Les 10 voor 7 maart 2020

In het derde jaar van de regering van Belsazar, werd Daniël een visioen (hâzôn) getoond, welk ook het visioen van de 2300 dagen omvatte, dat verband houdt met het verwoestte heiligdom (mar’ah).Toen stuurde God Gabriël opnieuw om hem het visioen (mar'ah) uit te leggen.

Daniël bestudeerde de Schriften en ontdekte datJeruzalem 70 jaar verwoest zou blijven terwijl ze inBabylon woonden (Jeremia 25:11-12; 29:10). Ditwas een gevolg van de zonden van Gods volk(Leviticus 26:31-35; zie 2 Kronieken 36:17-21).

Op dat moment (538 v. Chr.) diende Daniël in Babylon bijna70 jaar (605 v. Chr.), en de totale verwoesting vanJeruzalem en de Tempel had bijna 50 jaar eerderplaatsgevonden (586 v. Chr.).

Hij begreep de tijd waarin hij leefde en hij wendde zich totGod om aanspraak te maken op Zijn beloften.

Net als Daniël leven we vandaag in profetische tijden.

We moeten de Schrift bestuderen zoals hij deed.

We zullen het volgende vinden:

Een uitleg van de wereld waarin we leven

Het verhaal van de strijd tussen goed en kwaad

Het einde van het kwaad en het begin van het Koninkrijk van God

Onze huidige situatie in Gods profetische kalender

Onze plaats in Gods plan, en hoe we ons dienovereenkomstig moeten gedragen

Hoop te midden van een wereld die dat niet kan geven

"In het eerste jaar van zijn regering heb ik, Daniël, in de boeken het aantal jaren begrepen dat is gespecificeerd door het woord van de Heer door de profeet Jeremia, dat Hij zeventig

jaar zou bereiken in de verwoestingen van Jeruzalem." (Daniël 9:2)

Hij probeerde de zonde niet te verontschuldigen of tebagatelliseren. Ze hadden de wet overtreden. Ze haddengeen acht geslagen op Gods waarschuwingen. Ze verdiendenhun straf. Daniël echter bemiddelde voor het volk en vroegom Gods genade.

Wanneer we voor anderen of voor Gods volk bidden, hoortGod onze gebeden en kan Hij in hun voordeel handelen.

Daniëls gebed was een voorbede, zoals dat vanMozes (Exodus 32:11-13) en dat van Elia(1Koningen 18:41-46).

Daniël maakte de zonden van het volk tot dezijne, en kwam tot God met al hun zonden enonwaardigheid.

“Nu dan, onze God, luister naar het gebed van Uw dienaar en naar zijn smeekbeden. Doe, omwille van de Heere, Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is.” (Daniël 9:17)

Daniël bad voor Gods onverdiende genade en vergeving.Dit is hoe onze gebeden tot God zouden moeten zijn.

Welke argumenten gebruikte Daniël in zijn verzoek totGod om vergeving?

Gods gerechtigheid (vs.16)

Gods liefde (vs.17)

Gods genade (vs.18)

Omwille van God zelf (v. 19a)

Omwille van Gods naam (v. 19b)

Kortom: Daniël vroeg God zijn verzoek te beantwoorden, zodat Zijn naam zou worden geëerd.

“Wat een ernst en ijver karakteriseren zijn

smeekbeden! De hand van het geloof reikt

omhoog om de nooit aflatende beloften van de

Allerhoogste aan te grijpen. Zijn ziel worstelt in

zielensmart. En hij heeft het bewijs dat zijn

gebed wordt gehoord. Hij weet dat de over-

winning van hem is. Als wij als volk zouden

bidden zoals Daniël bad, en worstelen zoals hij

worstelde, en onze ziel voor God zouden

vernederen, zouden dezelfde duidelijke ant-

woorden op onze verzoekschriften ontvangen

zoals aan Daniël waren gegeven.”

Ellen G. WHITE (The Sanctified Life, hoofdstuk 6, pag. 47)

“Bij het begin van uw smeekbeden is er een woord uitgegaan en nu ben ik zelf gekomen om u dat te vertellen, want u bent zeer gewenst. Begrijp dan dit woord en krijg inzicht in het

visioen. [mar’ah]:” (Daniël 9:23)

Terwijl Daniël aan het bidden was, beval God Gabriel omhem het deel van het visioen (hâzôn) uit te leggen dat nogniet eerder was uitgelegd: het visioen (mar'ah) in Daniël8:13-14.

Daniël maakte zich zorgen over dat visioen, omdat hij hadbegrepen dat de zonde van zijn volk de verwoesting vanJeruzalem nog langer kon laten voortduren (vs.16).

Gabriel begon zijn uitleg door Daniël te vertellen dat 70 wekenwaren afgesneden (bepaald) "voor uw volk en voor uw heiligestad." (v.24)

Gedurende die periode zou Gods volk zich moeten voorbereidenop het werk dat de Messias voor hen (en voor ons) zou doen.

Om de overtreding te beëindigen† Om de opstand tegen God te beëindigen

Om een einde te maken aan de zonde† Om zonde te vergeven

Om de ongerechtigheid ongedaan te maken† Om de prijs die de wet vereist te betalen

Om eeuwige gerechtigheid te brengen† Om ons voor altijd rechtvaardig te maken

Om het visioen en de profetie te bezegelen† Om de Messiaanse profetieën te vervullen

Om de Allerheiligste te zalven† Om het Hemelse Heiligdom te openen, te beginnen met het

verzoeningswerk

Wat is het werk dat Jezus na die 70 weken zou doen? Daniël 9:24.

“Bij het begin van uw smeekbeden is er een woord uitgegaan en nu ben ik zelf gekomen om u dat te vertellen, want u bent zeer gewenst. Begrijp dan dit woord en krijg inzicht in het

visioen. [mar’ah]:” (Daniël 9:23)

“Tweeduizend driehonderd dagen; dan zal het heiligdom worden gereinigd.”

2300 jaar

457 v. Chr

Decreet van

Artaxerxes

1844 NC

Het heiligdom

wordt gereinigd

Daniël maakte zich zorgen over het verwoeste heiligdom (vs.17) omdat hij nog steeds dacht aan het visioen dat hij 12 jaar eerder kreeg (Daniël 8:1).

De 70 weken zijn afgesneden van de langere periode van 2300 dagen en hebben hetzelfde begin.

"Zeventig weken zijn bestemd [afgesneden] over uw volk en over uw heilige stad" (Daniël 9:24 SV)

408 v. Chr

Jeruzalem is

herbouwd

27 NC

Jezus wordt gezalfd

31 NC

Jezus wordt ge-kruisigd

34 NC

Stefanus wordt

gestenigd

Het evangelie naar de

heidenen

7 weken 62 weken 1 week3½ jaar 3½ jaar 1810 jaar

70 weken490 jaar

434 jaar49 jaar

“Een dag voor een jaar” (Ezekiel 4:6)

Ellen G. WHITE (Gebed, hoofdstuk 10, pag. 90)