Campus HeverleeHertogstraat 1783001 HeverleeTel. 016 375600www.khleuven.be

LESONTWERPALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

Naam .

Reeks en vakkencombinatie :

School: HHH Vak: AardrijkskundeOnderwijsvorm: ASO Onderwerp: ToerismeRichting:Klas: Vakmentor: Mevr. VerstappenLesuur: Aantal lln:.Datum: Aantal PC’s: Les gegeven door

BeginsituatieLeerlingen kennen al heel wat van toerisme, zoals op reis gaan, vervoersmiddelen, bepaalde aantrekkingsfactoren (strand, zee…) door eigen ervaringen.Leerlingen kunnen thematische kaarten opzoeken in de atlas.

VERANTWOORDINGSituering in de eindtermen (relevante vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen):ET 34 een toeristisch en recreatief landschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een toeristisch landschap elders.ET 35 effecten van toerisme en recreatie op het milieu, landschap en de economie verwoorden.ET 36 leren als toerist en recreant respect op te brengen voor het milieu.ET 4 Op werkkaarten van België en andere bestudeerde gebieden diverse landschapscomponenten benoemen zijnde toeristische streken en centra en belangrijke steden.

Situering in het leerplan4.11 toeristische landschappenDoelen:1.1 vanuit beeldmateriaal de toeristische regio’s in Europa vaststellen en indelen in vormen van

toerisme op basis van overheersende factoren.1.2 (u) de belangrijke toeristische iconen van Europa herkennen en met ene land, regio of stad

verbinden.2 De waargenomen toeristische regio’s en de verschillende vormen van toerisme op een thematische

kaart toerisme van Europa situeren.3 Voor 1 toeristische regio in Europa het verband zoeken tussen de toeristische bestemming en de

natuurlijke en of menselijke aantrekkingsfactoren.

ALGEMEEN LESDOELDe lln kunnen de verschillende vormen van toerisme aanduiden, benoemen en hun voornaamste kenmerken geven adhv een foto en deze vormen aanduiden op een thematische kaart van Europa.Lln beseffen de impact (Co2) van toerismetransport op het milieu.

Schoolagenda (leerling)Toerisme in Europa, wb p85-89 en 96-97

1

Gebruikte bronnen bij het lesontwerp (door de student/stagiair)Geogenie, de boeck, 2010, 152pWerkbladen HHH p85-89 96-97

Gebruikte leermedia (door de leerling) vb. handboek, werkbladen, foto’s, …Indien er met werkbladen gewerkt wordt: ingevulde werkbladen toevoegen als bijlage bij dit lesontwerpformulier.

Werkbladen toerisme p85-89 en 96-97Atlas (K42 C)

Gebruikte onderwijsmedia (door de lesgever)Eventuele transparanten en powerpointpresentaties:zwart/wit print toevoegen als bijlage (powerpoint: 6 dia’s/blad).

PPT toerismeAtlasWerkblaadjespc

2

3

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen KRACHTIGE LEEROMGEVINGLesfasen& timing

Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

De lln kunnen een eigen voorbeeld geven (c4)

InstapfaseMotivatiefase

2min

Lkr vraagt: Als je deze afbeelding ziet, waar

denkt je dan aan? Dit is in Spanje aan de Costa Brava,

wie is hier al geweest? Wie is al elders in Spanje geweest?

Naar waar zijn jullie verder al op reis zijn geweest?

Wat doen jullie in je vrije tijd, bijvoorbeeld als het grote vakantie is en je niet op reis bent?

Probleemstelling: Er is veel toerisme in Europa, maar welke vormen van toerisme zijn er en waar word welke vorm toegepast? Welke effecten heeft toerisme op het milieu?

Agenda: Toerisme in Europa, wb p85-89 & 96-97Lln vullen de agenda in.

Lkr vraagt aan de lln om vraag 1 in te vullen, dit hebben we net klassikaal al gedaan.

PPT dia 1

De lln kunnen in eigen woorden het verschil uitleggen tussen recreatie en toerisme (c3)

Lesfase 1:Les 1

2min

DuowerkLkr zegt:- Als je denkt aan recreatie en toerisme, wat zou het verschil kunnen zijn denkt je? Heeft het iets te maken met afstand van je woonplaats, of de vorm van vrijetijdsbesteding?- De eerste foto die jullie zagen was aan de Costa Brava in Spanje, dit is meer dan 40km van je woonplaats af en noemt dus toerisme, de Halve Maan in Diest is minder dan 40km van je woonplaats en is dus recreactie.Lkr zegt:- Jullie gaan de opdracht met de tabel maken op p85. Jullie mogen dit per twee doen, je krijgt hiervoor

PPT dia 3,4

PPT dia 5

1. VrijetijdsbestedingenRecreatie: een vrijetijdsbesteding binnen een straal van 40km van de woonplaatsToerisme: een vrijetijdsbesteding buiten een straal van 40km van de woonplaats

Besluit: een toeristisch landschap is een cultuurlandschap dat gekenmerkt wordt door volgende elementen: historische gebouwen, musea, pretparken, fauna en flora, zon, zee en strand.

4

Kleine overgangsfase

2min.

Uiteraard zijn er nog veel plaatsen waar toerisme is maar hoe herken je die? Toeristische landschappen hebben kenmerkende landschapselementen die we nu gaan bestuderen

Duowerk.Lkr zegt:- Kijk nu eens naar de toeristische landschappen op p95 en 86. Welke elementen vind je die kenmerkend zijn voor een cultuurlandschap. Je mag dit snel per twee doen.Klassikale verbetering.

overgangsfase

Nudat we het verschil weten tussen toerisme en recreatie, kunnen we dieper ingaan op toerisme en de verschillende vormen van toerisme gaan onderscheiden

De lln kennen de verschillende factoren en kunnen voorbeelden geven. (c3)

Lesfase 2:Les 2

10min

OLG

Lkr zegt:- Op de PPT zien jullie afbeeldingen, Jullie moeten de landschapselementen opsommen die je ziet. En daarna ook een vorm van toerisme toekennen aan de afbeelding.- Besluit na eerste afbeelding.Lkr leest besluit voor en vraagt lln om onderscheid te maken tussen natuurlijke en menselijke factoren.- Nu gaan we de rest van de afbeeldingen analyseren.

DuowerkWe gaan dit nog eens extra herhalen maar nu doen jullie het per twee. Op p88 zien jullie afbeeldingen, geef aan welke vormen van toerisme te zien is op de afbeeldingen.Klassikale verb

PPT dia 9-13

PPT dia 14

2. Vormen van toerismeBotrange: NatuurtoerismeRosas: kusttoerismeAlpe-d’Huez: WintersporttoerismeFirenze:CultuurtoerismeBiddinghuizen: Pretparktoerisme

Landschapselementen trekken veel toeristen aan en vormen zo aantrekkingsfactoren voor deze plaats.Aantrekkingsfactoren zijn dus redenen die de keuze van de toeristische bestemming bepalen.We kunnen ze opsplitsen in natuurlijke en menselijke aantrekkingsfactoren.

A. KusttoerismeB. WintersporttoerismeC. PretparktoerismeD. CultuurtoerismeE. Natuurtoerisme

overgangsfase

We hebben gezien dat er verschillende vormen van toerismezijn, en we gaan deze nu situeren op een thematische kaart.

5

De leerlingen kunnen de verschillende toerismegebieden aanduiden op de kaart (c4)

Lesfase 3:Les 3

15min

OLGLkr zegt:- We gaan nu samen de kaart inkleuren op p89. Gebruik indien nodig je atlas. Welke kaart? (42)- Kusttoerisme kleur je rood, natuur- en wintersporttoerisme kleur je groen.- welke twee cultuursteden kan je aanduiden?- welk pretpark is het belangrijkste van Europa? En waar ligt dit?

Groepswerk- Nu gaan we de toeristische iconen van Europa benoemen.Lkr verdeelt klas in 3 rijen, elke rij doet twee iconen.- Iedereen gaat 2 iconen opzoeken. Indien er vragen zijn steek je je hand op en dan kom ik. Je krijgt hiervoor 2min.

Atlas K42PPT dia 16 - 18

3. Thematische kaart “toerisme in Europa”

Kusttoerisme roodWintersport- en natuurtoerisme groen

Cultuursteden: Parijs Londen Rome Berlijn Madrid, …

Disneyland Resort Paris in Parijs is het belangrijkste pretpark van Europa.

Foto 1: Nr 1, GeiserFoto 2: Nr 6, Grachten van AmsterdamFoto 3: Nr 5, London EyeFoto 4: Nr 2, Kleine zeemeerminFoto 5: Nr 3, Toren van PisaFoto 6: Nr 4, De Matterhorn

overgangsfase

Toerisme en op reis gaan is altijd zeer leuk, maar het er zijn niet altijd volop voordelen toerisme. Er zijn ook nadelen vooral voor de landen die veel toeristen ontvangen, dit gaan we nu een beetje uitgebreider bekijken.

De leerlingen kunnen de verschillende toerismegebieden aanduiden op de kaart (c4)

Lesfase 4:Les 6

15min

Duowerk. (economisch)Lkr zegt:- Zoek een kaart in de atlas waarop je de binnenkomende toeristen en inkomsten uit het toerisme kan op vinden voor Europa.- Welke kaart? (kaart tonen aan klas met ppt)- Los dan de drie vraagjes op adhv de atlas, dit mag per twee indien er stilte is. Je krijgt hier 2min voor.Klassikale verb- We hebben net gezien waar het meeste toerisme voorkomt.- Lkr duid lln aan en vraagt om het besluit voor te lezen.

OLG (economisch)Lkr zegt:- Op de twee onderstaande foto’s zie je heel wat elementen, wie kan er mij enkele geven?- Dus je ziet veel mensen op eenzelfde plaats op eenzelfde tijdstip, dit noemt men massatoerisme.

WB p96-97PPT dia 20Atlas K42C

PPT dia 21

6. Effecten van het toerisme

6.1 EconomischDe toeristische sector is in de Zuid-Europese landen de belangrijkste bron van inkomsten.

Toerisme waarbij veel mensen op eenzelfde plaats op eenzelfde tijdstip verblijven, heet massatoerisme.

6

- Lkr duid lln aan en vraagt om het besluit voor te lezen.

OLG. (ecologisch)Lkr zegt:- We gaan via de site van compenCO2 eens kijken welk het milieuvriendelijkste en welke het minst milieuvriendelijkste vervoersmiddel is.Welk is het milieuvriendelijkst en het minst milieuvriendelijkst?- jullie zien een tabel met de vervoermiddelen gebruikt door Belgen. Welke twee worden het vaakst gebruikt?

PPT dia 22 6.2 EcologischHet minst milieuvriendelijke vervoermiddel is de wagen, het milieuvriendelijkst is de touringcar.

Belgen gebruiken het vaakst de wagen en het vliegtuig.

7

BORDSCHEMA

links Midden rechtsAgenda:Toerisme in Europa, wb p85-89 en 96-97

Toerisme (op PPT)• Vrijdetijdsbestedingen

– Vormen van vrijetijdsbesteding– Toeristische landschappen

• Vormen van toerisme• Thematische kaart “toerisme in

Europa”• Effecten van het toerisme

– Economisch– Ecologisch

LOKAAL

voor zover afwijkend van normale schikking