Leeropbrengsten meten 2
-
Upload
samenwerkingsverband-primair-onderwijs-noord-kennemerland -
Category
Education
-
view
457 -
download
0
Transcript of Leeropbrengsten meten 2
Leeropbrengstenmeten! Deel 2Hoe kunnen we leeropbrengsten krachtig evalueren?Astrid Ottenheym
R e d a x M a g a z i n e1 6
1 7j u n i 2 0 1 2
Evalueren: eerst wat, daarna hoe
Als basis voor het ‘wat’ staan de leerdoelen. Hiervoor is het belangrijk dat
er een goed onderscheid gemaakt wordt tussen leeractiviteiten en
leeropbrengsten (Marzano 2011). Voorbeelden van doelen die eerder een
leeractiviteit genoemd kunnen worden: ‘nemen deel aan klassikale
leergesprekken’ of ’de leerlingen voltooien de oefeningen van blok 4 les 3
met goed gevolg’. Leerdoelen beschrijven de gewenste inzichten, kennis
en vaardigheden. Over het algemeen is het goed om leerdoelen als volgt
te formuleren (Marzano 2011, Wiggens, Mc Tighe 2005):
Leerlingen hebben inzicht in… of begrijpen dat… (wat is de context,
waar staat het mee in verband, wat is het grotere idee?).
Bijvoorbeeld:
• 100% van de leerlingen van groep 2 begrijpt dat je met letters woorden
kunt maken en met woorden een zin en dat een verhaal bestaat uit meerdere
zinnen.
• 80% van de leerlingen van groep 6 begrijpt eind periode 1 hoe je het getal
1 in stukken kunt verdelen en dat we dat een breuk noemen.
Leerlingen weten dat… (welke kennis is voor de
leerlingen essentieel om te weten?).
Bijvoorbeeld:
• 100% van de leerlingen van groep 2, eind periode 1,
weet dat elke letter zijn eigen klank heeft.
• 80 % van de leerlingen van groep 6, eind periode 1,
weet hoe je een breuk moet noteren en kan
verwoorden wat de teller, deelstreep en de noemer
inhoudt.
De leerlingen zijn in staat om... (welke vaardig -
heden moeten leerlingen beheersen, wat zouden
de leerlingen moeten kunnen met deze kennis en
vaardigheden?).
Bijvoorbeeld:
• 90% van de leerlingen van eind groep 2 kan
20 klankzuivere letters herkennen en verklanken.
• 80% van de leerlingen aan het eind van groep 2
kan mkm-woorden spellend lezen.
• 80% van de leerlingen groep 6, eind periode 1, kan
in platte geometrische figuren eerlijke verdelingen
maken en de juiste breuk erbij noteren.
Evaluatie plannen
Na het formuleren van leerdoelen gaan de meeste
leerkrachten de leeractiviteiten plannen; de evaluatie
vormt dan het sluitstuk. Dat zien we bijvoorbeeld in
menig format voor een groepsplan terug. De
evaluatie direct plannen na het formuleren van de
doelen heeft echter twee grote voordelen: ten eerste
wordt de planning van het wat en hoe van de
evaluatie niet vertroebeld door de leeractiviteiten.
Ten tweede kan in de planning van de leeractiviteiten
rekening gehouden worden met de evaluatie-
activiteiten. Door deze manier van werken zal de
koppeling tussen leerdoelen en leeropbrengsten
- evaluatie - leerplan een steviger en coherent geheel
vormen.
Zoals bekend bespreekt de leerkracht de leerdoelen
met de leerlingen; hierdoor weten leerlingen wat zij
aan het eind van een periode moeten begrijpen,
kennen en kunnen. Door deze doelen te formuleren
in ik-doelen vanuit het perspectief van de leerling
kan de leerling dit toekomstperspectief voor zichzelf
verder inkleuren.
In deel 1 van ‘Leeropbrengsten meten! (Redax Magazine januari
2012) is het evalueren tegen het licht gehouden. Niet alleen het
toetsen van het resultaat als zodanig is van belang (summatief
evalueren), ook het proces om tot het resultaat te komen is
onderwerp van evaluatie. In dit artikel is betoogd en aangetoond
dat we juist leren van het proces dat leidt tot het resultaat dat we
nastreven. We hebben de evaluatie van het proces formatief
evalueren genoemd. In dit deel wordt verder ingezoomd op
aanpakken binnen het formatief evalueren, namelijk het portfolio
leren en motivationeel leren. Door expliciet aandacht te besteden
aan het portfolio leren wordt de motivatie van de leerling gevoed
en versterkt.
Ook het proces omtot het resultaat tekomen is onderwerpvan evaluatie.
R e d a x M a g a z i n e1 8
Leerlingen gaan dan zelf na wat ze al kennen en kunnen: welke
uitdagingen heb ik nog, wat zijn mijn leerdoelen? Dit vergroot
de betrokkenheid van de leerlingen (Dochy 2010; Marzano
2011). Door de leerlingen zelf doelen te laten verwoorden in de
ik-vorm wordt achterhaald welke zaken zij op basis van eerdere
ervaringen interessant vinden om te kunnen en/of te kennen.
Het kan om algemene uitdagingen gaan, maar wellicht ook om
voor deze leerling meer specifieke uitdagingen, die te maken
hebben met wat de leerling als lastig of juist boeiend ervaart.
De aanpak vraagt eveneens, dat leerlingen voor hun eigen
leerdoelen een eigen manier van evaluatie bedenken en
formuleren. Op deze wijze wordt het eigenaar schap van de
leerling versterkt.
Joep van groep 5:
’Ik kan verschillende geometrische vormen verdelen in gelijke
stukken. Elke vorm heb ik anders verdeeld en heb bij elke vorm
de breuk van 1 stuk erbij gezet. Ik bewijs dat ik weet hoe ik een
breuk noteer en hoe de onderdelen heten. Dit wil ik over
1 week hebben behaald. Daarna wil ik sommen leren maken
met breuken.’
Doelen zijn uitdagingen en evaluatie is het bewijs
Voor het krachtig evalueren is het goed om doelen te zien als
uitdagingen en evaluatie te zien als het te leveren bewijs. Een
krachtige analogie hierin is de evaluatiewijze bij games. Je kunt
credits behalen en een nieuw level bereiken. Je dient wel te
bewijzen dat je een vaardigheid onder de knie hebt. Dit werkt
zo stimulerend voor gamers dat ze de moeilijkste uitdagingen
aangaan. Het is een zeer positieve wijze van evalueren. Niet je
fouten tellen maar dat wat je goed doet. Verder worden in
games de inspanningen bevestigd. Daarmee wordt het directe
verband tussen inspanning en de mate waarin de gamer zijn
best doet en hoeveel hij leert zichtbaar.
Marit van groep 4:
’Ik wil eind november 80 woorden per minuut kunnen lezen.
Dit test ik 1x per week met een woordenkaart van groep 4 en
noteer het aantal gelezen woorden in een staafgrafiek.’
Inspanningen van leerlingen bevestigen kan ook in het
onderwijs en verhoogt de leeropbrengsten (Marzano 2011).
Met behulp van bijvoorbeeld leerdoel-beoordelingsschalen
kunnen leerlingen hun groei zichtbaar maken en zo successen
vieren. Hiermee stimuleren we de intrinsieke motivatie (beloning
ervaren door de eigen leeropbrengsten en het tot een goed
einde brengen van een activiteit), wat stimulerender is dan
extrinsieke motivatie (het van buiten af belonen).
Anders evalueren
Er zijn, naast de methode- afhankelijke en methode- onafhan -
kelijke testen en toetsen, nog veel andere vormen van evaluatie
waarmee leerlingen kunnen bewijzen dat ze een leerdoel
behaald hebben. Je kunt denken aan authentieke opdrachten,
zoals een gedicht schrijven met de te oefenen spelling -
categorieën, een mindmap maken van de breuken en
procenten, oppervlakte berekening voor het bestraten van een
plein, een zelf gekozen boek voorlezen, een presentatie,
onderzoeksverslag/-strip, nieuwsbrief. Wanneer de criteria en
leeropbrengsten duidelijk zijn, zijn er veel meer mogelijkheden.
Het is dan zelfs mogelijk dat leerlingen hun eigen ideeën
inbrengen waarmee ze willen bewijzen dat ze leerdoelen
behaald hebben. Scholen die hiermee gestart zijn ontdekken
dat leerlingen actieve leerders worden met aandacht voor zowel
het proces als het product: niet alleen het product wordt
besproken, ook het proces wordt meegenomen in de evaluatie.
Abdulkadir van groep 6:
’Ik heb een verhaal in de o.v.t. geschreven en heb zowel de
regelmatige als de onregelmatige werkwoorden goed
geschreven. Onder mijn verhaal schrijf ik welke regels ik heb
gebruikt.’
Krachtig en betekenisvol evalueren vraagt om het vooraf
bepalen en vastleggen van de criteria waaraan een opdracht of
een bewijs moet voldoen. Voor iedereen, zowel leerlingen als
collega leerkrachten is het dan duidelijk wanneer en waarmee
een leerdoel behaald is en hoe het wordt beoordeeld. Hierdoor
zijn collega’s ook in staat om op eenzelfde wijze het proces en
product van leerlingen te beoordelen.
1 9j u n i 2 0 1 2
Je kunt creditsbehalen en een nieuwlevel bereiken.
Referenties:
• Dochy, F. Schelfhout, W. Janssens, S. (Red.) (2010). Anders
Evalueren, assessment in de onderwijspraktijk. Leuven: Lannoo Campus.
• Marzano, R.J. (2011). De Kunst en wetenschap van het lesgeven.
Een evidence-based denkkader voor goed, opbrengstgericht
onderwijs; tien vragen (en antwoorden) om uw lessen sterker te
maken. Vlissingen: Bazalt.
• Wiggens, G. Mc Tighe, J. (2005). Understanding by Design.
Expanded 2nd Edition. Virginia: Association for Supervision and
Curriculum Development (ASCD).
Evalueren is kijken op 3 manieren
Voor een krachtige evaluatie maak je gebruik van
verschillende gegevensbronnen (triangulatie),
namelijk observatie, gesprek ken en het verzamelen
van producten. (Dochy, e.a. 2005). Wil je als leer -
kracht graag weten of je een krachtige en uitdagende
evaluatieplanning gemaakt hebt? Dan kunnen de
volgende criteria daarbij behulpzaam zijn:
• Kunnen de leerlingen hun inzichten laten zien in
een authentieke opdracht?
• Zijn er passende criteria geformuleerd waarmee
de producten en opdrachten worden geëva -
lueerd?
• Zijn er verschillende en gevarieerde opdrachten
aangeboden waarmee de leerlingen hun inzichten
kunnen tonen (differentiatie naar leerstijl en
niveau)?
• Kunnen de producten en opdrachten gebruikt
worden voor evaluatie en feedback door leerling
en leerkracht?
• Stimuleren de opdrachten zelfcontrole en
reflectie?
Voor het krachtig evalueren zijn er vele toets-,
beoordelings- en portfolio mogelijkheden. Een
school kan daarmee de wijze van evalueren passend
maken bij de visie van de school.
Beate groep 5:
’Ik schrijf de woorden met een voorvoegsel en
achtervoegsel goed en weet welke soorten er zijn.
Ik bewijs dit door een mindmap uit mijn hoofd te
maken; daarin schrijf ik de verschillende soorten, de
regels, voorbeeldwoorden en zinnen.’
Portfolio: dit ben ik, dit kan ik!
Werk van leerlingen is voor zowel de leerling zelf, als
voor klasgenoten, ouders en leerkracht een prachtige
bron voor gesprek en reflectie. Het leren, het behalen
van leerdoelen, bewijs van kennis en kunde kunnen
daarmee in beeld worden gebracht. Het werk van
een leerling wordt verzameld in een portfolio of,
nog sterker, de leerling verzamelt. Wanneer een
portfolio door de leerling zelf samengesteld wordt
zie je dat leerlingen trots worden op hun werk en dat het leerproces
bewuster doorlopen wordt. Een leerling vertelde: ‘kijk, met deze map laat
ik mijn kwaliteiten zien en ik heb er heel veel!’ Een andere leerling had op
zijn portfolio ‘Talentenmap’ geschreven. In hun portfolio voegen leerlingen
stukjes toe hoe ze het aangepakt hebben en waarom, of tips en tops van
klasgenoten. Er zijn verschillende typen portfolio’s; voortgangs portfolio,
procesportfolio, bestwerkportfolio, leerdoelenportfolio of een combinatie.
Voor welk portfolio een school kiest hangt af van wat je met het portfolio
wilt bereiken, op welke wijze je je onderwijs inricht en in welke mate je
eigenaarschap van de leerling wilt vormgeven.
Het opzetten van krachtige evaluatie is een boeiende investering die zich
terugbetaalt in hogere leeropbrengsten en intrinsiek gemotiveerde
leerlingen. Het is een andere manier van kijken naar je onderwijs.
Leerkrachten die er mee werken merken al heel snel positieve resultaten die
ook voor hen motiverend zijn. Het vergroot het eigenaarschap bij leerlingen
en maakt ze tot actieve leerders.
Astrid Ottenheym is senior adviseur bij Edux Onderwijsadvies.