Land%20+%20Water%20okt%202004

2
ONDERZOEK Opzet levenscyclusanalyse van immobilisatie en natte reiniging Afbakening onderzoek met vaststellen relevante milieuaspecten Beschouwde processen bij beide verwerkingstechnieken Einde verwacht van achterstelling immobi- lisatie in Landelijk Afvalbeheer Plan In ’t kort Land + Water nr.10 (oktober 2004) In het Landelijk Afvalbeheer Plan is verwerking van verontreinigde grond door immobilisatie met cement tot een nuttige bouwstof pas toegestaan als reiniging niet mogelijk is. Deze achterstelling van immobilisatie is vooral gebaseerd op vermeende negatievere milieueffecten. Een levenscyclusanalyse toont aan dat deze veronderstelling onterecht is. DRS. ING. R. SPRIENSMA / ING. L.A. VAN DER KOOIJ DR. IR. G. VAN DER WEGEN / IR. H. BREUKELMAN Immobiliseren gelijkwaardig aan reinigen van vervuilde grond I n de jaren negentig heeft de overheid een sterke impuls gegeven aan de verdere ontwik- keling van vier perspectiefvolle verwerkings- technieken voor (problematische) afvalstoffen. Immobilisatie is één van deze vier technolo- gieën en is mede met steun van de overheid in het programma Technologie 2000 uitgegroeid tot een volwaardige verwerkingstechniek. Niet alleen de technologie, maar ook de even belangrijke regelgeving en kwaliteitsborging zijn ontwikkeld. Bij immobilisatie worden de fysische en chemische eigenschappen van een afvalstof veranderd, zodat de kans op verspreiding van verontreinigingen door uitloging, erosie of ver- stuiving op korte en lange termijn wordt ver- minderd. Met de techniek is het mogelijk afval- stoffen om te vormen tot nuttige bouwstoffen, wat uitstekend past in het overheidsbeleid. Desondanks heeft deze verwerkingstechniek niet de status van de overheid gekregen die ze verdient. In het Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP) staat de verplichting vermeld om verontreinigde grond te reinigen door wassen, verbranden of behandeling met bacteriën. Pas als deze tech- nieken onvoldoende resultaat opleveren, mag verontreinigde grond worden geïmmobiliseerd. Deze achterstelling van immobilisatie heeft be- gin vorig jaar geleid tot een motie van de Tweede Kamer die vroeg om gelijkstelling. De staatssecretaris van VROM heeft deze motie echter naast zich neergelegd. Hij heeft wel toe- gezegd zijn standpunt te heroverwegen als uit een zogenaamde levenscyclusanalyse (LCA) blijkt dat het milieueffect van immobilisatie ge- lijkwaardig is aan dat van de huidige reinigings- technieken voor verontreinigde grond. Levenscyclusanalyse In een LCA bekijkt men de levenscyclus van een product van de ‘wieg tot het graf’. Dit betekent dat alle processen in kaart worden gebracht die nodig zijn gedurende het ‘leven’ van het pro- duct: van de productie van grondstoffen tot en met de verwerking van de afvalstoffen. Van be- lang hierbij zijn het gebruik van grondstoffen, hulpstoffen, energie, water, ruimte, de verontrei- nigingen die vrijkomen bij alle betrokken pro- 40 Beschouwde processen bij de levenscyclusanalyse. Voor beide processen zijn beschikbare, representatieve gegevens verzameld en geanalyseerd over energieverbruik, grondstoffen- en hulpstoffenverbruik, emissies naar lucht, water en bodem, landgebruik, transport van grond-/hulpstoffen en producten, evenals productie van afval. PROCESSEN De milieubelasting bij toepassing van immobilisatie is niet groter dan bij natte reiniging. FOTO: BAG 04lew010z040.ps 19-10-2004 10:32 Pagina 40

Transcript of Land%20+%20Water%20okt%202004

Page 1: Land%20+%20Water%20okt%202004

ONDERZOEK

Opzet levenscyclusanalyse van

immobilisatie en natte reiniging

Afbakening onderzoek met vaststellen

relevante milieuaspecten

Beschouwde processen bij beide

verwerkingstechnieken

Einde verwacht van achterstelling immobi-

lisatie in Landelijk Afvalbeheer Plan

▼▼

▼▼

▼ In ’t kort

Land + Water n r . 1 0 (oktober 2004)

In het Landelijk Afvalbeheer Plan is

verwerking van verontreinigde grond

door immobilisatie met cement tot

een nuttige bouwstof pas toegestaan

als reiniging niet mogelijk is. Deze

achterstelling van immobilisatie is

vooral gebaseerd op vermeende

negatievere milieueffecten. Een

levenscyclusanalyse toont aan dat

deze veronderstelling onterecht is.

DRS. ING. R. SPRIENSMA / ING. L.A. VAN DER KOOIJDR. IR. G. VAN DER WEGEN / IR. H. BREUKELMAN

Immobiliseren gelijkwaardig aanreinigen van vervuilde grondIn de jaren negentig heeft de overheid een

sterke impuls gegeven aan de verdere ontwik-keling van vier perspectiefvolle verwerkings-technieken voor (problematische) afvalstoffen.Immobilisatie is één van deze vier technolo-gieën en is mede met steun van de overheid inhet programma Technologie 2000 uitgegroeidtot een volwaardige verwerkingstechniek. Niet alleen de technologie, maar ook de evenbelangrijke regelgeving en kwaliteitsborgingzijn ontwikkeld.

Bij immobilisatie worden de fysische en chemische eigenschappen van een afvalstof veranderd, zodat de kans op verspreiding vanverontreinigingen door uitloging, erosie of ver-stuiving op korte en lange termijn wordt ver-minderd. Met de techniek is het mogelijk afval-stoffen om te vormen tot nuttige bouwstoffen,wat uitstekend past in het overheidsbeleid.Desondanks heeft deze verwerkingstechniekniet de status van de overheid gekregen die zeverdient. In het Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP)

staat de verplichting vermeld om verontreinigdegrond te reinigen door wassen, verbranden ofbehandeling met bacteriën. Pas als deze tech-nieken onvoldoende resultaat opleveren, magverontreinigde grond worden geïmmobiliseerd.Deze achterstelling van immobilisatie heeft be-gin vorig jaar geleid tot een motie van deTweede Kamer die vroeg om gelijkstelling. De staatssecretaris van VROM heeft deze motieechter naast zich neergelegd. Hij heeft wel toe-gezegd zijn standpunt te heroverwegen als uiteen zogenaamde levenscyclusanalyse (LCA)blijkt dat het milieueffect van immobilisatie ge-

lijkwaardig is aan dat van de huidige reinigings-technieken voor verontreinigde grond.

LevenscyclusanalyseIn een LCA bekijkt men de levenscyclus van eenproduct van de ‘wieg tot het graf’. Dit betekentdat alle processen in kaart worden gebracht dienodig zijn gedurende het ‘leven’ van het pro-duct: van de productie van grondstoffen tot enmet de verwerking van de afvalstoffen. Van be-lang hierbij zijn het gebruik van grondstoffen,hulpstoffen, energie, water, ruimte, de verontrei-nigingen die vrijkomen bij alle betrokken pro-

40

Beschouwde processen bij de levenscyclusanalyse. Voor beide processen zijn beschikbare,representatieve gegevens verzameld en geanalyseerd over energieverbruik, grondstoffen-en hulpstoffenverbruik, emissies naar lucht, water en bodem, landgebruik, transport vangrond-/hulpstoffen en producten, evenals productie van afval.

PROCESSEN

De milieubelasting bij toepassing van immobilisatie is niet groter dan bij natte reiniging.

FO

TO: B

AG

04lew010z040.ps 19-10-2004 10:32 Pagina 40

Page 2: Land%20+%20Water%20okt%202004

Land + Water n r . 1 0 (oktober 2004)

Milieutechniek

cessen én de mogelijke besparingen op energieen grondstoffen. Vervolgens vertaalt men alleemissies en andere ingrepen in het milieu (bij-voorbeeld landgebruik) door menselijk hande-len naar specifieke milieueffecten, waarbij de ef-fecten zoveel mogelijk worden gekwantificeerdin milieuscores. Zo zijn er scores voor de bijdra-ge van het product aan de uitputting van grond-stoffen, ozonlaagaantasting en broeikaseffect.De verschillende effecten samen vormen eenmilieuprofiel van een product, waaraan men demilieubelasting kan aflezen. In een vergelijken-de LCA kan men op deze manier de milieupro-fielen van concurrerende producten analyserenen met elkaar vergelijken.

In opdracht van het Centrum voor Immobili-satie (CIM) en met medefinanciering van deProvincie Zuid-Holland heeft het advies- en ingenieursbureau DHV een LCA-studie uitge-voerd en de milieueffecten van cementgebon-den immobilisatie versus extractieve reinigingvan verontreinigde grond vergeleken. Een com-missie heeft het onderzoek begeleid; deze be-stond uit vertegenwoordigers van het ministerievan VROM, de Provincie Zuid-Holland, het Afval Overleg Orgaan, het Service CentrumGrondreiniging, het Instituut voor Afval enMilieu, de Nederlandse Vereniging vanProcesmatige Grondreinigers, de NederlandseVereniging van Immobilisaat Producenten, deEerste Nederlandse Cement Industrie en hetCentrum voor Immobilisatie. De LCA-studie isuitgevoerd conform de internationale norm ISO-14040, rekening houdend met de systema-tiek die het Afval Overleg Orgaan heeft toege-past bij het opstellen van het LAP. Het Instituutvoor Afval en Milieu voerde conform ISO-14040een onafhankelijke controle uit op de geheleLCA-studie.

AfbakeningHet is heel belangrijk dat de onderzoekers aanhet begin van een LCA duidelijk afbakenen opwelke aspecten of grootheden een LCA betrek-king heeft en welke uitgangspunten ze hante-ren. Zeker in het onderhavige geval, waarbij hetniet zozeer een vergelijking van producten metdezelfde functie betreft maar van twee concur-rerende verwerkingstechnieken met verschillen-de eindproducten. Hierdoor is de afbakeningvan de levenscyclus van beide systemen vrij las-tig. De begeleidingscommissie is hierin ge-slaagd met als resultaat de in de tabel aangege-ven relevante milieuaspecten.

Ook een lastig vraagstuk was die van de functionele eenheid, de basiseenheid waarop de analyse voor beide verwerkingsprocessenwordt gebaseerd. Niet alle grond die extractiefgereinigd kan worden komt in aanmerking voorkoude immobilisatie. Andersom kan ook het geval zijn. Verder spelen bedrijfseconomischeaspecten, de fysische en chemische samenstel-ling van de grond en diverse andere overwegin-gen een rol om tot reiniging of koude immobili-satie over te gaan. De functionele eenheid is uiteindelijk als volgt geformuleerd: de huidigeverwerking in Nederland van 1 ton ernstig veront-reinigde grond, die in aanmerking komt voor

immobilisatie én natte reiniging, inclusief de toe-passing van het verwerkingsproduct gedurendehonderd jaar.

ResultaatDe resultaten van de analyse betreffen alle milieueffecten van beide verwerkingstechnie-ken vanaf het transport van verontreinigdegrond tot en met de toepassing van de verwer-kingsproducten gedurende honderd jaar. Hetblijkt dat er op het niveau van individuele effec-ten veel verschillen zijn tussen beide technie-ken. Immobilisatie geeft een hogere bijdrageaan broeikaseffect, smogvorming en vermes-ting, vooral door het verbruik van toeslagstoffen(cement). Reiniging geeft een hogere bijdrageaan uitputting (door een beperkte invloed vanuitgespaarde grondstoffen), ecotoxiciteit (doorhogere waarden voor uitloging) en landgebruik(door het storten van het residu).

Het resultaat van de LCA-studie is duidelijk:

immobilisatie met cement en extractieve reini-ging van verontreinigde grond zijn wat betrefthet totale milieueffect vergelijkbaar. Alle betrok-ken partijen, waaronder het ministerie vanVROM en de grondreinigers, waren het hierovereens. Dit betekent dat de vermeende negatieve-re invloed van immobilisatie op het milieu on-juist is en dat dit geen reden is om deze verwer-kingstechniek achter te stellen bij die van reini-gen. De verwachting is dan ook gerechtvaardigddat de staatssecretaris van VROM de desbe-treffende bepalingen in het LAP zal laten aan-passen, waardoor immobilisatie gelijkwaardigwordt aan reinigen.

Renilde Spriensma en Aldert van der Kooij zijnprojectleider en projectmanager bij DHV inAmersfoort. Hans Breukelman is directeur vanhet secundaire-bouwstoffenbedrijf BAG in Stein.Gert van Wegen is directeur van Intron en wasvoorzitter van de begeleidingscommissie.

41

Vergelijking van milieueffecten van immobilisatie en reiniging, gepresenteerd op het niveau vangenormaliseerde milieuscores. Dit betekent dat alle individuele effecten worden gedeeld doorde totale bijdrage van Nederland voor dat effect, waardoor de resulterende getalswaarden zeerlaag zijn. Een individuele score voor bijvoorbeeld broeikaseffect geeft de bijdrage aan het broei-kaseffect van de verwerking van 1 ton verontreinigde grond gedeeld door de totale bijdrage vanalle uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Positieve waarden geven de hoogte van de milieubelasting weer en negatieve waarden (door uitsparing van processen, bijvoorbeeld verme-den grondstofwinning) zijn te interpreteren als positieve milieueffecten ofwel milieuwinst.

MILIEUEFFECTEN

Relevante milieuaspecten van immobilisatie en natte reiniging.

MILIEUBELASTING

+: bijdrage aan milieueffect-: besparing, d.w.z. netto milieuwinst

Milieubelasting immobilisatie Milieubelasting natte reiniging

+ Transport van verontreinigde grond + Transport van verontreinigde grond+ Koude immobilisatie inclusief productie + Natte reiniging, inclusief productie

van hulp- en toeslagstoffen, van hulpstoffen, energieverbruik energieverbruik en procesemissies en procesemissies

- Uitsparing van de productie en het - Uitsparing van de productie en het trans-transport van gelijkwaardig materiaal port van gelijkwaardig materiaal

+ Uitloging tijdens 100 jaar toepassing + Uitloging tijdens 100 jaar toepassing van het immobilisaat (inclusief een van het gereinigde zandtweede cyclus)

+ Energie- en hulpstoffenverbruik van destort tijdens de monitoringfase. Landge-bruik gedurende 100 jaar en emissiesdoor uitloging gedurende 10.000 jaar.

04lew010z041.ps 19-10-2004 10:33 Pagina 41