LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn...

228
LIFEPAK ® 20 e DEFIBRILLATOR / MONITOR GEBRUIKSAANWIJZING

Transcript of LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn...

Page 1: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

LIFEPAK® 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR

GEBRUIKSAANWIJZING

Page 2: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 3: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

LIFEPAK® 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR

GEBRUIKSAANWIJZING

Page 4: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Belangrijke informatie Rx Only

Lokalisatie van apparaten

De Amerikaanse Food and Drug Administration eist van fabrikanten en distributeurs van defibrillatoren dat zij bijhouden waar hun defibrillatoren zich bevinden. Als het apparaat zich op een andere locatie bevindt dan het verzendadres of als het apparaat is verkocht, weggegeven, verloren, gestolen, geëxporteerd, vernietigd of permanent buiten gebruik gesteld, of als het apparaat niet rechtstreeks bij Physio-Control is aangeschaft, wordt u verzocht een van de volgende stappen te nemen: registreer het apparaat op http://www.physio-control.com, bel de lokalisatiecoördinator op +1 800 426 4448 of gebruik een van de portvrije adreswijzigingskaarten achterin deze handleiding om deze belangrijke lokalisatiegegevens door te geven.

Tekstconventies

In deze gebruiksaanwijzing worden speciale teksttekens gebruikt om labels, schermberichten en stemcommando's aan te geven:

• Bedieningslabels: HOOFDLETTERS zoals AAN/UIT en SCHOK.

• Schermberichten en stemcommando's: CURSIEVE HOOFDLETTERS zoals BEVESTIG ELEKTRODEN.

Versiehistorie

Deze gebruiksaanwijzing bevat een beschrijving van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor met softwareversie 3202609-084 of hoger.

!USA

!USA

LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-LOOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY, REDI-PAK en Shock Advisory System zijn handelsmerken van Physio-Control, Inc. Masimo en LNOP zijn gedeponeerde handelsmerken van Masimo Corporation. Microstream, CapnoLine en FilterLine zijn gedeponeerde handelsmerken van Oridion Systems Ltd. De medische capnografie van Oridion in dit product valt onder een of meerdere van de volgende Amerikaanse patenten: 6,428,483; 6,997,880; 6,437,316; 7,448,229; 7,726,954 en hun buitenlandse equivalenten. Aanvullende patenten aangevraagd. EDGE System is een handelsmerk van Ludlow Technical Products. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. © 2006-2013 Physio-Control, Inc.

Publicatiedatum: 03/2013 3313187-100

Page 5: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor iii©2006-2013 Physio-Control, Inc.

INHOUD

VoorwoordAutomatische externe defibrillatie .................................................................................. xDefibrillatietherapie ........................................................................................................xiNon-invasieve pacing ...................................................................................................xiiSpO2-bewaking ............................................................................................................xiiECG-bewaking ..............................................................................................................xiiEtCO2-bewaking .......................................................................................................... xiii

1 VeiligheidsinformatieTermen ........................................................................................................................ 1-2Algemene waarschuwingen en waarschuwingsberichten............................................ 1-2Symbolen..................................................................................................................... 1-4

2 Elementaire oriënteringInleiding ....................................................................................................................... 2-2Uitpakken en inspecteren ............................................................................................ 2-2Bedieningsknoppen, waarschuwingslampjes en connectors....................................... 2-3

Gedeelte 3............................................................................................................. 2-6Gedeelte 4............................................................................................................. 2-8............................................................................................................................ 2-11Gedeelte 7........................................................................................................... 2-11Printerpapier vervangen ...................................................................................... 2-13Achteraanzicht..................................................................................................... 2-14Zijaanzicht van CodeManagement Module ......................................................... 2-16

Patiëntdata invoeren.................................................................................................. 2-17Alarmen instellen ....................................................................................................... 2-18Alarm regelen ............................................................................................................ 2-20Op de voeding aansluiten .......................................................................................... 2-20

Werken op netvoeding ........................................................................................ 2-21Werken op de batterij................................................................................................. 2-21

Page 6: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

iv Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Batterij LIFEPAK 20e defibrillator/monitor ...........................................................2-21Levensduur en prestaties van de batterijen.........................................................2-22Batterijindicator ....................................................................................................2-22Batterij CodeManagement Module ......................................................................2-24

3 BewakingECG-bewaking .............................................................................................................3-2

Waarschuwing bij ECG-bewaking .........................................................................3-2ECG-afleiding en -maat selecteren........................................................................3-2Het systole-toonvolume instellen ...........................................................................3-4Bewaking met patiënten-ECG-kabel......................................................................3-5Tips voor het oplossen van problemen bij ECG-bewaking ....................................3-7

SpO2-bewaking..........................................................................................................3-10Waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij SpO2 .....................................3-10Wanneer een pulsatieoximeter moet worden gebruikt ........................................3-11Werking van een pulsatieoximeter.......................................................................3-11Overwegingen voor SpO2-bewaking ...................................................................3-12SpO2-bewakingsprocedure .................................................................................3-13SpO2-golfcomplex ...............................................................................................3-13SpO2-volume.......................................................................................................3-14Gevoeligheid........................................................................................................3-14Gemiddelde tijd....................................................................................................3-14Pulsatieoximetersensoren ...................................................................................3-14Compatibiliteit met Nellcor-sensoren ...................................................................3-15Geen impliciete toestemming ..............................................................................3-15Reinigen...............................................................................................................3-15Tips voor het oplossen van problemen bij SpO2.................................................3-16

EtCO2-bewaking ........................................................................................................3-18Waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij EtCO2 ...................................3-18De werking van capnografie ................................................................................3-19Golflijnanalyse bij EtCO2-bewaking.....................................................................3-19Procedure EtCO2-bewaking ................................................................................3-20CO2-weergave.....................................................................................................3-22CO2-alarmen .......................................................................................................3-22CO2-detectie........................................................................................................3-23Reinigen...............................................................................................................3-23Tips voor het oplossen van problemen met EtCO2 .............................................3-24

4 TherapieAlgemene waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij therapie .........................4-2Plaatsing van therapie-elektroden en standaardpaddles .............................................4-3

Anterior-laterale plaatsing......................................................................................4-3Anterior-posterior plaatsing....................................................................................4-3Speciale plaatsingssituaties...................................................................................4-4

Automatische externe defibrillatie ................................................................................4-5AED-waarschuwingen ...........................................................................................4-5AED-instelling ........................................................................................................4-5AED-procedure ......................................................................................................4-6Speciale AED-setupopties ...................................................................................4-12Tips voor het oplossen van problemen bij de AED-mode....................................4-15Overschakelen van de AED-mode naar de handmatige mode ...........................4-16

Handmatige defibrillatie..............................................................................................4-17Waarschuwingen met betrekking tot handmatige defibrillatie..............................4-17

Page 7: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor v©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Impedantie........................................................................................................... 4-18Defibrillatieprocedure .......................................................................................... 4-18De metronoom voor CPR .................................................................................... 4-19Gesynchroniseerde cardioversieprocedure......................................................... 4-21Remote synchronisatieprocedure........................................................................ 4-22

Defibrillatie bij kinderen.............................................................................................. 4-23Plaatsing van paddles bij kinderen...................................................................... 4-23Defibrillatieprocedure .......................................................................................... 4-24Tips voor het oplossen van problemen bij defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie ......................................................................................................... 4-25

Non-invasieve pacing ................................................................................................ 4-28Waarschuwingen voor non-invasieve pacing ...................................................... 4-28Demand en Non-demand Pacing ........................................................................ 4-28Procedure voor non-invasieve pacing ................................................................. 4-29Tips voor het oplossen van problemen bij non-invasieve pacing ........................ 4-30

5 Opties voor paddleaccessoiresTherapie-elektroden..................................................................................................... 5-2

Therapie-elektroden .............................................................................................. 5-2Plaatsing van elektroden ....................................................................................... 5-3Kabelaansluiting .................................................................................................... 5-4Procedures voor ECG-bewaking en therapie........................................................ 5-4Elektroden vervangen en verwijderen ................................................................... 5-5Testen ................................................................................................................... 5-6Reinigen en steriliseren......................................................................................... 5-6

Standaardpaddleset (optioneel)................................................................................... 5-7De standaardpaddleset ......................................................................................... 5-7De paddles voor kinderen gebruiken..................................................................... 5-7De paddleaansluiting voor volwassenen terugplaatsen ........................................ 5-8De standaardpaddleset reinigen ........................................................................... 5-8

Steriliseerbare paddles voor interne defibrillatie .......................................................... 5-9

6 DatabeheerOverzicht van dataopslag en -oproep.......................................................................... 6-2

Dataopslag ............................................................................................................ 6-2Soorten verslagen ................................................................................................. 6-2Geheugencapaciteit .............................................................................................. 6-2

CODE SUMMARY-verslag .......................................................................................... 6-2Inleiding ................................................................................................................. 6-3Logboek voor gebeurtenissen/levenstekenen....................................................... 6-3Golfcomplexgebeurtenissen.................................................................................. 6-4Formaat SAMENVATTING.................................................................................... 6-5

Gearchiveerde patiëntverslagen beheren.................................................................... 6-7Archiefmode inschakelen............................................................................................. 6-7Gearchiveerde patiëntverslagen afdrukken ................................................................. 6-8Gearchiveerde patiëntverslagen verzenden ................................................................ 6-9Gearchiveerde patiëntoverzichten bewerken ............................................................ 6-10Gearchiveerde patiëntoverzichten wissen ................................................................. 6-11Overzicht van aansluitingen voor het zenden van verslagen .................................... 6-12Gegevensoverdracht van TrueCPR-apparaat ........................................................... 6-14Tips voor het oplossen van problemen met de datatransmissie................................ 6-14

Page 8: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

vi Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

7 De apparatuur onderhoudenAlgemeen onderhoud en testen ...................................................................................7-2

Onderhouds- en testschema .................................................................................7-2Dagelijkse automatische zelftest ...........................................................................7-3Gebruikerstest .......................................................................................................7-4Reinigen.................................................................................................................7-6Functiecontroles ....................................................................................................7-6Controle van de patiënten-ECG-kabel...................................................................7-7

Algemene tips voor het oplossen van problemen ......................................................7-11Service en reparatie ...................................................................................................7-14Informatie over recyclen van het product ...................................................................7-14

Hulp bij het recyclen ............................................................................................7-15Voorbereiding ......................................................................................................7-15Recyclen van wegwerpelektroden .......................................................................7-15Verpakking...........................................................................................................7-15

Garantie .....................................................................................................................7-15Accessoires, Benodigdheden en trainingsmiddelen ..................................................7-15

8 Setupopties definiërenSetupopties ..................................................................................................................8-2

Configuraties printen vóór service of reparatie ......................................................8-2Wachtwoordbeveiliging..........................................................................................8-2

Setupopties invoeren ...................................................................................................8-3Algemeen setupmenu ..................................................................................................8-4Setupmenu voor handmatige mode ............................................................................8-5Setupmenu voor AED-mode ........................................................................................8-7Setupmenu metronoom voor CPR ...............................................................................8-8Setupmenu voor pacing ...............................................................................................8-9Bewakingsmenu...........................................................................................................8-9

Setupmenu Kanalen ............................................................................................8-10Setupmenu Golfcomplexsets...............................................................................8-10Menu CO2-instelling ...........................................................................................8-10

Setupmenu voor gebeurtenissen ...............................................................................8-11Setupmenu voor alarm...............................................................................................8-11Setupmenu voor de printer.........................................................................................8-12

Setupmenu voor automatisch afdrukken .............................................................8-12Setupmenu voor klok .................................................................................................8-13Setupmenu voor resetten van standaarden ...............................................................8-13Standaarden printen...................................................................................................8-13Setupmenu voor zenden van configuratie..................................................................8-13Setupmenu voor instellen van wachtwoorden............................................................8-14Servicemode ..............................................................................................................8-14

A Specificaties en prestatiekenmerkenB Klinische overzichtenC SchermberichtenD Gebruiker, controlelijstE SchokadviessysteemF Informatie over cprMAX-technologieG BasisstationH Richtlijnen elektromagnetische compatibiliteit

Page 9: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor vii©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Index

Page 10: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 11: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor ix©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Voorw

oord

VOORWOORD

Automatische externe defibrillatie bladzijde xDefibrillatietherapie xiNon-invasieve pacing xiiSpO2-bewaking xiiECG-bewaking xiiEtCO2-bewaking xiii

Page 12: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Voorwoord

x Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

AUTOMATISCHE EXTERNE DEFIBRILLATIEDe volgende overwegingen en richtlijnen zijn van kracht wanneer de LIFEPAK® 20e-defibrillator/monitor als automatische externe defibrillator (AED) wordt gebruikt.

Overwegingen voor de gebruikerWanneer de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor in de AED-mode wordt gebruikt, is het een halfautomatische defibrillator die gebruik maakt van een gepatenteerd Shock Advisory System™. Dit softwarealgoritme analyseert het elektrocardiografische (ECG) ritme van de patiënt en geeft aan of er wel of geen schokbaar ritme wordt gedetecteerd. In de AED-mode vraagt de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor interactie van de gebruiker bij het defibrilleren van de patiënt.

In de AED-mode is de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor bestemd voor gebruik door personeel dat door een arts/medisch directeur gemachtigd is en dat minstens over de volgende vaardigheden en opleiding beschikt:

• Reanimatieopleiding.

• AED-opleiding equivalent aan de door de American Heart Association aanbevolen opleiding.

• Opleiding in het gebruik van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor in AED-mode.

IndicatiesDe AED-mode mag uitsluitend worden gebruikt bij patiënten met een hart- en ademhalingsstilstand. De patiënt dient bewusteloos en pulsatieloos te zijn en mag niet normaal ademhalen voordat de defibrillator wordt gebruikt om het ECG-ritme van de patiënt te analyseren.

In de AED-mode is de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan acht jaar.

Contra-indicatiesGeen bekend.

Page 13: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Voorwoord

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor xi©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Voorw

oordDEFIBRILLATIETHERAPIE

Overwegingen voor de gebruikerEen gelijkstroomdefibrillator dient een korte, intense elektriciteitspulsatie aan de hartspier toe. De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor dient deze energie toe via wegwerpelektroden, standaardpaddles of interne paddles die op de borst van de patiënt worden geplaatst.

Defibrillatie is slechts één aspect van de medische zorg dat is vereist voor het reanimeren van een patiënt met een schokbaar ECG-ritme. Afhankelijk van de situatie kunnen de volgende andere ondersteunende maatregelen worden genomen:

• Cardiopulmonale reanimatie (CPR)

• Toediening van extra zuurstof

• Medicatie

Een geslaagde reanimatie houdt verband met de tijdsduur tussen de aanvang van een hartritme dat geen bloed circuleert (ventrikelfibrilleren, pulsatieloze ventriculaire tachycardie) en defibrillatie. De American Heart Association heeft de volgende factoren geïdentificeerd als kritieke schakels in de keten van overleving bij hartstilstand:

• Vroegtijdige toegang

• Vroegtijdige CPR door eerstehulpverleners of omstanders

• Vroegtijdige defibrillatie

• Vroegtijdige gespecialiseerde zorg

De fysiologische toestand van de patiënt kan invloed uitoefenen op de kans van slagen van de defibrillatie. Daarom is het niet-slagen in het reanimeren van een patiënt geen betrouwbare indicatie van de prestatie van de defibrillator. Patiënten vertonen vaak een spierreactie (zoals springen of spiertrekkingen) tijdens een energieoverdracht. De afwezigheid van een dergelijke reactie is geen betrouwbare indicatie van de werkelijke energieafgifte of de prestatie van het toestel.

IndicatiesDefibrillatie is een erkende methode voor het beëindigen van bepaalde mogelijk fatale aritmieën, zoals ventrikelfibrilleren en symptomatische ventriculaire tachycardie. De afgifte van deze energie in de gesynchroniseerde mode is een methode voor het behandelen van atriumfibrilleren, atriumflutter, paroxysmale supraventriculaire tachycardie en, bij betrekkelijk stabiele patiënten, ventriculaire tachycardie.

Contra-indicatiesDefibrillatie is gecontra-indiceerd bij de behandeling van pulsatieloze elektrische activiteit (PEA) zoals idioventriculaire of ventriculaire escape-ritmes en bij de behandeling van asystolie.

Page 14: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Voorwoord

xii Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

NON-INVASIEVE PACINGEen non-invasieve pacemaker is een toestel dat het hart een elektrische stimulus toedient, hetgeen hartdepolarisatie en myocardcontractie veroorzaakt. De energie wordt afgegeven door middel van grote zelfklevende elektroden die op de borst zijn geplaatst. Naast non-invasieve pacing kunnen andere ondersteunende maatregelen noodzakelijk zijn.

Naast andere factoren wordt erkend dat een geslaagde pacing van een patiënt is gerelateerd aan de tijdsduur tussen het begin van een dysritmie en het starten van de pacing. Vroegtijdige pacing en directe nazorg zijn van essentieel belang. De fysiologische conditie van de patiënt kan invloed hebben op de kans van slagen van de pacing of op de spieractiviteit van het skelet. Het niet-slagen in het reanimeren van een patiënt is geen betrouwbare indicatie van de prestatie van de pacemaker. Tevens is de spierreactie van de patiënt op pacing geen betrouwbare indicatie van de afgegeven energie. Zie voor nadere informatie het boekje Non-invasieve pacing: wat u moet weten.

IndicatiesNon-invasieve pacing is geïndiceerd voor patiënten met pulsatie en symptomatische bradycardie.

Contra-indicatiesNon-invasieve pacing is gecontra-indiceerd voor de behandeling van ventrikelfibrilleren en asystolie.

SPO2-BEWAKINGEen pulsatieoximeter is een non-invasief medisch hulpmiddel dat de saturatie van zuurstof in arterieel bloed (SpO2) controleert. De pulsatieoximeter maakt gebruikt van een optische sensor die licht door de vinger van de patiënt zendt en het ontvangen licht vervolgens met een detector meet. Dit ontvangen licht wordt omgezet in een saturatiepercentage en wordt weergegeven als een SpO2-waarde.

IndicatiesEen pulsatieoximeter is bestemd voor gebruik bij alle patiënten die risico lopen op het ontwikkelen van hypoxemie.

Contra-indicatiesGeen bekend.

ECG-BEWAKINGHet ECG (elektrocardiogram) is een opname van de elektrische activiteit van het hart. Met ECG-bewaking kan het hartritme of een dysritmie worden geïdentificeerd en geïnterpreteerd en kan de hartfrequentie worden berekend. Het ECG wordt verkregen door elektroden of paddles op de patiënt te plaatsen en is bedoeld om de elektrische activiteit van het hart te bewaken en op te nemen.

Page 15: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Voorwoord

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor xiii©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Voorw

oordETCO2-BEWAKINGDe end-tidal kooldioxidemonitor (EtCO2) is een capnometrisch instrument dat door middel van non-dispersieve infraroodspectroscopie voortdurend de hoeveelheid CO2 tijdens elke ademhaling meet en de aanwezige hoeveelheid aan het einde van de uitademing (EtCO2) registreert. Het monster wordt met de sidestreammethode genomen; deze methode kan bij geïntubeerde of niet-geïntubeerde patiënten worden toegepast. De respiratiefrequentie wordt ook gemeten en weergegeven in ademhalingen per minuut (BPM).

De EtCO2-monitor is een hulpmiddel dat in aanvulling op de beoordeling van de patiënt kan worden gebruikt. Er dient te worden gezorgd dat de patiënt te allen tijde wordt beoordeeld en dat er niet uitsluitend wordt afgegaan op de EtCO2-monitor.

IndicatiesEtCO2-bewaking wordt gebruikt om het niveau van de uitgeademde CO2 te detecteren. Aan de hand hiervan wordt de effectiviteit van de ademhaling en de behandeling bij acute cardiopulmonale behandeling gecontroleerd, bijvoorbeeld om te bepalen of voldoende compressie wordt toegepast tijdens reanimatie of om snel te kunnen weten of een endotracheale tube goed geplaatst is.

Contra-indicatiesGeen bekend.

Page 16: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 17: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 1-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

1V

eiligheidsinformatie

VEILIGHEIDSINFORMATIE

In dit hoofdstuk vindt u belangrijke informatie die van nut is bij het bedienen van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor. U dient zichzelf vertrouwd te maken met al deze termen, waarschuwingen en symbolen.

Termen bladzijde 1-2Algemene waarschuwingen en waarschuwingsberichten 1-2Symbolen 1-4

Page 18: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Veiligheidsinformatie

1-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

TERMENDe volgende termen worden gebruikt in deze gebruiksaanwijzing of op de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor:

Gevaar: onmiddellijk gevaar dat ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg heeft.

Waarschuwing: gevaren of onveilige handelswijzen die ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben.

Let op: gevaren of onveilige handelswijzen die minder ernstig lichamelijk letsel, productbeschadiging of materiële schade tot gevolg kunnen hebben.

ALGEMENE WAARSCHUWINGEN EN WAARSCHUWINGSBERICHTENHieronder volgt een aantal algemene waarschuwingen en waarschuwingsberichten. Andere specifieke waarschuwingen en waarschuwingsberichten zijn waar nodig opgenomen in andere delen van deze gebruiksaanwijzing.

WAARSCHUWINGEN!

Gevaar voor schokken.De defibrillator dient elektrische energie van maximaal 360 J toe. Indien deze elektrische energie niet naar behoren wordt gebruikt, zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing, kan deze ernstig letsel of de dood veroorzaken. Gebruik dit toestel niet tenzij u volkomen vertrouwd bent met deze gebruiksaanwijzing en de functie van alle bedieningsknoppen, waarschuwingslampjes, connectors en accessoires.

Gevaar voor schokken.Demonteer de defibrillator niet. Deze bevat geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen en er kan zich gevaarlijke hoogspanning voordoen. Neem voor reparaties contact op met bevoegd servicepersoneel.

Gevaar voor schokken.Om het risico op elektrische schok te voorkomen, mag dit toestel alleen worden aangesloten op een netvoeding met beschermende aarding.

Gevaar voor schokken of brand.Dompel geen enkel deel van deze defibrillator onder in water of andere vloeistoffen. Laat geen vloeistoffen op de defibrillator of de bijbehorende accessoires terechtkomen. Gemorste vloeistoffen kunnen ervoor zorgen dat de defibrillator en de bijbehorende accessoires slecht of niet functioneren. Reinig het apparaat niet met ketonen of andere ontvlambare reinigingsmiddelen. Deze defibrillator en de bijbehorende accessoires mogen niet in een autoclaaf of op andere wijze worden gesteriliseerd, tenzij anders vermeld.

Risico op brand of explosie.Gebruik dit toestel niet in de aanwezigheid van ontvlambare gassen of anesthetica. Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van dit toestel in de buurt van zuurstofbronnen (zoals beademingsmaskers met zak en ventiel of ventilatorslangen). Zet de gasbron uit of verwijder de bron van de patiënt tijdens de defibrillatie.

Page 19: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Veiligheidsinformatie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 1-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

1V

eiligheidsinformatie

Risico op elektrische verstoring van de werking van het toestel.Apparatuur die in de onmiddellijke omgeving werkt, kan elektromagnetische storingen of RF-storingen veroorzaken in de werking van deze defibrillator. RF-storing kan leiden tot een verkeerde werking van de defibrillator, vervorming van ECG's, het niet waarnemen van een schokbaar ritme of beëindiging van pacing. Gebruik de defibrillator niet in de buurt van (elektro-) diathermie-instrumenten, mobiele telefoons of andere draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur. Houd de apparatuur ten minste 1,2 m uit de buurt en zet VHF-radio’s niet snel aan en uit. Neem contact op met de technische dienst als u hulp nodig hebt.

Risico op elektrische storing.Het gebruik van kabels, elektroden of accessoires die niet geschikt zijn voor dit apparaat, kan leiden tot verhoogde straling en verminderde weerstand voor elektromagnetische interferentie, die de werking van het toestel of andere apparatuur in de onmiddellijke omgeving kan beïnvloeden. Gebruik uitsluitend onderdelen en accessoires die in deze gebruiksaanwijzing worden opgegeven.

Risico op elektrische storing.Deze defibrillator kan elektromagnetische storing (EMI) veroorzaken, vooral tijdens opladen en energieoverdracht. EMI kan invloed uitoefenen op de werking van apparatuur die in de onmiddellijke aanwezigheid wordt gebruikt. Verifieer zo mogelijk de effecten van defibrillatorontladingen op andere apparatuur alvorens de defibrillator in een noodgeval toe te passen.

Risico op uitschakeling van de defibrillator.Houd u, als de defibrillator op batterijvoeding werkt, aan de intervallen voor batterijonderhoud en -vervanging, zoals beschreven in het hoofdstuk “Levensduur en prestaties van de batterijen”, om mogelijke uitschakeling van de defibrillator te voorkomen. Als de defibrillator zonder waarschuwing wordt uitgeschakeld of als een bericht BATTERIJ BIJNA LEEG: NETVOEDING AANSLUITEN op het monitorscherm verschijnt, moet u onmiddellijk het netsnoer op een stopcontact aansluiten.

Risico op defect van het toestel.De defibrillator of CodeManagement Module niet wijzigen.

Mogelijke onjuiste werking van defibrillator.Door de standaardinstellingen van de fabriek te wijzigen, verandert het functioneren van het apparaat. Wijzigingen in de standaardinstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel.

Mogelijke onjuiste werking van defibrillator.Bij gebruik van kabels, elektroden of batterijen van andere fabrikanten kan het toestel onjuist gaan werken en kan de veiligheidscertificatie teniet worden gedaan. Gebruik uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing opgegeven accessoires.

Mogelijke weigering om een conditie buiten bereik waar te nemen.Als INSTELLEN nogmaals wordt geselecteerd, worden de alarmgrenzen opnieuw ingesteld aan de hand van de actuele levenstekenen van de patiënt. Dit kan buiten het veilige bereik voor de patiënt zijn.

WAARSCHUWINGEN! (VERVOLG)

Page 20: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Veiligheidsinformatie

1-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SYMBOLENDe onderstaande symbolen kunt u aantreffen in deze gebruiksaanwijzing of op diverse configuraties van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en accessoires:

Veiligheidsrisico en risico van materiële schade.Monitoren, defibrillatoren en de accessoires daarvan (inclusief elektroden en kabels) bevatten ferromagnetische materialen. Zoals bij alle ferromagnetische apparatuur het geval is, mogen deze producten niet worden gebruikt in de aanwezigheid van de hoogmagnetische velden die door een magnetische kernspinresonantie (MRI)-toestel worden veroorzaakt. De hoogmagnetische velden die door een MRI-toestel worden veroorzaakt, oefenen een dusdanige kracht uit op het toestel dat dit kan leiden tot de dood of ernstig lichamelijk letsel van personen die zich tussen het toestel en het MRI-toestel bevinden. Deze magnetische aantrekking kan tevens de apparatuur beschadigen en de werking ervan nadelig beïnvloeden. Bovendien kunnen brandwonden op de huid ontstaan door verhitting van elektrisch geleidende materialen zoals patiëntgeleiders en pulsatieoximetriesensoren. Neem voor nadere informatie contact op met de fabrikant van het MRI-apparaat.

Defibrillatiebestendige aansluiting type CF

Tegen defibrillatie beschermde patiëntverbinding type BF

Opgelet, bijbehorende documenten raadplegen

Opgelet! Raadpleeg de begeleidende documenten. (Symbool heeft blauwe achtergrond en grafisch symbool is wit.)

Waarschuwing, hoogspanning

Patiëntverbinding type BF

Statisch-gevoelig toestel (SSD)

Randaarde. Beschermende aardverbinding

Zekering

Equipotentiële connector

Pluspool

Minpool

Apparaat bevat HF-zender

WAARSCHUWINGEN! (VERVOLG)

Page 21: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Veiligheidsinformatie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 1-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

1V

eiligheidsinformatie

Partijnummer (batchcode): jjww of jjmmdd

Te gebruiken voor weergegeven datum: jjjj-mm-dd

Bestelnummer

Datum van vervaardiging

Uitsluitend voor eenmalig gebruik

Uitsluitend voor gebruik binnenshuis

Alarm aan

Alarm uit

VF/VT-alarm aan

VF/VT-alarm uit

Groter dan

Kleiner dan

Joule

Defibrillatiepaddle voor volwassenen

Defibrillatiepaddle voor kinderen

Hoofdscherm-knop

Batterijindicator (zie bladzijde 2-22)

Hartfrequentie/pulsatiefrequentie-waarschuwingslampje

Schokaantal (x) op het scherm

YYYY

J

(x)

Page 22: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Veiligheidsinformatie

1-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Conformiteitsmarkering volgens Europese richtlijnen

Certificering van Canadian Standards Association voor Canada en de Verenigde Staten

Erkend merkteken van onderdelen voor Canada en de Verenigde Staten

Conformiteitsmarkering voor ACA-standaarden

Gelijkspanning

Wisselspanning

Aan (voeding: aansluiting op de netvoeding)

Uit (voeding: loskoppeling van de netvoeding)

Stroom aan/uit

Wisselstroomindicator (alleen CodeManagement Module)

[signaal] Ingang

[signaal] Uitgang

CO2-ingang

CO2-afvoer

Deze zijde boven

Kwetsbaar/breekbaarVoorzichtig behandelen

Tegen water beschermen

Aanbevolen opslagtemperatuur: 5° tot 45°C. Opslag bij extreme temperaturen van –20° of 60°C is beperkt tot zeven dagen. Als het product langer dan een week bij deze temperaturen wordt opgeslagen, neemt de levensduur van de elektroden af.

Dit onderdeel recyclen

Page 23: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Veiligheidsinformatie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 1-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

1V

eiligheidsinformatie

Voer dit product niet af via het ongescheiden gemeentelijk afval. Voer dit product af volgens de lokale regelgeving. Zie www.physio-control.com/recycling voor instructies voor het afvoeren van dit product.

Systeemconnector/Data in

Sync in/ECG uit

Kabel van LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor naar LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor (zie Setupmenu voor zenden van configuratie, bladzijde 8-13)

Tegen de klok in draaien om te ontgrendelen

Schakelaar aan

Schakelaar uit

Pacingpijl, non-invasieve pacing

Pacingpijl, interne pacing

Waarnemingsmarkering R-top

Gebeurtenismarkering

Bifasische defibrillatieschok

Schok-knop

Alleen voor Verenigde Staten

IPx1 Beschermd tegen druppelend water conform IEC 60529

Serienummer

Catalogusnummer voor het plaatsen van bestellingen

Identificatienummer van de fabrikant (onderdeelnummer)

Federale (Amerikaanse) wetten schrijven voor dat dit toestel alleen mag worden verkocht door of op voorschrift van een arts

!USA

CAT

Page 24: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Veiligheidsinformatie

1-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Fabrikant

Bevoegd vertegenwoordiger in Europa

Page 25: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

ELEMENTAIRE ORIËNTERING

In dit hoofdstuk vindt u een algemeen overzicht van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor.

Inleiding bladzijde 2-2Uitpakken en inspecteren 2-2Bedieningsknoppen, waarschuwingslampjes en connectors 2-3Patiëntdata invoeren 2-17Alarmen instellen 2-18Alarm regelen 2-20Op de voeding aansluiten 2-20

Page 26: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

INLEIDING

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor met verbeterde batterijtechnologie is een reactiesysteem voor acute hartzorg dat wordt gebruikt door bevoegde gezondheidszorgverleners in ziekenhuizen en andere klinische omgevingen.

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor biedt de volgende opties:

• Halfautomatische defibrillator• Non-invasieve pacemaker• Pulsatieoximeter• Paddle-accessoires• End-tidal CO2-monitor

• Datatransmissie

Opmerking: Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie en procedures die betrekking hebben op alle functies van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en de CodeManagement Module voor gebruik met de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor. Uw LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor beschikt mogelijk niet over alle beschreven functies. Neem voor nadere informatie contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Physio-Control of bel het nummer dat staat vermeld op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is uitsluitend verkrijgbaar met het bifasische defibrillatiegolfcomplex. Een beschrijving van beide defibrillatiegolfcomplexen vindt u in Bijlage A.

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor maakt gebruik van QUIK-COMBO® pacing/defibrillatie/ECG-elektroden of wegwerpbare FAST-PATCH® defibrillatie/ECG-elektroden voor ECG-bewaking en therapie van patiënten. De QUIK-COMBO of FAST-PATCH elektroden worden met de therapiekabel op de defibrillator aangesloten. Zie voor nadere informatie over QUIK-COMBO of FAST-PATCH elektroden Paragraaf 3 van deze gebruiksaanwijzing.

De standaardpaddleset is een accessoire voor de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en bevat (harde) defibrillatorpaddles voor volwassenen en kinderen. De standaardpaddles kunnen worden gebruikt voor QUIK-LOOK® ECG-bewaking, defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversietherapieën. Bij gebruik van standaardpaddles moet er een geleidend raakvlak dat voor defibrillatie ontworpen is, zoals defibrillatiegel of gelkussentjes, worden gebruikt tussen het oppervlak van de paddle-elektroden en de huid.

De standaardpaddles voor volwassenen kunnen worden gebruikt voor kinderen met een gewicht van ongeveer 10 kg of meer zolang de paddles volledig op de borstkas passen en er een ruimte van ten minste 2,5 cm is tussen de paddle-elektroden. Paddles voor kinderen moeten worden gebruikt bij patiënten die 10 kg of minder wegen of bij patiënten van wie de borstgrootte niet geschikt is voor de harde paddles voor volwassenen.

Optionele interne paddles zijn eveneens beschikbaar.

Zie voor nadere informatie over het gebruik van paddle-accessoires Paragraaf 5 van deze gebruiksaanwijzing.

UITPAKKEN EN INSPECTERENControleer, nadat u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor hebt uitgepakt, of u over alle benodigdheden en accessoires beschikt, inclusief kabels en ECG-papier. Controleer de defibrillator en alle accessoires op eventuele beschadigingen die tijdens het transport zijn ontstaan. Bewaar indien mogelijk de verpakking en de opvulling, voor het geval u de defibrillator later moet terugsturen.

Page 27: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Let op het label rechts op het scherm (Afbeelding 2-1). Voordat u de defibrillator/monitor voor de eerste keer gebruikt, moet u het netsnoer gedurende 3 uur aansluiten op een stopcontact om de interne batterij op te laden.

Afbeelding 2-1 Batterij initieel opladen

Als u de CodeManagement Module hebt aangeschaft, moet u deze aansluiten op de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor. Raadpleeg de Installatierichtlijnen die bij de CodeManagement Module zijn geleverd voor meer informatie.

BEDIENINGSKNOPPEN, WAARSCHUWINGSLAMPJES EN CONNECTORSDe volgende afbeeldingen geven een korte beschrijving van de bedieningsknoppen, waarschuwingslampjes en connectors voor de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en CodeManagement Module. Afbeelding 2-2 laat de voorzijde zien van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en Afbeelding 2-3 laat de voorzijde zien, onderverdeeld in zeven gedeelten. Afbeelding 2-4 tot en met Afbeelding 2-15 laten details zien van elk gedeelte. Afbeelding 2-16 en Afbeelding 2-17 tonen achteraanzichten van de defibrillator met en zonder de CodeManagement Module. Aanvullende informatie over de gedeelten 3, 4 en 7volgt op de betreffende afbeeldingen. De lichtdiode (LED) licht op (wordt ingeschakeld) wanneer de desbetreffende functie actief is. Zo licht de LED van de knop ANALYSE op wanneer de adviesfunctie actief is.

Afbeelding 2-2 Vooraanzicht met klep en CodeManagement Module

AED Mode

Analyseert Nu - Houd Afstand

AAN

ANALYSE

PRINTEN SAMENVATTING GEBEURTENIS

ECG

WARNINGDANGER

Hazardous electrical output. For use only by qualified personnel.

Explosion hazard. Do not use in the presence of flammable gases.

Netvoeding Service Selectiewiel

AanbevolenVolwassene VF dosis: xxx-xxx-xxx JDEFIBRILLATOR / MONITOR

SpO2

CO2

Page 28: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

De klep op de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor verbergt de knoppen voor handmatige defibrillatie en non-invasieve pacing. Wanneer de klep gesloten is, zijn het uiterlijk en de bediening van het toestel vereenvoudigd voor de gebruiker van de geautomatiseerde externe defibrillator (AED).

Om over te gaan naar de handmatige mode drukt u op de knop HANDMATIG in de linkerbenedenhoek van de klep. Hierdoor wordt de klep geopend en verlaat het toestel automatisch de AED-mode, zodat u toegang hebt tot defibrillatie en pacing in de handmatige mode. Nadat het toestel op de handmatige mode is overgegaan, heeft het sluiten van de klep geen invloed meer op de werking.

Afbeelding 2-3 Vooraanzicht zonder klep en met CodeManagement Module

AFL.

Gedeelte 7

Gedeelte 5

Gedeelte 4

Gedeelte 3

Gedeelte 1

Gedeelte 2

Gedeelte 6

AAN

ENERGIE-KEUZE

ANALYSE

OPLADEN

SYNC

PACEMAKER

FREQ.

STROOM

PAUZE

PRINTEN SAMENVATTING GEBEURTENISALARM

OPTIESNetvoeding Service Selectiewiel

WARNINGDANGER

Hazardous electrical output. For use only by qualified personnel.

Explosion hazard. Do not use in the presence of flammable gases.

ECG SpO2

MAAT

CO2

DEFIBRILLATOR / MONITORAanbevolen

Volwassene V F d osis X XX-XXX-XXXJ

AED MODE

Page 29: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Afbeelding 2-4 Gedeelte 1

Afbeelding 2-5 Gedeelte 2

AED MODELED licht op wanneer de

AED-mode actief is.Zie bladzijde 4-5.

ANALYSEActiveert Shock Advisory

System (SAS,schokadviessysteem).

Zie bladzijde 4-7.

AANZet de voeding aan en uit.

SCHOKOntlaadt de defibrillatorenergie naar de patiënt. Zie bladzijde 4-18.

OPLADENLaadt de defibrillator op in de handmatige mode. Zie bladzijde 4-16.

ENERGIEKEUZESelecteert energieniveaus in de handmatige mode. Zie bladzijde 4-16.

SYNCActiveert gesynchroniseerde mode.Zie bladzijde 4-21.

Gedeelte 1

1

AanbevolenVolwassene VF dosis: xxx-xxx-xxx J

Energielabel ventrikelfibrillatie bij volwassenen Zie bladzijde F-2.

FREQUENTIESelecteert de pacingfrequentie.Zie bladzijde 4-28.

STROOMStelt de pacingstroom in.

Zie bladzijde 4-28. PAUZEVertraagt tijdelijk de pacingfrequentie. Zie bladzijde 4-28.

PACERActiveert de pacemakerfunctie.

Zie bladzijde 4-28.

Gedeelte 2

2

Page 30: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Afbeelding 2-6 Gedeelte 3

Gedeelte 3De volgende alinea's verstrekken aanvullende informatie over de bedieningsknoppen die zijn afgebeeld in “Gedeelte 3”, pagina 2-6.

HoofdschermHet hoofdscherm is het scherm op de achtergrond dat tijdens ECG-bewaking wordt getoond. Door op de knop HOOFDSCHERM te drukken, keert u vanuit elk menuscherm of elke overlay terug naar het hoofdscherm, behalve tijdens de AED-analyse of tijdens het opladen en toedienen van schokken tijdens handmatige defibrillatie.

GebeurtenisNadat u op GEBEURTENIS hebt gedrukt, geeft het scherm de volgende overlay weer.

Wanneer op GEBEURTENIS wordt gedrukt, wordt automatisch generiek geselecteerd en wordt geen andere selectie gemaakt. De geselecteerde gebeurtenis en het tijdsstempel verschijnen in het berichten/statusgebied op het scherm. Gebeurtenissen worden afgedrukt in het gebeurtenislogboek CODE SUMMARY™. Zie bladzijde 8-11 voor informatie over het configureren van gebeurtenissen.

Neem met behulp van het selectiewiel de menuopties door en maak een selectie.

HOOFDSCHERMKeert onmiddellijk

terug naar hethoofdscherm.

Zie bladzijde 2-6.

OPTIESRoept optionele functies op.Zie bladzijde 2-7.

GEBEURTENISActiveert door

gebruikergedefinieerde

gebeurtenissen.Zie bladzijde 2-6.

LEDLicht op wanneer het selectiewiel actief is.Zie bladzijde 2-8.

AFL.Wijzigt ECG-afleiding.

Zie bladzijde 3-2. MAATWijzigt ECG-maat.Zie bladzijde 3-2.

ALARMActiveert en onderdrukt alarmen.Zie bladzijde 2-18.

Gedeelte 3

3

Page 31: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

OptiesNadat u op OPTIES hebt gedrukt, geeft het scherm de overlay weer die wordt getoond in Afbeelding 2-7. Neem met behulp van het selectiewiel de menuopties door en maak een selectie.

Afbeelding 2-7 Opties

AlarmZie bladzijde 2-18 voor informatie over het instellen van een alarm.

Selectiewiel-LED

Het LED-waarschuwingslampje voor het selectiewiel licht op als het selectiewiel actief is.

Afbeelding 2-8 Gedeelte 4

PACINGSelecteert demand- of

non-demand pacing.Selecteert Interne

pacerdetectie aan/uit.

PATIËNTVoert naam, ID,

incident, leeftijd engeslacht van de

patiënt in.DATUM/TIJDStelt de datum en tijd in. De veranderingen gaan pas van kracht wanneer de voeding uit en weer aan wordt gezet.

ARCHIEVENRoept opgeslagen

patiëntoverzichten op.Zie bladzijde 6-7.

GEBRUIKERSTESTStart de gebruikerstest. Zie bladzijde 7-4.

ALARMVOLUMEStelt het volume in voor alarm, tonen en stemcommando's.

PRINTENSelecteert verslag,

formaat en mode van deprinter voor het printen

van een actueelpatiëntverslag.

SELECTIEWIELDoorloopt en selecteert menu-

items. Zie deze pagina.

POORT VOOR ECG-KABELZie bladzijde 3-5.

POORT VOOR THERAPIEKABELZie bladzijde 2-8.

POORT VOOR SpO2-KABEL

Zie bladzijde 3-12.

LUIDSPREKER

Gedeelte 4

IrDA-POORTZie bladzijde 6-13.

4Zie waarschuwing, bladzijde 2-15.

Page 32: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Gedeelte 4In de volgende alinea's wordt aanvullende informatie verstrekt over het selectiewiel en de therapiekabel die zijn afgebeeld in Gedeelte 4.

SelectiewielWanneer u het beeldscherm bekijkt of in de mode Opties bent, neemt u met behulp van het selectiewiel de menuopties door en selecteert u het gewenste menu-item. Druk op het selectiewiel als u het gemarkeerde menu-item wilt activeren. Standaardmenu-items worden gemarkeerd met een grijze achtergrond; wanneer een menu-item is geselecteerd, is de achtergrond zwart.

Therapiekabelconnector

De therapiekabel aansluitenZo sluit u een therapiekabelconnector op de poort van de therapiekabel aan:

1 Richt de therapiekabel zodanig dat de pijl aan de bovenkant zit en de kabel een hoek naar rechts maakt (zie Afbeelding 2-9).

2 Plaats de therapiekabel in de therapiekabelconnector op de defibrillator totdat u een ‘klik’ voelt.3 Trek de connector voorzichtig omhoog om te controleren of de defibrillatiekabel op zijn plaats

is vergrendeld.

De therapiekabel losmakenZo neemt u een therapiekabelconnector uit de poort van de therapiekabel:

1 Draai de borgring op de therapiekabel in de richting van de pijl (tegen de klok in) totdat deze stopt (zie Afbeelding 2-10).

2 Trek de kabelconnector voorzichtig uit de poort.

WAARSCHUWING!

Risico op beschadiging van apparatuur waardoor geen therapie kan worden toegediend.Om de connector van de therapiekabel tegen beschadiging of besmetting te beschermen, moet de therapiekabel te allen tijde op de defibrillator aangesloten blijven.

Afbeelding 2-9 Richting therapiekabel Afbeelding 2-10 De therapiekabel losmaken

Borgring

Page 33: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Afbeelding 2-11 Gedeelte 5

Afbeelding 2-12 Gebied 6 (optionele CodeManagement Module)

Gedeelte 5

PRINTENStart of stopt de printer.

SAMENVATTING SAMENVATTING van kritieke gebeurtenissen wordt geprint. Zie bladzijde 6-2.

NETVOEDINGLED licht op wanneer de

netvoeding (lijnvoeding) isaangesloten en stroom

toevoert.SERVICE

Geeft aan dat service is vereist.

5

Gedeelte 6CO2-poort

Zie bladzijde 3-18.

VoedingsindicatorLED licht op wanneer

de netvoeding (lijnvoeding) is aangesloten en stroom toevoert.

Page 34: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-10 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Afbeelding 2-13

Gedeelte 7

BEWAKINGSGEBIEDGeeft de hartfrequentie, tijd, SpO2, batterijindicator, waarschuwingslampjes

voor VF/VT-alarm en geselecteerde energie weer. Zie bladzijde 2-12.

STATUSBERICHTGEBIEDGeeft status- en alarmberichten weer.

GOLFCOMPLEXKA-NAALGEBIEDGeeft maximaal twee golfcomplexkanalen weer. Zie bladzijde 2-12.

7Opmerking: Uw apparaat kan een van beide schermformaten hebben, afhankelijk van de softwareversie. Raadpleeg Afbeelding 2-13 en Afbeelding 2-14 om het formaat te zoeken dat past bij uw apparaat.

Page 35: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-11©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Afbeelding 2-14

Gedeelte 7In de volgende paragrafen staat aanvullende informatie over Gedeelte 7.

Bewakingsgebied — HartfrequentieDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor geeft een hartfrequentie weer tussen de 20 en 300 slagen per minuut (bpm). Bij elke hartslag knippert er een hartfrequentiesymbool. Als de hartfrequentie minder is dan 20 bpm of als pacing is ingeschakeld, geeft het scherm streepjes (– – –) weer. Hartfrequenties van meer dan 300 bpm geven geen geldige systoletonen weer en de weergegeven hartfrequentie zal niet geldig zijn. Het hartfrequentie-waarschuwingslampje is een hulpmiddel dat dient te worden gebruikt in aanvulling op de beoordeling van de patiënt. Zorg ervoor dat de patiënt te allen tijde wordt beoordeeld en dat er niet uitsluitend wordt afgegaan op de weergegeven hartfrequentie.

QRS-detectie is van wezenlijk belang voor het gebruik van de digitale hartfrequentieweergave, systoletoon, gesynchroniseerde cardioversie en non-invasieve demand pacing. De QRS-detector in de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor neemt QRS-complexen selectief waar. Deze detector onderscheidt de meeste ruis, spierartefacten, T-toppen en andere valse signalen.

WAARSCHUWING!

Geen verandering van ECG-ritme gedetecteerd.Hartfrequentiemeters kunnen de interne pacingpulsaties blijven tellen bij hartstilstand en bij bepaalde aritmieën. U dient niet volledig te vertrouwen op het alarm van de hartfrequentiemeters. Houd nauwgezet toezicht op patiënten met een pacemaker.

GOLFCOM-PLEXKA-NAALGEBIEDGeeft maximaal twee golfcomplexkanalen weer. Zie bladzijde 2-12.

BEWAKINGPARAMETERGE

BIEDToont

patiëntwaardenen alarmlimieten.

Tijdweergave CPR-metronoompictogram

Geselecteerde energie

Indicator batterijstatus

Alarmpictogram

STATUSBERICHTGEBIED

Page 36: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-12 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Het algoritme voor QRS-detectie stelt zichzelf automatisch in op de amplitude van de QRS-complexen. Het wijzigen van de versterking van het ECG heeft geen effect op de QRS-detectie. De QRS-detectie kan worden geoptimaliseerd door de draad met de grootste QRS-amplitude te gebruiken.

Bewakingsgebied — Pulsatiefrequentie. Als het ECG niet actief is, kan de SpO2-monitor de pulsatiefrequentie weergeven. De bron van de pulsatiefrequentie wordt aangegeven door PR (SPO2).

Bewakingsgebied — SpO2 (pulsatieoximeter). Het zuurstofsaturatieniveau wordt weergegeven als een percentage tussen 50 en 100. Saturatie van minder dan 50% wordt weergegeven als <50%. Een fluctuerend staafdiagram geeft de sterkte van het pulsatiesignaal weer.

Bewakingsgebied — EtCO2. De end-tidal CO2-waarde wordt weergegeven als een cijfer dat de druk voorstelt in mmHg, kPa of Vol%. Respiratiefrequentie wordt ook weergegeven onder de CO2-waarde.

Tijdweergave. Het tijdstip van de dag wordt weergegeven als uren, minuten en seconden (UU:MM:SS). Om de verstreken tijd weer te geven vanaf het inschakelen, markeert en selecteert u de klok met het selectiewiel. Telkens wanneer u de tijdweergave selecteert, wordt geschakeld tussen het tijdstip van de dag en de verstreken tijd.

CPR-metronoompictogram. Wanneer het apparaat in de AED mode is en de metronoom is ingesteld om te worden ingeschakeld tijdens de reanimatie, verschijnt het CPR-metronoompictogram. Wanneer het apparaat in de handmatige mode is, kunt u het CPR-metronoompictogram selecteren met het selectiewiel om de metronoom in of uit te schakelen, of om de instellingen voor Leeftijd-luchtweg te wijzigen.

Batterijindicator. De batterijindicator toont bij benadering de resterende hoeveelheid batterijlading in de oplaadbare interne lithium-ionbatterij. (Zie bladzijde 2-20 voor meer informatie.)

GolfcomplexkanaalgebiedKanaal 1.Dit is het bovenste kanaal. Het geeft het primaire ECG-golfcomplex weer en is altijd zichtbaar als het ECG wordt weergegeven.

Kanaal 2.Dit is het onderste kanaal. Het kan een extra golfcomplex of een voortzetting van het ECG van kanaal 1 weergeven.

Page 37: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-13©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Golfcomplexkanalen selecterenDe monitor heeft voeding nodig.

Printerpapier vervangen

Papier van 50 mm laden De printer is uitgerust met een papier-op-sensor om de printkop te beschermen. De sensor zet de printer automatisch uit als het papier op is of als de printerklep open staat.

Zo laadt u het papier:

1 Druk op de zwarte knop om de printerklep te openen.2 Verwijder de lege papierrol.3 Plaats de nieuwe rol papier met het raster naar boven gericht.4 Trek een kort stuk papier uit de printer.5 Duw de printerklep naar binnen om deze te sluiten.

1 In het hoofdscherm draait u het selectiewiel zodanig dat kanaal 1 of 2 worden gemarkeerd.

2 Druk op het selectiewiel. Er wordt een overlay weergegeven met de bewakingskeuzes voor het geselecteerde kanaal.

3 Draai aan het selectiewiel en druk erop om bewakingskeuzes voor dat kanaal te selecteren.

LET OP!

Mogelijke printerstoring.Gebruik van papier van ander fabricaat kan leiden tot onjuiste werking van de printer en/of beschadiging van de printkop. Gebruik uitsluitend het papier dat in deze gebruiksaanwijzing is opgegeven.

Page 38: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-14 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Afbeelding 2-15 toont de stappen voor het laden van papier van 50 mm.

Afbeelding 2-15 Printer

Achteraanzicht

Afbeelding 2-16 Achteraanzicht zonder CodeManagement Module

Aardingsconnector (equipotentiaal)

Netvoedingsconnector

Systeemconnector

ECG/Sync-connector

Zie waarschuwing, bladzijde 2-15

Page 39: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-15©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Afbeelding 2-17 Achteraanzicht met CodeManagement Module

In de volgende paragrafen staat aanvullende informatie over het achteraanzicht.

SysteemconnectorVoor LIFEPAK 20e-apparaten waaraan geen CodeManagement Module is gekoppeld, wordt de systeemconnector gebruikt voor het overbrengen van de setupinformatie naar een ander LIFEPAK 20e-apparaat of voor het verbinden met LIFENET® Device Agent. Voor LIFEPAK 20e-apparaten waaraan een CodeManagement Module is gekoppeld, wordt de systeemconnector gebruikt voor het verbinden met LIFENET Device Agent.

ECG/Sync-connectorDe ECG/Sync-connector voorziet in externe synchronisatie en realtime ECG-uitvoer naar een monitor van derden.

CO2-uitlaatpoortDe CO2-uitlaatpoort wordt aangesloten op een spoelsysteem wanneer EtCO2 wordt bewaakt tijdens het gebruik van verdovingsmiddelen.

WAARSCHUWING!

Gevaar voor schokken.Alle apparatuur die op de systeem- of ECG/sync-connector is aangesloten, moet op batterijen werken of elektrisch geïsoleerd zijn van de netvoeding overeenkomstig EN 60601-1. Neem voor nadere informatie contact op met de technische ondersteuningsdienst van Physio-Control.

ECG/SYNC-connector

Netvoedingsconnector

Aarde (equipotentiële connector)

SysteemconnectorCO2-uitlaatpoort

Zie Waarschuwing op bladzijde 2-15

Zie Waarschuwing op bladzijde 2-15

Page 40: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-16 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Zijaanzicht van CodeManagement Module De CodeManagement Module heeft de volgende indicators en connectors aan de rechterzijde.

Afbeelding 2-18 Zijaanzicht van CodeManagement Module

De volgende alinea’s verstrekken aanvullende informatie over het zijaanzicht.

TrueCPR-apparaatpoort De TrueCPR-apparaatpoort wordt gebruikt voor het overbrengen van gegevens van het TrueCPR™-coachingapparaat naar het LIFENET System. Alleen het TrueCPR-apparaat mag worden aangesloten op deze poort. Raadpleeg “Gegevensoverdracht van TrueCPR-apparaat”, pagina 6-14.

Opmerking: Het TrueCPR-apparaat is mogelijk niet beschikbaar in alle landen. Neem voor meer informatie contact op met het plaatselijke verkooppunt van Physio-Control.

Aan/uit-schakelaar voor draadloosMet de aan/uit-schakelaar voor draadloos is een draadloze transmissie naar het LIFENET System mogelijk. Raadpleeg “Tips voor het oplossen van problemen met de datatransmissie”, pagina 6-15.

Draadloze indicatorsIndicator 1. LED licht op wanneer draadloos actief is.

Indicator 2. LED licht op wanneer de CodeManagement Module is verbonden met het lokale netwerk.

Indicator 3. LED licht op wanneer de CodeManagement Module is verbonden met de LIFENET-server.

TrueCPR-apparaatpoort

Draadloze indicators

Aan/uit-schakelaar voor draadloos

Aan Uit

Page 41: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-17©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

PATIËNTDATA INVOERENDe volgende alinea’s beschrijven hoe de naam, identificatie (ID), leeftijd of geslacht van een patiënt moeten worden ingevoerd.

1 Druk op OPTIES.2 Selecteer PATIËNT.

Zo voert u de naam of ID van een patiënt in:

1 Selecteer ACHTERNAAM, VOORNAAM of ID. ACHTERNAAM wordt gebruikt als voorbeeld (voor deze procedure).

2 Draai aan het selectiewiel om het alfabet te doorlopen.

3 Druk op het selectiewiel om het gewenste teken te selecteren. Het teken wordt weergegeven in het gemarkeerde gebied.

4 Herhaal Stap 2 en Stap 3 totdat de naam volledig is.

5 Ga naar EINDE en selecteer deze optie om terug te gaan naar het scherm Opties/Patiënt zoals eerder aangegeven.Er zijn drie extra commando's:• BACKSPACE – verplaatst de

markeringsbalk één positie naar links

• WISSEN – wist alle tekens in het naamveld

• SPATIE – voegt een spatie in6 Druk op de knop OPTIES of

HOOFDSCHERM om af te sluiten.

Zo voert u de leeftijd van een patiënt in of wijzigt u deze:

1 Selecteer LEEFTIJD.2 Draai aan het selectiewiel om naar

de gewenste leeftijd te gaan.3 Druk op het selectiewiel.

Page 42: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-18 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ALARMEN INSTELLENDe alarmen voor de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor kunnen worden ingesteld op AAN of UIT en worden ingeschakeld wanneer de monitor wordt ingeschakeld. Als de alarmen zijn ingesteld op AAN, worden vooraf bepaalde limieten ingesteld. U kunt deze limieten bekijken door op de knop ALARM te drukken. De limieten verschijnen rechts van de parameterwaarde. U wijzigt de limieten door INSTELLEN te selecteren.

Opmerkingen: Alarmlimieten worden niet weergegeven voor Respiratiefrequentie of Inspiratoir CO2. Alarmlimieten zijn opgegeven in Tabel 2-1, page 2-19.Hoewel de alarmlimieten voor respiratiefrequentie niet worden weergegeven, kunt u bepalen of er brede of smalle limieten worden geselecteerd door op de knop ALARMS te drukken.

Wanneer de alarmen zijn ingesteld op UIT, moet u op de knop ALARM drukken en INSTELLEN selecteren om de alarmen in te schakelen.

Wanneer u op de knop ALARM drukt, wordt het volgende alarm-overlay weergegeven:

Zo voert u het geslacht van een patiënt in of wijzigt u dit:

1 Selecteer GESLACHT.2 Draai aan het selectiewiel om

MANNELIJK of VROUWELIJK te markeren.

3 Druk op het selectiewiel.

1 Selecteer INSTELLEN om het alarm voor alle actieve parameters te activeren. De limieten voor Instellen worden automatisch ingesteld op basis van de actuele levenstekenen van de patiënt (zie Tabel 2-1). De alarmlimieten gaan standaard over op de instelling die op het scherm wordt weergegeven (BREED of SMAL).

2 Selecteer LIMIETEN om de alarmlimieten te wijzigen in BREED of SMAL (zie Tabel 2-1).

Page 43: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-19©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

3 Selecteer ONDERDRUKKEN om het akoestische alarm maximaal 15 minuten uit te schakelen. Als een alarmlimiet wordt overschreden terwijl het alarm is onderdrukt, knippert de overtreden parameter en wordt er een alarmbericht weergegeven, maar blijft de alarmtoon onderdrukt.

Selecteer VF/VT-ALARM om continue bewaking voor ventrikelfibrilleren en ventriculaire tachycardie in de handmatige mode aan te zetten. Er wordt een symbool weergegeven boven het primaire ECG-golfcomplex als het alarm is ingeschakeld . Selecteer nogmaals VF/VT-ALARM om dit alarm uit te zetten. Opmerking: wanneer het VF/VT-alarm aanstaat, bent u beperkt tot PADDLE-afleiding of afleiding II. Zie “ECG-afleiding en -maat selecteren”, pagina 3-2.Opmerking: het VF/VT-alarm wordt onderdrukt wanneer de non-invasieve pacemaker aanstaat, wanneer standaardpaddles zijn bevestigd en PADDLE-afleiding is geselecteerd. Het alarm wordt ook onderdrukt wanneer de defibrillator bezig is met opladen of volledig is opgeladen.

Tabel 2-1 Brede en smalle alarmlimieten

Parameter Bereik Brede limieten Smalle limieten* Bereik limieten† Standaard-limieten

Laag Hoog Laag Hoog Laag Hoog Laag Hoog

Hartfrequentie(bpm)

<60 –20 +35 –10 +25 30-150 100-250 50 150

60-79 –25 +40 –20 +30

80-104 –30 +40 –30 +30

>105 –35 +45 –25 +25

SpO2(%)

>90 –5 +3 –5 +3 50 90-100 85 100

<90 –5 +3 –5 +3EtCO2

(mmHg/%)1

40/5,3 -10/-1,3 +15/+2,0 -10/-1,3 +15/+2,0 5/0,7 70/9,2 15 50

>40/5,3 -10/-1,3 +15/+2,0 -10/-1,3 +15/+2,0

Inspiratoir CO2 (mmHg/%)1,2

– N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A 8

Page 44: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-20 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ALARM REGELENHet symbool van de alarmbel geeft aan wanneer een alarm aan of uit is. Wanneer een alarm ingeschakeld is en een alarmlimiet wordt overschreden, is een toon hoorbaar, knippert de overschreden parameter en wordt er een alarmbericht op het scherm weergegeven.

Zo regelt u een alarm:

1 Druk op ALARM. Dit onderdrukt het alarm gedurende 2 minuten.2 Stel de oorzaak van het alarm vast.3 Beoordeel de geschiktheid van de ingestelde limieten (BREED of SMAL).4 Als de patiënt niet stabiel is, kunt u het alarm eventueel maximaal 15 minuten onderdrukken

terwijl u met de patiënt bezig bent. Selecteer INSTELLEN niet opnieuw.5 Zodra de patiënt stabiel is, kunt u zo nodig opnieuw INSTELLEN selecteren.

Wanneer een alarm aan is, kunt u dit maximaal 15 minuten tijdelijk onderdrukken.

Zo kunt u een alarm tijdelijk onderdrukken:

1 Druk op ALARM.2 Selecteer ONDERDRUKKEN.3 Selecteer een onderdrukkingsduur van 2, 5, 10 of 15 minuten.4 Het bericht ALARMEN ONDERDRUKT wordt onderaan het scherm weergegeven.

OP DE VOEDING AANSLUITENDe LIFEPAK 20e defibrillator/monitor en de optionele CodeManagement Module werken op wisselstroom (netvoeding) of op hun interne lithium-ionbatterijen. Terwijl het toestel ingeschakeld en in gebruik is, kunt u overschakelen van batterijvoeding naar netvoeding of vice versa door het netsnoer aan te sluiten of los te koppelen.

Respiratiefrequentie (RPM)2

<15 -8 +8 -4 +4 5-15 10-60 5 30

15 -15 +15 -8 +8

* De getallen zijn ± van de beginwaarde van de patiënt.† De getallen zijn absolute waarden voor het bereik1.Limieten voor kPa zijn dezelfde als %2.De waarden voor de alarmlimieten voor Inspiratoir CO2 en respiratiefrequentie worden niet weergegeven

WAARSCHUWING!

Mogelijke weigering om een conditie buiten bereik waar te nemen.Als INSTELLEN nogmaals wordt geselecteerd, worden de alarmgrenzen opnieuw ingesteld aan de hand van de actuele levenstekenen van de patiënt. Dit kan buiten het veilige bereik voor de patiënt zijn.

Tabel 2-1 Brede en smalle alarmlimieten (vervolg)

Parameter Bereik Brede limieten Smalle limieten* Bereik limieten† Standaard-limieten

Laag Hoog Laag Hoog Laag Hoog Laag Hoog

Page 45: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-21©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Wanneer de CodeManagement Module wordt aangesloten op de LIFEPAK 20e defibrillator, wordt één netsnoer gebruikt om zowel de defibrillator als de CodeManagement Module van stroom te voorzien.

BELANGRIJK: Het wisselstroomnetsnoer is het mechanisme voor veilig loskoppelen. Zorg dat alle aansluitingen op elk ogenblik vrij toegankelijk zijn.

Werken op netvoedingWanneer de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor op netvoeding werkt, brandt de LED van de netvoeding. Wanneer de defibrillator niet wordt gebruikt, blijft de lading van de accu het best gehandhaafd als het netsnoer is aangesloten op een stopcontact en de defibrillator is uitgeschakeld.

Opmerking: Wanneer de CodeManagement Module is bevestigd aan de defibrillator, lichten de groene LED op de CodeManagement Module en de LED van de wisselstroom op de defibrillator allebei op terwijl het apparaat is aangesloten op de wisselstroom.

WERKEN OP DE BATTERIJDe LIFEPAK 20e defibrillator/monitor en de CodeManagement Module hebben elk een interne batterij. De werking op batterij voor de defibrillator wordt hieronder toegelicht. De werking op batterij voor de CodeManagement Module wordt toegelicht op bladzijde 2-26.

Batterij LIFEPAK 20e defibrillator/monitorDe interne lithium-ionbatterij is oplaadbaar en bedoeld voor gebruik als de netvoeding niet beschikbaar is of als het toestel mobiel wordt gebruikt, zoals tijdens transport. De defibrillator schakelt automatisch over op batterijvoeding wanneer het netsnoer uit het stopcontact of uit de defibrillator wordt gehaald.

Een nieuwe volledig opgeladen batterij voorziet in ongeveer 140 ontladingen van 360 Joule, 110 minuten aan pacing of ongeveer 210 minuten continue bewaking voordat de defibrillator wordt uitgeschakeld. Als er één knipperende rode balk verschijnt in de batterijindicator en de melding BATTERIJ BIJNA LEEG: NETVOEDING AANSLUITEN op het monitorscherm wordt weergegeven, moet u onmiddellijk het netsnoer op een stopcontact aansluiten om het gebruik voort te zetten en de batterij opnieuw op te laden. Als er vaak berichten verschijnen dat de batterij bijna leeg is, kan dit erop wijzen dat de batterij moet worden vervangen. Neem voor assistentie contact op met de technische ondersteuningsdienst van Physio-Control of met bevoegd servicepersoneel.

Sluit de defibrillator na gebruik altijd aan op de netvoeding om de batterij weer op te laden. Het duurt doorgaans 4 uur om een accu die helemaal leeg is volledig op te laden. Gedeeltelijk lege batterijen hebben een oplaadtijd nodig die equivalent is aan de tijd dat de defibrillator werd

WAARSCHUWING!

Risico op uitschakeling van de defibrillator.Houd u, als de defibrillator op batterijvoeding werkt, aan de intervallen voor batterijonderhoud en -vervanging, zoals beschreven in het hoofdstuk Levensduur en prestaties van de batterijen, om mogelijke uitschakeling van de defibrillator te voorkomen. Als de defibrillator zonder waarschuwing wordt uitgeschakeld of als een bericht BATTERIJ BIJNA LEEG: NETVOEDING AANSLUITEN op het monitorscherm verschijnt, moet u onmiddellijk het netsnoer op een stopcontact aansluiten.

Page 46: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-22 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

gebruikt. Als de defibrillator bijvoorbeeld één uur werd gebruikt, duurt het ook één uur om de batterij weer op te laden.

Nieuwe batterijen of batterijen die langdurig opgeslagen zijn geweest, moeten voorafgaand aan het gebruik opnieuw worden opgeladen. Sluit de defibrillator aan op een stopcontact om de batterij volledig op te laden.

Opmerking: de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is bedoeld voor werking met de geplaatste interne batterij. Als de batterij ontbreekt of defect is, werkt het toestel, wanneer dit is aangesloten op de netvoeding, nog steeds en licht de LED Service op bij inschakeling. Neem voor assistentie contact op met de technische ondersteuningsdienst van Physio-Control of met bevoegd servicepersoneel.

Levensduur en prestaties van de batterijenVerschillende factoren beïnvloeden de prestaties en levensduur van lithium-ionbatterijen, zoals:

1 Het gebruik van de defibrillator voor het bijstaan van patiënten ('aan'-tijd en gebruik voor schokken).

2 Veelvuldig gebruik van de defibrillator terwijl de batterij een minimale capaciteit heeft (batterij bijna leeg).

3 De normale zelfontlading van de batterij en de energie die wordt gebruikt door de zelftests van de defibrillator.

Ter optimalisatie van prestaties en levensduur van batterijen, sluit u de defibrillator/monitor op een stopcontact aan om de batterij op te laden wanneer de defibrillator/monitor niet in gebruik is. Ter herinnering kunt u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor zo instellen dat er een reeks waarschuwingspieptonen wordt afgegeven, geïdentificeerd als VERLIES NETVOEDING, wanneer de defibrillator wordt uitgeschakeld en niet op een stopcontact is aangesloten (zie “Algemeen setupmenu”, pagina 8-4).

Opmerking: wanneer de defibrillator is aangesloten op de netvoeding, wordt de batterijconditie periodiek gecontroleerd. Wanneer de batterij ontbreekt of niet wordt opgeladen, licht de LED Service op zodra de defibrillator weer wordt ingeschakeld. Voer de defibrillatiefunctietest uit als u de batterijcapaciteit wilt testen (zie “Onderhouds- en testschema”, pagina 7-2).

Opmerking: zelfs bij goed onderhoud moet de interne oplaadbare lithium-ionbatterij elke twee jaar worden vervangen.

BatterijindicatorDe batterijindicator geeft bij benadering de beschikbare werkingstijd op batterijvoeding weer voor de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor. Dit toont niet de batterijstatus voor de CodeManagement Module . De batterijindicator wordt weergegeven op het scherm nadat de defibrillator is ingeschakeld. (Zie Afbeelding 2-12, bladzijde 2-9.) Het aantal balkjes dat oplicht geeft de batterijcapaciteit aan en hoe lang de batterij nog energie aan de defibrillator zal leveren.

Bij een nieuwe, volledig opgeladen batterij worden vier groene balkjes weergegeven, waarmee wordt aangegeven dat de batterij is opgeladen tot een capaciteit van 100%. Naarmate de batterijlading en de batterijcapaciteit afnemen, worden de indicatiebalkjes steeds kleiner. Eén knipperend rood balkje geeft aan dat de batterij bijna of helemaal leeg is. Zie Tabel 2-2.

Page 47: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 2-23©2006-2013 Physio-Control, Inc.

2E

lementaire oriëntering

Tabel 2-2 Batterijindicator

Batterijin-dicator Batterijstatus Berichten en tonen Batterijcapaciteit

(percentage)

Vier groene balkjes Geen 76-100

Drie groene balkjes Geen 51-75

Twee groene balkjes Geen 26-50

Eén groen balkje Geen 16-25

Eén geel balkje BATTERIJ BIJNA LEEG

Drie pieptonen (één keer). Bericht blijft in berichtgebied staan, indien nodig afgewisseld met andere berichten.

11-15

Eén knipperend rood balkje

BATTERIJ BIJNA LEEG: NETVOEDING AANSLUITEN

Drie pieptonen (elke 20 seconden). Bericht blijft in berichtgebied staan, indien nodig afgewisseld met andere berichten.

0-10

Het is belangrijk in gedachten te houden dat zowel de lading (spanning) als de capaciteit factoren zijn die bijdragen aan de weergave van de batterijindicator. De batterijindicator toont bijvoorbeeld twee groene balkjes voor een nieuwe batterij met een capaciteit van 100% die voor 50% is opgeladen. Bij een oudere batterij die voor 100% is opgeladen en slechts een capaciteit van 50% heeft, worden ook twee groene balkjes weergegeven. Met het onderstaande wordt dit voorbeeld duidelijker.

Deze batterij heeft vrijwel geen capaciteit of lading:

• Bij een nieuwe batterij met een capaciteit van 100% geeft dit symbool aan dat de batterij voor 50% is opgeladen (bijna geen lading).

• Bij een oudere batterij met een capaciteit van 50% geeft dit symbool aan dat de batterij voor 100% is opgeladen (bijna geen capaciteit).

Page 48: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Elementaire oriëntering

2-24 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Batterij CodeManagement ModuleDe CodeManagement Module heeft een interne, oplaadbare lithium-ionbatterij. Wanneer de CodeManagement Module correct is aangesloten op de LIFEPAK 20e defibrillator en de wisselstroom, worden de batterijen in zowel de defibrillator als de CodeManagement Module opgeladen. Wanneer het apparaat wordt losgekoppeld van de wisselstroom, schakelen zowel de defibrillator als de CodeManagement Module automatisch naar het batterijvermogen.

Om ervoor te zorgen dat de CodeManagement Module altijd klaar is voor gebruik, moet u deze, wanneer mogelijk, aangesloten houden op een stopcontact.

Opmerking:

• Er wordt één netsnoer gebruikt om zowel de defibrillator als de CodeManagement Module van stroom te voorzien.

• Als het vermogen van de batterij in de CodeManagement Module laag is en de LIFEPAK 20e defibrillator is ingeschakeld, verschijnt het bericht AANSLUITEN OP NETVOEDING en worden elke 20 seconden drie pieptonen weergegeven.

Een nieuwe, volledig opgeladen batterij voor de CodeManagement Module biedt 270 minuten continue CO2-bewaking. Standaard moet een nieuwe, volledig ontladen batterij, gedurende 4 uur worden opgeladen om terug de volledige capaciteit te hebben. De batterij moet elke twee jaar worden vervangen. Het vervangen van de batterij moet gebeuren door bevoegd servicepersoneel.

WAARSCHUWING!

Mogelijke uitschakeling van CO2-bewaking.Wanneer wordt gewerkt op batterijvermogen, moet u de aanbevolen intervallen voor het opladen en vervangen van batterijen naleven om de mogelijke uitschakeling van de CO2-bewaking voorkomen. Als het bericht AANSLUITEN OP NETVOEDING op het monitorscherm verschijnt, dient u onmiddellijk het netsnoer op een stopcontact aan te sluiten.

Page 49: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

BEWAKING

In dit hoofdstuk worden de bewakingsfuncties van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor beschreven.

ECG-bewaking bladzijde 3-2SpO2-bewaking 3-10EtCO2-bewaking 3-18

Page 50: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ECG-BEWAKINGIn de volgende paragrafen worden de volgende onderwerpen beschreven:

• Waarschuwing bij ECG-bewaking

• ECG-afleiding en -maat selecteren

• Het systole-toonvolume instellen

• ECG-bewaking met paddle-accessoires

• Bewaking met patiënten-ECG-kabel

• Tips voor het oplossen van problemen bij ECG-bewaking

Waarschuwing bij ECG-bewaking

ECG-afleiding en -maat selecterenEr zijn twee methoden voor het selecteren of wijzigen van de ECG-afleidingen. Beide methoden zijn beschikbaar op uw LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor. De beschikbare afleidingen zijn afhankelijk van de ECG-kabel (3- of 5-afleidingen) die op het toestel zijn aangesloten.

Opmerking: Als een of meer afleidingensets vooraf zijn geconfigureerd, worden deze weergegeven in het menu. Zie bladzijde 8-10 voor informatie over het configureren van afleidingensets.

WAARSCHUWING!

Mogelijk verkeerde interpretatie van ECG-data.De frequentiereactie van het monitorscherm is uitsluitend bestemd voor elementaire identificatie van het ECG-ritme; deze biedt niet de benodigde resolutie voor diagnostiek en interpretatie van ST-segmenten. Voor diagnostiek of interpretatie van ST-segmenten of voor het versterken van interne pacemakerpulsaties dient de ECG-kabel te worden aangesloten. Druk vervolgens het ECG-ritme af met de diagnostische frequentiereactie (DIAG).

Zo wijzigt u de ECG-afleiding met behulp van de knop AFL.:1 Druk op AFLEIDING. Als er een

ECG-afleiding wordt weergegeven, verandert deze automatisch in de paddleafleiding. Als PADDLE-afleiding wordt weergegeven, verandert de afleiding automatisch in Afleiding II.

2 Als het menu Afleiding wordt weergegeven, drukt u opnieuw op de knop AFL. of draait u aan het selectiewiel om een andere afleiding te selecteren. De gemarkeerde selectie laat de ECG-afleiding zien.Opmerking: Wanneer het VF/VT-alarm aanstaat, bent u beperkt tot PADDLE-afleiding of afleiding II in kanaal 1. Zie “Alarmen instellen”, pagina 2-18.

Page 51: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

U kunt de ECG-maat selecteren of wijzigen met behulp van de knop MAAT of het selectiewiel. Als er een ECG aanwezig is op kanaal 2, wordt de maat automatisch zodanig gewijzigd dat deze overeenkomt met de maat van kanaal 1.

Zo selecteert of wijzigt u de ECG-maat met het selectiewiel:

Zo selecteert of wijzigt u de ECG-afleiding met het selectiewiel:1 Markeer en selecteer KANAAL 1

en vervolgens AFLEIDING om de primaire ECG-afleidingskeuzemogelijkheden te verkrijgen.

2 Wijzig de ECG-afleiding door aan het selectiewiel te draaien. De gemarkeerde selectie laat de ECG-afleiding zien.

3 Herhaal Stap 1 en Stap 2 om weergegeven golfcomplexen voor kanaal 2 te selecteren of te wijzigen.

Zo selecteert of wijzigt u de ECG-maat met de knop MAAT:1 Druk op de knop MAAT.2 Wanneer het menu Maat wordt

weergegeven, drukt u opnieuw op de knop MAAT. De gemarkeerde selectie laat de actuele ECG-maat zien.

1 Om het primaire ECG te verkrijgen, markeert en selecteert u KANAAL 1 en vervolgens MAAT.

2 Wijzig de ECG-maat door aan het selectiewiel te draaien. De gemarkeerde selectie laat de actuele ECG-maat zien.

Page 52: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Het systole-toonvolume instellenU kunt het systole-toonvolume instellen door hartfrequentie (HR) te markeren en te selecteren in het bewakingsveld van het scherm.

De volgende overlay wordt weergegeven:

ECG-bewaking met paddle-accessoires

Anterior-laterale plaatsingAnterior-laterale plaatsing is de enige plaatsing die mag worden gebruikt voor ECG-bewaking met paddle-accessoires.

1 Plaats ofwel de - ofwel de +-therapie-elektrode, of de apexpaddle, lateraal van de linkertepel van de patiënt in de midaxillaire lijn, met het midden van de elektrode zo mogelijk in de midaxillaire lijn. Zie Afbeelding 3-1.

Afbeelding 3-1 Anterior-laterale plaatsing

2 Plaats de andere therapie-elektrode of de sternumpaddle rechtsboven op het bovenlijf van de patiënt, lateraal van het sternum en onder de clavicula, zoals getoond in Afbeelding 3-1.

Speciale plaatsingssituatiesBij het plaatsen van therapie-elektroden of standaardpaddles dient u rekening te houden met speciale vereisten in de volgende mogelijke situaties.

• Zwaarlijvige patiënten of patiënten met grote borsten — Plaats de therapie-elektroden of standaardpaddles zo mogelijk op een vlak gedeelte op de borstkas. Als huidplooien of borstweefsel een goede adhesie belemmeren, kan het nodig zijn huidplooien uit te spreiden om een vlak oppervlak te creëren.

• Magere patiënten — Volg de contouren van de ribben en ruimtes bij het aanbrengen van de therapie-elektroden of standaardpaddles op het bovenlijf. Hierdoor beperkt u de luchtruimtes of -gaten onder de elektroden en zorgt u voor een goed contact met de huid.

1 Draai het selectiewiel naar het gewenste volume.

2 Druk op het hoofdscherm om af te sluiten.

FAST-PATCH elektroden

QUIK-COMBO-elektroden

Standaardpaddles

Anterior

Lateraal

Anterior

Lateraal Apex

Sternum

Page 53: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

• Patiënten met geïmplanteerde pacemakers — Plaats de therapie-elektroden of standaardpaddles zo mogelijk uit de buurt van de interne pulsgenerator.

• Patiënten met geïmplanteerde defibrillatoren — Breng de therapie-elektroden of standaardpaddles aan in de anterior-laterale positie en behandel deze patiënt als alle andere patiënten die eerste hulp nodig hebben.

Procedure voor bewaking met paddlesZo bewaakt u met behulp van therapie-elektroden of standaardpaddles:

1 Druk op AAN.2 Bereid de huid van de patiënt voor:

• Verwijder overtollig borsthaar zo veel mogelijk. Zorg dat u geen krasjes of sneden in de huid maakt. Voorkom zo veel mogelijk dat therapie-elektroden of standaardpaddles op niet-intacte huid worden geplaatst.

• Was en droog de huid. • Gebruik geen alcohol, benzoëtinctuur of deodorant om de huid voor te bereiden.

3 Breng de therapie-elektroden of standaardpaddles aan in de anterior-laterale positie. Controleer bij therapie-elektroden of de verpakking is verzegeld en of de uiterste gebruiksdatum niet is verstreken. Breng bij standaardpaddles geleidende gel aan over het gehele elektrodeoppervlak.

4 Sluit de disposable therapie-elektroden op de therapiekabel aan.5 Selecteer PADDLE-afleiding.

Bewaking met patiënten-ECG-kabelEr zijn twee ECG-kabels verkrijgbaar voor ECG-bewaking, zoals getoond in Afbeelding 3-2: kabels met 3 afleidingen en kabels met 5 afleidingen.

De patiënten-ECG-kabel aansluitenSluit de kabel aan door de connector van de hoofdkabel in de groene elektrisch geïsoleerde ECG-connector op de monitor te plaatsen.

Afbeelding 3-2 3-draads en 5-draads ECG-kabels

Procedure voor ECG-bewaking1 Druk op AAN.2 Sluit de ECG-kabel op de monitor aan.

5-draads kabel3-draads kabel

Page 54: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

3 Identificeer de juiste elektrodenplaatsen op de patiënt zoals getoond in Afbeelding 3-3.

Afbeelding 3-3 Elektrodenplaatsing voor ECG-bewaking

4 Bereid de huid van de patiënt voor op het aanbrengen van de elektroden:• Scheer overtollig haar op de plaats van de elektrode weg. Zorg dat de elektroden niet

boven pezen en grote spiermassa's worden geplaatst.• Maak een vette huid schoon met een beetje alcohol.• Droog de plaats door stevig wrijven.

5 Breng ECG-elektroden aan:• Controleer of de verpakking is verzegeld en of de uiterste gebruiksdatum niet is verstreken. • Breng een elektrode aan op elk van de afleidingsdraden.• Pak het lipje van de elektrode vast en trek de elektrode uit de verpakking.• Inspecteer de elektrodengel en controleer of deze intact is (als dit niet het geval is,

werpt u de elektrode weg).• Houd de elektrode met beide handen strak. Breng de elektrode vlak op de huid aan.

Spreid de tape gelijkmatig naar buiten uit. Druk niet op het midden van de elektrode.• Maak de klem van de hoofdkabel vast aan de kleding van de patiënt.

6 Selecteer afleiding 3 op het monitorscherm.7 Stel zo nodig de ECG-maat bij.8 Druk op PRINTEN voor een ECG-print.

Vereisten voor ECG-elektrodenDe kwaliteit van de elektrode is van wezenlijk belang voor het verkrijgen van een niet-vervormd ECG-signaal. Controleer altijd de datumcode op de verpakking van de elektroden voor de uiterste gebruiksdatum voordat u de elektroden op een patiënt aanbrengt. Gebruik geen elektroden waarvan de uiterste gebruiksdatum is verstreken. Wegwerpelektroden zijn bestemd voor eenmalig gebruik.

Gebruik voor de beste resultaten bij ECG-bewaking zilver/zilverchloride-elektroden (Ag/AgCl). Met deze elektroden krijgt u een snelle weergave van het ECG na defibrillatie.

Berichten 'Afleidingen los'Als een elektrode of afleidingsdraad losraakt tijdens de ECG-bewaking, geeft de monitor een akoestisch alarm en wordt een 'Afleidingen los'-bericht weergegeven. Het ECG wordt een streepjeslijn. Het alarm en de berichten blijven aanhouden totdat de elektrode of afleidingsdraad weer is aangebracht.

Kleurcodering voor ECG-afleidingenDe afleidingsdraden en de drukelektroden voor de patiënten-ECG-kabel hebben een kleurcodering volgens AHA- of IEC-normen zoals vermeld in Tabel 3-1.

AHA-labels IEC-labelsRA Rechterarm R RechtsLA Linkerarm L LinksRL* Rechterbeen N NegatiefLL Linkerbeen F VoetC* Borstkas C Borstkas

* Opmerking: Niet gebruikt voor 3-afleidingenkabel.

LA/LRA/R

LL/FRL/N

C/C

Page 55: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

Patiënten met interne pacemakers bewakenDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor maakt gewoonlijk geen gebruik van interne pacemakerpulsaties om de hartfrequentie te berekenen. De monitor kan echter interne pacemakerpulsaties detecteren als QRS-complexen. Dit kan leiden tot een onnauwkeurige weergave van de hartfrequentie.

Interne pacemakerpulsaties met een kleinere amplitude worden mogelijk niet duidelijk onderscheiden. De detectie en de weergave van interne pacemakerpulsaties kan worden verbeterd door de interne pacemakerdetector in te schakelen en/of de ECG-kabel aan te sluiten, een ECG-afleiding te selecteren en het ECG af te drukken in de diagnostische frequentiereactie.

Pacemakerpulsaties met een grote amplitude kunnen de stroomkring voor de detector van het QRS-complex zodanig overladen dat er geen gestimuleerde QRS-complexen worden geteld. Om het opnemen van het ECG van grote unipolaire pacemakerpulsaties bij het bewaken van patiënten met een interne pacemaker te minimaliseren, moeten de ECG-elektroden zodanig worden geplaatst dat de lijn tussen de positieve en negatieve elektroden loodrecht staat op de lijn tussen de pulsgenerator en het hart.

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor annoteert interne pacemakerpulsaties met een lege pijl op het scherm en op het afgedrukte ECG als deze functie is geconfigureerd of als deze functie AAN staat. Valse annotaties van deze pijl kunnen optreden als ECG-artefacten de interne pacemakerpulsaties imiteren. In het geval van foutieve annotaties kunt u de detectiefunctie deactiveren met het menu Opties/Pacing/Interne pacer (zie Afbeelding 2-7). Zie ook “Setupmenu voor pacing” in Tabel 8-9. De patiëntgeschiedenis en andere data van ECG-golfcomplexen zoals brede QRS-complexen moeten worden gebruikt om de aanwezigheid van een interne pacemaker vast te stellen.

Tips voor het oplossen van problemen bij ECG-bewakingAls tijdens ECG-bewaking problemen optreden, controleer dan de lijst met observaties in Tabel 3-2 voor hulp bij het oplossen van deze problemen. Zie voor het oplossen van elementaire problemen zoals geen voeding “Algemene tips voor het oplossen van problemen” in Paragraaf 7.

Tabel 3-1 Kleurcodering van ECG-afleidingen

Afleidingen AHA-label AHA-kleur IEC-label IEC-kleur

Extremiteitenafleidingen RA Wit R Rood

LA Zwart L Geel

RL Groen N Zwart

LL Rood F Groen

C Bruin C Bruin

Tabel 3-2 Tips voor het oplossen van problemen bij ECG-bewaking

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 Scherm leeg en LED AAN brandt.

Het scherm functioneert niet goed.

• Druk ECG af op de recorder als back-up.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel voor reparatie.

Page 56: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

2 Een van deze berichten wordt weergegeven:BEVESTIG ELEKTRODENSLUIT ECG-AFL. AANECG-AFLEIDINGEN LOSXX-AFLEIDINGEN LOS

Therapie-elektroden zijn niet aangesloten.

• Controleer aansluitingen van therapie-elektroden.

Een of meer ECG-elektroden zijn losgeraakt.

• Controleer aansluitingen van ECG-elektroden.

ECG-kabel is niet aangesloten op de monitor.

• Controleer aansluitingen van ECG-kabel.

Slechte adhesie van elektrode aan patiënt.

• Verplaats de kabel en/of de afleidingsdraden om te voorkomen dat de elektroden van de patiënt worden weggetrokken.

• Bereid de huid voor en breng de elektrode(n) opnieuw aan.

• Selecteer een andere afleiding.

Gebroken afleidingsdraad ECG-kabel.

• Selecteer de PADDLE-afleiding en gebruik standaardpaddles of therapie-elektroden voor ECG-bewaking.

• Controleer de continuïteit van de ECG-kabel.

3 Slechte kwaliteit van ECG-signaal.

Slecht contact van elektrode met huid.

• Verplaats de kabel en/of de afleidingsdraden om te voorkomen dat de elektroden van de patiënt worden weggetrokken. Maak de haak van de hoofdkabel vast aan de kleding van de patiënt.

• Bereid de huid voor en breng de elektrode(n) opnieuw aan.

Verouderde, gecorrodeerde of uitgedroogde elektroden.

• Controleer de datumcodes op de elektrodenverpakkingen.

• Gebruik uitsluitend elektroden van zilver/ zilverchloride waarvan de uiterste gebruiksdatum niet is verstreken.

• Bewaar elektroden in de verzegelde verpakking totdat ze worden gebruikt.

Losse verbinding.Beschadigde kabel of connector/afleidingsdraad.

• Controleer de kabelverbindingen en/of sluit deze opnieuw aan.

• Inspecteer ECG- en therapiekabels.

• Vervang deze als ze beschadigd zijn.

• Controleer de kabel met een simulator; vervang de kabel wanneer u een defect waarneemt.

Elektroden/afleidingsdraad misplaatst.

• Bevestig juiste plaatsing. • Selecteer afleidingsweergave met

optimale QRS-detectie.

Ruis vanwege HF-storing. • Controleer op apparatuur (zoals radiozenders) die HF-storing veroorzaakt en verplaats deze of zet de voeding van het toestel uit.

Tabel 3-2 Tips voor het oplossen van problemen bij ECG-bewaking (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 57: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

4 Verloop van basislijn (lage frequentie/hoge amplitude).

Huid niet goed voorbereid.Slecht contact van elektrode met huid.Diagnostische frequentiereactie.

• Bereid de huid voor en breng nieuwe elektroden aan.

• Controleer of de elektroden een goede adhesie hebben.

• Druk het ECG af in frequentiereactie van monitor.

5 Klein basislijnartefact (hoge frequentie/lage amplitude).

Huid niet goed voorbereid.Isometrische spierspanning in armen/benen.

• Bereid de huid voor en breng nieuwe elektroden aan.

• Controleer of de extremiteiten op een steungevend oppervlak rusten.

• Controleer of de elektroden een goede adhesie hebben.

6 Systolepieptonen niet hoorbaar of doen zich niet voor bij elk QRS-complex.

Volume te laag.QRS-amplitude te klein voor detectie.

• Stel het volume bij.• Wijzig ECG-afleiding.

7 Monitor geeft streepjeslijn weer zonder bericht voor losse ECG-afleidingen.

PADDLE-afleiding geselecteerd, maar patiënt aangesloten op ECG-kabel.

• Selecteer een van de extremiteitenafleidingen.

8 Weergave hartfrequentie (HR) verschilt van pulsatiefrequentie.

Monitor detecteert de interne pacemakerpulsaties van de patiënt.

• Bereid de huid voor en breng nieuwe elektroden aan op een andere plaats.

• Selecteer afleidingsweergave met optimale QRS-detectie.

9 Interne pacemakerpulsaties moeilijk te zien.

Pulsaties van pacemaker zijn heel klein. Controleer de zichtbaarheid van frequentiereactielimieten.

• Schakel interne pacemakerdetector in (zie bladzijde 3-7).

• Sluit ECG-kabel aan en selecteer ECG-afleiding in plaats van paddles.

• Druk ECG af in diagnostische mode (zie bladzijde 3-5).

Tabel 3-2 Tips voor het oplossen van problemen bij ECG-bewaking (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 58: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-10 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SpO2-BEWAKINGIn de volgende alinea's worden de volgende onderwerpen beschreven:

• Waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij SpO2• Wanneer een pulsatieoximeter moet worden gebruikt• Werking van een pulsatieoximeter• Overwegingen voor SpO2-bewaking• SpO2-bewakingsprocedure• SpO2-golfcomplex• SpO2-volume• Gevoeligheid• Gemiddelde tijd• Pulsatieoximetersensoren• Geen impliciete toestemming• Reinigen• Tips voor het oplossen van problemen bij SpO2

Waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij SpO2

WAARSCHUWINGEN!

Gevaar voor schokken en brandwonden.Lees vóór gebruik van het apparaat deze gebruiksaanwijzing, de gebruiksaanwijzingen van de sensor en de verlengkabel en alle voorzorgsmaatregelen zorgvuldig door.

Gevaar voor schokken en brandwonden.Zuurstof-transducers van andere fabrikanten kunnen een verkeerde werking van de oximeter tot gevolg hebben en de certificatie van de veiligheidsinstantie ongeldig maken. Gebruik uitsluitend zuurstof-transducers die voor dit product zijn goedgekeurd.

Onnauwkeurige pulsatieoximeterwaarden.Gebruik geen beschadigde verlengkabel of een kabel met blootliggende elektrische contacten. Gebruik nooit meer dan één verlengkabel tussen de pulsatieoximeter en de sensor.

Onnauwkeurige pulsatieoximeterwaarden.Gebruik geen beschadigde sensor. Verander niets aan de sensor. Veranderingen of aanpassingen kunnen het functioneren van de sensor en/of de nauwkeurigheid nadelig beïnvloeden.

Onnauwkeurige pulsatieoximeterwaarden.Sensoren die op onjuiste wijze op de patiënt worden aangebracht en hierdoor aan omgevingslicht, zoals zonlicht, operatielampen of een bilirubinelamp, worden blootgesteld, kunnen onnauwkeurige saturatiewaarden vertonen. Plaats de sensor goed op de patiënt en controleer regelmatig of de sensor goed is aangebracht om nauwkeurige waarden te waarborgen.

Onnauwkeurige pulsatieoximeterwaarden.Ernstige anemie, significante bloedniveaus van carboxyhemoglobine of methemoglobine, verhoogde totale bilirubineniveaus, intravasculaire kleurstoffen die de gebruikelijke bloedpigmentatie wijzigen, overmatige beweging van de patiënt, veneuze pulsaties, elektrochirurgische storingen, blootstelling aan straling en het plaatsen van de sensor op een extremiteit die een bloeddrukmanchet, een intravasculaire lijn of extern aangebrachte kleuringen (bijvoorbeeld nagellak) heeft, kunnen de werking van de oximeter verstoren. De gebruiker moet door en door vertrouwd zijn met de werking van de oximeter alvorens deze te gebruiken.

Page 59: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-11©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

Wanneer een pulsatieoximeter moet worden gebruiktEen pulsatieoximeter is een non-invasief instrument dat de zuurstofsaturatie in arterieel bloed (SpO2) controleert en mag niet worden gebruikt als apneumonitor of als een vervanging of substituut voor aritmieanalyse op basis van een ECG. De pulsatieoximeter wordt gebruikt voor het bewaken van patiënten die risico lopen om hypoxemie te ontwikkelen. Indien er geen pulsatieoximeter wordt gebruikt, is de enige indicatie van hypoxemie een donkere verkleuring van de huid, nagelbedden en slijmvliezen van de patiënt, die gepaard gaat met rusteloosheid en verwarring. Deze indicaties zijn echter niet afdoende en ze verschijnen pas wanneer de patiënt hypoxemie heeft ontwikkeld. Pulsatieoximetrie is een hulpmiddel dat ter aanvulling op de beoordeling van de patiënt kan worden gebruikt. Zorg ervoor dat de patiënt te allen tijde wordt onderzocht en dat er niet uitsluitend wordt afgegaan op de SpO2-waarden. Als er aanwijzingen zijn voor verminderde zuurstofsaturatie bij de patiënt, moeten bloedmonsters worden geanalyseerd met behulp van laboratoriumapparatuur om de conditie van de patiënt goed te kunnen bepalen.

Werking van een pulsatieoximeterEen pulsatieoximetersensor stuurt licht door een vlezige plaats op het lichaam (meestal een vinger of een oorlel). De sensor stuurt licht van de zendende dioden naar de ontvangende detector zoals getoond in Afbeelding 3-4. Zuurstofrijk bloed absorbeert licht anders dan zuurstofarm bloed. De pulsatieoximeter zet de hoeveelheid ontvangen licht om in een saturatiepercentage en geeft een SpO2-waarde weer. Normale waarden variëren gewoonlijk van 95% tot 100% op zeeniveau.

Onnauwkeurige pulsatieoximeterwaarden.De pulsaties van een intra-aortale ballonpomp kunnen de pulsatiefrequentie doen toenemen. Controleer de pulsatiefrequentie van de patiënt aan de hand van de ECG-hartfrequentie.

Huidletsel.Langdurig, continu gebruik van een sensor kan irritatie, blaarvorming of necrose van de huid als gevolg van druk veroorzaken. Controleer de plaats van de sensor regelmatig op basis van de conditie van de patiënt en het type sensor. Verplaats de sensor als zich veranderingen in de huid voordoen. Gebruik geen tape voor het bevestigen van de sensor, dit kan onnauwkeurige metingen of beschadigingen aan de sensor of de huid veroorzaken.

Mogelijke strangulatie.Leg de patiëntbekabeling zorgvuldig aan om de kans dat de patiënt erin verstrikt of bekneld raakt zo klein mogelijk te houden.

LET OP!

Risico op materiële schade.Om te voorkomen dat de verlengkabel of de sensor beschadigd wordt, moeten de connectors en niet de kabels worden vastgehouden tijdens het losmaken.

WAARSCHUWINGEN! (VERVOLG)

Page 60: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-12 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Afbeelding 3-4 Hoe een pulsatieoximeter werkt

De kwaliteit van de SpO2-waarde hangt af van de juiste sensormaat en -plaatsing, een toereikende doorbloeding op de plaats van de sensor, de beweging van de patiënt en blootstelling aan omgevingslicht. Bij een zeer lage perfusie op de plaats waar wordt gemeten is het bijvoorbeeld mogelijk dat lagere waarden worden afgelezen dan de werkelijke arteriële zuurstofsaturatie. Bij uw lokale vertegenwoordiger van Physio-Control zijn testmethoden voor nauwkeurigheid verkrijgbaar.

Overwegingen voor SpO2-bewakingElke oximetersensor wordt op een specifieke plaats op de patiënt aangebracht. Gebruik de volgende criteria om de juiste sensor te selecteren:

• Gewicht van de patiënt

• Perfusie naar en door de extremiteiten van de patiënt

• Activiteitsniveau van de patiënt

• Beschikbare toepassingsplaatsen op het lichaam van de patiënt

• Steriliteitsvereisten

• Verwachte duur van de bewaking

Zo zorgt u voor een optimale en nauwkeurige prestatie:

• Gebruik een droge, geschikte sensor.

• Houd de plaats van de sensor op dezelfde plek als het hart van de patiënt.

• Breng de sensor aan volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing die bij de sensor is meegeleverd.

• Neem alle waarschuwingen en waarschuwingsberichten in acht die in de gebruiksaanwijzing van de sensor vermeld staan.

De sensoren zijn gevoelig voor licht. Als er te veel omgevingslicht aanwezig is, zoals zonlicht, operatielampen of een bilirubinelamp, moet de plaats van de sensor worden afgedekt met ondoorschijnend materiaal om het licht te blokkeren. Indien dit niet wordt gedaan, kunnen de metingen onnauwkeurig zijn.

Sensor (houdt LED’s en detector op hun plaats)

Rood Infrarood

Lichtdioden

Licht ontvangende detector

Page 61: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-13©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

Indien de bewegingen van de patiënt een probleem vormen, kunnen de volgende mogelijke oplossingen worden overwogen:

• Zorg dat de sensor goed vastzit en goed is uitgelijnd.

• Gebruik een nieuwe sensor met een nieuwe klevende deklaag.

• Verplaats de sensor zo mogelijk naar een minder actieve plaats.

Opmerking: wanneer de sensor te strak wordt bevestigd of wanneer extra tape wordt gebruikt om de sensor op zijn plaats te houden, kunnen de meetresultaten onnauwkeurig zijn.

SpO2-bewakingsprocedureDe defibrillator regelt de voeding van de pulsatieoximeter. Wanneer de defibrillator wordt aangezet, wordt de oximeter aangezet en voert deze een zelftest uit die maximaal 10 seconden duurt. Wanneer de defibrillator wordt uitgezet, wordt ook de oximeter uitgezet.

Om het accuvermogen te behouden, gaat de pulsatieoximeter op de ‘slaapmode’ over wanneer deze niet wordt gebruikt. De slaapmode wordt in werking gesteld binnen 10 seconden nadat de sensor is losgemaakt. Tijdens de slaapmode geeft het scherm geen SpO2-informatie weer. De oximeter gaat weer op de normale mode over nadat een sensor of een patiëntsignaal wordt gedetecteerd. De oximeter verricht de zelftest wanneer deze weer van de slaapmode op de actieve mode overschakelt.

De pulsatieoximeter meet SpO2-niveaus tussen 1% en 100%. Wanneer de SpO2-niveaus tussen 70% en 100% liggen, zijn de oximetermetingen nauwkeurig tot op ±3 cijfers. Wanneer de pulsatieoximeter SpO2-niveaus van minder dan 50% meet, geeft het scherm <50% weer.

Ga als volgt te werk om de SpO2-niveaus van de patiënt te meten:

1 Sluit de SpO2-kabel op de monitor aan.2 Bevestig de sensor aan de SpO2-kabel en op de patiënt.3 Druk op AAN.4 Let op de fluctuatie op de pulsbalk. De amplitude van de pulsbalk geeft de relatieve

signaalkwaliteit aan. 5 Stel de gevoeligheid, de gemiddelde tijd en het SpO2-volume zo nodig bij.

SpO2-golfcomplexHet SpO2-golfcomplex kan worden weergegeven op golfcomplexkanaal 2 door golfcomplexkanaal 2 te selecteren en vervolgens SpO2 te selecteren in het golfcomplexmenu. Het SpO2-golfcomplex past de grootte automatisch aan een optimale golfcomplexweergave aan.

Page 62: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-14 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SpO2-volumeOm het pulsatietoonvolume in te stellen, markeert en selecteert u SPO2 op het hoofdscherm.De volgende overlay wordt weergegeven:

GevoeligheidMet de instelling voor de gevoeligheid kunt u de oximeter instellen voor verschillende perfusiecondities. Om de gevoeligheid normaal of hoog in te stellen, markeert en selecteert u SPO2 in het hoofdscherm en selecteert u vervolgens GEVOELIGHEID.

Voor de meeste patiënten wordt de normale instelling voor gevoeligheid aanbevolen. Met de hoge instelling voor gevoeligheid kan SpO2-bewaking worden verricht bij een lage perfusieconditie, zoals ernstige hypotensie bij een shock. Als de gevoeligheid voor SpO2 echter te hoog is ingesteld, is het signaal ontvankelijker voor artefacten. Het wordt aanbevolen de patiënt nauwkeurig te bewaken wanneer de hoge instelling voor gevoeligheid wordt gebruikt.

Gemiddelde tijdMet de instelling voor gemiddelde tijd kunt u de tijdsperiode instellen die wordt gebruikt voor het middelen van de SpO2-waarde. Er zijn vier tijdsperioden beschikbaar voor middeling: 4, 8, 12 en 16 seconden. Om de middelingstijd in te stellen, markeert en selecteert u SPO2 in het hoofdscherm en selecteert u GEMIDDELDE TIJD.

Voor de meeste patiënten wordt een gemiddelde tijd van 8 seconden aanbevolen. Voor patiënten met snel veranderende SpO2-waarden wordt een tijd van 4 seconden aanbevolen. De perioden van 12 en 16 seconden worden gebruikt wanneer artefacten de werking van de pulsatieoximeter beïnvloeden.

PulsatieoximetersensorenIn de accessoirecatalogus worden de sensoren beschreven die u kunt gebruiken in combinatie met de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor. Voor het bestellen van sensoren en verlengkabels raadpleegt u de accessoirecatalogus of neemt u contact op met het plaatselijke verkooppunt van Physio-Control.

Masimo SpO2-sensorenLees de bij deze sensoren en kabels geleverde gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door voor een volledige beschrijving, instructies, waarschuwingen, waarschuwingsberichten en specificaties.

1 Markeer en selecteer SpO2-VOLUME. 2 Draai het selectiewiel naar het

gewenste volume. 3 Druk op het selectiewiel om het

volume in te stellen.

Page 63: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-15©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

Compatibiliteit met Nellcor-sensorenU kunt de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor bestellen met het oog op compatibiliteit met Nellcor-sensoren. Als u de Nellcor-sensor wilt gebruiken in combinatie met de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor, moet u de Masimo MNC-1-adapterkabel gebruiken. Lees de bij de Nellcor-sensoren en de Masimo MNC-1-adapterkabel geleverde gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door voor een volledige beschrijving, instructies, waarschuwingen, waarschuwingsberichten en specificaties.

Geen impliciete toestemmingHet bezit of de aankoop van deze oximeter vormt geen uitdrukkelijke of impliciete toestemming om de oximeter te gebruiken met vervangingsonderdelen die, afzonderlijk of in combinatie met deze oximeter, binnen het kader van een of meer van de octrooien met betrekking tot dit toestel zouden kunnen vallen.

ReinigenAls u de sensoren wilt reinigen, moet u ze eerst van de patiënt verwijderen en loskoppelen van de connectorkabel. U kunt de LNC- en LNOP DCI-sensoren reinigen door deze af te vegen met een doekje met 70% isopropylalcohol. Laat de sensoren drogen voordat u ze op een patiënt plaatst. De sensoren mogen niet worden gesteriliseerd.

Om de connector en de adapterkabels te reinigen, dient u ze eerst te verwijderen van de defibrillator en ze vervolgens af te vegen met een doekje met 70% isopropylalcohol. Laat ze eerst drogen voordat u ze weer aansluit op de defibrillator. De sensoren mogen niet worden gesteriliseerd.

Opmerking: de kabels mogen niet worden geweekt of worden ondergedompeld in een vloeistof.

Page 64: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-16 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Tips voor het oplossen van problemen bij SpO2

Tabel 3-3 Tips voor het oplossen van problemen bij SpO2

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 De oximeter meet een pulsatie, maar er is geen zuurstofsaturatie of pulsatiefrequentie.

Te veel beweging van de patiënt.

• Houd de patiënt stil.• Controleer of de sensor

goed vastzit.• Verplaats de sensor.• Vervang de sensor.

De perfusie van de patiënt kan te laag zijn.

• Controleer de patiënt.• Verhoog de gevoeligheid.

2 SpO2 of pulsatiefrequentie verandert snel; pulsatiefrequentie is onregelmatig.

Te veel beweging van de patiënt.

• Houd de patiënt stil.• Controleer of de sensor

goed vastzit.• Verplaats de sensor.• Vervang de sensor.• Verhoog de gevoeligheid.

Een elektrochirurgische eenheid (ESU) kan de werking verstoren.

• Plaats de monitor zo ver mogelijk van de ESU vandaan.

• Sluit de ESU en de monitor op verschillende circuits aan.

• Plaats het aardingskussen van de ESU zo dicht mogelijk bij de chirurgieplaats.

• De sensor kan vochtig zijn, vervang deze.

• Verwijder de verlengkabel van de sensor en sluit de sensor rechtstreeks aan.

3 Er wordt geen SpO2-waarde weergegeven.

Oximeter voert mogelijk een zelftest uit (duurt 10 seconden).

• Wacht tot de oximeter klaar is.

4 SPO2: GEEN SENSOR WAARGENOMEN wordt weergegeven.

De sensor is niet aangesloten op de patiënt of de kabel is losgeraakt van het toestel.

• Controleer of de sensor en de kabel goed zijn aangesloten.

Page 65: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-17©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

5 SPO2: bericht CONTROLEER SENSOR wordt weergegeven.

De sensor is losgeraakt van de patiënt of de kabel.

• Breng de sensor aan.• Controleer of de sensor

goed vastzit.

Te veel omgevingslicht. • Verwijder of blokkeer de lichtbron zo mogelijk.

• Dek de sensor zo nodig af met ondoorschijnend materiaal.

De patiënt heeft een zwakke pulsatie of lage bloeddruk.

• Test de sensor op iemand anders.

• Controleer of de perfusie van de patiënt toereikend is voor de plaats van de sensor.

• Controleer of de sensor goed vastzit en niet te strak zit.

• Controleer of de sensor niet op een extremiteit met een bloeddrukmanchet of een infuuslijn zit.

• Breng de sensor elders aan.

6 SPO2: ONBEKENDE SENSOR wordt weergegeven.

Er is een sensor op het toestel aangesloten die niet compatibel is met de Masimo SpO2-module.

• Zie “Pulsatieoximetersensoren”, pagina 3-14 voor sensorcompatibiliteit.

7 SPO2: PULSATIE ZOEKEN wordt weergegeven.

Er is een sensor op de patiënt aangesloten en deze is bezig een pulsatie te zoeken.

• Wacht tot de oximeter klaar is.

8 Het bericht SPO2: LAGE PERFUSIE wordt weergegeven.

Patiënt heeft een zwakke pulsatie.

• Breng de sensor elders aan.

Tabel 3-3 Tips voor het oplossen van problemen bij SpO2 (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 66: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-18 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ETCO2-BEWAKINGIn de volgende alinea’s worden de volgende onderwerpen beschreven:

• Waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij EtCO2

• De werking van capnografie

• Golflijnanalyse bij EtCO2-bewaking

• Procedure EtCO2-bewaking

• CO2-weergave

• CO2-alarmen

• CO2-detectie

• Reinigen

• Tips voor het oplossen van problemen met EtCO2

Waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij EtCO2

WAARSCHUWINGEN

Brandgevaar.Lees voorafgaand aan het gebruik deze gebruiksaanwijzing, de gebruiksinstructies voor de FilterLine®-slang en de voorzorgsmaatregelen zorgvuldig door.

Brandgevaar.De FilterLine-slang kan in de aanwezigheid van O2 ontbranden bij directe blootstelling aan lasers, elektrochirurgische toestellen of grote hitte. Met voorzichtigheid gebruiken om ontbranding van de FilterLine-slang te voorkomen.

Brandgevaar.Ontvlambare anesthetica vermengen zich met de lucht van de patiënt die door de capnometer wordt uitgestoten. Wanneer de EtCO2-monitor in aanwezigheid van ontvlambare gassen, zoals distikstofoxide of bepaalde andere anesthetica wordt gebruikt, moet de EtCO2-gasuitlaat op een spoelpomp worden aangesloten.

Mogelijk onjuiste beoordeling van patiënt.De EtCO2-monitor is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel bij het beoordelen van patiënten en mag niet als diagnostische apnoemonitor worden gebruikt. Een apnoebericht verschijnt wanneer er 30 seconden lang geen geldige ademhaling is waargenomen en geeft de tijd aan die na de laatste geldige ademhaling is verlopen. Dit moet worden gebruikt in combinatie met klinische symptomen.

Mogelijk onjuiste CO2-metingen.Bij het gebruik van CO2-accessoires van andere fabrikanten kan het toestel onjuist gaan werken en kunnen de veiligheidscertificeringen ongeldig worden. Gebruik uitsluitend de accessoires die in deze gebruiksaanwijzing zijn opgegeven.

Mogelijk onjuiste CO2-metingen.Als er geen kalibratie wordt uitgevoerd zoals opgegeven in de Servicehandleiding voor de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor, is de EtCO2-monitor mogelijk buiten kalibratie. Een monitor die buiten kalibratie is, kan onnauwkeurige metingen opleveren.

Page 67: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-19©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

De werking van capnografieEen EtCO2-sensor controleert continu de kooldioxide (CO2) die door de patiënt wordt in- en uitgeademd. De sensor past Microstream non-dispersieve infraroodspectroscopie (IR) toe om de concentratie van CO2-moleculen die infrarood licht absorberen, te meten.

Het CO2 FilterLine-systeem brengt een monster van de uitgeademde gassen rechtstreeks van de patiënt in de CodeManagement Module voor CO2-meting. Door de lage monsterstroomsnelheid (50 ml/min) hopen zich minder vloeistof en secreties op en wordt verstopping voorkomen, waardoor de vorm van de CO2-golflijn behouden blijft.

De CO2-sensor neemt een micromonster (15 microliter) af. Dit uiterst geringe volume maakt een snelle stijgtijd en nauwkeurige CO2-metingen mogelijk, zelfs bij een hoge respiratiefrequentie.

De Microbeam IR-bron belicht de monsternamecel en de referentiecel. Deze IR-lichtbron, waarop eigendomsrechten rusten, genereert uitsluitend de specifieke golflengten die karakteristiek zijn voor het CO2-absorptiespectrum. Daarom is geen compensatie nodig wanneer er verschillende concentraties van O2, anesthetica of waterdamp in de uitgeademde lucht aanwezig zijn.

De LIFEPAK 20e defibrillator/monitor is in de fabriek ingesteld voor gebruik van de capnografie BTPS-conversiemethode (Body Temperature Pressure Saturated). Deze optie corrigeert het verschil in temperatuur en vocht tussen de monsternameplaats en de alveoli. De correctieformule is 0,97 x de gemeten EtCO2-waarde. De BTPS-conversie kan worden uitgeschakeld in de Setupopties. Raadpleeg “Menu CO2-instelling”, pagina 8-10 voor meer informatie.

Golflijnanalyse bij EtCO2-bewakingWaardevolle informatie betreffende expiratoir CO2 van de patiënt kan worden verkregen door bestudering en interpretatie van de golflijn.

De fasen van de golflijnAfbeelding 3-5is een grafische weergave van een normale capnografisch golflijn. Er zijn vier fasen van de golflijn die moeten worden geanalyseerd. Het vlakke basislijnsegment I-II (respiratoire basislijn) stelt inspiratoir gas zonder CO2 voor. Deze waarde is gewoonlijk nul. Het II–III segment (expiratoire opgaande lijn), een steil omhooggaande lijn stelt uitademing voor van een mengsel van gassen in de dode ruimte en alveolaire gassen van acini met de kortste doorgangstijden. Fase III–IV (expiratoir plateau) stelt het alveolair plateau voor, gekenmerkt door uitademing van hoofdzakelijk alveolair gas. Punt IV is de end-tidalwaarde (EtCO2) die door de monitor wordt geregistreerd en weergegeven. Fase IV-V (inspiratoire neergaande lijn), een steil neergaande lijn, stelt de inhalatie van gassen die geen CO2bevatten, voor. Wijzigingen in het normale capnogram of de EtCO2-waarden worden veroorzaakt door wijzigingen in de stofwisseling, bloedsomloop, ventilatie of werking van de apparatuur.

Gevaar voor beknelling.Leid de slang (FilterLine) van de patiënt zorgvuldig om te voorkomen dat de patiënt erin verstrikt of bekneld raakt.

Infectiegevaar

Microstream® CO2-accessoires mogen niet opnieuw worden gebruikt, gesteriliseerd of gereinigd, aangezien deze zijn bestemd voor eenmalig gebruik bij één patiënt.

WAARSCHUWINGEN (VERVOLG)

Page 68: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-20 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Afbeelding 3-5 Fasen van de respiratiegolflijn

Respiratoire basislijn. Verhoging van de basislijn van de golflijn (I–II segment) betekent meestal opnieuw inademen van CO2. Deze verhoging gaat gewoonlijk vergezeld van geleidelijke toename van de EtCO2-waarde. Opnieuw inademen van CO2 komt vaak voor in gevallen van een kunstmatig verhoogde dode ruimte en hypoventilatie. Plotselinge verhoging van zowel de basislijn als EtCO2-waarden duidt gewoonlijk op verontreiniging van de sensor.

Expiratoire opgaande lijn. In de normale golflijn is de opgaande fase (II–III segment) gewoonlijk steil. Wanneer dit segment minder steil wordt, is de afgifte van CO2 van de longen aan de monsternamelocatie vertraagd. Deze vertraging kan fysiologische of mechanische redenen hebben, zoals bronchospasme, obstructie van het bovenste deel van de luchtweg of obstructie (knikken) van een endotracheale tube (ETT).

Expiratoir plateau. Het plateau van de golflijn, dat de rest van de uitademing voorstelt (segment III-IV), moet bijna horizontaal zijn. Het einde van het plateau geeft de EtCO2-waarde weer. Wanneer het expiratoire plateau oploopt, betekent dit dat de alveoli zich niet gelijkmatig ledigen. Dit patroon gelijkt op de geringere helling van de expiratoire opgaande lijn en kan voorkomen bij astma, chronische obstructieve longziekte (COPD), gedeeltelijke obstructie van het bovenste deel van de luchtweg of gedeeltelijke mechanische obstructie, zoals een gedeeltelijk geknikte ETT.

Inspiratoire neergaande lijn. De teruggang naar de basislijn (segment IV-V) is een bijna verticale lijn. Deze helling kan lang zijn en kan met de expiratoire fase worden gemengd in geval van lekkage in het uitademingsgedeelte van het ademhalingscircuit. De piek EtCO2-waarde (IV) wordt vaak niet bereikt. Wanneer u afgaat op de numerieke end-tidalwaarde zonder de ademhalingsgolflijn te beschouwen, kan de aanwezigheid van een lek verborgen blijven.

Procedure EtCO2-bewakingDe EtCO2-monitor wordt geactiveerd wanneer de FilterLine-set is bevestigd. Initialisatie, zelftest en opwarmen van de EtCO2-monitor nemen gewoonlijk minder dan 30 seconden in beslag, maar dit kan tot twee en een halve minuut duren.

Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing die bij de FilterLine is geleverd voor instructies over de plaatsing, het gebruik, waarschuwingen, aandachtspunten en specificaties.

OPGELET

Kans op apparatuurschadeWanneer een defect of ontbrekend klepje van de CO2-poort niet wordt vervangen, kan er water- of deeltjesverontreiniging van de interne CO2-sensor ontstaan. Hierdoor kan de CO2-module defect raken.

Kans op apparatuurschadeGebruik geen overmatige kracht wanneer u de FilterLine aansluit op de CO2-poort. Dit kan de connector beschadigen.

IV

VII

III

I

Page 69: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-21©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

EtCO2 bewaken:

1 Druk op AAN.2 Selecteer de juiste EtCO2-accessoire voor de patiënt.

Opmerking: Om de waarschijnlijkheid dat de FilterLine-aansluiting los komt tijdens het gebruik, moet u de slangen met de hand recht maken na het verwijderen uit de verpakking voordat u deze aansluit op de patiënt of het apparaat.

3 Open de klep van de CO2-poort en stop de FilterLine-connector in de poort. Gebruik de lipjes om de FilterLine-connector linksom in de CO2-poort te schroeven tot deze niet verder kan worden gedraaid. Oefen geen overmatige kracht uit.

4 Controleer of het CO2-gebied wordt weergegeven. De EtCO2-monitor voert een automatische nulstelling uit als deel van de zelftest bij de initialisatie.Opmerking: Als u een beademingssysteem gebruikt, mag de FilterLine-set pas op de patiënt/het beademingssysteem worden aangesloten wanneer de EtCO2-monitor de zelftest heeft voltooid en is opgewarmd.

5 Geef de CO2-golflijn weer in kanaal 2.6 Sluit de CO2 FilterLine-set aan op de patiënt.7 Controleer of de EtCO2-waarde en golflijn worden weergegeven. De monitor selecteert

automatisch de schaal voor de beste weergave van de golflijn. U kunt de schaal desgewenst wijzigen volgens de beschrijving in de volgende paragraaf.

Opmerking: De FilterLine-set kan losraken bij de aansluiting op het toestel en nog steeds een EtCO2-waarde en CO2-golflijn hebben, maar deze kunnen dan ten onrechte te laag zijn Controleer of de FilterLine-aansluiting stevig vast zit en niet langer kan worden gedraaid.

Opmerking: De capnografiemodule voert zelfonderhoud uit tijdens het eerste uur van de bewaking en eenmaal per uur tijdens continue bewaking. Het zelfonderhoud omvat het “automatisch op nul zetten”. Zelfonderhoud wordt ook gestart wanneer de omgevingstemperatuur 8°C of meer verandert of de verschillen in de omgevingsdruk groter zijn dan 20 mmHg. De CO2-module neemt deze verandering waar en tracht de slang te spoelen. Om de berichten CO2 FILTERLIJN REINIGEN of CO2 FILTERLIJN-VERSTOPPING te wissen, dient u de FilterLine-slang te verwijderen en deze opnieuw op de monitor aan te sluiten.

Page 70: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-22 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

CO2-weergaveDe volgende schalen zijn beschikbaar voor weergave van de CO2-golflijn. De LIFEPAK 20e defibrillator/monitor selecteert automatisch de schaal op basis van de gemeten EtCO2-waarde. U kunt de CO2-schaal wijzigen door het CO2-gebied te markeren en te selecteren met het Selectiewiel en vervolgens de gewenste schaal te selecteren in het schaalmenu.

• Autom. schaal (standaardinstelling)

• 0–20 mmHg (0–4 Vol% of kPa)

• 0–50 mmHg (0–7 Vol% of kPa)

• 0–100 mmHg (0–14 Vol% of kPa)

De CO2-golflijn wordt gecomprimeerd (weergegeven bij een sweepsnelheid van 12,5 mm/s) om meer gegevens te kunnen weergeven in het venster van 3,7 seconden. Er is een kleine vertraging tussen het tijdstip waarop de ademhaling plaatsvindt en wanneer deze wordt weergegeven op het scherm. Gegevens worden afgedrukt met 25 mm/s.

De monitor geeft de maximale CO2-waarde van de afgelopen 20 seconden weer. Indien de EtCO2- waarden toenemen, is de wijziging zichtbaar bij elke ademhaling. Als de waarden echter voortdurend afnemen, duurt het maximaal 20 seconden voordat een lagere numerieke waarde wordt weergegeven. Dat is de reden dat de EtCO2-waarde wellicht niet altijd overeenkomt met het niveau van de CO2-golflijn.

CO2-alarmenDe EtCO2-monitor biedt:

• Alarmen bij hoog en laag EtCO2 (bestuurd door het activeren van alarmen (zie “Alarmen instellen”, pagina 2-18)).

• FiCO2-alarm (Inspiratoir CO2) (bestuurd door het activeren van alarmen; automatisch ingesteld op de standaardwaarden en niet regelbaar)

• Apnoe-alarm (automatisch en niet instelbaar)

• Alarmen bij hoge en lage respiratiefrequentie (bestuurd door het activeren van alarmen (zie “Alarmen instellen”, pagina 2-18)).

Opmerking: Het apnoe-alarm doet zich voor wanneer er gedurende 30 seconden geen ademhaling is waargenomen. Het bericht APNOE-ALARM verschijnt in het berichtgebied samen met de tijdsduur sinds de laatste gedetecteerde ademhaling.

Page 71: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-23©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

CO2-detectieEr wordt een CO2-golflijn weergegeven wanneer CO2 wordt waargenomen. Er moet echter meer dan 3,5 mmHg CO2 worden gemeten voordat een numerieke waarde wordt weergegeven. De CO2-module zal echter pas een ademhaling herkennen als de CO2 ten minste 8 mmHg (1,0% of 1 kPa) is. Pas als er geldige ademhalingen worden gedetecteerd, werkt het apnoe-alarm en wordt de respiratiefrequentie (RF) geteld.

Wanneer er geen CO2 wordt waargenomen in geval van een hartstilstand (de CO2-golflijn wordt bijvoorbeeld weergegeven met streepjes “---” of als een vlakke doorlopende lijn op of nabij nul), dienen verschillende factoren snel te worden geëvalueerd. Controleer op de volgende oorzaken:

Problemen met de apparatuur• FilterLine-set is losgekoppeld van de endotracheale tube (ETT)

• Systeem is bezig met spoelen vanwege vloeistof in de patiënt-/sensoraansluiting van ET-toediening van medicatie.

• Systeem wordt niet automatisch op nul gezet.

• FilterLine-aansluiting op het toestel is los.

Luchtweg functioneert niet• Onjuiste plaatsing van ETT

• ETT losgeraakt

• ETT-obstructie

Fysiologische factoren• Apnoe

• Verlies van perfusie

• Exsanguinatie

• Massieve longembolie

• Gebrekkige CPR

ReinigenAccessoires voor CO2-bewaking zijn wegwerpaccessoires en zijn bestemd voor eenmalig gebruik bij één patiënt. FilterLine-sets mogen niet worden gereinigd en opnieuw gebruikt. Voer verontreinigd afval af volgens lokale protocollen.

Page 72: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-24 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Tips voor het oplossen van problemen met EtCO2Tabel 3-4 Tips voor het oplossen van problemen met EtCO2

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 Het bericht APNOE-ALARM verschijnt en de golflijn is een vlakke, doorlopende lijn op of nabij nul.

Geen ademhaling waargenomen gedurende 30 seconden na de laatste geldige ademhaling.

• Controleer de patiënt.

FilterLine-aansluiting op het toestel is los.

• Draai de FilterLine-connector rechtsom tot deze stevig vast zit en niet langer kan worden gedraaid.

FilterLine-set is losgeraakt van de patiënt of ETT.

• Controleer de beademingsapparatuur (indien gebruikt) op lekken en losgeraakte slangen.

2 Het bericht CO2 FILTERLIJN LOS verschijnt en de golflijn ziet eruit als “---”.

FilterLine-set losgekoppeld van apparaat.

• Sluit de FilterLine-set aan op de poort op het toestel.

FilterLine-set niet stevig aangesloten op apparaat.

• Draai de FilterLine-connector rechtsom tot deze stevig vast zit en niet langer kan worden gedraaid.

3 Het bericht CO2 FILTERLIJN REINIGEN verschijnt en de golflijn is “---”.

FilterLine-set is geknikt of verstopt met vloeistof.

• Koppel de FilterLine-set en sluit deze opnieuw aan.

4 Het bericht CO2 FILTERLIJN-VERSTOPPING verschijnt en de golflijn is “---”.

Het bericht verschijnt nadat 30 seconden lang zonder succes geprobeerd is te spoelen. De FilterLine-set is geknikt of verstopt..

• Koppel de FilterLine-set en sluit deze opnieuw aan.

• Vervang de FilterLine-set.

5 Het bericht CO2 BEZIG MET INITIALISEREN verschijnt en de golflijn ziet eruit als “---”.

FilterLine-set aangesloten op het toestel tijdens initialisatie van module.

• Geen.

6 Het bericht AUTOMATISCH OP NUL ZETTEN verschijnt en de golflijn is “---”.

De module voert zelfonderhoud uit.

• Geen.

7 EtCO2-waarden zijn onregelmatig.

FilterLine-aansluiting op het toestel is los.

• Draai de FilterLine-connector rechtsom tot deze stevig vast zit en niet langer kan worden gedraaid.

Een lek in de FilterLine-set. • Controleer op lekken in de aansluitingen op de patiënt en verhelp deze zo nodig.

Een mechanisch geventileerde patiënt ademt spontaan of de patiënt spreekt.

• Geen handeling nodig.

Page 73: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 3-25©2006-2013 Physio-Control, Inc.

3B

ewaking

8 EtCO2-waarden zijn consistent hoger of lager dan verwacht.

Fysiologische oorzaak zoals COPD.

• Geen.

Gebrekkige beademing. • Controleer het beademingsapparaat, verhoog de beademingsfrequentie/bagging.

Er worden spalken aangebracht tijdens ademhaling.

• Ondersteunende maatregelen zoals pijnbestrijding.

Onjuiste kalibrering. • Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

9 EtCO2-waarden zijn consistent lager dan verwacht.

FilterLine-aansluiting op het toestel is los.

• Draai de FilterLine-connector rechtsom tot deze stevig vast zit en niet langer kan worden gedraaid.

Fysiologische oorzaak. • Zie Fysiologische factoren in “CO2-detectie”, pagina 3-23.

Hyperventilatie. • Controleer het beademingsapparaat, verlaag de beademingsfrequentie/bagging.

Onjuiste kalibrering. • Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

10 CO2-golflijn blijft gedurende enkele seconden verhoogd.

Uitademing is verlengd vanwege bagging-techniek.

• Laat de beademingsballon bij uitademing volledig los. Controleer of de verhoogde basislijn terug gaat naar een normaal niveau.

11 Plotseling extreme verhoging van EtCO2.

Er is vloeistof in de CO2-module gekomen.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

12 Het bericht CO2 CONTROLEREN verschijnt.

FilterLine-blokkering • Koppel de FilterLine-set en sluit deze opnieuw aan.

• Vervang de FilterLine-set.

Blokkering uitlaatpoort • Controleer of de uitlaatpoort op de achterkant van het apparaat niet is geblokkeerd.

• Controleer de uitlaatbuis (indien aanwezig) op blokkeringen of knikken.

13 XXX wordt weergegeven in plaats van de EtCO2-waarde.

CO2-module defect. • Schakel het toestel uit en weer in.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel als het probleem aanhoudt.

Tabel 3-4 Tips voor het oplossen van problemen met EtCO2 (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 74: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Bewaking

3-26 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

14 Er is geen EtCO2-waarde en de CO2-golflijn is vlak.

Gemeten CO2 is minder dan 3,5 mmHg.

• Zie “CO2-detectie”, pagina 3-23.

15 CO2 verschijnt niet op het scherm wanneer FilterLine is aangesloten.

CodeManagement Module niet goed aangesloten op defibrillator.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

Lage batterijspanning. • Aansluiten op netvoeding.

Defecte batterij in CodeManagement Module.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

Defect CodeManagement Module.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

Tabel 3-4 Tips voor het oplossen van problemen met EtCO2 (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 75: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

THERAPIE

In dit hoofdstuk wordt de therapie van de patiënt beschreven.

Algemene waarschuwingen en waarschuwingsberichten bij therapie

bladzijde 4-2

Plaatsing van therapie-elektroden en standaardpaddles

4-3

Automatische externe defibrillatie 4-5Handmatige defibrillatie 4-17Defibrillatie bij kinderen 4-23Non-invasieve pacing 4-28

Page 76: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ALGEMENE WAARSCHUWINGEN EN WAARSCHUWINGSBERICHTEN BIJ THERAPIE

WAARSCHUWINGEN!

Gevaar voor schokken.De defibrillator dient elektrische energie van maximaal 360 J toe. Wanneer de defibrillator ontlaadt, mogen de oppervlakken van de paddle-elektroden of wegwerptherapie-elektroden niet worden aangeraakt.

Gevaar voor schokken.Als iemand de patiënt, het bed of geleidend materiaal dat tijdens defibrillatie contact met de patiënt maakt, aanraakt, kan de afgegeven energie gedeeltelijk via die persoon worden ontladen. Zorg dat niemand contact maakt met de patiënt, het bed of ander geleidend materiaal voordat de defibrillator wordt ontladen.

Gevaar voor schokken. Ontlaad de defibrillator niet in de buitenlucht. Om een ongewenste lading te verwijderen, moet de energiekeuze worden gewijzigd, Deactiveren worden geselecteerd of de defibrillator worden uitgezet.

Mogelijke brand, brandwonden en ineffectieve energieafgifte.Ontlaad standaardpaddles niet bovenop therapie-elektroden of ECG-elektroden. Zorg dat standaardpaddles (of therapie-elektroden) elkaar, ECG-elektroden, afleidingsdraden, verbandmateriaal, transdermale patches enzovoort niet aanraken. Dergelijk contact kan elektrische boogvorming en brandwonden op de huid van de patiënt tijdens defibrillatie veroorzaken en kan defibrillatie-energie van de hartspier wegleiden.

Risico op uitschakeling van de defibrillator.Houd u, als de defibrillator op batterijvoeding werkt, aan de intervallen voor batterijonderhoud en -vervanging, zoals beschreven in het hoofdstuk “Levensduur en prestaties van de batterijen”, om mogelijke uitschakeling van de defibrillator te voorkomen. Als de defibrillator zonder waarschuwing wordt uitgeschakeld of als een bericht BATTERIJ BIJNA LEEG: NETVOEDING AANSLUITEN op het monitorscherm verschijnt, moet u onmiddellijk het netsnoer op een stopcontact aansluiten.

Risico op brandwonden op de huid.Tijdens defibrillatie of pacing kunnen luchtzakken tussen de huid en de therapie-elektroden brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken. Breng de therapie-elektroden zodanig aan dat de gehele elektrode aan de huid kleeft. Verplaats de elektroden niet wanneer ze eenmaal zijn aangebracht. Indien ze van plaats moeten worden veranderd, moeten de elektroden worden verwijderd en vervangen door nieuwe elektroden.

Risico op brandwonden op de huid en niet-effectieve afgifte van energie.Bij gebruik van therapie-elektroden die uitgedroogd of beschadigd zijn, kunnen tijdens defibrillatie elektrische boogvorming en brandwonden op de huid van de patiënt optreden. Gebruik geen therapie-elektroden die langer dan 24 uur geleden uit de folieverpakking zijn verwijderd. Gebruik elektroden niet na de uiterste gebruiksdatum. Controleer of de kleefstof van de elektrode intact en onbeschadigd is. Vervang therapie-elektroden na 50 schokken.

Risico op storing van geïmplanteerde elektrische toestellen.Defibrillatie kan storing van geïmplanteerde toestellen veroorzaken. Plaats standaardpaddles of therapie-elektroden zo mogelijk uit de buurt van geïmplanteerde toestellen vandaan. Controleer de werking van het geïmplanteerde toestel na defibrillatie.

Page 77: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

PLAATSING VAN THERAPIE-ELEKTRODEN EN STANDAARDPADDLESDe volgende alinea’s beschrijven de plaatsing van therapie-elektroden en standaardpaddles met inbegrip van speciale plaatsingssituaties.

Anterior-laterale plaatsingBij anterior-laterale plaatsing kunnen ECG-bewaking, defibrillatie, gesynchroniseerde cardioversie en non-invasieve pacing worden toegepast.

1 Plaats ofwel de - ofwel de +-therapie-elektrode, of de apexpaddle, lateraal van de linkertepel van de patiënt in de midaxillaire lijn, met het midden van de elektrode zo mogelijk in de midaxillaire lijn. Zie Afbeelding 4-1.

Afbeelding 4-1 Anterior-laterale plaatsing

2 Plaats de andere therapie-elektrode of de sternumpaddle rechtsboven op het bovenlijf van de patiënt, lateraal van het sternum en onder de clavicula, zoals getoond in Afbeelding 4-1.

Anterior-posterior plaatsingAnterior-posterior is een alternatieve positie voor non-invasieve pacing, handmatige defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie, maar niet voor ECG-bewaking of automatische defibrillatie. Het via elektroden in deze positie verkregen ECG-signaal is geen standaardafleiding. (Zie “Defibrillatie bij kinderen”, pagina 4-23 voor toepassingen bij kinderen.)

1 Plaats ofwel de ofwel de + therapie-elektrode op het linker precordium, zoals getoond in Afbeelding 4-2. De bovenste rand van de elektrode moet zich onder de tepel bevinden. Vermijd, indien mogelijk, plaatsing boven de tepel, het middenrif of het benige uitsteeksel van het borstbeen.

2 Plaats de andere elektrode achter het hart in de regio infrascapularis, zoals getoond in Afbeelding 4-2. Voor het comfort van de patiënt moet de kabelaansluiting uit de buurt van de ruggengraat worden geplaatst. Plaats de elektrode niet op de benige uitsteeksels van de wervelkolom of schouderblad.

LET OP!

Risico op materiële schade.Voordat u deze defibrillator gaat gebruiken, dient u alle niet-defibrillatorbestendige apparatuur los te maken van de patiënt.

FAST-PATCH elektroden

QUIK-COMBO-elektroden

Standaardpaddles

Anterior

Lateraa

Anterior

Lateraal

Sternum

Apex

Page 78: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Afbeelding 4-2 Anterior-posterior plaatsing voor non-invasieve pacing of defibrillatie

Speciale plaatsingssituatiesBij het plaatsen van therapie-elektroden of standaardpaddles dient u rekening te houden met speciale vereisten in de volgende mogelijke situaties.

Gesynchroniseerde cardioversieAlternatieve anterior-posterior plaatsingen voor cardioversie van supraventriculaire aritmieën zijn:

• Plaats de - of +-therapie-elektrode op het linker precordium en de andere elektrode op de rechter posterior regio infrascapularis van de patiënt.

– of – • Plaats de - of +-therapie-elektrode rechts van het sternum en de andere elektrode

op de linker posterior regio infrascapularis van de patiënt.

Zwaarlijvige patiënten of patiënten met grote borstenPlaats therapie-elektroden of standaardpaddles zo mogelijk op een vlak gedeelte op de borstkas. Als huidplooien of borstweefsel een goede adhesie belemmeren, kan het nodig zijn huidplooien uit te spreiden om een vlak oppervlak te creëren.

Magere patiëntenVolg de contouren van de ribben en ruimtes bij het aanbrengen van de therapie-elektroden of standaardpaddles op de romp. Hierdoor beperkt u de luchtruimtes of -gaten onder de elektroden en zorgt u voor een goed contact met de huid.

Patiënten met geïmplanteerde pacemakersPlaats zo mogelijk therapie-elektroden of standaardpaddles uit de buurt van de interne pulsgenerator om schade aan de pacemaker te voorkomen. Behandel de patiënt net als alle andere patiënten die eerste hulp nodig hebben. Wanneer u de defibrillator in de AED-mode gebruikt, kunnen pacemakerpulsaties een terecht schokadvies verhinderen, ongeacht het onderliggende ritme van de patiënt.

Patiënten met geïmplanteerde defibrillatorenBreng therapie-elektroden of standaardpaddles aan in de anterior-laterale positie en behandel deze patiënt als alle andere patiënten die eerste hulp nodig hebben. Als de defibrillatie niet slaagt, kan het nodig zijn een andere elektrodenplaatsing (anterior-posterior) te proberen vanwege de isolerende eigenschappen van geïmplanteerde defibrillatorelektroden.

QUIK-COMBO elektroden FAST-PATCH elektroden

Anterior-posteriorANTERIOR POSTERIOR ANTERIOR POSTERIOR

Page 79: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

AUTOMATISCHE EXTERNE DEFIBRILLATIEDe volgende alinea's omvatten:

• AED-waarschuwingen

• AED-instelling

• AED-procedure

• Speciale AED-setupopties

• Tips voor het oplossen van problemen bij de AED-mode

• Overschakelen van de AED-mode naar de handmatige mode

AED-waarschuwingen

AED-instellingU kunt de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor zodanig instellen dat deze in de AED-mode opstart voordat u het toestel in gebruik neemt (zie Paragraaf 8).

Wanneer de LED AED mode oplicht, geeft dit aan dat het continue patiëntbewakingssysteem (Continuous Patient Surveillance System, CPSS) actief is. Het CPSS bewaakt het ECG van de patiënt automatisch op een mogelijk schokbaar ritme.

Wanneer de knop ANALYSE wordt ingedrukt, wordt het Shock Advisory System (schokadviessysteem, SAS) geactiveerd. Het SAS is een ECG-analysesysteem dat de gebruiker inlicht of een schokbaar of niet-schokbaar ritme wordt waargenomen.

WAARSCHUWING!

Mogelijk verkeerde interpretatie van gegevens.Analyseer niet terwijl de patiënt beweegt of wordt vervoerd. Bewegingsartefacten kunnen het ECG-signaal beinvloeden en het bericht SCHOK of GEEN SCHOK GEADVISEERD verschijnt. Indien beweging wordt waargenomen, kan dit de analyse vertragen. Stop de beweging en blijf tijdens de analyse uit de buurt van de patiënt.

Risico voor de veiligheid van kinderen.In de AED-mode is de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan acht jaar.

Page 80: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor kan worden ingesteld om in de AED-mode al dan niet een ECG-golfcomplex weer te geven. De werking in de AED-mode blijft hetzelfde, ongeacht of het ECG-golfcomplex wordt weergegeven.

Wanneer de CPR-metronoom is ingesteld op AAN in de installatie-opties (zie Paragraaf 8), verschijnt het CPR-metronoompictogram en wordt de metronoom automatisch weergegeven tijdens de CPR-tijden. U kunt de CPR-metronoom niet in- of uitschakelen terwijl u in de AED mode bent. Raadpleeg “De metronoom voor CPR”, pagina 4-19 voor meer informatie.

AED-procedureDe volgende beschrijvingen van stemcommando's en berichten zijn gebaseerd op de standaardfabrieksinstellingen voor de AED-mode. De standaardinstellingen zijn conform de richtlijnen van de American Heart Association (AHA) en de Europese Reanimatieraad (ERC) uit 2010. Het wijzigen van de setupopties kan tot ander AED-gedrag leiden. Zie Paragraaf 8 voor keuzemogelijkheden voor setupopties.

1 Controleer of de patiënt een hartstilstand heeft (de patiënt reageert niet, haalt niet normaal adem en vertoont geen tekenen van circulatie).

2 Druk op AAN.

Als het ECG-golfcomplex op AAN is gezet in de setupopties (zie Paragraaf 8), wordt het ECG weergegeven met alle AED-berichten en -prompts, zoals aangegeven in het scherm links.

Als het ECG-golfcomplex op UIT is gezet in de setupopties, vullen de berichten en prompts het scherm zoals aangegeven in het scherm links.

Page 81: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

3 Bereid de patiënt voor op de plaatsing van de elektroden (zie “Procedure voor bewaking met paddles” op bladzijde 3-5).

4 Sluit de therapie-elektroden aan op de therapiekabel en bevestig de kabelaansluiting op de defibrillator.

5 Breng de elektroden op de borst van de patiënt aan in de anterior-laterale positie (zie “Anterior-laterale plaatsing”, pagina 4-3).

6 U moet op de knop ANALYSE drukken om met de analyse te beginnen. Stop met CPR.

7 Volg de berichten op het scherm en de stemcommando's die door de AED worden gegeven.

Het SAS analyseert het ECG van de patiënt en meldt SCHOK GEADVISEERD of GEEN SCHOK GEADVISEERD.

Schok geadviseerd

Het bericht BEVESTIG ELEKTRODEN en een stemcommando worden gegeven totdat de patiënt aangesloten is op de AED.

Het bericht DRUK OP ANALYSE en een stemcommando worden gegeven wanneer de patiënt correct aangesloten is op de AED. Het bericht DRUK OP ANALYSE blijft op het scherm en de LED Analyse knippert tot er op ANALYSE wordt gedrukt.

U ziet en hoort ANALYSEERT NU, HOUD AFSTAND. Raak de patiënt en de therapiekabel niet aan en verplaats ze niet tijdens de analyse. De ECG-analyse duurt ongeveer 6 à 9 seconden. De LED Analyse licht op tijdens de analyse.

Als de AED een schokbaar ECG-ritme waarneemt, ziet en hoort u SCHOK GEADVISEERD. De AED begint op te laden tot de ingestelde energie (joule) voor schok 1. Een stijgende toon geeft aan dat de AED bezig is met opladen.

Wanneer het opladen voltooid is, geeft de AED de beschikbare energie weer.

Page 82: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

U ziet en hoort HOUD AFSTAND, DRUK IN VOOR SCHOK ( ) gevolgd door een toon ‘klaar voor de schok’. De LED Schok knippert. Houd iedereen uit de buurt van de patiënt, het bed of apparatuur die op de patiënt is aangesloten.Druk op om de AED te ontladen.

Opmerking: als u niet binnen 60 seconden op de knop drukt, wordt de schokknop gedeactiveerd en wordt het bericht DESACTIVEREN weergegeven.

Wanneer er op de knop wordt gedrukt, wordt het bericht AFGEGEVEN ENERGIE weergegeven, waarmee wordt aangegeven dat energieoverdracht is voltooid.

Wanneer de energieoverdracht is voltooid, wordt de schokteller met 1 verhoogd. Deze blijft oplopen bij elke energieoverdracht.

Nadat er een schok is toegediend, ziet en hoort u REANIMATIE BEGINNEN. Gedurende de bij de setupoptie CPR-TIJD 1 opgegeven tijd wordt een afteltimer (in min:sec) weergegeven.

Opmerking: Als de CPR-metronoom is ingesteld om te worden ingeschakeld tijdens CPR-tijden, hoort u "tikken" en ventilatiemeldingen of tonen.

Wanneer de reanimatieafteltijd afloopt, ziet en hoort u DRUK OP ANALYSE. Het bericht blijft op het scherm en het stemcommando wordt elke 20 seconden herhaald tot u op ANALYSE drukt.

Page 83: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

Geen schok geadviseerd

Goede aansluiting

Indien de AED een niet-schokbaar ritme detecteert, ziet en hoort u GEEN SCHOK GEADVISEERD. De AED laadt niet op en er kan geen schok worden afgegeven.

Na de aanwijzing GEEN SCHOK GEADVISEERD ziet en hoort u REANIMATIE BEGINNEN. Gedurende de bij de setupoptie CPR-TIJD 2 opgegeven tijd wordt een afteltimer (in min:sec) weergegeven. (Zie Paragraaf 8).

Opmerking: Als de CPR-metronoom is ingesteld om te worden ingeschakeld tijdens CPR-tijden, hoort u "tikken" en ventilatiemeldingen of tonen.

Wanneer de reanimatieafteltijd afloopt, ziet en hoort u DRUK OP ANALYSE. Het bericht blijft op het scherm en het stemcommando wordt elke 20 seconden herhaald tot u op ANALYSE drukt.

Als de therapie-elektroden niet zijn aangesloten op de therapiekabel of niet op de borstkas van de patiënt zijn geplaatst, worden het bericht en het stemcommando BEVESTIG ELEKTRODEN weergegeven totdat de patiënt op de AED is aangesloten.

Als de therapiekabel niet op de defibrillator is aangesloten, ziet u het bericht SLUIT KABEL AAN totdat de kabel wordt aangesloten.

Page 84: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-10 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Beweging waargenomen

Als de testplug niet op de therapiekabel is aangesloten wanneer de analyse wordt gestart, worden het bericht en het stemcommando VERWIJDER TESTPLUG weergegeven.

Nadat u de testplug van de therapiekabel hebt verwijderd, worden het bericht en het stemcommando BEVESTIG ELEKTRODEN weergegeven totdat de patiënt op de AED is aangesloten.

Als een beweging wordt waargenomen tijdens de ECG-analyse, ziet en hoort u BEWEGING WAARGENOMEN, STOP BEWEGING, gevolgd door een waarschuwingstoon. De analyse wordt maximaal 10 seconden onderdrukt. Na 10 seconden wordt de analyse voortgezet en voltooid, ook als er nog steeds beweging wordt waargenomen. Zie Tabel 4-1 voor mogelijke oorzaken van de beweging en suggesties voor oplossingen.

Page 85: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-11©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

Continu patiëntbewakingssysteem

Wanneer het toestel niet bezig is het ECG te analyseren en het niet in reanimatietijd is, bewaakt het Continuous Patient Surveillance System (CPSS) het ECG actief op een mogelijk schokbaar ritme. Als er een schokbaar ritme wordt gedetecteerd, ziet en hoort u DRUK OP ANALYSE.U dient het volgende te doen:1 Bevestig dat de patiënt bewusteloos,

zonder pulsatie en zonder ademhaling is.

2 Bevestig dat er geen beweging is. Stop met CPR.

3 Druk op ANALYSE.De AED begint het ECG van de patiënt te analyseren.Zie Paragraaf 8 voor informatie over het wijzigen van de defibrillatiemode.

Page 86: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-12 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Speciale AED-setupoptiesIn de volgende beschrijvingen van stemcommando's en berichten worden speciale setupopties voor cprMAX-technologie toegelicht (zie Bijlage F).

Initiële reanimatie – Eerst reanimerenWanneer de optie INITIËLE REANIMATIE op EERST REANIMEREN is ingesteld, wordt de aanwijzing REANIMATIE BEGINNEN weergegeven zodra de AED is ingeschakeld.

• Als u getuige was van de stilstand, dient u op ANALYSE te drukken en direct verder te gaan met analyse. Hiermee wordt de CPR-periode beëindigd, waarna u ANALYSEERT NU - HOUD AFSTAND hoort en ziet.

Opmerking: het besluit om CPR vroegtijdig te beëindigen moet worden gebaseerd op uw ziekenhuisprotocol.

• Als u niet getuige was van de stilstand, dient u CPR uit te voeren en niet op ANALYSE te drukken. De afteltimer voor INITIËLE REANIMATIE loopt gedurende de periode die is opgegeven bij de setupoptie INIT. REANIMATIEDUUR, bijvoorbeeld 90 seconden. Wanneer de INIT. REANIMATIEDUUR afloopt, ziet en hoort u DRUK OP ANALYSE.

Initiële reanimatie – Eerst analyserenWanneer de optie INITIËLE REANIMATIE op EERST ANALYSEREN is ingesteld, wordt u gevraagd een analyse uit te voeren zodra de AED is ingeschakeld. U wordt gevraagd CPR toe te passen zodra de AED de analyse heeft voltooid.

Als de elektroden niet op de patiënt zijn aangesloten, ziet en hoort u BEVESTIG ELEKTRODEN voordat u wordt gevraagd analyse uit te voeren.

U ziet en hoort REANIMATIE BEGINNEN.

Na drie seconden gaat er een afteltimer lopen gedurende de periode die is opgegeven voor initiële reanimatie en ziet en hoort u ALS U GETUIGE WAS VAN DE STILSTAND, DRUK OP ANALYSE. Dit geeft u de mogelijkheid om de initiële reanimatie vroegtijdig te beëindigen en verder te gaan met analyse.

Page 87: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-13©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

Geen schok geadviseerd

Wanneer de init. reanimatieduur afloopt, ziet en hoort u GEEN SCHOK GEADVISEERD, gevolgd door DRUK OP ANALYSE.

Schok geadviseerd

• Als u getuige was van de stilstand, dient u op ANALYSE te drukken en direct verder te gaan met een schok. Hiermee wordt de reanimatieperiode beëindigd, waarna u SCHOK GEADVISEERD en HOUD AFSTAND, DRUK IN VOOR SCHOK ( ) ziet en hoort. Ga verder conform uw AED-training om de schok toe te dienen.

Opmerking: het besluit om CPR vroegtijdig te beëindigen moet worden gebaseerd op uw ziekenhuisprotocol.

• Als u niet getuige was van de stilstand, dient u CPR uit te voeren en niet op ANALYSE te drukken. De afteltimer voor INITIËLE REANIMATIE loopt gedurende de periode die is opgegeven bij de setupoptie INIT. REANIMATIEDUUR, bijvoorbeeld 90 seconden. Wanneer de init. reanimatieduur afloopt, ziet en hoort u SCHOK GEADVISEERD. Ga verder conform uw AED-training om een schok toe te dienen.

Als de AED een niet-schokbaar ritme waarneemt, wordt de aanwijzing REANIMATIE BEGINNEN weergegeven. Gedurende de bij de setupoptie INIT. REANIMATIEDUUR opgegeven tijd wordt een afteltimer (in min:sec) weergegeven. (Zie Paragraaf 8).

Als de AED een schokbaar ritme waarneemt, ziet en hoort u REANIMATIE BEGINNEN, gevolgd door ALS U GETUIGE WAS VAN DE STILSTAND, DRUK OP ANALYSE. Hiermee krijgt u de mogelijkheid om de initiële reanimatie vroegtijdig te beëindigen en direct verder te gaan met het toedienen van een schok.

Page 88: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-14 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Tijd reanimatie vóór schokWanneer de tijd voor REANIMATIE VÓÓR SCHOK op 15 seconden of meer is ingesteld, wordt u gevraagd reanimatie te starten zodra er een schokbaar ritme wordt waargenomen, voordat de schok wordt toegediend.

De SCHOK-knop is uitgeschakeld gedurende het interval van reanimatie vóór schok, om te voorkomen dat er per ongeluk schokken worden toegediend terwijl de defibrillator wordt opgeladen en een eerstehulpverlener reanimatie toepast.

Zodra analyse is voltooid, ziet en hoort u REANIMATIE BEGINNEN. Er loopt een afteltimer (in min:sec) gedurende de periode die is opgegeven bij de setupoptie REANIMATIE VÓÓR SCHOK (bijvoorbeeld 30 seconden).Wanneer de CPR-tijd afloopt, ziet en hoort u SCHOK GEADVISEERD. Ga verder conform uw AED-training om een schok toe te dienen.

Page 89: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-15©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

Tips voor het oplossen van problemen bij de AED-mode

Tabel 4-1 Tips voor het oplossen van problemen bij de AED-mode

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 Het bericht BEVESTIG ELEKTRODEN wordt weergegeven.

Incorrecte aansluiting op defibrillator.

• Controleer of de elektroden zijn aangesloten.

Elektroden kleven niet naar behoren aan de patiënt.

• Druk de elektroden stevig op de huid van de patiënt.

• Reinig, scheer en droog de huid van de patiënt zoals aanbevolen.

De elektroden zijn droog, beschadigd of verouderd.

• Vervang de elektroden.

2 Het bericht VERWIJDER TESTPLUG wordt weergegeven.

Testplug aangesloten op de therapiekabel

• Ontkoppel de testplug van de therapiekabel.

• Sluit elektroden aan op de therapiekabel.

3 De berichten BEWEGING WAARGENOMEN en STOP BEWEGING worden weergegeven tijdens de analyse.

Beweging van de patiënt. • Stop CPR tijdens analyse.• Wanneer de patiënt

handmatig wordt beademd, drukt u op ANALYSE na een volledige uitademing.

• Verplaats de patiënt zo mogelijk naar een stabiele plaats.

Beweging van de patiënt vanwege agonale ademhaling.

• Druk op ANALYSE onmiddellijk na uitademing of wacht totdat de agonale ademhaling langzamer of afwezig is.

Elektrische/HF-storing. • Verplaats handcommunicatietoestellen of andere verdachte toestellen zo mogelijk uit de buurt van de defibrillator vandaan.

4 Het bericht DEACTIVEREN wordt weergegeven.

Therapiekabel of elektroden losgeraakt van AED of patiënt.

• Bevestig dat deze stevig vastzitten en druk op ANALYSE.

Schokknop is niet binnen 60 seconden ingedrukt of de klep is open.

• Druk nogmaals op ANALYSE.• Druk onmiddellijk wanneer de

instructie wordt gegeven op SCHOK.

5 De stemcommando's klinken vaag of vervormd.

Batterij bijna leeg. • Sluit aan op netvoeding.

6 Het bericht LAGE IMPEDANTIE–HERLADEN wordt weergegeven.

Een patiëntimpedantie van <15 Ohm gedetecteerd.

• Geen handeling nodig.

Page 90: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-16 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Overschakelen van de AED-mode naar de handmatige modeAls de consoleklep aan de voorkant gesloten is, kunt u naar de handmatige mode gaan door linksonder op de klep op de knop HANDMATIG te drukken. Hierdoor wordt de klep geopend en verlaat de defibrillator automatisch de AED-mode, zodat u beschikking hebt over defibrillatie en pacing in de handmatige mode.

Opmerking: als u de klep weer sluit, keert de defibrillator niet terug naar de AED-mode. Als u op ANALYSE drukt terwijl de defibrillator zich in de handmatige mode bevindt, wordt deze in de AED-mode gezet.

Als de klep niet is geïnstalleerd of als u handmatig wilt overschakelen naar de handmatige mode, drukt u op een van de volgende knoppen: ENERGIEKEUZE, OPLADEN, PACER, AFL.

Afhankelijk van de configuratie van de defibrillator gaat u als volgt verder naar de handmatige mode:

• Direct. Geen beperkingen voor de handmatige mode, onmiddellijke toegang.

• Bevestigen. Er verschijnt een bevestigingsoverlay:

• Wachtwoord. Er verschijnt een wachtwoord-overlay:

Zie Paragraaf 8 voor informatie over het wijzigen van de defibrillatiemode.

Opmerking: Als de CPR-metronoom hoorbaar is in de AED mode, blijft u deze horen wanneer het apparaat naar de handmatige mode schakelt. Als de CPR-metronoom stil is in de AED mode, blijft deze stil in de handmatige mode. Om de metronoom in of uit te schakelen terwijl u in de handmatige mode werkt, kunt u het selectiewiel gebruiken om het pictogram CPR-METRONOOM te selecteren. Raadpleeg “De metronoom voor CPR”, pagina 4-19 voor meer informatie.

7 Metronoom niet gehoord. Metronoom alleen hoorbaar tijdens CPR-tijd.

• No action required.

Metronoom niet ingesteld op AAN in AED mode.

• Raadpleeg “Setupmenu voor AED-mode”, pagina 8-7.

Selecteer JA om op de handmatige mode over te gaan.

Voer het wachtwoord in om op de handmatige mode over te gaan.

Tabel 4-1 Tips voor het oplossen van problemen bij de AED-mode (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 91: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-17©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

HANDMATIGE DEFIBRILLATIEIn de volgende alinea’s worden de volgende onderwerpen beschreven:

• Waarschuwingen met betrekking tot handmatige defibrillatie

• Impedantie

• Defibrillatieprocedure

• De metronoom voor CPR

• Gesynchroniseerde cardioversieprocedure

• Remote synchronisatieprocedure

Waarschuwingen met betrekking tot handmatige defibrillatie

Als u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor primair als handmatige defibrillator wilt gebruiken, moet u de defibrillator configureren voordat u de defibrillator gaat gebruiken. Zie Paragraaf 8 voor configuratie van de defibrillator.

WAARSCHUWINGEN!

Mogelijke brand, brandwonden en ineffectieve energieafgifte.Precordiale afleidingselektroden en afleidingsdraden kunnen invloed hebben op de plaatsing van standaardpaddles of therapie-elektroden. Verwijder voorafgaand aan de defibrillatie eventuele precordiale afleidingselektroden en afleidingsdraden.

Gevaar voor schokken.Geleidende gel (nat of droog) op de paddlehandgreep kan de elektrische energie doen ontladen via de gebruiker tijdens de defibrillatie. Reinig de oppervlakken van de paddle-elektroden, de handgrepen en de opslagplaats grondig na defibrillatie.

Mogelijke brandwonden op de huid van de patiënt.Tijdens defibrillatie kunnen luchtzakken tussen de huid en de standaardpaddles brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken. Bedek de oppervlakken van de paddle-elektroden volledig met nieuwe geleidende gel en gebruik een druk van 11,3 kg per paddle tijdens de ontlading.

Mogelijke schade aan de paddle en brandwonden op de huid van de patiënt.Als de defibrillator wordt ontladen terwijl de standaardpaddle-oppervlakken kortsluiting maken, kan dit leiden tot krassen of schade aan het oppervlak van de paddle-elektrode. Paddles met krassen of andere beschadigingen kunnen tijdens de defibrillatie brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken. Ontlaad de defibrillator uitsluitend zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing.

Mogelijke brandwonden en ineffectieve energietoediening.Een gelbaan op de huid tussen de standaardpaddles zorgt ervoor dat de defibrillatorenergie een boog vormt tussen de paddles en leidt de energie weg van de hartspier. Zorg dat er geen geleidende gelbaan (nat of droog) ontstaat tussen paddle-plaatsen.

Mogelijke schade aan de defibrillator en uitschakeling van de defibrillator.Wanneer de defibrillator samen wordt gebruikt met een andere defibrillator om meer dan 360 J toe te dienen, kunnen een of beide defibrillatoren beschadigd raken en uitschakelen wegens grote hoeveelheden stroom. Vermijd een gelijktijdige ontlading van beide defibrillatoren en houd een toestel achter de hand voor het geval een of beide defibrillatoren uitschakelen. Als de defibrillator uitschakelt, stelt u de defibrillator buiten gebruik en neemt u contact op met een bevoegde servicemonteur.

Page 92: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-18 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ImpedantieLIFEPAK bifasische defibrillatoren meten de transthoracale impedantie van de patiënt en stemmen automatisch stroom, duur en voltage van het defibrillatiegolfcomplex af op de behoeften van de individuele patiënt.

Impedantie wordt gemeten wanneer de defibrillator wordt opgeladen. Om voor correcte metingen van de patiëntimpedantie te zorgen, moet u de defibrillator altijd opladen wanneer de standaardpaddles (harde paddles) of QUIK-COMBO-elektroden contact maken met de borstkas van de patiënt.

Als de standaardpaddles zich in de paddlehouders bevinden of tegen elkaar aan staan (kortsluiting) wanneer de defibrillator wordt opgeladen, beperkt de defibrillator de beschikbare energie tot 79 joule. Zo wordt schade aan de interne circuits voorkomen, voor het geval de energie wordt ontladen terwijl de harde paddles nog in de paddlehouders staan of tegen elkaar aan staan. Als de defibrillator is opgeladen tot 80 joule of meer en energie wordt ontladen terwijl de harde paddles in de paddlehouders staan, wordt op het display de geselecteerde beschikbare energie weergegeven en worden op de automatische afdruk de datum en Schok 1 79 J genoteerd.

Als de defibrillator is opgeladen tot 80 Joules of meer terwijl de paddles in de paddlehouders staan, en de paddles worden verwijderd en op een patiënt worden geplaatst, laadt de defibrillator verder op tot het geselecteerde energieniveau en kan de defibrillatie op de gebruikelijke wijze worden voltooid. Wanneer de defibrillator wordt opgeladen met de paddles op de borstkas van de patiënt, past de defibrillator automatisch het voltage van het golfcomplex en de stroomduur aan de impedantie van de patiënt aan. Het is belangrijk dat u begrijpt dat deze automatische aanpassing niet optreedt wanneer de defibrillator wordt opgeladen terwijl de paddles in de paddlehouders staan.

Wanneer de paddles of QUIK-COMBO-elektroden op de borstkas van de patiënt zijn geplaatst wanneer de defibrillator wordt opgeladen en de defibrillator een impedantie van 15 Ohm of minder meet, ontlaadt de defibrillator de condensator en laadt deze automatisch weer op tot een lagere energie-instelling. Als deze situatie zich voordoet, wordt het bericht LAGE IMPEDANTIE - HERLADEN weergegeven op het scherm. Als het opladen is voltooid, kan de defibrillatie op de gebruikelijke wijze worden voltooid.

DefibrillatieprocedureU kunt de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor instellen voor energieniveaus met een automatische volgorde. Zie “Setupmenu voor handmatige mode”, pagina 8-5.

1 Druk op AAN.2 Identificeer de elektrode- of paddleplaatsen op de patiënt. Gebruik de anterior-laterale of de

anterior-posterior positie zoals beschreven op bladzijde 4-3.3 Bereid de huid van de patiënt voor op het aanbrengen van de elektroden:

• Plaats de patiënt zo mogelijk op een stevig oppervlak uit de buurt van stilstaand water.• Verwijder kleding van het bovenste deel van de romp van de patiënt.• Verwijder overtollig haar van de elektrodeplaatsen; indien het nodig is de huid te scheren,

zorg dan dat de huid intact blijft.• Maak de huid schoon en droog deze goed af met een handdoek of gaasje.• Breng geen alcohol, benzoëtinctuur of deodorant op de huid aan.

4 Sluit de therapie-elektroden aan op de therapiekabel en bevestig de kabelaansluiting op de defibrillator.Opmerking: Als bij PADDLE-afleiding het bericht VERWIJDER TESTPLUG wordt weergegeven, ontkoppelt u de testplug en sluit u de therapie-elektroden aan op de QUIK-COMBO-therapiekabel.

Page 93: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-19©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

5 Breng de therapie-elektroden in anterior-laterale of anterior-posterior positie op de patiënt aan. Bij gebruik van standaardpaddles moet er geleidende gel op de paddles worden aangebracht en moeten de paddles op de borst van de patiënt worden geplaatst.

6 Druk op ENERGIEKEUZE.7 Druk op OPLADEN. Terwijl de defibrillator wordt opgeladen, verschijnt er een oplaadbalk en

wordt er een stijgende toon gegeven die het ladingniveau aangeeft. Wanneer de defibrillator volledig is opgeladen, wordt een overlay weergegeven (zie “Defibrillatieprocedure”, pagina 4-18).

8 Zorg dat al het personeel, inclusief de gebruiker, uit de buurt van de patiënt, het bed en alle op de patiënt aangesloten apparatuur is.

9 Bevestig ECG-ritmes en beschikbare energie.10 Druk op de SCHOK-knop op de defibrillator of op de SCHOK-knoppen op de standaard paddles

om energie naar de patiënt te ontladen. Voor standaard paddles, oefent u met beide paddles stevige druk uit op de borst van de patiënt en drukt u beide paddleknoppen tegelijkertijd in om energie naar de patiënt te ontladen. Omwille van veiligheidsredenen is de SCHOK-knop op het voorpaneel van de defibrillator uitgeschakeld wanneer u standaard paddles gebruikt.Opmerking: Druk Selectiewiel in om te deactiveren (lading annuleren). De defibrillator wordt automatisch gedeactiveerd als de schokknoppen niet binnen 60 seconden worden ingedrukt of als u de energieselectie verandert nadat het opladen is begonnen. Druk op OPLADEN om het opladen opnieuw te starten.

11 Let op de patiënt en het ECG-ritme. Als een extra schok nodig is, herhaal dan de procedure, te beginnen met Stap 6.Opmerking: als het bericht ABNORMALE ENERGIEAFGIFTE wordt weergegeven en de schok niet effectief is, verhoog dan zo nodig de energie en herhaal de schok. (Zie ook bladzijde 4-27.)

De metronoom voor CPRWanneer bij een hartstilstand CPR is vereist, geeft de metronoom voor CPR hoorbare instructies die de gebruiker helpen CPR toe te passen in het juiste tempo conform de richtlijnen van de American Heart Association en de European Resucitation Council van 2010.

Waarschuwingen van de metronoom voor reanimatie

Opmerking: De metronoom voor CPR is een hulpmiddel voor het aanhouden van het juiste tempo tijdens CPR. Beoordeel de patiënt voortdurend en pas alleen CPR toe wanneer dit vereist is. Pas CPR toe volgens uw training en protocollen.

Werking van de metronoom voor CPRDe metronoom geeft hoorbare “tikjes” in een tempo van 100/minuut om de hulpverlener te helpen bij het uitvoeren van borstcompressies. De metronoom geeft tevens hoorbare beademingsinstructies (ofwel een toon of het commando “Beadem”) om de hulpverlener aan te geven wanneer de beademingen moeten worden uitgevoerd. De metronoom instrueert de hulpverlener CPR uit te voeren in de geselecteerde verhouding voor compressies en beademingen (C:V).

WAARSCHUWING

Reanimatie toegediend wanneer dit niet nodig is.De geluiden van de metronoom geven geen informatie over de conditie van de patiënt. Daar de status van de patiënt binnen korte tijd kan veranderen, dient de patiënt te allen tijde te worden beoordeeld. Voer geen CPR uit op een patiënt die reageert of normaal ademt.

Page 94: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-20 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Overwegingen in verband met leeftijd en luchtwegDe standaard C:V-verhouding voor de metronoom (in zowel de AED- als de manuele modus) is Volw. – niet geïntubeerd (30:2) omdat de meeste patiënten met een hartstilstand volwassenen zijn waarbij de luchtweg in eerste instantie niet veilig gesteld is. In de manuele modus kan de gebruiker de meest geschikte C:V-verhouding selecteren op basis van de leeftijd van de patiënt en de huidige status van de luchtweg. De keuze voor de leeftijd en luchtweg bepaalt de C:V-verhouding van het metronoomgeluid. De standaard C:V-verhoudingen worden weergegeven in Tabel 4-2.

* Niet geïntubeerd = geen kunstmatige luchtweg aangebracht**Geïntubeerd = Kunstmatige luchtweg aangebracht***Jongere = Kind van vóór de pubertijd

Opmerking: De selecties voor de verhouding voor compressies en beademingen kan worden ingesteld volgens de plaatselijke medische protocollen. Raadpleeg “Setupmenu metronoom voor CPR”, pagina 8-8.

De metronoom in- en uitschakelenDe metronoom voor CPR activeren in de manuele modus:

Opmerking: De CPR-metronoom kan niet worden geactiveerd tijdens non-invasieve pacing.

Opmerking: Als het VF/VT-alarm is ingeschakeld, wordt dit gepauzeerd wanneer de metronoom actief is om valse VF/VT-alarmen te voorkomen. Indien andere alarmen voor levenstekenen worden geactiveerd wanneer de metronoom is ingeschakeld, worden alleen de visuele indicaties weergegeven. De alarmtoon wordt echter onderdrukt totdat de metronoom wordt uitgeschakeld.

De metronoom geeft voortdurend “tikjes” en beademingsinstructies totdat hij wordt uitgeschakeld. De metronoom kan worden gestopt door de optie METRONOOM STOPPEN te

Tabel 4-2 Standaard C:V-verhoudingen voor leeftijd-luchtweg in manuele modus

Leeftijd-Luchtweg C:V-verhouding

Volw. – niet geïntubeerd* 30:2

Volw. – geïntubeerd** 10:1

Jongere – niet geïntubeerd***

15:2

Jongere – geïntubeerd 10:1

1 Gebruik het Selectiewiel om het pictogram CPR-METRONOOM te selecteren. Het menu van de metronoom voor CPR wordt weergegeven en de metronoom wordt geactiveerd met de standaardinstelling Volw. – niet geïntubeerd.

2 Gebruik het Selectiewiel om de gewenste instelling voor leeftijd en luchtweg te markeren en te selecteren.

Metronoom voor CPR

Volw. - niet geïntubeerdVolw. - geïntubeerd

Jongere- niet geïntubeerdJongere- geïntubeerdMetronoom stoppen

Volw. - niet geïntubeerd 30:2 Wanneer de metronoom is ingeschakeld, wordt in het berichtengebied een melding weergegeven van de huidige selectie voor leeftijd en luchtweg.

Page 95: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-21©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

selecteren in het menu Metronoom voor CPR. Wanneer de metronoom voor CPR AAN of UIT wordt gezet en wanneer de instelling voor leeftijd en luchtweg wordt gewijzigd, wordt er een actie geregistreerd in het CODE SUMMARY-actielogboek. Druk op OPTIES om het volume van de metronoom aan te passen, selecteer ALARMVOLUME en wijzig het VOLUME.

Opmerking: Als alle keuzes voor de leeftijd en luchtweg worden ingesteld op dezelfde C:V-verhouding (opties Volw. - niet geïntubeerd, Volw. - geïntubeerd, Jongere- niet geïntubeerd, Jongere- geïntubeerd ingesteld op 10:1), geeft de metronoom voor CPR altijd “tikjes” en beademingsinstructies in de ingestelde verhouding voor zowel de AED mode als de manuele modus. In deze situatie verschijnt het menu CPR-metronoom niet wanneer het pictogram CPR-METRONOOM wordt geselecteerd tijdens het gebruik—het selecteren van het pictogram CPR-METRONOOM activeert en deactiveert de metronoom alleen aan de vaste C:V-verhouding.

Gesynchroniseerde cardioversieprocedureOpmerking: de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor kan worden geconfigureerd om na ontlading in de synchrone mode te blijven of naar de asynchrone mode terug te keren. Het is belangrijk dat u weet hoe uw defibrillator geconfigureerd is. Zie “Setupmenu voor handmatige mode”, pagina 8-5.

1 Druk op AAN.2 Sluit de patiënten-ECG-kabel en de ECG-elektroden aan zoals eerder beschreven op

bladzijde 3-5.3 Selecteer afleiding II of de afleiding met de grootste amplitude van het QRS-complex

(positief of negatief).Opmerking: Om het ECG met therapie-elektroden te bewaken, plaatst u de elektroden in de anterior-laterale positie en selecteert u de PADDLE-afleiding.

4 Druk op SYNC. Controleer of de LED Sync knippert bij elk gedetecteerd QRS-complex.Opmerking: druk nogmaals op SYNC om de sync-mode te deactiveren.

5 Let op het ECG-ritme. Controleer of er een driehoekige waarnemingsmarkering vlakbij het midden van elk QRS-complex wordt weergegeven. Als de waarnemingsmarkeringen niet verschijnen of op de verkeerde plaats worden weergegeven (bijvoorbeeld op de T-top), selecteer dan een andere afleiding. (Het is normaal dat de plaats van de waarnemingsmarkering enigszins varieert bij elk QRS-complex.)

6 Bereid de huid van de patiënt voor op de bevestiging van therapie-elektroden zoals beschreven in Stap 3 of Defibrillatieprocedure, bladzijde 4-18.

7 Sluit de therapie-elektroden aan op de therapiekabel en bevestig de kabelaansluiting op de defibrillator.

8 Breng de therapie-elektroden in anterior-laterale of anterior-posterior positie op de patiënt aan. Bij gebruik van standaardpaddles moet er geleidende gel op de paddles worden aangebracht en moeten de paddles op de borst van de patiënt worden geplaatst.

9 Druk op ENERGIEKEUZE.

WAARSCHUWING!

Mogelijke letale aritmie.Onjuiste synchronisatie kan leiden tot ventrikelfibrilleren. Gebruik GEEN ECG van een andere monitor (slaving) om de ontlading van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor te synchroniseren. Bewaak altijd het ECG van de patiënt direct via de ECG-kabel of therapiekabel of gebruik de remote synchronisatieprocedure. Bevestig de juiste plaatsing van de waarnemingsmarkering op het ECG.

Page 96: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-22 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

10 Druk op OPLADEN.Opmerking: Als het bericht VERWIJDER TESTPLUG wordt weergegeven, ontkoppelt u de testplug, sluit u de therapie-elektroden aan op de QUIK-COMBO-therapiekabel en drukt u op OPLADEN.

11 Zorg dat al het personeel, inclusief de gebruiker, uit de buurt van de patiënt, het bed en alle op de patiënt aangesloten apparatuur is.

12 Bevestig het ECG-ritme. Bevestig de beschikbare energie.13 Houd de SCHOK-knop op de defibrillator ingedrukt tot het bericht AFGEGEVEN ENERGIE

verschijnt op het scherm. Voor standaard paddles houdt u beide SCHOK-knoppen op de paddles tegelijkertijd ingedrukt tot het bericht AFGEGEVEN ENERGIE verschijnt op het scherm. Laat de knoppen los. Omwille van veiligheidsredenen is de SCHOK-knop op het voorpaneel van de defibrillator uitgeschakeld wanneer u standaard paddles gebruikt.Opmerking: Druk Selectiewiel in om te deactiveren (lading annuleren). De defibrillator wordt automatisch gedeactiveerd als de schokknoppen niet binnen 60 seconden worden ingedrukt of als u de energieselectie verandert nadat het opladen is begonnen. Druk op OPLADEN om het opladen opnieuw te starten.

14 Let op de patiënt en op het ECG-ritme. Herhaal zo nodig de procedure vanaf Stap 4.

Remote synchronisatieprocedure

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor kan worden geconfigureerd om een ECG-bron te ontvangen van een externe monitor (zoals een ‘bedside’ ECG-bewakingssysteem) met behulp van de ECG/Sync-connector op de achterzijde van de defibrillator/monitor. Zie “Setupmenu voor handmatige mode”, pagina 8-5. De remote monitor moet een sync-uitvoerconnector hebben en er moet een kabel zijn om deze aansluiting te maken. Zie de servicehandleiding van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor voor nadere informatie.

Opmerking: De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor kan worden geconfigureerd om na ontlading in de synchrone mode te blijven of naar de asynchrone mode terug te keren. Het is belangrijk dat u weet hoe uw defibrillator geconfigureerd is. Zie “Setupmenu voor handmatige mode”, pagina 8-5.

Zo voert u de gesynchroniseerde cardioversie uit met behulp van een remote ECG-bewakingsbron:

1 Controleer of de defibrillator/monitor is aangesloten op de netvoeding.2 Sluit de synchronisatiekabel aan op de ECG/Sync-connector van de defibrillator/monitor

en de externe monitor.3 Druk op AAN.

WAARSCHUWINGEN!

Mogelijke letale aritmie.Onjuiste synchronisatie kan leiden tot ventrikelfibrilleren. Het biomedische/technische personeel van het ziekenhuis moet maatregelen voor synchronisatievertraging op het systeem als geheel toepassen, om ervoor te zorgen dat de grens van 60 ms voor synchronisatievertraging niet wordt overschreden, volgens de eisen zoals die zijn gespecificeerd in AAMI DF2 (1996). Bevestig altijd de juiste plaatsing van de waarnemingsmarkering op het ECG.

Mogelijke monitorincompatibiliteitGa niet verder met gesynchroniseerde cardioversie, als de R-top synchronisatiemarkeringen niet vrijwel gelijktijdig blijken te zijn aan de R-toppen op het remote monitordisplay of als ze niet aanwezig zijn.

Page 97: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-23©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

4 Bevestig de ECG-kabel van de remote monitor op de patiënt.5 Druk op SYNC op de defibrillator/monitor.6 Selecteer REMOTE SYNC in het menu.

Opmerking: het scherm op de defibrillator/monitor geeft het bericht REMOTE SYNC weer in plaats van golfcomplexen.

7 Observeer het ECG-ritme op de remote monitor. Controleer of er een waarnemingsmarkering boven elk QRS-golfcomplex wordt weergegeven.

8 Controleer of de LED Sync op de defibrillator/monitor knippert bij elk gedetecteerd QRS op de remote monitor.

9 Volg Stap 6 tot en met Stap 14 van de eerder gegeven “Gesynchroniseerde cardioversieprocedure”.

DEFIBRILLATIE BIJ KINDERENPaddles voor kinderen zijn onderdeel van de standaardpaddleset (zie bladzijde 5-7).

Plaatsing van paddles bij kinderenPaddles voor kinderen moeten worden gebruikt bij patiënten met een gewicht van minder dan 10 kg of bij patiënten van wie de borstgrootte niet geschikt is voor de therapie-elektroden voor volwassenen.

Paddles voor volwassenen worden aanbevolen als deze volledig op de borst van de patiënt passen. Zorg dat er ten minste 2,5 cm ruimte tussen de elektroden is.

Bij neonaten met zeer kleine borstkasjes kunnen paddles voor kinderen te groot zijn om ze in de anterior-laterale positie te plaatsen. In dit geval plaatst u paddles in de anterior-posterior positie. Als de paddles tegen de borst en rug worden gehouden, wordt de patiënt op zijn/haar zijkant ondersteund.

Gebruik de paddles voor kinderen niet bij volwassenen of oudere kinderen. Als de energie die voor volwassenen wordt aanbevolen, door dit betrekkelijk kleine elektrodeoppervlak wordt toegediend, wordt het risico op brandwonden op de huid vergroot.

Anterior-lateraalHier volgt de standaardplaatsing van paddles voor kinderen (zie Afbeelding 4-3):

• De sternumpaddle rechtsboven op de romp van de patiënt, lateraal van het sternum en onder de clavicula.

• De apexpaddle lateraal van de linkertepel van de patiënt in de midaxillaire lijn, met het midden van de paddle zo mogelijk in de midaxillaire lijn.

Afbeelding 4-3 Anterior-laterale positie van de paddle

Sternum

Apex

Page 98: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-24 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Anterior-posteriorPlaats de sternumpaddle anterior over het linker precordium en de apexpaddle posterior achter het hart in de regio infrascapularis (zie Afbeelding 4-4).

Afbeelding 4-4 Anterior-posterior positie van de paddle

DefibrillatieprocedureZo defibrilleert u de patiënt:

1 Druk op AAN om de defibrillator aan te zetten.2 Om de paddles voor kinderen te gebruiken, schuift u de paddle voor volwassenen naar voren

totdat deze losgaat.3 Breng defibrillatiegel op de elektrodeoppervlakken van de paddle voor kinderen aan.4 Selecteer de juiste energie voor het gewicht van het kind volgens de aanbevelingen van de

American Heart Association (of equivalente richtlijnen).5 Plaats de paddles stevig op de borst van de patiënt.6 Druk op OPLADEN.7 Zorg dat al het personeel, inclusief de gebruiker, uit de buurt van de patiënt, het bed en alle op

de patiënt aangesloten apparatuur is.8 Bevestig ECG-ritme en beschikbare energie.9 Druk op de SCHOK-knop op de defibrillator of op de SCHOK-knoppen op de standaard paddles

om energie naar de patiënt te ontladen. Voor standaard paddles, oefent u met beide paddles stevige druk uit op de borst van de patiënt en drukt u beide paddleknoppen tegelijkertijd in om energie naar de patiënt te ontladen. Omwille van veiligheidsredenen is de SCHOK-knop op het voorpaneel van de defibrillator uitgeschakeld wanneer u standaard paddles gebruikt.Opmerking: Druk Selectiewiel in om te deactiveren (lading annuleren). De defibrillator wordt automatisch gedeactiveerd als de schokknoppen niet binnen 60 seconden worden ingedrukt of als u de energieselectie verandert nadat het opladen is begonnen. Druk op OPLADEN om het opladen opnieuw te starten.

Opmerking: als het bericht ABNORMALE ENERGIEAFGIFTE wordt weergegeven en de schok niet effectief is, verhoog dan zo nodig de energie en herhaal de schok. (Zie ook bladzijde 4-27.)

Sternum

Apex

Page 99: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-25©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

Tips voor het oplossen van problemen bij defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie

Tabel 4-3 Tips voor het oplossen van problemen bij defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 De oplaadtijd tot 360 J is meer dan 10 seconden.

Batterij bijna leeg. • Sluit aan op netvoeding.• De defibrillator functioneert in

een omgeving met een lage temperatuur (<25°C).

2 De energie wordt niet aan de patiënt toegediend wanneer er op de SCHOK-knop(pen) wordt gedrukt.

De defibrillator is in de synchronisatiemode en er worden geen QRS-complexen gedetecteerd.

• Wijzig de ECG-afleiding voor een optimale waarneming van QRS of deactiveer SYNC.

De defibrillator is in de synchronisatiemode en er worden geen SCHOK-knoppen ingedrukt of ingedrukt gehouden tot het volgende gedetecteerde QRS-complex.

• Houd de schokknoppen ingedrukt totdat er een ontlading plaatsvindt of tot het volgende gedetecteerde QRS.

Er is op de SCHOK-knop(pen) gedrukt voordat de volledige lading is bereikt.

• Wacht op een toon en een bericht dat een volledige lading aangeeft.

Er zijn 60 seconden verstreken voordat op de SCHOK-knop(pen) is gedrukt na een volledige oplading. Energie intern verwijderd.

• Druk binnen 60 seconden na volledige oplading op de SCHOK-knop(pen).

De ENERGIEkeuze is gewijzigd.

• Druk nogmaals op OPLADEN.

Testplug aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel.

• Ontkoppel de testplug en sluit elektroden aan op de QUIK-COMBO-therapiekabel.

Page 100: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-26 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

3 Het bericht VERWIJDER TESTPLUG wordt weergegeven.

Testplug aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel.

• Ontkoppel de testplug en sluit elektroden aan op de QUIK-COMBO-therapiekabel.

HF-storing tijdens ablatieprocedure.

• Bewaak de patiënt als volgt met de ECG- en therapiekabel:1 Sluit de ECG-elektroden

aan op de patiënt- en ECG-kabel.

2 Controleer of het apparaat het ECG-golfcomplex van de patiënt weergeeft in kanaal 1 in afleiding I, II of III.

3 Sluit de therapie-elektroden aan op de patiënt- en therapiekabel.

4 Controleer of het apparaat het ECG-golfcomplex van de patiënt weergeeft in kanaal 2 in paddle-afleiding.

4 Het bericht SLUIT KABEL AAN of ENERGIE NIET AFGEGEVEN wordt weergegeven.

De therapiekabel is losgeraakt en de energie is intern verwijderd.

• Sluit de kabel opnieuw aan en druk nogmaals op OPLADEN.

5 Het bericht STROOMSTORING wordt weergegeven (geselecteerde en beschikbare energie).

De defibrillator is niet gekalibreerd.

• Kan nog energie overbrengen.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

6 Het bericht DEACTIVEREN wordt weergegeven.

Er is niet binnen 60 seconden na voltooiing van het opladen op de ontlaadknop gedrukt.

• Laad de defibrillator opnieuw op, indien gewenst.

Energie geselecteerd nadat de oplading is voltooid.

• Laad de defibrillator opnieuw op.

De therapiekabel raakt los. • Sluit de elektrode/kabel opnieuw aan.

Tabel 4-3 Tips voor het oplossen van problemen bij defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 101: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-27©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

7 De patiënt ‘sprong’ niet (geen spierreactie) tijdens de ontlading van de defibrillator.

De spierreactie van de patiënt is variabel en hangt af van de conditie van de patiënt. Geen zichtbare reactie op defibrillatie houdt niet noodzakelijkerwijs in dat er geen ontlading heeft plaatsgevonden.

• Geen handeling nodig.

Therapiekabel niet aangesloten op de therapie-elektroden.

• Sluit elektroden aan op de therapiekabel.

8 Het bericht ABNORMALE ENERGIEAFGIFTE wordt weergegeven en Schok XJ abnormaal wordt geannoteerd op de print.

Ontlading naar de open lucht met standaardpaddles.

• Druk de paddles stevig op de borst van de patiënt tijdens het ontladen.

• Voer testontladingen uit met defibrillatiecontrole.

Ontlading vindt plaats met standaardpaddles waartussen kortsluiting is ontstaan.

• Zie waarschuwing, bladzijde 4-17.

Impedantie van patiënt buiten bereik.

• Verhoog de energie en/of herhaal de ontladingen voor zover nodig.

• Overweeg wegwerptherapie-elektroden door nieuwe te vervangen.

9 Het bericht BEVESTIG ELEKTRODEN wordt weergegeven.

Incorrecte aansluiting op defibrillator.

• Controleer of de elektroden zijn aangesloten.

Elektroden kleven niet naar behoren aan de patiënt.

• Druk de elektroden stevig op de huid van de patiënt.

• Reinig, scheer en droog de huid van de patiënt zoals aanbevolen.

De elektroden zijn droog, beschadigd of verouderd.

• Vervang de elektroden.

10 Het bericht AANSLUITEN OP NETVOEDING wordt weergegeven.

‘Remote sync’ is geselecteerd en de defibrillator is niet aangesloten op de netvoeding.

• Sluit aan op netvoeding.• Druk op SYNC om remote

sync uit te schakelen.

11 Het bericht SLUIT SYNC-KABEL AAN OP REMOTE MONITOR wordt weergegeven.

‘Remote sync’ is geselecteerd en de defibrillator is niet aangesloten op de externe monitor.

• Sluit aan op de externe monitor.

• Druk op SYNC om remote sync uit te schakelen.

12 Het bericht LAGE IMPEDANTIE–HERLADEN wordt weergegeven.

Een patiëntimpedantie van <15 Ohm gedetecteerd.

• Geen handeling nodig.

Tabel 4-3 Tips voor het oplossen van problemen bij defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 102: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-28 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

NON-INVASIEVE PACINGDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor biedt non-invasieve pacing met behulp van QUIK-COMBO-elektroden.

De volgende alinea's omvatten:

• Waarschuwingen voor non-invasieve pacing

• Demand en Non-demand Pacing

• Procedure voor non-invasieve pacing

• Tips voor het oplossen van problemen bij non-invasieve pacing

Voor informatie over non-invasieve pediatrische pacing, kunt u de gebruiksaanwijzing van de therapie-elektroden van Physio-Control raadplegen.

Waarschuwingen voor non-invasieve pacing

Demand en Non-demand PacingDe non-invasieve pacemaker kan worden gebruikt voor demand (synchrone) of non-demand (asynchrone) pacingmodi.

De Demand-mode wordt gebruikt voor de meeste patiënten. In de Demand-mode verhindert de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor/pacemaker pacing wanneer de eigen hartslag van de patiënt wordt waargenomen (intrinsieke QRS). In de Demand-mode genereert de pacemaker

13 Het bericht ZOEKT NAAR SIGNAAL wordt weergegeven.

‘Remote sync’ is geselecteerd en de defibrillator is bezig met het kwalificeren van het ingangssignaal.

• Geen handeling nodig.

WAARSCHUWINGEN!

Kan ventriculaire fibrillatie veroorzaken.Sinusbradycardie kan fysiologisch zijn bij ernstige hypothermie (dat wil zeggen een juiste reactie zijn om bij hypothermie een afdoende zuurstoftoevoer in stand te houden) en vormt in dergelijke gevallen gewoonlijk geen indicatie voor pacing.

Risico op onderbreking van de therapie.Observeer de patiënt continu terwijl de pacemaker in gebruik is. De reactie van de patiënt op de pacingtherapie, bijvoorbeeld de stimulatiedrempel, kan na verloop van tijd veranderen.

Risico op onvermogen pacing te verrichten.Het gebruik van combinatietherapie-elektroden van andere fabrikanten met deze apparatuur kan leiden tot een vermindering van de effectiviteit van pacing of het onvermogen pacing te verrichten vanwege onaanvaardbaar hoge impedantieniveaus.

Mogelijke brandwonden op de huid van de patiënt.Langdurige non-invasieve pacing kan irritatie en brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken, vooral bij hogere pacingstroomniveaus. Staak de non-invasieve pacing als de huid verbrandt en een andere pacingmethode beschikbaar is.

Tabel 4-3 Tips voor het oplossen van problemen bij defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 103: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-29©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

asynchroon pacingpulsaties als de ECG-amplitude te laag is om de slagen van de patiënt waar te nemen of als een ECG-afleiding losraakt zodat er geen ECG-ritme aanwezig is. Dit houdt in dat de pacemaker pacingpulsaties voortbrengt op de geselecteerde frequentie, ongeacht het ECG-ritme van de patiënt.

De asynchrone of non-demand mode kan worden geselecteerd als ruis of artefacten een juiste waarneming van QRS-complexen verhinderen. Druk op de knop OPTIES om de non-demand mode op te roepen. (Zie bladzijde 2-7.)

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is voorzien van een geïntegreerde pulsatieoximeter die kan worden gebruikt in combinatie met een non-invasieve pacemaker om de capture te controleren. Hiervoor vergelijkt u de pulsatiefrequentie die door de oximeter wordt gemeten, met de ingestelde pacingfrequentie van de pacemaker.

Procedure voor non-invasieve pacingECG-bewaking tijdens pacing moet worden verricht met de ECG-elektroden en de patiënten-ECG-kabel. Pacingtherapie-elektroden kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt om het ECG-ritme te bewaken en pacingstroom te leveren. Zorg dat de therapie-elektroden op de juiste plaatsen worden aangebracht zoals beschreven in de procedure voor pacing. Als de elektroden op de verkeerde plaats worden aangebracht, kan dit een verschil in de stimulatiedrempel uitmaken.

Handel als volgt voor pacing:

1 Druk op AAN.2 Sluit de patiënten-ECG-kabel aan, breng de ECG-elektroden op de ECG-kabel en de patiënt

aan en selecteer afleiding I, II of III. Om het beste bewakingssignaal te verkrijgen moet gezorgd worden dat er voldoende ruimte is tussen de ECG-elektroden en de therapie-elektroden.

3 Identificeer de QUIK-COMBO-elektrodeplaatsen op de patiënt. Gebruik voor pacing de anterior-laterale of de anterior-posterior positie (zie bladzijde 4-3).

4 Bereid de huid van de patiënt voor op het aanbrengen van de elektroden zoals beschreven in Stap 3 van de defibrillatieprocedure.

5 Breng de QUIK-COMBO-paddles op de patiënt aan. 6 Sluit de therapie-elektroden op de therapiekabel aan.7 Druk op PACER. Controleer of de LED oplicht, hetgeen aangeeft dat de voeding aanstaat.

Opmerking: als het bericht VERWIJDER TESTPLUG wordt weergegeven, ontkoppelt u de testplug en sluit u de therapie-elektroden aan op de QUIK-COMBO-therapiekabel.

8 Let op het ECG-ritme. Controleer of er een driehoekige waarnemingsmarkering vlakbij het midden van elk QRS-complex wordt weergegeven. Als de waarnemingsmarkeringen niet verschijnen of op de verkeerde plaats worden weergegeven (bijvoorbeeld op de T-top), moet u een andere afleiding selecteren. (Het is normaal dat de plaats van de waarnemingsmarkering enigszins varieert bij elk QRS-complex.)

9 Druk op FREQ. of draai aan het selectiewiel om de gewenste pacingfrequentie te selecteren.Opmerking: de knop FREQ. wijzigt de frequentie in stappen van 10 pulsen per minuut (ppm); het selectiewiel wijzigt de frequentie in stappen van 5 ppm.

10 Druk op STROOM of draai aan het selectiewiel om de stroom te verhogen totdat elektrische capture plaatsvindt. Voor elke pacingprikkel die wordt toegediend, gaat het waarschuwingslampje PACER uit en verschijnt een positieve pacingmarkering op het ECG-golfcomplex.

11 Palpeer de pulsatie van de patiënt of controleer de bloeddruk en vergelijk de SpO2-pulsatiefrequentie met de ingestelde pacingfrequentie om te beoordelen of zich mechanische capture heeft voorgedaan. Indien de patiënt ongemak ondervindt, kan sedatie of analgesie worden overwogen.Opmerking: de knop STROOM wijzigt de stroom in stappen van 10 mA; het selectiewiel

Page 104: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-30 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

wijzigt de stroom in stappen van 5 mA.Opmerking: om de frequentie of de stroom tijdens pacing te veranderen, drukt u op FREQ. of STROOM en draait u aan het selectiewiel.Opmerking: om pacing te onderbreken en het intrinsieke ritme van de patiënt te bekijken, drukt u op de knop PAUZE en houdt u deze ingedrukt. Hierdoor stimuleert de pacemaker op 25% van de ingestelde frequentie. Laat de knop PAUZE los om verder te gaan met pacing op de ingestelde frequentie.

12 Om pacing te stoppen, vermindert u de stroom tot nul of drukt u op PACER.Opmerking: om te defibrilleren en op te houden met non-invasieve pacing drukt u op ENERGIEKEUZE of laadt u de defibrillator op. Pacing houdt automatisch op. Ga verder met defibrillatie.

Als de monitor tijdens pacing losse ECG-afleidingen detecteert, gaat pacing verder op een vaste frequentie totdat de ECG-afleiding opnieuw wordt aangesloten. Tijdens pacing op een vaste frequentie dient de pacemaker pulsaties toe op de ingestelde pacingfrequentie, ongeacht eventuele intrinsieke hartslagen van de patiënt. De monitor blijft de pacingfrequentie (ppm) en de stroom (mA) weergeven. Om weer verder te gaan met Demand Pacing, sluit u de ECG-afleiding weer aan.

Bewaak de patiënt tijdens pacing te allen tijde visueel, vertrouw niet op de waarschuwing ECG-AFLEIDINGEN LOS om veranderingen in de pacingfunctie waar te nemen. Controleer regelmatig op de juiste ECG-detectie, toediening van pacingpulsaties, elektrische capture en mechanische capture.

Als tijdens pacing de elektroden losraken, worden de berichten BEVESTIG ELEKTRODEN en PACING GESTOPT weergegeven en is een alarm hoorbaar. De pacingfrequentie wordt in stand gehouden en de stroom wordt op 0 mA teruggezet. Wanneer de pacingelektroden opnieuw worden aangesloten, wordt het alarmsignaal onderdrukt en verdwijnt het bericht BEVESTIG ELEKTRODEN. De stroom blijft op 0 mA totdat u de stroom handmatig verhoogt.

Tips voor het oplossen van problemen bij non-invasieve pacing

Tabel 4-4 Tips voor het oplossen van problemen bij non-invasieve pacing

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 Het toestel werkt niet wanneer op PACER wordt gedrukt.

Voeding uit. • Controleer of de voeding AAN is.

Batterij bijna leeg. • Sluit aan op netvoeding.

2 De LED PACER brandt, maar de STROOM (MA) neemt niet toe.

Therapie-elektroden los. • Controleer of er een bericht wordt weergegeven.

• Inspecteer de aansluitingen van de therapiekabel en de elektroden.

3 De LED PACER brandt, STROOM (MA)>0, maar pacingmarkeringen zijn afwezig (geen pacing).

Pacingfrequentie lager ingesteld dan de intrinsieke frequentie van de patiënt.

• Verhoog de pacingfrequentie.

Oversensing van de pacer (ECG-artefact, ECG-maat te hoog).

• Zorg voor een ongestoord ECG; verlaag de ECG-maat.

• Selecteer non-demand pacing.

Page 105: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 4-31©2006-2013 Physio-Control, Inc.

4Therapie

4 Pacing stopt spontaan. De knop PACER is uitgedrukt. • Druk op PACER en verhoog de stroom.

Interne fout gedetecteerd. Servicebericht geeft een interne fout aan.

• Let op het service-waarschuwingslampje.

• Zet de voeding uit en weer aan en start pacing nogmaals.

• Laat service verrichten door bevoegd servicepersoneel.

Therapie-elektrode los. • Controleer of er een bericht wordt weergegeven. Controleer de aansluitingen van de pacingkabel en de elektroden.

Er is op ENERGIEKEUZE of OPLADEN gedrukt.

• Druk op PACER en verhoog de stroom.

• Controleer of er een servicebericht wordt weergegeven.

• Zet de voeding uit en weer aan en start pacing nogmaals.

HF-storing. • Verplaats de radioapparatuur uit de buurt van de pacemaker.

5 Het monitorscherm laat vervorming zien tijdens pacing.

ECG-elektroden niet optimaal geplaatst ten opzichte van de pacingelektroden.

• Plaats de elektroden uit de buurt van de pacingelektroden.

De reactie van de patiënt op pacing is uitermate variabel met betrekking tot de stimulatiedrempel en ECG-vervorming.

• Selecteer een andere afleiding (I, II of III).

• Overweeg over te gaan op een andere pacingfrequentie.

6 Capture vindt niet plaats bij de pacingprikkel.

De stroom (mA) is te laag ingesteld.

• Verhoog de pacingstroom. (Sedeer/dien analgesie toe indien nodig.)

7 Het bericht BEVESTIG ELEKTRODEN wordt weergegeven.

De pacingkabel of elektrode is losgeraakt.

• Sluit deze opnieuw aan en stel de stroom in.

De elektroden blijven niet aan de huid kleven.

• Bereid de huid voor.

Elektroden verouderd. • Breng nieuwe elektroden aan en stel de stroom in.

8 Pacing stopt spontaan en het bericht PACERFOUT wordt weergegeven.

Interne fout gedetecteerd. • Zet de voeding uit en weer aan en start pacing nogmaals.

• Laat service verrichten door bevoegd servicepersoneel.

Tabel 4-4 Tips voor het oplossen van problemen bij non-invasieve pacing (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 106: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Therapie

4-32 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

9 Het bericht VERWIJDER TESTPLUG wordt weergegeven.

Testplug aangesloten op de therapiekabel

• Ontkoppel de testplug van de therapiekabel.

• Sluit elektroden aan op de therapiekabel.

10 Intrinsieke QRS-complexen niet waargenomen tijdens pacing.

ECG-amplitude te laag om te worden gedetecteerd.

• Selecteer een andere afleiding.

Intrinsieke QRS-complexen vinden plaats tijdens de refractaire fase van de pacemaker.

• Pas de pacingfrequentie aan.

11 Pacing start spontaan. De hartfrequentie van de patiënt daalt onder de ingestelde pacingfrequentie.

• De juiste functie van pacemaker; beoordeel de patiënt.

Tijdens stand-by pacing raakt de ECG-afleiding los.

• Sluit de ECG-afleiding opnieuw aan.

12 De ingestelde pacingfrequentie (ppm) en de gestimuleerde frequentie van het ECG blijken niet overeen te stemmen.

Interne fout gedetecteerd. • Druk ECG af en bereken de pacingfrequentie.

13 Onjuiste waarneming (bijvoorbeeld waarneming op T-toppen).

QRS-complex te klein.T-top te groot.

• Selecteer een andere afleiding.

Tabel 4-4 Tips voor het oplossen van problemen bij non-invasieve pacing (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 107: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 5-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

5O

pties voor paddleaccessoires

OPTIES VOOR PADDLEACCESSOIRES

Therapie-elektroden bladzijde 5-2Standaardpaddleset (optioneel) 5-7Steriliseerbare paddles voor interne defibrillatie 5-9

Page 108: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

5-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

THERAPIE-ELEKTRODENIn de volgende alinea’s worden de volgende onderwerpen beschreven:

• Therapie-elektroden

• Plaatsing van elektroden

• Kabelaansluiting

• Procedures voor ECG-bewaking en therapie

• Elektroden vervangen en verwijderen

• Testen

• Reinigen en steriliseren

Therapie-elektrodenEr zijn twee soorten van gel voorziene, zelfklevende therapie-elektroden verkrijgbaar: QUIK-COMBO pacing/defibrillatie/ECG-elektroden en FAST-PATCH defibrillatie/ECG-elektroden (Afbeelding 5-1). QUIK-COMBO paddles worden gebruikt voor defibrillatie, gesynchroniseerde cardioversie, ECG-bewaking en pacing. FAST-PATCH elektroden kunnen worden gebruikt voor defibrillatie, gesynchroniseerde cardioversie en ECG-bewaking, maar niet voor pacing. Om FAST-PATCH-elektroden te gebruiken met de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor, hebt u een FAST-PATCH-defibrillatieadapterkabel nodig.

Afbeelding 5-1 QUIK-COMBO- of FAST-PATCH-elektroden

Een QUIK-COMBO- of FAST-PATCH-elektrodenset:

• Is een substituut voor standaardpaddles.

• Geeft een afleiding II-bewakingssignaal indien in de anterior-laterale positie geplaatst.

• Herstelt het ECG-diagram op de monitor snel na defibrillatie.

Handel als volgt om te voorkomen dat elektroden beschadigd worden:

• De elektroden niet vouwen.

• De elektroden niet afsnijden.

• De elektroden niet samendrukken, vouwen of onder zware voorwerpen bewaren.

• Bewaar therapie-elektroden op een koele, droge plaats. Deze elektroden zijn bestand tegen temperatuurschommelingen tussen -40° en 50°C. Bij continue blootstelling aan temperaturen boven 23°C wordt de levensduur van elektroden aanzienlijk bekort.

Er zijn diverse typen QUIK-COMBO-elektroden verkrijgbaar, zoals beschreven in Tabel 5-1.

Page 109: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 5-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

5O

pties voor paddleaccessoires

FAST-PATCH elektroden kunnen bij kinderen worden gebruikt als de plaatsing voldoet aan de voorwaarden in de volgende alinea's. Gewoonlijk kan aan deze voorwaarden worden voldaan bij patiënten met een gewicht van 15 kg of meer.

Plaatsing van elektrodenBij gebruik van QUIK-COMBO- of FAST-PATCH-elektroden moet ervoor worden gezorgd dat:

• de elektroden volledig op de borst passen zoals beschreven op bladzijde 3-4 of bladzijde 4-3.

• er ten minste 2,5 cm ruimte tussen de elektroden is.

• benige uitsteeksels van sternum of ruggengraat niet worden overlapt.

Zo plaatst u de elektroden:

1 Bereid de patiënt klaar voor op de plaatsing van de elektroden:• Verwijder alle kleding van de borst van de patiënt.• Verwijder overtollig borsthaar zo veel mogelijk. Zorg dat u bij gebruik van een scheermes of

scheerapparaat geen krasjes of sneden in de huid maakt. Voorkom zo veel mogelijk dat de elektroden op een niet-intacte huid worden geplaatst.

• Was en droog de huid. Indien er zalf op de borst van de patiënt is, moet de huid met water en zeep worden gereinigd. Veeg de huid stevig droog met een handdoek of gaasje. Hierdoor wordt de huid enigszins afgeschuurd en worden vet, vuil en andere resten verwijderd zodat de elektroden beter aan de huid zullen kleven. Gebruik geen alcohol, benzoëtinctuur of deodorant om de huid voor te bereiden.

2 Trek de beschermende achterkant op de elektroden langzaam weg, te beginnen met het uiteinde met de kabelaansluiting (zie Afbeelding 5-2).

Afbeelding 5-2 De achterkant van de elektrode verwijderen

3 Plaats de elektroden in de anterior-laterale of anterior-posterior positie, zoals beschreven op bladzijde 3-4 of bladzijde 4-3, afhankelijk van de therapie die wordt toegepast en van speciale overwegingen bij de plaatsing.

Tabel 5-1 QUIK-COMBO-elektroden

Type Beschrijving

QUIK-COMBO Elektroden met 0,6 m afleidingsdraad, bestemd voor patiënten met een gewicht van 15 kg of meer.

QUIK-COMBO - RTSElektroden met een radio-transparante elektroden- en afleidingsdraadset, bestemd voor patiënten met een gewicht van 15 kg of meer.

QUIK-COMBO met REDI-PAK™ aansluitsysteem

Elektroden bestemd voor patiënten met een gewicht van 15 kg of meer, die het mogelijk maken de elektrodenset vooraf aan te sluiten op het toestel terwijl de houdbaarheid en integriteit van de elektroden behouden blijven.

QUIK-COMBO voor kinderen Elektroden bestemd voor patiënten met een gewicht van 15 kg of minder.

Page 110: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

5-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

4 Te beginnen aan één rand drukt u de elektrode stevig op de borst van de patiënt om luchtzakken tussen het geloppervlak en de huid te elimineren. Druk alle kleefranden stevig op de huid.Opmerking: wanneer therapie-elektroden eenmaal zijn aangebracht, mogen ze niet worden verplaatst.

KabelaansluitingZo sluit u QUIK-COMBO-paddles op de QUIK-COMBO-therapiekabel aan:

1 Open het beschermingsklepje op de connector van de QUIK-COMBO-therapiekabel (zie Afbeelding 5-3).

2 Plaats de connector van de QUIK-COMBO-elektrode in de connector van de therapiekabel door de pijlen op één lijn te brengen en de connectors stevig tegen elkaar te drukken voor een goede aansluiting.

Afbeelding 5-3 QUIK-COMBO-elektroden op de therapiekabel aansluiten

Doe het volgende om FAST-PATCH elektroden op de juiste wijze aan te sluiten op de FAST-PATCH defibrillatiekabel en te zorgen voor energieafgifte:

1 Sluit de defibrillatiekabel op de elektrodeaansluiting aan (zo mogelijk alvorens de elektroden op de patiënt aan te brengen).

2 Ondersteun de elektrodeaansluiting tijdens het aansluiten van de defibrillatiekabel (zie Afbeelding 5-4). Druk de kabel stevig op de elektrode totdat er een klik te horen of te voelen is.

Afbeelding 5-4 FAST-PATCH elektroden op de defibrillatiekabel aansluiten

3 Trek de connector voorzichtig omhoog om te controleren of de defibrillatiekabel stevig vastzit aan de elektrode.

Opmerking: indien u de defibrillatiekabel opnieuw aansluit op een elektrode die reeds op de patiënt is aangebracht, licht u de kleefrand onder de elektrodeaansluiting enigszins op en plaatst u uw vinger onder de aansluiting. Sluit de kabel aan zoals beschreven in de voorafgaande stappen.

Procedures voor ECG-bewaking en therapie

WAARSCHUWINGEN!

Mogelijke brandwonden op de huid van de patiënt.Gebruik geen QUIK-COMBO-paddles voor kinderen bij volwassenen of grotere kinderen. Een afgifte van defibrillatie-energie van ten minste 100 joule (doorgaans gebruikt bij volwassenen) via deze kleinere elektroden verhoogt het risico op brandwonden op de huid.

Therapiekabelconnector

Connector van QUIK-COMBO-elektrode

Page 111: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 5-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

5O

pties voor paddleaccessoires

Bij volwassen patiënten volgt u de procedures voor ECG-bewaking, AED-defibrillatie, handmatige defibrillatie, gesynchroniseerde cardioversie en pacing zoals beschreven in Paragraaf 3 of Paragraaf 4.

Bij kinderen volgt u de procedures voor ECG-bewaking, handmatige defibrillatie, gesynchroniseerde cardioversie en pacing met de volgende uitzonderingen:

• Selecteer de juiste defibrillatie-energie voor het gewicht van het kind volgens de aanbevelingen van de American Heart Association (AHA) of het plaatselijke protocol. Bij gebruik van energieniveaus van ten minste 100 joule bestaat het risico op het veroorzaken van brandwonden.

• Tijdens pacing inspecteert u regelmatig of de huid van de patiënt onder de elektrode tekenen van brandwonden vertoont.

Opmerking: de hoeveelheid pacingstroom die nodig is voor capture, is vergelijkbaar met de pacingstroom die nodig is bij volwassenen.

Elektroden vervangen en verwijderenVervang QUIK-COMBO-, QUIK-COMBO RTS-, QUIK-COMBO REDI-PAK- en FAST-PATCH Plus-elektroden door nieuwe elektroden na 50 defibrillatieschokken, nadat deze 24 uur op de huid van de patiënt hebben gezeten of na 8 uur continue pacing. Vervang pediatrische QUIK-COMBO- en FAST-PATCH-elektroden na 25 defibrillatieschokken, nadat deze 24 uur op de huid van de patiënt hebben gezeten of na 8 uur continue pacing.

Zo verwijdert u QUIK-COMBO- of FAST-PATCH-elektroden van de patiënt:

1 Trek de elektrode langzaam vanaf de rand weg terwijl u de huid ondersteunt zoals getoond in afbeelding Afbeelding 5-5.

Afbeelding 5-5 Therapie-elektroden van de huid verwijderen

2 Maak de huid van de patiënt schoon en droog.3 Wanneer de elektroden worden vervangen, moet de plaats van de elektroden enigszins

worden gewijzigd om brandwonden op de huid te voorkomen.4 Sluit de beschermlaag op de QUIK-COMBO-therapiekabelconnector wanneer de kabel

niet in gebruik is.Zo maakt u de defibrillatiekabel los van de FAST-PATCH-elektroden.

1 Oefen druk uit op de elektrodeaansluiting.

Risico op brandwonden op de huid van kinderen.Non-invasieve pacing kan irritatie van en brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken, vooral bij hogere pacingstroomniveaus. Inspecteer de onderliggende huid van de elektrode regelmatig na 30 minuten continue pacing. De non-invasieve pacing dient gestaakt te worden indien zich brandwonden voordoen en er een andere pacingmethode beschikbaar is. Zodra pacing ophoudt, moeten de elektroden worden verwijderd of door nieuwe worden vervangen.

WAARSCHUWINGEN! (VERVOLG)

Page 112: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

5-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

2 Klem de drukconnector met de vingers van de andere hand vast en trek deze recht omhoog (zie Afbeelding 5-6).

Afbeelding 5-6 De defibrillatiekabel losmaken van de FAST-PATCH-elektroden

Afbeelding 5-7 De defibrillatiekabel losmaken van de testaansluiting

TestenHet inspecteren en testen van de QUIK-COMBO-therapiekabel of de FAST-PATCH-defibrillatieadapterkabel moet deel uitmaken van de testroutine van de defibrillator. Dagelijkse inspectie en tests zorgen ervoor dat de defibrillator- en therapiekabel in goede bedrijfsconditie zijn en klaar zijn om te worden gebruikt wanneer nodig. (Zie ook “De apparatuur onderhouden”, pagina 7-1 en de “LIFEPAK® 20e-defibrillator/monitor - Controlelijst voor de gebruiker”, pagina D-1.)

Opmerking: tijdens de dagelijkse automatische zelftest en de gebruikerstest wordt energie ontladen via de therapiekabel, waarmee de defibrillatiecomponent van de therapiekabel wordt getest. Door het uitvoeren van de therapiekabeltest op de controlelijst van de gebruiker wordt de sensorcomponent van de therapiekabel gecontroleerd. De volledige integriteit van de therapiekabel wordt gecontroleerd zodra beide tests worden uitgevoerd.

Indien u tijdens het inspecteren en testen afwijkingen waarneemt, moet de therapiekabel buiten werking worden geplaatst en onmiddellijk een bevoegd servicemonteur worden geraadpleegd.

Reinigen en steriliserenQUIK-COMBO- en FAST-PATCH-elektroden zijn niet steriel en kunnen niet gesteriliseerd worden. Ze zijn disposable en kunnen slechts bij één patiënt worden gebruikt. De elektroden niet in een autoclaaf of met gas steriliseren, in vloeistof onderdompelen of met alcohol of oplosmiddelen reinigen.

WAARSCHUWING!

Risico op beschadiging van de kabel en niet-effectieve afgifte van energie of verlies van bewaking.Indien de defibrillatiekabel verkeerd wordt losgemaakt, kan dit de kabeldraden beschadigen. Dit kan tot gevolg hebben dat er geen energie wordt afgegeven of dat het ECG-signaal tijdens de behandeling van de patiënt verloren gaat. Plaats de kabel zodanig dat deze niet kan worden losgetrokken, nergens aan vast kan blijven haken en dat er niemand over kan vallen. Maak de drukconnectors van de defibrillatiekabel niet los van de elektrodeaansluitingen of de aansluitingen op testtoestellen door aan de kabel te trekken. Maak de kabel los door alle kabelconnectors recht naar buiten te trekken (zie Afbeelding 5-8).

Page 113: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 5-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

5O

pties voor paddleaccessoires

STANDAARDPADDLESET (OPTIONEEL)In de volgende alinea’s worden de volgende onderwerpen beschreven:

• De standaardpaddleset

• De paddles voor kinderen gebruiken

• De paddleaansluiting voor volwassenen terugplaatsen

• De standaardpaddleset reinigen

Afbeelding 5-8 toont de functies van de standaardpaddles.

Afbeelding 5-8 Standaardpaddles

De standaardpaddlesetEen standaardpaddleset:

• kan worden gebruikt in plaats van QUIK-COMBO-therapie-elektroden;

• geeft een afleiding II-bewakingssignaal indien in de anterior-laterale positie gehouden;

• wordt gebruikt voor defibrillatie, gesynchroniseerde cardioversie en QUIK-LOOK®-ECG-controles.

Handel als volgt om te voorkomen dat standaardpaddles beschadigd worden:

• Behandel de paddles voorzichtig om schade aan het oppervlak van de paddles te vermijden.

• Bewaar de paddles in de paddlehouders om het oppervlak van de elektroden te beschermen.

• Verwijder na elk gebruik de opgedroogde of natte gel van het oppervlak van de elektroden.

De standaardpaddleset bestaat uit twee delen:

1 De handgreepset, inclusief de paddle voor kinderen2 De paddleaansluiting voor volwassenen

De functies van de QUIK-LOOK-defibrillatiepaddles kunnen worden gebruikt bij de paddles voor kinderen en bij de paddleaansluiting voor volwassenen.

De paddles voor kinderen gebruikenZo gebruikt u de paddles voor kinderen:

1 Pak de handgreep van de standaardpaddle vast met één hand en de onderkant van de paddle-elektrode voor volwassenen met de andere kant.

2 Schuif de paddlehandgreep naar achteren totdat u een klik hoort (zie Afbeelding 5-9).3 Til de paddlehandgreep op van de aansluiting voor volwassenen.

SCHOK-knop

Knop OPLADENLaadt de defibrillator op.

Apex Sternum

SCHOK-knopOntlaadt

defibrillatorenergie.Beide SCHOK-knoppenmoeten tegelijk wordeningedrukt om energie af

te geven.

Page 114: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

5-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

4 De paddle voor kinderen is nu zichtbaar en klaar voor gebruik (zie Afbeelding 5-10).

De paddleaansluiting voor volwassenen terugplaatsenZo plaatst u de paddleaansluiting voor volwassenen terug:

1 Houd de paddleaansluiting voor volwassenen met één hand vast en de standaardpaddle met de andere hand.

2 Sluit de paddle voor kinderen aan op de paddleaansluiting voor volwassenen.3 Schuif de paddlehandgreep naar voren totdat u een klik hoort. (Zie Afbeelding 5-11.)

Afbeelding 5-11 Een paddle voor volwassenen terugplaatsen

Elke paddleaansluiting voor volwassenen heeft een contactveerplaat die energie overbrengt van de paddle voor kinderen naar die voor volwassenen. Controleer de veerplaten en de paddle voor kinderen regelmatig om u ervan te overtuigen dat deze schoon en intact zijn.

De standaardpaddleset reinigenBescherm de paddles afzonderlijk voor en na het reinigen om schade aan het oppervlak ervan te vermijden. Doe het volgende na elk gebruik:

1 Houd paddles voor volwassenen en voor kinderen gescheiden.2 Veeg of spoel de paddle-elektroden, kabelconnector, paddlehandgrepen en kabels af met

water en een milde zeep of desinfecteermiddel met behulp van een vochtige spons, handdoek of borstel. Dompel ze niet onder en laat ze niet weken.

3 Droog alle onderdelen grondig af.4 Controleer paddles (ook het elektrodeoppervlak), kabels en connectors op beschadiging en

tekenen van slijtage.Opmerking: kabels die tekenen van slijtage vertonen zoals losse kabelaansluitingen, blootgelegde draden of corrosie van de kabelconnector, moeten onmiddellijk buiten werking worden gesteld.Opmerking: paddles met ruwe of bekraste elektroden moeten onmiddellijk buiten werking worden gesteld.

Afbeelding 5-9 Een paddle voor kinderen gebruiken Afbeelding 5-10 Paddle voor kinderen (onderkant)

Paddle voor kinderen

Paddleaansluiting voor volwassenen

Paddle voor kinderen

Paddleaansluiting voor volwassenen

Page 115: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Opties voor paddleaccessoires

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 5-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

5O

pties voor paddleaccessoires

STERILISEERBARE PADDLES VOOR INTERNE DEFIBRILLATIEInterne paddles van Physio-Control zijn specifiek ontworpen voor hartdefibrillatie bij open borstkas.

Afbeelding 5-12 Steriliseerbare paddles voor interne defibrillatie

De interne paddles zijn verkrijgbaar in verschillende grootten. Neem contact op met de vertegenwoordiger van Physio-Control voor het bestellen van interne paddles.

Raadpleeg de handleiding die bij de interne paddles is geleverd voor uitgebreide Informatie over het gebruik van interne paddles voor hartdefibrillatie bij een open borstkas.

Page 116: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 117: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 6-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

6D

atabeheer

DATABEHEER

Dit hoofdstuk beschrijft databeheerfuncties.

Overzicht van dataopslag en -oproep bladzijde 6-2CODE SUMMARY-verslag 6-2Gearchiveerde patiëntverslagen beheren 6-7Archiefmode inschakelen 6-7Gearchiveerde patiëntverslagen afdrukken 6-8Gearchiveerde patiëntverslagen verzenden 6-9Gearchiveerde patiëntoverzichten bewerken 6-10Gearchiveerde patiëntoverzichten wissen 6-11Overzicht van aansluitingen voor het zenden van verslagen

6-12

Gegevensoverdracht van TrueCPR-apparaat 6-14Tips voor het oplossen van problemen met de datatransmissie

6-14

Page 118: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

6-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

OVERZICHT VAN DATAOPSLAG EN -OPROEP

De volgende paragrafen beschrijven de opslag en oproep van patiëntgegevens bij gebruik van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor.

DataopslagWanneer u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor inschakelt, maakt u een nieuw patiëntoverzicht waarop de actuele datum en tijd worden gestempeld. Alle gebeurtenissen en bijbehorende golfcomplexen worden digitaal in het patiëntoverzicht opgeslagen als patiëntverslagen die u kunt printen. Wanneer u het toestel uitzet, worden de data van het actuele patiëntoverzicht in de patiëntarchieven opgeslagen.

Om de patiëntarchieven op te roepen, drukt u op OPTIES en selecteert u ARCHIEVEN. U kunt patiëntverslagen die in het gearchiveerde patiëntoverzicht zijn opgeslagen, afdrukken, verzenden of verwijderen. Wanneer u de archiefmode oproept, wordt de patiëntbewaking beëindigd en wordt het actuele patiëntoverzicht opgeslagen en gesloten. Zet het toestel uit om de archiefmode af te sluiten.

Soorten verslagenPatiëntverslagen binnen een patiëntoverzicht worden opgeslagen als een SAMENVATTING-verslag (samenvatting) van kritieke gebeurtenissen. Dit verslag bevat patiëntinformatie, een logboek met gebeurtenissen en levenstekenen, en golfcomplexen die met de gebeurtenissen gepaard gaan (bijvoorbeeld defibrillatie), zoals beschreven op bladzijde 6-4.

GeheugencapaciteitDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor bewaart gegevens voor twee of meer patiënten wanneer u de voeding uitschakelt of de batterijen verwijdert. Het aantal patiëntverslagen dat de defibrillator kan opslaan, hangt af van diverse factoren, waaronder het aantal golfcomplexen dat wordt weergegeven, de duur van elk gebruik en het type therapie. Over het algemeen omvat de geheugencapaciteit maximaal 100 verslagen van enkele golfcomplexen. Wanneer de defibrillator de grenzen van zijn geheugencapaciteit bereikt, wist de defibrillator een geheel patiëntoverzicht volgens het principe ‘eerst in, eerst uit’ om plaats te maken voor een nieuw patiëntoverzicht. Gewiste patiëntoverzichten kunnen niet worden hersteld.

CODE SUMMARY-VERSLAGDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor slaat automatisch een SAMENVATTING-verslag (samenvatting) op als onderdeel van het patiëntoverzicht voor elke patiënt. Het verslag bestaat uit de volgende onderdelen:

• Inleiding

• Logboek voor gebeurtenissen/levenstekenen

• Golfcomplexen die met bepaalde gebeurtenissen gepaard gaan

Page 119: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 6-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

6D

atabeheer

Afbeelding 6-1 is een voorbeeld van een SAMENVATTING-verslag. Druk op SAMENVATTING om het verslag af te drukken.

Afbeelding 6-1 CODE SUMMARY-verslag

InleidingDe inleiding bevat informatie over de patiënt (naam, casusidentificatie, patiëntidentificatie, locatie, leeftijd en geslacht) en informatie over het toestel (datum, tijd en therapie) zoals te zien is in Afbeelding 6-1. De casusidentificatie is een unieke identificatie die de defibrillator automatisch invult in het ID-veld voor elk patiëntverslag. Deze identificatie bevat de datum en de tijd waarop de defibrillator wordt ingeschakeld. In het veld Locatie kunt u maximaal 25 alfanumerieke tekens gebruiken om op te geven waar het toestel is gebruikt. U kunt de ingevoerde gegevens koppelen aan andere patiëntinformatie.

Logboek voor gebeurtenissen/levenstekenenDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor documenteert gebeurtenissen en levenstekenen in chronologische volgorde. Gebeurtenissen zijn handelingen van de gebruiker of van het toestel met betrekking tot bewaking, pacing, AED-therapie, datatransmissie enzovoort. In Tabel 6-1 wordt een volledige lijst met gebeurtenissen weergegeven die in het logboek voor gebeurtenissen te vinden zijn.

Levenstekenen (of actieve parameters) worden automatisch eens in de 5 minuten (of voor elke gebeurtenis) en wanneer de alarmlimieten worden overschreden, in het logboek ingevoerd. Zie AUTOLOG in Tabel 8-1 voor meer informatie.

Inleiding

Naam: DAVIDO, GUIDO CODE SUMMARY™ID 041495094322 overzicht kritieke gebeurtenissenPatiënt-ID: 52876004 Voeding aan: 24 april 09 06:03:12Locatie: L483 Toestel: 100Leeftijd: 45 Geslacht: M Locatie: ABCD

Totaal aantal schokken: 3Totale pacingtijd 00:15:00Verstreken tijd: 00:52:43

35.1 3434 LP20PRB005

Logboek voor

Tijd Gebeurtenis HR SpO2•PR OPMERKINGEN:07:15:34 Voeding aan07:16:34 Beginritme 95 99•9507:20:34 Levenstekenen 92 98•9407:22:14 Pacing 1 aan 95 98•9507:24:34 Pacing 2 ingesteld 99 98•9907:25:34 Levenstekenen 92 98•9307:26:36 HR-alarm 152 99

Page 120: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

6-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

GolfcomplexgebeurtenissenNiet alleen therapie en andere geselecteerde soorten gebeurtenissen worden opgenomen in het gebeurtenislogboek, ook data over golfcomplexgebeurtenissen worden vastgelegd (zie beschrijving in Tabel 6-2.

Tabel 6-1 Soorten gebeurtenissen

Soorten gebeurtenissen Gebeurtenissen

Bewaking • Beginritme • Alarmgebeur-tenissen

• Levenstekenen

Door gebruiker gestart

• Gebeurtenis • Printen • Synchronisatie aan/uit

• Detectie interne pacemaker aan/uit

• Alarmen aan • VF/VT-alarm aan/uit

TherapieAED

• AED-mode • Bevestig elektroden

• Analyseren • Schok geadviseerd

• Patiënt controleren

• Beweging • Analyse gestopt • Geen schok geadviseerd

Defibrillatie • Handmatige mode

• Lading verwijderd • Schok X gegeven

• Schok X niet gegeven

Pacing • Aan • Ingesteld • Gewijzigd • Gestopt

• Gepauzeerd

Geheugensta-tus

• Golfcomplex-geheugen vol [geheugen bijna vol]

• Gebeurtenis-geheugen vol [geheugen vol]

Tabel 6-2 Golfcomplexgebeurtenissen

Naam van gebeurtenis Golfcomplexdata

BEGINRITME • 8 seconden nadat afleidingen zijn aangesloten.

PATIËNT CONTROLEREN • 8 seconden vóór melding.

SCHOK of GEEN SCHOK GEADVISEERD

• 2–3 segmenten geanalyseerd ECG. Elk segment kan 2,7 seconden lang zijn.

ANALYSE X GESTOPT • 8 seconden aan data vóór beëindiging van analyseren.

SCHOK X • 3 seconden vóór schok en 5 seconden na schok.

PACING X AAN • 8 seconden vóór verhoging van stroom van 0.

PACING X INGESTELD • 8 seconden nadat ppm en mA 10 seconden lang stabiel zijn geweest.

PACING X GEWIJZIGD • 8 seconden nadat de pacingfrequentie, stroom of mode zijn gewijzigd.

PACING X GESTOPT • 3 seconden voordat pacingstroom nul is en 5 seconden daarna.

PACING X GEPAUZEERD • Eerste 8 seconden als er op PAUZE wordt gedrukt.

Page 121: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 6-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

6D

atabeheer

*Om het SAMENVATTING-verslag in te korten, kan het opslaan van golfcomplexgegevens bij deze gebeurtenissen UIT worden geschakeld (zie bladzijde 8-12).

Golfcomplexgebeurtenissen worden voorafgegaan door een koptekst met de volgende informatie:

• Patiëntgegevens • Levenstekenen• Gebeurtenisnaam • Configuratie-informatie van het toestel• Therapiegegevens • Transthoracale impedantie gemeten tijdens de schok

(uitsluitend defibrillatiegebeurtenissen)

Formaat SAMENVATTINGU kunt de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor zodanig configureren dat een SAMENVATTING-verslag wordt afgedrukt in een van de in Tabel 6-3 beschreven formaten. SAMENVATTING-verslagen worden altijd verzonden in middellang formaat.

Het geconfigureerde formaat bepaalt alleen welke verslagen worden afgedrukt wanneer op de knop SAMENVATTING wordt gedrukt. Als u het printen van een SAMENVATTING-verslag onderbreekt, wordt bij het hervatten van het printen het gehele SAMENVATTING-verslag opnieuw geprint.

SAMENVATTING voltooid wordt onmiddellijk na de laatste golfcomplexgebeurtenis geprint.

ALARM* • 3 seconden vóór overschrijding parameter en 5 seconden daarna.

GEBEURTENIS* • 3 seconden vóór selectie van gebeurtenis en 5 seconden daarna.

PRINTEN • 3 seconden vóór drukken op PRINTEN en 5 seconden daarna.

Tabel 6-3 Formaten SAMENVATTING

Formaat Attributen

Formaat Middellang • Inleiding• Logboek voor gebeurtenissen/

levenstekenen

• Gebeurtenisgolf complexen

Formaat Kort • Inleiding • Logboek voor gebeurtenissen/levenstekenen

Tabel 6-2 Golfcomplexgebeurtenissen (vervolg)

Naam van gebeurtenis Golfcomplexdata

Page 122: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

6-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Zie Afbeelding 6-2 voor voorbeelden van afdrukken van golfcomplexgebeurtenissen in het SAMENVATTING-verslag.

Controleer patiëntgebeurtenis

Defibrillatiegebeurtenis

Pacinggebeurtenis

Parameteralarmgebeurtenis

Afbeelding 6-2 Voorbeelden van prints van golfcomplexgebeurtenissen

II

Naam: DAVIDO, GUIDOID: 041495094322Patiënt-ID: 52876004Locatie: BF382Leeftijd: 45Geslacht: M24 apr 00

Patiënt controleren 14:49:52

HR ---SpO2 89 x 1,0 0,05-150 Hz 25 mm/s

Patiënt controleren

010 123 35.1 3434 LP20PRB005

Naam: DAVIDO, GUIDOID: 041495094322Patiënt-ID: 52876004Locatie: BF382Leeftijd: 45Geslacht: M24 apr 00

Schok 1 200J 14:49:52Impedantie 55HR ---SpO2 89 x 1,0 0,05-150 Hz 25 mm/s

Harde paddles Sync aanVóór schok Na schokSchok 1 200 J

010 123 35.1 3434 LP20PRB005

II

Naam: DAVIDO, GUIDOID: 041495094322Patiënt-ID: 52876004Locatie: BF382Leeftijd: 45Geslacht: M24 apr 00

Pacing 1 aan14:49:52Demand-pacing80 ppm 40 mAPR 75SpO2 89 x 1,0 0,05-150 Hz 25 mm/s

Afleiding II is gedetecteerd Pacing 1 aan

010 123 35.1 3434 LP20PRB005

Demand Pacing

SAS-gebeurtenis

II

Naam: DAVIDO, GUIDOID: 041495094322Patiënt-ID: 52876004Locatie: BF382Leeftijd: 45Geslacht: M24 apr 00

Alarm SpO2 <90 14:49:52

HR 121SpO2 89 x 1,0 0,05-150 Hz 25 mm/s

Alarm SpO2 <90

010 123 35.1 3434 LP20PRB005

Page 123: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 6-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

6D

atabeheer

GEARCHIVEERDE PATIËNTVERSLAGEN BEHERENWanneer u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor uitschakelt, worden de gegevens van het actuele patiëntoverzicht in de patiëntarchieven opgeslagen. De volgende opties zijn beschikbaar voor het beheren van gearchiveerde patiëntoverzichten:

• Gearchiveerde patiëntverslagen printen

• Opgeslagen patiëntenverslagen verzenden

• Opgeslagen patiëntoverzichten bewerken

• Gearchiveerde patiëntoverzichten wissen

U kunt al deze opties pas uitvoeren nadat u naar de archiefmode bent gegaan en daar de gewenste optie hebt gekozen.

ARCHIEFMODE INSCHAKELEN

Opmerking: wanneer u naar de archiefmode gaat, wordt de patiëntbewaking beëindigd (bijvoorbeeld geen ECG, geen alarmen) en wordt het actuele patiëntoverzicht opgeslagen en afgesloten.

Zo krijgt u toegang tot de archiefmode:1 Druk op OPTIES.2 Selecteer ARCHIEVEN.

3 Selecteer JA om naar de patiëntarchieven te gaan.De selectie JA heeft tot gevolgd dat het actuele patiëntoverzicht gesloten en opgeslagen wordt en dat de patiëntbewaking wordt beëindigd.–of–Selecteer NEE om de overlay te wissen en terug te keren naar het vorige scherm.

Page 124: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

6-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

GEARCHIVEERDE PATIËNTVERSLAGEN AFDRUKKENZo print u:1 Controleer of u zich in de

archiefmode bevindt (raadpleeg “Archiefmode inschakelen”, pagina 6-7).

2 Selecteer PRINTEN.

3 Als de instellingen PATIËNT en VERSLAG correct zijn, selecteert u PRINTEN om het verslag af te drukken.Anders selecteert u PATIËNT en gaat u verder met de volgende stap.

4 Selecteer een patiënt uit de lijst met patiëntoverzichten of selecteer ALLE PATIËNTEN om een lijst met alle patiëntoverzichten uit de archieven af te drukken.

5 Selecteer VERSLAG om de lijst met verslagen weer te geven:SAMENVATTING – Druk het SAMENVATTING-verslag af (middellang formaat).Een vinkje geeft aan dat het verslag al eerder is geprint.

Page 125: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 6-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

6D

atabeheer

GEARCHIVEERDE PATIËNTVERSLAGEN VERZENDENU kunt de CodeManagement Module gebruiken voor het verzenden van patiëntverslagen naar CODE-STAT™ Data Review Software via een draadloze verbinding met het LIFENET System. Voor meer informatie over het configureren van uw CodeManagement Module om te werken in het LIFENET System, kunt u de helpdocumentatie van het LIFENET System raadplegen of kunt u contact opnemen met uw vertegenwoordiger van Physio-Control.

6 Selecteer PRINTEN.Om terug te gaan naar het menu Opties / Archieven drukt u op HOOFDSCHERM.–of–Om de archiefmode te beëindigen, zet u het toestel uit.

Zo verzendt u:1 Controleer of u zich in de

archiefmode bevindt (raadpleeg “Archiefmode inschakelen”, pagina 6-7).

2 Selecteer DATA ZENDEN.

3 Als de instelling voor de PATIËNT correct is, gaat u verder naar Step 5. Selecteer anders PATIËNT en ga verder naar Step 4.

Opties / Archieven

Data zenden...

Printen...

Bewerken...

Wissen...

Uitschakelen om archief mode af te sluiten

Opties / Archieven / Data zenden

Zenden

Patiënt

Annuleren...

Vorige bladzijde...

SMITH, JOHN

Uitschakelen om archief mode af te sluiten

Page 126: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

6-10 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

GEARCHIVEERDE PATIËNTOVERZICHTEN BEWERKEN

4 Selecteer een patiënt in de lijst van Patiëntrecords.Opmerking: Patiëntrecords die eerder werden verzonden, verschijnen niet in de lijst.

5 Selecteer ZENDEN om het verslag te verzenden. De verzendstatus verschijnt in het gebied van het statusbericht.

6 Om de transmissie te annuleren, selecteert u ANNULEREN en vervolgens JA.

7 Om terug te gaan naar het menu Opties / Archieven drukt u op HOOFDSCHERM.–of–Om de archiefmode te beëindigen, zet u het toestel uit.

Zo kunt u bewerken:1 Controleer of u zich in de

archiefmode bevindt (raadpleeg “Archiefmode inschakelen”, pagina 6-7).

2 Selecteer BEWERKEN.

Opties / Archieven / Data zenden

Opties / Archieven / Data zenden

Zenden

Patiënt

Annuleren...

Vorige bladzijde...

SEELEY, MARLON

20% overgedragen

Page 127: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 6-11©2006-2013 Physio-Control, Inc.

6D

atabeheer

GEARCHIVEERDE PATIËNTOVERZICHTEN WISSEN

3 Selecteer PATIËNT.4 Voeg de benodigde patiëntinformatie

toe of wijzig deze.5 Druk op HOOFDSCHERM en zet dan

het toestel uit.

Zo wist u:1 Controleer of u zich in de

archiefmode bevindt (raadpleeg “Archiefmode inschakelen”, pagina 6-7).

2 Selecteer WISSEN.

3 Selecteer PATIËNT.

Page 128: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

6-12 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

OVERZICHT VAN AANSLUITINGEN VOOR HET ZENDEN VAN VERSLAGENPatiëntverslagen kunnen vanaf de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor worden verzonden naar compatibele Physio-Control gegevensbeheertools. U kunt gegevens verzenden met een van de volgende twee methoden.

• Draadloze verbinding — de optionele CodeManagement Module verzendt gegevens via een draadloze verbinding met het LIFENET System. Raadpleeg “Gearchiveerde patiëntverslagen verzenden”, pagina 6-9 voor instructies.

• IrDA-aansluitingen — een IrDA-poort aan de voorzijde van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor (zie bladzijde 2-7) ondersteunt draadloze infraroodcommunicatie voor het zenden van verslagen vanaf de defibrillator naar uw computer.

Opmerking: Wanneer de CodeManagement Module is bevestigd aan de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor, wordt de IrDA-verbinding uitgeschakeld.

Overwegingen voor IrDA-transmissieU start en beheert de IrDA-transmissie van apparaatgegevens op uw computer met de Physio-Control-hulpmiddelen voor beoordeling na de gebeurtenis. Hieronder vallen het invoeren van patiëntinformatie, het selecteren van te verzenden verslagen en het controleren van de transmissievoortgang. Meer informatie over het configureren van de controlehulpmiddelen van

4 Selecteer een patiënt uit de lijst.

5 Selecteer WISSEN om het geselecteerde patiëntoverzicht voorgoed uit de archieven te verwijderen.Opmerking: als u na het selecteren van WISSEN besluit dat u het patiëntoverzicht niet wilt verwijderen, selecteert u direct ONGEDAAN MAKEN. Als u doorgaat, kunt u de selectie WISSEN niet terugdraaien.

6 Druk op HOOFDSCHERM en zet dan het toestel uit.

Page 129: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 6-13©2006-2013 Physio-Control, Inc.

6D

atabeheer

Physio-Control voor beoordeling na de gebeurtenis en instructies voor het verzamelen van apparaatgegevens, kunt u vinden in de relevante documentatie en online help.

Om de transmissie te kunnen ontvangen, moet uw computer beschikken over een functionele IrDA-poort. Als uw computer geen IrDA-poort heeft, kunt u een IrDA-adapter installeren die de benodigde interface verschaft. Physio-Control raadt aan om een IrDA-adapter te installeren op alle computers om te zorgen voor succesvolle communicatieverbindingen en datatransmissies.

Er zijn IrDA-adapters beschikbaar voor seriële of USB-computerpoorten. Volg de installatie- en gebruiksinstructies die bij de adapter zijn meegeleverd en zorg ervoor dat de adapterhouder (ontvangend uiteinde) zich op een stabiel oppervlak bevindt. In Afbeelding 6-3 staan richtlijnen die u moet volgen om de defibrillator en de IrDA-adapter te plaatsen voordat u een transmissie begint.

Opmerking: de gearceerde kegel in Afbeelding 6-3 geeft bij benadering de parameters weer voor het plaatsen van de IrDA-poort van de defibrillator tegenover de IrDA-adapter. Naar gelang de afstand tussen beide onderdelen groter is, is ook het mogelijke bereik voor het richten ervan groter.

Afbeelding 6-3 IrDA-aansluitingen

IrDA- adapter/

Computer

Maximale afstand: 1,0 m

Defibrillator

Page 130: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Databeheer

6-14 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

GEGEVENSOVERDRACHT VAN TRUECPR-APPARAATOpmerking: Het TrueCPR-apparaat is mogelijk niet beschikbaar in alle landen. Neem voor meer informatie contact op met het plaatselijke verkooppunt van Physio-Control.

U kunt gegevens overdragen van het Physio-Control TrueCPR-apparaat naar controlehulpmiddelen van Physio-Control voor beoordeling na de gebeurtenis via de TrueCPR-apparaatpoort op de CodeManagement Module. Gegevens overdragen:

1 Controleer of de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor is uitgeschakeld of in de archiefmode is.2 Sluit een goedgekeurde USB-kabel aan tussen het TrueCPR-apparaat en de

CodeManagement Module.Opmerking: Gebruik alleen een USB-kabel die voldoet aan de volgende specificaties: USB 2.0 A-mannelijk naar mini-B 5-pins mannelijk, 28/24 AWB-kabel met ferrietkern (verguld), 1 m.

3 Schakel het TrueCPR-apparaat in en volg de instructies in de gebruiksaanwijzing van het TrueCPR-apparaat. Opmerkingen:

• Het kan tot één minuut duren tot het TrueCPR-apparaat het gegevensoverdrachtscherm weergeeft.

• De gegevensoverdracht duurt ongeveer 3–5 minuten.• Als u probeert tegelijkertijd gegevens te verzenden vanaf de LIFEPAK 20e defibrillator/

monitor en het TrueCPR-apparaat, worden eerst de gegevens van de defibrillator verzonden.

TIPS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MET DE DATATRANSMISSIE

Tabel 6-4 Tips voor het oplossen van problemen met de datatransmissie

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 De optie DATA ZENDEN verschijnt niet in het scherm Opties / Dossiers.

CodeManagement Module niet goed aangesloten op defibrillator.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

2 Het bericht TRANSMISSIE MISLUKT verschijnt.

Geen draadloze verbinding met LIFENET System.

• Controleer of de schakelaar voor draadloos aan de zijde van de CodeManagement Module in de positie AAN staat. Zie “Zijaanzicht van CodeManagement Module”, pagina 2-16.

• Neem contact op met de LIFENET System-beheerder in uw instelling om te controleren of de ontvangende computer actief is.

Page 131: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

DE APPARATUUR ONDERHOUDEN

Dit hoofdstuk beschrijft het verrichten van onderhoudswerkzaamheden, het testen en oplossen van problemen voor de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en geselecteerde accessoires, zoals deze van toepassing zijn voor de gebruikers. Zie voor aanvullende informatie over accessoires de gebruiksaanwijzing van de betreffende accessoires.

Algemeen onderhoud en testen bladzijde 7-2Algemene tips voor het oplossen van problemen 7-11Service en reparatie 7-14Informatie over recyclen van het product 7-14Garantie 7-15Accessoires, Benodigdheden en trainingsmiddelen 7-15

Page 132: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ALGEMEEN ONDERHOUD EN TESTEN

Periodiek onderhoud en testen van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en de accessoires is belangrijk om eventuele elektrische en mechanische defecten te helpen voorkomen en te detecteren. Als bij het testen blijkt dat er een eventueel defect is met de defibrillator of accessoires, raadpleeg dan “Algemene tips voor het oplossen van problemen”, pagina 7-11. Als het defect niet kan worden opgelost, stelt u de defibrillator direct buiten gebruik en neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel. Zie voor informatie over het testen van de accessoires de gebruiksaanwijzing bij de accessoires.

Telkens wanneer u de defibrillator/monitor aanzet, verricht deze zelftests. Indien de defibrillator/monitor een defect waarneemt, licht de LED Service op.

U kunt het toestel zodanig configureren dat een bericht ONDERHOUD NODIG op het scherm wordt weergegeven met geselecteerde tussenpozen (3, 6 of 12 maanden) om u eraan te herinneren dat het toestel onderhoud nodig heeft. De fabrieksstandaard is UIT, maar kan worden ingeschakeld door servicepersoneel.

Onderhouds- en testschemaIn Tabel 7-1 ziet u het aanbevolen onderhouds- en testschema. Dit schema kan worden gebruikt in combinatie met het interne kwaliteitwaarborgingsprogramma van het ziekenhuis, de kliniek of de SEH-afdeling waar de defibrillator wordt gebruikt. In deze gebruiksaanwijzing is een controlelijst voor de gebruiker opgenomen (zie bijlage D). Kabels en paddles vormen een kritiek onderdeel van therapietoediening en zijn onderhevig aan slijtage. Physio-Control raadt aan deze accessoires elke drie jaar te vervangen om de kans op defecten tijdens gebruik bij patiënten tot een minimum te beperken.

Aanvullend periodiek preventief onderhoud en testen zoals elektrische veiligheidstests, prestatie-inspecties en de vereiste kalibratie moeten regelmatig door bevoegd servicepersoneel worden verricht.

Tabel 7-1 Aanbevolen onderhoudsschema

Bediening Dage-lijks

Na gebruik

Wanneer nodig

6 maan-

den

12 maan-

den

Dagelijkse automatische zelftest – automatisch uitgevoerd door defibrillator.

X

Controlelijst voor de gebruiker invullen (zie bijlage D). X

Defibrillator en CodeManagement Module inspecteren. X X

Defibrillator en CodeManagement Module reinigen. X X

Controleer of alle benodigdheden en benodigde accessoires aanwezig zijn (bijvoorbeeld gel, elektroden, ECG-papier enzovoort).

X X

Gebruikerstest uitvoeren. X

Functiecontroles uitvoeren:

Controle van de bewaking met standaardpaddles X

Defibrillatie met standaardpaddles en gesynchroniseerde cardioversie op batterijvoeding

X

Controle van bewaking met therapiekabel X

Page 133: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

Dagelijkse automatische zelftestVoor routinetests en -inspectie kan de gebruiker vertrouwen op de dagelijkse automatische zelftests en de controles die worden uitgevoerd aan de hand van de controlelijst voor de gebruiker (zie Bijlage D).

Iedere dag rond 0300 (03:00 uur) voert de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor automatisch de volgende taken uit:

• Schakelt in

• Verricht zelftest

• Laadt op tot een laag energieniveau (ongeveer 1-3 joule) en ontlaadt vervolgens via een testplug of harde paddles

• Test de pacingstroomkring (als non-invasieve pacing is geïnstalleerd)

• Print de resultaten, als deze functie is ingesteld op AAN

• Verzendt de resultaten indien uitgerust met de CodeManagement Module

• Schakelt uit

De dagelijkse automatische zelftest wordt niet uitgevoerd als de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor om 0300 al is ingeschakeld. Als u de defibrillator moet gebruiken terwijl de dagelijkse automatische zelftest wordt uitgevoerd, drukt u op AAN om de defibrillator uit te schakelen, en drukt u vervolgens weer op AAN. De test wordt stopgezet en de normale werking van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor wordt hervat.

De dagelijkse automatische zelftest is een functionele test, waarmee de stroomkring van de defibrillator en de pacer, en de defibrillatiecomponent van de therapiekabels worden gecontroleerd. Deze test kan worden verricht in plaats van het dagelijkse protocol van opladen en ontladen van de defibrillator.

Het is belangrijk dat de standaardpaddleset zich stevig in de paddlehouders bevindt of dat de QUIK-COMBO-therapiekabel is aangesloten op de QUIK-COMBO-testplug (zie Afbeelding 7-1) om de dagelijkse automatische zelftest correct te kunnen voltooien. Er zijn twee redenen waarop de dagelijkse automatische zelftest kan worden voltooid. Ten eerste als de set standaardpaddles niet stevig in de paddlehouder staat of de QUIK-COMBO-therapiekabel niet is aangesloten op de QUIK-COMBO-testplug (zie Afbeelding 7-1). Ten tweede als er sprake is van een probleem met de therapiekabel of de defibrillator. Als de dagelijkse automatische zelftest niet wordt voltooid, wordt er een verslag geprint (als deze optie is ingesteld op AAN) en wordt er een tijdelijk bericht op het scherm weergegeven waarin wordt gemeld dat de zelftest niet is voltooid. In het geval van een onvoltooide dagelijkse automatische zelftest moet u controleren of de kabel correct is aangesloten en moet u de handmatige gebruikerstest in het menu OPTIES uitvoeren. Als tijdens een poging om de gebruikerstest op correcte wijze uit te voeren het bericht BEVESTIG TESTLOAD wordt weergegeven, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

Defibrillatie met therapiekabel en gesynchroniseerde cardioversie op batterijvoeding

X

Controle van pacing met therapiekabel X

Preventief onderhoud en testen. X

Tabel 7-1 Aanbevolen onderhoudsschema (vervolg)

Bediening Dage-lijks

Na gebruik

Wanneer nodig

6 maan-

den

12 maan-

den

Page 134: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Als de defibrillator is aangesloten op netvoeding en tijdens de zelftest een probleem waarneemt, blijft deze ingeschakeld en gaat de LED Service branden. Als de defibrillator niet is aangesloten op netvoeding en tijdens de zelftest een probleem waarneemt, wordt deze na de automatische zelftest uitgeschakeld. Zodra de defibrillator weer wordt ingeschakeld, licht de LED Service op. Als de setupoptie voor automatische print is ingeschakeld, wordt er automatisch een testverslag geprint zodra de automatische zelftest is voltooid. Zie “Algemene tips voor het oplossen van problemen”, pagina 7-11.

Opmerking: de integriteit van de standaardpaddles en de QUIK-COMBO-therapiekabel wordt getest wanneer de dagelijkse automatische zelftest correct wordt uitgevoerd en punt 8 van de controlelijst voor de gebruiker is afgerond (zie Bijlage D).

Opmerking: de dagelijkse automatische zelftest is niet betrouwbaar als er REDI-PAK-elektroden op de therapiekabel zijn aangesloten. Voor dagelijkse tests dient u de gebruikerstest in het menu Opties handmatig uit te voeren (zie het hoofdstuk Gebruikerstest).

Opmerking: de fabrieksinstelling voor geprinte testverslagen is UIT. Als u afgedrukte testverslagen wilt, stelt u de zelftest in op AAN in het menu voor automatisch afdrukken (zie de paragraaf “Setupopties definiëren”).

Afbeelding 7-1 QUIK-COMBO-testplug

GebruikerstestTijdens de gebruikerstest van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor worden dezelfde functies uitgevoerd als bij de dagelijkse automatische zelftest (zie de paragraaf “Dagelijkse automatische zelftest”). De handmatige gebruikerstest wordt aanbevolen als de dagelijkse automatische zelftest niet werd voltooid, als er een testfout werd gemeld of als de REDI-PAK-elektroden op de therapiekabel zijn aangesloten om de defibrillator paraat te houden. Deze test kan ook worden uitgevoerd om aan eisen van frequentere defibrillatortests te voldoen.

Als u de gebruikerstest wilt uitvoeren, moet de set standaardpaddles stevig in de paddlehouder staan of moet de QUIK-COMBO-therapiekabel zijn aangesloten op de QUIK-COMBO-testplug (zie Afbeelding 7-1). Voor REDI-PAK-elektroden ontkoppelt u de elektroden van de QUIK-COMBO-therapiekabel en sluit u deze aan op de QUIK-COMBO-testplug.

Page 135: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

Gebruikerstest uitvoerenProcedure:

1 Druk op AAN.Opmerking: om de gebruikerstest uit te voeren, negeert u alle meldingen VERWIJDER TESTPLUG en laat u de testplug aangesloten.

2 Druk op OPTIES. Als de defibrillator in de AED-mode staat, schakelt u over naar de handmatige mode en drukt u op OPTIES. Zie “Overschakelen van de AED-mode naar de handmatige mode”, pagina 4-16.

3 Selecteer GEBRUIKERSTEST.Opmerking: als het bericht BEVESTIG TESTLOAD verschijnt en de set standaardpaddles is stevig in de paddlehouders geplaatst en de QUICK-COMBO-therapiekabel is goed op de testplug aangesloten, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

4 Selecteer JA om de gebruikerstest te starten.Nadat u JA hebt gekozen, voert de gebruikerstest automatisch de volgende taken uit:• Zelftesten worden uitgevoerd.

• Het apparaat wordt opgeladen tot een laag energieniveau (ongeveer 1-3 joule) en vervolgens ontladen via een teststekker of harde paddles.

• De pacingstroomkring wordt getest (als niet-invasieve pacing is geïnstalleerd).

• De resultaten worden afgedrukt.

• Het apparaat wordt uitgeschakeld.

Opmerking: gedurende de gebruikerstest zijn alle bedieningsknoppen en standaardpaddleknoppen uitgeschakeld. Als er op de knop AAN wordt gedrukt, wordt de defibrillator uitgeschakeld.

Als de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor tijdens de gebruikerstest een probleem waarneemt, gaat de LED Service branden en wordt in een afgedrukt verslag aangegeven dat de test is mislukt. Schakel de defibrillator uit en neem contact op met bevoegd servicepersoneel. Zie “Algemene tips voor het oplossen van problemen”, pagina 7-11.

Als het nodig is de gebruikerstest te onderbreken, schakel het apparaat dan uit en weer aan. De test stopt en de defibrillator werkt normaal. Er wordt geen testverslag Geslaagd/Niet geslaagd afgedrukt.

Opmerking: het is belangrijk om inzicht te hebben in de werking van de defibrillator. Zie bladzijde 7-2 t/m bladzijde 7-11 voor suggesties voor procedures om te zorgen dat het personeel vertrouwd is met de normale werking van de defibrillator en om problemen met de werking van het toestel op te lossen. Afhankelijk van uw lokale protocollen kunnen de procedures verschillen. Voor het testen van de defibrillator door middel van het testen van de functies is het gebruik van een optionele testlaadsimulator vereist.

Page 136: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Reinigen

Reinig de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor, kabels en accessoires met een vochtige spons of doek. Gebruik uitsluitend de reinigingsmiddelen die hieronder zijn vermeld:

• Quaternaire ammoniumverbindingen

• Isopropylalcohol

• Perazijnzuuroplossingen (peroxyazijnzuuroplossingen)

Reinig de draagtas als volgt en zoals beschreven op het instructielabel:

• Met de hand wassen met een milde zeep of met een afwasmiddel en water. Een schrobber kan nuttig zijn voor zwaar vervuilde plekken. Reinigingsmiddelen zoals Formula 409® zijn nuttig voor vet, olie en andere hardnekkige vlekken.

Functiecontroles

De volgende functiecontroles worden geboden om het personeel te helpen vertrouwd te raken met de normale bedieningsprocedures en om problemen bij de prestatie van het toestel op te lossen.

Oudere simulators en testers van Physio-Control reageren anders op defibrillatoren die zijn geconfigureerd met een bifasisch defibrillatiegolfcomplex. Oudere QUIK-COMBO-simulatoren hebben een bifasische schok van 275 joule nodig om het gesimuleerde VF-ritme in NSR te veranderen. Soms kan het gesimuleerde VF-ritme niet veranderd worden, ongeacht de hoeveelheid energie. De LED Pace knippert wanneer de schok het gesimuleerde ritme niet verandert.

Nieuwere QUIK-COMBO-simulators, zoals beschreven in de accessoirecatalogus van Physio-Control en op de website, reageren op de juiste manier op defibrillatoren met een bifasisch defibrillatiegolfcomplex. Bel voor meer informatie +31 (0)45 566 8350. Buiten de Verenigde Staten neemt u contact op met het plaatselijke verkooppunt van Physio-Control.

LET OP!

Risico op materiële schade.Maak geen enkel deel van dit toestel of de accessoires schoon met bleekmiddel, een bleekmiddelverdunning of fenolverbindingen. Gebruik geen schurende of ontvlambare reinigingsmiddelen. Probeer dit apparaat of de accessoires niet te steriliseren, tenzij anders vermeld in de gebruiksaanwijzing van de accessoires.

LET OP!

Risico op beschadiging van de simulator.Ontlaad niet meer dan 30 schokken binnen een uur of 10 schokken binnen een periode van 5 minuten en stimuleer niet continu in een Physio-Control-simulator. De simulatoren kunnen oververhit raken.

Page 137: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

Controle van de patiënten-ECG-kabelBenodigde apparatuur:

• LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

• Volledig opgeladen batterijen

• Patiënten-ECG-kabel (3-afleidingen of 5-afleidingen)

• Simulator voor 3-afleidingen of 12-afleidingen

Procedure:

1 Druk op AAN.2 Sluit de ECG-kabel op de defibrillator aan.3 Sluit alle kabelafleidingen op de simulator aan.4 Zet de simulator aan en selecteer een ritme.5 Controleer na een paar seconden of het scherm een ritme weergeeft en of er geen bericht

AFLEIDINGEN LOS of SERVICE wordt weergegeven.

Controle van bewaking met standaardpaddlesBenodigde apparatuur:

• LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

• Standaardpaddles

Procedure:

1 Druk op AAN.2 Selecteer paddle-afleiding.3 Druk de oppervlakken van de paddle-elektroden tegen elkaar en controleer of een vlakke lijn

wordt weergegeven.4 Schud elke paddle in de lucht en controleer of er onregelmatige ruissignalen verschijnen.5 Installeer de paddles in de paddlehouders.

Page 138: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Defibrillatie met standaardpaddles en gesynchroniseerde cardioversie op batterijvoeding

Benodigde apparatuur:

• LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor met volledig opgeladen interne batterij

• Standaardpaddles

• Controletoestel voor defibrillator

• Patiënten-ECG-kabel

• Simulator voor 3- of 12-afleidingen

Procedure:

Zorg ervoor dat de defibrillator 4 uur voor het uitvoeren van deze test op de netvoeding is aangesloten. De batterij moet volledig opgeladen zijn.

1 Ontkoppel de defibrillator van de netvoeding.2 Druk op AAN.3 Sluit de ECG-kabel op de monitor en de patiëntsimulator aan.4 Zet de simulator aan en selecteer een willekeurig ritme behalve asystolie of ventrikelfibrillatie.5 Selecteer afleiding II.6 Druk op SYNC.7 Controleer of de LED Sync oplicht. Stel de ECG-maat bij totdat de waarnemingsmarkeringen

op de QRS-complexen verschijnen. Controleer of de LED Sync uitgaat bij elk waargenomen QRS-complex en of de hartfrequentie wordt weergegeven.

8 Plaats de standaardpaddles op de paddleplaten van het controletoestel voor de defibrillator.9 Selecteer 200 J.10 Druk op OPLADEN.

Opmerking: als het meer dan 10 seconden duurt voordat de defibrillator tot 200 Joules is opgeladen, moet de batterij mogelijk worden vervangen. Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

11 Controleer of de toon die een volledige lading aangeeft, binnen ten hoogste 10 seconden wordt gegeven.

12 Druk uitsluitend op de apex-SCHOK-knop en controleer of de defibrillator niet ontlaadt. Laat de apex-SCHOK-knop los.

13 Druk alleen op de sternum-SCHOK-knop en controleer of de defibrillator niet ontlaadt. Laat de sternum-SCHOK-knop los.

14 Druk op PRINTEN.

WAARSCHUWING!

Gevaar voor schokken.Wanneer de defibrillator wordt ontladen zoals beschreven in deze test, levert deze tot 360 J elektrische energie. Indien deze elektrische energie niet naar behoren wordt ontladen zoals beschreven in deze test, kan deze lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. Probeer deze test niet te verrichten tenzij u bevoegd bent (door opleiding en ervaring) en door en door vertrouwd bent met deze bedieningsinstructies.

Page 139: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

15 Oefen met beide paddles stevige druk uit op de platen van het controletoestel voor de defibrillator en houd beide SCHOK-knoppen van de paddles ingedrukt terwijl u naar het scherm kijkt.

16 Controleer of de defibrillator ontlaadt bij het volgende waargenomen QRS-complex.17 Controleer of de defibrillator weer op de asynchrone mode overgaat (de

waarnemingsmarkeringen worden niet meer weergegeven en de LED Sync is uit).18 Controleer of de printer de tijd, datum, Sync AAN, sync-waarnemingsmarkeringen voor

energietoediening, geselecteerde energie, geen waarnemingsmarkeringen na SCHOK 1 en sync UIT op de ECG-strook noteert.

19 Sluit de defibrillator aan op de netvoeding en schakel het toestel uit.Opmerking: de defibrillator kan worden geconfigureerd om na de ontlading in de synchrone mode te blijven.

Opmerking: als u een defibrillatietest wilt uitvoeren terwijl de standaardpaddles in de paddlehouders zijn geplaatst, voert u de gebruikerstest (bladzijde 7-4) en niet de defibrillatietest voor standaardpaddles uit.

Controle van bewaking met therapiekabelBenodigde apparatuur:

• LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

• QUIK-COMBO® -therapiekabel (of FAST-PATCH®-therapiekabel)

• QUIK-COMBO-patiëntsimulator voor 3- of 12-afleidingen of posted patiëntsimulator

• Volledig opgeladen batterijen

Procedure:

1 Druk op AAN.2 Zet de simulator aan en selecteer een normaal sinusritme.3 Sluit de therapiekabel op de patiëntsimulator aan.4 Selecteer paddle-afleiding.5 Controleer of het scherm een normaal sinusritme laat zien en of er geen bericht PADDLE-

AFLEIDING LOS of SERVICE wordt weergegeven.6 Ontkoppel de therapiekabel van de simulator. Controleer of het bericht PADDLE-AFLEIDING

LOS wordt weergegeven en er een akoestisch alarmsignaal wordt gegeven.

Defibrillatie met therapiekabel en gesynchroniseerde cardioversie op batterijvoedingBenodigde apparatuur:

• LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor met volledig opgeladen interne batterij

• QUIK-COMBO (of FAST-PATCH) therapiekabel

• QUIK-COMBO-patiëntsimulator voor 3- of 12-afleidingen of posted patiëntsimulator

• Patiënten-ECG-kabel

WAARSCHUWING!

Kans op beschadiging van de paddles en brandwonden van de patiënt.Druk de paddles stevig op de testbelastingplaten tijdens het ontladen om boogvorming en de vorming van krassen op de paddle-oppervlakken te voorkomen. Paddles met krassen of andere beschadigingen kunnen tijdens de defibrillatie brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken.

Page 140: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-10 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Procedure:

Opmerking: zorg ervoor dat de defibrillator 4 uur voor het uitvoeren van deze test op de netvoeding is aangesloten. De batterij moet volledig opgeladen zijn.

1 Ontkoppel de defibrillator van de netvoeding.2 Druk op AAN.3 Sluit de ECG-kabel op de monitor en de patiëntsimulator aan.4 Sluit de therapiekabel op de simulator aan.5 Zet de simulator aan en selecteer een willekeurig ritme behalve asystolie of ventrikelfibrillatie.6 Selecteer afleiding II.7 Druk op SYNC.8 Controleer of de LED Sync oplicht. Stel de ECG-maat bij totdat de waarnemingsmarkeringen

op de QRS-complexen verschijnen. Controleer of de LED Sync uitgaat bij elk waargenomen QRS-complex en of de hartfrequentie wordt weergegeven.

9 Selecteer 200 J.10 Druk op OPLADEN.

Opmerking: als het meer dan 10 seconden duurt voordat de defibrillator tot 200 Joules is opgeladen, moet de batterij mogelijk worden vervangen. Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

11 Controleer of de toon die een volledige lading aangeeft, binnen ten hoogste 10 seconden wordt gegeven.

12 Druk op PRINTEN.

13 Nadat de toon wordt gegeven die een volledige lading aanduidt, drukt u op SCHOK en houdt u deze knop ingedrukt terwijl u op het beeldscherm let.

14 Controleer of de defibrillator ontlaadt bij het volgende waargenomen QRS-complex.15 Controleer of de defibrillator weer op de asynchrone mode overgaat (de

waarnemingsmarkeringen worden niet meer weergegeven en de LED Sync is uit).16 Controleer of de printer de tijd, datum, Sync AAN, sync-waarnemingsmarkeringen voor

energietoediening, geselecteerde energie, geen waarnemingsmarkeringen na SCHOK 1 en sync UIT op de ECG-strook noteert.

17 Sluit de defibrillator aan op de netvoeding en schakel het toestel uit.

Opmerking: de defibrillator kan worden geconfigureerd om na de ontlading in de synchrone mode te blijven.

Controle van pacing met therapiekabelBenodigde apparatuur:

• LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

• QUIK-COMBO therapiekabel

• Patiënten-ECG-kabel

• QUIK-COMBO 3- of 12-afleidingen patiëntsimulator

• Volledig opgeladen batterijen

WAARSCHUWING!

Gevaar voor schokken.Tijdens defibrillatiecontroles passeert de ontladen energie de kabelconnectors. Zet de kabelconnectors stevig vast op de simulator.

Page 141: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-11©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

Procedure:

1 Druk op AAN.2 Sluit de QUIK-COMBO therapiekabel op de QUIK-COMBO simulator aan.3 Zet de simulator aan en selecteer BRADY.4 Sluit de ECG-kabel op de defibrillator en de simulator aan.5 Selecteer AFLEIDING II.6 Druk op PACER.7 Controleer of er waarnemingsmarkeringen verschijnen bij elk QRS-complex. Indien er geen

waarnemingsmarkeringen verschijnen of indien ze ergens anders op het ECG verschijnen, druk dan op de selector bij golfcomplex Kanaal 1 en stel de ECG-maat bij in het scherm.

8 Controleer of de overlay Frequentie wordt weergegeven.9 Druk op STROOM en verhoog de stroom tot 80 mA.10 Let op of u op het scherm geslaagde complexen ziet. Controleer of de LED Pacer knippert bij

elke afgegeven pacingpulsatie.11 Ontkoppel de QUIK-COMBO therapiekabel van de simulator. Controleer of de pacemaker

ophoudt met pacing, het bericht BEVESTIG ELEKTRODEN wordt weergegeven en er een alarmsignaal hoorbaar is.

12 Sluit de QUIK-COMBO therapiekabel weer op de simulator aan. Controleer of het akoestische alarmsignaal ophoudt, het bericht PACING AANTAL GESTOPT wordt weergegeven en de stroom 0 mA bedraagt.

13 Verhoog de stroom tot 80 mA.14 Druk op OPLADEN. Controleer of de LED Pacer uitgaat en of de hartfrequentie en de

beschikbare energie op het scherm worden weergegeven.

ALGEMENE TIPS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMENAls tijdens het gebruik of het testen van de defibrillator/monitor een probleem wordt gedetecteerd, raadpleeg dan de tips voor het oplossen van problemen in Tabel 7-2. Als het probleem niet kan worden opgelost, stel de defibrillator/monitor dan buiten gebruik en neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

Tabel 7-2 Algemene tips voor het oplossen van problemen

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

1 Geen voeding wanneer de defibrillator/monitor AAN wordt gezet.

Lage batterijspanning. • Sluit aan op netvoeding.

2 De defibrillator/monitor werkt wel, maar het scherm is leeg.

De bedrijfstemperatuur is te laag of te hoog.

• Sluit aan op netvoeding.

Het scherm geeft niet goed weer.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

3 Het bericht PRINTER CONTROLEREN wordt weergegeven.

Het printerpapier loopt vast, schuift weg of wordt verkeerd doorgevoerd.Het printerpapier is op.

• Installeer het papier opnieuw.

• Voeg nieuw papier toe.• Als het probleem aanhoudt, neem

dan contact op met bevoegd servicepersoneel.

Page 142: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-12 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

4 LED van de netvoeding op defibrillator/monitor niet opgelicht wanneer aangesloten op de wisselstroom.

Losse of onjuiste verbinding tussen defibrillator en voedingsbron.

• Controleer de voedingsaansluitingen en -kabels.

Losse of onjuiste verbinding tussen defibrillator en CodeManagement Module.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

5 De LED Service licht op.

De zelftest van de defibrillator geeft een servicemelding.

• Blijf de defibrillator gebruiken indien dit nodig is.

• Schakel de defibrillator uit en weer in. Dit creëert een nieuw patiëntoverzicht.

• Als de LED Service niet uitgaat, moet de defibrillator buiten actief gebruik worden gesteld.

• Meld het oplichten van de LED Service aan bevoegd servicepersoneel.

6 Problemen bij de ECG-bewaking.

• Zie Paragraaf 3, bladzijde 3-5.

7 Problemen bij de AED-bediening.

• Zie Paragraaf 4, bladzijde 4-6.

8 Problemen bij defibrillatie/gesynchroniseerde cardioversie.

• Zie Paragraaf 4, bladzijde 4-25.

9 Problemen bij pacing. • Zie Paragraaf 4, bladzijde 4-28.

10 De weergegeven tijd is niet juist.

De tijd is verkeerd ingesteld.

• Verander de tijdinstelling. Zie Paragraaf 2, bladzijde 2-7.

11 De op het verslag geprinte datum is niet juist.

De datum is verkeerd ingesteld.

• Verander de datuminstelling. Zie Paragraaf 2, bladzijde 2-7.

12 De weergegeven berichten zijn nauwelijks zichtbaar of knipperen.

Batterij bijna leeg.Buiten het temperatuurbereik.

• Sluit onmiddellijk aan op de netvoeding.

13 Laag luidsprekervolume.

Vocht in de openingen in de afdekplaat van de luidspreker.

• Veeg het vocht af van de afdekplaat van de luidspreker en laat het toestel drogen.

Tabel 7-2 Algemene tips voor het oplossen van problemen (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 143: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-13©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

14 Bericht ONDERHOUD NODIG wordt weergegeven.

De melding voor onderhoud is zodanig ingesteld dat deze met geselecteerde tussenpozen in de servicemode wordt weergegeven.

• Blijf het toestel indien nodig gebruiken.

• Neem contact op met servicepersoneel om de onderhoudsmelding opnieuw in te stellen of uit te schakelen.

• Neem contact op met de technische dienst van Physio-Control voor instructies over het resetten of uitschakelen van deze melding.

15 Het bericht ZELFTEST NIET VOLTOOID wordt weergegeven.

Testplug niet aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel tijdens dagelijkse automatische zelftest.

• Sluit de testplug aan op de QUIK-COMBO-therapiekabel.

• Voer de handmatige gebruikerstest uit.

Standaardpaddles bevinden zich niet in de paddlehouders tijdens de dagelijkse automatische zelftest.

• Zorg ervoor dat de standaardpaddles zich in de paddlehouders bevinden tijdens de dagelijkse automatische zelftest.

Defecte therapiekabel of een probleem met de defibrillator.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

16 Bericht ZELFTESTEN MISLUKT wordt weergegeven.

De zelftest van de defibrillator geeft een servicemelding tijdens de dagelijkse automatische zelftest.

• Gebruik in noodgevallen de defibrillator of pacemaker.

• Meld het mislukken van de zelftest aan bevoegd servicepersoneel.

17 Het bericht GEBRUIKERSTEST NIET VOLTOOID wordt weergegeven.

Testplug niet aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel tijdens gebruikerstest.

• Sluit testplug aan op QUIK-COMBO-therapiekabel voor gebruikerstest.

Standaardpaddles bevinden zich niet in de paddlehouders tijdens de gebruikerstest.

• Zorg ervoor dat de standaardpaddles zich in de paddlehouders bevinden tijdens de gebruikerstest.

Defecte therapiekabel of een probleem met de defibrillator.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

18 Het bericht GEBRUIKERSTEST MISLUKT wordt weergegeven.

De zelftest van de defibrillator geeft een servicemelding tijdens de gebruikerstest.

• Gebruik in noodgevallen de defibrillator of pacemaker.

• Meld het mislukken van de gebruikerstest aan bevoegd servicepersoneel.

Tabel 7-2 Algemene tips voor het oplossen van problemen (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 144: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-14 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SERVICE EN REPARATIE

Als bij het testen en problemen oplossen of door middel van een bericht wordt aangegeven dat de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor onderhoud nodig heeft, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel. In de Verenigde Staten belt u 1.800.442.1142. Buiten de Verenigde Staten neemt u contact op met het plaatselijke verkooppunt van Physio-Control.

Wanneer u Physio-Control belt voor serviceondersteuning, geeft u het model- en serienummer op en beschrijft u uw bevindingen. Indien het toestel naar een servicekantoor of de fabriek moet worden verzonden, verpakt u het toestel zo mogelijk in de oorspronkelijke verpakking of in beschermende verpakking om beschadiging tijdens de verzending te voorkomen.

In de servicehandleiding van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor vindt u gedetailleerde technische informatie voor het ondersteunen van service en reparatie door bevoegd servicepersoneel.

INFORMATIE OVER RECYCLEN VAN HET PRODUCTAlle materialen moeten worden gerecycled met inachtneming van landelijke en plaatselijke voorschriften. Neem voor hulp contact op met uw lokale vertegenwoordiger van Physio-Control of ga naar www.physio-control.com/recycling voor instructies over het afvoeren van dit product.

19 Op de afdruk is 79 J genoteerd, maar >79 J werd geselecteerd.

Paddles zijn ontladen terwijl deze zich in de paddlehouders bevinden of kortsluiting met elkaar maken.

• Zie “Defibrillatie met standaardpaddles en gesynchroniseerde cardioversie op batterijvoeding”, pagina 7-8.

• Gebruikerstest uitvoeren.

20 De defibrillator laadt niet binnen 10 seconden op tot 200 joule op batterijvoeding.

Batterij bijna leeg.

Batterij defect.

• Sluit de defibrillator aan op de netvoeding.

• Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

WAARSCHUWINGEN!

Gevaar voor schokken.Demonteer de defibrillator niet. Deze bevat geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen en er kan zich gevaarlijke hoogspanning voordoen. Neem contact op met bevoegd servicepersoneel voor reparatie.

Risico op ineffectieve afgifte van energie.De servicemode is uitsluitend bestemd voor bevoegd personeel. Verkeerd gebruik van de servicemode kan de configuratie en de energieniveaus veranderen. Neem contact op met bevoegd servicepersoneel voor hulp of informatie over de configuratie van het toestel.

Tabel 7-2 Algemene tips voor het oplossen van problemen (vervolg)

Observatie Mogelijke oorzaak Corrigerende handeling

Page 145: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 7-15©2006-2013 Physio-Control, Inc.

7D

e apparatuur onderhouden

Hulp bij het recyclenDe defibrillator en de accessoires moeten worden gerecycled met inachtneming van landelijke en plaatselijke voorschriften. Neem voor hulp contact op met het plaatselijke verkooppunt van Physio-Control.

VoorbereidingHet toestel moet schoon en vrij van verontreinigingen zijn voordat het wordt gerecycled.

Recyclen van wegwerpelektrodenNa gebruik van wegwerpelektroden volgt u de plaatselijke klinische procedures voor het recyclen.

VerpakkingDe verpakking moet worden gerecycled met inachtneming van landelijke en plaatselijke voorschriften.

GARANTIEOm een gedetailleerde garantieverklaring te verkrijgen, dient u contact op te nemen met een lokale Physio-Control-vertegenwoordiger of gaat u naar www.physio-control.com.

ACCESSOIRES, BENODIGDHEDEN EN TRAININGSMIDDELENDe volgende accessoires zijn goedgekeurd voor gebruik in combinatie met de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor. Voor het plaatsen van bestellingen neemt u contact op met uw vertegenwoordiger van Physio-Control of bestelt u online op store.physio-control.com. Voor accessoires zonder CE-markering raadpleegt u de LIFEPAK 20-accessoirecatalogus.

Opmerking: de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor, inclusief accessoires, bedoeld voor direct of oppervlakkig contact met de patiënt, is latexvrij.

Therapie • QUIK-COMBO®-pacing/defibrillatie/ECG-elektroden

• QUIK-COMBO RTS pacing/defibrillatie/ECG-elektroden

• QUIK-COMBO-pacing/defibrillatie/ECG-elektroden voor kinderen

• QUIK-COMBO pacing/defibrillatie/ECG-elektroden met REDI-PAK™-aansluitsysteem

• QUIK-COMBO-defibrillatiekabel

• FAST-PATCH® Plus-defibrillatie/ECG-elektroden

• FAST-PATCH-adapterkabel

• Standaardpaddles met ingebouwde paddles voor kinderen

• Interne paddles

Bewaking

ECG • 3-draads ECG-kabel

• 5-draads ECG-kabel

Page 146: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

De apparatuur onderhouden

7-16 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SpO2 - Masimo® • Patiëntverlengkabels LNOP® (1,22, 2,44 en 3,66 meter)

• Patiëntverlengkabels LNCS™ (1,22, 2,44 en 3,66 meter)

• Verlengkabel LNCS (1,22 meter)

• Herbruikbare LNOP- en LNCS-sensoren

• LNOP- en LNCS-wegwerpsensoren

• LNOP- en LNCS-wegwerpsamplekits

SpO2 - Nellcor™ • Herbruikbare Oximax™ DS-100A-sensor voor volwassenen

• Oximax-wegwerpsensoren (Max-A Adult, Max-R Adult Nasal, Max-P Pediatric, Max-I Infant, Max-N Neonatal/Adult)

• Oxisensor® II-wegwerpsensoren (D-25 Adult, D-20 Pediatric, I-20 Infant, N-25 (Neonatal/Adult))

• MNC-1-adapterkabel (1,22, 3,05 meter)

EtCO2 - Oridion® • FilterLine® SET volwassenen/kinderen

• FilterLine-set lang volwassenen/kinderen

• FilterLine H SET volwassenen/kinderen, zuigeling/neonaat

• Smart CapnoLine® Plus met O2 volwassene/jongere

• Smart CapnoLine Plus lang met O2 volwassene/jongere

• Smart CapnoLine met O2 kinderen

• Smart CapnoLine kinderen

Andere accessoires • CodeManagement Module voor gebruik met de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor

• QUIK-COMBO-testplug

• Basisstation

• Seriële kabel (systeemconnector)

Page 147: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 8-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

8S

etupopties definiëren

SETUPOPTIES DEFINIËREN

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe setupopties moeten worden gedefinieerd voor de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor.

Setupopties bladzijde 8-2Setupopties invoeren 8-2Algemeen setupmenu 8-4Setupmenu voor handmatige mode 8-5Setupmenu voor AED-mode 8-7Setupmenu metronoom voor CPR 8-8Setupmenu voor pacing 8-9Bewakingsmenu 8-9Setupmenu voor gebeurtenissen 8-11Setupmenu voor alarm 8-11Setupmenu voor de printer 8-12Setupmenu voor klok 8-13Setupmenu voor resetten van standaarden 8-13Standaarden printen 8-13Setupmenu voor zenden van configuratie 8-13Setupmenu voor instellen van wachtwoorden 8-14Servicemode 8-14

Page 148: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

8-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SETUPOPTIES

Met setupopties kunt u bedieningsfuncties voor de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor definiëren zoals toestelidentificatienummers en standaardinstellingen. In Tabel 8-1 tot en met Tabel 8-21 worden alle setupopties samen met de standaardfabrieksinstellingen weergegeven.

Setupopties kunnen op een van deze twee manieren worden geselecteerd:

• Gebruik het menu setupopties op het LIFEPAK 20e-apparaat. Zie “Setupopties invoeren”, pagina 8-3, voor meer informatie.

• Gebruik LIFENET Device Agent voor het beheren van de setupopties op het LIFEPAK 20e-apparaat. Raadpleeg het Help-systeem van LIFENET Device Agent voor meer informatie.

Configuraties printen vóór service of reparatieIndien er servicewerkzaamheden of reparaties aan de defibrillator worden verricht die de onderdelen van het interne geheugen beïnvloeden, zoals vervanging van de hoofdprintplaat, kunnen veranderingen die eerder in de optiedefinities zijn aangebracht, uit het geheugen raken. Voordat u servicewerkzaamheden of reparaties laat verrichten, dient u de standaardinstellingen van de gebruikersinstelling te printen zodat de speciaal ingestelde definities na de servicewerkzaamheden of reparaties opnieuw kunnen worden ingevoerd. (Zie “Standaarden printen”, pagina 8-13.)

WachtwoordbeveiligingOm toegang door onbevoegden te voorkomen, is er een beveiligingswachtwoord nodig om toegang te krijgen tot het setupmenu en de servicemode (zie bladzijde 8-14). Met de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is het mogelijk beide wachtwoorden te wijzigen. De wachtwoorddefinitie is onderdeel van de toestelidentificatieoptie.

Opmerking: om de defibrillator met nieuwe instellingen te gebruiken, moet u deze uit- en weer aanzetten.

WAARSCHUWING!

Mogelijke onjuiste werking van defibrillator.Door de standaardinstellingen van de fabriek te wijzigen, verandert het functioneren van het apparaat. Wijzigingen in de standaardinstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel.

WAARSCHUWING!

Risico op ineffectieve afgifte van energie.De servicemode is uitsluitend bestemd voor bevoegd personeel. Verkeerd gebruik van de servicemode kan de configuratie en de energieniveaus van de defibrillator wijzigen. Neem contact op met servicepersoneel voor hulp of informatie over de configuratie van de defibrillator.

Page 149: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 8-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

8S

etupopties definiëren

SETUPOPTIES INVOEREN

Als u op HOOFDSCHERM drukt na het selecteren van een menu-item, keert u terug naar het setupscherm.

Zo krijgt u toegang tot het Setupmenu:1 Druk op AAN terwijl u OPTIES en

GEBEURTENIS ingedrukt houdt. Blijf deze bedieningselementen ingedrukt houden totdat het scherm Wachtwoord verschijnt.

2 Voer het wachtwoord in door de cijfers in de gemarkeerde velden te doorlopen.

3 Selecteer het cijfer. Het cijfer verandert in een stip om het wachtwoord te beveiligen. Als u het juiste cijfer invoert, wordt het volgende nummer automatisch gemarkeerd. Wanneer u het juiste wachtwoord hebt ingevoerd, verschijnt de setupoverlay.Als u het wachtwoord verkeerd invoert, verschijnt het bericht ONJUIST WACHTWOORD – OPNIEUW in het statusberichtgebied. U hebt drie kansen om het wachtwoord correct in te voeren. Zet de voeding uit en weer aan om opnieuw te beginnen.

SetupAlgemene toestelopties instellen

Algemeen...Handmatige mode...

AED Mode...Metronoom voor CPR...

Pacing...Bezig met bewaken...

Gebeurtenissen...Alarm...

Printer...Klok...

Zelftest...Standaarden resetten...Standaarden printen...Configuratie zenden...

Stel wachtwoorden in...Service...

Page 150: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

8-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

ALGEMEEN SETUPMENUMet het algemeen setupmenu kunt u algemene instellingen definiëren. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond. De onderstreepte opties zijn de standaardfabrieksinstellingen.

Tabel 8-1 Algemeen setupmenu

Menu-item Helpbericht Opties

TAAL Taal gebruikt voor alle berichten, stemcommando's

De opties zijn: ENGLISH, FRENCH, GERMAN, SPANISH, SWEDISH, ITALIAN, DUTCH, FINNISH, DANISH, NORWEGIAN, POLISH, PORTUGUESE, BRAZILIAN, JAPANESE, CHINESE MANDARIN, CZECH, HUNGARIAN, KOREAN en RUSSIAN.

SAMENVATTING Formaat SAMENVATTING De opties zijn: KORT en MIDDEN (zie bladzijde 6-2).

LOCATIENUM-MER

Locatie-ID Wordt geprint op verslagen. 0-9, A-Z beschikbaar. Maximaal 25 cijfers.

TOESTELNUM-MER

Defibrillator-ID Wordt geprint op verslagen. 0-9, A-Z beschikbaar. Maximaal 25 cijfers.

AUTOLOG Levenstekenen om de 5 minuten automatisch vastleggen

AAN: data van levenstekenen worden eens in de 5 minuten ingevoerd in Gebeurtenis/Levensteken-logboeken.UIT: levenstekenen worden uitsluitend ingevoerd wanneer er gebeurtenissen plaatsvinden.

LIJNFILTER Lijnfiltercentrumfrequentie 50 of 60 HZ.

TIMEOUT-SNELHEID

Wacht tot menu is gesloten Tijd gedurende welke de menu's op het scherm blijven (30, 10 of 5 SECONDEN). (De menu's Pacing en Zenden blijven altijd 30 seconden op het scherm.)

VERLIES NETVOEDING

Een reeks waarschuwingspieptonen wanneer de defibrillator wordt uitgeschakeld en niet op een stopcontact is aangesloten.

De opties zijn: 5, 15 of 30 MINUTEN of NIET WAARSCHUWEN.

VORIGE BLADZIJDE

Terug naar vorige bladzijde.

Page 151: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 8-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

8S

etupopties definiëren

SETUPMENU VOOR HANDMATIGE MODE Met het setupmenu Handmatige mode kunt u instellingen definiëren voor defibrillatie en gesynchroniseerde cardioversie. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond. De onderstreepte opties zijn de standaardfabrieksinstellingen.

Tabel 8-2 Setupmenu voor handmatige mode

Menu-item Helpbericht Opties

SYNC Standaardwaarden sync instellen

Zie Tabel 8-3.

PADDLES - STANDAARD

Standaardenergie voor paddles of QUIK-COMBO-elektroden

Instelling voor opstartenergie voor standaardpaddles en therapie-elektroden: 2, 5, 10, 50, 100, 125, 150, 175, 200 (joule) of ENERGIEPROTOCOL.

ENERGIEPROTO-COL…

Energie voor energieprotocol

Zie Tabel 8-4.

INTERNE STANDAARD

Standaardenergie voor interne paddles

Energie-instelling bij aanzetten voor interne paddles: 2, 5, 10, 20, 30 of 50.

STEMCOM-MANDO'S

Stemcommando's actief in handmatige mode

AAN: stemcommando's actief.UIT: stemcommando's niet actief.

SCHOKTOON Toon als defibrillator volledig is opgeladen

AAN: er is een toon hoorbaar.UIT: geen toon.

HANDMATIGE TOEGANG

Methode om toegang te krijgen tot de handmatige mode

HANDMATIG / DIRECT: geen beperkingen voor handmatige mode.AED / DIRECT: geen beperkingen voor de AED-mode.AED / BEVESTIGEN: bevestiging nodig om toegang tot handmatige mode te verkrijgen.AED / WACHTWOORD: wachtwoord vereist voor handmatige mode.

STEL WACHTWOORD IN...

Wachtwoord vereist voor handmatige mode

Indien geconfigureerd voor wachtwoordtoegang:Geen: standaardwachtwoord geactiveerd.Nieuw: door gebruiker gedefinieerde code van 4 cijfers geactiveerd.

Page 152: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

8-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Om te activeren: selecteer ENERGIEPROTOCOL in het standaardmenu Paddles. Automatische energiereeksen worden uitgeschakeld wanneer u tijdens gebruik op ENERGIEKEUZE drukt of van of naar de AED-mode overschakelt.

Tabel 8-3 Standaardwaarden synchronisatie

Menu-item Helpbericht Opties

SYNC NA SCHOK Hervat sync na energieoverdracht

AAN: defibrillator keert terug naar synchrone mode na energieoverdracht.UIT: defibrillator keert terug naar asynchrone mode.

REMOTE SYNC Sync met remote monitor toestaan

AAN: externe synchronisatie actief met aansluiting op een compatibele externe monitor.UIT: geen aansluiting op externe monitor actief.

Tabel 8-4 Setupmenu voor handmatige mode voor energieprotocol

Menu-item Helpbericht Opties

VOORAF INGESTELD PROTOCOL

Selecteer vooraf ingesteld energieprotocol

VOLLEDIGE ENERGIE, KIND.

ENERGIE 1 Selecteer energieniveau voor schok 1

Volledig bereik: 100, 125, 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300, 325, 360.Voor kinderen: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 15, 20, 30, 50, 70, 100.

ENERGIE 2* Selecteer energieniveau voor schok 2

Volledig bereik: 100, 125, 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300, 325, 360.Voor kinderen: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 15, 20, 30, 50, 70, 100.

ENERGIE 3* Selecteer energieniveau voor schok 3

Volledig bereik: 100, 125, 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300, 325, 360.Voor kinderen: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 15, 20, 30, 50, 70, 100, 125, 150.

* ENERGIE 2 kan niet lager zijn dan ENERGIE 1. ENERGIE 3 kan niet lager zijn dan ENERGIE 2.

Page 153: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 8-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

8S

etupopties definiëren

SETUPMENU VOOR AED-MODEMet het setupmenu voor de AED-mode kunt u instellingen voor de automatische externe defibrillator (AED) definiëren. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond met een beschrijving van de optie. De onderstreepte opties zijn standaardfabrieksinstellingen en zijn conform de richtlijnen van de American Heart Association (AHA) en de Europese Reanimatieraad (ERC) uit 2010. Zie Bijlage F voor een gedetailleerde beschrijving van setupopties voor reanimatie.

Tabel 8-5 Setupmenu voor de AED-mode

Menu-item Helpbericht Opties

ENERGIEPRO-TOCOL…

Volgorde defibrillatie-energieën

Zie Tabel 8-7.

STEMCOM-MANDO'S

Stemcommando's aan in AED-mode

AAN: stemcommando actief.UIT: stemcommando niet actief.

AUTOANALYSE Autoanalyse-opties selecteren NA 1E SCHOK: de eerste en derde ritmeanalysen van elke reeks van drie opeenvolgende schokken worden automatisch gestart. (Opeenvolgende schokken moet zijn ingesteld op AAN.)UIT: autoanalyse niet actief.

BEWEGING WAARGENO-MEN

Alarm bij waarneming beweging

AAN of UIT.

ECG-WEERGAVE

ECG-golfcomplex in AED-mode weergeven.

AAN of UIT.

CPR... Reanimatieopties AED-mode instellen

PULSATIECON-TROLE

Pulsatiecontrole inschakelen ALTIJD: na elke reeks opeenvolgende schokken en na elk 'geen schokadv.'.NA ELK GEEN SCHOKADV.: alleen na GEEN SCHOK GEADVISEERD.NA 2E GEEN SCHOKADV.: na elk 'Geen schokadvies' behalve voor 'Geen schokadvies'-resultaat van eerste analyse.NOOIT: nooit vragen om PULSATIECONTROLE.

Page 154: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

8-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SETUPMENU METRONOOM VOOR CPRVia het setupmenu metronoom voor CPR kunt u de CPR-metronoom inschakelen voor de AED mode en de C:V-verhouding (compressie/ventilatie) definiëren voor elke instelling Leeftijd-luchtweg. De C:V-verhouding is aanpasbaar om verschillende instellingen te bieden op basis van de leeftijd en de toestand van de luchtwegen van de patiënt en volgens de lokale medische protocollen.

Tabel 8-6 CPR-setupmode voor de AED-mode

Menu-item Helpbericht Opties

CPR-TIJD 1 Reanimatie-interval instellen na schokken

15, 30, 45, 60, 90, 120, 180 SECONDEN of 30 MINUTEN

CPR-TIJD 2 Reanimatie-interval instellen na GEEN SCHOK GEADVISEERD

15, 30, 45, 60, 90, 120, 180 SECONDEN of 30 MINUTEN

INITIËLE REANIMATIE

Initiële reanimatie inschakelen UIT, EERST ANALYSEREN, EERST REANIMEREN

INIT. REANIMA-TIEDUUR

Reanimatie-interval voor initiële reanimatie instellen

15, 30, 45, 60, 90, 120, 180 SECONDEN

REANIMATIE VÓÓR SCHOK

Reanim.-interval na beslissing dat schok geadv. is instellen

UIT, 15, 30 SECONDEN

Tabel 8-7 Setupmenu voor AED-mode / Energieprotocol

Menu-item Helpbericht Opties

VOORAF INGEST. PROTOC.

Selecteer een vooraf ingesteld energieprotocol

Energie 1: 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300, 325, 360Energie 2: 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300, 325, 360Energie 3: 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300, 325, 360Energie 2 kan niet lager zijn dan Energie 1. Energie 3 kan niet lager zijn dan Energie 2.

FLEXIBELE PROTOCOLLEN

Herh. vorige energiekeuze na GEEN SCHOK GEADVISEERD

AAN of UIT.

OPEENVOL-GENDE SCHOKKEN

Opeenvolgende schokken zonder CPR inschakelen

AAN of UIT.

Tabel 8-8 Setupmenu Metronoomvoor CPR

Menu-item Helpbericht Opties

METRONOOM Metronoom inschakelen tijdens CPR

AAN of UIT(schakelt metronoom in of uit voor de AED mode.)

VOLW. - NIET GEÏNTUBEERD

Verhouding compressies/beademing instellen 30:2, 16:1, 15:2, 12:1, 10:1, 100:0

Page 155: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 8-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

8S

etupopties definiëren

SETUPMENU VOOR PACINGMet het setupmenu voor pacing kunt u instellingen definiëren voor non-invasieve pacemakers. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond. De onderstreepte opties zijn de standaardfabrieksinstellingen.

BEWAKINGSMENUGebruik het bewakingsmenu om instellingen te definiëren voor de bewaking van ECG en SpO2. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond. De onderstreepte opties zijn de standaardfabrieksinstellingen.

VOLW. - GEÏNTUBEERD

Verhouding compressies/beademing instellen 30:2, 16:1, 15:2, 12:1, 10:1, 100:0

JONGERE- NIET GEÏNTUBEERD

Verhouding compressies/beademing instellen 30:2, 16:1, 15:2, 12:1, 10:1, 100:0

JONGERE- GEÏNTUBEERD

Verhouding compressies/beademing instellen 30:2, 16:1, 15:2, 12:1, 10:1, 100:0

Tabel 8-9 Setupmenu voor pacing

Menu-item Helpbericht Opties

FREQUENTIE Standaard pacingfrequentie 40-170, 60 PPM.

STROOM Standaard pacing-stroomsterkte

0-200 mA.

MODE Standaard pacingmode DEMAND of NON-DEMAND.

INTERNE PACER

Zoek inwendige pacemaker en druk pijlen af

DETECTIE UIT of DETECTIE AAN.

Tabel 8-10 Bewakingsmenu

Menu-item Helpbericht Opties

KANALEN… Standaard kanaal golfcomplexen instellen

Zie Tabel 8-11.

CONTINU-ECG ECG-golfcomplex continu opslaan AAN of UIT.

SPO2-TOON SpO2-pulsatietoon AAN of UIT.

CO2... Stel de CO2-standaardwaarden in Raadpleeg Tabel 8-13.

Tabel 8-8 Setupmenu Metronoomvoor CPR

Menu-item Helpbericht Opties

Page 156: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

8-10 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Setupmenu KanalenOm de standaardset en maximaal vijf optionele golfcomplexsets te definiëren voor kanalen 1 en 2, selecteert u een item uit het Setupmenu Kanalen.

Setupmenu Golfcomplexsets

Menu CO2-instelling

Tabel 8-11 Setupmenu Kanalen

Menu-item Helpbericht Opties

StandaardSET Standaardset golfcomplexen selecteren

SET 1, SET 2, SET 3, SET 4 of SET 5.

SET 1 Selecteer kanaal golfcomplexen voor set 1

Zie Tabel 8-12.

SET 2 Selecteer kanaal golfcomplexen voor set 2

Zie Tabel 8-12.

SET 3 Selecteer kanaal golfcomplexen voor set 3

Zie Tabel 8-12.

SET 4 Selecteer kanaal golfcomplexen voor set 4

Zie Tabel 8-12.

SET 5 Selecteer kanaal golfcomplexen voor set 5

Zie Tabel 8-12.

Tabel 8-12 Setupmenu Golfcomplexsets

Menu-item Helpbericht Opties*

KANAAL 1 Selecteer golfcomplex voor kanaal 1 PADDLES, ECG-AFLEIDING I, ECG-AFLEIDING II, ECG-AFLEIDING III (AVR, AVL, AVF, C)

KANAAL 2 Selecteer golfcomplex voor kanaal 2 GEEN, DOORLOPEND ECG, PADDLES, ECG-AFLEIDING I, ECG-AFLEIDING II, ECG-AFLEIDING III (AVR, AVL, AVF, C), SPO2, CO2

* Uitsluitend beschikbare afleidingen verschijnen als optie.

Tabel 8-13 Menu CO2-instelling

Menu-item Helpbericht Opties*

EENHEDEN Stel de CO2-meeteenheden in mmHg, %, kPa

BTPS Correctie lichaamstemperatuur toepassen op EtCO2-waarde

AAN of UIT

Page 157: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 8-11©2006-2013 Physio-Control, Inc.

8S

etupopties definiëren

SETUPMENU VOOR GEBEURTENISSENGebruik het setupmenu voor gebeurtenissen om door de gebruiker ingevoerde gebeurtenissen te configureren of te creëren. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond.

SETUPMENU VOOR ALARMMet het setupmenu ALARM kunt u alarmsignalen definiëren en het alarmvolumeniveau instellen. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond. De onderstreepte opties zijn de standaardfabrieksinstellingen.

Tabel 8-14 Setupmenu voor gebeurtenissen

Menu-item Helpbericht Opties

GEBEURTENIS-SEN BLZ. 1…

Selecteer gebeurtenissen voor blz. 1

Selecteer gebeurtenissen 2 tot en met 9 uit een vooraf ingestelde lijst.

GEBEURTENIS-SEN BLZ. 2…

Selecteer gebeurtenissen voor blz. 2

Selecteer gebeurtenissen 10 tot en met 18 uit een vooraf ingestelde lijst.

AANGEPASTE GEBEURTENIS-SEN

Maak aangepaste gebeurtenissen voor gebeurtenissenscherm

Maak maximaal 16 gebeurtenisnamen om op te nemen in de vooraf ingestelde lijst.Door het herstellen van de standaardinstellingen wordt de aangepaste lijst gewist.

Tabel 8-15 Setupmenu voor alarm

Menu-item Helpbericht Opties

VOLUME Volume instellen voor alarm, tonen en stemcommando's

Selecteer het volumeniveau uit een toenemingsdisplay. De minimuminstelling vermindert de alarmsignalen, maar onderdrukt deze niet.

ALARM Alarm bij aanzetten activeren AAN: activeert alarmen voor hartfrequentie, SpO2 en CO2, telkens wanneer de voeding van de defibrillator wordt ingeschakeld.UIT: alarm beschikbaar via de knop ALARM.

VF/VT-ALARM Alarm bij detectie VF of VT AAN: activeert een VF/VT-alarm wanneer de defibrillator wordt ingeschakeld.UIT: VF/VT-alarm beschikbaar via de knop ALARM.

Page 158: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

8-12 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SETUPMENU VOOR DE PRINTERMet het setupmenu Printer kunt u het automatisch afdrukken van gebeurtenissen en de ECG-frequentiereactie definiëren. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond. De onderstreepte opties zijn de standaardfabrieksinstellingen.

Setupmenu voor automatisch afdrukken

Tabel 8-16 Setupmenu voor de printer

Menu-item Helpbericht Opties

AUTOMATISCHE PRINT

Specificeer automatische printgebeurtenissen

Zie Tabel 8-17.

ECG-MODE Standaard ECG-frequentiereactie

MONITOR of DIAGNOSTISCH

MONITORMODE Standaard monitorfrequentiereactie voor printer en beeldscherm

1-30 HZ of 0,5-40 HZ.

DIAGNOSTISCHE MODE

Standaard diagnostische frequentiereactie printer

0,05-40 HZ of 0,05-150 HZ.

ALARMGEBEURTE-NISSEN

Golfcomplexen met alarmgebeurtenissen in samenvatting printen

AAN of UIT.

GEBEURTENIS GOLFCOMPLEXEN

Golfcomplexen met aangepaste gebeurtenissen in samenvatting printen

AAN of UIT.

Tabel 8-17 Setupmenu's voor automatische print

Menu-item Helpbericht Opties

DEFIBRILLATIE Autom. afdruk defibrillatiegebeurtenissen

AAN of UIT.

PACING Autom. print pacing-gebeurtenissen

AAN of UIT.

PATIËNT CONTROLEREN

Autom. print Controleer patiëntgebeurtenissen

AAN of UIT.

SAS Autom. print SAS-gebeurtenissen

AAN of UIT.

PATIËNTALARMEN Autom. print patiëntalarmen AAN of UIT.

GEBEURTENISSEN Autom. print genoteerde gebeurtenissen

AAN of UIT.

BEGINRITME Autom. print begin-ECG AAN of UIT.

ZELFTEST Autom. Print resultaat zelftest AAN of UIT.

Page 159: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor 8-13©2006-2013 Physio-Control, Inc.

8S

etupopties definiëren

SETUPMENU VOOR KLOKGebruik het setupmenu Klok om instellingen voor de weergegeven tijd te definiëren. Wanneer u een item uit het menu selecteert, wordt er een helpbericht getoond. De onderstreepte opties zijn de standaardfabrieksinstellingen.

* De datum en tijd worden automatisch bijgewerkt wanneer de CodeManagement Module een verbinding maakt met het LIFENET System.

SETUPMENU VOOR RESETTEN VAN STANDAARDENGebruik het menu Standaarden resetten om de defibrillator te configureren op alle standaardfabrieksinstellingen.

STANDAARDEN PRINTENGebruik het menu Standaarden printen om de huidige configuratie van het toestel af te drukken.

SETUPMENU VOOR ZENDEN VAN CONFIGURATIEGebruik het setupmenu voor het zenden van de configuratie om met de setup van het ene toestel de setup in een ander toestel te overschrijven. U kunt setupconfiguraties verzenden tussen toestellen met verschillende functies, omdat alle toestellen identieke setupmenu's hebben, ongeacht de functies.

Opmerking: Als een CodeManagement Module wordt bevestigd aan de defibrillator, zal de

Tabel 8-18 Setupmenu voor klok

Menu-item Helpbericht Opties

TIJDZONE Tijdzone voor dit toestel selecteren

GEEN, 74 tijdzone-instellingen.

DATUM/TIJD Huidige datum en tijd instellen De volgende keer dat de defibrillator wordt ingeschakeld, wordt de huidige datum van kracht.*

KLOKMODE Actuele of verstreken tijd op scherm getoond

REAL TIME of VERSTREKEN TIJD.

ZOMERTIJD Regels voor zomertijd inschakelen

AAN of UIT.

Tabel 8-19 Setupmenu voor resetten van standaarden

Menu-item Helpbericht Opties

ANNULEREN Annuleren en terug naar setupscherm

Annuleert resetbewerking.

RESET Terugzetten op fabrieksinstellingen

Stelt de instelparameters weer in op de standaard fabrieksinstellingen, behalve onderhoudsinterval, dat onveranderd blijft.

Page 160: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Setupopties definiëren

8-14 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

setupoptie Configuratie zenden niet werken. In dit geval moet u het LIFENET System gebruiken voor het beheren van apparaatconfiguraties.

Zo zendt u de setup van het ene naar het andere toestel:

1 Sluit de configuratieoverdrachtkabel aan op de systeemconnectorpoort van beide defibrillatoren.2 Schakel de zendende defibrillator in en ga naar de setupmode (zie bladzijde 8-2).3 Selecteer de menu-optie CONFIGURATIE ZENDEN.4 Schakel de ontvangende defibrillator in.5 Selecteer ZENDEN op de zendende defibrillator en volg de aanwijzingen op het scherm.

SETUPMENU VOOR INSTELLEN VAN WACHTWOORDENGebruik het menu Wachtwoord instellen om het in de fabriek ingestelde wachtwoord 0000 in een ander getal te veranderen. Als u de wachtwoordinstelling kwijtraakt, neemt u contact op met de fabriek voor ondersteuning.

SERVICEMODEDe servicemode bevat tests en logboeken die voor servicepersoneel bestemd zijn. Zie de servicehandleiding van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor voor specifieke informatie over toegang tot de servicemode.

Tabel 8-20 Setupmenu voor zenden van configuratie

Menu-item Helpbericht Opties

ZENDEN Zend toestelconfiguratie naar ander toestel.

Toestellen met een kabel verbinden, dit scherm tonen op beide defibrillatoren, vervolgens ZENDEN selecteren.

VORIGE BLADZIJDE

Terug naar vorige bladzijde. Annuleert de bewerking.

Tabel 8-21 Setupmenu voor instellen van wachtwoorden

Menu-item Helpbericht Opties

SETUP-MODE (Het huidige wachtwoord verschijnt.)Stel wachtwoord in om naar setupmode te gaan

Draai aan het selectiewiel om cijfers te selecteren.

TOEGANG TOT ARCHIEVEN

Selecteer toegang via wachtwoord om naar archiefmode te gaan

GEEN WACHTWOORD, ALLEEN ARCHIEVEN, ALLEEN WISSEN, ARCHIEVEN / WISSEN.

ARCHIEF MODE Stel wachtwoord in om naar archiefmode te gaan.

Draai aan het selectiewiel om cijfers te selecteren.

VERSLAGEN WISSEN

Wachtw. voor wissen verslag archiefmode instellen.

Draai aan het selectiewiel om cijfers te selecteren.

Page 161: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage A

BIJLAGE ASPECIFICATIES EN PRESTATIEKENMERKEN

Page 162: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 163: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor A-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage AAlle specificaties gelden bij 20°C tenzij anders is vermeld.

ALGEMEENDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor heeft zeven werkingsmodi:

Handmatige mode Deze mode biedt normale gebruiksmogelijkheden aan hulpverleners met gedegen kennis van reanimeren

AED-mode Deze mode biedt normale gebruiksmogelijkheden aan hulpverleners met basiskennis van reanimeren

Archiefmode In deze mode kan degene die het toestel bedient eerdere patiëntverslagen printen, bewerken of verwijderen

Setupmode In deze mode kan degene die het toestel bedient het configureren ervan uitvoeren

Servicemode In deze mode kan degene die het toestel bedient diagnostische tests en kalibraties uitvoeren

Inservicemode In deze mode kunnen golfcomplexen worden nagebootst voor demonstratiedoeleinden

Zelftestmode In deze mode kunnen kritieke circuits dagelijks automatisch worden getest

VOEDINGWisselstroom 100-120 V 50/60 Hz, 220-240 V 50/60 Hz. Totaal

benodigd vermogen minder dan 120 volt-ampère (VA) of minder dan 150 VA met de CodeManagement Module geïnstalleerd.

Gebruiksduur

Een nieuwe, volledig opgeladen, interne back-upbatterij levert tot deze is uitgeput minstens het volgende vermogen:

--totaal-- --batterij bijna leeg--

Bewaking plus SpO2 (minuten)

210 5

Defibrillatie (ontladingen van 360 J):

140 3

Bewaking plus pacing (minuten bij 100 mA, 60 ppm) plus SpO2:

110 2

Batterijoplaadtijd De batterij wordt opgeladen wanneer de defibrillator op de netvoeding is aangesloten. De standaardoplaadtijd van de batterij bedraagt minder dan vier uur wanneer de defibrillator is uitgeschakeld en is aangesloten op de netvoeding.

Indicatie Batterij bijna leeg Bericht dat batterij bijna leeg verschijnt in statusgebied en waarschuwingstoon klinkt.

Batterijindicator Geeft de beschikbare capaciteit van de batterij voor de defibrillator aan.

Een service-indicator Als een fout is gedetecteerd.

Page 164: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

A-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

FYSISCHE KENMERKENGewicht (maximaal) Basismodel defibrillator/monitor: 5,31 kg

Volledig toegeruste defibrillator/monitor (pacing en SpO2) zonder papier of kabels: 5,58 kg

QUIK-COMBO-kabel, extra: 0,20 kgStandaard (harde) paddles, extra: 0,88 kg

CodeManagement Module, toevoegen: 1,63 kg

Maat (maximaal) LIFEPAK 20e-apparaat LIFEPAK 20e-apparaat met CodeManagement Module

HoogteBreedteDiepte

21,3 cm 25,4 cm

26,2 cm 26,2 cm

26,2 cm 29,7 cmBEELDSCHERM

Maat (actief weergavevenster) 115,18 mm breed x 86,38 mm hoog

Schermtype 320 x 240 dots kleuren-LCD

Geeft gedurende minimaal 3,7 seconden een ECG en alfanumerieke tekens voor waarden, gebruiksinstructies of aanwijzingen weer

Mogelijkheid tot weergave van één extra golfcomplex

Wissnelheid van het weergegeven golfcomplex: 25 mm/sec voor ECG en SpO2; 12,5 mm/sec voor CO2

DATABEHEERHet apparaat legt patiëntgegevens, gebeurtenissen (inclusief golfcomplexen en annotaties) en opnamen van continu ECG- en CO2-golfcomplexen vast en slaat deze op in het interne geheugen

De gebruiker kan verslagen selecteren en printen

Soorten verslagen Twee formaattypen voor samenvattingen van kritieke gebeurtenissen (kort en middellang)

• Begin-ECG (behalve kort formaat)

• Elke 5 minuten automatische metingen van levenstekenen

Geheugencapaciteit Twee volledige patiëntoverzichten die samenvattingen van kritieke gebeurtenissen bevatten - tot 100 enkele golfcomplexgebeurtenissen

BEWAKINGECG Het ECG wordt bewaakt via verschillende kabelconfiguraties.

Een 3-afleidingenkabel wordt gebruikt voor ECG-bewaking met 3 afleidingen. Een 5-afleidingenkabel wordt gebruikt voor ECG-bewaking met 3 afleidingen plus AVR, AVL, AVF en C. Standaardpaddles of therapie-elektroden (QUIK-COMBO pacing/defibrillatie/ECG-elektroden of FAST-PATCH defibrillatie/ECG-wegwerpelektroden) worden gebruikt voor bewaking via de Paddle-draden. Compatibel met LIFEPAK 12 ECG- en therapiekabels.

Page 165: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor A-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage ASelectie van afleiding Afleidingen I, II en III (3-draads ECG-kabel)

Afleidingen I, II, III, AVR, AVL, AVF en C tegelijkertijd verkregen (5-draads ECG-kabel)

ECG-formaat 4, 3, 2,5, 2, 1,5, 1, 0,5, 0,25 cm/mV

Weergave hartfrequentie 20-300 bpm digitale weergave

Aanduiding buiten bereik: Weergave van symbool “---”

Een hartfrequentiesymbool knippert bij iedere QRS-detectie

Continu patiënt-bewakingssysteem (CPSS)

In de AED-mode, waarbij het Schokadviessysteem niet actief is, bewaakt het CPSS de patiënt, via QUIK-COMBO paddles of ECG-afleiding II, op zoek naar een mogelijk schokbaar ritme.

Stemcommando's Gebruikt voor bepaalde waarschuwingen en alarmmeldingen (te configureren als Aan/Uit).

Analoge ECG-uitvoer 1 V/mV x 1,0 versterking <35 ms vertraging

Mode-rejectie 90 dB bij 50/60 Hz

SpO2 Masimo®-sensoren

Saturatiebereik 1 tot 100%

Nauwkeurigheid saturatie 70-100% (0-69% ongespecificeerd)

Volwassenen/kinderen

±2 (zonder beweging) ±3 (met beweging)

Pasgeborenen ±3 (zonder beweging) ±3 cijfers (met beweging)

Dynamisch staafdiagram van signaalsterkte

Pulstoon bij het begin van het plethysmografisch golfcomplex

Frequentie van bepalen SpO2-gemiddelde

De gebruiker kan kiezen tussen 4, 8, 12 en 16 seconden

Meting SpO2 Functionele SpO2-waarden worden getoond en opgeslagen

Pulsfrequentiebereik 25 tot 240 pulsen per minuut

Nauwkeurigheid pulsfrequentie

Volwassenen/kinderen/pasgeborenen

±3 (zonder beweging)±5 cijfers (met beweging)

SpO2-golfcomplex met automatische versterkingsregeling

Page 166: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

A-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Alarmen

Instellen Activeert alarm voor alle parameters

VF/VT-alarm Activeert de continue CPSS-bewaking in de handmatige mode

CO2

CO2-bereik0 tot 99 mmHg (0 tot 13,2 kPa)Eenheden: mmHg, % of kPa

CO2-nauwkeurigheid Gedeeltelijke druk CO2 op zeeniveau:

Nauwkeurigheid

(0–80 bpm)* 0 tot 38 mmHg(0 tot 5,1 kPa)

±2 mmHg(0,27 kPa)

39 tot 99 mmHg(5,2 tot 13,2 kPa)

±5% van meting + 0,8% voor elke 1 mmHg (0,13 kPa) boven 38 mmHg (5,1 kPa)

(>80 bpm)* 0 tot 18 mmHg(0 tot 2,4 kPa)

±2 mmHg(0,27 kPa)

19 tot 99 mmHg(2,53 tot 13,2 kPa)

±4 mmHg (0,54 kPa) of ±12% meting, afhankelijk welke hoger is

*Om voor RR > 60 bpm, de opgegeven CO2-nauwkeurigheid te bereiken, moet de Microstream® Filterline® H Set voor peuters worden gebruikt.

Verloop van meetnauwkeurigheid Geen verloop in nauwkeurigheid gedurende minstens 6 uur

Nauwkeurigheid respiratiefrequentie

0 tot 70 bpm: ±1 bpm71 tot 99 bpm: ±2 bpm

Bereik respiratiefrequentie 0 tot 99 ademhalingen/minuut

Stroomsnelheid 42,5 tot 65 ml/min (gemeten per volume)

Stijgtijd 190 msec

Reactietijd 4,5 seconden, maximaal (inclusief vertragingstijd en stijgtijd)

Initialisatietijd 30 seconden (standaard), 10–180 seconden

Omgevingsdruk Automatisch intern gecompenseerd

Factoren golfcomplexschaal

Automatische schaal, 0–20 mmHg (0–4 vol%), 0–50 mmHg (0–7 vol%), 0–100 mmHg (0–14 vol%)

PRINTERDrukt continue stroken af van de weergegeven informatie over de patiënt

Papierformaat 50 mm

Printsnelheid Continu ECG 25 mm/sec ± 5% (gemeten in overeenstemming met AAMI EC-11 (1991), 4.2.5.2)

25 mm/sec afdruksnelheid voor samenvattingsverslagen

Vertraging 8 seconden

Page 167: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor A-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage AAutomatische print Gebeurtenissen in golfcomplexen worden automatisch

geprint (door gebruiker te configureren)FREQUENTIEREACTIE

Diagnostische frequentiereactie

0,05 tot 150 Hz of 0.05 tot 40 Hz (door gebruiker te configureren)

Monitorfrequentiereactie 0,67 tot 40 Hz of 1 tot 30 Hz (door gebruiker te configureren)

Frequentiereactie paddles 2,5 tot 30 Hz

Frequentiereactie analoge ECG-uitvoer 0,67 tot 32 Hz (voor paddles-ECG 2,5 tot 30 Hz)

DEFIBRILLATORHandmatig

Energiekeuze 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 15, 20, 30, 50, 70, 100, 125, 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300, 325 en 360 J of een van twee door de gebruiker te configureren protocollen van drie opeenvolgende schokniveaus

Volledig bereik 100-360, 100-360, 100-360 J

Voor kinderen 2-100, 2-100, 2-150 J

Oplaadtijd Oplaadtijd tot 200 J in minder dan 5 seconden bij volledig opgeladen batterijOplaadtijd tot 360 J in minder dan 7 seconden bij volledig opgeladen batterijOplaadtijd tot 360 J in minder dan 10 seconden wanneer de batterij van het toestel niet bijna leeg is

Synchrone cardioversie De energieoverdracht begint binnen 60 ms van de QRS-piekDe energieoverdracht begint binnen 25 ms van de externe synchronisatiepulsExterne synchronisatiepuls: 0-5V (TTL-niveau) Puls, actief hoog, duur >5 ms, niet minder dan 200 ms en niet meer dan 1 sec van elkaar

Golfcomplex Bifasisch afgevlakt exponentieel

De volgende specificaties zijn van toepassing bij 25-200 , tenzij anders wordt vermeld.

Nauwkeurigheid energieniveau: ± 1 joule of 10% van de ingestelde waarde (de hoogste van deze twee waarden), bij 50 ; ± 2 joule of 15% van de ingestelde waarde (de hoogste van deze twee waarden), bij een impedantie van 25-100 .

Spanningscompensatie: Actief wanneer de therapie-elektroden in contact komen met de patiënt. Energieproductie binnen ± 5% of ± 1 J (de hoogste van deze twee waarden), met een waarde van 50 , gelimiteerd tot een totale energieafgifte van 360 J bij 50 .

Page 168: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

A-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Vorm golfcomplex en gemeten parameters

Opmerkingen:T1 = duur van fase 1 in millisecondenT2 = duur van fase 2 in milliseconden

Impedantie van de patiënt

()I1 (A) I2 (A) I3 (A) I4 (A) T1 (ms) T2 (ms)

25 70,9 28,0 -28,0 -15,0 5,5 3,6

50 38,7 19,7 -19,7 -12,6 7,2 4,8

75 26,6 15,5 -15,5 -10,8 8,5 5,7

100 20,3 12,8 -12,8 -9,4 9,5 6,3

125 16,4 10,9 -10,9 -8,4 10,3 6,8

150 13,7 9,6 -9,6 -7,5 10,9 7,3

175 11,8 8,5 -8,5 -6,9 11,5 7,7

Opmerking: Tabelwaarden zijn nominaal voor een schok van 360 joule.

T1

T2

I1

I2

I3I4

Page 169: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor A-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage ANominale energieproductie

* Geselecteerde energie-instelling

Paddle-opties QUIK-COMBO pacing/defibrillatie/ECG-elektroden (standaard)

FAST-PATCH defibrillatie/ECG-wegwerpelektroden (optioneel)

Standaardpaddles (optioneel)

Interne paddles (optioneel)

Kabellengte 2,4 m lange QUIK-COMBO-kabel (elektrodenset niet inbegrepen)

AED-mode

Shock Advisory System (SAS, schokadviessysteem)

Een ECG-analysesysteem dat de gebruiker inlicht of het algoritme een schokbaar of niet-schokbaar ECG-ritme waarneemt. Het SAS ontvangt het ECG alleen via de therapie-elektroden.

Oplaadtijd tot de schok (AED-mode)

Bij gebruik van een volledig opgeladen batterij bij kamertemperatuur is de defibrillator binnen 16 seconden na inschakeling klaar om schokken toe te dienen, als bij een eerste analyse van het ritme het bericht SCHOK GEADVISEERD wordt weergegeven.

Uitgangsenergie Eén door de gebruiker te configureren protocol met drie opeenvolgende schokniveaus

Ene

rgie

(J)

Impedantie van de patiënt ()

Page 170: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

A-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Volledig bereik 150-360, 150-360, 150-360 J

PACER

Pacingmode Demand of non-demandFrequentie en standaard stroomsterkten (door gebruiker te configureren)

Pacingfrequentie 40 tot 170 ppm

Nauwkeurigheid frequentie ± 1,5% over het hele bereik

Uitgangsgolfcomplex Monofasisch, amplitude stabiel tot ±5% ten opzichte van de initiële deflectie voor stroomsterktes groter dan of gelijk aan 40 mA, duur 20 ±1 ms, stijg-/daaltijden <1 ms [niveaus van 10-90%]

Uitgangsstroom 0 tot 200 mA

Pauze Wanneer deze optie is geactiveerd, wordt de frequentie van de pacingpuls met een factor 4 verminderd

Refractaire periode 200 tot 300 ms ±3% (als functie van de frequentie)

OMGEVINGSEISEN

Temperatuur (toestel in gebruik) 5° tot 40°C

Temperatuur (toestel niet in gebruik) -20° tot 60°C, behalve therapie-elektroden

Relatieve luchtvochtigheid (toestel in gebruik) 5 tot 95%, zonder condensvorming

Luchtdruk (toestel in gebruik) Omgevingsdruk tot 522 mmHg (0 tot 3048 meter)

Waterdichtheid, toestel in gebruik (zonder accessoires, maar inclusief de ECG-kabel en harde paddles)

IPX1 (lekkage) volgens IEC 60601-1 clausule 44.6

EMC IEC 60601-1-2:2001/EN 60601-1-2:2001, Medische apparatuur-Algemene veiligheidsvereisten-Secundaire norm: Vereisten en tests voor elektromagnetische compatibiliteit.IEC 60601-2-4:2002; Clausule 36/EN 60601-2-4:2003: Clausule 36, Specifieke vereisten voor de veiligheid van hartdefibrillator en hartdefibrillatormonitors.

Schok (val) 1 val op een van beide kanten van een hoogte van 45,7 cm op een stalen oppervlak

Trilling MIL-STD-810E Methode 514.4, Cat1

Page 171: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor A-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage A

KENMERKEN

Stroom en spanning voor ademhaling, detectie van losse afleidingen en ruisonderdrukking

De functie voor losse ECG-elektroden gebruikt wisselstroom voor het detecteren van losse elektroden, de wegwerpelektroden voor defibrillatie gebruiken wisselstroom voor het detecteren van losse elektroden en de ECG-elektroden gebruiken een ruisonderdrukkingssignaal met een bereik van gelijkstroom tot ongeveer 5000 Hz. De amplitude van deze signalen is conform AAMI EC-11 3.2.10 en AAMI EC-13 (1992) 3.2.5.

Methode voor bepalen van gemiddelde hartfrequentie

De gemiddelde hartfrequentie wordt bepaald op basis van een gewogen gemiddelde over een periode van ongeveer 8 seconden. Als het ingangssignaal snel een trend te zien geeft, zal de frequentiemeter sneller volgen. Zie reactietijd voor bepaling hartfrequentie. Het interval voor het bijwerken van de schermweergave bedraagt elke hartslag of elke 2 seconden. De laagste van deze twee waarden geeft de doorslag.

Hartfrequentie bij onregelmatig ritme

Alle complexen worden gedetecteerd. De uitvoer van de frequentiemeter kan variëren van de hartfrequentie met het kortste R-R-interval tot de hartfrequentie met het langste R-R-interval. Indien aanwezig, genieten middellange R-R-intervallen de voorkeur als basis voor de frequentie.

Alarmtijd hartfrequentie Tijdens vijf proeven met een tachycardie van 1 mV, 206 bpm, bedroeg de gemiddelde detectietijd 7,1 seconden. De maximale detectietijd bedroeg 7,9 seconden. De minimale detectietijd bedroeg 5,6 seconden.Bij een half zo krachtig testsignaal bedroeg het gemiddelde 6,1 seconden, met een maximum van 6,4 en een minimum van 5,7 seconden. In dit geval werd de gevoeligheid van het toestel opgevoerd tot 5 mV/cm.Bij een tweemaal zo krachtig testsignaal bedroeg het gemiddelde 5,7 seconden, met een maximum van 6,3 en een minimum van 5,1 seconden.Tijdens vijf proeven met een tachycardie van 2 mV, 195 bpm, bedroeg de gemiddelde detectietijd 6,2 seconden. De maximale detectietijd bedroeg 7,1 seconden. De minimale tijd bedroeg 5,8 seconden.Bij een half zo krachtig testsignaal bedroeg het gemiddelde 6,0 seconden, met een maximum van 6,7 en een minimum van 5,4 seconden. In dit geval werd de gevoeligheid van het toestel opgevoerd tot 5 mV/cm.Bij een tweemaal zo krachtig testsignaal bedroeg het gemiddelde 6,0 seconden, met een maximum van 6,4 en een minimum van 5,8 seconden.

Nauwkeurigheid van signaalweergave

Het toestel is een datasysteem met digitale sampling. Het voldoet aan de vereisten voor beide testmethoden voor diagnostische frequentiereactie zoals beschreven in EC11 sectie 3.2.7.2.

Page 172: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

A-10 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Geluidsalarm Dit is een zelfstandig werkend toestel. Alle alarmsignalen op de bifasische LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor worden door het toestel zelf gegenereerd.

Alarm kan de vorm hebben van geluidssignalen, stemcommando's en visuele aanwijzingen.

Alarm gaat af binnen 1 seconde nadat een weergegeven parameter de alarmlimiet heeft overschreden. De gebruiker kan het volume van het alarm zelf instellen. Het is echter niet mogelijk dit volume in te stellen op nul.

SAS-tonen bieden extra ondersteuning aan SAS-berichten die op het beeldscherm van het toestel worden weergegeven.

De volgende tonen zijn beschikbaar voor elk type alarm:

• De prioriteit 1-toon wordt gebruikt om de gebruiker te waarschuwen als er dodelijk gevaar dreigt. Deze toon is een wisselend signaal van 440 en 880Hz met een inschakelduur van 50% en een schakelfrequentie van 4 Hz.

• De prioriteit 2-toon wordt gebruikt om de gebruiker te waarschuwen voor een mogelijke levensbedreigende situatie. Deze toon heeft een vaste frequentie van 698 Hz.

• De prioriteit 3-toon wordt gebruikt om de gebruiker te waarschuwen voor een abnormale situatie. Drie pieptonen van 1046 Hz met een duur van 100 ms elk en een pauze van 150 ms tussen de eerste en tweede en de tweede en derde pieptoon worden gevolgd door een stilte van 200 ms.

• Bij prioriteit 3-tonen kan het gaan om enkelvoudige of herhaalde tonen: bij een enkelvoudige toon zijn de drie piepjes slechts eenmaal te horen. Bij een herhaalde toon klinken de drie piepjes elk 20 seconden opnieuw.

• De prioriteit 4-toon is één enkele toon tussen 500 en 1500 Hz. Specifieke eigenschappen zijn:

– Toon voor QRS en volume-instelling - duur van 100 ms en frequentie van 1397 Hz.

– Toetsklik – duur van 4 ms en frequentie van 1319 Hz.

De alarmtoon zal bestaan uit één reeks van twee tonen die voorafgaan aan stemcommando's en bedoeld zijn om de aandacht op het beeldscherm te vestigen. Specifieke eigenschappen zijn:

• 1000Hz-blokgolfsignaal, duur 100 ms.

• Stilte, duur 100 ms.

• Stilte, duur 140 ms (indien voorafgaand aan stemcommando).

• Stemcommando, indien gebruikt.

KENMERKEN

Page 173: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor A-11©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage A

Visueel alarm Alarm wordt als volgt visueel aangeduid:De overschreden parameter knippert in negatief beeld en er wordt een bericht weergegeven in het statusgebied van het scherm.Deze visuele aanduidingen worden op het scherm weergegeven totdat het probleem is opgelost. Visueel alarm wordt ook op het scherm weergegeven nadat de tonen zijn uitgeschakeld.

Onderdrukking van alarm Als een alarm afgaat vanwege de overschrijding van een parameterlimiet, kan de alarmtoon gedurende twee minuten worden onderdrukt door op de knop Alarm te drukken.De gebruiker heeft de keuze uit een onderdrukkingsduur van 2, 5, 10 of 15 minuten.Visueel alarm blijft altijd actief.

VF/VT-alarm Bewaakt automatisch het ECG van de patiënt op een mogelijk schokbaar ritme met behulp van het CPSS (Continu patiënt-bewakingssysteem). Het VF/VT-alarm vereist dat het ECG van de patiënt worden bewaakt via Afleiding II of de paddle-afleiding met behulp van therapie-elektroden. Het VF/VT-alarm wordt opgeschort als pacing is ingeschakeld of standaardpaddles zijn aangesloten en de paddle-afleiding wordt gebruikt.

Energie-shunting Als de invoer voor de paddles parallel wordt geschakeld met een tweede defibrillator, neemt de energietoevoer aan de patiënt met minder dan 10 procent af.

Hoge T-top-detectiedrempel T-toppen van 1 mV worden niet gedetecteerd door de monitor als de R-top 1 mV groot is en het ingangssignaal 80 ppm bedraagt.

Weergegeven SpO2 De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is gekalibreerd voor het weergeven van de functionele saturatie. Dit is de standaard voor SpO2.

KENMERKEN

Page 174: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Specificaties en prestatiekenmerken

A-12 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

OPLAADTIJD

Voor gebruik met wisselstroomvoeding:

Maximum tijd van opladen tot schokklaar

Spanning Handmatige mode AED-mode

100–120V 360 J 7 seconden 200 J 5 seconden

220–240V 360 J 7 seconden 200 J 5 seconden

90 V (90% van nominaal -100) 360 J 7 seconden 200 J 5 seconden

198 V (90% van nominaal -220) 360 J 7 seconden 200 J 5 seconden

Maximum tijd van start van analyse tot schokklaar (alleen AED)

Spanning AED-mode

100–120V 200 J 12 seconden

220–240V 200 J 12 seconden

90 V (90% van nominaal -100) 200 J 12 seconden

198 V (90% van nominaal -220) 200 J 12 seconden

Maximum tijd van inschakelen tot schokklaar

Spanning Handmatige mode AED-mode

90 V (90% van nominaal -100) 360 J 11 seconden 200 J 16 seconden

198 V (90% van nominaal -220) 360 J 11 seconden 200 J 16 seconden

Uitsluitend op batterij:

Maximum tijd van opladen tot schokklaar

Batterij Handmatige mode AED-mode

Volledig opgeladen 360 J 7 seconden 200 J 5 seconden

Volledig opgeladen batterij na 15 volledige energieontladingen 360 J 7 seconden 200 J 5 seconden

Maximum tijd van start van analyse tot schokklaar (alleen AED)

Batterij AED-mode

Volledig opgeladen 200 J 12 seconden

Volledig opgeladen batterij na 15 volledige energieontladingen 200 J 12 seconden

Maximum tijd van inschakelen tot schokklaar

Batterij Handmatige mode AED-mode

Volledig opgeladen batterij na 15 volledige energieontladingen 360 J 11

seconden 200 J 16 seconden

Page 175: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage B

BIJLAGE BKLINISCHE OVERZICHTEN

Page 176: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 177: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor B-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage B

DEFIBRILLATIE VAN VENTRIKELFIBRILLEREN EN VENTRICULAIRE TACHYCARDIE

AchtergrondPhysio-Control heeft in meerdere centra een prospectieve, gerandomiseerde en blinde klinische proef uitgevoerd van bifasische, afgevlakte, exponentiële schokken (BTE-schokken) en conventionele, monofasische, gedempte sinusgolfschokken (MDS-schokken). In het bijzonder werd de gelijkwaardigheid van BTE-schokken van 200 J en 130 J met MDS-schokken van 200 J1 getest.

MethodenVentrikelfibrilleren (VF) werd bij 115 patiënten geïnduceerd tijdens evaluatie van de functie van implanteerbare cardioversiedefibrillatoren en bij 39 patiënten tijdens elektrofysiologische evaluatie van ventriculaire aritmieën. Na 19±10 seconden van ventrikelfibrilleren diende een aangepaste defibrillator een automatisch gerandomiseerde schok toe. De effectiviteit was gebaseerd op het succes van deze schok. Om de gelijkwaardigheid van testschokken met controleschokken te bewijzen, moest de betrouwbaarheidsbovengrens van 95% van het verschil in effectiviteit (95UCLD), controle min test, minder dan 10% zijn.

Resultaten

VentrikelfibrillerenDe effectiviteit van de BTE-schokken van 200 J bleek ten minste gelijkwaardig te zijn aan de effectiviteit van MDS-schokken van 200 J (95UCLD = 2%). Het verschil in succesfrequentie van MDS-schokken van 200 J minus BTE-schokken van 200 J was 10% (exact 95%-betrouwbaarheidsinterval van 27% tot 4%). Van BTE-schokken van 130 J werd niet aangetoond dat zij gelijkwaardig waren aan MDS-schokken van 200 J (95UCLD = 22%). Hun effectiviteit was echter niet veel minder dan die van de MDS-schokken van 200 J (statistische betrouwbaarheid beperkt door kleine monsters). Bij alle soorten schokken waren de hemodynamische parameters (zuurstofsaturatie en systolische en diastolische bloeddruk) 30 seconden na de geslaagde schok op of nabij het niveau vóór de inductie.

1 S.L. Higgins et al., “A comparison of biphasic and monophasic shocks for external defibrillation,” Prehospital Emergency Care, 2000, 4(4):305-13.

Schok Ventrikelfibrilleren Succes 1e schok

Exact 95% betrouwbaarheidsinterval

200 J MDS 61/68 (90%) 80-96%

200 J BTE 39/39 (100%) 91-100%

130 J BTE 39/47 (83%) 69-92%

Page 178: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

B-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Ventriculaire tachycardie72 episodes van ventriculaire tachycardie (VT), geïnduceerd bij 62 patiënten, werden behandeld met gerandomiseerde schokken. Bij bi- en monofasische schokken werden hoge conversiefrequenties vastgesteld. De monsters waren te klein om de verhouding tussen succesfrequenties van de geteste golfcomplexen vast te stellen.

ConclusiesDit dubbelblinde onderzoek toonde aan dat de effectiviteit van de BTE-schokken van 200 J ten minste gelijk was aan de effectiviteit van MDS-schokken van 200 J bij defibrillatie van elektrisch geïnduceerd ventrikelfibrilleren van korte duur. Een vergelijking tussen de effectiviteit van bifasische schokken van 130 J en monofasische schokken van 200 J voor ventrikelfibrilleren leverde geen resultaat op. Alle geteste golfcomplexen zorgden voor een hoge beëindigingsfrequentie van het ventrikelfibrilleren. De ventrikelfibrilleergroep was te klein om de relatie tussen de succesfrequenties van de geteste golfcomplexen statistisch vast te stellen.

Vergeleken met conventionele schokken voor ventrikelfibrilleren hebben wij geen positieve of negatieve effecten van bifasische schokken voor ventrikelfibrilleren op hemodynamische parameters na de defibrillatieschok waargenomen. Mogelijk kunnen bifasische schokken vanaf 200 J eerdere beëindiging van ventrikelfibrilleren bewerkstelligen dan monofasische schokken van 200 J. Daarom concluderen wij dat bifasische schokken voor ventrikelfibrilleren toegediend met conventionele energieniveaus het succes van reanimatie van patiënten met circulatiestilstand kunnen vergroten.

Schok Ventriculaire tachycardie Succes 1e schok

Exact 95% betrouwbaarheidsinterval

200 J MDS 26/28 (93%) 77-99%

200 J BTE 22/23 (96%) 78-100%

130 J BTE 20/21 (95%) 76-100%

Page 179: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor B-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage B

EXTERNE CARDIOVERSIE VAN ATRIUMFIBRILLEREN

OverzichtDe prestatie van het bifasische, afgevlakte, exponentiële golfcomplex (BTE) van Physio-Control werd vergeleken met het conventionele, monofasische, gedempte sinusgolfcomplex (MDS) in meerdere centra in een internationaal, prospectief, gerandomiseerd klinisch onderzoek bij volwassen patiënten die een electieve cardioversie van atriumfibrilleren (AF) ondergingen. Bij het onderzoek waren in totaal 80 patiënten betrokken die werden behandeld met een of meer schokken in het kader van het onderzoek. De primaire datareeks bestond uit 72 deelnemende patiënten van wie was bevestigd dat er sprake was van atriumfibrilleren. De data van 7 patiënten met atriumflutter werden apart geanalyseerd. Een patiënt die niet voldeed aan alle protocolcriteria, werd van de analyse uitgesloten.

De deelnemers kregen gerandomiseerd bifasische of monofasische schokken toegediend door LIFEPAK 12 defibrillatoren/monitoren. Bij persisterende atriumfibrilleren werden progressieve schokken van 70, 100, 200 en 360 J van het toegekende golfcomplex en een cross-overschok van 360 J van het andere golfcomplex toegediend. De schokken werden toegediend met behulp van EDGE System QUIK-COMBO® pacing/defibrillatie/ECG-elektroden in de standaard anterior-laterale positie. Een succesvolle cardioversie werd gedefinieerd als het bevestigde verdwijnen van atriumfibrilleren na toediening van een schok, zoals vastgesteld door een ECG dat werd bekeken door 2 cardiologen zonder voorkennis van het schokgolfcomplex. De patiënten beoordeelden pijn van de huid op een schaal van 0 tot 8 na de procedure.

In dit onderzoek werd aangetoond dat deze bifasische schokken een grotere effectiviteit bieden voor cardioversie van atriumfibrilleren en dat er minder schokken, 65% minder stroom en 65% minder energie nodig zijn voor cardioversie van atriumfibrilleren. Patiënten die electieve cardioversie ondergingen met het bifasische protocol meldden aanzienlijk minder pijn na de procedure dan patiënten die het monofasische protocol ondergingen.

DoelstellingenDe primaire doelstelling van het onderzoek was een vergelijking van de cumulatieve effectiviteit van bifasische en monofasische schokken van 200 J of minder voor cardioversie van atriumfibrilleren. Er werd een doorlopend driehoekspatroon gebruikt om te testen op een statistisch significant verschil tussen groepen patiënten die met deze 2 golfcomplexen werden behandeld.

Secundaire doestellingen waren 1) het bieden van een schatting van de relatie tussen dosis en reactie voor beide golfcomplexen, waardoor clinici een weloverwogen selectie zouden kunnen maken van energiedoses voor cardioversie met bifasische schokken en 2) het vergelijken van de pijn die patiënten ervaren na behandeling met monofasische en bifasische schokken.

ResultatenBij 72 deelnemende patiënten was sprake van atriumfibrilleren en bij 7 was sprake van atriumflutter. De patiënten hadden gemiddeld gedurende 88 dagen geleden aan atriumfibrilleren, waren gemiddeld 66 jaar oud, wogen gemiddeld 81 kg en hadden gemiddeld een transthoracale impedantie van 72 ohm. 63 procent waren mannen en 46 procent had eerder een cardioversie ondergaan. Tussen de groepen patiënten die waren behandeld met monofasische en bifasische schokken waren geen significante verschillen in deze basiskenmerken, noch wat betreft de afmeting van het linker atrium, cardiale medicatie of diagnose.

De cumulatieve succesfrequentie voor cardioversie van atriumfibrilleren wordt weergegeven in Tabel B-1 en Afbeelding B-1. Deze gegevens bieden een redelijke schatting van de verwachte waarschijnlijkheid van succesvolle cardioversie voor een enkele schok op elk energieniveau binnen het onderzochte bereik. De voor alle schokken van elke energie-instelling geleverde energie en piekstroom worden weergegeven in Tabel B-2.

Page 180: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

B-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

De cumulatieve succespercentages voor cardioversie van atriumfibrilleren met schokken van 200 J of minder, het primaire eindpunt van het onderzoek, waren significant hoger in de bifasische groep dan in de monofasische groep (p<0,0001). De geobserveerde cumulatieve succespercentages bij 360 J waren eveneens hoger bij bifasische schokken dan bij monofasische schokken, maar bereikten geen statistische significantie.

Tabel B-1 Cumulatieve succesfrequentie en cross-overresultaten voor cardioversie van atriumfibrilleren

Energie-instelling 70 J 100 J 200 J 360 J Cross-oversuccessen 360 J

MDS: n = 37 5,4% 19% 38% 86% 4 van 5 punten geslaagd met BTE-schok van 360 J

BTE: n = 35 60% 80% 97% 97% 0 van 1 punten geslaagd met MDS-schok van 360 J

Tabel B-2 Energie-instellingen, geleverde energie en piekstroom voor schokken toegediend aan patiënten met atriumfibrilleren

Energie-instelling Aantal patiënten Toegediende energie Piekstroom, ampère

Monofasische schokken

70 J 37 73±3 21,0±3,5

100 J 35 105±4 24,6±4,3

200 J 30 209±7 34,6±5,9

360 J 23 376±13 46,8±8

360 J cross-overschokken

1 380 44,7

Bifasische schokken*

70 J 35 71±0 11,9±2,5

100 J 14 102±0 14,9±3,5

200 J 7 203±1 20,6±3,5

360 J 1 362 28,5

360 J cross-overschokken

5 361±6 32,4±8,5

* De piekstroom en toegediende energie zijn niet beschikbaar voor 2 van de patiënten die zijn behandeld met bifasische schokken.

Page 181: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor B-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage B

Afbeelding B-1 Cumulatief schoksucces voor cardioversie van atriumfibrilleren met monofasische (MDS) en bifasische (BTE) schokken: Geobserveerde cijfers (n) geschreven met geschatte dosis-reactiecurves

In vergelijking met monofasische schokken kon door bifasische schokken cardioversie van atriumfibrilleren plaatsvinden met een lagere piekstroom (14,0 ±4,3 versus 39,5 ±11,2 A, p<0,0001), minder energie (97 ±47 versus 278 ±120 J, p<0,0001), minder schokken (1,7 versus 3,5 schokken, p< 0,0001) en minder cumulatieve energie (146 ±116 versus 546 ±265 J, p<0,0001). Vergeleken met patiënten die werden behandeld met het monofasische protocol, meldden patiënten die werden behandeld met het bifasische protocol, aanzienlijk minder pijn vlak na de procedure (0,4 ±0,9 versus 2,5 ±2,2, p<0,0001) en ook 24 uur na de procedure (0,2 ±0,4 versus 1,6 ±2,0, p<0,0001).

Bij alle patiënten met atriumflutter vond cardioversie plaats bij de eerste schok (70 J), ongeacht of dit een monofasische (n=4) of een bifasische (n=3) schok was.

Bij de meeste (96%) patiënten werd voor de behandeling een anterior-laterale elektrodenplaatsing gebruikt. Rapporten in de literatuur verschillen over de vraag of een anterior-posterior elektrodenplaatsing een betere schokeffectiviteit geeft dan anterior-laterale plaatsing. Als de anterior-posterior elektrodenplaatsing een voordeel zou hebben, is dit mogelijk een iets hogere succesfrequentie van cardioversie met beide golfcomplexen dan in dit onderzoek werd geobserveerd. Het is echter niet waarschijnlijk dat de plaatsing invloed heeft op de geobserveerde relatie tussen de effectiviteit van monofasische en bifasische golfcomplexen.

ConclusiesDe gegevens tonen aan dat het bifasische golfcomplex van Physio-Control klinisch superieur is ten opzichte van het conventionele, monofasische, gedempte sinusgolfcomplex voor cardioversie van atriumfibrilleren. In vergelijking tot monofasische schokken in het bijzonder vond bij bifasische schokken cardioversie van atriumfibrilleren plaats met lagere piekstroom, minder energie, minder schokken en minder cumulatieve energie. Patiënten die electieve cardioversie ondergingen met het bifasische protocol meldden aanzienlijk minder pijn vlak na de procedure en 24 uur na de procedure dan patiënten die het monofasische protocol ondergingen. Dit kan het gevolg zijn van minder schokken, minder cumulatieve energie, lagere toegediende piekstroom of andere kenmerken van dit bifasische golfcomplex.

% s

ucce

s100%

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

Energie-instelling (J)

0 50 100 150 200

MDS

BTE

350300 400250

Page 182: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

B-6 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Richtlijn voor de selectie van schokenergieDe technologie van het bifasische golfcomplex is een norm voor hartdefibrillatoren. Het hier samengevatte onderzoek1 biedt de beste informatie die beschikbaar is om energiekeuzen voor cardioversie met dit golfcomplex op te baseren.

Voor cardioversie van atriumfibrilleren bieden de resultaten van dit onderzoek een specifieke richtlijn voor drie mogelijke strategieën bij het selecteren van schokenergieniveaus.

• Voor het optimaliseren van snellere cardioversie en minder schokken selecteert u dezelfde bifasische energieniveaus die eerder werden gebruikt met monofasische defibrillatoren (bijvoorbeeld 200 J bifasisch in plaats van 200 J monofasisch). Hierdoor valt een toenemende succesfrequentie te verwachten bij een afname van de piekstroom van de eerste en opvolgende schokken.

• Als u de schokeffectiviteit van eerder geobserveerde monofasische schokken wilt handhaven, selecteert u een bifasisch energieniveau van ongeveer een derde van de energie die eerder werd gebruikt voor monofasische schokken (bijvoorbeeld 100 J bifasisch in plaats van 300 J monofasisch).

• Voor het optimaliseren van een lage begin- en cumulatieve energie met gebruikmaking van een optransformerend protocol selecteert u 70 J voor de eerste schok en verhoogt u de energie met kleine stappen als verdere schokken vereist zijn.

Elk van deze strategieën biedt een effectieve cardioversietherapie, terwijl de hoeveelheid piekstroom waaraan het hart wordt blootgesteld aanzienlijk wordt verminderd.

Voor cardioversie van andere atriumaritmieën dan atriumfibrilleren zijn de beschikbare data voor het selecteren van de energie-instellingen zeer beperkt. Waarschijnlijk zijn bifasische doses onder de 50 J zeer succesvol bij de behandeling van atriumflutter en paroxysmale supraventriculaire tachycardie. Totdat meer klinische data beschikbaar zijn, is het echter aan te raden dezelfde energie-instellingen te gebruiken voor bifasische schokken als gewoonlijk worden gebruikt voor monofasische schokken.

Aritmieën kunnen aanhouden om diverse redenen die niet zijn gerelateerd aan het type golfcomplex dat voor cardioversie wordt gebruikt. In hardnekkige gevallen hebben clinici nog steeds de mogelijkheid om het energieniveau te verhogen of over te stappen op een andere elektrodenplaatsing.

1 R. Koster, P. Dorian et al., A randomized trial comparing monophasic and biphasic waveform shocks for external cardioversion of atrial fibrillation. American Heart Journal, 2004;147(5):K1-K7.

Page 183: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor B-7©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage B

INTRAOPERATIEVE VENTRIKELDEFIBRILLATIE

OverzichtDe defibrillatie-effectiviteit van het bifasische, afgevlakte, exponentiële golfcomplex (BTE) van Physio-Control werd vergeleken met het standaard monofasische, gedempte sinusgolfcomplex (MDS) in een prospectief, gerandomiseerd onderzoek in meerdere centra bij volwassen patiënten die een intraoperatieve, directe defibrillatie voor ventrikelfibrilleren ondergingen. In totaal waren 251 volwassen patiënten betrokken bij het onderzoek; 98 hiervan kregen ventrikelfibrilleren dat werd behandeld met een of meerdere schokken in het kader van het onderzoek. 7 patiënten die niet voldeden aan alle protocolcriteria, werden van de analyse uitgesloten.

De deelnemers kregen gerandomiseerd BTE- of MDS-schokken toegediend door een LIFEPAK 12 defibrillatoren/monitoren. Aan degenen die ventrikelfibrilleren kregen na verwijdering van de aortaklem werden progressief sterkere schokken toegediend van 2, 5, 7, 10 en 20 Joule (J) met paddles van 5 cm totdat defibrillatie optrad. Bij persisterend ventrikelfibrilleren werd een cross-overschok van het andere golfcomplex toegediend van A 20 J.

Dit onderzoek toont aan dat deze bifasische schokken een grotere defibrillatie-effectiviteit hebben en dat er minder schokken, lagere drempelenergie en minder cumulatieve energie vereist is dan bij monofasische gedempte sinusschokken.

DoelstellingenDe primaire doelstelling van het onderzoek was een vergelijking van de cumulatieve effectiviteit van BTE-schokken met MDS-schokken bij 5 J of minder. Voor het testen van een verschil tussen golfcomplexgroepen werd een doorlopend driehoekspatroon gebruikt.

De secundaire doelstelling was het bieden van een schatting van de relatie tussen dosis en reactie voor beide golfcomplexen, waardoor clinici een weloverwogen selectie zouden kunnen maken van energiedoses voor intraoperative defibrillatie bij bifasische schokken.

Resultaten35 mannen en 15 vrouwen werden gerandomiseerd toegewezen aan de BTE-groep; 34 en 7 aan de MDS-groep. De gemiddelde leeftijd was respectievelijk 66 en 68 jaar. Er waren geen significante verschillen tussen de groepen voor BTE- en MDS-behandeling voor cardiale etiologie, aritmiegeschiedenis, huidige cardiale medicatie, risicoklasse volgens de American Society of Anesthesiology (ASA), dikte van de linker ventrikelwand, cardiopulmonale omlooptijd, kerntemperatuur of chemische bloedwaarden ten tijde van de verwijdering voor de aortaklem.

Het cumulatieve defibrillatiesucces bij 5 J of minder, het primaire eindpunt van het onderzoek, was significant hoger in de BTE-groep dan in de MDS-groep (p=0,011). 2 van de 91 patiënten in deze primaire eindpuntanalyse konden niet in uitgebreidere analyses worden opgenomen wegens protocolvarianties in de schokreeks na de schok van 5 J. De cumulatieve succesfrequentie voor intraoperative defibrillatie bij de resterende 89 patiënten wordt weergegeven in Tabel B-3 en Afbeelding B-2. Deze data bieden een redelijke schatting van de verwachte waarschijnlijkheid van geslaagde defibrillatie voor een enkele schok op elk energieniveau binnen het onderzochte bereik.

In vergelijking tot de MDS-groep had de BTE-groep gemiddeld minder schokken nodig (2,5 vs. 3,5: p=0,002), lagere drempelenergie (6,8 J vs. 11,0 J: p=0,003) en minder cumulatieve energie (12,6 J vs. 23,4 J: p=0,002). Er was geen significant verschil in succesfrequentie tussen BTE- en MDS-cross-overschokken.

Page 184: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

B-8 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Afbeelding B-2 Cumulatief schoksucces voor intraoperative defibrillatie met monofasische (MDS) en bifasische (BTE) schokken: geobserveerde cijfers (n) geschreven met geschatte dosis-reactiecurves

ConclusiesDe gegevens tonen aan dat het bifasische golfcomplex van Physio-Control klinisch superieur is ten opzichte van het conventionele, monofasische, gedempte sinusgolfcomplex voor intraoperatieve defibrillatie van ventrikelfibrilleren. In het bijzonder hebben deze bifasische schokken een grotere defibrillatie-effectiviteit en zijn er minder schokken, lagere drempelenergie en minder cumulatieve energie vereist dan bij monofasische gedempte sinusschokken. Er waren geen onveilige resultaten of ongunstige effecten van het gebruik van het bifasische golfcomplex.

Tabel B-3 Cumulatieve schoksuccesfrequenties en cross-overschokresultaten voor intraoperative defibrillatie

Energie-instelling 2 J 5 J 7 J 10 J 20 J Cross-oversuccessen

20 J

MDS: n = 41 7% 22% 34% 51% 76% 3 van 8 punten geslaagd met BTE-schok van 20 J

BTE: n = 48* 17% 52% 67% 75% 83% 3 van 8 punten geslaagd met MDS-schok van 20 J

* Twee deelnemers die gerandomiseerd waren toegewezen aan de BTE-groep, konden niet worden opgenomen in de cumulatieve succesfrequenties in de tabel en de afbeelding wegens protocolafwijkingen die optraden na de schok van 5 J.

% s

ucce

s

100%

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

Energie-instelling (J)0 5 10 15 20

MDS

BTE

Page 185: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Klinische overzichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor B-9©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage B

Richtlijn voor de selectie van schokenergieDe technologie van het bifasische golfcomplex is een norm voor hartdefibrillatoren. De resultaten van dit onderzoek1 bieden specifieke richtlijnen voor drie mogelijke strategieën voor het ontwikkelen van een dosering.

• Voor het optimaliseren van een lagere begin- en cumulatieve energie met gebruikmaking van een optransformerend protocol selecteert u 5 J voor de eerste schok en verhoogt u de energie met kleine stappen als verdere schokken vereist zijn. In dit onderzoek waren bifasische schokken van 5 J succesvol bij ongeveer de helft van de patiënten.

• Voor het optimaliseren van een snellere defibrillatie en minder schokken selecteert u hetzelfde BTE-energieniveau dat eerder werd gebruikt met MDS (bijvoorbeeld 20 J BTE in plaats van 20 J MDS). Hierdoor valt een verhoogde succesfrequentie te verwachten bij een afname met 30% van de piekstroom van de eerste en opvolgende schokken.

• Voor het handhaven van de effectiviteit van eerder geobserveerde MDS-schokken is een BTE-energieniveau dat de helft bedraagt van het niveau dat eerder werd gebruikt voor MDS-schokken (bijvoorbeeld 10 J BTE in plaats van 20 J MDS) een goede keuze.

Elk van deze strategieën biedt een effectieve defibrillatietherapie, terwijl de hoeveelheid piekstroom waaraan het hart wordt blootgesteld aanzienlijk wordt verminderd.

Fibrilleren kan aanhouden om diverse redenen die niet zijn gerelateerd aan het type golfcomplex dat voor defibrillatie wordt gebruikt. Bij hardnekkige gevallen van fibrilleren hebben artsen nog steeds de mogelijkheid om de schokintensiteit te verhogen of over te stappen op grotere paddles. Het is bekend dat grotere paddles de vereiste energie voor succesvolle defibrillatie vermindert.2

1 B. Schwarz et al., Biphasic shocks compared with monophasic damped sine wave shocks for direct ventricular defibrillation during open heart surgery. Anesthesiology. 2003;98(5):1063-1069.

2 Y. Zhang et al., “Open chest defibrillation: biphasic versus monophasic waveform shocks,” J Am Coll Cardiol, 2001, 37(2 supplement A):320A.

Page 186: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 187: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage C

BIJLAGE CSCHERMBERICHTEN

Deze bijlage bevat de tabel Overzicht van schermberichten en geeft een beschrijving van de schermberichten die de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor tijdens bedrijf kan weergeven.

Page 188: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 189: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schermberichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor C-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage C

Tabel C-1 Overzicht van schermberichten

Bericht Beschrijving

ABNORMALE ENERGIEAFGIFTE

Er is een ontlading opgetreden toen tussen de paddles kortsluiting ontstond (zie waarschuwing, bladzijde 4-13); er is een ontlading in de open lucht opgetreden; of de impedantie van de patiënt valt buiten het bereik. Dit bericht kan ook verschijnen bij bepaalde interne fouten.

ABNORMALE ENERGIEAFGIFTE

Er is een ontlading opgetreden toen tussen de paddles kortsluiting ontstond (zie waarschuwing, bladzijde 4-13); er is een ontlading in de open lucht opgetreden; of de impedantie van de patiënt valt buiten het bereik. Dit bericht kan ook verschijnen bij bepaalde interne fouten.

AED MODE Het toestel bewaakt de conditie van de patiënt en functioneert als semi-automatische externe defibrillator.

AED MODE Het toestel bewaakt de conditie van de patiënt en functioneert als semi-automatische externe defibrillator.

AFGEGEVEN ENERGIE De energieoverdracht is voltooid.

AFGEGEVEN ENERGIE De energieoverdracht is voltooid.

ALARMEN ONDERDRUKT De alarmen zijn onderdrukt. U hoort regelmatig een waarschuwingstoon en u ziet dit bericht om u eraan te herinneren dat de alarmen zijn onderdrukt.

ANALYSEERT NU – HOUD AFSTAND

De AED is bezig het ECG-ritme van de patiënt te analyseren.

BATTERIJ BIJNA LEEG: NETVOEDING AANSLUITEN

De batterij is bijna leeg.

BEVESTIG ELEKTRODEN De defibrillator detecteert dat de therapie-elektroden zijn losgeraakt.

BEVESTIG TESTLOAD Test plug not connected to QUIK-COMBO therapy cable or standard paddles not seated in paddle wells during user test.

BEWEGING WAARGENOMEN!/STOP BEWEGING!

De defibrillator heeft tijdens ECG-analyse beweging gedetecteerd en blokkeert daardoor de analyse.

C-AFLEIDING LOS De ECG-elektrode "C" is losgeraakt.

CO2 AUTOMATISCH OP NUL ZETTEN

EtCO2-monitor voert automatisch een nulpuntkalibratie uit.

CO2 BEZIG MET INITIALISEREN

EtCO2-monitor voert een zelfcontrole uit.

CO2 CONTROLEREN EtCO2 FilterLine-slang of uitlaatpoort geblokkeerd.

CO2 FILTERLIJN LOS EtCO2 FilterLine-slang is losgekoppeld of is niet stevig aangesloten op het apparaat.

CO2 FILTERLIJN REINIGEN De EtCO2 FilterLine-slang is geknikt of verstopt met vloeistof.

CO2 FILTERLIJN-VERSTOPPING

EtCO2 FilterLine-slang is geknikt of verstopt. Het bericht verschijnt nadat 30 seconden is geprobeerd te reinigen.

CPR: JONGERE- GEÏNTUBEERD X:Y

Een optie voor CPR-metronoom. De patiënt is een jongere (jonger dan de puberteit) voor wie een geavanceerde luchtweg is vastgesteld. De opgegeven C:V-verhouding wordt gebruikt.

Page 190: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schermberichten

C-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

CPR: JONGERE- NIET GEÏNTUBEERD X:Y

Een optie voor CPR-metronoom. De patiënt is een jongere (jonger dan de puberteit) voor wie geen geavanceerde luchtweg is vastgesteld. De opgegeven C:V-verhouding wordt gebruikt.

CPR: VOLW. - GEÏNTUBEERD X:Y

Een optie voor CPR-metronoom. De patiënt is een volwassene voor wie een geavanceerde luchtweg is vastgesteld. De opgegeven C:V-verhouding wordt gebruikt.

CPR: VOLW. - NIET GEÏNTUBEERD X:Y

Een optie voor CPR-metronoom. De patiënt is een volwassene voor wie geen geavanceerde luchtweg is vastgesteld. De opgegeven C:V-verhouding wordt gebruikt.

DEACTIVEREN… Er is besloten de energielading te verwijderen.

DEMAND De pacemaker is in de demand-mode.

DRUK OP ANALYSE ALS U GETUIGE WAS VAN DE STILSTAND

Bericht Initiële CPR na aanwijzing REANIMATIE BEGINNEN om de gebruiker eraan te herinneren om direct een schok toe te dienen als de gebruiker getuige was van de stilstand.

DRUK OP ANALYSE. Druk op ANALYSE om de ECG-analyse te starten.

DRUK OP PADDLE-KNOP VOOR SCHOK!

De knop SCHOK op het voorpaneel wordt gedeactiveerd als interne paddles worden aangebracht. Dit bericht wordt weergegeven als u probeert energie over te brengen door de knop SCHOK op het voorpaneel in te drukken.

DRUK OP PADDLE-KNOPPEN VOOR SCHOK!

Als er standaardpaddles zijn aangesloten, is de knop SCHOK op het voorpaneel gedeactiveerd. Dit bericht verschijnt als u probeert energie over te brengen door op de knop SCHOK op het voorpaneel te drukken.

DRUK OP PADDLEKNOP! De knop SCHOK op het voorpaneel wordt gedeactiveerd als interne paddles worden aangebracht. Dit bericht verschijnt als de defibrillator in de sync-mode is en u probeert energie over te dragen door op het voorpaneel op de knop SCHOK te drukken.

DRUK OP PADDLEKNOPPEN!

De knop SCHOK op het voorpaneel wordt gedeactiveerd als standaard paddles worden aangebracht. Dit bericht verschijnt als de defibrillator in de sync-mode is en u probeert energie over te dragen door op het voorpaneel op de knop SCHOK te drukken.

DRUK OP SCHOK-KNOP! De defibrillator is volledig opgeladen en gereed voor het toedienen van therapie (er dienen geen therapiekabel of interne paddles te zijn aangesloten).

DRUK OP SCHOK-KNOP! De defibrillator is in de sync-mode, volledig opgeladen en klaar om therapie toe te dienen.

DRUK OP SCHOK-KNOPPEN!

De defibrillator is in de sync-mode, volledig opgeladen en klaar om therapie toe te dienen met standaard paddles.

DRUK SELECTIEWIEL IN OM TE DEACTIVEREN

Een instructie op de schermoverlays voor opladen om de lading te verwijderen.

ECG-AFLEIDINGEN GEBRUIKEN

Het toestel probeert een gesynchroniseerde cardioversie uit te voeren en de paddle-afleiding is geselecteerd.

ECG-AFLEIDINGEN LOS Meerdere ECG-elektroden zijn losgeraakt terwijl het toestel is aangezet of tijdens de bewaking.

ECG-KABEL LOS De ECG-kabel is verwijderd tijdens het printen.

Tabel C-1 Overzicht van schermberichten (vervolg)

Bericht Beschrijving

Page 191: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schermberichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor C-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage C

ENERGIE NIET AFGEGEVEN

Er is een ontlading in de open lucht gedetecteerd met standaardpaddles. Gewoonlijk wordt dit veroorzaakt doordat de elektroden niet in contact staan met de patiënt; of het betreft een testlading wanneer de schok wordt gestart.

ENERGIEKEUZE/XXX J De knop ENERGIEKEUZE op het voorpaneel of op de standaardpaddles is ingedrukt.

GEBRUIKERSTEST BEZIG Bevestigt dat de gebruikerstest wordt uitgevoerd.

GEBRUIKERSTEST GESLAAGD

Er is een geslaagde gebruikerstest uitgevoerd.

GEBRUIKERSTEST IS NIET VOLTOOID

Testplug niet aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel, standaardpaddles niet in paddlehouders geplaatst, mogelijk defecte therapiekabel of probleem met de defibrillator tijdens gebruikerstest.

GEBRUIKERSTEST MISLUKT

Een gebruikerstest is mislukt.

GEBRUIKERTEST NIET VOLTOOID – BEVESTIG TESTPLUG

Testplug niet aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel, standaardpaddles niet in paddlehouders geplaatst, mogelijk defecte therapiekabel of probleem met de defibrillator tijdens gebruikerstest.

GEEN PULSATIE: DRUK OP ANALYSE

Dit bericht wordt weergegeven na een CPR-interval (indien geactiveerd in setupconfiguratie).

GEEN SCHOK GEADVISEERD

De defibrillator detecteert geen schokbaar ritme.

GEPAUZEERD De knop pacing GEPAUZEERD is ingedrukt en wordt vastgehouden. De pulsaties worden toegediend op een lagere frequentie terwijl de instellingen mA en ppm in stand worden gehouden.

HOUD AFSTAND/DRUK OP SCHOKKNOP

Houd afstand van de patiënt en druk op de SCHOK-knop.

LA-AFLEIDINGEN LOS

L-AFLEIDINGEN LOS

ECG-elektrode LA is losgeraakt.ECG-elektrode L is losgeraakt.

LAGE IMPEDANTIE–HERLADEN

Een patiëntimpedantie van <15 Ohm gedetecteerd.

LL-AFLEIDINGEN LOS

F-AFLEIDINGEN LOS

ECG-elektrode LL is losgeraakt.ECG-elektrode F is losgeraakt.

NON-DEMAND De pacemaker is in de nondemand-mode (asynchrone mode).

OPLADEN TOT XXX J De knop OPLADEN op het voorpaneel of op de standaardpaddles is ingedrukt.

PACERFOUT De pacemaker detecteert een pacerfout tengevolge van een hoge pacingfrequentie of een verbroken verbinding tussen processors. Pacing houdt op.

PACING GESTOPT De pacing stopt en dit bericht wordt weergegeven wanneer een van de volgende situaties zich voordoet: pacemakerelektroden los, pacemakerkabel losgeraakt of pacemakerfout vanwege hoge pacingfrequentie of hoge impedantie.

Tabel C-1 Overzicht van schermberichten (vervolg)

Bericht Beschrijving

Page 192: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schermberichten

C-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

PATIËNT CONTROLEREN! Er is een mogelijk schokbaar ECG-ritme waargenomen terwijl het VF/VT alarm aanstaat.

PRIMAIR NAAR AFLEIDING II OVERSCHAKELEN

De paddle-afleiding is niet beschikbaar en u hebt op de knop ANALYSE gedrukt.

PRIMAIR NAAR PADDLES OVERSCHAKELEN

De paddle-afleiding is beschikbaar en u hebt op de knop ANALYSE gedrukt.

PRINTER CONTROLEREN De printerklep is open; er zit geen papier in de printer of er is een andere printerstoring.

PULSATIE CONTROLEREN De AED-melding die wordt weergegeven na elke standaardreeks van 3 schokken of na het bericht GEEN SCHOK GEADVISEERD.

RA-AFLEIDINGEN LOS

R-AFLEIDINGEN LOS

ECG-elektrode RA is losgeraakt.ECG-elektrode R is losgeraakt.

REANIMATIE BEGINNEN Start CPR in AED-mode.

RL-AFLEIDINGEN LOS

N-AFLEIDINGEN LOS

ECG-elektrode RL is losgeraakt.ECG-elektrode N is losgeraakt.

SCHOK GEADVISEERD! De defibrillator heeft een schokbaar ritme gedetecteerd.

SIGNAAL ZOEKEN Remote sync is geselecteerd en het toestel is bezig met het kwalificeren van het ingangssignaal.

SLUIT AAN OP NETVOEDING

Remote sync is geselecteerd en het toestel is niet aangesloten op de netvoeding.

SLUIT KABEL AAN De therapiekabel is niet aangesloten in de handmatige mode terwijl u op OPLADEN drukt. De QUIK-COMBO kabel is niet aangesloten in de pacingmode terwijl u de stroom verhoogt. De QUIK-COMBO kabel is niet aangesloten in de AED-mode terwijl u op ANALYSE drukt.

SLUIT SYNC-KABEL AAN OP REMOTE MONITOR

Remote sync is geselecteerd en het toestel is niet aangesloten op de remote monitor.

SPO2: CONTROLEER SENSOR

De SpO2-sensor is losgeraakt van de patiënt nadat een meting is verkregen.

SPO2: GEEN SENSOR WAARGENOMEN

Een sensor is van de monitor losgekoppeld.

SPO2: LAGE PERFUSIE Patiënt heeft een zwakke pulsatie.

SPO2: PULSATIE ZOEKEN Bevestigt dat de pulsatieoximetriesensor is aangesloten op de defibrillator.

STROOMSTORING De vergelijking tussen afgegeven en geselecteerde pacingstroom valt buiten de tolerantie.

TOEGANG GEWEIGERD Er is drie maal achter elkaar een incorrect wachtwoord ingevoerd.

TRANSMISSIE GEANNULEERD

De datatransmissie is geannuleerd.

TRANSMISSIE MISLUKT Het verzenden van de gegevens is mislukt.

TRANSMISSIE VOLTOOID De datatransmissie is voltooid.

Tabel C-1 Overzicht van schermberichten (vervolg)

Bericht Beschrijving

Page 193: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schermberichten

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor C-5©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage C

VERWIJDER TESTPLUG De QUIK-COMBO-testplug is aangesloten op de QUIK-COMBO therapiekabel.

VERZENDEN NIET MOGELIJK

Het is niet mogelijk gegevens te verzenden.

XX% OVERGEDRAGEN Het opgegeven percentage van de transmissie is voltooid.

ZELFTEST BEZIG Bevestigt dat de zelftest wordt uitgevoerd.

ZELFTEST GESLAAGD Er is een geslaagde zelftest uitgevoerd.

ZELFTEST IS NIET VOLTOOID

Testplug niet aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel, standaardpaddles niet in paddlehouders geplaatst, mogelijk defecte therapiekabel of probleem met de defibrillator tijdens dagelijkse automatische zelftest.

ZELFTEST MISLUKT Een zelftest is mislukt.

ZELFTEST NIET VOLTOOID – BEVESTIG TESTPLUG

Testplug niet aangesloten op QUIK-COMBO-therapiekabel, standaardpaddles niet in paddlehouders geplaatst, mogelijk defecte therapiekabel of probleem met de defibrillator tijdens dagelijkse automatische zelftest.

Tabel C-1 Overzicht van schermberichten (vervolg)

Bericht Beschrijving

Page 194: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 195: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage D

BIJLAGE DGEBRUIKER, CONTROLELIJST

Deze controlelijst voor de gebruiker mag worden gereproduceerd.

Page 196: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 197: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

LIFEPAK® 20e-defibrillator/monitor - Controlelijst voor de gebruikerSerienr. van toestel:________________________

Locatie: ____________________________

Instructie Aanbevolen corrigerende handeling

Datum

Paraaf

Plaats een ✔ in het vakje nadat u de instructie hebt opgevolgd.1 Controleer het afgedrukte resultaat van de dagelijkse automatische zelftest die om 3.00 uur wordt

uitgevoerd. (Zie stap 10 als geen resultaten van de zelftest zijn afgedrukt.) Als:ZELFTESTEN MISLUKT Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.ZELFTEST NIET VOLTOOID – VOER HANDMATIGE TEST UIT

Sluit de testplug aan of zet de paddles vast in de houders en voer een handmatige gebruikerstest uit. Als het bericht BEVESTIG TESTLOAD wordt weergegeven, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

2 Inspecteer de fysieke toestand op:Vreemde stoffen Reinig de defibrillator.Beschadigingen of barsten Neem contact op met bevoegd servicepersoneel.

3 Inspecteer de voedingsbron op: Aansluiting netvoedingsconnector op toestel en netvoedingsbron; De LED's van de wisselstroom op de defibrillator en de optionele CodeManagement Module zijn opgelicht

Als de LED's van de netvoeding niet branden, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

Gebroken, loszittende of versleten voedingskabel

Vervang beschadigde of gebroken onderdelen.

4 Controleer therapie- en ECG-elektroden op:Uiterste gebruiksdatum Vervang deze indien de uiterste gebruiksdatum

is verstreken.Beschikbaarheid reserve-elektroden Zorg voor reserve-elektroden.

5 Onderzoek de bijbehorende kabels op:Barsten, beschadiging, gebroken of verbogen onderdelen of pennen, en de oppervlakken van de paddles op krassen

Vervang beschadigde of gebroken onderdelen.

6 Koppel de defibrillator los van de wisselstroom, wacht 2 seconden, druk op AAN en let op het volgende:

Kortstondige zelftestberichten, oplichten van LED's en pieptoon luidspreker

Neem, indien afwezig, contact op met bevoegd servicepersoneel.

De LED Service licht op Als deze oplicht, schakelt u het apparaat uit en vervolgens weer in. Als de LED Service blijft branden, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

7 Controleer de ECG-printer op:Voldoende papiervoorraad Voer zo nodig nieuw papier in. Vermogen tot printen Indien de printer niet werkt, neemt u contact

op met bevoegd servicepersoneel.8 Controleer of de therapiekabel op de defibrillator is aangesloten en voer een kabelcontrole uit:

Als een QUIK-COMBO®-therapiekabel is aangesloten:• Controleer of de testplug op de therapiekabel is aangesloten.

• Zo niet, druk dan op de knop ANALYSE.• Wacht na het bericht ANALYSEERT NU op

het bericht VERWIJDER TESTPLUG.Als het bericht SLUIT KABEL AAN of BEVESTIG ELEKTRODEN wordt weergegeven, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

Als HARDE PADDLES zijn aangesloten:• Controleer of de paddles goed in de houders zijn geplaatst.• Selecteer 10 J en druk op de knop

OPLADEN.Als het bericht SLUIT KABEL AAN of BEVESTIG ELEKTRODEN wordt weergegeven, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

• Als het toestel volledig is opgeladen, drukt u op de SCHOK-knop op de paddles en wacht u op het bericht AFGEGEVEN ENERGIE.

Als geen energie is afgegeven en de schoktoon aanhoudt, drukt u op het Selectiewiel om het systeem uit te schakelen en neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

9 Sluit de netvoeding opnieuw aan en schakel vervolgens het apparaat uit.10 * Voer de handmatige gebruikerstest uit als: Gebruikerstest uitgevoerd

• Ziekenhuisprotocol frequentere apparaattests eist dan de aanbevolen dagelijkse automatische zelftest

Als de gebruikerstest mislukt, neemt u contact op met bevoegd servicepersoneel.

• De dagelijkse automatische zelftest niet is voltooid of afgedrukt

• REDI-PAK™-elektroden vooraf aangesloten op de therapiekabel

Opmerking: sluit de elektroden opnieuw op de therapiekabel aan nadat de gebruikerstest is voltooid.

Het is raadzaam de defibrillator/monitor dagelijks te inspecteren en te testen aan de hand van deze controlelijst voor de gebruiker. Dit formulier mag worden gereproduceerd.

Page 198: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 199: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage E

BIJLAGE ESCHOKADVIESSYSTEEM

In deze bijlage wordt de elementaire werking van het schokadviessysteem (SAS) beschreven.

Page 200: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 201: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schokadviessysteem

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor E-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage E

OVERZICHT VAN HET SCHOKADVIESSYSTEEMHet Shock Advisory System™ (schokadviessysteem, SAS) is een ECG-analysesysteem dat is ingebouwd in de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor en dat de gebruiker inlicht of een schokbaar of niet-schokbaar ritme wordt waargenomen. Dit systeem stelt personen die niet getraind zijn om ECG-ritmes te interpreteren, in staat om mogelijk levensreddende therapie te geven aan slachtoffers van ventrikelfibrillatie of pulsatieloze ventriculaire tachycardieën. Het schokadviessysteem heeft de volgende voorzieningen:

• Bepaling van elektrodecontact

• Geautomatiseerde interpretatie van het ECG

• Gebruikersbediening van schoktherapie

• Continu patiënt-bewakingssysteem (CPSS)

• Beweging waargenomen

Het schokadviessysteem is actief wanneer de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor wordt gebruikt als geautomatiseerde externe defibrillator (AED). Tijdens de bewaking kan CPSS worden geactiveerd.

Bepaling van elektrodecontactHet schokadviessysteem meet de transthoracale impedantie van de patiënt via de therapie-elektroden. Indien de basislijnimpedantie hoger is dan een maximumlimiet, bepaalt het dat de elektroden niet voldoende contact met de patiënt hebben of niet naar behoren op de AED zijn aangesloten. Wanneer dit het geval is, worden de ECG-analyse en schoktoediening onderdrukt. De AED adviseert de gebruiker om de elektroden aan te sluiten wanneer de elektroden onvoldoende contact maken.

Geautomatiseerde interpretatie van het ECGHet schokadviessysteem beveelt een schok aan indien de volgende zaken worden waargenomen:

• ventrikelfibrilleren - bij een piek-tot-piek-amplitude van ten minste 0,08 mV;

• ventriculaire tachycardie - gedefinieerd als een hartfrequentie van ten minste 120 slagen per minuut, een QRS-breedte van ten minste 0,16 seconden en geen klaarblijkelijke P-toppen.

Pacemakerpulsaties kunnen een terecht schokadvies verhinderen, ongeacht het onderliggende ritme van de patiënt. Het schokadviessysteem beveelt geen schok aan voor alle andere ECG-ritmes inclusief asystolie, pulsatieloze elektrische activiteit, idioventriculaire ritmes, bradycardie, supraventriculaire tachycardieën, atriumfibrilleren en -flutter, hartblok, premature ventriculaire complexen en normale sinusritmes. Deze ritmes worden specifiek vermeld in de AHA-aanbevelingen.

Prestaties van het schokadviessysteemDe ECG-analyse door het schokadviessysteem (SAS) in de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitorserie (AED) werd getest door het afspelen van ECG-golfcomplexen uit de database van Physio-Control via de connector van de elektrode. Voor elke test-ECG werd de beslissing (schok of geen schok) van het SAS opgenomen en vergeleken met de ritmeclassificatie en behandelingsaanbeveling van klinische experts.

Page 202: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schokadviessysteem

E-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

SAS-testsetDe SAS-testset bestaat uit 989 ECG-verzamelingen, opgenomen via defibrillatie-elektroden tijdens pre-hospitaal gebruik van de LIFEPAK 5-defibrillators. De defibrillatie-elektroden en ECG-signaalverwerking waren dezelfde als deze items, gebruikt in de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor. Het ECG werd opgenomen met cassetterecorders die waren aangesloten op de LIFEPAK 5-defibrillatoren. Een aantal ECG-segmenten werd gesampled en het ECG-ritme werd geclassificeerd door klinische experts. De ritmen werden geselecteerd als een representatief monster van ritmen die werden waargenomen tijdens de behandeling bij hartstilstand. De SAS-testset bevat de volgende ECG-samples:

• 168 maal grove ventrikelfibrillatie (VF) (>200 µV piek-tot-piek-amplitude);

• 29 maal fijne ventrikelfibrillatie (<200 en >80 µV piek-tot-piek-amplitude);

• 65 maal schokbare ventriculaire tachycardie (VT) (frequentie >120 bpm, QRS-duur >160 ms, geen klaarblijkelijke P-golven, patiënt gerapporteerd als zonder pulsatie door de paramedici);

• 43 maal asystolie (<80 µV piek-tot-piek-amplitude);

• 144 maal normaal sinusritme (NSR) (sinusritme, hartfrequentie 60-100 bpm);

• 531 maal ander georganiseerd ritme (alle ritmes behalve die in een van de andere vermelde categorieën);

• 2 maal overgang (binnen de sample treedt een overgang op van schokbaar naar niet-schokbaar of andersom);

• 5 maal schokbare ritmes met pacemakerartefact (het pacemakerartefact wordt verspreid over de tijd door de filtering in de LIFEPAK 5-defibrillator);

• 2 maal niet-schokbare ritmes met pacemakerartefact (het pacemakerartefact wordt verspreid over de tijd door de filtering in de LIFEPAK 5-defibrillator).

Tabel E-1 Totale SAS-prestatie van de LIFEPAK 20e-serie

Totale SAS-prestatie

Gevoeligheid >90%

Specificiteit >95%

Positieve predictieve waarde >90%

Percentage fout-positief <5%

Tabel E-2 LIFEPAK 20e-serie - SAS-prestaties per ritmecategorie

Ritmeklasse ECG-test1

Monster-grootte

Prestatiedoel Geobserveerde prestatie

Schokbaar: Grof VF 168 >90% gevoeligheidLIFEPAK 20e voldoet aan de AAMI2 DF80-vereisten, EN60601-2-4:2003-vereisten en AHA3-aanbevelingen

Schokbaar: VT 65 >75% gevoeligheidLIFEPAK 20e voldoet aan de AAMI DF80-vereisten, EN60601-2-4:2003-vereisten en AHA-aanbevelingen

Niet-schokbaar: NSR 144 >99% specificiteit De LIFEPAK 20e voldoet aan de aanbevelingen van de AHA

Niet-schokbaar: asystolie 43 >95% specificiteitLIFEPAK 20e voldoet aan de AAMI DF80-vereisten, EN60601-2-4:2003-vereisten en AHA-aanbevelingen

Page 203: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schokadviessysteem

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor E-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage E

1 Elk monster wordt 10 keer asynchroon uitgevoerd.2 Association for the Advancement of Medical Instrumentation. DF80: 2003 Medical electrical equipment-Part 2-4.

Arlington, VA: AAMI, 20043 Automatic External Defibrillators for Public Access Defibrillation: Recommendations for Specifying and Reporting

Arrhythmia Analysis Algorithm Performance, Incorporating New Waveforms, and Enhancing Safety. American Heart Association (AHA) Task Force on Automatic External Defibrillation, Subcommittee on AED Safety and Efficacy. Circulation. 1997: Vol. 95: 1677-1682.

VF = ventriculaire fibrillatieVT = ventriculaire tachycardieNSR = normaal sinusritme

Gebruikersbediening van schoktherapieHet schokadviessysteem zorgt voor automatische oplading van de AED wanneer het de aanwezigheid van een schokbaar ritme waarneemt. Wanneer een schok wordt geadviseerd, drukt de gebruiker de SCHOK-knop in om de energie aan de patiënt toe te dienen. De analyse wordt uitgeschakeld terwijl het apparaat wordt opgeladen of is opgeladen.

Continu patiëntbewakingssysteemHet continue patiënt-bewakingssysteem (CPSS) bewaakt het ECG-ritme van de patiënt automatisch op een mogelijk schokbaar ritme terwijl de elektroden zijn aangesloten en de AED aanstaat. Het CPSS is niet actief tijdens de ECG-analyse of wanneer de AED in een CPR-cyclus is.

BewegingsdetectieHet schokadviessysteem neemt onafhankelijk van de ECG-analyse bewegingen van de patiënt waar. Bewegingswaarneming is bedoeld voor het detecteren van perioden wanneer de ECG kan worden beïnvloed door substantiële bewegingsartefacten. BEWEGING WAARGENOMEN kan in de setupmodus worden ingesteld op AAN of UIT.

Indien variaties op gemiddelde frequentie in het transthoracale impedantiesignaal een maximumlimiet overschrijden, bepaalt het schokadviessysteem dat er beweging van de patiënt aanwezig is. Als beweging wordt waargenomen, wordt de ECG-analyse vertraagd. De gebruiker wordt geadviseerd middels een weergegeven bericht, een gesproken commando of een akoestische waarschuwingstoon. Als er na 10 seconden nog steeds beweging wordt waargenomen, wordt het bewegingsalarm gestopt en wordt de analyse voortgezet en voltooid. Hiermee wordt de vertraging van therapie beperkt in situaties waarin het wellicht niet mogelijk is om de beweging te stoppen. De hulpverlener dient de bron van beweging echter zo mogelijk te verwijderen om de kans op artefacten in het ECG tot een minimum te beperken.

Algemene oorzaken van bewegingswaarschuwingen omvatten reanimatie, spontane beweging van de patiënt, hulpverleners die de patiënt verplaatsen en vervoer met de ziekenwagen.

Er zijn twee redenen waarom de ECG-analyse kan worden vertraagd als het bewegingsalarm optreedt. In die gevallen dient de hulpverlener de bron van beweging zo mogelijk te verwijderen:

1 Een dergelijke beweging kan een artefact veroorzaken in het ECG-signaal. Dit artefact kan tot

Niet-schokbaar: alle andere ritmes 531 >95% specificiteit

LIFEPAK 20e voldoet aan de AAMI DF80-vereisten, EN60601-2-4:2003-vereisten en AHA-aanbevelingen

Tussenliggend: fijne VF 29 Alleen verslag >75% gevoeligheid

Tabel E-2 LIFEPAK 20e-serie - SAS-prestaties per ritmecategorie (vervolg)

Ritmeklasse ECG-test1

Monster-grootte

Prestatiedoel Geobserveerde prestatie

Page 204: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Schokadviessysteem

E-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

gevolg hebben dat een niet-schokbaar ECG-ritme lijkt op een schokbaar ritme. Zo kan een borstkascompressie tijdens een asystolie lijken op een schokbare ventriculaire tachycardie. Een artefact kan ook tot gevolg hebben dat een schokbaar ECG-ritme op een niet-schokbaar ritme lijkt. Zo kan een borstkascompressie tijdens ventrikelfibrilleren lijken op een georganiseerd en, derhalve, niet-schokbaar ritme.

2 De beweging kan worden veroorzaakt door de handelingen van de hulpverlener. Teneinde het risico dat een redder per ongeluk schokken oploopt tot een minimum te beperken, wordt de hulpverlener door middel van een bewegingsalarm gevraagd bij de patiënt vandaan te stappen. Op dat moment stopt de beweging en wordt de ECG-analyse hervat.

De bewegingswaarnemingsfunctie kan worden ingesteld op uit. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan analyse van de ECG zelfs bij bewegingen onbelemmerd worden voortgezet. Dit kan eventueel tot een artefact in de ECG leiden, zoals hierboven is beschreven. Een artefact in het ECG kan soms tot een foutief besluit van het schokadviessysteem leiden.

Het vaardigheids- en trainingsniveau van de zorgverleners moet in overweging worden genomen bij het bepalen of de bewegingswaarnemingsfunctie al dan niet moet worden uitgeschakeld. Hoe snel reageren de gebruikers op de gesproken aanwijzing van de AED? Stoppen zij bijvoorbeeld met CPR zodra zij de aanwijzing ANALYSEERT NU - HOUD AFSTAND horen?

Page 205: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage F

BIJLAGE FInformatie over cprMAX-technologie

Page 206: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 207: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Informatie over cprMAX-technologie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor F-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage F

INFORMATIE OVER cprMAX-TECHNOLOGIEPhysio-Control cprMAX™-technologie is ontworpen voor reanimatieprotocollen die zorgen voor optimale kwaliteit van reanimatie die tijdens behandeling met een AED wordt toegepast, conform de richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie en cardiovasculaire noodzorg van de American Heart Association uit 20051 (AHA-richtlijnen) en de reanimatierichtlijnen van de Europese Raad uit 20052.

Instelopties dienen uitsluitend te worden gewijzigd onder toezicht van een arts met kennis van cardiopulmonale reanimatie die vertrouwd is met de literatuur op dit terrein.

De cprMAX-technologie omvat de volgende instelopties:

• INITIËLE REANIMATIE. De gebruiker wordt gevraagd een initiële reanimatieperiode uit te voeren. Alleen van toepassing direct na inschakeling van de AED of na de eerste analyse.

• Tijd REANIMATIE VÓÓR SCHOK. De gebruiker wordt gevraagd CPR toe te passen nadat er een schokbaar ECG-ritme is gedetecteerd, voordat de schok wordt toegepast. Als INITIËLE REANIMATIE op UIT is ingesteld, is REANIMATIE VÓÓR SCHOK van toepassing op alle besluiten waarbij schokken worden geadviseerd (inclusief de eerste analyse).

• CPR-TIJD 1 en 2. CPR-tijdsperiode nadat er respectievelijk schokken of geen schokken zijn geadviseerd.

• OPEENVOLGENDE SCHOKKEN. Na elke schok wordt de analyse verwijderd en na elke schok wordt er gevraagd reanimatie toe te passen. Hiermee wordt de reeks van drie schokken verwijderd.

• PULSATIECONTROLE. Hiermee wordt aangegeven of en wanneer het apparaat om pulsatiecontroles moet vragen.

AED-protocollen voldoen aan de richtlijnen van de AHA en de Europese Raad als de instelopties als volgt zijn ingesteld:

• Initiële reanimatie: UIT

• Tijd reanimatie vóór schok: UIT

• CPR-tijd 1 en 2: 120 SECONDEN

• Opeenvolgende. schokken: UIT

• Pulsatiecontrole: NOOIT

Bovenstaande opties zijn de standaardfabrieksinstellingen voor cprMAX-technologie. Op basis van uw ziekenhuisprocedures moet worden bepaald of de opties moeten worden gewijzigd en moet ervoor worden gezorgd dat u training wordt aangeboden.

Het energielabel van ventrikelfibrillatie (VF) voor volwassenen wordt ook gegeven als richtlijn voor de aanbevolen energie voor het behandelen van VF3

,4. Raadpleeg het label op uw

defibrillator voor aanbevolen doseringen.

1 Richtlijnen voor cardiopulmonale reanimatie en cardiovasculaire noodzorg van de American Heart Association uit 2005. Circulation 2005;112 (supplement IV).

2 Reanimatierichtlijnen van de Europese Raad uit 2005. J. Resuscitation 2005; 67 (supplement 1).3 AHA-richtlijnen 2005, IV-40.4 ERC-richtlijnen 2005, S31.

Page 208: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Informatie over cprMAX-technologie

F-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

AED-BEDIENING MET cprMAX-TECHNOLOGIEIn de volgende alinea's wordt AED-bediening met instelopties voor de cprMAX-technologie beschreven:

Initiële reanimatieBij de optie INITIËLE REANIMATIE wordt de gebruiker gevraagd een initiële reanimatieperiode uit te voeren. De keuzemogelijkheden zijn: UIT, EERST ANALYSEREN en EERST REANIMEREN. De standaardfabrieksinstelling is UIT.

• Bij de instelling UIT wordt er niet om een initiële reanimatieperiode gevraagd.

• Bij de instelling EERST ANALYSEREN wordt er om analyse en vervolgens om CPR gevraagd. Als de analyse uitwijst dat een schok nodig is, wordt de AED-aanwijzing ALS U GETUIGE WAS VAN DE STILSTAND, DRUK OP ANALYSE weergegeven, waarmee de mogelijkheid wordt geboden om CPR vroegtijdig te beëindigen en direct verder te gaan met het toedienen van een schok.

• Bij de instelling EERST REANIMEREN wordt de gebruiker gevraagd direct CPR toe te passen zodra de defibrillator is ingeschakeld. Ook verschijnt de AED-aanwijzing ALS U GETUIGE WAS VAN DE STILSTAND, DRUK OP ANALYSE, waarmee de mogelijkheid wordt geboden om de reanimatie vroegtijdig te beëindigen en direct verder te gaan met analyse.

Ziekenhuizen die ervoor kiezen deze optie te implementeren, moeten een protocol ontwikkelen en training bieden aan eerstehulpverleners om hen te laten zien wanneer ze het initiële reanimatie-interval vroegtijdig moeten beëindigen. Mogelijke situaties voor vroegtijdige beëindiging van CPR zijn:

• De hulpverlener was getuige van de stilstand van de patiënt.

• De hulpverlener heeft vastgesteld dat er minder dan vier of vijf minuten zijn verstreken sinds de stilstand van de patiënt.

• De patiënt vertoont afwijkende ademhaling, wat erop wijst dat er slechts weinig tijd is verstreken.

• De hulpverlener stelt vast dat er al CPR van goede kwaliteit en met geschikte duur is toegepast voordat de AED-elektroden zijn aangesloten.

Zie Continu patiëntbewakingssysteem voor een gedetailleerde beschrijving van de reeks AED-aanwijzingen voor elke optie voor INITIËLE REANIMATIE.

Init. reanimatieduurDe optie INITIËLE REANIMATIEDUUR is van toepassing wanneer INITIËLE REANIMATIE op EERST ANALYSEREN of EERST REANIMEREN is ingesteld. Hiermee wordt de CPR-tijd voor die CPR-periode ingesteld. De tijdskeuzemogelijkheden voor INITIËLE REANIMATIEDUUR zijn: 15, 30, 45, 60, 90, 120 en 180 SECONDEN. De standaardfabrieksinstelling is 120 seconden.

Tijd reanimatie vóór schokBij de tijdsoptie REANIMATIE VÓÓR SCHOK wordt er gevraagd of er reanimatie moet worden toegepast wanneer er een schokbaar ECG-ritme wordt gedetecteerd en tijdens de oplaadperiode van de AED. Dit is alleen van toepassing wanneer analyse tot SCHOK GEADVISEERD leidt. Als INITIËLE REANIMATIE op UIT of EERST REANIMEREN is ingesteld, is de tijd voor REANIMATIE VÓÓR SCHOK van toepassing op de eerste en alle volgende schokken. Als INITIËLE REANIMATIE op EERST ANALYSEREN is ingesteld, is de tijd voor REANIMATIE VÓÓR SCHOK van toepassing op de tweede en alle volgende schokken. De keuzemogelijkheden voor de tijd voor REANIMATIE VÓÓR SCHOK zijn: UIT, 15 en 30 SECONDEN. Als er alleen om CPR moet worden gevraagd

Page 209: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Informatie over cprMAX-technologie

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor F-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage F

zolang de condensator wordt opgeladen, selecteert u de CPR-interval van 15 seconden. De knop SCHOK wordt pas ingeschakeld als de oplaad- en CPR-tijd voltooid zijn. De standaardinstelling voor de tijd voor REANIMATIE VÓÓR SCHOK is UIT.

Opmerking: hoewel de SCHOK-knop tijdens het interval van REANIMATIE VÓÓR SCHOK is uitgeschakeld, wordt deze actief zodra het interval van REANIMATIE VÓÓR SCHOK is beëindigd. Om het interval tussen de uiteindelijke thoraxcompressie en schoktoediening (met inachtneming van de veiligheid van de hulpverlener) tot een minimum te beperken, moeten ziekenhuisprotocollen waarin voor deze optie wordt gekozen, specifieke training en protocollen aanbieden om de snelle overgang van REANIMATIE VÓÓR SCHOK naar schoktoediening goed te laten verlopen.

Opeenvolgende schokkenAls deze optie op UIT is ingesteld, wordt bij de optie OPEENVOLGENDE SCHOKKEN na elke schok gevraagd of er CPR moet worden toegepast. Hiermee wordt de reeks van drie schokken verwijderd. Na de schok wordt gevraagd of CPR moet worden toegepast, ongeacht het ECG-ritme. De CPR-tijd na de schok wordt bepaald door de geselecteerde instelling van CPR-TIJD 1. De keuzemogelijkheden voor de optie OPEENVOLGENDE SCHOKKEN zijn AAN en UIT. De standaardfabrieksinstelling is UIT.

Als deze optie op AAN is ingesteld, volgt de defibrillator het eerdere traditionele protocol voor opeenvolgende schokken en worden er naar behoefte maximaal drie opeenvolgende schokken toegediend, zonder tussentijdse reanimatie.

PulsatiecontroleBij de optie PULSATIECONTROLE wordt er gevraagd om pulsatie te controleren of de patiënt te controleren, afhankelijk van de instelling van PULSATIECONTROLE. De keuzemogelijkheden voor PULSATIECONTROLES zijn: ALTIJD, NA ELK GEEN SCHOKADV., NA 2E GEEN SCHOKADV. en NOOIT. De standaardinstelling is NOOIT.

• Bij de optie ALTIJD wordt gevraagd om een pulsatiecontrole na CPR-tijd 1 en 2, na GEEN SCHOK GEADVISEERD, na één SCHOK GEADVISEERD met OPEENVOLGENDE SCHOKKEN UIT of na drie opeenvolgende beslissingen SCHOK GEADVISEERD als OPEENVOLGENDE SCHOKKEN op AAN is ingesteld.

• Bij de optie NA ELK 'GEEN SCHOKADVIES' wordt gevraagd om een pulsatiecontrole na elke GEEN SCHOK GEADVISEERD-melding.

• Bij de optie NA ELK TWEEDE 'GEEN SCHOKADVIES' wordt gevraagd om een pulsatiecontrole na de tweede analyse als de tweede analyse tot GEEN SCHOK GEADVISEERD leidt, ongeacht het resultaat van de eerste analyse, (SCHOK GEADVISEERD of GEEN SCHOK GEADVISEERD).

• Bij de optie NOOIT worden alle PULSATIECONTROLE-aanwijzingen verwijderd.

Page 210: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 211: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage G

BIJLAGE GBASISSTATION

In deze bijlage wordt de installatie en het gebruik van het basisstation van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor beschreven.

Page 212: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 213: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Basisstation

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor G-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage GBASISSTATION LIFEPAK 20E-DEFIBRILLATOR/MONITOR

Het basisstation van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor biedt u de mogelijkheid uw defibrillator te bevestigen op een reanimatiekar of een ander plat oppervlak. Het basisstation voorziet in een draaibereik van 360-graden, zodat u het scherm van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor vanuit elke hoek kunt bekijken.

Opmerking: Het basisstation kan niet worden gebruikt met de CodeManagement Module.

Zo plaatst u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor in het basisstation:

1 Houd de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor aan de handgreep vast boven het basisstation (zie Afbeelding G-1, pijl 1).

2 Kantel de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor naar achteren, het basisstation in. Let hierbij op dat de sleuven aan de achterzijde van de defibrillator zijn uitgelijnd met de rollen op het basisstation (zie Afbeelding G-1, pijl 2).

3 Zorg dat de uitsparing aan de onderzijde van het voorpaneel van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor zich op één lijn bevindt met de voorste roller van het basisstation en druk de voorzijde van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor omlaag totdat u een klik hoort (zie Afbeelding G-1, pijl 3).

4 Controleer of de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor stevig op zijn plaats zit.Zo draait u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor in het basisstation:

1 Pak de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor vast bij de handgreep of aan de zijkanten.2 Draai het toestel in de juiste stand. U hoort klikkende geluiden op het moment dat de

defibrillator op zijn plaats vastklikt.

Afbeelding G-1 Basisstation

Zo verwijdert u de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor uit het basisstation:

1 Pak de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor vast bij de handgreep.2 Trek stevig aan de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor totdat deze loskomt van het

basisstation.Opmerking: als u het basisstation wilt installeren op een plat oppervlak of aan een wandbeugel (GCX), raadpleegt u de installatie-instructies voor het basisstation of de servicehandleiding van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor.

321

Page 214: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 215: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage H

BIJLAGE HRICHTLIJNEN ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT

Page 216: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 217: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Richtlijnen elektromagnetische compatibiliteit

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor H-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage H

Verklaring Canadese standaard ICES-003Opmerking: Dit gedeelte is alleen van toepassing als een CodeManagement Module is bevestigd aan de LIFEPAK 20e defibrillator/monitor.

Dit digitaal apparaat van Klasse B voldoet aan de Canadese ICES-003.

Dit apparaat voldoet aan de Industry Canada-licentievrijstelling voor RSS-standaard(s). Het gebruik is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: 1) dit apparaat mag geen storing veroorzaken en 2) dit apparaat moet elke storing accepteren, inclusief storing die ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.

Belangrijkste eigenschapDe LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor levert veilige en efficiënte prestaties bij defibrillatietherapie en patiëntbewaking bij gebruik binnen de elektromagnetische omgeving zoals gespecificeerd in tabel 2 tot en met 4.

Tabel 1

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische emissies

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor moet ervoor zorgen dat de defibrillator/monitor in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.

Emissietest Conformiteit Elektromagnetische omgeving - richtlijnen

RF-emissies

CISPR 11

Groep 1 De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor maakt alleen gebruik van RF-energie voor de interne functies. De RF-emissies zijn dan ook zeer laag en het is niet waarschijnlijk dat deze interferentie met elektronische apparatuur in de nabijheid veroorzaken.

RF-emissies

CISPR 11

Klasse B De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is geschikt voor gebruik in alle gebouwen, inclusief woningen en ruimtes die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare laagspanningsnetwerk dat gebouwen van stroom voorziet voor huishoudelijke doeleinden.Harmonische

emissies

IEC 61000-3-2

Klasse A

Spanningsschommelingen/flikkering

IEC 61000-3-3

Conform

Page 218: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Richtlijnen elektromagnetische compatibiliteit

H-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Tabel 2

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor moet ervoor zorgen dat de defibrillator/monitor in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.

ImmuniteitstestIEC 60601 Testniveau

ConformiteitsniveauElektromagnetische omgeving -

richtlijnen

Elektrostatische ontlading (Electrostatic Discharge, ESD)

IEC 61000-4-2

±6 kV bij contact

±8 kV in lucht

±6 kV bij contact

±8 kV in lucht

Vloeren moeten van hout, beton of keramische tegels zijn gemaakt. Als de vloer is bedekt met synthetisch materiaal, moet de relatieve vochtigheid minstens 30% bedragen.

Snelle elektrische transiënten en amplitudes

IEC 61000-4-4

±2 kV voor voedingskabels

±1 kV voor ingangs-/uitgangskabels

±2 kV voor voedingskabels

±1 kV voor ingangs-/uitgangskabels

De kwaliteit van de netspanning moet gelijk zijn aan die van een gebruikelijke commerciële of ziekenhuisomgeving.

Overspanning

IEC 61000-4-5

±1 kV in differentiële mode

±2 kV in normale mode

±1 kV in differentiële mode

±2 kV in normale mode

De kwaliteit van de netspanning moet gelijk zijn aan die van een gebruikelijke commerciële of ziekenhuisomgeving.

Kortstondige spanningsdalin-gen, korte onder-brekingen en spanningswisse-lingen op ingangs-kabels van de stroomvoorziening

IEC 61000-4-11

<5% UT

(>95% daling in UT)bij 0,5 cyclus

40% UT

(60% daling in UT)bij 5 cycli

70% UT

(30% daling in UT)bij 25 cycli

<5% UT

(>95% daling in UT)bij 5 s

<5% UT

(>95% daling in UT)bij 0,5 cyclus

40% UT

(60% daling in UT)bij 5 cycli

70% UT

(30% daling in UT)bij 25 cycli

<5% UT

(>95% daling in UT)bij 5 s

De kwaliteit van de netspanning moet gelijk zijn aan die van een gebruikelijke commerciële of ziekenhuisomgeving. Als een continue werking van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor tijdens onderbrekingen van de netvoeding noodzakelijk is, wordt geadviseerd de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor aan te sluiten op een ononderbreekbare stroomvoorziening of een accu.

Magnetisch veld (50/60 Hz) netfrequentie

IEC 61000-4-8

3 A/m 3 A/m De magnetische velden van de netfrequentie moeten van een niveau zijn dat gebruikelijk is voor een commerciële of ziekenhuisomgeving.

Opmerking: UT is het wisselstroomvoltage vóór toepassing van het testniveau.

Page 219: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Richtlijnen elektromagnetische compatibiliteit

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor H-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Bijlage H

Tabel 3

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor moet ervoor zorgen dat de defibrillator/monitor in een dergelijke elektromagnetische omgeving wordt gebruikt.

Immuniteitstest Testniveau IEC 60601 Conformiteit

sniveauElektromagnetische omgeving - richtlijnen

Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag niet dichter bij een willekeurig deel van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor, inclusief bekabeling, worden gebruikt dan de aanbevolen scheidingsafstand die wordt berekend aan de hand van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van het zendapparaat.

Aanbevolen scheidingsafstandGeleide RF

IEC 61000-4-6

3 Vrms

150 kHz tot 80 MHz buiten ISM-banden1

3 Vrms d = 1,2P

10 Vrms

150 kHz tot 80 MHz binnen ISM-banden1

10 Vrms d = 1,2P

Uitgestraalde RF

IEC 61000-4-3

10 V/m

80 MHz tot 2,5 GHz

10 V/m d = 1,2P 80 MHz tot 800 MHz

d = 2,3P 800 MHz tot 2,5 GHz

Waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender is in watt (w) volgens de fabrikant van de zender, en d de aanbevolen scheidingsafstand in meters (m).2

Veldsterktes van vaste RF-zenders, zoals vastgelegd tijdens een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse,3 moeten lager zijn dan het conformiteitsniveau van ieder frequentiebereik.4

Storingen kunnen optreden in de nabijheid van apparatuur die is gemarkeerd met het volgende symbool:

Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.

Opmerking 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle omstandigheden. Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van structuren, voorwerpen en personen.1. De ISM-banden (industrieel, wetenschappelijk en medisch) tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6,765 MHz tot 6,795 MHz; 13,553 MHz tot

13,567 MHz; 26,957 MHz tot 27,283 MHz; en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.2. De conformiteitsniveaus binnen de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz en binnen het frequentiebereik van 80 MHz tot

2,5 GHz zijn bedoeld om de kans te verkleinen dat mobiele/draagbare communicatieapparatuur storingen veroorzaakt als deze per ongeluk in de nabijheid van patiënten wordt gebracht. Daarom wordt een aanvullende factor van 10/3 toegepast bij het berekenen van de aanbevolen scheidingsafstand voor zenders in deze frequentiegebieden.

3. Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor zendertelefoons (draagbaar/draadloos) en landmobiele radio’s, amateurradio, radio-uitzendingen via AM en FM en tv-uitzendingen kunnen theoretisch gezien niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving van een RF-zender te beoordelen, dient een elektromagnetisch onderzoek van de locatie te worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor wordt gebruikt het bovengenoemde geldende RF-conformiteitsniveau overschrijdt, moet worden gecontroleerd of de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor normaal functioneert. Indien een abnormale werking wordt geconstateerd, kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn, zoals het draaien of verplaatsen van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor.

4. Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte lager zijn dan 3 V/m.

Page 220: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Richtlijnen elektromagnetische compatibiliteit

H-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Tabel 4

Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitorserie

De LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen worden beheerst. De klant of gebruiker van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor kan elektromagnetische storingen helpen voorkomen door een minimale afstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor, zoals hieronder wordt aanbevolen, volgens het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.

Nominaal maximaal uitgangsvermogen

van de zenderW

Scheidingsafstand op basis van de zenderfrequentiem

150 kHz tot 80 MHz buiten ISM-banden

d = 1,2P

150 kHz tot 80 MHz binnen

ISM-banden

d = 1,2P

80 MHz tot 800 MHz

d = 1,2P

800 MHz tot 2,5 GHz

d = 1,2P

0,01 0,12 0,12 0,12 0,23

0,1 0,38 0,38 0,38 0,73

1 1,2 1,2 1,2 2,3

10 3,8 3,8 3,8 7,3

100 12 12 12 23

Voor zenders met een nominaal maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet is genoemd, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meters (m) worden bepaald aan de hand van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P de maximale nominale waarde van de voeding van de zender is in watt (W), volgens de fabrikant van de zender.

Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.

Opmerking 2: De ISM-banden (industrieel, wetenschappelijk en medisch) tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6,765 MHz tot 6,795 MHz; 13,553 MHz tot 13,567 MHz; 26,957 MHz tot 27,283 MHz; en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.

Opmerking 3: Bij het berekenen van de aanbevolen scheidingsafstand wordt een aanvullende factor van 10/3 gebruikt voor zenders binnen de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz en binnen het frequentiebereik van 80 MHz tot 2,5 GHz, om de kans te verkleinen dat mobiele/draagbare communicatieapparatuur storingen veroorzaakt als deze per ongeluk in de nabijheid van patiënten wordt gebracht.

Opmerking 4: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle omstandigheden. Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van structuren, voorwerpen en personen.

Page 221: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor Index-1©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Index

INDEX

Nummers3-afleidingenkabel 3-550mm-papier laden 2-135-draads besturing, locatie 2-95-draads kabel 3-5

AAAN-bedieningsknop, locatie 2-5Aansluitingen voor Zenden,

internationaal F-1, G-1accessoires 7-15Adviesmode (zie AED)AED

bericht Beweging waargenomen 4-10

contra-indicaties xindicaties voor xinfo xoverwegingen voor de gebruiker

xProcedure 4-6setupmenu 8-7Therapie 4-5tips voor het oplossen van

problemen 4-15AED-configuratie 4-5AED-mode (zie AED)AED-mode-indicator 2-5AED-procedure

Beweging waargenomen 4-10Elektroden los 4-9

Geen schok geadviseerd 4-9, 4-13

Schok geadviseerd 4-7AFL.-bedieningsknop, locatie 2-6ALARM-bedieningsknop, locatie

2-6Alarmen

Brede of smalle limieten 2-18Instellen 2-18Instelling 2-18Limieten 2-18Onderdrukken, preventief 2-20Regelen 2-20Setupmenu 8-11Stil 2-18VF/VT-alarm 2-18volume instellen in OPTIES 2-7

Alarmen, instellen 2-18American Heart Association 4-19

een hartstilstand overleven xiANALYSE-bedieningsknop,

locatie 2-3, 2-5Anterior-laterale plaatsing 4-3,

4-23anterior-laterale plaatsing 3-4Anterior-posterior plaatsing 4-3,

4-24Automatische externe defibrillatie

(zie AED)Automatische zelftest 7-3

Bbatterij

beschrijving 2-21controle 2-22, 7-8, 7-10indicator 1-5, 2-10, 2-22statusbewakingsgebied 2-10

bedieningsknoppen voor gebruiker 2-6

bedieningsknoppen, waarschuwingslampjes en connectors 2-3

Beheren, gearchiveerde patiëntverslagen 6-7

benodigdheden, accessoires en trainingsmiddelen 7-15

berichten 'Afleidingen los' 3-6Bewaking 3-1

EtCO2 3-18Gebeurtenissen 6-4

bewakingECG 3-2Patiënten met interne

pacemakers 3-7procedure 3-5speciale plaatsingssituaties 3-4

BewakingsgebiedEtCO2 2-12Hartfrequentie 2-11Pulsatiefrequentie 2-12Scherm 2-10SpO2 (pulsatieoximeter) 2-12

Page 222: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Index-2 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Index

Beweging waargenomen E-3Bradycardie xii

CcapnografieCardiopulmonale reanimatie (zie

CPR)CO2, zie EtCO2CodeManagement Module

Achteraanzicht 2-15Back view 2-15Draadloze verbinding 6-12draadloze verbinding 6-9Installatie 2-3Vooraanzicht 2-9Zijaanzicht 2-16

CODE-STAT Suite 6-12Configuraties printen vóór service

of reparatie 8-2Controlelijst, gebruiker D-1Controles, functie

Bewaking met standaardpaddles 7-7

Defibrillatie met standaardpaddles 7-8

Patiënten-ECG-kabel 7-7QUIK-COMBO kabelpacing

7-10Therapiekabel

gesynchroniseerde cardioversie 7-9

Therapiekabelbewaking 7-9Therapiekabeldefibrillatie 7-9

CPRdefibrillatietherapie en xirelatie met CPSS E-1

CPR metronoomCompressie-

ventilatieverhouding 4-19

Selectie leeftijd-luchtweg 4-19, 4-20

Setupmenu 8-8CPR-metronoom 4-19CPSS

activeren met bedieningsknop ANALYSE 2-5

Gebeurtenis 6-6overzicht E-1

DDatabeheer 6-2

Dataopslag 6-2Geheugencapaciteit 6-2Soorten verslagen 6-2

De apparatuur onderhouden 7-1Defibrillatieschok-overlays 4-18defibrillatieschok-overlays 4-18Defibrillatietherapie

contra-indicaties xiinfo xi

Procedure voor kinderen 4-24

EECG

3-afleidingenkabel 3-55-draads kabel 3-5aansluiten, ECG-kabel 3-5afleiding en maat selecteren 3-2bewaking -xii, 3-2

met paddles en paddle-accessoires 3-4, 3-5

oplossen van problemen 3-7procedure 3-5

Kanalen op het scherm 2-12Maat en QRS-complexen 2-12Systole-toon volume instellen

3-4vereisten elektroden 3-6

ECG-bewakingSystole-toon volume instellen

3-4ECG-CONNECTOR, locatie 2-7ECG-elektroden aanbrengen 3-6ECG-maat (scherm) 2-10Elektroden

Plaatsing 3-4, 4-3, 4-4Plaatsing, speciale situaties 4-4Vervangen en verwijderen 5-5

ENERGIEKEUZE-bedieningsknop, locatie 2-5

EtCO2bewaking 3-18Bewakingsgebied op het

scherm 2-11kabelconnector 2-7Over -xiiiSetupmenu 8-10

EtCO2-bewaking 3-18European Resuscitation Council

4-19Extremiteitenafleidingen 3-7

plaatsing van elektroden 3-6

FFAST-PATCH

Defibrillatiekabel losmaken 5-6Elektrodenplaatsing 3-4, 4-3,

4-4FREQUENTIE-bedieningsknop,

locatie 2-5

GGarantie 7-15Gearchiveerde patiëntverslagen

bewerken 6-10Gearchiveerde patiëntverslagen

wissen 6-11GEBEURTENIS

bedieningsknop, locatie 2-6schermoverlay 2-6

Gebeurtenislogboek 2-6Gebeurtenismarkering 1-7gebeurtenismarkering 1-7Gebeurtenissen

Bewaking 6-4door gebruiker gestart 6-4Setupmenu 8-11Therapie

defibrillatie 6-4Pacing 6-4

Gebruiker, controlelijst D-1Gebruikerstest 7-4Geheugencapaciteit 6-2Geïmplanteerde defibrillatoren 4-4Geïmplanteerde defibrillatoren,

patiënten met 3-5Geïmplanteerde pacemakers 4-4Geïmplanteerde pacemakers,

patiënten met 3-5Geselecteerde energie (scherm)

2-10Gesynchroniseerde cardioversie

4-3Procedure 4-21Tips voor het oplossen van

problemen 4-25Golfcomplex

CPSS-gebeurtenis 6-6Gebeurtenissen 6-4Gebeurtenissen, voorbeelden

6-6Kanaal (scherm) 2-10, 2-11Kanaalgebieden 2-12Kanalen selecteren 2-13SAS-gebeurtenis 6-6Schokverslag 6-6

HHandmatige defibrillatieprocedure

4-18Handmatige mode

CPR-metronoom 4-19, 4-20Defibrillatieprocedure 4-18Overschakelen van AED 4-16setupmenu 8-5Tips voor het oplossen van

problemen 4-25Wachtwoord invoeren 4-16

Hartfrequentie/pulsatiefrequentie-waarschuwingslampje 1-5

Hartfrequentiemonitor 2-11HOOFDSCHERM

bedieningsknop, locatie 2-6gebruik 2-6

Hypoxemie xii

IInleiding, SAMENVATTING 6-3Internationale aansluitingen voor

Zenden F-1, G-1

Page 223: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Index

Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor Index-3©2006-2013 Physio-Control, Inc.

Index

Interne pacemakers 3-7, 4-4IrDA Port

Positioning 6-12Transmitting reports 6-12

IrDA-adapter 6-13IrDA-poort

locatie 2-7

KKabelconnectors 2-7Kleurcodering voor ECG-

afleidingen 3-6Knop AFLEIDING 3-2Kort formaat, SAMENVATTING

6-5

LLang formaat, SAMENVATTING

6-5Logboek voor gebeurtenissen/

levenstekenen 6-3Lokalisatie van apparaten iiLuidspreker, locatie 2-7

MMAAT

bedieningsknop, locatie 2-6Knop 3-3

Metronoom 4-19, 4-20CPR 4-19

metronoomCompressie-

ventilatieverhouding 4-19

Middellang formaat, SAMENVATTING 6-5

Monitoring EtCO2CO2 detection 3-23

NNetvoedingsindicator 2-9NIBP

Bewakingsgebied op het scherm 2-11

kabelconnector 2-7Non-invasieve pacing 4-3

indicaties xiitherapie 4-28

Non-invasieve pacing (zie pacing)

OOnderhouds- en testschema 7-2OPLADEN-bedieningsknop,

locatie 2-5OPTIES

bedieningsknop, locatie 2-6Gebruik 2-17, 8-3schermoverlay 2-7

Opties voor paddleaccessoires 5-1Overlay

Alarmen 2-18

Handmatige mode 4-16Kanaal 1 3-2, 3-3Opties 2-7, 2-17Opties / Patiënt 2-17Setupwachtwoord 8-3SpO2 3-14

overlayKanaal 1 3-3

Overschakelen van de AED-mode naar de handmatige mode 4-16

Overzicht kritieke gebeurtenissen 6-2

PPACER-bedieningsknop, locatie

2-5Pacing

Demand en Non-demand 4-28Non-invasief 4-3Procedure voor non-invasieve

pacing 4-29Setupmenu 8-9Stroom instellen met

bedieningsknop STROOM 2-5

trage frequentie met bedieningsknop PAUZE. 2-5

Pacingpijlinterne pacing 1-7non-invasieve pacing 1-7

Paddles voor interne defibrillatie 5-9

Paddles voor kinderen 5-1, 5-7Defibrillatieprocedure 4-24plaatsing 4-23Verwijderen 5-7, 5-8

Papier, 50mm-papier laden 2-13Patiëntdata, invoeren

OPTIES gebruiken 2-7Patiënten-ECG-kabels aansluiten

3-5Patiëntverslagen 6-2

Beheren, gearchiveerde patiëntverslagen 6-7

Gearchiveerde patiëntverslagen bewerken 6-10

Gearchiveerde patiëntverslagen verzenden 6-9

Gearchiveerde patiëntverslagen wissen 6-11

vorige, oproepen 2-7Zenden 6-12

PAUZE-bedieningsknop, locatie 2-5

PrintenGearchiveerde patiëntverslagen

6-8SAMENVATTING 6-3

Setupmenu voor automatische print 8-12

Starten 2-9Stoppen 2-9

PRINTEN-bedieningsknop, locatie 2-9

Printer50mm-papier laden 2-13Bedieningsknoppen, locatie 2-9Setupmenu 8-12

Pulsatieoximetersensoren 3-14

QQRS-complex 3-7, 4-29QRS-detectie 2-11QUIK-COMBO-elektroden 5-3

aansluiting op therapiekabel 5-4Elektroden vervangen 5-5Elektroden verwijderen 5-5Elektrodenplaatsing 3-4, 4-4gebruiken bij pacing 4-28

RReanimatie (zie CPR)Recycling 7-14Reinigen 7-6

SSAMENVATTING 2-6

Inleiding 6-3Kritieke gebeurtenissen,

overzicht 6-2Logboek voor gebeurtenissen/

levenstekenen 6-3Printen 6-3Verslag 6-2verslagformaten 6-5

SASactiveren met bedieningsknop

ANALYSE 2-5Gebeurtenis 6-6Hoe SAS werkt E-1impedantie elektrodecontact E-1overzicht E-1Wanneer schok aanbevolen E-1

SchermAlarmen 2-10Batterijlading 2-10Berichten C-1Bewakingsalarm 2-10Bewakingsparameters 2-10ECG-maat, weergave 2-10Geselecteerde energie 2-10Golfcomplexkanaalgebieden

2-10, 2-11, 2-12Golfcomplexkanalen selecteren

2-13Statusberichtgebied 2-10Tijdweergave 2-10VF/VT-alarmweergave

Page 224: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Index-4 Gebruiksaanwijzing van de LIFEPAK 20e-defibrillator/monitor

Index

Waarschuwingsberichten 2-10

Schermoverlay (zie overlay)SCHOK

bedieningsknop en waarschuwingslampje, locatie 2-5

waarschuwingslampje, gebruiken E-3

Schokverslag 6-6Selectie leeftijd-luchtweg 4-19,

4-20SELECTIEWIEL

bedieningsknop, locatie 2-7Gebruiken 2-8, 3-2, 3-3, 3-4,

3-14, 4-29gebruiken 3-3

Service en reparatie 7-14SERVICE-indicator, locatie 2-9Setupconfiguratie

Printen vóór service of reparatie 8-2

Setupmenu voor klok 8-13Setupmenu voor resetten van

standaarden 8-13Setupmenu voor zenden van

configuratie 8-13Setupmenu's

Alarmen 8-11Algemeen 8-4Pacing 8-9Printer 8-12Standaarden resetten 8-13wachtwoord instellen (setup)

8-14Setupmenu’s

adviesmode 8-7Automatische print 8-12Configuratie zenden 8-13CPR-metronoom 8-8EtCO2 8-10Handmatige mode 8-5Klok 8-13

Setupopties 8-2Soorten verslagen 6-2SpO2

(zie ook SpO2 bewaken)bewaking xii, 3-10Bewakingsgebied op het

scherm 2-12bewakingsoverwegingen 3-12Bewakingsprocedure 3-13contra-indicaties xiiindicaties xiikabelconnector 2-7pulsatieoximetersensoren 3-14pulsatietoonvolume instellen

3-14Werking van een

pulsatieoximeter 3-11

SpO2-bewakinghoe een pulsatieoximeter werkt

3-11overwegingen 3-11Procedure 3-13SpO2-volume 3-14

SpO2-connectorkabel aansluiten 3-13locatie 2-7

Standaarden printen 8-13Standaardpaddles

Functies 5-7Gebruikerstest 7-4Plaatsing 4-3

standaardpaddlesPlaatsing 3-4

Statusberichten (scherm) 2-10, 2-11

Steriliseerbare paddles voor interne defibrillatie 5-9

Sternumpaddle 3-4STROOM-bedieningsknop, locatie

2-5SYNC-bedieningsknop, locatie 2-5

TTesten 5-6

Automatisch 7-3controlelijst D-1Gebruiker 7-4Schema 7-2

TherapieDefibrillatie 4-3Gesynchroniseerde

cardioversie 4-3Non-invasieve pacing 4-3Plaatsing van elektroden en

standaardpaddles 4-3Therapieconnector

Bericht indien geen verbinding 4-9

Elektroden aansluiten op 4-18, 4-21

Locatie 2-7Therapiekabel

Aansluiten 2-8Losmaken 2-8

Tijd (scherm) 2-10Tips voor het oplossen van

problemenAlgemeen 7-11Defibrillatie en

gesynchroniseerde cardioversie 4-25

ECG-bewaking 3-7Non-invasieve pacing 4-30SpO2 3-16

Trainingsmiddelen 7-15Troubleshooting tips

EtCO2 monitoring 3-24

UUitpakken en inspecteren 2-2

VVeiligheid

symbolen 1-4Termen 1-2

Verslagen zenden 6-12Verzenden

Gearchiveerde patiëntverslagen 6-9

Overzicht van aansluitingen 6-12

VF/VT-alarmaan- en uitzetten 2-19Op scherm 2-10

WWaarnemingsmarkering R-top 1-7Wachtwoord

Handmatige mode 4-16Instellen voor setupmode 8-14Setupmode 8-2

Wachtwoord setupmode 8-14Werkingsmodi

Handmatige mode 4-17Servicemode 8-14Setupmode 8-3

Page 225: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Ad

den

du

m

CodeManagement Module: IEC 60601-1-2 Clause 5.2.2.5 and 5.2.2.6

* Orthogonal Frequency-Division Multiplexing** Direct-Sequence Spread Spectrum

IEEE 802.11

Freq. (MHz)Mod. (Modulation type)

BW (Bandwidth, MHz)

ERP (Effective Radiated Power, mW)

ERP (Effective Radiated Power, dbm)

802.11a 5180–5700 OFDM* 18 17.8 12.504

802.11b 2412–2472 DSSS** 12.4 25.1 13.99

802.11g 2412–2472 OFDM 16.6 25.1 13.99

802.11n 2412–2472 OFDM 16.6 25.1 13.99

802.11n 5180–5825 OFDM 18 17.8 12.504

LIFEPAK 20 Defibrillator/Monitor Operating Instructions©2002–2013 Physio-Control, Inc.

Page 226: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 227: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,
Page 228: LIFEPAK 20e DEFIBRILLATOR/MONITOR...LIFEPAK, FAST-PATCH, DERMA-JEL, QUIK-L OOK en QUIK-COMBO zijn gedeponeerde handelsmerken van Physio-Control, Inc. ADAPTIV, CODE-STAT, CODE SUMMARY,

Physio-Control, Inc.11811 Willows Road NERedmond, WA 98052 USATelefoon: 425.867.4000Fax: 425.867.4121www.physio-control.com

Physio-Control, Inc., 11811 Willows Road NE, Redmond, WA 98052 USA

Physio-Control Operations Netherlands B.V., Keizersgracht 125-127, 1015 CJ Amsterdam

3313187-100Publicatiedatum: 03/2013