Lesidee beeld: portret met patronen Geïnspireerd op:

Bronnen:

https://www.pinterest.com/pin/571886852656437040/ , geraadpleegd op 29 november 2016.

The design web, http://thedesignweb.com.au/art-with-kids/ , gerradpleegd op 29 november 2016.

K. Crul, Zeppelin. Didactiek voor muzische vorming, pg. 226-228, Uitgeverij Pelckmans, 2013. Leeftijd: tweede en derde graad Bouwstenen:

- Kleur - Vorm - Compositie

Beginsituatie: - De lln zijn vertrouwd met het begrip patroon en kunnen verschillende soorten patronen

herkennen. - De lln hebben al meerdere malen in groep aan 1 werk gewerkt.

Lesdoelen: - De llln kunnen een patroon maken. - De lln maken gebruik van verschillende vormen en kleuren om een patroon te maken.

Leerplandoelen: Het beeldaspect ‘compositie’ ervaren en toepassen:

- Een patroon vormen door herhaling (MUVO Beeldopvoeding 14.3)

- Lijn, vorm en kleurcontrast toepassen (MUVO Beeldopvoeding 14.4) Klasschikking: De lln zitten per 4 aan een tafel. In het midden van de tafel staat allerlei tekenmateriaal. Materiaal:

- Wit papier en gekleurd papier in A4 formaat - Kleurpotloden, stiften, houtskool, pastelkrijtjes, verf, penselen, sponsjes, kurken, ... - Grote vellen papier (A1 of minstens A2) - Textielverf en textielstiften.. - Witte T-shirts (1 per ll) - Allerlei accessoires: sjaal, bollenketting, bril, das, pruik, knuffelbeer,... - Fototoestel

Instap 5’ Lk toont een aantal werken van Kusama en vraagt lln wat ze hierin zien. Dan vraagt ze of ze patronen kunnen ontdekken in deze werken.

Experimenteren 70 Een patroon maken met bestaande vormen 15’

- De lln zitten per 4 rond een tafel en hebben elk een A4 blad. De lk vraagt de lln om 3 eenvoudige zwarte vormen op het blad te tekenen met een materiaal naar keuze. Ze kunnen zich daarbij laten eventueel laten inspireren door de getoonde werken. Daarna schuiven ze door in wijzerszin en tekenen 3 zwarte figuren op het volgende blad. Ze werken hierbij verder met het materiaal waarmee de tekening begonnen is. De bedoeling is dat ze een patroon vormen. Er wordt drie keer doorgeschoven zodat elke ll op elk blad getekend heeft. Als ze klaar zijn kunnen ze de patronen van de andere groepenbekijken.

- De lln zitten per 4 rond een tafel met een nieuw A4 blad. Nu vraagt de lk om drie eenvoudige figuren te tekenen in kleur. Dit mag in één dezelfde of verschillende kleuren zijn. Ze kunnen hierbij gebruik maken van verschillende materialen (kleurpotloden, stiften,

pastelkrijtjes, verf, penselen, kurken, sponsjes, ...). wanneer ze drie vormen getekend hebben schuiven ze een plaats naar links en tekenen drie figuren bij op het blad van hun buur. Ze werken steeds verder in het materiaal waarmee de tekening begonnen is. De bedoeling is ook hier om een patroon te maken. Het patroon kan in de afwisseling van de vormen of de afwisseling van de kleuren of beide zitten. Er wordt drie keer doorgeschoven zodat iedere ll op elk blad gewerkt heeft . Ze kunnen variëren in vorm, kleur en grootte. Als ze klaar zijn kunnen ze de patronen van de andere groepen bekijken.

Een eigen patroon maken 30 + 25’ - De lln ontwerpen per tafel (groepjes van 4)een eigen patroon (zwart/wit of met verschillende

kleuren op een papier van A1 of A2-formaat. Ze kleuren dit in met een materiaal naar keuze. Bedoeling is dat het patroon over het hele blad verspreid is (het hele blad moet gevuld worden).

- De lln maken nu een gelijkaardig patroon of een patroon dat hierbij past/ contrasteert op een wit T-shirt met textielverf of textielstiften.

Vormgeving 25’ In een volgende les (of na de pauzeç trekken de lln hun T-shirt aan en kiezen een accessoire. Ze poseren met hun accessoire voor hun patroon (dat dient als achtergrond). Een andere ll maakt hier een foto van. De foto’s kunnen worden uitgeprint of er kan ook digitaal een collage mee worden gemaakt. Mogelijk eindresultaat: