Link 14: De grote ergernissenshow

32
DECEMBER 2011 MAGAZINE VAN DE HAAGSE HOGESCHOOL 14 DE GROTE Ergernissen SHOW Hightech snufjes in CSI The Hague Heisa om het smartboard Twist over roosteren

description

In deze Link: waaraan ergeren we ons eigenlijk? En met "ons" bedoelen we dan: docenten en studenten. Verder gaan we high tech forensisch onderzoek doen en belichten we een heikel punt: de roosters.

Transcript of Link 14: De grote ergernissenshow

Page 1: Link 14: De grote ergernissenshow

december 2011

magazine van De Haagse HogescHool

14

De Grote

ErgernissenShowHightech snufjes in

CSI The Hague

Heisa om het smartboard

Twist over roosteren

Page 2: Link 14: De grote ergernissenshow

2 h/LINK • 14

Spotlight

tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse

In het kader van de internationale actie

‘Movember’ lieten docenten Memon Boukiour

en Hans Feenstra van de Academie voor

Gezondheid in november hun snor groeien.

Hiermee vroegen ze aandacht voor de

gezondheid van de man, en met name voor

het onderzoek naar prostaatkanker. Hans:

‘Ik geef het vak gezondheidsvoorlichting en

wil mijn studenten hiermee laten zien dat dit

ook een manier is van voorlichting geven.’

Memon was de enige collega die te porren

was voor de actie. ‘Veel mannen moeten het

eerst aan hun vrouw vragen,’ zegt Hans, en

lacht. Reacties? ‘Ik heb al gehoord dat ik een

snorrenhoofd heb, dat had ik nooit gedacht.

Sommige studenten roepen: “Oh my god,

wat ben je aan het doen?”, mijn ouders

fronsen hun wenkbrauwen en mijn vriendin

zegt “Ach, het is maar een maandje”.’

Op 1 december ging inderdaad de snor eraf.

‘Nooit gedacht dat ik een snorrenhoofd heb’

� Donaties aan beide heren gaan naar het NKI-AVL Fonds, partner van KWF, ten behoeve van het onderzoek naar betere behandelingen voor prostaatkanker.

Page 3: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 3

DeugnietEen nummer over ergernissen… dat heeft een naar bijverschijn-

sel. Je gaat je automatisch afvragen wat je eigen ergernissen

eigenlijk zijn op de hogeschool.

Dit stukje telt maar 375 woorden. Dat wordt krap. Dus als ik moet

kiezen: ik erger me dikwijls aan zinloze mail. Deze week nog

kreeg ik een mail over iets VERSCHRIKKELIJKS dat zou kun-

nen gebeuren bij de invoering van Windows 7, en waarbij ik iets

moest controleren om het onheil af te wenden. Tenminste, dat

begreep ik. Er was geen touw aan vast te knopen. Dus geërgerd

dacht ik: ‘Valt het om, dan valt het om.’ Delete.

Van tijd tot tijd krijgt het personeel ook mailtjes dat je gratis of tegen

een habbekrats naar een musical mag. Ook heel erg delete. Laatst

heb ik de musicalmanager van de hogeschool geërgerd gevraagd of

ie daarmee op wilde houden. Want… Een musical? Hallo! Uit on-

derzoek is gebleken dat de musical de minst gewaardeerde kunst-

vorm is onder hoger opgeleiden. En we zijn hier toch op een hbo?

Weet je wat het is met musicals? Ze deugen niet. Zal ik even

uitleggen. Net op het moment dat er een dramatische wending in

het verhaal is, gaan de personages samen een liedje zingen. Stel

je voor: ‘Bin Laden – de musical’, waarbij Osama op het moment suprême uit z’n schuilplek komt en samen met zijn snipers nog

‘Allways look at the bright side of life’ gaat zingen voordat ze hem

liquideren. Delete!

Die ondeugdelijkheid ligt niet aan Bin Laden of Mary Poppins. Het

zit ingebakken in het musicalconcept. Mensen vervullen in hun

dagelijks leven een rol, net als een acteur. Die rol kan wisselen.

Zo ben ik hier hoofdredacteur, thuis partner en in mijn ouderlijk

huis altijd (nog) een tikkeltje kind. Je gedraagt je naar die rollen.

Doordat ze in musicals steevast suffe liedjes gaan zingen als het

eropaan komt, krijg je automatisch dat mensen breken met hun

rol, en weg is de geloofwaardigheid.

En laat dat nou precies zijn wat iedereen hier op school zo erger-

lijk vindt: als anderen uit hun rol vallen. Docenten die geen ver-

stand van de lesstof hebben, studenten die niets willen leren…

daar gaat het in hoofdzaak om. Het ligt genuanceerder hoor, maar

daarvoor moet je doorbladeren naar pagina 12.

René Rector

Hoofdredacteur H/Link

[email protected]

PersweeënBehalve verhalen schrijven en interviews houden komt er nog iets meer kijken bij de geboorte van een magazine. Waar discussieerde de redactie deze keer over?

Inhoud

10 Verdeeldheid over aanpak roosters

Lesroosters vormen een bron van irritatie. Een nieuw project moet dit verbeteren, maar niet iedereen is er happy mee.

12 De Grote Ergernissen show

Uitslag van de Grote Ergernissen enquête. Met veel geklaag, maar ook oplossingen.

17 CSI The Hague

Het Nederlands Forensisch Instituut probeert met tien partners, waaronder De Haagse, fancy onderzoeksmethoden werkelijkheid te laten worden.

8 Heisa om het smartboard

20 Link scriptieprijs: Hoe voorkom je metaaldiefstal?

24 De beste docent is zelden een vrouw

Rubrieken

4 December in beeld

5 Even bellen met dj Mark van Rijswijk

6 Borrelpraat, Post & Achter het nieuws

9 Onder de hamer

16 Was getekend… Peter Hoogenboom (pabo)

22 Juweeltjes: lector leest strips & twee keer 4 sterren

31 Sudoku & strip

International pages

26 Summaries Dutch articles

28 Maike Stöckel wants an Olympic hockey medal

29 Melting pot: French cuisine

Schoolstraat 212511 AW Den Haag

070 - 3 65 73 06www.stanley-livingstone.nl

Page 4: Link 14: De grote ergernissenshow

4 h/LINK • 14

In beeld

[2]

[3]

[1]

ook 50 euro?Volgende Link staat vanwege Valentijnsdag in het teken van liefde en seks. De opdracht: maak een foto van je geliefde of van degene hier op de hogeschool op wie je (heimelijk) verliefd bent. Foto’s worden op verzoek anoniem geplaatst (maar om in aanmerking te komen voor de 50 euro hebben we natuurlijk wel een mailadres nodig). Vertel in de mail wel even wie we zien en waarom je hart sneller van hem/haar gaat kloppen. Stuur je foto voor 8 januari naar [email protected]

Hele donkere dagenSoms lijkt een foto-opdracht op papier enorm

makkelijk, en dan valt het in de praktijk een

beetje tegen. Vooraf, in het uiterst zonnige

novemberweer, mijmerden we op de

redactie al over de eindeloze mogelijkheden

van decembergezelligheid: romantische

tête–à–têtes met kaarslicht, open haarden,

pakjesavond. Drinkt er niemand meer warme

chocolademelk met slagroom?

Wat zonden we in? December associëren

we met familiegezelligheid. Vindt Vincent

King (CMD), die vooral moet denken aan een

gezellig familietafereel. [1] ‘Gezinnen worden

hechter en echte gezelligheid komt weer

terug met een grapje  en een lachje.’ Denice

van der Bogt (Communicatie) bouwde haar

deze sneeuwpop met haar zusje Kayleigh [6].

Winterlandschappen hadden we van Orinda

Verboon (Accountancy) [3], Marcel Goedhart

(Onderwijs&Studentzaken) [4] en Kelly

Hogervorst (European Studies) [5]. ‘Wanneer

de decembermaand er weer aankomt, wordt

de stad op steeds meer plaatsen gezellig

verlicht,’ aldus Orinda.

De hoofdrol in de gezellige decemberdagen

van Denise Helmes (Lectoraat Ondernemen

& Innoveren) [7] en Ben Mol (Bedrijfskundige

informatica) [2] is weggelegd voor… katten.

Voor Gijs en Jip, om precies te zijn. Drukke

werkdag. Eindelijk thuis. Gordijnen dicht,

kaarsjes aan. Laat de knusheid maar komen,’

vindt Denise. En zo is het ook. De winst gaat

echter naar Ben Mol. Niet vanwege de bril-

jante kwaliteit van de foto, maar door de rijke

compositie (let op de engeltjes en de kerstster).

Daar red je het wel mee tot 2012.

Page 5: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 5

Even bellen met

Mark van Rijswijk

[5]

[6]

[7]

[4]

Dj in de dopMark van Rijswijk (19), tweedejaars Communication & Multimedia Design, is door dj Ferry Corsten geselecteerd als finalist in de mixwedstrijd ‘Be the dj’. Hij kan hiermee een plek winnen in het voorprogramma van de wereldberoemde dj. tekst Eveline Wiegeraad

Waarom heb je meegedaan aan deze wedstrijd? Ik volg Ferry Corsten op Twitter en hij kondigde op een gegeven

moment deze wedstrijd aan. Ik dacht toen, laat ik het eens proberen,

wie weet win ik wel. Hij had stukken van zijn plaat ‘ Check this out’

vrijgegeven en die moest je gebruiken in je eigen versie.

Wie heeft jou geïnspireerd of beïnvloed? Ferry Corsten, Armin van Buuren, en Tiësto. Zij hebben Nederland

op de kaart gezet. Vroeger dacht ik: ‘Dat kan ik ook.’ Ik begon met

uitproberen. In het begin was het allemaal namaak: ik probeerde

wat en dan gooide ik het weer weg. Maar op een gegeven moment

creëer je toch je eigen stijl.

Wat is je stijl?Ik probeer altijd heel innovatief te zijn. En ik denk dat mijn stijl rauw

is. Het moet echt die vibe hebben. Ik probeer aspecten erin te ver-

werken die nooit gebruikt zijn. Bijvoorbeeld bepaalde instrumenten.

Dat lukt niet altijd, maar dat is juist het leuke eraan, gewoon doen.

Dat heb ik nu ook gedaan en dat viel blijkbaar goed in de smaak.

Waar hoop je over vijf jaar te staan? Ik wil mijn diploma behaald hebben. En ik hoop te toeren én natuurlijk

geld te verdienen met dj’en. Vijf jaar is misschien wel heel snel, maar

binnen tien jaar wil ik dat wel bereikt hebben. Dat is ook echt mijn

doel. Want muziek is echt mijn passie: het past bij mij wie ik ben. •

Op 6, 7 en 8 februari is de masterclass in Rotterdam. De winnaar hiervan mag optreden in het voorprogramma van Ferry Corsten.

Page 6: Link 14: De grote ergernissenshow

6 h/LINK • 14

BorrelpraatLeuk, al die bijeenkomsten, debatten en lezingen? Maar waar gaat het gesprek over, bij rosé met kaassoufflé?

Ook iets op het hart? Mail naar [email protected]

Post

Culturele HoofdstadWaarom Den Haag de culturele Hoofdstad van 2018 moet worden:in 2004 heb ik lille bezocht als culturele hoofdstad. De stad leefde op, iedereen deed mee en lille is er beter van geworden. een groots volksfeest waarin de mooiste verlichte creaties door de straten gingen. De stad kwam in een ander daglicht te staan. De uitgaansmogelijkheden, de terrassen zijn ontdekt door europeanen en dat leverde werk op en gaf een impuls aan de reeds bestaande evenementen. ik kom er nog steeds graag op doorreis of om de ‘Braderie de lille’ te bezoeken.Ja, als het zo in Den Haag ook zou kunnen gaan, dan kan niemand daar op tegen zijn. of toch... ‘Het economische klimaat is heel anders nu. We zaten toen aan de top, nu gaan we alleen nog maar naar beneden,’ zei een rasechte Haagse collega.misschien is dat zo, misschien is er geen geld voor grote verbouwingen, maar dat ene mooie moment waarop we heel europa kunnen tonen hoe mooi onze stad is, hoe mooi we het hier voor elkaar hebben, dat willen we onszelf toch niet onthouden?

Valentijn Schulzcoördinator van cultuurburo acku

Zuurgraad? René Rector, hoofdredacteur van dit blad, schrijft in H/link 13 over de in zijn ogen hoge zuurgraad van het overleg tussen Hogeschoolraad (HR) en college van Bestuur (cvB). zijn verwijt: het zou vooral over procedures en niet over de inhoud gaan. Personeel en studenten worden tekort gedaan als hij schrijft dat ‘veel van dat zuur absoluut onbegrijpelijk is voor de gemiddelde student of medewerker.’ Dat beide verwijten niet kloppen, lezen we in dezelfde H/link, waarin HR-commissievoorzitter Frans Joosstens begrijpelijk uitlegt wat er inhoudelijk mis is aan inkoopnet. Blijkbaar zag de hoofdredacteur dit over het hoofd bij het schrijven van zijn “Persweeën”.onze achterban verwacht dat we kritische geluiden bespreken met het cvB. Dat kan alleen op basis van heldere spelregels. Daarom praten HR en cvB vooraf over het instemmingsrecht bij het belangrijkste beleidsstuk van het jaar: de begroting. misschien mogen we van een hoofdredacteur verwachten dat hij helder beschrijft wat besproken wordt in de overlegvergaderingen en de lezers meer levert dan een scherts op de vorm.

Mathieu heemelaarvoorzitter Hogeschoolraad

Borrelen en bibberen

Rob Brons: blij met de uitkomst van de Onderwijsinspectie.

Het scheelt maar een paar voetstappen, en een deur: warmte. De voltallige hogeschoolraad kiest ervoor om na de vergadering met het College van Bestuur buiten te borrelen. Omdat het zo’n verhit debat was? Mwhoa, vooral de nicotine lonkt. tekst Youri van Vliet• beeld Quintin van der Blonk

‘Koud? Het is toch acht graden?’,

roept iemand voor de ingang

van Café Xieje. Een ander wijst

op zijn bovengemiddelde spek-

laag. Degenen die over minder

isolatie beschikken staan als

pinguïns hutje mutje bij elkaar,

druk napratend over wat er de

afgelopen drie uur in de overleg-

vergadering tussen hogeschool-

raad en bestuur is besproken.

Allereerst krijgt Mathieu

Heemelaar voorzitter van de ho-

geschoolraad, een compliment

voor zijn bondige en heldere

samenvattingen. Niet makkelijk

als iedereen over elkaar heen

duikelt. ‘Ik vind het leuk om te

doen,’ zegt Heemelaar, ‘en het

is ook belangrijk want anders

blijven zaken hangen.’

De meningen over de verga-

dering zijn verdeeld. Vooral de

relatief nieuwe studentverte-

genwoordigers zijn enthousiast.

Een enkeling vindt het een

‘inhoudelijk en procedureel

zwakke vertoning’. ‘Als je vra-

gen stelt die al gesteld zijn en

bovendien op zaken terugkomt

die al zijn afgehandeld, ja dan

begin ik wat kribbig te worden.’

Ook CvB-voorzitter Rob Brons,

is gezien zijn brede glimlach bij

de nazit duidelijk in zijn sas, al

heeft dat ook te maken met het

‘heet van de naald’-nieuws dat

de Onderwijsinspectie haar on-

derzoek naar ongeregeldheden

op De HHs met tevredenheid

heeft afgesloten. Geen fraude

dus, op De HHs. Voorzitter blij.

Naarmate het kwik verder daalt

en de verdovende werking van

het bier intreedt, wordt het blad

voor de mond ook steeds kleiner.

Over een rondvraagpuntje,

bijvoorbeeld. ‘Rob liegt,’ zegt een

student hevig verontwaardigd.

‘Hij weet wél dat er een pro-

bleem is met de lockers. Er zijn

20.000 studenten en 50 lockers.

Iedereen snapt toch dat dat te

weinig is!’ En dan is er nog het

punt van de nieuwe studenten-

mailvoorziening, waar de raad

graag over mee wilde beslissen.

Is er nu wel of niet een keuze

gemaakt? Volgens Brons staan

de opties nog open, maar de

uiteindelijke keuze voorleggen

aan de raad… Dat ziet hij minder

zitten. Mathieu heeft er nog wel

vertrouwen in. ‘De mailvoorzie-

ning treft een hoop studenten

dus dan is het ook belangrijk dat

we inspraak krijgen. We blijven

gewoon zeuren.’ •

Page 7: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 7

Verschillende HHs-medewer-

kers werden begin dit jaar

voorgedragen door hun afde-

lingsdirecteur om hun talent

te ontplooien in een project

waarbij onderzoek, onderwijs/

organisatie en persoonlijke ont-

wikkeling centraal stonden. Met

het einde van het Talentenplat-

form is het tijd de onderzoeken,

die in opdracht van De HHs zelf

werden gedaan, te presenteren.

Wat hebben de talenten geleerd

en wat levert het de school op?

‘Ik was erg zoekende naar mijn

kracht. Dit project leerde mij mijn

talent te benoemen en er iets

mee te doen,’ aldus docent In-

formatiedienstverlening en -Ma-

nagement Klaas Jan Mollema.

Hij deed onderzoek naar de do’s

en don’ts voor een leeromgeving

waarin docent en student zich

kunnen blijven ontwikkelen. Sa-

men met Bram Reurings (docent

Communication and Multimedia

Design) en Mansoor Mubarak

(talent van de academie voor

Accounting & Financial Manage-

ment) kwam hij tot interessante

conclusies. In een notendop: geef

de student een eindpunt, een off

road auto, enkele aanwijzingen

en hij komt er wel. Met hun af-

geronde project willen Mollema,

Reurings en Mubarak nu langs

alle academies gaan.

Jaartje pauzeIngrid van Rooijen, hoofd HRM

Consultancy, is trots. ‘De talen-

ten hebben alle verwachtingen

overtroffen. Het Talentenplat-

form is nog een pilot, maar

absoluut geslaagd.’ Toch heeft

niet iedereen het eindstation

gehaald. Het onderzoek naar het

vinden én stimuleren van moti-

vatie bij de student, waar vier

talenten aan werkten, liep hal-

verwege vast. Van Rooijen: ‘De

input van de onderzoeksgroe-

pen was te miniem. Wellicht wa-

ren wij te onduidelijk.’ Maar ook

dat inzicht is een leerpunt. De

groep laat z’n kop niet hangen.

‘We gaan verder en komen met

een mooi eindproduct.’

Van Rooijen wil het platform ze-

ker verder ontwikkelen. ‘Concrete

plannen voor de toekomst moeten

nog gemaakt worden. We nemen

nu een jaartje pauze om de pilot

goed te evalueren. Hopelijk ko-

men we daarna terug.’•

Achter het nieuws

Talenten presenteren resultaten

1.040 euro voor Glazen HuisVijf tweedejaarsstudenten van de opleiding Commerciële Economie organiseerden op woensdag 23 november een dansevenement voor het Glazen Huis. Ruim veertien acts van verschillende dans-scholen traden vrijwillig op. Opbrengst: 1.040 euro. ‘Echt, respect dat ze dit hebben georganiseerd.’ tekst Christin Zitter • beeld Bas Kijzers

De volle zaal in het Nutshuis in

Den Haag kon voor vijf euro ge-

nieten van een avond vol diverse

dansstijlen. Hiphoppers die ‘pop-

ten’, ‘lockten’ en achterwaartse

salto’s maakten vanaf een muur,

een piramide van cheerleaders,

tango-dansende stijldansers,

Indiase dames in Bollywood-stijl,

het was er allemaal. Het publiek

werd bovendien getrakteerd op

optredens door verschillende

pianisten, zangeressen, een

rapper en zelfs een voormalig

Nederlands kampioen beat-

boxen. De charmante dj Psiertje

praatte de avond aan elkaar en

hield het publiek tussen de acts

bezig door toeschouwers op het

podium te trekken.

respect´Het was een geslaagde avond,´

zegt mede-organisator Robiena

Bhoelan tevreden na afloop.

Met het dansevenement wisten

de vijf studenten 1.040 euro

op te halen. Ook docent Arno

van Dijk is tevreden met het

resultaat: ‘Er was een heel

goede sfeer en echt, respect dat

ze dit hebben georganiseerd.´

Ook 29 andere CE-studenten

organiseren voor het Glazen

Huis verschillende evenemen-

ten. Hoeveel geld ze in totaal

opbrengen wordt 23 december

in Leiden bekendgemaakt. •

Het Talentenplatform van De Haagse Hogeschool ging in maart dit jaar van start. De afsluiting van de pilot vond 15 november plaats in De Lindenhoeve in Delft. Na een openingswoord van collegevoorzitter Rob Brons presenteerden de talenten hun onderzoeksresultaten. tekst Charlotte Fritschy

Page 8: Link 14: De grote ergernissenshow

8 h/LINK • 14

Snufjes

I n de zomer plaatste de Dienst IT 120 smartboards (interactieve

whiteboards) door heel de hogeschool. Veel docenten werden

er aan het begin van het collegejaar door verrast, zonder op de

hoogte te zijn van de werking van het multifunctionele apparaat.

De voornaamste klachten van de docenten die moeite hebben met

het gebruik van het smartboard zijn: er is niet genoeg ruimte om te

schrijven naast een powerpoint presentatie en de lijn verschijnt niet

waar de pen wordt neergezet. Dit laatste is volgens de Dienst IT

makkelijk te verhelpen door het bord te ‘kalibreren’ (afstellen), door

middel van de twee toetsen midden onderaan het bord, al moet je

dat maar net weten.

Frank Termes, docent en lid van de Hogeschoolraad, heeft het

onderwerp onlangs in een vergadering aangekaart. ‘Ik word in de

wandelgangen veel geconfronteerd met klachten. Ik vraag mij af:

waarom is er vooraf niets aan de docenten gevraagd?’ Zijn collega

Heleen Pluimgraaff, docente Russisch, deelt mee: ‘Ik heb pas een

week of twee geleden een mail ontvangen waarin je kon aangeven

aan wat voor training je behoefte hebt.’

En daar ligt deels de oorzaak van de onvrede: tot nu toe hebben

veel docenten nog geen cursus gehad. Vlak voor de zomer is er

een ‘train de trainer’-cursus aangeboden voor één afgevaardigde

van elke academie. Het was de bedoeling dat deze afgevaar-

digden vervolgens de rest van de academie inlichtten over het

gebruik van de smartboards en met hun kennis zouden kunnen

dienen als vraagbaak voor hun collega’s. ‘De deelnemers hieraan

voelden zich niet voldoende uitgerust,’ licht Jessica Visser toe,

coördinator opleiding van het Professional Development Center.

In de laatste week van de zomervakantie zijn er daarom ook

nog inspiratiesessies gehouden, maar ook deze oproep is niet bij

iedereen terecht gekomen. ‘Nu willen we eerst in kaart brengen

heisa om het slimme schoolbordSinds de zomer heeft de Dienst IT 120

smartboards geïnstalleerd. Inmiddels

worden klachten hierover besproken in de

Hogeschoolraad en zijn er zelfs docenten

die met een eigen whiteboard over de gang

zeulen. Het Professional Development

Center ontwikkelt momenteel nieuwe

cursussen en vraagt hiervoor de input van

docenten. tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse

Page 9: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 9

In Onder de hamer komen studenten aan bod die in beroep gaan tegen een beslissing van hun opleiding.

Onder de hamer

waar de behoeftes liggen voor we weer allerlei trainingen geven,’

vertelt Visser. ‘We hebben alle teamleiders een e-mail gestuurd

met daarin een mogelijk cursusaanbod en gevraagd dit binnen hun

opleiding uit te zetten. Met de feedback van docenten willen we in

januari nieuwe cursussen starten.’

Ook de Dienst IT staat open voor commentaar of vragen. Unithoofd

onderwijs- en werkplekomgeving Sabrina de Baets: ‘Wij zijn al druk

bezig met het oplossen van klachten, maar nemen hier even de tijd

voor omdat we niet enkel brandjes willen blussen.’ Ze benadrukt dat

sinds de zomer het aantal klachten bij de dienst is afgenomen en er

ook veel docenten zijn die wél positief reageren. ‘Het is een gewen-

ningsproces, maar de docenten gaan nu de vruchten plukken.’

Feedback op de smartboards kan gestuurd worden naar [email protected]

met in de onderwerpregel ‘smartboards’. Met directe vragen kan je

ook terecht bij de IT Servicedesk. •

Werkervaring weegt niet op tegen praktijkstage

tekst Sabrina Danker

De feitenStudent A. van de Academie Bestuur, Recht en Veiligheid heeft

op 4 april 2011 een verzoek ingediend om vrijstelling voor een

leerarbeidsplaats (stage) en ontvangt op 20 juni 2011 hierop

een afwijzing. Tegen het afgewezen verzoek tekent Student A.

beroep aan. Hij vraagt om een vervangende opdracht voor de

verplicht gestelde stage van twintig weken. De examencommis-

sie geeft aan dat het Onderwijs- en Examenregelingen (OER)

niet voorziet in het omzetten van een stage naar een vervan-

gende opdracht. Het verzoek van A. wordt beschouwd als een

vrijstelling voor het verplicht opdoen van werkervaring op grond

van eerder verworven competenties. De examencommissie wijst

het verzoek af omdat de vrijstellingsregeling in het OER slechts

voorziet in het verlenen van vrijstellingen van toetsen en niet in

het verlenen van vrijstellingen voor het opdoen van werkerva-

ringen.

De argumentenStudenten A. zegt dat hij het besluit onvoldoende gemotiveerd

vindt. Het OER zegt niet te voorzien in een vrijstellingsregeling,

maar het OER geeft in de opleiding vrijheid om zelf afspraken te

maken met A. Hij is van mening dat hij vanwege eerder gevolgde

universitaire studies, werkervaring als accountmanager en zijn

leeftijd niet voldoet aan het profiel van een gemiddelde hbo-

student.

De tegenargumentenDe examencommissie vindt dat een vrijstelling afbreuk doet aan

het duale karakter van de opleiding. Een vervangende opdracht

zou hiermee in strijd zijn. De examencommissie vindt de omstan-

digheden van A. niet zo uitzonderlijk dat zij aanleiding ziet om af

te wijken van het OER.

De uitspraakHet College van Beroep oordeelt dat de examencommissie de

belangen zorgvuldig heeft afgewogen en dat student A. geen

omstandigheden heeft aangevoerd die een afwijking van het

OER zou rechtvaardigen. Het College verklaart het beroep van de

studenten ongegrond.

Niet eens met een beslissing van de Examencommissie? Je hoeft je er

niet zonder meer bij neer te leggen. Kijk voor regels en procedures op

studentennet.hhs.nl/loketrechtsbescherming.

Page 10: Link 14: De grote ergernissenshow

10 h/LINK • 14

Analyse

Z elfs in onze eigen enquête (zie pagina 12),

waarin we vroegen naar de grootste ergernis-

sen over docenten en studenten, kwam het

naar voren: die roosters zijn een doorn in het oog...

Vooral doordat de roosters pas laat bekend zijn, soms

veel tussenuren bevatten en er daarbovenop nog vele

wijzigingen op het allerlaatste moment zijn.

Begin 2011 startte de school een project dat de

situatie moet verbeteren. Projectleider Harry de

Bruin analyseerde wat er mis ging. Dat is nogal wat.

‘Primair komt het door de manier waarop we het

onderwijs georganiseerd hebben,’ stelt De Bruin. ‘Die

is gewoon slecht. Docenten laten zich slecht sturen op

wat ze voor de klas doen. Ze gaan voor de inhoud, niet

voor het proces waarvan ze deel uitmaken. Academie-

directeuren vrezen de controle kwijt te raken over

hun hoofdtaak. En dus bemoeit iedereen zich met

roosteren.’

De Bruin vindt vingerwijzen zowel onterecht als on-

zinnig. Er is niet één schuldige aan te wijzen. Daarom

bevat het verbeterplan wijzigingen op uiteenlopende

aspecten. Zo worden de tien roosterbureaus sa-

mengevoegd tot drie, omdat je dan makkelijker met

schaarse onderwijsruimten kunt schuiven. Bovendien

gaan volgens de nieuwe werkwijze niet langer de

docenten over het rooster, maar de teamleider van

een opleiding. De Bruin vindt dat logisch: ‘Er zijn

academies waar op vrijdag nauwelijks lesgegeven

wordt. Als je kijkt naar de drukte in het gebouw, dan

zie je dat ook terug: op vrijdag heb je lokalen voor het

uitzoeken. Nu kun je twee dingen doen: of je laat het

zo, en je moppert dat er van maandag tot donderdag

geen lokaal meer beschikbaar is, of je gaat met je

mensen in gesprek over de vraag of die vrije vrijdag

echt nodig is, of dat die vrije dag ook op woensdag

mag zijn. Voor dat soort wijzigingen heb je echt een

teamleider nodig.’

‘Nou,’ pareert Gerard Kranenburg, lid van de Hoge-

schoolraad. ‘En wat nu als mensen op die vrijdag

privé verplichtingen hebben?’ De Hogeschoolraad

was ‘not amused’, toen ze dit najaar het implemen-

tatieplan kreeg voorgelegd. Het plan bevat voor de

raad een groot aantal pijnpunten. Zo is de raad niet

Verdeeldheid over

Het is al jaren met stip op één de grootste ergernis:

lesroosters. Kijk @hhsFAIL er maar op na, of lees

studenttevredenheidsonderzoek de Reflector. Een integrale

aanpak moet verandering brengen, maar daar is niet

iedereen gelukkig mee. tekst René Rector | beeld Kik

aanpak roosters

Page 11: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 11

overtuigd dat het centraliseren in drie ‘molochs van

roosterbureaus’ wel zo’n goed idee is. ‘Je maakt de af-

stand tussen docent en roosteraar alleen maar groter.

Dan kan er helemaal niks meer,’ vindt Kranenburg.

Het effect van een andere manier van roosteren is

bovendien nooit onderzocht, net als wat eigenlijk een

goed rooster is. ‘Ja... gatenvrij. En een roostervrije

dag zou fijn zijn. Veel studenten werken tegenwoor-

dig naast hun studie,’ weet raadslid en voormalig

voorzitter van de Haagse Studentenvakbond Falko

Evers. ‘Over kwaliteitseisen van een rooster vind je

in het hele roosterplan niets terug. Wat de school met

dit plan wil bereiken, is dat studenten tevredener

worden over het rooster. Maar of dit de manier is...’

Het belangrijkste euvel was echter dat de docent in

het plan de schuld krijgt van alle roosterellende. Vindt

de raad. ‘Eigenlijk zou de inventarisatie van de pro-

blemen over moeten, in plaats van dat je nu het plan

gaat implementeren,’ luidde de eindconclusie.

Met die implementatie is inmiddels echter wèl een

begin gemaakt. Zonder onderzoek. Er heeft wel een

pilotproject gedraaid op de Strip, dat eruit bestond om

alle lokalen daar in één centraal roosterbureau onder

te brengen. ‘Maar het heeft geen zin om het effect

daarvan te onderzoeken,’ vindt De Bruin. ‘Het werkt

niet beter en dat komt doordat je verder niks veran-

dert. Het rooster is een van de laatste schakeltjes in de

organisatie van je onderwijs. Als je eerder in het proces

niets doet, helpt dat centrale roosteren ook niet.’

‘Eerder in het proces’ betekent in deze context eigen-

lijk dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor de

inhoud van het onderwijs (de docenten, vooral) beter

hun best moeten doen om te zorgen dat ze die inhoud

op tijd in orde hebben. ‘Een beetje tijdig weten welke

gastdocent je uitnodigt, lijkt me niet te veel ge-

vraagd,’ vindt De Bruin. Dat de Hogeschoolraad in de

wiek geschoten is, is dus wel begrijpelijk: docenten

moeten volgens het nieuwe roosterplan hun huiswerk

eerder af hebben. Dat haalt de flexibiliteit wel deels

uit het onderwijs, maar die flexibiliteit was nu precies

de eeuwige klacht van studenten - te veel wijzigingen

op een te laat tijdstip.

De Academie voor Gezondheid loopt in het nieuwe

roosteren voorop. Gevraagd naar zijn nieuwe rol

als roosteraanspreekpunt van Voeding & Diëtetiek

oordeelt teamleider Sander Rijksbaron: ‘Positief. Ik

heb zelf meer zicht op wat er gebeurt. Het is wel meer

werk, maar het geeft ook een hoop rust.’ Rijksbaron

denkt het rooster voor 95 procent tijdig te kunnen

maken. ‘Die overige vijf procent moet je flexibel in zijn,

bijvoorbeeld omdat iemand ziek wordt. We hebben  er

bij het aannemen van al die mensen al jarenlang op ge-

let dat we iedere dag een goede bezetting hebben.’ En

mocht het echt beroerd uitkomen omdat een les pre-

cies op iemands vrije dag valt, dan is er nog geen man

overboord. ‘Vrij is vrij. Maar je kunt het toch vragen, of

iemand kan wisselen? Je kunt altijd nog “nee” horen.’

Wat meer scepsis heeft collega-teamleider Rienk

van der Slikke, van Bewegingstechnologie, waar de

roosters nu nog traditioneel worden gemaakt. ‘Ik snap

dat er iets moet gebeuren aan het roosteren, maar ik

snap ook de irritatie. We hebben de afgelopen jaren

zo veel gedaan om te verbeteren. En dan komt er een

projectleider van buiten en die gaat even vertellen

wat er allemaal niet deugt. In het stuk van Harry lijkt

het alsof de docenten niks willen en er een cultuur-

omslag moet komen. Mijn ervaring is dat mensen zich

gedragen naar hoe je ze aanspreekt. Het zijn professi-

onals, dus als je zegt “dat en dat kan niet, punt”, dan

gaat het niet werken. Als je echter aangeeft waarom

iets moeilijk is of heel ongunstig voor de student, dan

werkt dat een stuk beter.’

Die dialoog staat ook voor de Hogeschoolraad boven-

aan het verlanglijstje. Het grote twistpunt is wie er bij

die dialoog aan de gesprekstafel zitten. Als het aan de

Hogeschoolraad ligt, zouden ze de roosteraars dichter

bij docenten plaatsen. De Bruin vindt dat juist team-

leiders en roosteraars met elkaar om de tafel moeten.

Als dat goed werkt, moet dat uiteindelijk te merken

zijn aan een afname van klachten van studenten.•

En dan komt een projectleider van buitenvertellen wat er niet deugt

aanpak roosters

Page 12: Link 14: De grote ergernissenshow

12 h/LINK • 14

Enquête

Een zuchtende docent: ‘Waarom zeggen ze het niet als ze de deadline

niet halen.’ Een balende student: ‘Ik heb al vier keer gemaild en

nog geen antwoord.’ Dit soort geklaag was de aanleiding om de

(dagelijkse) ergernissen van docenten over studenten en andersom

te inventariseren. Hier de uitslag van de Grote Ergernissen enquête.

En mogelijke oplossingen. tekst Dieuwke de Boer • beeld Mieke Barendse

Ergernissen top 5 studenten

Studenten storen zich het meest aan

1 Docenten die niet of laat op mail reageert (93%)

2 Niet serieus genomen worden door een docent (88%)

3 onduidelijke deadlines en verwachtingen (87%)

4 onvoldoende vakkennis (87%)

5 Docenten die geen tijd voor hen neemt (85%)

* De percentages van respondenten die het ‘helemaal eens’ en ‘eens’ zijn met de stelling, zijn bij elkaar opgeteld. Bij gelijk percentage is gekeken waarmee de meesten ‘helemaal eens’ zijn.

Page 13: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 13

E en enkeling stelt zich ‘eigenlijk nooit’ te er-

geren. Anderen luchten hun hart uitgebreid.

De vragenlijst bleek in ieder geval verre van

compleet, getuige de reacties van de ruim 800 respon-

denten (674 studenten en 143 docenten). Op off topic

gemopper over enquêtes met suggestieve vragen,

Blackboard dat op de meest cruciale momenten niet

bereikbaar is, roosters die laat komen (zie pagina 10)

en de slechte beschikbaarheid van computers gaat

dit artikel niet in. Maar ‘ik stoor me eraan als rotzooi

achteloos op de grond wordt gegooid’ is wel relevant.

Daarover later meer.

Mail-malheurEerst de grootste ergernissen belichten. Op nummer

één bij studenten: docenten die niet of laat reageren

op hun mail (61 procent vinkte ‘helemaal mee eens’

aan en 32 procent ‘eens’). Docenten storen zich naar

verhouding minder aan studenten die niet op mails

reageren (een kwart koos ‘helemaal eens’ bij de stel-

ling, 40 procent ‘eens’). Slordig opgestelde mailtjes

worden niet gewaardeerd door zo’n driekwart van de

docenten. En inhoudelijk zijn docenten ook niet altijd

blij met de mail die ze krijgen. Een docente

Huidtherapie ergert zich aan studenten die

‘mij mailen zonder een duidelijke vraag en

dan toch een antwoord verwachten.’ En

een docente Commerciële Economie houdt

er niet van als ‘een student niet aanwezig

is in de les en/of niet de beschikbare infor-

matie op Blackboard of in de studiewijzer

raadpleegt, maar de vraag naar de docent

mailt. Bijvoorbeeld over de tentamenstof

en deadlines.’ Maar dat gaat eigenlijk

over luiheid.

DeadlinegedonderHet begrip ‘deadline’ staat ook garant

voor ontevreden gezichten. Bijna negen

op de tien studenten ergert zich aan

onduidelijke deadlines en daarmee staat

deze ergernis op nummer drie. Zes op de

tien docenten ergert zich aan studenten die de

deadline overschrijden en negen op de tien vindt

het erg als een student gemaakte afspraken

niet nakomt (docentenergernis nummer twee).

Ergernissen top 5 docenten

Docenten storen zich het meest aan

1 Studenten die onbeleefd zijn (92%)

2 Studenten die de gemaakte afspraken niet nakomen (89%)

3 taal-/spelfouten in ingeleverde stukken (85%)

4 Studenten die kletsen tijdens colleges (84%)

5 Studenten die met hun telefoon ‘spelen’ in de les (78%)

Page 14: Link 14: De grote ergernissenshow

14 h/LINK • 14

Een studente Bewegingstechnologie kan er niet

tegen als ‘studenten zich netjes houden aan de

strikte deadline en de docent dan weken later – een

paar uur voor dat hij de cijfers in moet voeren – iets

niet kan openen of denkt te hebben en de studenten

daardoor in eerste instantie een onvoldoende krij-

gen.’ En een derdejaars Voeding en Diëtetiek vindt

het vervelend als docenten te makkelijk zijn met

deadlines: ‘Als iemand iets mist zitten er vaak amper

consequenties aan vast. Dit gaat ten koste van de

studenten die wel alles netjes op tijd afmaken.’ En

misschien valt dit wel onder de noemer ‘niet serieus

genomen worden’, de ergernis die van studenten de

zilveren plak krijgt.

CollegegekletsDe nette student heeft vaker last van zijn medestu-

dent. ‘Veruit mijn grootste ergernis is dat klasgenoten

niet stil kunnen zijn tijdens een college,’ zegt Jan, eer-

stejaars Bestuurskunde/Overheidsmanagement. En

hij is niet de enige die liever ziet dat medestudenten

netjes luisteren. Ook docenten vinden het vervelend

als er door hun verhaal heen gekletst wordt: het staat

op nummer vier (41 procent vinkte ‘mee eens’ aan,

43 procent ‘helemaal eens’). Menig student roept do-

centen op daadkrachtig in te grijpen. ‘Direct de les uit

sturen,’ propageert een eerstejaars Maatschappelijk

Werk en Dienstverlening. Anderen pleiten voor een of

twee waarschuwingen en dan wegwezen. Docenten

zijn vaak milder. Al zegt een docent Voeding en Diëte-

tiek, die vindt dat hij strenger is geworden in de les:

‘Ik merk dat studenten die duidelijkheid ook wel fijn

vinden.’

onbeleefde taalVoordat het oplossingenorakel losbarst, eerst

aandacht voor de grootste ergernissen van

docenten. Op de derde plek staan taal- en spelfouten

in ingeleverde stukken. ‘Als Word al een rood

kringeltje geeft, is het een slordigheid die je zelf

kunt oplossen,’ benoemt Frans Joosstens, docent bij

Facility Management. Onbeleefde studenten vormen

echter ergernis nummer één bij docenten. Negen

van de tien ging bij deze stelling voor ‘helemaal

eens’ (55 procent) of ‘eens’ (37 procent). En het

meest opvallend: niemand was het oneens met

deze stelling. Al vinden de docenten waarbij Link

navraag deed de studentenpopulatie best netjes.

Een medewerker klaagde over ‘studenten die troep

achterlaten en dat zelf niet eens door hebben. En die

dan vreemd of onbeleefd reageren als je ze daar in

zo’n geval op aanspreekt.’

troepterreurEn zo zijn we terug bij de rommel-klacht. Die leeft bij

docenten. ‘Ik vind die onverschilligheid voor

de omgeving heel erg,’ zegt Willy Bervoets,

docente Communicatie bij de opleiding

Bedrijfskundige Informatica. ‘In de klas

spreek ik studenten daar op aan met een

grap. “Oh, mag ik het allemaal doen?”

Maar het gebouw is te groot voor mij.

Soms raap ik een verdwaald koffie-

bekertje op. Ik erger me er meer aan

als het er ligt, dan wanneer ik het

opruim.’

Handig, zo’n doe-het-zelf-oplossing.

En meer respondenten zoeken de

oplossing bij zichzelf. ‘Bedenk ook

eens hoeveel dingen je zelf niet goed doet

waar anderen, zoals je docenten, zich aan

kunnen ergeren,’ adviseert een stu-

dent Technische Natuurkunde. Ingrid

Boerma, docente Civiele Techniek, doet

het zo: ‘Ik probeer altijd te bedenken

hoe het komt dat een student bepaald

gedrag vertoont. Het zou zomaar

kunnen betekenen dat ook ik daar een

aandeel in heb.’ Zelfreflectie als remedie

voor je ergernissen dus. Maar er zijn meer opties.

De covermodellenOok Frans Joosstens (docent Facility Manage-

ment) en Melany Themen (derdejaars Small

Business & Retail Management) vulden de

enquête in én ze wilden poseren voor de cover.

Maar waar ergeren zij zich nu allemaal aan?

Frans heeft vooral een broertje dood aan taal-

en spelfouten in ingeleverde stukken. Maar

hij probeert de ergernis ook op te lossen door

studenten conceptrapporten te laten schrijven

en daar dan feedback op te geven. En voor

goede tussenrapporten krijgen studenten een

puntje extra op het eindcijfer.

Melany kan behoorlijk balen als ze hulp nodig

heeft en dat de docent dan geen begrip toont.

Ook het lang moeten wachten op cijfers valt

bij Melany slecht. ‘Er zijn altijd wel redenen

te verzinnen, maar als wij strikte deadlines

hebben, dan de docenten ook.’

Page 15: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 15

Gebruik humorGebruik humor, zeggen verschillende docenten. Het is een helend

middel tegen allerhande ergernissen. Zo zegt Mieke Ridder, docente

hbo-V, tegen een etende student in de collegezaal: ‘Stel nou dat jij de

meeste briljante ingeving van je leven hebt… Dan heb je je mond vol

en is het moment voorbij.’

Zie het als je taak‘Je ergeren is vaak geen motivator voor de ander om het gedrag te

veranderen,’ stelt Oda Kok, teamleider Climate & Management. ‘De

meeste dingen die me negatief opvallen pak ik op als de opvoedkun-

dige taak die je als docent hebt.’ Ook een docente Sociaal Pedagogi-

sche Hulpverlening noemt het ‘ergernissen die bij het vak horen en

waar je als docent meestal een rol in speelt’. Ook Joosstens relativeert

ongewenst gedrag van studenten: ‘Iemand die niet weet wie ik ben of

bij welke les hij is, is eigenlijk best zielig. Misschien weet hij nog niet

wat hij wil of heeft hij een verkeerde studiekeuze gemaakt. Ik ga met

studenten waarvan ik mentor ben het gesprek daarover aan. Wat me

bij anderen opvalt, speel ik door aan mijn collega’s.’

Maak het bespreekbaar‘Een praatje na de les kan wonderen doen,’ schrijft Dennis, student

Communication & multimedia design. ’Laat de docent op een vriende-

lijke en professionele manier weten wat je vindt dat anders zou moe-

ten. Maar sta ook open voor zijn mening. Mocht je ruzie krijgen, stap

dan naar je slb’er.’ Ook docenten tippen: spreek studenten aan op hun

gedrag. In de klas of individueel. ‘Studenten zijn net mensen. Als je

het gesprek met ze aangaat dan komt het negen van de tien keer wel

goed,’ aldus Rachel Kuijlenburg, docente Facility management.

DuidelijkheidDocenten: stel kaders. Overleg de regels in les 1. Berg bijvoorbeeld

aan het begin van de les gezamenlijk de telefoons op. Wees vanaf het

begin duidelijk over wat je verwacht van studenten en laat weten wat

de consequenties zijn.

Voor studenten: lees de studiewijzer meteen aan het begin van je

blok. Mist er informatie of heb je nog vragen, stel die dan. Het onbe-

antwoorde-mail-probleem oplossen? Pols bij je docent hoe en wan-

neer je het beste je vragen kunt stellen. Zoek eerst zelf het antwoord.

Niet gevonden? Zorg dan dat je je vraag duidelijk formuleert. En kijk

eerst of de info in je studiewijzer staat. Bel de betreffende docent als

je geen reactie krijgt. Sommige studenten stellen hun vraag aan een

docent die wel altijd reageert, maar die krijgt het dan wel erg druk.

Aandacht voor taalBij vijf fouten of meer een onvoldoende krijgen kan een oplossing zijn

voor matige schrijftaal, maar niet iedereen ziet daar wat in. Aandacht

voor taal door de opleiding heen helpt. ‘Wat er niet in gaat, komt er

ook niet uit,’ stelt Frans Joosstens. Hij laat studenten conceptrappor-

ten schrijven en geeft daar feedback op. Voor goede tussenrapporten

krijgen studenten een puntje extra op het eindcijfer. Belonen dus. •

Oplossingen

Page 16: Link 14: De grote ergernissenshow

16 h/LINK • 14

Iedere maand maakt een Academiedocent van het Jaar een portret van zichzelf. Hoe weerspiegelt deze tekening zijn docentschap?

Was getekend

‘Laat studenten eerst kennis maken met hun kracht’

Peter hoogenboomAcademiedocent van het Jaar

bij de Pabo

Leeftijd 59

Docent o.a. Ontwikkelings-

psychologie, Pedagogiek en Didactiek

Sinds 2002

ook slb’er, scriptiebegeleider,

internationalisering

In steekwoorden deskundig,

bereikbaar, eerlijk, inspirerend, zoekt

naar talent

tekst Dieuwke de Boer • beeld Peter Hoogenboom

Wat gebeurt er in je hoofd?Ik maakte dit portret voor mijn

masteropleiding Coaching. Ik

wilde een metafoor bedenken

voor gedachten. Ik koos voor de

gyroscoop. Die is stabiel als er

beweging is. Als ik me niet zou

ontwikkelen, zou ik uit balans

raken. Het vliegwiel heb ik

vervangen door een lemniscaat.

Die staat voor keuzes maken

en balans. Schilderen en pot-

tenbakken zijn hobby’s van me

waarmee ik mijn gedachten,

ideeën en verbazing weer kan

geven.

Gebruik je dat ook in je lessen?Sir Ken Robinson (internationaal

bekende onderwijsontwikkelaar

en TEDx spreker, die pleit voor

het stimuleren van creativiteit,

red.) omschrijft creativiteit als

originele gedachten die ertoe

doen. Zo ben ik er ook mee

bezig met mijn studenten. Waar

vind je inspiratie? Het is een

uitdaging om studenten dat te

laten ontdekken. Een andere

parallel die ik tussen pottenbak-

ken en mijn vak zie is dat je je

moet verdiepen in de theorie.

Bij pottenbakken gaat het om

de materie en de chemische

reacties. Voor de klas staan is

niet alleen leuk met kinderen

werken. Je moet weten hoe iets

werkt en waarom. Alleen dan

kun je verder komen.

Hoe verleid je studenten om in die theorie te duiken?Als docent heb je een publiek

dat je moet bespelen. Het is

theater. Ik wil die informatie

kwijt, maar ik wil ook dat ze na

de les nog met de stof willen

werken. Kennis moet zinvol

zijn. Als studenten het nut niet

zien, dan gaat het niet werken.

Verbazing is een volgende stap.

Dat een student denkt: ‘Ik wil er

iets mee.’ Die stap van moeten

naar willen probeer ik voor

elkaar te krijgen. Ik ben me erg

bewust van de verschillende

methoden waarop je lesstof

aan kunt bieden, zoals visueel,

auditief en kinesthetisch. Dat

geeft dynamiek.

Hoe motiveer je studenten?Studenten moeten vaak reflecte-

ren. Veel hebben de neiging te

focussen op wat ze niet kunnen.

Ze ervaren hun belemmerin-

gen bijna dagelijks. Ik vind het

belangrijk dat ze eerst kennis

maken met hun kracht… wat

ze wel kunnen. Dan loopt de

ontwikkeling veel makkelijker.

Het zoeken naar talenten levert

vaak eyeopeners op.

Wat opent jouw ogen nog?Ik ben coördinator van studen-

ten die naar het buitenland

gaan. Ik leer erg veel van wat

die studenten mee terug nemen.

Wij denken maar dat Nederland

de maatstaf is: zoals het onder-

wijs hier georganiseerd is, hoort

het te zijn. Maar Nederland is

eerder uitzondering dan regel

op onderwijsgebied. Ik begrijp

goed dat internationalisering

zo hoog op de agenda staat.

Het levert mensen op die vanuit

verschillende perspectieven en

daardoor veel genuanceerder

naar de Nederlandse situatie

kunnen kijken. •

Page 17: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 17

Speurneuzen

H alf oktober werd Amanda Knox in hoger

beroep vrijgesproken. De Amerikaanse

uitwisselingsstudente werd vier jaar eerder

gearresteerd op verdenking van de moord op haar

huisgenote in het Italiaanse Perugia. Er was een hele

berg bewijsmateriaal tegen Knox, maar daar bleef in

de rechtszaal niets van over. Een belastende vinger-

afdruk op de beha-sluiting van het slachtoffer bleek

in de beroepszaak niet meer te verifiëren, omdat het

bewijsstuk inmiddels was verroest. Ook het moord-

wapen - een mes met bloed van het slachtoffer op het

lemmet en vingerafdrukken van Knox op het heft -

raakte in het ongerede. Opmerkelijk: de juryvoorzitter

zei na de uitspraak dat hij niet wist of Knox het had

gedaan of niet, maar dat de jury op basis van het nog

bestaande bewijs niet anders kon dan vrijspreken.

Fancy camera’sDe rechtszaak tegen Knox benadrukt hoe belangrijk

een goede verzameling van sporen op de plaats delict

is. Alle sporen moeten minutieus worden vastgelegd.

‘Je wilt eigenlijk zo snel en zo veel mogelijk vastleg-

gen, maar tot nu toe zijn de opsporingsmethoden

conventioneel,’ aldus Tjark Tjin-A-Tsoi, NFI-directeur.

Is er een moord gepleegd, dan transformeert een

onderzoeksteam de plaats delict zo goed mogelijk tot

een stapel papier: foto’s van alles (met nummertjes en

linialen erbij), plaatjes van gevonden vingerafdruk-

ken, enzovoort. In de rechtszaal moeten de aankla-

ger en de verdediging van de verdachte dan vaak

bediscussiëren of het bewijsmateriaal wel solide in

elkaar steekt. Bij Knox werd het mes uiteindelijk als

bewijsmateriaal uitgesloten, omdat het niet op de

plaats delict gevonden was.

Het NFI startte in 2009 met een groep hightech be-

drijven de ontwikkeling van een nieuwe manier van

bewijsvoering. Het principe is eenvoudig: leg zoveel

mogelijk van de plaats delict vast en leen daarvoor

technologie uit andere expertises. Leer forensisch on-

derzoekers daarna hoe ze met die technieken moeten

omgaan in een laboratorium.

C S I :T h e H a g u e C S I :T h e H a g u e

Op televisie hebben we het allemaal al een keer gezien: hightech snufjes die misdaden moeten helpen

oplossen. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) probeert met tien andere partners, waaronder De

Haagse Hogeschool, de fancy onderzoeksmethoden werkelijkheid te laten worden. tekst René Rector • beeld NFI

hhS SPeurt Mee oP hooG NIVeau

Page 18: Link 14: De grote ergernissenshow

18 h/LINK • 14

Het resultaat is indrukwekkend. Zo beschikt het lab

nu bijvoorbeeld over een bril, die vastlegt wat de

forensisch onderzoeker die ‘m draagt, ziet. Tegelijker-

tijd geven experts die even verderop op een scherm

met de onderzoeker meekijken via een oormicro-

foontje aanwijzingen aan de onderzoeker. Ook is een

warmtecamera ontwikkeld die nauwkeurig kan re-

gistreren of er nog warmtesporen op de plaats delict

aanwezig zijn. Heeft iemand op een stoel gezeten?

De stoel blijft nog uren meetbaar warm. En ook al zo

fancy: een camera die eruitziet als een gewone han-

dycam. Het verschil is dat een gewone videocamera

altijd maar drie kleuren licht registreert: blauw, groen

en rood. Deze spectrocamera registreert een paar

honderd tinten. De camera kan door z’n fijnzinnig-

heid zelfs op een rood sprei niet alleen bloedsporen

ontdekken, maar ook vaststellen hoe lang het bloed er

al ligt. Een andere nieuwe tool is een camera die 3D-

opnamen kan maken van een plaats delict.

eerst maar eens bewijzenHet lab is ingericht als een oer-Hollandse straat met

dito burgerlijke huisjes. Wie er binnengaat, treft bij-

voorbeeld in de woonkamer een met bloed besmeurde

paspop, en na enig zoeken een mes in de slaapkamer.

Buiten de huisjes kan met grote schermen een ‘straat’

worden nagebootst inclusief dienders die het verkeer

regelen en toegestroomd publiek. Dat het lab er ‘net

echt’ uitziet heeft twee redenen.

Ten eerste zijn al die hightech snufjes indrukwek-

kend, maar voor ze echt als bewijs kunnen dienen

in een rechtszaal, moeten rechters en advocaten

overtuigd zijn van de geldigheid van zulk bewijs.

Dat is niet voor niets: in de meeste rechtsstaten

geldt dat iemand onschuldig is, tenzij het tegendeel

overtuigend bewezen is. Een van de eerste rechtsza-

ken waar DNA-sporen als bewijsmateriaal dienden,

was die van de moord op Nicole Brown Simpson en

haar minnaar Ronald Goldman, waarbij O.J. Simpson

met zijn advocaten de betrouwbaarheid van zulk

bewijsmateriaal vele malen aanvocht. Niemand zit

erop te wachten dat een moordenaar vrijuit gaat

omdat de spectrocamera ondeugdelijk blijkt. ‘Maar

het Openbaar Ministerie vraagt steeds meer naar

objectief bewijs,’ stelt projectleider Andro Vos van

CSI The Hague. Het lab laat zien wat er mogelijk is,

maar ‘het is niet aan ons om te bepalen wat deugde-

lijk is,’ zegt Vos.

Ten tweede moeten forensisch on-

derzoekers leren omgaan met nieuwe

technieken. Het lab is een trainingsmo-

gelijkheid voor rechercheurs. Zo kan

een rechercheteam ‘ter plaatse’ recher-

chewerk verrichten. Simulatiesoftware

bepaalt welk misdrijf er is gepleegd

en welke rekwisieten het NFI vooraf

moet plaatsen. De oefening begint bij

de aankomst in de virtuele ‘straat’,

waarna de recherche de woning in real life kan doorzoeken. Camera’s in

het lab leggen dan nauwkeurig vast

waar iedereen is en welke technieken

ze gebruiken. Uit die camerabeelden

blijkt gauw genoeg of rechercheurs het

onderzoek goed uitvoeren. Daarmee is

het lab zowel een onderzoeksfaciliteit

om nieuwe onderzoekstechnieken te

ontwikkelen en te verfijnen, als een

trainingsfaciliteit voor (nieuwe) foren-

sisch onderzoekers.

Met een camerahelm kan een expertteam over je schouder meekijken.

Het lijkt appeltje-eitje, maar een camera die on the spot een driedimensionaal beeld kan vastleggen, is nieuw. Het geeft rechters en advocaten de mogelijkheid met een speciale bril op de plaats delict straks virtueel te doorlopen.

Page 19: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 19

Nieuwe technieken aanlerenTraining is bij forensische onderzoekstechnieken

essentieel. ‘Forensisch onderzoeker is zo’n beroep

waarin je pas na een paar jaar goed wordt. Het is

eigenlijk heel ambachtelijk werk,’ vertelt Herman de

Bruine. ‘De beste forensisch onderzoekers zijn om die

reden meestal de oude rotten in het vak: zij hebben er

al heel wat oefening op zitten.’

De Bruine doceert aan de opleiding Integrale Veilig-

heidskunde en vormt de linking pin met De Haagse in

het CSI The Hague-project. Hij doet onderzoek naar

leren in organisatieculturen. Bij het introduceren van

nieuwe forensische technieken zou dat nog weleens

een probleem kunnen worden, want als je een nieuwe

techniek introduceert, is iedereen weer beginner. En

als het hightech is, hebben de jonkies het meestal

sneller door dan die oude rotten. ‘De verhouding

op de werkvloer verandert. Dat zie je vaak met het

invoeren van nieuwe technieken. Nu denken we vaak

dat als mensen problemen ondervinden bij de intro-

ductie van nieuwe werkmethoden, dat individuele

problemen zijn. Dat is niet zo. Het is een probleem dat

besloten ligt in de organisatiecultuur.’

In sommige organisaties bestaat van nature respect

voor elkaars kwaliteiten. In andere organisaties moeten

alle individuele leden voldoen aan een (hoge) standaard.

In die groep verwacht De Bruine veel meer problemen

wanneer zo’n groep moet omgaan met een nieuwe

techniek. ‘Het was het NFI ook opgevallen als er recher-

cheurs komen oefenen in het CSI-lab: de ene groep heeft

het als groep veel sneller onder de knie dan de andere

groep. In de ene groep leren mensen van elkaar, en is er

weinig schroom om hulp te vragen. In andere groepen

liep dat veel stroever. Dus nu trainen we groepen tijdens

het leren omgaan met nieuwe technieken, ook op de

sociale aspecten die daarbij komen kijken.’

Tegelijkertijd is de training een manier om ook de

betrouwbaarheid van in de veiligheidssector werkende

groepen te vergroten. Hoe beter een groep in staat is met

fouten om te gaan en ervan te leren, hoe betrouwbaarder

zo’n groep wordt. ‘Dat is dus niet alleen een kwestie

van hightech apparatuur, maar ook van een team dat

er adequaat mee om weet te gaan,’ aldus De Bruine.

Zelf ook een kijkje nemen in het lab? Op de site van Link vind je een filmpje dat een aardig idee geeft.

Op ‘straat’ komt een rechercheur vaak in een verwarrende situatie terecht. Dit lijkt een autobrand, maar het blijkt te gaan om een afrekening in het drugscircuit. In het huis plaatst de computersimulator ook een pistool (niet ondenkbeeldig in dat milieu), maar het moordwapen blijkt in deze simulatie een mes.

Page 20: Link 14: De grote ergernissenshow

20 h/LINK • 14

ScriptieprijsWat is de beste afstudeerscriptie? H/Link nomineert iedere maand een afstudeerder die niet alleen uitmuntend presteerde, maar nog relevant is ook. Jaarlijks in april wint de beste 1.500 euro.

Martijn

Langendoen

Leeftijd: 32

Studie: Integrale Veiligheidskunde

Scriptie: Het nieuwe goud

Cijfer: 8

‘K ijk, daar zie je ze staan, wat onguur

lijkende mannen. Ze openen de koffer-

bak en ja hoor, daar komt weer een paar

kilo metaal tevoorschijn. Gestolen? Ik kan het je niet

zeggen, maar ik mag die mannen niet zomaar controle-

ren.’ Nog voor we goed en wel op weg zijn, uit Martijn

Langendoen zijn frustratie. Terwijl Link samen met

de inmiddels afgestudeerde Integraal Veiligheidskun-

dige door de haven van Rotterdam rijdt, passeren we

Spijkers & Zonen, een metaalopkoper in het gebied van

de Stadshavens. Martijn kent ze goed, net als de hele

buurt trouwens. Hij werkt er inmiddels zes jaar. ‘Vanuit

mijn functie als Coördinator Opsporing houd ik me bezig

met haven-gerelateerde criminaliteit. Met mijn scriptie

wilde ik aandacht krijgen voor een serieus probleem, na-

melijk metaaldiefstal. En dat is gelukt,’ vertelt Martijn,

terwijl hij verder het havengebied in rijdt.

Wat is er precies aan de hand? Als coördinator viel

Martijn het grote aantal metaaldiefstallen op. Hij voer-

de tijdens zijn scriptieonderzoek die diefstallen terug

op de hoogte van de metaalprijs. Dat werkt zo: door

opkomende economieën zoals China, India en Brazilië

neemt de vraag naar metaal toe. Die toenemende vraag

drijft de prijs op, en dat maakt metalen – koper vooral

– tot een aantrekkelijk object voor criminelen. Vroeger

stalen ze je televisie, nu de bovenleiding van het spoor.

Toen Martijn in begin dit jaar aan zijn scriptie begon,

waren de metaalprijzen inmiddels gestegen tot

recordhoogte. Voor een kilo koper bijvoorbeeld – ook

wel het nieuwe goud genoemd – betaalde je zo’n zes

euro. Intussen steeg, zo inventariseerde Martijn, het

aantal gepleegde metaaldiefstallen in de haven van

26 in 2009 naar 61 geregistreerde diefstallen in 2010:

meer dan een verdubbeling.

Een toename in diefstal is een ding, maar Martijn

ontdekte ook dat het percentage van de diefstallen

dat opgelost werd in diezelfde periode daalde van 31

procent in 2009 naar een kleine 10 procent in 2010.

Bovendien waren de opgelegde straffen allerminst

hoog te noemen. Diefstal kan bestraft worden met

maximaal zes jaar gevangenisstraf, maar in de prak-

Metaaldiefstal in de Rotterdamse haven vormt een serieus

veiligheidsprobleem. Toch gebeurde er niet veel aan. Oorzaak:

metaaldiefstal stond van nature niet hoog op de agenda bij politie en

politiek. Tot voor kort tenminste. tekst Youri van Vliet • beeld Bas Kijzers en Anke Nobel

op de agendaop de agenda

Page 21: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 21

h/Link scriptieprijsBen je (bijna) afgestudeerd en wil je ook kans maken op de hoofdprijs van € 1.500,-? Kijk op www.dehaagsehogeschool.nl/linkscriptieprijs hoe je mee kunt doen. Scripties zijn terug te vinden in de hbo kennisbank. www.hbo-kennisbank.nl

Weinigmensen doen

aangifte!

Waar zijnde media?

Metaal-diefstal kostmiljoenen!

We moeteneen gezamenlijke

stem latenhoren!Ik kan het

aankaarten bij de minister

Ik moet aandachtbesteden aan het

probleem

Ik kan zorgendat er vaker aangifte

wordt gedaandoor naar de mensen

toe te gaan

Wij kunnenhogere stra�en

eisen

Wij moetenvragen stellen aan de

burgemeester

Slechts 10%van de diefstallen

wordt opgelost

Er wordente lage stra�en

gegeven

Hoe los je metaaldiefstal op? Metaalprijzen stijgen en daardoor ook de metaaldiefstallen in de Rotterdamse haven

Door samen te werken heb je de meeste kans dat het probleem op de beleidsagenda komt

tijk komen de daders veelal weg met een geldboete.

Een zorgelijke situatie, vindt Martijn, temeer ook

omdat de prijs van metaal waarschijnlijk blijft stijgen,

en dus ook het aantal metaaldiefstallen.

In zijn scriptie focust Martijn op de (mogelijke) gevol-

gen van metaaldiefstal. Zo is er niet alleen economi-

sche en materiële schade die in de miljoenen euro’s

kan lopen, maar ook de veiligheid is in het geding.

Martijn: ‘Herinner je nog het ongeluk in Zevenaar, een

klein jaar geleden? Toen botste een goederentrein op

een internationale passagierstrein. Dat was een ge-

volg van koperdiefstal. Moet je voorstellen als er een

wagon met giftige stoffen in de haven van Rotterdam

ontspoort.’

Na z’n inventariserende onderzoek was het voor

Martijn duidelijk: metaaldiefstal heeft grote econo-

mische gevolgen, en geregeld is de veiligheid in het

geding. Maar waarom gebeurde er dan zo weinig om

het probleem aan te pakken? Hij zocht de oplossing

in de tweede helft van zijn scriptie in een integrale

aanpak, maar kwam er toen achter dat er überhaupt

nauwelijks aandacht voor was. ‘Metaaldiefstal is

geen onderwerp dat van nature bovenaan de agenda

staat, het wordt vaak onder één noemer geschaard

met vandalisme of stroperij.’ Met het gevaar om zijn

suggesties in de onderste la te zien belanden, besloot

Martijn eerst een sense of urgency te creëren.

Martijn voerde diverse interviews met de betrokken

hoofdrolspelers. Zo zat hij om de tafel bij Deltalinqs, de

belangenbehartiger van de bedrijven in de Rotterdam-

se haven, het Havenbedrijf Rotterdam dat de haven

beheert en ontwikkelt, het Openbaar Ministerie, met

zijn eigen leidinggevenden en ten slotte de lokale poli-

tiek. Politieke kopstukken waren soms echter huiverig.

Niet gek, volgens Martijn: ‘Als ik aandacht ga vragen

voor een onbekend, maar ook gevoelig onderwerp, dan

kan je terughoudendheid verwachten.’

Uiteindelijk slaagde Martijn erin om bij alle hoofdrol-

spelers een gevoel van noodzaak op te wekken. ‘Ik ben

trots dat deze scriptie er mede voor heeft gezorgd dat

metaaldiefstal een hogere prioriteit heeft gekregen. De

exacte cijfers over 2011 heb ik nog niet, maar ik zie wel

dat er meer aanhoudingen zijn, dat er meer aangifte

wordt gedaan, en dat er hogere straffen worden geëist.

Nu is het een kwestie van doorpakken, maar vooral

samenwerken (zie infographic). Als je van meerdere

kanten een zelfde geluid laat horen dan is het voor de

politiek moeilijker om hieraan voorbij te gaan.’

Na een uur door de haven te hebben rondgereden,

komen we weer langs de metaalopkoper Spijkers

& Zonen. ‘Over goede samenwerking gesproken,’

zegt Martijn. ‘Google maar eens op “De geitjes

van Bergen op Zoom”. Dat waren koperen beel-

den die bij deze metaalopkoper werden verkocht.

Hij noteerde hun identificatie en tipte ons. Hier-

door hebben we de daders kunnen oppakken.’ •

Op verzoek is de naam van de metaalopkoper gefingeerd.

Page 22: Link 14: De grote ergernissenshow

22 h/LINK • 14

Kunst in een stripverhaal‘Mijn stripverzameling bestaat uit

zo’n drie- tot vierhonderd albums,

waarvan De Ruwe Gids van Hanco

Kolk zeker een hoogtepunt is.

Hanco Kolk is beter bekend van

S1ngle en Gilles de Geus. De Ruwe

Gids is een grote-mensenstrip die

qua vorm ontzettend veel toevoegt

aan de tekst. De plaatjes alleen al

zijn geweldig om naar te kijken.

Het verhaal speelt zich af in de stad

Meccano, waar de mensen er een

puinhoop van maken. Er komen

bizarre passages in voor. Zo is er

een situatie waarin een jonge

vrouw een kind krijgt, waar ze

zo verknocht aan is, dat ze

het kind altijd bij haar wil

hebben en tot haar acht-

tiende jaar de navelstreng

niet wil doorknippen.

Het zijn drie losse verhalen, die

toch vloeiend in elkaar verwe-

ven zijn en op een geweldige

manier zijn vormgegeven.

Kleur is gebruikt als sfeerim-

pressie en er wordt minimaal

gebruik gemaakt van lijnen.

Bovendien geeft het verhaal

je ook nog een boodschap

mee. Het boek is bijna

kunst.

Ik laat me niet snel verrassen, maar dit kun je ge-

woon niet zelf bedenken. Deze strip heeft echt een

extra dimensie waar je je helemaal in kunt verlie-

zen. Strips als deze zijn meestal niet verkrijgbaar

in een gewone boekhandel, daarvoor zijn speciale

stripwinkels. Dat is een heel eigen wereldje.’

amélie toont andere manier van denken‘Amélie Poulain is een stil

en naïef meisje dat alles van

een afstandje observeert.

Ze zit op haar eigen roze

wolk. Het verhaal loopt

geloof ik zo, dat ze een

fotoboek vindt dat ze wil te-

ruggeven aan de eigenaar.

Vanaf het moment dat ze

in haar eigen leven actie

gaat ondernemen, besluit

ze ook in te grijpen in het leven

van de mensen om haar heen. Amélie heeft een

heel andere manier van denken. Dat fascineert me.

Ze haalt subtiele grapjes uit met mensen in haar

omgeving, die me echt aan het lachen maken. Het

begint met kleine pesterijtjes, waarmee ze hoopt

het gedrag van mensen te veranderen. Ze verwis-

selt de sloffen van een knorrige man om voor net

iets kleinere en zet zijn klok terug in de tijd. Dat

vind ik grappig.

Verder onderhoudt haar vader al een tijdje een

soort gedenkplaats voor haar overleden moeder.

Een tuinkabouter doet dienst als gedenksteen.

Amélie geeft de kabouter mee aan een bevriende

stewardess, die haar vader foto’s bezorgt van de ka-

bouter bij de Eiffeltoren en andere leuke plekken op

de wereld. Na een jaar is de kabouter terug, waarop

de vader van Amélie besluit om zelf een wereldreis

te maken (met de kabouter onder zijn arm).

In de film wordt weinig uitgesproken of uitgelegd,

maar het toont een hele andere manier van denken.

Dat verrassende vind ik leuk. Bovendien herken ik

mezelf erin, omdat ik in mijn werk ook veranderin-

gen probeer door te voeren en daarmee een verschil

hoop te maken.’ •

Wat is nieuw en de moeite waard? En welk juweeltje heb je tot nu toe gemist? Voor ‘nieuwe juweeltjes’ kijk je rechts. De verborgen schatten zijn deze maand van Rianne Valkenburg, lector Kennistransfer in Productinnovatie.

Juweeltjes

Rianne Valkenburg is lector Kennistransfer in Productinnovatie. Naast het opzetten van diverse projecten binnen de hogeschool, blijft er gelukkig tijd over voor het lezen van… stripverhalen.

tekst Riska Veldhoven • beeld Mieke Barendse

‘Ik laat me graag verrassen’

Page 23: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 23

MichaelGenre: drama

Duur: 96 minuten

Regie: Markus Sleinzer

Michael is ondraaglijk normaal tekst René Rector

Darth Vader en de digitale revolutie tekst René Rector

Steve Jobs de biografieWalter Isaacson

Meer weten?

Meer weten?

Michael is een soort kruising van de irritante filiaal-

chef uit de Albert Heijn-reclames en Dr. Green uit

E.R. Qua uiterlijk. Maar zelfs bij de filiaalchef steekt

zijn leven nog saai af. Hij woont in een huisje in een

niet al te grote Duitse gemeente, hij eet gebakken

Smac als avondeten en verkoopt verzekeringen

voor zijn beroep. Je zou de eerste paar minuten van

de film het idee kunnen krijgen naar een Duitse

remake van Happiness of Magnolia te kijken.

Maar schijn bedriegt. Michaels leven is namelijk

niet zo makkelijk ‘zonnig’ te houden, hoewel de

klassieker van Boney M. (Sunny, uit 1976) een

fijnzinnig motief in de film vormt. Wanneer de

rolluiken van Michaels huis omlaag zakken, blijkt

dat Michael een geheim heeft: in zijn kelder gijzelt

hij een klein jongetje, Wolfgang, en die maakt

het leven van zijn kwelgeest vreugdevol. Het

mannetje is voor Michael bedoeld om seksueel

aan zijn trekken te komen, maar vooral ook om de

eenzaamheid tegen te gaan.

De seks, die nergens expliciet wordt noch in beeld

komt, is echter niet eens waardoor dit regiedebuut

van Markus Schleinzer akelig wordt. Het is de

volstrekte vanzelfsprekendheid van het leven van

Michael en Wolfgang, waardoor de film shockeert.

Schleinzer laat het oordeel over Michael geheel

aan de kijker. Sterk - daardoor wordt de film niet

moraliserend. Je moet natuurlijk wel op een andere

planeet geleefd hebben om de parallel met Mark

Dutroux, Josef F. (die zijn dochter 24 jaar in een

kelder gevangen hield) of Wolfgang Priklopil (de

kwelgeest van Natascha Kampusch) te missen.

Soms zijn gebeurtenissen uit die ontvoeringen in de

film overgenomen. Schleinzer kiest daarbij wel voor

een verrassend perspectief: hij volgt de denkwereld

van de dader, niet van het slachtoffer. En dat maakt

deze film interessant. Je stapt de wereld binnen van

iemand met wie je je niet wilt identificeren. Eng.

Uiteraard start het verhaal op het moment waarop

de gijzeling van Wolfgang flink uit de hand begint

te lopen, en het zonnige, weerzinwekkende pedo-

seksuele leven van Michael steeds meer verregent.

Tot uiteindelijk het noodweer losbarst en de ge-

beurtenissen elkaar als een dominorally opvolgen.

Het was alsof ie erop had gewacht: op het moment

dat zijn biografie was voltooid, hield Steve Jobs het

voor gezien. Je kunt z’n biografie lezen als een per-

soonlijk document, maar net als de Star Wars saga

het levensverhaal van Darth Vader vertelt, vertelt

deze biografie eigenlijk het verhaal van de digitale

revolutie, samengebald in één leven.

Steve Jobs kreeg de elektronica met de paplepel

ingegoten. Zijn vader was elektrotechnicus bij

een van de grote bedrijven in wat nu Silicon Val-

ley heet. Een computer was in die tijd nog een

apparaat waar je data invoerde met ponskaarten

en waarbij je de resultaten de volgende dag kon

ophalen. Hobbymatig computeren kon ook, maar

dat wilde zeggen dat je er zelf een moest bouwen.

Toen Jobs met zijn vriend de Apple 1 demon-

streerde (de eerste computer die een letter op een

beeldscherm liet zien als je die aansloeg op een

toetsenbord) op een hobbyclub, kreeg het duo een

order van vijftig stuks - 25.000 dollar.

De biografie is een verzameling hilarische, interes-

sante en leerzame anekdotes over ondernemers-

geest, technologieontwikkeling en de geschiede-

nis van Apple. Het boek is ook een schets van

een afschuwelijke man, die maar twee oordelen

kende: ‘Total shit’ of ‘Absolutely amazing’. Het

laat bovenal zien hoe de ontwikkeling van digitale

revolutie soms van toevalligheden aan elkaar

hangt en de concurrentiestrijd tussen Apple en

Microsoft tot een soort heldenepos verwordt.

Een tikje storend is dat Jobs onbescheiden veel

aan zichzelf toedicht. Zo pocht hij dat zonder hem

er nooit zoveel fantastische lettertypes op de com-

puter beschikbaar zouden zijn gekomen, omdat hij

toevallig op Reed College een klasje kalligraferen

bijwoonde. Dat is flauwekul: zonder Jobs was er

wel iemand anders geweest die het vreemd had

gevonden om blokkerige groene letters op een

scherm te zien in plaats van de Lucida sans waarin

je dit leest. Jobs was wel vaak de eerste, maar zijn

voorsprong was meestal maar een paar maanden.

Steve Jobs de biografie leest als een verslag van

de digitale revolutie. Jobs leefde die revolutie, en

er zijn niet veel mensen die hem dat na kunnen

doen. Aanrader. •

Recensies

Page 24: Link 14: De grote ergernissenshow

24 h/LINK • 14

D e afgelopen vijf jaar werd de

prijs voor beste docent van het

jaar, de H/Olive Award, één keer

gewonnen door een vrouw. Dit jaar was

er een voorselectie per academie: twaalf

van de dertien genomineerde docenten

waren man. Ook bij de organisatie is

het opgevallen. HRM-consultant Petra

Zanders: ‘Wij waren ook zeer verrast door

deze uitslag.’ Voor de H/Olive Award dra-

gen studenten de beste docent van hun

academie voor. In principe is de docent

met de meeste stemmen genomineerd, al

maakt de academiedirecteur uiteindelijk

de definitieve beslissing. Aan de verhou-

ding tussen mannelijke en vrouwelijke

docenten kan het volgens Zanders niet

liggen: die is ongeveer 55/45 procent. Ze

moet bekennen: ‘Wat er nu voor heeft ge-

zorgd dat er vooral mannen zijn genomi-

neerd, daar heb ik geen verklaring voor.’

Gemeten langs andere latten doet de

hogeschool het juist goed als het gaat om

‘vrouwen aan de top’. Veertig procent

van het personeel in de top van het

HHs-bestuur is vrouw en voor de subtop

is dit aantal zelfs vijftig procent. De

doelstellingen voor het in 2009 gete-

kende charter ‘Talent naar de top’ – een

code met afspraken voor het realiseren

van m/v diversiteit in de (sub)top – is

daarmee ruimschoots behaald. ‘Het gaat

er nu om deze aantallen te behouden,’

licht Zanders toe. ‘De hogeschool vindt

het belangrijk dat er een divers team is;

uit onderzoek is gebleken dat dit beter

is voor de creativiteit en de bedrijfs-

resultaten.’

Zouden studenten hier anders over den-

ken? Hebben zij het liefst alleen een man

voor de klas? En als dat zo is, waar ligt dit

dan aan? Tweedejaarsstudent Personeel

en Arbeid Marleen Poot gelooft wel dat

mannen meer rust en zekerheid uitstra-

len tijdens het lesgeven: ‘Ze komen in

het algemeen betrouwbaarder over.’

Reflectie

Vrouwen zijn bij verkiezingen voor beste docent van het jaar een stuk

minder populair dan hun mannelijke collega’s. Is de meester beter

dan de juf? Een lector, docent, student en HRM-consultant denken

mee over mogelijke verklaringen. tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse

Page 25: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 25

Al haast ze zich te zeggen dat dit niet

geldt voor de docenten van haar oplei-

ding, maar dat dit meer haar verklaring is

voor al die mannelijke H/Olive award-

winnaars. ‘Mijn beste docent is een man,

maar de tweede plaats wordt ingenomen

door een vrouw. Ze is een fantastische

docent die mij erg inspireert en me ont-

zettend aan het lachen kan maken.’

Minder zichtbaarEen vrouwelijke docent die inspireerde

en daar ook voor werd beloond, is Bar-

bara Heezen-Gerritsen van de Acade-

mie voor Bestuur, Recht en Veiligheid.

In 2008 won zij de H/Olive Award. De

verklaring die volgens haar het meest

voor de hand ligt: ‘Ik denk dat de ver-

kiezing vooral te maken heeft met welk

gezicht eruit springt, niet zozeer met

de expertise van de docent. In ons team

werken met name de vrouwen parttime

en de mannen fulltime. En als je minder

zichtbaar bent, dan val je minder op.’

Ook lector Pedagogiek van de Be-

roepsvorming Frans Meijers heeft wel

wat aan te merken op de verkiezing

voor beste docent van het jaar: ‘De

beoordeling gebeurt op basis van een

onderbuikgevoel. Het gaat niet om wat

op lange termijn het beste is voor de

student.’ Dit onderbuikgevoel neigt vol-

gens Meijers om de volgende reden naar

de keuze voor een mannelijke docent:

‘Ik denk dat de gemiddelde student niet

gemotiveerd is voor het onderwijs dat

hij volgt. Dat betekent dat als er eisen

worden gesteld met betrekking tot re-

flectie, dit bij de student leidt tot verzet.

Vrouwen communiceren op een heel

andere manier dan mannen. Mannen

proberen problemen meteen op te los-

sen, een vrouw wil erover praten. Dat is

heel goed vanuit onderwijsperspectief,

maar de gemiddelde student heeft een

zusje dood aan praten. Je wilt niet

iemand die je diep in de ogen kijkt, je

wilt een oplossing.’

Bij de verkiezingen in 2012 is er wellicht

meer duidelijkheid over het stemgedrag

van de studenten. Zanders: ‘Het lijkt me

een goed plan om volgend jaar te analy-

seren wie er stemt. Stemmen vrouwen

eerder op mannen en stemmen er meer

vrouwen? Stel dat dat zo is, dan kan je

het al wat beter verklaren. Ook kunnen

we volgend jaar beter bijhouden wat de

invloed is van academiedirecteuren.’

Daarnaast is het interessant om uit te

zoeken waarop studenten hun docent

beoordelen. ‘Als het vooral gaat om

bereikbaarheid, dan kan het feit dat vrou-

wen vaker parttime werken meespelen.

Of vinden studenten de manier van les-

geven belangrijker? We gaan ook kijken

naar onze eigen vraagstelling, misschien

is die ook niet geheel waardevrij. Pas als

we de oorzaak weten, kunnen we er iets

mee doen.’ •

Page 26: Link 14: De grote ergernissenshow

26 h/LINK • 14

Summaries

The Big Annoyances ShowLink magazine recently conducted a survey about the major annoyances students have about their lecturers and vice versa. We have also collected possible solutions.

top 3 annoyances for students1. A lecturer that doesn’t

respond to his mail (93%)

Possible solution: Ask your

lecturer what the best time and

place is to ask your questions.

Don’t be lazy: first search an

answer yourself. If you can’t find

it, formulate your question clearly.

2. Not being taken seriously by

a lecturer (88%)

Possible solution: ‘A chat after

class can do miracles,’ says

Dennis, a Communication and

Multimedia Design student.

‘Tell the lecturer what you think

should change in a friendly and

professional way. Be receptive

to his opinion.’

3. Unclear deadlines (87%) and

unclear expectations

Possible solution: Read the

study guide at the beginning of

the quarter. If some information

is missing or you have ques-

tions: Ask your lecturer sooner

rather than later.

top 3 annoyances for lecturers1. Impolite students (92%)

Possible solution: Point out the

unwanted behaviour to your

students. Make it a subject of

discussion.

2. Students who don’t hold up

their end of the bargain (89%)

Possible solution: Be clear about

your expectations from the start,

and tell students the conse-

quences.

3. A lot of language and spell-

ing errors in the work that is

handed in (85%)

Possible solution: Giving an

unsatisfactory mark when

someone makes five mistakes or

more can be a solution. How-

ever, ‘What you don’t put in,

doesn’t come out,’ claims Frans

Joosstens, lecturer of Facility

Management. He asks students

to write draft reports and gives

feedback. Good interim reports

are rewarded with an extra

point on the final mark.

Disagreement over schedule approachesFor years, schedules have been a major

cause of irritation. They are not ready on

time and even when they are available, one

can still expect all kinds of changes. A new

mode of operation is supposed to solve the

problems, but not everyone is at ease with

the implementation of this new method.

The University Council even thinks that

the plan needs a complete re-write. The

present plan suggests that the main cause

of the problem can be linked to lecturers,

according to the council. The plan is meant

to force study programmes to finish their

curriculum sooner. A pilot for this new sys-

tem is now running at the Health Academy,

and so far it is doing well.

1,040 euro for Glass HouseFrom 18 to 24 December, three disk jockeys

from radio station 3FM will spend a week

broadcasting from a ‘Glass House’ in Leiden.

They will go without food for the entire week

and work round the clock as part of their annual

‘Serious Request’ event, in which listeners are

encouraged to request songs in exchange for

charitable donations. In order to support this

annual charity drive, which will be held this

year in support of mothers affected by war,

five second-year Marketing students from The

Hague University organized a dance event on

23 November. Their proceeds, 1040 euro, will be

donated to Serious Request and 29 other Mar-

keting students are also raising money with dif-

ferent events. The total amount of funds raised

will be announced on 23 December in Leiden.

Page 27: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 27

For all curious international THU students and employees, Link offers a translated summary of the most important, interesting and fun Dutch stories of this issue on these pages. If you want more news and information, visit Link Online in English on the student portal.

Fuss about the smart boardsSince this summer, the Informa-

tion Technology Department

has installed 120 smart boards

(interactive whiteboards).

Meanwhile, complaints about

the smart boards are being

discussed within the University

Council and some teachers have

even been dragging the ‘old’

whiteboard with them through

the hallways. The main com-

plaints about the smart boards

are that there is not enough

space to write next to a Power-

Point presentation and that the

‘ink’ that shows up on the board

does not always line up with the

pen when teachers try to write

something down. It seems that

courses can be a part of the solu-

tion. The Professional Develop-

ment Centre, which takes care

of the courses, likes to receive

feedback on the smart boards

by e-mail ([email protected]). They

will use the feedback as input to

new courses in January.

What to do about theft of copper

Copper theft around the Port

of Rotterdam is harmful for the

economy as well as the safety of

the area. Martijn Langendoen,

this month’s nominee for the

Link graduation price, has

examined why so little is done

about it and has concluded

that there is no sign of urgency.

Subsequently, Martijn suc-

ceeded in bringing the different

players – like law enforcement,

the municipality and the dock

industry – together and made

them put the issue higher on the

agenda.

CSI The HagueThe Netherlands Forensic

Institute has just opened an

ultramodern lab, in which

forensic investigators are able

to practice techniques on a

staged crime scene. What is

unique about the situation is

that a few of the techniques that

will be practiced are completely

new. Just one example is a new

camera that detects blood stains

and is able to determine how old

those stains are.

Another camera, which is really

sophisticated, registers every-

thing the investigator does, and

gives them feedback from col-

leagues who are able to watch

what’s going on through the

camera in real time. The Hague

University is participating with

a teaching method to pass these

new techniques on to groups of

forensic investigators.

Male lecturers seem more popularFor the last five years, only one

woman has won the price for

best lecturer of the year: the H/

Olive Award. This year, for the

first time, there was a pre-selec-

tion, in which one teacher was

nominated per academy. Stu-

dents nominate their teachers,

but the Department Manager

gives the final call. In total, thir-

teen lecturers were nominated

this year and only one of them

was a woman.

Barbara Heezen-Gerritsen, the

only female lecturer to have

won the Olive Award in recent

years, suggests it has do with

the balance of teachers working

part-time and full-time. She

says: ‘In my team, women more

often work part-time, which

means they are less visible.’

Lector Frans Meijers explains

how the popularity of male

lecturers could have something

to do with the different ways

of communicating of men and

women. ‘A man tries to fix

problems right away, while a

woman likes to talk about it.

This is a very good thing for

teaching, but the average stu-

dent doesn’t like to talk.’

To get a possible answer, HRM-

consultant Petra Zanders will

study student’s voting behav-

iour next year. •

Every month H/Link

nominates an outstanding

graduate who has not only

performed excellently

academically, but also has

a relevant thesis. Every

year in April, the best one

wins 1.500 euro. •

Page 28: Link 14: De grote ergernissenshow

28 h/LINK • 14

Juggling

‘I still want an olympic medal’

Not only is she busy with a full-time study,

a double-degree research project and

sorting out her internship, Maike Stöckel

still trains twice a day in order to keep up

with playing professional hockey and aims

to be in full form for the London Olympics

next summer. ‘It’s definitely a challenge in

organisation for me.’

story Leena Laitinen • photo Bas Kijzers

M aike Stöckel, 27, has

been playing hockey

since she was only

4 years old. Her mum took her

to a ‘miniday’, an introduction

to hockey aimed at little kids,

and it clearly paid off. Now,

23 years later, Maike plays for

Haagsche Delftsche Mixed

Hockey club (HDM) in the main

Dutch hockey league and is

also a member of the German

national hockey team. In 2007,

she received an award for Best

Female Talent by the Inter-

national Hockey Federation,

which she names as one of her

biggest achievements next to

succeeding in tournaments

and championships. ‘Winning

the award was great, but it did

mean that people expected a

lot from me, especially because

the Olympics took place the

following year.’ In the end they

were fourth.

Going DutchIn 2009, Maike was offered a

place in HDM, which meant

moving to The Hague. Besides

having to get used to a new

team, she also had to learn an

important skill. ‘In the past, I al-

ways played for a team that was

able to compete and possibly

win the league, but HDM isn’t

really one of those teams. In

the beginning, I got very angry

when we lost, but I learned to

deal with it.’ That experience

has also taught her that it is not

all about winning. ‘At HDM, we

have a great team spirit and we

are all friends. In the national

team it’s a bit different and

people aren’t as friendly with

each other.’

Despite still being passion-

ate about her hockey career,

Maike knows she also needs

to think about life after hockey.

At the moment, she is studying

European Studies and has taken

up the opportunity to top up her

degree with a BA as part of a

double degree programme with

Sheffield Hallam University in

the UK. That, of course, means

she needs to leave more time for

studying, noting that: ‘both the

university and my team are very

supportive about combining

hockey with studying. It seems

Maike Stöckel (in black and white) passes her opponents during a match.

Page 29: Link 14: De grote ergernissenshow

14 • h/LINK 29

French recipes for cold winter nights

Emilie Franzo (20) and Christopher Tussy (21), exchange students from France, invited Link to their kitchen where almost-professional cook Emilie revealed the secrets of French cooking traditions in the heart of The Hague. story Enitsa Gabrovska •

photo Mieke Barendse

What are you cooking tonight?I will be making Tartiflette – a meal with potatoes, bacon, onions

and special French cheese called Reblochon. For dessert, I will

make an apple pie. The Tartiflette is a dish we normally eat in the

winter. It is a traditional meal that comes from the Savoy region

in the East of France. I was really looking forward to preparing it

because I love it! The pastry for the apple pie is very French. It is

completely different from the pastry for American or Dutch apple

pie, for example.

What is food like in your region?We live in Ile-de-France, not so far from Paris, and we don’t have

our own regional cuisine. However, the Tartiflette is very popular

everywhere in France. In Savoy, they eat it once to twice a week.

In Bretagne, for example, you have salty crepes with ham and

cheese or with fish. In the Southwest, there are typical products

like Foie Gras.

Also, when you have guests for

dinner in France, traditionally

you have to prepare the food

the day before or in the morn-

ing and you cook the whole

morning. Then the taste is bet-

ter because, if you cook meat,

there is normally a sauce that needs time to soak in and so on.

What do you think about Dutch eating habits?When we came here we were very surprised that Dutch people

have dinner very early, around 18h. In France we eat later, around

20h. As for food, we tasted the kroket. I liked it but I don’t think

I can eat it every day. We tasted the cheese and we liked it, too.

There is one thing, in particular, I will miss when I go back to

France: the stroopwafels! I think I am addicted!

Would you like to invite H/Link into your kitchen and give us a taste of your home country? Send an e-mail to [email protected].

Like every culture, every kitchen has its very own flavors. The Hague University houses more than 135 nationalities, so that must provide enough ingredients to get a taste of great recipes from all over the world.

Melting pot

reCIPe oN LINK oNLINeCheck out the recipe of the

Tartiflette and apple pie, and a

movie on Link Online

(http://link-en.hhs.nl)

‘I still want an olympic medal’

to be a Dutch thing – at least, it

was not like that in Germany.’

She had to learn that the hard

way and after four years of

studying medicine in a German

university, she had to give it up

because, in the end, it was im-

possible to juggle both. ‘Hockey

is definitely my main priority,

but about two months in total

per year I tend to prioritise

studying over hockey, just to

make sure I pass all my exams.’

thinking aheadIn December, Maike is off to

Argentina to train with the

German national team. They

are aiming for a medal in the

Olympics next year. She seems

to be sure she will only play

for another two years after

that, but admits that once she

gets to that point, it might be

tempting to continue. She is

also determined to study for a

Masters degree after finishing

her current study. ‘I’m not ex-

actly sure what I will be doing

after I’m done with hockey, but

at least I’m working hard to be

ready for it.’ •

Page 30: Link 14: De grote ergernissenshow

H/link wordt uitgegeven en geproduceerd door de dienst communicatie & marketing van De Haagse Hogeschool. • Redactieadres locatie: ovaal 1.06/1.08 • Postadres Postbus 13336, 2501 EH Den Haag  •  e: [email protected]  •  f: 070 445 7554  •  i: http://link.hhs.nl • Redactie Dieuwke de Boer (070 445 8851), René Rector (070 445 8813, hoofdredacteur), Martine Seijffert (070 445 8814),  Youri van Vliet (070 445 8796), stagiair (vacant)  • studentredacteuren ilse van Beest, sabrina Danker, ani Dineva, Patty elbersen, marijana Filipovic, enitsa gabrovska, leena laitinen, Paul van leeuwen, lara lindeman, anita otchere, Riska veldhoven, eveline Wiegeraad • medewerker charlotte Fritschy, Dave van ginhoven,

christin zitter • strips margreet de Heer • Beeld mieke Barendse, Quintin van der Blonk, Kim eijkelhof, Bas Kijzers, Kik, anke nobel • vormgeving mustafa Özbek, Josean de Pie • Druk oBT bv, Den Haag • advertenties Bureau Nassau, Achterom 100c, Hoorn  •  Postbus 4130, 1620 HC Hoorn  •  e: [email protected]  •  t: 020 – 623 0905  •  f: 020 – 639 0846  •  i: www.bureaunassau.nl  ISSN 2210-7983  H/Link is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) • copyright Het is verboden zonder toestemming van de redactie artikelen geheel of gedeeltelijk over te nemen. copyright HoP: Hoger onderwijs Persbureau, leiden. H/link verschijnt maandelijks. Het volgende nummer komt uit op 26 januari.

CO

LO

FO

N

30 h/LINK • 14

In de buurt van Rugzak 4.61

staat een mysterieus voorwerp.

Het verstoft een beetje, is

vergeten lijkt wel, zo alleen op

een tafel in een hoekje. Het is

een rolstoel, natuurlijk. Dat ziet

iedereen. Maar wat doe ie daar?

De rolstoel dateert uit de jaren

vijftig: bruin leer, grote wielen

voor, kleine wielen achter en

een loopkrukje aan de voorkant

– het is een aparte constructie.

Tweedejaarsstudent Integrale

veiligheidskunde Tim Rouw

bekijkt de stoel en concludeert:

‘Het lijkt op een martelvoorwerp

uit de film Saw. Ik heb ook wer-

kelijk geen flauw idee waarom

dat ding hier staat.’ Een meer

plausibele verklaring komt van

Wouter Staallekker, tweede-

jaarsstudent Safety & Security

Management Studies: ‘Ik denk

dat die stoel hier staat omdat de

studie Bewegingstechnologie

hier is en misschien ook zodat

mensen kunnen ervaren hoe het

is om in een rolstoel te zitten.’

Het verlossende antwoord komt

van Bert Broeren, docent aan de

opleiding Bewegingstechnolo-

gie. ‘De stoel is naar de Haagse

Hogeschool gebracht door mijn

voorganger, Kees Stassart, om

een contrast te tonen tussen de

hedendaagse rolstoelen en de

rolstoelen van de jaren vijftig.’

Op de vraag waarom de stoel op

een ietwat verlaten plek staat,

hoog op een tafeltje in de hoek

heeft Bert een simpel antwoord:

‘Er komen hier zoveel studen-

ten langs... die zouden er als

de rolstoel laag en in het zicht

zou staan in gaan zitten en er

misschien wel mee gaan rijden.

Dat kan deze antieke rolstoel niet

aan. Hoog staat de stoel veiliger.’

Nieuwsgierig geworden naar

hoe deze stoel eruit ziet? Kom

dan naar Rugzak 4.61, waar je

zelf een blik kunt werpen op dit

antieke voorwerp. •

Overal binnen De Haagse Hogeschool staan vitrinekasten vol spullen, loop je tegen kunst (of kitsch) aan. Wat het is, waar het vandaan komt of van wie die verzameling is, blijft vaak gissen.

In de vitrine

‘Het lijkt wel een martelvoorwerp uit de film Saw’

‘Hoog staat-ie veilig, anders zouden studenten er misschien in gaan zitten en mee gaan rijden.’ Wat is toch dit mysterieuze voorwerp dat beschermd moet worden? Het is een antieke rolstoel in een vergeten hoekje van de Rugzak. tekst Marijana Filipovic • beeld Mieke Barendse

Page 31: Link 14: De grote ergernissenshow

Every Thursday Start 20:30, max 5 persons per team (€ 2,- p.p.)

www.ocaseys.nl

Noordeinde 140 's-Gravenhage

070 3630698

PUB QUIZNIGHT

14 • h/LINK 31

Het saaie college

Sudoku

4 3 2 8

6 9

5 6 4

6 1 7

3 1

9 7 5

5 9 3

2

6 2 4 9

Kunst en architectuur

zoekt de grenzen…

jij ook?! gratis entree

Hogewal 1-92514 HA Den [email protected]

Page 32: Link 14: De grote ergernissenshow

32 h/LINK • 14

De Interpolis StudentenZorgverzekering. Die sluit je af zonder iets uit te hoeven zoeken. Regel het binnen 10 minuten op rabobank.nl/studentenzorgverzekering

Alle dekkingen die je als student nodig hebt in één zorgverzekering. Handig.

Interpolis. GlashelderVerkrijgbaar bij de Rabobank.

ditt

di

Zoek ’t uit ! Kun jij de 6 dekkingen vinden uit de

Interpolis StudentenZorgverzekering?

zorgbemiddeling fysiotherapie zorgdekking

buitenland zorgdekking

alternatieve geneeswijzen vergoeding

psychologische zorgdekking

bril/contactlenzen vergoeding