Liina Pijnenburg · Web viewZijn op vele plaatsen beschikbaar en laag geprijst. Shopping goods Zijn...

14
Kennisportfolio Blok P2 Bedrijfseconomie Auteur: Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties Drs. A.W.W. Heezen Vakgebied: Bedrijfseconomie, financieringsvormen Relevantie/ Te gebruiken voor: Berekenen van kengetallen van een bedrijf. BV en NV zijn rechtspersonen die aan (eigen)vermogen komen door aandelen uit te geven. Maatschappelijk kapitaal = Het maximale (gemeten in nominale waarde) aandelenkapitaal dat door de nv of bv uitgegeven mag worden zonder dat een statutenwijziging nodig is. Nominale waarde aandeel = de in de statuten vermelde waarde van een aandeel (meestal rond bedrag). Geplaatst aandelenkapitaal = Gedeelte van het maatschappelijk kapitaal dat door de nv of bv werkelijk is uitgegeven. Gestort aandelenkapitaal = Gedeelte van het geplaatste kapitaal dat door de aandeelhouders gestort is. Aandelen Aandeel = een gedeelte van het maatschappelijk kapitaal van een nv of bv. = een schriftelijk bewijs van aandeel (aandeelbewijs). bewijs van mede-eigendom in een nv of bv. Soorten waardes van aandelen. nominale waarde: = de in de statuten vermelde waarde van een aandeel. intrinsieke waarde: is de waarde van het eigen vermogen van een onderneming gedeeld door het aantal geplaatste aandelen. beurswaarde: waarde van aandelen die op de beurs tot stand komt (vraag en aanbod). Verschillende vormen dividend winst die wordt uitgekeerd over de aandelen.

Transcript of Liina Pijnenburg · Web viewZijn op vele plaatsen beschikbaar en laag geprijst. Shopping goods Zijn...

Kennisportfolio Blok P2

Bedrijfseconomie

Auteur:  Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties Drs. A.W.W. Heezen

Vakgebied: Bedrijfseconomie, financieringsvormen

Relevantie/ Te gebruiken voor: Berekenen van kengetallen van een bedrijf.

BV en NV zijn rechtspersonen die aan (eigen)vermogen komen door aandelen uit te geven.

Maatschappelijk kapitaal = Het maximale (gemeten in nominale waarde) aandelenkapitaal dat door de nv of bv uitgegeven mag worden zonder dat een statutenwijziging nodig is.

Nominale waarde aandeel = de in de statuten vermelde waarde van een aandeel (meestal rond bedrag).

Geplaatst aandelenkapitaal = Gedeelte van het maatschappelijk kapitaal dat door de nv of bv werkelijk is uitgegeven.

Gestort aandelenkapitaal = Gedeelte van het geplaatste kapitaal dat door de aandeelhouders gestort is.

AandelenAandeel = een gedeelte van het maatschappelijk kapitaal van een nv of bv. = een schriftelijk bewijs van aandeel (aandeelbewijs). bewijs van mede-eigendom in een nv of bv.

Soorten waardes van aandelen.

nominale waarde: = de in de statuten vermelde waarde van een aandeel.

intrinsieke waarde:  is de waarde van het eigen vermogen van een onderneming gedeeld door het aantal geplaatste aandelen.

beurswaarde: waarde van aandelen die op de beurs tot stand komt (vraag en aanbod).

Verschillende vormen dividend winst die wordt uitgekeerd over de aandelen.

· Interim-dividend = Dividend dat tussentijds (tijdens het boekjaar) aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd.

· Slotdividend = Dividend dat als aanvulling op het interim-dividend wordt uitgekeerd.

· Stockdividend = Dividend dat uitbetaald wordt in de vorm van aandelen.

· Cashdividend = Dividend dat in contanten wordt uitgekeerd.

· Keuzedividend = Dividenduitkering waarbij de aandeelhouder de keuze heeft uit stock- of cashdividend.

Kengetal = verhoudingsgetal waarbij twee met elkaar samenhangende grootheden worden vergeleken.

Soorten kengetallen.

Rentabiliteit: verhouding tussen de opbrengst van het geïnvesteerde vermogen en het gemiddeld geïnvesteerde vermogen.

Brutowinstmarge (BWM) = omzet excl. Btw – kosten van de omzet excl. Interestkosten : omzet excl. Btw X 100 %.= EBIT (bedrijfsresultaat) : omzet excl. Btw X 100% Brutowinstmarge per product = verschil tussen de verkoopprijs (ex btw) en de kostprijs (ex interestkosten)

Nettowinstmarge (NWM) = winst (na aftrek van belastingen) : omzet ex btw X 100%

RTV = EBIT : Gem. totaal vermogen X 100%

REV = winst na aftrek van belastingen : gem. EV X 100% KVV = interestkosten : gem. VV X 100%

Hefboomformule verband RTV, KVV, REV REV = (1-f){RTV+(RTV-KVV) x VV:EV}F= belastingvoet = belasting over ondernemingswinsten VV:EV = hefboomfactor

Liquiditeit: Een organisatie is liquide als zij op ieder moment in staat is om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. (gericht op kvv)

Current ratio = Vlottende activa : vlottende passiva

Quick ratio = Vlottende activa – voorraden : Vlottende passiva

Nettowerkkapitaal = vlottende activa – vlottende passiva Nettowerkkapitaal = EV + LVV – duurzame (=vaste) activa

Solvabiliteit: De mate waarin de organisatie in geval van liquidatie in staat is aan haar verplichtingen ten opzichte van de verschaffers van VV te voldoen. (gericht op lang en kort vv)

Debt ratio = VV : TV

Weerstandsvermogen = EV : TV Solvabiliteitspercentage = EV : TV X 100%

Activiteitskengetallen: Berekenen we om inzicht te krijgen in de doelmatigheid van het gebruik van de productiemiddelen van de onderneming.

- Omloopsnelheid van de voorraad = Omzet in verkoopprijzen ex btw : gem. voorraad - Opslagduur van de voorraad (in dagen) = 1 : omloopsnelheid van de voorraad X 365 Of: Gem. voorraad gedurende het jaar : jaaromzet in verkoopprijzen ex btw X 365 - Gemiddelde krediettermijn van debiteuren (van het verleende leverancierskrediet) =Gem. debiteurensaldo : verkopen op rekening incl btw X 365 dagen- Gem. krediettermijn van crediteuren (van het ontvangen leverancierskrediet) =Gem. crediteurensaldo : inkopen op rekening incl. btw X 365 dagen- Omloopsnelheid van het totaal vermogen (in dagen) = Omzet (in verkoopprijzen) ex btw : gem. totaal vermogen X 365

HRM

Auteur: Operationeel personeelsmanagement, Irene Schoemakers en Fons Koopmans.

Vakgebied: Instroom, doorstroom en uitstroom van personeel.

Beschrijving: Fombrunmodel gaat over instroom, doorstroom en uistroom. Structuur op het gebied van personeel is erg belangrijk in een bedrijf.

Functie beschrijving: wat houdt de functie in? 3 aspecten: Taken, Bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Competenties: eigenschappen die de medewerkers moeten hebben, waar ze aan moeten voldoen. combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerkken en motivatie die iemand nodig heeft om succesvol te kunnen zijn.3 aspecten: Kennis, vaardigheden en houding.

Arbeidsmarktcommunicatie = het plantmatig proces waarbij wordt getracht een directe of indirecte wervingsboodschap over te brengen bij potentiële medewerkers en hun beïnvloeders, direct of via een bepaald medium.

Loopbaanmanagement = het gericht managen van de mobiliteit van medewerkers.

Het loopbaanmanagement moet rekening houden met verschillende factoren. - De arbeidsethos - De motivatie - De tevredenheid

Drie soorten beoordelingscriteria: 1 Persoonskenmerken 2 Gedrag 3 Resultaat

Instroom - werving personeel - Selectie van nieuwe personeel - Introductie voor de nieuwe werknemers - Aansteling en bepaling arbeidsvoorwaarden

Doorstroom - Beloning voor leveren goed werk- Beoordeling - Begeleiding- Loopbaanplanning- Opleiding en training om door te kunnen stromen - Kennismanagement

Uitstroom - Aflopen tijdelijk contract - Beëindigen uitzendovereenkomst- Ontslag - Exitgesprekken - Outplacement

Tevredenheid werknemers Arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden.

3 soorten arbeidsvoorwaarden: Primair: Alles wat direct in geld is uit te drukken. Secundair: Alles wat indirect in geld wordt uitgekeerd auto van de zaak. Tertiair: Niet in geld uit te drukken, je krijgt dan bijvoorbeeld een korting ergens op, maar je krijgt het niet gratis van je werkgever.

Marketing

Auteur: Marketing de essentie, Philip Kotler, Ton Borchert, Gary Armstrong, Paul van der Hoek Vakgebied: Hoe zorg je voor goede marketing? Beschrijving:

Marketing is een sociaal en managementproces waarin individuen en groepen verkrijgen waaraan zij behoeften hebben en wat zij wensen, door producten en waarde te creëren en deze met andere uit te wisselen.

Micro-omgeving omvat krachten in het bedrijf die van invloed zijn op het vermogen om succesvolle relaties met geselecteerde klanten op te bouwen.

Meso-omgeving De directe omgeving van het bedrijf. Hierbij onderscheiden we afnemers, bedrijfstak, concurrentie, distributiekolom en externe belanghebbende. (ABCDE- analyse)

Macro-omgeving omvat de bredere maatschappelijke krachten die de meso- en macro- omgeving beïnvloeden DESTEP.

Hoe wil een onderneming zich duurzaam onderscheiden van de concurrentie? strategiën van Porter: Ad 1 kostenleiderschap, heeft de organisatie het doel om de laagste productie- en distributiekosten te realiseren, zodat het een product/dienst met de beste prijs kan aanbieden. accent op lage kosten

Ad 2 differentiatie, heeft de organisatie het doel om een op een aantal voor de afnemer relevante productattributen onderscheidende producten aan te bieden. meerwaarde leveren door uniek te zijn.

Ad 3 focus, doet het bedrijf hetzelfde als bij kostenleiderschap/differentiatie, maar dan speciaal voor de markt. Kostenfocus en differentiatiefocus.

Ansoff-matrix 4 groeistrategieën

1. Marktpenetratie meer uit dezelfde markt halen door bijv. klanten meer te laten afnemen. (dieper doordringen met bestaande producten in bestaande markten) Marktverdieping: meer gebruiken door bestaande afnemersMarktverbreding: nieuwe gebruikers binnen reeds gedefinieerde markt

2. Marktontwikkelingaanboren van nieuwe markten voor het bedrijf of het bedienen van nieuwe segmenten met bestaande producten.

3. Productontwikkelinggroei in een al bedienende markt van het bedrijf met nieuwe producten.

4. Diversificatie nieuwe markten betreden met nieuwe producten

· Treacy en Wiersema

Operational excellence: Op lage kosten gericht, groot volume bereiken Product Leadership: Beste, nieuwste producten (apple)Op hoge kosten gericht Investeren in deskundigen Customer Intimacy:Ken de klant, naast de klant staan. Langdurige relaties opbouwen. Gaat niet om de hoeveelheid klanten, maar de relaties met je klanten.

Abell-diagram:

Een handig hulpmiddel bij het vaststellen van de missie is het Abell-diagram, waarmee het business domain, het antwoord op de vraag ‘What business are we in?’, kan worden gevisualiseerd. In een driedimensionaal assesnstelsel worden de activiteiten van een organisatie uitgedrukt in termen van klantenbehoeften (wat?), klantengroepen (wie?), en technologieën (hoe? – ofwel de verschillende verschijningsvormen van de producten of diensten die de organisatie biedt).

Met de BCG-methode classificeert het bedrijf zijn SBU’s in de groeimarkt/aandelenmatrix.

Er worden 4 soorten SBU’s onderscheid:

1. Starsactiviteiten/producten met een snelle groei en een groot marktaandeel. verandert uiteindelijk in cash cow, hebben veel investeringen nodig om marktaandeel te behouden.

2. Cash cowsactiviteiten/producten met een trage groei en een groot marktaandeel. brengen veel geld in laatje en hebben weinig investeringen nodig om marktaandeel te behouden.

3. Question marksactiviteiten met een gering marktaandeel en een snelle groei. moet veel geld in gepompt worden om marktaandeel te behouden.

4. Dogs

Activiteiten/producten met een lage groei. hebben genoeg contanten om zichzelf te behouden, maar hebben verder niet veel bedragen.

Soorten consumentenproducten

Convenience products

Zijn consumentengoederen en –diensten waarvoor de consument zeer weinig koopinspanning wenst te verrichten. Zijn op vele plaatsen beschikbaar en laag geprijst.

Shopping goods

Zijn producten waarvoor de consument bereid is enige moeite te doen alvorens tot aanschaf over te gaan.Kost veel tijd en vergelijkt kwaliteit, prijs, stijl en geschiktheid.

Specialty goods

Zijn consumentenproducten met unieke eigenschappen of een speciale merkidentiteit waar een aanzienlijk groep klanten een bijzondere koopinspanning voor overheeft.

De koper is bereid een eind te reizen voor de aanschaf

Unsought goods

Zijn consumptieproducten die de consument al dan niet kent, maar waarvoor hij normaal gesproeken niet intrinsiek gemotiveerd is om deze te kopen.Pas na bijvoorbeeld een reclame spot, raakt de consument gemotiveerd.

Management Inleiding II (zelfde als p1)

Auteur: Organiseren en managen, André Weber, Aldert Doelen

Vakgebied: 3 p’s houden verband met duurzame ontwikkeling. (MVO)

Beschrijving:

3 p’s

people: Sociaal en ethisch: hoe gaat een bedrijf om met: man-vrouw verhoudingen, diversiteit, discriminatie, inzet van mensen met een (lichamelijke, geestelijke en/of psychische) arbeidsbeperking, mensenrechten, omkoping, kinderarbeid, medezeggenschap en gedragscodes.planet: rekening houden met het effect van de bedrijfsactiviteiten op het milieu, ofwel de planeet. profit: wat zijn de economische effecten van de bedrijfsactiviteiten op de omgeving? Bijvoorbeeld de sponsoring van goede doelen, werkgelegenheid en investeringen in de infrastructuur.

Overeenkomsten- & Rechtspersonenrecht

Auteur: Nederlands recht begrepen, Lydia Janssen

Vakgebied: Verschillende ondernemingsvormen

Beschrijving:

Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid

· Eenmanszaak

· Maatschap

· VOF

· (CV)

Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW)

· BV

· NV

· (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Maatschap: Definitie (art. 7A:1655 BW)

· Overeenkomst (vormvrij)

· twee of meer personen

· verbinden om iets in gemeenschap in te brengen

· oogmerk: winstdeling

Eenmanszaak: Een particulier die in zijn eentje eigenaar is van een bedrijf. Kan wel werknemers nemen in loondiest, maar er is maar één eigenaar.

· Een onderneming die toebehoort aan een natuurlijk persoon

· Geen scheiding zakelijk en privé-vermogen

· Winst/verlies, bevoegdheid tot handelen en externe aansprakelijkheid geconcentreerd bij één persoon

·

· Één persoon is eigenaar van de onderneming

· Het vermogen van de ondernemer en dat van de onderneming vormen samen één geheel Artikelen opzoeken en puntjes arceren.

VOF:

Art. 16 Wetboek van Koophandel

•bijzondere maatschap

•uitoefening van bedrijf (door vennoten samen)

•onder een gemeenschappelijke naam

Commanditaire vennootschap (cv)= v.o.f. waarvan één of meer vennoten uitsluitend fungeren als geldschieter de ‘stille vennoot’ of ‘commandiet’. - Hij is niet met zijn privévermogen aansprakelijk voor vennootschapsschulden. - Loopt alleen risico dat hij het geld kwijtraakt dat hij in het bedrijf heeft gestoken.

Verschillen NV en BV

1: bv bevat aanbiedingsregeling voor aandeelhouders die hun aandelen willen verkopen, tenzij in de statuten wordt bepaald dat er geen aanbiedingsregeling is. Bij een nv is een aanbiedingsregeling niet toegestaan. 2: Aandeelhouder nv krijgt als bewijs aandeel aandelenbewijs. Bewijs aandeelhouder van bv, is alleen te vinden in het aandelenregister van de bv. 3: Bv kent alleen aandelen op naam, nv kent ook aandelen aan toonder. 4: Voor nv geldt een wettelijk voorgeschreven startkapitaal van €45.000,-. Voor bv geldt geen minimumstartkapitaal.

NV en BV zijn rechtspersonen: Ondernemer loopt met zijn privévermogen weinig risico’s, schuldeisers van de onderneming kunnen het privévermogen van de ondernemer niet aanspreken. BV/NV is aansprakelijk.

Rechtsfeiten : - Blote rechtsfeiten (of) - Menselijke handelingen – Feitelijke handelingen (of) - Rechtshandelingen – Eenzijdig (of) - Meerzijdig

Rechtsfeit = alle feiten en gebeurtenissen die voor het recht van belang zijn.

Blote rechtsfeiten: rechtsfeiten waarop de mens geen rechtstreekse invloed heeft, zoals geboorteMenselijke handelingen: alle andere rechtsfeiten

Feitelijke handelingen: Deze handeling heeft onbedoeld rechtsgevolgen, dus het schept onbedoeld rechten en plihcten. Rechtshandelingen: Als je de bedoeling hebt rechten en plichten te scheppen. (sluiten van koopovereenkomst)

Rechtshandeling: wil en verklaring = als twee partijen een rechtshandeling verrichten, moet dit gevolg zijn van een gerichte wil. Die ‘wil’ moet naar buiten zijn gekomen volgens een verklaring. Zoals brief, offerte of gesprek. (artikel 3:33 BW)

Eenzijdige rechtshandeling: Rechtshandelingen die in het leven kunnen worden geroepen door één persoon. Meerzijdige rechtshandeling: Rechtshandelingen waarvoor de instemming van een wederpartij is vereist.

Wil & Verklaring 3:33 - Geestelijke stoornis 3:34/3:35 (een wederpartij die er in redelijkheid van uit mag gaan dat het aanbod de werkelijke wil van de aanbieder weergeeft)- Bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden 3:34- Dwaling 6:228 lid 2

Totstandkoming overeenkomst - 6:217 aanbod & aanvaarding

Handelingsbekwaamheid minderjarigen - 1:233 minderjarig is - 1:234 handelingsbekwaam - 3:32 lid 2 rechtshandeling onbekwame is vernietigbaar

Schadevergoeding bij niet-nakoming - Hoofdregel 6:74 lid 1 - Toerekenbaarheid 6:75 t/m 6:77- Schuldenaar is verzuim? 6:81 t/m 6:83

Overdracht goed- 3:84 - Bescherming beschikkingsonbevoegd 3:86 lid 1* feitelijke overgave* tegenprestatie* te goede trouw hij wist niet, en kon redelijkerwijs ook niet weten, dat de vervreemder beschikkingsonbevoegd was. - Uitzondering bescherming gestolen goederen, 3:86 lid 3 - Consumentenbescherming 3:86 lid 3a

Oplossen juridische casus stappenplan: - Wie zijn de partijen?- Wat is het juridisch leerstuk? Max. 5 woorden - Wat is of zijn de relevante artikelen? - Benoemen en toepassen van de criteria - Wat is de conlusie? antwoord op de vraag