleven, In de volgende paragraaf zal daarom ingegaan

worden op de religieuze praktijk van de volgelingen

en de manier, waarop deze beleefd wordt.

2.3 ll.!,_religi~~ze J?.r.~.i~

2.3.1 l?_e_m~d~lij)is,Ç?, 1l,ei!,eza!:.ri

De maandelijkse bedevaart is het hoogtepunt van de

religieuze praktijk van de pelgrims. Elke laatste za­

terdag van de mi.and vertrekken vanuit een vijftien-

tal plaatsen in Belgi5, Nederland, Frankrijk en soms

uit Duitsland bussen, die tussen de vier- en de zes­

honderd l)edeva.artgangers naar Bohan brengen. Daarnaast

bereikt een aantal pelgrims het heiligdora op eigen ge­

legenheid, Wanneer de 1rnersomstandigheden de tocht naar

Bohan onmogelijk maken, wordt het reisdoel verlegd

naar Bierbeek, Dit wae het geval op 29 december 1979, toen ilc in het kader van mijn leeronderzoek per bus

vanuit Den Haag na.ar Bierbeek meereisde. De noteerde

het volgende:

"·"Om zes uur 's morgens dien ik -op de plaats van vertrek te zijn, de. hal van een flat aan d.e rand van Den Haag. Bij mijn aankomst zie ik de pelgrims door de glazen haldeur staan. De meesten zijn don­ker gekleed, oudere vrouwen met dikke zwarte bont­mantels en een enkele me.n, de ha:ren keurig geka.nd en met glimmende schoenen. De leiding is in han.den van een kordate bejaarde dame met wie ik enkele we­ken eerder een uitvoerig gesprek over de bedeve.art en de verschijningen van Maria heb gehad, Zij beb weerde onder andere op wonderbaarlijke wijze eene­zen te zijn in Banneux, waar zij ook haar man op latere leeftijd leerde kennen. Van de overiee aan-

31

wezigen ken ik niemand. Er wordt gepraat over de vorige bedevaart en over Theunis, van wie men zich afvraagt of hij aanwezig zal zijn, De leidster, aan wie men deze vraag voorlegt, antwoordt dat ze dat niet precies weet, want: "God zendt hem waarheen Hij wil", en è.at zou wel eens niet nas.:r :Bierbeek hoeven te zijn" Wanneer de bus a=iveert, 'blijkt slechts de helft van de plaatsen bezet te worden, ma.ar een ou­dere dame verzekert mij, dat onderwerr nog meer mensen zullen worden opgehaald.

Meteen na vertrek vraagt de reisleidster wie de eerste rozenkrans wil vó6rbidden en :pror:rpt neemt een indische dame van middelbare leeftijd het woord. Ik krijg een rozenkrans toegectopt, mM.r v66r ik eon woord kan uitbrengen barst H: vanwege een allerc·ie in een hoest- en niesbui uit. Wanneer ik weer wat ben bedaard, komt de reisleidcter weer naar mij toe, klopt mi;j ber.10e­digend op d.e schouder en zeet: "Bid maar eens flinl: mee, dan zal Onze Lieve Vrouw van Bohan jou daar wel van2.f helpen!"

Vele weesgee;roetjes en onzevaders later e.rri­veren we in llortsel, waar voor de kloosterkerk van. de Karmelieten wordt gestopt. De leidster kondiet aan, dat de mis in de bijkapel juist ten einde J.oopt en dat we daarom nog net even nae.r binnen kunnen om de ]Jle.a.t:ë te bezoeken, we,a:r:- de heilice NHo.gd a::m Theunis verschenen is. In c1e kleine kapel wijst men ellrner een be el teni:o vsn Maria aan, die wordt overschaduwd c1oor een pa1m. Deze plant zon af en toe met d.e blad.eren wuiven en vooral wanneer Haric verschenen was.

Na afloop vtm do nis, d.ie c'loor een han(ljevol mensen wordt bijgewoond., otellen de pelg.rü1s zich in een rij op om het Mariabeeld te kussen. De :riries­ter, die zich op11aald om a.e viering te belHnd.igen, wuift de pelgr.ins echter weg. Zachtjes mor:ipelend la.ten mi,jn busgenoten zich van het beeld. verdrij­ven en eenme.G.l terug in de bus spreekt rien schanil.o van dit priesterlijke o;;itreden. De rest van de tocht bidt men opnieuw cle rozenkra.ns."

Gewoonlijk komt men tesamen op een !Jlein achter do

dorpskerk te Bohan, VP.nwaar men te voet naar cl.e bede­

vaartwel.de vertrekt. Hoewel Theunio de heil.i.ce !-laé'.ga.

voor het eerst langs een wegeetje vl<i.k bij het dorp

heeft waareenomen, mislukte de pocing O!'! het terro:i.n,

waarop :dch dit boveruJ.atu.urlijl:e fei·t zou. hebben vol-

32

trokken, aan te kopen. E~n van zijn aanhangsters bleek

eehter drie kilometer heuvelopwaarts een stukje land

te bez:l tten, dat voor de bedevaart geschikt werd ge­

maakt. Het laats·te deel van c1e tocht wordt daarheen

te voet vamd het dor1)splein afgelegd. Voor veel pel­

t:;rims is deze wandeling vermoeiend. De meest gebrekki­

cen m<'d~en de tooht niet mee e:n worden per bus naar de

bedevaa:dweide gebraoht, Geduronêl.e de tocht naar boven

wordt voortdurend gebeden e:n gezongen. Mannen met blauw-

11i.tte banden om de arm drac;e11 zorg voor een vlot ver­

loop en regelen zo nodig het verkeer.(7)

De bedevar;.rtweide ligt aan de rand van een weg op

een cloo]'end terrein tussen enkele vennetjes. Va:n de

c;loo'tne is handig gebruik genaakt voor de plaatsing

vn.n banken, waardoor de indruk van een openluchttheater

is ontstaan, Op a.e plaats waar dan een podium zou moe­

ten ~üjn, staat hier echtiir een flink altaar tegen

een a.ecor van witte en blamie vertikaal opgehangen ba­

nen sto~. Rechts naast het altaar staat een witte,

uit steen gehakte kopie van hot mirakuleuze !!aria beeld,

1!8.o.rvan het origineel zich in de garage van Theunis

bevindt, V66r dit beeld staan tientallen vazen met

bloenen en is een vierkante meter erond belegd met

rode steentjes, waarvan de pelgrims geloven dat wie

de.ar op gaat staan om tot !Ia.ria te bidden inderdaad

cle c;evraagde e;unsten verkrijgt. I,inks van het altaar

:i.s een viertal koorbanken geplaatst, 1raar de broeders

uit het kloostertje te Bierbeek en de mannen van de

orcledienst plaatsnemen. V66r deze ban.l{en staa·t de

1).i.clstoel van de ziener~

Zodra <le stoet de weide heeft bereikt en ieder-

een eezeten is, beeint een gezongen latijnse mis, die

onr,·evèer een uur duurt. Het hoogtepunt van deze vie­

rinr; :Ls de kommunie-uitreiking, Samen met de priester

33

die de dienst laidt 1 deelt Theunis dan de hosties

uit, Na de mis gaat men per bus naar Bohan terug,

waar een verf:rissing wordt gebruikt en wordt gegeten.

Om drie uur 's middags is iedereen weer o:p d.e bede­

vaartweirle terug om de kruisweg te bidden. Na afloop

van deze bijeenkomst keren de meeste pelgrims lmiswaar·ts.

De bedevaart, maar ook de religieuze bijeenkomsten

die gefüu•ende de rest van de maand worden georgani­

seerd, zijn gelegenheden om via :Maria met God :i.n kon­

takt te komen. Dit wordt door de meeste pelgrims zo

gezien en het is tevens het uitgangspunt voor de be­

schrijving van de betekenis van deze samenkomsten. In

de volgende uitspraak van een wijn11a.:nà.11la.ar komt deze

visie beeldend tot uitdrukking: 11 ,.,Iledevaartplaatsen zijn genadeoorden waar de hemel de aarde raakt, waar bidden het gemakke-1.i.jkst is en waar verbindJ.ng met God het gemak­kelijkst is ••• "

De bedevaartweide kan men om die reden dan ook beschou­

wen als een heilige plaats, die op veel bedevaartgan­

gers in de meest letterlijke zin van het woord aantrek­

kingskracht uitoefent, zoals uit de volgende opmerk.tn­

gen mag blijken:

" ••• die (:plae;ts) oefent een grote aantrekkings­kracht op ons uit. De word er werkelijk naartoe getrokken!"

" ••• op een gegeven moment voelde ik mij gedreven n naar die bedevaartplaats, alsof een grote onrust zich van mij meester had gemaakt,,,"

De nadering van deze heilige :plaats brengt bij veel

:nelgr.ims emotionele reakties teireeg en vooral tijdens

de voettocht is he·t niet ongebruikelijk dat er ge~·

hui.lel wordt. De inspannende tocht bergopwaarts draagt

ongetwijfell'l bij tot die toenemende religieuze opwinding.

Sornrligen zien de tocht als een symbolisering Vrn:J. de le-

Vl!lnsweg, die smal en moeilijk begaanbaar is, maar

mits op de juiste wijze en zonder afdwalingen be­

wandeld, na.ar de hemel voert. De vermoeienissen die

de processie met zich meebreng~, hebben voor de pel­

grims bovendien de betekenis van een boetedoening,

het uitboeten van de zonden die men begaan heeft.

De ziener zelf benadrukt dit doo:r zijn gedrag zeer

sterk, In mijn dagboek tekende ik daarover het volgen­

de op:

"Bohan, 26 augustus 1978

De zon schijnt fel en er staat wei:niR" wind. In de verte schittert het goud van de geborduur-de kazuifels· en boven dè stöet wiegt het balda.­kijn, WS.1.U'QD.der de priester met het allerheilig-ste voortschrijdt. Wa:rmee:r de stoet de laatste bocht in de weg ingaat, zie ik boven de mensen­massa een balk verschijnen, die langzaam meebeweegt. Bij nadere inspektie blijkt het een kruis te zijn, zo'n drie meter in lengte en uit stevig hout gefa­briceerd. De ziener, die de zware last op de schou­der torst, loopt het zweet over het gelaat. Rond­om hem veel betraande gezichten, veel mensen bidden hardop. Naast mij begint men mee te biddcm, eerst fluisterend, dan ha.reler. Zakdoeken verschijnen en op het moment dat de ziener de trappen naar de bedevaartweide bereikt, barsten sommigen in tranen uit. Met &&n arm wist Theunis zich het zweet van het voorhoofd, Stapje voor stapje tilt hij het zware kruis de treden af. Het laatste rechte stuk naar het altaar sleept het lange einde van het kruis over de grond. Samen met twee mannen van de ordedienst richt hij tenslotte het kru5.s e.chter het altaar 011. Het is volbracht, a.e viering kan beginnen •• ,"

De misviering en de kruisweg la.ter op de dag worden

door de :pelgrims al evenzeer meebeleefd als de hier­

boven beschreven lijdensweg van de ziener. Vooral de

konununie 5.s een moment van grote emotionele betrokken­

heid, Een van de mannen van de ordedienst beschrijft

dit zo:

"•"Bohan is Jezus, h~" .het toppunt van de dag is de kommunie, cloor het bi.del.en de hele dae h-un je over niets anders meer spreken, je bent er de hele d.a.g mee bezig, •• "

35

Men kan zich voorstellen dat veel mensen de ze-

gen, die Theu:ni.s aan hs·t einde van de dag aan allen

geeft, ervaren als dirskt van God afkomstig. Ook het

fäi t dat een leek zoals Theun:!.s de hosties uitreikt,

verwijst naar de bizondere plaats die hij inneemt.

Volgens de aanhange:r.s van de ziener mag hij deze

taken alleen ma.ar verrichten, omdat hij daartoe

rechtstreeks van God. opdracht zou hebben gekregen,

zoals uit de volgende uitspraken blijkt:

". , • hij mag zegenen in Ons Re er Zijn naam, want Hij heeft de opdracht gegeven: 'uw handen zijn uw handen niet meer, maar de Mijne. Als gij zegent, zegen Ik~ •• "

" ••• hij m~g de kom:mu:nie ui td.elen, omdat Onze Lie­ve Heer gezeeü heeft, dat-ie het mo~st döen. Theu­nis was ertegen, dat leken de kommunie uitdelen, maar hij moest het doen!"

Ook tijdens de kruisweg is de rol van de ziener

prominent, Tezamen met de priester loopt hij aan de

kop van de stoet, die bij elke statie de gebeden uit­

spreekt. In de gedachtenga.ng van de pelgrims is het

lijden dat hij alo gevolg van de verschijningen door

moet r1a.ken zeer re!lel. In à.e volgende uitspraak wordt

d.it op treffends wijze tot uitd:rukldng gebracht:

" ••• De kruisweg? Iedere statie is voor mij werke­lijkheid, iedere statie beleef ik mee ••• je denkt dan: wat heeft Christus voor mij geled.enl Zo'n grote liefde, hoe kunnen we dat ooit vergeten! Wij zijn mensen, zondaars, waarom denken we niet vaker aan het lijden ••• Iedere statie is anders, Jezus heeft willen lijden ••• Ik vraag mezelf vaak af: ik sta nu zoveel dichter bij God, maar zou ik hetzelfde kunnen laten doen? Zonder de genade van Onze Lieve Heer of Onze Lieve Vrouw zou dat niet gaan, zo'n liefde opbrengen voor de ganse wereld is heel bizonder. Ik denk niet dat mensen dat kun­nen, verdragen wat meneer Theunis moet doorstaan. Misschien wel als je God mooht zien, •• "

De sprong die hier gemaakt wordt van de lijdende

Christus naar de lijdende Theunis is veelbetekenend,

36

maar niet onverwacht: de parallel tussen deze twee

wordt door hemzelf :Ln het leven geroepen. Het :d tu=

eel van de kruisweg biedt ook uitstekende mogelijkhe"

den tot identifilrntie. Het besta.at uit een rondgang

langs veertien zogenaamde staties, die elk een tafereel

uit de lijdensweg van Chris·tus verbeelden. In veel ker~

ken werden d.eze taferelen vroeger aan de muren gehangen

in de vorm van g:r.•ote beschilderde paneleng wat het des

te makkelijker maakte zich met de Christusfiguur te

vereenzelvigen. Lijden en vooral de bewuste wil om te

1ijden is voor de pelgrims iets positiefs en wordt

direkt verbonden met liefde voor de wereld. In kort

bestek ligt hieri.n hun levensopvatting besloten: MEm­

sen hebben een vrije wil en kunnen derhalve zowel het

goede a1s het kwade doen, Het kwade, de zonde heeft

echter de overhand ("wij zijn mensen, zondaars") en de

zonde kan slechts ongedaan gemaakt worden door haar

uit te boeten, door te lijden. Het lijden kan echter

ve1e vornen aannemen: Ieder huisje heeft zijn kruisje.

Uiteindelijk is het gewilde lijden en de onzelfzuchtige

dood zoals Christus die onderging, pas werkelijke "lief­

de voor de ganse wereld".

De preoccupatie met lijden en boetedoening heeft

voor de meeste pelgrims een re~le basis. Velen van hen

'lijden' in het gewone dagelijkse leven, bijvoor~eeld

aan ouderdomskwalen of ernstige ziekten1 omdat zij door

hun man verlaten zijn; omdat ze in hun leven geen zin

meer zien; omdat ze eenzaam zijn. De opvatting van het

leven a.1s lijden en als boetedoening voor de zonden van

de ~ensheid geeft hun leven daarom zin en maakt het

draaglijk, Om die reden voorziet de bedevaart en datge­

ne wat de groepering rond Theunis te bieden heeft in

een verlossingsbehoefte. Daardoor wordt ook begrijpe­

lijk waarom het moeizame karakter van de pelgrimage als

37

weldadig wordt e:rvçtron en men zelfs over een geluks­

eevoel spreekt:

" ••• na de bedevaart voel ik me ook vaak heel ge­lukkig, Alsof ik een soort vitaminen ontvangen heb: je w~6t meer, je kent God een stukje beter ••• "

In tegenstelling tot de sfeer op de heenweg voelen

de pelgrims zich op de terugweg ontspannen. Hoewel men

tijdens de busreis weer ferm de :rozenkrans bidt, heeft

dit meer het karakter van een dankzegging, Velen zijn

op zoek geweest naar God en hebben zijn aanwezigheid

op de een of andere manier bemerkt, De manieren waarop

de bedevaartgangers in kontt-tkt met het bovennatuurlijke

7,ijn geweest, zal na een beschrijving van de kleinere

bijeenkomsten uitvoerig word.en uiteengezet,

Naast de maandelijkse bed.evaart, die de vol talli··

t.,.e aanhang van de z iAner op rle been brengt~ wora. t er

ook een aantal kleinere bijeenkomsten georeaniseerd.

SoJJlmige daarvan vind.en reeelrnatig plaats, zoa1s de we­

kolijl<se vieringen te Bierbeek en die op a.e zogenaamde

e;enadedagen. Anc1.ere zijn minder frekwent zoals de zoge­

nn.arnde naohtaanbicldingen en kleinere bedevaarten, die

voor een bepaald.e eroep worden georganiseerd, Bovendien

ontmoeten de volgelingen elkaar bij beg:t'P,fenissen

V8,n trou1rn nedepelg:rims of bij andere plechtigheden,

zoals de doo11 van kinderen en dergèli,1ke, Deze kleine­

re bijeenkomsten zijn niet alleen getalsmatig van minder

belang, maar ook wat betreft de emotionele beteken:!.s

r1ie mon ei'aan hecht.

Het klooster en de kapel te :Bierbeek zijn in de loop

iler jaren cteeds meer het centrum van deze bijeenkomsten

cevorc1.en. Tevoren kwam men vooral tezamen in de kloos­

terkerk van de Karmelieten te Mortsel. Na de :~tichting

38

van het kloostertje in 1975 verzamelt zich elke zater­

dag en zondag een veertigtal mensen in de kapel om sa­

men met de klooste:dingen het weekeinde in gebed door

te brengen, Vanwege enkele verschijningen van Maria en

zelfs van de profeet Elias en Christus aan Theunis be­

schouwen de volgelingen deze kapel ook als een heilige

plaats, Men neemt zelfs aan dat het de plaats is waar

Christus op het einde der tijd.en terug op aarde zal

komen. Men ga.f het klooster daarom de toepasselijke

naam 'Marana,the, 1 , dit is: 'De Heer komt spoedig ·terug'.

Voor het veertigtal mensen da.t wekelijks in de kapel

samenkomt, vervult het klooster een relig:!.euze en een

sociale funktie, Enkele kloosterlingen zijn verwant aan

trouwe volgelingen van de ziener en tussen de vieringen

door is er genoeg tijd voor kontakt. Voor de getrouwen

zijn de kloosterlingen een voorhoede in de strijd tegen

de afbraak ''fan de Kerk en hun devotie en vastberaden

houd.ing worden zeer gewaardeerd, In de loop der ,jaren

is zo een gemeenschap van verbondenen ontstaan en hoe­

wel enkele leden van deze kerngroep van pelgrims ook

in hun eigen woonplaats ter kerke gaan, vë.rkiezen zi.j

Bierbeek, want daar voelen zij zich het meest thuis.

In feite fungeert de kapel als de parochiekerk van de

volgelingen van Theunis.

Ook de zogenaamde nachtaanbiddine;en worden vaak in

Bierbeek gehouden. Deze bijeenkomsten bestaan uit gebed

tijdens de nacht met in de vroege morgen ter afsluiting

een mis. Op deze manier wordt een bisschoppelijk ver­

bod om dergelijke samenkomsten :i.n een parochiale kerk te

hol!lden als zij iets me·t 'Mortsel-Bohan' te maken heb­

ben, omzedld, Naast deze naohtaanbiddingen en de weke­

lijkse vierine;en te Bierbeek vinden op elke negende,

dertiende en zestiende dag van d.e maand. gebed.sbijeen­

komsten plaats. Dit noemt men de 1 genadedagen 1 , die

39

zijn ingesteld naar aanleiding van gebeuxtenissen, die

voor de pelgrims een speciale betekenis hebben: de ne­

gende augustus zou het Mariabeeld van de ziener voor

het eerst geweend hebben; op de dertiende zou de Maagd

voor het eerst te Fatima verschenen zijn en op de zes­

tiende voor het eerst te San Damiano,

Behalve bij deze vaste vieringen ontmoeten de meest

fervente aanhangers van Theunis elkaar soms ook nog

op andere momenten. Sommigen va.:n hen zijn met elkaar

bevriend geraakt, anderen vormen klM.ne gebed.sgroepjes,

die regelmatig samen komen om te bidden of om 'traditi­

onele' bedevaartplaatsen als Oostakker, Scherpenheuvel

en dergelijke te bezoeken. De sociale bindingen die de

bedevaart naar Bohan tot gevolg heei't gehad, zijn daar­

door van meer permanente aard dan een gezamenlijke maan­

delijkse busreis zou doen vermoeden. Voor een deel vor­

men deze bindingen ook een an·twoord op de vraag wat de

pelgrims zoeken. De getrouwen waarderen het gevoel van

verbondenheid en saamhorigheid, dat hierdoor is ont­

st11an als zeer positief en zij beschouwen zichzelf als

"een grote familie", Een ander element waardoor di·t

wij-gevoel versterkt wordt is het feit, da.t veel vol­

gelingen religieuze er'<taringen hebben, die sterk op el­

kaar lijken en waarover men een (\Toot deel van de tijd

die men samen doorbrengt, praat. In de volgende para­

graaf zullen deze ervaringen u.i. tvoerig worden lJeechre-

ven.

40

2.~ Reli,eieuze ervarin©m

"The messengars of ·the in­visible world knock persis­ten tly at the doors of the senses: and not only at those which we refer to hearing and sight"

Eve1Yl1 llhderhill In: Jtrstic,i,sJ!l, Me­ridian Books, Cle­veland, 1955, p,268.

lfario.verschijningen zijn spontane gebeurtenissen,

die men kan beschouwen als manieren, waarop God en de

heiligen zich aan de mensen openbaren. Men zou kunnen

s1~reken van ko=unikatie van een speciale soort, na­

melijk tussen enerzijds mensen van vlees en. bloed en

anrlerzijds personen van 1-lie gewoonlijk wordt a.a.ngeno~

men, dat hun bestaan niet empirisch vast te s·tellen is,

De manier waarop God - via de maagd Maria of andere

hemelse personen - zioh tot à.e mensen richt kent vele

variaties. Kenmerkend is echter, <lat Hij de aardlingen

op elk gewenst moment kan bereik.en, terwijl gewone men­

sen met de hen beschikbare middelen - de verschillend.e

eebeden - slechts kuID1.en hopen dat Hij hen gehoord heeft.

Verschijning·en van Maria of Christus zelf betekenen in

deze opvatting, dat er sprake is van een zeer volledige

•tweezijdige' kommunikatiestroom: de hemelse figuren

kan men niet alleen zien, horen, soms voelen en misschien

zelfs :ruiken, maar men kan er ook mee spreken, In feite

zijn slechts weinigen uitverkoren om via al hun zintui­

::;en met d.e Hemel in kontakt te treden, Leon Thetmis is

zo i.euand, De volgelingen van deze ziener blijken ech­

ter evenals hun voorman in staat te zijn met God te kom­

:-:iuniceren, weliswaar niet volledig 'twee~.ijdig' 1 maar

bijvoorbeeld door het ruiken van een bi.zonde:re geur of

(loor het proeven van een bizondere smaak. In deze para­

IP-~aaf \·.'Orden a.e manieren beschreven, waarop de volgelin­

e:en van Theu:nis in kontakt met God staan en Zijn bedoe-

41

lingen trachten te doorgronden.

E.$n van c1e ervaringen, die veel pelgrims met elkaar

èJ.clen is bet ru.i.ken van een zeer bizond.ere geur, die

soms bij het nuttigen van d.e hostie na de kommunie ge-

31rt.S\rd gaat met een bizond.e:r. hecn:l:ljke smaak. Een zestig­

jnri[!'e ingenieursvrouw vertelde daarover het volgende:

" ••• In Roeselae:re ben ik toen naar.· die bijeenkomst geweest en kreeg ik clie geweldige parf\:un en ook de smaak bij de hostie ••• ik ben heel kontent als ik de reuk krijg, ook van meneer Celis bij de kommu­nie en ook ale ik de smaak krijg ••• "

Bij de kommunikatie tussen God en de mensen worden

alle zi11tuigon betrokken. Haar zoals in het kon·takt

tussen mensen onderling is de overdraoht van boodschap­

pen via de ogen en de oren over het algemeen eenduidi­

ger dan via de huid, de neus of de tong. Het ontvangen

van een bizonilere smaak of geur levert dan ook weinig

zekerheid op omtrent God' s becloelingen, Toch is het mo­

gelijk na te gaan welke betekenis men aan deze 'tekenen'

hecht@ De 'smaakt en de 'geur' ontvangt men immers al­

tijd in een bepaalde kontekst, dat wil zeggen op een

bepaald moment, op een bepaalde plaats en in het kader

van een bepaalde gebeurtenis. In de geciteerde ui'tspraalc

bevond de ontvangster zich op een bijeenkomst, waar

'.rheunis geassisteerd door Celis de verschijningen van

Cl.e heilige Maagd uit de doeken deed. Voor deze vrouw,

die Theunis voor het eers·t ontmoette, was op dat moment

de echtheid van zijn zienerschap een belangrijke vraag.

Een antwoord daarop werd gegeven in de vorm van de 'reuk'

en de 'smaak', waardoor zij de ziener als echt herkende.

Op dezelfde manier kan de betekenis van ve1e religieuze

ervaringen waarover de pelgrims rapporteren, achterhaald

worden,

42

De •geur• is een vaker optredend verschijnsel dan

de 'sma.a.k 1 , die vrijwel alleen bij het nuttigen van de

hostie optreedt. Toch heeft de 'smaak' voor de pelgrims

een duidelijke betekenis. E~n van de vernieuwingen, die

zij afwijzen, is zoals reeds eerder vermeld, het uitrei­

ken van de hostie op de hand van de gelovige in 1ila.a.ts

van op de tong. Zij beschouwen da.t als een ontheilj.ging

en vaak vertellen zij elkaar dat in een bepaalde kerk

de hos·He alleen op de hand gegeven wordt en hoe schan­

dalig dat is. list ontvangen van de 1 smaak' betekent

daarom een ondersteuning van het eigen gelijk: God lijkt

er mee te bedoelen, dat de hostie via de gewijde handen

va.n de priester rechtstreeks in de mond dient te belan­

den. Op een dieper nivo betekent de 'smaak' een onder­

steuning van de konaerva.tief-katholieke stelling, .

dat het brood en de wijn, na. tijdens de eucharistie­

viering door de priester gekonsakreerd te zijn, werke­

lijk het lichaam en bloed van Christus mijn• Een tl:;i.eo­

logisch geschil tussen behoudende en vooruitstrevende

katholieken over de aard van het mysterie wordt zo op

wonderbaarlijke wijze beslecht in het voordeel van de

eersten,

Gezien het feit, dat de 'smaak' vrijwel alleen op­

treedt in de kontekst van het nuttigen van de hostie

kan de smaakzin beschouwd worden als een beperkt middel

voor de overdracht van hemelse boodschappen, De reukzin

biedt meer mogelijkheden. Ten eerste zijn de situaties,

waarin de 'geu:r • optreedt rijker geschakeerd, Ten tweede

is er meer variatie in hetgeen geroken wordt, Zo ruiken

sommigen een rozegeur, anderen de ge'Ul:' van viooltjes

of de lucht van wierook, Ook worden kwade reuken gero­

ken, zoals een pek- of brandlucht, Prettige en fijne

geuren worden verbonden met het goede, dus afkomstig

van God of heiligen. Kwade reuken worden verbonden met

43

het kwade, dus de duivel of zoals hij soms genoemd

wordt: Hein·tje Pek. Sommige van de volgelingen leggen

bij het ruiken van een bepaalde geur een verband met

een bepaalde heilige. Zo zou een ge1ll' van rozen afkom­

stig kunnen zijn van de heilige Theresia van Lisieu.x,

die had voorspeld dat het na haar dood rozen zou rege­

nen. Over het algemeen wordt het ontvangen van een be­

paalde geur echter gezien als een verschijnsel, dat

duidt op de aanwezigheid van iets Goddelijks. Afhan­

kelijk van de kontekst verschilt de preoiese betekenis

van de 'geur•, zoals aan de hand van de volgende voor­

beelden duidelijk zal worden.

Een zevenenveertigjarige moeder van drie kinderen

vertelde het volgende:

" ••• toen mijn moeder in het ziekenhuis lag - ze lag eigenlijk op sterven - ben ik bij haar geweest. Toen kreeg ik de wierook wee:r ••• we hebben toen veel gebeden en mijn moeder is toen niet gestorven: ze leeft zelfs nog steeds ••• "

Voor deze vrouw, die bij haar stervende moeder "wierook

kreeg", was de betekenis duidelijk: door flink te bid­

den kon ze wellicht de naderende dood tegenhouden, De­

zelfde vrouw vertelde ook:

",,,mijn man is toen een advertentie ga.an zetten, een oproep tot bedevaart, in een plaatselijk blad. En toen hij da.ar naar buiten kwam, kreeg hij in­eens wierook!"

In dit geval lijkt de wierook te beduiden: hier werd

een goede daad verricht, God keurt dit goed. In beide

gevallen :!.s de 'geur' een bevestiging van het eigen

geloof en de kracht van het gebed. Sterker geformuleerd.

Lijkt het :ruiken van een bizondere geur te beduiden:

'wij kunnen door de bedevaart en door trouw te zijn

aan de boodschappen en door veel te bid.den de loop

der dingen be!nvloeden, wij kunnen Hem, die alles be­

weegt, zelf bewegen•. Door de bedevaartgangers zal dit

nooit zo sterk geformuleerd worden, In hun opvatting

44

moet de mens zi.oh i=ers onderwerpen aan de wi.1 van

God en zichzelf van hem afhankeli.jk stellen. Maar in

feite bestaat er ruimte tot manipulatie, De bedevaart

zelf is daarva:n een voor'beeld. Een 'echte' bedevaart

is een tocht die moeite kost en pijnlijk is, Door

zelf te lijden probeert men niet alleen vergiffenis

voor gedane zonden te verkrijgen, maar ook toekomstige

gunsten, O:p die manier investeert men pijn en moeite

om van p:Ljn en lijden verlost te worden, De vrouw die

ik zojuist aan het woord liet, heeft door de bedevaart

het gevoel gekregen, dat zij dichter bij God is geko"'I

men, Huishoudelijk werk, dat zij vroeger bizonder on·~

prettig vond, draagt zij tegenwoordig op aan God.

Voor haar is het konta.kt met God een bijna alledaagse

aangelegenheid geworden, zoals zij zelf vertelt:

",.,Ik bid nu tijdens mijn werk, wat ik vroeger nooit deed. Ik spreek gewoon met God. Ale ik God wat vraag, krijg ik we1 eens wierook, é6n keer achter de ga.ra.ge,,,"

Voor ha.ar is de verre afstandelijke God van vroeger

verand.erd in een nabije 1 benaderbare persoon, waar-

mee men gewoon kan praten en die af en toe la.at merken,

dat Hij luistert. Voor de meeste pelgrims is het kon­

takt echter niet zo alledaags. Het 'ontvangen' van

de 'geur' is juist een emotionerende gebeurtenis,

waarvan men zioh de details jaren la.ter nog kan herinne­

ren, Ze vertelde mij een op het eerste gezicht nuchte­

re en rustige ambtenaar:

",. , op 18 december in :Bohan kreeg ik toen die bepaalde geur. Bloemen konden het !àiet zijn, O:p de autobus hoorde ik ook van alles, maar daa:t' moest ik eerst om lachen, Tijdens de mis en voor­al tijdens de kommu.nie kreeg ik die geur heel erg. Ik k6n niet anders dan wenen, geknield. Die geur werd sterker en sterker, ik wist niet wat me overw kwam •• e 11

De eerste kennismaking met de geheel eigen wijze

45

waarop God Zijn aanwe:z.:tgheid via geuren kenbaar

maakt, is over het algemeen zeer emotioneel. Een

deel van die emoties komt voort uit schuldgevoel

over het fe:Lt, dat men vaak getwijfeld hetflft aan

de echtheid van de 'geur•, zolang men er zelf nog geen

kennis mee gemaakt heeft. Een ander deel is het

gevolg van de verbijstering, dat God of Mar.ia zioh

verwaardigt lianwezig te zijn, Een vrouw die leed

aan migraine en uit dankbaarheid voor de wonderbaar­

lijke genezing van deze kwaal al acht zondagen bij

het Mariabeeld in de garage van 'l'heun.is is gaan

bid.den, ve:r:tel t bijvoorbeeld over de laatste zondag

van haar noveen:

".,.die laatste zondag van mijn noveen kreeg ik een rozegeux, om in te zwelgen, De begon te wenen en ik zet me op de gron(l op mijn kniel:ln en zeg tegen mijn man en kinderen:'bidt 1 bidt schoon, bidt godvruchtig, want Onze Lieve Vrouwke is bij ons!' Haar niemand anders rook het. Mijn ganse paternoster gebeurde het!"

De meest voorkomende kontekst waarin de 'geur' gero­

ken wordt j_s in aanwezigheid van de ziener. De 'geur'

benadert hier nog het meeat de oorspronkelijke bete­

kenis, namelijk de 'geur van heiligheid'. Het rui-

ken van een heerlijke bloemengeur of een wierookgeur

in aanwezigheid van de ziener, betekent dat de ziener

echt is. Een twintigjarige pelgrim, die na het be!!ind:l.­

gen van zijn middelbare school enkele maanden in het

klooster te Bierbeek doorbracht, maar zichzelf bij na­

der inzien niet tot het kloosterleven geroepen acht­

te, vertelt hierover het volgende:

" ••• füi geux is een bevestiging, als bij de aller­grootste heiligen. Een heerlijke bloemengeur. Of een mengeling, maar niet thuis te brengen. De boventoon is voor mij wierook. Sommigen hebben violetten.,,"

46

Behalve de reukzin en de smaakzin wordt ook de

tastzin in het kontakt met God betrokken. Tastzin­

tuiglijke ervaringen vinden in een aantal verschillen­

de konteksten plaats, maar zoals uit «e volgende be~

sohrijving zal blijken, is de betekenis ervan weinig

gevarieerd.

2,4,2 ,!a.!l,t,!i:!];t:9:i~l,!j!_e_e,IY!,rl,.n~ea,

De meest voorkomende ervaring, waarbij de tast­

zin betrokken is, is de 'druk op 't hoofd'. Een al­

leenstaande dame van middelbare leeftijd rapporteerde

het volgende:

",,,Ik heb dat voor het eerst gevoeld in Bierbeek. Daar heb ik de hand van Onze Lieve Heer op mijn hoofd gehad, dat heb ik goed duidelijk gevoeld. Vanaf dat meneer Theunfai mij de kommunie had gege­ven, was er een druk op mijn hoofd geweest. En zij~ handen waren bij hem, dus het is de hand van Onze Lieve Heer geweest ••• "

Niet voor niets maakt deze vrouw melding van het

feit, dat Theunis zijn handen bij zich had, want door

zijn optreden schept de profeet het kader waarin de

'druk op het hoofd' gevoeld kan worden. Aan het einde

van elke misviering legt hij bij wie dat wil de handen

op het voorhoofd om de speciale zegen voor die persoon

af te smeken, waarna hij met zijn duim een kruisje

op het voorhoofd tekent zoals de priesters dat vroeger

op as-woensdag deden. Deze zegening wordt door de pel­

grims ervaren als bizonder weldadig, In de volgende

ui tapraak, opgetekend uit de mond van ee11 vrouw

van middelbare leeftijd die na een auto-ongeval

°lange tijd z.i.ek te bed heeft gelegen, wordt dit ge""

voel van welbehagen duidelijk uitgedrukt: 11 ••• de zegen die ik van meneer Theunia kreeg: het was precies een zalving. Hij had al wel twee- of driehonderd man de zegen geg~ven en toen ik de zegen kreeg, leek het wel alsof hij zijn

47

duim in een pot zalf gestoken had, zo voelde ik die zalving. Er kwam iets over me wat ik heel aangenaam vond ••• even later voelde ik het kruisje vochtig worden, toen ik erover nadacht of mijn genezing wel een wonder was •• ,"

Buitengewone reuk-, smaak- en tastzintuiglijke er­

varingen komen soms ook in kombinatie met elkaar voor.

De kontekst waarin dit gebeurt is meestal een religieu­

ze viering, zoals de eucharistie-viering tijdens de

bedevaart of de kruisweg. De betekenis van dergelijke

ervaringen ligt vaak erg voor de hand. Zo kan uit

de volgende uitspraak worden opgemaakt, dat de 'geur'

en de 'druk op 't hoofd' werd opgevat als de vergiffe­

nis van de zonden door God zelf: 11 ••• Er werd door meneer Theunis een stilte van vijf minuten gevraagd, je kon dan je zonden biechten en Onze I,ieve Heer kwam dan de zonden vergeven, persoonlijk. Ik vroeg toen nogmaals om vergiffenis, en ineens voelde ik op mijn hoofd drukken, net twee handen op mijn hoofd, Ik dacht dat het iemand achter me was, maar da.t was niet zo.,,iets onzichtbaars was het. Op het zelfde mo­ment komt er een zacht windje om me heen met een rozegeur, ongelooflijk! Dat duurde een tijdje en toen was het weg ••• "

Het grootste deel van de tekenen, die de gewone vol­

gelingen ontvangen, bereikt hen tijdens religieuze bij­

eenkomsten, waarbij de ziener aanwezig is. Hij zelf ie

echter in sta.at om bui ten deze kon·tekst met goddelijke

figuren te kommunioeren. Men zou zijn funktie kunnen

vergelijken met die van een radiozender en -ontvanger.,

die in staat is bepaalde tekenen te ontvangen en door

te geven. Omgekeerd is de ziener. ook in staat bepaalde

tekenen over te brengen en beter dan zijn volgelingen,

want hoewel ieder. mens in de opvatting van de pelgrims

in staat moet worden geacht met God te kommunioeren,

is een man als 'l'heunis daartoe beter uitgerust, zijn

installatie ie als het ware krachtiger. In de ogen

van de pelgrims staat hij daarom ook dichter bij God

413

on dwingt hij veel r;::'J]Jekt a.f. De bedevaartgangers

1rnna.deren de ziener de:r:halve met ontzag. In het­

geen men over hem vertelt, klinkt echter ook een

zekere ambivalentie door, Aan de ene kant ziet men

hem aJ.s een gewoon mens, aan de andere kant is hij

toch ook van een andere orde:

",.,meneer Theunis is een eenvoudig man. Ik voeJ. ook, de.t Christus in hem is. Als hij de hand oplegt, voeJ. je dat het niet meer de han~ den van een mens z.ijn, De zegen is van iemand, die !n hem is ••• ·"

Deze a.mbiva.lentie komt gedeel teJ.ijk voort uit de

overtuir;ing, dat ~lle mensen in principe uitverkoren

kunnen worden, ma.ar dat het een teken va.n God.'s won­de:rJ.ijke genade is, wanneer dit gebeurt. Alleen de

ziener is ber;iftig'd met het vermogen de godd.elijke

aanwezigheid te proeven, te ruiken of via de huid

te voelen, ma.ar ook te zien en te horen. Daarin ver­

schilt hij van de gewone mensen.

Toch zijn er ook pelgrims, die beweren tekenen ge­

zien te hebben, Zoals uit de voJ.gende paragrafen zal

blijken, staan dergelijke visuele en auditieve er­

v.a:ring·en echter niet op het nivo van die van Theunis.

~.4.3 ]:i~u.!2.l.!l. _!:r:!aI_i,U~n-

De meeste volgelingen hebben zelf ooit wel eens iets

merkwaardigs gezien of kennen iemand in hun direkte om­

geving die wat gezien heeft, Heesta.l gaat het echter om

taneJ.ijk ongekompliceerde beelden, zoals een kruis op

een muur of het bewegen van de ogen van het mirakuleu­

ze Ha.riabeeld. SJ.echts een enkeling heeft een meer zelf­

f>tandige verschijning gehand, los van het Mariabeeld

of een plaats die direkt met Theunis verbonden is.

De volgende uitspraken geven een goed beeld van de

versohiJ.lende waarnemingen van de volgelingen en ze la-

49

ten zien hoe men daa:cop roageerde en welke betekenis

ze voor hen hebben:

",,,Ik heb het beeld nooit zien wenen, maar wel emoties op het beelcl gezien.,,"

",,,Ik heb nog niet veel bewijzen gehad, de an­deren wel. Ik heb alleen een keer gezien, d.at •t sluiertje v66r het gezicht van de beeltenis steeds opwaaide en de ogen en cle mond bewogen ••• "

",,,De eerste keer zijn we naar de woning van meneer Theunis gegaan, waar in de garage dat beeldje van Maria stond, dat geweend had. Het was in het zwart gekleed, De mensen baden daar, luidop, en het kapelletje was bomvol, Ik weet niet wat er toen met me gebeurde van binnen, ik werd zo stil, Op een gegeven moment zie ik in het l.inkeroog een heldere traan. JJc denk: dat kan niet. En ik kijk nog eens heel goed en hoe meer ik kijk, hoe meer ik dat oog betraand zie, Ik dacht: dat zijn mijn eigen gedachten en ik zei er dus maar niks ove:rseen

",,,Ik heb veel mogen meemaken. Ik heb - als je dat geluk moogt noemen - Onze Lieve Vrouw zien wenen. Dat is niet heel aangenaam. En op 31 okto­ber heb ik de bloedtranen zien wenen. Onze Lieve Vrouw heeft mij erin willen betrekken ••• "

".,.Ik heb Onze Lieve Vrouw zien zweten, In 1 t kapelleke waren we tesamen met een aantal mensen. Ik denk dat het haar krachten te boven ging: al die vragen die Ilaar gesteld werden of de gunsten die Ha.ar gevraagd werden ••• dat gezicht blonk van het zweet, en anders is het een mat ge­zicht.

Ik ben er nu zo dikwijls heengeweest en ik heb nog nooit hetzelfde gezicht gezien: dlili weer zijn de ogen droog, dán zijn ze lachend, dlÎn weer blauwer, d&:i is het een droef gezioht,,,"

Getuige deze uitspraken is het hardhouten Mariabeeld,

dat in de herfst van het jaar 1973 enkele malen geweend

zou hebben, voor een aantal van de volgelingen geen le­

venloos objekt, maar een levend wezen, in staat om

droefheid en verdriet, vreugde en vermoeidheid uit te

drukken. Het beeld vertoont niet alleen af en toe leven,

het :f.s levend, het :f.s werkelijk de heilige Maagd, zoals

die regelmatig aan-'Cheunis verschijnt, Andere waa:rne-

50

min.gen wijzen in dezelfde richting, zoals een licht­

straal die plotseling boven het beeld verschijnt of

een gloed eromheen. Al deze tekenen bewijzen de aan­

wezigheid van de heilige Maagd, maar in feite ook de

echtheid van de ziener. Een moeder van vijf kinderen

zegt hierover bijvoorbeeld:

" ••• Het enige wat ik ooit gezien heb is die lichtstraal over Ons Lief Vrouwke. En ik ben lichtgelovig noch fanatiek, Dat was een feit, dus daarom is meneer Theunis voor mij een echte profeet en meneer Celis een heilig priester,,,"

Verschijningen die losstaan van het Mariabeeld wor­

den door de pelgrims zelden waargenomen en zo men al

wat ziet, is dat slechts een schaduw van wat de ziener

vermag te zien, Een boerin van middelbare leeftijd ver­

telde bijvoorbeeld: 11 ,,, Ik heb een silhouet gezien in de kerk van Mortsel, op de muur, heel klaar en schoon. Een gestalte van een mens. Dat duurde lang, bij het tweede tientje van de rozenkrans zag ik dat, ik was z6 gelukkig! Toen werd er gez6ngen, de mensen waren werkelijk enthousiast!

Opnieuw blijkt hier duidelijk het onderscheid tussen

de volgelingen en de ziener. Terwijl de ziener vrijelijk

met hierboven kan kommunioeren, blijft het voor de meer

gewone sterveling een moeizame aangelegenheid, Zelfs

de gemeenschappelijke waarneming van een silhouet kan

dan al to·t enthousiasme aanleiding geven, Gewoonlijk

komt het zelfs niet tot de waarnemine van schaduwen

van personen en blijft het bij symbolen, waaraan men

ook een bepaalde betekenio verbindt. Een aohtenveertie­

jarige vrouw van een fabrieksarbeider zag bijvoorbeeld

een kruis: 11 ".In de Theresiakerk heb ik vorig jaar zo'n kruis op de muur gezien, Ik zei toen tegen de mensen vlakbij me: 'Een kruis in 't wit, wat zou dat willen betekenen?' Een beetje nadien was mijn moeder dood, ook onverwachts. Heeft

5J

dat ermee te maken gehad? Ik weet he·b niet. Ik heb dat tegen meneer Theunis gezegd, en die zei dat dat wel kon ••• "

In de reeks van zichtbare tekenen is het zogenaamde

zo:o.newo:nd_er wel een van de meest krasse en best kontro­

leerbare. Een zonnewonder is een afwijking van de zon

van zijn natuurlijke gedrag. Men mag daarom verwachten,

dat zoiets ook door buitenstaa.nderë waargenomen kan wor­

den, het lijkt geen gebeurtenis die ongemerkt voor-

bij kan gaan, Als •teken' of 'bewijs' van de bovenna"

tuurlijke feiten, die zich rond de ziener zouden hebben

voltrokken, is de waarneming van een zonnewonder dan

ook een krachtig argument. Het moet zelfs voor skepti­

ci over·tuicend klinken, als een aantal mensen beweert

iets dergelijks gezien te hebben, Toch hoeft het gebrek

aan onafhankelijke waarnei;iingen van dit verschijnsel

nog niet te betekenen, dat het wonder slechts een il­

lusie is geweest. Het kan de een immers gegeven zijn

iets dergelijks te zien, terwijl de ander niets bizon­

ders hoeft op te merken, In de volg~nde beschrijving

van zo'n wonder is de toon dan ook persoonlijk, Voor

de veertigjarige wij handelaar, uit wiens mond d.eze

woorden werden opgetekend, is datgene wat hij gezien

heeft waar en echt en niet onderhevig aan twijfel:

" ••• Na de kommunie werd ik gedwongen in d.e zon te kijken. Ineens werd dat een geweldige bol en die verkleinde weer en dan werden het twee bol-len die in elkaar overliepen, Gedurende een uur zag ik allerlei fenomenen in de zon, bollen, wol­ken die uitdij,dSl!l en de zon clie achter de wolken schoof en weer terug. Dat valt moeilijk te beschrij­ven, h~, er is dan een speciale stemming. V66rdat het begon was er eerst een wind, een bries en ik had het gevoel dat ik de grond niet meer raakte en toen begon het, De lucht werd blauw en geel. Dat waren voor mij tekenen, bewijzen die je in je leven nodig hebt ••• "

Maar ook een zonnewonder, hoe fantastisch en overtui­

gend ook, heeft in de og·en van de pelcrims zljn beper-

52

kingen. In dit geval duurde het wonder weliswaar

een uur, maar als een 'bewijs' dat steeds en voor

ieder zichtbaa"t' is, voldoet het niet. Dat is mis-

schien de reden, waarom de volgelingen veel geloof

hechten aa.n de zogenaamde 'mirakuleuze foto's'. Dit

zijn fotopositieven, waarop een of ander merkwaardig

verschijnsel is waar te nemen, dat beschouwd wordt als

een manifestatie -van het goddelijke. Dit kunnen bijvoor­

beeld lichtstrepen zijn, zoals die ontstaan wanneer

de camera bij een nachtopname wordt bewogen, of een

merkwaardige stralenbnndel, waarin soms -vaag een

f:Leuur valt te ontdekken. De pelgrims hebben deze fo,,.

to's meestal zelf genomen met eenvoudige toestellen.

Niet alle volgelingen zijn er;ran overtuigd dat deze

foto's voorzien zijn van 'tekenen' en de skeptici

zien er vaak niet meer dan mislukte opnamen in. Toch

voroen ze een belangrijk bestanddeel van de onderlin··

ge gesprekken. Daardoor dragen ze bij tot een verster­

king van de onderlinge band, want zo bewijst men elkaar

voortdurend dat het geloof in bovennatuurlijke mani­

festaties berust op feiten, die zelfs k1J11Ilen worden

vastgelegd.

Zoals ook bij de waarneming van andere 'tekenen'

ervaren de pelgrims bij het bekijken en bespreken

van de foto's een bepaalde spanning tussen ideaal

en werkelijkheid. Werkelijk geloof heeft volgens hen

immers geen bewijzen nodig, terw5.jl zij er wel voort­

durend naar op zoek zijn. Deze spann5.ng valt slechts

gedeeltelijk op te heffen door de 'tekenen' te zien

als door God gegeven, want ergens voelt men wel aan,

dat er iets niet klopt. Dit gevoel treedt natuurli,jk

het sterkst na.ar voren waar het de meer 'gezochte•

tekenen betreft, zoals de foto's. De skeptici, en ik

heb de indruk dat dit vooral de meer ontwikkelden on-

53

der de volgelingen zi;jn 1 vinden het geloof in de

foto's vaak w onnozel" en benadrukken dat d.i t soort

bewijzen eigenlijk ai'Qreuk doen aan de devotie tot

de Madonna van Mortnel-Bohan.

2,4.4 Au,9.i,ii.2,V,! .!!.r.!a1'.i,US!!.n_ Tekenen langs de weg van het gehoor zijn zeer

zeldzaam. Hier ligt het meest beslissende onderscheid

tussen de ziener en zijn volgelingen. TheUJ'lis ziet

en hoort de heilige Maagd of andere hemelse personen,

de volgelingen kunnen de goddelijke aanwezigheid

slechts bemerken via speciale geuren, smaken of tast­

zin tuiglijke ervaringen en door vage visuele waar­

nemingen, Het woord van goddelijke oorsprong bereikt

olechts de oren van de profeet.

De enige auditieve ervaring waarvan melding werd

c;ema.akt, werd opgedaan in een halve droomtoestand.

Een zevenenveertigjarige belastingambtenaar en vader

van acht kinderen vertelde mij het volgende:

".,.De bevestiging dat het (bedoeld worden de verschijningen en boodschappen aan Theunis, M.O,) echt was kreeg ik door de teevee. Een maand nadat ik dat boek gelezen had, schiet ik 's morgens plot­seling wakker. V66r me zie ik een muurkapel, zoals er een in Sint Niklaas is. Dat was helemaal in het zwart en ernaast zit een vrouw die weende. Ik hoor­de ineens een stem, van wie weet ik niet. Ik ant­woordde en zei: 'Bidden kUJ'l je tenslotte overal', en toen kwam die stem en d.ie zei: 'Ja, dat zegt o;ns ~!aria ook al tijd'. Volgens mij was dat een toespeling op mijn vader, die overleden is en die een zuster had die Maria heette, Hij zei altijd: 'Ons Ma.ria zegt dit of dat•. Op dat moment verscheen een hoofd, zo'n Assyrisch hoofd., met 't haar in vo.n die krullen en kort daarop kreeg ik een soort huivering, De ging toen naar het toilet, maar het was precies alsof ik zweefde, Dat was vier uur 's morgens, Op zes februari kwam di.e Assyrische kop plots op teevee, eronder stond: Isa!as. Ik ben toen Jesaja gaan lezen en kwam die tekst over het einde der tijden tegen. De bevestiging kreeg ik dus door de teevee ••• "

54

Dit visioen bevat een aantal van de symbolen, die

verbonden zijn met de verschijningen van de heilige

Maagd aan Theunis, Twee belangrijke personages, die

in het dagboek van de ziener een rol spelen, lijken ook

in dit visioen de hoofdpersonen te zijn. Tiin eerste

de vrouw in het zwart, die naast een kapel zit te we­

nen, waarin de treurende heilige Maagd van de ver­

schijningen herkend kan worden. Ten tweede de stem,

waarvan men zou kunnen aannemen, dat het de stem van

God de Vader zou kunnen zijn. De kop van Jesaja wordt

bovendien in verband gebracht met de tekst over het

einde der tijden, waarover de ziener in zijn dagboek

veelvuldig spreekt, liet visioen vindt plaats om vier

uur 1 s ne.ohts, de tijd waarop Theunis frekwent bezoek

krijgt van zijn hemelse Hoeder. Langs een omweg wordt

zo de echtheid van Theunis als begenadigde bevestigd.

Dergelijke gekompliceerde droomachtige visioenen

zijn onder de bedevaartgangers echter een zeldzaamheid,

De meesten van hen lijken genoeg te hebben aan de re­

latief simpele boodschappen, die hen via de ogen, de

neus of de huid bereiken.

Een kategorie 'tekenen' van geheel andere aard vor­

men de zogenaamde wonderbaarlijke genezingen. Ze zijn

als het ware het hoogst bereikbare en het meest bege­

renswaardige in het scala van religieuze ervaringen,

de.t onder de volgelingen voorkomt.

2, 4. 5 }io,Ud.2,r}?.a.2:.rli..1Jc!. J:i.Slle~in,ey_n_ In de groep van twee!lntwintig geïnterviewde aanhan­

gers meldden vijf mensen, dat zij zelf op voorspraak

van Theunis op wonderbaarlijke wijze genezen waren,

De kwalen waarvan zij verlost werden, hadden weinig

met elkaar gemeen, behalve misschien dat zij in meerde­

re of mindere mate een psychosoma·èisch kara.kter hadden.

De aandoeningen waren de volgende: gordelroos, ingewands­

stoornissen, hevige en aanhoudende dia.rrhee, gewrichts­

pijnen en migraine. Bovendien zouden twee kinderen ge­

nezen zijn, een werd op wonderbaarlijke wijze van het

bedwateren afgeholpen en een ander van spraakstoornis­

sen. Naast deze verhalen uit de eerste hand repten de

pelgrims van wonderen :tn hun naaste omgeving, waardoor

vrienden, familieleden of kennissen door 'Bohan' gene­

zen werden. Ter sprake kwamen de genezing van open been­

wonden, van een hardnekkig eczeem op de handen en van

verlamming als gevolg van een hersenbloeding.

De manier waarop over deze genezingen wordt gespro­

ken doet vermoeden dat het niet zozeer ga.at om een his­

torisch juiste en gedetailleerde weergave van de ziek­

teverschijnselen, maar om de morele betekenis van het

wonder. Wat men d.oor het vertellen van de ziektegeschie­

denis wil aantonen is het belang van 'Bohan•, zoals uit

de woorden van een bejaarde en ziekelijke dame kan wor­

den opgemaakt:

" ••• Een genezing ia een bewijs, h?i ••• ik had gor­delroos, een gat in mijn rug en ik was aan deze kant (zij wijst op haar linkerzijde, M.O.) zo goed als helemaal open. Ik ben toen naar Bohan gegaan - 't was helemaal etter - en toen ik thuis kwam was 't hele gat dicht!"

Zoals ook de andere •tekenen' en boodschappen vor­

men de genezingen in laatste instanHe een bewijs van

de echtheid van de ziener. Wonderbaarlijke genezingen

zijn wat dat betreft zeer kracht:l.e bewijsmateriaal. Ze

kunnen immers op wetenschappelijke wijze worden vastge­

steld - tenminste volgens de pelgrims - en kunnen daar­

door zelfs de skeptische buitenwereld aan het denken

zetten. Bovendien brengen wonderbaarlijke genezingen

'Bohan' op het nivo van erkende en beroemde andere

bedevaartplaatsen, zoals een mirakuleus genezen lijd-

56

ster aan diarrhee mij verzekerde: 11 ••• Als 'î'heunis vals is, dan zijn de genezingen ook vals. Als dat van de duivel is, dan kan men ook zeggen dat de genezingen van Lourdes, Ba.nneux-Beau­raing, Onkerzele en San Damiano vals zijn en dat is onzin, zware beledigingen aan onze hemelmoeder ••• "

57

HOOFDSTUK 3

L.eiderschap

Voor religieuze groepsvorming is een leidersfi­

guu:r noodzakelijk, "Het is de taak van een leider",

aldus Laeyendecker, "het bestaande onterfdzijn te

e:xplici teren en onder woorden te b:eengen en de groep

te organiseren zoda·~ gemeenschappelijk optreden mo­

gel.i,jk wordt."(a) Het feitelijke optrede~ van de

leider kan verschillen: "Het is d.enkbaar dat hij aan

een reeds sterk levend onbehagen richting geeft en

organiserend optreedt, maar ook dat hij de latente on­

tevredenheid bewust maakt en als het ware oproept~"(9) In dit hoofdstuk zal worden onderzocht, wat de aard

van het leiderschap in de religieuze groepering rond

de Antwerpse ziener is en waarop het gezag van de

leider is gebaseerd. Alvorens hiertoe over te gaan

zal ik echter eerst een beeld proberen te schetsen

van de figuur die in de groepering de hoofdrol speelt:

J,eon Theunis,

.~.1 Bioe;rafisch.e .;;mi:;ev~ll!i!.

De gegevens over de levensloop van Theunis v66r

zijn optreden als profeet heb ik verzameld door mid.del

van gesprekken met familieleden (zijn oudste zoon, twee

broers en twee zussen) en met mensen die hem al kenden

voordat de verschijningen een aanvang namen (de behee:11-

oter van het rusthuis te Bohan en zijn vriend uit Bla.n­

l;enberge, 1·.'aarnee hij de eerste verschijning" van Har ia

deelde),

De verzamelde gegevens zijn schaars en spreken elkaar

op bepaalde punten tegen. Om de verschillende visies

op Theunis zoveel mogelijk recht te doen zal ik probe­

ren deze zo intakt mogelijk over het voetlicht te bren-

gen. Om daarbij toch de anonimiteit van mijn in­

formanten zoveel mogelijk te beschermen, leek het

mij verstandig de gegevens te ordenen op grond van

de mate waarin zij een positief dan wél een negatief

beeld van de persoon Theunis opleveren, zonder ver­

der op de bron waaruit zij afkomstig zijn, in te gaan,

Minder subjektieve gegevens zijn de volgende:

Leon Theunis werd in 1925 geboren als oudste zoon

van een mijnwerker. Na hem zagen nog zeven zoons en

vijf dochters het levenslicht, zodat hij d.e oudste van

dertien kinderen was. Het gezin leefde niet bepaald in

weelde en in het kleine mijnwerkershuisje werd vooral

v66r en tijdens de oorlog nogal wat armoe geleden.

Leon werd al op jonge leeftijd belast met de zorg

voor zijn kleinere broers en zussen en deed dit meest­

al zonder mopperen. Zijn moeder was ziekelijk en lag

somFJ wekenlang te bed. Op zijn veertiende jaar kwam

Leon als 1dep3chedrager 1 in dienst van de R.T,T,(Tele­

graaf en telefoondienst), waar hij enkele jaren later

zijn vrouw, Maria Swinnen, afkomstig uit Herk-de-Stad

leerde kennen. Een hmrelijksdntum is mij niet bekend,

maar de eerste zoon, Henri, werd geboren in 1949. Een

jae,r later werd de tweede zoon, Luc, geboren en in

het jaar 1958 verhuisde het gezin Theunis-Swinnen naar

Antwerpen waar Leon, nog steeds in dienst van de R.T.T.,

als posttelegrafist in 1975 vervroegd werd gepensionneerd

op vijftigjarige leeftijd. Drie jaar later overleed zijn

vrouw aan kanker.

Op grond van de gesprekken met zijn oudste en zijn

jongste broer en zijn twee oudste zussen is het onmoce­

lijk om to·b een eensluidend oordeel over Leon 1 s jeugd­

,iaren en karakter te komen. De een ziet hem als een

goedaardige en tamelijk stille figuur, de ander als een

levenslustige bon-vivant, die als kind al op de cent

59

was en overal geld voor wilde hebben, Vandaar dat

ik deze twee opvattingen zonder kommentaar naast el­

kaar wil zetten:

!~!.P,O..!!,i;ii,!_V,!l. !J..e!i!,1§,,:_L!,O,!l ,SJ.e_z,:!!i;i,~a.me_g2e,!e~d-"Leon was in zijn jeugd eigenlijk een tamelijk

beklagenswaardige figuur, Als oudste van dertien kinde­ren moest hij de jongere kinderen v66r en na schooltijd verzorgen en er bleef voor hem maar weinig tijd voor spelen over. Zijn vader ging 's morgens al vroeg op pad en keerde pas tegen het avondeten huiswaarts. Ook al was het een tamelijk tolerante man en zeer gelovig, r,eon had het meeste te maken met zijn strenge moeder, die de kinderen slechts op straat liet spelen als zij hen door het ruitje van de voordeur in de gaten kon blijven houden. Ook in andere dingen hield zij haar kinderen kort. Vooral als zij zoals nogal vaak gebeur­de, ziek op bed lag, was zij geen erg prettige vrouw om mee te maken te hebben. Leon, die het op school goed deed en zeker niet dom was, werd door zijn ouders voornamelijk als een arbeidskracht in het huishouden gezien. •roen hij eens op veertienjarige leeftijd, in een of andere wedstrijd die iets met de kolonie~n te maken had, de eerste prijs won, kwamen zijn ouders niet eens naar de prijsuitreiking. Ze achtten de jon-gen er domweg niet toe in staat welke prijs dan ook in de we.cht te slepen. Geen wonder dat Leon zich niet erg goed kon ontplooien, zeker niet toen hij door zijn ouders uit werken werd gestuurd om de armoede te helpen verlichten. Ook later bleef Leon een stille, teruggetrok­ken figuur, die zo weinig mogelijk probee:i:·de op te vallen en na zijn overplaatsing naar Antwerpen door zijn familie uit het oog verloren werd,"

äe_i ne~a!,i~V~ J2.e,!_l_ä:_l\!!_O,Il, .\'.l:.e_l!!_V,!ln!!,l;!!S,ii,f;e_b.Q.n,:.V!V~_i

"Ook al had Leon reeds op jonge leeftijd de verant­woordelijkheid over zijn broers en zusjes, toch heeft hij er altijd voor gezorgd dat hij kon doen en lo.ten waar hij zin in had. Vooral zijn moeder probeerde hem kort te houden, maar hij wist haar vaak met een smoes­je om de tuin te leiden, bijvoorbeeld door te zeggen dat hij naar de kerk ging maar in plaats daarve.n ergens bij vriendjes te gaan spelen. Ook had hij al snel door hoe hij aan geld kon komen zonder er al te hard voor te hoeven werken. Hij presteerde het om halve boter­hammen aan zijn jongere broertjes te verkopen of om geld te vragen voor karweitjes die hij voor de jongere kinderen opknapte. In de oorlog, toen er overal schaars-

60

te heerste, wa.s h:!'.5 het die erop uit werd gestuurd om bij de boeren eten los te krijgen en hij zorgde er wel voor dat hij in elk geva.l geen honger leed. Eenmaal uit huis wist hij ma.ar al te goed hoe hij zonder veel moeite geld binnen kon krijgen. Aan de andere kant gaf hij het ook makkelijk weer uit. Vriendinnen heeft hij zijn hele leven genoeg gehad. Getrouwd of niet, vaak genoeg werd hij gezien met een of andere vrouw, drinkend en lachend. Eéns schijnt hij trouwens te ver gegaan zijn in het verga.ren van geld en verwil'..keld. geraakt te zijn in een of andere oplichtingsaffaire. Niemand wieet echter meer het fij­ne van die zaak, hoewel hij wel om die reden naar Antwerpen zou zijn overgeplaa.ts·h, dat in Hasseltse n.T.T,-krincen bekend zou staan als een •strafkamp'. Ook zou hij aan dit zaakje een grote financHlle schuld hebben overgehouden, waaraan hij nog lang heeft moeten afl)etalen. Hij liet zich desondanks een borreltje soed smaken en in Bohan, waar hij v66r die zogenaam­de verschijningen al vaker op V8.kantie was geweest, stond hij daarom bekend als een stevige drinker. De kanermeisjes in het vakantie-oord waar hij gewoonlijk verbleef, noemden hem vanwege zijn baard en zijn door dr=k getekend gelaat zelfs 'Jeau Christ•, een bijnaam die gezien zijn latere zienersloopbaan niet helemaal oncepast was. G<:lzien deze voorgeschiedenis kunnen die zogenaamde H.ariaversohijningen en heel het spektakel eroml1een slechts onr twee dingen begonnen zijn: geld on vrouwen. Bewijzen daarvoor zijn natuurlijk moei­lijk te vinden, zo handig is Leon wel, ~!aar de vriend­schap die hij gesloten heeft met een rijke dame uit P.nt11erpen en de manier waarop hij bij familiebezoeken het Geld laat rollen, doen vermoeden dat hij niet zozeer de heilige asceet is, wao,r hij zioh zo graag voor uitgeeft, maar een gewiekste slimmerik, die zich via zijn zogenaamde zienersohap aan o.nder:en. •f111rr~jkt. Dat lllijkt ook uit het feit, dat hij zijn neus tegen­woordig nergens meer laa.t zien: de buit is binnen en de zaak hoeft alleen ma.ar draaiende gehouden worden."

Waar of niet wa.11.r? Is Leon de stille, teruegetrokken

fie;ui.ir of juist de joyeuze vrouwenversierder, die de

versc>ii.jnincen als een belastingvrije inkomstenbron

heeft aangeboord? Afgaande op wat de profeet hier en

daf\r in zijn dagboek over zichzelf meedeelt, wordt men

niet veel wijzer. Hij eeeft toe van een pilsje op zijn

tijd te hebben genoten en helemaal geen lieverdje ge-

61

weest te zijn, Hoe erg het werkelijk geweest is,

deelt hij helaas niet mee. Dit soort mededelingen

lijJ:en slechts bij te dragen aan de beeldvorming

Vf'-1'1 de bekeerling, die na een lange peril.ode van

dnisternis eindelijk het licht heeft gezien.

:ne visionair zelf is weinig mededeelzaam, Her­

haalde pocingen van mijn kant om Theunis 'cot een

ce sprek te bewegen mislukten wegens zijn gebrek aan

i.nteresoe, Op een gemaakte afspraak liet hij verstek

caan z,onder opgaaf van :rieden.en. Naar de achtergrond

van deze te:::uggetrokkenhei<l kan men slechts gissen,

~m2.r de !:lan gnf de indruk belangrijker tli:ngen aan

het boofcl te heliben. Zijn volceline;en vónd.en zijn

houding overigens begTijpelijk en gaven alo komi:ien­

taar dat hij, Theunis, "gaat waar God hem zendt".

Ool: éÜ ko1'1en cle e;egevens over cle profeet niet uit de

e<'l7:ste hanèt, toch is het mocelijk om 0;0 crontl. v2.n het

''"cboek van de verschijningen een bee1a. te !:rijgen

v2.21 c'.e reil::wijdte van de gotl.delijke taak, die de

siener is opgedrac;en.

).? De aard van het leiderschau

Zoals in de inleiding van dit hoofdstuJ.;: a1 werd op­

generl:t, kan het 01itreden van een religieuze leider

ve:i:schHlen. Hij kan het bestaana.e onbehagen richting

ceven, maar hij kan latente ontevredenheid ook op­

c:oe;:;en en bewust r.mken. JJl het ceval van Theunis is het

nocilij'.: uit te naken in hoeverre hi,j een meer zelf­

standie-e rol heeft geflpeeld of het gevoel van ontheem­

r1.5_nc oloohts een bepaa.li\e richting heeft gegeven, Ze­

J:er lij: t ne in e1k geval, dat het ontstaan van de de­

votie tot <le Hadonna van Ifortsel-Ilohs.n een ui tings­

vorn Js vs.n de ontev.redenheid over de vernieuwingen

so1rel binnen als buiten i\e roomskatholieke kerk,

62

De hoofdrol in het ontsta.an van deze devotie speelt

de ziener, die beweert regelmatig de heilige maagd

Maria te zien verschijnen. In hoeverre ia Theunia

echter ook een leider en om wa.·b voor ad'ört leider­

schap gaat het? Over welke speciale gaven en kwa.li­

tei ten beschikt hij en zou men zijn leiderschap cha­

rismatisch kunnen noemen?

Charisma. kan men defin::U~ren als "een bepaalde eigen­

schap van een individuele persoonlijkheid, dankzij wel­

ke hij zich onderscheidt van gewone mensen en behandeld

wordt als begiftigd met bovennatuurlijke, boven­

menselijke, of tenminste specifiek uitzonderlijke

krachten of kwaliteiten, Deze zijn zodanig dat gewone

mensen er geen toegang toe hebben, maar beschouwd

worden als van goddeli.jke oorsprong of als exempla­

risch, en het individu dat ze bezit op grond. hiervan

als een leider wordt behandeld."(iO) Is het nu inder­

daad zo, dat Theunis aan deze eisen voldoet en over wel­

ke "uitzonderlijke krachten en kwaliteiten" kan hij

beschikken?

In de ma.nier waarop Wi.lson in navolging van Ma.:x: We­

ber charismatisch leiderschap defin!eert, speelt de

erkenning van en het geloof in de aanspraken op boven­

natuurlijke macht een belangrijke rol. Charisma. kan

nooit los gezien worden van degenen die era.an onderwor­

pen zijn, charisma is een sociaal verschijnsel en

geen persoonlijkheidstype. Uitgaande van deze definitie

ligt het voor de hand niet alleen te onderzoeken over

welke krachten en kwaliteiten Theunis zegt te beschik­

ken, maar ook in hoeverre en door wie da.ara.an geloof

gehecht wordt. Met andere woorden: niet alleen de in­

houd van de charismatische ula.im moet in de beschouwing

worden betrokken, ma.ar ook de ma.nier waarop deze claim

gehonoreerd wordt. De inhoud van de claim, datgene wat

63

Theunis beweert te kunnen en te zijn, valt gedeelte­

lijk a.f te lezen uit zijn dagboek. Gedeeltelijk, om­

dat het moeilijk meer te achterhalen is wa.t hij in

gesprekken met volgelingen gezegd heeft. Er is in elk

geval reden om a.a.n te nemen da.t de profeet verder­

gaande beweringen heeft geda.a.n dan in het dagboek

te vinden zijn, denk bijvoorbeeld aan de voorspelling

van het wenen va.n het Ma.ria.beeld op 9 november 1973, die hij blijkens enkele informanten gedaan zou hebben.

In de volgende pa.ra.graaf komen de beweringen en preten­

ties van Theunis a.a.n de orde voor zover die van be­

lang zijn voor een beoordeling van de aard van zijn

leiderschap.

3,3 pa be;weringen ell.,J?retel];:J:.ies in het dagboeJc y~_de ~·

In de meeste versies van het dagboek van Theunis

gaat een inleidend woord vooraf aan de weergave van

de eigenlijke boodschappen.( 11 ) Deze inleiding is

geschreven door de priester Ivo Celis, die optreedt

als de 'geestelijk leidsman' van Theunis. In de laat­

ste edities volgt op het dagboekgedeelte een poging

tot exegese van de hand van dezelfde schrijver. Be­

langrijk zijn echter alleen die gedeelten uit het

dagboek, waarin op niet mis te verstane wijze de

'goddelijke opdracht' van de nieuwe profeet aan de

orde komt. Ik zal mij in de beschrijving van de bood­

schappen daartoe beperken.

Het dagboek begint op 21 april 1972 met de

vermelding van de woorden, afkomstig van de heilige maagd

Maria: "Prijst en verspreid mijn Naam", Op 12 mei worcl t

deze opdracht in drievoud herhaald, nu door een manne··

lijke stem, die "ik (Theunis) later zou herkennen als

de stem van de Zaligmaker", Negen dagen later meldde

de heilige Maagd aan Leon, a.e.t hij niet van zijn slech-

64

te ogen genezen behoefde te worden, omdat hij "de

wereld binnenkort toch niet meer zou z.:1.en 11 en ver­

zocht Zij hem "hier een zieke (te brengell} die vertrou"'

wen heeft." en Wij zullen zijn lijden verlj.chten",

Enkele weken later, op 14 jun:!. 1972, vertrouwde de Moe­

der Gods hem toe, dat hij bizonder uitverkoren was, ,

want: "U zult nu mogen doen, waar ge in uw jeugd van

droomde, u ten dienste stellen van God de Heer en

Mijn Zoon, want Hij heeft u uitverkoren tot Zijn

dienst ••• stel u volledj.g tot Mijnen dienst en van

Mijn Zoon. Eens zult gij ons volk leiden." Om geen

misverstanden te laten besta.an herhaalde de Hemel­

moe<ler zichzelf op 10 juli: "Ik heb u reeds gezegd,

eens zult ::;ij een der lei<lers van Gods Volk zijn",

Afgaande op zijn dagboek werd Theu.nis niet alleen

door bezoek uit de hemel vereerd, maar ook door de

komst van figuren uit <le onderwereld: "24 op 25 juli

1972, Tij<lene de nacht kreeg ik bezoek van de duivel,

die mij in mijn bed heen en weer schudde: 'Er bestaat

wel een God, maar mijne macht is sterker. Het zon­

<lige leven is toch aangenamer. Veel vrouwen, werelds

plezier, <lit alles kan ik u geven. Stop uw Godsvrucht, 1

Gans de nacht bleef ik bevangen van die helse kracht.

In mijn onderbewustzijn ging ik op zoek naar wijwater.

Toen ik een ton gevonden had met wijwater erop, bleek

de ton leeg. Th dacht dat ik gedroomd had."

Blijkbaar waren de genezende gaven, die J,eon uit de

hemel ontvangen had, effektief, want op 7 augustus 1972

melade hij: "Rond 15 u. 15 verscheen onze Hemelse Moe­

<ler weer en sprak: 'Wij zijn bezig u een teken te ge­

ven', en rond dat tijdstip zou een zieke, die reeds

le.ng in coma lag en die ik speciaal aan onze Hemel-

oe Moeder had opgedragen, hare ogen voor het eerst weer

e:oopcn<l hebben."

65

Op 22 augustus oohemert voor het eerst iets door

v'm de somberheid van de Godclelijke Opdraoht, waar­

;;ee de ziener zou worden belaot:" ••• Het mensdom heeft

Go<1.8 toorn en eramscha:p opeewekt, Wij moeten trachten

Gorl.n c;ecsel af te wenden, om het mensdom te redden •••

''00n u uaardig de Heer te ontvangen, want in Zijn naam

ê'0ct ik zegeen dat Hij tot u komt ••• Kies hen uit die

voJcens u waardie zijn, de Heer te dienen,"

De goede verstaanders, en dat zijn de meeste lezers

v8.n het dagboek van de ziener, begrijpen hieruit dat

7C1fil de Heer aan Theunis zal verschijnen en dat de

l ~.!'.tst.e cereohtigd is een onderscheid te r.ia.ken tussen

hen die wel en hen die niet "waardic zj_jn de Heer te

dienen". J,eon he,d inmi_ddels ook een visioen gekregen,

i-m.ari.n hii.j het einde der tijden over het mensc1om had

zien nederdalen. De rol die voor hem was wegeelegd,

hr'.d met deze wereldondergang zeker iets te maken, Wat

dF>.t '.-Jas, kwam de Hee:r. Jezus hem persoonlijk mededelen:

"Mijn Vad.er weet, dat zij die nu tle naam dragen, Zijn

F1postelen te zijn, en Zijn woord verkondigen, over het

nlgcmeen het tegenovers·estelde bereiken. En, .in plaats

van ?.ijn Kerk op te bouwen ze afbreken en in hun taak

falen. Daarom wil Mijn Vader volledige Vernieuwing, en

wer<l u verko?.en door Hem met nog anderen hier aan mee

·~e werken,, .Het Kwade d.ient onderdrukt, Het goed.e moet

2.eeevieren, Gods wil moet heersen en er moet vrede zijn.

Va_-rui,f heden zijt giJ apostel Gods."

'.l'heunis krijgt in deze cryptische bewoordingen de

taak om de kerk te verni_euwen samen met andere "aposte­

len Gods". Op deze manier wijdt Jezus hem zelf tot

priester en wordt hij een deel van God. Enkele weken

later komt God letterlijk in hem: "3 oktober 1972, In

de H.rlis van 7.30 u. ging ik te communie en hij het

werlerkeren naar mijn plao.ts sprak een stem, die ik

nog nooit gehoord had.: 'Ik, genaamd Jezus Christus,

Zoon van de H.Vader, ben werkelijk in u. 1 "

De ziener, die dit alles ma.ar nauwelijks kan bevat­

ten, vraagt zich dan ook vertwijfeld ar'i "Wordt het

nu geen tijd dat ik een onderzoek van de psychiater

doorsta.? •• ,Want meer en meer wordt alles onwaarschijn­

lijk, Wereld verdelgen!' Wereld redden. Het wordt tijd

dat ik mijzelf ga redden. Terug met beide voeten op

de grond komen te sta.an, dat ik iedereen vrank en

onbeschaamd terug in de ogen duxf te zien."

Blijkbaar was dit moment va.:n twijfel aan zichzelf

van voorbijgaande aard, want op 23 oktober beschrijft

hij wat de Moeder Gods precies met hem voorhad: "Bezoek

zoveel mogelijk priesters en uw vrienden en verzoek hen

in naam va.n mi,jn Zoon, hun plichten, die zij vrijwillig

op zich genomen hebben, nauwgezet te volbrengen, en

dat zij op hutl beurt andere priesters aanzetten het­

zelfde te doen. Want de Heer zal hen verstoten, die

Zijn woord niet trouw volgen. En de Heer zal zelt''Vol­

gelingen aanduiden, die Zijn wil en wet verkondigen."

Ook de praktische problemen, die Leon op zijn weg

zou kunnen ontmoeten, worden door de heilige Maagd uit

de weg geruimd, wanneer Zij op 3 november op de vraag

van Leon: "Roe kan ik dat bekostigen?" antwoordt: "Doe

rustig voort. U zult steun krijgen van gelovige mensen.

Vraagt en ge zult verkrijgen."

Zoals ook uit andere boodschappen blijkt, was het

de bedoeling dat Leon de priesters en andere kerkelijke

gezagsdragers deed inzien, dat men op de verkeerde weg

was en van koers moest veranderen. De vernieuwing waar­

toe hij opdracht had gekregen, was dan ook vooral het

herstel van de oude toestand in de roomskatholieke kerk.

Het •verval' was in de ogen van de hemelse figuren al

67

zeer ·ver gegaan en op verschillende momenten twij-

felde de Moeder Gods er dan ook aan, of Zij de straffen­

de arm van de Reer nog wel zou kunnen tegenhouden.

Vanwege de goddeloze houding van het grootste deel

van de mensheid leed Eij blijkens de boodschappen

veel verdriet, wat Zij op de negende van de maan-

d.en augustus, september en oktober van het jaar 1973

toonde aan Theunis en anderen in de vorm van, tranen

op het Mariabeeld naar haar gelijkenis, Dit tranen­

wonder was voor de ziener en zijn vrouw het definitie­

ve bewijs, dat de bovennatuurlijke manifestaties echt

waren en zoals zal blijken ook voor anderen.

Op januari 1974 overkwam 'l'heunis een s.nder soort

wonder: in de kerk van de Karmelieten vond hij tijdens

zijn werk een hostie. Het belane va.n deze vondst werd

door de nederlandse jezu!et pater Krekelberg, die zich

ne. het wenen van het beeld bij de nieuwe :profeet

had aangesloten, zeer groot geacht. Hij konstateerde

namelijk, dat het om een gekonsa.kreerde hostie ging,

die na het volvoeren van een bepaald. ritueel, in bloed

bleek te vera11deren, Het wonder was een tweede bewijs

van de echtheid van de verschijningen,

Een derde teken ontving Theunis in de vorm van hevi­

ge pijnen in de rechterschouder, Theunis wekte daardoor

op zijn minst de suggestie, dat hij niet alleen ver­

schijningen kreeg, maar ook de •tekenen van het lijden

van Christus' op zioh droeg in de vorm van een stigma

op de plaats waar Christus zijn kruis had gedragen.

Deze suggestie werd door een aantal volgelingen ove­

rigens uitstekend begrepen en beschouwd als een derde

bewijs van d.e echtheid van de ziener.

Als we nu de balans opmaken van de uitzonderlijke

gaven en kwalite5.tan, we.arover Theunis naar zijn zec;­

gen kon beschikken, rl.e.n ])lij::t het volgende:

68

a, hij beweert de heilige Maagd waar te kunnen nemen,

evenals andere bovennatuurlijke figuren,

b, hij beweert door God uitverkoren te zijn om een

bilrnndere o:pd.racht te vervullen en de 'leider

van het Godsvolk' te zijn,

c. hij beweert dat Jezus in hem is,

d, h.ij pretendeert de bovennatuurlijke manifestaties

te kunnen"' 'bewijzen' door middel van de •tekenen',

zoals het wenen ve,n het Marj.abeeld, de vondst van

een zogenaamde bloedhostie, het il.ragen van een stig­

ma en het verkrijgen van wonderbaarlijke genezingen.

In de loop van de volgende jaren ontving Theunis,

als we z.î.jn d.agboek mogen geloven, nog een groot

aa.nta1 boodschappen en visioenen, Aan de hierboven

samengevatte beweringen werden echter geen wezen-

li;j'' andere meer toegevoegd en he·t lijkt daarom

gerechtvaardigd na te gaan in hoeverre de hier beschre­

ven claims gehonoreerd werden. Iedereen kan tenslotte

beweren God of M!'.ria te zien, maar niet iedereen wordt

geloofd,

3, t. Kri te:da ter· beoordelin van de ~

ning:en

'ren tijde van de eebeurtenissen, die Theunis tot ver

buiten de landsgrenzen bekend maakten, was hij niet de

enice, die beweerde dat hij de hei1ige Mao.gd had. gezien.

Op basis van g·egevens uit aller1ei devote tijdschrift­

jes, ui.t kra.nteberichten en uit gesp:l'.'ekken met volge··

lineen en ex-volITOlingen van de A.trbwer:r>se profeet kan

5ekonldudeerd worden dat alleen a1 in 13elgi.~ in de ja­

ren zeventig enkele tienta11en mensen beweerden Maria

gezien te hebben. Ook in Nederland claimde een handvol

mensen kontakt met de hemel te onderhouden. So!Dlilige van

69

d.eze 'begenadigde zielen' zoals zij in kringen van

Hariavereerd.ers wel genoemd word.en, slaagden erin

belanesteJ.ling van langere duur te wekken- (In Neder­

land bijvoorbeeld. Bertha Meulenberg uit Stein (L.) en

in Bele·il! de zieneres Ma.rgu~ri te in he·t nabij J,uik

c;elee;en Chl'!vremont). De meesten werden eohter niet se­

:deus e:enornen en rmel vergeten, '.l'heunis is tot nu toe

een van d.e zeer weinigen die al bijna tien jaar lang

maandeJ.ijlrn honderden pelgrims uit binnen- en bui ten­

land weet te trekken.

E~n van de belangrijkste faktóren die zijn popula­

riteit kunnen verklaren is het feit, dat de versohij­

n.ingen door een grote groep mensen ale echt beoordeeld

·1·.'orden. ll.ij de totstandkoming van dit oordeel speelt

een aantal kriteria een rol en naarmate een ziener en

a.e verschijningen die hij beweert te krijgen beter

a1J,n deze kriteria voldoen, neemt de kans toe dat de

belangstelling van langdurige aard is.

Uit het eerst hoofd.stuJ'- blijkt duidelijk, dat Theu­

nie al lang voordat de kerl:elijke overheid zich met

hem bemoeide en een oordeel over hem vela.e, interna­

tionale bekendheid genoot. Zijn populariteit heeft

dus weinig te maken met het oordeel van de kerk. Uit

gesprekken met pelgrims valt a.f te leiden, dat in de

eebedsgroepjes en tijdschriftjes ter bevordering van

de Har.iadevotie in de loop van het jaar 1973 al berich­

ten circuleerden over de nieuwe Antwerpse ziener. In

goedkoo11 uitgeeeven blaadjes met kleurrijke namen als

'De bode v.IJ!l. het nabi:î.§1.~', 'Vlaanderen naar Ma­

~·, '.Q;p Doortocht' en '.TJ,idschri.ft VIJ!l de, Rozenkr!UIJ!.'

kan i'len inderdaad lange verhandelingen vinden over

(nieuwe) Ha.ria.verschijningen en hun betekenis. De re­

dsJ~teuren van deze tijdschriften en andere devote lie­

den, die zich in de materie vl.'.n do verschijningen en

70

andere bove:nnatuu.rlijke :manifestaties verdiept

hebben, worden door hun lezers en toehoorders over

het algemeen ale apeoialiaten op mystiek gebied be­

aohouwd.

Enkele van deze periodieken worden uitgegeven

door zogenaamde Maria- o! Mado:nnaoentra, die tot

doel hebben de Mariadevotie te bevorderen door de

verspreiding van bidprenten, folders en boeken over

heiligen en verBOhijningsple,atsen, relikwiel§n en

andere wonderdadige voorwerpen. Ze worden bemand

door vrijwilligers, die hun werk zien als een uiting

van persoonlijke devotie tot de heilige Maagd. Deze

Maria.centra spelen een gezaghebbende rol en de per­

sonen erachter zou men 'verechijnlngespecialisten1

kunnen noemen, die met elkaar een 'verschijnings­

circuit' vormen. Zij ontlenen hun gezag aan hun kennis

v!m 'verschijningszaken•. !n de eerste plaats in­formeren zij hun publiek over (nieuwe) zieners en

boodschappen. Op grond van bepaalde waarderi.:11.gen

maken zij echter een selektie uit het aanbod van

verschijningen en vervullen daardoor een evaluerende

funktie, Bepaalde bovennatuurlijke manifestaties be­

oordelen zij als echt en andere als vale. De kriteria

die zij bij deze beoordeling gebruiken ontlenen zij

in grote lij1u1n Mn de kri te:d.a die de kerkelijke

overheld hiérbij hanteert. <12> Op grond va.:n intervlews met enkele van deze 'ver­

sohijningsspeoialisten 1 bleek het mogelijk een inven­

taris óp te stellen van de krlteria die deze mensen

bij de beoordeling van de echtheid van bovennatuurlij­ke manifestaites hanteren. Met nad:ruk dient gesteld

to worden, dat deze kriteria niet in gelijke mate en

op dezelfde manier door de versohillende specialisten

gehanteerd worden. Het gaat om vie:r. groepen.

71

Ten eerste, kriteria ter beoordeling van het gedrag

en het karakter van degene, die de bovennatuurlij-

ke ma.nifestaties zegt te hebben waargenomen; ten

tweede, kriteria ter beoordeling van de (theolo­

gische) inhoud van de manifestaties; ten derde,

kriteria ter beoordeling van de 'tekenen' en ten

·vierde, kri teria ter beoordeling van de reakties van

het publiek op c1e manifestaUes.

De ware ziener dient te voldoen aan de volgende voor­

waarden wat l;etreft zijn gedrag en karakter:

a. hij is nederig, onzelfzuchtig en terughoudend in

Zijn op·treden;

b, hij is konsistent in zijn uitspraken;

c. hij is geestelijk in orde;

d. hij is kuis;

e. hij ervaart het zienerschap als een last;

r. het eaat hem niet om geld of goederen. Als hij

die aanvaardt, dienen ze de devotie te bevorderenJ

e. hi.j is niet in staat de volled.iee theol~g~f!che, in­

houd vo.n de booCl.Abha'[):nen te bevatten. Een lae.g op­

leiding1mivo strekt daarom tot aanbeveling.

Een echte ziener herkent men niet alleen aa.n zijn

karakter en gedrag, maa.r ook aan de boodschappen, die

hij van boven ontv1mgt. J.llchte boodschap1!en herkent

men op de volgende manier:

h. de strekking ervan mag niet tegen het geloofrogoed

ingaan;

i. de boodschappen mogen niet volslagen a-religieus

zijn;

j. de boodschappen mogen geen reden geven tot onge­

hoorzaamheid aan de kerkelijke overheid, al mogen

ze wel kritiek bevatten op het gebrek aa.n geloofsij­

ver van priesters en leken.

Het zal duidelijk zijn dat de officiUle religieuze

specialisten, en daa:rmee bedoel ik de leden van de

clerus, over het algemeen geneigd zullen zijn de

kri teria in deze groep stringenter toe ·be passen

da.n de officieuze 'versohijningsspeoialisten', die

kritiek op de kerkelijke overheid, vooral in een tijd

wae,rin deze het belang Val1 de Mariadevotie niet bizon­

der bena,lrukt, nie·t zullen schuwen.

De derde groep betreft de beoordeling van 'tekenen 1 ,

d.i. gebeurtenissen die tegen de normale natuurlijke

processen it1druisen en waarvan wordt aangenomen, dat

zij van goddelijke oorsprong zijn,

De beoordeling van een 'teken' hangt samen met de

manier waarop het wordt bemerkt, Bij het spontane wenen

van een houten Mariabeeld stelt men andere vragen dan

bij een als wonder aangemerkte genezing van een zieke.

In het algemeen zoekt men echter naar een antwoord op

de volgende drie vragen:

k. is het teken ook voor anderen dan de ziener waar­

neembaar (geweest)?

1. stemt de waarneming van de ziener overeen met die

van anderen?

m. kan het teken ook op een andere manier dan als VM

God af'komstig worden verklaard, dus als het gevolg

van een natuurlijk proces of als een paranormaal

fenomeen of misschien zelfs als duivels bedrog?

De reakties van het publiek worden op de volgende

punten beoordeeld!

n. men mag de ziener niet op een voetstuk plaatsen,

het gaat vooral om de boodschappen;

o. de boodschappen zelf hebben tijd nodig om tot de

grote massa door te dringen. Een te snelle grote

toeloop is daarom verdacht;

p. het publiek dient zich rustig en waardig te ge­

dragen, extatische en opgewonden uitingen aoht

men twijfelachtig;

q, giften moeten bedoeld zijn om de devo·tie te be­

vorderen. Het kopen van voorspraak bij de heilige

Maagd is u.it den boze,

De kr.i terie. in deze laatste groep betreffen in fei'""

te niet de ziener of de tekenen of boodschappen die hij

ontvangt, maar het gedrag van anderen. De reakties van

anderen worden dus merkwaardigerwijs betrokken bij de

beoordeling van een ziener. Bovendien bestaat er een

a.uidelijke parallel tussen de maatstaven ter beoorde­

ling van het gedrag van de ziener en dat van het publiek,

De ware ziener is nederig en terughoudend (a) en laat

zich niet op een voetstuk plaatsen en roept slechts

rustige en waardige reakties op (n en p). Kan de ziener

niet geheel bevatten wat de theologische betekenis van

de boodschappen is (g), het publiek kan dit evenmin en

slaagt daar pas in na interpretatie door (officieuze

of offici~le) religieuze specialisten. Een parallel

tussen kriterium f en q is ook gemakkelijk te ontdekken.

Het gevolg van de toepassing van deze beoordelings­

kri teria is, dat hiermee implioiete gedragsregels wor­

d.en gegeven. Naast de informerende en evaluerende funk­

tie van de 'verschijningsspecialisten' duikt hier een

derde ftmktie op, namelijk een normerende. Niet alleen

de ziener weet hierdoor hoe hij zich dient te gedragen,

maar ook het publiek komt zo op de hoogte va~ het meest

gewenste gedrag.

Een belangrijke impliciete voorwaarde voor het gebruik

van deze kriteria is, dat degene die ze toepast 'vrij'

is, dat wil zeggen, niet onder druk van anderen in de

(on)waarachtigheid van een ziener en de verschijningen

r'ie hij zegt te kri,jgen, gelooft, In fe.i te voldoen noch

74

officille noch officieuze specialisten a.a.n deze eis.

E:t' zijn altijd invloeden die bij de beoordeling van

het zienersoha.p een rol spelen, hetzij in de direkte

sociale omgeving, hetzij ·vanuit de wijdere ma.a.tsoha.ppe­

lijke kontekst.( 13) Ook in het geva.l van de ziener

uit .Antwerpen speelden bi.ndingen met anderen in de

beoordeling van zijn a.uthentici.teit een rol, zoals uit

het vervolg nog zal blijken.

Al eerder werd gesteld dat het in deze inventa.ris

van kriteria. gaat om een opsomming van voorwaarden,

die door verschillende specialisten op een verschillen­

de manier worden gehanteerd. Dit hangt niet alleen af

van de positie die zij innemen (kerkelijke specialis­

ten letten meer op de theologische inhoud en wijzen

kritische boodschappen eerder af), ma.ar ook van de

persoonlijke voorkeur en van be!nvloeding door andexen.

In de volgende para.graaf zal worden uiteengezet op

welke manier ze in het geval van Theunis door de

officieuze beoordelaars, hier •verschijningsspecialis­

ten' genoemd, zijn gehanteerd.

3. 5 Theunis en de ',v;e,rsc.!li.:Jn.ingsspecie.listen'

Om inzicht te kxijgen in de manier waarop de be­

oordelingskri teria. in het geval Theunis toegepast wer­

den, moeten we terug na.a'.J:' het jaar 1973. Ve'.l:'moedelijk

in de maand januaxi van dat jaa'.J:' kwam Theunis, die

zich toen a.l enige maanden als ziener afficheerde, in

kontakt met een zekere Julien Mampaey. Tijdens bede­

vaartreizen had deze Mampaey, banketbakker van beroep,

een groot aantal pelgrims leren kennen met wie hij

konta.kt onderhield over Mariaverschijningen en (nieuwe)

bedevaartsoorden in binnen- en buitenland. Op aandxang

en met hulp van zijn pleegouders, bij wie hij als bak­

ker in dienst was 1 '.J:'ichtte hi.j eind 1972 een Madonna-

75

centrum in zijn woonplaats Mortsel op. Het doel van dit

centrum was de bevordering van de Mariadevotie door

de publikatie van een tijdschrift over Mariaverschij­

ningen en de verspreiding van devote lektuur, Tesamen

met een aantal sympathisanten huurde Mampaey een leeg­

staande etage in de buurt van de woning van Theunis,

waar het centrum werd gevestigd. !:lij begon met de publi­

katie van een maandblad, dat de naam ','.I'ijdschrift va.n

de Rozenkrans' kreeg, en stuurde dit ne.ar vrienden en

bekenden met het verzoek het na lezing aa.n anderen te

geven, Blnnen enkele maanden gTOeide het aantal abonnees

door deze manier van werven tot enkele duizenden, De

eerste nummers, die Mampaey voor het grootste deel

zelf voJ.schreef, bevatten aansporingen tot gebed, nj.euws

over Mariaverschijningen in binnen- en buitenland en

uiteenzettingen over de plaats van Maria in de kerk,

Binnen enkele maanden beschouwde een groeiend aantal

lezers hem als een ware 'verschijningsspeoiali.st•,

Hoewel het kontakt tussen ~heunis en de pleegouders

van Julien vanaf het begin soepel verliep, hield de

laatste toch nog enige twijfels over de ziener. Omdat

hij zich bovendien in zijn nieuwe, eezaghebbende rol

onzeker voelde, besloot hij advies in te winnen bij

een e.ndere 'verschijningsspecialist', een zukere Mark

Waterinokx, soheikundeJ.eral:'.r te :Brugge, Door middel

van zogenaamde konferenties bracht deze ma.:n een in

Mariale zaken geïnteresseerd publiek op de hoogte van

bedevaartsoorden in binnen- en buitenland. Mampaey,

die zichzelf intellektueel de ml.nde:r.e voelde van a.eze

welingelichte leek, verzocht hem kontakt op te nemen

met Theunis. Waterinckx was daartoe bereid en

februari 1973 voerde hij een lang gesprek met

ne:r. TJi t diens verklaringen maakte Waterinckx

op

de

op,

4 zie-

dat

Theunis geen echte ziener was, Zonder veel uitlee deel-

de hij zijn konklusie 1.Mu1 Mampa.ey mee.

De banketbakker, die onder toenemende druk van zijn

pleegouders kwam te sts.an en bovendien door enkele van

zijn medewerkers op het Mad.onnacent= werd gepusht om

in a.e nieuwe ziener -te geloven, sloeg dit negatieve ad­

vies echter in de wind. Sociale druk en loyaliteiten

stona.en de 'vrije' toepassing van de beoordelings-

kri teria in de weg.

Wat waren nu eigenlijk de redenen va.:n Waterinokx om

het zienerschap van Theunis te verwerpen? Ten eerste

stemde de manier, waarop 'l'.'heunis de heilige Maagd had

waargenomen niet overeen met de iconografische traditie.

De wijze waarop Theunis Hae.r beschreef en op een bid­

prentje had laten afbeelden (in een wat Waterinckx noem­

il.e "half-pornografische n~gli~"J deed hem eerder den­

ken aan een lief hier op aarde dan aan Onze Lieve Vrouwe

in de hemel. Met enige goede wil kan men stellen, dat

hier ile kuisheid van de ziener in twijfel werd getrok­

ken (kriterium d). Het eerste argument, :namelijk een

breuk met de iconografische traditie, ben ik slechts

11ij deze ene verschijningsspecialist tege~gekomtllln. Meest­

al wordt aangenomen, dat de heilige Maagd in welke ge­

stalte dan ook kan verschijnen, dus als een jonge of

volwassen vrouw, met blond of zwart haar enzovoort.

De tweede belangrijke reden voor de afwijzing van

Theunis' zienersclaim was het feit dat Theunis zichzelf

zou hebben tegengesproken en dat hij tegen Waterinck:x:

iets anders beweerde dan hij aan anderen had gezegd

(kri terium b).

De derde reden tot afwijzing lag op het gebied van

de reakties van het publiek. Theunis zou zioh, aldus

Water:l.nck:x:, "bedienen van de propagandistische hulp

vö.n een fanatieke vrouw uit Brugge, die bij mij slecht

77

bekend ritaat" (kriterium p).

Enkele maanden later, toen de ziener bleek te be­

schikken over een wenend Marie.beeld, kwam daar nog een

vierde reden bij: Waterinokx zou 'l'heunia zelf op het

idee van een mirakuleus beeld hebben gebracht door hem

te vertellen over de wenende Ha.donna van Syracuse, een

kerkelijk erkend tranenwonder. 'i'heuni.s zou daarna een

manier bedacht hebben om zijn ei.gen beeld te laten we­

nen, puur bedrog derhalve. Het ga.at hier duidelijk om

de beoordeli.ng van een teken (kriterium m),

Ilet laatste argument waarom de ziener vale zou zijn

ontleende de scheikundeleraar aan de banden, die Theu­

nis met de "ketterse tegenpaus Clemens de vijftiende"

zou onderhouden. De boodschappen f>aven blijkbaar reden

tot oncehoorzaamheid aan de kerkelijke overheid (kri­

terium j) en dat bestempelde de zogenaamde ziener tot

een werktuig van de duivel.

Tijdens de 'konferenties' die Waterinokx na zijn

p;es:prek met Theunis in verschillende Nederlandse en

'1elt,'ische plae.tsen hield, rn<>.akte hij zijn publiek er

in bed~:te termen op attent, dat de ziener uit Mortsel

vP,1'1 was. Een aantal van zijn toehoorders nam deze

waarschm1ine ter harte en geloofde daarom niet (meer)

in Theunis. Vooral in de maanden tussen het gesprek

en de zogenaamde tranenwonderen was Waterinckx in

Gtawb enige invloed op zijn publiek uit te oefenen.

ná de 'bovennatuurlijke feiten' vermocht de Brugge-

1rnar de mensen, die zich door deze 'tekenen' hadden

la ten overtuie;en, niet meer aan het twijfelen te breng­

en. De sociale en intellektuele afstand tussen Wate­

rinc:kx en zijn toehoorders, die volgens hem vooral uit

cle l"'.gere klassen afkomstig waren, zal daar zeker mede

debet aan ge~.'eest zijn,

78

Ma.mpaey kwam, zoals ik al opmerkte, in de loop van

1973 onder steeds grotere druk van zijn pleegouders

en enkele van zijn medewerkers in het Ma.don:nacentrwn

te staan om aan de versohijningen te geloven. De belang­

stelling voor het werk van het centrum nam door de aan­

wezigheid van de ziener enorm toe en toen Ma.mpaey 1 s

pleegouders bovendien 1kroongetuigen 1 bleken te zijn

van het wenen van het Mariabeeld in de woning van Theu­nis op 31 oktober, ging hij uiteindelijk overstag. In

het oktober- en novembernum.mer van zijn tijdschrift pu­

bliceerde hij een uittreksel uit de boodschappen. Dat was een belangrijk feit, want de niet!llfe ziener kwam daar­

mee op S~n lijn te staan met geliefde figuren als Mamma

Rosa en Padre Pia, in wie zeer vele lezers geloofden. Andere devote tijdschr1ften namen de boodschappen over

en binnen korte tijd raakte de ziener wijd en zijd on­

der Mariavereerders bekend. Zoals in het eerste hoofdstuk beschreven kwamen ook de media van de voorspelling van

een derde tranenwonder op negen november op .dei.hoogte

en de toeloop was enorm met alJ.e gevolgen vandien.

Mampaey's vertrouwen in de ziener bleek echter maar

van korte duur. V66r het jaar om was ontstond er een

breuk tussen hem en Theunis. Zoals Mampaey echter onder

druk van anderen en met name onder druk van zijn pleeg­

ouders de waarachtigheid van de ziener uiteindelijk

aanvaardde, zo waren het ook zijn pleegouders a.ie hem deden inzien, dat de pr.ofeet vals moest zijn. De aanlei­

ding tot deze breuk was de poging van The1mis om Mam­

paey 1 s pleegmoeder te verleiden. Hierdoor zondigde hij

tegen de regel, dat de ware ziener kuis is (kriterium d).

Hie:t'lllee treedt een belangrijk verschil tussen de

twee 1verschijningsspecialisten 1 , Waterinckx en Jl[a.m­

paey, aan het licht. Waar de eerste geen enkele di­

rekte noch indirekte bind1ng met Theunis had. en door

79

zijn kennj_s va.n andere zieners en Mariaverschijningen

in sta.at was een onafhankelijk oordeel uit te spreken,

da.ar was Ma.mpaey via. zijn pleegouders gebonden aan de

ziener en door loyaliteiten ten opzichte van zijn

naaste omgeving niet in staat tot onafhankelijk oorde­

len. Tiet gevolg hiervan was, dat hij Theunis faam be­

zorgde, doordat hij over meer invloed op zijn lezers

bleek te beschikken dan hij zelf wellicht vermoedl'le.

Doorslaggevend· was in dit verbe,nd het feit, dat hij

zich achter het wenen van het Mariabeeld stelde, want

'bewijzen' in de vorm van een t:ranenwona.er waren voor

de grote massa. van Maria.vereerders van veel groter be­

lang dan de theologische zuiverheid vo,n de bootlt:ichap­

pen of het gedrag van de ziener.

Om welke redenen voltrok zich de breuk tussen de

ziener enerzijds en Mampaey c.s. a.nclerz.ijds? Ten eer-­

sil:i-Zou Theunis zich steeds driester zijn gaan e;ea.ragen

naarmate het e.antal ve,n zijn volgelincen toenar~. W2.ar

hij ook kwam verlime;de hij, a.ldus Mampaey, een vlotte

bediening, het beste eten en drin1~en en de meeste ar·,n­

dacht, terw.ijl van een ware ?.iener nederic;heid en terug­

houdendheid verwacht mochten worden (kriteriun a). Ten

ti,,eede e.iste hij een steeds belangr:ljker plaato in het

Nadonnacentrum op, waardoor Mampaey zich bedreigd voel­

de. Bovendien nam de ziener geld o,e.n van volgelingen,

ofschoon niet duidelijk was we.t er met dit geld cebeur­

de en Theunis ook ontkend.e gelcl. aan te nemen (kri terium

f). De ziener beweerde dat op zijn voorspraak bij de

heilige Maagd. een kincl. genezen was, terwijl het volgens

Me.mpaey juist gestorven was (kri terhun k, 1), Tenslot­

te zou de profeet niet alleen Mampaey' o pleegmoed.er,

maar ook andere vrouwen gepoogd hebben te verleiden

en daardoor de kuisheidsregel overtreden hebben (kri­

terium d). Aohteraf vond Man:ne.ey de toeloop na he·t we-

ao

nen van het beeld "te enorm" (kriterium o) en bekri­

tiseerde hij het feit, dat de ziener door zijn a.a.nhe.:n­

gers op een voetstuk werd geplaatst (kriterium n).

Na een korte maar hevige ruzie, waarin de ziener

volgens Mampaey zijn ware gezicht liet zien door te

verklaren, dat hij "soheet op de boodschappen", zet­

te Mampaey hem buiten de deur.

Tesamen met Waterinokx, die de redakteur van het

Tij,dsch:t;i.f.t._va,n_de Jlo,zenkre.ns in een open brief pr~es ori zijn moed openlijk met d.e ziener te durven breken,

leverde Mampaey aa.n een journalist van Het @ondageblad(i4)

het materiaal voor een artikel met als kop "Wenende

Ma<lonna uit Mortsel: Iloerenbedrog". In het artikel on­

derbouwde de schrijver zijn bewering met een aantal van

de argumenten, die voor de beide 'verechijningsspecia­

listen' Mampaey en Waterinckx reden waren geweest zich

van de ziener af te keren. ~-:Enkele maanden later, na

de bisschoppelijke veroordeling van de devotie tot de

"zoeenoemde Madonna van Mortsel-Bohan" in juni 1974, keerde Mampaey zich in een uitvoerig artikel in zijn

tijdschrift tegen de profeet. De redenen die daarin

werden aangevoerd, hadden echter meer betrekking op

de inhoud van de boodschappen da.n op de echtheid van

de tekenen en het gedrag van de ziener en zijn publiek.

Zo werd de ziener achtereenvolgens beschuldigd van

trithe!sme (in een boodschap was sprake van •goden",

terwijl het de heilige Drie!Jenheid betrof), van pan-

the!sme (Theunis zou God met de natuur vereenzelvigen)

en van Clementisme (Theunis zou door zijn boodschappen

bRnden aangeknoopt hebben met de afvallige Michel Collin,

alias paus Clemens XV). Bovendien zou de ziener de fout

hebr)en begaan de p:reoiese datum van het wenen van het

beeld te voorspellen, wat alleen zou dienen "om de nieuws­

gierigheid te bevredigen" en wat inging tegen het Evangelie.

81

De><e theoloe.isohe argumenten 1.ijken meer hedoeld

te zijn om de afwijzing van Theunis 1 zienersohap achter­

af ·te reohtve.ardigen, dan dat ze de eiffenlijke redenen

van de breu1: weergeven, Ze waren er bovendien op ge­

'"ich t al diegenen, die nog steeds in de ziener geloof­

den, voor het gevaar va.11 ketterij te waarschuwen en

het in de.arom niet onaannemelijk, dat de pen van de

schrijver ee stuurd 11erd door de kerkelijke overheid,

De invloed die beide artikelen op de (potentitHe)

volr;el~neen van <le ?.i.ener hadden, ie moeilijk rQeer na

te caR.n, E.'t' zijn ongetwijfeld mensen geweest, die zich

door deze 1-raarschm-iingen hebben laten weerhouden zich

!tor· verder r::et de ziener in ·te laten, zoals enkele ex­

volc;elinzen rlij verzeke:nl heb.ben, Anderen, die meer

'.'aar<l.e en eeloof hechtten aan wonderen, zoals het wenen

va!l. het beeld, rüJ:>aléuleuze eenezineen en a.ergelijl::e,

J.ieten z:tch noch c'\oor de beid.e artikelèn, noch door

de 1:erl:elij1-:c veJ.'oordeling van c1o devotie aan het

t1·ijfelen breneen. Zij geloofden sterk in de beweringen

Vi'.n cl.e ?.ienel' en waren ervan overtuigd, dat hij de

'Ieider vo.n het Godsvolk' was, Mm de hand van een

ae.ntal. uits11raken van e.anhaneers zal in de voleend.e

l1e.rc.graaf worclen naGeeaan, hoeYer dit eeloof precies

.'.' D.e e)·ke,rinint; va,p het zienerschap door de volgelingen

Eósent!eel voor het optrea.en van oharismatisch lei­

c1eJ.'Rchri.:i:i is het celoof in en de erkenning van de uit­

'.1onrlerJ.ijke l::\re.J.i tei ten en eaven, die cle leider beweert

te l)cdtten. De vra.c.g is nu hoever dit eeloof in het

1:ev11.l vo.n Theunis eaat en ,,"aar de grens van zijn eezae

lt~t"

Jn c1.e eerde 11laats eeloven de volgelingen frt de

Y9rflchi.jninse:r1 ve.n -i.e heiJ..il\'P, Jfaagd, In de tweede

82

plaats zijn de getrouwen ervan overtuigd, dat hij

inderdaad de 'leider van het Godsvolk' is. Wat dit

preoies betekent, zal uit de volgende voorbeelden duidelijk worden. ;

Eem; zestigjarige boerin beschouwt Theunis inder­

daad als een echte leider en vergelijkt hem met Moees:

" ••• Kent u die film over Mozes en de Tien Geboden? Voor mij is dat juist dezelfde persoon, meneer Theunis. Onze Lieve Heer heeft hem uitgekozen en gezegd: 'Kom jongen, leid uw volk en bekèer zo­veel mogelijk mensen.' Je voelt dat hij geen mens is, ma.ar iets hogers ••• "

Ook andere volgelingen erkennen, dat Theunis een man

met een bizonde:re opdracht is. Ze zien in hem werke­

lijk de apostel, die al het mogelijke moet doen om de mensheid weer op he:b rechte pad te brengen. De gebeden,

die hij uit de mond van de Moeder Gods heeft opgetekend,

worden door hen op de letter nagebeden, de boodschappen die hij uit de hemel zegt ontvangen te hebben, zijn

voor hen minstens even belang.rijk als het Nieuwe en

Oude Testament ·base.men. E6n bemoedigend woord van hem

is meer waard dan tien preken van een priester. Veel

volgelingen zijn er zich dan ook van bewust, dat tegen­

over de ziener slechts een houding van eerbied en onder­danigheid past. E~n van zijn Nederlandse volgelingen

omschreef het gevoel, dat Theunis een zeer bizonder

iemand is, op de volgende manier: 11 ••• Ik weet het, •t is meneer Theunis, maar het is

tooh een veel hoger wezen ••• ik kan nooit blijven staan als ik hem tegenkom. Ik ••• ik voel dat God voor mij staat, dat is 't 'em, Ik vind dat zoiets he.:1.ligs, zoiets intiems. Ik was eens naar het kerk­hof gegaan waar zijn vrouw ligt.,,ik sta daar en word ineens op mijn schouder geklopt, staat meneer Theunis ineens achter me, nou, ik val gelijk op m'n knie~n, ik kon er niks aan doen, ik kon me gewoon niet houwen!"

Blijkbaar dwingt de ziener zoveel respekt af, dat

men bij zijn nadering spontaan op de knie~n valt. Dit

83

komt niet in het minst door de wonderen, die Theunis

zegt te hebben meegemaakt en de genezingen die op

zijn voorspraak zijn geschied, maar misschien nog wel

meer, doordat zijn bewering dat Jezus in hem is door

zijn aruLhangers wordt geloofd. Sommigen menen zelfs

te kunmm horen, of Theunis in hem aan het woord. is

of Christus:

" ••• Meneer Theunis is door Christus zelf aangesteld, je kunt aan zijn stem horen, of hij zelf iets zegt, of dat Christus door hem spreekt ••• "

Volgens dezelfde vrouw, die mij dit vertelde, kan men

dit nog het beste begrijpen door te bedenken wat er

gebeurt wanneer men juist de hostie heeft on·bvangen: 11 ••• Het is net zo als op het moment. dat wij ter kommunie zijn geweest en dat we onszelf helemaal met Onze Lieve Heer verenii:;d voëlen en Onze Lieve Heer in ons spreekt.,,"

De meeste volgelingen die ik heb gesproken hechten zeer

veel geloof aan de beweringen van de ziener, niet al­

leen wat betreft de verschijnilleen van allerlei godde­

lijke figuren, maar ook wat betreft de soms wel zeer

moderne manieren waarop Zij zich aan hem openbaren,

zoals uit de woorden van een van de oudste volgelineen

blijkt: 11 ••• Wat in de kranten heeft gestaan van meneer Theunis, daar is niks van waar, dat Christus, toen hij (Theunis, M.O.) van Dinant naar Ant­werpen terugreed, voor zijn windscherm verscheen: daar klopt niks van, want Christus zat naast hemt!"

Het geloof in dergelijke verschijnselen is echter

nog wat anders dan de erkenning van de claim, üat Theu­

nis op dit moment en in alle opzichten de 'leider van

het Godsvolk' zou !ll'.ijn. Ook al ziet men hem als een

profeet met een bizondere opdracht, de uitoefening

van leiderschap is iets dat verder gaat. Beslissend

voor de vraag in hoeve=e hij een leiö.er is, is de

84

mate waa.:ri.n zijn gezag boven dat van de roomakatho­

lieke kerk wordt gesteld.

In de ontwikkelil1g van de gxoepering vallen momenten

aan te wijzen, waarop Theunis het gezag van de kerke­

lijke gezagsdragers ter disku.ssie stelde. E6n zo 1n mo­ment was de publikatie van de hemelse boodschap, die

de ziener op 1 oktober 19~6 van de 'Zaligmaker' zelf

ontvangen zou hebben en die luidde: "Het Vat:!.kaa:n heeft afgedaanl •••• en wat ze noemen 'de Rooms Katholieke Kerk'

bestaat voor ons :niet meer. Zij die nog willen geloven

in Rome, gelove! Doch het spijt mij voor hen allen. Want Jezua•woord alleen telt:'Die niet met mij is, is tegen

Eiij'," Hoe duidelijk deze ontkenning van het bestaans­

recht van de roomskatholieke kerk ook lijk~, toch wordt

deze boodschap door de volgelingen op verschillende ma­

nieren geinterpreteerd, die echte:r.· 6~fo d.ing gemeen heb­

ben: ze vechten geen van alle het uiteindelijke gezag van de paus aan. De paus word·t door de volgelingen vrij­

wel zonder uitzonderingen als een zuivere, onfeilbare

figuur beschouwd, Slechts zijn omgeving, de kardinalen

en bisschoppen die hem onringen, krijgen de schuld van

de verword:!ing in de Kerk, zoals uit de volgende uit­

spraken duidelijk wordt: 11 ••• •rret Vatikaan heeft afgedaan• betekent niet: 'De paus heeft afgedaan'! Dat wil zeggen: er ge­beurt veel in het Va.tika.an dat niet juist is •• ,"

''".Dat betekent volgens mij, dat 't Va.·tika.an voor veel priesters heeft afgedaan. De paus zegt toch, dat zij zich kenba.a.r moeten kleden, een kruisje dra.gen, een Romaanse col. Ik ben ervan overtuigd, dat we een hele goeie paus hebben, •• omdat de pries­ters dus niet gehoorzamen, heeft het Va.tikaan afge­daan ••• "

",,.Christus heeft tegen Leon gezegd: 'Het Vatikaan heeft afgedaan', Leon zegt alleen, dat het ve:r.•bond verbroken is: (le bisschoppen hebben er niks meer voor over!"

Hoewel cle volgelingen. dus erkennen, dat Theunis een

85

bizondere o~dracht te vervullen heeft, stellen zij

hem niet boven de gevestigde macht van de roomska­

tho1ieke kerk, Daarin versohHlen zij duidelijk van

de volc;elincen van de zogenaamde tegenpaus Olernens XV,

de al ee:eder genoemde m.chel Collin, die de paua van

Home juist e.ls een valse paus zien en diens gezag

niet erkennen. Ilij gebrek aan gegevens is het echter

niet moc:elij':: een vergelijking te maken tussen d.e

c:roepering van Collin en die van Theunis, hoewel dat

liet inzicht in het ontstaan van religieuze g:r.oeperineen

liinnen de roor:iskatholieke kerk aanzienlijk zou vergro-

Een v:-oot deel van cle kri t.iek~ die de volgelingen

v:o,n T:heunis o:r bisschoppen en andere ker1rnlijke e;e­

z2.c;sdrac;ers hebben, valt overi1::ens te begrijpen uit

i1,e erc:e:t':'.lis over het feit, dat noch de bi.sschop van

M1tFernen, noch die van Namen, binrnm wiens jurisdiktie

:Jo}1f\n valt, zich in positieve zin over de devotie tot

de ;:2.rlonne. van !1ortsel-Bohan heeft uitgelaten. Voora1

r' o hc.riie !:ec:n van getrouwen wiml t zioh erover op, dat

r1.e 1'i.rrscho::; \•an Ant1rnrpen de zogenaamde bloedtranen

niet 1:eeft J_aten onè,erzoeken, De verklaringen van bei-

<le :"2.rti~tm :;;ijn echter ·l;ots,al met ellmar in tegenspraak.

;;et bi.s<lor: 1:le1:ee:d de tranen wel te hebben 1a ten onder-

? oo'·.en, '.i!:rnuni.s en Ce1in be1·reren <lat a.it niet l.:,"€lbeurd

ifl, \12.t oo'.: de iro.re toe<lracht {;'eweest mag zijn, het

i:::: 3.n el~: c;eval duidelijk clat de getrouwen zich zeer

1::::-:i. tiso'1 ocrntellen tegenover cle bisschoppen. Dit betekent

ec 1d:er niet, dat nen hun gezag ook daadwerkelijk ver··

1:"r::-t, De voJ.celingen beweren immers niet, dat zij

>1m ;;;ezac niet r.ioc-en uitoefenen, maar clat zij clat op

d.e ver::ee::èle na.nier a.oen. Ook al zien zij mede in de

o::-::itelJ.inc van a.e bisschoppen de oo:i?zall.k va:n de verwor-

d i~c in c1_e roomske.tholieke keJ:l:, zij blijven hun legi-

86

timiteit erkennen. In feite is men ook veel meer

ui'b op erkenning van de •mystieke feiten' dan op

een konfrontatie met d.e kerkelijke overheid.

Zoals in de inleiding tot dit hoofdstulc werd gesteld,

valt de populari tei"b van 'l'heunis te begrijpen als een

gevolg van het feit dat hij door zijn volgelingen wordt

besohouwd als een ware zi.ener, Het is duidelijk gewor­

den, dat het geloof in zijn zienerschap gedeeltelijk

een uitvloeisel is van het feit, dat een 'verschijnings­

specialist', die over het vertrouwen en de middelen

beschikte om zo iemand bekend te ma.ken, zijn steun aan

de nieuwe profeet gaf, Toch zou ook Theunis als 1 bege­

nad:i.gde' al spoedig van het toneel verdwenen zijn, als

hij zijn volgelingen niets te bieden had gehad, Zoals

in het vorige hoofdstulc werd beschreven, bood de ziener

zijn volgelingen de mogelijkheid om terug te keren tot

de oude, vertrouwde g~loofspraktijk en de daarmee ver­

bonden beleving. Door het in ere herstellen van de

d.evotie tot de heilige Maagd opende hij bovendien de

mogelijkheid tot een scala van religieuze e:rvaring~n,

die hiervoor eveneens uitvoerig werden beschreven. Ten­

slotte bood hij aan een aantal van zijn aanhangers de

mogelijkheid om politiek onbehagen op een nieuwe manier

te verwoorden:

In zijn dagboek beschrijft Theunis een visioen, waar­

in drie engelen verschenen met in hun handen schalen

in de kleuren zwart, rood en geel, de kleuren van de

nationale vlag van Belg:i.U. Ook refereert hij enkele

malen aan de verschijningen van Maria aan de pastoor

van Fauroeulx, die in de ja.ren veertig van deze eeuw

zouden hebben plaatsgevonden en waarin de heilige Maagd

het belang van nationale eenheid benadrulcte (zie kaart).

In &6n van de verschijningen aan Theunis repte de Moe-

67

der Gods van de naderende wereldonderga.ng en beloofde

Zij aan Theunis:"Uw land aal zijn als de Ark van Noli!",

waarover 6'n van de Vlaamse volgelingen opmerkte, dat

dit een verwijzing was na.ar het einde van de taalstrijd

in BelgHI: "• •• want hoe kan er in een Ark van Not!! nog

gevochten worden'?" Een andere Vlaming, die zioh zelfs

jarenlang voor de gelijkberechtiging van Vlamingen en

Walen had ingezet, formuleerde de politieke betekenis 0Van ':Bohan' wel zeer cluidelijk:

" ••• Bohan ie het begin van de verzoening hè, kijk maar naar Theunis die vroeger weigerde om l!'rans te spreken en het nu, terwille van de Fransta.lic;e getrouwen, is ga.an leren!"

Voor een aantal van de Vlaamse volgelingen ri1>elen

deze politieke elementen een rol in de aanvaarding

van de echtheid van de z:lener, Ik heb echter de in­

drttk, dat het in de ogen van de meeste pelgrims geen

belangrijk gegeven is, Herkwaardieerwijs waren het

ook uitsluitend mannen, voor wie dit thema een rol

speelde.

Politieke elementen in roomsl:atholieke bedevaarten

lijken overigens rmkkelijl:er te vimlen te. zijn in lan­

den waar de roomska.tholieke kerk onder strenge staats­

kontr~le staat, zoals bijvoorbeeld in Polen. Ook in

Joegoslavi!:! leidde het ontstaan van een bedevaartsoord

onlangs tot scherpe reakties van de ka:nt van de macht­

hebbers, getuige een recent artikel in~ (10 mei 1982),

88

HOOFDSTUK 4

Naast de hiervoor behandelde faktoren, die voor een

beschrijving van het ontstaan noodzakeHjk zijn namelijk

leer, geloofspraktijk en leiderschap, volgt nu een be­

handeling van de overige door La.eyendeoker in zijn

verklaringssohema opgenomen faktoren, namelijk rekru­

tering, onderlinge kommunikatie 1 mater11Ue middelen

en sociale kontr!>le.

4.1 J\e.lf:ruterin~

Eén van de voorwaarden, d.ie noodzakelijk zijn voor

de vorming van een religieuze groepering is de werving

van (nieuwe) leden. Zoals in het voorgaande al enigszins

naar voren is gekomen, is er in de groepering va;n Theu­

nis geen sprake van een duidelijke organisatlestru.ktuur,

In de loop der tljd en naarmate d.e devotie tot de Madon­

na van No:rtsel-llohan een geregelder karakter kreeg,

heeft zlch echte~ wel een aantal mensen opgeworpen om

de devotie in goede banen te leiden. In de historische

besch:djving van het ontstaan van de groepering werd

een beeld geschetst va:n de drie belangrijkste Vlaamse

figuren. z!S zljn het ook die samen met de ziener eni­

ge richting geven aan de werving van nieuwe pelgrims,

Het nadruk enie;e, omdat het maken van propaganda wordt

overgelaten aa:n het inltiatief va:n de volgelingen zelf,

Dit blijkt ook uit de samenstelling van de in 1979 op­

gerichte vereniging 'Amici van Mortsel-Bohan', waarln

niemand speciaal met de taak om nieuwe leden te maken

belast is. Toch zijn de getrouwen er telkens weer in

1;eslaagd belangstelling te wekken voor 'Bohan'.

Theunis zelf heeft de boodschappen die hij van de

léaagd ontvangen zou hebben, vanaf. het eerste moment

89

uitgedragen door midi!.el van woord en geschrift, In

het begin verspreidde hij de boodschappen in gestencil­

de vorm, maar al snel (eind 1973) verschenen er boek­

;jes .in druk over de wenende Madonna van Mortsel, Dez.e

hebben zeker bijgedragen tot de komst van nieuwe bede­

vaartg2.ngers, waarvan een klein aantal deel is gaan

uitmaken van de groepering rond de ziener. In deze

becinperiode werden ook de eerste vlugschriften ge­

drukt, die in grote hoeveelheden in Nederland, Ilel­

Gi~, Frankrijk en waarschijnlijk ook in Duitsland

werden verspreid.

De tweerle manier waarop Theunis een groter publiek

voor ae verering van zijn madonna tracht te interesse­

ren is door het geven van spreekbeurten. Deze 1konferen­

ties' vinden vanaf 1974 geregeld plaats in verschillen­

de steden in Nederland en BelgHl. De gewone gang van

zaken is, dat een ter plaatse wonende volgeling een

zaaltje huurt, in een plaatselijk blad een advertentie

laat verschijnen, waarin uordt opgeroepen tot boete­

doening en gebed, en de lezers uitnodigt de spreek­

beurt van Theunis, geassisteerd door Celis, bij te

wonen. Het verloop van de bijeenkomsten is mij niet

p:cecies bekend, maar uit de beschrijvingen van enkele

vole-elingen heb ik kunnen opmaken, dat Theunis en Ce­

l.is om beurten vertellen over de verschijningen van

llaria, over de manier waarop de kerkelijke overheid

zich opstelt en over het belang van gebed en boete

in verband roet het naderende wereldeinde, De inhoud

van deze spreekbeurten lijkt over het algemeen ex­

tremer dan wat men in de geschriften van dit tweetal

aa.11treft. Tewn.inste op twee van dergelijke bijeenkomsten

heeft de profeet bijvoorbeeld zijn twijfels uitge­

s11roken over de huidige paus Johannes Paulus JI en het

hi~ra,rohisoh apparaat te Rome,

90

Het publiek dat op dergelijke bijeenkomsten afkomt

bestaat voor het grootste deel uit ouderen, hoewel

Theunis c.s. geen enkele vorm van selektie hanteren

en ieder op zulke bijeenkomsten welkom,is. Natuur­

lijk neemt men wel aan, dat men op de hoogte is van

de 'geloofswaarheden' en gesteld .is op het behoud er­

van. Enkele door mij ge!ntex·Yiewde volgelingen heb­

ben de visionair op deze manier leren kennen.

De derde manier waarop de rekrutering van nieuwe le­

den plaatsvindt is door middel van mondelinge reklame.

De meeste volgelingen, die ik gesproken heb, hadden

een sterke neiging tot getuigen. Uit de gesprekken

bleek, dat men zich echter terdege bewust was van het

feit, dat niet iedereen in hun boodschap ge!nteresseerd

was en men beperkt zich in het dagelijkse leven tot

he·c propageren op plaatsen die daartoe bij uitstek ge­

schikt zijn, zoals in kerken, op bedevaarten naar ande­

re plaatsen dan Mortsel en Bohan, in de gebedsgroepen

waarvan men deel uitmaakt en dergelijke, Volgens deze

informanten is deze wijze van propaganda zeer effektief

en hebben heel wat mensen op deze manier met 'Bohan'

kennis gemaakt,

De laatste manier waarop de rekrutering in zijn

werk gaat is via be:richten en advertenties in kranten,

radio en/of televisie. In de ogen van sommige volge­

lingen heeft zelfs het meest negatieve artikel in een

boulevardblad nog tot gevolg dat mensen zich gaan

interesseren voor de Madonna. De meeste volgelingen

zijn echter niet erg op publiciteit gesteld, De rea.kties

van de pers komen overigens in paragraaf 4.4,1 uitvoe­

rig aan de orde.

Tenslotte past hier een waarschuwende opmerking:

geen van deze 1rekruteringswijzen' heeft tot doel

echte 'leden' te werven, zoals dat in religieuze groe-

91

paringen als de Jehova-getuigen gebruilcelijk is.

E:r ia ook geen sprake va.n een formeel lidmaatschap

met de daarbij behorende verplichtingen. Ook uit

de ma.nier waarop de volgelingen over zichzelf praten

blijkt dat zij zichzelf niet als een groepering met

een aparte organisatie beschouwen. Er wordt va.n nieuwe

volgelingen ook niet verwacht, dat zij geheel en

al instemmen met de boodschappen van de heilige Haagd

of met de opvattingen, die Theunis en de zijn.an uit­

dragen • .Als we de organisatrice van de bedevaarten,

Rosa. Peeters, mogen geloven, is er zelfs geen sprake

van enigerlei organisatie en vinden de bedevaarten

en alle andere bijeenkomsten geheel spontaan plaats.

Uit a.l het voorgaande is ech·~er wel duidelijk gewor­

den, dat er wel degelijk spre.ke is van een groepering

met bepaalde opvattingen, gedragswijzen, ethos en een

zekere mate van organisatie. De druk tot konfcrmiteit

aan het groepsleven is echter subtiel, Bovendien willen

de meeste volgelingen de devotie ook niet zien als iets

aparts, als iets dat los staat van de grote moederkerk,

Ook hieruit blijkt, da. t men eigenlijk niet uit is elil

een schisma maar juist aanstuurt op erkenning door de

roomska.tholieke autoriteiten. In de beschrijvine van

de manier waarop de volgelingen met elkaar in kontakt

staan zal deze dubbele binding, dus zowel aan de moe­

derkerk als aan de leden van de groepering opnieuw tot

uiting komen.

4.2 ,!)pd~~~in~e komm,up.ika.tie

De kerngroep van volgelingen ontmoet elkas.r vrij

frekwent. Zoals in paragraaf 2,3 al uiteengezet werd,

zijn de meest getrouwe aanhangers elke week te vinden

in Bierbeek om daar gedurende het weekeinde misoen,

kruiswegen en andere godsdienstige oefeningen te houden.

92

In a.e loop der jaren heeft deze kern van à.an.han­

gers elkaar vrij goed leren kennen. Tussen de ver­

schil lende vieringen door spreekt men met elkaar

over allerlei huiselijke en alledaagse dingen en voelt

nen zich 6~n grote fa.milie, Ook buiten het kader van

deze bijeenlrnmsten zien vele volgelingen elkaar regel­

matig. Vooral degenen die met dezelfde bus ter bedevaart

gaan, hebben elkaar vaak beter leren kennen en vor-

men regionale netwerken van vrienden en bekenden,

Ook al zijn de volgelingen in de loop der tijd

vaak veel voor elkaar gaan betekenen, men kan niet

zeggen dat zij door de deelname aan de bedevaart

in een sociaal isolement geraakt zijn. Vooral in het

overwegend katholieke Vlaanderen geldt de pelgrimage

als een betrekkelijk 'normale' vorm van geloofsijver,

zelfs al is de bétref:f'end:e bedevaartsplaa..ta niet -d.oor

de kerk erkend.

Haast de informele kontakten die de volgelingen

uet elkaar onderhouden, kommuniceert men ook via

devote tijdschriften met elkaar, waarbij de al eerder

genoemde Hadonnacentra een centrale rol vervullen. Om­

dat dit aspekt in paragraaf 5,5 is behandeld, zal ik

er niet dieper op ingaan, Wel verdienen in dit ver-

bend tiree geschriften vermelding, die binnen de g:roepe­

rine van Theunis een rol spelen, Het eerste is een twee­

taJ.ie; maandblaadje, getiteld .Jllcho'@. van Mortsel en Dohan,

dat in het Nederlands en Frans onder de pelgrims wordt

verGpreid. Het bevat theologische en liturgische uit­

weidingen over het thema van de maandelijkse bedevaart.

De bedevaart van 24 november 1979 stond bijvoorbeeld

in het teken van de Advent en was daarom geheel gewijd

aan de betekenis van de Adventstijd, De tekst werd ge­

sch:r.even door Ivo Celis en Rosa Peeters en bestond uit

citaten uit Jesaja, devote gedichtjes en gedeelten van

93

de hemelse boodschappen,

Het tweede geschrift is bedoeld als een handleiding

bij de bedevaart en wordt gewoonlijk voorgelezen door

a.e leider of leidster van de bus gedu:rende de reis

naar ;~ohan, De auteur van dit geschrift is Rosa Peeters,

0.ie naar het voorbeeld van de ~s maant tot gebed

en een devote ·bedevaart, In deze handleidirl.g is de

toon echter direkter en wordt meer gebruik gemaakt van

Ci.e hemelse boodschappen. Ook is er plaats voor medede­

line;en van rieer praktische a,ard. Als voorbeeld opnieuw

de bed.evaa.rt van 24 november 1979,

De eerste à.ria pagina's zijn gevuld met aansporingen

à.ie de leze:c 011 ell..igszins gelh:al teerde toon oproepen

tot gebed, Op de eerste pagina valt te lezen:

" ••• Wat .is communie ill. bewust samenleven met Jezus? De advent van !!aria! Onze advent! 't Was en is niet alleen een wachten naar Kerstmis, maar een waar le­ven! Ha.ria zijn voor Christus, r,aten we voelen in ons wat er omgine deze dagen in lla:rla, in rijkdom van genade-leven! Er is geen verschil tussen de heilieniakende genade waarvan !W.ria vol was, •• en de onze. Jezus'woord klinkt klaar: ook bij elk goed werk komt !lijn genade in u, opdat ge leven zoudt hei:Jben OVEllVI,OEDIG! Hocht ons dat de levensvreugde .:;even om alles te dracen. 11

P.n op de laatste paeina lezen we:

".,.We danken u voor uw volgzaamheid van vorige L1aë.nà" kwestie uw bijdrac·en voor de kapel. Mijn­heer Theunis was daar zeer tevreden over, op een paar uitzonderingen na is alles gedaan gelijk het gevraagd .is. Dit zal telkens zo gebeuren, u kunt dan thuis reeds uw voorzorrren nemen, Leon dankt u voor uw bijdragen voor de kapel, We mogen u medede­len dat de bouw van de kapel rond de 7,700.000 frank zal l:or:ien.

Volgende bedevaart als God het belieft zaterdag 29 decenber."

De beide blaadjes moeten niet beschouwd worden als

een platform voor diskussie, Ze worden vrijwel u.it­

oluitend door Celis en Peetero volgeschreven en ze

94

zijn bedoeld om steun te geven aan de pelgrims, die

naar de overtuiging van dit tweetal de bedevaart

anders te we:!.nig ale een "geestelijke gebeurtenis"

zouden zien. Hieruit valt af te leiden; dat er een

zekere spanning bestaa·t tussen de meer ontwikkelde

volgelingen, zoals Celis en Peeters,en de grote groep

van minder ontwikkelden, die de bedevaart blijkbaar

meer als een 'materi~le gebeurtenis' opvatten, waarbij

de genezing van ziekten of het verkrijgen van gunsten

voorop sta.at. T.n deze vertegenwoordigt het tweetal

Celis en Peeters ook meer de opvattingen VaJ:l de skep­

tisohe buHenwereld, die het acceptabeler vindt dat

men ter bedevaart gaat om geestelijke kracht op te

doen dan om een wona.er te verkrijgen.

4.3 Materi~le middèlen

In deze paragraaf komt een aspekt VaJ:l de groepering

van Theunis aan de orde, dat zowel binnen als buiten

de kring van volgelingen nogal kontrovers!ëel is, na­

melijk de materi!lle middelen waarover Theunis c.s. kun­

nen beschikken, VaJ:laf het eerste moment, waarop de

profeet in de openbaarheid trad, hebben geruchten de

ronde gedaan over de fina:nci~le voordelen die de ver­

schijningen hem zouden opleveren, Voor een aantal vaJ:l

zijn eerste supporters vormde het ontvangen van geld

zelfs een van de redenen om met a.e man te breken (zie

paragraaf ;,5). Ook zijn huidige aaJ:lha.ngers lopen niet

te koop met het feit, dat er ter bevordering van de d.e­

votie heel wat ~ld aaJ:l Theunis en de in 1979 011e;e­

richte vereniging wordt geschonken, Als voorbeeld VaJ:l

de ma.te waarin men liever niet over geld praat, past

het citaat uit het bedevaartblad van 24 november 1979,

dat op de vorige pagina werd weergegeven. Voor een

buitenstaander is het in feite niet mogelijk te be-

95

grijpen waar de eerste drie regels op de laatste

pagina op slaan. Rosa Peeters bedankte de pelgrims

voor het feit, dat zij merendeels voldaan hadden aan

het verzoek om geld voortaan onder gesloten couvert

te overhandigen.

De zwijgzaamheid en omzichtigheid inzake onder­

werpen die met de materilHe aspekten van de bede-

vaa.;rt te maken hebben, komt voort uit het verschil tus­

sen norm en werkelijkheid. Want ook al staat het offer

hoog in het vaandel geschreven, dit offer dient hei­

melijk en ongezien gebracht te worden: het siert de

ware gelovige zijn gaven te verbereen. De werkelijk­

heid is, dat het geven van eeld in heel wat bedevaart­

plaatsen een orenbae.r karakter heeft en zich zelfs

een hele industrie heeft ontwil:keld rond het heiligdom

zoals bijvoorbeeld in Lourdes. Een tweede norm in dit

verband zegt, dat het onjuist is voorspraak te kopen

(zie de beschrijvine; van de kri ter ia voor de authen­

tioi tei t van een ziener in para(;Taaf 3.4), maar in

feite gebeurt dit Hel. niet zelden heeft Theunis celc1

ontvangen met het bijgevoec([e verzoe}ç 01'1 voor de cse­nezine van een bepa1'.lde persoon te bidden of 1Hipaa.J.a.e

gunsten af te smeken. In de ontwikkeling va:n de bede­

vaart bleel' dit voor een aantal pelgrims ook een reden

te zijn om ·met Theunis te breken (zie paraGTaaf 3,5). Sommirre zieners maken het wat dit betreft ook té bont

en misbruiken de eoedeelov.igheid van Ha.ria.vereerders

op een weinic subtiele manier. ("î 5) Vnnwege deze omzichtigheid is het ook moeilijk 0~1

precies vast te stellen over welke materil!le midde­

len de groepering van Theunis beschikt. In elk rreva.J.

bezit de verenie;ing 'Amioi van Mortsel-Bohan' de ke.­

pel, die in 1981 is voltooid en volgens de begJ'.'oting

BF 7.700.000 zou hebben gekost (ongeveer f55,ooo).

96

:Sovendien heeft men de beschikking over een tot

g-astenverblijf omgebouwde boe:r·derij, die eigendom

is van een der volgelingen en gelegen is in Mon­

ceau en Ardennes, vlak bij Jlohan. Het feit dat de

dagboeken van de ziener kosteloos worden verspreid,

doet vermoea.en dat de financitsle'draa'gkracll!t· van

de groepering inderdaad aanzienlijk is,

Af' gaande op iieschuld.igingen in de pers, zou Theu­

nis zich door zijn zienerscha:p hebben kunnen verrijken,

Dat is niet onmogelijk, maar bewijzen voor die stelling

heb ik niet kunnen vinden. Weliswaar hebben mensen

ve:L'ldaard, dat zij de ziener geld hebben gegeven,

r:mar de bed.ragen waren klein en de profeet kan het geld

heel goed aan de bomr va.n de kapel of de inrichting van

het kloostertje te :Bierbeek besteed hebben. In het geval

deze beweringen echter wel steek houden, is Thee.nis

tot nu toe uitstekend in staat eewoest zijn rijkdom

te verbergen,

~.!~

In de beschrijving van de voorwaarden voor het ont­

staan van :religieuze groeperingen noent Laeyendeoker

e.ls 102.ts'!:e tr gunstige politieke voorwaarden", d.ie hij

echter liever aanduidt met de meer algemene term "so­

ciale kontrele", In het geval van de i:;roepering rond

d.e Anhierpoe profeet gaat het om kontrele die è.oor

d.rie verschillende instanties wora.t uitgeoefend, na­

neli.jl: de media, de burgerlijke overheid en de kerke­

lijke overheid.

t., 11, 1 De nedia ' -----

In de loop der jaren is er over Theunis en zijn

Ge.n.haneers een tiental artikelen in de pers versche-·

nen. lieer dan eens leverde de verering van de Hadonna

97

van Nortsel-Bohan aan bladen als Panorama in Nederland

en ~ en Il_et, .,Zon,d.~sbl~d in .Belgil! materiaal voor

een smeulg artikel. Ook satirische televisierubrieken

als :J:e.rloops maakten de ziener graag tot voorwerp

v1:m spot. Zelfs een serieus blad als de Haagse Post

en een omroepvereniging als de J!l.1Q zagen er brood in,

'l'och kwam Theunis er niet al tijd even slecht af, De

eerste berichten in de J3eleische pers over de "vrome

!:oster van de Theresiakerk" waren ze1.fs eerder voor­

zichtie positief dan afkeurend (De Nieuwe Gazet, 13.10

1973 en~. Gaze_t van AntwerP,~!°t• 10,11 1973), Vooral

uit de eebruikte adjektieven valt op te mal-en, dat de

auteurs genei,:;d waren om het optreden van de ziener

r;unsti,:; te beoordelen, Zij spraken bijvoorbeeld over

een "indrul;:wekkende geloofsbelijdenis" en een "ware

r•1anifestatie van trouw aan O.L, Vrom·1" die een "waar-

dig verloop" kena.e en "onmiskenbaar po si tie ve aspekten

vertoonde", Het op aanwijzin,:;en van de ziener ve:rvaar­

dirrde !Iariabeeld werd "werkelijk een prachtig stuk" ge­

noemd en Theunis zelf werd omschreven als een "vrome

J:oEJter" die "rustig de vloer dueilt v66r het tweede zij-

altaar''•

In de Nederlandse ~~van oktober 1973 (nr.37)

1·.'erd echter een mj_nder positief beeld geschetst en

a.e schrijver vond het nodig om in quasi-Vlaams Theu­

nis, diens vrouw en enkele volgélingen op komische

1.-ij ze te portretteren, waardoor eerder de vooroordelen

van de auteur aan het J.icht traden dan een helder

beelc1 i·rerd c;etekend van wat zich tot dat moment te

IIortsel en omstreken had afgespeeld.

Het eerste negatieve artikel dat meer op feiten dan

01) meningen 1Jtoelde, verscheen echter pas in februari

197 L! in Het z.o.n,dagsblad en de schrijver van dit reeds

eerè.er ae.ngehaalde artikel. (paragraaf 3. 5) baseerde

98

zijn verhaal op enkele interviews met onder andere

de 'verschijningsspecialisten• Waterinckx en Mam-

paey. De kritiek op Theunis was niet mals. Men ver­

weet hem, dat hij van "grootindustri!Httn" tiendui­

zenden franke had ontvangen; dat hij beweerd had zieken

te hebben genezen die later overleden waren; dat hij

zich had ingelaten met de ketter Michel Collin; en dat

hij op de kritiek op zi.jn optreden had geantwoord:

"laat de boel maar draaien", daarmee zichzelf als be­

drieger ontmaskerend. Al met al bleken de bewijzen

van deze wandaden nogal mager. Geen enkele grootindus­

trieel bleek bereid tegen de ziener te getuigen. Ook

een werkelijke band met ColJ.in was moeilijk aan te

tonen, al had deze ten tijde van de volksoploop in

verband met de wenende Madonna wel een telegram aan

'fheunis gestuurd, waarin hij verklaarde Theuni.s te

zullen steunen en en passant de clerus van "naaktloperij"

beschuldigde. Bovendien zou men hem in de buurt van de

1'1oning van Theunis gezien hebben. Ook de andere twee

beschuldigingen berustten op verklaringen van mensen,

die zich niet openlijl~ tegen de ziener uitspraken.

Het interessante van deze beschuldigingen is echter,

dat men eruit op kan maken wat men blijkbaar van een

ware ziener verwacht. Ze droegen daarom mede bij tot

het opstellen van de lijst van kriteria waaraan een

echte ziener moet voldoen.(paragraaf 3.4). Vooral na de veroordeling van de devotie door de

bisschop van Antwerpen in juni 1974 veranderde de toon

van de meeste artikelen van voorzichtig positief in

spottend en licht gelfrgerd. Het Mariabeeld onderging

een ware metamorfose en veranderde van "werkelijk

een prachtig stuk" in "een kitscherig beeld" (~,

mei 1976), De "vrome koster" wordt nu eens afgeschilderd

als een "tobberige vijftiger" (~, augustus 1976)

99

dán weer als een ondernemende slimmerik, die zijn

"aktieterrein" na de afwijzing in het bisdom Ant­

werpen naar Bohan en omstreken had "verplaatst" (,li.tl Nieuwsblad, 29 april 1976). Voor de journalisten viel

er blijkbaar niets "waardigs" en "indrukwekkends" meer

te konstateren en uit de beschrijvingen krijgt men

de indruk, dat de bisschoppelijke afkeuring een vrij­

brief vormde voor de vele latere ridikuliseringen.

Dat sommige verslaggevers daarbij de feiten wel eens

uit het oog verloren en wellicht ge1nspireerd door de

"fantast" Theunis zelf aan het fantaseren sloegen

valt bijvoorbeeld te illustreren aan de hand van twee

meer recente artikelen, één in de I~aagse Post van 13 augustus 1977 en één in Het Zondagsbla§ van 13 januari

1980, In de H~a~se P9JlJi doet Paul van Engen verslag van

zijn bezoek aan Bohan onder de weinig originele ti-

tel "Maria leeft, en woont in Belgi!l~" ( 16 ) De auteur

wekt de indruk meer verzonnen dan waargenomen te hebben.

Aan het einde van zijn artikel voert hij bijvoorbeeld

de Nederlarnlse promotor pater Krekelberg op, die "lou­

ter bankbiljetten" krijgt toegestopt, geheel in tegen­

spraak met de hiervoor gesignaleerde omzichtige houding

VC',n ile relgrims ten opzichte van het ceven van geld .•

Daarna volgt een konversatie tussen Krekelberg en een

"oude man", die erop neerkomt dat tenminste de sugges­

tie van geld-uit-de-zak-klopperij wordt gewekt en het

artikel wordt afgesloten met het vole;ena.e tweegesprek

tussen twee "bejaarde vrouwen":

",.,'Het was weer mooi h~'••• 'Ja' 'Alleen jarruner dat Maria niet verschenen is h~' 'Ach, dat geeft niet hoor. Anders had het nog langer geduurd •. '"

In het licht van wat in paragraaf 2,4 over de houding

1.00

van de pelgrims ten opzichte van wonderbaarlijke

fenomenen werd opgemerkt, lijkt deze dialoog min­

stens onwaarschijnlijk.

Nog bonter maakt de schrijver van het artikel in

Het z.ondar;sblad het, die beweert dat voor de bouw

van "een kapel, een esplanade en een crypte" op de

bedevaartweide te :Bohan een betonvloer is gestort

van 3000 vierkante meter, De bedevaartweide zelf

is waarschijnlijk niet veel groter dan 2000 m2 en

de te bouwen kapel zou hoogstens een oppervlakte gaan

beslaan van 400 m2, Bovendien meent de schrijver de

oorsprong van de tranen, d:l.e het Mariabeeld geplengd

zou hebben, toe te kunnen schrijven aan he·t feit

dat "het tamelijk verse hout" via twee kleine openin­

gen bij de ogen "het aanwezige vocht kwijtwilde",

teru:l.jl geen enkele kollega v66r hem iets dergelijks

had opgemerkt.

Al met al is de aandacht voor Theunis en de mensen

rondom hem in de pers tamelijk bevooroordeeld, zelfs

de meer serieuze bladen als de Haa~~e. Po§*t ontkomen

niet aan een houding van achterdocht en ridikulise­

ring. Toch blijft de toon in de meeste gevallen licht,

een mogelijk bedrog van de kant van de ziener wordt

niet opgevat als een tornen aan de fûndamenten van de

samenleving, hoewel vooral in de Vlaamse artikelen

de neiging bestaat om Theunis af te schilderen als

iemand die misbruik maakt van het goede geloof

van anderen voor het organiseren van "verboden bij­

eenkomsten" en zijn eigen financi!He voordeel, Ook

het ontstaan van de devotie wordt niet gezien als

bedreigend en meer beschouwd als een verschijnsel

dat eigenlijk niet van deze tijd is.

Zeker in één geval heeft een krant geweigerd om

een advertentie met een oproep tot boetedoeming en

101

cebed te plaatsen. ~ G~ had op 31 augustus

1974 een advertentie geplaatst die was aangeboden door

pater Krekelberg en waarin het einde van de stad Nij­

megen werd voorspeld tenzij men zou boe·~en en zioh beke­

ren. Dit was noch bij de direktie noch bij vele lezers

e;oed gevallen. De direktie besloot daarom advertenties

met een dergeli,ike inhoud voortaan te weigeren en deel­

à.e cl.i t per brief a;an Krekel berg mee. In een open brief

luchtte deze laatste zmjn hart over deze weigering. De

])B.ter fulmineerde 'laarin tegen de aantasting van "eer­

li,jke voorlichting en vrije meningsuiting" en hij wees

erop, dat het geen tekst van hemzelf maar van God was,

cUe zo geweigercl werd. De direktie liet zich door dit

verbale ge11eld niet imponeren en Krekelberg kon niet

veel anders dan zich bij haar beslissing neerleggen.

~. ~. 2 ]2e_·;;!lr,ger,1J.j.!i:e_oyer.h,Sl,i.9:,

])e burgerlijke overheid heeft zich in .BelgH!

noch in 1Te&orland met de devotie tot het wenende

'~riabeeld beFoeid, op &6n uitzondering na: de bouw

v2.n een l:apel te Jlohan. Al J.anC' v66r de •Yprichtfr.éó·

vm1 è.e vereniging 'Amici van J.:ortsel-Jlohan' hai:. Theu­

ni.s :;iogj.ngen 010.dernomen om het weiland aan te kopen waar

hij in 1967 voor het eerst de J.!aagd had zien verschij­

nen. Dit 1-ras echter niet rrelukt, waarschijnlijk omdat

cl.e e:i.c;enaar van het terrein er g·een enkel voordeel in

'~J.r;-. ;:et behulp van uelgesteld.e aanhangers was de zie·­

ne:c echte:~ ·11el in het bezit gekomen van een stukje land.

P.an de Feg van llohan naar Gedinne. Op dit weiland von­

d.en vanaf 197 5 de naandel:i.jkrrn vierineen pJ.aa ts en

'J'l1em1i.s besloot dat dáár ook de kapel moest komen,

:··eer o:,o l:eer wees de gemeenteraad van Bohàn de bouw-·

2.cmvr2.r;e af. Als reden werd gegeven, dat men niet 1-Jil­

<1-e Hee1.•erko:1 aan de lrnvorderi:.:.g van een devotie, d.ie

102

door de kerkelijke overheid in duidelijke bewoordin­

gen was afgekeurd. Uiteindelijk kwam de toestemming

er toch, maar tijdens een woelige gemeenteraadsver­

gadering bleek, dat dit het gevolg was,~van een admini­

stratieve fout van de gemeentesekretaris. J.n de ogen

van de volgelingen was dit te danken aan de hulp van

God.

4,4,3 ~e_k.,!tr.Js.el,i,ik,! ,2.V,2.r,he,id,_

De bemoeienissen van de kerkelijke overheid met

de devotie tot de Madonna van Mortr.el-llohan begonnen

op het moment, dat Theunis het Mariabeeld dat hij

had laten vervaardigen, bij een bel\l'Tiende pastoor in

Massenhove had geplaatst (zie kaart), De pastoor was

van de echtheid van de ziener overtuigd en had Theunis

daarom het beeld laten plaatsen, Na korte tijd kwam het

bisdom hiervan op de hoogte en drong er bij de pastoor

op aan het beeld uit zijn kerk te verwijderen. Deze

gaf aan dit verzoek gevolg en liet het door,,Theunis

weghalen. Noch de redenen van het bisdom om het beeld

ueg te laten halen, noch de argumenten van de pastoor

om aan het verzoek te voldoen zijn mij bekend, Geen

van beide partijen wilde er nog over praten.

Waarschijnlijk heeft zich dit afgespeeld tussen

februari en augustus van 1973. Op dat moment had

het beeld nog niet geweend, dus d~t kan de reden

niet geweest zijn. Wel is zeker, dat het bisdom al

op de hoogte was van de beweringen van de ziener,

dat hij verschijningen en visioenen had gehad, want

op 24 februari 1973 vond het eerste gesprek tussen

Theunis en de bisschoppelijke sekretaris Eykens plaats.

Het tweede gesprek tussen Eykens en Theunis vond

plaats op 27 december 1973, dus geruime tijd na het

wenen van het beeld. In dit gesprek verzocht de se-

103

kretaris de tranen voor laboratoriumonderzoek op

te mogen sturen. Theunis hield echter een slag om de

arm, omdat hij volgens Celis bang was op deze manier

"bewijzen" uit handen te geven. In de tussentijd. had

het bisdom echter niet stilgezeten en de pastoor van

de Theresiakerk met klem verzocht zich van Thetmis

te di.stancigren •

. De pastoor van de Theresiakerk had zich echter

tijdens de periode van het wenen van het beeld ta.­

melijk onafhankelijk opgesteld.. Hoewel het bisdom

niet wilde, dat het beeld in een of and.ere kerk ge­

plaatst zou worden, haà. hij clo ziener wel toestemming

geeeven het in de tuin van het klooster op te stellen,

toen een grote meni(rte sar::ienli.ep om het beeJ.d op 9

november te zien 1·renen. De arGfil1enten daarvoor we.ren,

dat de beeltenis op deze manier uit de ge!soJ.eerde

sfeer V"-n het gezin 'J:heunis gehaald zou uorden, zodat

er moeiJ.ijk nee geraanipuleerd kon worden en ten hreede,

dat de volgelingen van '.l'hetmi.s er recht op hadcl.en het

geloof op hun ei.een ne.nier te beleven. Vooral net dit

J.a2.tste we.o het lJisilom het oneens, maar omdat het

beeld zich bui ten de kerJ: bevond en de ldoostertuin

van cle Karmelieten een nin of r.eer openbaar karakter

had, kon het er weinig tegen ondernomen.

Ook ten aanzien van de oprichting van het klooster­

tje te :Bierbeek was de houd.ine van de laeere e;eeste­

li,ikheid aa.:ozienli,jk tolere.nter dan die va.:i het biG­

i\om, De deken binnen wiens del::enar t het klooster+ je

ligt, he0ft zich steeè.'l rreer niel:wseieric; dan afuijzera.

opgesteld, terwijl het bisdom te l!echelen 11ilde da.t

er tegen opgetreden werd. Waarschijnlijk liGt hier

ook ~~n van de redenen van het feit, dat het kon.flik+,

tussen Theunis en de zijnen en de kerkelijke overheid

niet tot het uiterste i.s gevoerd. In feite kon de i)ro-

104

feet en zijn aanhang tamelijk onbelemmerd zijn

gang gaan. Verharding van standpunten was daar­

d.oor onwaarschijnlijk,

Dit blijkt al evenzeer uit de instelling van de

bedevaart naar Bohan, waarmee de bisschop van Namen

binnen wiens jurisdiktie Bohan ligt, het niet eens was

en dus de veroordeling van de bisschop van Antwer­

pen overnam. De al wat oudere pastoor van Bohan

vói:ld de bedevaart evenmin zinvol, maar beperkw zich

ertoe om elke laatste zaterdag van de ma.and de ver­

oordeling door de bisschop via een op de kerkdeur be­

vestigd papier onder de aandacht van de volgelingen

te brengen, waar deze zich echter niets van aantrekken.

Uit een gesprek met de heer Eykens bleek overigens,

dat men in het bisdom Antwerpen de devotie ziet als

een "typisch post-conciliair verschijnsel" dat ver­

moedelijk wel een zachte dood zal sterven.

J.n Nederland zijn de reakties van de lagere gees­

telijkheid heel wat feller geweest. Dit blijkt uit

de wijze waarop de pastores van de kerk van Onze

Lieve Vrouwe Hemelvaart te Nijmegen zich opstelden

toen op 14 augustus 1973 een kleine tweehonderd vol­

gelingen van Theunis deze kerk binnenwilden om daar

door middel van gebed het naderende einde van de

"goddeloze" stad Nijmegen te voorkomen. In een

bericht in de Volkskrant van 14 augustus zegt ~6n

van de priesters daarover het volgende: 11 ••• Wij geloven niet dat deze verering de juiste pastorale benadering is. Hier wordt toch een beetje gespeculeerd op angst ••• deze mensen slui­ten zich op deze manier af voor andere mensen. Een gezonde pastorale werkwijze is, dat je juist de contacten bevordert tussen de mensen. Ik vind dat het hier bedenkelijk veel op magie gaat lij-ken ••• 11

En om deze reden bleef de kerk gesloten, waarop de

pelgrims onder leiding van pater Krekelberg besloten

105

om de samenkomst buiten het gebouw voort te zet­

ten. Een dergelijke radikale opstelling, waarbij

hen de toega:ng tot een kerkgebouw werd ontzegd,

had.den de volgelingen nog niet meegemaakt en zij

rea,geerden dan ook verontwaardigd. In hetzelfde ·

artikel werd pater Krekelberg aan het woord gelaten:

" ••• vroeger had zelfs een misdadiger in een kerk een vrijplaats. Als men het heeft over 'specu­leren op angstgevoelens' dan gaat men er heel duidelijk vanuit dat de Boodschappen van Maria menselijke verzinsels zijn ••• Maar deze strijd is zeer Bijbels. Het is de strijd tussen de Draak en de Vrouw in de Apocalyps. Dit is het hartje van de strijd in de eindtijd: de strijd tussen Satan en Maria."

In Vlaanderen was de opstelling van de geestelijk­

heid over het algemeen zachtzinniger en hanteerde

men de middelen die ook in de pers tegen Theunis en

de zijnen gebruikt werden, namelijk ridikulisering

en goedmoedige kritiek. In kommentaren op het op­

treden van Theunis had men het over de "praatzieke

Madonna van Mortsel", wat sloeg op het grote aantal

boodschappen, dat Theunis van de heilige Maagd ont­

vangen zou hebben. Uit alles bleek, dat lagere noch

hogere geestelijkheid de zaak op de spits wilde drij­

ven en er nog het liefste het zwijgen toe deed.

Eenzelfde opstelling blijkt duidelijk uit de hou­

ding van de bisschoppelijke sekretaris Eykens, die

slechts na lang aandringen bereid was met mij over

Theunis te praten en in dat gesprek niet veel meer

vertelde dan dat hij de boodschappen "onevangelisch"

vond en niet in overeenstemming met de huidige theo­

logisohe opvattingen. Naar zijn mening zouden de

pelgrims zeker binnen de kerk blijven, mits de juiste

pastorale benadering werd gehanteerd, wat betekende

dat zij niet te hard aangepakt moesten worden.

106

HOOFDSTUK 5

Konklusiea

In dit hoofdstuk zal aan de hand van het materiaal

dat in de vorige hoofdstukken is gepresenteerd een

antwoord gezocht worden op de vraag of men de groepering

rond Theunis een (interne) konfliktgroep kan noe-

men en zoja, om welke redenen er geen afsplitsing

van de roomskatholieke moedergroepering heeft

plaatsgevonden.

Laeyendecker stelt, dat elke religieuze groepering

beschikt over een bepaalde leer, een bepaalde cultus

en een zekere mate van organisatie. Wat de leer be­

treft kenmerkt de groepering rond de ziener zich

door een aantal opvattingen die nogal somber zijn:

Men verwacht binnen korte tijd de ondergang van de

wereld als gevolg van de bandeloosheid en goddeloosheid

van de moderne samenleving. Hoewel het geloof in

een wereldeinde en de wederkomst van Christus ook

binnen de roomskatholieke kerk een geloofspunt is,

wordt dit vooral na de besluiten van het Tweede Va­

ticaans Concilie minder benadrukt. De volgelingen

van de ziener hechten echter zeer sterk aan deze

overtuiging en zien overal om zich heen reeds de

tekenen van de eindstrijd. Ook de vermeende weige-

ring van het bisdom Antwerpen om een serieus onder­

zoek in te stellen naar het wenen van het Mariabeeld

wordt in dit licht gezien. Het tranenwonder beschouwt

men immers als een duidelijk teken uit de hemel, dat

de huidige koers van de Kerk verkeerd is en verlegd

moet worden.

Wat de geloofspraktijk (cultus) betreft, springen

de verschillen tussen wat tegenwoordig in de rooms­

katholieke kerk gebruikelijk is en wat de aanhangers

107

van de Antwerpse profeet voorstaan nog duidelijker

in het oog. Terwijl het in de meeste kerken in

Nederland en Belgiij al lange tijd normaal is, dat

de eucharistieviering in de volkstaal plaatsvindt

en de priester met het gezicht naar het volk staat,

willen de volglingen de latijnse mis behouden en

terug naar de vormen van vroeger. Ook op andere ge­

bieden van de geloofspraktijk willen de pelgrims vast­

houden aan de oude tradities en gebruiken. Ik noem

bijvoorbeeld de kommunie op de tong, de viering van

het lof, het bidden van de rozenkrans en zeker ni.et

als minst belangrijke de Mariadevotie. Juist door

het verdwijnen van deze tradities en gebruiken zijn

de bedevaartgangers zich steeds minder thuis gaan

voelen en kan men spreken van een proces van kul­

turele onterving. Het onterfd-zijn is echter niet

alleen kultureel van aard, maar ook psychologisch.

Men heeft het gevoel in de kou te staan, omdat de

betekenis van het geloof voor de wereld .v.an nu steeds

meer nadruk in de kerk heeft gekregen ten koste van

de betekenis van het geloof voor het leven in het

hiernamaals. Ook de traditionele geloofsbeleving,

zoals die in de Mariaverering tot uitdrukking kwam,

is geleidelijk aan steeds heviger kritiek onder-

hevig geworden en in vele kerken goeddeels verdwenen.

Het terughalen en weer tot leven wekken van deze

vorm van geloofsbeleving is één van de belangrijkste

bestaansgronden van de groepering rond Theunis.

In samenhang met het grote belang van de devotie

tot de heilige Maagd speelt het probleem van ziekte

en dood in de groepering een belangrijke rol. Bedevaarts­

oorden zijn immers traditioneel verbonden met wonder­

baarlijke genezingen en dat is ook met Bohan het geval.

De ziener is niet alleen iemand, die het onbehagen

108

over de moderne geloofsopvattingen en -praktijken

onder woorden heeft gebracht, maar die ook over

een uitstekend kontakt met een aantal goddelijke

personen zegt te beschikken en om die reden in

staat is de genezing van zieken af te smeken. De

vele ex-voto's in de garage wijzen op het belang

van de genezende werking van het mirakuleuze beeld

dat daar staat opgesteld en de vele getuigenissen

van wonderbaarlijk genezen pelgrims wijzen in de­

zelfde richt.ing.

Een derde faktor die de pelgrims samenbindt is

het gevoel door de deelname aan de bedevaart en de

frekwente bijeenkomsten tot áán familie te behoren.

Het verlangen naar gemeenschap, door Laeyendecker

genoemd als áán van de faktcren die tot religi­

euze groepsvorming aanleiding kan geven, komt hier­

in duidelijk tot uitdrukking.

Wat de organisatie van de groepering betreft is

eneneens voldaan aan de voorwaarden, die I.aeyendecker

daaraan stelt. In de figuur van Theunis beschikt de

groepering over een leider, die men op grond van de

door hem geclaimde gaven en kwaliteiten en de er­

kenning ervan door zijn volgelingen, charismatisch

kan noemen. Zaken van praktische aard worden geregeld

door een driemanschap, bestaande uit de priester Celis,

de leidster van een kindertehuis Lafosse en de gepen­

sionneerde maatschappelijk werkster Peeters. Geregel­

de kontakten tussen de volgelingen onderling, een

min of meer systematische rekrutering van nieuwe vol­

gelingen, voldoende materi~le hulpbronnen en een niet

erg lastige 'buitenwereld' hebben de vorming en uitbouw

van de groepering mogelijk gemaakt.

Ook al is aan alle voorwaarden voor de vorming van

een konfliktgroep voldaan, tooh is er van uittreding

109

uit of afscheiding van het grotere verband van de

roomskatholieke kerk geen sprake. De volgelingen

willen juist kerkelijke erkenning van de Mariaver­

schijningen en goedkeuring van de devotie tot de

Madonna van Mortsel-Bohan. Hoewel men de volgelingen

en hun leiders wel degelijk onterfden kan noemen,

wensen zij uiteindelijk binnen de kerk van Rome te

blijven. Het is om die reden gerechtvaardigd van

een interne konfliktgroep te spreken. De vraag is

nu, om welke reden(en) het konflikt niet heeft geleid

tot splitsing en afscheiding.

Zoals in de inleiding reeds werd aangestipt, kan

men als mogelijke redenen denken aan de grotere plu­

riformiteit, die binnen de roomskatholieke kerk moge­

lijk is; aan het feit dat deze kerk beschikt over een

uitgebreid machtsapparaat; en aan het feit dat men

sterk aan eenheid hecht. In zijn algemeenheid gaat

dit waarschijnlijk ook op voor de groepering rond

Theunis, maar het is verhelderend op grond van het

gepresenteerde materiaal deze veronderstellingen in

ogenschouw te nemen.

In de eerste plaats hebben we in de figuur van

Theunis te maken met een eigenaardig soort leider.

Hoewel zijn volgelingen hem als een ware profeet

beschouwen en hij ook inderdaad de pretenties heeft

om als leider op te treden, kan men zich afvragen

in hoeverre hij zijn kudde ook werkelijk leidt. De

laatste jaren is hij zelfs voor zijn eigen familie­

leden onbereikbaar en vertoont hij zich nog maar

zelden op de talrijke religieuze bijeenkomsten van

de volgelingen. Bovendien lijkt zijn optreden als

"leider van het Godsvolk" ook meer iets te zijn, dat

men ooit in de toekomst verwacht, dan dat het een rea­

liteit van dit moment vormt. De feitelijke organisa-

110

torisohe leiding ligt dan ook veel meer in handen

van het driemanschap Celis, Lafosse en Peeters, die

opereren in naam van de ziener.

In dit verband is het misschien ook.nuttig om

te wijzen op de specifieke betekenis, die het begrip

'ziener' in het roomskatholicisme heeft. Een ziener

is altijd iemand, die zijn of haar speciale positie

ontleent aan het feit dat hij of zij 'begenadigd' is.

Het zijn dus niet de kapaciteiten van de persoon zelf

die ertoe doen, maar zijn positie van uitverkorenheid.

Hij 'kan' zelf niets, heeft geen eigen stelsel van idee~n

of bepaalde therapeutische kwaliteiten, maar bestaat

als ziener bij de gratie van God. Het merkwaardige in

het geval van Theunis is echter, dat hij zich in de

loop van de tijd ste~ds meer ontworsteld heeft aan

de grenzen die deze definitie aan zijn optreden stelt.

Belangrijk was in dit verband het moment waarop hij

voor het eerst beweerde, dat "God in hem was". Ook de

boodschap waarin hij werd opgedragen om het Godsvolk

te leiden is in dit verband van betekenis. Zoals ge­

bleken is, werden deze boodschappen niet in hun uiter­

ste konsekwenties begrepen. Men zag Theunis weliswaar

als een zeer bizonder iemand, waar men respekt voor

diende te hebben en zelfs eerbied, maar niet als de eni­

ge ware leider. Boodschappen die de legitimiteit van

het kerkelijke gezag in twijfel trokken, werden uitge­

legd als kritiek op het feitelijke funktionneren van

dit gezag (paragraaf 3,6).

In de tweede plaats is de houding van de meeste

pelgrims zeer gezagsgetrouw. De stelling dat de grote

nadruk in de roomskatholieke kerk op eenheid afschei­

dingen bemoeilijkt, lijkt hiermee inderdaad bevestigd

te worden. Hoeveel kritiek men ook heeft op de kerke­

lijke gezagsdragers, hun gezag blijft men erkennen en

111

men is slecht uit op kerkelijke erkenning van de.

devotie. Op de vraag of men zichzelf nog wel rooms­

katholiek zou willen noemen, werd door de meeste volge­

lingen enigszins verontwaardigd ja geantwoord. Eén van

hen bracht het zo onder woorden: 11 ••• Natuurl~jk ben ik roomskatholiek. Als we niet roomskatholiek zijn, zijn we afwijkelingen, zijn we een sekte en dat is niet zo!"

Naast deze twee hoofdredenen vallen nog een tweetal

minder in het oog springende redenen aan te wijzen die

afscheiding bemoeilijken. In de eerste plaats het feit,

dat de volgelingen tot nu toe hun behoefte aan de ver­

trouwde geloofspraktijk hebben kunnen bevredigen. In

paragraaf 4.4.3 ben ik uitvoerig ingegaan op de rol

van de kerkelijke overheid in het ontstaan van de de­

votie. Er bleken verschillen in opvatting te bestaan tussen

lagere en de hogere geestelijkheid wat betreft devo­

tionele uitingen naar het type van 'Bohan'. Vooral

de Vlaamse pastores bleken bereid om de ziener en zijn

volgelingen meer speelruimte te geven en zich tole­

ranter op te stellen dan de bisschoppen, die er geen

twijfel over lieten bestaan, dat zij de devotie een

ongezonde zaak vonden. Zo ontstond er ruimte tot kom­

promissen die juist groot genoeg was om de standpunten

niet te laten verharden.

In de tweede plaats bestaan er binnen de groepering

rond Theunis verschillen van opvatting betreffende de

devotie. Zoals in paragraaf 4,2 werd uiteengezet be­

staat er een zekere spanning tussen de meer ontwikkelde

volgelingen, met name de leden van het leidende drie­

manschap, en de minder ontwikkelden wat betreft de be­

tenis van de devotie. De eersten zien de bedevaart en

alle andere bijeenkomsten als een bijdrage aan het

geestelijk welzijn van de pelgrims. Rosa Peeters for­

muleert het zo:

112

11 ••• het doel is het Rijk van Jezus te ver­'breiden door het Rijk van Onze Lieve Vrouw. Door •t bidden, •t lijden van Onze Heer te geden­ken en de rozenkrans te bidden ••• 11

Veel van de bedevaartgangers die ik gesproken heb,

onderschrijven weliswaar deze opvatting, ma.ar hechten

blijkens hun gedrag en verhalen zeker zoveel waarde

aan de 1 materi~le' opvatting van de bedevaart. 'Ma­

terieel' niet zozeer in de betekenis van de ver­

werving van goederen, maar van lichamelijk welzijn.

Zoals in dezelfde paragraaf werd opgemerkt i111 de uit­

leg van het driemanschap meer in overeenstemming met

de geldende normen dan de opvattingen van de meerder­

heid der pelgrims. De leiders vervullen daardoor een

soort bufferfunktie en remmen daarmee . centrifugale

krachten binnen hun eigen gelederen af, wat er uit­

eindelijk toe bijdraagt, dat afscheiding wordt voor­

komen.

De grote lijn die Laeyendecker in zijn dissertatie

schetst voor het geringe aantal afscheidingen, dat

de roomskatholieke kerk na de periode van de Reforma­

tie heeft gekend, wordt dus bevestigd door de ont­

wikkeling van de devotie tot de Madonna van Mortsel­

Bohan. Ook nu blijkt weer, dat de kerk van Rome een

huis met vele kamers is, waarin voor velen plaats is.

Tenslotte nog een laatste opmerking. Men kan zich

afvragen in hoeverre in het hier beschreven geval is

voldaan aan de voorwaarden voor de regulering van kon­

flikten, zoals die door Laeyendecker z.ijn opgesteld

(zie pagina 7). Hoewel er mijns inziens wel degelijk

sprake is van het ontstaan van een konfliktgroep, zou

ik niet durven stellen dat aan de eerste, derde en vier­

de voorwaarde voldaan is. De aanpak van de Antwerpse

113

bisschop is vanaf het 'begin vrij autori ta.ir geweest

en hij is er zelfs toe overgegaan om $en vrij zwaar

machtsmiddel te gebruiken door de priester Celis van

zijn taken als onderpastoor te ontheffen. overleg

en diskussie heeft dus niet plaatsgevonden, het bisdom

heeft zich tegen de devotie uitgesproken en daarmee

was voor haar de kous af. Door het gebrek aan openheid

van de kant van het bisdom, vooral inzake de redenen

voor het ontslag van Celis en de drijfveren tot het af­

keuren van de devotie en het wantrouwen tegen Theunis,

wordt een werkelijk inzicht in de manier waarop het

kerkelijke gezag werkt echter zeer bemoeilijkt. Ook

al is er plaats voor een verscheidenheid aan bewoners

in het huis met de vele kamers, de machtigste bewoners

houden de archieven gesloten.

1:14

NOTEN

(1) Het leeronderzoek op basis waarvan deze skriptie

geschreven is, werd verricht van ianuari tot mei

1980. In totaal heb ik 43 mensen ge!nterviewd, waar­

van er 22 behoorden tot de groepering van Theunis,

5 ex-volgelingen waren en 16 mensen waren, die op de

een of andere manier met de bedevaart of de ziener

te ma.ken ha.dden, zoals de pastoors van Bohan en van

de kloosterkerk te Mortsel, familieleden van de zie­

ner, kerkelijke autoriteiten enzovoort.

Behalve door middel van interviews heb ik gege-.

vans verzameld door deel te nemen aan bedevaarten,

door het verzamelen van artikelen in kranten en tijd­

schriften over de bedevaart, en door het verzamelen

en bestuderen van geschriften die door de volgelingen

van de ziener verspreid worden. Tot deze methode

van onderzoek heb ik besloten, omdat het al snel

duidelijk werd, dat de meeste volgelingen niets van

vragenlijsten over zaken als beroep, leeftijd en

dergelijke moesten hebben. Bovendien verkeerde ik

in de ongemakkelijke positie dat juist in de eerste

week van mijn verblijf in Vlaanderen een artikel

over de devotie tot de Madonna van Mortsel-Bohan

verscheen, dat erg negatief voor de pelgrims uit­

pakte en de gewoonlijk al sterke afkeer van potte­

kijkers nog eens extra verscherpte. Om die reden

trachtte ik mijzelf te presenteren als ge!nteresA

seerde zonder journalistieke bedoelingen. Ik reken­

de erop, dat de drang tot getuigen groter zou zijn

dan de achterdocht en dat was meestal ook zo.

De gegevene zijn als gevolg van de gebruikte me­

thode weinig systematisch wat betreft sociale indi­

katoren als afkomst, beroep, leeftijd, inkomen en

dergelijke.

. '

115

Om praktische en financigle redenen heb ik mijn

onderzoek beperkt tot de Vlaamse en Nederlandse vol­

gelingen.

(2) Zie voor de ligging van de in de tekst genoemde plaat­

sen de kaart op pagina120.

(3) L. Laeyendecker,Religie en conflJ.~;:t, Meppel: Boom,

1967.

(4) Wat zich in de schemering precies heeft afgespeeld,

valt niet meer te achterhalen. Zowel Theunis als

zijn vriend uit Blankenberge houden hun verklaringen

tot op de dag van vandaag staande. Ik vermoed het

volgende:

Na een gezellig dagje uit keerden de mannen huis­

waarts, Het paadje dat naar het rusthuis leidt, is

smal en er moest voorzichtig gereden worden. Aan de

rechterkant van het weggetje was een grasveld, waarop

enkele caravans stonden. Misschien mistte het ook,

Bohan ligt in een dal en het was al oktober. Het plot­

selinge licht zou door de weerschijn van de koplam­

pen veroorzaakt kunnen zijn en de vrouw in het lange

gewaad was misschien één van de bewoonsters van de

caravans, die zich snel uit de voeten maakte toen

ze de beide mannen uit de auto zag stappen.

Dit alles is natuurlijk puur spekulatie en het doet

niets af aan de uiteindelijke gevolgen, die hier uit­

voerig beschreven worden. Uit deze beschrijving wordt

hopelijk ook duidelijk, dat ik slechts sociaal-weten­

schappelijke doeleinden nastreef en geen theologische,

(5) Dit betekende overigens niet, dat de kloosterli~tFen

zich achter de verschijningen schaarden. Door deze

handelwijze ging een aantal volgelingen echter in de

steun van de kant van de Karmelieten geloven. De rol

van één van de monniken, die zich eerst in positieve

116

zin over de verschijningen uitliet, maar zijn

houding later wijzigde, heeft zeker tot het ont­

staan van dit misverstand aanleiding gegeven. Zie

voor de houding van de kerkelijke overheden ten

opzichte van de Mariaverschijningen overigens pa­

ragraaf 4·4.:?•

(6) Dit citaat is afkomstig uit de versie van 1978 van

het dagboek van de ziener Theunis, dat als titel

draagt AMU Ik ben uw aller moeder Konin in van

~' pagina 251.

(7) Traditioneel wordt de kombinatie van de kleuren

blauw en wit met de heilige Maagd geassoo!eerd:

Wanneer een moeder haar pasgeborene aan Maria wijd­

de, verplichtte zij zich het kind tot het zevende

jaar in een va.n beide of een kombinatie van beide

kleuren te kleden. Wit als kleur van de onschuld

en maagdelijkheid zal daar zeker mee te maken heb­

ben, Blauw als de kleur van Maria is waarschijn­

lijk verklaarbaar uit de kleur van de mantel die

Zij bij Haar verschijningen te Lourdes droeg.

(8) Laeyendecker, !S!J.i~ie en conf)~, pagina 264.

(9) Laeyendecker, Religie en confl~Jl.i, pagina 265.

(10)B.Wils.on, Charismatisch leiderscha;e, Utrecht/Ant-

werpen: Het Spectrum, 1978, pagina 15.

(11)Van het dagboek van de ziener bestaan verschillende

versies. De eerste mij bekende versie is een gesten­

cild exemplaar dat de periode april 1972 tot en met

maart 1973 bestrijkt. De tweede is beter verzorgd

en loopt van april 1972 tot en met november 1973.

De derde versie, gedrukt op half A4-formaat is zelfs

voorzien van foto's van het mirakuleuze Mariabeeld

en de verschijningsplaats in Bohan. Het beslaat de

117

periode april 1972 tot en met maart 1975. In

1978 komt tenslotte de vierde versie uit, die

het meest volledig is en gaat over de periode

april 1972 tot en met januari 1978, Deze uitga­

ve is het meest verspreid onder de volgelingen

en werd in 1979 in herdruk genomen en tot pocket­

formaat verkleind.

Tussen de verschillende versies bestaan onder­

ling slechts geringe verschillen, een woord dat

hier of daar is weggelaten of een zinsbouw die

is gewijzigd.

In 1973 verscheen overigens bij de in kringen

van Belgische Mariavereerders welbekende uitge­

verij Hovine te Marquain een Franstalig boekje

met als titel 4, Mortsel (Bel~igue) la Vi,erf;,e ,Ele,!J.­

re des larmes de san~,

Citaten uit het dagboek van de ziener zijn

afkomstig uit de versie van 1978,

(12)Als hier gesproken wordt over 'gezag' en 'invloed'

ga ik uit van de volgende definitie: " ••• het ver­

mogen van actoren (personen, groepen of instellin­

gen) om het gedrag of de keuze van andere actoren

(ten dele) te bepalen binnen een voor die actoren

beschikbaar samenstel van gedrags- of keuzealter­

natieven" (H.M,Helmers e.a., Graven naar macht,

Amsterdam: van Gennep, 19'75, pagina 37.

(13)Een duidelijk voorbeeld hiervan is te vinden in

het grondige werkje van de Franse journalist G~rard

de Sède, F~jima, enguête sur une impostur~, Parijs:

Alain Moreau, 1977,waarin hij de sociale, politieke

en religieuze kontekst analyseert, waarin de enorme groei van

het bedevaartsoord Fatima mogelijk werd.

(14)Een te Gent, Belgi~ uitgegeven boulevard-achtig

weekblad.

118

(15)Een ziener die de financi~le aspekten van zijn staat

van genade veel minder onder stoelen of banken

steekt is de uit Meulebeke (West Vlaanderen) afkom­

stige George Vael, electricien van· beroep, gezegend

met de tekenen van het lijden van Christus in de

vorm van roodbruine plekken op beide handen.

Tot zijn programma van aktiviteiten behoren de

organisatie van bedevaartreizen in binnen- en bui­

tenland, het beheer over de spaarrekeningen van

pelgrims die van zijn diensten gebruik maken, de

verhuur van zogenaamde 'pelgrimerende Madonna's'

met de naam Maria Rosa Mystica en tenslotte het

op poten zetten van een loterij ter financiering

van bedevaarten in de vorm van een "familiaal spel"

met een hoofdprijs van 5000 BF.

Niet al zijn klanten zijn echter even tevreden

over zijn aktiviteiten en in een pamflet, door

enkele van zijn ex-helpers opgesteld, worden over

hem enige kritische noten gekraakt in dialoogvorm,

waaruit tevens duidelijk wordt dat, hoewel men niet

in zijn begenadiging gelooft, hem toch bovennatuur­

lijke krachten worden toegeschreven: 11 -Waarom beschuldigd hij zichzelf als rokken­

loper? -Omdat het waar is. -Waarom lopen bepaalde mensen weg van zijn kamer?

-Omdat hij ze onder hypnose niet kan gerustla­ten.

-Waarom denken de mensen dat G.V. meer is dan andere mensen?

-·Omdat hij als magl.~r kan hypnotiseren, -Wat kan George Vael? -Schelden-verwijten-zijn zakken vullen-kwaad

spreken en last but not least hypnotiseren ••• "

Zijn financi~le manipulaties hebben overigens tot

gevolg gehad, dat hij keer op keer het vertrouwen

van zijn aanhangers verloor en binnen een viertal

119

jaren drie 'besturen' versleet die waren opgezet

om de devotie tot de Ma.ria Rosa :Mystica te bevorde­

ren.

(16)Van Engen wist zich waarschijnlijk ge!nspireerd

door de Nederlandse ti·tel van het door C.Evans

geschreven boek Cults of unreason: Jezus leeft en

woont 2.R..~• Amsterdam: De Arbeiderspers, 1974,

0 :Brugge

.-·-_....·-.., Kocftrijk I .

Gent 0

Wilrijk

Mortsel °5( Antwerpen 0

Massenhove

J3ru0sel eOLeuven

nede

Hasselt 0

....., :Bierbeek ·-·, ,,,,,.,,.· . __ ,",_ ....... ~, ~_,.-.. ...... __ ...........__., ". ·-· ........ ___ ./,.- ·-·-·Luik

frankrijk

Legenda

o Stad of dorp

& Verschijningsplaats

--- 'l!aalgrens

:Bergen 0 0

Charleroi

Na.men @

Beauraing lil

0 @

J3anneu.x

and ~ {l> {l> f-l c+-

<1 § tJ:I (l) f-'

O'J f-'·

""

1 .. ~

f-'· :::

Cv

c+­(l) !';" m c+-

1

~ ~ 0 !\)

~ 0 0

~ ::: p. (l)

'd f-' {l> {l> c+-

"' ::: ~ <l> :::

121 AFfü~ELDINGEN

De plaats waar de heilige Maagd. voor het eerst aan Theunis en zijn vriend verscheen.

(foto M.Oomen)

De '1'heresiakerk te Mortsel, li.nks het klooster en rechts de ingang naar de kloostertuin.

11":~ A ~ D D[ MO.~TSEL

'R D'E'ATID\ REUSSiE

éJERISON COMPLETE

ê T "~[UR '.l~'.[R[o5'

1A'.'\I'\ L: LIEf'H

MOEDERKE 1 E.H ~- tC1· l'J ~:::

; ..

iojj:•·1.1:",

122

Van links naar Theunis, 'l'olpe en Celis.

rechts Krekelberg, (een ex-volgeling)

(foto J.Lenoir)

Plaquettes als dank voor verkregen gunsten in de garage van Theunis.

(foto M.Oornen)

!UNK U, l:iCEllE MIJEIJER,

vm:m AL uw l:iUNSTEN

l!l7J N.R.

123

r<-____ , __________ _

Driemaal de heilige Maagd, zoals Theunis Haar gezien zou hebben.

De processie vanaf het dorpsplein. Uiterst rechts pater Ed.Krekelberg.

124

125

bedevaartweide te Bohan

Aan vu Il i ng:

De foto tegenover de inhoudsopgave, alsmede de foto's op pagina's 90 en 91

zijn gemaakt en ten behoeve van deze publicatie vriendelijk afgestaan door

Mw. Lieve Joris.