Maagcarcinoom 2016 EMBRAZE...1 2016 [ Dit is een levend document met werkafspraken waaraan geen...
Transcript of Maagcarcinoom 2016 EMBRAZE...1 2016 [ Dit is een levend document met werkafspraken waaraan geen...
1
[ Dit is een levend document met werkafspraken waaraan geen rechten kunnen worden ontleend ]
Netwerkstandaard Maagcarcinoom EMBRAZE
november
2016 Auteurs: NTG Upper GI, onder voorzitterschap van dr. J. Heisterkamp Met ondersteuning van IKNL ( J. van Hoeve)
2
Netwerkstandaard Maagcarcinoom - EMBRAZE
Deze netwerkstandaard is gebaeerd op eisen die gesteld worden aan oncologische zorg en de zorg voor patiënten met een maagcarcinoom. De eisen komen van verschillende organisatie die betrokken zijn bij de oncologische zorg. Hieronder staan de verschillende organisatie en de bronnen vermeld. De
vetgedrukte benamingen worden gebruikt om te verwijzen naar die bron. Daarnaast zijn de kwaliteitscriteria voor de oncologisc he zorg van Levenmetkanker (de koepelorganisatie van de kankerpatiëntenorganisaties) een maat voor de kwaliteit.
Gebruikte documenten en normen • Richtlijn maagcarcinoom, juli 2016 (www.oncoline.nl)
• Richtlijn Algemene voedings- en dieetbehandeling, 2012 (www.oncoline.nl) • Richtlijn Ondervoeding, 2012 (www.oncoline.nl) • Richtlijn Herstel na kanker, 2011/in revisie (www.oncoline.nl)
• Richtlijn Oncologische revalidatie, 2011 (www.oncoline.nl) • Richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg, 2010/in revisie (www.oncoline.nl) • Blauwdruk Kanker en werk 1.0, NVAB, Coronel Instituut, CBO, Levenmetkanker, 2009 (www.oncoline.nl)
• Handreiking slecht-nieuwsgesprek, 2012 (www.oncoline.nl) • NHG standaard maagklachten (2013) (Maagklachten | NHG)
Overige documenten (te vinden op websites van de verenigingen) • Basisset kwaliteitsindicatoren ziekenhuizen, IGZ 2016 (www.igz.nl) • Mdo Kwaliteitscriteria (IKNL, 2016) (www.iknl.nl)
• Multidisciplinaire Normering Oncologische zorg in Nederland: SONCOS normeringsrapport 4, 2016 (www.soncos.org) • Koersboek Oncologische netwerkvorming, IKNL, Levenmetkanker, NFU, NHG, NVZ en SONCOS, 2015
(http://koersboek-oncologische-netwerkvorming.nl/ ) • Normering Chirurgische behandelingen 5.0: Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, 2015 (www.heelkunde.nl)
• NHG-Standpunt Oncologische zorg in de huisartsenpraktijk, NHG 2014 (www.nhg.org) • Zorgstandaard Kanker, Levenmetkanker, IKNL, KWF Kankerbestrijding 2014 (www.levenmetkanker.nl ) • Zorgmodule Zelfmanagement 1.0, CBO 2014 (www.zorginstituutnederland.nl)
• Zorgmodule Palliatieve Zorg 1.0, CBO 2013 (www.zorginstituutnederland.nl) • Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA) ondervoeding, 2010 (www.stuurgroepondervoeding.nl )
3
INHOUD
blz.
Stroomschema
Algemeen
Doelstellingen EMBRAZE
A. Verdenking en doorverwijzing
A. Verdenking en doorverwijzing door huisarts/collega specialist
B. Diagnostiek
B 1. Diagnostiek: diagnostiek algemeen
B 2. Diagnostiek: MDO UPPER-GI / vaststellen diagnose/opstellen behandelplan
C. Behandeling
C. Tumor resectabel en niet resectabel / neo-adjuvante behandeling
D. Follow-up
D.1. Ziekenhuizen basiszorg
D.2. in Erasmus MC
E. Palliatieve zorg
E. Palliatieve zorg ten aanzien van de ziekte- en symptoomgerichte behandeling
4
Stroomschema netwerkstandaard Maagcarcinoom EMBRAZE
overdracht/
bericht huisarts
en
medebehande-
laars
Anamnese, lichamelijk en
laboratorium onderzoek,
oesofago-gastro-
duodenoscopie met biopten
Toegangstijd huisarts
De wachttijd voor een
eerste polikliniekbezoek
voor een patiënt met de
vraagstelling maligniteit is
maximaal één week
Tijd vanaf gastroscopie
totdat de PA uitslag
bekend is: binnen 1 week
Doorlooptijd vanaf
maligniteit a vue tot en met
de diagnostiek is max. drie
weken
Tijd tussen mdo en eerste
behandeling is maximaal
2 weken
Bij 90% is opname duur
bij chirurgie tussen 8 en
10 dagen
PA uitslag na operatie is
bij 90% besproken binnen
7 werkdagen
De tijd tussen maligniteit
a vue tot start eerste
behandeling is max. 5
weken
© IKNL 2016
Medisch specialist (MDL-arts/internist) eigen ziekenhuis:
- Anamnese
- Lichamelijk onderzoek
Bij maligniteit disseminatie/stadiëringsonderzoek in eigen ziekenhuis - PA uitslag
- CT thorax/abdomen
- endo-echografie op indicatie
- bij verdenking levermetastasen evt target echo lever
Gesprek over behandeladvies bij behandelend arts en begeleidingsgesprek casemanager
Voorlopig uitslaggesprek (evt. casemanager aanwezig) en planning vervolg
Operatie, chirurg/PA/anesthesist zien patiënt pre operatief
Neo-adjuvante chemotherapie (pre OK), restadiering na de 3de kuur door internist-oncoloog
Bespreken trials
Indien operatie: nazorg bij chirurg / indien alleen chemotherapie: nazorg bij internist-oncoloog,
daarna terug verwijzing naar eigen ziekenhuis (inclusief oncologische revalidatie), afname lastmeter
Gesprek (hoofd)behandelaar (medisch specialist of huisarts) en beleid afhankelijk van verblijfplaats patiënt
Symptoomgerichte fase/behandeling, stervensfase en nazorg voor nabestaanden: zie zorgpad palliatieve zorg
Ziektegerichte fase/behandeling
overdracht/
bericht huisarts
en
medebehande-
laars
overdracht/
bericht huisarts
en
medebehande-
laars
overdracht/
bericht huisarts
en
medebehande-
laars
overdracht/
bericht huisarts,
regie bij huisarts
Upper GI bespreking
Upper GI bespreking (bespreking van PA uitslag)
Bespreken trials
Stroomschema netwerkstandaard maagcarcinoom Embraze
Zkh (basiszorg): AdrZ, JbZ,
ZZV, AmphiaHuisarts
Ziekenhuizen (basiszorg +):
ETZ en Bravis
Tertiair centrum
Erasmus MC
Verw
ijzin
gD
iag
no
stie
kB
eh
an
deli
ng
Nazo
rgP
all
iati
eve z
org
Denk aan overdracht tussen ziekenhuizen
Wacht- en
doorlooptijden
Gesprek na operatie chirurg en begeleidingsgesprek casemanager
bespreken vervolg beleid (curatief/palliatief)
D1
D2
D3
D4
B2
B4
V1
N1
P2
P3
P4
Diagnostische laparoscopieD5
D6
Gesprek chirurg, daarna met internist-oncoloog
Gesprek chirurg, na 2de kuur
Operatie vindt plaats
binnen 7 weken na
laatste dag
chemotherapie
B1
B3
B7
Adjuvante chemotherapie (post OK)B5
B6
Upper GI besprekingP1
5
Algemeen
Diagnostiek: MDL-artsen en
internist-oncologen
Bij de diagnostiek zijn de volgende MDL-artsen en (indien bij diagnostiek betrokken) internist-oncologen betrokken:
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Goes, Vlissingen, Zierikzee en Middelburg (ADRZ):
o Bram Tanis
Amphia Ziekenhuis in Breda (Amphia):
o Tom Seerden
Bravis ziekenhuis in Roosendaal en Bergen op Zoom (Bravis):
o Helga Droogendijk en Dr Troost
Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg (ETZ):
o Wouter Hazen, Dr Bruin, Dr de Wit, Dr Sikkema, Dr van de Water, dr Eichhorn, Dr Lutgens, Dr Dodemont
Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch, Boxtel, Zaltbommel, Rosmalen en Drunen (JBZ) :
o Bob Scheffer
ZorgSaam in Terneuzen, Hulst en Oostburg:
o Mark Sie
Casemanagers GE
Oncologie (verpleegkundig
Specialisten/Nurse
Practioners/verpleeg-
kundigen)
De volgende verpleegkundig specialisten zijn als casemanager betrokken:
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Goes, Vlissingen, Zierikzee en Middelburg (ADRZ):
o Judith Kuiper
Amphia Ziekenhuis in Breda (Amphia):
o Marlies Kuystermans
Bravis ziekenhuis in Roosendaal en Bergen op Zoom (Bravis):
o Carla Deijns, Diella van Terheijden
Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg (ETZ):
o Walther Jansen, Monique Borremans
Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam (EMC):
o Renée Acosta, Leni van Doorn
Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch, Boxtel, Zaltbommel, Rosmalen en Drunen (JBZ) :
o Desi van den Boogaard, Britt Merienboer, Patricia Hendrikx, Marisa Geukens
ZorgSaam in Terneuzen, Hulst en Oostburg:
o Monique Buck
6
Algemeen
Operatieve behandeling:
chirurgen
De operatieve behandeling van het maagcarcinoom vindt plaats in het:
Bravis ziekenhuis in Roosendaal en Bergen op Zoom (Bravis) door:
o Ivo Arntz en Ivan Cherepanin
Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg (ETZ) door:
o Joos Heisterkamp, Barbara Langenhoff en Ingrid Martijnse
Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam (EMC) door:
o Bas Wijnhoven, Sjoerd Lagarde, Jan van Lanschot
(neo)Adjuvante
behandeling: internist-
oncologen
Bij de systemische (neo)adjuvante behandeling en behandeling van uitgezaaid maagcarcinoom zijn betrokken:
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Goes, Vlissingen, Zierikzee en Middelburg (ADRZ):
o Henk van Halteren
Amphia Ziekenhuis in Breda (Amphia):
o Olaf Loosveld, Dr Tentije, Dr Westerveld
Bravis ziekenhuis in Roosendaal en Bergen op Zoom (Bravis):
o Helga Droogendijk
Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg (ETZ):
o Laurens Beerepoot, Dr van Alphen, Dr van Riel, Dr Coumou
Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam (EMC):
o Ate van der Gaast
Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch, Boxtel, Zaltbommel, Rosmalen en Drunen (JBZ):
o Hans Pruijt, Dr Tol
ZorgSaam in Terneuzen, Hulst en Oostburg:
o Mark Sie
Radiotherapeutische
behandeling:
radiotherapeut-oncologen
De radiotherapeutische behandeling vindt plaats in:
Bernard Verbeeten Instituut in Tilburg, Breda en Den Bosch (BVI) door:
o Tom Rozema, Dr Franken, Dr Poorter
Zuidwest Radiotherapeutisch Instituut in Roosendaal en Vlissingen (ZRTI) door:
o Dr Jacobs, Dr van Gestel
Upper GI MDO Het vaststellen van de definitieve diagnose en het opstel len van het behandelplan gebeurt voor de patiënten uit Amphia, Bravis, ETZ en
JBZ binnen een multidisciplinaire samenwerking. Eenmaal per week (dinsdagmiddag 17.00) vindt via videoconference tussen de
betrokken centra het multidisciplinair overleg plaats. Hierbij zijn - conform SONCOSnorm naast bovengenoemde disciplines ook een
radioloog, nucleair geneeskundige en patholoog vertegenwoordigd. Vanuit ErasmusMC sluiten chirurg en internist-oncoloog als
consulenten aan.
7
De beschrijving van het zorgpad kent verschillende onderdelen: Fase: Fase van het proces (verdenking en verwijzing, diagnostiek, behandeling, nazorg/follow-up, en palliatieve zorg) Actie: Actie die wordt ondernomen in betreffende fase
Betrokken hulpverleners: Hulpverleners betrokken bij deze actie Specifieke punten: Aandachtspunten bij deze actie De normen/indicatoren vanuit onder meer richtlijnen, afspraken binnen EMBRAZE Upper-GI en SONCOS zijn opgenomen in het stroomschema.
8
A. Verdenking en verwijzing: extern en intern
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
Verwijzing door huisarts (externe verwijzing)
Patiënt bezoekt huisarts
Anamnese
Lichamelijk onderzoek
Eventueel aanvullend onderzoek
Screen op ondervoeding
Huisarts verwijst naar MDL-arts bij vermoeden
maagcarcinoom Geeft informatie over procedure verwijzing naar ziekenhuisinstelling
huisarts Verdenking maagcarcinoom op basis van:
Dysfagie (slikklachten)
Passageklachten
Gewichtsverlies
Pijn in epigastrio
Haematemisie en/of melaena
Anemie
Huisarts verwijst door naar MDL-arts
Levert volgende gegevens aan:
Naam patiënt
Geboortedatum
Telefoonnummer patiënt
Indicatie
Naam verwijzer
Medicatie (anti-stolling?)
Ziektegeschiedenis
Voorkomen kanker in de familie
Comorbiditeit
Wel/geen sedatie
Fysieke en psychosociale klachten
Patiënt ontvangt oproep scopie
huisarts Huisarts verwijst (via Zorgdomein www.zorgdomein.nl of conform
afspraken met het ziekenhuis)
Bij voorkeur digitale gegevensuitwisseling tussen huisarts en behandelaar
in het ziekenhuis.
Adviseer patiënt bij vermoeden carcinoom om naaste mee te nemen naar
polikliniek.
Verwijzing door collega specialist
(interne verwijzing)
Verwijzing door collega specialist bij verdenking maagcarcinoom
Specialist verwijst door naar MDL-arts volgens lokale afspraken
voor verwijzing.
Levert volgende gegevens aan:
collega specialist eigen
ziekenhuis
De verwijzer geeft aan patiënt aan iemand mee te nemen naar poli MDL-
arts
Soms betreft dit al bewezen maligniteit na bijvoorbeeld een ander
onderzoek.
Indien diagnose bekend of vermoed: slecht nieuwsgesprek uitslag
onderzoeken door aanvragend specialist
9
A. Verdenking en verwijzing: extern en intern
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
Naam patiënt
Geboortedatum
Telefoonnummer patiënt
Indicatie
Naam verwijzer
Medicatie (antistolling?)
Ziektegeschiedenis
Comorbiditeit
Wel/geen sedatie
Afspraak scopie inplannen
collega specialist
secretariaat MDL
Aanvraagformulier scopie volgens lokale afspraken doen toekomen aan
poli MDL
10
B. 1. Diagnostiek: algemeen
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
1e bezoek patiënt op poli
= scopie + slecht nieuws
Patiënt bezoekt Endoscopie afdeling:
Gastroscopie
Afnemen biopten
MDL-arts bespreekt direct na scopie met patiënten vermoeden
op maagcarcinoom
Hoofdbehandelaar
MDL-arts
casemanager
Indien verdenking maligniteit aanmelden bij de casemanager
MDL-arts informeert huisarts telefonisch over uitslag
2e bezoek patiënt op poli
Patiënt bezoekt polikliniek
Uitleg traject
Anamnese afnemen
Disseminatie onderzoek:
o Lab (Nf,Lf,VBB)
o CT thorax/abdomen
o EUS, op indicatie
o Endo-echografie op indicatie
Uitslag disseminatie onderzoek plannen bij MDL
Aanmelden bij diëtiste (ongeacht SNAQ-score) volgens lokale
verwijsafspraken
Ondersteuning/begeleiding bieden
Eerste opvang patiënt, partner en/of andere naaste(n)
Voorlichten over bereikbaarheid en rol casemanager
Aanmelden MDO
Consult diëtist
MDL-arts casemanager diëtist
Uitreiken schriftelijke informatie maagcarcinoom:
Patiënteninformatie maagkanker EMBRAZE Contactpersonen lokale instelling
Patiëntenfolders m.b.t. onderzoeken + voorbereiding CT-scan
11
B. 1. Diagnostiek: algemeen
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
Indien metastasen/ niet-resectabel: Aanmelden van patiënt in MDO UPPER-GI
Indien geen meta’s Aanmelden van patiënt in MDO UPPER-GI
Hoofdbehandelaar
MDL-arts
casemanager
Volgens lokale afspraken tijdig aanmelden voor MDO van dinsdagmiddag
17.00 uur. Hanteer format EMBRAZE
MDL-arts
casemanager
Ter voorbereiding op 3e bezoek patiënt:
Afspraken maken aanvullend onderzoek + informatiefolders klaarleggen
voor consult MDL-arts
3e bezoek patiënt op poli (1
e consult MDL)
MDL-arts bespreekt met patiënt: Voorstel behandelplan en eventueel aanvullende
onderzoeken EUS, PET-CT en laparoscopie Na uitslag aanvullend onderzoek: Aanmelden patiënt in MDO UPPER-GI
MDL-arts
MDL-arts
casemanager
Volgens lokale afspraken tijdig aanmelden voor MDO van dinsdagmiddag
17.00 uur Hanteer format EMBRAZE
12
B. 2. Diagnostiek: MDO / vaststellen / opstellen behandelplan
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
UPPER-GI MDO Deelnemen kan via videoconferencing. Bespreken documentatie van:
Gastroscopie PA
Beeldvormend onderzoeken Behandeladvies Volgens format EMBRAZE en in aanwezigheid van specialist die goed op de hoogte is van patientkenmerken (kan ook middels vooroverleg specialist die de patient heeft gezien) Verslaglegging MDO
MDL-arts - chirurg - internist-oncoloog - patholoog - radiotherapeut -casemanager - nucleair geneeskundige - radioloog
secr. oncologie
Huisartsen uitnodigen voor bijwonen MDO Wekelijks dinsdagavond 17.00 uur
Verslag digitaal beschikbaar
Overdracht MDL-arts aan chirurg en/of internist-oncoloog MDL-arts chirurg internist-oncoloog
4e bezoek patiënt poli = voorstel behandelplan
Bespreken met patiënt:
Uitslag oncologiebespreking bespreken met patiënt Uitslagen aanvullende onderzoeken en PA Voorstel behandelplan UPPER-GI MDO
Inlichten diëtist volgens lokale werkwijze
MDL-arts
casemanager diëtist
MDL-arts rondt behandelrelatie met patiënt af
Behandeloptie naar diëtist
13
C. Behandeling
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
EMR/ESD
Bespreekt patiënt in MDO
Informeert huisarts over resultaat behandeling en follow-up
Hoofdbehandelaar
MDL-arts
Contactpersoon EMR in
EMC
Bij evidente ingroei in de submucosa, slechte differentiatiegraad, vaso-
invasieve groei of geen remissie van hooggradige neoplasie, alsnog
chirurgische resectie na herhaalde MDO
Neo-adjuvante chemotherapie, restadiering en resectie
Internist oncoloog spreekt CT thorax/abdomen af na 3de
kuur ter
restadiëring en bespreekt deze in het MDO.
Chirurg bespreekt PA in MDO
Na MDO PA bespreken met patiënt
Informeert huisarts over resultaat behandeling en follow-up
Hoofdbehandelaar
chemotherapie:
internist-oncoloog
Hoofdbehandelaar
resectie: chirurg
Vóór start neo-adjuvante chemotherapie beoordeling operabiliteit door
chirurg en diagnostische laparoscopie
Enhanced Recovery Protocol
Of: Primaire resectie/palliatieve* resectie
Chirurg bespreekt PA in MDO
Informeert huisarts over resultaat behandeling en follow-up Na MDO PA bespreken met patiënt * na zorgvuldige afwegingen kan er onder bepaalde omstandigheden een plaats zijn voor een palliatieve resectie
Hoofdbehandelaar
resectie: chirurg
Enhanced Recovery Protocol
Of: Inductie CT + herstadiëring + (evt) resectie
Medisch oncoloog en chirurg beiden:
- bespreken patiënt in MDO
- Informeren huisarts over resultaat behandeling en follow-up
Na MDO PA bespreken met patiënt
Hoofdbehandelaar
inductie CT: internist-
oncoloog
Hoofdbehandelaar
resectie: chirurg
Enhanced Recovery Protocol
14
Bespreken uitkomsten van de behandeling en follow up met
patiënt en verwijzen voor postoperatieve chemotherapie
Verstrekken schriftelijk informatiemateriaal aan patiënt
Opstellen persoonlijk nazorgplan
Hoofdbehandelaar
chirurg / internist-
oncoloog
casemanager
Format nazorgplan oncologie, richtlijn Herstel na kanker
D. 1. Follow-up: ziekenhuizen basiszorg: in principe in verwijzend ziekenhuis
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
Na EMR/ESD
MDL-arts informeert huisarts
Hoofdbehandelaar
MDL-arts
Endoscopische follow-up:
Elke 3 maanden in het eerste jaar
Elke 6 maanden in het tweede jaar
Daarna tenminste jaarlijks.
Na primaire resectie
Chirurg informeert huisarts jaarlijks over bevindingen bij controle
en direct bij recidief ziekte.
Signaleren van Distress m.b.v. de Lastmeter
Begeleiden bij voedingsgerelateerde problemen na de resectie
(ondervoeding, dreigende ondervoeding, dumping, dysfagie,
ontstaan van deficiënties, zoals ijzer, vit B12).
Bij verdenking recidief/ metastasen: aanvullend onderzoek doen
en casus inbrengen in Upper-GI MDO.
Hoofdbehandelaar
lokale hoofdbehandelaar
chirurg/internist-
oncoloog
casemanager diëtist
FU bij patiënten na een in opzet curatieve behandeling
In het eerste jaar frequente follow-up intervals (twee en
eventueel zes weken en daarna driemaandelijks)
in tweede jaar na elke zes maanden
daarna jaarlijks.
Na vijf jaar is er geen indicatie meer voor routinematige follow-up.
De follow-up dient gericht te zijn op kwaliteit van leven. Er is slechts
plaats voor aanvullend onderzoek op geleide van klachten
(www.oncoline.nl).
Standaard screenen op klachten en op risicofactoren voor een
verstoorde verwerking van het ziekteproces op diverse momenten in
het zorgtraject (diagnose, behandeling, nazorg, recidieven) is zinvol.
Screening dient te worden gevolgd door bespreking in het
behandelteam en waar nodig verwijzing.
Artsen en verpleegkundigen dienen op de hoogte te zijn van de
verwijzingsmogelijkheden naar gespecialiseerde psychosociale
nazorg, multidisciplinaire revalidatie en lotgenotencontact: Stichting
voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal (SPKS,
15
D. 1. Follow-up: ziekenhuizen basiszorg: in principe in verwijzend ziekenhuis
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
voorheen st. Doorgang), de folder van SPKS en de website
www.oncoline.nl
Na neo-adjunvante chemotherapie + resectie / Inductie CT +
herstadiëring + operatie met al dan niet postoperatieve
chemotherapie
ChirMedisch oncoloog informeert huisarts jaarlijks over
bevindingen bij controle en direct bij recidief ziekte.
Signaleren van Distress m.b.v. de Lastmeter
Begeleiden bij voedingsgerelateerde problemen na de resectie
(ondervoeding, dreigende ondervoeding, dumping, dysfagie,
ontstaan van deficiënties, zoals ijzer, vit B12).
Bij verdenking recidief/ metastasen: aanvullend onderzoek doen
en casus inbrengen in Upper-GI MDO.
Hoofdbehandelaar
Internist-oncoloog
casemanager diëtist
FU bij medisch oncoloog
FU bij patiënten na een in opzet curatieve behandeling
In het eerste jaar frequente follow-up intervals (drie en eventueel
zes weken en daarna driemaandelijks)
in tweede jaar nar elke zes maanden
daarna jaarlijks.
Na vijf jaar is er geen indicatie meer voor routinematige follow-up.
De follow-up dient gericht te zijn op kwaliteit van leven. Er is slechts
plaats voor aanvullend onderzoek op geleide van klachten
(www.oncoline.nl).
Standaard screenen op klachten en op risicofactoren voor een
verstoorde verwerking van het ziekteproces op diverse momenten in
het zorgtraject (diagnose, behandeling, nazorg, recidieven) is zinvol.
Screening dient te worden gevolgd door bespreking in het
behandelteam en waar nodig verwijzing.
Artsen en verpleegkundigen dienen op de hoogte te zijn van de
verwijzingsmogelijkheden naar gespecialiseerde psychosociale
nazorg, multidisciplinaire revalidatie en lotgenotencontact: Stichting
voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal (SPKS,
voorheen st. Doorgang), de folder van SPKS en de website
www.oncoline.nl
16
D. 2. Follow-up: in Erasmus MC
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
EMR/ESD
MDL arts Informeert verwijzer over resultaten behandeling en
bevindingen in de FU
Hoofdbehandelaar
MDL-arts Erasmus MC
Neo-adjuvante chemotherapie + resectie / Primaire resectie / Na Inductie CT + herstadiëring + operatie
FU door chirurg en verpleegkundig specialist
Hoofdbehandelaar chirurg Erasmus MC verpleegkundig specialist
FU t/m 6 maanden postoperatief bij chirurg / verpleegkundig specialist Daarna controles beurtelings t/m 5 jaar postoperatief. Hoofdbehandelaar en aanspreekpunt zijn bekend voor de patiënt.
E. Palliatieve zorg: ziekte- en symptoomgerichte behandeling
ACTIE
BETROKKEN
HULPVERLENERS
SPECIFIEKE PUNTEN
Bij geen curatieve opties:
informeren huisarts over bevindingen, evt. behandeling en prognose Bij einde behandeling =>overdracht van zorg voor patiënt naar huisarts.
Hoofdbehandelaar
Afhankelijk van de
situatie en in overleg
bepalen
casemanager
huisarts
Palliatieve chemotherapie / palliatieve radiotherapie
Stentplaatsing
Follow-up door hoofdbehandelaar
Hoofdbehandelaar moet bekend zijn bij patient
Bij gebleken inoperabiliteit/ irresectabiliteit
informeren huisarts over bevindingen, behandeling en prognose
Bij einde behandeling =>overdracht van zorg voor patiënt naar
huisarts.
Hoofdbehandelaar
Afhankelijk van de
situatie
huisarts
Overweeg inschakelen van het palliatief team FU door hoofdbehandelaar
17
Bij recidief/ metastasen
Bespreekt patiënt in MDO
Informeert huisarts over bevindingen en verwijzing
Verwijst patiënt naar medisch oncoloog voor chemotherapie,
radiotherapeut voor radiotherapie en MDL-arts voor
stentplaatsing
Behandelend arts informeert huisarts over behandelingen en
prognose
De casemanager houdt, indien patiënt dit wenst, telefonisch
contact met patiënt.
Informeert huisarts over dit contact en beschikbaarheid voor
overleg.
Hoofdbehandelaar:
lokale hoofdbehandelaar
chirurg/internist-
oncoloog
FU door hoofdbehandelaar
Afkortingen: EMBRAZE: Oncologisch netwerk van samenwerkende ziekenhuizen in Zuidwest-Nederland (EMBRAZE staat voor omarmen en is een samenvoeging van Erasmus MC, Brabant, Zeeland) IKNL: Integraal Kankercentrum Nederland NVAB: Nederlandse Vereniging voor Arbeids - en Bedrijfsgeneeskunde CBO: Centraal BegeleidingsOrgaan IGZ: Inspectie voor de Gezondheidszorg NHG: Nederlands Huisartsen Genootschap NFU: Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra NVZ: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen SONCOS: Stichting Oncologische Samenwerking EMR: Endoscopische Mucosale Resectie ESD: endoscopische submucosale dissectie SPKS: Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal