Lesgeven of doorwerken tot je 67e. Waanbeeld of werkelijkheid?

2
Lesgeven tot je 67 e 7 7 Waanbeeld of werkelijkheid? Het werk in het onderwijs is veeleisend. Honderd procent doorwerken tot je 67 e is een “idée-fixe”, vindt Jan Put, rector van de Katholieke Scholengemeenschap Marianum in Lichtenvoorde. ‘We hebben nieuwe, creatieve ideeën nodig om onderwijzend personeel geleidelijk naar hun pensioen toe te laten groeien. Want zonder FPU, BAPO, spaarloon of een flinke spaarrekening wordt het straks onbetaalbaar om eerder te stoppen met werken.’ Zowel in het primair als voortgezet onderwijs gaan werkne- mers steeds later met pensioen. Kon je als leerkracht begin jaren negentig nog met een mooie DOP-regeling afzwaaien op je 57e; nu ziet het plaatje er heel anders uit. De AOW- leeftijd schuift steeds verder op, want we worden steeds ouder. Samen met tegenvallende pensioenuitkeringen zorgt het ervoor dat we langer moeten doorwerken. Maar hoe lang kun je eigenlijk nog fit voor de klas staan? ‘Ik kan alleen voor mezelf spreken. Heel lang, zolang je plezier hebt in je werk’, zegt Sjak Beugels (63 jaar). Beugels is begin 2013 met pensioen gegaan. Hij was bijna 25 jaar directeur van één van de acht basisscholen van stichting Triade. Na een burn-out besloot hij de laatste negen jaar van zijn loopbaan zijn werk als leerkracht weer op te pakken, bij een andere school bin- nen de groep. Beugels: ‘Ik heb zelf actief meegedacht hoe ik dat op een passende manier kon doen. De laatste jaren heb ik bijvoorbeeld vooral met jongere kinderen gewerkt. Ik merkte dat ik de aansluiting met de leefwereld van oudere kinderen toch wat aan het verliezen was. Bijvoorbeeld op het gebied van muziek. Jongere leerkrachten kunnen dat – denk ik – makkelijker.’ k 1 | PORAAD

description

Doorwerken tot je 67e, ook leraren ontkomen daar niet aan. Maar hoe lang kan je eigenlijk fit voor de klas staan? Het artikel 'Lesgeven tot je 67e. Waanbeeld of werkelijkheid' gaat in op die vraag en geeft inzichten in de mogelijkheden die er zijn om toch eerder met pensioen te gaan.

Transcript of Lesgeven of doorwerken tot je 67e. Waanbeeld of werkelijkheid?

Page 1: Lesgeven of doorwerken tot je 67e. Waanbeeld of werkelijkheid?

Lesgeven tot je 67eLesgeven tot je 67eLesgeven tot je 67Waanbeeld of werkelijkheid?Het werk in het onderwijs is veeleisend. Honderd procent doorwerken tot je 67e is een “idée-fixe”, vindt Jan Put, rector van de Katholieke Scholengemeenschap Marianum in Lichtenvoorde. ‘We hebben nieuwe, creatieve ideeën nodig om onderwijzend personeel geleidelijk naar hun pensioen toe te la ten groeien. Want zonder FPU, BAPO, spaarloon of een flinke spaarrekening wordt het straks onbetaalbaar om eerder te stoppen met werken.’

Zowel in het primair als voortgezet onderwijs gaan werkne-mers steeds later met pensioen. Kon je als leerkracht begin jaren negentig nog met een mooie DOP-regeling afzwaaien op je 57e; nu ziet het plaatje er heel anders uit. De AOW-leeftijd schuift steeds verder op, want we worden steeds ouder. Samen met tegenvallende pensioenuitkeringen zorgt het ervoor dat we langer moeten doorwerken. Maar hoe lang kun je eigenlijk nog fit voor de klas staan? ‘Ik kan alleen voor mezelf spreken. Heel lang, zolang je plezier hebt in je werk’, zegt Sjak Beugels (63 jaar). Beugels is begin 2013 met pensioen gegaan. Hij was bijna 25 jaar directeur van één van de acht basisscholen van stichting Triade. Na een burn-out besloot hij de laatste negen jaar van zijn loopbaan zijn werk als leerkracht weer op te pakken, bij een andere school bin-nen de groep. Beugels: ‘Ik heb zelf actief meegedacht hoe ik dat op een passende manier kon doen. De laatste jaren heb ik bijvoorbeeld vooral met jongere kinderen gewerkt. Ik merkte dat ik de aansluiting met de leefwereld van oudere kinderen toch wat aan het verliezen was. Bijvoorbeeld op het gebied van muziek. Jongere leerkrachten kunnen dat – denk ik – makkelijker.’ k

1 � PORAAD

Page 2: Lesgeven of doorwerken tot je 67e. Waanbeeld of werkelijkheid?

Herbert Hoedemakers is algemeen directeur van het onder-wijs servicebureau van Triade: ‘Sjak ging begin 2013 halver-wege het schooljaar met pensioen. Wij streven als school naar continuïteit in de bezetting; samen hebben we dus een oplos-sing bedacht. Sjak is dat schooljaar meer gaan remediëren. Ook hebben we met hem afgesproken dat hij het laatste half jaar minder zou werken, waardoor hij na zijn pensionering nog een jaar zijn rol als secretaris van GMR zou blijven vervul-len. Dat was voor ons prettig, want voor die taak stonden de opvolgers niet in de rij.’ Prima regeling, vindt ook Beugels. ‘Ik vond het ideaal om zo af te bouwen.’

Mooie constructiesHerbert Hoedemakers is niet alleen algemeen directeur bij Triade, maar participeert ook in het ontwerpteam Pensioenen van de PO-Raad. Hoedemakers: ‘Werkgevers en werknemers praten in de Pensioenkamer over een pensioenregeling, daar komt een premie uit en dat was het. Ik vraag me wel eens af: moeten werkgevers niet meer verantwoordelijkheid nemen voor hun pensioenregeling en de mogelijkheden die er zijn om collectieve of individuele afspraken te maken? Ze zijn zich maar weinig bewust van de pensioenproblematiek.’ Beugels herkent dat ook bij zijn collega’s: ‘Ik ben altijd zeer geïnte-resseerd geweest in mijn pensioen, ook toen ik jong was. Ik wist altijd wel hoe hoog de uitkering zou zijn in verschil-lende situaties, bijvoorbeeld wat mijn vrouw zou krijgen als ik zou overlijden. Daarnaast zijn er allerlei mooie constructies mogelijk met je pensioen die maar weinig mensen kennen. Je kunt je nabestaandenpensioen bijvoorbeeld doorschuiven naar je ouderdomspensioen. Dus als mijn vrouw afziet van nabestaandenpensioen, dan wordt haar uitkering hoger. Dat is best een interessante optie, want statistisch gezien is de kans immers heel wat groter dat ik eerder overlijdt. Een ander voorbeeld is de hoog-laagconstructie waarmee je een deel van je pensioen vòòr je 65e opneemt.’ Hoedemakers knikt: ‘Eigenlijk zouden we op de salarisspecificatie veel duidelijker moeten vermelden welk bedrag er elke maand naar het pen-sioenfonds gaat. Niet alleen het werknemersdeel, maar ook wat de werkgever betaalt. Misschien zou dat mensen kriti-scher maken.’ Beugels vult aan: ‘Ja, en wat meer concurrentie helpt wellicht ook, net als bij je zorgverzekering.’

Veel onzekerheidBij de Triade basisscholen werken 180 mensen. De gemid-delde leeftijd is ongeveer 45 jaar en een flink aantal docen-ten is rond de 60 jaar. ‘Door de verhoogde AOW-leeftijd gaan medewerkers steeds later met pensioen’, vertelt Hoedemakers. ‘Maar doordat minder leerlingen instromen, heeft Triade minder leerkrachten nodig en wordt de instroom van jong personeel geblokkeerd. Ik ben dus met een aantal oudere werknemers in gesprek over eerder met pensioen gaan. Triade kan dan als werkgever een extra bijdrage leveren door bijvoorbeeld een bijstorting in het pensioen.’ Ook bij

KSG Marianum van rector Jan Put zit een groot deel van de 260 personeelsleden in de herfst van hun carrière. Jan Put: ‘Ik zie ook dat onze medewerkers gemiddeld later met pensioen gaan. Concreet ben ik nu met zeven medewerkers in gesprek over het vervroegen van hun pensioendatum. Door de dalen-de leerlingenpopulatie heb ik daar ook best wat geld voor over. Ik merk wel veel onzekerheid bij oudere werknemers over het opschuiven van de AOW-leeftijd. Het zou prettig zijn als snel duidelijk is hoe ABP de pensioenregeling precies aanpast aan die nieuwe leeftijd.’

Peter Müller (60 jaar) beaamt dat. De docent Duits van het Marianum heeft in zeven jaar tijd 210% van zijn jaarsalaris bijeen gespaard via de levensloopregeling en wil dat inzet-ten om eerder te stoppen met werken. Hij is met Jan Put in gesprek om niet drie jaar, maar vier jaar eerder te stoppen. Müller: ‘Ik doe mijn werk nog steeds met veel plezier, maar ik kijk ook uit naar meer vrije tijd. Ik doe veel vrijwilligerswerk; het zou fijn zijn daar meer tijd voor te hebben. Er is inderdaad nog veel onduidelijk over de AOW-datum en de wijze waarop het ABP de pensioenregeling aan de nieuwe AOW-regeling aanpast, maar ik heb ook lijfrentepolissen die rond mijn 65e vrijkomen. Ik maak me dus financieel niet al teveel zorgen.’

Tandje erbijVia een Meerjarenformatieplanning houdt Marianum de for-matieve vinger aan de pols. In deze planning kijkt de school vijf jaar vooruit. Ze baseert zich daarbij op ervaringscijfers en op informatie dat het personeel jaarlijks via een enquête doorgeeft. Put: ‘Werknemers boven de 55 jaar vullen in wat hun verwachte pensioendatum is. Die datum schuift steeds verder op, merk ik. Nu is er de BAPO nog om af te bouwen, ik denk dat straks het deeltijdpensioen een vlucht gaat nemen. Maar dat moet je wel kunnen betalen.’ Het werk in het onderwijs is veeleisend. Het ziekteverzuimpercentage ligt al jarenlang fors boven het landelijk gemiddelde. ‘Honderd pro-cent doorwerken tot je 67e zie ik maar heel weinigen doen. Ik voorzie straks een groter beroep op de ziekte- of afkeu-ringsregelingen. Dat is natuurlijk niet wat we willen. De bege-leiding en ondersteuning van oudere werknemers kan nog wel een tandje erbij gebruiken. Er moeten nieuwe, creatieve ideeën komen om medewerkers geleidelijk naar hun pensi-oen toe te laten groeien. Uitgangspunt daarbij is dat we de honderd procent werkdruk kunnen verlichten. Door slimme, financiële regelingen; misschien niet zo vorstelijk als nu, want dat is onbetaalbaar. We kunnen bijvoorbeeld ook oudere docenten vrijmaken om jonge docenten te coachen. Of de ervaring van docenten in de leeftijd tussen de 63 en 67 jaar gebruiken om de onderwijsleerprocessen verder te ontwik-kelen. We zullen als sector wel iets moeten bedenken. Wij zijn als werkgevers eigenrisicodrager voor de ziektewet; de wal gaat het schip keren.’ ■

‘Moeten werkgevers niet meer verantwoordelijkheid nemen voor hun pensioenregeling?’

‘Er zijn allerlei mooie constructies mogelijk met je pensioen die maar weinig mensen kennen.’

2 � PORAAD