Link 14: De grote ergernissenshow
description
Transcript of Link 14: De grote ergernissenshow
december 2011
magazine van De Haagse HogescHool
14
De Grote
ErgernissenShowHightech snufjes in
CSI The Hague
Heisa om het smartboard
Twist over roosteren
2 h/LINK • 14
Spotlight
tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse
In het kader van de internationale actie
‘Movember’ lieten docenten Memon Boukiour
en Hans Feenstra van de Academie voor
Gezondheid in november hun snor groeien.
Hiermee vroegen ze aandacht voor de
gezondheid van de man, en met name voor
het onderzoek naar prostaatkanker. Hans:
‘Ik geef het vak gezondheidsvoorlichting en
wil mijn studenten hiermee laten zien dat dit
ook een manier is van voorlichting geven.’
Memon was de enige collega die te porren
was voor de actie. ‘Veel mannen moeten het
eerst aan hun vrouw vragen,’ zegt Hans, en
lacht. Reacties? ‘Ik heb al gehoord dat ik een
snorrenhoofd heb, dat had ik nooit gedacht.
Sommige studenten roepen: “Oh my god,
wat ben je aan het doen?”, mijn ouders
fronsen hun wenkbrauwen en mijn vriendin
zegt “Ach, het is maar een maandje”.’
Op 1 december ging inderdaad de snor eraf.
‘Nooit gedacht dat ik een snorrenhoofd heb’
� Donaties aan beide heren gaan naar het NKI-AVL Fonds, partner van KWF, ten behoeve van het onderzoek naar betere behandelingen voor prostaatkanker.
14 • h/LINK 3
DeugnietEen nummer over ergernissen… dat heeft een naar bijverschijn-
sel. Je gaat je automatisch afvragen wat je eigen ergernissen
eigenlijk zijn op de hogeschool.
Dit stukje telt maar 375 woorden. Dat wordt krap. Dus als ik moet
kiezen: ik erger me dikwijls aan zinloze mail. Deze week nog
kreeg ik een mail over iets VERSCHRIKKELIJKS dat zou kun-
nen gebeuren bij de invoering van Windows 7, en waarbij ik iets
moest controleren om het onheil af te wenden. Tenminste, dat
begreep ik. Er was geen touw aan vast te knopen. Dus geërgerd
dacht ik: ‘Valt het om, dan valt het om.’ Delete.
Van tijd tot tijd krijgt het personeel ook mailtjes dat je gratis of tegen
een habbekrats naar een musical mag. Ook heel erg delete. Laatst
heb ik de musicalmanager van de hogeschool geërgerd gevraagd of
ie daarmee op wilde houden. Want… Een musical? Hallo! Uit on-
derzoek is gebleken dat de musical de minst gewaardeerde kunst-
vorm is onder hoger opgeleiden. En we zijn hier toch op een hbo?
Weet je wat het is met musicals? Ze deugen niet. Zal ik even
uitleggen. Net op het moment dat er een dramatische wending in
het verhaal is, gaan de personages samen een liedje zingen. Stel
je voor: ‘Bin Laden – de musical’, waarbij Osama op het moment suprême uit z’n schuilplek komt en samen met zijn snipers nog
‘Allways look at the bright side of life’ gaat zingen voordat ze hem
liquideren. Delete!
Die ondeugdelijkheid ligt niet aan Bin Laden of Mary Poppins. Het
zit ingebakken in het musicalconcept. Mensen vervullen in hun
dagelijks leven een rol, net als een acteur. Die rol kan wisselen.
Zo ben ik hier hoofdredacteur, thuis partner en in mijn ouderlijk
huis altijd (nog) een tikkeltje kind. Je gedraagt je naar die rollen.
Doordat ze in musicals steevast suffe liedjes gaan zingen als het
eropaan komt, krijg je automatisch dat mensen breken met hun
rol, en weg is de geloofwaardigheid.
En laat dat nou precies zijn wat iedereen hier op school zo erger-
lijk vindt: als anderen uit hun rol vallen. Docenten die geen ver-
stand van de lesstof hebben, studenten die niets willen leren…
daar gaat het in hoofdzaak om. Het ligt genuanceerder hoor, maar
daarvoor moet je doorbladeren naar pagina 12.
René Rector
Hoofdredacteur H/Link
PersweeënBehalve verhalen schrijven en interviews houden komt er nog iets meer kijken bij de geboorte van een magazine. Waar discussieerde de redactie deze keer over?
Inhoud
10 Verdeeldheid over aanpak roosters
Lesroosters vormen een bron van irritatie. Een nieuw project moet dit verbeteren, maar niet iedereen is er happy mee.
12 De Grote Ergernissen show
Uitslag van de Grote Ergernissen enquête. Met veel geklaag, maar ook oplossingen.
17 CSI The Hague
Het Nederlands Forensisch Instituut probeert met tien partners, waaronder De Haagse, fancy onderzoeksmethoden werkelijkheid te laten worden.
8 Heisa om het smartboard
20 Link scriptieprijs: Hoe voorkom je metaaldiefstal?
24 De beste docent is zelden een vrouw
Rubrieken
4 December in beeld
5 Even bellen met dj Mark van Rijswijk
6 Borrelpraat, Post & Achter het nieuws
9 Onder de hamer
16 Was getekend… Peter Hoogenboom (pabo)
22 Juweeltjes: lector leest strips & twee keer 4 sterren
31 Sudoku & strip
International pages
26 Summaries Dutch articles
28 Maike Stöckel wants an Olympic hockey medal
29 Melting pot: French cuisine
Schoolstraat 212511 AW Den Haag
070 - 3 65 73 06www.stanley-livingstone.nl
4 h/LINK • 14
In beeld
[2]
[3]
[1]
ook 50 euro?Volgende Link staat vanwege Valentijnsdag in het teken van liefde en seks. De opdracht: maak een foto van je geliefde of van degene hier op de hogeschool op wie je (heimelijk) verliefd bent. Foto’s worden op verzoek anoniem geplaatst (maar om in aanmerking te komen voor de 50 euro hebben we natuurlijk wel een mailadres nodig). Vertel in de mail wel even wie we zien en waarom je hart sneller van hem/haar gaat kloppen. Stuur je foto voor 8 januari naar [email protected]
Hele donkere dagenSoms lijkt een foto-opdracht op papier enorm
makkelijk, en dan valt het in de praktijk een
beetje tegen. Vooraf, in het uiterst zonnige
novemberweer, mijmerden we op de
redactie al over de eindeloze mogelijkheden
van decembergezelligheid: romantische
tête–à–têtes met kaarslicht, open haarden,
pakjesavond. Drinkt er niemand meer warme
chocolademelk met slagroom?
Wat zonden we in? December associëren
we met familiegezelligheid. Vindt Vincent
King (CMD), die vooral moet denken aan een
gezellig familietafereel. [1] ‘Gezinnen worden
hechter en echte gezelligheid komt weer
terug met een grapje en een lachje.’ Denice
van der Bogt (Communicatie) bouwde haar
deze sneeuwpop met haar zusje Kayleigh [6].
Winterlandschappen hadden we van Orinda
Verboon (Accountancy) [3], Marcel Goedhart
(Onderwijs&Studentzaken) [4] en Kelly
Hogervorst (European Studies) [5]. ‘Wanneer
de decembermaand er weer aankomt, wordt
de stad op steeds meer plaatsen gezellig
verlicht,’ aldus Orinda.
De hoofdrol in de gezellige decemberdagen
van Denise Helmes (Lectoraat Ondernemen
& Innoveren) [7] en Ben Mol (Bedrijfskundige
informatica) [2] is weggelegd voor… katten.
Voor Gijs en Jip, om precies te zijn. Drukke
werkdag. Eindelijk thuis. Gordijnen dicht,
kaarsjes aan. Laat de knusheid maar komen,’
vindt Denise. En zo is het ook. De winst gaat
echter naar Ben Mol. Niet vanwege de bril-
jante kwaliteit van de foto, maar door de rijke
compositie (let op de engeltjes en de kerstster).
Daar red je het wel mee tot 2012.
14 • h/LINK 5
Even bellen met
Mark van Rijswijk
[5]
[6]
[7]
[4]
Dj in de dopMark van Rijswijk (19), tweedejaars Communication & Multimedia Design, is door dj Ferry Corsten geselecteerd als finalist in de mixwedstrijd ‘Be the dj’. Hij kan hiermee een plek winnen in het voorprogramma van de wereldberoemde dj. tekst Eveline Wiegeraad
Waarom heb je meegedaan aan deze wedstrijd? Ik volg Ferry Corsten op Twitter en hij kondigde op een gegeven
moment deze wedstrijd aan. Ik dacht toen, laat ik het eens proberen,
wie weet win ik wel. Hij had stukken van zijn plaat ‘ Check this out’
vrijgegeven en die moest je gebruiken in je eigen versie.
Wie heeft jou geïnspireerd of beïnvloed? Ferry Corsten, Armin van Buuren, en Tiësto. Zij hebben Nederland
op de kaart gezet. Vroeger dacht ik: ‘Dat kan ik ook.’ Ik begon met
uitproberen. In het begin was het allemaal namaak: ik probeerde
wat en dan gooide ik het weer weg. Maar op een gegeven moment
creëer je toch je eigen stijl.
Wat is je stijl?Ik probeer altijd heel innovatief te zijn. En ik denk dat mijn stijl rauw
is. Het moet echt die vibe hebben. Ik probeer aspecten erin te ver-
werken die nooit gebruikt zijn. Bijvoorbeeld bepaalde instrumenten.
Dat lukt niet altijd, maar dat is juist het leuke eraan, gewoon doen.
Dat heb ik nu ook gedaan en dat viel blijkbaar goed in de smaak.
Waar hoop je over vijf jaar te staan? Ik wil mijn diploma behaald hebben. En ik hoop te toeren én natuurlijk
geld te verdienen met dj’en. Vijf jaar is misschien wel heel snel, maar
binnen tien jaar wil ik dat wel bereikt hebben. Dat is ook echt mijn
doel. Want muziek is echt mijn passie: het past bij mij wie ik ben. •
Op 6, 7 en 8 februari is de masterclass in Rotterdam. De winnaar hiervan mag optreden in het voorprogramma van Ferry Corsten.
6 h/LINK • 14
BorrelpraatLeuk, al die bijeenkomsten, debatten en lezingen? Maar waar gaat het gesprek over, bij rosé met kaassoufflé?
Ook iets op het hart? Mail naar [email protected]
Post
Culturele HoofdstadWaarom Den Haag de culturele Hoofdstad van 2018 moet worden:in 2004 heb ik lille bezocht als culturele hoofdstad. De stad leefde op, iedereen deed mee en lille is er beter van geworden. een groots volksfeest waarin de mooiste verlichte creaties door de straten gingen. De stad kwam in een ander daglicht te staan. De uitgaansmogelijkheden, de terrassen zijn ontdekt door europeanen en dat leverde werk op en gaf een impuls aan de reeds bestaande evenementen. ik kom er nog steeds graag op doorreis of om de ‘Braderie de lille’ te bezoeken.Ja, als het zo in Den Haag ook zou kunnen gaan, dan kan niemand daar op tegen zijn. of toch... ‘Het economische klimaat is heel anders nu. We zaten toen aan de top, nu gaan we alleen nog maar naar beneden,’ zei een rasechte Haagse collega.misschien is dat zo, misschien is er geen geld voor grote verbouwingen, maar dat ene mooie moment waarop we heel europa kunnen tonen hoe mooi onze stad is, hoe mooi we het hier voor elkaar hebben, dat willen we onszelf toch niet onthouden?
Valentijn Schulzcoördinator van cultuurburo acku
Zuurgraad? René Rector, hoofdredacteur van dit blad, schrijft in H/link 13 over de in zijn ogen hoge zuurgraad van het overleg tussen Hogeschoolraad (HR) en college van Bestuur (cvB). zijn verwijt: het zou vooral over procedures en niet over de inhoud gaan. Personeel en studenten worden tekort gedaan als hij schrijft dat ‘veel van dat zuur absoluut onbegrijpelijk is voor de gemiddelde student of medewerker.’ Dat beide verwijten niet kloppen, lezen we in dezelfde H/link, waarin HR-commissievoorzitter Frans Joosstens begrijpelijk uitlegt wat er inhoudelijk mis is aan inkoopnet. Blijkbaar zag de hoofdredacteur dit over het hoofd bij het schrijven van zijn “Persweeën”.onze achterban verwacht dat we kritische geluiden bespreken met het cvB. Dat kan alleen op basis van heldere spelregels. Daarom praten HR en cvB vooraf over het instemmingsrecht bij het belangrijkste beleidsstuk van het jaar: de begroting. misschien mogen we van een hoofdredacteur verwachten dat hij helder beschrijft wat besproken wordt in de overlegvergaderingen en de lezers meer levert dan een scherts op de vorm.
Mathieu heemelaarvoorzitter Hogeschoolraad
Borrelen en bibberen
Rob Brons: blij met de uitkomst van de Onderwijsinspectie.
Het scheelt maar een paar voetstappen, en een deur: warmte. De voltallige hogeschoolraad kiest ervoor om na de vergadering met het College van Bestuur buiten te borrelen. Omdat het zo’n verhit debat was? Mwhoa, vooral de nicotine lonkt. tekst Youri van Vliet• beeld Quintin van der Blonk
‘Koud? Het is toch acht graden?’,
roept iemand voor de ingang
van Café Xieje. Een ander wijst
op zijn bovengemiddelde spek-
laag. Degenen die over minder
isolatie beschikken staan als
pinguïns hutje mutje bij elkaar,
druk napratend over wat er de
afgelopen drie uur in de overleg-
vergadering tussen hogeschool-
raad en bestuur is besproken.
Allereerst krijgt Mathieu
Heemelaar voorzitter van de ho-
geschoolraad, een compliment
voor zijn bondige en heldere
samenvattingen. Niet makkelijk
als iedereen over elkaar heen
duikelt. ‘Ik vind het leuk om te
doen,’ zegt Heemelaar, ‘en het
is ook belangrijk want anders
blijven zaken hangen.’
De meningen over de verga-
dering zijn verdeeld. Vooral de
relatief nieuwe studentverte-
genwoordigers zijn enthousiast.
Een enkeling vindt het een
‘inhoudelijk en procedureel
zwakke vertoning’. ‘Als je vra-
gen stelt die al gesteld zijn en
bovendien op zaken terugkomt
die al zijn afgehandeld, ja dan
begin ik wat kribbig te worden.’
Ook CvB-voorzitter Rob Brons,
is gezien zijn brede glimlach bij
de nazit duidelijk in zijn sas, al
heeft dat ook te maken met het
‘heet van de naald’-nieuws dat
de Onderwijsinspectie haar on-
derzoek naar ongeregeldheden
op De HHs met tevredenheid
heeft afgesloten. Geen fraude
dus, op De HHs. Voorzitter blij.
Naarmate het kwik verder daalt
en de verdovende werking van
het bier intreedt, wordt het blad
voor de mond ook steeds kleiner.
Over een rondvraagpuntje,
bijvoorbeeld. ‘Rob liegt,’ zegt een
student hevig verontwaardigd.
‘Hij weet wél dat er een pro-
bleem is met de lockers. Er zijn
20.000 studenten en 50 lockers.
Iedereen snapt toch dat dat te
weinig is!’ En dan is er nog het
punt van de nieuwe studenten-
mailvoorziening, waar de raad
graag over mee wilde beslissen.
Is er nu wel of niet een keuze
gemaakt? Volgens Brons staan
de opties nog open, maar de
uiteindelijke keuze voorleggen
aan de raad… Dat ziet hij minder
zitten. Mathieu heeft er nog wel
vertrouwen in. ‘De mailvoorzie-
ning treft een hoop studenten
dus dan is het ook belangrijk dat
we inspraak krijgen. We blijven
gewoon zeuren.’ •
14 • h/LINK 7
Verschillende HHs-medewer-
kers werden begin dit jaar
voorgedragen door hun afde-
lingsdirecteur om hun talent
te ontplooien in een project
waarbij onderzoek, onderwijs/
organisatie en persoonlijke ont-
wikkeling centraal stonden. Met
het einde van het Talentenplat-
form is het tijd de onderzoeken,
die in opdracht van De HHs zelf
werden gedaan, te presenteren.
Wat hebben de talenten geleerd
en wat levert het de school op?
‘Ik was erg zoekende naar mijn
kracht. Dit project leerde mij mijn
talent te benoemen en er iets
mee te doen,’ aldus docent In-
formatiedienstverlening en -Ma-
nagement Klaas Jan Mollema.
Hij deed onderzoek naar de do’s
en don’ts voor een leeromgeving
waarin docent en student zich
kunnen blijven ontwikkelen. Sa-
men met Bram Reurings (docent
Communication and Multimedia
Design) en Mansoor Mubarak
(talent van de academie voor
Accounting & Financial Manage-
ment) kwam hij tot interessante
conclusies. In een notendop: geef
de student een eindpunt, een off
road auto, enkele aanwijzingen
en hij komt er wel. Met hun af-
geronde project willen Mollema,
Reurings en Mubarak nu langs
alle academies gaan.
Jaartje pauzeIngrid van Rooijen, hoofd HRM
Consultancy, is trots. ‘De talen-
ten hebben alle verwachtingen
overtroffen. Het Talentenplat-
form is nog een pilot, maar
absoluut geslaagd.’ Toch heeft
niet iedereen het eindstation
gehaald. Het onderzoek naar het
vinden én stimuleren van moti-
vatie bij de student, waar vier
talenten aan werkten, liep hal-
verwege vast. Van Rooijen: ‘De
input van de onderzoeksgroe-
pen was te miniem. Wellicht wa-
ren wij te onduidelijk.’ Maar ook
dat inzicht is een leerpunt. De
groep laat z’n kop niet hangen.
‘We gaan verder en komen met
een mooi eindproduct.’
Van Rooijen wil het platform ze-
ker verder ontwikkelen. ‘Concrete
plannen voor de toekomst moeten
nog gemaakt worden. We nemen
nu een jaartje pauze om de pilot
goed te evalueren. Hopelijk ko-
men we daarna terug.’•
Achter het nieuws
Talenten presenteren resultaten
1.040 euro voor Glazen HuisVijf tweedejaarsstudenten van de opleiding Commerciële Economie organiseerden op woensdag 23 november een dansevenement voor het Glazen Huis. Ruim veertien acts van verschillende dans-scholen traden vrijwillig op. Opbrengst: 1.040 euro. ‘Echt, respect dat ze dit hebben georganiseerd.’ tekst Christin Zitter • beeld Bas Kijzers
De volle zaal in het Nutshuis in
Den Haag kon voor vijf euro ge-
nieten van een avond vol diverse
dansstijlen. Hiphoppers die ‘pop-
ten’, ‘lockten’ en achterwaartse
salto’s maakten vanaf een muur,
een piramide van cheerleaders,
tango-dansende stijldansers,
Indiase dames in Bollywood-stijl,
het was er allemaal. Het publiek
werd bovendien getrakteerd op
optredens door verschillende
pianisten, zangeressen, een
rapper en zelfs een voormalig
Nederlands kampioen beat-
boxen. De charmante dj Psiertje
praatte de avond aan elkaar en
hield het publiek tussen de acts
bezig door toeschouwers op het
podium te trekken.
respect´Het was een geslaagde avond,´
zegt mede-organisator Robiena
Bhoelan tevreden na afloop.
Met het dansevenement wisten
de vijf studenten 1.040 euro
op te halen. Ook docent Arno
van Dijk is tevreden met het
resultaat: ‘Er was een heel
goede sfeer en echt, respect dat
ze dit hebben georganiseerd.´
Ook 29 andere CE-studenten
organiseren voor het Glazen
Huis verschillende evenemen-
ten. Hoeveel geld ze in totaal
opbrengen wordt 23 december
in Leiden bekendgemaakt. •
Het Talentenplatform van De Haagse Hogeschool ging in maart dit jaar van start. De afsluiting van de pilot vond 15 november plaats in De Lindenhoeve in Delft. Na een openingswoord van collegevoorzitter Rob Brons presenteerden de talenten hun onderzoeksresultaten. tekst Charlotte Fritschy
8 h/LINK • 14
Snufjes
I n de zomer plaatste de Dienst IT 120 smartboards (interactieve
whiteboards) door heel de hogeschool. Veel docenten werden
er aan het begin van het collegejaar door verrast, zonder op de
hoogte te zijn van de werking van het multifunctionele apparaat.
De voornaamste klachten van de docenten die moeite hebben met
het gebruik van het smartboard zijn: er is niet genoeg ruimte om te
schrijven naast een powerpoint presentatie en de lijn verschijnt niet
waar de pen wordt neergezet. Dit laatste is volgens de Dienst IT
makkelijk te verhelpen door het bord te ‘kalibreren’ (afstellen), door
middel van de twee toetsen midden onderaan het bord, al moet je
dat maar net weten.
Frank Termes, docent en lid van de Hogeschoolraad, heeft het
onderwerp onlangs in een vergadering aangekaart. ‘Ik word in de
wandelgangen veel geconfronteerd met klachten. Ik vraag mij af:
waarom is er vooraf niets aan de docenten gevraagd?’ Zijn collega
Heleen Pluimgraaff, docente Russisch, deelt mee: ‘Ik heb pas een
week of twee geleden een mail ontvangen waarin je kon aangeven
aan wat voor training je behoefte hebt.’
En daar ligt deels de oorzaak van de onvrede: tot nu toe hebben
veel docenten nog geen cursus gehad. Vlak voor de zomer is er
een ‘train de trainer’-cursus aangeboden voor één afgevaardigde
van elke academie. Het was de bedoeling dat deze afgevaar-
digden vervolgens de rest van de academie inlichtten over het
gebruik van de smartboards en met hun kennis zouden kunnen
dienen als vraagbaak voor hun collega’s. ‘De deelnemers hieraan
voelden zich niet voldoende uitgerust,’ licht Jessica Visser toe,
coördinator opleiding van het Professional Development Center.
In de laatste week van de zomervakantie zijn er daarom ook
nog inspiratiesessies gehouden, maar ook deze oproep is niet bij
iedereen terecht gekomen. ‘Nu willen we eerst in kaart brengen
heisa om het slimme schoolbordSinds de zomer heeft de Dienst IT 120
smartboards geïnstalleerd. Inmiddels
worden klachten hierover besproken in de
Hogeschoolraad en zijn er zelfs docenten
die met een eigen whiteboard over de gang
zeulen. Het Professional Development
Center ontwikkelt momenteel nieuwe
cursussen en vraagt hiervoor de input van
docenten. tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse
14 • h/LINK 9
In Onder de hamer komen studenten aan bod die in beroep gaan tegen een beslissing van hun opleiding.
Onder de hamer
waar de behoeftes liggen voor we weer allerlei trainingen geven,’
vertelt Visser. ‘We hebben alle teamleiders een e-mail gestuurd
met daarin een mogelijk cursusaanbod en gevraagd dit binnen hun
opleiding uit te zetten. Met de feedback van docenten willen we in
januari nieuwe cursussen starten.’
Ook de Dienst IT staat open voor commentaar of vragen. Unithoofd
onderwijs- en werkplekomgeving Sabrina de Baets: ‘Wij zijn al druk
bezig met het oplossen van klachten, maar nemen hier even de tijd
voor omdat we niet enkel brandjes willen blussen.’ Ze benadrukt dat
sinds de zomer het aantal klachten bij de dienst is afgenomen en er
ook veel docenten zijn die wél positief reageren. ‘Het is een gewen-
ningsproces, maar de docenten gaan nu de vruchten plukken.’
Feedback op de smartboards kan gestuurd worden naar [email protected]
met in de onderwerpregel ‘smartboards’. Met directe vragen kan je
ook terecht bij de IT Servicedesk. •
Werkervaring weegt niet op tegen praktijkstage
tekst Sabrina Danker
De feitenStudent A. van de Academie Bestuur, Recht en Veiligheid heeft
op 4 april 2011 een verzoek ingediend om vrijstelling voor een
leerarbeidsplaats (stage) en ontvangt op 20 juni 2011 hierop
een afwijzing. Tegen het afgewezen verzoek tekent Student A.
beroep aan. Hij vraagt om een vervangende opdracht voor de
verplicht gestelde stage van twintig weken. De examencommis-
sie geeft aan dat het Onderwijs- en Examenregelingen (OER)
niet voorziet in het omzetten van een stage naar een vervan-
gende opdracht. Het verzoek van A. wordt beschouwd als een
vrijstelling voor het verplicht opdoen van werkervaring op grond
van eerder verworven competenties. De examencommissie wijst
het verzoek af omdat de vrijstellingsregeling in het OER slechts
voorziet in het verlenen van vrijstellingen van toetsen en niet in
het verlenen van vrijstellingen voor het opdoen van werkerva-
ringen.
De argumentenStudenten A. zegt dat hij het besluit onvoldoende gemotiveerd
vindt. Het OER zegt niet te voorzien in een vrijstellingsregeling,
maar het OER geeft in de opleiding vrijheid om zelf afspraken te
maken met A. Hij is van mening dat hij vanwege eerder gevolgde
universitaire studies, werkervaring als accountmanager en zijn
leeftijd niet voldoet aan het profiel van een gemiddelde hbo-
student.
De tegenargumentenDe examencommissie vindt dat een vrijstelling afbreuk doet aan
het duale karakter van de opleiding. Een vervangende opdracht
zou hiermee in strijd zijn. De examencommissie vindt de omstan-
digheden van A. niet zo uitzonderlijk dat zij aanleiding ziet om af
te wijken van het OER.
De uitspraakHet College van Beroep oordeelt dat de examencommissie de
belangen zorgvuldig heeft afgewogen en dat student A. geen
omstandigheden heeft aangevoerd die een afwijking van het
OER zou rechtvaardigen. Het College verklaart het beroep van de
studenten ongegrond.
Niet eens met een beslissing van de Examencommissie? Je hoeft je er
niet zonder meer bij neer te leggen. Kijk voor regels en procedures op
studentennet.hhs.nl/loketrechtsbescherming.
10 h/LINK • 14
Analyse
Z elfs in onze eigen enquête (zie pagina 12),
waarin we vroegen naar de grootste ergernis-
sen over docenten en studenten, kwam het
naar voren: die roosters zijn een doorn in het oog...
Vooral doordat de roosters pas laat bekend zijn, soms
veel tussenuren bevatten en er daarbovenop nog vele
wijzigingen op het allerlaatste moment zijn.
Begin 2011 startte de school een project dat de
situatie moet verbeteren. Projectleider Harry de
Bruin analyseerde wat er mis ging. Dat is nogal wat.
‘Primair komt het door de manier waarop we het
onderwijs georganiseerd hebben,’ stelt De Bruin. ‘Die
is gewoon slecht. Docenten laten zich slecht sturen op
wat ze voor de klas doen. Ze gaan voor de inhoud, niet
voor het proces waarvan ze deel uitmaken. Academie-
directeuren vrezen de controle kwijt te raken over
hun hoofdtaak. En dus bemoeit iedereen zich met
roosteren.’
De Bruin vindt vingerwijzen zowel onterecht als on-
zinnig. Er is niet één schuldige aan te wijzen. Daarom
bevat het verbeterplan wijzigingen op uiteenlopende
aspecten. Zo worden de tien roosterbureaus sa-
mengevoegd tot drie, omdat je dan makkelijker met
schaarse onderwijsruimten kunt schuiven. Bovendien
gaan volgens de nieuwe werkwijze niet langer de
docenten over het rooster, maar de teamleider van
een opleiding. De Bruin vindt dat logisch: ‘Er zijn
academies waar op vrijdag nauwelijks lesgegeven
wordt. Als je kijkt naar de drukte in het gebouw, dan
zie je dat ook terug: op vrijdag heb je lokalen voor het
uitzoeken. Nu kun je twee dingen doen: of je laat het
zo, en je moppert dat er van maandag tot donderdag
geen lokaal meer beschikbaar is, of je gaat met je
mensen in gesprek over de vraag of die vrije vrijdag
echt nodig is, of dat die vrije dag ook op woensdag
mag zijn. Voor dat soort wijzigingen heb je echt een
teamleider nodig.’
‘Nou,’ pareert Gerard Kranenburg, lid van de Hoge-
schoolraad. ‘En wat nu als mensen op die vrijdag
privé verplichtingen hebben?’ De Hogeschoolraad
was ‘not amused’, toen ze dit najaar het implemen-
tatieplan kreeg voorgelegd. Het plan bevat voor de
raad een groot aantal pijnpunten. Zo is de raad niet
Verdeeldheid over
Het is al jaren met stip op één de grootste ergernis:
lesroosters. Kijk @hhsFAIL er maar op na, of lees
studenttevredenheidsonderzoek de Reflector. Een integrale
aanpak moet verandering brengen, maar daar is niet
iedereen gelukkig mee. tekst René Rector | beeld Kik
aanpak roosters
14 • h/LINK 11
overtuigd dat het centraliseren in drie ‘molochs van
roosterbureaus’ wel zo’n goed idee is. ‘Je maakt de af-
stand tussen docent en roosteraar alleen maar groter.
Dan kan er helemaal niks meer,’ vindt Kranenburg.
Het effect van een andere manier van roosteren is
bovendien nooit onderzocht, net als wat eigenlijk een
goed rooster is. ‘Ja... gatenvrij. En een roostervrije
dag zou fijn zijn. Veel studenten werken tegenwoor-
dig naast hun studie,’ weet raadslid en voormalig
voorzitter van de Haagse Studentenvakbond Falko
Evers. ‘Over kwaliteitseisen van een rooster vind je
in het hele roosterplan niets terug. Wat de school met
dit plan wil bereiken, is dat studenten tevredener
worden over het rooster. Maar of dit de manier is...’
Het belangrijkste euvel was echter dat de docent in
het plan de schuld krijgt van alle roosterellende. Vindt
de raad. ‘Eigenlijk zou de inventarisatie van de pro-
blemen over moeten, in plaats van dat je nu het plan
gaat implementeren,’ luidde de eindconclusie.
Met die implementatie is inmiddels echter wèl een
begin gemaakt. Zonder onderzoek. Er heeft wel een
pilotproject gedraaid op de Strip, dat eruit bestond om
alle lokalen daar in één centraal roosterbureau onder
te brengen. ‘Maar het heeft geen zin om het effect
daarvan te onderzoeken,’ vindt De Bruin. ‘Het werkt
niet beter en dat komt doordat je verder niks veran-
dert. Het rooster is een van de laatste schakeltjes in de
organisatie van je onderwijs. Als je eerder in het proces
niets doet, helpt dat centrale roosteren ook niet.’
‘Eerder in het proces’ betekent in deze context eigen-
lijk dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor de
inhoud van het onderwijs (de docenten, vooral) beter
hun best moeten doen om te zorgen dat ze die inhoud
op tijd in orde hebben. ‘Een beetje tijdig weten welke
gastdocent je uitnodigt, lijkt me niet te veel ge-
vraagd,’ vindt De Bruin. Dat de Hogeschoolraad in de
wiek geschoten is, is dus wel begrijpelijk: docenten
moeten volgens het nieuwe roosterplan hun huiswerk
eerder af hebben. Dat haalt de flexibiliteit wel deels
uit het onderwijs, maar die flexibiliteit was nu precies
de eeuwige klacht van studenten - te veel wijzigingen
op een te laat tijdstip.
De Academie voor Gezondheid loopt in het nieuwe
roosteren voorop. Gevraagd naar zijn nieuwe rol
als roosteraanspreekpunt van Voeding & Diëtetiek
oordeelt teamleider Sander Rijksbaron: ‘Positief. Ik
heb zelf meer zicht op wat er gebeurt. Het is wel meer
werk, maar het geeft ook een hoop rust.’ Rijksbaron
denkt het rooster voor 95 procent tijdig te kunnen
maken. ‘Die overige vijf procent moet je flexibel in zijn,
bijvoorbeeld omdat iemand ziek wordt. We hebben er
bij het aannemen van al die mensen al jarenlang op ge-
let dat we iedere dag een goede bezetting hebben.’ En
mocht het echt beroerd uitkomen omdat een les pre-
cies op iemands vrije dag valt, dan is er nog geen man
overboord. ‘Vrij is vrij. Maar je kunt het toch vragen, of
iemand kan wisselen? Je kunt altijd nog “nee” horen.’
Wat meer scepsis heeft collega-teamleider Rienk
van der Slikke, van Bewegingstechnologie, waar de
roosters nu nog traditioneel worden gemaakt. ‘Ik snap
dat er iets moet gebeuren aan het roosteren, maar ik
snap ook de irritatie. We hebben de afgelopen jaren
zo veel gedaan om te verbeteren. En dan komt er een
projectleider van buiten en die gaat even vertellen
wat er allemaal niet deugt. In het stuk van Harry lijkt
het alsof de docenten niks willen en er een cultuur-
omslag moet komen. Mijn ervaring is dat mensen zich
gedragen naar hoe je ze aanspreekt. Het zijn professi-
onals, dus als je zegt “dat en dat kan niet, punt”, dan
gaat het niet werken. Als je echter aangeeft waarom
iets moeilijk is of heel ongunstig voor de student, dan
werkt dat een stuk beter.’
Die dialoog staat ook voor de Hogeschoolraad boven-
aan het verlanglijstje. Het grote twistpunt is wie er bij
die dialoog aan de gesprekstafel zitten. Als het aan de
Hogeschoolraad ligt, zouden ze de roosteraars dichter
bij docenten plaatsen. De Bruin vindt dat juist team-
leiders en roosteraars met elkaar om de tafel moeten.
Als dat goed werkt, moet dat uiteindelijk te merken
zijn aan een afname van klachten van studenten.•
En dan komt een projectleider van buitenvertellen wat er niet deugt
aanpak roosters
12 h/LINK • 14
Enquête
Een zuchtende docent: ‘Waarom zeggen ze het niet als ze de deadline
niet halen.’ Een balende student: ‘Ik heb al vier keer gemaild en
nog geen antwoord.’ Dit soort geklaag was de aanleiding om de
(dagelijkse) ergernissen van docenten over studenten en andersom
te inventariseren. Hier de uitslag van de Grote Ergernissen enquête.
En mogelijke oplossingen. tekst Dieuwke de Boer • beeld Mieke Barendse
Ergernissen top 5 studenten
Studenten storen zich het meest aan
1 Docenten die niet of laat op mail reageert (93%)
2 Niet serieus genomen worden door een docent (88%)
3 onduidelijke deadlines en verwachtingen (87%)
4 onvoldoende vakkennis (87%)
5 Docenten die geen tijd voor hen neemt (85%)
* De percentages van respondenten die het ‘helemaal eens’ en ‘eens’ zijn met de stelling, zijn bij elkaar opgeteld. Bij gelijk percentage is gekeken waarmee de meesten ‘helemaal eens’ zijn.
14 • h/LINK 13
E en enkeling stelt zich ‘eigenlijk nooit’ te er-
geren. Anderen luchten hun hart uitgebreid.
De vragenlijst bleek in ieder geval verre van
compleet, getuige de reacties van de ruim 800 respon-
denten (674 studenten en 143 docenten). Op off topic
gemopper over enquêtes met suggestieve vragen,
Blackboard dat op de meest cruciale momenten niet
bereikbaar is, roosters die laat komen (zie pagina 10)
en de slechte beschikbaarheid van computers gaat
dit artikel niet in. Maar ‘ik stoor me eraan als rotzooi
achteloos op de grond wordt gegooid’ is wel relevant.
Daarover later meer.
Mail-malheurEerst de grootste ergernissen belichten. Op nummer
één bij studenten: docenten die niet of laat reageren
op hun mail (61 procent vinkte ‘helemaal mee eens’
aan en 32 procent ‘eens’). Docenten storen zich naar
verhouding minder aan studenten die niet op mails
reageren (een kwart koos ‘helemaal eens’ bij de stel-
ling, 40 procent ‘eens’). Slordig opgestelde mailtjes
worden niet gewaardeerd door zo’n driekwart van de
docenten. En inhoudelijk zijn docenten ook niet altijd
blij met de mail die ze krijgen. Een docente
Huidtherapie ergert zich aan studenten die
‘mij mailen zonder een duidelijke vraag en
dan toch een antwoord verwachten.’ En
een docente Commerciële Economie houdt
er niet van als ‘een student niet aanwezig
is in de les en/of niet de beschikbare infor-
matie op Blackboard of in de studiewijzer
raadpleegt, maar de vraag naar de docent
mailt. Bijvoorbeeld over de tentamenstof
en deadlines.’ Maar dat gaat eigenlijk
over luiheid.
DeadlinegedonderHet begrip ‘deadline’ staat ook garant
voor ontevreden gezichten. Bijna negen
op de tien studenten ergert zich aan
onduidelijke deadlines en daarmee staat
deze ergernis op nummer drie. Zes op de
tien docenten ergert zich aan studenten die de
deadline overschrijden en negen op de tien vindt
het erg als een student gemaakte afspraken
niet nakomt (docentenergernis nummer twee).
Ergernissen top 5 docenten
Docenten storen zich het meest aan
1 Studenten die onbeleefd zijn (92%)
2 Studenten die de gemaakte afspraken niet nakomen (89%)
3 taal-/spelfouten in ingeleverde stukken (85%)
4 Studenten die kletsen tijdens colleges (84%)
5 Studenten die met hun telefoon ‘spelen’ in de les (78%)
14 h/LINK • 14
Een studente Bewegingstechnologie kan er niet
tegen als ‘studenten zich netjes houden aan de
strikte deadline en de docent dan weken later – een
paar uur voor dat hij de cijfers in moet voeren – iets
niet kan openen of denkt te hebben en de studenten
daardoor in eerste instantie een onvoldoende krij-
gen.’ En een derdejaars Voeding en Diëtetiek vindt
het vervelend als docenten te makkelijk zijn met
deadlines: ‘Als iemand iets mist zitten er vaak amper
consequenties aan vast. Dit gaat ten koste van de
studenten die wel alles netjes op tijd afmaken.’ En
misschien valt dit wel onder de noemer ‘niet serieus
genomen worden’, de ergernis die van studenten de
zilveren plak krijgt.
CollegegekletsDe nette student heeft vaker last van zijn medestu-
dent. ‘Veruit mijn grootste ergernis is dat klasgenoten
niet stil kunnen zijn tijdens een college,’ zegt Jan, eer-
stejaars Bestuurskunde/Overheidsmanagement. En
hij is niet de enige die liever ziet dat medestudenten
netjes luisteren. Ook docenten vinden het vervelend
als er door hun verhaal heen gekletst wordt: het staat
op nummer vier (41 procent vinkte ‘mee eens’ aan,
43 procent ‘helemaal eens’). Menig student roept do-
centen op daadkrachtig in te grijpen. ‘Direct de les uit
sturen,’ propageert een eerstejaars Maatschappelijk
Werk en Dienstverlening. Anderen pleiten voor een of
twee waarschuwingen en dan wegwezen. Docenten
zijn vaak milder. Al zegt een docent Voeding en Diëte-
tiek, die vindt dat hij strenger is geworden in de les:
‘Ik merk dat studenten die duidelijkheid ook wel fijn
vinden.’
onbeleefde taalVoordat het oplossingenorakel losbarst, eerst
aandacht voor de grootste ergernissen van
docenten. Op de derde plek staan taal- en spelfouten
in ingeleverde stukken. ‘Als Word al een rood
kringeltje geeft, is het een slordigheid die je zelf
kunt oplossen,’ benoemt Frans Joosstens, docent bij
Facility Management. Onbeleefde studenten vormen
echter ergernis nummer één bij docenten. Negen
van de tien ging bij deze stelling voor ‘helemaal
eens’ (55 procent) of ‘eens’ (37 procent). En het
meest opvallend: niemand was het oneens met
deze stelling. Al vinden de docenten waarbij Link
navraag deed de studentenpopulatie best netjes.
Een medewerker klaagde over ‘studenten die troep
achterlaten en dat zelf niet eens door hebben. En die
dan vreemd of onbeleefd reageren als je ze daar in
zo’n geval op aanspreekt.’
troepterreurEn zo zijn we terug bij de rommel-klacht. Die leeft bij
docenten. ‘Ik vind die onverschilligheid voor
de omgeving heel erg,’ zegt Willy Bervoets,
docente Communicatie bij de opleiding
Bedrijfskundige Informatica. ‘In de klas
spreek ik studenten daar op aan met een
grap. “Oh, mag ik het allemaal doen?”
Maar het gebouw is te groot voor mij.
Soms raap ik een verdwaald koffie-
bekertje op. Ik erger me er meer aan
als het er ligt, dan wanneer ik het
opruim.’
Handig, zo’n doe-het-zelf-oplossing.
En meer respondenten zoeken de
oplossing bij zichzelf. ‘Bedenk ook
eens hoeveel dingen je zelf niet goed doet
waar anderen, zoals je docenten, zich aan
kunnen ergeren,’ adviseert een stu-
dent Technische Natuurkunde. Ingrid
Boerma, docente Civiele Techniek, doet
het zo: ‘Ik probeer altijd te bedenken
hoe het komt dat een student bepaald
gedrag vertoont. Het zou zomaar
kunnen betekenen dat ook ik daar een
aandeel in heb.’ Zelfreflectie als remedie
voor je ergernissen dus. Maar er zijn meer opties.
De covermodellenOok Frans Joosstens (docent Facility Manage-
ment) en Melany Themen (derdejaars Small
Business & Retail Management) vulden de
enquête in én ze wilden poseren voor de cover.
Maar waar ergeren zij zich nu allemaal aan?
Frans heeft vooral een broertje dood aan taal-
en spelfouten in ingeleverde stukken. Maar
hij probeert de ergernis ook op te lossen door
studenten conceptrapporten te laten schrijven
en daar dan feedback op te geven. En voor
goede tussenrapporten krijgen studenten een
puntje extra op het eindcijfer.
Melany kan behoorlijk balen als ze hulp nodig
heeft en dat de docent dan geen begrip toont.
Ook het lang moeten wachten op cijfers valt
bij Melany slecht. ‘Er zijn altijd wel redenen
te verzinnen, maar als wij strikte deadlines
hebben, dan de docenten ook.’
14 • h/LINK 15
Gebruik humorGebruik humor, zeggen verschillende docenten. Het is een helend
middel tegen allerhande ergernissen. Zo zegt Mieke Ridder, docente
hbo-V, tegen een etende student in de collegezaal: ‘Stel nou dat jij de
meeste briljante ingeving van je leven hebt… Dan heb je je mond vol
en is het moment voorbij.’
Zie het als je taak‘Je ergeren is vaak geen motivator voor de ander om het gedrag te
veranderen,’ stelt Oda Kok, teamleider Climate & Management. ‘De
meeste dingen die me negatief opvallen pak ik op als de opvoedkun-
dige taak die je als docent hebt.’ Ook een docente Sociaal Pedagogi-
sche Hulpverlening noemt het ‘ergernissen die bij het vak horen en
waar je als docent meestal een rol in speelt’. Ook Joosstens relativeert
ongewenst gedrag van studenten: ‘Iemand die niet weet wie ik ben of
bij welke les hij is, is eigenlijk best zielig. Misschien weet hij nog niet
wat hij wil of heeft hij een verkeerde studiekeuze gemaakt. Ik ga met
studenten waarvan ik mentor ben het gesprek daarover aan. Wat me
bij anderen opvalt, speel ik door aan mijn collega’s.’
Maak het bespreekbaar‘Een praatje na de les kan wonderen doen,’ schrijft Dennis, student
Communication & multimedia design. ’Laat de docent op een vriende-
lijke en professionele manier weten wat je vindt dat anders zou moe-
ten. Maar sta ook open voor zijn mening. Mocht je ruzie krijgen, stap
dan naar je slb’er.’ Ook docenten tippen: spreek studenten aan op hun
gedrag. In de klas of individueel. ‘Studenten zijn net mensen. Als je
het gesprek met ze aangaat dan komt het negen van de tien keer wel
goed,’ aldus Rachel Kuijlenburg, docente Facility management.
DuidelijkheidDocenten: stel kaders. Overleg de regels in les 1. Berg bijvoorbeeld
aan het begin van de les gezamenlijk de telefoons op. Wees vanaf het
begin duidelijk over wat je verwacht van studenten en laat weten wat
de consequenties zijn.
Voor studenten: lees de studiewijzer meteen aan het begin van je
blok. Mist er informatie of heb je nog vragen, stel die dan. Het onbe-
antwoorde-mail-probleem oplossen? Pols bij je docent hoe en wan-
neer je het beste je vragen kunt stellen. Zoek eerst zelf het antwoord.
Niet gevonden? Zorg dan dat je je vraag duidelijk formuleert. En kijk
eerst of de info in je studiewijzer staat. Bel de betreffende docent als
je geen reactie krijgt. Sommige studenten stellen hun vraag aan een
docent die wel altijd reageert, maar die krijgt het dan wel erg druk.
Aandacht voor taalBij vijf fouten of meer een onvoldoende krijgen kan een oplossing zijn
voor matige schrijftaal, maar niet iedereen ziet daar wat in. Aandacht
voor taal door de opleiding heen helpt. ‘Wat er niet in gaat, komt er
ook niet uit,’ stelt Frans Joosstens. Hij laat studenten conceptrappor-
ten schrijven en geeft daar feedback op. Voor goede tussenrapporten
krijgen studenten een puntje extra op het eindcijfer. Belonen dus. •
Oplossingen
16 h/LINK • 14
Iedere maand maakt een Academiedocent van het Jaar een portret van zichzelf. Hoe weerspiegelt deze tekening zijn docentschap?
Was getekend
‘Laat studenten eerst kennis maken met hun kracht’
Peter hoogenboomAcademiedocent van het Jaar
bij de Pabo
Leeftijd 59
Docent o.a. Ontwikkelings-
psychologie, Pedagogiek en Didactiek
Sinds 2002
ook slb’er, scriptiebegeleider,
internationalisering
In steekwoorden deskundig,
bereikbaar, eerlijk, inspirerend, zoekt
naar talent
tekst Dieuwke de Boer • beeld Peter Hoogenboom
Wat gebeurt er in je hoofd?Ik maakte dit portret voor mijn
masteropleiding Coaching. Ik
wilde een metafoor bedenken
voor gedachten. Ik koos voor de
gyroscoop. Die is stabiel als er
beweging is. Als ik me niet zou
ontwikkelen, zou ik uit balans
raken. Het vliegwiel heb ik
vervangen door een lemniscaat.
Die staat voor keuzes maken
en balans. Schilderen en pot-
tenbakken zijn hobby’s van me
waarmee ik mijn gedachten,
ideeën en verbazing weer kan
geven.
Gebruik je dat ook in je lessen?Sir Ken Robinson (internationaal
bekende onderwijsontwikkelaar
en TEDx spreker, die pleit voor
het stimuleren van creativiteit,
red.) omschrijft creativiteit als
originele gedachten die ertoe
doen. Zo ben ik er ook mee
bezig met mijn studenten. Waar
vind je inspiratie? Het is een
uitdaging om studenten dat te
laten ontdekken. Een andere
parallel die ik tussen pottenbak-
ken en mijn vak zie is dat je je
moet verdiepen in de theorie.
Bij pottenbakken gaat het om
de materie en de chemische
reacties. Voor de klas staan is
niet alleen leuk met kinderen
werken. Je moet weten hoe iets
werkt en waarom. Alleen dan
kun je verder komen.
Hoe verleid je studenten om in die theorie te duiken?Als docent heb je een publiek
dat je moet bespelen. Het is
theater. Ik wil die informatie
kwijt, maar ik wil ook dat ze na
de les nog met de stof willen
werken. Kennis moet zinvol
zijn. Als studenten het nut niet
zien, dan gaat het niet werken.
Verbazing is een volgende stap.
Dat een student denkt: ‘Ik wil er
iets mee.’ Die stap van moeten
naar willen probeer ik voor
elkaar te krijgen. Ik ben me erg
bewust van de verschillende
methoden waarop je lesstof
aan kunt bieden, zoals visueel,
auditief en kinesthetisch. Dat
geeft dynamiek.
Hoe motiveer je studenten?Studenten moeten vaak reflecte-
ren. Veel hebben de neiging te
focussen op wat ze niet kunnen.
Ze ervaren hun belemmerin-
gen bijna dagelijks. Ik vind het
belangrijk dat ze eerst kennis
maken met hun kracht… wat
ze wel kunnen. Dan loopt de
ontwikkeling veel makkelijker.
Het zoeken naar talenten levert
vaak eyeopeners op.
Wat opent jouw ogen nog?Ik ben coördinator van studen-
ten die naar het buitenland
gaan. Ik leer erg veel van wat
die studenten mee terug nemen.
Wij denken maar dat Nederland
de maatstaf is: zoals het onder-
wijs hier georganiseerd is, hoort
het te zijn. Maar Nederland is
eerder uitzondering dan regel
op onderwijsgebied. Ik begrijp
goed dat internationalisering
zo hoog op de agenda staat.
Het levert mensen op die vanuit
verschillende perspectieven en
daardoor veel genuanceerder
naar de Nederlandse situatie
kunnen kijken. •
14 • h/LINK 17
Speurneuzen
H alf oktober werd Amanda Knox in hoger
beroep vrijgesproken. De Amerikaanse
uitwisselingsstudente werd vier jaar eerder
gearresteerd op verdenking van de moord op haar
huisgenote in het Italiaanse Perugia. Er was een hele
berg bewijsmateriaal tegen Knox, maar daar bleef in
de rechtszaal niets van over. Een belastende vinger-
afdruk op de beha-sluiting van het slachtoffer bleek
in de beroepszaak niet meer te verifiëren, omdat het
bewijsstuk inmiddels was verroest. Ook het moord-
wapen - een mes met bloed van het slachtoffer op het
lemmet en vingerafdrukken van Knox op het heft -
raakte in het ongerede. Opmerkelijk: de juryvoorzitter
zei na de uitspraak dat hij niet wist of Knox het had
gedaan of niet, maar dat de jury op basis van het nog
bestaande bewijs niet anders kon dan vrijspreken.
Fancy camera’sDe rechtszaak tegen Knox benadrukt hoe belangrijk
een goede verzameling van sporen op de plaats delict
is. Alle sporen moeten minutieus worden vastgelegd.
‘Je wilt eigenlijk zo snel en zo veel mogelijk vastleg-
gen, maar tot nu toe zijn de opsporingsmethoden
conventioneel,’ aldus Tjark Tjin-A-Tsoi, NFI-directeur.
Is er een moord gepleegd, dan transformeert een
onderzoeksteam de plaats delict zo goed mogelijk tot
een stapel papier: foto’s van alles (met nummertjes en
linialen erbij), plaatjes van gevonden vingerafdruk-
ken, enzovoort. In de rechtszaal moeten de aankla-
ger en de verdediging van de verdachte dan vaak
bediscussiëren of het bewijsmateriaal wel solide in
elkaar steekt. Bij Knox werd het mes uiteindelijk als
bewijsmateriaal uitgesloten, omdat het niet op de
plaats delict gevonden was.
Het NFI startte in 2009 met een groep hightech be-
drijven de ontwikkeling van een nieuwe manier van
bewijsvoering. Het principe is eenvoudig: leg zoveel
mogelijk van de plaats delict vast en leen daarvoor
technologie uit andere expertises. Leer forensisch on-
derzoekers daarna hoe ze met die technieken moeten
omgaan in een laboratorium.
C S I :T h e H a g u e C S I :T h e H a g u e
Op televisie hebben we het allemaal al een keer gezien: hightech snufjes die misdaden moeten helpen
oplossen. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) probeert met tien andere partners, waaronder De
Haagse Hogeschool, de fancy onderzoeksmethoden werkelijkheid te laten worden. tekst René Rector • beeld NFI
hhS SPeurt Mee oP hooG NIVeau
18 h/LINK • 14
Het resultaat is indrukwekkend. Zo beschikt het lab
nu bijvoorbeeld over een bril, die vastlegt wat de
forensisch onderzoeker die ‘m draagt, ziet. Tegelijker-
tijd geven experts die even verderop op een scherm
met de onderzoeker meekijken via een oormicro-
foontje aanwijzingen aan de onderzoeker. Ook is een
warmtecamera ontwikkeld die nauwkeurig kan re-
gistreren of er nog warmtesporen op de plaats delict
aanwezig zijn. Heeft iemand op een stoel gezeten?
De stoel blijft nog uren meetbaar warm. En ook al zo
fancy: een camera die eruitziet als een gewone han-
dycam. Het verschil is dat een gewone videocamera
altijd maar drie kleuren licht registreert: blauw, groen
en rood. Deze spectrocamera registreert een paar
honderd tinten. De camera kan door z’n fijnzinnig-
heid zelfs op een rood sprei niet alleen bloedsporen
ontdekken, maar ook vaststellen hoe lang het bloed er
al ligt. Een andere nieuwe tool is een camera die 3D-
opnamen kan maken van een plaats delict.
eerst maar eens bewijzenHet lab is ingericht als een oer-Hollandse straat met
dito burgerlijke huisjes. Wie er binnengaat, treft bij-
voorbeeld in de woonkamer een met bloed besmeurde
paspop, en na enig zoeken een mes in de slaapkamer.
Buiten de huisjes kan met grote schermen een ‘straat’
worden nagebootst inclusief dienders die het verkeer
regelen en toegestroomd publiek. Dat het lab er ‘net
echt’ uitziet heeft twee redenen.
Ten eerste zijn al die hightech snufjes indrukwek-
kend, maar voor ze echt als bewijs kunnen dienen
in een rechtszaal, moeten rechters en advocaten
overtuigd zijn van de geldigheid van zulk bewijs.
Dat is niet voor niets: in de meeste rechtsstaten
geldt dat iemand onschuldig is, tenzij het tegendeel
overtuigend bewezen is. Een van de eerste rechtsza-
ken waar DNA-sporen als bewijsmateriaal dienden,
was die van de moord op Nicole Brown Simpson en
haar minnaar Ronald Goldman, waarbij O.J. Simpson
met zijn advocaten de betrouwbaarheid van zulk
bewijsmateriaal vele malen aanvocht. Niemand zit
erop te wachten dat een moordenaar vrijuit gaat
omdat de spectrocamera ondeugdelijk blijkt. ‘Maar
het Openbaar Ministerie vraagt steeds meer naar
objectief bewijs,’ stelt projectleider Andro Vos van
CSI The Hague. Het lab laat zien wat er mogelijk is,
maar ‘het is niet aan ons om te bepalen wat deugde-
lijk is,’ zegt Vos.
Ten tweede moeten forensisch on-
derzoekers leren omgaan met nieuwe
technieken. Het lab is een trainingsmo-
gelijkheid voor rechercheurs. Zo kan
een rechercheteam ‘ter plaatse’ recher-
chewerk verrichten. Simulatiesoftware
bepaalt welk misdrijf er is gepleegd
en welke rekwisieten het NFI vooraf
moet plaatsen. De oefening begint bij
de aankomst in de virtuele ‘straat’,
waarna de recherche de woning in real life kan doorzoeken. Camera’s in
het lab leggen dan nauwkeurig vast
waar iedereen is en welke technieken
ze gebruiken. Uit die camerabeelden
blijkt gauw genoeg of rechercheurs het
onderzoek goed uitvoeren. Daarmee is
het lab zowel een onderzoeksfaciliteit
om nieuwe onderzoekstechnieken te
ontwikkelen en te verfijnen, als een
trainingsfaciliteit voor (nieuwe) foren-
sisch onderzoekers.
Met een camerahelm kan een expertteam over je schouder meekijken.
Het lijkt appeltje-eitje, maar een camera die on the spot een driedimensionaal beeld kan vastleggen, is nieuw. Het geeft rechters en advocaten de mogelijkheid met een speciale bril op de plaats delict straks virtueel te doorlopen.
14 • h/LINK 19
Nieuwe technieken aanlerenTraining is bij forensische onderzoekstechnieken
essentieel. ‘Forensisch onderzoeker is zo’n beroep
waarin je pas na een paar jaar goed wordt. Het is
eigenlijk heel ambachtelijk werk,’ vertelt Herman de
Bruine. ‘De beste forensisch onderzoekers zijn om die
reden meestal de oude rotten in het vak: zij hebben er
al heel wat oefening op zitten.’
De Bruine doceert aan de opleiding Integrale Veilig-
heidskunde en vormt de linking pin met De Haagse in
het CSI The Hague-project. Hij doet onderzoek naar
leren in organisatieculturen. Bij het introduceren van
nieuwe forensische technieken zou dat nog weleens
een probleem kunnen worden, want als je een nieuwe
techniek introduceert, is iedereen weer beginner. En
als het hightech is, hebben de jonkies het meestal
sneller door dan die oude rotten. ‘De verhouding
op de werkvloer verandert. Dat zie je vaak met het
invoeren van nieuwe technieken. Nu denken we vaak
dat als mensen problemen ondervinden bij de intro-
ductie van nieuwe werkmethoden, dat individuele
problemen zijn. Dat is niet zo. Het is een probleem dat
besloten ligt in de organisatiecultuur.’
In sommige organisaties bestaat van nature respect
voor elkaars kwaliteiten. In andere organisaties moeten
alle individuele leden voldoen aan een (hoge) standaard.
In die groep verwacht De Bruine veel meer problemen
wanneer zo’n groep moet omgaan met een nieuwe
techniek. ‘Het was het NFI ook opgevallen als er recher-
cheurs komen oefenen in het CSI-lab: de ene groep heeft
het als groep veel sneller onder de knie dan de andere
groep. In de ene groep leren mensen van elkaar, en is er
weinig schroom om hulp te vragen. In andere groepen
liep dat veel stroever. Dus nu trainen we groepen tijdens
het leren omgaan met nieuwe technieken, ook op de
sociale aspecten die daarbij komen kijken.’
Tegelijkertijd is de training een manier om ook de
betrouwbaarheid van in de veiligheidssector werkende
groepen te vergroten. Hoe beter een groep in staat is met
fouten om te gaan en ervan te leren, hoe betrouwbaarder
zo’n groep wordt. ‘Dat is dus niet alleen een kwestie
van hightech apparatuur, maar ook van een team dat
er adequaat mee om weet te gaan,’ aldus De Bruine.
Zelf ook een kijkje nemen in het lab? Op de site van Link vind je een filmpje dat een aardig idee geeft.
Op ‘straat’ komt een rechercheur vaak in een verwarrende situatie terecht. Dit lijkt een autobrand, maar het blijkt te gaan om een afrekening in het drugscircuit. In het huis plaatst de computersimulator ook een pistool (niet ondenkbeeldig in dat milieu), maar het moordwapen blijkt in deze simulatie een mes.
20 h/LINK • 14
ScriptieprijsWat is de beste afstudeerscriptie? H/Link nomineert iedere maand een afstudeerder die niet alleen uitmuntend presteerde, maar nog relevant is ook. Jaarlijks in april wint de beste 1.500 euro.
Martijn
Langendoen
Leeftijd: 32
Studie: Integrale Veiligheidskunde
Scriptie: Het nieuwe goud
Cijfer: 8
‘K ijk, daar zie je ze staan, wat onguur
lijkende mannen. Ze openen de koffer-
bak en ja hoor, daar komt weer een paar
kilo metaal tevoorschijn. Gestolen? Ik kan het je niet
zeggen, maar ik mag die mannen niet zomaar controle-
ren.’ Nog voor we goed en wel op weg zijn, uit Martijn
Langendoen zijn frustratie. Terwijl Link samen met
de inmiddels afgestudeerde Integraal Veiligheidskun-
dige door de haven van Rotterdam rijdt, passeren we
Spijkers & Zonen, een metaalopkoper in het gebied van
de Stadshavens. Martijn kent ze goed, net als de hele
buurt trouwens. Hij werkt er inmiddels zes jaar. ‘Vanuit
mijn functie als Coördinator Opsporing houd ik me bezig
met haven-gerelateerde criminaliteit. Met mijn scriptie
wilde ik aandacht krijgen voor een serieus probleem, na-
melijk metaaldiefstal. En dat is gelukt,’ vertelt Martijn,
terwijl hij verder het havengebied in rijdt.
Wat is er precies aan de hand? Als coördinator viel
Martijn het grote aantal metaaldiefstallen op. Hij voer-
de tijdens zijn scriptieonderzoek die diefstallen terug
op de hoogte van de metaalprijs. Dat werkt zo: door
opkomende economieën zoals China, India en Brazilië
neemt de vraag naar metaal toe. Die toenemende vraag
drijft de prijs op, en dat maakt metalen – koper vooral
– tot een aantrekkelijk object voor criminelen. Vroeger
stalen ze je televisie, nu de bovenleiding van het spoor.
Toen Martijn in begin dit jaar aan zijn scriptie begon,
waren de metaalprijzen inmiddels gestegen tot
recordhoogte. Voor een kilo koper bijvoorbeeld – ook
wel het nieuwe goud genoemd – betaalde je zo’n zes
euro. Intussen steeg, zo inventariseerde Martijn, het
aantal gepleegde metaaldiefstallen in de haven van
26 in 2009 naar 61 geregistreerde diefstallen in 2010:
meer dan een verdubbeling.
Een toename in diefstal is een ding, maar Martijn
ontdekte ook dat het percentage van de diefstallen
dat opgelost werd in diezelfde periode daalde van 31
procent in 2009 naar een kleine 10 procent in 2010.
Bovendien waren de opgelegde straffen allerminst
hoog te noemen. Diefstal kan bestraft worden met
maximaal zes jaar gevangenisstraf, maar in de prak-
Metaaldiefstal in de Rotterdamse haven vormt een serieus
veiligheidsprobleem. Toch gebeurde er niet veel aan. Oorzaak:
metaaldiefstal stond van nature niet hoog op de agenda bij politie en
politiek. Tot voor kort tenminste. tekst Youri van Vliet • beeld Bas Kijzers en Anke Nobel
op de agendaop de agenda
14 • h/LINK 21
h/Link scriptieprijsBen je (bijna) afgestudeerd en wil je ook kans maken op de hoofdprijs van € 1.500,-? Kijk op www.dehaagsehogeschool.nl/linkscriptieprijs hoe je mee kunt doen. Scripties zijn terug te vinden in de hbo kennisbank. www.hbo-kennisbank.nl
Weinigmensen doen
aangifte!
Waar zijnde media?
Metaal-diefstal kostmiljoenen!
We moeteneen gezamenlijke
stem latenhoren!Ik kan het
aankaarten bij de minister
Ik moet aandachtbesteden aan het
probleem
Ik kan zorgendat er vaker aangifte
wordt gedaandoor naar de mensen
toe te gaan
Wij kunnenhogere stra�en
eisen
Wij moetenvragen stellen aan de
burgemeester
Slechts 10%van de diefstallen
wordt opgelost
Er wordente lage stra�en
gegeven
Hoe los je metaaldiefstal op? Metaalprijzen stijgen en daardoor ook de metaaldiefstallen in de Rotterdamse haven
Door samen te werken heb je de meeste kans dat het probleem op de beleidsagenda komt
tijk komen de daders veelal weg met een geldboete.
Een zorgelijke situatie, vindt Martijn, temeer ook
omdat de prijs van metaal waarschijnlijk blijft stijgen,
en dus ook het aantal metaaldiefstallen.
In zijn scriptie focust Martijn op de (mogelijke) gevol-
gen van metaaldiefstal. Zo is er niet alleen economi-
sche en materiële schade die in de miljoenen euro’s
kan lopen, maar ook de veiligheid is in het geding.
Martijn: ‘Herinner je nog het ongeluk in Zevenaar, een
klein jaar geleden? Toen botste een goederentrein op
een internationale passagierstrein. Dat was een ge-
volg van koperdiefstal. Moet je voorstellen als er een
wagon met giftige stoffen in de haven van Rotterdam
ontspoort.’
Na z’n inventariserende onderzoek was het voor
Martijn duidelijk: metaaldiefstal heeft grote econo-
mische gevolgen, en geregeld is de veiligheid in het
geding. Maar waarom gebeurde er dan zo weinig om
het probleem aan te pakken? Hij zocht de oplossing
in de tweede helft van zijn scriptie in een integrale
aanpak, maar kwam er toen achter dat er überhaupt
nauwelijks aandacht voor was. ‘Metaaldiefstal is
geen onderwerp dat van nature bovenaan de agenda
staat, het wordt vaak onder één noemer geschaard
met vandalisme of stroperij.’ Met het gevaar om zijn
suggesties in de onderste la te zien belanden, besloot
Martijn eerst een sense of urgency te creëren.
Martijn voerde diverse interviews met de betrokken
hoofdrolspelers. Zo zat hij om de tafel bij Deltalinqs, de
belangenbehartiger van de bedrijven in de Rotterdam-
se haven, het Havenbedrijf Rotterdam dat de haven
beheert en ontwikkelt, het Openbaar Ministerie, met
zijn eigen leidinggevenden en ten slotte de lokale poli-
tiek. Politieke kopstukken waren soms echter huiverig.
Niet gek, volgens Martijn: ‘Als ik aandacht ga vragen
voor een onbekend, maar ook gevoelig onderwerp, dan
kan je terughoudendheid verwachten.’
Uiteindelijk slaagde Martijn erin om bij alle hoofdrol-
spelers een gevoel van noodzaak op te wekken. ‘Ik ben
trots dat deze scriptie er mede voor heeft gezorgd dat
metaaldiefstal een hogere prioriteit heeft gekregen. De
exacte cijfers over 2011 heb ik nog niet, maar ik zie wel
dat er meer aanhoudingen zijn, dat er meer aangifte
wordt gedaan, en dat er hogere straffen worden geëist.
Nu is het een kwestie van doorpakken, maar vooral
samenwerken (zie infographic). Als je van meerdere
kanten een zelfde geluid laat horen dan is het voor de
politiek moeilijker om hieraan voorbij te gaan.’
Na een uur door de haven te hebben rondgereden,
komen we weer langs de metaalopkoper Spijkers
& Zonen. ‘Over goede samenwerking gesproken,’
zegt Martijn. ‘Google maar eens op “De geitjes
van Bergen op Zoom”. Dat waren koperen beel-
den die bij deze metaalopkoper werden verkocht.
Hij noteerde hun identificatie en tipte ons. Hier-
door hebben we de daders kunnen oppakken.’ •
Op verzoek is de naam van de metaalopkoper gefingeerd.
22 h/LINK • 14
Kunst in een stripverhaal‘Mijn stripverzameling bestaat uit
zo’n drie- tot vierhonderd albums,
waarvan De Ruwe Gids van Hanco
Kolk zeker een hoogtepunt is.
Hanco Kolk is beter bekend van
S1ngle en Gilles de Geus. De Ruwe
Gids is een grote-mensenstrip die
qua vorm ontzettend veel toevoegt
aan de tekst. De plaatjes alleen al
zijn geweldig om naar te kijken.
Het verhaal speelt zich af in de stad
Meccano, waar de mensen er een
puinhoop van maken. Er komen
bizarre passages in voor. Zo is er
een situatie waarin een jonge
vrouw een kind krijgt, waar ze
zo verknocht aan is, dat ze
het kind altijd bij haar wil
hebben en tot haar acht-
tiende jaar de navelstreng
niet wil doorknippen.
Het zijn drie losse verhalen, die
toch vloeiend in elkaar verwe-
ven zijn en op een geweldige
manier zijn vormgegeven.
Kleur is gebruikt als sfeerim-
pressie en er wordt minimaal
gebruik gemaakt van lijnen.
Bovendien geeft het verhaal
je ook nog een boodschap
mee. Het boek is bijna
kunst.
Ik laat me niet snel verrassen, maar dit kun je ge-
woon niet zelf bedenken. Deze strip heeft echt een
extra dimensie waar je je helemaal in kunt verlie-
zen. Strips als deze zijn meestal niet verkrijgbaar
in een gewone boekhandel, daarvoor zijn speciale
stripwinkels. Dat is een heel eigen wereldje.’
amélie toont andere manier van denken‘Amélie Poulain is een stil
en naïef meisje dat alles van
een afstandje observeert.
Ze zit op haar eigen roze
wolk. Het verhaal loopt
geloof ik zo, dat ze een
fotoboek vindt dat ze wil te-
ruggeven aan de eigenaar.
Vanaf het moment dat ze
in haar eigen leven actie
gaat ondernemen, besluit
ze ook in te grijpen in het leven
van de mensen om haar heen. Amélie heeft een
heel andere manier van denken. Dat fascineert me.
Ze haalt subtiele grapjes uit met mensen in haar
omgeving, die me echt aan het lachen maken. Het
begint met kleine pesterijtjes, waarmee ze hoopt
het gedrag van mensen te veranderen. Ze verwis-
selt de sloffen van een knorrige man om voor net
iets kleinere en zet zijn klok terug in de tijd. Dat
vind ik grappig.
Verder onderhoudt haar vader al een tijdje een
soort gedenkplaats voor haar overleden moeder.
Een tuinkabouter doet dienst als gedenksteen.
Amélie geeft de kabouter mee aan een bevriende
stewardess, die haar vader foto’s bezorgt van de ka-
bouter bij de Eiffeltoren en andere leuke plekken op
de wereld. Na een jaar is de kabouter terug, waarop
de vader van Amélie besluit om zelf een wereldreis
te maken (met de kabouter onder zijn arm).
In de film wordt weinig uitgesproken of uitgelegd,
maar het toont een hele andere manier van denken.
Dat verrassende vind ik leuk. Bovendien herken ik
mezelf erin, omdat ik in mijn werk ook veranderin-
gen probeer door te voeren en daarmee een verschil
hoop te maken.’ •
Wat is nieuw en de moeite waard? En welk juweeltje heb je tot nu toe gemist? Voor ‘nieuwe juweeltjes’ kijk je rechts. De verborgen schatten zijn deze maand van Rianne Valkenburg, lector Kennistransfer in Productinnovatie.
Juweeltjes
Rianne Valkenburg is lector Kennistransfer in Productinnovatie. Naast het opzetten van diverse projecten binnen de hogeschool, blijft er gelukkig tijd over voor het lezen van… stripverhalen.
tekst Riska Veldhoven • beeld Mieke Barendse
‘Ik laat me graag verrassen’
14 • h/LINK 23
MichaelGenre: drama
Duur: 96 minuten
Regie: Markus Sleinzer
Michael is ondraaglijk normaal tekst René Rector
Darth Vader en de digitale revolutie tekst René Rector
Steve Jobs de biografieWalter Isaacson
Meer weten?
Meer weten?
Michael is een soort kruising van de irritante filiaal-
chef uit de Albert Heijn-reclames en Dr. Green uit
E.R. Qua uiterlijk. Maar zelfs bij de filiaalchef steekt
zijn leven nog saai af. Hij woont in een huisje in een
niet al te grote Duitse gemeente, hij eet gebakken
Smac als avondeten en verkoopt verzekeringen
voor zijn beroep. Je zou de eerste paar minuten van
de film het idee kunnen krijgen naar een Duitse
remake van Happiness of Magnolia te kijken.
Maar schijn bedriegt. Michaels leven is namelijk
niet zo makkelijk ‘zonnig’ te houden, hoewel de
klassieker van Boney M. (Sunny, uit 1976) een
fijnzinnig motief in de film vormt. Wanneer de
rolluiken van Michaels huis omlaag zakken, blijkt
dat Michael een geheim heeft: in zijn kelder gijzelt
hij een klein jongetje, Wolfgang, en die maakt
het leven van zijn kwelgeest vreugdevol. Het
mannetje is voor Michael bedoeld om seksueel
aan zijn trekken te komen, maar vooral ook om de
eenzaamheid tegen te gaan.
De seks, die nergens expliciet wordt noch in beeld
komt, is echter niet eens waardoor dit regiedebuut
van Markus Schleinzer akelig wordt. Het is de
volstrekte vanzelfsprekendheid van het leven van
Michael en Wolfgang, waardoor de film shockeert.
Schleinzer laat het oordeel over Michael geheel
aan de kijker. Sterk - daardoor wordt de film niet
moraliserend. Je moet natuurlijk wel op een andere
planeet geleefd hebben om de parallel met Mark
Dutroux, Josef F. (die zijn dochter 24 jaar in een
kelder gevangen hield) of Wolfgang Priklopil (de
kwelgeest van Natascha Kampusch) te missen.
Soms zijn gebeurtenissen uit die ontvoeringen in de
film overgenomen. Schleinzer kiest daarbij wel voor
een verrassend perspectief: hij volgt de denkwereld
van de dader, niet van het slachtoffer. En dat maakt
deze film interessant. Je stapt de wereld binnen van
iemand met wie je je niet wilt identificeren. Eng.
Uiteraard start het verhaal op het moment waarop
de gijzeling van Wolfgang flink uit de hand begint
te lopen, en het zonnige, weerzinwekkende pedo-
seksuele leven van Michael steeds meer verregent.
Tot uiteindelijk het noodweer losbarst en de ge-
beurtenissen elkaar als een dominorally opvolgen.
Het was alsof ie erop had gewacht: op het moment
dat zijn biografie was voltooid, hield Steve Jobs het
voor gezien. Je kunt z’n biografie lezen als een per-
soonlijk document, maar net als de Star Wars saga
het levensverhaal van Darth Vader vertelt, vertelt
deze biografie eigenlijk het verhaal van de digitale
revolutie, samengebald in één leven.
Steve Jobs kreeg de elektronica met de paplepel
ingegoten. Zijn vader was elektrotechnicus bij
een van de grote bedrijven in wat nu Silicon Val-
ley heet. Een computer was in die tijd nog een
apparaat waar je data invoerde met ponskaarten
en waarbij je de resultaten de volgende dag kon
ophalen. Hobbymatig computeren kon ook, maar
dat wilde zeggen dat je er zelf een moest bouwen.
Toen Jobs met zijn vriend de Apple 1 demon-
streerde (de eerste computer die een letter op een
beeldscherm liet zien als je die aansloeg op een
toetsenbord) op een hobbyclub, kreeg het duo een
order van vijftig stuks - 25.000 dollar.
De biografie is een verzameling hilarische, interes-
sante en leerzame anekdotes over ondernemers-
geest, technologieontwikkeling en de geschiede-
nis van Apple. Het boek is ook een schets van
een afschuwelijke man, die maar twee oordelen
kende: ‘Total shit’ of ‘Absolutely amazing’. Het
laat bovenal zien hoe de ontwikkeling van digitale
revolutie soms van toevalligheden aan elkaar
hangt en de concurrentiestrijd tussen Apple en
Microsoft tot een soort heldenepos verwordt.
Een tikje storend is dat Jobs onbescheiden veel
aan zichzelf toedicht. Zo pocht hij dat zonder hem
er nooit zoveel fantastische lettertypes op de com-
puter beschikbaar zouden zijn gekomen, omdat hij
toevallig op Reed College een klasje kalligraferen
bijwoonde. Dat is flauwekul: zonder Jobs was er
wel iemand anders geweest die het vreemd had
gevonden om blokkerige groene letters op een
scherm te zien in plaats van de Lucida sans waarin
je dit leest. Jobs was wel vaak de eerste, maar zijn
voorsprong was meestal maar een paar maanden.
Steve Jobs de biografie leest als een verslag van
de digitale revolutie. Jobs leefde die revolutie, en
er zijn niet veel mensen die hem dat na kunnen
doen. Aanrader. •
Recensies
24 h/LINK • 14
D e afgelopen vijf jaar werd de
prijs voor beste docent van het
jaar, de H/Olive Award, één keer
gewonnen door een vrouw. Dit jaar was
er een voorselectie per academie: twaalf
van de dertien genomineerde docenten
waren man. Ook bij de organisatie is
het opgevallen. HRM-consultant Petra
Zanders: ‘Wij waren ook zeer verrast door
deze uitslag.’ Voor de H/Olive Award dra-
gen studenten de beste docent van hun
academie voor. In principe is de docent
met de meeste stemmen genomineerd, al
maakt de academiedirecteur uiteindelijk
de definitieve beslissing. Aan de verhou-
ding tussen mannelijke en vrouwelijke
docenten kan het volgens Zanders niet
liggen: die is ongeveer 55/45 procent. Ze
moet bekennen: ‘Wat er nu voor heeft ge-
zorgd dat er vooral mannen zijn genomi-
neerd, daar heb ik geen verklaring voor.’
Gemeten langs andere latten doet de
hogeschool het juist goed als het gaat om
‘vrouwen aan de top’. Veertig procent
van het personeel in de top van het
HHs-bestuur is vrouw en voor de subtop
is dit aantal zelfs vijftig procent. De
doelstellingen voor het in 2009 gete-
kende charter ‘Talent naar de top’ – een
code met afspraken voor het realiseren
van m/v diversiteit in de (sub)top – is
daarmee ruimschoots behaald. ‘Het gaat
er nu om deze aantallen te behouden,’
licht Zanders toe. ‘De hogeschool vindt
het belangrijk dat er een divers team is;
uit onderzoek is gebleken dat dit beter
is voor de creativiteit en de bedrijfs-
resultaten.’
Zouden studenten hier anders over den-
ken? Hebben zij het liefst alleen een man
voor de klas? En als dat zo is, waar ligt dit
dan aan? Tweedejaarsstudent Personeel
en Arbeid Marleen Poot gelooft wel dat
mannen meer rust en zekerheid uitstra-
len tijdens het lesgeven: ‘Ze komen in
het algemeen betrouwbaarder over.’
Reflectie
Vrouwen zijn bij verkiezingen voor beste docent van het jaar een stuk
minder populair dan hun mannelijke collega’s. Is de meester beter
dan de juf? Een lector, docent, student en HRM-consultant denken
mee over mogelijke verklaringen. tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse
14 • h/LINK 25
Al haast ze zich te zeggen dat dit niet
geldt voor de docenten van haar oplei-
ding, maar dat dit meer haar verklaring is
voor al die mannelijke H/Olive award-
winnaars. ‘Mijn beste docent is een man,
maar de tweede plaats wordt ingenomen
door een vrouw. Ze is een fantastische
docent die mij erg inspireert en me ont-
zettend aan het lachen kan maken.’
Minder zichtbaarEen vrouwelijke docent die inspireerde
en daar ook voor werd beloond, is Bar-
bara Heezen-Gerritsen van de Acade-
mie voor Bestuur, Recht en Veiligheid.
In 2008 won zij de H/Olive Award. De
verklaring die volgens haar het meest
voor de hand ligt: ‘Ik denk dat de ver-
kiezing vooral te maken heeft met welk
gezicht eruit springt, niet zozeer met
de expertise van de docent. In ons team
werken met name de vrouwen parttime
en de mannen fulltime. En als je minder
zichtbaar bent, dan val je minder op.’
Ook lector Pedagogiek van de Be-
roepsvorming Frans Meijers heeft wel
wat aan te merken op de verkiezing
voor beste docent van het jaar: ‘De
beoordeling gebeurt op basis van een
onderbuikgevoel. Het gaat niet om wat
op lange termijn het beste is voor de
student.’ Dit onderbuikgevoel neigt vol-
gens Meijers om de volgende reden naar
de keuze voor een mannelijke docent:
‘Ik denk dat de gemiddelde student niet
gemotiveerd is voor het onderwijs dat
hij volgt. Dat betekent dat als er eisen
worden gesteld met betrekking tot re-
flectie, dit bij de student leidt tot verzet.
Vrouwen communiceren op een heel
andere manier dan mannen. Mannen
proberen problemen meteen op te los-
sen, een vrouw wil erover praten. Dat is
heel goed vanuit onderwijsperspectief,
maar de gemiddelde student heeft een
zusje dood aan praten. Je wilt niet
iemand die je diep in de ogen kijkt, je
wilt een oplossing.’
Bij de verkiezingen in 2012 is er wellicht
meer duidelijkheid over het stemgedrag
van de studenten. Zanders: ‘Het lijkt me
een goed plan om volgend jaar te analy-
seren wie er stemt. Stemmen vrouwen
eerder op mannen en stemmen er meer
vrouwen? Stel dat dat zo is, dan kan je
het al wat beter verklaren. Ook kunnen
we volgend jaar beter bijhouden wat de
invloed is van academiedirecteuren.’
Daarnaast is het interessant om uit te
zoeken waarop studenten hun docent
beoordelen. ‘Als het vooral gaat om
bereikbaarheid, dan kan het feit dat vrou-
wen vaker parttime werken meespelen.
Of vinden studenten de manier van les-
geven belangrijker? We gaan ook kijken
naar onze eigen vraagstelling, misschien
is die ook niet geheel waardevrij. Pas als
we de oorzaak weten, kunnen we er iets
mee doen.’ •
26 h/LINK • 14
Summaries
The Big Annoyances ShowLink magazine recently conducted a survey about the major annoyances students have about their lecturers and vice versa. We have also collected possible solutions.
top 3 annoyances for students1. A lecturer that doesn’t
respond to his mail (93%)
Possible solution: Ask your
lecturer what the best time and
place is to ask your questions.
Don’t be lazy: first search an
answer yourself. If you can’t find
it, formulate your question clearly.
2. Not being taken seriously by
a lecturer (88%)
Possible solution: ‘A chat after
class can do miracles,’ says
Dennis, a Communication and
Multimedia Design student.
‘Tell the lecturer what you think
should change in a friendly and
professional way. Be receptive
to his opinion.’
3. Unclear deadlines (87%) and
unclear expectations
Possible solution: Read the
study guide at the beginning of
the quarter. If some information
is missing or you have ques-
tions: Ask your lecturer sooner
rather than later.
top 3 annoyances for lecturers1. Impolite students (92%)
Possible solution: Point out the
unwanted behaviour to your
students. Make it a subject of
discussion.
2. Students who don’t hold up
their end of the bargain (89%)
Possible solution: Be clear about
your expectations from the start,
and tell students the conse-
quences.
3. A lot of language and spell-
ing errors in the work that is
handed in (85%)
Possible solution: Giving an
unsatisfactory mark when
someone makes five mistakes or
more can be a solution. How-
ever, ‘What you don’t put in,
doesn’t come out,’ claims Frans
Joosstens, lecturer of Facility
Management. He asks students
to write draft reports and gives
feedback. Good interim reports
are rewarded with an extra
point on the final mark.
Disagreement over schedule approachesFor years, schedules have been a major
cause of irritation. They are not ready on
time and even when they are available, one
can still expect all kinds of changes. A new
mode of operation is supposed to solve the
problems, but not everyone is at ease with
the implementation of this new method.
The University Council even thinks that
the plan needs a complete re-write. The
present plan suggests that the main cause
of the problem can be linked to lecturers,
according to the council. The plan is meant
to force study programmes to finish their
curriculum sooner. A pilot for this new sys-
tem is now running at the Health Academy,
and so far it is doing well.
1,040 euro for Glass HouseFrom 18 to 24 December, three disk jockeys
from radio station 3FM will spend a week
broadcasting from a ‘Glass House’ in Leiden.
They will go without food for the entire week
and work round the clock as part of their annual
‘Serious Request’ event, in which listeners are
encouraged to request songs in exchange for
charitable donations. In order to support this
annual charity drive, which will be held this
year in support of mothers affected by war,
five second-year Marketing students from The
Hague University organized a dance event on
23 November. Their proceeds, 1040 euro, will be
donated to Serious Request and 29 other Mar-
keting students are also raising money with dif-
ferent events. The total amount of funds raised
will be announced on 23 December in Leiden.
14 • h/LINK 27
For all curious international THU students and employees, Link offers a translated summary of the most important, interesting and fun Dutch stories of this issue on these pages. If you want more news and information, visit Link Online in English on the student portal.
Fuss about the smart boardsSince this summer, the Informa-
tion Technology Department
has installed 120 smart boards
(interactive whiteboards).
Meanwhile, complaints about
the smart boards are being
discussed within the University
Council and some teachers have
even been dragging the ‘old’
whiteboard with them through
the hallways. The main com-
plaints about the smart boards
are that there is not enough
space to write next to a Power-
Point presentation and that the
‘ink’ that shows up on the board
does not always line up with the
pen when teachers try to write
something down. It seems that
courses can be a part of the solu-
tion. The Professional Develop-
ment Centre, which takes care
of the courses, likes to receive
feedback on the smart boards
by e-mail ([email protected]). They
will use the feedback as input to
new courses in January.
What to do about theft of copper
Copper theft around the Port
of Rotterdam is harmful for the
economy as well as the safety of
the area. Martijn Langendoen,
this month’s nominee for the
Link graduation price, has
examined why so little is done
about it and has concluded
that there is no sign of urgency.
Subsequently, Martijn suc-
ceeded in bringing the different
players – like law enforcement,
the municipality and the dock
industry – together and made
them put the issue higher on the
agenda.
CSI The HagueThe Netherlands Forensic
Institute has just opened an
ultramodern lab, in which
forensic investigators are able
to practice techniques on a
staged crime scene. What is
unique about the situation is
that a few of the techniques that
will be practiced are completely
new. Just one example is a new
camera that detects blood stains
and is able to determine how old
those stains are.
Another camera, which is really
sophisticated, registers every-
thing the investigator does, and
gives them feedback from col-
leagues who are able to watch
what’s going on through the
camera in real time. The Hague
University is participating with
a teaching method to pass these
new techniques on to groups of
forensic investigators.
Male lecturers seem more popularFor the last five years, only one
woman has won the price for
best lecturer of the year: the H/
Olive Award. This year, for the
first time, there was a pre-selec-
tion, in which one teacher was
nominated per academy. Stu-
dents nominate their teachers,
but the Department Manager
gives the final call. In total, thir-
teen lecturers were nominated
this year and only one of them
was a woman.
Barbara Heezen-Gerritsen, the
only female lecturer to have
won the Olive Award in recent
years, suggests it has do with
the balance of teachers working
part-time and full-time. She
says: ‘In my team, women more
often work part-time, which
means they are less visible.’
Lector Frans Meijers explains
how the popularity of male
lecturers could have something
to do with the different ways
of communicating of men and
women. ‘A man tries to fix
problems right away, while a
woman likes to talk about it.
This is a very good thing for
teaching, but the average stu-
dent doesn’t like to talk.’
To get a possible answer, HRM-
consultant Petra Zanders will
study student’s voting behav-
iour next year. •
Every month H/Link
nominates an outstanding
graduate who has not only
performed excellently
academically, but also has
a relevant thesis. Every
year in April, the best one
wins 1.500 euro. •
28 h/LINK • 14
Juggling
‘I still want an olympic medal’
Not only is she busy with a full-time study,
a double-degree research project and
sorting out her internship, Maike Stöckel
still trains twice a day in order to keep up
with playing professional hockey and aims
to be in full form for the London Olympics
next summer. ‘It’s definitely a challenge in
organisation for me.’
story Leena Laitinen • photo Bas Kijzers
M aike Stöckel, 27, has
been playing hockey
since she was only
4 years old. Her mum took her
to a ‘miniday’, an introduction
to hockey aimed at little kids,
and it clearly paid off. Now,
23 years later, Maike plays for
Haagsche Delftsche Mixed
Hockey club (HDM) in the main
Dutch hockey league and is
also a member of the German
national hockey team. In 2007,
she received an award for Best
Female Talent by the Inter-
national Hockey Federation,
which she names as one of her
biggest achievements next to
succeeding in tournaments
and championships. ‘Winning
the award was great, but it did
mean that people expected a
lot from me, especially because
the Olympics took place the
following year.’ In the end they
were fourth.
Going DutchIn 2009, Maike was offered a
place in HDM, which meant
moving to The Hague. Besides
having to get used to a new
team, she also had to learn an
important skill. ‘In the past, I al-
ways played for a team that was
able to compete and possibly
win the league, but HDM isn’t
really one of those teams. In
the beginning, I got very angry
when we lost, but I learned to
deal with it.’ That experience
has also taught her that it is not
all about winning. ‘At HDM, we
have a great team spirit and we
are all friends. In the national
team it’s a bit different and
people aren’t as friendly with
each other.’
Despite still being passion-
ate about her hockey career,
Maike knows she also needs
to think about life after hockey.
At the moment, she is studying
European Studies and has taken
up the opportunity to top up her
degree with a BA as part of a
double degree programme with
Sheffield Hallam University in
the UK. That, of course, means
she needs to leave more time for
studying, noting that: ‘both the
university and my team are very
supportive about combining
hockey with studying. It seems
Maike Stöckel (in black and white) passes her opponents during a match.
14 • h/LINK 29
French recipes for cold winter nights
Emilie Franzo (20) and Christopher Tussy (21), exchange students from France, invited Link to their kitchen where almost-professional cook Emilie revealed the secrets of French cooking traditions in the heart of The Hague. story Enitsa Gabrovska •
photo Mieke Barendse
What are you cooking tonight?I will be making Tartiflette – a meal with potatoes, bacon, onions
and special French cheese called Reblochon. For dessert, I will
make an apple pie. The Tartiflette is a dish we normally eat in the
winter. It is a traditional meal that comes from the Savoy region
in the East of France. I was really looking forward to preparing it
because I love it! The pastry for the apple pie is very French. It is
completely different from the pastry for American or Dutch apple
pie, for example.
What is food like in your region?We live in Ile-de-France, not so far from Paris, and we don’t have
our own regional cuisine. However, the Tartiflette is very popular
everywhere in France. In Savoy, they eat it once to twice a week.
In Bretagne, for example, you have salty crepes with ham and
cheese or with fish. In the Southwest, there are typical products
like Foie Gras.
Also, when you have guests for
dinner in France, traditionally
you have to prepare the food
the day before or in the morn-
ing and you cook the whole
morning. Then the taste is bet-
ter because, if you cook meat,
there is normally a sauce that needs time to soak in and so on.
What do you think about Dutch eating habits?When we came here we were very surprised that Dutch people
have dinner very early, around 18h. In France we eat later, around
20h. As for food, we tasted the kroket. I liked it but I don’t think
I can eat it every day. We tasted the cheese and we liked it, too.
There is one thing, in particular, I will miss when I go back to
France: the stroopwafels! I think I am addicted!
Would you like to invite H/Link into your kitchen and give us a taste of your home country? Send an e-mail to [email protected].
Like every culture, every kitchen has its very own flavors. The Hague University houses more than 135 nationalities, so that must provide enough ingredients to get a taste of great recipes from all over the world.
Melting pot
reCIPe oN LINK oNLINeCheck out the recipe of the
Tartiflette and apple pie, and a
movie on Link Online
(http://link-en.hhs.nl)
‘I still want an olympic medal’
to be a Dutch thing – at least, it
was not like that in Germany.’
She had to learn that the hard
way and after four years of
studying medicine in a German
university, she had to give it up
because, in the end, it was im-
possible to juggle both. ‘Hockey
is definitely my main priority,
but about two months in total
per year I tend to prioritise
studying over hockey, just to
make sure I pass all my exams.’
thinking aheadIn December, Maike is off to
Argentina to train with the
German national team. They
are aiming for a medal in the
Olympics next year. She seems
to be sure she will only play
for another two years after
that, but admits that once she
gets to that point, it might be
tempting to continue. She is
also determined to study for a
Masters degree after finishing
her current study. ‘I’m not ex-
actly sure what I will be doing
after I’m done with hockey, but
at least I’m working hard to be
ready for it.’ •
H/link wordt uitgegeven en geproduceerd door de dienst communicatie & marketing van De Haagse Hogeschool. • Redactieadres locatie: ovaal 1.06/1.08 • Postadres Postbus 13336, 2501 EH Den Haag • e: [email protected] • f: 070 445 7554 • i: http://link.hhs.nl • Redactie Dieuwke de Boer (070 445 8851), René Rector (070 445 8813, hoofdredacteur), Martine Seijffert (070 445 8814), Youri van Vliet (070 445 8796), stagiair (vacant) • studentredacteuren ilse van Beest, sabrina Danker, ani Dineva, Patty elbersen, marijana Filipovic, enitsa gabrovska, leena laitinen, Paul van leeuwen, lara lindeman, anita otchere, Riska veldhoven, eveline Wiegeraad • medewerker charlotte Fritschy, Dave van ginhoven,
christin zitter • strips margreet de Heer • Beeld mieke Barendse, Quintin van der Blonk, Kim eijkelhof, Bas Kijzers, Kik, anke nobel • vormgeving mustafa Özbek, Josean de Pie • Druk oBT bv, Den Haag • advertenties Bureau Nassau, Achterom 100c, Hoorn • Postbus 4130, 1620 HC Hoorn • e: [email protected] • t: 020 – 623 0905 • f: 020 – 639 0846 • i: www.bureaunassau.nl ISSN 2210-7983 H/Link is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) • copyright Het is verboden zonder toestemming van de redactie artikelen geheel of gedeeltelijk over te nemen. copyright HoP: Hoger onderwijs Persbureau, leiden. H/link verschijnt maandelijks. Het volgende nummer komt uit op 26 januari.
CO
LO
FO
N
30 h/LINK • 14
In de buurt van Rugzak 4.61
staat een mysterieus voorwerp.
Het verstoft een beetje, is
vergeten lijkt wel, zo alleen op
een tafel in een hoekje. Het is
een rolstoel, natuurlijk. Dat ziet
iedereen. Maar wat doe ie daar?
De rolstoel dateert uit de jaren
vijftig: bruin leer, grote wielen
voor, kleine wielen achter en
een loopkrukje aan de voorkant
– het is een aparte constructie.
Tweedejaarsstudent Integrale
veiligheidskunde Tim Rouw
bekijkt de stoel en concludeert:
‘Het lijkt op een martelvoorwerp
uit de film Saw. Ik heb ook wer-
kelijk geen flauw idee waarom
dat ding hier staat.’ Een meer
plausibele verklaring komt van
Wouter Staallekker, tweede-
jaarsstudent Safety & Security
Management Studies: ‘Ik denk
dat die stoel hier staat omdat de
studie Bewegingstechnologie
hier is en misschien ook zodat
mensen kunnen ervaren hoe het
is om in een rolstoel te zitten.’
Het verlossende antwoord komt
van Bert Broeren, docent aan de
opleiding Bewegingstechnolo-
gie. ‘De stoel is naar de Haagse
Hogeschool gebracht door mijn
voorganger, Kees Stassart, om
een contrast te tonen tussen de
hedendaagse rolstoelen en de
rolstoelen van de jaren vijftig.’
Op de vraag waarom de stoel op
een ietwat verlaten plek staat,
hoog op een tafeltje in de hoek
heeft Bert een simpel antwoord:
‘Er komen hier zoveel studen-
ten langs... die zouden er als
de rolstoel laag en in het zicht
zou staan in gaan zitten en er
misschien wel mee gaan rijden.
Dat kan deze antieke rolstoel niet
aan. Hoog staat de stoel veiliger.’
Nieuwsgierig geworden naar
hoe deze stoel eruit ziet? Kom
dan naar Rugzak 4.61, waar je
zelf een blik kunt werpen op dit
antieke voorwerp. •
Overal binnen De Haagse Hogeschool staan vitrinekasten vol spullen, loop je tegen kunst (of kitsch) aan. Wat het is, waar het vandaan komt of van wie die verzameling is, blijft vaak gissen.
In de vitrine
‘Het lijkt wel een martelvoorwerp uit de film Saw’
‘Hoog staat-ie veilig, anders zouden studenten er misschien in gaan zitten en mee gaan rijden.’ Wat is toch dit mysterieuze voorwerp dat beschermd moet worden? Het is een antieke rolstoel in een vergeten hoekje van de Rugzak. tekst Marijana Filipovic • beeld Mieke Barendse
Every Thursday Start 20:30, max 5 persons per team (€ 2,- p.p.)
www.ocaseys.nl
Noordeinde 140 's-Gravenhage
070 3630698
PUB QUIZNIGHT
14 • h/LINK 31
Het saaie college
Sudoku
4 3 2 8
6 9
5 6 4
6 1 7
3 1
9 7 5
5 9 3
2
6 2 4 9
Kunst en architectuur
zoekt de grenzen…
jij ook?! gratis entree
Hogewal 1-92514 HA Den [email protected]
32 h/LINK • 14
De Interpolis StudentenZorgverzekering. Die sluit je af zonder iets uit te hoeven zoeken. Regel het binnen 10 minuten op rabobank.nl/studentenzorgverzekering
Alle dekkingen die je als student nodig hebt in één zorgverzekering. Handig.
Interpolis. GlashelderVerkrijgbaar bij de Rabobank.
ditt
di
Zoek ’t uit ! Kun jij de 6 dekkingen vinden uit de
Interpolis StudentenZorgverzekering?
zorgbemiddeling fysiotherapie zorgdekking
buitenland zorgdekking
alternatieve geneeswijzen vergoeding
psychologische zorgdekking
bril/contactlenzen vergoeding