1

Lucht scheppen Initiatiefvoorstel Sloopregeling Schonere Rotterdamse Lucht

2

Inhoudsopgave

1. Inleiding 3

2. Maatregelen voor schonere lucht 4

3. Sloopregeling “schonere Rotterdamse lucht” 5

4. Financiering 7

Ontwerpbesluit 8

Bijlage 1: SUBSIDIEREGELING DEMONTAGE EN 9

VERVANGING PERSONEN- EN BESTELAUTO’S

Bijlage 2: Evaluatie uitvoeringsfase Sloopregeling 21

Den Haag 2008-2010

3

1. Inleiding

De luchtkwaliteit in Rotterdam is al heel lang slecht. Hoge CO₂-, NO₂-,NO×-concentraties

en fijnstoffen (PM₁₀) vormen een aanslag op de gezondheid van Rotterdammers.

Hiervoor komt steeds meer wetenschappelijk bewijs, onder andere door de ErasmusMC

studie Generation R.

Op alle bestuurlijke niveaus worden al langere tijd maatregelen genomen om de lucht te

verbeteren. Er zijn Europese normen, landelijke programma’s1 en budgetten en lokale

plannen van aanpak2. Deze hebben er toe geleid dat de luchtvervuiling als gevolg van

verkeer is verminderd en het aantal knelpunten (wegen waarbij de norm overschreden

wordt) is afgenomen. Maar tegelijkertijd zijn er echter een aantal plekken waar de

problematiek hardnekkig is. Dit blijkt ook weer uit de meest recente collegebrief over dit

onderwerp (13 gr1924, 28 juni 2013). Deze knelpunten zijn:

Statenweg tot Pleinweg (’s-Gravendijkwaltraject, Zuidelijke mond Maastunnel incl.

Maastunneltracé)

Schieweg (bijna knelpunt)

Op het eerste knelpunt zullen wij zonder zeer ingrijpende maatregelen niet gaan voldoen

aan de Europese norm voor Luchtkwaliteit in 2015, de (uitgestelde) deadline.

De CDA-fractie wil dat het college de recesperiode gebruikt om een

stimuleringsmaatregel voor te bereiden die eigenaren moet stimuleren hun vervuilende

vehikel te vervangen voor een schoner exemplaar, vooruitlopend op de mogelijk

invoering van milieuzonering. Dit voorstel past in de wens van de Rotterdamse

Gemeenteraad, om samen op te trekken met andere G4 steden. Het College B&W van

Den Haag heeft namelijk op 18 juni jl. een vergelijkbaar voorstel gedaan3. Dit als vervolg

op een eerdere regeling in de periode 2008-2010, waarbij de gemeente Den Haag 5894

vervuilende auto’s vervroegd van de weg haalde4. De nieuwe Haagse subsidieregeling is

de dag na bekendmaking reeds in werking getreden (!).

1 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)

2 Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit (RAL)

3 RIS260184 Subsidieregeling demontage en vervanging personen- en bestelauto’s, zie bijlage 1.

4 Zie bijlage 2: Evaluatie uitvoeringsfase Sloopregeling Den Haag 2008-2010

4

2. Maatregelen voor schonere lucht

Het CDA Rotterdam hecht grote waarde aan een gezonde leefomgeving voor

Rotterdammers van nu en voor de generaties na ons. Daarnaast zijn wij van mening dat

een in de wet vastgestelde norm geen slag in de lucht is, maar dat deze de plicht met

zich meebrengt om hieraan te voldoen. Overheden moeten hierin het goede voorbeeld

geven. Daarom zijn wij van mening dat aanvullende Rotterdamse maatregelen voor

schonere lucht nodig zijn.

Echter, de maatregelen die nog resten om de bestaande knelpunten op te lossen hebben

veel impact5 op bewoners en verkeersdeelnemers en moeten niet te lichtvaardig worden

toegepast. Milieuzonering bijvoorbeeld is een instrument dat bewoners en ondernemers

op grote kosten jaagt, en dat in crisistijd waarbij ondernemers en veel gezinnen toch al

moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Verkeersafsluitingen of –

circulatieplannen verplaatsen het probleem alleen maar.

Een andere maatregel, namelijk de ondertunneling van de ’s-Gravendijkwal, legt een te

groot beslag op de gemeentelijke begroting, die al jaren onder grote druk staat en is

daarom geschrapt uit het investeringskader. Een alternatieve maatregel lijkt op het eerste

gezicht makkelijk uitvoerbaar: het kappen van bomen op de ’s-Gravendijkwal om zo de

vuile lucht een snellere uitweg te bieden. Maar ook deze maatregel vindt het CDA

onwenselijk, omdat de betreffende wijk al ‘stenig’ genoeg is en de bewoners en

passanten erg gehecht aan de kolossale bomen, en terecht.

Ook het college worstelt met de mogelijke maatregelen en de naderende deadline van 1

januari 2015. De aangekondigde heroverweging van maatregelen, oorspronkelijk gepland

voor ‘uiterlijk begin 20136’ is inmiddels al twee maal vertraagd, tot na de zomer 2013.

Het CDA wil middels dit initiatiefvoorstel nog voor de zomer, of zo spoedig als mogelijk,

een besluit nemen over een subsidieregeling, die Rotterdamse eigenaren van

vervuilende personen- en bestelauto’s stimuleert hun auto te laten slopen. Deze

subsidieregeling zal op een vriendelijke manier bijdragen aan schonere lucht. Daarbij

staat deze sloopregeling andere, zwaardere maatregelen als milieuzonering en afsluiten

van wegen voor bepaalde verkeersstromen niet in de weg, maar maakt ze deze

misschien wel overbodig.

5 Een slag in de lucht. Effecten van beleid luchtkwaliteit. Onderzoeksrapport van de Rotterdamse

Rekenkamer, 21 juni 2012 6 Rotterdam Begroting 2013 p.137

5

3. Sloopregeling ‘Schonere Rotterdamse Lucht’

Het CDA Rotterdam stelt voor een sloopregeling ‘Schonere Rotterdamse Lucht’ in te

stellen. Dit houdt in dat eigenaren (woonachtig in Rotterdam of met hun onderneming

gevestigd in Rotterdam) een bedrag van gemiddeld € 1000,- (afhankelijk van bouwjaar

en type) ontvangen als zij hun oude personenauto of bestelauto laten slopen.

Als de eigenaren daarbij kunnen aantonen een nieuwere, schonere auto terug te kopen

zal het bedrag hoger uitvallen dan als zij daar geen andere auto voor terug kopen. Dit om

de aanschaf van een even vervuilende auto te ontmoedigen.

Rotterdam hoeft hierbij het wiel niet uit te vinden. Zoals gezegd heeft de gemeente Den

Haag immers in het verleden reeds zo’n regeling gehad, met succes, en eind vorige

maand wederom zo’n regeling ingesteld. Deze kunnen wij als uitgangspunt nemen voor

onze eigen regeling.

De duurzaamheids- en gezondheidsoverwegingen zijn voor ons doorslaggevend, maar

een gunstig bijeffect van de subsidieregeling is de economische impuls voor de lokale

autobranche, die momenteel in zwaar weer zit.

Wij verwonderen ons erover dat een stimuleringsmaatregel niet al is doorgerekend door

het college. Immers, deze maatregel is niet strijdig met de negen gestelde criteria7.

Deze criteria zijn als volgt:

1. De maatregel moet een effect hebben op de concentratie NO2 op leefniveau ter

plaatse van de knelpunten of in tweede instantie op de bijna knelpunten zoals

gerapporteerd in het rapport “Monitoring NSL Rijnmond 2012”.

2. De maatregel moet op 1 januari 2015 ingevoerd zijn.

3. Er mag geen sprake zijn van een ‘waterbedeffect’, dat wil zeggen geen zodanige

verschuiving dat elders een (bijna-) knelpunt ontstaat of groter wordt.

4. Het benodigde budget voor de invoering en/of uitvoering van de maatregel past

binnen het programmabudget van de RAL.

5. De maatregel moet binnen de invloedsfeer van de gemeente liggen.

6. De voorkeur van het college van B&W gaat uit naar brongerichte, generieke

maatregelen. Daarbij kan het zowel gaan om minder uitstoot, als om minder volume, als

om schonere technieken.

7. Maatregelen die naast een effect op NO2 ook een effect hebben op fijn stof en/ of

elementair koolstof prevaleren boven maatregelen die hierop geen effect hebben.

8. De handhaafbaarheid moet transparant, uitvoerbaar en controleerbaar zijn, dat zorgt

ervoor dat sprake is van een level playing field (gelijke behandeling).

7 Aanvullende maatregelen luchtkwaliteit. Een nadere verkenning. Gemeente Rotterdam, juni 2013.

6

9. Maatregelen hebben bij voorkeur een positief neveneffect op reductie van CO2, geluid

e.d.

Het aandeel diesel personenauto’s is relatief hoger in het Rotterdamse wagenpark

volgens TNO8; ‘diesel personenauto’s stoten in het algemeen meer fijnstof en NOx uit

dan benzine personen-auto’s. Het aandeel oudere benzine personenauto’s Euro 2 en 3

en diesel bestelauto’s van Euro 3 en ouder is hoger in het Rotterdamse wagenpark.’ Het

TNO rapport over het Rotterdamse wagenpark stelt verder: Voor het Rotterdamse

wagenpark blijkt dat […] de voertuig categorieën bestelauto’s en personenauto’s Euro 3

diesel en ouder een interessante groep zijn om te beïnvloeden met

luchtkwaliteitsmaatregelen. Deze voertuig categorieën zijn relatief vervuilend en ook

aanzienlijk vertegenwoordigd in het Rotterdamse wagenpark.

De subsidiemaatregel die wij voorstellen past de strategie van het college om bij de

actualisatie van de RAL is zoveel mogelijk in te zetten op brongerichte maatregelen,

maatregelen met winst voor de lange termijn voor de stad en voor de gezondheid.

8 TNO 2012 R10989 Samenstelling van het wagenpark op vijf locaties in de gemeente Rotterdam.

7

4. Financiering

Schone of vieze lucht houdt zicht niet aan gemeentegrenzen en daarom is dit ook een

nationale aangelegenheid. Hiervoor is het Nationaal Samenwerkingsprogramma

Luchtkwaliteit (NSL) gestart, reeds in 2009. Dit programma bevat ook financiële

middelen. Voor Rotterdam gaat het dan om ca. € 13 miljoen in de periode tot 2015.

Dit geoormerkte geld kan goed worden ingezet ter dekking van de sloopregeling. De

gemeente Den Haag maakt voor hun nieuwste sloopregeling een bedrag vrij van €1,5

miljoen. Voor hun eerdere sloopregeling maakten zij in de eerste fase € 3,5 miljoen vrij,

waarbij in die fase ongeveer 4000 auto’s werden gesloopt. Het subsidieplafond is later

een keer opgehoogd met € 2 miljoen en heeft 5894 gesloopte auto’s als eindresultaat.

Totaal heeft de stad Den Haag € 5.488.000,- besteed aan slooppremies en € 635.000,-

aan uitvoeringskosten, totaal heeft de sloopregeling in Den Haag dus € 6.123.000,-

gekost. 9

In Rotterdam staan op dit moment ruim 17.000 personenauto’s geregistreerd en ruim

6000 bestelauto’s die in aanmerking zouden kunnen komen voor een sloopregeling,

vanwege hun vervuilende karakter. Wij achten een doelstelling van 1/3 reductie van dit

aantal haalbaar; het betreft dan 7700 auto’s. Dit brengt het subsidieplafond op ongeveer

7 miljoen euro, afhankelijk van de uitwerking van de regeling.

Wij stellen u voor de ‘Sloopregeling Schonere Rotterdamse Lucht’

uit te werken en aan de Raad ter besluitvorming voor te leggen

middels het ontwerpbesluit op de volgende pagina.

9 Zie bijlage 2: Evaluatie uitvoeringsfase Sloopregeling Den Haag 2008-2010

8

ONTWERPBESLUIT De Gemeenteraad, bijeen xxxxx Verzoekt het College, Een ‘Sloopregeling Schonere Rotterdamse Lucht’ uit te ontwerpen, naar Haags model deze regeling, incl. een passend budget van ca. 7 mln. vanuit de hiervoor geoormerkte middelen, zo spoedig mogelijk aan de Raad voor te leggen, zodat deze behandeld kan worden in de eerste commissie vergadering Economie, Haven, Milieu, Verkeer en Vervoer na het aanstaande zomerreces en vervolgens door de Raad kan worden vastgesteld.

2 juli 2013 CDA Rotterdam Coolsingel 40 – SH 9 3011 AD Rotterdam

Nelleke Weltevrede

9

Bijlage 1

Gemeente Den Haag

Ons kenmerk

DSB/2013.352

RIS 260183

SUBSIDIEREGELING DEMONTAGE EN VERVANGING PERSONEN- EN BESTELAUTO’S

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Overwegende dat:

- demontage van oude en vervuilende personen- en bestelauto’s en de eventuele vervanging door een schoner voertuig de luchtkwaliteit ten goede komt en bijdraagt aan het halen van de normen voor

luchtkwaliteit in 2015;

- de vorige Haagse sloopregeling (2008-2010) zeer succesvol was en dat hiermee circa 6000

vervuilende auto’s vervroegd van de weg zijn gehaald; - de Subsidieregeling Demontage en Vervanging Personen- en Bestelauto’s onderdeel is van het

Geactualiseerd Maatregelenpakket Actieplan Luchtkwaliteit (RIS 246123).

Besluit:

I. De Subsidieregeling Demontage en Vervanging Personen- en Bestelauto’s vast te stellen;

II. Een budget van € 1.500.000,00 beschikbaar te stellen voor de Subsidieregeling Demontage en

Vervanging Personen- en Bestelauto’s. Dit budget wordt gedekt uit de middelen van het Actieplan

Luchtkwaliteit (RIS 246123);

III. Dat dit besluit in werking treedt één dag na bekendmaking;

IV. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 26 van 2013 en met ingang van 27

juni 2013, inclusief toelichting en bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site

www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 260183.

Den Haag, 18 juni 2013

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

10

Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon:

Bezoekadres: Spui 70, Den Haag

Internetadres: www.denhaag.nl

DSB/2013.352 11

11

SUBSIDIEREGELING DEMONTAGE EN VERVANGING PERSONEN- EN BESTELAUTO’S

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

b. aanvrager: een natuurlijk- of rechtspersoon die bij het college een aanvraag indient om in aanmerking te

komen voor gesubsidieerde demontage en eventuele vervanging van een personen- of bestelauto; c. bestelauto: bedrijfsauto met de voertuigcategorie N1 als bedoeld in de Regeling voertuigen;

d. personenauto: personenauto met de voertuigcategorie M1 als bedoeld in de Regeling voertuigen, met een

wettelijk toegestane maximummassa van ten hoogste 3.500 kg;

e. datum eerste toelating (DET): de datum waarop de auto voor het eerst in gebruik is genomen. Voor auto’s waarvoor vóór 1 januari 1995 een kentekenbewijs is afgegeven waarop geen datum van eerste

toelating is vermeld, wordt als datum van eerste toelating beschouwd de op het kentekenbewijs vermelde

datum van afgifte van deel I van het kentekenbewijs (Voertuigreglement 1994: Besluit van 16 juni 1994,

houdende uitvoering van de Wegenverkeerswet 1994);

f. demontageverklaring: verklaring van een demontagebedrijf dat beschikt over de RDW erkenning “bedrijfsvoorraad” met het onderdeel bevoegdheid “Online Registratie Auto Demontage”, om binnen 48

uur na tenaamstelling van het betreffende kenteken op zijn naam, de registratie van demontage van de auto

in het kentekenregister van de RDW te bewerkstelligen en deze melding nadien niet ongedaan te (laten)

maken en tevens de verklaring dat het demontagebedrijf zich verplicht ook de auto in eigen beheer,

conform de bij of krachtens het Besluit beheer autowrakken gestelde voorschriften, te demonteren en het

niet in eigendom over te dragen of te exporteren;

g. Euro 5/6-verordening: verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europese Parlement en de Raad van 20

juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte

personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2007, L 171);

h. Euro VI-verordening: verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 18

juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van

zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van

Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen

80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, L 188);

i. GVW (Gross Vehicle Weight): het maximum bruto voertuiggewicht van een voertuig, dat wil zeggen de

som van de massa van het lege voertuig en het maximum toegestaan laadvermogen;

j. rijwaardige staat: een voertuig dat voldoet aan de APK-normen en daarmee in staat is om op eigen

motorvermogen te worden verplaatst, waarbij wordt voldaan aan de basiseisen op het gebied van

geluid, lucht, snelheid en veiligheid.

Artikel 2. Doel van de regeling Deze subsidieregeling heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit in Den

Haag door de demontage van milieuonvriendelijke personen- en bestelauto’s met benzine als brandstof en

een DET van 1990 of eerder én milieuonvriendelijke personen- en bestelauto’s met diesel als brandstof en

een DET van 2004 of eerder te stimuleren. Indien deze auto’s van de openbare weg worden gehaald en eventueel worden vervangen door een schoner voertuig, kan dit leiden tot een aanzienlijke verlaging van de totale emissie fijn stof (PM10), stikstofdioxide

(NO2) en stikstofoxiden (NOx) door het wegverkeer in Den Haag.

DSB/2013.352 12

12

HOOFDSTUK 2 Bepalingen Subsidieregeling

Artikel 3. Subsidiabele activiteit Op grond van deze regeling wordt subsidie verstrekt voor: a. de demontage van een personen- of bestelauto als bedoeld in artikel 7;

b. de demontage van een personen- of bestelauto als bedoeld in artikel 8 en deze auto wordt vervangen

door een auto als bedoeld in artikel 9 van deze regeling.

Artikel 4. Looptijd van de regeling 1. De regeling treedt in werking op 1 juli 2013 en vervalt van rechtswege op 31 december 2014.

2. Aanvragen kunnen worden ingediend van 1 juli 2013 tot en met 31 maart 2014, of zoveel eerder dan dat

het ter beschikking gestelde budget niet meer toereikend is.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie indien geen schoner voertuig wordt teruggekocht Onderstaande bedragen gelden wanneer een aanvrager een auto laat demonteren en geen schonere auto terugkoopt zoals bedoeld in artikel 3, onder a, van deze regeling:

1. Het subsidiebedrag voor de demontage van een auto als bedoeld in artikel 1, onder d (personenauto), die

benzine, LPG of CNG als brandstof heeft, bedraagt indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1

januari 1991: € 500,-.

2. Het subsidiebedrag voor de demontage van een auto als bedoeld in artikel 1, onder d (personenauto), die

diesel als brandstof heeft, bedraagt:

a. indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1 januari 1996: € 500,-; b. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1995 maar vóór 1 januari

2000: € 1.000,-.

c. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1999 maar vóór 1 januari 2005: € 1.500,-.

3. Het subsidiebedrag voor de demontage van een auto als bedoeld in artikel 1, onder c (bestelauto), die

benzine, LPG of CNG als brandstof heeft, bedraagt indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1

januari 1991: € 500,-.

4. Het subsidiebedrag voor de demontage van een auto als bedoeld in artikel 1, onder c (bestelauto), die

diesel als brandstof heeft en een GVW kleiner of gelijk aan 1800 kg, bedraagt:

a. indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1 januari 1990: € 500,-; b. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1989 maar vóór 1 januari

1998: € 1.000,-;

c. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1997 maar vóór 1 januari 2000: € 1.000,-;

d. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1999 maar vóór 1 januari 2005: € 1.500,-.

5. Het subsidiebedrag voor de demontage van een auto als bedoeld in artikel 1, onder c (bestelauto), die

diesel als brandstof heeft en een GVW groter dan 1800 kg, bedraagt:

a. indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1 januari 1990: € 500,-;

b. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1989 maar vóór 1 januari 1998: € 1.000,-;

c. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1997 maar vóór 1 januari

2000: € 1.500,-;

d. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1999 maar vóór 1 januari

2005: € 2.000,-.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie bij terugkoop schoner voertuig Onderstaande bedragen gelden wanneer aanvrager een auto laat demonteren en een schonere auto terugkoopt als bedoeld in artikel 3, onder b, van deze regeling:

DSB/2013.352 13

13

1. Het subsidiebedrag voor de demontage en vervanging van een auto als bedoeld in artikel 1, onder d

(personenauto), die benzine, LPG of CNG als brandstof heeft, bedraagt indien de datum van eerste

toelating is gelegen vóór 1 januari 1991: € 1.500,-.

2. Het subsidiebedrag voor de demontage en vervanging van een auto als bedoeld in artikel 1, onder d

(personenauto), die diesel als brandstof heeft, bedraagt: a. indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1 januari 1996: € 1.500,-;

b. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1995 maar vóór 1 januari

2000: € 2.000,-; c. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1999 maar vóór 1 januari

2005: € 3.000,-.

3. Het subsidiebedrag voor de demontage en vervanging van een auto als bedoeld in artikel 1, onder c

(bestelauto), die benzine, LPG of CNG als brandstof heeft, bedraagt indien de datum van eerste toelating is

gelegen vóór 1 januari 1991: € 1.500,-.

4. Het subsidiebedrag voor de demontage en vervanging van een auto als bedoeld in artikel 1, onder c

(bestelauto), die diesel als brandstof heeft en een GVW kleiner dan of gelijk aan 1800 kg, bedraagt:

a. indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1 januari 1990: € 1.500,-;

b. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1989 maar vóór 1 januari

1998: € 1.500,-; c. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1997 maar vóór 1 januari

2000: € 1.500,-; d. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1999 maar vóór 1 januari

2005: € 2.250,-. 5. Het subsidiebedrag voor de demontage en vervanging van een auto als bedoeld in artikel 1, onder c

(bestelauto), die diesel als brandstof heeft en een GVW groter dan 1800 kg, bedraagt:

a. indien de datum van eerste toelating is gelegen vóór 1 januari 1990: € 1.500,-; b. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1989 maar vóór 1 januari

1998: € 2.500,-; c. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1997 maar vóór 1 januari

2000: € 3.000,-;

d. indien de datum van eerste toelating is gelegen na 31 december 1999 maar vóór 1 januari

2005: € 3.500,-.

Artikel 7. Voorwaarden voor subsidie voor zover betrekking hebbende op artikel 3, onder a 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de demontage van een personen- of bestelauto, met een Nederlands

kenteken, waarbij het kenteken op datum van de subsidieaanvraag te naam is / was gesteld op naam van de

aanvrager. 2. Per te demonteren auto wordt slechts eenmaal subsidie verstrekt. 3. Per aanvrager wordt maximaal voor vier auto’s subsidie verstrekt.

4. De aanvrager dient:

a. voor zover het een natuurlijk persoon betreft bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening

al minimaal één jaar ingeschreven te staan in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente

Den Haag;

b. voor zover het een rechtspersoon betreft, bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening

volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel minimaal één jaar te zijn gevestigd in de

gemeente Den Haag.

5. De te demonteren auto dient bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening blijkens het

kentekenregister minimaal één jaar op naam van de aanvrager te staan.

6. De te demonteren auto dient bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening in een rijwaardige

staat te verkeren.

7. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt:

a. indien de te demonteren auto na 1 juli 2013 in een andere voertuigcategorie of

voertuigclassificatie is ingedeeld dan omschreven in artikel 1, lid c. en d.;

DSB/2013.352 14

14

b. indien het keuringsbewijs, bedoeld in artikel 72, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994,

voor de te demonteren auto op het moment van de ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening

nog minder dan een maand geldig is;

c. indien het kentekenbewijs voor de te demonteren ingevolge artikel 58, tweede lid, onderdeel b of d,

van de Wegenverkeerswet 1994, op het moment van de aanvraag tot subsidieverlening ongeldig is

verklaard of ingevolge artikel 60, eerste lid, onder b of c, van de Wegenverkeerswet 1994 is

ingevorderd. d. indien de te demonteren auto afgelopen 12 maanden is opgenomen in een bedrijfsvoorraad van een

RDW-erkend bedrijf.

Artikel 8. Voorwaarden voor subsidie voor zover betrekking hebbende op artikel 3, onder b 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de demontage van een personen- of bestelauto, met een Nederlands

kenteken, die door degene op wiens naam het kenteken is gesteld wordt vervangen door een personen- of

bestelauto als bedoeld in artikel 9 van deze regeling, met een Nederlands kenteken, waarvoor de

schriftelijke koopovereenkomst is afgesloten na de inwerkingtreding van deze regeling en het kenteken van

de vervangende auto blijkens het kentekenregister van de RDW tenminste één maand en vanaf 1 juli 2013

op naam staat van de aanvrager. 2. Uit de aanvraag blijkt dat de vervangende auto voldoet aan de criteria als genoemd in artikel 9 van deze regeling.

3. Per te demonteren auto wordt slechts eenmaal subsidie verstrekt. 4. Per aanvrager wordt maximaal voor vier auto’s subsidie verstrekt.

5. De aanvrager dient:

a. voor zover het een natuurlijk persoon betreft bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening

al minimaal één jaar ingeschreven te staan in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente

Den Haag;

b. voor zover het een rechtspersoon betreft, bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening

volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel minimaal één jaar te zijn gevestigd in de

gemeente Den Haag.

6. De te demonteren auto dient bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening blijkens het

kentekenregister van de RDW minimaal één jaar op naam van de aanvrager te staan.

7. De te demonteren auto dient bij binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening in een rijwaardige

staat te verkeren.

8. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt:

a. indien de te demonteren auto na 1 juli 2013 in een andere voertuigcategorie of

voertuigclassificatie is ingedeeld dan omschreven in artikel 1, lid c. en d.;

b. indien het keuringsbewijs, bedoeld in artikel 72, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994,

voor de te demonteren auto op het moment van de ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening

nog minder dan een maand geldig is;

c. indien het kentekenbewijs voor de te demonteren ingevolge artikel 58, tweede lid, onderdeel b of d,

van de Wegenverkeerswet 1994, op het moment van de aanvraag tot subsidieverlening ongeldig is

verklaard of ingevolge artikel 60,eerste lid, onder b of c, van de Wegenverkeerswet 1994 is

ingevorderd. d. indien de te demonteren auto afgelopen 12 maanden is opgenomen in een bedrijfsvoorraad van een

RDW-erkend bedrijf.

Artikel 9. Vervangende auto 1. De vervangende auto dient te zijn aangekocht bij een autobedrijf met een RDW-erkenning “bedrijfsvoorraad”;

2. De vervangende auto is:

a. een personen- of bestelauto die blijkens de vermelding in het kentekenregister benzine

als brandstof heeft en een datum van eerste toelating heeft van na 31 december 2004,of;

DSB/2013.352 15

15

b. een personen- of bestelauto die blijkens de vermelding in het kentekenregister LPG als brandstof

heeft, waarvoor in het kentekenregister en op het kentekenbewijs de aanduiding G3 is opgenomen

en die een datum van eerste toelating heeft van na 31 december 2004, of;

c. een personen- of bestelauto met diesel als brandstof, dat blijkens de vermelding in het

kentekenregister voldoet aan bijlage I, tabel 2 van de Euro 5/6-verordening, of;

d. bestelauto dat blijkens de vermelding in het kentekenregister voldoet aan bijlage I bij de Euro VI-

verordening, of; e. een personen- of bestelauto die blijkens het kentekenregister is ingericht en bestemd om uitsluitend

te worden aangedreven door een elektromotor, of;

f. een personen- of bestelauto die blijkens het kentekenregister is ingericht en bestemd om

aangedreven te worden door een elektromotor eventueel in combinatie met een benzinemotor, of; g. een personen- of bestelauto die blijkens de vermelding in het kentekenregister een affabriek CNG-

installatie heeft of waterstof als brandstof heeft. 3. Subsidie als bedoeld in artikel 6 van deze regeling wordt niet verstrekt indien het kentekenbewijs van het

nieuwere voertuig ingevolge artikel 58, tweede lid, onderdeel b of d, van de Wegenverkeerswet 1994, op

het moment van de aanvraag tot subsidieverlening ongeldig is verklaard of ingevolge artikel 60, eerste lid,

onder b of c, van de Wegenverkeerswet 1994 is ingevorderd.

HOOFDSTUK 3 Subsidieverlening en- vaststelling

Artikel 10. Aanvraag tot subsidieverlening 1. De aanvraag voor subsidieverlening dient vóór de demontage van de auto te worden

ingediend bij het college. 2. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Een aanvraag om subsidieverlening is volledig indien:

a. de subsidieaanvrager gebruik maakt van het door het college beschikbaar gestelde

aanvraagformulier A;

b. aanvraagformulier A door de aanvrager volledig en naar waarheid is ingevuld;

c. alle benodigde gegevens en bescheiden, die zijn opgenomen in het

aanvraagformulier A, zijn bijgevoegd.

Artikel 11. Procedure beoordeling aanvraag om subsidieverlening 1. De subsidieverleningsaanvragen worden afgehandeld op basis van volgorde van binnenkomst.

2. Nadat de aanvraag tot subsidieverlening als volledig is aangemerkt, zal het college een

subsidieverleningsbesluit nemen.

Artikel 12. Steekproef rijwaardigheid Het college behoudt zich, voor zover betrekking hebbende op de aanvragen uit artikel 10, het recht voor

een aanvraag te selecteren voor de uitvoering van een steekproef op de rijwaardige staat van zowel het te

demonteren, als het nieuw aangeschafte voertuig.

Artikel 13. Subsidieverleningsbesluit Het college neemt binnen vier weken een subsidieverleningsbesluit.

Artikel 14. Subsidievaststellingsbesluit 1. Binnen drie maanden na het besluit tot subsidieverlening moet de aanvrager de aanvraag tot subsidievaststelling indienen.

2. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Een aanvraag om subsidievaststelling is

volledig indien:

a. de subsidieaanvrager gebruik maakt van het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier B;

DSB/2013.352 16

16

b. aanvraagformulier B door de aanvrager volledig en naar waarheid is ingevuld;

c. alle benodigde gegevens en bescheiden, waaronder die als opgenomen in het

aanvraagformulier B (o.a. demontageverklaring), zijn bijgevoegd.

3. Indien niet is voldaan aan het eerste lid, wordt de subsidieaanvraag (ambtshalve) vastgesteld op

nihil.

4. Het college neemt binnen 2 maanden na indiening van het vaststellingsverzoek een vaststellingsbesluit.

Artikel 15. Betaling Binnen zes weken na het besluit tot subsidievaststelling wordt de subsidiebijdrage uitbetaald.

Artikel 16. Weigeringsgronden Onverminderd de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet

bestuursrecht en artikel 9 van de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking, wordt de

subsidieverlening geweigerd als het ter beschikking gestelde budget niet meer toereikend is.

HOOFDSTUK 4 slotbepalingen

Artikel 17. Voorwaarden 1. De tenaamstelling van de vervangende auto als bedoeld in artikel 9 van deze regeling waarvoor subsidie

wordt verstrekt, dient blijkens de gegevens in het kentekenregister gedurende zes maanden ongewijzigd op

naam van aanvrager te blijven staan.

2. Een besluit tot subsidievaststelling kan worden ingetrokken indien de tenaamstelling van de vervangende

auto als bedoeld in artikel 9 van deze regeling waarvoor subsidie is verstrekt binnen zes maanden na de

datum van de afgifte van het definitieve kentekenbewijs wijzigt.

Artikel 18. Staatsteun De subsidie dient te voldoen aan de Europese staatssteunregels.

Artikel 19. Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze regeling afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 20. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als:

“Subsidieregeling Demontage en Vervanging van Personen- en Bestelauto’s”.

DSB/2013.352 17

17

TOELICHTING

Achtergrond en aanleiding Gemeente Den Haag moet binnen het NSL in 2015 voldoen aan de normen voor de luchtkwaliteit.

Hiervoor is in 2009 is het Actieplan luchtkwaliteit 2007-2015 vastgesteld. Eén van de maatregelen uit dit

actieplan was het uitvoeren van een subsidieregeling voor de demontage van oude particuliere

personenauto’s. Die regeling is van oktober 2008 tot medio 2010 uitgevoerd onder in eerste instantie de

naam “Oude Schicht” en later onder de naam “Sloopregeling Den Haag”. Deze regeling was succesvol;

ongeveer 6000 vervuilende auto’s zijn vervroegd van de weg gehaald.

In de actualisatie van het Actieplan luchtkwaliteit, begin 2012, is een nieuwe regeling aangekondigd. Deze

nieuwe subsidieregeling draagt bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit, aan de gezondheid en het

behalen van de normen voor luchtkwaliteit.

Inhoudelijke aspecten van de regeling Deze regeling richt zich op de demontage van benzineauto’s van vóór 1991 en dieselauto’s van vóór 2005.

Deze auto’s stoten namelijk relatief veel stikstof(di)oxiden uit. Zowel de demontage van personenauto’s als

bestelauto’s komt in aanmerking voor subsidie. Aanvragers kunnen zowel particulieren als bedrijven/organisaties (rechtspersonen) zijn. Aanvragers kunnen kiezen voor een demontage van de auto zonder aankoop van een (nieuwere en)

schonere auto, óf aanvragers kunnen kiezen voor demontage waarbij een schonere auto wordt teruggekocht.

Als een schonere auto wordt teruggekocht is de subsidie hoger dan als men niets terugkoopt, om te

ontmoedigen dat een aanvrager wel een subsidie aanvraagt, maar vervolgens een vervuilende (oude) auto

terugkoopt. De schonere auto moet een benzine, LPG of CNG (aardgas/groen gas) auto zijn van ná

2004, of een hybride (met benzinemotor) of elektrische auto, óf een diesel auto met een euro 6/VI motor.

Deze laatste dieselmotor stoot relatief weinig NOx uit ten opzichte van andere dieselauto’s.

Looptijd van de regeling

De regeling treedt in werking op 1 juli 2013. De laatste volledige aanvraag kan worden ingediend tot en

met 31 maart 2014 of zoveel eerder dan het beschikbare subsidiebudget op is. Het college van

burgemeester en wethouders stelt bij besluit vast hoeveel budget beschikbaar is.

Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie hangt niet alleen af van het al dan niet terugkopen van een schonere auto, maar

ook van de aandrijving en de Datum eerste Toelating (DET) van de te demonteren auto. De hoogte van de

subsidie is zoveel mogelijk afgestemd op de marktprijzen van de te demonteren auto. Om deze reden is bij

bestelauto’s ook onderscheid gemaakt naar het gewicht. Hiermee wordt het verschil tussen bestelauto’s en

bestelbussen aangegeven.

Hoogte van de subsidie als geen auto wordt teruggekocht

personenauto aandrijving DET subsidie

benzine < 1991 € 500

LPG/CNG < 1991 € 500

diesel < 1996 € 500

diesel 1996-1999 € 1.000

diesel 2000-2004 € 1.500

DSB/2013.352 18

18

bestelauto

aandrijving

DET

≤ 1800 kg

> 1800 kg

benzine < 1991 € 500 € 500

LPG/CNG < 1991 € 500 € 500

diesel < 1990 € 500 € 500

diesel 1990-1997 € 1.000 € 1.000

diesel 1998-1999 € 1.000 € 1.500

diesel 2000-2004 € 1.500 € 2.000

Hoogte van de subsidie als een schonere auto wordt teruggekocht

(Benzine, LPG, CNG > 2004; hybride benzine, elektrische auto en een diesel Euro 6/VI)

personenauto aandrijving DET subsidie

benzine < 1991 € 1.500

LPG/CNG < 1991 € 1.500

diesel < 1996 € 1.500

diesel 1996-1999 € 2.000

diesel 2000-2004 € 3.000

bestelauto aandrijving DET ≤ 1800 kg > 1800 kg

benzine < 1991 € 1.500 € 1.500

LPG/CNG < 1991 € 1.500 € 1.500

diesel < 1990 € 1.500 € 1.500

diesel 1990-1997 € 1.500 € 2.500

diesel 1998-1999 € 1.500 € 3.000

diesel 2000-2004 € 2.250 € 3.500

Stapelen van subsidies: Aanvragers die een auto laten demonteren en daar een schonere auto voor terugkopen kunnen ook elders subsidie ontvangen. In veel gevallen mogen deze subsidies ‘gestapeld’ worden.

Zo krijgt een aanvrager die een bestelauto zwaarder dan 1800 kg laat demonteren in het kader van de

gemeentelijke regeling € 3.500,- als een schonere auto wordt teruggekocht. Als dezelfde aanvrager een

nieuwe auto op aardgas koopt, kan bij het Rijk een subsidie (“Subsidieregeling emissiearme taxi's en

bestelauto's”) aangevraagd worden van € 1.250,- en bij de stadsregio Haaglanden (“Nadere regels

aardgasvoertuigen Haaglanden 2012”) een bedrag van € 3.000,-. Dat is gezamenlijk een subsidie van € 7.750,-.

DSB/2013.352 19

19

Wanneer wordt subsidie verstrekt? Om te garanderen dat het om Haagse personen- en bestelauto’s gaat, moet de aanvrager minimaal één jaar

ingeschreven staan in de basisadministratie (GBA) van de gemeente Den Haag en dient het kenteken – vanaf datum subsidieaanvraag – minimaal één jaar op naam van deze aanvrager te staan.

Voor rechtspersonen (bedrijven en organisaties) geldt dat zij minimaal één jaar in Den Haag gevestigd

moeten zijn. Aanvrager dient dit te bewijzen met een afschrift van de inschrijving Kamer van Koophandel.

De auto moet minimaal één jaar op naam van de rechtspersoon staan.

Per aanvrager wordt voor maximaal 4 auto’s subsidie verstrekt. De te demonteren auto’s mogen de afgelopen 12 maanden niet in de bedrijfsvoorraad zijn opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat de

regeling door autobedrijven wordt gebruikt om af te komen van moeilijk te verkopen tweedehands auto’s

die al geruime tijd in de voorraad staan.

De te demonteren auto moet voldoen aan een aantal voorwaarden:

- De auto moet in een rijwaardige staat verkeren. Gemeente Den Haag zal dit steekproefsgewijs

controleren.

- De auto moet op de datum van de subsidieaanvraag een APK hebben die nog minimaal één maand

geldig is.

- Het kentekenbewijs voor de te demonteren auto mag niet ongeldig zijn verklaard of zijn

ingevorderd. Het gaat hier om zogenaamde WOK-auto's. WOK betekent Wachten Op Keuring en

geldt bijvoorbeeld voor een auto waarvan het kenteken na een zware aanrijding is ingenomen.

- De te demonteren auto mag sinds 1 juli 2013 niet in een andere autocategorie of autoclassificatie

zijn ingedeeld. Hiermee wordt voorkomen dat dieselpersonenauto's - tegen geringe kosten - worden omgekeurd tot bedrijfsauto; Ook wordt voorkomen dat zware bedrijfsauto’s (vrachtauto’s, met classificatie N2 of N3) worden omgekeurd tot lichte bedrijfsauto’s (bestelauto, met classificatie

N1) en bussen(classificatie M2 of M3) worden omgekeurd tot personenauto (classificatie M1).

De eventueel vervangende auto moet voldoen aan een aantal voorwaarden:

- Gekocht zijn bij een bedrijf met een RDW-erkenning “bedrijfsvoorraad”. Hiermee mogen

vervangende auto’s niet van particulieren of andere dan autobedrijven gekocht worden.

- De auto moet in een rijwaardige staat verkeren. Gemeente Den Haag zal dit steekproefsgewijs

controleren.

- Het kentekenbewijs voor de te demonteren of de vervangende auto mag niet ongeldig zijn verklaard of zijn ingevorderd. Het gaat hier om zogenaamde WOK-auto's. WOK betekent Wachten

Op Keuring en geldt bijvoorbeeld voor een auto waarvan het kenteken na een zware aanrijding is

ingenomen door de politie.

- Benzine of LPG (G3)auto van na 31 december 2004

- Diesel auto met een Euro 6 (lichte) of Euro VI (zware) motor 1

- Elektroauto's - Hybride benzineauto’s - Affabriek CNG (aardgas/groen gas) auto’s - Waterstof auto’s.

Als laatste dient de eigenaar een kopie van een geldige demontageverklaring (vernietigingsbewijs) te

overleggen. Het gecertificeerde autodemontagebedrijf meldt de demontage vervolgens via het Online

Registratie Auto Demontage (ORAD) programma van de RDW.

1 Sommige bestelauto’s (< 3.500 kg) zijn gekeurd volgens het ‘vrachtwagenregime’ en hebben daarom een Euro VI

classificatie, in plaats van een Euro 6 classificatie.

Procedurele aspecten van de regeling Bij de aanvraag mag de de auto nog niet gesloopt zijn en de nieuwe auto hoeft nog niet aangeschaft te zijn.

Volstaan kan worden met het aangeven van kenteken(s). Uit klantvriendelijkheid en om

teleurstellingen te voorkomen kan een potentiële aanvrager via de website

www.denhaag.nl/demontageregeling door het

ingeven van de kentekens controleren of de auto in aanmerking komt voor subsidie.

De subsidie wordt vóór demontage aangevraagd bij gemeente Den Haag. De benodigde formulieren

worden via www.denhaag.nl/demontageregeling ter beschikking gesteld. Een aanvraag wordt pas in

behandeling genomen als alle vragen in het aanvraagformulier zijn beantwoord, de bijlagen zijn

bijgeleverd en het formulier ondertekend is ingediend bij de gemeente. Het is dus in het belang van

de aanvrager om in

één keer een complete aanvraag in te dienen. Alleen complete aanvragen tellen immers mee in de

volgorde van behandeling en beschikbaar budget.

Indienen van een subsidieaanvraag kan per post of per mail: demontageregeling@denhaag.nl Rechtspersonen moeten een kopie uittreksel KvK met datum inschrijving in het register overleggen.

De de-minimisverklaring is nodig omdat de staatssteunregels in het EG-verdrag (artikelen 87 en 88)

beperkingen stellen aan overheden als zij steun willen verlenen aan ondernemingen. Met de de-

minimisverklaring kan de gemeente Den Haag nagaan of het voordeel dat een onderneming door

deze de- minimissteun krijgt, past binnen de voorwaarden die de Europese staatssteunregels stellen.

Er zal voor deze subsidie met name getoetst worden aan de volgende staatssteunregelingen:

1) de uitzondering voor lage subsidiebedragen ook wel de-minimissteun genoemd (Verordening (EG)

nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006), en;

2) de Algemene groepsvrijstelling onderdeel milieu. (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Europese

Commissie van 6 augustus 2008). Steun die aan deze verordeningen voldoen mogen door de gemeente worden verstrekt.

Aanvrager moet na maximaal na 3 maanden een vaststellingsverzoek indienen.

Bij het vaststellingsverzoek moeten alle vragen van het benodigde aanvraagformulier zijn

beantwoord, de bijlagen zijn bijgeleverd en het formulier ondertekend ingediend worden bij de

gemeente.

Particuliere aanvragers en rechtspersonen moeten een demontageverklaring van de

gedemonteerde auto bijvoegen.

Bij terugkoop van een schonere auto bij een autobedrijf bestaat de mogelijkheid dat het

autobedrijf de demontage organiseert. Dit kan, maar de aanvrager blijft verantwoordelijk voor

het aanleveren van de demontageverklaring.

Gemeente Den Haag neemt uiterlijk binnen 2 maanden na indiening van een vaststellingsverzoek

een vaststellingsbesluit. Gestreefd wordt om deze termijn enkele dagen tot weken te laten bedragen.

Uiterlijk 6 weken na het vaststellingsbesluit, wordt het subsidiebedrag uitbetaald. Gestreefd wordt

om deze termijn enkele dagen te laten bedragen.

Dit heeft tot gevolg dat de aanvrager bij de koop van een schonere auto het geld moet ‘voorschieten’.

Om oneigenlijke subsidiëring te voorkomen is in de regeling nog aanvullend bepaald dat een besluit

tot subsidievaststelling kan worden ingetrokken indien de tenaamstelling van de vervangende auto

binnen zes maanden na de datum tenaamstelling wijzigt.