LESMAP - UNICEF · 2016-10-11 · Migratie verwijst naar de verplaatsing van een persoon of van een...

52
LESMAP 2016-2017

Transcript of LESMAP - UNICEF · 2016-10-11 · Migratie verwijst naar de verplaatsing van een persoon of van een...

LESMAP 2016-2017

© UNICEF België

• Zin om na te denken over diversiteit in jouw klas?• Wil je jouw leerlingen op weg zetten naar meer respect voor elkaar en hun omgeving?• Op zoek naar nieuwe invalshoeken om moeilijke thema’s verder uit te diepen?• Kortom, zin om je kennis en je kritische blik verder aan te scherpen?

Dan is onze nascholing rond kinderrechten en diversiteit op school absoluut iets voor jou!

Tijdens de vorming hebben we speciale aandacht voor diversiteit en inclusie met het Internationale Kinderrechtenverdrag als basis. Via enkele handige methodieken en concrete tips werken we samen aan een optimale klas- en schoolsfeer voor iedereen.

Tijdens de vorming leer je bovendien hoe je kinderrechten elke dag opnieuw kan integreren in je lessen. We voorzien voldoende tijd om de methodieken om te zetten naar jouw specifi eke klas–en schoolomgeving. Een individueel coachingsgesprek achteraf is mogelijk.

Deze vorming is ook ideaal voor een pedagogische studiedag. Vanaf vijf deelnemende leerkrachten komen wij naar jouw school toe.

Deze vorming wordt gratis aangeboden en is een initiatief van UNICEF België en Plan België.

CONTACT: [email protected] of 02/230.59.70, vraag naar de dienst educatie

Schrijf je in voor de gratis vorming ‘diversiteit en kinderrechten’

Schrijf je in als Wereldklas en ontvang ons gratis educatief aanbod op school of thuis:

www.unicef.be/wereldklas

Ontvang je graag meer informatie over kinderrechten-educatie, de positieve effecten en de link met de eindtermen, bestel dan gratis onze brochure “Maak het verschil! Breng kinderrechten in jouw klas” of neem een kijkje op onze website www.unicef.be/leerkrachten

3

INHOUDSTAFEL VOORWOORD 5

A. ACHTERGROND-INFORMATIE 7

1. MIGRATIE 7

1.1 Wat is migratie? 7

1.2 Oorzaken en gevolgen van migratie 8

2. MIGRATIE EN KINDERRECHTEN 10

2.1. In het Kinderrechtenverdrag 11

2.2 In de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) 12

2.3 Wat doet UNICEF voor kinderen op de vlucht? 14

3. KINDEREN OP DE VLUCHT IN BELGIË

EN IN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO 15

3.1. Migratie in Belgie 15

3.2 Migratie en kinderrechten in België 17

3.3 Migratie in de Democratische Republiek Congo (DRC) 24

3.4 Migratie en kinderrechten in DRC 25

B. ACTIVITEITENFICHES 28

1. Inleiding 29

2. Activiteitenfiche 1: Kinderrechten en migratie 30

3. Activiteitenfiche 2: Migratie (algemeen) 32

4. Activiteitenfiche 3: Migratie in België 34

C. BIJLAGEN 36

Werkblaadje 1: Kinderrechten en migratie 38

Werkblaadje 2: Het leven van kinderen 40

Situaties te gebruiken bij Werkblaadje 2 41

Werkblaadje 3: Op de vlucht! 42

Werkblaadje 4: Migratie in België en in de 43

Democratische Republiek Congo

Werkblaadje 5: Interpreteren van cijfers en grafieken 45

Werkblaadje 6: Vluchtroutes uit Syrië en de 47

Democratische Republiek Congo

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

D-

INFO

RM

AT

IEIN

LEID

ING

Download gratis alle werkblaadjes op www.unicef.be/leerkrachten

4

INLEIDING

© UNICEF/NYHQ2007-2756/Versiani

5

VOORWOORD

Beste leerkracht,

Bedankt voor jouw engagement en voor jouw interesse in UNICEF en het thema migratie!

Met de huidige migranten-en vluchtelingencrisis is het thema migratie actueler dan ooit. Op basis van de vraag van leerkrachten leek het ons zinvol om de rechten van kinderen in migratie te bespreken. Zo zullen we de migratie in België en in de Democratische Republiek Congo aankaarten.

In deze lesmap, worden de verschillende oorzaken van migratie besproken via achtergrond-informatie, activiteitenfiches en werkblaadjes voor in de klas. De voorgestelde activiteiten hebben onder andere als doel om de leerlingen te doen nadenken over de impact van migratie op de rechten van de betrokken kinderen.

Door het lezen van getuigenissen, het analyseren van grafieken, het terugkijken in de geschiedenis, het ontdekken van digitaal materiaal, opzoekingswerk en reflectie krijgen leerlingen zicht op de huidige situatie op mondiaal niveau en extra inzicht in de wereld waarin ze leven. De leerlingen kunnen ook terecht op onze Kids-website.

Ik wens jullie veel succes met deze nieuwe lesmap en sta klaar om jullie vragen te beantwoorden!

Het Hoog Commisariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNCHR) heeft eveneens een platform ontwikkeld voor uitwisseling en materiaal voor leerkrachten waarop jullie extra pedagogisch materiaal gelinkt aan het thema migratie kunnen terugvinden. Ga een kijkje nemen op www.unhcr.org/teaching-about-refugees

Schrijf je in als Wereldklas en ontvang ons gratis pedagogisch materiaal: www.unicef.be/wereldklas

Vriendelijke groeten en een goed begin van het schooljaar toegewenst!

Anneleen Van KelecomEducatief medewerker - UNICEF België

Keizerinlaan 661000 BrusselTel.: 02/[email protected] of [email protected]

www.unicef.be/leerkrachtenwww.unicef.be/kids

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

D-

INFO

RM

AT

IEIN

LEID

ING

6

© UNICEF/UNI172035/Rashidi

ACHTERGROND-INFORMATIE

7

A. ACHTERGROND- INFORMATIE

1. MIGRATIE1.1. WAT IS MIGRATIE?

Migratie verwijst naar de verplaatsing van een persoon of van een groep mensen. Dit kan elk type van verplaatsing zijn, ongeacht de duur en oorzaken ervan en ongeacht de samenstelling van de groep mensen. Het omvat de migratie van vluchtelingen, interne vluchtelingen, economische migranten en personen die zich om andere redenen, zoals familiehereniging, verplaatsen.1

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

ACHTERGROND-INFORMATIE

Volgens het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen, is één mens op 122 vandaag een persoon die gedwongen werd om zijn thuis te verlaten. Op het niveau van de landen van Europese Unie zijn dit ongeveer één miljoen personen die asiel zijn komen aanvragen in 2015 tegenover 600.000 in 2014. België werd geconfronteerd met een toename van het aantal asielaanvragen: 31.000 aanvragen werden geregistreerd in 2015 tegenover 17.000 in 2014.

Menselijke migratie is de verplaatsing van een individu of van een groep mensen van een bepaalde plaats naar een andere. Eén persoon op zeven ter wereld is een migrant. Migratie is van alle tijden. Zo wordt er bij-voorbeeld van uitgegaan dat de mensheid in een beperkt aantal gebieden is ontstaan en via migratie verspreid is geraakt over de hele wereld. Een ander voorbeeld is de massale migratie van onder andere Engel-sen, Ieren, Vlamingen, Italianen en Chinezen naar Noord-Amerika in de 19de eeuw.

Migratie kan economische, sociale en politieke oorzaken hebben. Zo verlaten migranten hun land omwille van confl ic-ten, schendingen van de mensenrechten of andere bedreigingen. Anderen zien zich genoodzaakt elders waardig werk te vinden. Soms migreren mensen ook om zich met hun familieleden te herenigen.

Migratie gebeurt overal ter wereld. Op dit moment zijn vele landen herkomstlanden, transitlanden en bestemmingslanden. Ongeveer 40 procent van de migranten verplaatsen zich naar buurlanden van hun herkomstland. Velen onder hen verplaatsen zich ook in hun herkomstland zelf. De mi-gratie naar Europa maakt slechts een klein deel uit van de internationale migratie. De meeste migranten blijven in de eigen regio.

1 IOM, Glossary on Migration, 2011) (UNICEF 2012).

8

© UNICEF/UN012714/Georgiev

1.2. OORZAKEN EN GEVOLGEN VAN MIGRATIE

Oorzaken van migratieEr bestaan zeer veel en uiteenlopende redenen om te migreren. We zullen ons hier focussen op de vaakste voorkomende oorzaken waarom mensen migreren.

• Economische situatie: heel wat landen worden ge-confronteerd met extreme armoede. Zo leeft vol-gens de Wereldbank 22% van de wereldbevolking met minder dan € 1,25/dag. Veel mensen voelen zich dan genoodzaakt hun thuisland achter te laten om te kunnen ontsnappen aan deze armoede.

• Oorlog: oorlog en conflicten dwingen vele men-sen op de vlucht. Niet alleen het ontbreken van veiligheid maar ook de gebrekkige toegang tot onderwijs en gezondheidsvoorzieningen zetten mensen ertoe aan het land te ontvluchten.

• Natuurrampen: 26 miljoen mensen zijn klimaat-vluchtelingen. Overstromingen en woestijn-vorming zijn maar enkele voorbeelden van hoe klimaatverandering zich manifesteert en het leven van mensen beïnvloedt.

• Schendingen van de mensenrechten: mensen-rechten worden in verschillende landen geschon-den, bijvoorbeeld wanneer mensen uitgebuit worden of in onmenselijke omstandigheden dienen te werken. Ook worden in sommige regio’s in de wereld de rechten van de vrouw niet gerespecteerd, wanneer meisjes genitaal verminkt of uitgehuwe-lijkt worden.2

• Familiehereniging: Mensen migreren soms ook om zich met familieleden te herenigen die zich al in een ander land bevinden.

Gevolgen van migratieEr zijn zowel positieve als negatieve gevolgen van migratie. Migratie doet de maatschappijen onge-twijfeld evolueren. Enkele positieve gevolgen zijn de culturele verrijking die migratie met zich mee-brengt, waarmee men het ontdekken van nieuwe culturen, talen en verschillende visies bedoelt. Migratie biedt bovendien ook een uitweg voor mensen die aan oorlog, honger of natuurrampen willen ontsnappen. Tenslotte heeft migratie ook economische voordelen, zowel voor het herkomst-land als voor het land van bestemming.

Maar migratie heeft ook negatieve gevolgen. Migranten zijn bijvoorbeeld vaker kwetsbaar voor uitbuiting. Zo lopen ze meer risico om gediscrimi-neerd, uitgesloten en uitgebuit te worden in alle stadia van migratie. Migratie kan ook een impact hebben op hun gezondheid. Zo blijkt dat door de stress gelinkt aan migratie en door de moeilijke toe-gang tot gezondheidsvoorzieningen, migranten een minder goede gezondheid hebben in vergelijking met andere burgers.4

Migratie kan bovendien een ‘braindrain’ (letterlijk: het wegvloeien van de hersenen) voor het land van herkomst betekenen. Concreet bedoelt men hiermee dat hoger opgeleiden (vaak uit derdewereldlanden) migreren naar rijkere landen. De redenen hiervoor zijn divers. Zo kunnen bijvoorbeeld een hoger salaris of betere opleidingsmogelijkheden in een ander land mensen ertoe aanzetten om te migreren. Deze brain-drain betekent voor het land van herkomst vaak een verlies van goede werkkrachten.5

2 www.vluchtelingenwerk.be/sites/default/files/WatIsEenVluchteling-achtergrondInformatie.pdf3 www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/migratie/cijfers-context/oorzaken-en-gevolgen#node-gezondheidsgevolgen-van-migratie4 http://www.euro.who.int/fr/health-topics/health-determinants/migration-and-health5 www.migrationpolicy.org/topics/brain-drain-brain-gain

9

© Ricardo Pires

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

6 www.unhcr.org/1951-refugee-convention.html7 www.unhcr.org8 UNICEF Terminology: Refugee and Migrant Crisis9 Richtgevende principes met betrekking tot niet begeleide kinderen of kinderen gescheiden van hun familie (2004)

SLEUTELBEGRIPPEN:

Vluchteling: Volgens het Vluchtelingenver-drag6 van 1951 is een vluchteling iemand die zich “vanwege een gegronde vrees voor vervolging omwille van zijn ras, gods-dienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke overtui-ging, buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit en niet in staat is, of vanwege deze vrees niet bereid is, om een beroep te doen op de bescherming van dat land ...” In België is een vluchteling iemand die de asielprocedure met goed gevolg heeft doorlopen en die asiel verkregen heeft (en daarmee de status van vluchteling heeft gekregen).

Asielzoeker: Iemand die de asielinstan-ties om bescherming (=asiel) vraagt voor daadwerkelijke of gevreesde vervolging in zijn eigen land en die wacht tot zijn aan-vraag behandeld is. Onder internationaal recht is het een fundamenteel recht van de mens om asiel te vragen. Er zijn dus geen ‘illegale’ asielzoekers.7

Migrant: Iedereen die zich van een bepaald land naar een ander verplaatst, tenzij de persoon op de vlucht is voor oorlog of vervolging. Migranten kunnen armoede ontvluchten, op zoek zijn naar betere mogelijkheden of verwanten die al in het bestemmingsland zijn, tegemoetkomen.8

Niet-begeleide kinderen, ook niet-begelei-de minderjarige vreemdelingen genoemd: (NBMV): minderjarigen die gescheiden zijn geraakt van beide ouders of verzor-gers. en die door geen enkele volwassene worden opgevangen aan wie de wet of de traditie de verantwoordelijkheid geeft om voor hen te zorgen.9 Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen kunnen asiel-zoekers zijn maar niet noodzakelijk.

10

© Hussam Al Saleh, WFP

10 www.unhcr.org/figures-at-a-glance.html11 www.kinderrechtencommissariaat.be/sites/default/files/bestanden/kinderrechtenverdrag_officiele_nederlandse_vertaling.pdf

ARTIKEL 2

1. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, eerbiedigen en waarborgen de in het Verdrag omschreven rechten voor ieder kind onder hun rechtsbevoegdheid zonder discriminatie van welke aard ook, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale, etnische of maatschappelijke afkomst, vermogen, handicap, geboorte of andere omstandigheid van het kind of van een ouder of wettige voogd.

2. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te waarborgen dat het kind wordt beschermd tegen alle vormen van discriminatie of bestraffing op grond van de status of de activiteiten van, de meningen geuit door of de overtuigingen van de ouders, wettige voogden of familieleden van het kind.11

2.MIGRATIE EN KINDERRECHTENIn de wereld zijn meer dan de helft van de vluchte-lingen kinderen (51% is jonger dan 18 jaar).10 Kinderen op de vlucht zijn vaak bijzonder kwetsbaar en riskeren sneller het slachtoffer te worden van ziekte, mensenhandel en uitbuiting. Hierdoor is het van groot belang de rechten van deze kwetsbare groep te beschermen.

Alle kinderen ter wereld hebben rechten. Deze kinderrechten zijn vastgelegd in het Kinderrechten-verdrag. Bijna alle landen ter wereld hebben zich ge-engageerd dit Kinderrechtenverdrag te respecteren.

Kinderen in ballingschap genieten, zoals alle andere kinderen ter wereld, van alle rechten in het Kinder-rechtenverdrag. Migranten-en vluchtelingenkinderen die op de vlucht zijn, zijn op de eerste plaats kinde-ren en daarom moeten al hun kinderrechten geres-pecteerd worden. Artikel 2 van het Kinderrechten-verdrag toont dit aan.

11

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

12 www.vvj.be/faq/wat-zijn-de-drie-ps-van-het-ivrk-en-waar-staan-ze-voor13 www.kinderrechten.be/sites/kom/files/bestanden/krc10_wblft_brochure_press_binnen_0.pdf

2.1. IN HET KINDERRECHTENVERDRAG

Artikel 22 van het Kinderrechtenverdrag bevat specifieke bepalingen voor kinderen betrokken in migratie. Het richt zich rechtstreeks tot hun recht op geschikte beschermingen humanitaire bijstand. Het verwijst ook naar hun recht om samen met hun ouders te leven of indien dit niet mogelijk is om van een gelijkaardige vervangende bescherming te genieten.

ARTIKEL 22:

1. De Staten die partij zijn, nemen passende maatregelen om te waarborgen dat een kind dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen of dat in overeenstemming met de toepas-selijke internationale of nationale wet en rechtsregels en procedures als vluchteling wordt beschouwd, ongeacht of het al dan niet door zijn ouders of door iemand anders wordt begeleid, passende bescherming en humanitaire bijstand krijgt bij het genot van de van toepassing zijnde rechten beschreven in dit Verdrag en in andere internationale akten inzake de rechten van de mens of humanitaire akten waarbij de bedoelde Staten partij zijn.

2. Hiertoe verlenen de Staten die partij zijn, naar zij passend achten, hun medewerking aan alle inspanningen van de Verenigde Naties en andere bevoegde intergouverne-mentele of niet-gouvernementele organisaties die met de Verenigde Naties samenwer-ken, om dat kind te beschermen en bij te staan en de ouders of andere gezinsleden op te sporen van een kind dat vluchteling is, teneinde de nodige inlichtingen te verkrijgen voor hereniging van het kind met het gezin waartoe het behoort. In gevallen waarin geen ouders of andere familieleden kunnen worden gevonden, wordt aan het kind, overeenkomstig de in dit Verdrag omschreven beginselen, dezelfde bescherming ver-leend als aan ieder ander kind dat, om welke reden ook, blijvend of tijdelijk het leven in een gezin moet ontberen.

Kinderrechten kunnen worden ingedeeld in drie verschillende soorten rechten volgens de drie P’s: het recht op Protectie, Provisie en Participatie. Protectie verwijst naar de bescherming tegen mishandeling, uitbuiting en misbruik van kinderen op het vlak van arbeid, asiel, drughandel en –gebruik. Provisie betekent dat kinderen toegang heb-ben tot basiszorg en -diensten. Participatie tenslotte wijst op het fundamenteel recht van kinderen en jongeren om volwaardig deel te nemen aan de samenleving, binnen het gezin, het onderwijs... Ze kunnen voor zichzelf opkomen en meebeslissen over zaken die hen aanbelangen.12 13

In wat volgt zullen kinderrechten in migratie benaderd worden vanuit de 3 P’s. Het is be-langrijk om te vermelden dat de drie P’s met elkaar verbonden zijn. We zullen enkele voorbeelden geven om elke P te illustreren.

Wat Protectie betreft, kunnen de scholen een belangrijke rol spelen. Op school leren

kinderen op de vlucht naast de schoolse vaardigheden ook noodzakelijke skills die hen kunnen beschermen tegen eventuele uitbuiting en misbruik. Bovendien dienen deze kinderen en jongeren zo snel mogelijk en in zo gepast mogelijke omstandigheden te worden opgevangen. Zo kan men ver- mijden dat ze worden blootgesteld aan uitbuiting en ander misbruik.

Wat Provisie betreft, hebben kinderen die op de vlucht zijn het recht om naar school te gaan. Op school moet er voor hen een speciale opvang zijn om een nieuwe taal te leren bijvoorbeeld. Kinderen moeten ook toegang krijgen tot gezondheidsvoorzie- ningen. Bovendien moeten de kinderen op de vlucht in een geschikte woning kunnen leven, in zover het mogelijk is met hun familie. In België hebben kinderen die zonder ouder op de vlucht zijn, recht op een voogd die de wettelijke vertegenwoordiger is van de kinderen en deze helpt tijdens hun asiel of andere procedure. Tenslotte hebben

12

kinderen die op de vlucht zijn vaak zeer trauma-tische gebeurtenissen meegemaakt. Ze moeten hiervoor geschikte psychologische begeleiding en steun krijgen.

Wat Participatie betreft moet de mening van het kind gehoord worden en moet daar ook rekening mee gehouden worden. Het is belangrijk om kinderen op de hoogte te houden van beslissingen die hen aanbelangen, zoals beslissingen in ver-band met de asielprocedure en met betrekking tot hun opvang, of vooruitgang die geboekt werd in familiale hereniging. Het is ook belangrijk dat de kinderen gesteund worden door beroep te doen op een tolk en een vertrouwenspersoon, zoals een advocaat of een voogd. In België hebben niet-begeleide kinderen recht op een voogd die hun wettelijke vertegenwoordiger is en die hen helpt met hun asielprocedure en andere procedures.

Andere artikels van het Kinderrechtenverdrag die specifiek verwijzen naar de bescherming van kinderen op de vlucht: Artikel 7, waarin het recht om na de geboorte geregistreerd te worden en het recht op een nationaliteit vermeld worden. Hiermee hangt ook Artikel 8 nauw samen, waarin men het recht op een naam, woonplaats en familierelaties vastlegt. Bovendien benadrukt Artikel 3 dat bij alle maatregelen die voor kinderen genomen worden, het belang van het kind altijd prioritair dient te zijn. Veel kinderen in ballingschap zijn gescheiden van hun familie. Verschillende artikels in het Kinder-rechtenverdrag herinneren aan het belang van fa-miliehereniging (artikel 10) en om kinderen zonder familie te beschermen (artikel 20).

Kort samengevat moet je onthouden dat alle rech-ten van het Kinderrechtenverdrag van belang zijn voor kinderen op de vlucht. Het artikel 22 biedt hen een bijkomende bescherming.

2.2. IN DE DUURZAME ONTWIKKELINGSDOELSTELLINGEN (SDG’S)

In 2000 stelden de Verenigde Naties (VN) de Mil-lenniumdoelstellingen voor Ontwikkeling (MDG’s) voor. Dit ambitieuze programma beoogde een einde te maken aan extreme armoede, ongelijkheid, ziekte en honger via 8 doelstellingen. De deadline was september 2015.

Hoewel vele zaken op die datum reeds verbeterd waren, heeft men moeten vaststellen dat niet alle doelstellingen werden gerealiseerd. Daarom heeft de VN een post-2015 programma opgesteld waarin ze nieuwe doelstellingen formuleert: de Duurzame

Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Deze nieuwe doelstellingen zijn een vervolg en aanvulling op de MDG’s en focussen hoofdzakelijk op aspecten die bijdragen tot een duurzame ontwikkeling. Alle lan-den zullen trachten deze SDG’s tussen 2016 en 2030 te realiseren.

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn echte Werelddoelen. Ze gelden - in tegenstelling tot de MDG’s - voor alle landen, dus ook voor België. Iedereen moet meedoen als we een rechtvaardigere wereld willen.

© UNICEF/NYHQ2006-2655/Pietrasik

13

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

Hieronder vind je een overzicht van SDG’s waarbij we specifiek de link leggen met de situatie van kinderen in migratie en op de vlucht. .

Een gezond leven voor iedereen. Deze SDG heeft als doel om tegen 2030 alle mensen te kunnen beschermen tegen ziektes en ongevallen. Dit betekent onder meer dat kindersterfte moet worden teruggedrongen. Kinderen op de vlucht zijn vaak vatbaar voor ziektes zoals diarree, cholera, mazelen, malaria, ondervoeding en andere infecties. Het is daarom belangrijk de gezondheid van deze kinderen te beschermen door onder andere iedereen toegang te geven tot goede medische voorzieningen en betaalbare medicijnen. Bovendien is het ook belangrijk om aan preventie te doen. Zo kan men via sensibilise-ringscampagnes en via het onderwijs levensnoodzakelijke vaardigheden aanleren, zoals bijvoorbeeld het belang van handen wassen, zuiver water en een goede hygiëne.

Goed onderwijs voor iedereen. Het doel van deze SDG is tegen 2030 alle kinderen van goed onderwijs te kunnen voorzien. Toegang tot onderwijs is vaak niet evident voor kinderen op de vlucht. Zo gaan kinderen die in vluchtelingenkampen verblijven niet altijd naar school en zijn ze vaak verplicht te werken in de gastlanden om hun familie te helpen. Toch is het belangrijk dat deze kinderen goed onderwijs krijgen om zich te beschermen tegen misbruik en ziektes, en om betere toekomstperspectieven te hebben. Het is ook belangrijk dat zowel meisjes als jongens toegang krijgen tot onderwijs.

Water en sanitaire voorzieningen voor iedereen. Deze SDG stelt dat tegen 2030 iedereen toegang tot zuiver water en hygiënische sanitaire voorzieningen moet hebben. Voor kinde-ren op de vlucht is de toegang tot water en tot sanitaire voorzie-ningen vaak problematisch, ook in vluchtelingenkampen.

De ongelijkheid in een land zelf en tussen landen verminderen. Dit doel wil migratie en mobiliteit op een veilige, georganiseerde en verantwoordelijke manier mogelijk maken door onder andere een goed georganiseerde migratiepolitiek.

Meer algemene informatie over het Kinderrechtenverdrag en de SDG’s kan je aanvragen via [email protected] Op de website www.unicef.be/leerkrachten vind je onder “educatief materiaal” een lesmap over Kinderrechten in de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.

14

2.3 WAT DOET UNICEF VOOR KINDEREN IN MIGRATIE EN OP DE VLUCHT?

UNICEF is een van de belangrijkste organisaties voor humanitaire- en ontwikkelingshulp. UNICEF is overal ter wereld actief om de rechten van alle kinderen te verdedigen, dus ook die van kinderen in migratie en op de vlucht. Voor UNICEF beginnen de rechten van het kind bij een veilige omgeving om in op te groeien, een goede voeding, kwaliteitsvol onderwijs en de bescherming tegen natuurrampen en conflic-ten. UNICEF biedt prenatale zorg om een gezonde geboorte mogelijk te maken en zet zich in voor een goede gezondheid, zuiver water en kwaliteitsvol onderwijs voor elk kind. UNICEF zet zich al meer dan 70 jaar in om het leven van kinderen en hun families te verbeteren. Om dit mogelijk te maken, is een we-reldwijde aanpak nodig. UNICEF is dus overal actief en vooral waar er een crisis is. UNICEF doet ook aan pleidooiwerk bij beleidsmakers en probeert zo de

rechten van alle kinderen, in het bijzonder de meest kwetsbare, waar te maken.

Om het werk van UNICEF voor kinderen op de vlucht te illustereren, nemen we als voorbeeld het werk van UNICEF voor kinderen op de vlucht voor de burger-oorlog in Syrië. Er zijn nu bijna 5 miljoen Syriërs op de vlucht.14 Ze bevinden zich hoofdzakelijk in vluchtelingenkampen in Libanon, Irak, Jordanië, Turkije en Egypte.

UNICEF heeft miljoenen mensen kunnen helpen in Syrië zelf en in de buurlanden. Hierbij wordt er vooral op vier actiedomeinen gewerkt: water en hygiëne, onderwijs, bescherming van de kinderen en gezondheid.

Dankzij UNICEF en partners

- werd er 11 miljard dollar opgehaald om Syrische families te helpen.- werden er in 2015 aan meer dan 1 miljoen vrouwen en kinderen in Syrië voedsel- en hygiënekits

uitgedeeld- werden 2 miljoen kinderen voorzien van schoolmateriaal15 - werd in Jordanië ook voor speciale opvangplekken voor meisjes gezorgd, dit vooral om hen te be-

schermen tegen kindhuwelijken. Meisjes kunnen hier psychosociale hulp, juridisch advies en informeel onderwijs krijgen

- werden in Griekenland, Macedonië , Servië en Kroatië kindvriendelijke centra opgezet om kinderen die op de vlucht zijn de mogelijkheid te geven te spelen, te leren en hun ervaringen te verwerken. Gezinnen kunnen hier eveneens rusten en overnachten en ze krijgen er ook eten en drinken.16

- werd er in Europa pleidooiwerk naar beleidsmakers gedaan, want UNICEF staat erop dat alle acties die worden genomen voor vluchtelingen- en migrantenkinderen moeten genomen worden met het belang van het kind voor ogen, ongeacht hun statuut.17

Het conflict in Syrië heeft in 2015 gezorgd voor een enorme stijging van het aantal kinderen dat naar Europa vlucht. Tussen januari en november 2015 waren van de 1.201.970 asielaanvragen in de Europese Unie, 433.203 aanvragen voor kinderen. UNICEF en de Europese instanties zetten zich meer dan ooit in om tegemoet te komen aan de noden van de kinderen en hun rechten te beschermen.

Voor een meer gedetailleerd overzicht van het werk van UNICEF, neem eens een kijkje op www.unicef.be.

14 https://s3.amazonaws.com/unhcrsharedmedia/2015/2015-midyear-trends-report/2015-12-18_MYT_web.pdf15 www.unicef.be/nl/3-7-miljoen-syrische-kinderen-onder-de-5-jaar-hebben-niets-dan-oorlog-gekend16 www.UNICEF.nl/wat-doet-UNICEF/vluchtelingenkinderen/wat-doet-UNICEF-in-europa17 www.unicef.be/nl/migrantencrisis-een-situatieschets-2

15

© UNICEF/UNI197517/Gilbertson V

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

18 www.cgra.be/fr/actualite/statistiques-dasile-bilan-201519 Armed Conflict database : https://acd.iiss.org

3.KINDEREN OP DE VLUCHT IN BELGIË EN IN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGOWij hebben gekozen ons voor het schooljaar 2016-2017 te focussen op migratie in België en in de Democratische Republiek Congo, een partnerland van de Belgische ontwikkelingssamen-werking. Ook al gaat het om verschillende situaties, in beide landen gelden precies dezelfde kinderrechten.

3.1. MIGRATIE IN BELGIE

Vlak na de Tweede Wereldoorlog en tijdens de jaren 60 werd migratie naar België aange-moedigd door de Belgische staat om zo extra arbeidskrachten aan te trekken. Pas vanaf 1974 werden er beperkingen opgelegd. Europese burgers vertegenwoordigen nu de grote meerderheid van de immigranten in België. Na Europa (69%) komen de migranten in België uit Afrika (13%), Azië (12%), Zuid- Amerika (3%) en Noord-Amerika (3%).

Asielzoekers

Het aantal asielaanvragen is in 2015 verdub-beld in vergelijking met 2014.18 Conflicten op verschillende plaatsen in de wereld hebben ernstige gevolgen voor de veiligheid, gezond-heid en het onderwijs van vele kinderen.19

In Syrië bijvoorbeeld heeft de reeds vijf jaar durende oorlog het voor vele kinderen on- mogelijk gemaakt onderwijs te volgen, gezondheidszorg te krijgen en gebruik te maken van basisvoorzieningen zoals water en elektriciteit. In de regio’s Homs, Damas, Aleppo en Idlib gaat bijna de helft van de kinderen niet meer naar school. Dat zorgt er-voor dat de mensen in zulke conflictgebieden er vaak voor kiezen te vluchten.

Asiel in België in enkele cijfers

- In 2015 heeft België 35.476 asielaanvragen geregistreerd. - In 2015 hebben meer en meer Syriërs asiel aangevraagd in België. Overigens is er een

toenemend aantal niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die asiel hebben aange-vraagd in 2015, ongeveer 3.919. De meeste asielaanvragers in België komen uit landen waar conflicten heersen of waar er oorlog is (Syrïe, Afghanistan, Irak) terwijl in het verleden veel aanvragen uit de Westerse Balkanlanden kwamen.

- De statistieken over asiel worden elke maand geüpdatet op www.cgvs.be/nl/cijfers

16

De vluchtelingencrisis in Europa

Het merendeel van de kinderen die Syrië hebben verlaten, komen niet naar Europa. Ze zijn naar een andere streek in eigen land of naar de buurlanden gevlucht. Toch zijn er een aantal kinderen die in Europa aankomen via de Middellandse zee en de Balkanlanden (Via Macedonië , Servië, Kroatië en Slovenië).

Syriërs in buurlanden en in Europa

Top 15 Europese landen voor asielaanvragen van Syriërs

Syrische vluchtelingen geregistreerd in de buurlanden

Figuur 1. Het aantal Syriërs dat naar de buurlanden en naar Europa gevlucht zijn. In het paars wordt het aantal geregistreerde vluchtelingen in de buurlanden van Syrië weergegeven. In het groen wordt de top 15 van Europese landen met asielaanvragen van Syriërs weergegeven. De grootte van de bol geeft de hoeveelheid mensen weer.20

Opvallend is de recente toename van het aantal kin-deren in migratie en op de vlucht. Zo was in juni 2015 nog 1 op 10 van de vluchtelingen en migranten die geregistreerd werden aan de grens tussen Grieken-land en Macedonië, een kind. In juli 2016 echter bleek de verhouding te zijn toegenomen naar 1 op 3.21

Kinderen op de vlucht zijn een bijzonder kwetsbare groep. Dit omdat ze fysiek zwakker zijn en zo vatbaar-der zijn voor ziektes, uitbuiting, geweld en onder- voeding. Veel vluchtelingen komen naar Europa via de Middellandse zee. De boottocht naar Europa is levensgevaarlijk omdat vaak te veel mensen op een gammel bootje worden geplaatst zonder veilig red-dingsvest of ervaren schippers.22 Ook de situatie aan de grensovergangen is proble-matisch. Zo zijn in maart 2016 duizenden kinderen gestrand op de grens tussen Macedonië en Grieken-land. Kinderen zijn er soms verplicht nachtenlang buiten te slapen en er is ook een gebrek aan basis-voorzieningen, zoals douches en voeding.23 Dit heeft o.a. gevolgen voor hun recht op bescherming en gezondheid want deze kinderen lopen meer risico op misbruik, geweld en uitbuiting.

20 Bron: http://www.bbc.co.uk/newsbeat/article/35470894/what-the-middle-east-is-doing-about-the-refugee-crisis21 IOM and UNICEF Data brief: Migration of Children in Europe, 11 juli 201622 IOM and UNICEF Data brief: Migration of Children in Europe, 30 November 201523 www.unicef.be/nl/vluchtelingenkinderen-grootste-slachtoffers-van-grensbeperkingen

© UNICEF/UNI197523/Gilbertson V

© UNICEF/UN012803/Georgiev

17

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

3.2. MIGRATIE EN KINDERRECHTEN IN BELGIË

Achter de statistieken over kinderen op de vlucht schuilen levensechte kinderen, met hun specifieke behoeftes en rechten. Ze hebben nood aan slaap, voeding , naar school gaan en verzorgd worden. Bovendien moeten ze beschermd worden tegen misbruik, geweld en uitbuiting. In wat volgt zullen we toelichten hoe men in België de rechten voor kinderen in migratie en op de vlucht tracht te verdedigen. We zullen hierbij een onderscheid maken tussen de situatie van niet-begeleide minder-jarigen en kinderen die met hun familie in België aankomen.

Recht op speciale bescherming voor niet be-geleide minderjarige vreemdelingen (NBMV)

Elke dag komen minstens 8 nieuwe NBMV aan in België. De laatste 10 jaar neemt hun aantal alleen maar toe. Deze kinderen zijn na een lange tocht aangekomen in België en bevinden zich zonder ouders of voogd in een vreemd land. Deze NBMV hebben elk een an-der profiel en andere redenen om te vluchten, maar ze hebben allemaal bescherming en begeleiding nodig.

Een niet begeleide minderjarige vreemdeling24 • is jonger dan 18 jaar• verblijft zonder ouder(s) of (wettelijke) voogd in België• is afkomstig uit een land buiten de Europese Unie van de Europse Unie25 • heeft asiel aangevraagd of verblijft zonder legale verblijfsdocumenten in België

© UNICEF/UNI198156/Sonoda

24 www.cgvs.be/nl/asiel/het-kind-de-asielprocedure-025 Sinds 2014 zijn minderjarige europeanen ook inbegrepen in de definitie van Niet Begeleide Minderjarige Vluchtelingen

18

Getuigenis van een Niet Begeleide Minderjarige Vluchteling

Toen Wahid 13 jaar oud was, vluchtte hij met zijn moeder en twee broers van Afghanistan naar Pakistan. ‘Mijn vader werkte samen met Amerikaanse soldaten en de Taliban vermoordde hem.’...‘Toen mijn moeder stierf, kwam ik naar Europa. Mijn broers zijn nog steeds in Pakistan. Ik reisde meer dan drie jaar. In Griekenland leefde ik zelfs een jaar op straat.’ Wahid kwam in 2012 in België aan. Via een leeftijdstest schatte de overheid zijn leeftijd op 17 jaar.‘Ik verbleef eerst enkele weken in Brussel. Daarna kreeg ik voor een jaar opvang in het centrum van Broechem.’ Wahid verkreeg subsidiaire bescherming.26

‘Het duurde vier maanden voordat ik een studio vond in Antwerpen. Ik sliep twee maanden op straat want moest weg uit het opvangcentrum. Het OCMW hielp mij en verwees me door naar de jongerenwerking van CAW Antwerpen27, PSC28 Vluchtelingenwerk. Ze helpen mij met de papieren en geven uitleg over de VDAB.’Sinds zijn vaders dood heeft Wahid last van stress. Hij heeft nachtmerries en voelt vaak pijn over zijn hele lichaam. ‘Ik pieker veel. Overdag gaat het beter omdat ik dan bezig ben.’Sinds enkele maanden durft hij weer dromen. ‘Ik wil een job. Iets met elektriciteit of auto’s.’ Intussen zit hij ook niet stil. ‘Ik geef twee maal per week les in kickboksen. Ik speel ook drie keer per week voetbal.’ Wahid start binnenkort een opleiding tot lasser bij de VDAB. Hij volgt ook lessen Nederlands. ‘Ik studeerde jullie alfabet, maar ging vroeger nooit naar school.’ Wahid houdt de moed erin. ‘Binnen enkele jaren wil ik mijn eigen verhaal schrijven.’29

26 Een subsidiaire beschermde krijgt een verblijfsvergunning voor een beperkte periode (een jaar).27 CAW= Centrum Algemeen Welzijnswerk28 PSC= Protestants Sociaal Centrum29 www.vluchtelingenwerk.be/sites/default/files/watiseennietbegeleideminderjarige-2015.pdf

© UNICEF/UN012786/Georgiev

19

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

30 www.vluchtelingenwerk.be/sites/default/files/watiseennietbegeleideminderjarige-2015.pdf

Het is cruciaal dat de rechten van alle kinderen en jongeren zoals Wahid beschermd worden. In België bestaan daarvoor wettelijke kaders en procedures.

Protectie: Bij de registratie van de asielaan-vraag van een niet-begeleide minderjarige in België krijgt die een voogd toegewezen door de dienst Voogdij. Na identificatie en eventu-ele leeftijdstest (indien er twijfel bestaat over de minderjarigheid van de NBMV), krijgt de NBMV een opvangplaats toegewezen in een gespecialiseerd oriëntatie- en observatie-centrum. In een tweede fase zal de NBMV onthaald worden in een opvangcentrum dat aangepast is aan zijn leeftijd. De NBMV mogen niet opgesloten worden in gesloten centra. Een uitzondering zijn de vluchtelingen die beweren minderjarig te zijn en bij wie men twijfelt aan hun minderjarigheid (opsluiting onder bepaalde omstandigheden en beperkt in tijd). Deze vluchtelingen moeten dan voor een beperkte periode in een gesloten centrum verblijven. De Dienst Voogdij kent ook een voogd toe aan de NBMV. De voogd zal als de wettelijke vertegenwoordiger van de minderja-rige optreden en verdedigt diens belangen. Zo begeleidt de voogd de NBMV bijvoorbeeld in de asielprocedure, zorgt hij voor een advocaat voor het kind, ondersteunt hij het kind tijdens het verhoor, zorgt voor een degelijke huisves-ting en ziet hij erop toe dat het kind de hulp krijgt waarhij recht op heeft.30

Provisie: Zoals alle kinderen hebben NBMV recht op onderwijs. In België moeten kinderen tot 18 jaar naar school. Dit geldt voor Belgi-sche en buitenlandse kinderen. De school is bovendien een belangrijke plaats voor de NBMV omdat ze daar niet alleen de taal kun-nen leren maar ook tijd kunnen doorbrengen met andere kinderen. Het gebrek aan kennis van het Nederlands of Frans en soms ook de opgelopen leerachterstand vragen echter om een speciale aanpak. De Franse en Vlaamse

Gemeenschap hebben specifieke maatregelen genomen om het onderwijs aan de noden van deze kinderen aan te passen. NBMV hebben vaak traumatische ervaringen achter de rug, wat het risico op posttrauma- tische stressstoornissen doet toenemen. Bovendien kan de onzekerheid over hun toekomst, verblijfsituatie en nieuwe omgeving voor deze niet-begeleide jongeren veel stress en angst geven. Vaak is psychosociale hulp daarom ook aangewezen.

Getuigenis Afghaanse Niet Begeleide Minder-jarige Vluchteling :

“Ik voel de stress in mijn tanden en in mijn voorhoofd. Ik heb nachtmerries. Het duurt ge-woon zo lang om een antwoord te krijgen (om te mogen blijven in België)”.

Participatie: Zelfs al hebben ze net als alle kinderen het recht om deel te nemen aan de beslissingen die hen aanbelangen, in de praktijk is dat vaak extra moeilijk voor NBMV die in België aankomen. Zo kennen ze de taal niet altijd, bevinden ze zich in een vreemd land, kennen hun rechten niet etc. Gezien de grote kwetsbaarheid van kinderen werd in België een bijzondere procedure voor de behandeling van asielaanvragen van niet-be-geleide minderjarigen vastgelegd. Zo krijgen ze een voogd toegewezen zodra ze in België aankomen en worden ze op een aangepaste manier verhoord. Via deze voogd is het voor de NBMV mogelijk meer inspraak te hebben in zaken die hen aanbelangen. Bovendien werd er enkele jaren geleden binnen het bureau van jurdische bijstand van de Franstalige Brusselse rechtbank een sectie ‘niet-begeleide minder-jarige vreemdelingen’ opgericht.

20

What Do You Think?

Ondanks het aantal organisaties dat actief is op het vlak van asiel en mi-gratie en ondanks het stijgend aantal vluchtelingen en migranten in België, bestaat er nog onvoldoende onderzoek naar de ervaringen van kinderen en jongeren op de vlucht en naar de impact die migratie op hen heeft.

Via het “What Do You Think?”-project wil UNICEF deze kinderen zelf aan het woord laten en hen zelf laten vertellen met welke problemen zij worden geconfronteerd. In 2016 en 2017 werken we een participatief project uit met kinderen en jongeren op de vlucht die in België leven. Het doel is om hun bezorgdheden en aanbevelingen te bundelen en over te maken aan beleid-smakers in ons land en bij het Kinderrechtencomité in Genève.

UNICEF wil zo verzekeren dat het Comité voor de Rechten van het Kind rekening houdt met de mening van kinderen en jongeren in migratie en op de vlucht hoort en dat die mening wordt opgenomen in de slotaanbevelin-gen die het Kinderrechtencomité zal overmaken aan de Belgische staat. De bekommernissen en aanbevelingen van de kinderen zullen ook overgemaakt worden aan beleidsmakers in België, opdat dit een prioriteit wordt in het wettelijk kader en ook in de praktijk meer rekening kan worden gehouden met de situatie van kinderen in migratie en op de vlucht.

Voor meer informatie over het What Do You Think? project : www.unicef.be > over UNICEF > UNICEF in België > WDYT-project

Recht op speciale bescherming voor kinderen die met hun familie op de vlucht zijnDe meeste kinderen op de vlucht komen met hun familie aan in België. Ze reizen met beide ouders, één van de twee ouders of met broers of zussen. Bepaalde families hebben nog geen geldige verblijfsvergunning.

Protectie: Kinderen die met hun familie naar België komen hebben recht op opvang. Dit geldt ook voor families die nog geen geldige verblijfsvergunning hebben. Alle gezinnen hebben dus het recht opge-vangen te worden in een opvangcentrum. Zo zijn er in België ongeveer 90 opvangcentra. In België kan een persoon zonder wettig verblijf vastgehou-den worden in een gesloten centrum. In de praktijk worden gezinnen met minderjarige kinderen sinds 2008 niet meer vastgehouden in een gesloten centra, maar in een terugkeerwoning.

Provisie: Kinderen in ballingschap met hun familie die in een opvangcentrum terecht komen zijn leer-plichtig. Ze hebben dus het recht en de plicht naar school te gaan. Kinderen gaan meestal naar school in de buurt van het opvangcentrum. Net als bij de NBMV kunnen de kinderen die het Nederlands of het Frans nog niet voldoende beheersen of een leerachterstand hebben opgelopen eerst

terecht in het onthaalonderwijs. In meerdere opvang-centra wordt er bovendien ook huiswerkbegeleiding voorzien voor de kinderen. Elk opvangcentrum dient de asielzoekers ook een slaapplaats, maaltijden, kledij en sanitaire voor-zieningen te bieden. In het opvangcentrum is er ook medische en psychosociale begeleiding. In de meeste opvangcentra probeert men gezinnen in een aparte familiekamer te laten verblijven om zo meer privacy te garanderen.31 Mensen zonder wettig verblijf - inclusief gezinnen met minderjarige kinderen - hebben recht op medische verzorging.

Participatie: Kinderen volgen vaak de asielaanvraag van hun ouders. Maar kinderen die zelf vervolging vrezen in hun land van herkomst kunnen een aparte asielaanvraag indienen. Hiervoor nemen ze best een andere advocaat dan die van hun ouders.32

31 http://fedasil.be/nl/inhoud/opvang-asielzoekers-032 http://fedasil.be/nl/inhoud/opvang-asielzoekers-0

21

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

Wat doet UNICEF voor kinderen op de vlucht in België?

Het mandaat van UNICEF is om de rechten van het kind overal ter wereld te verdedigen, dus ook in België. Hierbij gaat UNICEF uit van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Bovendien kreeg UNICEF dankzij dit Verdrag het mandaat om advies te geven en toe te zien op de toepassing van het Verdrag.

UNICEF spant zich in om ook in België de rechten van de meest kwetsbare kinderen, waaronder kinderen op de vlucht, te verdedi-gen. Dit doen we via pleidooi- en beleidswerk. Hiervoor werken we nauw samen met NGO’s die de rechten van de migrantenkinderen verdedigen, zoals het platform Kinderen op de Vlucht. Een aantal activiteiten van dit platform

zijn de de evaluatie van de situatie van niet-begeleide minderjarigen, de evaluatie van alternatieven voor het vasthouden in gesloten centra (detentie) van kinderen en pleidooiwerk voor het respecteren van de rechten van kinde-ren en families zonder verblijfsvergunning.

UNICEF België werkt ook samen met rege-ringspartners om ervoor te zorgen dat België zijn migratiebeleid toepast met respect voor de rechten van het kind (in het bijzonder tijdens de asielprocedure). Naast dit beleids- en pleidooiwerk, geeft UNICEF België ook een stem aan kinderen en jongeren op de vlucht via het “What Do You Think?”-project.

Hoe omgaan met de situatie van een leerling die moet terugkeren naar zijn land van herkomst?

Het gebeurt dat leerlingen die goed geïntegreerd zijn, gemotiveerd zijn en al meerdere jaren in ons onderwijssysteem zitten, moeten terugkeren naar hun land van herkomst, waar ze nauwelijks nog een band mee hebben. ‘Zonderwijs’ bestaat uit een groep leerkrachten die hier iets aan willen doen.

Meer informatie vind je op: www.zonderwijs.be

© UNICEF/NYHQ2009-1578/Taha

22

TIPS VOOR LEERKRACHTEN: Hoe gevoelige onderwerpen rond migratie, vluchtelingen etc. in de klas bespreken?

We halen hierbij ook graag enkele tips aan uit de lesbrief van Stichting Vreedzaam om moeilijke of gevoelige onderwerpen aan te kaarten in de klas. Een volledig overzicht kan je vinden op: www.stichtingvreedzaam.nl > Nieuws > Lesbrief na de aanslag in Parijs > p.5 ‘Tien algemene tips over het lesgeven over moeilijke en gevoelige onderwerpen’.

1. Creëer een veilige, respectvolle en ondersteu-nende sfeer in je klas. Soms nemen leerlingen niet aan een gesprek over gevoelige kwesties deel omdat ze bang zijn dat ze zullen worden geplaagd of belachelijk gemaakt of omdat het onderwerp te heftige gevoelens oproept. Om een veilig en respectvol klimaat in de groep te creëren, kan je duidelijke afspraken met de groep maken (zoals je al gewend bent om aan het begin van het jaar te doen). Het gaat om afspraken zoals ‘niet schelden’, ‘elkaar laten uitspreken’, ‘zonder oordeel luisteren’, ‘je mag passen’, vertel wat je wil vertellen en niet meer’ enz. Herinner leerlingen eraan dat ze voor-zichtig moeten zijn wanneer ze over groepen mensen spreken: praat over ‘sommigen’ in plaats van over ‘allemaal’.

2. Ga na wat je leerlingen al weten of hebben er-varen. Begin met wat ze al weten. Maak bijvoor-beeld een woordweb op het bord en laat de leerlingen associaties geven bij het onderwerp.

Laat ze eerst even per twee uitwisselen alvorens de associaties in de groep te bespreken en op het bord te schrijven. Als het onderwerp té gevoelig is, laat de leer-lingen dan eerst voor zichzelf iets opschrijven (anoniem) en gebruik de producten later in de hele groep. Inventariseer de vragen die de leerlingen hebben. Dit kan plenair of voor jezelf. Vraag ook door over waar hun informatie of mening vandaan komt. En of ze weten of hun bronnen betrouwbaar zijn. Herinner de leerlin-gen eraan dat ze, wanneer het om gevoelige onderwerpen gaat, altijd dienen af te vragen: ‘wat weet ik en hoe weet ik dat?’

3. Geef informatie, verzamel de vragen en onderzoek ze samen met de leerlingen. Nadat je basale informatie hebt gegeven, verzamel de vragen die er nog zijn. Als de vragen zich beper-ken tot feitelijke zaken (wie, wat, waar, waarom, wanneer), probeer dan hun onderzoeksperspec-tief te verbreden opdat de leerlingen voorbij de basisfeiten op zoek gaan naar dieperliggende of meer wezenlijke vragen. Probeer ze een wat complexer begrip te geven van de situatie. Een voorbeeld van zo’n verbredende vraagrichting kan zijn te vragen naar hoe de gebeurtenis de betrokken individuen raakt, maar ook hoe het de maatschappij als geheel beïnvloedt.

© UNICEF © UNICEF

© UNICEF

23

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

4. Maak verbinding met hun eigen leven. Soms is die verbinding er al, soms ook niet. Help leerlingen dan de verbinding te maken tussen de gebeurtenis en hun eigen leven. Op welke manier raakt het henzelf of hun familie, vrienden of ge-meenschap? Waarom? Als er geen voor de hand liggende verbinding is, leg die dan zelf. Vraag bijvoorbeeld of iemand familieleden heeft in gebieden waar geweld heerst of oorlog is. Soms zijn visuele prikkels behulpzaam om leer-lingen actief te laten worden. Of vraag de leerlingen naar eerdere vergelijkbare gebeurtenissen.

5. Laat leerlingen al onderzoekend meer te weten komen. Het is belangrijk dat leer-lingen de kans krijgen om antwoorden op hun vragen te vinden, om onderzoek te doen en met mensen te praten, om zo meer over het onderwerp te weten te komen en het betekenisvol te maken voor henzelf. Zorg er wel eerst voor dat je leerlingen het verschil tussen een mening en een feit kennen. Bij de oudere leerlingen kan je krantenberichten laten vergelijken. Bijvoorbeeld uit verschillen-de media (‘rechtse’, ‘linkse’, neutrale).

Laat ze kritisch lezen en verschillen opmerken. Laat de leerlingen extreme meningen over het onderwerp achterha-len en zichzelf vragen stellen. Op basis van welke feiten zijn deze meningen tot stand gekomen? Wat zijn de bronnen? Wat is het gezichtspunt van die bronnen? Hoe betrouwbaar zijn die bronnen en waarom?

6. Verken de mening van de leerlingen en stimuleer de dialoog. Als de leerlingen grondig onderzoek hebben gedaan, zijn ze klaar om een eigen mening te vormen en die te uiten en te bespreken. Stimu-leer dialoog in plaats van debat.

Vraag de leerlingen open te staan voor de verschillende gezichtspunten. Dialoog vraagt om begrip, om je blik verbreden, om zaken ingewikkelder in plaats van simpeler maken. Zorg voor gelegenheid om op verschillende manieren de me-ningen en gezichtpunten te laten uiten. Kan per twee, in een gesprekskring, met behulp van een panel, enzovoort. Je kan de leerlingen ook vragen om te reageren op een mening of stelling door ze op een continuüm te laten kiezen voor: helemaal mee eens, mee eens, tussenin, oneens, helemaal mee oneens, geen mening.

7. Bewaak de temperatuur. Bewaak voort-durend de toon en de sfeer waarin het gesprek plaatsvindt. Herinner de leer-lingen aan de afspraken, vooral als ze overtreden worden. Neem geregeld de ‘temperatuur’ op van de klas als het gaat om gevoelens en stimuleer het bespre-ken van gevoelens. Bouw verschillende manieren in waarop leerlingen mee kun-nen doen én geef ze de mogelijkheid om te ‘passen’ als het te moeilijk wordt. Geef gelegenheid om hun gedachten op te schrijven, eventueel anoniem, in plaats van mondeling te delen met elkaar.

8. Doe iets. Als de leerlingen betrokken zijn geraakt bij het onderwerp, zullen ze er misschien iets aan willen doen. Dit “iets” kan meer gericht onderzoek zijn, maar ook het uitvoeren van een activiteit in de gemeenschap of de buurt, schrijven van een brief naar de gemeente, geld inza-melen, meedoen aan een demonstratie, een schoolkrant maken enzovoort.

Door de huidige vluchtelingenstroom kan je als leerkracht ook kinderen die gevlucht zijn uit hun thuisland in jouw klas hebben. Klasse magazine voor leerkrachten gaf een aantal tips om kinderen op de vlucht te verwelkomen in de klas: https://www.klasse.be/7062/school-als-veilige-haven-vluchtelingen.

24

3.3. MIGRATIE IN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO (DRC)

De politieke situatie in de DRC is reeds decennia-lang zeer onstabiel. Zo zorgen confrontaties tussen gewapende groepen en andere conflicten ervoor dat veel mensen genoodzaakt zijn op de vlucht te slaan, ofwel naar een andere streek in hun land zelf (interne vluchtelingen) ofwel naar het buitenland (buurlanden of andere landen). Bovendien ligt de DRC in een zone waar permanent conflicten zijn. De instabiliteit in de buurlanden (met name de Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan en Burundi) heeft dan als gevolg dat vele inwoners van die landen naar de DRC vluchten. Zo zijn er bij-voorbeeld vele mensen uit de Centraal-Afrikaanse Republiek gevlucht naar de DRC.

Deze vluchtelingen verblijven in vluchtelingen- kampen of bij de lokale bevolking.33 In verhouding

met haar economische capaciteit, neemt de DRC het grootst aantal vluchtelingen op in vergelijking met andere landen.

De DRC: enkele cijfers (30 april 2016)34:

• 4.500.000 kinderen werden in de DRC getroffen door de onstabiele situatie

• 1.800.000 mensen werden er als interne vluchteling geregistreerd

• 399.085 vluchtelingen uit andere landen werden in de DRC geregistreerd35

• in januari 2015 werd een aantal Congolese vluchtelingen die zich in Burundi bevonden hervestigd in ons land.36

33 http://reliefweb.int/sites/reliefweb.int/files/resources/UNICEF%20DR%20Congo%20Humanitarian%20Situation%20Report%20-March-April%202016.pdf34 http://data.unhcr.org/drc/country.php?id=4635 www.hervestiging.be/inhoud/congolese-vluchtelingen

© Gwenn Dubourthoumieu

25

3.4. MIGRATIE EN KINDERRECHTEN IN DRC

Het is ook voor de kinderen die op de vlucht zijn in de DRC van belang dat hun rechten ver-dedigd worden. Alle rechten die in het Kinderrechtenverdrag staan gelden namelijk voor alle kinderen.

Protectie

Kinderen die zich in noodsituaties in de DRC bevinden, kunnen terecht in zogenaamde kindvriendelijke zones: veilige en beschermde zones waarin kinderen aan allerlei activiteiten kunnen deelnemen, kunnen spelen en over hun rechten kunnen leren. De bedoeling is dat kinderen even uit de moeilijke situatie kunnen ontsnappen en dat ze terug kunnen ervaren wat het is om een kind te zijn. Kinderen krij-gen hier ook de kans om bepaalde gezonde gewoontes terug te vinden en om opnieuw een bepaalde vorm van normaliteit te kunnen ervaren. Via de noodscholen worden kinderen ook geïnformeerd over zaken die belangrijk zijn voor hun veiligheid en hun gezondheid, zoals het opletten voor landmijnen, het belang van het drinken van zuiver water en van het wassen van de handen.

Een studie heeft onlangs aangetoond dat deze kindvriendelijke zones gunstige effecten op zowel de kinderen als op de ouders hebben. Zo bleek onder andere dat Congolese kinderen die regelmatig in deze zones kwamen, een beter psychosociaal welzijn vertoonden in ver-gelijking met kinderen die niet naar deze zones gingen. Volgens diezelfde studie hadden deze zones ook een positief effect op de ouders. Zo gaven ouders aan dat hun stress en zorgen over het welzijn van hun kind verminderden wanneer ze de zones bezochten.36

Provisie

Al jaren helpen UNICEF en partners kwets-bare groepen in de DRC. Een voorbeeld is het ‘Rapid Response to Movement of Population (RRMP)’, een mechanisme dat snelle humani-taire hulp verleent aan mensen op de vlucht.

Via dit programma wordt er in verschillende domeinen humanitaire hulp geleverd: in water- en sanitaire voorzieningen, gezond-heid en educatie. In zogenaamde noodscho-len kunnen kinderen bijvoorbeeld ondanks de problemen toch nog naar school gaan. Er wordt dan onderwijsmateriaal geleverd om het onderwijs zo snel mogelijk te hervatten. Er worden via de RRMP ook ‘non-food items’ bezorgd. Hierbij krijgen mensen op de vlucht bonnen waarmee ze op speciale markten zelf kunnen bepalen wat ze kopen, waardoor hun aankopen beter bij hun noden aansluiten.37

Marie geeft haar mening over deze speciale markten:

“We hebben alles verloren toen we ons dorp ontvluchtten”, zegt Marie. “We hebben onze kleren sinds vier maanden niet kunnen ver-anderen. We zijn dankbaar dat we zelf kunnen beslissen wat we kunnen kopen. Ik heb kook-potten gekocht om eten voor mijn kinderen te kunnen klaarmaken, zeep en nieuwe kleren”. 38

Wat doet UNICEF in de DRC? Enkele cijfers ...

• 679.589 mensen die getroffen werden door conflict hebben hulp gekregen voor de toegang tot water en sanitaire voorzieningen in Zuid-Kivu, Noord-Kivu en de Katanga provincies

• 117.447 kinderen (waarvan 49.354 meisjes) hebben schoolmateriaal ontvangen en toegang gekregen tot kwaliteitsvol onderwijs en psychosociale activiteiten

• in 2015 hebben UNICEF en partners 3.398.479 kinderen in conflictzones gevaccineerd tegen mazelen

• in 2015 hebben UNICEF en partners 270.526 kinderen onder de vijf jaar die leden aan on-dervoeding, kunnen helpen

• in juli 2015 werden er speciale markten georganiseerd waardoor 8.400 families in Noord-Kivu hulp hebben kunnen krijgen.39

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

36 www.worldvision.org/press-release/new-research-reveals-long-term-benefits-emergency-safe-spaces-children37 http://www.unocha.org/top-stories/all-stories/drc-rapid-response-mechanism-south-kivu-faces-funding-crisis38 http://ponabana.com/au-congo-dans-le-triangle-de-la-mort-un-marche-anime-devient-un-oasis-despoir/39 http://ponabana.com/les-kits-familiaux-un-pas-important-vers-la-couverture-universelle-en-soins-de-sante/

26

UNICEF zet zich ook structureel in om de gezond-heidsdiensten, onderwijs, voeding en bescherming van kinderen in de DRC te verbeteren, met inbegrip van de onstabiele gebieden van het land. Zo zijn er bijvoorbeeld ‘family kits’ waarmee men mogelijk wil maken dat alle vrouwen en kinderen, vooral de meest kwetsbare, toegang krijgen tot basisgezond-heidsvoorzieningen. Met zo’n ‘family kit’ krijgen gezinnen onder meer essentiële medicatie (tegen diarree en koorts) en informatie om hen over ge-zondheid in te lichten. Gezinnen op de vlucht kun-nen zo hun kinderen beter verzorgen. Ook kunnen zwangere vrouwen via de kit basismiddelen krijgen om de zwangerschap en de bevalling veiliger te laten verlopen.40

Een ander initiatief is de ‘cash transfer’. Sommige kwetsbare gezinnen die na conflicten terugkeren naar hun woonplaats, kunnen cash geld krijgen om hun leven terug op te bouwen. Het feit dat ze cash geld krijgen, geeft deze gezinnen de mo-gelijkheid om zelf te bepalen wat ze nodig hebben.

Neema Clémence is één van de vrouwen die zo’n ‘cash transfer’ heeft gekregen.

“In het ziekenhuis kreeg ik te horen dat ik hulp zou krijgen. In was net bevallen van mijn vierde kind en ik werd al geconfronteerd met medische kosten. Ik heb dan 30 dollar genomen om te betalen en aange-zien ik met een keizersnede ben bevallen, heb ik de andere 30 dollar gebruikt om geschikte voeding voor mezelf te kunnen vinden.”41

Participatie

Ook in de DRC mogen kinderen hun visie en mening geven over hun land. Enkele voorbeelden hiervan zijn de kinderreporters en de U-report.

De kinderreporters zijn een groep van kinderen tussen de 12 en 17 jaar oud die over 26 provincies verspreid zijn in de DRC. Ze hebben een vorming gekregen van UNICEF om de rechten van de kin-deren te leren kennen, deze rechten te verdedigen en eventuele schendingen van de rechten aan te kaarten.

Het doel van deze kinderreporters is om zich uit te drukken over problemen en hun bekom-mernissen en dit om niet alleen hun leeftijdgsnoten, maar ook volwassenen en de autoriteiten, te berei-ken. Ze verschijnen zo regelmatig op de nationale tv en op de radio’s, en ze laten hun stem horen via www.ponabana.com (voor de kinderen), de blog van UNICEF DRC. Op deze manier kunnen ze anderen over de kinderrechten informeren, actief deze rechten helpen verdedigen en hun inbreng hebben in zaken die hen aanbelangen.42

© UNICEF/UNI5949/Holt

40 http://ponabana.com/aider-les-retournes-a-reconstruire-leur-vie-grace-a-lassistance-en-cash41 www.unicef.org/appeals/files/UNICEF_DR_Congo_Humanitarian_Progress_Report_-_July-December_2015.pdf42 http://ponabana.com/enfants-reporters-new/

27

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

AC

HT

ER

GR

ON

DIN

FOR

MA

TIE

© UNICEF/UNI46493/Pirozzi

© UNICEF/UNI188791/Beechey© UNICEF

43 http://ponabana.com/its-great-to-have-parents-who-ask-my-opinion/?lang=en44 https://ureport.in/ https://www.youtube.com/watch?v=PSBsyptoNZs https://blogs.unicef.org/innovation/with-u-report-phones-are-a-new-voice-for-children-in-drc/

Een van de kinderreporters is Samy, 10 jaar, die in een kamp voor interne vluchtelingen in het binnenland van RDCongo woont.

“Na onze opleiding (tot kinderreporter) is mijn leven erg veranderd. Ik ben nu op de hoogte van mijn rechten en ik ken technieken om mijn rechten te verdedigen wanneer ze geschonden worden. Zo hadden mijn ouders me onlangs, zoals gewoonlijk, gevraagd een hele zak steen-kool te nemen en te gaan verkopen in plaats van naar school te gaan. Ik besefte plots dat dit in strijd was met de kinderrechten. Volgens het Kinderrechtenverdrag mogen kinderen na-melijk geen zware arbeid uitvoeren en mogen ze ook niet economisch uitgebuit worden. Ik ben de steenkool wel gaan verkopen, maar heb hen bij mijn terugkomst uitgelegd dat wat ze deden niet strookte met het Kinderrechten-verdrag. (...) Nu doen ze het niet meer. Elke keer dat ze een beslissing willen nemen die mij aanbelangt, vragen ze wat ik ervan vind. Dit maakt me erg blij!”43

Wil je de kinderreporters aan het werk zien? Ga naar YouTube en tik ‘Enfants reporters au Congo’ in. Deze filmpjes zijn in het Frans.

Een ander initiatief van UNICEF is de U-report. Dit is een gratis applicatie waarbij inwoners via sms of Twitter betrokken worden bij dingen die hen aanbelangen. Zo krijgen ze via sms vragen zoals ‘Ben je ooit gevaccineerd geweest tegen mazelen?’ of ‘Op welke plaatsen in jouw gemeenschap voel je je het veiligst?’ Via sms of Twitter kunnen de mensen dan hun antwoord sturen en zo hun mening geven over bepaalde zaken. Thema’s zijn gezondheid, educatie, hygiëne en water, hiv/aids, veiligheid, mogelijke ziektes etc. Iedereen, dus ook interne vluchtelingen, kan hieraan deelnemen. Zogenaamde U-reporters verzamelen deze ge-gevens, zorgen ervoor dat de boodschappen gehoord worden door beleidsvoerders en verspreiden de verhalen via de radio of lokale tv.44

28

ACTIVITEITEN-FICHES

© UNICEF/UNI118056/Pirozzi

29

B. ACTIVITEITEN- FICHES

1. INLEIDINGIn dit deel van de lesmap stellen we verschillende activiteiten voor. Allereerst zal er gewerkt worden rond de kinderrechten en hoe deze voor kinderen op de vlucht beschermd moeten worden. In de andere fiches zal er dieper ingegaan worden op migratie in België en in de Democratische Republiek Congo.

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

30

Fiche 1: Kinderrechten en migratie

LESDOELEN :

1) De leerlingen kunnen uitleggen wat kinderrechten zijn en voorbeelden geven2) De leerlingen kunnen linken leggen tussen migratie en het Kinderrechtenverdrag3) De leerlingen kunnen schendingen van de kinderrechten bij vluchtelingen benoemen

adhv getuigenissen4) De leerlingen kunnen enkele voorbeelden geven van wat er wordt gedaan in België en in DRCongo

om de rechten van kinderen op de vlucht te beschermen (schoolopvang, opvangcentra, etc.)

BENODIGDHEDEN :

• Werkblaadje 1 en 2• Computer en beamer of digitaal bord om het filmpje Unfairy Tales af te spelen• Boekje SDG’s (De wereld die we willen : gratis aan te vragen op www.unicef.be/leerkrachten)• Post-its of kaartjes met plakband• Internet

Het is belangrijk te vermelden dat migratie niet altijd dramatisch is. Er zijn veel verschillen tussen de situatie van migranten. Uiteraard zijn er mensen die op de vlucht zijn voor noodsituaties, maar er zijn ook veel positieve verhalen over migratie.

1) VLUCHTEN EN DE KINDERRECHTEN

• Deel werkblaadje 1 uit• De kinderen lezen de getuigenissen op dit werkblaadje• De kinderen kruisen vervolgens in de tabel de kinderrechten aan die beschermd moeten worden in

de bovenstaande getuigenissen. In het boekje over de SDG’s gaan ze vervolgens op zoek naar de duurzame ontwikkelingsdoelen die betrekking hebben tot kinderen op de vlucht. Ze omcirckelen welke SDG’s belangrijk zijn voor deze kinderen.

© UNICEF/UN016151/Cherkaoui

31

2) DE 3 P’S (PROTECTIE, PROVISIE EN PARTICIPATIE) EN KINDEREN OP DE VLUCHT

• Deel post-its uit.• Vraag aan de leerlingen op de post-its te schrijven wat kinderen die migreren of op de

vlucht zijn, nodig hebben. • Maak vervolgens 3 tabellen op het bord: Een met Protectie (hoe worden de kinderen

beschermd?), Een met Provisie (Wat hebben de kinderen nodig?) en een met Partcipatie (Hoe kunnen de kinderen betrokken worden bij dingen die hen aanbelangen?).

• De leraar legt kort uit wat elke kolom betekent. • Vervolgens vraagt de leraar de kinderen die denken dat hun post-it met Protectie te maken

heeft, het in de kolom van Protectie op het bord plakken. De leraar vraagt alvorens de post-it op het bord te plakken te lezen wat ze geschreven hebben en waarom ze denken dat het in deze kolom past. Daarna worden de drie kolommen klassikaal overlopen en besproken. Het is mogelijk dat bepaalde post-its zich op de breuklijn van de drie kolommen bevinden of dat er een overlap is. Er zijn geen foute en juiste antwoorden. De argumentatie moet juist zijn.

3) MIJN LEVEN VERSUS HET LEVEN VAN KINDEREN OP DE VLUCHT

• Deel Werkblaadje 2 uit.• De kinderen gaan in groepjes zitten en vergelijken hun levens met dat van de kinderen

die op de vlucht zijn. De kinderen gaan op zoek naar zowel gelijkenissen als verschillen.• Ze vullen dit in op Werkblaadje 2: Het leven van kinderen/

4) DISCUSSIE (ZIE OOK: TIPS VOOR LEERKRACHTEN IN DE ACHTERGROND- INFORMATIE VAN DEZE LESMAP!):

• Neem werkblaadje 1 en bespreek klassikaal welke rechten in gevaar zijn voor kinderen op de vlucht.

• Welke schendingen van de rechten zouden jullie het ergst vinden?• Wat zouden jullie doen om dit te veranderen?• Wat zouden jullie als eerste veranderen als jullie minister zouden zijn?

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

32

Fiche 2: Migratie (algemeen)

LESDOELEN:

- De leerlingen weten wat migratie is en kunnen bepaalde termen gelinkt aan migratie definiëren- De leerlingen kunnen enkele oorzaken van migratie identificiëren en begrijpen- De leerlingen kunnen informatie over twee landen die vandaag, zoals alle landen ter wereld,

met veel migratie worden geconfronteerd invullen (België, Democratische Republiek Congo)- De leerlingen weten waar en wanneer de eerste wereldoorlog plaatsvond- De leerlingen kunnen een tekst over de situatie van kinderen tijdens de WO I begrijpen en op

inhoudelijke vragen antwoorden.

BENODIGDHEDEN:

- Werkblaadje 3A & B- Werkblaadje 4- Bijlage 8- Computer met beamer of digitaal bord- Internet

© UNICEF

33

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

1) • Knip werkblaadje 3 in twee (3A en 3B).• Deel Werkblaadje 3A uit. • Deel de klas in 3 groepen.• Er zijn drie situaties waarin mensen moeten vluchten of migreren. De eerste is vluchten

omdat er een tyfoon plaatsvond in België. De tweede is migreren omdat je papa een job vond in Amerika. De derde is vluchten voor een gevaarlijke oorlog.

• Geef aan elke groep 1 van de drie situaties. Vraag aan de leerlingen 4 voorwerpen in de koffer te tekenen die ze zouden meenemen in de situatie die ze kregen.

• Nadat de leerlingen dit getekend hebben, vraag je waarom ze dit belangrijk vonden. Vervolgens deel je Werkblaadje 3B uit. Neem ook Werkblaadje 1 en vraag de leerlingen op werkblaadje 3B te schrijven met welk recht hun voorwerpen overeenkomen (bv. Recht op familiehereniging, recht op educatie, recht op hobby’s,...).

• Vraag hierna de leerlingen op Werkblaadje 3B te schrijven waarom ze deze rechten gekozen hebben.

2) DE OORZAKEN VAN MIGRATIE.

• Verdeel de klas in groepjes van 4 of 5. • Aan elk groepje wordt een situatie gegeven waarin wordt beschreven waarom een

familie vlucht (zie Bijlage 81: 5 situaties met verschillende oorzaken). • De leerlingen spelen per groepje de situatie die ze gekregen hebben. De andere leerlin-

gen kijken toe. Een andere optie is gezamenlijk een tekening of stripverhaal te maken.• De volgende vragen worden op het bord geschreven worden en de leerlingen proberen

deze te beantwoorden. - Waarom besluiten ze te migreren? - Vind je dat een goede reden? Waarom wel, waarom niet? - Welke emoties voel je als je dit stukje ziet? - Begrijp je deze emoties? Waarom wel, waarom niet?

Correctiesleutel OORZAKEN:

Situatie 1: werk Situatie 2: klimaatramp Situatie 3: oorlog Situatie 4: familiehereniging Situatie 5: van de stad naar het platteland

3) DEFINITIES/ CONGO EN BELGIË/ WERELDOORLOG 1

• Deel werkblaadje 4 uit.• Vraag de leerlingen de woorden met de correcte definitie te verbinden.• Met behulp van het internet kunnen leerlingen vervolgens de tabel over Congo

en België invullen.• Geef een korte inleiding over de eerste wereldoorlog. Maak duidelijk aan de leerlingen

dat migratie van alle tijden is en zich overal ter wereld voordoet. • Laat hen vervolgens de tekst over kinderen op de vlucht in de eerste wereldoorlog

lezen.• De vragen kunnen vervolgens klassikaal opgelost worden.

34

FICHE 3: Migratie in België

LESDOELEN:

- De leerlingen kunnen cijfermateriaal en grafieken ivm vluchtelingen en migratie interpreteren.- De leerlingen kunnen op de kaart aanduiden hoe de vluchtelingen in België geraken. - De leerlingen kunnen van de kaart afleiden welke landen en zeeën de vluchtelingen doorkruisen op

weg naar België.- De leerlingen kennen het verschil tussen een feit en een mening- De leerlingen kunnen een mening over de vluchtelingenproblematiek vormen en kunnen de mening

van anderen respecteren.

MATERIAAL:

- Werkblaadje 5- Werkblaadje 6- Kleurpotloden (2 kleuren)

1) GRAFIEK INTERPRETEREN

• Deel werkblaadje 5 uit. Vraag de leerlingen eerst de grafiek aandachtig te bekijken. • Laat de leerlingen vervolgens de vragen op te lossen.

Correctiesleutel

De meeste asielaanvragen gebeuren in beide jaren in oktober. Een mogelijke verklaring hiervoor kan het seizoen zijn. In oktober is de zee minder gevaarlijk dan in de winter. Bovendien daalt de temperatuur ook wat in september/oktober, wat het aangenamer maakt te migreren.

© UNICEF/UNI201367/Mohanad

35

AC

TIV

ITE

ITE

NFI

CH

ES

BIJ

LAG

EN

2) VLUCHTROUTE

• Deel Werkblaadje 6 uit.• Vraag de leerlingen twee kleuren te nemen: een voor de vluchtroute uit Congo en

een voor de vluchtroute uit Syrië.• Vraag de leerlingen de vluchtroutes uit Congo en Syrië naar België aan te duiden

op de kaart• Overloop vervolgens klassikaal welke landen en zeeën er doorkruist werden.

De leerlingen kunnen dit invullen op werkblaadje 6.

3) FEIT OF MENING

• Leg uit wat een feit is en wat een mening is.• Je kunt hier de link maken met migratie: wat is een feit? Wat is een mening?

Waarom is het belangrijk een onderscheid te maken tussen een feit en een mening?

www.unicef.be/kids

36

© UNICEF/UNI186145/Sokol

37

BIJ

LAG

EN

BIJLAGENOok downloadbaar op www.unicef.be/leerkrachten

onder “Gratis educatief materiaal voor leerkrachten” > “materiaal downloaden”.

WERKBLAADJE 1

KINDERRECHTEN EN MIGRATIE

NAAM

DATUM

«Dit was het huis van mijn vriendin Sara. Daar was een winkel waar mijn broer ijsjes voor mij ging kopen…”. In het oude centrum van Homs, zijn de gezellige huizen en de ijssalons weg door bombarde-menten. “Hier, hmm… ik weet niet mee wat hier stond », zegt ze, als we voorbij een ingestort gebouw komen. Op haar leeftijd, zou ze in het vijfde leerjaar moeten zitten. Ze zit echter maar in het tweede leerjaar. Door de oorlog heeft ze drie jaar school gemist. 45

1. Lees onderstaande getuigenissen aandachtig.

Getuigenis 1: Nuha is een meisje van 11 jaar oud uit Syrië.

Getuigenis 2:

Getuigenis 3

Peter en An woonden jaren in Brussel. Ze waren daar heel gelukkig, hadden een mooi appartement en vele vrienden in de stad. Sinds de geboorte van hun twee kinderen is het appartement te klein. Ook willen ze graag een mooie tuin voor de kinderen en minder verkeer op straat. Hierdoor zijn Peter en An onlangs naar het platteland verhuisd met hun twee kinderen. Ze hebben daar een grotere woning gevonden, met een tuin.

Getuigenis 4: Unfairy Tales: Mustafa: Een reis uit Syrië. Je kan dit filmpje op het YouTube kanaal van Unicef België terugvinden: www.youtube.com/unicefbekids.

Getuigenis 5: Samy, woont in een vluchtelingenkamp in Congo

Rode Duivel Kevin de Bruyne is papa geworden van een zoontje. Ze wonen in Groot- Britannië. Kevin de Bruyne verhuisde naar Groot Brittanië omdat hij daar bij Manchester City mag gaan voetballen. Uiteraard woont zijn familie nu samen met hem.

“Mijn ouders hadden me onlangs gevraagd een hele zak steenkool te nemen en te gaan verkopen in plaats van naar school te gaan. Ik besefte plots dat dit in strijd was met de kinderrechten. Volgens het Kinderrechtenverdrag mogen kinderen namelijk geen zware arbeid uitvoeren en mogen ze ook niet economisch uitgebuit worden. Ik ben de steenkool wel gaan verkopen, maar heb hen bij mijn terug-komst uitgelegd dat wat ze deden niet strookte met het Kinderrechtenverdrag. (...) Nu doen ze het niet meer. Elke keer dat ze een beslissing willen nemen dat mij aanbelangt, vragen ze wat ik ervan vind. Dit maakt me erg blij!” 46

45 https://www.unicef.be/nl/de-impact-van-5-jaar-conflict-in-syrie-op-nuha-11-jaar/46 http://ponabana.com/quel-plaisir-davoir-des-parents-qui-me-consultent/

Kinderrechten gelden voor alle kinderen. Niemand mag uitgesloten worden. Of ze nu blank zijn of zwart, arm of rijk, dik of dun, de kinderrechten zijn er voor alle kinderen.

Wanneer volwassenen iets beslissen, moeten ze altijd goed nadenken of wat ze doen wel goed is voor kinderen.

Elk kind heeft het recht om zijn vrienden te kiezen, met anderen samen te komen of een clubje op te richten, zolang dit niet raakt aan de rechten van anderen.

Elk kind heeft recht op spel en vrije tijd.

Elk kind heeft recht om bij de eigen familie te zijn.

Kinderen hebben het recht om zo goed mogelijk te leven en op te groeien.

Elk kind heeft recht op een eigen cultuur, taal en godsdienst, en om hierin zelf keuzes te maken. De ouders mogen hierbij helpen, maar niets opdringen.

Elk kind heeft recht op veiligheid en bescherming.

Elk kind heeft recht op goede gezondheidszorg.

Elk kind heeft recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap

Elk kind heeft recht op een eigen mening. Met die mening moet rekening gehouden worden. Bij een belangrijke beslissing die over het kind gaat, moet eerst zijn mening gevraagd worden.

Elk kind heeft recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak.

Elk kind heeft recht op onderwijs en informatie.

Elk kind heeft recht op een naam en een nationaliteit.

Elk kind heeft recht op bescherming tegen misbruik en uitbuiting.

2. Welke kinderrechten moeten in elke getuigenis verdedigd worden? Vul in:

WERKBLAADJE 2

HET LEVEN VAN KINDEREN

NAAM

DATUM

Vergelijk jouw leven met dat van kinderen die migreren en op de vlucht zijn.

Vul hieronder in wat de gelijkenissen zijn en wat de verschillen zijn.

Gelijkenissen

Verschillen

Situaties te gebruiken bij Werkblaadje 2

Situatie 1: Jan woonde met zijn zus in België. Hij ging graag naar school en had vele vrienden. Zijn papa heeft onlangs een goede job gekregen in Amerika. De hele familie is naar Amerika verhuisd. Jan gaat daar nu naar school en begint er ook vrienden te hebben.

Situatie2:In het dorpje van Kyaw waren er veel overstromingen de afgelopen weken. Dit bracht veel schade aan hun huis. Op dit moment is het huis zo hard beschadigd dat ze er niet meer kunnen wonen. Alles is kapot. Ze wonen bij vrienden en familie in afwach-ting dat hun huis hersteld zal worden.

Situatie3: Een meisje van 13 woont in Congo met haar familie. Het is er heel onveilig omdat gewapende mensen oorlog voeren en mensen ontvoeren. De ouders van het meisje kregen angst en wilden verhuizen naar een veiligere plaats. Na een lange en ver-moeiende reis zijn ze uiteindelijk in Europa beland. Sinds kort woont de hele familie in België.

Situatie 4:Door het aanhoudend conflict in Syrië, is Khaled met zijn papa gevlucht naar Duits-land. Ze zijn daar veilig aangekomen. De mama en de twee zusjes van Khaled zitten nog in Syrië, maar zullen binnen enkele dagen ook vertrekken naar Duitsland om zo allemaal terug samen te zijn.

Situatie 5 :Peter en An woonden jaren in Brussel. Ze waren daar heel gelukkig, hadden een mooi appartement en vele vrienden in de stad. Sinds de geboorte van hun twee kinderen is het appartement te klein. Ook hebben ze graag een mooie tuin voor de kinderen. Hierdoor zijn Peter en An onlangs naar het platteland verhuisd met hun twee kinderen. Ze hebben daar een grotere woning gevonden, met een tuin.

WERKBLAADJE 3NAAM

DATUM

OP DE VLUCHT!

RECHT(EN): schrijf op naar welke recht(en) je voorwerpen verwijzen.

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

Waarom koos je deze voorwerpen en dit recht/ deze rechten?_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

MIGRATIE IN BELGIË EN IN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO

1. Verbind de woorden met de juiste verklaring

2. In de Democratische Republiek Congo en in België zijn er vandaag vele vluchtelingen. Hoe goed ken jij deze landen? Je kan ook op internet of in de bibliotheek zoeken! Vul het kadertje in!

• Jongere onder de 18 die niet in zijn eigen land is en gescheiden is van zijn ouders

• Iemand die de asielinstanties om bescherming (= asiel) vraagt omdat het in het eigen land erg gevaarlijk is en die wacht tot zijn aanvraag behandeld is

• Iedereen die zich van een bepaald land naar een ander verplaatst en niet op de vlucht is voor oorlog of vervolging.

• Iemand die niet meer in zijn eigen land kan blijven omdat hij vervolgd wordt omwille van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging

Asielzoeker:

Migrant:

Vluchteling:

Niet-begeleide minder-jarige vreemdeling:

Democratische Republiek Congo België

Hoofdstad

Aantal inwoners

Oppervlakte

Bevolkingsdichtheid*

Continent

Vlag Kleur de vlag! Kleur de vlag!

Typisch gerecht

Taal/ talen

* Bevolkingsdichtheid: geeft het aantal personen weer dat woont op een bepaalde oppervlakte. Je kan het zo berekenen: je deelt het aantal inwoners door de oppervlakte van het gebied.

WERKBLAADJE 4NAAM

DATUM

3. Vandaag zijn er vele vluchtelingen die uit andere landen naar België komen. Toch zijn de Belgen zelf ook gevlucht tijdens de Eerste Wereldoorlog. Lees onderstaande tekst en beantwoord onderstaande vragen.

Naar school, zelfs in oorlogstijd? : Belgische kinderen lopen school ’14-’18

Bij de inval van de Duitse legers op 4 augustus 1914 zijn vele mensen in België gevlucht. Tussen augustus en oktober 1914 verlieten meer dan anderhalf miljoen Belgen het land. Ze gingen vooral naar Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland. Duizenden kinderen zijn ook op de vlucht geslaan.

Op 4 augustus 1914 was de grote vakantie pas begonnen. Toen het nieuwe schooljaar in september begon, was de toestand van de scholen en van het onderwijs zo slecht dat het be-gin van het schooljaar voortdurend werd uitgesteld, vaak tot in 1915. Dit kwam, onder meer, omdat veel scholen ingenomen waren door vluchtelingen of door het leger. Veel scholen werden ook als verblijfplaats voor soldaten gebruikt, of als tijdelijk ziekenhuis.. Gedurende de hele oorlog probeerden mensen om de kinderen toch zo normaal mogelijk naar school te laten gaan, al was dat niet gemakkelijk. Zo werden er schoolkolonies georganiseerd, zowel in België als in het buitenland (in Frankrijk en Zwitserland) om zo kinderen toch nog de kans te geven naar school te kunnen gaan.

1. Waar vond de Eerste Wereldoorlog plaats?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

2. Wanneer begon de oorlog en wanneer stopte de oorlog?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

3. Hoeveel Belgen sloegen er op de vlucht tijdens deze oorlog tussen augustus en oktober 1914?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

4. Naar waar vluchtten ze?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

5. Jullie lazen nu beschrijvingen van kinderen in WOI en in de oorlog in Syrië en Congo. Vergelijk de situatie van WOI met die van de oorlog in Syrië en Congo. Noteer enkele gelijkenissen en enkele verschillen.

Gelijkenissen:

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

Verschillen:

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

INTERPRETEREN VAN CIJFERS EN GRAFIEKEN

1. Bekijk de grafiek aandachtig.

Aantal eerste asielaanvragen in de EU, Januari 2014 - December 2015

WERKBLAADJE 5NAAM

DATUM

2. Los de vragen op:

1) Welke informatie vind je terug op de verticale as van de grafiek?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

2) Welke informatie vind je terug op de horizontale as van de grafiek?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

3) Wat betekenen de twee gekleurde lijnen? _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

4) In welk jaar waren er de meeste asielaanvragen?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

5) In 2014, in welke maand waren er de meeste asielaanvragen? En in 2015?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

6) Waarom denk je dat er die maand veel asielaanvragen zijn?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

7) Hoeveel asielaanvragen waren er in de maand van je verjaardag in 2014? En in 2015?

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

MIGRATIE EN VLUCHTROUTES UIT SYRIË EN DE DEMOCRATISCHE

REPUBLIEK CONGO1. Neem twee kleurpotloden. Gebruik 1 kleur om de route vanuit Congo naar België aan te duiden. Gebruik de andere om de route vanuit Syrië naar België aan te duiden.

Welke zeeën en landen doorkruisen ze? Vul het hieronder in!

LANDEN:

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

ZEEËN:

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

WERKBLAADJE 6NAAM

DATUM

2. Feit of mening? Zijn onderstaande zinnen een feit (F) of een mening (M)? Schrijf er een F of een M naast.

Een feit: wat echt zo is, wat gemeten, bewezen en nagegaan kan worden. Je kan ook geen andere mening hebben over een feit (Bv. We leven op de aarde).

Een mening: wat iemand over iets denkt.

1. Meer dan een miljoen vluchtelingen hebben in 2015 de Middellandse

zee overgestoken:

2. Ik vind pizza lekker:

3. Eén vluchteling op twee is een kind:

4. Deze tekening is niet mooi:

5. Brussel is de hoofdstad van België:

6. Het is moeilijk voor vluchtelingen om Nederlands te leren:

7. Parijs is mooier dan Brussel:

8. Jan is groter dan Tom:

9. De trui is veel te duur:

10. Dit boek kost 10 euro:

11. De meerderheid van de vluchtelingen bevindt zich

in ontwikkelingslanden:

© UNICEF/NYHQ2012-0147/Sokol

• Een interactief spel over kinderrechten in de wereld• Informatie voor spreekbeurten• Een uitbreiding op het nieuw kinderrechtenspel

De UNICEF Kids website werd speciaal ontworpen voor kinderen. Je leerlingen ontdekken hier een schat aan informatie en uitleg op maat over kinderrechten wereldwijd.

Op de site vind je themafi ches, informatie, spelen en oefeningen, en onder de rubriek “neem deel” kan je eigen projecten in de kijker zetten.

De UNICEF Kids website is zo ontworpen dat leerlingen er eenvoudig en snel hun weg vinden, met informatie voor een spreekbeurt in de klas, een tentoonstelling op school of om leeftijds-genoten te sensibiliseren voor respect voor kinderrechten bij ons en wereldwijd!

ONTDEK ONZE UNICEF KIDS WEBSITE OP WWW.UNICEF.BE/KIDS !

Ontdek samen met jouw leerlingen de Kids website! www.unicef.be/kids

Op zoek naar interessante fi lmpjes over kinderrechten : www.youtube.com/UNICEFbeKIDS

Info ONTDEK NEEM DEEL

www.unicef.be/leerkrachtenRedactie: Anneleen Van Kelecom en Marie D’Haese©UNICEF2016D2016/5606/04

Ver.

Uit

gev

er: U

NIC

EF

Bel

gië

, Oliv

ier

Mar

qu

et, K

eize

rin

laan

66,

100

0 B

russ

el

WAT IS VIRTUELE WERKELIJKHEID?

Virtuele werkelijkheid (in het Engels « Virtual Reality ») is een technologie waarbij je fi lmpjes kunt bekijken op een heel levens-echte manier. Door een speciale bril op te zetten, sta je als het ware in het fi lmpje en kun je je ronddraaien, bukken, wandelen waarbij het beeld verandert zoals dat ook in het echte leven zou doen. Zo ervaar je de wereld van in het fi lmpje veel intenser, alsof je het zelf meemaakt. WAT IS EEN CARDBOARD BOX?

De echte Virtual Reality brillen zijn erg duur, maar gelukkig kan je met een cardboard box ook zelf een Virtual Reality bril uit karton vouwen. Daarna hoef je alleen nog maar je smartphone in de kartonnen bril te steken en je kunt er virtuele werkelijkheid-fi lmpjes mee bekijken! WAT HEEFT VIRTUELE WERKELIJKHEID MET UNICEF TE MAKEN?

UNICEF zet zich in voor kinderen die zich wereldwijd in moeilijke omstandigheden bevinden en heeft in 156 landen programma’s om kinderen te helpen op gebied van onder-wijs, gezondheid, gezonde voeding enz. Om aan te tonen hoe belangrijk die programma’s zijn en hoe hard de kinderen hulp nodig hebben, heeft UNICEF een Virtual Reality fi lmpje gemaakt over het leven van Sidra, een meisje dat leeft in het vluchtelingenkamp Za’atari in Jordanië. We hopen dat men-sen door het bekijken van dat fi lmpje zullen beseffen hoe be-langrijk het is om UNICEF te steunen zodat alle kinderen zoals Sidra geholpen kunnen worden. HOE KAN JIJ HELPEN?

Door een UNICEF cardboard box te kopen. Met de opbrengst steun je de programma’s van UNICEF voor kinderen wereldwijd én je hebt meteen je eigen Virtual Reality bril waarmee je álle virtuele werkelijkheid-fi lmpjes kunt bekijken! Meer weten? Stuur ons een mailtje op [email protected] of surf naar www.unicef.be!

KEN JIJ DE VIRTUELE WERKELIJKHEID VAN UNICEF AL?ALLES WAT JE MOET WETEN IN 4 VRAGEN & ANTWOORDEN!

We willen graag Marie-Eve Joret, Maud Dominicy, Charlotte Van den Abeele en Bart Tierens bedanken voor hun bijdrage aan deze lesmap.