magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten,...

52
magazine voor gebiedsvernieuwers Nieuwe geldbronnen dankzij de crisis + DOSSIER Openbare ruimte nr. 59 | september 2017

Transcript of magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten,...

Page 1: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

magazine voor gebiedsvernieuwers

Nieuwe geldbronnen dankzij de crisis

+DOSSIER

Openbare ruimte

nr. 59 | september 2017

Page 2: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

8

Alternatieve financieringsvormen De kredietcrisis is een vruchtbare bodem gebleken voor het ontstaan van alternatieve financieringsvormen. Alle vormen op een rij, met de voor- en nadelen.

En ook4 volgens Walter

Voorwoord door Walter de Boer, CEO van BPD.

20 columnDe Amerikaanse

antropoloog Mark Neupert over een memorabele

openbare ruimte.

50/51 in het kortBrokken asfalt als kunstobject,

de zon als standaard en een Gouden Piramide voor

BPD Marignan.

52 de kracht van het ambacht

De precisie van de restaurateur.

6En plein public Op de plek waar Zaandam ontstond, staat nu een sluiswachtershuisje als eyecatcher. In de huid van roestvrij staal is een Zaanse landkaart uit 1832 verwerkt.

in dit nummer

16

‘Breng strategische nationale planning terug in de ruimtelijke ordening’Hoogleraar Maarten Hajer over een leefbare toekomst.

2

Page 3: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

NAW

Circulair laboratorium Voor KOMST op het Amsterdamse Zeeburg verzamelden zes architecten- bureaus zo veel mogelijk ideeën voor het hergebruik van bouwmaterialen. Een experiment dat alle ruimte krijgt.

21-41

Dossier Openbare ruimte

22 Uitdagingen voor de toekomst

De ruimte in de stad is er wel, maar moet anders worden ingericht en gebruikt.

28 ZUS denkt vanuit bestaande stad

Elma van Boxtel en Kristian Koreman over het ontstaan van nieuw stedelijk weefsel.

32 3x favoriete openbare ruimte van vakgenoten

Over planten als pioniers en de stratenmaker als tatoeëerder.

46

42

3

Een opvallend onopvallende wijk Het Wageningse Nieuw Kortenoord is uitgegroeid tot een icoon.

Page 4: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

volgens Walter

→ Aanvankelijk zou ik hier iets willen schrijven over ons Cultuurfonds, dat al meer dan 25 jaar kunst in de openbare ruimte ondersteunt en stimuleert. De publieke ruimte krijgt in deze NAW en de bijgevoegde uitgave van de Boekman Stichting veel aandacht. Vanwege zorgelijke ontwikkelingen op de Duitse woningmarkt over oplopende bouwkosten en dito woningprijzen kies ik toch voor dat onderwerp.

Vanaf 2000 zijn de Duitse steden en Bundesländer opgehouden met het voeren van actief ruimtelijk ordeningsbeleid. Dit had te maken met de grote begrotingstekorten destijds, ontstaan door de hereniging met voormalig Oost-Duitsland. In deze Duitse bouwcrisis hebben de bouwbedrijven hun productiecapaciteiten afgebouwd en was de animo onder jongeren om een opleiding te volgen in de bouw- en vastgoedsector ver weg. Na 2007 is de Duitse markt weer sterk aangetrokken, ondanks de financiële crisis die tegelijkertijd plaatsvond.

De Duitse gewoonte is om juist in onzekere tijden te investeren in vastgoed. Dit verschijnsel noemen ze Betongold. De bouw van woningen kon tot enkele jaren geleden ingevuld worden met de inzet van zeer veel Poolse bouwvakkers, maar die zijn vanwege hun booming thuismarkt huiswaarts gekeerd. Het grote gebrek aan goedgeschoolde vakmensen, de afwezige bouwcapaciteit en de forse woningvraag vormen een explosieve situatie.

Die situatie wordt ook nog eens verslechterd door hogere bouweisen en -normen, en het stedelijk concentratiebeleid van een aantal Duitse steden, als Frankfurt, Hamburg en Berlijn. Dit programmabeleid – verplichte aandelen lage of middeldure huurwoningen vastgelegd in bestemmingsplannen – heeft averechts gewerkt. De bouwkosten blijven autonoom stijgen. Concreet zijn deze voor utilitaire of gestapelde woningbouw in vijf jaar gestegen van € 1.400,- per m2 naar € 2.400,- per m2. Menig Nederlandse aannemer weet waarschijnlijk niet wat hij hier leest! Paradoxaal zijn de prijzen van de grondgebonden woningen minder gestegen, van € 1.200 per m2 naar € 1.450 per m2. Bouwrisico’s worden in aanbodmarkten hoog ingeprijsd.

Als u dit leest, zijn er landelijke verkiezingen in Duitsland. Alle politieke partijen hebben grote woningparagrafen in hun verkiezingsprogramma opgenomen. De zorgen zij zo groot geworden, dat er zeker een ministerie voor Wonen zal komen. Bouwen in der Wiese wordt inmiddels algemeen erkend als oplossing voor een hogere bouwproductie en voor betaalbare woningen. Een woningaanbod van gemiddeld 250.000 woningen op een vraag van 440.000 woningen.

Het is een verhouding waarmee wij inmiddels ook in Nederland vertrouwd zijn geraakt.Wordt of ís de situatie in Duitsland al ons voorland? •

Bouwen ‘in der Wiese’

4

Page 5: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

Walter de Boeris CEO van BPD

‘De Duitse gewoonte is om juist in onzekere tijden te investeren in vastgoed’

5

Page 6: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

en plein public

→ Op de plek waar Zaandam ontstond, staat sinds dit voorjaar een fraaie eyecatcher: het sluiswachtershuisje. Nu de herontwikkeling van de Zaanse binnenstad steeds meer vorm krijgt, kan dit historische stukje niet achterblijven. Het oorspronkelijke hart van Zaandam is nu onderdeel van Inverdan, een binnenstedelijk herontwikkelingsprogramma dat het centrum van Zaandam transformeert naar een grootstedelijk centrum. Van oudsher ontmoetten stad en water elkaar hier. Het sluizencomplex vormt het scharnier tussen de brede Voorzaan en de rivier de Zaan, tussen het stedelijke gezicht aan de noordkant en het landschappelijke aan de zuidkant.

Architectuurstudio KRAMER liet de historie van de Zaanstreek terugkomen: de huid bestaat uit een uitgesneden landkaart van 1812 van Zaandam. In dik staal – dat een roestend oppervlak krijgt – is een exacte weergave gemaakt van deze oude kaart van het veenweidelandschap. Het sluishuisje is een klein onderkomen voor de vrijwilligers die de sluis bedienen. 's Avonds verlicht het de omgeving als een lantaarn. Over drie jaar – als de Wilhelminasluis is gerenoveerd – moet het sluishuisje een kwartslag draaien. Dan komt het evenwijdig aan het water te liggen. BPD Cultuurfonds droeg financieel bij aan de totstandkoming ervan. •

Scharnier tussen Zaan en stadtekst: Els Wiegant | beeld: Stijn Spoelstra

6

Page 7: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

Ontwerp verwijst naar rijke historie • De sluis stamt uit 1722 • Het is de belangrijkste verbinding tussen de Zaan, Voorzaan en het Noordzeekanaal • Jaarlijks passeren 8.000 recreatievaartuigen de Groote Sluis • De kaart van het sluishuisje dateert van 1812• De behuizing is gemaakt van 6 mm dik CorTen-staal• In gevels en dak zijn 42 stalen panelen opgenomen

tekst: Annerieke van der Krift | beeld: Dirk Verwoerd

7

Page 8: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

tekst: Geert Dekker | beeld: Luuk Kramer, Studio Knol

Zonder de bank

NIEUWE PL ANNEN, NIEUWE GELDBRONNEN, DANKZIJ DE CRISIS

8

Page 9: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

De kredietcrisis bleek een vruchtbare bodem voor het ontstaan van alternatieve

financieringsvormen voor gebiedsontwikkeling. NAW brengt in kaart welke alternatieven er zijn.

Wat zijn hun voor- en nadelen? En houden ze stand nu de oude vertrouwde bankfinanciering

bezig is aan een comeback?

9

Page 10: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

10

1 Forward-fundingBij deze vorm van voor- financiering draagt de koper of de toekomstig eindgebruiker

de financiering vanaf de start van het project. De institutionele beleggers of particuliere eindgebruikers stappen al in de planfase in als medefinancier, dus nog voor er gebouwd gaat worden. In tegenstelling tot crowdfunding gaat het hier in het algemeen om een flink deel van de financiering. De Woningborg-regeling garandeert dat een project afgebouwd wordt, zodra 70 procent van de woningen verkocht is. Daardoor wordt het voor kopers aantrekkelijker om een dergelijk project voor te financieren.

Als een grote partij instapt, is er direct geld beschikbaar. Stapt een

grote belegger – zoals een pensioenfonds – in? Dan is de financiering van het hele project gegarandeerd. Stappen er particulieren in? Dan is in ieder geval 70 procent van het project gefinancierd.

Institutionele beleggers kunnen een hoge korting op de verkoop-

prijs eisen. Verkoop aan particulieren levert meer op, maar brengt weer een groter afzetrisico met zich mee.

2 CrowdfundingDit is een vrij nieuwe manier van financieren waarbij vele kleine partijen – meestal

particulieren – samen een groot bedrag bij elkaar kunnen brengen. Bij deze vorm van financiering spelen online kanalen en social media een belangrijke rol. Er is sprake van drie

Pensioenfondsen leggen inmiddels enig financieel gewicht in de schaal bij gebiedsontwikkeling

Zeggen dat de financiële crisis grote gevolgen had voor de financiering van gebiedsontwikkeling is een under-statement. Tussen 2008 en 2014 daalde de omvang van nieuwe vastgoedleningen van Rabobank, ING en ABN AMRO met maar liefst 80 procent, berekende de Amsterdam School of Real Estate (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve geldbronnen. Die zoektocht duurt anno 2017 voort, al zijn de klassieke bancaire financieringen – mede dankzij het herstel van de woningmarkt in met name de Randstad – inmiddels bezig aan een comeback op de vastgoedmarkt. Daar komen ze nu steeds vaker pensioen- fondsen tegen. In hun streven naar een betere risicospreiding kijken deze beleggers sinds 2014 meer dan ooit naar de vastgoedmarkt. Waar het gemiddelde aandeel van vastgoed in een beleggings-portefeuille altijd rond de 10 procent schommelde, gaat dat de laatste jaren flink omhoog. Exacte cijfers zijn er nog niet, maar zeker is wel dat pensioen- fondsen inmiddels enig financieel gewicht in de schaal leggen. De financiële betrokkenheid van pensioen- fondsen bij gebiedsontwikkeling is een vorm van forward-funding, een van de zes alternatieve financieringsvormen die tijdens en na de crisis zijn ontstaan – of tot bloei zijn gekomen. De andere vijf zijn crowdfunding, ingroeimodellen en erfpacht, (collectief) particulier opdrachtgeverschap, eigen vermogen en private equity.

partijen: de initiatiefnemer, het online platform en de financiers. In ruil voor de financiële bijdrage ontvangen de deelnemers een tegenprestatie. Op de Nederlandse woningmarkt komt deze vorm van financiering vooral voor bij sociale woningbouwprojecten of andere sociale projecten. Vooral kleine en lokale projecten lenen zich voor deze financieringsmethode, omdat die vaak een beroep doet op de emotionele binding die mensen voelen bij een pand of gebied. Denk bijvoorbeeld aan het behoud van een historisch gebouw dat kenmerkend is voor de omgeving.

Financiers voelen een sterke persoonlijke binding met het

project en alle partijen hebben evenveel invloed.

Crowdfunding is relatief nieuw, wat voor koudwatervrees kan

zorgen bij potentiële financiers. Daarnaast moeten er extra kosten gemaakt worden voor het (online) platform. Ook is er een afbreukrisico als de financiering niet volledig gehaald wordt.

3 (Collectief) particulier opdrachtgeverschapParticulier opdrachtgeverschap – al dan niet collectief –

bestaat al lang, maar tijdens en na de crisis hebben allerlei nieuwe vormen hiervan het licht gezien. Bij deze vorm van financiering kopen de gebruikers de kavel en regelen zelf de bouw en soms ook de aanleg van infrastructuur en financiering.

Page 11: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

1111

Bij erfpacht verkoopt de gemeente de grond niet aan de ontwikkelaar, maar wordt het gebruiksrecht afgegeven in ruil voor canonopbrengsten. Het voordeel voor de ontwikkelaar zijn de lagere investeringskosten en de kopers van de huizen hoeven de waarde van de grond niet te financieren. Ze betalen wel jaarlijks de canon, maar hun totale kosten vallen lager uit. Volgens gegevens van Deloitte Real Estate is het aantal percelen met een woonfunctie dat in erfpacht is uitgegeven tussen 2013 en 2016 met ongeveer 10.000 toegenomen. Vooral de vier grote steden maakten meer gebruik van erfpacht, maar ook kleinere gemeenten herontdekten dit instrument. Deloitte noemt erfpacht een retro-innovatie op het gebied van financiering. De decennia voor de crisis

was dit middel steeds meer in onbruik geraakt bij gemeenten, omdat er geen gebrek was aan mogelijkheden voor directe grondverkoop.

Ook bedrijventerreinen worden in erfpacht uitgegeven. In Rotterdam steeg het aantal in erfpacht uitgegeven bedrijfspercelen tussen 2013 en 2016 met 23 procent. In Amsterdam kunnen ondernemers op bedrijventerrein De Heining – in het Westelijk Havengebied – hun huurcontract voor de grond omzetten in een erfpachtcontract. Dat maakt verdere ontwikkeling van het kleinschalige gebied mogelijk. Zo kan bijvoorbeeld de bereikbaarheid verbeterd worden en hebben de ondernemers meer financiële armslag om zelf te investeren.

Erfpacht

De Heining

Page 12: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

12

Dankzij de schaalvoordelen kunnen betaalbare woningen

gebouwd worden die toch aansluiten bij de individuele wensen. Het risico wordt gespreid en deze vorm van opdrachtgeverschap zorgt vaak voor een sterke sociale cohesie.

Omdat er zoveel mensen bij betrokken zijn, kunnen trajecten

lang duren of zelfs stranden. Daarnaast moeten er adviseurs ingehuurd worden en is het niet altijd mogelijk om een hypotheek af te sluiten.

4 Eigen vermogenDeze financieringsvorm maakt het mogelijk om te bouwen of te ontwikkelen zonder

lening van een bank of een investering van grote partijen. De ontwikkelaar zoekt partners zoals aannemers, grondeigenaren en eventueel overheden om deel te nemen aan het project. Ieder draagt een deel van de financiering bij en de risico’s worden over alle partijen verspreid. De gezamenlijke onderneming kan de vorm van een fonds krijgen.

Er zijn geen extra kosten voor de financiering. De risico’s worden

over meerdere partijen gespreid.

Als een van de financiers in gebreke blijft, heeft dat gevolgen

voor het gehele project.

5 Ingroeimodellen en erfpachtMet ingroeimodellen – die vooral toegepast worden bij de ontwikkeling van

bedrijfsterreinen – wordt gesleuteld

Verder lezen• Op platform31.nl/publicaties/

verkenning-nieuwe-financierings-vormen-in-gebiedsontwikkeling lees je meer over een onderzoek uitgevoerd door Platform31 en PAS bv.

• Op asre.nl/media/projectfinan-ciering_in_crisistijd.pdf lees je de verkenning van ASRE Research Center naar de rol van alternatieve finan-cieringsbronnen op de Nederlandse markt van vastgoedontwikkeling.

In het Verenigd Koninkrijk heeft deze fi-nancieringsvorm inmiddels een behoorlijk marktaandeel veroverd, maar in Nederland zijn de participatie- maatschappijen net aan een opmars begonnen. Doordat ze aan minder strenge regels gebonden zijn dan banken en verze-keraars, kunnen ze vaak sneller reageren.

Doordat er meer partijen betrokken zijn, wordt het risico

nog meer gespreid.

Private equity is duur. Deze fondsen rekenen percentages tussen 10 tot

20 procent voor hun vermogen. •

aan de omvang van de benodigde financiering. Ingroeihuur wordt regelmatig toegepast bij winkel- en kantoorruimtes. De gebruiker krijgt een korting op de huur. Die korting wordt in de loop van de tijd steeds kleiner. Erfpacht is in Nederland een van de oudste manieren om grond te finan- cieren. De erfpachter hoeft dan niet de waarde van de grond te financieren, maar betaalt jaarlijks een canon over een afgesproken periode. Daardoor is een lagere financiering of minder eigen vermogen nodig. In Nederland zijn het vooral gemeenten die grond in erfpacht uitgeven.

De grond hoeft niet gekocht te worden en het bedrag kan over

een lange termijn verspreid worden.

Onzekerheid over wat er gebeurt met de tarieven als de afgesproken

termijn verstreken is. Die kunnen erg sterk schommelen. Een ander nadeel is dat de eigenaar van de grond – vaak de gemeente – aanvullende eisen kan stellen over bijvoorbeeld de ontwikkeling van het gebied.

6 Private equityParticipatiemaatschappijen stoppen geld van particuliere en institutionele beleggers in

beleggingsfondsen die zich richten op risicovolle projecten met hoge rende-mentsverwachtingen. Hiermee vullen ze het gat waar banken en andere financiers niet in durven of willen stappen.

Page 13: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

131313

In Flevoland – tussen Almere en Zeewolde – wordt aan weerszijden van de A27 een gebied van ruim veertig vierkante kilometer ontwikkeld tot woongebied. Het uitgangspunt is dat de ontwikkelaar ook de eindgebruiker is. De financiering wordt daardoor uitsluitend opgebracht door particulieren. De eindgebruiker bepaalt zelf de omvang van zijn kavel, met dien verstande dat maximaal 12,5% ervan bebouwd kan worden. De bestemming van Oosterwold blijft daardoor grotendeels groen en agrarisch. Er is ruimte voor 15.000 woningen.

Hoe Oosterwold eruit komt te zien, is nog niet bekend. Dat bepalen de eindgebruikers.

Het wordt betiteld als een experiment in organische ontwikkeling ‘op basis van uitnodigingsplanologie’. Dat betekent dat de overheid niet bepaalt welke partijen om de tafel komen te zitten, maar dat iedereen die geïnteresseerd is, kan meedoen. De (toekomstige) bewoners doen alles zelf – inclusief waterbeheer, riolering en energievoorziening. Ze leggen ook zelf wegen en kavelsloten aan. Aan de randen van elke kavel geldt het recht van overpad. Overigens blijft de overheid wel verant- woordelijk voor de hoofdinfrastructuur. In het najaar van 2015 zijn de eerste kavels uitgegeven en in de zomer van 2016 werden de eerste woningen opgeleverd.

Particulier opdrachtgeverschap

Oosterwold

Page 14: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

14

De transformatie van het Amsterdamse kantorengebied Amstel3 – grofweg gelegen tussen de metrostations Bullewijk en Holendrecht – verloopt niet volgens een kant-en-klaar plan, maar krijgt geleidelijk vorm. Het upgraden van de kantoren, de bouw van woningen en het veiliger maken van het hele gebied gebeurt stap voor stap aan de hand van ideeën en initiatieven van een bonte verzameling betrokkenen. Op zocity.nl is een ideeënlab te vinden en een gebiedsdashboard, waarop alle betrokkenen ideeën en informatie kunnen uitwisselen. Op die manier wordt de ontwikkeling van Amstel3 tot levendige stadswijk in beeld gebracht.

De financiering van ZO!City is net zo’n bont geheel, met gefaseerde bijdragen van vastgoedeigenaren, banken, gemeente Amsterdam, ministerie van Infrastructuur en Milieu, en EFRO. Het grote aantal betrokkenen maakt het interessant te experimenteren met crowdfunding. Als eerste is in het najaar van 2016 geld opgehaald voor de ontwikkeling van een stuk openbare ruimte waarop een paviljoen(tje) en een activiteitenplein moeten komen. Het relatief bescheiden bedrag van € 35.000,- werd bijeengebracht door woningcor- poraties, AMC, GVB, NS en enkele andere bedrijven en hun medewerkers.

Crowdfunding

ZO!City

Page 15: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

1515

Er wordt veel geschreven en gesproken over nieuwe vormen van financiering, maar dat heeft nog niet tot aansprekende resultaten geleid. Jammer, vindt Buitelaar, want het móét echt anders. ‘Dat grootschalige bankle-ningen veel nadelen hebben, hebben we tijdens de crisis gemerkt. We hadden een hecht systeem gebouwd, waarin alle onderdelen financieel en organisatorisch in elkaar grepen. Viel er een onderdeel weg, dan stortte het hele bouwwerk in elkaar.’Tijdens de crisis werden plannen beter gefaseerd, kleinschaliger opgezet en flexibeler georganiseerd. Een betere methode, vindt Buitelaar: ‘Het resultaat is een compartimentering: als het in één

‘De experimenten zijn veelbelovend’, vindt hoogleraar en onderzoeker Edwin Buitelaar over de nieuwe vormen van financiering. Maar ze zullen tijd nodig hebben om ingeburgerd te raken.

‘Waar het geld vandaan komt, is niet de belangrijkste vraag’

segment hapert, komt de voortgang van het geheel niet direct in gevaar.’ Bij die ontwikkeling past ook een andere manier van financiering. Vanzelf-sprekend is dat echter niet. Nu de markt weer aantrekt en de prijzen stijgen, grijpen veel partijen als vanzelf weer terug op de oude, vertrouwde financie-ringsvormen. Het is daarom van belang dat de goede elementen van de nieuwe financierings-vormen behouden blijven, stelt Buitelaar. ‘Voor mij is de belangrijkste vraag niet waar het geld vandaan komt, maar hoe we deze nieuwe kenmerken kunnen handhaven. Want die verhogen de kwaliteit van gebiedsontwikkeling en dat moet het uiteindelijke doel zijn.’ •

Edwin Buitelaar

Edwin Buitelaar is programmaleider en onderzoeker

bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Daarnaast

is hij Research Fellow Real Estate Development aan de Amsterdam

School of Real Estate en buitengewoon hoogleraar Grond- en vastgoedontwikkeling aan de

Universiteit Utrecht.

HOOGLER A AR EDWIN BUITEL A AR (PBL):

Page 16: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

16

Beelden van de toekomst hebben een grote sturende werking, min of meer vergelijkbaar met de kracht van een selffulfilling prophecy: als je ze maar vaak genoeg krijgt voorgeschoteld, ga je vanzelf geloven dat het zo moet zijn. Een paar jaar geleden stelde Maarten Hajer het toen opkomende concept van de smart city – een stad waarbij informatie-technologie en the internet of things gebruikt worden om de stad te beheren en te besturen – ter discussie. Volgens Hajer is dat toekomstbeeld nog steeds in-

vloedrijk, maar ontbeert het aansluiting op de urgente politieke kwesties van nu.

Wat zijn die urgente kwesties?‘Ten eerste de sociale ongelijkheid en ruimtelijke segregatie. Bijna twee jaar geleden hebben de landen van de Verenigde Naties een reeks duurzame ontwikkelingsdoelen onderschreven om armoede te beëindigen, onze planeet te beschermen en te zorgen voor welvaart voor iedereen. Die SDG II-agenda [Sustainable Development Goals – red.]

‘Stadsontwikkeling is where the rubber

hits the road’Als hoogleraar Urban Futures verdiept Maarten Hajer zich in de macht van de verbeelding. Tegenover één onafwendbaar

toekomstbeeld zet hij meerdere mogelijke werelden. ‘Innovatie moet bijdragen aan de oplossing van reële problemen.’

MA ARTEN HAJER OVER EEN LEEFBARE TOEKOMST

leeft nog onvoldoende. En dat terwijl de betaalbaarheidscrisis in de stad juist toeneemt. Er is een scherpe reactie nodig: niet alleen bouwen waar het meeste geld verdiend kan worden. Maar juist daar waar de noodzaak het grootst is: bij starters, sociale woningbouw en de huur in het middensegment. Streef naar een evenwichtige bevolkingsopbouw, zorg ervoor dat je op wijkniveau menging houdt en dat die verschillende groepen voorzieningen delen.’

tekst: Bas Kooman | beeld: Janita Sassen

Page 17: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

‘Dit is de politiek van de toekomst: doelen stellen en de industrie het accent op “hoe” laten bepalen’

17

Page 18: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

18

Zijn er nog meer grote kwesties?‘Het tweede urgente probleem is de klimaatverandering. We staan wereld- wijd voor een majeure bouwopgave, maar als we de bestaande manier van stedenbouw blijven volgen, zullen we de opwarming van de aarde niet tot twee graden kunnen beperken. Je ziet in het bestuur en de industrie wel een zekere bewustwording, maar er is een versnelling nodig. Zoals in de energieopwekking. Daar is het kantelpunt bereikt: zon en wind zijn goedkoper dan kolen en nucleaire energie, en ze zitten gas op de hielen. Wanneer je 50.000 huizen klimaatneutraal bouwt, gaan de kosten naar beneden. Nieuwe woningen worden straks verplicht klimaatneutraal gebouwd, maar ook de bestaande voorraad moet worden aangepakt. Dat moet allemaal naar zero CO2. Dat klinkt nu radicaal, maar het kan snel gaan. Daarvoor is het van belang om niet de oplossing verplicht te stellen, maar het doel. Je krijgt dan een haasje-over van slimme oplossingen.’

Wat kunnen steden en lokale overheden doen?‘Steden vormen steeds vaker netwerken zoals de C40, een netwerk van wereld- steden die samenwerken in hun strijd tegen klimaatverandering. Gezamenlijk hebben die steden inkoopmacht – net als collectieven van consumenten. Als je een ander type vuilniswagen wilt en je geeft zo’n opdracht met alle steden tezamen, dan kómt die andere vuilniswagen er. Ook als hij nog niet bestaat. Maar public procurement – de macht van publiek geld – wordt verrassend weinig ingezet. Ook aanbestedingen kun je inzetten als beïnvloedingsinstrument.

Goed voorbeeld daarvan is de verduurzaming van het oude ministerie van Economische Zaken. Daar werd gewerkt met een langlopend DBFMO-contract (Design, Build, Finance, Maintain en Operate) waarbij de opdrachtnemer naast de financiering, het ontwerp en de bouw, ook langdurig verantwoordelijk is voor onderhoud en exploitatie. Daar is veel gemopper over, maar voor duurzaamheid heeft het goed gewerkt. Omdat aanbestedende partijen dertig jaar lang de energierekening moeten betalen, investeren ze meer in duurzaamheid. Dergelijke instrumenten lijken soms klein, maar ze kunnen goed werken om te komen tot klimaatneutrale steden. Vakkennis is daarvoor wel een vereiste. Overheden zijn vaak te afhankelijk van de industrie om in te schatten wat er mogelijk is. De industrie is meestal te conservatief. Je moet als overheid weten wat je vraagt. Leg de lat niet te laag en niet te hoog, ambitieus maar realistisch. Dat is de politiek van de toekomst: doelen stellen en de industrie het “hoe” laten bepalen.’

Hoe zou die toekomst er voor de stad uit moeten zien?‘Juist in dat opzicht mis ik ambitie, mis ik verbeeldingskracht. Er is behoefte aan een vernieuwingsagenda voor verstedelijking. De nieuwe stations van Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam, Breda en Arnhem zijn in de jaren negentig gepland. We hebben daar nú plezier van. Op dezelfde manier zou je ook nieuwe woonwijken kunnen plannen. En hoe ziet zo’n stadswijk van de 21ste eeuw eruit? Dat zou in de Nationale Omgevingsvisie kunnen staan. We kunnen in Nederland een heel nieuw type stadswijk maken met veel hogere dichtheid en veel betere voorzieningen. Uitgedijde steden produceren veel meer CO2 dan compacte steden. Atlanta en Barcelona tellen allebei ruim vijf miljoen inwoners, maar in Atlanta wonen ze verspreid over 4.200 vierkante kilometer en in Barcelona op 162 vierkante kilometer. Een inwoner van Atlanta

‘Smeltende poolkappen zijn geen fake nieuws’

Maarten Hajer

Maarten Hajer is faculteitshoogleraar Urban Futures aan de Universiteit van Utrecht. In

de jaren tachtig studeerde hij cum laude af in Politicologie en

Planologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde in

1993 in Politics aan de Universiteit van Oxford. Van 2008 tot 2015

was hij de eerste directeur van het Planbureau voor de

Leefomgeving (PBL). Hajer is tevens lid van het UNEP Resource

Panel, dat zich bezighoudt met strategische vragen rond de uitputting van hulpbronnen.

Daarnaast was hij Chief Curator van de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam (IABR) in 2016.

Nu is hij onder meer curator van de tentoonstelling Places of Hope

in het kader van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018.

Page 19: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

19

produceert meer dan tien keer zoveel CO2 met zijn vervoer als een inwoner van Barcelona.’

Alles en iedereen in de compacte stad dan?‘Niet per se alles moet binnenstedelijk, dat zal ook niet gaan. Daar moeten we de druk, de piek eraf halen. Moet Amsterdam CS anders nog een keer worden uitgebreid? Nee, versterk de kwaliteit van het gebied rondom de stadscentra, zorg dat dát aantrekkelijk wordt. Ontwikkel bijvoorbeeld een hoofdstedelijke as tussen Almere en IJburg, dat type verstedelijking rond OV-knooppunten is kansrijk: transit oriented

development. In Bangkok heeft men een lightrail-verbinding aangelegd boven de autoweg. Dat is zo populair geworden dat flats bij stations gewilder zijn dan woningen met een tuin. Tijdwinst is daar een factor en het wordt er hier ook een.’

Dit klinkt als een planningsopgave van Vinex-achtige proporties‘Als we niet coördineren op een idee, op een visie, dan lopen we voortdurend achter de feiten aan. Het is goed om strategische nationale planning in de ruimtelijke ordening terug te brengen. De politiek heeft die stap nog niet gemaakt. Je moet steden helpen bij echt grote opgaven. Ik pleit ervoor om

dat nieuwe type stadswijk – die wijken van de toekomst – met nationaal beleid te ondersteunen. Dit pleidooi staat natuurlijk haaks op het neoliberale idee om alles aan de markt over te laten, maar daarvan komt het einde in zicht. Want het populistische protectionisme haalt de vrije handel onderuit en we zien nu hoezeer de sociale en ecologische gevolgen van de neoliberale politiek ons bij de strot grijpen. In de Vinex-tijd waren we ons er nog niet van bewust dat we in het antropoceen leven [antropoceen is de benaming voor het tijdperk waarin het klimaat de gevolgen van menselijk handelen ondervindt – red.], maar de smeltende poolkappen zijn geen fake nieuws. Stadsontwikkeling is where the rubber hits the road. Je moet die steden echt gaan aanpassen. We moeten doelen stellen voor woningbouw en het ruimtelijk instrumentarium en we hebben een actieve strategie nodig: hoe willen we dat de toekomst eruitziet? De toekomst is geen product van een autonoom technologisch proces, het is een politiek vraagstuk dat ons allemaal aangaat. Hoe we daar vervolgens gaan komen – met welke innovaties – is een technologische uitdaging waarmee de industrie haar toegevoegde waarde kan laten zien.’ •

Post-Fossil City

De Urban Futures Studio onder leiding van Maarten Hajer schreef een prijsvraag uit om de postfos-siele stad te verbeelden. Er kwamen 250 inzendingen uit de hele wereld binnen, van Australië tot Zimbabwe. Het project De Ark van het Nieuwste Verbond: Tien Duurzame Geboden van het duo Breukers-Godrie werd uitgeroe-pen tot winnaar van de Post-Fossil City Contest. De inzendingen van de tien finalisten zijn te vinden op postfossil.city.

Page 20: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossiercolumn

Een goede openbare ruimte moet memorabel willen zijn

‘Als Amerikaans antropoloog heeft de manier waarop Leidenaren hun moderne leven vormgeven in een historische binnenstad mij verwonderd. Leiden is een stad gemaakt voor mensen, niet voor auto’s. Alles kan te voet of met de fiets. En dat komt de leefbaarheid zichtbaar ten goede. Pleinen als de Beestenmarkt en het Stadhuisplein fungeren als publieke woonkamers. In het jaar dat ik met mijn gezin in Leiden woonde, maakte ik van mijn observaties en bevindingen de documentaire Cobblestone Stories. A Year of Modern Living in Leiden. Mijn studenten in Oregon laat ik de film zien om de discussie aan te gaan over de eisen waaraan onze openbare ruimte moet voldoen. Ze reageren net zo verwonderd als ik tijdens mijn eerste kennismaking met de stad in 1995.

Goede openbare ruimten zijn van wezenlijk belang voor het vormen van een goede menselijke habitat. Maar wat is goed? Iedere openbare ruimte heeft ten minste vier algemene functies: een technische, een sociale, een ideologische en een emotionele functie. Planologen starten vaak vanuit de technische functie: Waartoe dient deze ruimte? Hoe beweegt het verkeer zich daar doorheen? In Leiden bewegen fietsers en wandelaars zich soepel en als vanzelf naast en door elkaar heen.Openbare ruimten hebben daarnaast een sociale functie. Mensen gaan ernaartoe om elkaar te ontmoeten, samen dingen te ondernemen of op hun gemak mensen te kijken. Terrassen en cafés op verkeersluwe pleinen lenen zich daar goed voor en die heeft Leiden volop.Ook hebben publieke plekken een ideologische functie. Een goede openbare ruimte geeft uitdrukking aan waar we in gelo- ven, wie we zijn en wat we belangrijk vinden. Kerkgebouwen zijn daar een goed voorbeeld van.Ten slotte kunnen ruimten gevoelens oproepen: dat is hun emotionele functie. We voelen ons duidelijk prettiger in open, overzichtelijke ruimten die ’s avonds goed verlicht zijn.

Mark Neupert is verbonden aan het Oregon Institute of Technology. Hij promoveerde als antropoloog aan de University of Arizona. Neupert verrichtte archeologisch, etno-archeologisch en toegepast etnografisch veldwerk in de Filipijnen en Nederland.

De Leidse Aalmarkt is een goed voorbeeld van een openbare ruimte waarin deze vier universele functies succesvol samenkomen. Daar zie je hoe planologische principes als ge-mengd gebruik van de ruimte – de mogelijkheid om te fietsen, boodschappen te doen én te flaneren – samen een prettige plek vormen waar je graag een tijdje wilt verblijven. Het plein zet zich daardoor vast in je geheugen. Een openbare ruimte moet memorabel willen zijn. Het moderne leven heeft zich in deze prachtige stad aangepast aan de historische stadsstructuur. Dat sterkt mij in de overtuiging dat we bij het ontwerpen van nieuwe openbare ruimten principes van esthetiek en visuele stimulatie hoog in het vaandel moeten houden. Voor nu én in de toekomst. •

20

Page 21: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

OPENBARE RUIMTE

dossier

Drie vakgenoten over openbare ruimte

pag. 32

6 x bijzondere openbare ruimte

pag. 38

De ruimte is er alpag. 22

21

Page 22: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossiertekst: Marc Mijer | beeld: Theo Berends, Stijn Brakke en Jeroen Hofman

Vergroenen, ontblikken en zelf beheren

Vergrijzing, obesitas, klimaatverandering, bevolkingsgroei: tal van maatschappelijke ontwikkelingen stellen nieuwe eisen aan

de inrichting van de openbare ruimte. Waar in de stad is die ruimte nog? Het goede nieuws: die is er volop. Ze moet alleen

wel anders worden ingericht, gebruikt en beheerd.

OPENBARE RUIMTE IN DE STAD: STEVIGE UITDAGINGEN

22

Page 23: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

Het Raadhuisplein in het centrum van Emmen. Bij de aanleg is geanticipeerd op de veranderingen in de detailhandel, het gewijzigde consumentengedrag maar ook op de demografische ontwikkeling van het gebied. Er is bovendien rekening gehouden met klimaatveranderingen van de toekomst.

23

Page 24: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier

24

Natter, warmer, ouder, dikkerHet zijn maar twee voorbeelden in een indrukwekkende lijst (zie kader) van maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op de openbare ruimte in de stad. Ze zijn vaak behoorlijk fundamenteel van karakter. Neem de klimaatverandering: cijfers van het KNMI laten zien dat er de afgelopen eeuw achttien procent meer neerslag is gevallen. Voor de komende dertig jaar wordt nog eens een dergelijk groeipercentage voorspeld. Al dat water moet ergens heen, maar waar? Waterberging in de stad is lastiger dan in de polder. Daarnaast speelt het probleem van het urban heat island. Door de verstening van steden wordt het in de zomer in veel stadsbuurten te warm – tot wel 4 °C warmer dan de omgeving – hetgeen vooral voor het groeiend aantal ouderen een probleem is. Het aantal mensen met dementie – die de weg kwijt kunnen raken buitenshuis – neemt toe, maar ook het aantal Nederlanders dat kampt met over- gewicht, door te weinig beweging. Sowieso groeit de bevolking van veel

Cijfers van het KNMI laten zien dat er de afgelopen eeuw achttien procent meer neerslag is gevallen. Dat water moet ergens heen, maar waar?

→ Een korte bloemlezing uit de media van de afgelopen tijd laat zien dat de openbare ruimte in de stad volop in de belangstelling staat. En veel emotie oproept. Zo leidde de introductie van de deelfiets in Amsterdam deze zomer al direct na de introductie tot felle reacties. De plaatsing van duizenden felgekleurde exemplaren – die per app te boeken zijn – viel slecht bij bewoners in de stad. Ook de gemeente bleek niet geamuseerd en kondigde maatregelen aan om het fenomeen van de strooifiets in te perken. Reden: er staan al te veel fietsen in de hoofdstad en nog meer kan de openbare ruimte niet aan.Ook ander gebruik van de stedelijke openbare ruimte springt in het oog. Zo neemt de druk op de stadsparken de laatste tijd fors toe. Er wordt steeds meer gesport – van tai chi tot bootcamps – maar ook volop gebarbecued. Niet iedereen is daar even blij mee. In Utrecht zijn bewoners een petitie gestart om het lawaai van de drillende bootcampinstructeurs in te dammen, omwonenden van het Vondelpark dwongen via de rechter een barbecueverbod af.

Nederlandse steden snel en zoekt een deel van deze mensen – bij gebrek aan eigen buitenruimte – de ruimte en ontspanning buiten de deur. Al deze onderwerpen en hun vaak urgente karakte stellen hoge eisen aan plannen- en beleidsmakers. Waar kunnen zij in de drukke steden nog ruimte vinden voor duurzame oplossingen van deze vraagstukken?

Meer behoefte aan groenBij de ontwikkeling van nieuwe stukken stad moet de openbare ruimte volop aandacht krijgen, zo betoogt de Amsterdamse planoloog Jos Gadet op gebiedsontwikkeling.nu. Hij laat aan de hand van het ontwerp voor de Sluisbuurt op het Zeeburgereiland zien dat stedelijke verdichting – noodzakelijk vanwege de snelle bevolkingsgroei – onlosmakelijk verbonden is met een groene inrichting van de openbare ruimte: ‘De verdichtende stad kan niet zonder groen. Gezinnen met kinderen kiezen er in toenemende mate voor om in de stad te blijven wonen. Groen in de directe woonomgeving, als

Page 25: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

25

onderdeel van een rijk centrumstedelijk voorzieningenniveau, is dan een noodzakelijke vestigingsconditie.’ Daarbij komen volgens Gadet ook andere aspecten om de hoek kijken, zoals de ambitie om van de Sluisbuurt een autoarme fietsbuurt te maken. Hoogbouw op de juiste plek is in zijn ogen een belangrijke stedenbouwkundige ingreep, die hiervoor de ruimte creëert. Groene plekken ontwikkelen zich tot markante plekken in de stad waar je deel kunt nemen aan het leven van alledag. Dat is goed voor deelname aan de stedelijke economie, buurtcohesie, veiligheid en gezondheid.

Opgaven verbindenDe thema’s die Gadet agendeert, blijken in bestaande stadsbuurten eveneens van toepassing. Ook hier moeten manieren worden gevonden om de openbare ruimte aan te passen op de wensen van nu én morgen. Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving Daan Zandbelt onderschrijft de visie van Gadet: ‘Als een openbare ruimte prettig, toegankelijk en veilig is, komen mensen elkaar daar

Wat is openbare ruimte eigenlijk?De Italiaanse architect Nolli was de eerste die in 1748 op zijn kaart van Nolli niet de gebouwen van Rome, maar de ruimten ertussen inkleurde. Daarmee liet hij expliciet de pleinen, straten, parken en alle andere gebieden zien die voor iedereen vrij toegankelijk zijn en waar iedereen – binnen de regels van de wet – mag doen en laten wat hij wil. Openbare ruimte dus.Bijna driehonderd jaar later zijn steeds minder publieke plekken ook daadwer-kelijk openbaar. Denk aan private winkel- gebieden waar het verboden is om foto’s te maken en stationsgebieden die alleen toegankelijk zijn met een ov-chipkaart. Gelukkig valt er ook al een tegenbeweging waar te nemen. In Hamburg plaatste het stadsbestuur in het getransformeerde havengebied Harbour City in plaats van verbodsregels vrijheidsregels op de zijkanten van abri’s. Daarin staat expliciet dat óók in de winkelgebieden van dit bruisende stads- deel gefotografeerd en gedemonstreerd mag worden.

beel

d: S

tijn

Bra

kkee

tegen. Ze maken kennis met andere levens, met andere mogelijkheden.’ Zandbelt pleit ervoor de opgaven te verbinden, bijvoorbeeld waterberging met groenaanleg, in combinatie met de opkomst van car sharing. Pas dan kan er werkelijk een kwaliteits- impuls plaatsvinden: ‘Waar stenen parkeerplekken verdwijnen, ontstaan nieuwe mogelijkheden voor waterberging. Maar beperk je niet tot het opvangen van overtollig regenwater in een afgezonken betonnen bak. Daarmee los je alleen de huidige problemen op. Maak je er een mooie, groene singel van, dan heb je een oplossing die meerwaarde biedt. Met die singel creëer je meteen een kwalitatieve leefomgeving waar mensen graag zijn. Plant er veel groen dat de vervuiling compenseert, het geluid dempt en verkoeling biedt.’

Stad voor iedereenDat niet alleen de binnenstadscentra om aandacht vragen, maakt Zandbelts collega en Rijksbouwmeester Floris Alkemade duidelijk met zijn prijsvraag Who Cares. Hij vraagt daarmee aandacht

Het grootste dakpark van Europa ligt in Rotterdam; het is aangelegd boven op een woonboulevard aan de Vierhavenstraat.

Page 26: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier

voor de inrichting van de meer perifeer gelegen naoorlogse woonwijken, waarin de vergrijzing van de oorspronkelijke gezinnen een belangrijk issue is: ‘Ik wil ontwerpkracht activeren en ideeën ophalen om de wijken beter in te richten voor ouderen, vanuit de gedachte dat een stad die goed is ingericht voor senioren en kwetsbaren een goede stad is voor iedereen.’ De 174 inzendingen die de prijsvraag dit voorjaar opleverde, maken duidelijk dat zijn pleidooi stevig wordt onderschreven. Allerlei oplossingen passeren de revue, van groene sociale verbindingszones tot en met nieuwe woonvormen die verleiden tot beweging. Dat laatste thema is volgens Alkemade overigens van groot belang voor de héle samenleving, zo liet hij tijdens het nationale voetgangerscongres Lopen Loont in juli weten: ‘Van de 1.000 minuten die we per dag actief zijn, gebruiken we de helft van de tijd een scherm.’ Wat weer gevolgen heeft voor bijvoorbeeld de toename van obesitas bij jongeren. Niet voor niets wordt zitten al het nieuwe roken genoemd.

26

Actuele invloeden op de openbare ruimte• Klimaatverandering vraagt – onder meer – om extra capaciteit voor

waterberging, bijvoorbeeld door gebruik en/of aanpassing van bestaande structuren in de openbare ruimte en het vermijden van urban heat islands. Een tekort aan groen en water kan leiden tot een temperatuurstijging van 10 graden.

• Stedelijke bevolkingsgroei leidt ertoe dat meer mensen zich op dezelfde oppervlakte bevinden. Omdat er in steden weinig privé (buiten)ruimte beschikbaar is, zoeken zij dit veelal buiten de deur.

• Veranderende mobiliteitsvormen – zoals e-bikes, zelfrijdende auto’s en andere mobiele innovaties – bieden de kans om het grote ruimtebeslag van (geparkeerde) auto’s te reduceren.

• De stijgende behoefte aan stroom en wifi vraagt om ruimte voor voorzieningen.

• Vergrijzing vraagt om toegankelijke en veilige openbare ruimten op loop- of rollatorafstand. Dat draagt eraan bij dat een toenemend aantal ouderen langer thuis kan wonen.

• De volksgezondheid heeft baat bij een openbare ruimte die bijdraagt aan een gezonde verstedelijking. Zodra het buiten ook leuk is, verleid je (obese) kinderen om achter hun beeldschermen vandaan te komen.

• Sociale segregatie is mede tegen te gaan door veilige, prettige, goed onderhouden en multifunctionele openbare ruimten te bieden. Die brengen mensen samen en genereren kruisbestuiving en nieuwe ideeën.

• De participatiesamenleving wordt gestimuleerd door een goed onderhouden openbare ruimte. Die verleidt bewoners om er elkaar te ontmoeten en activiteiten te organiseren.

Het Westerpark in Amsterdam

Page 27: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

Werken op locatieInmiddels wordt op tal van plekken een vervolg gegeven aan de ambitie van de Rijksbouwmeester. Amsterdam zet bijvoorbeeld stevig in op de ‘bewegende stad’ en heeft met ontwikkelaars, woningcorporaties, architecten de Amsterdamse Beweeglogica ontwikkeld: handvatten om het bewegen expliciet en vanaf het begin mee te nemen in het stads(her)ontwerp. Ook willen steeds meer gemeenten dementievriendelijk worden – door mensen meer structuur en houvast te geven – en daar onder andere het publieke domein op aanpassen. De gemeente Rotterdam startte samen met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie het project Dementie in de openbare ruimte, waarbij ontwerpers drie maanden lang een dag per week optrokken met mensen met dementie en hun mantelzorgers in de naoorlogse Rotterdamse wijken Ommoord en IJsselmonde. Co-creatie stond voorop: er werd samen met de gebruiker ontworpen. Daarnaast werd bewust gekozen voor het werken op locatie, waardoor kleinschalige interventies direct getest konden worden.

Voorbeelden zijn de herintroductie van de gele ANWB-praatpaal in de wijk en een vergeet-mij-niet-pad waar ouderen veilig kunnen oversteken.

Handen uit de mouwenTen slotte is naast het ontwerp en inrich-ting ook het beheer en onderhoud van groot belang. Zelfbeheer is een trend die opvalt in dit verband: bewoners die de openbare ruimte zelf voor hun rekening gaan nemen. Zoals in Utrecht, waar op tal van plekken het beheer van de gemeente is overgenomen, met de door Zandbelt genoemde kwaliteitsimpuls tot gevolg. Zo is het grijze en versteende stadsplein van de Albrachthof in de wijk Oudwijk omge-toverd tot een aantrekkelijke en openbaar toegankelijke stadstuin. UU-student Jeroen de Bruijn telde in januari 2017 maar liefst vijftig van dit soort burger- initiatieven in de Domstad. Het geeft aan dat openbare ruimte een thema is waar-voor stadsbewoners samen de handen uit de mouwen willen steken. Gecombineerd met de inzet van beleidsmakers, ontwik-kelaars en ontwerpers is dat een hoopvol perspectief voor de toekomst. •

• In Prettige plekken. Handboek mens & openbare ruimte presenteren Rosemarie Maas en Kyra Kuitert meer dan 500 praktische richtlijnen voor ontwerp en inrichting van de openbare ruimte. Kijk ook op publiekeplekken.nl.

• De inrichting van de openbare ruimte is de ruggengraat van een duurzame stad. Dat is het uitgangspunt van het programma en opensource netwerk The City at Eye Level. Er verscheen ook een boek over dat te downloaden is op thecityateyelevel.com.

Meer lezen

27

‘Maak je er een mooie, groene singel van, dan heb je een oplossing die meerwaarde biedt. Plant er veel groen om vervuiling te compenseren, het geluid te dempen en verkoeling te bieden’

Page 28: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier

28

Elma van Boxel en Kristian Koreman, oprichters van ZUS [Zones Urbaines Sensibles] werken vanuit het idee

van de geleefde stad. Dat betekent geen tabula rasa, maar gerichte interventies in het bestaande stedelijke weefsel.

Die moeten bijdragen aan een inclusieve stad, een stad waarin mensen met verschillende achtergronden

elkaar gemakkelijk ontmoeten.

Interventies om de stad

op weg te helpen

ZUS DENK T VANUIT DE BESTA ANDE STAD

Page 29: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

29

‘Wij proberen mensen vooral de mogelijkheden te bieden zelf invulling te geven aan hun omgeving’

Page 30: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier30

→ Met de revitalisatie van het stuk Rotterdamse binnenstad waar tussen het zaken- en winkelgebied en omliggende woonwijken nauwelijks verbinding bestond, zetten de jonge ontwerpers zichzelf op de kaart. Kristian Koreman: ‘Rond de Schiekade lag een vergeten stuk stad midden in Rotterdam. Het leven was er uit en de verbinding tussen de verschillende delen van de stad ontbrak. Bovendien werd er naar onze mening te makkelijk over dit bestaande stuk stad gedacht: het zou simpelweg gesloopt worden.’ In afwachting van de sloopkogel gebeurde er tijdens de crisis niets met het gebouw en omgeving.

Schieblock is nu StadslaboratoriumDe ontwerpers van ZUS hadden anti-kraak hun intrek genomen in het Schieblock aan de Schiekade – een in onbruik geraakte centraal gelegen kantoortoren – en namen stap voor stap de regie over. Inmiddels zijn de huren voor de ondernemers voor tien jaar

achter het gebouw is een biergarten gekomen. ’Dat is een populaire plek waar medewerkers van banken in pak en gewone Rotterdammers uit de buurt nu gezamenlijk een drankje drinken,’ stelt Van Boxel vast. Een als verloren beschouwd stuk stad is nieuw leven ingeblazen door middel van verschillende interventies die met name ontmoeting faciliteren. Die ingrepen zijn vanzelfsprekend niet lukraak gekozen. Koreman: ‘We zoeken naar potentiële hotspots: Waar kun je lekker in de zon zitten? Waar komen routes bij elkaar? Welke identiteit hebben die plekken? En hoe kunnen we die vervolgens naar onze hand zetten?’ Van Boxel en Koreman nemen daarvoor nadrukkelijk de tijd. In en rond het Schieblock zijn zij al zo’n zeven jaar bezig met activeren. Iedere interventie moet de stad als het ware een stukje op weg helpen, aandacht die in de visie van ZUS voortdurend nodig is. Van Boxel: ‘Het is van belang te blijven kijken wat waar op welk moment nodig is.’

Elma van Boxel & Kristian Koreman

Elma van Boxel (1975) en Kristian Koreman (1978) studeerden beide landschapsarchitectuur aan de IAH Larenstein. In 2001 richtten zij ZUS [Zones Urbaines Sensibles] op, waar ze aan gevraagde en ongevraagde ontwerpen en studies op het gebied

van architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp werken.Gerealiseerde projecten zijn onder meer het landschapsontwerp van het Nederlandse Paviljoen

voor de Shanghai World Expo 2010, het Printemps-park in Grand Bigard Brussel en de eerste fase van Almere DUIN. ZUS werkt aan het Rebuild by Design Project New Meadowlands in de VS, om kustgebieden beter te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Van Boxel en Koreman waren curatoren voor de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam 2012 Making City en namen deel aan het BMW Guggenheim Lab in New York. Het duo ontving

meerdere prijzen en werd in 2012 tot NL Architect van het Jaar (voor kleine bureaus). Sinds 2015 zijn zij enkele maanden per jaar visiting professor aan de Syracuse University in New York.

vastgezet waardoor op deze A-locatie betaalbare werkruimte voor creatieven is ontstaan. Het gebouw en de omgeving zijn bovendien een schakel geworden tussen verschillende delen én mensen in de stad. Dat is heel letterlijk gedaan met de bouw van de vierhonderd meter lange Luchtsingel, waarbij bewoners van de stad nadrukkelijk betrokken zijn. Het geld voor het project is door middel van crowdfunding en het Stadsinitiatief – waarbij bewoners van de stad mochten beslissen welk idee de gemeente zou financieren – tot stand gekomen. De zwevende brug verbindt het Schieblock met de Hofbogen en daarmee is door middel van diverse ontmoetingsplekken weer een levendig stuk stad ontstaan.

Het Schieblock zelf is uitgegroeid tot een stadslaboratorium met warenhuis, bar, culinaire werkplaats en informatiecentrum in de plint en op het dak een akker waar ook gegeten kan worden. Op de anonieme en aanvankelijk weinig aantrekkelijke parkeerplaats

Page 31: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

31

Geen vastomlijnd eindbeeldDie organische manier van werken zoals in en rond het Schieblock ontstond, is kenmerkend geworden voor ZUS. Met een gezonde dosis optimisme over én aandacht voor de stad. Inmiddels is de crisis voorbij en neemt de druk om snel te bouwen weer toe. Is er dan nog ruimte voor projecten waarin de tijd wordt genomen gebieden aan te passen aan

Of het nu om een voormalig fabriekster-rein of een in onbruik geraakt kantoren-gebouw gaat, de bestaande stad en de mensen die daar wonen en werken zijn voor ZUS steeds het uitgangspunt. Ge-faseerd proberen Van Boxel en Koreman – samen met de betrokkenen in het gebied zelf – veranderingen door te voeren die het gebied beter laten werken. De open-bare ruimte is daarbij als verbindend element cruciaal. ‘Daar ontstaat interactie tussen gebruikers’, zegt Koreman. ‘En daar is het mogelijk een dynamiek op gang te brengen die het gebied voor verschil-lende groepen aantrekkelijk maakt.’ •

Aankomend voorjaar verschijnt City of Permanent Temporality, geschreven door Elma van Boxel en Kristian Koreman bij Nai010 Uitgevers. Met ‘permanente tijdelijkheid’ stellen zij met hun bureau ZUS een radicaal nieuwe manier van stadsvor-ming voor. Het is een strategie die vertrekt vanuit een stedelijke realiteit van waarden, materie en mensen.

‘Het is van belang te blijven kijken wat waar op welk moment nodig is’

veranderende wensen? Koreman denkt van wel en noemt het project De Nieuwe Stad – op een voormalig fabrieksterrein in Amersfoort – daarvan het bewijs. ‘Daar werken we niet met een vast-omlijnd eindbeeld, maar passen we de plannen voortdurend aan. Het gebruik van de openbare ruimte en de gebouwen kan immers veranderen. Net als de wen-sen van de gebruikers. Daar proberen we op in te spelen.’ Zo is bijvoorbeeld meer gelaagdheid aangebracht in de open-bare ruimte. Van Boxel: ‘We hebben in Amersfoort een verdiept plein aange-legd: De Oliemolenhof. Daar kunnen honderden mensen terecht als bijvoor-beeld een theatervoorstelling wordt opgevoerd, maar we hebben daarbinnen ook intiemere plekken gemaakt die voor beschutting zorgen. Kleinere groepen mogen zich niet verloren voelen. We willen die verschillende behoeften en si-tuaties mogelijk maken en de gebruikers niets opleggen. Wij proberen mensen vooral de mogelijkheden te bieden zelf invulling te geven aan hun omgeving.’

Page 32: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier32

Over planten als pioniers en de stratenmaker als tatoeëerder: drie landschapsarchitecten over hun favoriete openbare ruimte.

Waarom is deze plaats zo bijzonder en aan welke voorwaarden moet deze ruimte voldoen?

De unieke samenhang der dingen

Page 33: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

33

beel

d: T

he H

igh

Line

Martine van Vliet, landschapsarchitect en stedenbouwkundige bij LOOSvanVLIET:

→ ‘De High Line in New York is oud industrieel erfgoed dat een nieuwe functie heeft gekregen, maar voor mij is het om meerdere redenen een heel bijzonder project. Het lineaire park ligt op een oude verhoogde spoorlijn in de stad. Het loopt dwars door het stedelijk weefsel tussen hoge gebouwen door en over wegen heen. In deze verdichte stad werkt dubbel grondgebruik fantastisch. Met het groen in de High Line is een oase in de stad gecreëerd. Het gebruik van vaste planten in de openbare ruimte juich ik sowieso toe, maar deze beplanting heeft een beetje het uiterlijk van pioniers: planten die als vanzelf opkomen in een verlaten gebied. Het zijn prachtige grassoorten, gecombineerd met bloeiende vaste planten. Daarnaast is de detaillering van het project heel fraai. De lange natuur-steenstrips als verhardingspatroon zijn bijvoorbeeld prachtig. Maar ook de peel-up benches die letterlijk uit de paden omhoog komen. Zo mooi. De High Line brengt met al de beplanting verkoeling in de stad, verbetert de luchtkwaliteit en geeft ecologische waarde. Een zeer bijzondere en geslaagde openbare ruimte. In alle opzichten.’

‘Een oase in de stad, dwars door stedelijk

weefsel’

Page 34: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier

34

Eric-Jan Pleijster, partner en landschapsarchitect bij LOLA landscape architects:

→ ‘Nederland is een land van rivieren. Doorgaans scheiden kades de steden van die rivieren. Neem bijvoorbeeld Rotterdam: de Maas is eigenlijk de mooiste openbare ruimte van de stad. Toch zijn de mogelijkheden om dicht bij het water te komen op één hand te tellen. De Maas ligt namelijk vier of vijf meter lager dan de kades. En dat is kenmerkend aan de stadsrivieren in Nederland.De Chicago Riverwalk daarentegen is een openbare ruimte die onwaarschijnlijk mooi met de rivier in de stad correspondeert. Ooit was de Chicago River een meanderende moerasstroom, later werd het een levendig kanaal in dienst van de industriële ontwikkeling van de stad. Anno 2017 is de Chicago Riverwalk hét stadspark van de stad geworden. Het is een aaneenschakeling van plekken, bruggen, pleinen, trappen, banken en lage kades langs het water. Het idee om de rivier voor ontspanning te gebruiken, leek aanvankelijk onmogelijk vanwege de enorme vervuiling van het water. Maar recente verbeteringen van de waterkwaliteit en de toenemende behoefte van de stadsbewoners aan recreatieve mogelijkheden, hebben ecologische verbeteringen in gang gezet. Kortom: het is een levendig stuk stad geworden, een voorbeeldig herstelde relatie tussen de stad en de rivier. Nu Rotterdam nog. De Rotterdam Riverwalk. Dat zou mooi zijn.’

‘Een voorbeeldig herstelde relatie tussen stad en rivier’

Page 35: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

35

beel

d: G

etty

Imag

es

Page 36: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier

YYYYYYYYY

→ Facerspisque nimpore pernam arum faccab is aut occab id explabo rporempor sum a quunt alis sincture porepra simus.Pa nonsequi nos est restius, sit om-nisciunt ipsum eosant ommoditatum, velita eum re, quidion eum ute eaqui ut quidunti berestrum as as ma ium volo-remque re nossi officid usdae. Itaspedi-on nonse minci cor sunt aut rem quam quodis enes dit exernam evel milla eres eium qui que vent laboruptiant atiunt.Expelest, excepeliqui natiatio enitatas et dipiduntur ant fuga. Sus doluptatiis aboritis sed ut fugia dio. Amus, aut vitatio nsenimaio magnate volorehenis pellis untem quis aut etur, quia doles-tiberum net aut quo con cullanimint ut ut lant velent quatem senis aut imi, quis serum fugit, estest, nullit mi, ut aturem qui omnis magnienest hil molut quidele sciust quamet alistis ex eseni comnita sim voluptam fugiae nonsend igendent, sunt iusti quid et vid minctisincim etur molendis sunto eaqui volut venti cus aut facea vel id eatum vellaut emolore rspideleni restias mosam ad modi offi-ciet es anducip suntin et laborro eatem que veliquuntur?Ro to qui nulligenecti omnissitis dolup-tatur?Everios truptatur, seriosant expla etus conserchicta sum si ommos etur, con-sequ osandipis adis deni undeliam ex

Van 2013 t/m 2014

‘Het plein fungeert als huiskamer van het stadje’

36

Op dit beeld rust auteursrecht. Het originele beeld is terug te vinden in de printversie van het magazine

Page 37: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

Steven Slabbers, partner en landschapsarchitect bij Bosch Slabbers

→ ‘Een openbare ruimte moet verbinden en verrassen. Zo een plek is het Piazza Ducale in het centrum van Vigevano, een schoenmakersstadje in de Italiaanse Po-vlakte. Sinds ik het in 1981 bij toeval ontdekte, is het mijn favoriete openbare ruimte. Een plek waarnaar je terugkeert en waar je je elke keer kunt verbazen over de wonderlijke schoonheid, de unieke samenhang der dingen, het oog voor detail en bovenal de functie als huiskamer van het stadje. Het Piazza Ducale is eind 15de eeuw gebouwd. Naar verluidt heeft Bramante aan de ontwikkeling van het plein meegewerkt en heeft Leonardo da Vinci er tijdens de bouw regelmatig vertoefd. Uniek is de behandeling van het maaiveld. Deze bestaat overwegend uit hobbelig natuursteen. De belangrijkste looplijnen op het plein zijn echter uitgevoerd in smalle banen van vlak natuursteen. Dit leidt tot een mooi contrast tussen grof en sierlijk. Het brengt tekening aan in het maaiveld, maar het geeft ook richting aan het gebruik. Recent zijn aan het grondvlak meer decoratieve patronen toegevoegd, wat eigenlijk afbreuk doet aan de kracht van het oorspronkelijke ontwerp. De stratenmaker heeft zich als een tatoeëerder op het plein uitgeleefd, en heeft sterren, cirkels en bollen toegevoegd. Jammer, want ook voor de openbare ruimte geldt, zoals Goethe ooit zei: ‘In de beperking toont zich de “meester”.’ •

beel

d: E

yeEm

37

Page 38: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier38

1 TE GAST IN DE NATUUR

Vanaf je veranda naar de eekhoorns of schapen kijken. In nieuwbouwwijk Kerckebosch in Zeist – grenzend aan de Utrechtse Heuvelrug en landgoed Heidestein – slingeren bos en hei vredig tussen de woningen door. Rond 2018 telt de wijk ongeveer duizend woningen. BPD is één van de ontwikkelaars en dacht mee over de inrichting van het gebied. De bewoner is te gast in de natuur. Stad, natuur, privé en openbaar gaan naadloos in elkaar over. Vanwege die integrale ontwikkeling van stad en land kreeg Kerckebosch in 2016 de eretitel Beste openbare ruimte van Nederland. De openbare ruimte van Kerckebosch is samen met gebruikers en beeldend kunstenaars uitgewerkt. Het meubilair, de lichtmasten en het lichtplan zijn speciaal ontworpen. De straatverlichting bijvoorbeeld is afgestemd op de aanwezigheid van vleermuizen. De bestaande bomen zijn zo veel mogelijk gespaard. Zo slingert de hoofdontsluitingsweg als het ware door het bos heen. BPD ontwikkelde er tot nu toe twee projecten: Hei & Jij en Fier! op de hei. De bewoners van de 28 woningen in Fier! op de hei – opgeleverd vanaf het eerste kwartaal van 2018 – lopen vanuit hun keuken of woonkamer straks zo de hei op.

Wonen als kasteelheer met een binnenplaats waar het burencontact intensief is, zo vanuit je keuken de hei

op lopen of een park met een junglebos voor kinderen: zes bijzondere openbare ruimten uitgelicht.

6 xopenbare ruimte

tekst: Els Wiegant | beeld: DELVA Landscape Architects, Erik Smits, e.a.

Page 39: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

39

EERST HET PARK, DAN DE WONINGEN

Komt de ontwikkeling van de openbare ruimte meestal ná de bouw van de woningen, in Park Triangel in Waddinxveen stak BPD de nek uit door eerst een park aan te leggen. Een jaar geleden werd het geopend. Met een junglebos voor iets oudere kinderen, speelveldjes voor voetbal, basketbal, volleybal en badminton, een vis- en aanlegsteiger, een podium voor openluchtoptredens en natuurlijk wandel- en fietspaden. Het park kwam tot stand in nauw overleg met de bewoners en wordt al intensief gebruikt, terwijl de wijk nog in aanbouw is. Waddinxveen is de toegangspoort tot het Groene Hart – een landschap van weiden en water – en wordt daardoor aan alle kanten omringd door groen. Die landelijke en dorpse sfeer vormt het uitgangspunt voor Park Triangel. Er zijn zes wijken, eigenlijk allemaal kleine buurtjes. Daardoor krijgt deze nieuwbouwwijk een kleinschalig karakter. Op de plek waar eens kassen stonden en weilanden lagen – 100 hectare in omvang – zullen in totaal zo’n 2.700 woningen verrijzen. Het aangelegde park vormt het groene hart van de wijk, op een eiland. Groene stroken en water lopen door tot in elke buurt.

3

2

WONEN AAN ZEE EN HAVEN

In IJmuiden ontwikkelen de gemeente Velsen, twee wo-ningcorporaties en BPD een nieuwe woonwijk op een bedrij-venterrein dat gedeeltelijk nog in gebruik is: Oud IJmuiden. Het gebied ligt tussen het Noordzeekanaal en de grootste vissershaven van Nederland. Het Thaliaplein vormt het hart van Oud IJmuiden, waar zo’n 550 eengezinswoningen en appartementen komen. Door stagnatie tijdens de bouw was die plek in 2013 een zanderige bouwvlakte. Om potentiële kopers een indruk te geven van het toekomstige leefklimaat van het gebied, besloten de betrokken partijen als eerste het Thaliaplein te ontwikkelen. Vanaf de appartementen – die inmiddels bewoond zijn – is in de bestrating van het plein de plattegrond van het oude IJmuiden met zijn sluizen en pieren te herkennen. Ook is het oude stratenpatroon van het vissersdorp zo veel mogelijk in ere hersteld. Vanwege het geluid dat de bedrijvigheid rond Oud IJmuiden met zich meebrengt, had de bebouwing aan de buitenrand dove gevels nodig. Het Thaliaplein is niet alleen een ontmoetingsplein, maar ook een plek in de luwte van alle bedrijvigheid in de omgeving.

Page 40: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

dossier

KASTEELHEER IN EEN GROENE OASE

Zowel de woningen als de openbare ruimte van Haverleij in Den Bosch hebben niets weg van een traditionele woonwijk: geen rechte straten, rijtjeshuizen, achtertuinen of speelpleintjes. In plaats daarvan staan er zeven kloeke kastelen en een groot slot – inclusief slotgracht en oprijlanen – op 210 hectare groen. Twee kastelen liggen nog op de tekentafel. Als die af zijn, herbergt Haverleij 1.000 tot 1.100 appartementen en eengezinswoningen. Tussen de kastelen door slingert een 18-holes golfbaan. Slechts tien procent van het totale terrein is bebouwd, de rest is openbaar groen. Woningbouw en natuurschoon gaan hier hand in hand. De kastelen van nu zijn een knipoog naar de vestingstad die Den Bosch van oorsprong is. Modern wonen in een historische sfeer, met binnenplaatsen die hechter buurcontact bewerkstelligen en uitkijken op het groen als waren het de vroegere kasteeltuinen.

4

40

Page 41: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

NIEUW DORP EN WATERKERING TEGELIJK

Wonen op een klimaatdijk, vlak bij het water en met een bootje voor de deur. In het nieuw aan te leggen dorpje Reeve kan het straks allemaal. Het dorp komt aan het Reevediep en biedt ruimte aan 600 nieuwe woningen. En over tien jaar nog eens aan 700 koop- en huurwoningen. De aanleg van het Reevediep en de klimaatdijk – die in 2018 klaar moeten zijn – is onderdeel van het landelijke programma Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat en andere partijen. Door rivieren meer ruimte te geven wordt Nederland beter beschermd tegen overstromingen. Reeve is waterkering, natuur en woonwijk in één. De inrichting van de openbare ruimte zal daar nauw op aansluiten. Water blijft in Reeve een leidend thema. Het dorp ligt straks aan het Reevediep, dat qua landschap is geïnspireerd op de kreekpatronen en oeverwallen in de IJsseldelta. Om aandacht te vragen voor de IJsseldelta – en te laten zien hoe klimaatverandering het rivierenlandschap beïnvloedt – organiseerden culturele instellingen langs de IJssel van 23 juni tot en met 24 september de eerste editie van de IJsselbiënnale. BPD Cultuurfonds ondersteunde de IJsselbiënnale financieel.

RUST EN VEILIGHEID IN OOSTPOORT-OOST Rondom enkele karakteristieke oude gebouwen van de voormalige Oostergasfabriek komen in Amsterdam ruim tweehonderd eengezinswoningen en sociale huurappartementen. Oostpoort-Oost moet een rustige woonbuurt worden – voor gezinnen en ouderen. Autoluw en groen zijn de sleutelwoorden voor de openbare ruimte. De pleinen en straten van Oostpoort-Oost worden ingericht voor voetgangers. Hoewel fietsen is toegestaan, wordt de hoofdfietsroute die eerst door het gebied liep, omgelegd. Doorgaand verkeer is er niet – zeker geen doorgaand autoverkeer. Bewoners parkeren hun auto op privéterrein en in privéparkeergarages. Vuilinzamelpunten worden aangelegd aan de randen van de wijk, zodat ook de vuilnisauto de straten van Oostpoort-Oost niet in hoeft. De basisschool midden in de wijk is reden te meer om te kiezen voor een veilig ingerichte openbare ruimte. Speelgebieden zijn er niet alleen rond de school, maar ook in andere straten.Daarnaast wordt Oostpoort-Oost vooral groen. Een groot deel van de woningen heeft een tuin, in de straten worden bomen geplant, het Paradijsplein krijgt boomgroepen en de spoordijk wordt een langgerekt groengebied met een grote diversiteit aan bomen. Een wandelpad ontsluit dat gebied voor bewoners. Het groen in de wijk wordt gecombineerd met consequent gebruik van bestratingsmaterialen met een natuurlijke uitstraling, zoals gebakken klinkers en natuursteen. De openbare ruimte in Oostpoort-Oost ademt straks rust en veiligheid uit. Medio 2018 zal het klaar zijn – enkele maanden nadat de laatste woningen worden opgeleverd. •

5

6

41

Page 42: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

42

Gasloos achter

de voordeurIn Nieuw Kortenoord, Wageningen, kun je mooi en

betaalbaar wonen in het groen – én je energierekening fors omlaag brengen. Tot zelfs € 0,- als je wilt. De nieuwe wijk is ongekend populair en uitgegroeid tot een icoon.

NA A ANVANKELIJKE SCHROOM NU EEN VOORBEELDWIJK

‘Dit is een inspiratiebron voor hoe het in de toekomst moet’, zegt Han ter Maat, wethouder Ruimte, Verkeer, Binnenstad, Sport en Bestuursstijl van de gemeente Wageningen. ‘Niet alleen potentiële nieuwe bewoners zijn geïnteresseerd. Er komen bezoekers uit heel Nederland naar Wageningen om te kijken. Nieuw Kortenoord is naar mijn overtuiging dan ook een echte inspiratiebron. Alle woningen zijn gebouwd zonder aansluiting op het gasnet. Ze zijn duurzaam en daarmee berekend op de toekomst.

Het grappige is dat je het aan de buitenkant van de woningen niet of nauwelijks ziet. Dat de woningen zeer goed geïsoleerd zijn, dat douchewater wordt teruggewonnen om de warmte ervan opnieuw te gebruiken: niemand die het ziet. Dat elk huis vloerverwarming heeft en een bijzondere koeling: onzicht-baar. Het lijkt een gewone, mooie nieuw-bouwwijk – rustig, groen en met fraaie architectuur. Ja, de zonnepanelen kun je zien, maar die zijn ook in andere wijken niet ongewoon meer. Nieuw Kortenoord is daarom opvallend onopvallend.

Nieuw Kortenoord laat zien wat Wageningen wil. Deze stad heeft al een groen en duurzaam imago, maar onze ambities gaan veel verder. In ons Klimaatplan hebben we aangegeven dat Wageningen in 2030 klimaatneutraal moet zijn. Dat doen we door energie te besparen én door zo goed mogelijk alternatieve energiebronnen in te zetten. Denk aan warmtepompen waarmee je altijd warmte van de aarde kunt gebruiken. Die ambitie hebben we concreet gemaakt: we hebben voor de wijk een uitvoeringsprogramma

tekst: Edwin Lucas | beeld: Jan de Vries, e.a.

Page 43: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

4343

Page 44: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

beeld: Kristiaan der Nederlanden/Art Associates44

gasaansluiting aan te bieden. Gasloos wonen is een onomkeerbaar proces. Fossiele brandstoffen raken op. Het kan niet meer anders. Ik vond én vind dat je anno 2017 niet meer met droge ogen een nieuwbouwwijk op aardgas kunt bouwen.En wat blijkt nu: de woningkoper ziet het ook zo. Die wil hier niet anders. De woningen in het tweede deelplan Tuinwijk zijn ongekend populair. En voor de resterende twee deelplannen van Nieuw Kortenoord verwacht ik hetzelfde. Daarna heeft Wageningen geen ruimte meer voor nieuwbouw op uitleglocaties. Zo’n gasloze nieuwe wijk vormt ook een geweldige inspiratiebron als we de komende decennia voor de taak staan om woningen in de bestaande voorraad aan te pakken. Als we Tuinwijk weer ouderwets hadden gebouwd, zouden we niet het goede voorbeeld hebben kunnen geven. Nu kan dat wel.’

Begrijpelijke zorgen‘Het mooie vind ik dat we door con- structieve, maar soms ook ingewikkelde en confronterende gesprekken te voeren met BPD gezamenlijk iets bijzonders hebben bereikt. De begrijpelijke zorgen zijn onterecht gebleken. Door aan beide kanten iets te schuiven – maar wél vast te houden aan je plan – kun je uiteindelijk samen de hobbel nemen. En dan blijkt opeens dat er onverwachte dingen gebeuren en dat het anderen inspireert. De Woningstichting gaat hier nu ook 55 nul-op-de-meterwoningen ontwikkelen. Soms moet je iets gewoon doen!’ •

Han ter Maat

Han ter Maat werkte na zijn studie Milieuhygiëne aan Wageningen

University & Research onder meer bij twee provinciale

milieufederaties en de ANWB. Daarna maakte hij de overstap

naar provinciale en gemeentelijke overheid; onder andere als

hoofd van de afdeling Milieu, Industrie en Afval bij de provincie

Gelderland en hoofd van de afdeling Ruimtelijke ordening bij

de gemeente Arnhem. Sinds 2014 is hij wethouder van de gemeente

Wageningen.

‘Nieuw Kortenoord is een opvallend onopvallende wijk’

geformuleerd met haalbare doelen en aandacht voor originele manieren om het einddoel te bereiken. Zo maken we ons hard voor een geothermische bron bij een papierfabriek in Renkum die – nadat de fabriek er zelf warmte van heeft afgenomen – nog 16.000 huishoudens in de regio kan verwarmen.’

Geen gelopen koersHet college van burgemeester en wethouders draagt dit beleid vol overtuiging uit. Ter Maat: ‘We hebben ons daarom ook hard gemaakt om héél Nieuw Kortenoord van het gas te krijgen. Na het eerste, all electric deelplan was dat niet meteen een gelopen koers. Bij BPD bespeurden we aanvankelijk een zekere schroom. Volkomen begrijpelijk, want accepteren huizenkopers wel wat je wilt? Hoe valt zo’n ambitie in de markt? Verkoop je die woningen wel? Ook als de woningmarkt tegenzit? We zijn hierover op een goede en constructieve manier in gesprek gegaan. Als gemeente vinden wij: als je een eerste deelplan met woningen zonder gasaansluiting bouwt, kun je het eigenlijk gewoon niet maken om kopers van het volgende deelplan weer een ouderwetse woning met

Page 45: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

45

Nieuw leven voor mozaïeken uit gebouw EntomologieNieuw Kortenoord wordt gebouwd op een voormalig terrein van Wageningen University Research. Enkele van de universiteitsgebouwen blijven behouden in de wijk, andere niet. Uit het inmiddels afgebroken gebouw van Entomologie (insecten- kunde) aan de Binnenhaven zijn negen fraaie glasmozaïeken gered. Ze hebben een plaats gekregen in een aantal gevels in Mozaïekpark, dat zijn naam aan de mozaïeken dankt.

Nieuw Kortenoord in Wageningen: duurzaamheid vóór alles• Nieuw Kortenoord telt straks 1.000 nieuwe en zeer duurzaam gebouwde woningen.

De wijk is all electric, en de woningen hebben geen aansluiting op het gasnet. • Door toepassing van warmte-koude-opslag, zonnecellen, warmteterugwinning en zonneboilers

kunnen bewoners hun energierekening fors omlaag krijgen. Gemiddeld betaalt een huishouden in Nieuw Kortenoord slechts € 60,- per maand voor energie. Sommige huishoudens betalen zelfs helemaal niets.

• Alle woningen zijn zeer goed geïsoleerd en voorbereid op de toepassing van allerlei groene opties, waarvoor bewoners zelf kunnen kiezen.

• Niet product, techniek of innovatie staan centraal, maar de klant en diens behoeften en belangen.• De woningen worden gebouwd op een voormalig universiteitsterrein, waarbij een aantal gebouwen

én de groenstructuur zo veel mogelijk worden gehandhaafd. • De woningen in het eerste deelplan Mozaïekpark zijn allemaal verkocht. Momenteel is het tweede

deelplan Tuinwijk in verkoop. Daarna volgen nog een derde en vierde deelplan.

Page 46: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

46

Circulair laboratorium

Aan ambities geen gebrek als het gaat om circulair bouwen. Voor het project KOMST op

het Amsterdamse Zeeburgereiland verzamelen zes architectenbureaus zo veel mogelijk ideeën voor het hergebruik van bouwmaterialen. Alles

is mogelijk en geen idee is te gek.

DE EINDELOZE MOGELIJKHEDEN VAN

GEBRUIK TE BOUWMATERIALEN

tekst: Geert Dekker | beeld: Jeroen Murré

Page 47: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

47

Page 48: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

48

Wat is circulair bouwen?

Circulariteit van bouwmaterialen en -werken is de mate waarin deze producten kunnen worden hergebruikt. Vergelijkbare concepten zijn de kringloopeconomie en de cradle-to-cradle-beweging. Het zijn allemaal mogelijke oplossingen voor het gegeven dat de grondstoffenvoorraad op aarde eindig is. De bouwindustrie verbruikt ongeveer veertig procent van die grondstoffen en kan dus een grote bijdrage leveren aan een duurzaam beheer ervan. Daarbij kan zowel de biologische kringloop als de technische kringloop worden ingezet. Er is sprake van een biologische kringloop als bouwmaterialen en -werken zo worden geproduceerd dat de reststoffen veilig kunnen terugvloeien in de natuur. In het geval van een technische kringloop worden producten zo ontworpen en geproduceerd dat ze in hun geheel of in onderdelen op een zo hoog mogelijk niveau opnieuw gebruikt kunnen worden.

Page 49: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

49

→ Circulair bouwen zelf mag dan nog geen gemeengoed zijn, van de noodzaak ervan is bijna iedereen wel overtuigd. Het besef dat we anders moeten omgaan met onze grondstoffen wordt breed gedeeld. Het is dus niet meer dan logisch om na te denken over toepassing van materialen die terugvloeien in de natuur en hergebruik van bestaande materialen. Veel ontwikkelaars onderzoeken de mogelijkheden om circulair bouwen breed toe te passen en naar een hoger niveau te krijgen.

Nog geen gebaande padenOm zo veel mogelijk ideeën en alter- natieven in kaart te brengen, zoekt KOMST nadrukkelijk het experiment. Er zijn zes architectenbureaus bij het project betrokken. Werken met gebruikte materialen roept vele vragen op én levert onverwachte problemen op waarvoor nog geen kant-en-klare oplossingen bestaan. Door de vraagstukken aan meerdere architecten voor te leggen, zijn meer oplossingsrichtingen naar boven gehaald. Zo is er de vraag wat er mogelijk is met gevelstenen. De ene architect kiest ervoor om overgebleven ‘resten van aannemers’ te gebruiken. Een ander vermaalt keramiek – oude toiletpotten en wastafels – en gebruikt die als grondstof voor nieuw gebakken stenen.De ene oplossing biedt wellicht een hogere milieuwinst dan de andere, maar dat is in dit stadium niet het belangrijkste. Het draait er nu vooral om zo veel mogelijk ideeën te verzamelen en vooral te doen. Ook die minder voor de hand liggen. BPD heeft als opdrachtgever de architecten geprobeerd een duwtje in de rug te geven door hen zo veel mogelijk te inspireren om met nieuwe en diverse oplossingen te komen.

Over KOMST

Op het Zeeburgereiland in Amsterdam-Oost – waar de A10 onder het IJ doorgaat – verrijzen de komende jaren nieuwe buurten voor meer dan 10.000 bewoners. De Sportheldenbuurt is nu in aanbouw en in het zeer gevarieerde plan is onder meer ruimte voor KOMST, een experiment in circulair bouwen van 19 stadswoningen van vier verdiepingen en een tuin. De woningen – met prijzen tussen € 530.000,- en € 605.000,- – zijn inmiddels allemaal verkocht en de bouw start binnenkort.

Authentieke en persoonlijke sfeerHet voorbeeld van de gevelsteen leert ook dat grootschalige toepassing van hergebruikt bouwmateriaal op dit moment nog een paar stappen te ver is. Het afbikken van oude stenen bijvoor-beeld is bijzonder arbeidsintensief. De stenen met vermalen keramiek zijn nog 30 procent duurder dan gewone bak-steen. Er is nog maar een beperkt aantal leveranciers dat deze stenen levert, dus het is reëel om te verwachten dat de prijs zal dalen naarmate het aantal aanbieders toeneemt. De branche is nu nog niet altijd zover dat de gebruikte materialen over de gevraagde garanties en keurmerken beschikken die BPD de kopers wil bieden. Behalve de gevels worden ook de schuine daken en kozijnen van KOMST zo veel mogelijk geconstrueerd uit oude materialen. Soms kiest een architect ervoor om in het interieur een oude spiltrap te gebruiken, of past hij glas-in-lood toe. Dat laat zien dat hergebruik niet ten koste hoeft te gaan van de aantrekkelijkheid van het ontwerp. Integendeel zelfs. Met oude materialen is het mogelijk een authentieke en vaak heel persoonlijke sfeer te creëren.

Huis van hennepDe volgende stappen in circulair bouwen zullen naar verwachting vooral technolo-gisch van aard zijn. Een belangrijke uitda-ging is om ook het casco en de fundering circulair te maken. Met het oog op de stabiliteit is daar nu nog cement en beton voor nodig, maar er wordt al geëxperi-menteerd met een stalen en houten skelet dat volledig remontabel is. Een logische vervolgstap naar remontabel bouwen, is het toepassen van een gebouwenpaspoort waarin alle gebruikte bouwmaterialen worden opgenomen. Op een ander niveau worden al testen gedaan met het gebruik van hennep als bouwmate-riaal. Van hennep wordt dan een speciepap gemaakt die in gedroogde vorm erg sterk is. Wordt het gebouw later gesloopt, dan kan de hennep opnieuw worden gebruikt – of in de natuurlijke kringloop worden opgenomen. Als er water bij komt, lost hennep namelijk op en blijft er niets van over.Praktische en utopische oplossingen gaan de strijd met elkaar aan in het laboratorium van het circulair bouwen. Onzeker is nog welke toepassingen daadwerkelijk de teken-tafel en bouwsteiger zullen halen. Maar dat circulair bouwen de toekomst heeft, daar-over bestaat geen enkele twijfel meer. •

Page 50: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

→ Een oude, opgebroken weg ontpopt zich tot een kunstwerk waar je in en tegenaan kunt zitten. Monument voor Grondverzet is de naam van dit Alkmaarse kunstwerk, dat bestaat uit met epoxy bewerkte, spiegelende

asfaltbrokken.

Het werk van kunstenaar Elejan van der Velde is te vinden op de hoek van de Noorderkade en de Noorderstraat, grenzend aan het

Ringersplein. Dit plein ligt ingeklemd tussen de Ringersfabriek en het Noordhollandsch Kanaal. De voormalige chocoladefabriek van de Alkmaarse

familie Ringers sloot al in 1973 haar deuren. Nu hebben de gemeente, chocoladeproducent DOBLA, herbestemmingsontwikkelaar BOEi en BPD

de handen ineengeslagen om dit industrieel erfgoed nieuw leven in te blazen. De komende jaren zijn onder andere een Chocolate Experience, een

pastry academy, een hotel en horeca in het gebouw gepland.

De fabriek en het omliggende Ringerskwartier verbinden het centrum van Alkmaar met het naastgelegen bedrijventerrein en woonboulevard Overstad. De komende jaren verandert het Ringerskwartier in een

woongebied met de Ringersfabriek als icoon. Met een bijdrage aan het kunstwerk willen de gemeente Alkmaar en BPD

Cultuurfonds de belangstelling en het enthousiasme van Alkmaarders voor het gebied aanwakkeren. Monument voor Grondverzet sluit goed aan

bij de andere placemakers in het gebied, zoals het tijdelijke en populaire stadsstrandje De Kade en de Stadskantine in de Ringersfabriek.

tekst: Els Wiegantbeeld: Jan Jong

in het kort

Toon Verhoef, zonder titel, 2006

De zon wordt (de) standaard

Baanbrekende brokken asfalt

→ Duurzaam, betaalbaar en nog mooi ook. Als zonnepanelen aan deze eisen voldoen, willen bewoners ze graag op het dak. Daarom worden alle woningen die BPD bouwt, stan-daard uitgerust met minimaal tien vierkante meter aan zonnepanelen. Niet in de vorm van grote platen boven op het dak − die lang niet iedereen mooi vindt − maar als panelen die indaks worden aangebracht, dus tussen de dakpannen in. Doordat de panelen volledig worden geïntegreerd in het dak, zijn ze ook nog eens minder gevoelig voor schade. Door tien vierkante meter panelen op die manier in te passen, wordt de energiepresta-tiecoëfficiënt (EPC) van de woningen terugge-bracht tot minder dan 0,25. Het maximum is momenteel 0,4. En dat levert een hoop op. De energierekening voor de bewoners gaat flink omlaag. De opbrengst van de zonnepanelen mag verrekend worden met het eigen gebruik, waardoor een gemiddeld huishouden jaarlijks zo’n € 250,- bespaart.

50

Page 51: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

ColofonNAW is een magazine van BPD voor iedereen die geïnteresseerd is in gebiedsontwikkeling.

NAW staat voor Naam, Adres, Woonplaats. Aandacht voor de gebruiker (naam), de vestigingsplek (adres) en het gebied (woonplaats) zijn essentieel bij gebieds- ontwikkeling. NAW gaat over ontwikkelingen in en visies op integrale gebiedsontwikkeling.

NAW verschijnt drie keer per jaar in een oplage van 10.000 exemplaren en wordt verstuurd aan o.a. gemeenten, provincies, corporaties, bouwbedrijven, architecten, stedenbouwkundigen, adviseurs en ontwikkelaars.

Abonnement Een abonnement op NAW is gratis voor professionals in gebiedsontwikkeling. Abonneren kan via www.bpd.nl/naw.

RedactieraadLiesbeth Blanken, Herbert Bosch, Marcel Dekker, Kim van Eerde, Frans Holleman, Harm Janssen, Theo van der Plas, Hans-Hugo Smit.

Hoofdredactie en coördinatieKim van [email protected]/naw

Concept, eindredactie en productieZB Communicatie & Media

Art direction en vormgevingZB/Janita Sassen, Raymond Heinsius

BPD Ontwikkeling BVPostbus 153870 DA Hoevelakenwww.bpd.nl

Dit magazine is met zorg samengesteld. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Kopiëren of citeren van (delen van) de inhoud is alleen toegestaan in overleg met BPD.

BPD Marignan wint Gouden Piramide → Vijf projecten van BPD Marignan zijn in de prijzen gevallen tijdens de jaarlijkse uitreiking van de Pyramides d’Or 2017 – Gouden Piramides – een Franse vastgoedprijs van de Fédération des Promoteurs Immobiliers (FPI), de Franse evenknie van de Nederlandse NEPROM.

Het project 17ème Ciel in de Parijse wijk Batignolles won de Pyramide de la mixité urbaine – de landelijke prijs voor het beste binnenstedelijke mixed use-project. Het project ligt in het 17e arrondissement van Parijs tussen Parc Clichy-Batignolles en Square des Batignolles. Er zijn 455 appartementen, waaronder woningen voor studenten en doctorale onderzoekers, sociale woningbouw en vrije sector huurappartementen. Ook een commercieel centrum met parkeergarage en een kantoorgebouw maken deel uit van het project. Daarnaast won BPD Marignan vijf Pyramides d’Argent 2017 – de regionale prijzen die door FPI werden uitgereikt. Het project Art’monia in Lille viel in de prijzen in de

categorie Prix de la mixité urbaine – prijs voor het beste binnenstedelijke mixed use-project – in de regio Hauts-de-France. Het eerdergenoemde 17ème Ciel in Parijs won eveneens een Prix de la mixité urbaine in de regio Île-de-France. In de regio Provence sleepte BPD Marignan voor het project Naturéa in Marseille de Prix du grand public – de publieksprijs – in de wacht. In de regio Méditerranée won het project Emergence – een modern en elegant complex in het centrum van Montpellier – won de Prix de la conduite responsable des opérations, de prijs voor het beste realisatieproces, vanwege de nauwe betrokkenheid van lokale bewoners, dat zorgde voor een optimale integratie van het gebouw in de bestaande omgeving. Het project Dock City in Le Havre was de favoriet van de jury en kreeg een speciale vermelding. De architectuur van de gebouwen met 210 studentenwoningen met parkeerplaatsen sluit naadloos aan op de stijl van het bestaand industrieel erfgoed in Le Havre.

De zon wordt (de) standaard

51

Page 52: magazine voor gebiedsvernieuwers - BPD · (ASRE). Noodgedwongen braken ge-meenten, projectontwikkelaars, bouwers en gebruikers zich de afgelopen jaren het hoofd over alternatieve

Restaurateur

→ Restaurateurs zijn eerder kunste-naars dan bouwvakkers. Ze houden van het fijne handwerk, hebben geduld en zijn precies. Ze maken niet alleen bakstenen en voegwerk schoon, ze herstellen ook afgebroken ornamenten en beelden, en brengen tegelwerk terug in originele staat. Dat kan een heel gepriegel zijn. Voordat cement zijn intrede deed, gebruikte iedere bouwer kalkmortel. Wie nu oude gebouwen restaureert, grijpt dus terug op

dit mengsel van zand, water en kalk. Maar waar bijvoorbeeld in Den Haag duinzand werd gebruikt, was in Arnhem voorna-melijk rivierzand voorhanden. Voor hij aan de slag gaat, moet een restaurateur dus precies weten met welk materiaal hij te maken heeft, anders krijgt het pand een heel andere uitstraling. Om te leren hoe ze ook nu nog die oude technieken exact kunnen toepassen, gebruiken res-taurateurs oude leerboeken en delen ze

adresjes van de zeldzame leveranciers die precies dát rivierzand nu nog verkopen. Een restaurateur is van toegevoegde waarde bij bijvoorbeeld de herbestemming van scholen, kerken en oude pakhuizen. Authentiek en toch hedendaags. Dat is de kunst. •

tekst: Linda Huijsmans beeld: Steven van Olphen

de kracht van het ambacht

Het ambacht dreigt te verdwijnen, signaleerde de voormalig Rijksadviseur Cultureel Erfgoed. Tegelijkertijd groeit – door tendensen als renovatie, herbestemming en retrobouw –

de vraag naar specialistische vaklieden. Aandacht voor de restaurateur.