Les Conceptuele Kunst

download Les Conceptuele Kunst

of 13

description

Esthetica Les rond Conceptuele Kunst

Transcript of Les Conceptuele Kunst

LesfasenLeerinhoudenWerkvormenLeermiddelen

A. InstapDe Egyptische Revolutie uit 2011 was een opstand van de jongeren, van de Facebook-generatie. De beelden die werden verspreid, ademen een sfeer van revolutie, vooruitgang, verandering en vernieuwing uit. De opstandelingen wilden vooral een stem krijgen, zonder daarvoor noodzakelijk gewelddadig op te treden.

Wat we zagen bij de mensen in de straten van Egypte, hebben we eigenlijk ook gezien op het einde van de jaren 60. Hebben jullie ooit gehoord van mei 68? Ook hier zagen we dat de jongere generatie in opstand kwam tegen de traditionele waarden van de oudere generatie. Het zijn de jaren waarin de jongeren in opstand komen en vredevol protesteren tegen de oorlog die Amerika voerde in Vietnam. Vanuit de gedachte van love and peace gaat men in actie komen. De studenten in Leuven komen op straat: ze willen een universiteit in hun eigen taal. Er werden acties georganiseerd tegen kernenergie. Ook de vrouw zou haar posities verbeteren (cfr. de aflevering van de televisiereeks Mad Men). Zo waren er de gekende Dolle Minas, die met acties de straat opgingen tegen de onderdrukking van de vrouw. Heel bekend zijn hun luidruchtige acties waarbij ze massaal op straat komen en hun bhs verbrandden of verkleed waren als zaadcellen. Ze hadden ook de bekende actie Baas in eigen buik, waarmee ze ijverden voor het gebruik van anticonceptie en het recht op abortus (zelfbeschikkingsrecht wanneer het aankomt op eigen seksualiteit). Het was een nieuwe generatie die de oorlog niet meer had meegemaakt. Er groeide een kloof tussen de mensen die de oorlog nog hadden meegemaakt en een nieuwe generatie.

Het jonge publiek wordt enorm mondig, niet door Facebook, dat bestond uiteraard nog niet, maar wel nieuwe media: opkomst van de jongerenzenders. Dit verschil kan je ook merken aan de kledij. Men ging van het strakke maatpak naar de nieuwe generatie in parka, jeans, lange haren. Naast het streven naar gelijkheid en vrijheid. Toch zal men naargelang de jaren 70 evolueren steeds meer en meer naar bezinning en individualisme gaan streven. Men was dus anti-autoritair. Een bekende tegenbeweging uit deze jaren is het ecologisch denken: Terug naar de natuur is de slogan, en in 1969 wordt Greenpeace opgericht en worden de eerste autoloze zondagen georganiseerd.

Klasgesprek:- Welke sfeer stralen de beelden van de Egyptische Revolutie uit?Prezi/PowerPoint

B. Inleiding jaren 70Men gaat op de barricaden staan en dat gaat men ook in de kunsten doen. De kunstenaars protesteren tegen de traditionele instellingen: de musea en de kunstmarkt, de kunstacademies die de jonge kunst uitsloten. Bovendien zeiden ze dat kunst elitair geworden was: kunst was slechts voor een kleine groep ingewijden die hoog opgeleid waren. Kunstenaars komen in opstand en eisen hun plaats in het museum. Wanneer ze niet terechtkunnen in de musea gaan ze met hun kunst ver buiten de muren van het museum.

Een Belgische kunstenaar die in opstand kwam is Marcel Broodthaers. In 1968 bezetten kunstenaars uit Vlaanderen en Walloni de centrale hal van het museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Marcel Broodthaers behoorde tot n van de initiatiefnemers. De bezetting zou drie dagen duren, maar het werden drie maanden. De Antwerpse kunstenaars verenigden zich in de Vrije Aktie Groep Antwerpen (VAGA) en ze eisten meer inspraak en meer aandacht voor de actuele kunst in de officile instellingen. Na twee weken hield Broodthaers het al voor bekeken. Hij zag door het bos de bomen niet meer en verkoos een persoonlijke actie. Hij opende in zijn huis zijn eigen Muse dArt Moderne, Dpartement des Aigles, Section XIXme Sicle. De acties van de kunstenaars leidden tot het oprichten van een afdeling voor hedendaagse kunst in het museum voor Schone Kunsten in Antwerpen.

In de jaren 60 kende men de Pop Art (anonieme massaproductie, herkenbare elementen). In de jaren 70 zien we de doorbraak van de conceptuele kunst. Een kunstwerk dat de woelige sfeer van de jaren 70 goed weergeeft, zijn de Date Paintings van On Kawara.

Onderwijsleergesprek, doceren:- Tegen wat protesteren de kunstenaars in de jaren 70?Prezi/PowerPoint

C. Inleiding conceptuele kunstDe leerlingen komen vooraan in de klas rond een tafel met verschillende objecten staan, waar de leerkracht zichzelf via een conceptueel kunstwerk (een voorwerp) voorstelt. Er wordt ook aan de leerlingen gevraagd om even kort zichzelf voor te stellen aan de hand van een bepaald voorwerp. Ze nemen bv. een balpen als voorwerp en geven dit door aan hun buur. De leerling die dit krijgt moet zichzelf voorstellen aan de hand van het voorwerp. Zo leren iedereen elkaar ook beter kennen. In de volgende lesfase wordt het doel van deze oefening besproken.

OefeningPrezi/PowerPoint

willekeurige voorwerpen

D. Bespreking conceptuele kunst

a) Joseph Kosuth

b) On Kawara

c) Panamarenko

d) Joseph Beuys

a) Wat de leerlingen tijdens de oefening hebben gedaan, is een concept verbinden aan een bepaald voorwerp. Eigenlijk hadden de leerlingen de oefening kunnen uitvoeren met eender welk voorwerp: het idee dat achter het voorwerp zit, is het belangrijkst.

Conceptuele kunst vindt zoals de naam zegt het concept of het idee belangrijker dan de vorm waarin het kunstwerk is uitgevoerd. Dit is een eerste definitie van conceptuele kunst. Het bedenken van een kunstwerk is belangrijker dan de uitvoering ervan. In het minimalisme beperkte men zich al heel erg in vormen, nu gaat men eigenlijk nog een stapje verder. Men heeft zelfs geen vorm meer nodig: het idee is het belangrijkste. Er zijn verschillende kunstenaars die zich gaan beperken tot de eerste fase waarin een kunstwerk zich bevindt.

Het denkproces dat achter het kunstwerk zit is belangrijker dan de materile vorm. Van zodra de kunstenaar eenmaal een idee in zijn hoofd heeft, is het werk zo goed als klaar. Eigenlijk was dit ook al bij eerdere kunstenaars het geval, zoals Marcel Duchamp (Fountain!). Zo besliste hij halverwege zijn carrire om zijn kunstwerken enkel nog in zijn hoofd uit te werken, vanaf dat moment is hij dus een echte conceptuele kunstenaar.

We hebben natuurlijk een groot probleem: hoe kan je een idee (over van alles, over kunst, over de wereld) verspreiden en aan anderen duidelijk maken als je het alleen maar moet denken? In de beeldende kunsten moet het denken van de kunstenaar altijd vertaald worden in een fysieke aanwezigheid, tot zichtbare vormen. Bovendien zijn er musea en tentoonstellingen voor en over conceptuele kunst. Hoe gaan de kunstenaars dit oplossen? Hoe gaat de conceptuele kunstenaar te werk?

De eerste en n van de meest belangrijke kunstenaars van de conceptuele kunst is de Amerikaanse kunstenaar en fotograaf Joseph Kosuth. Hij is bovendien n van de theoretische grondleggers van de conceptuele kunst:

- Het bekendste werk van de kunstenaar is One and Three Chairs. De leraar neemt een stoel en vraagt aan de leerlingen wat is dit?. Vervolgens schrijft de leraar het woord stoel op het bord en vraagt aan de leerlingen wat is dit?. Tenslotte toont de leraar een foto van een stoel en vraagt aan de leerlingen wat is dit?. Het zijn allemaal (voorstellingen van) een stoel. Met dit kunstwerk start Kosuth een denkproces. Wat is de ideale verbeelding van de stoel? Hij toont de drie waarheden van het begrip stoel: Het object, de idee van een stoel en de afbeelding ervan.(< Plato: drie soorten van stoelen. De stoel bedacht door god (het idee), de stoel gemaakt door de timmerman en de stoel van de schilder (of fotograaf). Plato verafschuwt de kunstenaar die slechts een nabootser is, de kunde van de timmerman laat hij in het midden, maar die van de god is het belangrijkst. Bij Plato gaat het om de idee, het doel waarnaar gestreefd moet worden). Kosuth laat ook nog ruimte voor de andere vormen: het fysieke object en de afbeelding ervan. Er bestaan verschillende versies van het werk. Kosuth hechtte geen belang aan de originele stoel. Wanneer het werk van de ene tentoonstelling naar de andere werd gebracht, gebeurde dit als volgt: hij vroeg de museumdirecteur of ze een stoel hadden, of ze er een foto van konden nemen, en of ze de definitie ernaast konden hangen. Er is dus geen origineel, en de kunstenaar moest het eigenlijke kunstwerk ook niet meer zelf maken.

- Een ander werk is Art As Idea As Idea (reeks). In de reeks maakt hij een duidelijke keuze voor een vorm. Hij zegt dat de beschrijving of de idee van een object voldoende is om weer te geven.

- Een ander werk is Passagenwerk. In 1992 maakte hij op Documenta IX (een belangrijke tentoonstelling voor hedendaagse kunst) in Kassel in twee langere corridors van de Kasselse Neue Galerie het indrukwekkende Passagen Werk. In de ene gang bedekte hij alle kunstwerken uit de vaste collectie met zwarte doeken, in de andere gang alles met witte doeken. De doeken waren allemaal bedrukt met citaten van kopstukken uit wetenschap, filosofie en literatuur. Zo kan je window shoppen door de gangen.

Kosuth doet echt aan onderzoek in zijn kunstwerken. Zijn hele oeuvre staat in het teken van het onderzoek. Hij onderzoekt de essentie van de kunst en hiervoor gebruikt hij het medium van de taal. Taal staat dicht bij het denkproces, het concept dat ergens achter zit. Zijn werken bestaan dan ook hoofdzakelijk uit teksten die plastisch gevisualiseerd worden door woordenboekdefinities en aangevuld worden met afbeeldingen en concrete objecten. Kosuth vindt de oplossing om het denken/het concept over te brengen in de taal. De toeschouwer gaat dan ook mee de betekenis construeren. Binnen de conceptuele kunst zou zich ook een aparte kunstenaarsbeweging vormen die zich speciaal gingen focussen op kunst en taal, deze noemden zichzelf dan ook Art and Language.

Een algemene definitie voor conceptuele kunst:

- Idee achter het kunstwerk (het concept) is belangrijker dan de uitvoering of de vorm.

- De kunstenaar is een onderzoeker die nadenkt over bepaalde themas. Hij werkt dit uit in zijn kunst door verschillende reeksen te maken. Dit is niet makkelijk toegankelijk voor de toeschouwer, maar de kunstenaar wil de toeschouwer doen nadenken, samen met hem. Bv. Hans Koetsier: we kennen hem vooral van zijn korte, peperdure berichten die hij plaatste in de krant. Berichten als wat zou ik vandaag weer eens voor jullie verzinnen verschenen in de krant. Van zodra ze in de krant stonden was hij klaar: de lezer moest maar zien wat hij ermee moest doen.

- De kunstenaar moet enkel de bedenker zijn van het kunstwerk, hij mag het uitvoeren, maar moet dit niet zelf doen.

- Media/materialen van de conceptuele kunst:1) Taal: taal is genoeg voor de toeschouwer om over een concept na te denken en zich er een beeld over te vormen.2) Eigenlijk kan elk object gebruikt worden als het kunstwerk3) Alle media die voordien gebruikt worden om een echt kunstwerk voor te bereiden (tekst, fotografie, film, plattegronden, schemas, dagboeknotities, performances) gaat men beschouwen als een volwaardig artistiek medium.

- Vaak denkt men dat conceptuele kunst vandaag eigenlijk alles is wat geen schilderkunst en beeldhouwkunst is. Maar deze term is eigenlijk te breed. Het is niet zozeer een stijl, maar eerder een houding, een attitude. Het gaat om een specifieke kritische houding waarbij kunstenaars de gevestigde opvattingen en instituten die het kunstlandschap bepalen, weigeren te aanvaarden.

b) On Kawara gebruikt tekst op een heel bijzondere manier. Sinds 4 januari 1966 maakte hij lange reeksen van Date Paintings. Het zijn allemaal schilderijen van dezelfde grootte en horizontaal van orintatie. Het hele schilderij bestaat volledig uit de datum waarop het schilderij is uitgevoerd (indien hij hier niet in slaagt, vernietigt hij het werk volledig). De datum is altijd weergegeven in de taal en grammaticale conventies van het land waar het schilderij is uitgevoerd. Wanneer hij in de Verenigde Staten is, zal hij beginnen met de naam van de maand, gevolgd door de dag en het jaar. In Europa is het eerst de dag en daarna de maand. De afkorting van de maand zal gebeuren in de taal van het land (als de samenleving geen Romeins schrift kent, zoals Japan of Rusland, dan zal hij gebruik maken van het Esperanto, dat is een soort mengeltaal). De datum is altijd in het wit weergeven en met de hand erop geschilderd, maar het lijkt wel met de computer gemaakt. De achtergrond is in zijn vroegste werken nog vrij fel, later worden ze donkerder. Elke dag heeft een andere kleur, al lijken soms de kleuren gelijk. Alles is met de hand geschilderd. Sommige dagen maakt hij ook meer dan n werk. In het kunstwerk laat de kunstenaar een spoor na van waar hij was en welke dag het was. Wanneer een Date Painting niet wordt tentoongesteld, wordt het geplaatst in een kartonnen doos die speciaal voor het schilderij gemaakt is, en in de doos wordt een lokale krant (dus de dag en de plaats waar het schilderij gemaakt is) gestoken. Hoewel ook de dozen deel uitmaken van het werk, worden ze bijna nooit tentoongesteld. Elk van deze Date Paintings is opgeschreven in een dagboek en aangeduid op een One Hundred Years Calendar. Wanneer Kawara een schilderij af heeft, gaat hij een spat van het verfmengsel dat hij gebruikte aanbrengen op een klein rechthoekig kaartje, dat dan op deze kalender wordt gekleefd. Kawara maakte in meer dan 112 steden schilderijen, een project dat zal doorgaan tot aan zijn dood.

Een ander kunstwerk van Kawara zijn de Information Series. Naast het maken van deze Today Series verzond On Kawara ruim tien jaar lang dagelijks en vanuit verschillende steden over de hele wereld prent- en briefkaarten met daarop het tijdstip gestempeld van ontwaken (I got up at- reeks) en noteerde hij in lijvige boeken wie hij had ontmoet (I met-reeks) of waar hij was geweest (I went-reeks). Een ander serieel project bestond uit het verzenden van telegrammen met als boodschappen ik ben niet van plan om zelfmoord te plegen, dont worry. Hij stuurde ze naar belangrijke galeristen, musea directeurs, Zeker vandaag de dag zijn deze heel kostbaar.

One Million Yeas is n van de bekendste werken van de kunstenaar. Het gaat over het markeren van de tijd. De eerste audiopresentatie van het lezen van One Million Years vond plaats in 1993 op een solotentoonstelling die een jaar duurde: One Thousand Days One Milion Years in New York. One million Years was er luidop voorgelezen te horen, terwijl Date Paintings te zien waren. De langste lezing vond plaats op Documenta XI in 2002, waar een mannelijke en vrouwelijke medewerker en toeschouwers naast elkaar zaten in een glazen afsluiting, die gedurende 100 dagen de data voorlazen.

Kawara is echt bezeten door het schilderen, het is zijn leven geworden. Belangrijk om te weten is dat deze Japanse kunstenaar bijna nooit in de media kwam. Hij heeft nooit uitleg of interviews over zijn werk gegeven. Hij is een mysterieuze figuur, die we enkel kunnen leren kennen via zijn kunst. We weten zelfs niet of hij vandaag nog in leven is.

c) Typisch voor het revolutionaire karakter van de jaren 70 en eind jaren 60 is de opkomst van enkele kunstenaars die hun leven gaan organiseren als n groot conceptueel kunstwerk. Ze creren een individuele mythologie. Deze benaming ontleent haar kracht aan de tegenstelling in de twee termen. Een mythologie behoort immers toe aan een groep (bv. de Grieken), maar een kunstenaar kan die ook zelf verzinnen. Het is dus een kunstvorm waarbij de kunstenaar een eigen al dan niet echt beleefd levensverhaal verbindt met voorwerpen die vaak als installatie opgesteld staan. Heel hun oeuvre is doordrongen van een concept. Een eerste voorbeeld is de Belgische kunstenaar Panamarenko.

Heel zijn oeuvre is gebaseerd op de typische jongensdroom om zelf te kunnen vliegen. Zijn droom om te vliegen wordt vaak vergeleken met de droom van de mythologische figuur Icarus. (Daedalus was n van de meest getalenteerde kunstenaars van Athene. Hij maakte beelden die zo goed waren dat ze leken te leven. Het maakte hem enorm ijdel en ook jaloers, bang dat iemand hem zou overtreffen. Hij had een neefje met enorm veel talent. Daedalus, die bang was dat zijn neefje beter zou worden dan hem, gooide hem van de stadsmuur. Hij werd betrapt en ter dood veroordeeld. Maar hij wist te vluchten. Zo kwam hij in Kreta terecht bij koning Minos, Hij bouwde hier het doolhof voor de Minotaurus, een monster. Maar Daedalus werd het verblijf op Kreta beu, maar kon niet over zee of land vluchten. Hij besloot dus te vliegen als de vogels. Hij maakte twee vleugels van echte veren en plakte ze aaneen met was. Hij bond deze aan zijn schouders om ze uit te proberen, wat ook goed lukte. Daarna maakte hij ook een kleiner exemplaar voor zijn zoon Icarus, maar hij waarschuwde hem: Pas op Icarus, vlieg niet te laag want dan stort je in het water, vlieg niet te hoog want dan smelt de was. Toch zal de kleine zoon, ongehoorzaam als hij was, vinden dat het vliegen hem wel goed lukte, en ging hij steeds hoger en hoger, tot hij neerstortte in het water).

Het vliegen heeft bij Panamarenko niets met hoogmoed te maken heeft. Hij studeerde aan de Antwerpse academie van 1955 tot 1960 en begon zijn carrire als een popart kunstenaar, maar raakte dan helemaal in de ban het vliegen. Sinds de jaren 70 ontwerpt hij enorm veel voorwerpen: kleine schaalmodelletjes van ballonnen, vliegtuigen, alles wat met vliegen te maken heeft. Hij ging zelfs zo ver dat hij tijdens een happening in 1967 met magnetische schoenen ondersteboven aan het plafond van de Antwerpse schouwburg hing. In dezelfde jaren begon hij met het vervaardigen van de Propeller Rugzak. In de jaren 70 groeien de simpele toestelletjes uit tot ontzagwekkende vliegtuigen met een spanwijdte van soms wel twaalf meter in de vorm van reuzeninsecten van hout, riet, bamboe, touw, karton, textiel, en plasticfolie. Hij is een uitvinder. Zijn werk doet denken aan een andere kunstenaar, wiens droom het ook was om te vliegen: Leonardo da Vinci.

Panamarenko is een kunstenaar die helemaal doordrongen is van een concept (het vliegen) en dat vertaalt zich naar zijn leven en werk. Eerst en vooral zijn naam: Panamarenko (Henri van Herreweghe) is een pseudoniem en een samentrekking van Pan American Airlines and Company (een bekende vluchtmaatschappij). Het was blijkbaar ook een naam van een Russische generaal in de Koude Oorlog, waarvan Panamarenko beweert dat hij de naam hoorde op de radio. Vanwaar het pseudoniem precies komt, blijf ter discussie. Daarnaast is er ook zijn outfit: als hij op evenementen of tentoonstellingen kwam, behoorde ook de vliegenierspet met tien sterren tot zijn vaste outfit. Tenslotte is er ook iets bijzonders aan zijn paspoort: vroeger moest je je beroep vermelden op je paspoort, en Panamarenko vermeldde ballonvaarder als zijn beroep.

En van de belangrijkste werken van de kunstenaar en van het SMAK is Aeromodeller uit 1970. Het luchtschip heeft de hele wereld rondgereisd (van Madrid, Berlijn, tot New York). Het is een soort van zeppelin van 28 meter lang, gevuld met 65.000 liter waterstofgas, een totale oppervlakte van 800 m3, en een snelheid van 20 km/u indien men ermee zou vliegen. Het werd gebouwd met als bedoeling van Antwerpen naar Arnhem te vliegen, maar dit mislukte. Panamarenko wou de Aeromodeller bouwen met de bedoeling om Brigitte Bardot te imponeren en samen met haar te ontsnappen. Nu moet men er steeds lucht in blazen om de ballon overeind te houden.

Panamarenko maakt zijn kunstwerken uit rommelmartkmateriaal. Of ze gaan vliegen of niet, is deels ook het mysterie van de werken. Maar het gaat in eerste plaats niet om het echt vliegen van deze werken, maar om de droom van het vliegen. Niet het eindresultaat, maar het concept staat centraal.

Citaten van de kunstenaar zijn:Het zijn geen vliegtuigen, het vliegt toch niet, het gaat om de natuurlijke krachten die ge wilt ontdekken en uiteindelijk om schoonheid van de vorm. Als het nu echt was om te vliegen, dan zit ge toch geen twintig jaar aan zon rugzakske te prutsen, dan kunt ge toch beter een ticket kopen.

Als ik begin met het ding te maken, dan is het natuurlijk het vliegen op zichzelf waar het om gaat. Maar als het klaar is zijn er verschillende aspecten die eigenlijk interessanter zijn, die eigenlijk meer vliegen zijn dan echt vliegen.

Ik ben geen wetenschapper, noch iemand die kunstvoorwerpen maakt. Het belangrijkste voor mij is dat er af en toe een soort pozie schuilt in wat ik maak .

Het is dus noodzakelijk dat zijn vliegtuigen niet kunnen vliegen tenzij in de verbeelding van de mensen. Hij wil de mensen hun fantasie stimuleren, en hen bewustmaken van het nutsdenken. Alles moet steeds voor iets kunnen dienen. Zijn pozie is aldus zeer maatschappijkritisch.

d) Joseph Beuys is de superster (cfr. Lady Gaga) van de jaren 70. Zijn invloed ging veel verder dan enkel de kunstwereld. In 1979 vond er een topontmoeting plaats tussen twee supersterren: op 18 mei schudden Andy Warhol en Joseph Beuys elkaar voor het eerst de hand. In de pers werd deze ontmoeting geschetst als een legendarische rendez-vous. Beiden gaan een totaal verschillend antwoord geven op de toestand van de wereld. Beiden waren zowel bewonderd als omstreden, en ze streefden er allebei naar de maatschappij te veranderen en te verbeteren.

Ook bij Beuys speelt de persoonlijke of individuele mythologie een belangrijke rol. Zo maakte hij zijn eigen mythe: Bij het uitbreken van de Tweede wereldoorlog was hij piloot bij de Luftwaffe. In 1943, tijdens n van zijn missies, werd zijn vliegtuig neergeschoten. Beuys overleefde het ongeluk maar raakte in coma onder wrakstukken van het toestel. De Duitse zoekgroep had de moed al opgegeven. Hij werd echter, bijna doodgevroren gevonden door nomadische Tartaren, die hem met vet insmeerden en in vilt wikkelden om hem warm te houden, en zo zijn leven hebben gered. Hij ontwaakte uit zijn coma in een Duits veldhospitaal. We weten niet of zijn verhaal echt gebeurd is, velen beweren van niet. Ze zeggen dat hij dit verzonnen heeft om zijn oorlogsverleden te verdoezelen. Niettemin gaat dit verhaal een enorme rol spelen bij Beuys:

- Kunstwerken zijn: Sled (1989), Economic Values (1980), Felt Suit en Fat Chair (n van zijn belangrijkste kunstwerken). Het zijn vooral de materialen die verwijzen naar de kunstenaar: het vet, het vilt, de slee. Dit zijn heel vreemde materialen om kunstwerken mee te maken. Zijn werken zitten vol met verborgen symbolen die verwijzen naar Beuys zelf en waar hij een eigen betekenis aan geeft. Omdat hij zoveel mogelijk gebruik maakt van onconventionele materialen zoals vilt en vet, kreeg hij de bijnaam van vet en vilt-kunstenaar. Net als Panamarenko ging hij gekleed in een typische outfit die hij overal en altijd droeg. Hij droeg steevast een jeansbroek gecombineerd met een vissersjasje met veel opgenaaide zakken, maar het meest bekend was zijn vilten hoed, die hij altijd ophad tijdens zijn openbare optredens. Hij zei dat hij dat deed om zijn oorlogswonde te verbergen (er zou een stuk metaal in zijn hoofd geplaatst zijn geweest). Opnieuw is het een raadsel of dit echt gebeurd is of niet.

Net zoals alle conceptuele kunstenaars hechtte Beuys meer belang aan het doorgeven van ideen dan aan het maken van kunstvoorwerpen. Hoe wij aan de wereld vorm geven hoe wij denken over de wereld is kunst. Volgens Beuys kan men via kunst de wereld redden, kan men tegenstellingen opheffen. Hij gaat die boodschap bijna als een priester verkondigen. Met zijn werk wilde Beuys de harmonie herstellen die in onze wereld naar zijn mening flink verstoord is. Daarbij waren verbeelding en intutie van zeer groot belang! Hij had een utopisch geloof dat kunst in staat is alles tot een hogere spirituele orde te transformeren, tot een harmonie tussen mens en aarde, tussen de mens en het leven. Als uitgangspunt heeft hij zijn eigen leven genomen, maar volgens Beuys kan eigenlijk iedereen dat. Zijn bekende uitspraak is iedereen is een kunstenaar.

Een bekend werk is How to explain art to a dead Hare? uit 1965. Het werk was in feite een performance, een actie. Tijdens de Aktion zat hij met een dode haas in zijn armen op een stoel waarvan de poot in vilt is verpakt, terwijl zijn hoofd is ingesmeerd met honing en beplakt met bladgoud. Het vilt verwijst naar zijn escape vanuit Rusland. De honing verwijst naar een wetenschappelijk werk van Steiner (Uber die Bienen) waarin de mensheid aan de maatschappij van de bijen een voorbeeld zou moeten nemen. Een dood dier heeft volgens Beuys nog meer intutieve kracht dan de mens met zijn koppige rationaliteit. Veel van zijn beelden zijn restanten van zijn aktionen, waar hij honing, bloed, goud en zilver, boter, vet als metaforen voor het leven gebruikte. Met dergelijke kunstwerken (acties, performances) vormde hij de overgang naar de echte performacekunst.

Elke krabbel of notitie is voor Beuys kunst. Zijn ontelbare voorstudies gingen een eigen leven leiden en charmeerden gaandeweg een groot publiek. Hij kan dan ook gezien worden als n van de best verkopende kunstenaars van de jaren 80. Toch zag hij zichzelf vooral als beeldhouwer. Hij maakte kleine objecten (de kartonnen dozen en stoelen met vethoeken, maar ook allerlei collages en vitrines met aftands kinderspeelgoed, zaklantaarns, platgereden dierenlijkjes, korsetten, ...) en een groot aantal imposante installaties. Zijn beelden vertrekken vanuit een idee en dit is nooit vaststaand. Daarom zijn veel van zijn beelden niet voltooid of zijn ze niet gefixeerd. Na enkele maanden vergingen (verkleuren, rotten) ook veel beelden, aangezien ze gemaakt waren van natuurlijke materialen.

Jarenlang zwierf hij over de hele wereld rond om in haast rituele museumsessies bekendheid te geven aan zijn opvattingen. Beuys gedroeg zich als een missionaris die ongelovigen wenste te bekeren en ervan te overtuigen dat kunst een hogere vorm van denken, intutie, inspiratie is. Dit werd Beuys niet altijd in dank afgenomen! Zijn bezwerende uitspraken brachten velen tot de hardnekkige overtuiging dat ze niet met een kunstenaar, maar met een poseur, een onnozele wereldverbeteraar, een goeroe, een sjamaan, en een charlatan te maken hadden.

a) Onderwijsleergesprek, doceren

b) Onderwijsleergesprek, doceren

c) Onderwijsleergesprek, doceren:- Welke materialen heeft de kunstenaar gebruikt?

d) Onderwijsleergesprek, doceren:- Op welke manieren herken je het levensverhaal van de kunstenaar in zijn kunstwerken?

a) Prezi/PowerPoint

b) Prezi/PowerPoint

c) Prezi/PowerPoint

d) Prezi/PowerPoint

E. Hedendaagse conceptuele kunstDavid Subal en Michikazu Matsune zijn een voorbeeld van hedendaagse conceptuele kunstenaars. Ze werkten samen voor het kunstwerk/de performance Store. Zo verkopen ze bewegingen en lucht aan het publiek. De kunstenaars willen de waarde van kunst in vraag stellen ? Kun je de waarde bepalen? Onze maatschappij wil altijd resultaat zien, alles moet een nut hebben, maar moet kunst altijd meteen een nut hebben of een resultaat hebben?

Onderwijsleergesprek, docerenPrezi/PowerPoint

F. AfrondingEvaluatiemoment: Wat vinden de leerlingen nu zelf conceptuele kunst? Welke kunstenaar geniet de voorkeur?

Prezi/PowerPoint

Bibliografie

/