5.1 Waardig verhuizen, wat is daarvoor nodig? – Pieter van Foreest
M S d is tr ib u tie - Stipel...beproevingen; alle veiligstellingen in stations WEB-niveau of...
Transcript of M S d is tr ib u tie - Stipel...beproevingen; alle veiligstellingen in stations WEB-niveau of...
Bijlage 1 bij BEI BHS 2017
Beheersgebieden
380/220 kV
50/25 kV
10/12,5/20/
23 kV
150/110 kV
LNB
Transport
MS distributie
Aansluitstift
Kabeleindsluiting
BD LNB
AVP LNB-service
VP LNB
VOP LNB
THP LNB
BH BH BH BH
1
4
3
2
AVP LNB-verbindingen
VP LNB
alle werkzaamheden
behalve montage; alle
metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen
enkele
werkzaamheden in
stations, enkele
metingen/
beproevingen
alle werkzaamheden
in verbindingen;
enkele metingen/
beproevingen;
aanbrengen/
verwijderen van
valaardingen
alle werkzaamheden
in verbindingen;
alle metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen in
verbindingen
alle werkzaamheden
in stations;
alle metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen in
stations
In H
S-vo
orz
ien
ings
yste
men
van
he
t
do
mei
n L
NB
Bijlage 2a van de BEI BHS 2017 Aanwijzingenstructuur HS LNB
* algemene assistentie is alleen aangegeven bij de VOP maar kan ook worden gedaan door elk type VOP, VP of AVP
WEB-niveau
of gelijk-
waardig
algemene
assistentie*, enkele
specifieke
werkzaamheden
(controle, toezicht)
WV LNB-netmontage
WV LNB
VP LNB-verbindingen
enkele niet-elektro-
technische
werkzaamheden;
toezicht
HS LNB
IV LNB
OIV LNB
AVP LNB
WV LNB-verbindingen
WV LNB-stations
BD TR
AVP TR-service
VP TR
VOP TR
THP TR
BH BH BH BH
enkele aanwijzingen zijn ook van toepassing voor enkele activiteiten in het domein LNB, zie hiervoor de BEI BHS artikel 3.6
In H
S/M
S-vo
orz
ien
ings
yste
me
n v
an
het
do
me
in T
ran
spo
rt**
Bijlage 2b van de BEI BHS 2017 Aanwijzingenstructuur HS/MS Transport
* algemene assistentie is alleen aangegeven bij de VOP maar kan ook worden gedaan door elk type VOP, VP of AVP
** enkele aanwijzingen zijn ook van toepassing voor enkele activiteiten in het MS-deel van het domein Distributie, zie hiervoor de BEI BHS artikel 3.6
WEB-niveau
of gelijk-
waardig
algemene
assistentie*, enkele
specifieke
werkzaamheden
(controle, toezicht)
WV TR-netmontage
WV TR
VP TR-verbindingen
enkele niet-elektro-
technische
werkzaamheden;
toezicht
HS/MS Transport
IV TR
OIV TR
AVP TR
WV TR-verbindingen
WV TR-stations
alle werkzaamheden
behalve montage; alle
metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen
enkele
werkzaamheden in
stations, enkele
metingen/
beproevingen
alle werkzaamheden
in verbindingen;
enkele metingen/
beproevingen;
aanbrengen/
verwijderen van
valaardingen
alle werkzaamheden
in verbindingen;
alle metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen in
verbindingen
alle werkzaamheden
in stations;
alle metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen in
stations
1
4
3
2
AVP TR-verbindingen
VP TR
BD MS
AVP MS-service
VP MS
VOP MS
THP MS
BH BH BH BH
Bijlage 2c van de BEI BHS 2017 Aanwijzingenstructuur MS Distributie
In M
S-vo
orz
ien
ings
yste
men
van
het
do
mei
n D
istr
ibu
tie
**
* algemene assistentie is alleen aangegeven bij de VOP maar kan ook worden gedaan door elk type VOP, VP of AVP
** enkele aanwijzingen zijn ook van toepassing voor enkele activiteiten in het domein Transport, zie hiervoor de BEI BHS artikel 3.6
1
4
3
2VP MS
enkele
werkzaamheden in
stations, enkele
metingen/
beproevingen
alle werkzaamheden
in verbindingen;
enkele metingen/
beproevingen;
alle werkzaamheden
in verbindingen;
alle metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen in
verbindingen
alle werkzaamheden
in stations;
alle metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen in
stations
WEB-niveau
of gelijk-
waardig
algemene
assistentie*, enkele
specifieke
werkzaamheden
(controle, toezicht)
WV MS-netmontage
WV MS
enkele niet-elektro-
technische
werkzaamheden;
toezicht
MS Distributie
IV MS
OIV MS
AVP MS
alle werkzaamheden
behalve montage; alle
metingen/
beproevingen; alle
veiligstellingen
Aanwijzing Ervaringseisen Algemeen
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Instructie in de desbetreffende werkinstructies; als onderdeel
van de instructie een bezoek aan diverse stations en terreinen
nvt nvt
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Instructie in de desbetreffende werkinstructies; als onderdeel
van de instructie een bezoek aan diverse stations en terreinen
nvt nvt
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Instructie in de desbetreffende werkinstructies; als onderdeel
van de instructie een bezoek aan diverse stations en terreinen
nvt nvt
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Algemene BEI instructie; Instructie in de desbetreffende
werkinstructies
stage 1 maand in het domein LNB
of TR
1
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Algemene BEI instructie;Instructie in de desbetreffende
werkinstructies
stage 1 maand in het domein LNB
of TR
1
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Algemene BEI instructie;Instructie in de desbetreffende
werkinstructies
stage 1 maand in het domein
Distributie MS
1
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau VP
en
Veilig werken aan HS-lijnen
12 maanden ervaring, minimaal
als VOP, aangevuld met 1-3
maanden stage
of
stage 6 maanden, eventueel als
onderdeel van de opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
2
OF
Veilig werken aan HS-lijnen idem 2
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau VP
en
Veilig werken aan HS-lijnen
12 maanden ervaring, minimaal
als VOP, aangevuld met 1-3
maanden stage
of
stage 6 maanden, eventueel als
onderdeel van de opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
2
OF
Veilig werken aan HS-lijnen idem 2
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau VP 12 maanden ervaring, minimaal
als VOP, aangevuld met 1-3
maanden stage
of
stage 6 maanden, eventueel als
onderdeel van de opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS
2
OF
nvt idem 2
VOP MS
Basis opleiding
VP
MS
Basis opleiding
Monteur laagspanningsnetten (MLN, VEV of Kenteq)
of
Frigem Distributiemonteur electrisch
of
Kenteq/Fundeon: Monteur Infratechniek Data/Elektra uitstroomrichting
Elektra
of
Monteur Data/Elektra MBO-2 uitstroomdiff. LS
of
MSI, MBI, MEI, MEIPS of MLN
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 3, tzt WENb
Monteur MS-installaties (MMI)
of
Monteur Data/Elektra MBO-2 uitstroomdiff. HS of MS
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 4, tzt WENb
Monteur MS-installaties (MMI)
of
Monteur Data/Elektra MBO-2 uitstroomdiff. HS of MS
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 4, tzt WENb
VP
LNB-verbindingen
en
VP
TR-verbindingen
VP LNB
en
VP TR
Basis opleiding
Monteur laagspanningsnetten (MLN, VEV of Kenteq)
of
Frigem Distributiemonteur electrisch
of
Kenteq/Fundeon: Monteur Infratechniek Data/Elektra uitstroomrichting
Elektra
of
Monteur Data/Elektra MBO-2 uitstroomdiff. LS
of
MSI, MBI, MEI, MEIPS of MLN
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 3, tzt WENb
Monteur MS-installaties (MMI)
of
Monteur Data/Elektra MBO-2 uitstroomdiff. HS of MS
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 4, tzt WENb
Monteur laagspanningsnetten (MLN, VEV of Kenteq)
of
Frigem Distributiemonteur electrisch
of
Kenteq/Fundeon: Monteur Infratechniek Data/Elektra uitstroomrichting
Elektra
of
Monteur Data/Elektra MBO-2 uitstroomdiff. LS
of
MSI, MBI, MEI, MEIPS of MLN
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 3, tzt WENb
THP LNB Basis opleiding
Algemene BEI instructie
Basis opleiding
Algemene BEI instructie
Basis opleiding
Algemene BEI instructie
Basis opleidingVOP TR
THP MS
Bijlage 3 van de BEI BHS
2017Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen BEI BHS; 2017-04-15
Vaktechnische opleidingseisen* (is ook toelatingseis PCE examen)
THP TR
Basis opleiding
VOP LNB Basis opleiding
Aanwijzing Ervaringseisen Algemeen
Bijlage 3 van de BEI BHS
2017Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen BEI BHS; 2017-04-15
Vaktechnische opleidingseisen* (is ook toelatingseis PCE examen)
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau AVP 12 maanden ervaring als VP (alle
typen), aangevuld met 1-3
maanden stage
of
12 maanden stage eventueel als
onderdeel van de opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
3
OF
nvt idem 3
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau AVP
en
Veilig werken aan HS-lijnen
12 maanden ervaring als VP (alle
typen), aangevuld met 1-3
maanden stage
of
12 maanden stage eventueel als
onderdeel van de opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
3
OF
Veilig werken aan HS-lijnen idem 3
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau AVP
en
Veilig werken aan HS-lijnen
12 maanden ervaring als VP (alle
typen), aangevuld met 1-3
maanden stage
of
12 maanden stage eventueel als
onderdeel van de opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
3
OF
Veilig werken aan HS-lijnen idem 3
Basis opleiding
Eerste Monteur MS-installaties (EMMI)
of
EMH
of
Eerste Monteur Data/Elektra MBO-3 uitstroomdiff. HS of MS
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 8, tzt WENb
AVP
LNB-service
en
AVP TR-service
AVP
LNB-verbindingen
en
AVP
TR-verbindingen
Basis opleiding
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra
of
Eerste Monteur Data/elektra MBO-3 uitstroomdiff. LS
of
EMSI, EMBI, EMEI, EMEIPS, EMLN
of
MBO-Energietechniek
of
MBO Meet- & Regeltechniek
of
MBO Electronica
of
MBO-Middenkaderfunctionaris automatisering energietechniek
of
Technicus Middenspannings Installaties ( TMI)
Eerste Monteur MS-installaties (EMMI)
of
EMH
of
Eerste Monteur Data/Elektra MBO-3 uitstroomdiff. HS of MS
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 8, tzt WENb
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra
of
Eerste Monteur Data/elektra MBO-3 uitstroomdiff. LS
of
EMSI, EMBI, EMEI, EMEIPS, EMLN
of
MBO-Energietechniek
of
MBO Meet- & Regeltechniek
of
MBO Electronica
of
MBO-Middenkaderfunctionaris automatisering energietechniek
of
Technicus Middenspannings Installaties ( TMI)
AVP LNB en
AVP TR
Basis opleiding
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra
of
Eerste Monteur Data/elektra MBO-3 uitstroomdiff. LS
of
EMSI, EMBI, EMEI, EMEIPS, EMLN
of
MBO-Energietechniek
of
MBO Meet- & Regeltechniek
of
MBO Electronica
of
MBO-Middenkaderfunctionaris automatisering energietechniek
of
Technicus Middenspannings Installaties ( TMI)
Eerste Monteur MS-installaties (EMMI)
of
EMH
of
Eerste Monteur Data/Elektra MBO-3 uitstroomdiff. HS of MS
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 8, tzt WENb
Aanwijzing Ervaringseisen Algemeen
Bijlage 3 van de BEI BHS
2017Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen BEI BHS; 2017-04-15
Vaktechnische opleidingseisen* (is ook toelatingseis PCE examen)
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau AVP 12 maanden ervaring als VP (alle
typen), aangevuld met 1-3
maanden stage
of
12 maanden stage eventueel als
onderdeel van de opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
3
OF
nvt idem 3
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV
en
Veilig werken aan HS-lijnen
6 maanden ervaring als AVP,
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Veilig werken aan HS-lijnen idem 4
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV
en
Veilig werken aan HS-lijnen
6 maanden ervaring als AVP,
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Veilig werken aan HS-lijnen 6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
TTechnicus Middenspannings Installaties ( TMI)
WV
LNB-verbindingen
en
WV
TR-verbindingen
Basis opleiding
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties (TSI), Technicus Bedrijfs Installaties
(TBI)
of
LMEI, MK-EIT, MK-EC, TEIPS, MK-AEN, MK-EC
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
OF
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspannings Installaties ( TMI)
Basis opleiding
OF
AVP MS-service
en AVP MS
Basis opleiding
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra
of
Eerste Monteur Data/elektra MBO-3 uitstroomdiff. LS
of
EMSI, EMBI, EMEI, EMEIPS, EMLN
of
MBO-Energietechniek
of
MBO Meet- & Regeltechniek
of
MBO Electronica
of
MBO-Middenkaderfunctionaris automatisering energietechniek
of
Technicus Middenspannings Installaties ( TMI)
Eerste Monteur MS-installaties (EMMI)
of
EMH
of
Eerste Monteur Data/Elektra MBO-3 uitstroomdiff. HS of MS
of
Enexis opleidingsplattegrond E t/m blok 8, tzt WENb
WV
LNB-netmontage
en
WV
TR-netmontage
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra LS, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties (TSI), Technicus Bedrijfs Installaties
(TBI)
of
LMEI, MK-EIT, MK-EC, TEIPS, MK-AEN, MK-EC
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
Aanwijzing Ervaringseisen Algemeen
Bijlage 3 van de BEI BHS
2017Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen BEI BHS; 2017-04-15
Vaktechnische opleidingseisen* (is ook toelatingseis PCE examen)
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV 6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
nvt 6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV
en
Veilig werken aan HS-lijnen
6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Veilig werken aan HS-lijnen 6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
WV LNB-stations
en
WV TR-stations
Basis opleiding
OF
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspannings Installaties ( TMI)
WV LNB
en
WV TR
Basis opleiding
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties (TSI), Technicus Bedrijfs Installaties
(TBI)
of
LMEI, MK-EIT, MK-EC, TEIPS, MK-AEN, MK-EC
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
OF
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspanning Installaties (TMI)
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties (TSI), Technicus Bedrijfs Installaties
(TBI)
of
LMEI, MK-EIT, MK-EC, TEIPS, MK-AEN, MK-EC
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
Aanwijzing Ervaringseisen Algemeen
Bijlage 3 van de BEI BHS
2017Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen BEI BHS; 2017-04-15
Vaktechnische opleidingseisen* (is ook toelatingseis PCE examen)
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV 6 maanden ervaring als AVP
(domein MS-distributie) aangevuld
met 1-3 maanden stage
of
stage van 9 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV 6 maanden ervaring als AVP
(domein MS-distributie), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
nvt 6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV 6 maanden ervaring als AVP
(domein MS-distributie) aangevuld
met 1-3 maanden stage
of
stage van 9 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV 6 maanden ervaring als AVP
(domein MS-distributie), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
nvt 6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties (TSI), Technicus Bedrijfs Installaties
(TBI)
of
LMEI, MK-EIT, MK-EC, TEIPS, MK-AEN, MK-EC
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
OF
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspanning Installaties (TMI)
WV MS Basis opleiding
EMMI of EMH
of
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra MS of HS
OF
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties (TSI), Technicus Bedrijfs Installaties
(TBI)
of
LMEI, MK-EIT, MK-EC, TEIPS, MK-AEN, MK-EC
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
OF
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspanning Installaties (TMI)
WV MS-
netmontage
Basis opleiding
EMMI of EMH
of
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra MS of HS
OF
Aanwijzing Ervaringseisen Algemeen
Bijlage 3 van de BEI BHS
2017Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen BEI BHS; 2017-04-15
Vaktechnische opleidingseisen* (is ook toelatingseis PCE examen)
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-schakelcursus Stage van 12 maanden als BD in
opleiding
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage als BD in opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Specifieke HS/MS-schakelcursus Stage van 12 maanden als BD in
opleiding
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage als BD in opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
OF
Specifieke HS/MS-schakelcursus Stage van 12 maanden als BD in
opleiding
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage als BD in opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-schakelcursus Stage van 12 maanden als BD in
opleiding
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage als BD in opleiding
4
Specifieke HS/MS-schakelcursus Stage van 12 maanden als BD in
opleiding
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage als BD in opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
OF
Specifieke HS/MS-schakelcursus Stage van 12 maanden als BD in
opleiding
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage als BD in opleiding
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
Basis opleiding
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra
OF
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra LS, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties
of
Technicus Bedrijfs Installaties
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
Enexis opleidingsplattegrond Bedieningsdeskundige, tzt WENb
of
Aantoonbaar gelijkwaardige (interne) opleiding
Basis opleiding
Kenteq/Fundeon: Eerste Monteur Infratechniek Data/Elektra
uitstroomrichting Elektra
OF
BD MS
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspanning Installaties (TMI)
of
BEA opleiding Alliander
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra LS, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties
of
Technicus Bedrijfs Installaties
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
Enexis opleidingsplattegrond Bedieningsdeskundige, tzt WENb
of
Aantoonbaar gelijkwaardige (interne) opleiding
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspanning Installaties (TMI)
of
BEA opleiding Alliander
BD LNB
en
BD TR
Aanwijzing Ervaringseisen Algemeen
Bijlage 3 van de BEI BHS
2017Vaktechnische opleidings- en ervaringseisen BEI BHS; 2017-04-15
Vaktechnische opleidingseisen* (is ook toelatingseis PCE examen)
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV en Specifieke HS/MS-
schakelcursus
Stage van 12 maanden, waarvan
2 maanden als BD en 2 maanden
als WV,
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage waarvan 2
maanden als BD
of
6 maanden ervaring als BD en 6
maanden stage waarvan 2
maanden als WV
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
OF
Specifieke HS/MS-schakelcursus 6 maanden ervaring als AVP
(domein LNB of TR), beiden
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein LNB of
TR
4
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Specifieke HS/MS-cursus, niveau WV en Specifieke HS/MS-
schakelcursus
Stage van 12 maanden, waarvan
2 maanden als BD en 2 maanden
als WV,
of
6 maanden ervaring als WV en 6
maanden stage waarvan 2
maanden als BD
of
6 maanden ervaring als BD en 6
maanden stage waarvan 2
maanden als WV
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
OF
Specifieke HS/MS-schakelcursus 6 maanden ervaring als AVP
(domein Distributie MS),
aangevuld met 1-3 maanden
stage
of
stage van 12 maanden
.
Ervaring of stage moet zijn
(op)gedaan in het domein
Distributie MS of TR
4
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Cursus (project)management 12 maanden ervaring als
leidinggevende in de technische
sector en aantoonbare
operationele betrokkenheid van
minimaal 12 maanden
nvt
Aanvullende opleiding of eisen Ervaringseis WEB equivalent
Cursus (project)management 12 maanden ervaring als
leidinggevende in de technische
sector en aantoonbare
operationele betrokkenheid van
minimaal 12 maanden
nvt
1
2
3
4
5
6
7
-
-
-
-
9
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra LS,TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties
of
Technicus Bedrijfs Installaties
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
Basis opleiding
OIV LNB
en
OIV TR
OIV MS
In dit overzicht wordt de specifieke HS/MS-cursus meerdere malen als aanvullende opleiding genoemd; deze cursus is er zowel op het niveau VP, AVP als WV . Deze cursus is bedoeld voor
medewerkers met een meer algemeen E- of LS-diploma op het vereiste WEB-niveau waardoor de noodzakelijke HS/MS-kennis ontbreekt.
In een enkele geval kan de cursus ook worden toegepast bij ervaren medewerkers in het vakgebied HS/MS waarbij het via diploma's aantoonbare WEB-niveau niet toereikend is.
De cursus is gebaseerd op de kerntaken zoals die zijn benoemd bij de opleiding Monteur Data/Electra, Eerste Monteur Data/Electra en Technicus Data/Electra.
De focus ligt bij deze specifieke HS/MS-cursus:
bij de VP'n (Monteur Data/Electra): op veilig werken en herkennen van veiliggestelde situaties;
bij de AVP'n (Eerste Monteur Data/Electra): op veilig werken, herkennen van veiliggestelde situaties, veilig stellen en bedienen;
bij de WV'n (Technicus Data/Electra): op veilig werken, herkennen van veiliggestelde situaties, veilig stellen, bedienen, opstellen werkplannen en opdrachtgeving.
.
Voor de BD'n is in deze bijlage een specifieke HS/MS-schakelcursus als aanvullende opleiding genoemd ; deze is volledig afgestemd op de uitvoerende taken en verantwoordelijkheden van de
BD. .
Voor alle met lijnen gerelateerde aanwijzingen is de cursus Veilig werken aan HS-lijnen vereist (nu al beschikbaar bij het Graafschapcollege).
IV MS Basis opleiding
Opleiding idem als OIV
of
MBO / HBO in een technische richting
Opleiding idem als OIV
of
MBO / HBO in een technische richting
van de stage-periode moet een (door directie van de kandidaat) gewaarmerkt document (logboek) worden samengesteld dat aan de Exameninstelling kan worden
aangetoond.
Certificaten Stipel-basis E, of daar op gebaseerde aanwijzingen, gelden ook als toereikende aanwijzing zoals die is verwoord in de toelatingsregeling van Netbeheer Nederland, maar de
bijbehorende diploma-eisen gelden conform die regeling.
Aan de vaktechnische opleidingseisen is voldaan indien zowel voldaan is aan de basisopleiding als aan de aanvullende opleiding of eisen.
Aan de opleidingseisen is ook voldaan indien een EVC-traject met een gelijkwaardig diploma is afgerond.
Kandidaat VP'n of AVP'n met voldoende vaktechnisch WEB-niveau op het gebied van MS kunnen worden toegelaten tot examens HS; idem met voldoende vaktechnisch WEB-niveau op het
gebied van HS tot examens MS
Met betrekking tot deze lijst is de toelatingsregeling van Netbeheer Nederland van toepassing.
Eventuele aantoonbare ervaring die als (extra) toelatingseis wordt vermeld in de kolom “Opleidingseisen” moet zijn vastgelegd in de bekwaamheidsverklaring van een kandidaat.
De bij de aanwijzingen VOP, alle typen VP en alle typen AVP genoemde opleidingseisen geven ook toegang tot het examen voor een lager niveau (WEB-equivalent).
Aanwijzingen en/of certificaten IV, OIV, WV of WV-netten geven op zich geen toelating tot examens voor alle typen VP of alle typen AVP.
de kandidaat moet minimaal 75% van de duur van die stage-periode betrokken zijn bij alle activiteiten die bij de toekomstig te verstrekken aanwijzing behoren;
de kandidaat moet minimaal 50% van de duur van die stage-periode onder directe begeleiding of toezicht staan;
onder directe begeleiding of toezicht wordt hier verstaan: de begeleiding of het toezicht is op de werkplek; de mate van supervisie is afhankelijk van de aanwezige
risico’s en de opgebouwde ervaring van de kandidaat;
Basis opleiding
MTS-Elektrotechniek
of
MTS Energietechniek
of
M.O.E tot en met module 4
of
Technicus Elektra LS, TDE-LS
of
Technicus Sterkstroom Installaties
of
Technicus Bedrijfs Installaties
of
Electrotechnisch Opzichter PBNA
of
Middelbare Electriciteitsdistributietechniek
of
BEA opleiding Alliander
Basis opleidingIV LNB
en
IV TR
Aanvullende uitvoeringsregels screening t.b.v. toelating tot PCE-examens
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspanning Installaties (TMI)
Technicus Elektra HS of MS, TDE-HS of MS
of
Technicus Middenspanning Installaties (TMI)
8 De in deze lijst genoemde stages moeten voldoen aan het in BEI BHS opgenomen artikel over ”Aanwijzingen in opleiding”.
In een stage verkrijgt de kandidaat kennis, inzicht en vaardigheid in alle activiteiten die bij de toekomstig te verstrekken aanwijzing behoren.
Daartoe moet de stage minimaal voldoen aan de volgende voorwaarden:
1
WV WV
OIV
OIV
PL,
(A)VP
WV,
AVP
PL,
(A)VP
Eventueel
overleg
over WP
Concept
WP
VOORBEREIDING BEDIENINGS-
HANDELINGEN
TREFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
UITVOEREN
WERKZAAMHEDEN OPLEVERING
BEDIENINGS-
HANDELINGEN
OPHEFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
Opdracht tot
uitvoering
Goedgekeurd
WP + BP
Melding WP en BP
gereed op door IV
te bepalen wijze
Processchema HS en MS bij DO en GO
WV
Melding
treffen VM
gereed
WV,
AVP
IV = Installatie Verantwoordelijke
OIV = Operationeel Installatie Verantwoordelijke
WV = Werkverantwoordelijke
BD = Bedieningsdeskundige
PL = Ploegleider
(A)VP = (Allround) Vakbekwaam Persoon
WP = Werkplan
BP = Bedieningsplan
VM = Veiligheidsmaatregelen
WV
Opdracht tot
uitvoering WP
WV,
AVP
WV
Melding uitvoering
werkzaamheden en
opheffen VM gereed
BD
Goedkeuring
BP door OIV
niet altijd nodig,
zie BEI BHS
BD BD
Opdracht start
werkzaamheden
Bediening
door BD
Melding
BP gereed
Melding
BP gereed
Verzoek
start BP
BD
Bijlage 4a bij BEI BHS 2017
Verzoek
om BP
Opdracht of
toestemming
tot start BP
WV,PL
A(VP)
Melding BP
gereed en
overdracht
Melding van wijziging
in net, station of netkast
Melding WP gereed
en overdracht;
Verzoek start BP
WV,PL
A(VP)
Opdracht of
toestemming
tot start BP
BD
Bediening
door BD
Copie
WP + BP
Melding BP
gereed op door IV
te bepalen wijze
WV
Controle BP
door 2e BD
In dit schema is de aangegeven WV altijd de voor dat deel
verantwoordelijke WV; bij een mono-werkplan is dat steeds dezelfde;
bij een duo-werkplan dient er overdracht tussen de WV’s plaats te
te vinden zodat er op elk moment slechts één WV verantwoordelijk is.
Onderstaande extra melding en opdracht is nodig:
- bij HS-activiteiten, of
- als de WV dit heeft bepaald , of
- als er meerdere partijen bij betrokken zijn
(dan elk voor zich terug melden); bij meerdere
WV’n terug melden bij coördinerende WV
Melding uitvoering
werkzaamheden
gereed
Opdracht
opheffen VM WV
Bij
LNB
Bij MS en
Transport
1
WV
OIV
OIV
VOP
(A)VP
THP
VOP
(A)VP
THP
VOORBEREIDING BEDIENINGS-
HANDELINGEN
TREFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
UITVOEREN
WERKZAAMHEDEN OPLEVERING
BEDIENINGS-
HANDELINGEN
OPHEFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
Informatie
over verstrekte
raamopdrachten
WV
Processchema HS en MS bij RO
IV = Installatie Verantwoordelijke
OIV = Operationeel Installatie Verantwoordelijke
WV = Werkverantwoordelijke
BD = Bedieningsdeskundige
PL = Ploegleider
(A)VP = (Allround) Vakbekwaam Persoon
VOP = Voldoende Onderricht persoon
THP = Toeganghebbend Persoon
VOP
(A)VP
THP
Bijlage 4b bij BEI BHS 2017
Activiteiten die via
raamopdracht worden
uitgevoerd,
conform bijlage 7
VOP
(A)VP
THP
Verstrekking RO aan
AVP, VP, VOP, THP
Informatie naar
OIV op door IV
te bepalen wijze
Gereedmelding van
activiteit op door
IV te bepalen wijze
De uitvoering van montages in netten moet tijdig bij
het meldpunt bekend zijn; procesafspraken daarover
zijn per netbeheerder te bepalen en verder niet in
dit schema aangegeven; zie artikel 6.6 in de BEI BHS
In plaats van uitvoering door AVP
is ook uitvoering door de WV mogelijk
binnen de kaders van de BEI BHS
In plaats van uitvoering door (A)VP is ook uitvoering
van enkele werkzaamheden en het treffen/opheffen
van veiligheidsmaatregelen door de VP, VOP of
THP mogelijk binnen de kaders van de BEI BHS
Opm.
Nummer Nummer
MS HS Omschrijving IV OIV BD WV WV WV WV AVP AVP AVP VP VP VOP THP IV OIV BD WV WV WV WV AVP AVP AVP VP VP VOP THP IV OIV BD WV WV AVP AVP VP VOP THP
totaal stat. verb. netm. totaal verb. serv. totaal verb. totaal stat. verb. netm. totaal verb. serv. totaal verb. totaal netm. totaal serv. totaal
E-104 E-204 Bedienen en veiligstellen X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 1,3
E-110 Stromen en spanningen aan primaire delen in MS meten X X X X X X X X X 1
E-113 E-213 HS- en MS-kabels meten en beproeven X X X X X X X X X X X X X X X X X X 2
E-236 Buiten de schakelfoutbeveiliging om schakelen in HS X X X X X X X X 2
E-148 Aanbrengen tweede MS-aarding bij twee kabels op één eindsluiting X X X X X X X X X X X X 2
E-121 E-221 Aanpassen/uitwisselen van veiliggestelde installaties X X X X X X X X X X X X X X 2
E-123 E-223 Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen, of verdeelkasten X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 3
E-122 E-222 Onderhoud/inspecties aan een HS of MS installatie uitvoeren X X X X X X X X X X X X X X 2
E-130 E-230 Werkzaamheden aan veiliggestelde HS/MS kabels uitvoeren X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 3
E-132 E-232 HS- en MS-kabels verleggen X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 1,3
E-133 E-233 Toezicht bij civiele werkzaamheden in de grond in de buurt van een MS of HS net X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 1
E-134 E-234 (Onder toezicht) een HS of MS-kabel die buiten gebruik is, uit de grond verwijderen. X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 1
E-138 Sensoren op geïsoleerde primaire delen in MS aanbrengen of verwijderen X X X X X X X X X 1
E-139 E-239 HS en MS kabels selecteren en knippen X X X X X X X X X X X X X X X X X X 2
E-241 Aanvullende veiligheidsmaatregelen ten behoeve van schilderen, inspecteren of het reinigen van masten X X X X X X X X X X X X 1,3
E-242 Het toezicht op werkzaamheden in de buurt van HS-lijnen X X X X X X X X X X X 1
IV OIV BD WV WV WV WV AVP AVP AVP VP VP VOP THP IV OIV BD WV WV WV WV AVP AVP AVP VP VP VOP THP IV OIV BD WV WV AVP AVP VP VOP THP
totaal stat. verb. netm. totaal verb. serv. totaal verb. totaal stat. verb. netm. totaal verb. serv. totaal verb. totaal netm. totaal serv. totaal
1
2
3
LNB Distributie
Alg
em
ee
n
BEI BHS 2016 Bijlage 5, 15-04-2017 Overzicht veiligheidswerkinstructies MS en HS Mogelijk betrokken aanwijzing
Transport
min
de
r d
ire
ct b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
alle
en
dir
ect b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
va
n e
en
GO
, e
n b
ij w
erk
za
am
he
de
n in
co
mb
ina
tie
me
t e
en
BP
alle
en
dir
ect b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
va
n (
bijb
eh
ore
nd
e)
be
die
nin
gsh
an
de
ling
en
, zie
BE
I B
HS
art
ike
l 4
.5.2
.
en
5.2
.
alle
en
dir
ect b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
va
n (
bijb
eh
ore
nd
e)
be
die
nin
gsh
an
de
ling
en
, zie
BE
I B
HS
art
ike
l 4
.5.2
.
en
5.2
.
Lijn
en
Div
ers
en
Sta
tio
ns
Ka
be
ls
Een deel van de VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd, afhankelijk van de situatie; zie hiervoor de VWI.
Opmerking(en) vanuit de laatste kolom
Het deel van deze VWI dat mag worden uitgevoerd is afhankelijk van de situatie en de aanwijzing; zie hiervoor de VWI.
VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd; zie hiervoor de VWI.m
ind
er
dir
ect b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
alle
en
dir
ect b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
va
n e
en
GO
, e
n b
ij w
erk
za
am
he
de
n in
co
mb
ina
tie
me
t e
en
BP
min
de
r d
ire
ct b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
alle
en
dir
ect b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
va
n e
en
GO
, e
n b
ij w
erk
za
am
he
de
n in
co
mb
ina
tie
me
t e
en
BP
alle
en
dir
ect b
etr
okke
n b
ij d
e u
itvo
eri
ng
va
n (
bijb
eh
ore
nd
e)
be
die
nin
gsh
an
de
ling
en
, zie
BE
I B
HS
art
ike
l 4
.5.2
.
en
5.2
.
BEI BHS 2017
Bijlage 6 van de BEI BHS 2017 Afkortingenlijst
AVP Allround vakbekwaam persoon BBH Beperkte bedieningshandelingen BD Bedieningsdeskundige BEI BHS Bedrijfsvoering Elektrische Installaties Branche Hoogspanning BEI BLS Bedrijfsvoering Elektrische Installaties Branche Laagspanning BP Bedieningsplan BH Bedieningshandelingen SCADA Supervisory Control And Data Aquisition Dl Buitengrens van de gevarenzone DV Buitengrens van de nabijheidszone DO Directe opdracht EMS Energy Management System GO Goedgekeurde opdracht GVR Contactgroep Veiligheidsregelgeving HS Hoogspanning IV Installatieverantwoordelijke Klic Kabels en leidingen informatie centrum LMRA Laatste minuut risico analyse LNB Landelijk netbeheerder LS Laagspanning MS Middenspanning OIV Operationeel Installatieverantwoordelijke OV Openbare verlichting PBM Persoonlijke beschermingsmiddelen PL Ploegleider RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie RO Raamopdracht SBH Standaard Bedieningshandelingen SF6 Zwavelhexafluoride SWI Snelle Weder Inschakeling THP Toeganghebbend persoon TR Transport TRA Taak risico analyse UBH Uitgebreide Bedieningshandelingen VM Veiligheidsmaatregelen VOP Voldoend onderricht persoon VP Vakbekwaam persoon VS Vermogensschakelaar VWI Veiligheidswerkinstructie WP Werkplan WV Werkverantwoordelijke
Bijlage 7 van BEI BHS, versie 2017-04-15
Geen opdracht Raamopdracht - RO Directe opdracht - DO Goedgekeurde opdracht - GO
Er is geen opdracht benodigt voor een aantal WV geeft opdracht voor een aantal WV accordeert het werkplan, bepaalt de WV accordeert het werkplan, bepaalt de De wijze van opdrachtverstrekking en werkuitgifte van niet in dit overzicht opgenomen
identieke, kleinschalige en overzichtelijke identieke, kleinschalige en overzichtelijke uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek
activiteiten. activiteiten gedurende een langere periode zelf in opdracht aan die medewerker(s) zelf in opdracht aan die medewerker(s)
Er is geen accordering door OIV Een RO behoeft geen accordering door OIV Een DO behoeft geen accordering door OIV Een GO heeft een accoord van de OIV nodig
Werkuitgifte door "leek", bijv. planner of
leidinggevende.Werkuitgifte hoeft niet door WV Werkuitgifte door WV Werkuitgifte door WV
Werkuitgifte mag door "leek", bijv. planner
Onderstaand de voor een RO in aanmerking Onderstaand de activiteiten die een goed- MS HS
komende activiteiten keuring van de OIV nodig hebben VWI VWI
In geval van een combinatie van een DO-werkplan
en een bedieningsplan
In geval van een combinatie van een GO-werkplan
en een bedieningsplan
E-104/204 veiligstellen WP, bedieningshande
lingen BP
E-104/204 veiligstellen WP, bedieningshande
lingen BP104 204
E-110 Stromen en spanningen in overige systemen
meten
E-110 Stromen en spanningen in open systemen
meten110 Stromen en spanningen aan primaire delen in MS meten
E-113/213 113 213 HS- en MS-kabels meten en beproeven
E-148 148 Aanbrengen tweede MS-aarding bij twee kabels op één eindsluiting
E-236(zie E-204) Buiten de schakelfoutbeveiliging
om schakelen in HS
236 Buiten de schakelfoutbeveiliging om schakelen in HS
E-121/221 121 221 Aanpassen/uitwisselen van veiliggestelde installaties
E122/222 Verzetten tapstand MS/LS transformator
met afgeschermde MS aansluiting(2 personen).
Een oliemonster nemen aan de onderzijde
transformator of wisselen silicagel(1 persoon).
Het uitvoeren van visuele inspecties(1 persoon).
E-122/222 (2 personen)
Een oliemonster nemen aan de bovenzijde
transformator(1 persoon)
122 222 Onderhoud/inspecties aan een HS of MS installatie uitvoeren
E-123/223
(Installatie is in bedrijf en volledig
afgeschermd) Schouwen en
meteropname
E-123/223
(Installatie in bedrijf en volledig afgeschermd)
Asbestherkenning, asbestinventarisatie, sloten
vervangen, schilderen van deuren en kozijnen,
onderhoud terreinen, werkzaamheden aan
verdeelkasten voor glasvezelapparatuur,
communicatieantennes en bijbehorende
apparatuur, gas- of luchtbehandelingsapparatuur
en regelapparatuur voor luchtdruk, thermografische
inspectie, ultrasone PD meting, overig
schilderwerk, vervanging van deuren of kozijnen,
civiele werkzaamheden, werkzaamheden aan
kabeldoorvoeringen, schoonmaakwerkzaamheden
van de ruimte, vervangen van lamp(en), licht en
kracht installaties (aanwijzing BEI-BLS
noodzakelijk) .
(Installatie in bedrijf en niet volledig
afgeschermd) Schouwen en
meteropname .
E-123/223 )
(Installatie in bedrijf en niet volledig
afgeschermd)
Asbestherkenning, asbestinventarisatie, sloten
vervangen, schilderen van deuren en kozijnen,
onderhoud terreinen, werkzaamheden aan
verdeelkasten voor glasvezelapparatuur,
communicatieantennes en bijbehorende
apparatuur, gas- of luchtbehandelingsapparatuur
en regelapparatuur voor luchtdruk, thermografische
inspectie, ultrasone PD meting, overig
schilderwerk, vervanging van deuren of kozijnen,
civiele werkzaamheden, werkzaamheden aan
kabeldoorvoeringen, schoonmaakwerkzaamheden
van de ruimte, vervangen van lamp(en), licht en
kracht installaties (aanwijzing BEI-BLS
noodzakelijk) .
123 223 Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen, of verdeelkasten
E-130/230
1 persoon: Repareren van mantelschade
(aardscherm/loodmantel onbeschadigd),
aanbrengen van uitkleurunits en het uitkleuren van
kabeladers, het invoeren of verwijderen van kabels;
het (de)monteren/bijvullen van een
eindsluiting/controle niveau van isolatiemedium(de
gehele installatie is veiliggesteld of de rest van de
installatie is in bedrijf, maar volledig afgeschermd).
2 personen: Monteren van een mof, het invoeren
of verwijderen van kabels; het
(de)monteren/bijvullen van een eindsluiting/controle
niveau van isolatiemedium (De rest van de
installatie is in bedrijf, maar onvolledig
afgeschermd).
130 230 Werkzaamheden aan veiliggestelde HS/MS kabels uitvoeren
E-132/232 132 232 HS- en MS-kabels verleggen
E-133/233 133 233 Toezicht bij civiele werkzaamheden in de grond in de buurt van een MS of HS net
E-134/234 134 234 (Onder toezicht) een HS of MS-kabel die buiten gebruik is, uit de grond verwijderen.
E-138 138 Sensoren op geïsoleerde primaire delen in MS aanbrengen of verwijderen
E-139/239 139 239 HS en MS kabels selecteren en knippen
E-236 Buiten de schakelfoutbeveiliging om
schakelen in HS
236 Buiten de schakelfoutbeveliging om schakelen in HS
E-241 Aanbrengen van kettingen en plaatsen van
vlaggen
E-241 Aanbrengen werkaarders in de mast(en) 241
E-242 Het toezicht op werkzaamheden in de buurt
van HS-lijnen242 Het toezicht op werkzaamheden in de buurt van HS-lijnen
Onderstaand de activiteiten die minimaal via een
directe opdracht moeten worden uitgevoerd
Activiteit
Aanvullende veiligheidsmaatregelen ten behoeve van schilderen, inspecteren of het reinigen van masten
Opmerkingen
De WV mag van een RO altijd een DO of een GO maken. Van een DO mag een WV altijd een GO maken.
activiteiten wordt bepaald door de IV.
Bedienen en veiligstellen
Algemeen
BEI BHS 2017
1
Bijlage 8 van de BEI BHS 2017
Richtlijnen voor de waarden van de afstanden in lucht voor werkmethoden Deze bijlage is bedoeld om gebruikers van deze norm te voorzien van aanbevelingen voor minimale waarden van de afstanden voor zowel onder spanning werken als werken in de nabijheid van actieve delen, alsmede van een richtlijn voor het gebruik van de gegevens in tabel A.1. De gevonden afstanden gelden voor normale weersomstandigheden. Bij afwijkende weersomstandigeheden moeten grotere afstanden in acht worden genomen, dan wel moeten de werkzaamheehden worden onderbroken; zie ook bijlage B onder B2.
A.1 Definitie: "Onder spanning werken" De gevarenzone is een ruimte rondom actieve delen. De buitengrens van deze zone wordt gemeten vanaf de actieve delen. De afstand DL is de buitengrens van de zone. Tot het onder spanning werken behoren alle werkzaamheden waarbij een persoon óf actieve delen aanraakt óf zich in de gevarenzone bevindt óf met delen van het lichaam of met gereedschappen, hulpmiddelen en beschermingsmiddelen waarmee wordt gewerkt in deze zone terecht kan komen.
Noot: op grond van artikel 3.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit is werken onder spanning niet toegestaan in hoogspanningsinstallaties. De tekst onder deze paragraaf A1 is dan ook alleen opgenomen om helder te maken wat moet worden verstaan onder "onder spanning werken" in de hoogspanning.
A.2 Definitie: "Werken in de nabijheid van actieve delen" De nabijheidszone is een zone rondom de gevarenzone. De buitengrens van deze zone wordt gemeten vanaf de actieve delen. De afstand DV is de buitengrens van de zone. De afstand van de grens van de gevarenzone tot aan de buitengrens van de nabijheidszone hangt af van het spanningsniveau van het actieve deel. Tot het werken in de nabijheid van actieve delen behoren alle werkzaamheden waarbij een persoon óf zich in de nabijheidszone bevindt óf met delen van het lichaam of met gereedschappen, hulpmiddelen en beschermingsmiddelen waarmee wordt gewerkt in deze zone terecht kan komen, maar daarbij niet de gevarenzone bereikt.
BEI BHS 2017
2
OPMERKINGEN
1 Tussenliggende waarden voor DL en DV kunnen worden gevonden door interpoleren. 2 Deze tabel is uitsluitend bedoeld voor het veilig uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van hoogspanning. Deze tabel is uitdrukkelijk niet bedoeld om als ontwerpnorm te worden gebruikt. 3 NEN-EN-IEC 61472 bevat een rekenmethode waarmee voor spanningsniveaus van 72,5 kV en hoger de veilige afstanden kunnen worden bepaald.
Nominale netspanning Minimum acceptabele Minimum acceptabele
UN afstand in lucht: afs tand in lucht:
kV r.m.s . buitengrens van de buitengrens van de
gevarenzone DL in mm nabi jheidszone DV in mm
3 60 1120
6 90 1120
10 120 1150
15 160 1160
20 220 1220
30 320 1320
36 380 1380
45 480 1480
60 630 1630
70 750 1750
110 1000 2000
132 1100 3000
150 1200 3000
220 1600 3000
275 1900 4000
380 2500 4000
480 3200 6100
700 5300 8400
Tabel A.1 — Richtlijn voor afstanden DL en DV
Bijlage 9 van BEI BLS 2013 en BEI BHS 2017
1
Geüniformeerd taalgebruik volgens UCTE Bij de BEI BLS en de BEI BHS behoort dezelfde bijlage 4; de identieke inhoud betreft het voorgeschreven, geüniformeerde taalgebruik dat geldt voor zowel HS, MS als LS, voor zover relevant.
1. Inschakelen Het maken van een verbinding door middel van een vermogensschakelaar, scheider, smeltpatronen (LS), e.d. 2. Uitschakelen Het verbreken van een verbinding door middel van een vermogensschakelaar, scheider, smeltpatronen (LS), e.d.
Het in- en uitschakelen gebeurt met componenten. De invloed hiervan op het elektriciteitsvoorzieningsysteem wordt door de termen onder 3 t/m 10 gedefiniëerd en geeft daarmee specifieke informatie over de uit te voeren bedieningshandeling en de daarbij eventueel nader te nemen maatregelen.
3. Afschakelen Het spanningsloos maken van een deel van het elektriciteitsvoorzieningsysteem. 4. Vrijschakelen Het afgeschakelde deel van het elektriciteitsvoorzieningsysteem controleerbaar scheiden. 5. Koppelen Het maken van een verbinding tussen twee delen van een HS- of MS-elektriciteitsvoorzieningsysteem van gelijk spanningsniveau, die elk afzonderlijk door een transformator worden gevoed. 6. Ontkoppelen Het opheffen van een verbinding tussen twee delen van een HS- of MS-elektriciteitsvoorzieningsysteem van gelijk spanningsniveau, die elk afzonderlijk door een transformator worden gevoed. 7. Ring sluiten Het maken van een verbinding tussen twee delen van een HS- of MS-elektriciteitsvoorzieningsysteem van gelijk spanningsniveau, die door één transformator worden gevoed. 8. Ring openen Het opheffen van een verbinding tussen twee delen van een HS- of MS- elektriciteitsvoorzieningsysteem van gelijk spanningsniveau, die door één transformator worden gevoed. 9. Doorschakelen Het koppelen van (delen van) een LS- elektriciteitsvoorzieningsysteem. Hierbij kan er sprake zijn van (delen van) LS- elektriciteitsvoorzieningsystemen die op dezelfde MS/LS-transformator zijn aangesloten, maar het is ook mogelijk dat zij verschillende MS-voedingen hebben, hetgeen extra maatregelen met zich mee brengt. 10. Verbreken Het ontkoppelen van (delen van) een LS-elektriciteitsvoorzieningsysteem. Hierbij kan er sprake zijn van (delen van) LS- elektriciteitsvoorzieningsystemen die op dezelfde MS/LS-transformator zijn aangesloten, maar het is ook mogelijk dat zij verschillende MS-voedingen hebben, hetgeen extra maatregelen met zich mee brengt.
Bijlage 9 van BEI BLS 2013 en BEI BHS 2017
2
Daarnaast zijn er standaard benamingen afgesproken voor handelingen die met bedienen of elektrotechnische werkzaamheden te maken kunnen hebben.
11. Controle op spanningloosheid Het controleren of (een deel van) het elektriciteitsvoorzieningsysteem spanningloos is. 12. Ontladen Het afvoeren van lading van het vrijgeschakelde deel van het elektriciteitsvoorzieningsysteem. 13. Aarden Het tot stand brengen van een verbinding tussen aarde en het vrijgeschakelde deel van het elektriciteitsvoorzieningsysteem met behulp van een aardsnoer of aarder. 14. Kortsluiten Het tot stand brengen van een kortsluitvaste verbinding tussen twee of meer fasen van vrijgeschakelde delen van het elektriciteitsvoorzieningsysteem. 15. Aarden en Kortsluiten Het aarden en kortsluiten van delen van het elektriciteitsvoorzieningsysteem, waarbij de aardverbinding kortsluitvast is. 16. Zichtbaar aarden Het tot stand brengen van een verbinding tussen aarde en het vrijgeschakelde deel van het elektriciteitsvoorzieningsysteem, zichtbaar vanaf de werkplek. 17. Veiligstellen Het tot stand brengen van een veilige situatie door middel van vrijschakelen, controle op spanningloosheid, ontladen, aarden en kortsluiten, waarbij tevens de noodzakelijke blokkeringen, vergrendelingen en afschermingen worden aangebracht. 18. Doormeten Het controleren van een verbinding door middel van meetapparatuur. 19. Beproeven Het met verhoogde spanning onderzoeken op deugdelijkheid van de isolatie van een deel van het elektriciteitsvoorzieningsysteem. Onder beproeven wordt ook het meten met een megger begrepen. 20. Fasevergelijken Het vaststellen van fasegelijkheid tussen delen van het elektriciteitsvoorzieningsysteem, waarbij die delen van verschillende zijden worden gevoed. 21. Uitkleuren Het door middel van meting vaststellen van de juistheid van de (via montage) te maken verbindingen.
22. Blokkeren / vergrendelen Het verhinderen van de ongewilde werking van een schakelaar of scheider (beveiligen tegen ongewenste inschakeling); dit kan gebeuren door middel van blokkeren of vergrendelen (vergrendelen = blokkeren met slot) van het bedieningsmechanisme. Indien de installatie dit niet mogelijk maakt wordt het ter plaatse aanbrengen van bordjes “niet inschakelen” ook als blokkeren aangemerkt.
Bijlage 10 bij BEI BHS 2017
Bijlage 10: Het uit bedrijf nemen van een HS en/of MS-netdeel
Start
VS – uitschakelen
Scheiders – uitschakelen
Alleen in HS, indien verre
bedienbaar, aan 2 zijden lijn/
kabelaarder inschakelen
VS en
Scheiders aan beide
zijden verre-
bedienbaar?
Start werkplan
Door
minimaal
AVP
Door WV
Nee
Uitvoeren bedieningsplan HS/MS uit bedrijf nemen
Door BD
In opdracht van/met
toestemming van de BD:
Niet-verrebedienbare
elementen uitschakelen
Door BD
Vervolg werkplan
(VWI E103-203)
Melding aan WV als
WV aanvullende
acties verricht
Controle / Acceptatie
v/d overdrachtsituatie
Overdracht van BD
aan WV Door BD
Terugmelding
bedieningshandelingen
aan BD
Door
minimaal
AVP
In opdracht van WV:
blokkering aanbrengen
SCADA/EMS;
Eventueel blokkeren SWI
Eventueel inschakelen
overige aarding(en)
(indien deze verrebedien-
baar zijn)
Door BD
Goedgekeurd
bedienings-
plan
Ja
Bijlage 11a bij BEI BHS 2017
1
Bijlage 11a, blad 1: Het treffen van veiligheidsmaatregelen, het vrijgeven van de
werkplek en de start van de werkzaamheden in een HS- en/of
MS-netdeel
Van: bijlage 10a
(uitvoeren bedieningsplan)
Blokkeren, vergrendelen
van de volgens bedie-
ningsplan uitgeschakel-
de componenten.
Afwezigheid van de
bedrijfsspanning
vaststellen
Einde
Door minimaal AVP samen
met minimaal VP; bij lijnen
minimaal VPverbindingen
samen met VPverbindingen
Treffen veiligheidsmaatregelen
Door minimaal
AVP samen met
minimaal VP
Door minimaal
AVP samen met
minimaal VP
Aarden en kortsluiten
Naar blad 2
(vrijgave werkplek)
Door minimaal
AVP samen met
minimaal VP
Door minimaal
AVP samen met
minimaal VP
Bij lijnen en installaties:
aanbrengen werkaarding; bij
kabels is veiligheidsknippen
voldoende
Treffen van aanvul-
lende veiligheids-
maatregelen (linten,
kettingen, afscher-
ming)
Aarding zichtbaar
op de werkplek?
nee
Afwezigheid van de
bedrijfspanning vast-
stellen op de werk-
plek.
Door minimaal AVP samen
met minimaal VP; bij lijnen
minimaal VPverbindingen
samen met VPverbindingenja
Opdracht tot start
werkplan
Door WV aan
PL
Bijlage 11a bij BEI BHS 2017
2
Bijlage 11a, blad 2: Het treffen van veiligheidsmaatregelen, het vrijgeven van de
werkplek en de start van de werkzaamheden in een HS- en/of
MS-netdeel
Van: blad1(treffen veiligheidsmaat-
Regelen)
Start
werkzaamheden
Vrijgave werkplek
Door AVP die
heeft veilig
gesteld
Overeenstemming
dat de afgesproken
maatregelen volgens
het werkplan zijn
getroffen
Registreren van
de overdracht in
werkplan.
Door
minimaal VP
(PL)
Terug melden van de
genomen veiligheids-
maatregelen aan WV
Instructie aan de
ploeg
Door WV
samen met
AVP die heeft
veilig gesteld
Vrijgave veilige
werkplek aan (A)VP
(PL) of WV
Door WV
Opdracht tot start
werkzaamhedenDoor WV
Registreren van
uitgevoerde
maatregelen
Bijlage 11b bij BEI BHS 2017
1
Bijlage 11b: Het opheffen van veiligheidsmaatregelen in een HS en/of MS-netdeel
Opheffen veiligheidsmaatregelen
Start
Einde
Door WV
Door PL
Check of netdeel weer in
bedrijf kan; draagt
netdeel over aan BD
Opdracht aan AVP tot
opheffen veiligheids-
maatregelen
Door WV
Opheffen veilig-
heidsmaatregelen; meldt
dit gereed bij WV
Door AVP
Stelt vast dat werk klaar
is en werkplek is
ontruimd; meldt dit bij WV
Teruggave werkplek
Door PL of
WV-uitvoering
aan WV
Registreren van
de overdracht in
werkplan.
Naar bijlage 10b
(bedieningshandelingen)
Bijlage 12a bij BEI BHS 2017
Beheergrensoverschrijdende verbindingen
Bijlage 12a: Voorbereiding
(O)IV1, WV1, BD1, AVP1 = initiatief nemende partij
(O)IV2, WV2, BD2, AVP2 = andere partij
WV1 en WV2 kunnen dezelfde persoon zijn, mogelijk met één aanwijzing
AVP1 en AVP2 kunnen dezelfde persoon zijn, mogelijk met één aanwijzing
OIV1 en OIV 2 kunnen dezelfde persoon zijn, maar met twee aparte aanwijzingen (van
beide netbeheerders één)
Opdracht tot werk
Opstellen totaal
werkplan en
bedienplan door
initiërende partij
Input tbv totaal
werkplan en
bedienplan
Overleg tussen
(O)IV 1 en (O)IV 2
Overleg tussen
(O)IV 1 en (O)IV 2
Door WV1
en BD 1
Opstellen
werkplan en
bedienplan door
andere partij voor
eigen zijde
Door WV 2
en BD 2
Goedkeuren totaal
werkplan,
bedienplan
Goedkeuren eigen
werkplan,
bedienplan
Door (O)IV1
Door( O)IV 2
Verspreiden
werkplan en
bedienplan
Wachten op start
Door (O)IV 2
Bijlage 12b bij BEI BHS 2017
Beheergrensoverschrijdende verbindingen
Bijlage 12b: Uit bedrijf nemen en veiligstellen
Vraag om toestem-
ming tot uitvoeren
bedieningsplan aan
BD1
Check netsituatie Check netsituatie
Uitvoeren
bedieningsplan
Uitvoeren
bedieningsplan
Opdracht start
uitvoeringsplan
Door
minimaal
AVP1
Door WV1
Overdracht aan WV1 Overdracht aan WV2
Check overgedragen
situatie
Check overgedragen
situatie
Treffen
veiligheidsmaat-
regelen conform
bedrijfsvoorschrift
Treffen
veiligheidsmaat-
regelen conform
bedrijfsvoorschrift
Check op getroffen
veiligheidsmaat-
regelen
Check op getroffen
veiligheidsmaat-
regelen
Vrijgave werkplek,
Start werkzaameden
Door BD1
Door minimaal
AVP1 of BD1,
en overleg
tussen BD’s
Door BD1
Door WV1,
contact
tussen WV’s
Door
minimaal
AVP1
Door WV1,
contact
tussen WV’s
Door WV1
Door BD2
Door minimaal
AVP2 of BD2, en
overleg tussen
BD’s
Door BD2
Door WV2,
contact
tussen WV’s
Door
minimaal
AVP2
Door WV2,
contact
tussen WV’s
Vraag om toestem-
ming tot uitvoeren
bedieningsplan aan
BD2
Opdracht start
uitvoeringsplanDoor WV2
Door
minimaal
AVP2
Bijlage 12c bij BEI BHS 2017
Beheergrensoverschrijdende verbindingen
Bijlage 12c: Opheffen veiligheidsmaatregelen en in bedrijf nemen
Overleg over opheffen
veiligheidsmaat-
regelen
Overleg over opheffen
veiligheidsmaat-
regelen
Opheffen veiligheids-
maatregelen in
opdracht WV1
Opheffen veiligheids-
maatregelen in
opdracht WV2
Melding aan WV einde
werkzaamhedenDoor AVP1
Controle op
opgeheven veilig-
heidsmaatregelen
Controle op
opgeheven veilig-
heidsmaatregelen
Overdracht aan BD1 Overdracht aan BD2
Overleg Overleg
Uitvoeren
bedieningsplan,
contact tussen BD1 en
BD2
Uitvoeren
bedieningsplan,
contact tussen BD1 en
BD2
Door WV1 en
WV2
Door
minimaal AVP
1
Door WV1
Door WV1
Door BD1 en
BD2
Door BD1 of
minimaal AVP1 in
opdracht
Einde
WV1 = initiatiefnemende partij
WV2 = andere partij
BD1 = initiatiefnemende partij
BD2 = andere partij
Door WV1 en
WV2
Door
minimaal AVP
1
Door WV2
Door WV2
Door BD1 en
BD2
Door BD2 of
minimaal AVP2 in
opdracht
Bijlage 12d bij BEI BHS 2017
Beheergrensoverschrijdende verbindingen
Bijlage 12d: Uit bedrijf nemen en veiligstellen bij één bedieningsplan
voor beide zijden
Vraag om toestem-
ming tot uitvoeren
bedieningsplan aan
BD
Check netsituatie Check netsituatie
Uitvoeren
bedieningsplan
Uitvoeren
bedieningsplan
Opdracht start
uitvoeringsplan
Door
minimaal
AVP1
Door WV1
Overdracht aan WV1
Check overgedragen
situatie
Treffen
veiligheidsmaat-
regelen conform
bedrijfsvoorschrift
Check op getroffen
veiligheidsmaat-
regelen
Vrijgave werkplek,
Start werkzaameden
Door BD1
Door
minimaal AVP
of BD, overleg
tussen BD’s
Door BD1
Door WV1
Door
minimaal
AVP
Door WV1
Door WV1
Uitbedrijfname beheergrensoverschrijdende verbinding met één SP
voor beide zijden
WV1 = initiatiefnemende partij
BD1 = initiatiefnemende partij
BD2 = volgende partij
Door BD2
Door
minimaal AVP
of BD, overleg
tussen BD’s
Bijlage 12e bij BEI BHS 2017
Beheergrensoverschrijdende verbindingen
Bijlage 12e: Opheffen veiligheidsmaatregelen en in bedrijf nemen bij één
bedieningsplan voor beide zijden
Opdracht tot opheffen
veiligheids-
maatregelen
Opheffen veiligheids-
maatregelen in
opdracht WV1
Melding aan WV einde
werkzaamhedenDoor AVP
Controle op
opgeheven veilig-
heidsmaatregelen
Overdracht aan BD1
of OIV1
Overleg Overleg
Uitvoeren
bedieningsplan,
contact tussen BD1 en
BD2
Uitvoeren
bedieningsplan,
contact tussen BD1 en
BD2
Door WV1
Door
minimaal AVP
stations
Door WV1
Door WV1
Door BD1 en
BD2
Door BD1 of
minimaal AVP in
opdracht
In bedrijfname beheergrensoverschrijdende verbinding met één SP
aan beide zijden
Einde
WV1 = initiatiefnemende partij
BD1 = initiatiefnemende partij
BD2 = volgende partij
Door BD1 en
BD2
Door BD2 of
minimaal AVP in
opdracht
Bijlage 13 bij BEI BHS 2017
Aanwijzing BEI BHS als bedoeld in artikel 3lid 1 van de Arbo-wet en artikel 3 van de BEI BHS
in het kader van de BEI BHS ( Bedrijfsvoering van elektrische installaties Branche Hoogspanning)
Naam
Geboortedatum
Personeelsnummer
Functie
Bedrijfsonderdeel
Bedrijf
Bovengenoemde medewerker is in het kader van de BEI BHS
met ingang van …………… tot ………….. (einddatum van de
geldigheidstermijn)
op grond van opleiding, ervaring, en een overeenkomstig Stipel-PCE-certificaat aangewezen volgens onderstaande
omschrijving:
Toepassingsgebied:
Aanwijzing:
Bijzonderheden:
Met het verstrekken van deze aanwijzing vervallen alle voorgaande aanwijzingen in het kader van
de BEI BHS, of daarmee gelijkwaardige normen en voorschriften.
Handtekening van of namens de werkgever
Naam Datum
De aangewezen medewerker verklaart dat:
- hij/zij de bij deze aanwijzing behorende opleidingen en instructies heeft gevolgd, en - hij/zij bekend is met de BEI BHS inclusief de veiligheidswerkinstructies, en de van toepassing zijnde bedrijfsspecifieke procedures en veiligheidswerkinstructies, en
- hij/zij bekend is met de werkzaamheden en de daarbij behorende veiligheidsmaatregelen, en
- hij/zij beschikt over de bijbehorende gereedschappen, hulpmiddelen en (persoonlijke) beschermingsmiddelen - hij/zij deze aanwijzing accepteert.
Datum en handtekening aangewezen medewerker:
Bijlage 14 bij BEI BHS 2017
Raamopdracht BEI-BHS
Bestemd voor : ……………………………… van bedrijf …………………………………..
Personeelsnummer : ……………………….
Functie : ……………………….
BEI- aanwijzing : …………………….…
Geldigheidsduur : ………………….……
Geldigheidsgebied : ……………………….
Omschrijving bedieningshandelingen:
Omschrijving werkzaamheden:
Aanvullingen:
1. Deze raamopdracht is alleen geldig voor bovengenoemde bedieningshandeling(en) en/of
werkzaamheden, en bij werkzaamheden altijd in combinatie met de betreffende
veiligheidswerkinstructie(s).
2. Indien activiteiten via deze raamopdracht door meerdere personen met een aanwijzing worden
uitgevoerd, fungeert de persoon met de hoogste aanwijzing (alle typen VP of AVP) als ploegleider.
Bij gelijke aanwijzingen gaat diegene als ploegleider fungeren, die de werkopdracht heeft
ontvangen.
3. De WV neemt, op een nader door het bedrijf te bepalen wijze, kennis van de door de
opdrachtnemer op basis van deze raamopdracht uitgevoerde activiteiten.
4. Een eventuele eerder uitgeschreven raamopdracht is hierbij vervallen.
Akkoord WV voor raamopdracht:
Naam : ………….……………………………… Paraaf: ……………………………. : ……………………………………………….
Datum : …………………………………………
Opdrachtnemer verklaart dat de aan hem/haar verstrekte raamopdracht duidelijk is, dat hij/zij akkoord gaat
met deze raamopdracht en dat hij/zij deze zal naleven:
Handtekening opdrachtnemer:
……………………………………………………Datum………………………
Bijlage 15 bij BEI BHS 2017
Registratie van instructie bij toegang tot elektrische bedrijfsruimten
Behandelde onderwerpen
□ Personen met een pacemaker worden niet toegelaten
□ Plaats en aard van de uit te voeren werkzaamheden
□ Werkspecifieke gevaren en risico's
□ Naderen van open spanning
□ Afbakening en toegang tot de werkplek
□ Voorschriften netbeheerder, waarschuwingsborden, signalen
□ Gebruik goedgekeurde arbeidsmiddelen
□ Te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen, afhankelijk van het werk en de
plaats:
o Helm
o Veiligheidsschoeisel
o Brandvertragende kleding
o Veiligheidsbril
o ………….
□ Aanvullende procedures, voorschriften, tekeningen
□ Hoe te handelen bij calamiteiten of ongevallen: o.a. verzamelplaats, EHBO
middelen, gebruik telefoon
□ Eventueel mogelijke gevaren voor overige aanwezigen
□ Procedure in- en uit melden
□ Verbod op alcoholhoudende dranken en/of drugs
Aanvullende onderwerpen
□ ---------------------------------------------------------------------------------------------
□ ---------------------------------------------------------------------------------------------
□ ---------------------------------------------------------------------------------------------
Locatie: ----------------------------------------------------------------------------------
Toegangsinstructie gegeven door:
Naam ------------------------------------------------------------------------------------
Afdeling ------------------------------------------------------------------------------------
Functie ------------------------------------------------------------------------------------
Datum en handtekening ------------------------------------------
Ontvanger instructie:
Naam ------------------------------------------------------------------------------------
Functie ------------------------------------------------------------------------------------
Bedrijf ------------------------------------------------------------------------------------
Datum en handtekening ------------------------------------------
Bijlage 16 bij BEI BHS 2017
1
Citaten uit het Arbeidsomstandighedenbesluit F.1 Artikel 3.2 Algemene vereisten 1. Arbeidsplaatsen zijn veilig toegankelijk en kunnen veilig worden verlaten. Ze worden zodanig
ontworpen, gebouwd, uitgerust, in bedrijf gesteld, gebruikt en onderhouden, dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen. Voorts worden zij zindelijk, zoveel mogelijk vrij van stof en voor zover de veiligheid van de arbeidsplaats dat vereist, ordelijk gehouden.
2. Regelmatig wordt gecontroleerd of de op de arbeidsplaats ter bescherming van de werknemers aanwezige voorzieningen en genomen maatregelen nog adequaat functioneren. 3. Geconstateerde gebreken met betrekking tot de in het tweede lid bedoelde voorzieningen en maatregelen die de veiligheid of de gezondheid kunnen beïnvloeden, worden zo snel mogelijk hersteld.
F.2 Artikel 3.4 Elektrische installaties 1. Elektrische installaties zijn zodanig ontworpen, ingericht, aangelegd, onderhouden en gekenmerkt,
dat een veilig gebruik van elektriciteit zo goed mogelijk is gewaarborgd. Hiertoe zijn de nodige voorzieningen en beschermingsmaatregelen aangebracht. Daarbij is rekening gehouden met bijzondere eisen die kunnen voortkomen uit de wijze van het gebruik, de gebruiksomstandigheden, de te verwachten uitwendige invloeden en onderhoudswerkzaamheden.
2. In een elektrische installatie zijn doeltreffende maatregelen genomen tegen het gevaar van brand, ontploffing, directe en indirecte aanraking en te dichte nadering. 3. Van iedere elektrische installatie zijn duidelijke, steeds bijgewerkte schema’s beschikbaar alsmede alle overige gegevens die nodig zijn voor een veilig gebruik van de elektrische installatie. 4. Het derde lid is niet van toepassing op elektrische installaties voor laagspanning van beperkte omvang.
F.3 Artikel 3.5 Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden aan of nabij een elektrische installatie 1. Elektrotechnische werkzaamheden en bedieningswerkzaamheden die gevaren kunnen opleveren, worden door deskundige, voldoend onderrichte en daartoe bevoegde werknemers uitgevoerd. 2. Een ruimte waarin zich een elektrische installatie voor hoogspanning bevindt waarvan de delen niet
of onvoldoende zijn beschermd tegen direkte of indirekte aanraking dan wel te dichte nadering, wordt slechts betreden in aanwezigheid van een tweede daartoe bevoegd persoon.
3. Werkzaamheden aan of in de nabijheid van een elektrische installatie worden slechts uitgevoerd,
indien de installatie of het gedeelte waaraan of in de nabijheid waarvan wordt gewerkt, spanningsloos is.
4. De daartoe bevoegde werknemer neemt doeltreffende maatregelen om een veilig verloop van de werkzaamheden te waarborgen.
Bijlage 16 bij BEI BHS 2017
2
5. Het derde lid is niet van toepassing op werkzaamheden die worden verricht aan of in de nabijheid van een elektrische laagspanningsinstallatie, indien:
a. de dringende noodzaak van het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden is
aangetoond; b. tot het uitvoeren van die werkzaamheden door de daartoe bevoegde werknemer
uitdrukkelijk opdracht is gegeven, en c. de installatie tevens geschikt is voor het onder spanning uitvoeren van die
werkzaamheden en door de daartoe bevoegde werknemer doeltreffende maatregelen zijn genomen om de aan die werkzaamheden verbonden gevaren te voorkomen.
6. Het derde lid is niet van toepassing op werkzaamheden die worden uitgevoerd aan of in de nabijheid van een elektrische installatie voor hoogspanning, bestaande uit:
a. het nemen en opheffen van veiligheidsmaatregelen, waaronder begrepen het met
geschikt materieel knippen of schieten van kabels;
b. het uitvoeren van metingen en beproevingen, of
c. het reinigen van elektrisch materieel.
7. Werkzaamheden bestaande uit het reinigen van elektrisch materieel in een elektrische installatie voor hoogspanning als bedoeld in het zesde lid, onder c, worden slechts uitgevoerd, indien:
a. tot het uitvoeren van die werkzaamheden door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk
opdracht is gegeven;
b. gebruik wordt gemaakt van de voor deze werkzaamheden geschikte arbeidsmiddelen,
reinigingsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, en c. de werknemers zich met de arbeidsmiddelen waarmee zij fysiek in contact staan, niet
behoeven te begeven in de gevarenzone van de installatie of delen daarvan die onder
spanning staan.
Bijlage 17 bij BEI BHS 2017
Opgesteld door: Procedure eigenaar: Goedgekeurd door:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Taakgroep Infrastructuur
Omgaan met SF6-schakelinstallaties 1. Algemeen Bij het betreden van elektrische bedrijfsruimtes met SF6 gevulde schakelinstallaties moet blootstelling aan (vervuild) SF6-gas worden voorkomen of tot een minimum worden beperkt. SF6-gas wordt toegepast als isolatie- en blusmedium in diverse hoog- en middenspannings-installaties. Zuiver SF6-gas is niet giftig, is kleur, reuk- en smaakloos, onbrandbaar en 5,1x zwaarder dan lucht. Het zal zich bij lekkage dus verzamelen in kelders en kruipruimtes. Het betreden van dergelijke ruimten zonder vooraf te meten is verboden. Bij hoge temperaturen komen er giftige ontledingsproducten vrij. ( bijv. tijdens belast schakelen indien SF6-gas als blusmedium wordt gebruikt). Vermijd dat warmtebronnen vrij SF6 kunnen ontleden. Roken in ruimtes met SF6 apparatuur is dus strikt verboden.
In installaties waar SF6 uitsluitend als isolatiemedium worden gebruikt, komt bij lekkage alleen zuiver SF6 gas vrij. In installaties waar SF6-gas naast isolatiemedium ook als blusmedium wordt gebruikt; kan in geval van een lekkage ook vervuild SF6 gas vrijkomen.
2. Betreden van ruimten met een SF6 gevulde schakelinstallatie 2.1.Ruimten met 10kV en 20kV installaties waar SF6 alleen als isolatiemedium wordt gebruikt. De te betreden ruimte moet vooraf worden geventileerd. Gezien de relatief geringe hoeveelheden SF6 gas en de toepassing als isolatiemedium zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen niet noodzakelijk. Bij reguliere onderhoud moet een SF6 gevulde installatie worden gecontroleerd op lekkages.
2.2. Ruimten met 50kV, 110kV ,150kV, 220 kV en 380 kV –installaties, en ruimtes waar 10 of 20 kv installaties staan opgesteld waarbij SF6 ook als schakelgas wordt gebruikt. De te betreden ruimte moet vooraf worden geventileerd. Indien er geen continumeting is aangebracht moet men laag aan de grond meten met behulp van een handdetector; bij overschrijding van de bovengenoemde grenswaardes dient men de volgende maatregelen te nemen:
gebruik adembescherming (ABEK-filter);
extra ventileren en regelmatig blijven meten tot de concentratie onder de grens-waarde is gekomen;
lek lokaliseren en laten repareren door specialistisch bedrijf. 3. Maatregelen tegen blootstelling aan vervuild SF6 gas In de ARBO catalogus is nader beschreven hoe moet worden gehandeld als blootstelling aan vervuild SF6 of poedervormige ontledingsproducten mogelijk is. Zie ook veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006 zwavelhexafluoride. De werkzaamheden mogen uitsluitend door gespecialiseerde bedrijven worden uitgevoerd, of door daarvoor zorgvuldig opgeleide eigen medewerkers. Voorafgaande aan het betreden moet de SF6 concentratie worden gemeten; als deze hoger is dan 60 mg/m3 (10 ppm) mag de ruimte niet worden betreden. In dat geval moet er worden geventileerd, zo mogelijk mechanisch (via vaste of mobiele installatie). Daarnaast moet de locatie worden ontruimd en moeten veiligheidszones worden ingesteld. Er mag met werkzaamheden worden begonnen als de SF6 concentratie lager is dan 60 mg/m3 (10 ppm); vervolgens moet continu worden blijven gemeten; bij te hoge concentratie moet de ruimte direct worden verlaten. SF6–gas mag niet in de vrije ruimte worden geloosd (i.v.m. broeikaseffect) maar moet worden afgetapt in een mobiele gasbehandelingsunit (terugwinning).
4. Referenties en bijlagen
- NEN-EN-IEC 60480 “Leidraad voor de controle en behandeling van zwavelhexafluoride (SF6) in
Bijlage 17 bij BEI BHS 2017
Opgesteld door: Procedure eigenaar: Goedgekeurd door:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Taakgroep Infrastructuur
gebruik in elektrische materieel en specificaties voor het hergebruik” (IEC 60480:2004,IDT) - Arbocatalagus “blootstelling aan (vervuild) SF6 gas”
Bijlage 18 bij BEI BHS 2017
Werkzaamheden in nauwe geleidende ruimten Deze bijlage 18 van de BEI BHS betreft de letterlijke tekst van artikel 6.101.1 van de NEN 3140. Strikt genomen gaat artikel 6.101.1 over laagspanning. Er kunnen zich echter situaties voordoen, dat wordt gewerkt aan bijvoorbeeld MS of HS kabels in besloten ruimtes (zoals kruipruimtes). Voor de veiligheid op de werkplek is het dan noodzakelijk dat passende maatregelen worden getroffen. 6.101.1 Werkzaamheden in nauwe geleidende ruimten Bepalend is dat de persoon voortdurend in contact is met metalen of andere geleidende delen en zich moeilijk kan onttrekken aan gevaar. Een voorbeeld van een ander geleidend deel is een vochtige bodem. Nauwe geleidende ruimten kunnen voorkomen in kruipruimten, in tanks, vaten, ketels, onder machines, en in staalconstructies. 6.101.1.1 Onder spanning werken, ook aan SELV-, PELV en FELV-ketens, is niet toegelaten. 6.101.1.2 Verplaatsbaar elektrisch materieel moet zijn uitgevoerd met een ingebouwde voedingsbron. Als dit niet mogelijk is moet het verplaatsbare materieel zijn opgenomen in een SELV-keten. Als dit ook niet mogelijk is moet het verplaatsbare materieel zijn opgenomen in een S-keten. Bij toepassing van S-ketens moet gelijktijdig aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: a) in een keten mag slechts één verplaatsbaar toestel zijn opgenomen en b) dit toestel moet van klasse II zijn. OPMERKING Een beschermingstransformator voor de voeding van een S-keten kan meer dan één secundaire wikkeling hebben. In een nauwe geleidende ruimte mag slechts één contactdoos per secundaire wikkeling worden aangesloten.
Als toestellen van klasse II niet verkrijgbaar zijn mogen toestellen van klasse I zijn toegepast, mits de handgrepen en bedieningsorganen van isolatiemateriaal zijn of met een deugdelijke isolerende laag zijn bekleed. In beide gevallen moet de isolatie ten minste voldoen aan de eisen voor extra isolatie. 6.101.1.3 Handlampen mogen niet zijn opgenomen in S-ketens. Handlampen met gasontladingsbuizen moeten zo zijn uitgevoerd dat het voor het functioneren van de lamp noodzakelijke materieel in de handlamp is opgenomen.
6.101.1.4 Materieel voor het voeden van SELV-ketens of S-ketens mag niet in de aansluitleiding of de contactstop zijn opgenomen. 6.101.1.5 Verplaatsbare voedingsbronnen van SELV-ketens en S-ketens moeten buiten de nauwe geleidende ruimte zijn geplaatst. 6.101.1.6 Het bepaalde in 6.101.1.2 geldt niet voor verplaatsbaar elektrisch materieel dat door de grootte van zijn vermogen geen deel kan uitmaken van een SELV- of S-keten. In dat geval mag verplaatsbaar elektrisch materieel van klasse I worden gebruikt, mits: a) dit materieel geen elektrisch handgereedschap is, b) dit materieel deel uitmaakt van een eindgroep van een TN- of TT-stelsel, beveiligd door een aardlekschakelaar met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA, c) de aardlekschakelaar dagelijks voor de aanvang van de werkzaamheden met de testknop wordt beproefd, d) het materieel uitsluitend in spanningsloze toestand wordt aangeraakt of verplaatst en e) extra maatregelen worden genomen waardoor de leidingen niet kunnen worden beschadigd. 6.101.1.7 Het bepaalde in 6.101.1.2 geldt niet voor elektrische lastoestellen mits: a) de lastransformatoren buiten de nauwe geleidende ruimte zijn geplaatst en b) de nullastspanning van de lasketen niet hoger is dan de spanning in SELV-ketens.
Bijlage 19 bij BEI BHS 2017
1
Afschermingsniveau’s en gedragsregels bij HS- en MS-installaties In Nederland is er een grote verscheidenheid aan HS- en MS-installaties; zowel gesloten, semi-gesloten als
open installaties komen in grote getale voor.
Het is de verantwoordelijkheid van de IV om vast te stellen, op basis van de BEI BHS, het Arbobesluit en de
normen NEN EN IEC 61936-1 en NEN EN 50522, hoe er moet worden omgegaan met de (verscheidenheid
aan) installaties. Daarbij moet de IV zich baseren op de uniforme interpretatie van genoemde regelgevingen
zoals die in deze bijlage 19 is vastgelegd.
In deze bijlage wordt in artikel 1 uitgegaan van de bestaande regelgeving en daar wordt in artikel 2 verdere
invulling aan gegeven. In artikel 3 zijn de begrippen (definities) “voldoende afgeschermde installaties”,
“beperkt afgeschermde installaties” en “onvoldoend afgeschermde installaties” nader uitgewerkt en van
voorbeelden voorzien.
Beperkt afgeschermde installaties zijn apart beschreven in artikel 4, inclusief de voorwaarden,
maatvoeringen en de bijbehorende maatregelen.
1. Bestaande regelgeving
Het Arbobesluit van 1-1-2008 bepaalt dat: “een ruimte waarin zich een elektrische installatie voor
hoogspanning (> 1000V wisselspanning of > 1500V gelijkspanning) bevindt waarvan de delen niet of
onvoldoende zijn beschermd tegen directe of indirecte aanraking dan wel te dichte nadering, slechts mag
worden betreden in aanwezigheid van een tweede daartoe bevoegd persoon”.
Dit is van toepassing op alle soorten activiteiten in deze ruimte (dus ook bijv. op schouwen, meteropname
e.d.).
Van belang is ook artikel 6.1.0.203 in de NEN 3840, dit artikel geeft aan:
“Voor het bepalen van de gevarenzone en de nabijheidzone moet worden uitgegaan van tabel A.1.
Daar waar deze tabel in negatieve zin afwijkt van de installatienorm (NEN 1041) moet per situatie
worden bepaald of constructieve of procedurele maatregelen moeten worden genomen voor de
delen die niet of onvoldoende zijn beschermd tegen directe of indirecte aanraking dan wel te
dichte nadering”.
Genoemde tabel A.1 is als bijlage 8 opgenomen bij de BEI BHS.
2. Uitwerking BEI BHS
Een netbeheerder E (elektriciteit) exploiteert één of meer elektriciteitsvoorzieningsystemen en is
verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering hiervan; tot deze systemen behoren elektrische bedrijfsruimten.
Een elektrische bedrijfsruimte is een ruimte of plaats met elektrisch materieel dat voornamelijk is bestemd
voor het bedrijf van een elektrische installatie.
Een dergelijke ruimte is afgesloten en alleen personen met een aanwijzing mogen deze zelfstandig openen en
betreden (voor details en uitzonderingen zie de BEI BHS).
Het openen van de deuren van een niet-betreedbaar station wordt, in het kader van deze bijlage, gelijk
gesteld met het betreden van betreedbare stations.
Door de aanwezigheid van gekwalificeerd personeel, én het feit dat het afgesloten elektrische
bedrijfsruimten betreft, is gedeeltelijke bescherming (tegen directe of indirecte aanraking dan wel te dichte
nadering) toegestaan.
Deze gedeeltelijke bescherming betekent echter wel dat de nabijheidszone bereikbaar is.
Als gedeeltelijke bescherming nader wordt geïnterpreteerd en vastgelegd in aanvullende voorwaarden en
maatvoeringen (zie artikel 4) ontstaat de situatie dat bij toepassing hiervan deze gedeeltelijke bescherming
dan is te waarderen als voldoende aanvaardbaar en is te definiëren als “beperkte afscherming”.
Door het treffen van procedurele maatregelen (zie artikel 4.5) kunnen elektrische bedrijfsruimten met
“beperkt afgeschermde installaties” dan op een veiligheidstechnisch verantwoorde wijze door één bevoegde
medewerker worden betreden. Kennis van deze procedurele maatregelen is vereist voor alle personen met
een HS- of MS-aanwijzing.
Toepassing
Deze bijlage is van toepassing op alle HS- en MS- installaties, zowel bij opstellingen binnen als in de open
lucht, en geldt ook bij LS-activiteiten in z.g. gecombineerde stations (LS en MS in één ruimte).
Opmerking
Bijlage 19 bij BEI BHS 2017
2
Deze bijlage geeft aan dat de mate van afscherming van de installaties bepalend is voor de noodzakelijke
aanwezigheid van één of twee medewerkers. Het kan echter ook op grond van andere procedures en/of
(veiligheids)werkinstructies vereist zijn om bepaalde activiteiten met meer dan één bevoegde medewerker
uit te voeren.
3. Uitgangspunten, definities en voorbeelden
De volgende definities zijn van toepassing:
- Voldoende afgeschermde installaties (ook wel aangeduid als gesloten installaties): bij
deze installaties kan de nabijheidszone en de gevarenzone niet worden bereikt; hier is betreden
van de ruimte door 1 persoon met een aanwijzing toegestaan.
- Beperkt afgeschermde installaties (ook wel aangeduid als semi-gesloten installaties): bij
deze installaties kan de nabijheidszone in bepaalde situaties en op bepaalde manieren worden
bereikt; deze installaties worden geacht hetzelfde veiligheidsniveau als voldoende afgeschermde
installaties te hebben, maar alleen als een aantal procedurele maatregelen wordt genomen. Door deze
procedurele maatregelen wordt het uitgesloten geacht dat de gevarenzone wordt bereikt. Daarmee is
betreden van de ruimte door 1 persoon met een aanwijzing dan toegestaan.
- Onvoldoende afgeschermde installaties (ook wel aangeduid als open installaties): deze
installaties hebben een vrij bereikbare gevarenzone; die bereikbaarheid is ook niet te
voorkomen met behulp van procedurele maatregelen. Hier is betreden van de ruimte met 2
personen met een aanwijzing vereist.
Het openen van celdeuren, panelen, e.d. heft meestal de afscherming op. Indien dit gebeurt moet hier dus een
tweede bevoegde persoon bij aanwezig zijn (als na het verwijderen van een paneel de afscherming wel intact
blijft, bijvoorbeeld bij een SVS-installatie, is 1 persoon voldoende).
Indien niet voldaan wordt aan de definities van voldoende afgeschermde installaties of beperkt afgeschermde
installaties (inclusief de in artikel 4 genoemde uitvoeringsvormen, voorwaarden of maatvoeringen) behoren
installaties tot de onvoldoende afgeschermde installaties.
Installaties waarvan beschermingsvoorzieningen zijn verwijderd of ontbreken vallen altijd onder de
onvoldoende afgeschermde installaties (geldt niet voor de in de vorige alinea genoemde uitzondering).
Bij niet in deze procedure genoemde installaties, onvolledige installaties en afwijkende installaties bepaalt de
IV de definiëring ervan.
Voorbeelden van voldoende afgeschermde MS-installaties zijn:
- ABB EML / Safering / Univer G12/II, ABB ZS1 10 kV en 20 kV, Alstom AHA,
- BBC/ABB DB10/Badr, Calor Emag, COQ, Driesscher Mipak,
- HV- en HC- Capitôle, Krone KES, Magnefix MX, MY, MMS,
- Reyrolle HF/HS, Siemens, FMX, SVS, Xiria,
- Magnefix MD en MF, indien alle schakelkappen en/of stofkappen zijn aangebracht (de
kortstondige verwijdering van een schakelkap of stofkap tijdens bedieningswerkzaamheden wordt
geacht geen invloed te hebben op de definiëring als voldoende afgeschermd van deze installaties).
Voorbeelden van voldoende afgeschermde HS-installaties zijn:
- COQ 0-3-50 (50 kV), Sprecher (50 en 150 kV: diverse typen HFG),
- Holec ( 150 kV: BISEP, 50 kV: L-SEP, 110/150 kV: TRISEP),
- VA-TECH ELIN HOLEC (150 kV: L-SEP 170), AREVA Alstom (50 kV; WIB...).
Voorbeelden van onvoldoende afgeschermde HS-installaties zijn:
- BBC (50 kV: divere typen DB, DBG, EDF, ELF, TR), Alstom (150 kV: CIN),
- ABB (50 kV: divere typen EDF, 150 kV: divere typen HPL),
- Delle (50 kV: divere typen HPGE, 150 kV: divere typen OR 2M, PK 2A),
- Delle Alsthom(150 kV: divere typen OR 2M, PK 2A, PK 2B),
- Merlin Gerin (50 kV: divere typen PNA, PPM, PPMA, 150 kV: divere typen FA, PPT).
Bovenstaande opsommingen zijn niet volledig en bevatten slechts voorbeelden; elke IV moet binnen zijn
electriciteitsvoorzieningsysteem bepalen welke installaties tot de voldoende of onvoldoende afgeschermde
installaties behoren.
Bijlage 19 bij BEI BHS 2017
3
4. Beperkt afgeschermde installaties
4.1. Nabijheidszone
Bij de bepaling of een installatie mogelijk kan behoren tot de beperkt afgeschermde installaties wordt
uitgegaan van de begrippen DL en DV zoals ook is opgenomen in artikel 2.3.7 van de BEI BHS, met daarin
onderstaande figuur.
Hierin is zichtbaar gemaakt dat er voor een isolerend beveiligingsmiddel van voldoende afmetingen geen
sprake meer is van een nabijheidszone (men bevindt zich dan buiten de nabijheidszone).
Dat uitgangspunt wordt in deze bijlage aangepast door:
- aan de maatvoering bepaalde minimum eisen toe te kennen, en
- ook een geaard beveiligingsmiddel toe te staan.
In artikel 4.2 (MS) en 4.3 (HS) is bovenstaand uitgangspunt in de maatvoering verder uitgewerkt.
Indien voldaan is aan deze voorwaarden en maatvoeringen worden installaties (of delen daarvan) als beperkt
afgeschermde MS- en HS-installaties gedefinieerd.
Bij de vaststelling van een beperkt afgeschermde installatie mag het aangegeven beveiligingsmiddel: - een afscherming zijn met een bepaalde minimum maatvoering zoals in artikel 4.2 en 4.3 is vastgelegd. - niet alleen een isolerende, maar ook een geaarde afscherming zijn.
Bijlage 19 bij BEI BHS 2017
4
4.2. Maatvoering bij beperkt afgeschermde MS-installaties
MS-installaties, die niet kunnen worden gedefinieerd als voldoende afgeschermd, worden geacht te behoren
tot de beperkt afgeschermde installaties indien aan de onderstaande aanvullende voorwaarden en
maatvoeringen wordt voldaan.
Zie ook onderaan dit artikel 4.2:
- de tabel (voor maatvoeringen die afhankelijk zijn van de hoogte van de bedrijfsspanning), en
- de tekening (voor een verdere verduidelijking).
De aanvullende voorwaarden en maatvoeringen zijn:
- met betrekking tot verticale benadering (omhoog) van blanke delen van installaties:
o blanke delen bevinden zich buiten bereik d.w.z. boven een afstand a (DL + 155 mm) ,
gemeten vanaf de werkvloer (= het vlak waar men zonder hulpmiddelen op staat of op kan
gaan staan), of
o de afschermingen “bedekken” geheel de blanke delen die zich binnen die afstand a,
gemeten vanaf de werkvloer, bevinden.
- met betrekking tot verticale benadering (omlaag, bijv. in windmolens) van blanke delen van
installaties:
o blanke delen zijn voorzien van een volledige afscherming die mechanisch voldoende sterk
is om vallende personen buiten de nabijheidszone te houden.
- met betrekking tot horizontale benadering van blanke delen van installaties:
o de verticale afschermingen zijn aanwezig, tenminste vanaf een hoogte van 850 mm en
tenminste tot een hoogte van 1800 mm, én
o de afschermingen “bedekken” de blanke delen over een (verticaal) oppervlak dat aan de
onderkant en aan de zijkanten tenminste 100 mm groter is dan het denkbeeldige vlak
waarachter de blanke delen zich bevinden.
- met betrekking tot de genoemde afschermingen, afstanden en maatvoeringen:
o de afschermingen moeten in de diverse situaties voor hun doel geschikt zijn; dit betekent
in ieder geval: degelijk en mechanisch voldoende sterk (bestand tegen vallende of
struikelende personen).
o de blanke delen zijn voorzien van afschermingen (dichte, glazen of draadgazen
hekken/deuren/schotten); bij draaibare/ verplaatsbare hekken/ deuren/schotten zijn deze
voorzien van een aardverbinding (litze) met de vaste, geaarde delen; bij draadgazen
hekken/ deuren/schotten zijn deze voorzien van mazen met een maximale maasgrootte van
10 cm2, én
o de blanke delen bevinden zich minimaal op een afstand b (DL + 100 mm) achter de
afscherming, én
o schuin geplaatste afschermingen dienen in de geest van bovenstaande voorwaarden en
maatvoeringen te zijn geplaatst, zodat deze dezelfde mate van afscherming opleveren als
bovengenoemde verticale of horizontale afschermingen.
- met betrekking tot transformatoren (voor zover niet gesitueerd achter afschermingen):
o de MS-aansluitingen zijn afgeschermd; dit mag ook een afscherming zijn tegen toevallige
aanraking (zoals bijvoorbeeld IEO-kappen).
Bovenstaande voorwaarden en maatvoeringen kunnen ook betrekking hebben op een deel van een MS-
terrein of MS-station; alleen voor dat deel zijn dan de daarbijbehorende toegangsregels van toepassing.
Elke IV moet binnen zijn electriciteitsvoorzieningsysteem bepalen welke installaties tot de beperkt
afgeschermde installaties behoren.
NB: Tengevolge van de gekozen maatvoeringen kunnen personen zich (strikt genomen) in de
nabijheidszone bevinden; dit is bijvoorbeeld het geval als men voor bepaalde hekjes staat die
een hoogte hebben van 850 tot 1800 mm.
Bijlage 19 bij BEI BHS 2017
5
bij 10
kV
bij 15
kV
bij 20
kV
bij 25
kV
afstand a in mm >2750 >3150 >3750 >4250
afstand b in mm >220 >260 >320 >370
Bijlage 19 bij BEI BHS 2017
6
4.3. Maatvoering bij beperkt afgeschermde HS-installaties. HS-installaties, die niet kunnen worden gedefinieerd als voldoende afgeschermd, worden geacht te behoren
tot de beperkt afgeschermde installaties indien aan de volgende aanvullende voorwaarden en maatvoeringen
wordt voldaan:
- met betrekking tot verticale benadering (omhoog) van blanke delen van installaties:
o de geaarde constructies waarop de installaties zijn gemonteerd (bijv. voetplaat isolatoren,
onderzijde voetflens, geaarde zijde isolatiemiddel) bevinden zich op een minimum hoogte
van 2200 mm.
- met betrekking tot horizontale benadering van blanke delen van installaties:
o de verticale afschermingen zijn aanwezig, tenminste vanaf een hoogte van 850 mm en
tenminste tot een hoogte van 1800 mm, én
o de afschermingen “bedekken” de blanke delen over een (verticaal) oppervlak dat aan de
onderkant en aan de zijkanten 100 mm groter is dan het denkbeeldige vlak waarachter de
blanke delen zich bevinden.
- met betrekking tot genoemde afschermingen, afstanden en maatvoeringen:
o de afschermingen moeten in de diverse situaties voor hun doel geschikt zijn; dit betekent
in ieder geval: degelijk en mechanisch voldoende sterk (bestand tegen vallende of
struikelende personen).
o de blanke delen zijn voorzien van afschermingen (dichte, glazen of draadgazen
hekken/deuren/schotten); bij draaibare/ verplaatsbare hekken/ deuren/schotten zijn deze
voorzien van een aardverbinding (litze) met de vaste, geaarde delen; bij draadgazen
hekken/ deuren/schotten zijn deze voorzien van mazen met een maximale lengte en
breedte van 50 mm, én
o de blanke delen bevinden zich minimaal op een afstand DL + 100 mm achter de
afscherming, én
o schuin geplaatste afschermingen dienen in de geest van bovenstaande voorwaarden en
maatvoeringen te zijn geplaatst, zodat deze dezelfde mate van afscherming opleveren als
bovengenoemde verticale of horizontale afschermingen.
Bovenstaande voorwaarden en maatvoeringen kunnen ook betrekking hebben op een deel van een HS-terrein
of HS-station; alleen voor dat deel zijn dan de daarbijbehorende toegangsregels van toepassing.
Elke IV moet binnen zijn electriciteitsvoorzieningsysteem bepalen welke installaties tot de beperkt
afgeschermde installaties behoren.
NB: Tengevolge van de gekozen maatvoeringen kunnen personen zich (strikt genomen) in de
nabijheidszone bevinden; dit is bijvoorbeeld het geval als men voor bepaalde hekjes staat die
een hoogte hebben van 850 tot 1800 mm.
Bijlage 19 bij BEI BHS 2017
7
4.4. Procedurele maatregelen
Bij de betreding door één persoon van een station met een beperkt afgeschermde installatie zijn de volgende
aanvullende veiligheidsregels, maatregelen, voorwaarden en werkwijzen van kracht:
- de medewerker heeft kennis van deze bijlage 19;
- de medewerker verlaat onmiddellijk het station indien de situatie anders (d.w.z. minder qua
afscherming ) is dan is aangenomen;
- de medewerker houdt altijd voldoende afstand tot open spanningsvoerende delen (tabel A.1.);
- bestaande afschermingen (ook deuren, hekken, e.d.) blijven dicht;
- de medewerker blijft op de werkvloer (niet klimmen, springen, e.d.);
- de medewerker beweegt zich zodanig dat de hoogst aanwezige onderkant van de aangebrachte
afscherming(en) zich ten hoogste bevindt op ooghoogte van de medewerker (dit voorkomt dat de
medewerker zich onder een afscherming / hek door tot bij een installatie beweegt).
- de medewerker brengt geen hulpstukken, gereedschappen, apparatuur, e.d. aan achter de
afschermingen.
- het (denkbeeldige) vlak waar de afscherming deel van uitmaakt wordt nergens overschreden.
- bij permanent aanwezige of vast aangebrachte trappen en/of verhogingen in het te betreden gebied
dient gewaarborgd te zijn dat personen of voorwerpen niet de gevarenzone kunnen bereiken.
Specifieke aanvullingen met betrekking tot HS-terreinen en stations:
- voertuigen (o.a. auto’s, vrachtwagens, rolstijgers, maaimachines enz) met een maximale hoogte van
2,5 meter mogen zich in de nabijheidszone (verticaal gezien) bevinden.
- Voertuigen auto’s hoger dan 2,5 meter mogen zich op HS-terreinen en stations alleen voortbewegen
in de nabijheidszone, als er voortdurend toezicht door minimaal een VP wordt uitgevoerd.
- de procedurele maatregelen zijn van toepassing voor zover personen zich in de nabijheidszone van
beperkt afgeschermde installaties bevinden.
Bovenstaande maatregelen, voorwaarden en werkwijzen worden als de vereiste procedurele maatregelen
gezien.
4.5. Activiteiten bij beperkt afgeschermde installaties Bij beperkt afgeschermde installaties kan de nabijheidszone worden bereikt. Maar rechtstreekse benadering
van de gevarenzone wordt uitgesloten geacht als voldaan is aan de volgende uitgangspunten en
voorwaarden:
- het begrip “nabijheidszone” wordt nader gedefinieerd conform artikel 4.1, en
- de afscherming voldoet aan de voorgeschreven maatvoering conform artikel 4.2 en 4.3, en
- het gedrag van de medewerker is aangepast op basis van de procedurele maatregelen conform
artikel 4.4.
Als aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan mag een station met een beperkt afgeschermde installatie
met één persoon worden betreden voor het:
- inspecteren of
- schouwen of
- meten of
- uitvoeren van bedieningswerkzaamheden
Alle andere werkzaamheden in een station met een beperkt afgeschermde installatie moeten met twee
personen worden uitgevoerd.
---------------------