laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er...

172
laat me..... I. Voorwoord: Ieder mens voelt zich altijd het lekkerst, wanneer het hem goed gaat in het leven. Als het net is, alsof de zon wel speciaal voor hem of haar schijnt. Wanneer alles rozengeur en maneschijn is en er ook geen wolkje aan de lucht lijkt te zweven. Je bent dan helemaal content. Het leven lacht je aan alle kanten toe en je neemt aan, dat het altijd zo zal blijven. Je denkt de hele wereld aan te kunnen en voelt zich ijzersterk. Dit kan echter een grote misvatting zijn. Wanneer er plotsklaps uit heldere hemel donkere wolken over gaan drijven, kan het ideale wereldbeeld, als een slag bij heldere hemel, ineens verdwijnen achter de horizon. Zodra er tegenspoed, ziekte, of andere rampen het pad kruisen, blijkt pas goed, hoe je echt in het leven staat. Wat er overblijft van je principes, vertrouwen in jezelf en in de ander. Veel lotgenoten blijken dan letterlijk van hun ‘geloof’ te vallen. Ook ontdekt men dan, wie je echte vrienden zijn. Wie je steunen door dik en dun en niet wegblijven, omdat ze volgens zeggen, niet met dat soort ellende om kunnen gaan. Gemakshalve plaatsen die zich dan ‘buiten beeld’, terwijl de ander ze juist dan misschien wel het hardste nodig heeft. Het ‘slachtoffer’ trekt zich dan het liefste terug op een eilandje, voelt het eigen leed het meest en zegt gemakkelijk ‘het helemaal niet meer te zien zitten’. Alle goede voornemens ten spijt, slaat men al naargelang de ernst van de narigheid, als een razende om zich heen en ook het eventueel aanwezige geloof lijkt daarbij te schudden op haar grondvesten. Zelfs ondanks geregeld kerkbezoek, goede voornemens en eerbiedwaardige geloofsovertuiging blijkt de ‘zekerheid des geloofs’ toch niet zo stevig verankerd te zijn, als werd verondersteld. Op zo’n moment blijkt pas goed, wat het beleden geloof echt waard is. Ineens blijkt een en ander nogal broos te zijn. Vooral zogenaamde ongelovigen, rand- of ‘buitenkerkelijken’ ( ook wel atheïsten genoemd) krijgen het soms behoorlijk voor hun kiezen en kunnen ‘de weg’ volledig kwijt raken. Zwelgen als het ware in hun verdriet en zien nergens meer een uitweg. Zijn nauwelijks aanspreekbaar; weten niet waar ze het anders dan bij zichzelf moeten zoeken en zien de zin van het bestaan nauwelijks meer in, durven amper nog te geloven in een ‘levenswaardige’, nieuwe toekomst. Alle hulp wordt afgepoeierd. Zelfs de professionele hulpverlener, bijvoorbeeld ‘slachtofferhulp’ wordt door hen van de hand gewezen. Men denkt best op eigen kracht uit de ‘sores’ te Laat me….. - 1 -

Transcript of laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er...

Page 1: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

laat me.....

I. Voorwoord:

Ieder mens voelt zich altijd het lekkerst, wanneer het hem goed gaat in het leven. Als het net is, alsof de zon wel speciaal voor hem of haar schijnt. Wanneer alles rozengeur en maneschijn is en er ook geen wolkje aan de lucht lijkt te zweven. Je bent dan helemaal content. Het leven lacht je aan alle kanten toe en je neemt aan, dat het altijd zo zal blijven. Je denkt de hele wereld aan te kunnen en voelt zich ijzersterk. Dit kan echter een grote misvatting zijn.

Wanneer er plotsklaps uit heldere hemel donkere wolken over gaan drijven, kan het ideale wereldbeeld, als een slag bij heldere hemel, ineens verdwijnen achter de horizon. Zodra er tegenspoed, ziekte, of andere rampen het pad kruisen, blijkt pas goed, hoe je echt in het leven staat. Wat er overblijft van je principes, vertrouwen in jezelf en in de ander. Veel lotgenoten blijken dan letterlijk van hun ‘geloof’ te vallen.

Ook ontdekt men dan, wie je echte vrienden zijn. Wie je steunen door dik en dun en niet wegblijven, omdat ze volgens zeggen, niet met dat soort ellende om kunnen gaan. Gemakshalve plaatsen die zich dan ‘buiten beeld’, terwijl de ander ze juist dan misschien wel het hardste nodig heeft.

Het ‘slachtoffer’ trekt zich dan het liefste terug op een eilandje, voelt het eigen leed het meest en zegt gemakkelijk ‘het helemaal niet meer te zien zitten’. Alle goede voornemens ten spijt, slaat men al naargelang de ernst van de narigheid, als een razende om zich heen en ook het eventueel aanwezige geloof lijkt daarbij te schudden op haar grondvesten.

Zelfs ondanks geregeld kerkbezoek, goede voornemens en eerbiedwaardige geloofsovertuiging blijkt de ‘zekerheid des geloofs’ toch niet zo stevig verankerd te zijn, als werd verondersteld. Op zo’n moment blijkt pas goed, wat het beleden geloof echt waard is.

Ineens blijkt een en ander nogal broos te zijn. Vooral zogenaamde ongelovigen, rand- of ‘buitenkerkelijken’ ( ook wel atheïsten genoemd) krijgen het soms behoorlijk voor hun kiezen en kunnen ‘de weg’ volledig kwijt raken. Zwelgen als het ware in hun verdriet en zien nergens meer een uitweg. Zijn nauwelijks aanspreekbaar; weten niet waar ze het anders dan bij zichzelf moeten zoeken en zien de zin van het bestaan nauwelijks meer in, durven amper nog te geloven in een ‘levenswaardige’, nieuwe toekomst.

Alle hulp wordt afgepoeierd. Zelfs de professionele hulpverlener, bijvoorbeeld ‘slachtofferhulp’ wordt door hen van de hand gewezen. Men denkt best op eigen kracht uit de ‘sores’ te

Laat me….. - 1 -

Page 2: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

kunnen komen. Realiseren zich vaak niet, dat ze hierdoor zelf volkomen in de kou blijven staan en dat die wenteling in verdriet en zelfmedelijden tot hun eigen ondergang kan leiden.

Voordat het ‘slachtoffer’ bijvoorbeeld - na veel schade en schande; vallen en opstaan, ‘wijs’ geworden - komt van: ‘Laat me’ of ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd een verkeerde weg hebben gekozen.

Ik heb geprobeerd, die weg enigszins te beschrijven aan de hand van een waar gebeurd ongeval. Dit voorval heb ik in wat aangepaste vorm beschreven. Het beschrijft niet alleen een periode van diepe duisternis, met hier en daar een sterretje, die misschien de ‘indirecte slachtoffers’ kan helpen, de weg naar een nieuwe toekomst te vinden. Een weg die beter, in elk geval gemakkelijker te hanteren zal zijn.

Uiteraard zijn de namen van personen, plaatsen en de z.g. echte gebeurtenissen veranderd en voor het merendeel ontsproten aan de fantasie van de schrijver.

Stadskanaal, 20 september 2015 Roel Sanders

Laat me….. - 2 -

Page 3: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

1. Een dag als gisteren

Een doodgewone zaterdagavond. Mooi helder weer, zoals zovaak deze zomer. Een lekker temperatuurtje, dat veel mensen op zo’n zaterdagavond naar buiten lokt. Een zacht windje fluistert door de bomen. Een vogel laat duidelijk zijn aanwezigheid horen. Hier en daar wordt er een buurpraatje gehouden in dit dorp, waar de gemeenschap nog niet bestaat uit een bonte verzameling individuen. Mensen, die het zo druk hebben met hun eigen besognes, dat ze daardoor aan de lui uit hun nabije omgeving niet, of nauwelijks meer toekomen.

Men kent elkaar als buurt nog en men probeert zoveelmogelijk met elkaar te leven. Met een open oog voor ieders (eigen)aardigheden. Begrip, tolerantie en hulpvaardigheid staan nog hoog in hun vaandel. Elk doet zijn best, in de hem toegemeten tijd, uit het leven te peuren wat er voor hem in zit. Leven en laten leven is het motto, dat de meeste bewoners van dit grensdorp hanteren.

Zelfs de contacten met hun oosterburen de ‘Rütenbrockers’ zijn altijd goed gebleven. Ook de ervaringen van de laatste Wereldoorlog zijn vergeten, in elk geval zijn bij de meesten de scherpste kantjes eraf gesleten. Over en weer worden er activiteiten ontplooid. De jaarlijkse optochten van de Carnavalsvereniging de ‘Kloosterwiekers’ trekken over en weer veel bekijks. Vele zakenlieden, net over de grens, hebben voor hun gemak in Ter- Apel een rekening ge- opend bij een plaatselijke bank.

Boodschappen worden gehaald, waar ze op dat moment het voordeligste te krijgen zijn. Wanneer de benzineprijzen ver uit de maat lopen, staan er in Rütenbrock Nederlandse auto’s rijenlang voor de benzinepompen. De taal die men aan weerszijden van de ‘grup’ spreekt, lijkt als twee druppels water op elkaar. Steeds meer Nederlanders weten de weg naar het buurland te vinden. Hier en daar ontstaan complete kolonies van emigranten. Door de Europese Unie en het ‘Schengen akkoord’, weten werklui en aannemers nieuwe wegen in te slaan, die tot voor kort voor buitenlanders gesloten bleven.

Een zon die rood ondergaat en voor morgen een mooie dag voorspeld. Het rijmpje zegt immers niet voor niets: “Avondrood, mooi weer aan boord” en daar wordt nog veel waarde aan gehecht. Evenals aan: “Morgenrood brengt water in de sloot”. Nee, dit belooft weer eens een avond te worden om in te lijsten. Het rode randje is er per slot van rekening al. Na de ‘grote beurt’ en het daarop volgende avondeten, is het tijd om te gaan genieten. Eindelijk rust, nu alles in en om het huis er weer goed verzorgd bij ligt.

Laat me….. - 3 -

Page 4: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

De jongelui staan te popelen om uit te kunnen gaan. Helaas zullen ze nog een poosje moeten wachten, voordat ze de al dan niet gemotoriseerde ‘kuierlatten’ kunnen pakken. De avond begint voor de ‘moderne’ jeugd immers pas na elven. Daarna kan men zich gaan storten in het bruisende nachtleven. Disco ‘Bermuda’ even buiten het dorp aan de weg naar Weerdinge is zo’n trekpleister, al gaan sommige jongelui ook regelmatig naar nog grotere ‘Tanz Palatzern’ over de grens.

De ouderen zijn blij, dat de werkweek er op zit. De tuin weer netjes en de auto gewassen. Eventuele klusjes gedaan en boodschappen gehaald. Ook zij zijn er helemaal klaar voor. Wat gezellig buurten bij elkaar. Nieuwtjes uitwisselen, in een groepje wat joggen, of wat namijmeren aan de waterkant. Niet zozeer om wat vis te verschalken, maar meer om ‘het hoofd’ leeg te kunnen maken. Ieder vult het weekend in, zoals hij dat het liefste heeft.

Langs het water voor de Havenstraat in Ter Apel zitten al enkele mensen te vissen. Genietend van de rust na een week hard werken. Af en toe wordt er onderling een woord gewisseld. Desondanks verliezen ze zich graag in een gedachtenloos turen naar de dobber, die op de golfjes meebeweegt. Ontspanning in optima forma!

Over het water werpen ze af en toe een blik op de spoordijk, waarachter het industrieterrein ligt. Ook Jan Luitjes, die in een vrijstaand huisje aan de doorgaande weg naar Ter Apel- Zuid, dus ook naar het eeuwenoude ‘Klooster’ woont, mag hier graag z’n dobbertje uitgooien.

Jarenlang heeft hij zijn beste krachten gegeven als produktieleider in de MB- spellenfabriek. In de verte kan hij nog een glimp van zijn vroegere werkterrein opvangen. Het doet hem na zoveel jaar nog pijn, als hij aan die tijd terugdenkt. Een financieel goed draaiend bedrijf.

Helaas beslisten een paar hoge heren in Ierland, dat de produktie net zo goed daar kon plaatsvinden. Een klap voor alle enthousiaste medewerkers, die hier graag hun pensionering hadden willen halen. Jammer, dat ook het spoorlijntje naar Emmen is opgeheven. De trein bracht nog wat extra leven in de brouwerij. Het leven gaat echter desondanks wel door.

Door de inzet van vele betrokkenen had Luitjes werk naar zijn zin gevonden bij het, door het Gemeentebestuur uit het vuur gesleepte Navo- depot; na de opheffing, gevolgd door een Asielzoekers- en latere verwijderings- of vertrekcentrum.

Een aantal van zijn vrienden waren door hun gebrek aan voldoende opleiding echter minder fortuinlijk geweest en moesten nu wekelijks solliciteren om nog ergens anders aan de bak te kunnen komen. Een mooie afvloeiîngsregeling ten spijt, bleef het, vooral voor de jongeren onder hen, toch een verdrietige zaak. Lichamelijk was het werk voor Jan niet zo zwaar, maar geestelijk

Laat me….. - 4 -

Page 5: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

kreeg hij door alle ellende, waarmee hij tijdens zijn werk werd geconfronteerd, wel wat te verstouwen.

Graag mocht hij dan ook na het eten even wat verpozing aan de waterkant zoeken, om dan in alle stilte zijn belevenissen van o.a. die dag op een rijtje te kunnen zetten. Was wat introvert, niet zo’n prater.

Hij was niet een persoon, die na een dag werken, waarbij hij ook vaak vreselijke verhalen van die gevluchte ‘stumperds’ moest aanhoren, de knop kon omdraaien, om over te gaan tot de orde van de verdere dag.

Hoewel hij zijn best deed, om zijn vrouw en de rest van zijn gezin hier niet mee op te zadelen, zaten hem sommige gebeurtenissen dermate hoog, dat hij regelmatig zijn hart even moest luchten. Aan zijn vrouw Janske had hij een hele goede. Ze steunde en stuurde hem zoveel ze kon, maar soms zat het Jan zo hoog, dat hij de hele ‘rotzooi’, zoals hij het vaak omschreef, naar ‘lagere sferen’ wenste.

Als je hoorde, wat de meeste van deze vluchtelingen tot hun wanhoopsdaad gedreven had, in de hoop en verwachting hier uiteindelijk een veilige schuilplaats te vinden, stroomde je hart over van medelijden. Het is ook niet niks, om met achterlating van heel je hebben en houwen en met gevaar voor je leven te moeten vluchten.

Als je hoorde, wat sommige mensen zoal onderweg en daarvoor zoal hadden moeten meemaken, liepen je de rillingen over de rug. Kinderen, die hun ouders verloren, sommige familieleden zelfs voor hun ogen vermoord zagen worden.

Hoe moest het met deze gekneusde zieltjes ooit weer goed komen? De stichting ‘Warchild’ doet haar best deze kinderen door wat ontspanning weer een beetje hoop te geven.

Wanneer Jan luisterde naar al het gekissebis van al die zogenaamde ‘betweters’ en lui, die alleen maar aan hun eigen land en eigen voordeel en besognes dachten, gingen hem de haren wel eens recht overeind staan. Dat soort ‘deskundigen’ zou hij graag een dagje met hem mee willen laten lopen. Vermoedelijk tapten ze dan uit een heel wat genuanceerder vaatje.

Zo eenvoudig als sommigen het voorstellen is het jammer genoeg niet. Uit arren moede te moeten vluchten naar een land, waar men zeker niet op jou zit te wachten. Gewoonten moeten accepteren, die de jouwe niet zijn. Een taal, die je niet kunt spreken, voedsel moeten eten dat je niet kent.

Een huidskleur hebben, die afwijkend is en je daardoor al ‘apart’ maakt. Een geloof, dat je niet begrijpt, in elk geval hier anders beleefd wordt. Een ‘diaspora’ van mensen uit alle windstreken, die op een hoop gegooid worden, om daar de echte, schrijnendste gevallen tussenuit te kunnen pikken. De z.g. echte politieke gevallen, in tegenstelling tot de economische

Laat me….. - 5 -

Page 6: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

vluchtelingen en criminelen, die hier een slaatje hoopten mee te kunnen pikken, of hun slag te kunnen slaan.

Jarenlang te moeten balanceren tussen hoop en vrees, de tegenstelling tussen te mogen blijven, of tenslotte toch nog je spulletjes weer te moeten oppakken en terug te keren naar het land van herkomst. Met alle risico’s en gevaren van dien.

Je handen op te moeten houden voor een schamele uitkering. Hier, hoe graag je ook zou willen, zelfs niet voor te mogen werken, omdat je dan automatisch in aanmerking komt voor sociale rechten. Zelfs kinderen die hier geboren worden, krijgen niet vanzelf een verblijfsvergunning. Worden niet automatisch Nederlander.

Kinderen die zich hier thuis voelen, naar school gaan, vriendjes en vriendinnetjes hebben, de Nederlandse taal vloeiend spreken in tegenstelling tot die van ‘hun’ land van herkomst en desalniettemin uit de hun zo vertrouwde omgeving worden weggerukt. Vooral voor de jeugd zelf vaak onbegrijpelijk en door hen terecht als hemeltergend en als onrechtvaardig beschouwd.

Vele overhandigde petities en vele acties door groepen burgers en kinderen ten spijt, worden er nog steeds uitgeprocedeerde asielzoekers de deur gewezen en ‘domweg’ buiten de poort gezet, of op een spoorwegstation gedropt. M.a.w. tot dusver hebben wij jullie geholpen, maar zoek het in het vervolg zelf maar uit!

Geen wonder, dat sommige uitgeprocedeerde asielzoekers grijpen naar de allerlaatste ultieme strohalm: hongerstaking. Dood gaan ze immers toch, of het nu daar is of hier. Hier kunnen ze in elk geval misschien nog de ogen openen van een breed Nederlands publiek, dat zulke uitwassen niet langer meer wenst te nemen. Daar wacht hen een ongewisse toekomst. Arrestatie, verhoor, marteling? Wie weet verdwijnen ze daar min of meer geruisloos van het wereldtoneel.

Jarenlang heeft men hen in onzekerheid gelaten. Nu, na jarenlange hoop op een nieuw en veiliger bestaan, hen alsnog uitzetten, nadat de meesten hun wortels hebben geschoten, die verankerd liggen in dit nieuwe land, is a- sociaal. Het land, dat zo’n lange historie kent van verdraagzaamheid en gastvrijheid! Waar zijn de mannenbroeders gebleven die dit hoog in het Nederlandse vaandel hebben geschreven? Zij zullen zich nog omdraaien in het graf, als ze zien, hoe nu hun nazaten met die normen en waarden omspringen. Mensen die de kluts en daarmee blijkbaar de weg goed kwijt zijn geraakt.

Elke medaille heeft echter twee kanten, aan de IND en de eind verantwoordelijke Minister de onmenselijke taak, het kaf van het koren te scheiden en mensen met verkeerde bedoelingen eruit te pikken en terug te sturen. Geen economische of criminele vluchtelingen, maar echte politieke ‘noodgevallen’ de helpende en

Laat me….. - 6 -

Page 7: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

vaak reddende hand toe steken. Heldere en duidelijke voorwaarden en regels, akkoord, maar dan niet jarenlang pappen en nathouden en ze aan het lijntje houden. Dat is immers mensonwaardig en mensonterend en druist tegen alle wetten van fatsoen in.

Jan kent alle regels en wetten vanzelfsprekend niet. Vindt het daarom zo gemakkelijk om ‘met alle wolven in het Asielzoekers bos’ mee te huilen. De materie van politiek vluchteling is zo ingewikkeld, dat hij het niet altijd met zijn goede verstand kan volgen. Daarom vindt hij het ook zo moeilijk om in deze een gefundeerd oordeel te vellen. Wanneer hij op zijn gevoel afging, zou het aantal vluchtelingen misschien wel hand over hand toenemen.

Al die ten hemel schreiende gevallen, maken er het voor het personeel van zo’n centrum ook niet gemakkelijker op. Hoe men ook zijn best doet, geen persoonlijke band met die radeloze, vertwijfelden te scheppen, ze dragen nu eenmaal geen oogkleppen. Zijn mensen van vlees en bloed. Hebben hun gevoel en hun geweten en moeten soms wetten en regels uitvoeren, die lijnrecht tegen hun verstand indruisen. Dragen het hart op de goede plaats, maar mogen die, maar al te vaak, niet laten spreken.

Door het aanscherpen van de toelatingseisen kunnen, door de geringere toestroom, wel veel ‘centra’ worden gesloten, maar steeds meer vluchtelingen met een onduidelijke status raken na verloop van tijd in de illegaliteit. Wanneer uitgezette asielzoekers niet vertrekken, maar hier blijven, of meteen via de ‘open’ grenzen net zo snel weer terugkeren, staan ze weliswaar niet meer op de lijst, maar dolen hier nog wel rond, met alle kwalijke gevolgen van dien. ‘Vrijplaatsen’ als kerken ten spijt.

Waar belanden al die ‘stakkerds’, als ze letterlijk op straat worden gezet? Waar vinden ze onderdak? Waar halen ze hun eerste levensbehoeften. Als desperado’s trekken ze van hot naar her en hopen, dat een enkeling zich hun lot zal aantrekken. Blijven degenen die naar hun ‘land van herkomst’ zijn gestuurd, daar of kan men die binnen afzienbare tijd weer hier verwachten?

Deze en andere rondzwervende lieden bevorderen niet bepaald het gevoel van veiligheid. Vooral ’s avonds en bij nacht en ontij vertrouwt menigeen zich niet meer op straat. Ook de opgerekte sluitingstijden van de uitgangsgelegenheden werken dit mede in de hand. Velen willen liever niet weten, wat er zich in de nachtelijke uurtjes zoal afspeelt.

Verdriet en angst om de onzekere toekomst, werken vooral bij de vluchteling jongeren, die verplicht met hun ziel onder de arm rond moeten rondlopen, drank- en drugsverslaving, agressie en criminaliteit in de hand. Oorzaken en gevolgen mogen bekend worden verondersteld.

Laat me….. - 7 -

Page 8: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Als Jan Luitjes zich in deze mensen probeert te verplaatsen, kan hij een hele boel zaken goed begrijpen, zonder ze natuurlijk goed te willen praten. Onbegrepen, ongewenst en ongeduld in een voor hen, vreemd, koud en vaak vijandig land. Velen voelen zich dan ook van de regen in de drup beland, meestal zonder uitzicht op een nieuw bestaan. Hopeloos verstrengeld in wetten, die uitzichtsloos lijken. Schijnbare willekeur en onredelijk lijkende, onmenselijke besluiten, maken het geheel niet bepaald doorzichtig.

Mensen die na jarenlang, met angst in het hart, moeten afwachten, tot er uiteindelijk een beslissing kan worden genomen. Min of meer ‘gesettelde’ families, die wreed uitelkaar dreigen te worden gescheurd. Onvrede, onbegrip en boosheid aan beide kanten, als gevolg van een onduidelijke, onbegrijpelijk geworden procedure. Hierdoor ontstond veel verzet, gevoelens van machteloosheid en daardoor uitingen en acties, die niet goed te praten zijn, maar wel aangeven, dat we met elkaar op een heilloze weg zijn beland.

Regels en gewoontes waarvan je de oren klapperen. Het niet mogen werken, zolang er niet gunstig op je asielaanvrage is beslist. Nee, deze lui zijn bepaald niet in een luilekkerland terecht gekomen, al doen een paar vermogende ‘geluksvogels’ anders vermoeden.

Als men van tevoren had geweten, dat hun ‘voorland’ door zo’n bureaucratische warwinkel, zo onzeker zou zijn, hadden velen zich wel twee keer bedacht, voor ze deze vaak onherroepelijke stap hadden gezet. Tussen al het kaf zitten enkele juweeltjes, aan het personeel de taak deze te vinden en op hun echte waarde te schatten. Een aantal Ministers en Staatssecretarissen hebben hun tanden al in deze moeilijke aangelegenheid gezet en stukgebeten. Een baan, waarin ‘men’ het schijnbaar nooit goed kan doen.

Hemelschreiend vindt Luitjes het, mee te moeten werken aan een besluit tot uitzetting, waarbij ook zelfs kinderen zijn betrokken, die hier geboren zijn. Niets van het land van hun ouders afweten, die taal, levenswijze en cultuur niet kennen.

Onze taal vloeiend spreken en desondanks toch nog verplicht moeten terugkeren naar een voor hen totaal onbekend land, zonder de voorzieningen, waarmee ze hier zijn opgegroeid en waaraan ze door de jaren heen zo gewend zijn geraakt. Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes, klasgenootjes hebben, die van deze ingreep in het leven van hun vrienden en vriendinnen ook titel noch jota begrijpen.

Verplicht zijn, om binnenkort af te reizen naar een land, dat hun land niet meer is. Waar ze alleen maar verschrikkelijke dingen over hebben gehoord. Onbekend met de wijze, waarop ze daar zullen worden ontvangen. Velen met doodsangst in hun hart, omdat ze vrezen, daar niet alleen tussen de wal en het schip te

Laat me….. - 8 -

Page 9: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

raken, maar bovenal- gezien hun ervaringen uit het ‘verleden’- moeten vrezen voor hun leven.

Aan het eind van zo’n dag komt Jan vaak gebroken en nauwelijks aanspreekbaar thuis. Inwendig razend op al die menselijke ‘robots’ , die met de regeltjes in de hand hem tot medeplichtigheid aanzetten en dwingen dingen te doen, die helemaal in strijd zijn met zijn geweten.

De huisgenoten weten, dat ze na zo’n ervaring beter even niet tegen hem kunnen praten en gunnen hem dan ook graag zijn visuurtje aan de waterkant, om met zijn gevoelens ‘in het reine’ te komen.

Vanavond heeft Jan het vissen echter gelaten voor wat het was en is thuis gebleven. Vanavond heeft hij andere zaken aan zijn toch al zo geplaagd hoofd. Zijn dochter Simone wil na zo’n dikke anderhalf jaar verkering, haar vrijer de bons geven en dat zit ook hem niet erg lekker. Als het nu een deugniet, onoppassend, a- sociaal type was geweest? Maar niets van dit alles.

Hij had Herman, de vriend van haar ontzettend hoog. Een fijne vent, die in zijn ogen, uitstekend bij hun gezin paste. Een goede opvoeding en opleiding had genoten en in het bezit was van een goede baan. Oppassend, geen drinker, wat wil men dan als ouder nog meer. Eigenlijk was er in zijn ogen niets op Herman zelf aan te merken.

Jammer, dat zijn dochter problemen had met het streng christelijke milieu, waaruit het jong kwam. Maar ja, hoe het hem en de vrouw ook speet. Simone moest met hem verder willen en kunnen en als zij teveel beren en bergen op het pad zag, moest zij er mee stoppen. Hoe was het gezegde ook weer? Hij weet het: “Beter ten halve gekeerd, dat ten hele gedwaald”, om van de twee verschillende ‘geloofs’ kussens nog niet te spreken.

Hij kon nu de woorden van zijn maat Wim nu heel wat beter begrijpen, dan een aantal jaren geleden. Op de fabriek was Wim op een morgen bij hem gekomen, met de raadselachtige woorden: “ Je mag me vandaag wel feliciteren”.

Jan had hem verbaasd aangekeken en gevraagd: “Ben je dan jarig jong?” “Nee”, kwam het vreemde antwoord, “maar mijn dochter is vandaag achttien jaar geworden. Ze drinkt niet, rookt niet, is niet aan de drugs, past goed op en is ook niet in verwachting! Me dunkt wel een felicitatie waard. Ik weet niet, wat ons met haar nog te wachten staat, maar ze heeft nu in ieder geval de leeftijd en bovendien heb ik in haar alle vertrouwen”. Jan had hem toendertijd maar gefeliciteerd, pas veel later had hij de ‘strekking’ van zijn betoog begrepen. Hoeveel ouders kregen met hun kinderen al ver voor hun achttiende jaar niet al het nodige te stellen?

Laat me….. - 9 -

Page 10: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Niet, dat het besluit van zijn dochter hem rauw op zijn dak viel. Achteraf had hij het al enige tijd zien aankomen. De afgelopen weken had hij zijn dochter al vaak eens bezorgd aangekeken. Hoewel ze er in het begin niet echt over sprak, begreep hij wel, dat ze problemen had met hun relatie.

Niet dat het zozeer tussen hen beiden niet goed zat. Volgens Jan waren ze nog steeds stapelgek op elkaar. Het zat hem, dacht hij, meer in de ‘randverschijnselen’. Iedere keer, als ze van een bezoek aan Herman ouders weer thuis kwam, was ze erg down en sloot zich dan urenlang op in haar kamer.

Moeder Janske had het ‘probleem’ een dikke maand geleden zelfs een keer op tafel gegooid. Het meisje zat duidelijk ergens mee, misschien konden zij haar wel helpen. Ineens was alles eruit gekomen. Ze hield best wel veel van Herman, maar de manier, waarop ze door zijn ouders werd behandeld, begon haar steeds meer tegen te staan. Ze voelde zich, ondanks de lieve woordjes, daar niet op haar gemak. Ze had het idee, dat ze door zijn ouders gewogen en veel te licht werd bevonden.

In de kerk en later aan tafel, waar de preek van die morgen nog eens dunnetjes werd ‘gefileerd’, zat zij er voor spek en bonen bij. Dan was het net, alsof zij niet bestond. Hele gesprekken werden er over allerlei bijbelse begrippen, teksten en uitdrukkingen gevoerd.

Gesprekken, waaraan zij met haar gebrekkige bijbelkennis niet mee kon doen. Ze had wel eens het gevoel, dat Hermans ouders het er juist om deden, om haar te laten voelen, dat zij in hun milieu eigenlijk niet paste. Ze voelde zich dan een echte nul, met recht een ‘buitenkerkelijke’, een paria op geloofsgebied.

In het begin, had ze Herman wel eens gevraagd, wat ze met dit of dat toch bedoelden, maar hij wimpelde dat meteen af. “Laat ze toch praten”, was zijn bekende dooddoener. “Zij voelen zich hier nu eenmaal lekker bij. Trek je er toch niets van aan”.

Toch ‘blies’ hij tijdens dergelijke ‘sessies’ zijn partijtje behoorlijk mee. Zo wilde zij niet verder, hoe verliefd ze ook op Herman was. Ze zat met een enorm dilemma, dat stond buiten kijf. Vandaag wilde Simone de gordiaanse knoop doorhakken.

Jan zat haar voorgenomen plan niet bepaald lekker. Per slot van rekening wist je nooit wat je als ouders in huis kreeg. Niet dat hij zo weinig vertrouwen in het oordeel van zijn dochter had, maar toch?

Je wist nu wat je had en je moest maar afwachten, wat je er voor in de plaats kreeg. Niet dat hij één seconde bang zou moeten zijn, dat ze er over zou blijven. In tegendeel en dat zei hij niet, omdat het zijn dochter was, maar hij vond haar een knappe meid met veel uitstraling. Altijd opgewekt en spontaan. Aan dat laatste had het de laatste tijd wel wat geschort.

Laat me….. - 10 -

Page 11: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Herman was in zijn ogen een beste kerel, die door zijn ouders alleen wat kort gehouden werd. Een beetje meer ruggegraat zou hem niet misstaan, verder was het een oppassende, hard werkende knaap, die ook nog eens gezien mocht worden.

Nee, dochter Simone kon met hem wel voor de dag komen. Haar broers mochten hem ook graag en zij als ouders waren best gelukkig met hem. Jammer, dat het geloof dit stel zo in de weg stond.

Van huisuit had hij zelf wel het nodige meegekregen, maar na zijn huwelijk met Janske Veerman was langzamerhand de kerkgang in het slop en het gebouw zelf wat uit beeld geraakt. Ze deden hun uiterste best zo goed mogelijk te leven en elk het zijne te geven. Daarvoor hadden ze, daarvan waren ze heilig overtuigd, het instituut kerk niet bij nodig.

Allerlei al dan niet terzake doende feiten, ervaringen en gebeurtenissen waren hier debet aan. Niet dat ze vijandig stonden tegenover de kerk, of de Schepper zelf, maar ze hadden wel veel moeite met zijn ‘grondpersoneel’, laat staan de handel en wandel van een aantal zich gelovig noemende ‘onderdanen’.

Hij verweet hen wel eens vrome hypocretie. Veel woorden, maar te weinig daden! Wel het evangelie prediken, maar er zelf niet of nauwelijks naar leven. Met de inhoud van de bijbel kon je immers alle kanten op. Ook verdacht hij een aantal predikanten van het spreken met verschillende monden.

Het ‘woord’ dat ze op de preekstoel spraken, spoorde in de dagelijkse praktijk soms niet met wat ze vanaf de kansel beleden. Vooral uit het zicht van hun Gemeente, deden ze elders of op vakantie vaak, wat ze thuis met de mond zo verfoeiden en dat kon hij niet goed pruimen.

Doordat ze in het begin allebei werkten, waren ze blij een weekend voor zich samen te hebben. Hun wederzijdse ouders hebben zich destijds vaak op hun opvoeding en daaraan gerelateerde kerkelijke plichten gewezen, maar zonder resultaat. De indertijd bij hun huwelijk aangeboden bijbel lag enigszins beschimmeld ergens in een kast.

Ook zonder dat ‘Boek der boeken’ wisten ze best hoe ze netjes, eerlijk en rechtvaardig moesten leven. Door het nachtbraken van de hedendaagse jeugd komt hen deze steeds meer terrein winnende levenshouding wel bijzonder goed uit. In hun jeugd hadden zij, Jan en Janske, naar de pijpen van hun ouders moeten dansen. Toen ze echter op henzelf kwamen, was het vooral ‘vrijheid – blijheid’ wat hen aansprak.

Misschien was het gedrag van Hermans ouders wel enigszins verklaarbaar. Als enig kind, na jarenlang hoopvol wachten op dat ene wonder, was er nooit een tweede gevolgd, was hij daardoor in hun ogen nu een erg kostbaar, wel wankel bezit.

Laat me….. - 11 -

Page 12: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Niet dat hij als enig kind daarom stok en steen werd verwend. Vooral zijn vader had hem van jongs af aan niet gespaard. Als beoogd opvolger in de groente- en fruitzaak in Musselkanaal, kon Herman daar in de ogen van zijn vader niet vroeg genoeg zijn stappen zetten.

Helaas voor de ‘groenteboer’ had zoonlief totaal geen idee voor dat gesjouw met die zware kisten en de vele ‘praatjes voor de vaak’. Hij voelde zich voor het vak van in- en verkoper in het geheel niet in de weg gelegd. Dit leidde wel eens tot verhitte discussies en onvrede in huize Van Galen.

Daarbij kwam, dat Herman was opgegroeid in een streng gelovig gereformeerd gezin. Niet dat hij, Jan Luitjes, of zijn vrouw Janske, daar zelf problemen mee hadden, maar de ervaring leerde, dat dergelijke lui,- de goeden vanzelf niet te na gesproken - , binnen de kerkmuren zich heel wat bijbelvaster gedroegen dan daarbuiten.

Jammer, dat de levenshouding en geloof van zijn ouders het jonge paar zo in de weg stonden. Hij kon niet begrijpen, dat ze niet meer rekening hielden met de afkomst en de gevoelens van zijn dochter. Zijn Simoontje, zijn oogappel. Wie aan haar kwam, kwam aan hem. Hij zocht en wilde voor dit lieve kind het allermooiste en het allerbeste, dat er bestond. Hij dacht dit in de persoon van Herman van Galen gevonden te hebben. Helaas, ook deze droom was blijkbaar bedrog.

Zo’n behandeling, als die lui haar gaven, verdiende ze niet. Haar gulle lach had hij de laatste weken niet meer gehoord. Het leek verdikkeme wel, of men haar daar betoverde, in elk geval zo beïnvloedde, dat ze haar geestelijke weg erbij kwijtraakte en dat kon immers nooit goed gaan. Aan het gezegde: “Twee geloven op één kussen, daar ligt de duivel tussen”, wilde hij niet eens denken.

Wanneer twee mensen, met eerbied en respect voor ieders overtuiging samen goed door een deur konden, moesten ‘buitenstaanders’ zich er niet mee te bemoeien. Elk mens was immers verantwoordelijk voor zijn eigen daden en levenshouding. Wanneer je daarbij niemand tekort deed en iedereen zo behandelde, als je zelf graag ook zou zien, leefde je tot ieders tevredenheid. Om die ‘naastenliefde’ ook nog met een Christelijk sausje te moeten overgieten, was in zijn ogen een beetje teveel van het goede.

Herman zelf moest, zei hij wel eens, van al dat ‘overtollig vlagvertoon’ niet bijster veel hebben. Regelmatig gooide hij, volgens Simone, ‘de kont tegen de kribbe’, maar dat zette niet veel zoden aan de dijk. Dat zijn dochter met zoveel angst en beven tegen dat ook van haar verwachte ‘keurslijf’ opzag, kon hij, zij het met enige spijt, best begrijpen. Het had hen toendertijd

Laat me….. - 12 -

Page 13: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

ook heel wat moeite gekost om samen een andere koers te gaan varen, dan die men voor hen had uitgestippeld.

Het meisje was bij haar uiteindelijk besluit beslist niet over één nacht ijs gegaan. Slapeloze nachten en urenlang overleg met haar ouders waren er aan vooraf gegaan.

Ook haar hartsvriendin Janneke Dekkers, waar ze al vanaf de Mavo steevast mee optrekt, zal haar steentje hiertoe wel hebben bijgedragen. Verder zullen haar collegaatjes in de kapsalon zich ook vast en zeker niet onbetuigd hebben gelaten. Aan adviezen geen gebrek, maar zij moest ze wel zelf uitvoeren. Wanneer je zelfs bij je grote liefde het idee krijgt in de kou te worden gelaten, is de gevolgtrekking niet meer zo onbegrijpelijk.

’t Is me toch wat! Kleine kinderen- kleine zorgen; grote kinderen- grote zorgen, wanneer kwam je als ouders eens zorgeloos aan jezelf toe? Of zal dat inherent zijn aan de taak, die je als ouders op je hebt genomen?

Opoe Luitjes zei altijd, dat je dankbaar moest zijn, wanneer God jou een kindje in bruikleen gaf. Een kindje dat je mocht liefhebben, koesteren en verzorgen, maar je moest volgens haar nooit vergeten, dat het nooit en te nimmer je eigen bezit werd.

Moeke kon met haar geloofsachtergrond mooi praten, maar hij zag dat met zijn nuchter verstand toch wel een beetje anders. De meeste jongbakken ouders begonnen hun verantwoordelijke taak heel consentieus. Wisten blijkens de vele tekstjes boven de geboortekaartjes heel goed, waar ze aan begonnen, maar of hun dromen ooit werkelijkheid zouden worden, is nog maar de vraag. Bv.

Je bent welkomin deze wereld.Mag je leven beginnenonder Zijn boog.In Zijn handenben je veilig.Zijn trouw reikttot in de wolken.Hemelhoog!

Of Het begin van een nieuw levenzo heel erg mooi en klein.Het is eigenlijk niet te omschrijven,hoe blij we met jou zijn.

Jan kon nog amper begrijpen, hoe hij ondanks zijn Christelijke opvoeding en alle kennis, die hij op de Christelijke school aan de Viaductstraat, schuin tegenover de brug naar Weerdinge, zo los van het Instituut ‘Kerk’ was geraakt. In het begin van zijn verkering met Janske, hadden zijn ouders dit wel

Laat me….. - 13 -

Page 14: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

eens op conto van haar gedacht, maar dat ging niet op, want per slot van rekening deed men daar nog meer aan het geloof, dan bij de Luitjes zelf.

Trouw hadden ze allebei naast de Christelijke School ( School met den Bijbel !) getrouw de zondagsschool bezocht. Tijdens hun huwelijk was er echter behoorlijk de ‘sleet’ in gekomen. Een duidelijke oorzaak kon hij niet eens goed aangeven. Was het gemakzucht? Kwam het doordat ze beide werkten en blij waren de zondag naar eigen inzicht te kunnen indelen? Te kunnen doen, waar je op dat moment zin aan had.

De argumenten die hij wel eens aanvoerde, rammelden aan alle kanten, maar het is nu eenmaal gemakkelijker met je vinger van je af, als naar je toe te wijzen. Nu hoorde hij dus z.g.n. bij het legioen van de buitenkerkelijken, al zou niemand hem een atheïst kunnen noemen. Een hekel had hij niet aan de kerk, de bezoekers en de Heer zelf, hoewel hij wel problemen had met het ‘grondpersoneel’. Dat er meer was tussen hemel en aarde, dan een mens kon bevroeden, stond voor hem zo klaar als een klontje.

Wat de dienaren des Woords en zijn hulpen- de ouderlingen en diakenen- bij tijd en wijle voor het voetlicht brachten, daar gingen hem de haren van overeind staan. Buurman Rinus zou zeggen: “Daar zakt mij de broek van af”. Ook de toestand in de wereld, zou er misschien wel mede debet aan zijn.

Wat zogenaamd in de naam van Onze Lieve Heer, wel eens aan onzinnige regeltjes werden voorgeschreven, vond hij wel eens hemeltergend. Al het gepraat over een God, die het beste met de mensen en de wereld waarin ze leefden voor heeft, kan hij niet goed rijmen met alle ellende, die hij dagelijks in de krant kan lezen, op de radio en televisie moet horen of zien en vooral tijdens het werk aan de lijve ondervindt.

Hij mist in de hele asielzoekers problematiek een duidelijk standpunt van de kerk en zijn dienaren in het bijzonder. Bijna niemand durft hierin blijkbaar een duidelijk standpunt in te nemen. Ook hier geldt schijnbaar zoveel te meer zielen, des te meer gedachten en standpunten. Slechts een enkeling durft in deze moeilijke materie ogenschijnlijk een principieel standpunt in te nemen, zonder daarbij de kool en de geit te sparen. Wanneer de kerken duidelijker en eenduidiger hun stem laten horen, zal er minder tweespalt zijn in de manier, waarop Nederland dit wereldprobleem het hoofd zal kunnen en moeten bieden. Nu blijft het vaak bij halfslachtige en voor meerdere uitleg vatbaar zijnde uitspraken, waar kop noch staart, laat staan enige houvast voor de mensen aan zit.

Oorlogen die telkens weer op deze aardbol uitbarsten, moorden die worden gepleegd. Onrecht, zinloos geweld en ga zo maar door. Het lijkt Sodom en Gomorra wel. Hoe valt dit te rijmen

Laat me….. - 14 -

Page 15: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

met alles wat in de kerken wordt gepredikt? Waar is die liefhebbende God? Waarom grijpt die Schepper van hemel en aarde niet in? Waarom laat hij dit alles schijnbaar maar toe? Laat hij de mensheid maar aanmodderen op een wijze, waarvan de honden geen brood lusten.

Of zal dit allemaal horen bij het z.g. ‘einde der tijden’, waar het boek Openbaringen zo bol van staat. Zal dit alles te maken hebben met de ‘Antichrist’, die een laatste, duivelse, poging doet het Schepsel van onze grote Creator naar de ‘verdoemenis’ te helpen. Zal God hem daarentegen zolang zijn verwerpelijk beproevings ‘werk’ laten doen, totdat Hij ingrijpt en hem voorgoed ‘de kop zal vermorzelen’.

Jan vindt het te gemakkelijk om alles wat je niet leuk vindt, aan de: Duivel, Satan, Boze, Lucifer ( de in onmin gevallen engel) of slang toe te schrijven. De mens, als denkend wezen, was er immers ook zelf nog bij. Of is dit nog een verlaat ‘cadeautje’ van de ‘Zondeval’? Heeft de mens dit allemaal zelf over zich heengeroepen?

Een dominee mag dan wel beweren, dat de mens geneigd is om alles verkeerd te doen en dat we allemaal na de zondeval zijn geboren, het neemt niet weg, dat als je ergens met zijn allen achter staat, dat als je vindt, dat het roer echt om moet, dat het dan ook zeker moet gaan lukken.

Als de mensen, die het volgens hun belijdenis kunnen weten, nu eerst eens het goede voorbeeld geven. Wie weet, zet hij dan nog eens weer vol nieuwe energie en met hernieuwde moed een voet over de ‘kerkdrempel’. Voorlopig ziet hij zich dat nog niet doen. Zolang er nog zoveel onvrede in zijn hart de eerste viool speelt, is daar nog volstrekt geen zicht op.

Hij vindt daarbij, dat hij als de ‘ontwerper’ en zijn vrouw als de ‘afmaker’ overduidelijk een aandeel in dit ‘nieuwe produkt’ hebben geleverd en dus ook als eigenaars aangemerkt mogen worden. Tot zijn onvermijdelijk einde zal hij zich altijd verantwoordelijk blijven voelen voor dit kostbaar bezit.

Op het geboortekaartje van zijn dochtertje hebben ze laten drukken:

Groot wonder,wonder groot.Mooi wonder,wonder mooi.

Hij zal altijd voor zijn kinderen klaarstaan, alles voor ze over hebben en beschouwt deze ‘kleinoden’ als een bekroning van hun liefde voor elkaar. Wee zijn gebeente, als er eens iemand de euvele moed zal hebben, één van zijn lievelingen ook maar één

Laat me….. - 15 -

Page 16: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

haartje te krenken. Hij zal ze wel eens met zijn knuisten kennis laten maken.

Dan staat hij niet meer voor zichzelf in. Hoe hij ook een hekel heeft aan het veelvuldig gebruik van, meestal nog zinloos ook, geweld. Bij de gedachte alleen al kan hij zich opwinden. God zij dank, is hij tot dusver voor dat soort narigheid gespaard gebleven.

Op het kaartje van zijn jongst heeft hij laten zetten:

Ik hoop, dat ik je geven kan,wat jij mij geeft,zolang ik leef!

Denkt dus duidelijk niet aan een éénrichtingsverkeer. Weet dat echte liefde altijd van twee kanten moet komen.

Jan weet deksels goed, dat hij ten aanzien van zijn kinderen, in de loop der jaren steeds opnieuw een stapje terug zal moeten doen. Van de zijlijn af, zal hij echter altijd een oogje in het zeil blijven houden.

Voorzover het in zijn vermogen ligt, zal hij de kinderen altijd op hun levenspad blijven volgen en steunen; door dik en dun heen. Wie aan één van zijn kinderen komt, komt aan hem. Voor zijn vrouw geldt, dat weet hij zeker, minstens hetzelfde. Vol trots kijkt hij aan tafel wel eens naar zijn drietal en zijn hart zwelt dan van trots, dat hij de vader van dit gezonde, levenslustige trio mag zijn.

Dan hebben zijn buren, de Van Dijk(jes) het een stuk minder getroffen. Jarenlang hebben ze gehoopt, misschien wel gebeden, om vader en moeder te worden. Van alles hebben ze geprobeerd en getrotseerd, stad en land afgereisd en vele onderzoeken ondergaan, voordat het definitieve doek was gevallen.

Wat had dat laatste bezoek, waarbij hen voorzichtig was meegedeeld, dat ze nooit een kind van henzelf zouden krijgen, hen uit het lood geslagen. Emmers vol tranen waren er vergoten, voordat ze dit feit een beetje konden verwerken. Gelukkig zat het met hun huwelijk en wederzijdse liefde wel goed, anders hadden ze heel gemakkelijk uit elkaar kunnen drijven. Ze hadden het uiteindelijk, met veel vallen en opstaan, een plekje kunnen geven.

Na maandenlang dubben wisten ze het zeker. Zij zouden nooit ouders van een ‘eigen’ kind worden. Nu stonden ze al jarenlang op de lijst voor een adoptie, maar aangezien ze alleen maar een kind uit Nederland zelf willen, is de ‘spoeling’ wel bijzonder dun.

Een kind uit het buitenland spreekt hen minder aan. Bang als ze zijn, dat hen mettertijd het verschil in huidskleur en afkomst parten zal gaan spelen. Als ze naar het programma

Laat me….. - 16 -

Page 17: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

‘Spoorloos’ kijken, valt hen steeds weer op, hoeveel met name buitenlandse adoptiekinderen op zoek gaan naar hun ‘roots’, hun biologische ouders. Hoevaak blijkt met de jaren dat soort kinderen problemen te krijgen met het feit, dat ze als ongewenste boreling aan vreemden werden afgestaan.

Ze durven het duidelijk niet aan, om een buitenlands-, vaak gekleurd kind, een betere toekomst te bieden. Bang dat ze zijnop latere leeftijd met allerlei zaken te worden geconfronteerd, waar zij met hun achtergrond geen greep meer op zullen hebben.

Angst ook voor de verschillen in cultuur en natuur, die ze met de kinderen ook in huis zullen halen. Buurman Jan was daar zelf niet zo bang voor, maar hij had dan ook gemakkelijk praten, als vader van drie gezonde telgen. Toch respecteerde hij hun keuze. Een aantal jaren geleden heeft het echtpaar Van Dijk zich er bij neergelegd, dat hun kinderwens hoe dan ook altijd een ‘vrome’ wens zou blijven.

De hoop op wat ‘leven in de brouwerij’ , zoals manlief het vaak noemt, hebben ze met het verstrijken van de jaren, dan ook al helemaal opgegeven. Ze moeten maar berusten en elkaar steunen in hun kinderloosheid. Met name de buurkinderen: Rieks, Klaas en Simone, vergoeden een hoop. Vanaf hun geboorte heeft het kinderloze echtpaar, bij het gezin Luitjes veel compensatie gevonden in dit opgroeiende drietal. Van kindsafaan lopen die bij hen de deur er zowat uit. Ze kunnen bij ‘oom en tante Van Dijk’ wel een potje breken.

Hoe vaak hebben ze niet op één van hen mogen oppassen, zodat de ouders ook eens een avondje uit konden gaan? En later vaak op alle drie. Op hoogtijdagen: feest- en verjaardagen enz. zijn ze steevast van de partij en met Sinterklaas werd bij hen net zo goed als thuis een schoen opgezet. Ze delen met recht in hun vreugdes en verdriet. Een goede buur is immers beter dan een verre vriend. De buurkinderen zorgen bij hen voor ‘de krenten in hun levenspap’. Als vrienden en buren zijn ze in elkaars leven niet meer weg te denken.

Met de buren aan de andere kant, een jong stel, dat hier zo’n anderhalf jaar geleden als pasgetrouwd stel is neergestreken, hebben ze wat minder contact. Wel drinkt men, als het zo uitkomt, over en weer wel eens een kop koffie, maar het jonge stel, werkt allebei en heeft het veels te druk met hun eigen besognes.

Hendrikus Jans ( Hinderk ) was echter wel een onderhoudende knaap. Zij werkt in zorgcentrum ‘Kloosterheerd’, a.h.w. naast de deur en verslijt daar een heleboel schoenen. Els, officieel Elsiena was niet zo’n praatster, maar meer een doener. Haar ‘villa’ ligt er altijd netjes bij. “Geen wonder”, spot Jan wel eens, “jullie zijn ja zowat nooit thuis. Hoe moet het huis dan vuil worden?” Elsje lacht dan maar wat. Nooit zal men tevergeefs een

Laat me….. - 17 -

Page 18: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

beroep op haar doen, maar haarzelf aanbieden, nee, dat ziet ze niet zitten.

Hij werkt als monteur in een Toyota garage in Nieuw Weerdinge. Heeft Jan dan ook aan een alleraardigst mooi karretje geholpen. Voor een eventuele keuring, of onderhoudsbeurt, neemt Hinderk zijn wagentje even mee. Mooier kan hij het toch niet krijgen? Is ook nooit te beroerd in de buurt zijn: hand- en spandiensten te verlenen, wat tijdens de buurtfeesten goed uitkomt. Hindrek zit altijd vol grappen en grollen en is altijd in voor een geintje. Vooral als hij een borreltje, nou ja een pilsje, op heeft. Niet dat hij daar normaliter misbruik van maakt, maar als rechtgeaarde kerel, zit hij in tegenspraak tot zijn grootspraak behoorlijk onder de plak. Wanneer vrouwlief hem met haar fonkelende ogen eens goed aankijkt, wist hij wel hoe laat het is.

In de weekends, wat meestal neerkomt op de zaterdagavond werkt hij als ‘uitsmijter’, hij zelf noemt het liever ‘oppasser’ in discotheek “Bermuda”. Een uitgangsgelegenheid net buiten de bebouwde kom, waar het voor de jeugd blijkbaar goed toeven is, want het zit, naar horen zeggen, bijna elke zaterdagavond bomvol. De jeugd ondervindt daar blijkbaar weinig problemen, want Jan heeft zijn buurman eigenlijk nooit over moeilijkheden o.i.d. gehoord. De ‘oppassers’ moeten hierbij wel alert zijn en elk dreigend probleem meteen in de kiem smoren, om escalatie te voorkomen. Een praatje, eventueel een consumptie ‘van het huis’, doet daarbij meestal wonderen.

Waarschijnlijk om eventuele problemen te voorkomen, heeft men daardoor eens wat onbekende asielzoekers de toegang geweigerd. Hiertussen zitten immers nog wel eens van die opvliegende standjes, waardoor ineens als een blikschicht bij heldere hemel de vlam in de pan kan slaan.

Mensen, die uit de warme landen komen, hebben vaak wat meer temperament, zijn warmbloediger, dan die ‘koude’ noordelingen. Hier kijkt men liever eerst de kat uit de boom, maar als die er ook eenmaal noodgedwongen uit is, jongens, berg je dan maar.

Na wat overleg met alle betrokkenen, was deze ‘affaire’ besust en nu iedereen weet, wat men hier van de ‘gasten’ verlangt, zijn ze in het vervolg van harte welkom. Het personeel is heel voorzichtig en de eigenaar bang voor een ev. slechte naam. Sindsdien zijn er geen noemenswaardige incidenten voorgevallen.

Ook Simone is daar met haar Herman wel eens geweest, maar dit stel had minder behoefte aan al dat lawaai, waardoor een normaal gesprek nauwelijks mogelijk is. Zij prefereren een bioscoopje. Onder de film konden ze in elk geval meer van elkaars nabijheid genieten, dan op de dansvloer.

Wat handje vrijen en zo af en toe een kusje stelen. Ook een avondje ‘oppassen’ bij familie of kennissen slaan ze niet af. Lekker

Laat me….. - 18 -

Page 19: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

onderdak en je natje en droogte op zijn tijd. Een beetje hangen op de bank en wat kijken naar wat hen op de ‘kijkbuis’ wordt voorgeschoteld.

Toen tijdens het laatste jubileumfeest het bier overvloedig had gevloeid, had Henderikus zelfs een grap uitgehaald met Tinus van Dijk. Toen ’s avonds de praat op het weer was gekomen, had deze gewag gemaakt van zijn nieuwe regenmeter, die hij van zijn vrouw Gerie op zijn verjaardag had gekregen.

Na afloop van het feest in de grote tent op het gras voor de huizen en elks ‘zijns weegs’ was gegaan, had Hinderk wat geaarzeld en gewacht tot de meesten in huis verdwenen waren. Hij was naar de regenmeter in de tuin van de Tinus Van Dijk gelopen en had in de regenmeter zijn blaas geleegd. Kompleet met schuimkraag en al.

De volgende morgen meldde Tinus, aan Jan Luitjes, die toevallig buiten stond, dat het die nacht toch wel behoorlijk had geregend. Zijn regenmeter was namelijk tot de rand toe vol. Jan had, toen hij ’s nachts uit bed moest, om ‘een piepie’ te maken, uit gewoonte even naar buiten gekeken en wel gezien, dat het een beetje motregende.

Maar hij betwijfelt, of er zoveel regen is gevallen, dat de regenmeter helemaal vol zou zijn. Zoveel water heeft het toch niet aangebracht? Maar als buurman het zegt, zal het wel zo zijn. Hij gelooft hem op zijn eerlijk gezicht. Tot hij het grijnzende gezicht van Hinderk om de hoek van het huis tevoorschijn ziet komen. Ineens begrijpt hij dekselsgoed, waarom er alleen bij Tinus blijkbaar zoveel regen is gevallen. De regen is in het onderhavige geval wel heel erg plaatselijk geweest!

Pas dagen later kreeg buurman Van Dijk in de gaten, dat hem een kool was gestoofd en hoorde hij, hoe en door wie hij was beetgenomen. Hij kon er in ieder geval smakelijk om lachen, al heeft menigeen hem later er wel eens goedmoedig mee geplaagd.

Vol ‘blijde verwachting’ trokken op zaterdagavond de vrijgezelle jongelui en de jongverliefde paartjes erop uit. De avond kan voor de meesten niet vroeg genoeg beginnen en niet lang genoeg duren. Niet iedereen heeft natuurlijk al een partner gevonden. Groepjes jongelui trekken er dan ook op uit, om te kijken, of er ergens niet iets van hun gading bij zit. Of ze trekken naar het café om de vrije avonden te vieren. Niet overal is het ‘koop en slag’, of om met een televisie programma te spreken: “Liefde op het eerste gezicht”. Het deed er soms nog wel eens wat toe, voor men de ‘ware’ had gevonden. Er mag dan best een stad en zelfs een land vol van zijn, het blijft toch steeds weer een wonder, hoe twee mensen elkaar ontmoeten en bij elkaar blijken te passen, als een ‘deksel op een potje’.

Herman Van Galen, had zich deze avond ook op zijn ‘Paasbest’ uitgedost, om als een echte ‘haan’ indruk op zijn

Laat me….. - 19 -

Page 20: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

‘hennetje’ te maken. Boordevol plannen reed hij van Musselkanaal, waar hij nog bij zijn ouders woonde, via Terapelkanaal naar zijn meisje. Hij kon zich er nu al intens op verheugen.

Eindelijk zijn oogappel, zijn ‘Simoontje’ in de armen te kunnen sluiten. Dat ranke lijf tegen hem aan te voelen en haar volle lippen op de zijne. Hij zou zich wel bij de gedachte daaraan in de handen willen wrijven, maar het ‘stuurwiel’ liet dat niet toe.

Vaak probeert hij ook op de woensdag, nog wel eens even langs te komen, om als het even kan voor die avond een afspraakje te maken. ‘Wortelavond’ noemen de heren der schepping dat. Daarom rijdt hij vaak even langs de kapsalon om in elk geval een glimp van zijn meisje op te vangen. De plagerijtjes van de andere kapsters neemt hij daarbij graag op de koop toe. Het blozende gezicht van Simone vergoedt hem het openthoud ruimschoots. Vaak zit er bij vertrek uit de salon voor hem nog wel wat meer aan, dan een groet alleen.

Al een paar gezellige avondjes heeft hij hier, samen met de andere kapsters met, of zonder aanhang, in huize Westra meegemaakt en hij voelt zich hier wonderwel op zijn plaats. Mag hij in het begin nog wat stilletjes en verlegen overkomen, gaandeweg werd hij losser en kon hij zich in dit gezelschap goed weren. Herman voelt zich hier ook beslist geen vreemde eend in de bijt meer. Op hun beurt merkt hij aan de opmerkingen, dat ze zijn aanwezigheid terdege op prijs steldln en hem Simone best gunnen. In haar werkomgeving voelt hij zich goed thuis.

Het zaterdagse werk in de groente- en fruit zaak van zijn ouders aan de Hoofdstraat zit er voor hem om zes uur gelukkig op. Herman snapte niet, wat zijn vader aan deze ‘werkverschaffing’ vindt. Er komt ja geen eind aan het gesjouw met kisten en dozen.

In de week moet hij al genoeg rekenen en daar heeft hij nog een ‘Japannertje’ bij de hand. Hier moet hij tijdens de ‘bestelling’ uit het hoofd al die verschillende bedragen uitrekenen. De ene klant na de andere moet hij netjes te woord staan en voorzien van het gewenste. Het is de hele dag rennen en vliegen en wanneer de laatste klant tegen vijf uur zijn hielen heeft gelicht, moet hij met het overige personeel opruimen en sommige bederfbare kratten met fruit in de koeling zetten.

Het overige sorteren enz. Wat iemand daar voor lol aan kan hebben, is hem een raadsel. Het is, dat zijn ouders zijn hulp zo goed kunnen gebruiken en dat hij zich dankbaar wil tonen voor alles wat ze zich de afgelopen voor hem hebben ontzegd, anders had hij zijn groene schort allang bij het grof vuil geworpen. Gelukkig komt aan elke dag vanzelf weer een eind.

Wat interesseren hem nou al die verschillende soorten groeten en fruit. Jaarlijks komen er wel weer andere soorten bij.

Laat me….. - 20 -

Page 21: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Wie verre reizen doet en menigeen zoekt de laatste jaren zijn vakantiegenot steeds verder buiten de deur. Je kunt tegenover je collega’s immers niet achterblijven.

De concurrentie met de plaatselijke supermarkten is soms moordend. Je moet beslist van goede koopmans- huize komen, om in deze branche nog wat zout in de pap te kunnen verdienen. Wat men van ver haalt, schijnt lekker te moeten zijn, zodat zijn vader het assortiment voortdurend moet uitbreiden. Gelukkig wordt dat laatste verzorgd door de plaatselijke groothandel. Wat men daar zoal van de verschillende veilingen meebrengt, daar staat je verstand bij stil.

Hijzelf wordt echter ‘gallisch’ van al dat gedoe. Voor hem mogen ze graag een ander nemen, maar hij wil zijn hardwerkende ouwelui niet voor het hoofd stoten. Toch is hij altijd blij, dat zijn ‘put’ er weer uit is en hij op zijn fiets kan springen, om zich klaar te maken voor de avond.

Weet vaak niet, hoe snel hij ’s zaterdags zijn schort aan de kapstok moet hangen en haast zich, na een groet en armzwaai, zo snel mogelijk naar huis. Eigenlijk is het weekend voor hem dan pas echt begonnen.

Snel een kop koffie naar binnen werken en dan een grondige wasbeurt om – volgens zijn vader tenminste– het luie zweet eraf te spoelen. Daarna zich aan moeders ‘pappot’, rijkelijk voorzien van groenten uit eigen zaak, tegoed te doen.

Zijn ouders vinden het maar niets, dat ‘vooruit’ eten. Liever ziet men, dat hij wacht, tot ze gedrieën aan tafel kunnen. Ze zijn immers zelf ook jong geweest. Je bent maar eenmaal jong en je wilt wat, maar gelukkig zijn met deze haast, nee dat is teveel gevraagd. Na wat stevige aanvaringen heeft men zich ook hier maar bij neergelegd, bang dat ze zijn, zoonlief nog meer tegen zich in het harnas te jagen.

Van dat soort ‘corrigerende’ opmerkingen trekt hij zich niets meer aan. Hij is al blij, dat zijn ouders, eindelijk maar toch, hebben geaccepteerd, dat hij nooit of te nimmer de zaak over zal nemen. Bij wijze van ‘compromis’ werkt hij dus op zaterdag en in voorkomende gevallen ook in zijn verdere vrije tijd, bijvoorbeeld op de donderdagse koopavond een slag in de rondte mee.

Met frisse tegenzin, dat wel, maar hij wil jegens zijn ouders niet ondankbaar lijken, die hebben immers zoveel voor hem over en werken zich ook voor hem uit de naad. Hij zat, voordat hij zijn eigen geld verdiende, altijd goed in de kleren. Reed vanaf zijn zestiende al op een mooie brommer, kon met zijn vrienden wel het een en ander stukslaan. Werd door zijn ouders in dat opzicht ook niet kort gehouden. Zolang hij maar in hun gareel liep.

Toen hij echter in vele opzichten de ‘kont tegen de krib’ sloeg, werd hij in meerdere opzichten op zichzelf teruggeworpen. Ze ontdekten, dat hij ook een eigen wil had en niet alles meer

Laat me….. - 21 -

Page 22: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

klakkeloos voor waar aannam. Waar was dat gezeglijke knaapje gebleven. Steeds vaker kwam het voor, dat hij zich ging verzetten tegen allerlei, in zijn ogen onnodige, ver- en geboden. Met de paplepel werd hem de ‘lere Kanaäns’ ingegoten.

Voor hem hoeven ze zich al die ‘kopzorgen’ niet op de hals te halen. Een ‘troonopvolger’ voor de zaak is en komt er wat hem betreft ook niet. Waarom ze desondanks maar bleven ‘ezelen’ en knoeien, is voor hem een raadsel.

Als hij in hun schoenen stond, had hij het groentebijltje er al lang bij neer gegooid. Elk zijn meug moet je maar rekenen. Zolang ze er hem maar niet meer mee lastig vallen, is het hem al lang best. Zijn rol in deze ziet hij als een min of meer noodzakelijk kwaad. Een rol die hem niet ligt en ook helemaal niet past. Dat zijn ouwelui dit maar niet wilden inzien. Ze zagen toch, hoe dit werk hem tegenstond.

Hij wil op donderdagavond ( koopavond) en op zaterdag best eens inspringen, wanneer dat zo uitkomt, maar daar moet het wel bij blijven. Het werken in de winkel vindt hij een noodzakelijk kwaad en is altijd weer blij, als hij de winkeldeur achter zich dicht kan doen, om naar huis te gaan. Gelukkig heeft hij doordeweeks zijn eigen werk als boekhouder bij een groothandel in witgoed in Emmen. Met zijn ‘Opeltje’ is die afstand best te overbruggen, al wil hij over niet al te lange tijd daar wel graag een eigen nestje bouwen. Een ‘duifje’ heeft hij al. Het wachten is alleen nog maar een passende ‘til’.

Na wat aanpassingsproblemen is hij in Emmen een betrouwbaar en waardevol lid van het administratie - team geworden. Steeds meer verantwoordelijkheden worden aan hem toevertrouwd. Hij voelt zich gewaardeerd in wat hij doet en dat geeft hem veel voldoening. Nee, uitzien naar ander werk doet hij vooralsnog niet.

Al een paar keer heeft hij na een functioneringsgesprek al promotie mogen maken, wat het werk ‘op zo’n duf stoffig kantoor’, zoals zijn ‘pipa’ dat graag eens snerend noemt, alleen maar prettiger maakt.

Hieruit blijkt overduidelijk, dat vader zich nog niet helemaal heeft neergelegd bij het afhaken van Herman en het in duigen vallen van zijn toekomstplannen. Misschien hoopt hij in zijn hart nog wel eens, dat Herman op de ‘dwalingen zijns weegs’ terug zal keren. Daar lijkt het echter in de verste verte niet op en wat hem aangaat, zal dat ook zeker niet gebeuren.

Ook de daaraan gekoppelde loonsverhogingen maken, dat Herman zich steeds meer op zijn plaats voelt. Hij ziet zich over een paar jaar al als lid van het managementsteam. Hoewel hij dol is op zijn Opel Corsa, loopt hij toch met plannen rond, om deze in te ruilen voor een nieuwe, maar daar weet zelfs Simone nog niets

Laat me….. - 22 -

Page 23: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

van. Wat zal die grote ogen opzetten, wanneer hij ineens met een fonkelnieuwe ‘bolide’ voor zal komen rijden.

Hij kan zich er nu al op verheugen op de verrassing, die het voor zijn Simoontje, zoals hij haar vaak liefkozend noemde, zal zijn. Het kost hem behoorlijk wat moeite om zijn toekomstplannen voor haar geheim te houden. Zo tussen neus en lippen door heeft hij zich wel eens laten ontvallen, dat er in Emmen zulke leuke flatjes te huur worden aangeboden.

Aan kopen denkt hij voorlopig nog lang niet. Dat kan bruin nog niet trekken, maar als zijn carriére zich op deze manier voort blijft zetten. Wie weet wat er later nog eens voor hen in het vat komt zitten?

Al mijmerend en luisterend naar een cd- tje, dat een potpourrie van smartlappen van Andre van Duyn ten gehore brengt, waarbij ze samen vaak uit volle borst meegalmen, legt hij de enkele kilometers af, die zich scheiden van zijn ‘hartediefje’.

Dat de avond niet volgens plan, maar zo geheel anders zal verlopen, heeft geen mens toen kunnen voorspellen.

Laat me….. - 23 -

Page 24: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

2. Het getij verloopt

“Simone, luister nou eens! Dit kun je niet menen! Waarom zeg je dit nou? Ik hou toch van je! Hoe kun je dit nu doen? Ik snap er geen jota van. Is er soms een ander?” Het meisje schudt driftig van nee. “Nee?, maar waarom wil je het dan uitmaken? Ik begrijp er helemaal niets van!”

Als om zijn woorden kracht bij te zetten, stampvoet hij op de grond. Het is ook niet niks, wat de jongen hier te verstouwen krijgt. Tranen lopen Herman over de wangen, als hij deze woorden stamelt. Hij kijkt zijn ‘verloofde’ verbijsterd aan. Al wat hij vanavond heeft verwacht, dit in geen geval. Hij gelooft zijn eigen oren niet. Dit kan toch niet waar zijn? Dit is toch alleen maar een kwade droom?

Echt verloofd zijn ze weliswaar niet, ze vonden dat zo ouderwets, maar de zilveren vriendschapsring die ze elkaar zo’n half jaar geleden om de vinger hebben geschoven, geldt voor hen net zo. De cirkel symboliseert immers een teken van oneindigheid en onverbreekbaarheid. Beiden waren hier destijds erg ‘verguld’ mee geweest. Na afloop van een uitgangsavondje: etentje, bioscoopje en een uurtje ‘opzitten’ hadden ze hiertoe besloten. De eerstkomende vrije donderdagavond hadden ze de ringen gekocht.

Ze hebben de ‘stille overeenkomst’ gevierd met een etentje in Emmen en de avond besloten met een intiem samenzijn op de zit- slaapkamer van Simone. In het nette wel te verstaan, tenminste dat was wel hun bedoeling. Indachtig beider opvoeding vonden ze, dat ze ‘het’ beter konden bewaren voor na hun huwelijk, In tegenstelling tot vele leeftijdsgenoten, voelden ze eigenlijk niets voor het: vrijheid- blijheids principe, waarbij voor de huwelijksnacht veelvuldig werd aangerotzooid.

Het was net of ze met deze ring hun liefde voor elkaar wilden bezegelen. Ze konden elkaar ja wel opvreten. Ondenkbaar, dat er mensen waren, die wel eens verzuchten, dat ze het indertijd beter wel hadden kunnen doen. Geen haar op hun beider hoofd, die in de verste verte zich voor zou kunnen stellen, dat hun wederzijdse liefde bij één van hen wel eens als water tussen hun handen zou kunnen wegstromen.

Desondanks hadden ze daar voor de eerste keer van de liefde gesnoept. Het verstand mag dan nog zo sterk zijn; als puntje bij paaltje komt is het vlees helaas erg zwak. Ze hielden ook ja zoveel van elkaar. Ze wilden niet alleen vandaag, maar ook voor altijd bij en van elkaar zijn. Ze gaven zich vrijwillig en met heel hun hart aan elkaar. De kerk, bij monde van de predikant, en ook de ouders mochten dan wel zeggen, dat dergelijk ‘intiem

Laat me….. - 24 -

Page 25: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

verkeer’ voor het huwelijk verboden was. Het moest wel ergens in dat dikke Boek staan, maar daar hadden ze toen geen oren naar.

In elk geval hoor je volgens de ‘clerus’ nog niet van de ‘vleselijke lusten’ te genieten, voordat je je ‘rijbewijs’ d.w.z. je trouwboekje hebt ontvangen. Simones buurman Hinderk heeft wel eens gezegd op een verjaardagsvisite, dat je nooit een kat in de zak moet kopen. Voordat je de strop om je nek doet, moet je wel weten, of alles er wel op en of aan zit.

Of zal dat een boerenwijsheid zijn, uit lang vervlogen tijd, toen met name rijke boeren een passende partij voor hun zoon of dochter kiezen, waarbij het aantal gebinten, stalraampjes, paarden, bunders, of een buidel met geld, belangrijker schijnen te zijn, dan wat intermenselijk geluk. Geen wonder, dat er in die tijd heel wat buiten het ‘huiselijk potje’ wordt ‘gepiest’. Gedwongen huwelijken waren dan ook vaak meer regel als uitzondering.

In dergelijke kringen was het heel normaal, dat er getrouwd moest worden. Stel je voor, dat zo’n boer na het huwelijk, zonder troonopvolger, of – ster kwam te zitten. De ‘oude heer’ moest daar ja niet aan denken! Als daarbij de zwangerschap, om welke reden dan ook uitbleef, werd het meisje als een onwaardige tegenpartij aan de kant gezet.

Wanneer na twee jaar het meisje nog geen bewijs van haar ‘kunnen’ had geleverd, werd die stumperd vaak bruut door haar ‘vrijer’ in de steek gelaten. Als dat een paar maal gebeurde, werd in Drenthe het arme kind, door de dorpsjeugd, op een boerenwagen met het ‘zoorholt’ door het dorp gereden.

Als onvruchtbaar schepsel moest het meisje hierbij het gelag betalen. Meestal werd dit ‘onaantrekkelijk’ geworden meisje gelijkertijd veroordeeld om verder als ‘oude’ vrijster door het leven te gaan. Wie wil er nu zo’n afgelikte boterham, die niet eens in staat is kinderen te baren! Nood breekt deze ongeschreven ‘boeren’ wet, terwijl het immers evengoed aan de ‘vrijer’ kon liggen.

Voor haar geen echtgenoot meer. Onvruchtbaar, dus als boerin niet meer dienstbaar, moet zij haar leven verder in eenzaamheid slijten. Wat een schande! Stel je eens voor, dat jaren later blijkt, dat de schuld niet bij haar, maar bij haar ex. partner heeft gelegen. Dan zijn de druiven wel extra zuur.

Gelukkig is de jeugd tegenwoordig een stuk mondiger. Laten zich de wet door hun ouders niet meer voorschrijven. Zoeken zelf wel iemand naar eigen keuze. Daar hebben ze de hulp van, misschien goedbedoelende ouders c.q. vaders niet meer bij nodig. En weten met behulp van de nieuwste conceptiemiddelen een en ander beter naar hun hand te zetten.

Gelukkig is zulkswat niet meer van deze tijd. Hinderk had zich in elk geval geen knollen voor citroenen laten verkopen. Hij

Laat me….. - 25 -

Page 26: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

wist wat hij als zijn wederhelft koos. Hem hoefden ze niets meer wijs te maken. Hij keek daarbij zijn Elske eens aan, die een hoofd als een biet kreeg. ”Ach gekkerd, doe even normaal, zeg, wat moeten de jongelui wel niet denken? Schaam je toch voor deze onwijze praat”.

Ze kende haar ‘Hinkie’ echter langer als vandaag. Het spreekwoord zegt niet voor niets: “Als de wijn zit in de kan, zit de wijsheid in de man, maar als de wijn zit in de man, zit de wijsheid in de kan”. Wijselijk zweeg ze maar. In wijn en bier zit immers hetzelfde, namelijk: alcohol.

Het verliefde stelletje hield echter wijselijk hun mond en deed net, alsof dit water niet door hun zee stroomde. Het bleef echter wel een feit, dat het huwelijk van Henderikus en zijn Elske wel wat overhaast had moeten plaatsvinden.

Toen zijn schoonouders hem indertijd hierop hadden aangesproken, had hij zich eruit proberen te redden met de dooddoener, dat elk jong stelletje het deed en dat diegenen die niet voortijdig het huwelijksbootje van de kant hoefden te duwen, puur geluk hadden gehad.

Je moet maar lef hebben! Hij zal met zijn kortzichtige opmerkingen wel geen al te goede beurt hebben gemaakt bij zijn aanstaande schoonouders. Een geluk bij een ongeluk voor ‘stoute’ Hinderk, zijn schoonouders konden hem moeilijk wat verwijten, want Elske was ook een ‘zevenmaandse’, van de beddeplank af zogezegd.

Ze was echter met haar zeven pond goed voldragen met alles erop en eraan. Hinderk heeft zich daar, volgens eigen zeggen, terdege van vergewist. Met het wicht was niets mis, daarvoor stak hij zijn handen in het vuur. Achteraf kan hij gemakkelijk praten.

Het is daar niet bij één kind gebleven. Na een zoon, die Dirk naar zijn opa genoemd werd, kwam er twee jaar later nog een meisje, Riekie bij. Beide kanten waren nu benoemd. Het moeilijkste had hij het eerst gedaan, snoefde hij, toen hij wat bier teveel achter zijn knopen had. Vlak voordat je het hoogtepunt bereikte, moest je dan een flinke draai aan de slinger geven.

Een meisje was immers veel gemakkelijker te maken, aangezien je het model onder je had. Aangezien zijn rijkeluis wens was uitgekomen, was hij er maar mee gestopt. Per slot van rekening waren er immers maar twee soorten. Die avond zal zijn Elske hem om zijn rare praat, wel even stevig de oren gewassen hebben.

Simones ouders waren die avond op verjaardagsvisite bij haar tantje Roelfien. Een vrijgezelle vrouw van vierenvijftig jaar. Ze was de ware Jacob helaas nog nooit tegengekomen. Of zal ze vroeger ook eens het ‘zoorholt’ hebben gekregen? Het rechte is

Laat me….. - 26 -

Page 27: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

men hierover nooit gewaar geworden. In elks geval had ze nog altijd het bed voor haar alleen.

Naast haar drukke baan als directiesecretaresse besteedde ze haar vrije tijd aan haar hobby; het ontwerpen en naaien van poppenkleding. De resultaten vonden gretig aftrek bij de talrijke nichtjes, al waren ook sommige neefjes niet afkerig om zo af en toe eens met een pop te spelen.

De ouders zullen er wel niet zo gelukkig mee zijn, maar alla in deze tijd van ‘emancipatie’, spottend wel eens ‘in de man zijn plaatsje’ genoemd en verregaande verdraagzaamheid, moet dat toch kunnen. Ook mag ze graag samen met haar vriendin Koba verre reizen maken. Wie verre reizen doet, kan veel verhalen, dus haar ouders zullen zich deze avond niet vervelen.

Simone was uit haar werk al even langs geweest, ze had niet zoveel zin om daar tussen de ‘oudjes’ al die verhalen voor de zoveelste keer, aan te moeten horen. Bovendien heeft Herman beloofd nog even langs te zullen komen.

Met hem kan ze ook gemakkelijker praat houden, al zullen de monden ook vaak wat anders te doen hebben. Van het een was die avond het ander gekomen. “De gelegenheid schept de dief”, zegt immers een bekend spreekwoord. In dit geval raakte Simone heel wat anders kwijt, al was dat nog zo kostbaar, i.p.v. wat contanten.

Na de belofte van ‘eeuwige trouw’ was, mede door de geboden kans, hun vrijpartijtje heel wat verder gegaan, dan de traditionele lange droge kus. Volgens haar zeggen, had zijn ‘toekomstige vrouw’ geen enkele spijt van het ‘genomen voorafje’. Een dag en een avond om nooit te vergeten. Zo’n kans ligt ook niet zomaar voor het opscheppen. Wanneer deze je geboden wordt, moet je hem met beide handen aangrijpen.

Of zouden de woorden van Henderikus toch in hun hoofd zijn blijven hangen? Een kat in de zak was het vanaf die avond in elk geval niet meer, al hebben ze er wel voor gezorgd, dat eventueel resultaat uitbleef. Een verstandige meid is op dat soort nare gevolgen goed voorbereid, om met een bekend ‘t.v. spotje’ te spreken.

In de komende weken verrieden in elk geval de bewasemde raampjes van de op een stille plek geparkeerde auto, dat daarin meer gebeurde dan wat ‘droge’ vooroefeningen. Niet dat de eerste keer voor beiden zo’n doorslaand succes is geweest, maar toch belooft dit soort ‘experimenten’ veel voor de toekomst.

Waarschijnlijk zijn ze die eerste keer veel te zenuwachtig geweest. Übung macht den Meister, oftewel ‘Oefening baart Kunst’, om met een beroemde Rederijkersspreuk te spreken.

Het was maar goed, dat zijn ouders niet wisten, wat er zich al tussen hen afspeelde. Zij zouden deze intimiteiten, met de hand op de bijbel, ten zeerste afkeuren. Dit soort zaken moest

Laat me….. - 27 -

Page 28: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

voorbehouden blijven aan het huwelijk, waarin men zich a.h.w. voor het eerst aan elkaar mocht geven. Wie de oren eens te luisteren legde, kreeg al gauw in de gaten, dat er zo te horen, niet veel stelletjes waren, die maagdelijk in de huwelijksboot stapten.

Hij vroeg zich trouwens in alle gemoede af, hoe zijn ouders vroeger in hun verkeringstijd met elkaar om waren gegaan. Zou zijn vader, ruw gezegd, soms een ‘kat in de zak’ gekocht hebben? Of was hun verbintenis de wens van de wederzijdse ouders geweest? Zo ouderwets zullen zijn ouders en grootouders toch niet zijn geweest?

Je kan echter niet weten. Hun houding t.a.v. de sexualiteit vindt hij wel erg bekrompen en niet meer van deze tijd. Het aantal gedwongen huwelijken logenstraft in ieder geval, de volop gepredikte ‘vrome wens’.

Achter de bedstee deuren gebeurde vroeger vast en zeker meer dan wenselijk werd geacht. De pot wil de ketel blijkbaar graag verwijten, dat hij zwart ziet en hij ziet daarbij dan wel de splinter in het oog van de ander, waarbij hij de balk in zijn eigen oog graag over het hoofd ziet.

De latere herhalingen, op de achterbank van zijn autootje smaken in ieder geval naar meer. De televisiespotjes over veilig vrijen hebben ze niet nodig, om te beseffen, dat wat ze doen niet zonder gevolgen zal blijven, als ze geen afdoende voorzorgsmaatregelen nemen.

Simone mag dan al ‘aan de pil’ zijn, een ‘regenjasje’ vinden ze beiden geen overbodige luxe. Alleen het ‘gefriemel’ met dat ballonnetje ‘om de piemel’, zorgt wel eens voor veel jolijt, maar is niet bepaald bevorderlijk voor de potentie. Toch klaagt daarbij geen van tweeën later tijdens het liefdesspel. Nee wat dat aan gaat, komt het tweetal niets tekort. Hierin passen ze uitstekend bij elkaar, evenals het spreekwoordelijke dekseltje op het potje.

“We hebben het toch altijd gezellig samen”, ging Herman verder. “Nooit ruzie, altijd veel plezier. Ik snap niet, waarom je daar zomaar ineens een einde aan zou willen maken. Als er iets is, waaraan jij je bij mij stoort, kun je me dat toch gewoon zeggen. We hebben toch geen geheimen voor elkaar?”

Simone ontkent in alle toonaarden, dat het aan hem ligt. Ze kan het niet uitleggen, maar ze heeft al een tijdje het gevoel, dat ze niet helemaal samen sporen. Hoe vreselijk ze het ook voor hem vindt, zij durft niet verder met hem. Hoe erg het haar ook spijt.

“We hebben net nog zo’n fijne vakantie op Kreta gehad”, gaat Herman verder. Hij trekt alles uit de kast, om zijn ‘allessie’ maar van het in zijn ogen dwaze en nergens op gestoeld plan af te brengen.

Die reis had overigens nog wel veel voeten in ‘onwillige’ aarde gehad. Vooral zijn ouders zagen nog erg veel beren en

Laat me….. - 28 -

Page 29: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

bergen op hun pad. Samen reizen, akkoord, maar samen slapen in één kamer, dat was toch de goden verzoeken! Wat zullen de ‘anderen’ vooral hun ‘kerkgenoten’ hiervan wel niet zeggen? Blijkbaar zijn ze erg bang voor de ‘sociale controle’ die in die kringen nog altijd schering en inslag is.

Vader Van Galen met name heeft het daar erg moeilijk mee gehad. Zoals altijd, had hij immers ook nu alleen maar het allerbeste met zijn zoon voor. Dat zijn zoon nu ook op het gebied van de moraliteit een loopje met hem nam, was voor hem haast onverteerbaar. Dat hij in hem geen troonopvolger vond, omdat de groenten- en fruitzaak hem gestolen kon worden, was voor hem ook al zo’n bittere pil geweest. En nu trapte zijn oogappel hem weer hard op zijn ziel.

Gelukkig is Herman gezegend met een helder verstand en ziet studeren niet als een noodzakelijk kwaad. Na de lagere school, uiteraard ‘ Den School met den Bijbel’, heeft hij de Havo gedaan en later nog de Meao, voordat hij besluit het geleerde eens in praktijk te brengen.

Tijdens zijn stageperiode heeft hij zich geöriënteerd bij een grote witgoed groothandel in Emmen, waar hij nu al drie jaar zijn overhemdsmouwen slijt. Hij verdient er een redelijk tot goed salaris en de perspectieven zien er voor hem goed uit. Pa van Galen moet toegeven, dat Herrman op deze wijze in staat is gemakkelijker een goede boterham te verdienen, dan door keihard werken als ‘franchiser’ in een groente- en fruitzaak.

In zijn tweedehands ‘Opeltje’ toert hij opgewekt op en neer. De laatste twee jaar maakt het wagentje een stuk meer overuren en daarmee gepaard gaande kilometers. Ook Simone beschouwt zijn autootje als een stukje vertrouwds. Samen proberen ze hun troetelkindje in optima forma te houden. Ze glimt van de vele wasbeurten en ook van binnen ziethet wagentje eruit om door een ringetje te halen.

Dit bijna onoirbare voorstel van deze jongelui, die volgens zijn vader nog lang niet ‘droog achter de oren’ zijn, deed huize Van Galen op zijn grondvesten schudden. Als goedgeaarde, geregelde kerkgangers, zoals Geert Van Galen er een was, was dat in hun kringen toch niet te verkopen. ‘Not done’, om het eens in de taal van deze tijd te zeggen.

Samenwonen, oftewel ‘hokken’ voor het huwelijk, of een gezamenlijke vakantie die hij beschouwt als iets dergelijks, is in zijn ogen smerig en hij schaamt zich als vader en niet te vergeten als diaken, zich de ogen uit het hoofd. Hij heeft immers een voorbeeldfunctie en daar past zo’n ‘dwaling’ van zoonlief niet in. Daar kan een mooie vriendschapsring toch niets aan af, of toe doen. ‘Hokken’ en voor- huwelijkse ‘consumpties’ zijn voor een echte orthodoxe gelovige ondenkbaar, dus onbestaanbaar.

Laat me….. - 29 -

Page 30: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Het aantal voortijdig afgesloten huwelijken, nadat de kat ‘ voornamelijk in het donker’ is geknepen, wordt hierbij wat al te lichtvaardig over het hoofd gezien. Als de nood hoog is en de gelegenheid aanwezig, houdt bijna geen mens het hoofd koel.

Wie indertijd niet hoefde te trouwen, heeft volgens velen schijnbaar geluk gehad! Of zal dat een manier zijn, om het eigen falen te rechtvaardigen? Ook hun dominee heeft hen in deze kwestie, na hun schuchtere vraag in dezen, niet kunnen of willen raden. Zal misschien wel komen, omdat hij immers ook nog jong is? En van een andere generatie dan zijn zeer gewaardeerde en gerespecteerde leden van de kerkenraad.

Wel heeft hij gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van de jongelui en vindt, dat er van te voren eerlijk en oprecht naar hen moet worden geluisterd. Eventueel in aanwezigheid van de ouders van Simone. Vermoedelijk ingegeven door het motto: “Twee weten meer dan één!”

Daar hadden de Van Galens echter geen oren naar gehad. Die mensen doen ja aan God noch gebod. Geen wonder, dat ze met dit voornemen van de kinderen geen problemen hebben.

Dat haar ouders overigens wel eerst terdege met het tweetal hebben gepraat en gewaarschuwd voor de vele vallen en klemmen en indringend gewezen op hun wederzijdse verantwoordelijkheid en uitvoerig spraken over al hun plannen, voordat ze hun fiat aan de vakantie van het stel gaven, ging het begrip van Hermans ouders te boven.

Vader en moeder Van Galen leven volgens hun zoon nog in de Middeleeuwen. Daar zal de functie van diaken in de Gereformeerde Kerk van Musselkanaal ook wel zijn invloed op hebben. Ze moeten, vindt Herman, net als de ouders van Simone, wat meer om zich heen kijken en wat beter met de tijd mee gaan. Het feit, dat hij enig kind is, zal daarbij ook wel een rol spelen.

Eén kind wordt vaak gezien als een uitermate kostbaar bezit. Net alsof iemand met meer kinderen gemakkelijker een zal kunnen missen. Een vreemde, onbegrijpelijke gedachtenkronkel, die totaal geen hout snijdt. Elk kind, dat het levenslicht mag aanschouwen, is op zich al uniek, onmisbaar en onvervangbaar. Zelfs als ‘moeder natuur’ eens een steekje laat vallen en het ‘wonder’ niet helemaal honderd procent geslaagd mag worden genoemd, kan men zo’n hulpeloos schepseltje al niet meer missen. Elk kind is een rijkdom zonder weerga.

De tijd, dat je op zondag niets meer mag en alleen maar de portemonnee mag trekken om wat in het kerkzakje te doen, is volgens Herman, als lid van de jongere generatie, ja hopeloos verouderd. Je mag dan ook op zondag niet autorijden, want stel je voor, dat je pech krijgt onderweg, of moet tanken. Hoeveel mensen moeten er tegenwoordig beroepshalve niet werken.

Laat me….. - 30 -

Page 31: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Zondigen die dan allemaal, omdat ze op de ‘sabbath’ werken, terwijl er toch duidelijk staat, dat je op zondag geen werk mag doen, niet zelf of een van je huisgenoten? Laat staan, dat je iemand anders voor je laat werken.

Veel en vaak is er op de jongelui ingepraat. Het geeft in de ogen van de ‘ouwelui’ van Herman immers geen pas, om samen op één en dezelfde kamer te verkeren. Zullen ze hun eigen jeugd- waarin veel mag, als maar niemand het merkt of ziet - vergeten zijn?

Jenever drinken uit een koffiekopje. Een ‘buitenstaander’ ziet het immers niet. Als jeugd na twaalven na gaan zitten in eenachteraf cafeetje, in de huiskamer. Het café is inderdaad om twaalf uur- zondagsmorgens- gesloten. Horen, zien, maar zwijgen. Als ze maar op tijd in de kerk zitten, trouw onder het woord. Of hun ‘geest’ ontvankelijk is, blijft maar de vraag.

Zal elke ouder later niet eens terugdenken aan de ‘goede oude tijd’, waarin zijzelf op hun manier met de ouderlijke beperkingen de hand wisten te lichten?

De weg naar de hemel is immers geplaveid met goede voornemens, maar ach het vlees is gewillig en vaak zo zwak. Het streven om het allermooiste in de relatie tot na de huwelijksdag te bewaren, is een zeer loffelijk streven, maar iets waaraan vele paartjes helaas niet toekomen.

Herman was met behoorlijk grof geschut op batterij moeten komen, voordat zijn ouders met de grootste tegenzin hun toestemming gaven. Wat hebben ze van Hermans ouders niet een waarschuwingen mee gekregen. Ze hebben die ‘woordenbrij’ maar gelaten over zich heen laten gaan. Er tegenin gaan, had immers geen enkele zin en bracht je alleen maar dichter bij een veto.

Ze hadden bij vertrek vanaf Groningen Airport (Eelde) nogmaals de waarschuwing meegekregen, toch vooral goed op te passen en uit te kijken. Hypocriet als ze waren, durfden ze geen ‘man en paard’ te noemen, zodat het stelletje, min of meer, met een open vraag werd uitgewuifd.

Waar moesten ze voor oppassen? Dat zij, Simone, niet met een buik vol armen en benen terug zou komen? Wat kenden ze hun zoon toch slecht! Of zouden ze hun zoon niet vertrouwen, omdat hij zelf een ‘zogenaamde’ achtmaandse was geweest?

Wat hun vakantieplannen aanging, waren Simone’s ouders meer van deze tijd. Ze wezen de vakantiegangers op hun verantwoordelijkheid t.o.v. van elkaar. Per slot van rekening waren ze oud en wijs genoeg om te weten, wat er in deze wereld te koop was en wat kon, of niet. In Herman hadden ze het grootste vertrouwen en ook Simone wist, waar ze moest staan en had de normen en waarden, zoals die golden in huize Luitjes met de paplepel ingegoten gekregen.

Laat me….. - 31 -

Page 32: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Van hun kant vertrokken ze met de beste wensen voor een fijne vakantie met de grote blauwe ‘vogel’ van Transavia naar het nog kleinere vliegveldje van Heraklion, op het door de zon, bruinverkleurde eiland Kreta. Een wonderlijk gezicht, als je achter de vliegtuigen van bijvoorbeeld Olympic Airways ook een groot passagiersschip achterlangs ziet varen.

Ondanks alle oorspronkelijke verzet en de nodige ach en wee’s van met name Hermans ouders, hebben ze daar allebei genoten van hun ‘samenzijn’ in het eenvoudige, maar gezellige ‘Palmera Beach’ hotel. Heerlijk genoten van het prachtige uitzicht over zee vanuit hun hotelkamer precies boven de ingang. ‘Gezon.d’ op het kiezelstrand van het gezellige, levendige stadje Chersonissos en gezwommen in het van zeeëgels vergeven verkoelende water. De meegenomen plastic sandaaltjes heeft ze een serie stekels en een pijnlijke gang naar het ‘hospitaal’ bespaard.

Meewarig hebben ze de zielige strompelaars nagekeken op hun gang naar het medisch centrum, om de zwarte egels eerst te laten verdoven, om ze vervolgens uit de voet te laten snijden. Voor velen was het een valse start van hun dure en lang naar uitgekeken vakantie. Nog afgezien van een paar dagen pas op de plaats te moeten maken.

Heerlijk hadden ze geslenterd over de boulevard langs de haven en prachtige tochtjes gemaakt op de gehuurde scooter. Genoten van het kijken naar het bungy jumpen, jetskiën en ‘bananenboot’ varen in het buurdorp Malia. Geen haar op beider hoofd die er over dacht aan zulke ‘gevaarlijke’ stunts mee te doen.

Wilden niet graag ruilen met die waaghalzen, die na afloop wat verdwaasd op een matras bleven liggen. Moesten zich blijkbaar leerst weer op helemaal hervinden?

Herman had graag een tochtje mee willen maken op zo’n boot, maar Simone leek het maar niks, waarna ook Herman er vanaf had gezien. Meewarig hadden ze het hoofd geschud over de armetierig uitziende camping, waar een paar bomen verkoeling moeten brengen aan de tentkampeerders, die bijna de hele dag op het strand te vinden zijn. Ook de kleine ongeriefelijke stenen ‘zomerhutjes’ vinden ze niet aanlokkelijk om daar hun vakantie in door te brengen.

Wel hebben ze zich ‘dood’ geërgerd aan de opdringerige knapen, die hen met verbaal geweld probeerden over te halen, in hun ‘eettentje’ te komen eten. Met kreten als: “Cruyffie, Cruyffie; Hollanda!” en dergelijke onzinnige kreten, probeerden ze mensen te lokken. Gelukkig hadden ze gekozen voor halfpension, zodat ze met ere konden weigeren. Toch was dat gezeur wel eens vervelend.

Laat me….. - 32 -

Page 33: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

’s Avonds hadden ze enkele malen een paar discotheken bezocht, waar ze met name veel Nederlandse- en Engelse jeugd zich te buiten zag gaan aan overmatig alcoholgebruik, gepaard aan liederlijk gedrag en de meestal hierop volgende sexuele uitspattingen op het nabijgelegen strand.

Van een echt: “Het is hier fantastisch” gehalte dus. Het zal je kind, broer of zus maar wezen! Men zou zich de ogen toch uit het hoofd schamen, als men dergelijke ‘strapatzen’ van jou op televisie zou uitzenden.

De volgende morgen waren dat soort lieden, ‘zeker en vast’ zoals onze zuiderburen zo prozaïsch zeggen, geen cent meer waard. Als dat het doel van de vaak ‘zuurverdiende’ vakantie moest zijn, was dat toch wel erg armoedig, hadden Herman en Simone zelf gevonden.

Naast het luieren en uitrusten wilden ze ook best wel iets van het eiland zien. Thuis had men er geen enkele behoefte aan ‘de beest uit te hangen’, waarom zou men dat in de vreemde dan wel doen. Dat kan toch nooit de zin van ‘vacare’, vakantie zijn?

Uitrusten, bijkomen, de zinnen verzetten, de accu opladen, is heel wat anders, dan proberen zoveel mogelijk te drinken en ‘loszinnig’ te feesten. Geen van beiden heeft hier aan dat: ‘de beest uithangen’, gelukkig de minste behoefte getoond.

Tot hun geluk hadden ze bij ‘Hoek van Holland’, een Nederlandse ‘vreetschuur’ een ander jong stel ontmoet, die dezelfde ideeën over de invulling van de vakantie hadden. Met hen hebben ze enkele dagen opgetrokken. Jammer genoeg zat hun vakantie er al bijna weer op, maar ze beloofden elkaar contact te zullen houden.

Wat de anderen jongeren meenden te moeten doen, moesten ze zelf weten. Zij kwamen hier met een heel andere intentie. Ze wilden ook iets anders dan de zee en het strand zien, anders hadden ze immers beter en voordeliger in Nederland kunnen blijven!

Daarom hebben ze ook aan een paar excursies meegedaan, waaronder de gecombineerde bus- bootreis naar de beroemde ‘Samaria kloof’. Elk heeft tijdens de ‘wandeling’ wel een liter water naar binnen gewerkt en heeft ’s avonds doodmoe, maar zeer voldaan vroeg het bed opgezocht. De oude ruïnes spraken hun minder aan en ze waren dan ook blij, vanwege de warmte ( ruim 35 C ) de reis met een ‘airco- bus’ te kunnen vervolgen. De kogelgaten in de vele verkeersborden maakten duidelijk, dat het hier ’s avonds en ’s nachts niet altijd zachtzinnig aan toe gaat.

Ook hebben ze vanuit de haven van Ägios Nikólaos een bezoek gebracht aan het leprozen eiland Spinalónga ( Het eiland der verdoemden) met zijn 16e eeuws indrukwekkend Venetiaans slot. Hun gids Victor Zorbas heeft ze op indringende- en

Laat me….. - 33 -

Page 34: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

indrukwekkende wijze verteld over dit eiland met zijn roemruchte geschiedenis.

Een ideale plek midden in de Middellandse Zee om mensen, die door enigerlei oorzaak buiten de boot, dus het algemeen aanvaardbare normale leven vielen op te bergen. Ver van de bewoonde reguliere wereld, zodat men ze niet meer dagelijks tegen kwam en dus ook geen bron van ergernis meer konden vormen.

Aan het begin van de twintigste eeuw heeft het jarenlang gediend als leprakolonie. Hier werden indertijd melaatsen voor altijd; d.i. tot hun uiteindelijke dood; opgesloten, aangezien ze door hun ziekte letterlijk behoorden tot het uitschot van de maatschappij, waar een gezond mens geen ‘gedoente’ mee wou hebben. Wel gemakkelijk, stop die mensen, die je niet wilt accepteren, omdat ze ziek zijn, vluchteling, zigeuner, jood, of a- sociaal, maar ver weg. Wat het oog niet ziet, het hart immers niet deert!

Ze hadden zich geschaamd, toen een van hun medereizigers een leeg plastic flesje in zo’n verweerd graf gooide. Dat deed je uit piëteit met de daar indertijd begravene toch niet? Maar zo zaten zij gelukkig niet in elkaar. De begrippen naastenliefde en eerbied voor je medebewoners, of ze nu dichtbij of veraf woonden, stonden bij hen, zij het om verschillende redenen misschien, hoog in het vaandel.

Vanuit de haven van Agios Nikolaos ligt het eiland zo’n uurtje varen in de golf van Mirabello. Een Grieks spreekwoord: “pios plironi to varkari” betekent in goed Nederlands “Wie betaalt de veerman”.

Niet alleen de titel van een televisieserie, maar iets dat ook gebruikt wordt in vergelijking met het woord ‘barmhartigheid’ uit het evangelie: “Ik heb een mens gezien die honger had en ik heb mijn brood aan hem gegeven, ik heb een mens gezien die het koud had en ik heb hem mijn jas gegeven”.

Dit staat lijnrecht in tegenspraak met het ‘wegstoppen’ van iedereen, die niet in het ‘normale’ beeld past. De reis was indrukwekkend, maar om in hun vocabulair te blijven: puntgaaf geweest.

“Heb ik misschien iets verkeerds gezegd of gedaan?”, begon Herman nu bijna te schreeuwen. “Zeg me toch verdikkeme, waarom je ineens niet meer verder met me wilt! Wat heb ik in hemelsnaam gedaan of gezegd, dat je zo ineens op mij uitgekeken bent! Ben je soms verliefd geworden op een ander?”, probeerde hij het meisje tot een eerlijk antwoord te dwingen.

“Geloof me nu maar, het is beter zo. We passen achteraf gezien toch niet zo goed bij elkaar. Ik kan het je nu niet goed uitleggen, maar het is voor ons allebei beter, dat we een punt achter onze relatie zetten. Ik had het ook graag anders gezien.

Laat me….. - 34 -

Page 35: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Neem van mij aan, dat, dit te moeten doen, mij verschrikkelijk veel moeite en veel slapeloze nachten heeft gekost ”.

“Hou je dan ineens niet meer van mij “? Hoe hij ook aandringt, het huilende meisje kan en wil het ook niet nader uitleggen. “ Sst, niet zo hard, iedereen hoeft ons niet te horen ”, fluistert Simone, als om het goede voorbeeld te geven. Het is echter praten tegen de bekende blinde muur. Herman wordt steeds wanhopiger en kwader. Begint daardoor steeds harder te praten.

Wat Herman echter ook oppert, of smeekt het helpt allemaal geen zier. Haar besluit staat- zonder nadere opgave van redenen- bij haar zo vast als een huis. “ Ik kan het je niet zeggen, maar geloof me. Het moet! Tussen ons kan het nooit wat worden ”, snikt Simone.

Alles wat hij vanavond verwacht heeft, toen hij zijn auto op de inrit geparkeerd had en naar de achterdeur was gelopen en Simone hem in het achterhalletje al op stond te wachten en meteen voorstelde een eindje te gaan lopen, niet dat zij hun verkering wilde verbreken.

Anders vloog ze hem bij aankomst om de hals en was zichtbaar blij hem te zien. De laatste weken heeft hij wel een zekere terughoudendheid bij haar bespeurd, maar dat geweten aan haar periodieke gesteldheid.

Samen met haar is hij na een korte groet aan buurman Van Dijk, die net uit het schuurtje achter het huis vandaan kwam, om een hengeltje uit te kunnen gooien, door de Havenstraat richting het ‘Tuntlerhuis’ gelopen.

Hij heeft zich ook zo op deze avond verheugd. Hij had samen met haar naar de bioscoop gewild, want daar draaide de film ‘Costa’ en die leek hem wel wat. Daarna samen met haar thuis nog wat ‘opzitten’, wat napraten, of een spelletje ‘Mens erger je niet’ doen.

Tot het moment, dat haar ouwelui de ‘bedstee’ op zouden zoeken en zij het rijk alleen zouden hebben, tenzij haar broers hen zouden komen storen. Die konden echter hun zonnetje best in zee zien schijnen en verdwenen, na een: “Welterusten” al snel naar hun ‘koets’, zoals ze vaak zeiden.

In de beste stemming en vol verwachtingen op een zoveelste mooie treffen’, was hij vanavond na een grondige warme douchebeurt op pad gegaan naar ‘zijn meissie’. Het mooiste wat hem in zijn leventje van éénentwintig lentes was overkomen.

Tjonge wat keek hij altijd naar deze avonden uit. Daar kon hij iedere keer de hele week op teren. Hij accepteerde daarbij het vaak eentonige werk op het kantoor van de groothandel. Een prachtige foto op zijn bureau van Simone, die er op haar voordeligst op stond, vergoedde daar veel, zo niet alles.

Laat me….. - 35 -

Page 36: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Geen van zijn vrienden had verwacht, dat hij dit pronte kapstertje aan de haak zou kunnen slaan.

In de kapsalon van kapper Westra in de Weerdingermond, even voorbij de Mondenweg, was Herman sinds Simone daar was komen werken nog nooit zo vaak gezien. De leus: “Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper”, zou op hem van toepassing kunnen zijn. Als een levend bewijs van de waarheid van deze slogan.

Elke dag kwam hij naar en van zijn werk hier langs en als het even kon, wipte hij even binnen. Eerst toevallig om zijn haar te laten kortwieken, later speciaal voor het lieftallige kapstertje. Hij wilde zich alleen door haar laten knippen, wat natuurlijk al gauw opviel. Wat is Simone daar in het begin door Mevrouw en haar collegaatjes mee geplaagd.

Na de Mavo, wilde ze zo snel mogelijk aan het werk. Ze had geen zin zich nog jarenlang in die saaie boeken te begraven. Werken als kapster eventueel later, na het volgen van een aantal cursussen, als schoonheidsspecialiste leek haar het einde.

Af en toe een cursus volgen, prima, maar om a.h.w. je benen krom te laten groeien onder het bureau, leek haar geen aanlokkelijk toekomstbeeld. De wereld om haar heen was te mooi, om je op de mooiste leeftijd die er bestond al gedeeltelijk te begraven.

Na een jaartje had ze haar opleiding voor kapster, aan de kapperschool in Groningen, met goed gevolg afgesloten. Gedurende haar ‘leertijd’ was ze op donderdagavond en bijna elke zaterdag hier bij Westra ingevallen. Ook in haar vakanties en overige vrije tijd was ze hier al vaak te vinden. Een leuke zaak, met leuke collega’s en een bazin, die oog had voor haar ‘meisjes’.

Met haar diploma op zak, was ze dan ook een goede versterking van het team geworden. Elke dag ging ze met ongelooflijk veel plezier op de fiets naar haar werk. Mocht het weer dermate slecht zijn, dat ze nauwelijks droog over zou kunnen komen, dan kon ze met een paar busstrippen de paar kilometer gemakkelijk overbruggen.

Ook was ze dan wel eens door een collegaatje, die ‘overdekt vervoer’ had meegenomen. Haar collegaatjes beschouwde ze als haar vriendinnen, die veel voor elkaar over hadden. Ze waren na verloop van tijd zelfs haar hartsvriendinnen geworden. Wat hadden ze in hun spaarzame vrije ogenblikken wat afgepraat, gelachen en gegiebeld. Net een stel overjarige bakvissen. Nee, zij had voorwaar geen klagen.

Met mevrouw Westra, voor de klanten, maar Hilda voor het personeel, kon ze bijzonder goed opschieten. De sfeer onderling was erg goed en ook de verplichte bijscholingscursussen waren best interessant.

Laat me….. - 36 -

Page 37: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Met haar man, uitvoerder in de wegenbouw, had Simone niet zoveel contact. Hooguit op Hilda’s verjaardag en het jaarlijkse personeelsuitje, alsook op de jaarlijkse gezellige barbecue- avond in de grote tuin achter de kapsalon in Weerdinge, ter ere van het begin van de vakantie.

Men mocht dan wel eens spottend zeggen, dat zij haar brood verdiende door ‘het’ van de hoofden van anderen te halen, dit raakte haar niet. Zij was er dolgelukkig mee en verdiende zelf een behoorlijke boterham. Kon thuis blijven wonen, waar moeder haar voorzag van een natje en droogje. Kostgeld hoefde ze niet te betalen, als ze maar voldoende op haar spaarrekening zette. Daarover hadden Jan en Janske beslist geen klagen.

Ze had naast kleren niet veel voor zichzelf nodig. Niet dat ze graag op de portemonnee van Herman teerde, regelmatig deed ook zij een duit in het zakje. Af en toe deed ze het haar van een paar buurvrouwen thuis, al maakte ze daar geen misbruik van. Haar was deed haar moeder, evenals die van haar twee inwonende jongere broers van ganser harte. Wat belieft een hardwerkende ‘tiener’ nog meer?

Ze voelde zich thuis in dit gezellige gezin, waar men dan wel niet uiterlijk deed aan ‘God of gebod’, maar iedereen in zijn, of haar waarde liet. Waar men nooit, of slechts bij hoge uitzondering een naar woord, zoals bijvoorbeeld een vloek, over de lippen kreeg. Altijd was men bereid iets voor een ander te doen. Burenhulp, nog beter ‘naastenhulp’ stond hoog bij hen in het vaandel. Zij brachten in praktijk, wat menigeen op zondag in de kerk voorgehouden werd.

Hun levensmotto was: “Leven en laten leven” en zoals vader het wel eens zei:” Een man, een man, een woord een woord!” Elk wist, dat je op de ‘Luitjes’ kon bouwen, zodat het gezin veel aanzien genoot in hun woonplaats Ter Apel.

Hun levensstijl deed volgens hen niet onder voor al die vaak ‘zogenaamde’ gelovigen, die het doordeweeks niet altijd even nauw namen met de leer. Soms de kat in het donker knepen. Vooral in het zakenleven werd gewerkt met een dubbele moraal. Hun manier van handelen stond wel eens in schriel contrast met wat ze zondags in de kerk leerden. Theorie en praktiek stonden dan haaks op elkaar. Maar als wie het doet, moet het zelf maar weten. Als menn zulkswat t.o.v. zichzelf en hun ‘Grote Leermeester’ kunnen verantwoorden is daarbij een tweede.

De kloof tussen beleiden en doen, hun handel en wandel, is volgens hen vaak zo groot, dat een andersdenkende daar soms geen weg mee weet. Niet, dat men alle goedwillende kerkgangers over één kam wil scheren, maar toch.. Bedriegen en andere slinkse praktijken worden toch niet door ‘de Bijbel’ gepreekt, maar als menige zakenman de kans krijgt…! Het hemd is bij menigeen dan nader dan de rok.

Laat me….. - 37 -

Page 38: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ze zou niet graag die winkeliers de kost geven, die koekjes of broden van de broodfabriek of supermarkt gingen ‘omzakken’ en ze bij de klanten als produkten van de warme bakker proberen te slijten, wanneer ze eens door hun eigen voorraad heen raken.

Of kooplui, die in tijden van schaarste fabrieksaardappelen duur voor eetaardappels verkopen. Eerlijkheid duurt nog altijd het langst! Eerlijk zakendoen moet in haar ogen en in die van haar familie toch mogelijk zijn? De Luitjes zullen dan misschien wel nooit rijk worden, maar wat ze hebben aan ‘aards slijk’ is eerlijk verdiend met eigen ‘zweet, bloed en tranen’.

Thuis zijn deze ‘Christelijke missers’ vaak onderwerp van gesprek. Van gewone ‘leden’ is het nog enigszins te begrijpen, maar als ambtsdragers en zelfs voorgangers buiten hun ‘ potjes piesen’, onder het schijnheilige mum, dat op de kansel alleen maar ‘Het Woord’ spreekt, dan zakt je daar figuurlijk de spreekwoordelijke ‘broek van af’.

Doordat dat soort lui in een glazen huisje zit, worden dergelijke misstappen vele malen uitvergroot en niet zelden aangedikt. Tegelijkertijd worden dergelijke missers meestal aangegrepen, om hun eigen dubieuze houding t.a.v. het geloof te vergoeilijken.

Van mensen, die zondags uit den treure wordt voorgehouden, hoe het vooral niet moet, accepteert men dat soort fouten nog minder, dan van een ‘ ongelovige’ buitenkerkelijke. In de week wel grote ruzie maken met bijvoorbeeld de buren, maar op zondag met ‘een gerust hart’ aanschuiven aan het Heilig Avondmaal. Zaken, die volgens de Luitjes en met hen vele andere rand- of buitenkerkelijken niet vallen te rijmen.

Simone kan de problemen, die haar ouders met de praktische toepassing van het geloof van velen hadden, heel goed begrijpen. Dat is dan ook met name de hoofdreden, dat ze een nauwere verbintenis met die schat van een Herman ( nog) niet aandurft en na ampele overwegingen en vele slapeloze nachten tot een verbreking van hun relatie wil overgegaan. Wat niet is, kan altijd nog komen, maar vooralsnog ziet zij er geen heil meer in. Als ze voor elkaar bestemd zijn, zullen ze elkaar op de duur zeker wel krijgen.Het geloof vormt nog steeds een dermate grote hinderpaal in

hun relatie, waarbij ze geen andere oplossing kan bedenken, dan er met veel pijn in het hart een einde aan te maken. Het spreekwoord: “Waar twee geloven slapen op één kussen, daar slaapt de duivel tussen”, spreekt haar daarbij helemaal niet aan.

“Leven en laten leven”, rekening houden met andermans geloof, ideeën en gewoontes des te meer. Na ongelofelijk veel wikken en wegen heeft ze eindelijk de zaak op een rijtje,

Laat me….. - 38 -

Page 39: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

waardoor ze nu bereid is, hoe moeilijk ook, de knoop door te hakken.

Ze zag verschrikkelijk tegen de confrontatie op, had het heel graag anders gezien, maar een andere oplossing voor dit probleem zag ze helaas nog niet. Als Herman t.o.v. haar nu maar meer ruggegraat toonde. Voor honderd procent achter zijn meisje zou staan.

Maar hij probeerde in alles steeds de koop en de geit te sparen. Schoof de problemen voor zich uit, vergoelijkte waar mogelijk. Hinkte schijnbaar op twee gedachten. Was het in veel dingen niet met zijn ouders eens, maar wilde hen niet afvallen. Bang zijn ouders tegen de haren in te strijken.

Zag niet, dat zij, Simone, daardoor tussen de wal en het schip dreigde te raken. Kon of wilde schijnbaar niet kiezen. Zette door zijn weifelende houding zijn relatie op het spel. Zo kon en wilde zij niet verder, hoeveel verdriet het haar ook deed.

Ze begon steeds meer tegen de bezoekjes aan zijn ouderlijk huis op te zien. Het verplichte meegaan naar de kerk, waar ze van de dienst vaak totaal niets begreep. Herman zei wel eens, dat ze het hem gerust mocht vragen, wanneer ze iets niet goed begreep, maar daar schaamde zij zich voor.

Bang voor dom of heiden te worden versleten en wanneer ze, als haar nood wel erg hoog was geworden, een balletje hierover opwierp, toch steeds met een kluitje in het riet werd gestuurd. “Komt wel goed. Later doen we het op onze eigen manier. Als we…”, zijn van die nietszeggende dooddoeners, waar zij totaal niet mee uit de voeten kon.

Wat ze tijdens de godsdienstlessen op de openbare school heeft opgedaan, is bij lange na niet voldoende, om er goed mee uit de voeten te kunnen. Ze begrijpt vaak totaal niet wat dominee bedoelt en aangezien ze zich geneert en bang is voor: ‘dom blondje’ versleten te worden, klemt ze na zo’n bezoeking haar kaken maar stevig op elkaar.

Zo raakt ze in een vicieuze cirkel, zonder uitzicht op betere tijden. Verstrikt in een scala van gevoelens, waar haar liefde voor Herman onder steeds grotere druk komt te staan. Mag zij verder gaan met hem, terwijl er zo’n enorme kloof tussen hen in is en alsmaar breder dreigt te worden.

Het lijkt wel, alsof de kerkmensen op zondag een heel andere taal spreken. Deze ‘tale Kanaäns’ is en blijft, denkt ze, voor haar acadabra. Is er voor haar maar een Filippus, die haar de weg daarin kan wijzen. Zijn ouders laten haar van begin af aan duidelijk merken, dat ze helemaal niet zo gelukkig zijn met de keuze van hun zoon.

Zij hadden een heel ander meisje voor hem in gedachten gehad. Iemand, die zich ‘naadloos’ aan hun levensstijl en

Laat me….. - 39 -

Page 40: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

geloofsovertuiging zou hebben aangepast. Dat laatste hoefden ze van Simone jammer genoeg niet te verwachten.

Regelmatig hadden ze het arme, onschuldige meisje laten voelen, dat zij door hen gewogen en te licht bevonden was. Door het noemen van allerlei knappe, lieve meisjes, die ze in de kerk waren tegen gekomen, werden haar ideeën hieromtrent nog meer versterkt. Ook in hun gesprekken aan tafel, vooral na het kerkbezoek, lieten ze haar overduidelijk voelen, dat ze op geloofsgebied nog een kuiken was.

Ze kon zich niet aan de indruk onttrekken, dat ze deze gesprekken opzettelijk voerden om Herman op haar tegen te maken, of hem de ogen aangaande haar bijbelse ‘onkunde’ te openen.

Herman, die lieverd, wil naast de geit het liefst ook de kool sparen. Blaast zijn partijtje uit arren moede dan maar mee, maar vergeet, dat hij zijn geliefde, door die houding in de spreekwoordelijke kou laat staan. Hij wil, of kan zijn ouders hierin niet in het harnas jagen en heeft niet door, dat hij Simone daardoor niet alleen ontzettend krenkt, maar haar hierin een minderwaardigheidscomplex bezorgt.

Bij haar oma, die van huisuit nogal godsdienstig was opgevoed, heeft ze bij gelegenheid wel eens een balletje hierover opgeworpen. Oma had het fijn gevonden, haar kleindochter in dezen wat bij te kunnen spijkeren. Helaas bleef het vaak alleen maar bij wat vingerwijzingen.

Het van haar gekregen bijbeltje bleef bij haar meestal ongeopend in de boekenkast staan. Die ingewikkelde taal en vaak voor een leek onbegrijpelijke verhalen spraken haar niet zo aan.

Er is helaas voor haar geen Filippus, die haar de betekenis en bedoeling van bijbelboeken als bijv. Jesaja kan uitleggen. Daardoor loopt ze steeds meer vast in die voor haar onbekende geloofswereld. Zelfs bij Herman krijgt ze geen luisterend oor. Hij, waarvoor al die zaken gesneden koek is, kan zich moeilijk in haar belevingswereld verplaatsen. Niet uit onwil, maar hij toont wel een totaal onbegrip voor haar problemen op dit toch wel erg essentiële gebied.

Bij haar ouders, hoewel die zeker niet afwijzend tegenover ‘de leer’ staan, krijgt ze wel een luisterend oor, maar door eigen onwetendheid niet altijd een sluitend advies. Vader wuift dat soort zaakjes graag door naar moeder de vrouw, die helaas naast de kennis uit haar jeugd, ook weinig of geen inzicht in bijbelse zaken is bijgebracht.

Zo blijft ze maar wat aanrommelen in de marge van het geloof, zonder uitzicht op een beter inzicht. Vandaar, dat ze ten einde raad geen andere uitweg meer ziet, dan de relatie te beëindigen om verdere brokken en onoverkomelijke toestanden te voorkomen. Met een bloedend hart dat wel, maar ze gunt haar

Laat me….. - 40 -

Page 41: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

geliefde een beter bij hem passende vrouw, die ook op geloofsgebied één met hem zal zijn. Een daad uit wegcijferende liefde, al zal Herman dat nu niet als zodanig willen onderkennen.

Als Herman nu maar wat kordater zou zijn geweest, maar zij had de hoop al lang opgegeven, hem wat van haar ideeën eigen te maken, of te kunnen overtuigen van haar problemen in deze. Met haar geloofsproblemen en – vragen wilde ze hem in de weinige uurtjes, die ze samen op konden trekken, ook niet steeds opzadelen.

Temeer daar hij zich in voorkomende gevallen daar wel erg gemakkelijk, vanaf maakt. Zij, Simone, maakt zich echter wel degelijk zorgen om haar relatie en omdat zij ‘haar ei’ blijkbaar bij hem niet kwijt kan, ziet ze zich verstikken in haar gevoel van eigenwaarde. Het voorstel van Oma om Hermans dominee eens aan te schieten, vindt ze nog één brug te ver.

Hij wil best rekening met haar en haar achtergrond houden, tilt misschien zelf niet zo zwaar aan al die opgelegde dogma’s, maar toch.. Met zijn pogingen om zowel zijn ouders, als Simone te gerieven, slaat Herman de plank volkomen mis en gaat hij overduidelijk voorbij aan de geestelijke ‘noden’ van zijn geliefde.

Zij ziet het op deze manier als vechten tegen de bierkaai, of misschien wel vechten tegen windmolens, waarbij zij dan voor Don Quichot moet spelen. Hoe moeilijk de beslissing ook is, zij past voor zo’n leven.

Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald, zal men kunnen zeggen. Vele gesprekken heeft ze hierover met haar ouders, broers en vriendinnen op het werk gevoerd, maar hierin kan men haar moeilijk raden.

Zolang die ‘zielepiet’ nog naar de pijpen van zijn overigens goedwillende en goedbedoelende ouders moet dansen, ziet zij geen heil in een duurzame relatie. Ze weet, dat Herman stomgraag het huis uit wil, maar de stap nog niet durft te zetten. En het idee, daarom nu al,- ze voelt zich hiervoor nog veel te jong- te ‘moeten’ gaan trouwen, kan haar vooralsnog verschrikkelijk benauwen.

Verder heeft ze niets op Herman tegen, maar in de toekomst misschien ook in zo’n keurslijf te moeten lopen, beangstigt haar steeds meer. Ze kan er haast niet meer van slapen, vandaar dat ze in samenspraak met haar ouders, vanavond – met bijzonder veel hartzeer, dat wel- de knoop wil doorhakken.

Herman kwam, zoals dat heette, uit een goed gelovig nest. Zijn ouders- de Heer en Mevrouw van Galen dreven samen een groente- en fruitwinkeltje aan de Hoofdstraat in Musselkanaal, waar ze met hard en lang werken een aardige boterham wisten te verdienen. Als franchiser moest je wel alle zeilen bijzetten om het

Laat me….. - 41 -

Page 42: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

financiële hoofd boven water te kunnen houden. Hier was het altijd: ‘alle hands aan dek’.

Ook Herman had van kinds af aan, zo af en toe bij moeten springen, al was hij voor koopman beslist niet in de wieg gelegd. Als enig kind, was hem veel werk in de winkel bespaard gebleven en werd bij hem veel door de vingers gezien. Al kon men niet bepaald zeggen, dat hij, omdat hij tot hun groot verdriet enig kind bleef, door het echtpaar stok en steen verwend werd. Wel verwachten ze van hem strikte gehoorzaamheid.

Zonder problemen deed hij, wat ze van hem vroegen, of hem opdroegen. Trouw had hij de zondagsschool; kindernevendienst; catechisaties; jeugdverenigingen e.d. bezocht. Als hij niet voor Simone zou zijn gevallen, had hij vorig jaar met Pasen, vast en zeker al belijdenis van zijn geloof gedaan. Nu was dat tot ergernis van zijn ouders, voor onbepaalde tijd, in de ijskast gezet. De vraag was, of het er in de toekomst nog ooit eens van zou komen. Klazien en Geert van Galen hadden daar in ieder geval een zwaar hoofd in.

Dat hij aan kwam zetten met een buitenkerkelijk meisje, zal ook wel een doorn in hun ogen zijn geweest. Zij zouden waarschijnlijk liever een meisje uit de eigen kring als toekomstige schoondochter de hand hebben gedrukt. Niet voor niets hebben ze hem steeds in de keuze van zijn vrienden en vriendinnen in hun richting gestimuleerd.

Helaas voor hen zonder resultaat. Dat nu ook juist zijn oog op dit verder niet onaardige meisje moest vallen. Vaak hebben ze hem gewezen op bijeenkomsten, waar jongelui van eigen ‘pluimage’ acte de presence gaven.

Jammer, dat daar niet eentje van ‘andere kunne’ bij had gezeten, die het hart van hun zoon harder had doen kloppen. Tussen neus en lippen door hadden ze dat wel eens aan Simone laten blijken.

Ze was onmiskenbaar leuk om te zien, had een gezellige babbel over zich, maar dat ene, dat ontbrekende, lag hen als een steen op de maag. Elke verwijzing naar dat bij haar ontbrekende, maar voor hen o zo belangrijke essentiële punt, liep stuk op de onverzettelijke houding van zoonlief.

Liefde mag dan vooral in de beginperiode dan blind zijn, je zou toch verwachten, dat als de eerste vlinders zijn uitgevlogen, het gezonde verstand weer het roer over zou nemen. In dit geval: niet dus. Met argusogen zagen ze hun oogappel zijn ondergang tegemoet hollen. Dat zo’n jongen dat zelf niet inzag! Hadden ze in het begin nog gehoopt, dat zijn eerste meisje geen blijvertje zou zijn, later na een paar stevige aanvaringen met zoonlief hadden ze zich daar wrokkend bij neergelegd.

Na een periode van strijd en argwaan hadden ze zich nu toch maar met de situatie verzoend. Uiteindelijk was er op het

Laat me….. - 42 -

Page 43: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

kind zelf niets aan te merken. Had een goede opleiding genoten, een goede baan, zag er goed en goed verzorgd uit, had goede manieren. Alleen dat ene ...

Wanneer het hun zondag was om het verliefde stel te ontvangen, probeerden ze het meisje zoveel mogelijk bij hun gesprekken te betrekken. Zolang dat over huis- tuin- en keuken zaken ging, blies zij haar partijtje vrijmoedig mee. Zodra echter het geloofsleven, of de zondagse preek ter sprake kwam, klapte ze hoor- en zichtbaar dicht. Op dat gebied voelde zij haar een grote nul, een ‘nitwit’, die zich het liefst afzijdig hield en liever voor de verzorging van de tastbare inwendige mens ging zorgen.

Nooit sprong Herman in haar aanwezigheid voor haar in de bres, of nam het voor haar op. Dat hij daardoor zijn eigen graf aan het graven was, kwam helemaal niet bij hem op. “Liefde is blind en een mol heeft geen ogen”, zei haar buurman Henderikus wel eens wijsgerig. Het leek wel, alsof het echtpaar van Galen op zo’n manier de ogen van hun telg wilden openen voor wat er in hun ogen aan haar miste.

Simone op haar beurt probeerde de verplichte bezoekjes zoveel mogelijk te beperken en wanneer het niet anders kon, gelaten te aanvaarden en zich zogoed mogelijk aan te passen. De laatste weken zag ze steeds meer tegen deze verplichte bezoekjes en de daarmee gepaard gaande kerkdiensten op. De jonge dominee mocht nog zo zijn best doen, hij liet de vonk naar haar hart niet overspringen.

Ze wilde best de gepredikte Heer in haar hart ontvangen, maar dan moest ze de taal van de Bijbel wel kunnen verstaan. Helaas gleden de ontegenzeggelijk goed bedoelde woorden langs haar geplaagde oortjes. Het maakte, dat zij zich in die omgeving steeds minder op haar gemak voelde. Al haar pogingen om daar verandering in aan te brengen ten spijt.

Het liefst zagen de ouders, dat ook Herman hun enig kind elke zondag minstens één keer met hun meeging ter kerke. Trouw bezocht hij de kerkelijke activiteiten. Hoe de jongen zich daar zelf onder voelde, deed niet ter zake.

Na heel veel strijd hadden ze zich er bij neergelegd, dat hun enige zoon niet in de voetstappen van zijn vader zou treden. Tjonge, wat waren daar een woorden over gevallen. Deze stap, hoe moeilijk ook, was in de ogen van de Van Galens nog vergeeflijk, maar wat hij hen nu flikte. Hier werden de laatste woorden niet zo ‘gemakkelijk’ over gezegd.

Herman beantwoordde verder in ieder geval nog aan hun verwachtingspatroon, tot hij het oog had laten vallen op dit knappe, op zich niet onaardige meisje. Daarna waren ze de greep op ‘hun’ jongen steeds meer kwijtgeraakt. Onbedoeld werd deze stap volledig op het conto van Simone gezet, terwijl ze hier eigenlijk in het minste part noch deel aan had.

Laat me….. - 43 -

Page 44: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Hoe Simone ook haar best deed met hen in de pas te blijven en het hun naar de zin te maken. Ze voelde zich in dit aangemeten keurslijf niet thuis en was blij weer naar haar eigen warme nest te kunnen gaan. Voelde zich daar minderwaardig en helemaal niet op haar plaats. De verplichte bezoekjes begonnen haar steeds meer tegen te staan. De Van Galens waren ongetwijfeld lieve mensen, maar zij zag geen kans wezenlijk tot hen door te dringen en hun hart te raken.

Dat ze uit een goed, maar helaas niet christelijk praktiserend nest kwam, was en bleef een doorn in de ogen van dit echtpaar. Het gezegde: ‘Liefde is blind’, bleek ook voor hun oogappel op te gaan. Wat dat betreft had Herman weinig meer in te brengen dan lege briefjes. Hoe dat toch verder moest? Ze hadden een zwaar hoofd in de toekomst. Ze durfden ook niet teveel druk op Herman uit te oefenen, omdat ze bang waren, hem dan helemaal kwijt te raken.

Steeds wanneer ze om de week een zondag bij Hermans ouders doorbrachten, ging Simone trouw mee naar de kerk, al begreep ze van het hoe, het waarom en de inhoud vaak geen biet. Elke keer was het voor haar weer een kwelling en ze was blij, dat ze na een dik uur de kerk weer kon verlaten. Hoevaak ze de glas- in- lood raampjes al niet had bekeken en geteld, kon ze bij lange na niet zeggen.

Hoe vaak ze, tijdens de dienst, haar horloge niet stiekem raadpleegde, om te kijken hoe lang ze nog moest wachten, voordat ze haar benen weer mocht strekken, was niet op de vingers van een hand te tellen.

Haar achterwerk werd stijf, pijnlijk en ongemakkelijk van het lange zitten. Het zingen was nog het mooiste onderdeel van de hele dienst, al zeiden al die ‘voorhistorische’ woorden haar meestal niets. De organist kon nog zo zijn best doen, al die ‘preludes’ waren aan het meisje niet besteed. Ze was blij, dat ze na een ‘slopend’ uurtje de benen weer onder het ‘gat’ had.

Graag zou ze, als een jong veulen in de wei, eventjes willen rennen en dartelen en de longen uit je lijf willen schreeuwen, maar daarentegen liep ze netjes hand in hand achter zijn ouders en andere kerkgangers aan weer naar de Floralaan.

Dolblij, dat dit corvee er weer voor twee weken op zat. Zo wilde zij echter niet haar hele leven doorgaan, vandaar deze uit nood geboren beslissing. De familie Van Galen deed daarbij ook geen enkele moeite, Simone in de voor haar onbekende en daardoor zo moeilijke materie wegwijs te maken. Geen centimeter kwamen ze dit meisje tegemoet. Een blind paard kon wel zien, dat het zo nog eens uit de hand zou lopen.

Herman vermeed helaas deze voor Simone zo moeilijke materie aan te snijden. Misschien bang, dat hij dan geen antwoord zou weten op haar ongetwijfeld prangende vragen.

Laat me….. - 44 -

Page 45: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Hoewel ze wist, dat Herman het, volgens zijn zeggen, niet zo nauw nam, maar meedeed om de lieve vrede en Simone beloofde, dat zodra ze op eigen benen zouden staan het over zou zijn met ‘die flauwekul’.

Voorlopig moest hij nog wel dansen naar de pijpen van zijn ouders, maar eens… Dat hij en vooral zijn ouders het eerlijke, goedwillende, coöperatieve meisje daarmee in gewetensnood brachten, daarop kwam jammer genoeg geen van drieën.

Uit het van oma gekregen bijbeltje leerde Simone ‘het Onze Vader’, zodat ze aan het slot van het lange gebed niet met haar mond vol tanden stond. Aan haar lag het niet, dat ze niet ‘openbloeide’ onder ‘Het Woord’, dat vanaf de kansel werd gepredikt.

Moeder Luitjes probeerde op vragen van Simone in de moeder- dochter gesprekken, wat vragen te beantwoorden, maar haar zondagsschool kennis was daartoe meestal niet toereikend. Zo bleef het steeds zenuwachtiger wordende meisje maar worstelen met dit levensgrote, probleem, zonder uitzicht op een bevredigende oplossing. Deze beslissing was voor haar dan ook een wanhoopsdaad uit liefde, waarbij ze meer aan Herman, dan aan haar eigen gevoelens dacht.

Wanneer Herman na kerktijd, hij hoefde het niet zijn hoofd te halen eens te missen, bij de fam. Luitjes zijn opwachting maakte, trof hem altijd weer de gastvrijheid en gezelligheid, die hier heerste. Tijdens het koffiedrinken, met vast en zeker wat lekkers erbij, werd er veel gepraat en gelachen, waarbij allerhande belangrijke-, maar ook wel oninteressante zaken de revue passeerden, zonder daarbij in ‘roddels’ te vervallen.

Ook werd er in groepjes,-meestal door de vier ‘mannen’ -, terwijl de vrouwen zich met het eten bezig hielden, een spelletje gedaan. Hij zag hier altijd naar uit. Hier vond hij, wat hij thuis zo node moest ontberen. Liefde, geborgenheid en rust.

De problematiek van de asielzoekers, waar Jan Luitjes dagelijks beroepshalve werd geconfronteerd, werd uit verschillende optieken bekeken en uitvoerig doorgenomen. Een bewijs temeer, dat het hier niet ging om een vrij gezin, dat luchthartig over de vraagstukken van dit leven heenwalste. In tegenstelling tot zijn eigen ouders stond men hier met beide voeten op de grond.

Toenemende criminaliteit, zinloos geweld, armoede en oorlogen waren hier problemen, die men op hun eigen, misschien door onkunde nog wat kreupele manier, probeerde te begrijpen. Heel wat beter in Hermans ogen dan het ‘kokerdenken’ van zijn ongetwijfeld rechtschapen ouwelui.

Herman vond het hier veel aangenamer, dan in hun eigen omgeving, waar de preek nog eens haarfijn werd uitgekloven. De doortrekking naar de hedendaagse uitwassen en problematiek

Laat me….. - 45 -

Page 46: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

bleef hierbij meestal achterwege. De toepassing van het in de preek geleerde bleef zodoende onbelicht. In Simones ogen, kwam het zondagse ritueel over als een losstaand gegeven. Een verplicht ‘nummertje’, waarna men weer over kon gaan tot de orde van de dag.

Dat Simone meestal niet eens begreep, waar ze het over hadden en blij was, dat men aan of van tafel kon gaan, begreep het ‘gastgezin’ niet. Zij was steevast de eerste, die na de maaltijd, bijbellezing en lange dankgebed, opsprong om af te gaan ruimen en af te gaan wassen. Daar kon ze wat met zijn moeder ‘kouten’ en begonnen wat zonnestraaltjes hun weg naar haar verkilde hart te vinden.

Herman was al blij, dat zijn Simoontje niet vijandig tegenover de kerk en zijn volgelingen stond, maar moest toch vaak van zijn ouders horen, dat ze, hoewel ze haar best aardig vonden, toch liever een meisje uit eigen kringen als zijn toekomstige vrouw hadden gezien.

Een poosje geleden, toen moeder weer over het ‘ontbrekende’ geloof van zijn vriendin was begonnen, was hij tegen haar uit zijn slof geschoten en had haar en ook zijn vader hopelijk voor eens en altijd duidelijk gemaakt, dat het zijn keus was en dat er verder niets op haar en haar familie in te brengen was.

Ze hadden hem nog nooit zo kwaad gezien. Briesend had hij voor hen gestaan. Als ze Simone niet accepteerden, zoals ze was, dan ging hij subiet op zoek naar een ander onderkomen.

Wat dachten ze wel? Simone en haar ouders leefden misschien wel veel beter, dan de meeste kerkelijke vrienden van henzelf. Op het gezin Luitjes was niet dàt aan te merken! Daar konden ook zij een goed voorbeeld aan nemen. Met een harde dreun was de deur achter hem in het slot gevallen. De hele dag hadden ze hem niet meer gezien.

Dat ook buiten de kerk om veel mensen, ongedacht’ de ‘christelijke leer’ beter in toepassing brachten, dan menige ‘vrome’, drong niet tot de geconditioneerde hersens van haar schoonouders in spe door.

Zouden ze de controverse tussen de Farizeeërs en Sadduceeërs met Jezus, de ‘Messias, Zaligmaker en Kwartiermeester’ nooit begrepen hebben? Hij die de honderden wetten, geboden en regeltjes terugbracht tot slechts twee! N.l. : “De Here God liefhebben boven alles” en het: “Je Naaste als jezelf.” Wanneer je daarbij het tweede in praktijk bracht, deed je de eerste immers als vanzelf ook al!

Hij zou zelf wel bepalen, wat goed voor hem was. Hij was per slot van rekening ja geen snotjongen meer, die in alles naar

Laat me….. - 46 -

Page 47: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

hun pijpen moest dansen. Hij vertikte het langer, naar hun toespelingen en insinuaties te luisteren.

Witheet van woede was hij tegen hen uitgevallen. Hij was stapelgek op haar, waar niet dit op was aan te merken. Velen uit de kerk konden aan haar een voorbeeld nemen. Stonden die ook meteen klaar om bij ziekte en nood een ander bij te staan? Lieten die desnoods eigen werk daarbij liggen? Stond hun deur ook steeds voor een ander open? Nou dan. Hij zou zelf wel bepalen, wat goed voor hem was.

Samen konden ze uitermate goed door één deur. Als zij Simone niet konden accepteren, zoals ze was, dan was dat hun probleem, maar hij liet haar nooit vallen. Hij wilde er nu absoluut geen woord meer over horen. Als het hun niet zinde, zocht hij wel een kamer. Het eeuwige gezeur kwam hem mijlenver de keel uit.

Pas ’s avonds was hij stilzwijgend weer op komen dagen, maar aan zijn gezicht te oordelen, stond hij nog steeds op springen. Manmoedig hadden de ouwelui spijt betuigd over hun ongepaste opmerking en gezegd, dat ze vrede hadden met zijn keuze en dat Simone hier altijd welkom zou zijn.

Ze hadden zich niet zo met hem en de keuze van zijn hart moeten bemoeien. Hadden alleen maar uit bezorgdheid zo gereageerd. Overigens hadden ze, dat moest hij van hen aannemen, niets op het meisje zelf aan te merken. Alleen dat ene, dat ze niet naar de kerk ging, het hoefde niet eens die van hen te zijn, daar hadden ze het zo moeilijk mee.

Daarmee was de toon gezet. Pas veel later had Herman zijn meisje over het voorgevallene ingelicht. Had hij toen maar meteen alles eerlijk aan zijn ‘verloofde’ opgebiecht, misschien had hij daarmee dan het tij nog kunnen keren. Nu moest ‘barbertje’ mede door eigen schuld hangen.

Hij was er haar des te liever om, maar het gebeurde knaagde wel aan haar gemoedsrust. Ze had al teveel moeten slikken, waardoor ze nu geestelijk dreigde te stikken. Vandaar deze moeilijke stap. Dit gunde zij hun ontluikende liefde niet, maar zij zag geen andere uitweg meer. Die prangende onzekerheid over alles wat haar nog te wachten zou staan, daar kon ze niet meer tegen.

Natuurlijk was haar oog indertijd ook, als vanzelf, op de nieuwe trouwe klant gevallen, die stom toevallig in de kapsalon terecht was gekomen, om zijn toen nog weelderige haardos te laten knippen.

Het resultaat en ook zijn kapstertje was hem dermate goed bevallen, dat hij al gauw, na amper een maand, al weer in de stoel plaatsnam en op speciaal verzoek graag door Simone geknipt wilde worden. Aangezien Herman het aanzien ook best waard was, duurde het niet lang, voordat hij tot haar trouwste klant behoorde.

Laat me….. - 47 -

Page 48: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Dat zijn haar daardoor wel erg kort bleef, was tot daar aan toe. Het stond hem trouwens ook nog buitengewoon goed en dat maakte, dat een afspraakje met het kittige ding niet lang op zich liet wachten.

De collegaatjes mochten haar met haar ‘speciale’ klant graag een beetje plagen, maar dat zou de kift wel zijn. Ze voelde zich door al die aandacht zeer gevleid en was dan ook graag op zijn uitnodiging voor een avondje ‘stappen’ in gegaan. Van het een was het ander gekomen, zodat Herman en in de kapsalon en thuis bij de Luitjes een vaak en op de duur ook graag geziene gast werd.

De vrienden van Herman, Dirk en Gerrit, hadden er onderling om gewed, of het Herman al dan niet zou lukken, ‘zijn’ kapster aan de haak te slaan. Trots had hij na een paar vergeefse pogingen met haar door zijn dorp kunnen flaneren, vanzelfsprekend ook om zijn makkers een beetje de ogen uit te kunnen steken.

Tijdens een van die bezoekjes aan Musselkanaal, tijdens de braderie, had hij haar trots aan zijn ouders voorgesteld. Ze vond het wel een beetje griezelig een poosje met die behoudende, wat stijve mensen onder een en hetzelfde dak te moeten vertoeven.

Dat bezoekje was haar echter niet eens zo tegengevallen, al moest ze haar mening gaandeweg wel wat bijstellen. Door zijn verkering kwam hij in heel andere kringen te verkeren, dan waarin hij meestal rondhing. Hij kon niet zeggen, dat hem dat echter bijzonder tegenstond.

De vrienden hadden hun verlies sportief gedragen en gunden hem deze ‘overwinning’ dan ook van harte. Samen hadden ze de leverworst, die op het ‘spel’ was gezet, gezamenlijk ‘burgemeester’ gemaakt.

Zo langzamerhand waren zijn uitgaansmakkers steeds meer uit beeld verdwenen. Alleen op verjaardagen en bij sommige gelegenheden ontmoette en sprak men elkaar. Geen wonder trouwens, dat men zijn prioriteiten wat ging verleggen, wanneer je er zoiets liefs en moois voor in de plaats had gekregen.

In zijn ogen was Simone het mooiste meisje van de heel Ter- Apel en omstreken. Knap, lief, betrouwbaar en uit een goed nest. Hij had het niet beter kunnen treffen. Wat wil een mens nog meer? Elk zou zijn handen bij zo’n geluk immers dichtknijpen. Hij voelde zich als iemand die de hoofdprijs in de loterij had gewonnen.

Jammer, dat hij in zijn verliefdheid niet open stond voor de talrijke signalen, die het wanhopige meisje regelmatig naar hem uitzond. Verblind ging hij voorbij aan al haar noden en miste daardoor helaas een gemiste kans.

Nu, kort na aankomst vanavond, zo’n koude douche. In zijn ergste nachtmerries- hij had ze echter nooit- had hij dit kunnen

Laat me….. - 48 -

Page 49: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

dromen. Hij was totaal van de kaart. Vertwijfeld stond hij op het tegelpaadje langs ‘haar’ huis. Probeerde de ‘rare kronkel’ van Simone af te zoenen, zoals hij wel vaker een misverstand, of verschil van mening uit de weg was geruimd. Deze ‘kronkel’ in haar gedachtengang kon hij echter helemaal niet meer volgen.

Huilend smeekte hij haar, op de beslissing terug te komen. Ze moest maar zeggen, hoe en waar hij moest veranderen. Hij wou haar niet kwijt. Hij hield zo verschrikkelijk veel van haar. Kon haar niet missen. Wat had zijn leven zonder haar nog voor zin en nog veel meer wanhoopskreten meer. Simone liet zich, hoe zwaar dat haar ook viel, niet vermurwen.

De laatste weken was ze weliswaar niet meer zo enthousiast geweest, dat was hem wel opgevallen, maar dat weet hij aan iets van voorbijgaande aard. Zal wel ongesteld moeten worden, had hij gedacht- ze had dan wel vaker wat sombere buien en was dan altijd gauw op haar teentjes getrapt- en had er verder ook maar geen aandacht aan geschonken. Waaide immers vanzelf wel weer over. Dat die ‘buien’ steeds plaatsvonden in de week volgend op haar bezoek aan zijn ouderlijk huis, was nooit bij hem opgevallen. Jammer, maar helaas!

Dat hun relatie op springen zou staan, had hij in de verste verte niet kunnen vermoeden. Ze hadden het ja al bijna twee jaar zo goed samen. Ze waren elkaar zo na gekomen en waren steeds intiemer en eigener met elkaar geworden. Nu dit! Hij kon er met zijn volle verstand niet bij.

Dat er iets was, had hij bij aankomst al gemerkt, toen ze hem niet zoals gewoonlijk om de hals was gevlogen en mee had getrokken naar de gang, om daar de begroeting- maar nu uit zicht- nog eens ‘dunnetjes’ over te doen, maar nu meteen naar buiten was gelopen en een wandeling voorstelde, omdat ze hem iets moest vertellen.

Zonder morren was hij met haar meegelopen, richting het Klooster, al begreep hij totaal niet waarvoor. Alles waar hij op gerekend had, hierop niet. “Zou ze misschien..? Ben je soms zwanger van mij?”, stamelde Herman. Dat zou een forse streep door hun plannen betekenen, maar in zijn ogen geen reden om hun verhouding te verbreken.

Integendeel! Hij zou in alles naast haar staan! Hoe zijn ouders dan ook tekeer zouden gaan, hij zou haar steunen door dik en dun heen. Simone was het meisje van zijn dromen. Hij wilde geen ander en daarmee uit! Hij had gehoopt, dat zij in hem haar prins op het witte paard zou zien. Nu kwam hij wel van de koude kermis thuis.

Simone verzekerde hem echter, dat ze geen baby verwachtte en er ook beslist geen ander in het spel was. Het lag ook beslist niet aan hem, zei ze, al kon ze het hem niet uitleggen. Hij moest aannemen, dat het voor hun beiden veel beter was.

Laat me….. - 49 -

Page 50: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Deze verklaring maakte het geheel er voor hem niet duidelijker op. Met trillende knieën stond hij haar verslagen aan te kijken.

“Maar wat is er dan? Zeg het me dan!”, bracht hij er met moeite uit, terwijl hij zich moest bedwingen, niet boos te worden. Radeloos en huilend smeekte zij hem, haar verder met rust te laten en nu weg te gaan. Hij snapte van al haar gehakkel geen sikkepit!.

“Dat kan ik je nu nog niet zeggen. Maar ik kan niet met jou verder, dat weet ik zeker. Vergeef en vergeet mij asjeblieft, nu niets meer zeggen. Geloof me maar, het kan niet!”, huilde ze. “Ga nu maar! Asjeblieft!”. Ze draaide hem de rug toe en liep hollend terug naar huis. Herman bleef als versteend op het tegelpad achter.

Laat me….. - 50 -

Page 51: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

3. De dodenrit

Besluiteloos kijkt Herman naar het in hartstochtelijk huilende, wegrennende meisje, dat hem zelf ook zo van slag heeft gemaakt. Op het laatste stukje voetpad zet Simone helemaal ‘haar sokken’ erin. Rent de oprit op en stort zich a.h.w. huilend door de openstaande deur naar binnen, waarna ze in huis verdwijnt. Een totaal verbijsterde Herman achter latend. Helemaal van de kaart kijkt hij verwilderd zijn ‘alles’ na. Verbaasd en totaal overdonderd staat hij daar.

“Dit kon toch niet waar zijn?” Gebroken blijftt hij alleen op het trottoir staan. Hij strompelt als een beschonkene in de rondte. Alles wat hij verwacht heeft, dit niet. Finaal uit het lood geslagen, blijft hij met nietsziende ogen voor zich uit staren. Alle grond lijkt hem onder de voeten vandaan te zijn geslagen. Verblind door tranen ziet hij ineens het zilveren teken van eeuwige ‘trouw’ aan zijn vinger.

Hij rukt hem met geweld af en zo ver hij kan, smijt hij het ‘vriendschapsringetje’ van zich af, waar het aan de andere kant van de weg in het water belandt. Nu is alles kapot en waarom toch? Hij mag een boon zijn, als hij hier iets van snapt. Zijn verkering is uit, dat is het enige, dat goed tot zijn hersens doordringt. Wat heeft zijn leven nu nog voor zin?

Had hij maar verhaal gehaald bij haar ouders, waar hij zo eigen mee was. Helaas, gedane zaken…. Achteraf kakelen de kippen en weet men precies hoe men toen had moeten handelen. Daar kwam Herman in een vlaag van verstandsverbijstering nu echter niet op. Verslagen, gedesillusioneerd en totaal overrompeld was die stakkerd niet meer voor rede vatbaar. De bodem was onder zijn bestaan volledig weggeslagen.

Totaal beduusd en slingerend, alsof hij stomdronken was, liep hij naar zijn auto. Stapte, na wat geklungel om de deur open te krijgen in, startte de motor, gaf een enorme stoot gas en als door een mist reed hij, zijn met kunst- en vliegwerk en de nodige overuren, bijeengespaarde ‘lievelingetje’ wild achteruit de inrit uit en met gierende banden de weg op, zonder op eventueel ander verkeer te letten.

Als door een dichte nevel, maar nu van tranen, trapt hij woest op het gaspedaal. Het arme autootje, waar hij altijd zo voorzichtig mee om springt, zal niet weten, wat het overkomt.

Geen toekomst meer samen, alles over en uit. Geen gezamenlijk leven meer. Geen doel. Niemand meer om zijn hart bij uit te kunnen storten. Niemand om over de moeilijke situatie bij hem thuis en hun geloofsbeleving te kunnen praten. Hij wist niet, dat dat nu juist ‘der Pudels Kern’ was. Was hij maar opener tegenover zijn vriendin geweest, dat was deze doffe ellende hem niet overkomen.

Laat me….. - 51 -

Page 52: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Zijn ‘kokervisie’ bood hem geen gelegenheid het echte probleem te doorzien. Geen Simone, die hem na de zoveelste ‘aanvaring’ met zijn erg ‘ouderwetse’ ouders weer opbeurde en moed insprak. Geen uitzicht meer op een vrediger bestaan.

Daarom wilde hij onbewust hier zo snel mogelijk vandaan. De plek, waar hij zich zo volkomen thuis en gelukkig had gevoeld. Waarheen? Hij wist het niet! Voorlopig hoefde hij niemand meer te zien. Impulsief was hij de richting op gereden, waar hij pas geleden met haar nog gelopen had. Een ding was zeker, voorlopig ging hij niet naar huis. Zijn ouders zouden hem zien aankomen.

Moeder zou hem zeker troosten en vader zou misschien in zijn vuistje lachen. Eindelijk was uitgekomen, wat zijn oudjes stiekem al lang hadden gehoopt. Misschien zouden ze nog zo grof zijn, om te zeggen:” Treur maar niet. Er is geen hand, maar een land vol leuke meisjes!”.

Voor hem gold dat zeker niet. Voor hem was er maar één en juist die ene had hem nu aan de kant gezet. Zonder voor hem acceptabele reden bij het grof vuil gezet. Hij zou wel geen echte man zijn, want hij huilde wel. Wat moest hij nu?

Door zijn hoofd flitste ineens: “Laat me” een gedeelte uit het lied: Doorgaan van Ramses Shaffy dat hij samen met zijn Simoontje vaak in de auto uit volle borst had gezongen. Jammer genoeg was het refrijn, dat aanspoorde, om in alle voorkomende gevallen, toch vooral de eigen gang te gaan en vooral door te gaan, hem blijkbaar ontschoten.

Laat me, laat meLaat me mijn eigen gang maar gaan;Laat me, ik heb het altijd zo gedaan!

Ook André Hazes probeerde dat indertijd, samen met Simone Kleinsma tijdens hun bezoek aan Villa Felderhof in 2001, te zingen. Ook daar bleek overduidelijk, dat hij door overmatig biergebruik de weg al enigszins kwijt was. Ofschoon het wel op zijn lijf geschreven leek te zijn.

We zullen doorgaan, we zullen doorgaan, ondanks de soms uitbarstende orkaan. Hoe vaak had hij dat niet samen met Simone in de auto meegebruld. Doorgaan, waarom eigenlijk, nu het liefste dat hij op de hele wereld bezat hem ineens niet meer wilde. Doorgaan was voor hem nu een gepasseerd station. Voor hem hoefde het niet meer. Het leven had zo voor hem geen enkele zin meer. Alles weg, alles stuk. Radeloos snikte hij zijn ellende uit.

Voelt zich helemaal verlaten, zou niet weten wie hem nu nog zal kunnen troosten. Ineens speelt een lied van Rita Hovink door zijn hoofd.

‘Laat me alleen, alleen met mijn verdriet’.

Laat me….. - 52 -

Page 53: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Het lied, dat een medereizigster in de bus naar de Samariakloof tot vervelens toe steeds gezongen had. Haar verkering was kort daarvoor uitgeraakt en nu zocht zij schijnbaar troost in dit lied. Hoewel ze genoeg medelijden met dit meisje hadden gehad, hadden ze toch stilletjes moeten lachen om haar zelfmedelijden en zelfbeklag.

Ze had volgens hen toen beter een plaat van Ede Staal op kunnen zetten, met het onsterfelijke:

“Het het nog nooit, nog nooit, zo donker west, of het wordt

aaltied wel weer licht! ”,

hadden ze toen stilletjes tegen elkaar gefluisterd. Hieruit spreekt veel meer bemoediging, dat uit het troosteloze, pessimistische lied dat Rita eens zong. Wat hadden zij hier samen nog vaak aan moeten denken, als ze eens wat somber, of verdrietig waren geweest. Toch hadden ook zij toen dit tragische levenslied meegezongen.

Steevast was er later, te pas en te onpas, wel eens in een melige bui een van beiden met dit lied aan komen dragen. Luidkeels hadden ze dan dit lied de ‘ether’ in gesmeten. Zich inwendig verkneuterend over deze fatalistische tekst. Nooit had hij kunnen dromen, dat dit lied ook eens op hem van toepassing zou kunnen zijn.

Hij kon zich nu ineens voorstellen, hoe dit lied sommige mensen zo aan kon spreken. Voor hun tweeën was het na: “Wij zullen doorgaan” van Ramses Shaffy en Liesbeth List bijna een lijflied geworden.

Nu heeft hij een idee, hoe leeg en verlaten iemand zich kan voelen. In de steek gelaten worden, door het liefste wat je bezit. Hij kan er met zijn volle verstand nog niet bij. De tranen biggelen hem over de wangen.

Niemand, die hem nu meer troosten kan. Niemand die hem zal kunnen begrijpen! Hij weet niet meer, waar hij het nu moet zoeken. Niemand? Waar zijn al die wijze woorden en lessen gebleven?

Was hij het antwoord op de vraag van zondag 1 uit de Heidelbergse Catechismus, behandeld tijdens een van de catechisaties misschien vergeten? Had hij het toendertijd voor niets uit het hoofd moeten leren? Wat had hij een moeite moeten doen, het antwoord op die vraag in zijn onwillig hoofd te krijgen.

Welke is uw enige troost, beide in leven en sterven?

Dat ik met lichaam en ziel, beide in leven en sterven, niet mijns, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben, die met zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald

Laat me….. - 53 -

Page 54: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

en mij uit alle geweld des duivels verlost heeft, en alzo bewaart, dat zonder den wil mijns hemelsen Vaders geen haar van mijn hoofd vallen kan, ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door zijn Heiligen Geest van het eeuwige leven verzekert, en om voortaan voor Hem te leven mij van harte gewillig en bereid maakt.

Nu bleef hij steken in zelfmedelijden, waarbij hij elke hulp bij voorbaat al afwees.

Ontroostbaar ?

Laat me alleen, alleen met al mijn verdriet. Ik vind niemand op de wereld, die mijn problemen ziet. Niemand, niemand, niemand, die me troosten kan. Niemand in mijn buurt begrijpt, wat ik nu voel.

Zo ongeveer zong Rita Hovink heel veel jaren geleden, voor vele mensen van nu, geldt het ook voor het heden. Ze zitten met hun angst en verdriet in de knoop en vergeten ‘de bron’ van alle liefde en hoop.

Een kinderliedje zegt: “Lees je bijbel en bidt elke dag”, zodat je die hulp en troost voor altijd ervaren mag. Je weet dan, dat als je op Zijn Kracht vertrouwt, het leven weer glans krijgt, als je eens niet meer rouwt.

Hij, die eens met “Kerst” op deze aarde kwam, was de man, die begrip heeft voor alle ellende en weet wat jij bedoelt. Hij kwam toen van God, als mens , op deze verloren aard. als ‘voorbeeld’ voor ons allen: in woord, maar vooral met daad.

Ook al had schijnbaar geen mens dat eerder ooit verwacht. Hij was het, die het licht en de troost op deze wereld bracht. Na twee decennia moest Hij ons -op bevel- weer verlaten gaan, om na “Gedane Arbeid” weer naar Zijn “Vaderhuis” terug te gaan.

Na “Goede Vrijdag” en “Pasen”( ‘Opstanding’) vaak verschenen en pas na vijftig dagen met “Pinksteren” voorgoed verdwenen. In een lichte wolkenwagen, werd hij naar Gods Huis gedragen. Daar zit Hij naast God’s troon, over ons te waken, als zijn Zoon.

Maar voor Hij ging, gaf Hij ons als troost zijn “Heilige Geest”, daaraan heeft de mens, in alle voor- en tegenspoed, het meest. Door op Hem en Zijn “boodschap” te blijven vertrouwen. Mag iedereen van “het Leven”, in al zijn facetten, blijven houden.

Laat me….. - 54 -

Page 55: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Volstrekt willekeurig is hij rechtsaf gegaan, richting Sellingen. Zomaar in sleur en de gedachte om naar huis te gaan, is niet eens bij hem opgekomen. Hij heeft nauwelijks nog enig benul, waar of hoe hij rijdt. Met steeds hogere snelheid raast hij door de Havenstraat.

Het gaspedaal trapt hij onbewust steeds dieper in. Godzijdank was er op deze vooravond nog weinig of geen verkeer op de weg, al maakte een eenzame automobilist met lichtsignalen en claxoneren duidelijk het niet eens te zijn met zijn manier van rijden.

De op hun voorhoofd gerichte wijsvinger is Herman ‘zeker en vast’, zoals de Vlaming het zo mooi kan zeggen, niet eens opgevallen. De meeste mensen zitten nu nog thuis aan moeders pappot, of zijn al aan de koffie.

Dergelijke waarschuwingen dringen echter niet tot zijn door verdriet beneveld brein door. Weg, weg, is waarschijnlijk het enige dat door zijn hoofd spookt. Alleen raced hij door de stille avond. Alleen met al zijn verdriet. Niemand kan hij bedenken, waarbij hij zijn hart zal kunnen luchten, of troost bij kan zoeken.

Geen ouders, vrienden of bekenden, waar hij zijn verhaal kwijt zal kunnen. Geen oma Luitjes, die hem zeker zal hebben begrepen. Altijd heeft zij een luisterend oor, altijd heeft ze hem stilletjes moed in gesproken, als hij weer eens met zijn ouders in de knoop ligt. Oma die met haar eigen achtergrond hen allebei misschien de weg had kunnen wijzen, waarheen ze samen, maar niet elk voor zich alleen, zouden kunnen gaan. Waarom? Ach waarom?

Hij moet wel een geluksengeltje op zijn schouder hebben gehad, anders was het bij een van de wegversmallingen, of flauwe bochten al misgegaan. Rechts aanhoudend vloog hij langs de Rijks Scholen Gemeenschap, het vroegere Internaat, al drong dat nu niet tot zijn hersens door.

Met nietsziende ogen, rijdend op de automatische piloot, nam hij de bochten. Zag geen knipperende tegenliggers, hoorde geen waarschuwende claxons. Niets drong tot zijn verkrampte hersens door. Merkte niet, dat enkele weggebruikers met trillende knieën en klamme handen bleven stilstaan om bij te komen van de schrik en van deze ‘brokkenpiloot’, die als een razende over de weg raasde.

Tenslotte ging de ‘race’ richting het Klooster, waar hij blijkbaar even heeft geaarzeld. In een split second blijkbaar niet goed wist, of hij links-, dan wel rechtsaf zou slaan. De keuze bleef hem verder bespaard. Een dikke eik maakte aan alle verdere plannen abrupt een einde.

Waarschijnlijk heeft Herman niet eens meer gemerkt, dat het fout ging. Vermoedelijk heeft hij in de laatste seconden van

Laat me….. - 55 -

Page 56: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

zijn leven de ‘spreekwoordelijke’ film van zijn hele leven niet eens meer kunnen zien afdraaien.

Met een enorme klap boorde het op hol zijnde Opeltje zich in de boom. Herman zelf had geen enkele kans. Deze rit betekende voor hem letterlijk het einde. Wat er die laatste ogenblikken zoal door zijn verward hoofd heeft gespeeld, zal voor altijd een raadsel blijven. Denkelijk heeft hij zelf van de botsing niets meer gevoeld. Hij moet op slag dood zijn geweest.

Op de klap kwamen enkele bewoners het naburige hotel uitrennen. Iemand riep om een dokter en een ambulance, maar toen ze bij het natrillende wrak kwamen, zagen ze meteen, dat elke reddingspoging hier overbodig was.

Met zo’n snelheid en met zo’n klap, tegen een boom opvliegen, betekent absoluut de dood. Totaal in de kreukels ligt de bestuurder bekneld tussen dashbaord en stuurwiel. Met zijn hoofd is hij, gezien het versplinterde glas, tegen de voorruit geknald. Ogenschijnlijk heeft de chauffeur ook zonder gordel gereden. Dan is het ja ook vragen om moeilijkheden. Hij heeft zichzelf a.h.w. gelanceerd.

Gelukkig zat hij alleen in de wagen. Van het Opeltje was weinig of niets meer over. De voorwielen hadden zich a.h.w. om de boom heen gevouwen. Rook kwam er uit de motorkap. Eén van de omstanders zag kans bij de accu, die verfrommeld onder, wat er nog van de motorkap over was, lag, te komen. Met wat moeite wist hij een klem los te wrikken, zodat brandgevaar in elk geval geweken was.

Steeds meer mensen verzamelen zich bij dit wrak en de commentaren liegen er niet om. Men begrijpt niet, waar al die mensen zo snel vandaan komen. Iemand zegt, dat de politie en de ambulancedienst gebeld zijn. Ze zullen zo wel komen. Een paar omstanders proberen de al te nieuwsgierige ‘ramptoeristen’ wat op een afstand te houden en iemand was zo verstandig een plaid uit zijn voor ‘Het Boschhuis’ geparkeerde auto te halen, die hij voorzichtig, zo goed mogelijk, over de voor- en zijkanten van het wrak heen legde. Om sensatie zoekers zit men bij dergelijke gelegenheden meer mee, dan om verlegen.

Laat me….. - 56 -

Page 57: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

4. Gedane zaken

Simone viel huilend als een klein kind haar moeder in de armen. “ Ik heb het uitgemaakt, maar het doet zo’n zeer. Herman, die lieve Herman snapt het niet, wil het ook niet begrijpen. Ik doe hem met mijn besluit zo vreselijk veel verdriet. Waarom kan ik met hem nou niet gewoon gelukkig worden?”

Moeder Luitjes streelt het snikkende meisje over het hoofd, terwijl haar vader moeite doet om zijn gevoelens te verbergen. Hij voelt de hele situatie zo goed aan. Het is beter om er voorlopig het zwijgen maar toe te doen. Uithuilen is vaak de beste medicijn.

Staande voor het zijraam, wacht hij op de terugkomst van Herman. Is benieuwd, of hij nog even binnen zal komen om hen gedag te zeggen. Hij weet, wat zielepijn betekent. Zelf heeft hij dat bij zijn eerste liefde ook meegemaakt.

Ook daar was het zijn vriendin, die een eind aan hun omgang maakte. Achteraf bleek zij er al een ander als reserve op na te houden. Maar voor Herman spijt het hem ontzettend. Hij heeft hem maar wat graag als schoonzoon willen hebben. Kan zich geen betere partij voor zijn lieveling wensen. Helaas gooit hier het geloof roet in het eten.

Had hij maar wat meer karakter getoond en wat meer rekening gehouden met de gevoelens van zijn Simone. Was er maar door hen beiden meer over gepraat. Hij had begrepen, dat zij dat ‘tig’ keer had geprobeerd, maar dat hij dat altijd wegwimpelde.

De houding van: Komt tijd, komt raad en we zien wel hoe het loopt. Later zullen wij het zeker anders doen. Dat hij niet in de smiezen had, dat hij met deze houding haar erg tegen de haren in streek en in grote onzekerheid over hun verhouding liet zitten, kwam blijkbaar in zijn gedachten niet op.

Liefde overwint veel, maar niet alles. Dat heeft hij vandaag door schade en schande aan de lijve ondervonden. Jan Luitjes is benieuwd, hoe het jongmens op het verlate ‘blauwtje’ zal reageren. Hij hoopt, dat hij deze slag als een echte kerel zal gaan dragen.

Uit talrijke gesprekken met Simone was duidelijk haar gewetensnood en duivels dilemma gebleken. Zij konden haar alleen maar helpen, door alle feiten en gevolgen duidelijk op een rijtje te zetten. Maar de uiteindelijke beslissing lag bij dochterlief zelf.

Hoe zeer die keuze hen ook speet. Die hadden ze maar te respecteren. Alle voors en tegens hadden ze uit ten treure gewikt en gewogen, maar ook zij hadden haar geen passende oplossing aan de hand kunnen doen.

Laat me….. - 57 -

Page 58: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ze wisten nu wat je in huis had, nu was het maar afwachten, welke ‘schoonzoon’ ze mettertijd de hand zouden kunnen schudden. Dat ze niet lang alleen hoefde te blijven, stond voor hem als een paal boven water. Niet alleen door de geurtjes uit de kapsalon, maar ook anderwege kwam er al behoorlijk wat reuk aan zijn oogappel.

Er zouden genoeg vrijgezelle knapen bereid zijn, om het vaandel van Herman over te nemen. Zover was het echter nog lang niet. Maar afwachten, hoe dochterlief deze hartecrisis te boven zou komen.

De verkering te moeten verbreken met iemand, waar je zo verschrikkelijk van houdt, omdat het geloof altijd tussen je in zal blijven staan, is geen sinecure. Urenlang hadden ze er de afgelopen weken over gesproken. Alles tot in den treure herhaald en doorgesproken.

Als ouders stond je daarbij a.h.w. aan de zijlaan. Kunnen alleen een luisterend oor en een schouder bieden om uit te huilen, maar de uiteindelijke beslissing moet het kind zelf nemen. Simone moet hier bij haarzelf zelf grondig te rade gaan, of ze op deze manier door wil gaan, al hebben zij daar als ouders nog zo’n zwaar hoofd in, of de handdoek in de ring gaat werpen. Het was haar leven en daarom moest het ook haar besluit zijn.

Het enige dat zij konden doen, was achter haar te staan en haar besluit, hoe die ook uit mocht vallen, te respecteren. Dat ze zich na die harde mededeling niet bepaald prettig voelt, pleit voor haar. De verkering is, wat haar betreft, beslist geen eendagsvlieg geweest. Ze had zich hier voor de volle honderd procent in gestort en had van haar kant er alles aan gedaan, die tot een goed einde te brengen.

“Stil maar, stil maar lieverd. Ik begrijp het wel. Het komt allemaal wel weer goed”, fluisterde zij. “Wie weet, waar dit nog goed voor geweest is. Als jullie voor elkaar bestemd zijn, komen jullie vast en zeker nog weer bij elkaar.

Is Herman erg geschrokken van jouw voornemen? Je kon voor je gevoel ja niet anders. Wij hadden het ook graag anders gezien. Herman is een goede jongen, maar als jij denkt niet voor altijd gelukkig met hem te kunnen worden, is het verstandig, niet jarenlang te blijven aarzelen. Dan wordt het ‘doorhakken van de knoop’ alleen maar zwaarder”.

Herman kwam niet meer binnen, zoals ze hadden verwacht, om ook van hen afscheid te nemen. Dat was immers wel zo netjes geweest. De jongen was blijkbaar dermate aangeslagen, of overvallen door deze koude douche, dat hij het liefst zo snel mogelijk naar huis zou willen.

Tenminste ze hoorden buiten de auto van Herman de oprit uitrijden. Aan het geluid te oordelen, ging dat niet bepaald zachtzinnig. Vader Jan, die zich bescheiden op de achtergrond had

Laat me….. - 58 -

Page 59: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

gehouden bij het ‘onderonsje’ tussen moeder en dochter, had voor het raam de aftocht van zijn gewezen aanstaande schoonzoon gezien. Hij schrok zich wezenloos, toen hij het vertrokken gezicht van Herman in de auto zag. In zo’n desolate toestand was het immers totaal onverantwoord te rijden.

Wie had ook kunnen vermoeden, dat het Herman zo erg aan zou pakken? Had Simone hem na het gesprek nog maar even meegenomen naar haar kamer, dan hadden zij hem nog wat op kunnen vangen en misschien bij vertrek tegen kunnen houden. Gedane zaken, nemen echter geen keer.

Als dit maar goed gaat? Hij had in zo’n toestand nooit weg mogen rijden. Misschien had hij er verstandig aan gedaan, de knaap buiten op te wachten. Een praatje, of een kopje koffie wilde nog wel eens helpen. Maar dat alles kwam nu als mosterd na de maaltijd.

“Kom gauw”, riep hij tegen zijn dochter. “Kom mee, we moeten hem proberen tegen te houden. Dit komt zo niet goed.” Jan Luitjes reed zo snel als hij kon zijn auto uit de garage. “Snel, stap in” riep vader tegen het nog nasnikkende meisje. “We moeten hem zien in te halen, voordat het fout gaat. In deze toestand kan hij eigenlijk niet rijden”.

Zo hard had hij nog nooit door het dorp gereden. Eigenlijk heel onverantwoord. Gelukkig was het ’s avonds niet zo druk op de weg. De snelheidsremmende bochten nam hij met een veel te hoge snelheid. De remmen gilden en af en toe drukte hij op de claxon om eventuele tegenliggers en andere weggebruikers te waarschuwen.

Hij hoopte Herman achterop te kunnen rijden en hem d.m.v. lichtsignalen, of door te claxoneren, weer enigszins bij zinnen te brengen en tot stoppen te bewegen. Wat er daarna moest gebeuren, wist hij nog niet. Als zijn auto eerst maar aan de kant stond. Helaas was de afstand wel al erg groot geworden. Herman had een behoorlijke voorsprong. Spaarde blijkbaar het gaspedaal niet. Wist hij nu maar, waarheen hij op weg was.

Vanuit hun woonplaats was hij rechtsaf richting het Klooster gegaan. Wat hij daar te zoeken had, was hem een raadsel, maar dat deed ook minder ter zake. In de verte had hij de auto rechtuit langs de nieuwbouw zien rijden.

De achterlichten gaven aan, dat hij bijvoorbeeld niet richting Kloosterheerd, of het Centrum was gegaan. Dat had hij in de gauwigheid nog kunnen zien. Stopte hij nu maar even aan de kant van de weg, om daar wat tot zichzelf te komen, maar hij reed maar door. Stilstaande auto’s aan de linkerkant van de weg maakten al duidelijk, dat Herman ook hen de schrik om het lijf had gejaagd met zijn onbeheerst rijgedrag.

Als een ongeleid projectiel naar onbekende bestemming raasde ook Jan over de weg. Doodstil was het in de Toyota, beider

Laat me….. - 59 -

Page 60: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

hart klopte in de keel. Met grote angstige ogen tuurden ze recht vooruit. De afstand minderde zienderogen. Het autootje was nog nooit zo hard langs ’s Heren wegen gedenderd.

Als hij Herman maar op tijd tot stoppen zou kunnen bewegen. Voortdurend knipperde hij met het groot licht in de stille hoop, dat de zich ongetwijfeld bedrogen voelende ‘lover’ wel eens een blik in de achteruitkijkspiegel zou werpen. Eigenlijk was het een dodemansrit die hij maakte.

Simone zat tandenbijtend of handenwringend voorover gebogen door de voorruit te staren. Ze wilde de auto van haar vader wel vooruitduwen, maar harder dan ze nu reden, was levensgevaarlijk. Het zweet stond Jan Luikens in de handen en op het voorhoofd. Zo idioot hard had hij nog nooit gereden. “Lieve God, maak dat ik op tijd kom”, bad hij woordeloos.

Misschien dat Herman, als hij merkte dat ze achter hem aan kwamen, dan op de lichtsignalen en het geclaxoneer zou reageren en wat beter tot ‘bewustzijn’ zou komen. Steeds meer mensen kwamen uit de huizen, om de twee voortrazende ‘stalen monsters’ na te kijken.

Ongetwijfeld zal hierbij menig hoofd afkeurend hebben geschud over zulk roekeloos rijgedrag. Misschien dachten ze wel, dat deze beide auto ’s een autorace hielden, zoals de laatste tijd wel vaker gebeurde. Ze moesten eens weten, wat voor drama zich hier dreigde te voltrekken.

In ieder geval was Herman niet op weg naar het huis van zijn ouders in Musselkanaal. Bij zijn weten, had Herman ook geen familie of kennissen in Sellingen wonen, of de buurt van het Klooster. Zou hij misschien via Emmercompascuüm naar Emmen willen rijden, waar hij zijn werk had? Jammer genoeg kon hij de gedachten van de wanhopige jongen niet lezen.

Simone zat als een zoutzak, ineengedoken als een bang wezeltje naast hem. Angstig, onwezenlijk, uit het lood geslagen. Voor zijn gevoel werd de achterstand, steeds kleiner. Als hij eerst maar vlak achter hem zou komen, dan kon hij proberen, met lichtsignalen en getoeter, hem aan de kant van de weg tot stilstand te krijgen.

Desnoods reed hij hem voorbij, om hem op die manier, door steeds langzamer te gaan rijden, tot stoppen te dwingen. Hopenlijk kwam hij hierdoor weer bij zijn positieven. Vlak voor Ter- Apel Zuid verloren ze in de bocht naar rechts de achterlichten even uit het zicht.

Een paar honderd meter verderop, na de afslag naar Ter- Apel en Emmen, bijna voor het Klooster, vonden ze de nog rokende auto, die zich met een enorme dreun in een dikke boom had geboord. Jan stopte en sprong uit de wagen en beduidde Simone te blijven zitten. In een mum van tijd, was ook zij al uit de gordel en naast de auto.

Laat me….. - 60 -

Page 61: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Jan rende naar het wrak van de Opel, met de stellige bedoeling, om Herman uit de auto te halen, al kon hij bijna op zijn vingers natellen, dat hier elke hulp wel eens te laat zou kunnen zijn. Één blik in de wagen deed hem razendsnel omkeren. Zijn dochter kon deze vreselijke aanblik beter bespaard blijven.

Hij ving zijn dochter op, die al aan kwam rennen en dwong haar rechtsomkeerd te maken. Simone kon maar beter de aanblik van Herman, die volledig in de vernieling lag, niet zien. Ruw trok hij zijn dochter bij de onheilsplek vandaan. Hij sleurde zijn dochter zowat naar zijn eigen auto en dwong haar daarin plaats te nemen. Nog enigszins tegenstribbelend liet ze zich leiden.

Zodra ze weer in de auto zat, maakte Jan haar in voorzichtige bewoordingen duidelijk, dat elke redding voor Herman te laat zou komen. Niemand zou meer iets voor hem kunnen doen. Wanneer zij hier even bleef, zou hij verder poolshoogte nemen.

“Zitten blijven”, snauwde hij onbedoeld het krijsende meisje nog eens toe. “Hier blijven, ik ga wel kijken!”, bracht hij nog uit, voordat hij zelf, met lood in de schoenen, terug liep. Al meer mensen verzamelden zich rond de onheilsplek en de commentaren waren niet van de lucht.

Of Simone heeft begrepen, wat haar vader haar voorzichtig duidelijk poogde te maken, of alles wel goed tot haar gestresste hersens door was gedrongen, valt te betwijfelen. Haar aanblik was ook voor hem een hartverscheurend tafereel. Hij kon zich niet voorstellen, wat er op dit moment wel door haar heen moest gaan. Ze sloeg ineens de handen voor het gezicht en barstte in een hemelschreiende huilbui los.

Ook een paar mensen kwamen uit verschillende richtingen op de knal afrennen. Enkele gasten uit ‘het Boschhuis’ kwamen verschrikt achter hun bord of glas vandaan. Het is onvoorstelbaar, hoe snel de ‘tamtam’ blijkbaar zijn werk doet. Van alle kanten stroomden er mensen, overwegend nieuwsgierige kijkers toe.

Krijtwit stond Jan Luitjes even later tussen de toestromende omstanders, maar reageerde niet op allerlei geuite opmerkingen. Hier kon niemand meer wat doen. Blijkbaar had Herman in zijn verbouwereerdheid de splitsing gemist en was op volle snelheid rechtuit gereden.

Hij zag hoe iemand zorgvuldig een plaid over de voorkant uitspreidde, om nieuwsgierigen het zicht wat te benemen. Jan was er de onbekende man dankbaar voor. Hoorde hoe de politie en ambulance al waren gebeld.

Aangezien hij hier niets meer kon doen, haastte hij zich weer naar zijn auto, waar hij het af en toe gillende, volledig over de rooie zijnde meisje probeerde te kalmeren en te troosten. Of hij met zijn goedbedoelde woorden effect had op de gemoedstoestand van zijn dochter was maar de vraag.

Laat me….. - 61 -

Page 62: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Zachtjes praatte hij op het meisje in, drong haar zijn zakdoek op, streelde haar haren en streek over haar rug. Het liefst had hij haar net als vroeger op schoot genomen en de traantjes weggekust. Wat voelde je je als ouder ineens machteloos.

Geleidelijk aan kwam ze enigszins tot bedaren, al drong ook de werkelijkheid wat beter tot haar door. “Is Herman dood?”, fluisterde zei. Jan knikte. Woorden waren ook overbodig. In haar onderbewuste had ze wel degelijk haar vaders woorden gehoord. “Waarom?”, zuchtte ze. Een woord, dat ze de komende tijd nog herhaaldelijk zou gebruiken.

Op het grote “waarom” van ons leven, krijgt de mens toch nooit een goed antwoord. Het was ook nauwelijks nog te bevatten, dat een jongen, die nog geen kwartier geleden gezond en wel hun erf had verlaten, nu al de reis naar de eeuwigheid was begonnen.

Inmiddels hadden zich al een hoop mensen op de rampplek verzameld. Waar al die mensen zo snel vandaan kwamen, was hem een raadsel? Hadden ze de knal gehoord? Of waren ze eigendom van een ‘bakkie’ waardoor ze soms nog sneller ter plaatse waren dan de politie en/ of de ambulance.

Iets waar ‘de Hermandad’ zo’n gruwelijke hekel had. Die nieuwsgierigen hinderden hen maar al te vaak bij hun werk. Binnen de kortste keren, was ook de politie en een ambulance aanwezig.

Na een vluchtige inspectie door het ambulancepersoneel, werd ook de brandweer opgeroepen om het slachtoffer uit de auto te kunnen halen. In de tussentijd gingen ze in de ambulance ruggespraak houden met hun superieuren. Aangezien ze hier niets meer konden doen, vertrokken ze maar weer. Nu in een heel wat kalmer tempo.

Zonder zijn, in de haast vergeten gordel, had Herman geen schijn van kans gehad. Een blik op het binnenste van de auto had Jan eigenlijk al genoeg gezegd. Daarvoor hoefde je niet deskundig te zijn.

In afwachting van de komst van de opgeroepen brandweer hielden de agenten de omstanders op afstand en informeerden zo hier en daar, naar de oorzaak van het ongeval. Straks, wanneer nog meer ondersteuning ter plekke zou zijn aangekomen, zouden ze die verklaringen wel opnemen. Nu probeerden ze zich in eerste instantie een beeld van de toedracht te vormen. Krijtstrepen werden getrokken en eventuele sporen zeker gesteld.

Wanneer het slachtoffer uit zijn netelige positie zou zijn bevrijd, zou hij met een speciale wagen afgevoerd worden naar het politiebureau, waar sectie zou worden verricht, waarna het lichaam ter beschikking van de familie zou worden gesteld.

Laat me….. - 62 -

Page 63: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Vanzelfsprekend moest onderzocht worden, of er misschien alcohol of het gebruik van drugs in het spel was geweest.

Toen de brandweer met de rampenwagen was gearriveerd, werd door hen met de hydraulische schaar het dak weggeknipt, zodat de ‘hulpverleners’ zich over Herman konden ontfermen. Ook een opgeroepen lijkwagen verscheen ter plekke. Daarin zou men straks het ontzielde lichaam wegbrengen.

Niemand had wezenlijk iets meer voor hem kunnen doen. Een frontale botsing, zonder autogordel en dan ook nog met zo’n hoge snelheid, zoals sommige passanten beweerden, overleeft immers geen mens.

Op de weg zelf was geen enkel remspoor te zien. In volle vaart moest de auto zich in de boom hebben geboord. Over het hoe en waarom bleef men vooralsnog in het ongewisse. Via het kenteken van de auto en de papieren die men uit het verfrommelde dashboardkastje wist te vissen, kwam men achter de identiteit van het slachtoffer. Herman van Galen, woonachtig aan de Floralaan no …in Musselkanaal.

Ze besloten het lichaam mee te nemen naar het bureau, voor het afhandelen van de noodzakelijke formaliteiten, voordat het zou worden vrijgegeven voor opbaring en latere begrafenis of crematie, al naargelang de familie in overleg met de uitvaartleider zou besluiten.

Hoofdschuddend, druk gebarend, concluderend en zacht pratend wisten de omstanders, als ware deskundigen, in een mum van tijd het hele ongeval te analyseren. Hun oordeel was al geveld, terwijl de deskundigen nog met hun onderzoek moesten beginnen.

Inmiddels werd een bergingsbedrijf in Musselkanaal gebeld, die straks het wrak op zou komen halen. Niet bepaald een mooi klusje. Een dekkleed zouden ze erover spannen, zodat het geheel aan de nieuwsgierige blikken van de omstanders onttrokken zou zijn. Op het terrein van het politiebureau zou de wagen technisch nog worden onderzocht, om de zien, of er misschien onvolkomenheden, of andere mankementen tot dit noodlot hebben geleid.

Jan Luitjes liep naar een van de drukdoende agenten toe, om zijn lezing van het gebeurde te geven en de noodzakelijkste gegevens zoals: naam, adres, naam van de ouders enz. te verstrekken. Ook de relatie van Herman het slachtoffer, tot zijn dochter, deed hij in telegramstijl uit de doeken. Ook de zojuist door haar verbroken relatie kwam daarbij ter sprake.

Verder vertelde hij nog zijn uiterste best te hebben gedaan, hem in te halen c.q. tot stoppen te dwingen. Dat e.e.a. zo desastreus zou aflopen, hadden ze in de verste verte niet verwacht. De agent schreef in zijn aantekenboekje alles in telegramstijl op, waarna hij een collega riep voor nader overleg.

Laat me….. - 63 -

Page 64: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Hermans ouders moesten worden gewaarschuwd en op suggestie van Jan Luitjes, ook de plaatselijke predikant.

Wat moest dit een vreselijke schok voor die mensen zijn! Misschien dat die bereid zou zijn, met hen mee naar zijn ouderlijk huis te gaan. Door de woorden van de heer Luitjes was een technisch onderzoek zo goed als overbodig geworden. Het betrof hier zo goed als zeker een menselijke fout, gezien de geschetste voorgeschiedenis.

Jan Luitjes voelde, dat hij enigszins overbodig geworden was en vroeg dan ook, of ze hem nog nodig hadden. Nee, voorlopig wisten ze genoeg. Wanneer ze nog iets moesten weten, zouden ze wel contact met hem opnemen. Ook vroeg hij, of de politie nog met zijn dochter wilde spreken, maar dat kon morgen ook nog wel, verzekerde de oudste agent, die het moord en brand huilende meisje al in haar vaders auto had zien zitten.

Wij komen als het nodig mocht zijn, morgen in de loop van de dag, wel even langs en hij noteerde ook hun naam en adres. “Breng haar maar naar huis, zodat ze misschien wat tot rust kan komen”, adviseerde hij Luitjes, “tenzij zij zelf natuurlijk mee wil wanneer de collega’s zijn ouders gaan informeren. Overigens lijkt mij dat in dit geval niet zo verstandig”.

Ook vader Jan was die mening toegedaan. In deze toestand wilde hij het meisje niet met zijn ouders confronteren. Die kregen zo wie zo al genoeg te verwerken. Dat kon wel eens een bar vervelende situatie kunnen opleveren. Daarom leek het hem beter deze eerste confrontatie met Hermans ouders nog even uit te stellen. Het zal voor dat echtpaar een verschrikkelijke klap zijn”.

Jan keerde de auto en reed voorzichtig in volstrekt stilzwijgen dezelfde weg terug. Bij aankomst thuis stoof moeder naar buiten. Eén blik van moeder op de beide krijtwitte gezichten in de auto zei haar al genoeg. Simone gooide de deur van de wagen open, gilde en stortte zich met de woorden: “Herman is dood!”, in de armen van moeder Janske.

“Het is allemaal mijn schuld, ik heb hem vermoord!” gierde het totaal over haar toeren zijnde meisje. Ze beefde als een rietje en was door moeder niet stil te krijgen. Met het oog op de buren en andere nieuwsgierigen, die op alle rumoer uit hun huizen kwamen, duwde zij het meisje met zachte hand het huis binnen. “Kom maar, stil maar”, was eigenlijk het enige dat haar moeder uit haar keel kon persen.

Ook de buren, die inderhaast op het lawaai aan waren komen lopen, keken verslagen en ongelovig toe, nadat Jan hen in een paar gestamelde woorden het ontzettende nieuws had verteld.

Een paar buurvrouwen huilden en zochten, woordeloos met de armen om elkaar, wat troost bij elkaar. De mannen stonden er

Laat me….. - 64 -

Page 65: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

als zoutpilaren bij, wisten niet, wat ze moesten doen of laten en bleven met nietsziende ogen in de verte staren.

Een enkeling uitte een gesmoorde vloek. Wie had zoiets nu verwacht. Een paar hengelaars lieten hun hengel in de steek en staken de straat over. Benieuwd wat al die commotie toch wel betekende. Ze hoorden verbaasd aan, wat zich hier het afgelopen uur zoal had afgespeeld. “Ik heb hem nog gegroet, toen ik ging vissen”, stamelde Van Dijk. “Dit is toch niet mogelijk”?

Hij sloot zijn vrouwtje in de armen. Ook de andere buren wisten niet goed, wat ze met deze situatie aan moesten. “Het is me toch wat. Zo jong nog! Wat “was het leven voor sommigen soms toch onmenselijk wreed en oneerlijk. Zo af en toe werd men met de neus op de vergankelijke werkelijkheid gedrukt.

Men schuift het idee, eens afscheid te moeten nemen, het liefst zo lang mogelijk voor zich uit. Wil daar eigenlijk helemaal niet aan denken. Tot er zo iets gebeurt. Een moment kan de wereld finaal op zijn kop zetten.

“Had ik de verkering maar niet verbroken, dan had Herman nu nog geleefd. Herman, die lieve Herman. Wat moet ik nou? Waarom moest dit nou gebeuren? Wat heb ik gedaan?”

Het radeloze meisje zat boordevol zelfverwijten. Geen haar op haar hoofd, had deze afloop verwacht, of kunnen voorzien. Denken kon ze amper meer. Dat dit een ‘ongelukkige samenloop van omstandigheden’ was, kwam in haar geplaagde hoofdje al helemaal niet op. Moeder leidde het kind de kamer in en duwde haar op de bank, waarna ze naast haar ging zitten met een arm om haar schouder.

Ze bleef het in haar armen gierende, krijsende en met lange uithalen huilende meisje over de haren strijken en probeerde haar te sussen, terwijl de rest van de familie, doodstil toekeek. Ze gilde, krijste als een bezetene en sloeg zich machteloos met de vuisten tegen het hoofd. Op de tafel en op het losse kussen op de bank. Wat een consternatie! Ze was compleet van de kaart.

De broers zijn na het overhaaste vertrek van de beide auto’s ongerust naar beneden gekomen. Tijdens het ‘onderonsje’ tussen zuslief en Herman hebben ze zich wijselijk gedrukt op hun kamer. Zij mogen Herman wel, wat hun betreft, hadden ze hem best als zwager willen hebben. Hij mag dan wat serieus overkomen en thuis het geloof met de paplepel ingegoten hebben gekregen, hier begon hij zich al behoorlijk op zijn gemak te voelen en blies daarom zijn partijtje steeds gemakkelijker mee.

Zijn houding t.o.v. het geloof vonden zij behoorlijk stom. Ze konden niet begrijpen, dat iemand van zijn leeftijd nog zo aan de leiband van zijn ouders wilde lopen. Dat hij hun zus aan het lijntje hield, vonden ze een kwalijke zaak, maar dat was allemaal water, dat niet over hun akkers stroomde.

Laat me….. - 65 -

Page 66: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Door alle problemen, die hij met zijn ouders over hun geloofsovertuiging en hun starre interpretatie had, hadden ze verwacht, dat hij in de loop der tijd, wel van ‘zijn geloof gevallen’ zou zijn. Dat het echter zo uit zou pakken, nee, daar konden ze niet bij. “Mijn schuld, mijn stomme schuld, als ik het niet uitgemaakt had, leefde Herman nog. Dit heb ik niet gewild. Ik heb hem vermoord! Door mijn stomme schuld is hij nu dood!”, schreeuwde het totaal overstuur zijnde kind. “Waar heeft hij dit aan verdiend? Waarom moest zo’n lieve jongen nu sterven? Hij heeft nog nooit iemand kwaad gedaan! Hoe kan de God waar zijn ouders zo mee weglopen, dit nu toelaten? Is dit nu de God van de liefde, die zo van al Zijn kinderen houdt.”

Een kreet om hulp, voor haar ouders zo begrijpelijk, maar iets, waar zij het antwoord niet op weten. Het grote “waarom” van zo ontzettend veel gebeurtenissen in een mensenleven. Waar de mens niet weet, wat hij er mee aan moet. Waar deze stil valt en geen woorden meer kan vinden.

“Stil maar liefje. Dit kon jij toch niet weten.” Ze praatte op haar dochter in, terwijl ze nog helemaal niet precies wist, wat er gebeurd was. Dat zou ze straks van Jan wel horen. Nu was het alleen maar zaak, het totaal overstuur zijnde meisje tot rust te krijgen.

Simone huilde met gierende uithalen. Kermde als een gewond dier en wrong radeloos haar handen. Geen zinnig woord kon ze uit haar krijgen. Zij bleef maar herhalen, dat Herman dood was door haar schuld.

Met het oog schuin gericht op zijn dochter, belde vader hun huisarts, die na een korte uitleg, toezegde meteen te zullen komen. Misschien, dat die het huilende en schreeuwende meisje kon kalmeren. “Het is allemaal mijn schuld! Mijn stomme schuld! Ik heb zijn dood op mijn geweten. Ik heb hem vermoord! Wat heb ik toch gedaan?” schreeuwde ze tussen het huilen door. Ze trilde over haar hele lichaam. Hoe moet je als ouders zoiets ‘handelen’? Zoiets komt gelukkig bijna nooit op je pad. Maar toch…

Wat moet je in zo’n situatie zeggen? Waarmee kun je troosten, als je zelf bijna geen woord uit je keel kunt krijgen. Moeder deed onbewust misschien het enige goede. Ze nam Simone in haar armen en liet haar huilen en praten. Een luisterend oor en een arm om de schouder was op dit moment het enige, dat er toe deed.

Broer Klaas zette huilend ongevraagd een glas water voor haar neer. “Drink maar kind. Het zal je goed doen”, kwam moeders trillende stem en ze reikte haar het glas. De tanden klapperden tegen het glas. Met grote ogen en lamgeslagen stonden de broers hun zus aan te staren. Dit kon toch niet waar zijn?

Laat me….. - 66 -

Page 67: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Rieks de andere oudere broer kon het niet langer aanzien en liep naar buiten, scheldend- op wie eigenlijk?- en schreiend als een klein kind. Blijkbaar was dit zijn manier, om zijn gevoelens te uiten. Hij schopte tegen alles wat op zijn pad kwam. Sloeg wild om zich heen. Onaanspreekbaar!

Niemand durfde de zo overstuur zijnde knaap tegen te houden. Laat hem maar even uitrazen, leken de blikken te zeggen, die hem werden nageworpen. In de tuin kwam Rieks wat tot zichzelf. Hij wreef zich de tranen uit de ogen, vermande zich, maar kon niet voorkomen, dat men hem medelijdend nakeek, toen hij weer het huis betrad.

Verschrikkelijk, wat een toestand! Met de armen om elkaar heen, bespraken de buren dit verbijsterende, ongelooflijke feit. Steeds meer mensen verzamelden zich op de stoep en de oprit van het huis. Ze kenden Herman ja zo goed.

Regelmatig was hij met Simone hier en daar wel eens wezen oppassen. Zo’n leuke oppassende vent. Hier kon men niet bij. Wat een ramp! Wie had dit nu kunnen denken? Ze konden er niet over uit. Wie had dit nu verwacht? Niemand toch zeker. Zopas was hij nog vrolijk groetend aan komen rijden en nu was hij er niet meer. Ongelooflijk!

Op zulke momenten beseft men eigenlijk pas goed, hoe broos het leven is en hoe men elkaar dan nodig heeft. Burenplicht mag dan een wat verouderd begrip zijn, nu merkt men pas, wat dat eigenlijk inhoudt. Samen de schouders eronder, samen staat men veel sterker. Samen kun je bergen verzetten, die anders overeind moeten blijven. Eendracht maakt hierbij inderdaad macht.

Gedeelde smart is halve smart, wordt er vaak gemakkelijk gezegd, maar kom er eens om, als zich zoiets verschrikkelijks in je omgeving voordoet. Wat is het fijn om in dagen van houw en rouw op elkaar te kunnen bouwen!

“Mama, dit heb ik niet gewild. Ik was alleen niet zeker van me zelf, ik durfde de stap nog niet te wagen en Herman had al een paar maal laten doorschemeren, dat hij graag wilde trouwen, maar ik hield echt wel van hem. Echt waar hoor mam! Ik dacht, dat het een ‘noodsprong’ was om maar uit huis weg te komen. Was ik maar duidelijker geweest. Had ik het maar beter uitgelegd, maar hij was zo overdonderd. Was zo verdrietig en later zo kwaad, toen ik weg liep.

Had ik hem maar tegen gehouden! Had ik…”, ratelde het kind in een toer door. Gierend zat het meisje totaal van de kaart op de bank. Helemaal in zak en as. Overstromend van zelfverwijt en radeloosheid. Bij het hysterische af.

Gelukkig kwam op dat moment de dokter binnen, die door Jan in de hal was opgevangen en in sneltreinvaart was ingelicht.

Laat me….. - 67 -

Page 68: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

“Meisje toch! Wat erg wat jou is overkomen. Hier drink dit maar op, dan zul je wat rustiger worden.”

Hij overhandigde haar een glaasje water, waarin hij een kalmerend pilletje had gedaan. “Het is allemaal mijn schuld”, probeerde Simone hem het gebeurde uit te leggen. “Als ik…”

“Nee, meisje, je hoeft niets uit te leggen. Ik weet wat er gebeurd is, dit kon jij toch niet voorzien. Probeer eerst maar eens wat te slapen, onthoud echter één ding: Dit is echt niet jouw schuld!”, onderbrak hij haar woordenvloed. Dokter van Oeveren hoopt, dat hij toch nog enigszins tot de gedachtenwereld van het totaal verslagen meisje door kan dringen, al betwijfelt hij dat ten zeerste.

Samen brengen ze het schuddende kind naar haar slaapkamer en moeder kleedt haar uit, doet haar nachthemd aan en legt haar op bed. Het medicijn begint al te werken en haars ondanks zakt ze langzaam in slaap.

Moeder blijft, net als vroeger, nog een poosje bij haar dochter zitten, waar ze ontzettende medelijden mee heeft, maar zich nu zo volslagen hulpeloos voelt. Wat een ellende! Wie heeft kunnen bevroeden, waar het deze avond op uit zou draaien? De avond, die zo mooi leek te beginnen.

De dokter blijft in de kamer nog wat napraten. Hier hoort hij pas goed welke narigheid zich hier deze avond heeft afgespeeld. Hij wenst de familie en Simone in het bijzonder heel veel kracht en wijsheid toe en belooft morgenvroeg nog even langs te zullen komen. Ook laat hij een paar pilletjes achter, hoewel hij verwacht, dat ze voorlopig wel een aantal uurtjes zal slapen.

In de kamer, zitten een aantal mensen, die troost zoeken bij elkaar, uithuilen op elkaars schouders en in elkaars armen liggen, druk pratend en niet kunnen begrijpen, hoe in een paar luttele ogenblikken, hun vertrouwde, alledaagse wereldje zo op zijn kop kan worden gezet.

Nu zìj al zo kapot waren van het gebeurde, hoe moet het dan voor de ouders en verdere familie van Herman wel niet zijn? Het koffiezet apparaat, door buurvrouw Gerie aangezet, maakt overuren.

Wat moeten zij als ouders hier nu verder mee? Simone is voorlopig uitgeschakeld, maar zij, moeten zij niet iets van zich laten horen? Ze kunnen vanzelfsprekend even bellen, maar dat lijkt hen in deze situatie minder wenselijk. Na enig overleg besluiten vader en moeder Luitjes de ‘stoute’ schoenen aan te trekken om in huize Jacobs hun deelneming te gaan betuigen.

Dat is, in dit geval, toch wel het minste, dat ze kunnen doen. Van Simone is het nu nog teveel gevraagd. Nu moeten zij met de moed der wanhoop, de ‘honneurs’ maar waarnemen.Die mensen moeten ook wel volkomen uit stuur zijn. Hun enig kind, hun oogappel zomaar van het ene op het andere moment dood.

Laat me….. - 68 -

Page 69: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Wat moet er nu wel door die lui heen gaan? In de gauwigheid kleedt men zich nog even om. Kijken nog even bij het onrustig slapende kind, groeten de andere aanwezigen, die hun veel sterkte wensen en rijden stilzwijgend naar het huis van de familie Van Galen, waar hun zoon tot vandaag nog thuiswoonde.

Laat me….. - 69 -

Page 70: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

5. Een droevig bericht

Een tweede politieauto meldt zich op de plaats van het ongeval. De twee inzittenden worden snel ingelicht, voordat ze aan hun moeilijke taak beginnen. Zij zullen de ouders van het slachtoffer moeten inlichten over de dood van enige zoon. Dit zijn de meest beroerde taken, die bij hun beroep horen.

In overleg met de collega’s is besloten, eerst contact met de plaatselijke predikant te zoeken. Het schijnt om gelovige mensen, trouwe kerkgangers van diens gemeente te gaan. Volgens, wat ze van de heer Luitjes hoorden, is de vader zelfs kerkeraadslid. Ze zien erg tegen het brengen van deze onheilsboodschap op, maar toch moet het gebeuren.

In Musselkanaal aangekomen, gaan ze eerst naar de pastorie om de dominee op te pikken, zoals telefonisch is afgesproken. Deze was direct bereid met hen mee te gaan. Hij hoopt deze broeders geestelijk bij te staan. Thuis heeft hij zich even teruggetrokken op zijn studeerkamer, nadat hij eerst zijn vrouw op de hoogte van dit verschrikkelijke drama heeft gebracht.

Met recht voelt hij zich nu niet de brenger van de blijde boodschap, maar meer een ‘onheilsprofeet’. Lievertjes worden er echter niet gebakken en afschuiven komt in zijn vocabulair niet voor. Je bent dominee, of je bent het niet. Toch is dit een van de beroerdste zaken uit zijn takenpakket. Zijn noden heeft hij eerst voor zijn ‘Meester’ gebracht en Hem gesmeekt hem bij te staan, zodat hij de juiste woorden zou kunnen spreken.

Ondanks al zijn kennis, ervaring en routine voelt hij zich in dit soort gevallen zo ontzettend machteloos. Hij zou kwaad kunnen worden op de Grote Herder en Leraar, om alles waarmee die hem opgezadelt. In dit soort gevallen wordt ook zijn eigen geloof duchtig op de proef gesteld.

Daarna gaat hij naar beneden en trekt in de gang alvast zijn jas aan. Hij wil de agenten niet laten wachten. Een poosje later stopt de politiewagen voor de deur. Na een korte groet verlaat de ‘Dienaar van het Woord’ het huis en stapt achter in de wagen. Hij vertelt, waar ze moeten zijn, waarna men op pad gaat, om hun droevige plicht te gaan vervullen.

Onderweg brengen ze hem in sobere bewoordingen op de hoogte van alles wat zich vanavond moet hebben afgespeeld. Danig onder de indruk bidt hij in stilte om moed en kracht om deze zo getroffen broeder en zuster bij te kunnen staan. Ook hij heeft zich deze avond wel wat anders voorgesteld. Zijn preek voor morgen ligt klaar op zijn bureau, maar hij betwijfelt, of hij die morgen nog wel zal kunnen gebruiken.

Laat me….. - 70 -

Page 71: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

De rust in huize Van Galen is eindelijk weergekeerd. Na zo’n werkweek komt er nog heel wat kijken, voordat vader Van Galen zelf de deur van de winkel kan gaan afsluiten. Eerst gezamenlijk met het overige personeel na sluitingstijd de boel wat opruimen. Nog een kop koffie drinken, of wat fris en een beetje napraten.

Met sommigen moet hij direct afrekenen. Na hun vertrek moet hij de kas leeghalen, het geld tellen en in de bankcassette stoppen. Na het grondig controleren of alle deuren en ramen goed zijn afgesloten, brengt hij eerst de cassette naar de bank, zodat het geld ’s maandagsmorgens meteen op zijn rekening kan worden gestort.

Altijd weer een spannend moment. Stel je voor, dat een of ander onderverlaat het op zijn weekopbrengst gemunt zal hebben. Hij kijkt eerst goed om zich heen, voordat hij met de geldcassette uitstapt om die in de gleuf te duwen. Af en toe rijdt er wel eens iemand van het personeel met hem mee. Gelukkig heeft men nog nooit geprobeerd hem de ‘recette’ afhandig te maken.

Thuisgekomen eerst eten, wat meestal neerkomt op na- eten, aangezien Herman elke zaterdag bijna niet kan wachten, om naar zijn meisje te gaan. Niet dat Geert Van Galen daaraan zo zwaar tilt, maar bar gezellig is dat alleen eten natuurlijk niet.

Moeder Van Galen houdt hem dan ook vaak een beetje gezelschap. Er wordt nog wat nagepraat over de weekomzet en dergelijke dingen meer. In zo’n winkel maak je vaak het een of ander mee en hoor je nog wel eens wat. Gespreksstof hebben ze dan ook te over.

Het is dan ook in de meeste gevallen al ruim half negen, voordat hij zijn vermoeide benen op de ‘hocker’ kan leggen en van zijn eerste kop koffie met wat lekkers erbij kan gaan genieten. Hé, hé, eindelijk rust. Toch gezellig zo’n avondje niksen. Lekker languit liggen; een beetje televisie kijken en later op de avond een borreltje met een hapje. Wat wil een mens nog meer!

Dankbaar kijkt hij dan wel eens zijn eega aan met een blik van: wie doet ons wat? Een enkele keer moeten ze ’s avonds nog wel eens uit, al probeert ‘de directrice’ zoals hij zijn ‘maatje’ wel eens noemt, dit tot een minimum te beperken.

Ze horen een auto voor hun huis stoppen en schrikken, als ze zien, dat het een politieauto is. Voorin zitten twee agenten, die aanstalten maken uit te stappen. Achterin heeft ook iemand gezeten, want ook daar stapt iemand uit. Vol verbazing en groeiende schrik zien ze, dat het dominee Wester is. Wat heeft die hier nu te zoeken, op zo’n ongebruikelijke tijd. Aan de gezichten te zien, komt dit drietal niet met een vrolijk bericht. Geert staat op uit zijn stoel en loopt naar de deur, om die alvast te kunnen openen, voordat ze aan moeten bellen.

Hij kijkt naar de gezichten van het drietal, dat hem vluchtig groet, in de hoop van hun gezichten te kunnen aflezen wat ze hier

Laat me….. - 71 -

Page 72: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

komen doen. Dominee vraagt, of ze even binnen mogen komen. Van Galen gaat hen voor naar de kamer, waar moeder het gezelschap met bonzend hart en een prop in de keel opwacht.

Even is er nog een stille hoop, dat het gaat om een van de gemeenteleden van zijn wijk, waarbij ze zijn hulp nodig hebben. De stilte, waarmee alles is omhuld, doet hem echter het ergste vrezen.

Ga even zitten, beduidt Wester zijn ‘broeder’ Geert van Galen. “Wij komen met een heel nare boodschap. Uw zoon Herman heeft vanavond een ernstig ongeluk gehad”. Twee paar ogen kijken hem verbaldereerd aan. “Is hij?”, weet Geert er nauwelijks uit te brengen. De oudste agent knikt.

“Het spijt ons”, zegt hij met zachte stem, maar we konden niets meer voor hem doen. Het echtpaar kijkt hem doodsbleek, maar nog steeds niet begrijpend aan. Dit kan toch niet waar zijn. Pas geleden is hij vrolijk en gezond en wel van huis gegaan en nu dit. Hun gezichten vormen een groot vraagteken.

“Maar, hoe…?” wil Geert weten, terwijl zijn vrouw de handen voor het gezicht slaat en zich krijsend met een “O nee, dat niet!” achterover op de bank laat vallen. “Dat kan toch niet! Hij is vanavond, nog maar een poosje geleden, springlevend de deur uitgegaan”, stamelt van Galen.

“ Het spijt me verschrikkelijk, maar uw zoon heeft blijkbaar een afslag gemist en is vlakbij ‘het Klooster’ tegen een boom gereden.” Men heeft nog geprobeerd hem tot stoppen te dwingen, maar dat is helaas niet gelukt.

Stomverbaasd kijkt het echtpaar de politieman aan. “Het Klooster, wat moest hij nu bij het Klooster, hij ging naar zijn meisje. Hoe is het met Simone? “, schiet hem ineens met een schrik te binnen. “Hij zat alleen in de auto”, vertelt de dominee.

Hij wijst naar de bank, waar Van Galen zich als in trance op neer laat vallen. Naast zijn vrouw, die helemaal van de wereld lijkt te zijn. Ze slaan de armen om elkaar heen. Woorden schieten tekort. De hele wereld stort voor het echtpaar van Galen in.

“Hoe kan dat nou? Hij ging immers naar zijn meisje. Hoe komt het dan, dat zij niet bij was? Bij het ‘Klooster’ heeft hij ja niets te zoeken!”. Hulpeloos kijkt hij zijn predikant aan. Deze moet nu wel het e.e.a. over het ongeval verduidelijken. Hierbij geholpen door de ‘Hermandad’.

Beetje bij beetje vertelt men het gebroken echtpaar de hele toedracht. Het tweetal zit huilend op de bank. Moeder Van Galen, kan het nog niet bevatten. “Het kan niet, het mag niet, waarom nou uitgerekend hun Herman?“, bleef ze maar jeremiëren.

Aangezien de agenten toch niets meer kunnen doen, besluiten de ‘Dienaren der Wet’ weer te vertrekken, na nogmaals hun innige deelneming te hebben betuigd en ze veel sterkte te

Laat me….. - 72 -

Page 73: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

hebben gewenst. Misschien wel blij, dat ze het verdere verloop aan de predikant kunnen laten.

Ook ds. Wester kan het gebeurde nog maar nauwelijks bevatten. Hij voelt zich in dit soort gevallen niet op zijn gemak, hoewel dit ook bij zijn beroep hoort. Hoe moet je dit totaal uit het lood geslagen tweetal nu begeleiden, troosten en ondanks hun ellende wijzen op de grootheid van hun Meester en Heiland?

Hoe kun je nu de grote ‘Creator’ eren, lofprijzen en danken, als je zo met lege handen staat. Hoe kan HIJ zoiets nu toelaten? HIJ, die een liefhebbende Vader voor iedereen heet te zijn. Dit is immers amper te bevatten.

Als mens zou je God als het ware op het matje willen roepen. Hoe kan hij zoiets nu juist zo’n fijn gelovig gezinnetje aandoen? Lang verwacht; eindelijk gekregen en nu zo onverwacht terug genomen. Menselijk gezien, oneerlijk, dit had dit gezinnetje, hun handel en wandel in aanmerking genomen, niet verdiend.

Dominee Wester belooft voorlopig bij dit zo zwaar getroffen stel te blijven. Als de agenten vertrekken, stelt Wester voor te gaan bidden. In een geïmproviseerd gebed, richt hij zich tot de Vader in de hemel met een dringend verzoek om Zijn hulp en troost bij deze verschrikkelijke slag die vader en moeder van Galen is toegebracht. Al hun noden en vragen probeert hij te verwoorden en bij de Schepper neer te leggen.

Hij bereikt in ieder geval, dat het echtpaar wat rustiger wordt. Met nietsziende ogen staren ze stilletjes voor zich uit. Af en toe een snik of zucht geeft aan, waar ze in gedachten mee bezig zijn. De predikant kijkt vol medelijden naar de verstrengelde gedaanten op de bank. De koffie blijft onaangeroerd op tafel staan.

Moeder van Galen, die zich een hele tijd huilend in de armen van haar man stil heeft gehouden, schiet ineens als een duiveltje uit een doosje overeind. “Zie je wel? Dit is allemaal de schuld van die meid. Herman heeft nooit met dat kind aan moeten pappen. We hebben hem nog zo voor haar gewaarschuwd, maar hij wilde niet naar ons luisteren en nu moeten wij door haar het liefste wat wij hadden missen.

Dit vergeef ik haar nooit. Waarom moet zij zo nodig de verkering uitmaken. Dat slaat toch nergens op. Volgens Herman was Simone de ware voor hem, die hij door dik en dun heen verdedigde. Niets wilde hij over haar horen, als wij onze bezwaren tegen hun omgang uiten.

Herman, die lieve jongen, heeft dit toch zeker niet verdiend? Alles had hij voor haar over. Waar is ze nu? Ze durft zich nu zeker niet te laten zien. Die lafbek! Eerst iemand de dood injagen en dan schijnheilig wegblijven. Ik heb altijd al gezegd, dat het geen meisje voor onze Herman was, maar dat ze ons dit aandoet. Bah. Hier heb ik geen woorden voor”.

Laat me….. - 73 -

Page 74: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Vooral Hermans moeder heeft het met haarzelf duidelijk nogal te kwaad. Ze raast in een enorm tempo door. Er is geen woord tussen te krijgen. Geert van Galen probeert nog wel haar tot bedaren te dwingen, maar het enige wat hij bereikt, is een ‘boosaardige’ blik.

Ook dominee kreeg er geen speld tussen. Als een furie fulmineert ze door en alle violen van toorn worden over de vriendin van Herman uitgestrooid. Door haar woede raakt ze zo verblind, dat ze alle redelijkheid uit het oog verliest.

Ze reageert nu haar boosheid en onmetelijk verdriet af op Simone, die ze, volgens de wet van de minste weerstand, de schuld geeft van hun misère. Als ‘dat wicht’ haar jongen niet had afgedankt, zou hij nu nog leven.

Ze wou die ellendige meid wel ik weet niet wat doen. Ze balde de vuisten en sloeg op haar man in. Jij had hem de omgang met dat goddeloos wicht moeten verbieden, dan was alles anders gelopen.

Dit wordt vader van Galen toch wat te gortig. Hij pakt zijn vrouw bij de schouders en zegt:”Ik verbied je zo over Simone te praten. Ik vind, dat je wel erg onredelijk bent. Natuurlijk kon zij niet weten, wat Herman ging doen, nadat zijn relatie voorbij was. Dit mag je Simone niet toerekenen.

Als Herman thuis was gekomen en had verteld, dat zijn verkering uit was, had je hem graag getroost, maar inwendig zou je blij zijn geweest, dat het achter de rug was. Hoe vaak hebben we niet gehoopt, dat hij het uit zou maken, omdat we voor onze zoon, graag iemand uit onze eigen kring hadden gezien.

Het is niet eerlijk nu alle schuld in de schoenen van haar te schuiven. Herman zat zelf achter het stuur en had wijzer moeten wezen. Misschien hebben wij door ons gedrag Simone wel tot deze stap gedwongen. Wij wilden toch zo graag, dat zij in zou zien, dat ons milieu en ons geloof een verbintenis met Herman in de weg zou staan. Als je eerlijk bent, hebben we zelf ook veel boter op ons hoofd.

Dat zij de verkering uitmaakte, was haar goed recht. Ook Herman had tot de conclusie kunnen komen, dat ze bij nader inzien, om welke reden dan ook, niet bij elkaar pasten. Dan was je maar wat blij geweest. Jij vooral gunde Herman zijn geluk met Simone niet.

Niet, dat ik er zelf zo gelukkig mee was, maar je weet nog wel, hoe Herman furieus reageerde, als een van ons hem probeerde te waarschuwen. Hoe moet dit kind zich na deze breuk wel niet voelen? Wat had je gezegd, als misschien Simone zich na het verbreken van de banden door onze zoon wat had aangedaan?”

Met groeiende verbazing en ontsteltenis hoort ds. Wester dit wat eenzijdig gesprek aan. Dat het echtpaar niet onverdeeld

Laat me….. - 74 -

Page 75: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

gelukkig was met de partnerkeuze van hun zoon, is hem wel bekend, maar dat hun aversie tegenover dit toch niet onaardige meisje zo diep zat, nee dat had hij nooit gedacht. Het maakt de ‘nasleep’ van deze breuk des te schrijnender.

Eindelijk ziet de predikant kans resoluut in te grijpen. “Mevrouw van Galen, nu is het genoeg! We willen er nu geen woord meer over horen. Wie weet hoe verschrikkelijk Simone het er nu mee heeft. U wilde zelf toch graag, dat er een einde kwam aan die relatie. Nu Simone deed, waar u zo op hoopte, is het weer niet goed. Wat uw man zei, is waar. Herman zelf is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Dat mag u haar nooit toerekenen.

Dat is niet eerlijk en heeft vooral zij niet verdiend. Hoe erg ik het ook voor u en uw man vindt, de Bijbel leert ons niet de haat, maar de vergeving. Zelfs voor onze grootste vijanden. Zij heeft deze reactie van uw zoon nooit kunnen voorzien. Wie weet hoe moeilijk het meisje het hier zelf mee heeft? Weet U, waarom ze tot dit besluit is gekomen ?” Het evangelie leert: vergeving i.p.v. veroordeling; liefde i.p.v. haat; we mogen nooit oordelen, voordat we alles van de hoed en de rand weten”.

Na het vertrek van de politiewagen duurt het niet lang of de eerste buren duiken op. Verontrust komen ze vragen, wat er hier toch aan de hand is. Zo’n politieauto voor de deur belooft vaak niet veel goeds. Als ze horen wat er is gebeurd, steken ze de handen uit de mouwen, bieden meteen hun hulp aan.

Ze condoleren het stuurloze echtpaar. Schenken koffie in en nemen stilzwijgend buurvrouw een hoop uit handen. De andere buurtgenoten en wat familieleden, die de een na de ander komen binnen druppelen slagen er uiteindelijk in, dit volkomen overstuur zijnde vrouwtje tot bedaren te brengen. De ‘dorpstamtam’ doet als vanouds haar werk.

Godzijdank houdt moeder van Galen zich nu wat in. Al doet ze niet mee aan het zachtjes gevoerde gesprek. De komst van de buren geeft de predikant even de gelegenheid in de achterkamer het een en ander in werking te zetten.

Dominee pleegt een paar telefoontjes en daarna begint het druk te worden daar aan de Floralaan. De uitvaartleider komt om ze bij te staan, daar ook een aantal formaliteiten moeten worden geregeld. Waar moet Herman worden opgebaard? Welke kleren moet hij aan? Wanneer en hoe hebben ze de begrafenis gedacht? Zoveel vragen, waar al dan niet meteen antwoord op moet komen.

Gelukkig neemt de uitvaartleider de zielsbedroefde ouders een hoop zaken uit handen. Als verdoofd zitten de van Galens bij elkaar op de bank. Schreiend, stilletjes, vragend. Het dringt eigenlijk nog nauwelijks tot hen door, wat voor onherroepelijks hen op deze zaterdagavond is overkomen. Niet alleen buiten

Laat me….. - 75 -

Page 76: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

wordt het donker, ook in hun hart lijkt het nooit meer licht te kunnen worden.

Al pratend komen een heleboel zaken aan de orde. Over het hoe, waar en waarom wordt steeds weer opnieuw gepraat. Ook de predikant, die zijn scriba alvast heeft ingelicht, evenals de koster van de kerk, weet niet op elke vraag het goede antwoord te geven. In dit soort situaties schiet zelfs een ‘afgezant van de Allerhoogste’ nog woorden tekort.

Na alles te hebben doorgesproken en dat op papier te hebben gezet, nam de heer Klasens afscheid, om het besprokene te regelen. Wanneer hij nog iets vergeten mocht hebben, komt hij nog wel even terug. Voorlopig kan hij wel even vooruit. Mogen ze nog speciale wensen hebben, dan hoort hij dat graag van hen.

In een mum van tijd is de hele buurt op de hoogte en komt men, al dan niet uit nieuwsgierigheid, hun deelneming betuigen. Het gezellige zaterdagavond- ritueel is wel heel grondig verstoord. Moeder Klaasje zit er heel verwezen, murw geslagen, bij te huilen, terwijl vader Geert zich sterk probeert te houden. Gelaten laat ook hij alles over zich heen komen.

Dominee Wester ziet zijn normale voorbereiding op de zondag compleet in duigen vallen, maar dit soort onvoorspelbare zaken gaan nu eenmaal voor. Straks moet hij maar een oude preek uit de kast halen en hier en daar wat aanpassen. Hij heeft erg te doen met dit zo zwaar beproefde echtpaar. In een klap alle dromen weg.

Weer stope er een auto voor de deur. Eruit stapten een eveneens aangeslagen paar. Ze lopen met de armen om elkaar heen naar de voordeur. Dat ze op zo’n manier met elkaar kennis moeten maken. Onbegrijpelijk! Een van de buurvrouwen laat het echtpaar Luitjes binnen.

Zwijgend vallen de vrouwen elkaar in de armen en de mannen geven elkaar een hand, waarbij ze elkaar diep in de ogen kijken. De aanwezige buurtjes voelen, dat ze bij deze ontmoeting gemist kunnen worden als de spreekwoordelijke kiespijn en druipen de een na de ander af, met het dringende verzoek, aan de bel te trekken, wanneer ze iets voor hen zullen kunnen doen, nadat ze de betrokkenen nogmaals veel sterkte en kracht van boven hebben toegewenst.

Onuitgesproken woorden kunnen soms zo ontzettend veel zeggen. “Het is toch wat, dat we elkaar onder deze omstandigheden voor het eerst ontmoeten” stamelt Geert van Galen. Ook de rest stelt zich aan elkaar voor. Janske en Jan; Klazien en Geert. Wat een onmeetbaar verdriet. Ze gaan naast elkaar zitten en het duurt lang, voordat Jan de eerste woorden kan spreken. “We vinden het voor jullie zo erg, wat er is gebeurd. Ook onze Simone is er kapot van”.

Laat me….. - 76 -

Page 77: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Bij de naam Simone, schrikt Klaasje van Galen recht overeind. “Waarom is zij hier niet? Het is immers haar schuld, dat onze Herman nu dood is! En weer barste ze in snikken uit.” Ondanks de waarschuwende woorden van haar man en ds. Wester heeft ze haar grieven blijkbaar niet binnensmonds kunnen houden.

Als om hulp zoekend, kijken Simones ouders de dominee aan. Die haast zich te verzekeren, dat mevrouw zichzelf niet is en dat het meisje aan het ongeluk zelf part noch deel heeft gehad. Ook Geert van Galen verzekert hen, dat er van schuld geen sprake kan zijn, dat ze het zijn vrouw maar niet kwalijk moeten nemen, omdat ze zo verschrikkelijk overstuur is. Ze is finaal uit haar doen.

Ook de andere aanwezige familieleden doen hun best, haar dit ‘idee fixe’ uit het hoofd te praten. De rest van de avond zit ze er verder als een ‘zombie’ bij. In haar eigen verdriet verscholen als in rups in een cocon.

Zegt niets meer en reageert niet op het aanbod wat te drinken, of op gestelde vragen. Van Galen en vooral de predikant zijn meestal als enigen aan het woord. Herman had in zo’n situatie niet achter het stuur mogen kruipen. Hij is zelf als een dolleman weggereden.

“Simone heeft vast en zeker wel willen komen, maar hun huisarts heeft het radeloze meisje met medicijnen moeten kalmeren, zodat ze in een diepe slaap is gevallen”, gaat vader Luitjes verder. Daarom zijn wij alvast in haar plaats gekomen. Voorzichtig probeert ook Luitjes de hele gang van zaken duidelijk te maken en van zijn kant te belichten. Hij eindigt met te vertellen over zijn wanhoopspoging hem tegen te houden en het zelfverwijt, waarmee Simone sindsdien kampt.

Ook vertelt hij eerlijkheidshalve van de worsteling, waarmee Simone heeft gezeten en hoe zwaar haar deze uiteindelijke stap is gevallen. Zij had geen weg geweten voor haar verkering als gevolg van een milieu, dat duidelijk niet de hare was. Jammer genoeg hebben ze niet kunnen voorzien en voorkomen, dat Herman in zo’n overspannen toestand is weggereden.

Wie had nu kunnen vermoeden, dat hij het zo hoog op zou nemen. Door de toestand waarin Simone verkeerde, hadden ze pas aan Herman gedacht, toen hij in zijn auto wegscheurde. Hij vond het onverteerbaar, dat hij zelf Herman niet wat beter had opgevangen. Deze afloop hadden ze niet meer kunnen voorkomen, hoe erg dat hem ook speet.

Of het getroffen echtpaar met name Klaasje van Galen, geboren de Vries, doorhad, waarom Simone een einde aan de omgang met Herman meende te moeten maken, valt te betwijfelen. Het lag in geen geval aan het ontbreken van liefde

Laat me….. - 77 -

Page 78: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

voor hun zoon. De geestelijke nood, waarin ze kwam te verkeren, deed haar voor deze oplossing kiezen. Tot het laatst toe was ze stapelgek op Herman gebleven.

Juist omdat ze zoveel van hem hield, wilde ze hem zijn vrijheid teruggeven. Ze had hen de afgelopen weken herhaalde malen verteld over het levensgrote dillemma waarin ze verkeerde. Ze had meer dan eens gezegd, niet begrepen en gewaardeerd te worden door zijn ouders, die liever een ‘geloviger’ meisje hadden gezien. T.a.v. het geloof voelde het meisje zich dermate gefrustreerd en minderwaardig, dat deze stap haar onvermijdelijk had geleken.

Moeder Van Galen, zo begrepen ze terdege, zat nog boordevol tegenstrijdige gevoelens, begreep in de verste verte niet, waaraan zij zoiets verdiend hadden. Ze hadden nu immers niets meer om voor te leven.

Hoewel ze het niet meer hardop zei, hadden de Luitjes toch het gevoel, dat zij, Klazien, vooral hun dochter als kwade pier in dit hele voorval bleven zien. Toch vonden zij, dat hun dochter niet veel te verwijten was. Hun gedrag had de twee geliefden uit elkaar gedreven. Als er iemand zich hierin wat te verwijten viel!

Je moest niet aan Jans kinderen komen. Nu hij de verwijtende woorden en blik in de ogen van Klazien zag, kon hij zich nauwelijks in de hand houden. Zijn dochter beschuldigen, terwijl ze zelf tonnen aan boter op hun hoofd hadden. Kom nou! Dat pikte hij niet. Daarin deden ze zijn geliefde dochter veel tekort.

Alle grieven, die hij in nachtenlange gesprekken uit de verhalen van Simone had opgevangen, rolden hem uit de mond. Hoe beroerd de situatie voor het gezin Van Galen ook was. Onrechtvaardigheid en onbillijkheid nam hij van niemand.

Hoe Janske hem ook aankeek en aan zijn mouw trok, hij daverde zo nog even door. Al het ‘hartzeer’ moest er uit. Elk mocht weten, hoe hij over het gedrag van Hermans ouders dacht.

Klazien dook tijdens zijn betoog steeds verder ineen en ook Geert keek steeds verblufter. Dat hun wijze van handelen zo’n enorme ‘inpact’ op het meisje had gehad, ging hun verstand te boven. Wat hadden ze, nu ze naar dit pleidooi van Jan voor zijn dochter luisterde, haar toch onheus bejegend. Dat het negeren en pesten, zover durfde hij wel al te denken, zo’n indruk op het goedwillende meisje had gemaakt, was hen wel degelijk aan te rekenen.

Wanneer je het zo bekeek, moesten ze eerder de beschuldigende vinger in hun eigen richting laten wijzen, voordat ze ook maar iemand anders dit ongeluk in de schoenen durfden te schuiven. Wat hadden ze het dit verliefde stelletje moeilijk gemaakt. Hoe konden ze ooit weer met zichzelf en vooral met het grootste slachtoffer in het reine komen?

Laat me….. - 78 -

Page 79: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Dominee Wester probeerde het een en ander zo goed en zo kwaad als dat ging wat te sturen, maar ook hij kon niet verklaren, waarom zo’n oppassende, hardwerkende jongen als Herman ‘thuis’ werd gehaald. Hij begreep de nood van het meisje en had ondanks de verschrikkelijke gevolgen veel respect voor Simone.

Wat moest dit arme kind geworsteld hebben met het grote vraagstuk van Gods onbaatzuchtige liefde. Hij deed zijn uiterste best, voor beide partijen een brug te bouwen. Begreep de controverse zo goed. Smeekte stilletjes zijn grote ‘Leermeester’ om hulp, om deze hekele kwestie het hoofd te kunnen bieden.

Wat voelde hij zich als ‘loopjongen’ van de ‘Grote Meester’ nu klein en gebrekkig. Enig houvast vond hij in een aantal bijbelteksten, die hij, in aangepaste vorm, de revue liet passeren.

Woorden, die het echtpaar Luitjes in het bijzonder, als onbekend en onwerkelijk in de oren klonken, maar bij de Van Galens wat olie op de golven van hun wakker geschud ego goot.

Uit hun opmerkingen had hij wel eens begrepen, dat de ouders van Simone, niets, of in het beste geval weinig aan het geloof deden. Dat maakte het er voor hem niet gemakkelijker op. Desondanks beschouwde hij het als zijn plicht, ook deze in en in bedroefde mensen te wijzen op Hem, bij wie ze troost konden vinden. Ze waren volgens hem allemaal op weg naar hetzelfde einddoel. Alleen reisde men in verschillende coupé’s van de ‘geloofstrein’ van Gods genade.

Onderweg stapten voortdurend reizigers in en uit. Aangelokt door het afwisselende uitzicht onderbraken sommigen de reis. Slechts een enkeling volbracht de rit. Vele wegen leiden naar hetzelde, de keuze verschilde per individu. Elk mens moest men in zijn waarde laten. Op eigen kracht kwam men er echter niet. Alleen met Gods hulp en het voorbeeld van Zijn Zoon, konden we het volbrengen.

Zonder Zijn genade kan volgens Wester elk mens, gelovig of niet het wel schudden. Niemand hoeft een ander iets te verwijten. We zijn immers allemaal na de ‘zondeval’ geboren, met zo’n torenhoge vracht aan schulden, dat we alleen daaraan al gemakkelijk kunnen bezwijken.

Oordeel dus nooit, want als we zelf ooit eens ge- en beoordeeld worden, staan we allemaal met onze rugtas beladen met fouten en uiteindelijk met lege handen. In de hoop, dat we toch nog per gratie naar binnen mogen.

Naar zijn idee hoefden de zogenaamde gelovige mensen, waar o.a. de familie Luitjes moeite mee hadden, geen halve of hele heiligen te zijn. Wanneer men dat denkt, wordt het altijd vechten tegen teleurstellingen. Ieder mens is immers behebt met onvolkomenheden.

De een is niets beter dan de ander. De hele wereld is immers verre van volmaakt. De mens als onverbrekelijk element

Laat me….. - 79 -

Page 80: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

daarin evenmin. Het enige verschil tussen gelovige – en ongelovige mensen zit hem volgens dominee in het accepteren daarvan.

In de tijd van de Richteren werden de vijanden van Israël niet tot de laatste man of vrouw uitgeroeid, maar werd zijn volk geoefend tot de strijd. Juist voor de gelovigen onder ons hebben die onvolmaaktheden een functie. Het wekt bij iedereen het verlangen, om steeds naar het volmaakte te streven. Dat vinden we echter nooit bij de mensen zelf. Als er één iemand volmaakt is, is dat God zelf, of Zijn Zoon, onze Heiland en Zaligmaker.

Het leek dominee verschrikkelijk, wanneer men niet geloofde in het ‘volmaakte’, dus leefde zonder hoop, of zicht op wat ons in de Bijbel zo duidelijk beloofd is en wat ook zeker zal komen. Alleen gebeurt dat, op de manier en de tijd, die God past.

In dominees ogen zijn gelovigen, mensen die zich bewust openstellen en zich richten tot de volmaakte schepper. Ze doen hun best, om het erfdeel, het meest zuivere, dat er bestaat, in handen te krijgen. Hij memoreerde in dit verband nog de zeven G’s ( zeven, het getal van de volmaaktheid!): Godswoord; Gebed; Geloof; Gehoorzaamheid; Godsvrucht; Getuigenis en Gemeenschap.

Andermans gras is echter nog altijd veel groener, hun huis veel groter en mooier; hun baan veel aantrekkelijker, dan die van henzelf. Het leek met dit verhaal wel, of dominee speciaal voor de Luitjes deze beschouwing te berde bracht. De Van Galens wisten, waar en wie hun enige troost te vinden was. Deze andere ouders konden blijkbaar in zijn ogen nog best een ruggesteuntje gebruiken.

Zijn woorden maakten niet alleen bij Janske en Jan veel los. Ook de Van Galens kregen in zijn verhaal meer dan een koekje van eigen deeg. Een peuter die zomaar de straat oversteekt, zonder uit te kijken, rekent men immers de brokken minder erg aan, dat de leerling met een verkeersdiploma.

Dominee kwam deze avond aandragen met gezichtspunten, waar zij eigenlijk nog nooit aan gedacht hadden. Een hoop ‘voer’ om te overdenken. Het viertal had echter, in ruil voor een levende Herman, veel liever deze wijze les gemist.

Uitdrukkingen zoals: Herman wist door zijn geregelde kerkgang aan wie hij zich toevertrouwde. Hij wist, waar hij zijn hulp moest zoeken. Die hulp komt immers zomaar van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij blijft trouw, want Hij heeft ook Hermans naam in zijn handpalm gegrift. God geeft dan misschien geen antwoord op al onze menselijke vragen, maar wees ons wel op Zijn eeuwigheid.

Zij mochten op de Heere blijven hopen, ook al waren ze nu verstomd, Hij zal zeker spreken. God is ook jullie beschermer,

Laat me….. - 80 -

Page 81: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

jullie sterkte. Hij is altijd om jullie allen heen. Hij legt Zijn hand op jullie schouder.

Hij sterkt en troost jullie allemaal. Hij is het immers, die jullie Herman in bruikleen heeft gegeven. Hij heeft Herman nu thuisgehaald in Zijn Hemels Huis, met de ontelbare woningen. Hij maakt alles weer nieuw. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zat er aan te komen. Herman wist zich bij leven en dood een kind van de Heer.

Daarom is het zo goed, om voortdurend een koffertje, met daarin je ware geloof klaar te hebben staan, want niemand weet de plaats, tijd, of het uur, dat Hij zal aankloppen om je mee te nemen. Hij vond de tijd op aarde voor jullie Herman blijkbaar voldoende geweest. De Heer is ook jullie herder, het zal jullie derhalve aan niets ontbreken.

Dit laatste spreekt het echtpaar Luitjes, die deze ‘preek’ gelaten over zich heen laat komen, meer aan dan: De Heer is uw beschermer. Zijn Heer heeft hier, in hun ogen dan, duidelijk een steekje laten vallen, alleen hebben ze dat wel gedacht, maar natuurlijk niet uitgesproken. De Heer mag hem dan thuisgehaald hebben, maar het was beslist geen kalme reis en Hij liet een heleboel zielsbedroefde mensen achter.

Waarom heeft de Heer, als hij zo van Zijn kinderen houdt Herman dan laten verongelukken, vragen zij zich af. Hoe kan Hij dit nu accepteren? Waarom moet dit nu juist zijn ouders overkomen? Volgens de Bijbel zal er immers zelfs geen musje van het dak vallen zonder Zijn toestemming.

Waar is Hij, als Herman tegen die boom knalt. Hij heeft hem immers best tegen kunnen houden, denken zij in hun simpele gedachten. Vragen, waar de mensheid al eeuwenlang mee worstelt.

Dominee mag dan wel zeggen, dat God zijn volgelingen wel eens op de proef komt stellen, maar ze nooit op een dergelijke manier straft. Daarbij refereert hij aan Job, die door de Duivel alles afgenomen is en toch de naam van zijn Heer blijft aanroepen in dankbaarheid. Als dat geen echte beproeving is!

Later geeft HIJ hem, uit dankbaarheid, het tienvoudige er voor in de plaats. Jan heeft daar, ondanks alle ontegenzeggelijk goed bedoelde woorden, zijn twijfels over. Herman krijgen ze er in ieder geval niet mee terug.

Daarom heeft het echtpaar ook wat moeite met de aangehaalde woorden, die zeiden, dat HIJ altijd om je heen is. Voor en achter je en Zijn hand op jouw schouder legt. Maar dat zal wel komen, omdat zij als niet- kerkgangers dergelijke bijbeltaal niet op hun waarde kunnen schatten. Dominee probeert, zo goed en zo kwaad als het gaat, zijn intens bezochte gemeenteleden te troosten en te bemoedigen, maar het geheel komt bij de Luitjes wel wat zweverig over.

Laat me….. - 81 -

Page 82: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ook als Wester spreekt over het feit, dat God ons niet altijd het antwoord op onze vragen , het vaak geuite “waarom?” geeft, maar ons daarentegen wel uitzicht schenkt op Zijn eeuwigheid, neemt hij dat met een grote korrel zout.

Allemaal woorden uit het diepst van zijn hart gesproken, daar twijfelen zij niet aan, maar ze vallen bij het echtpaar Luitjes wel op een rotsige grond en daarom zwaar op hun dak.

Uit zijn binnenzak haalt de voorganger zijn agenda, waar hij een papier uit vist. Tot slot, zegt hij, wil hij dit gedichtje graag voorlezen. Het heeft hem indertijd aangesproken en hij hoopt, dat het hen ook iets zal zeggen. Het is ook voor een predikant vaak moeilijk de goede woorden te vinden. Vaak schoten hem dan de juiste woorden niet te binnen.

Hij weet dan vaak niets anders te doen, dan te luisteren en ze in het gebed op te dragen aan de enige echte trooster. De Heer, Heiland en Zaligmaker. Hij voelt zich dan echt een eenvoudige dienstknecht van de Heer, die af en toe een boodschap magoverbrengen.

In een ogenblik van stilte bij een groot verdriet, is het fijn, dat men er is en hoeven woorden niet. In een ogenblik van stilte, vooral na zo’n groot gemis, zegt aanwezigheid voldoende, voel je echt wat vriendschap is.

Als ik bang bent, of verdrietig,als ik ziek bent, of alleen.Wilt U dan mijn tranen drogen,leg Uw armen om mij heen.

Als het moeilijk is te slapenin de lange donk’re nacht,wilt U mij dan heel dichtbij zijn,

houdt dan over mij de wacht.

Na een moeilijk halfuurtje vraagt moeder Luitjes, of ze misschien nog iets voor hen kunnen doen, anders willen ze nu graag naar huis. Daar is ook iedereen de kluts kwijt en ze willen graag weten, hoe het nu met Simone gaat. Op hun ontkennend schudden, staan ze op. Nogmaals wordt hun de hand geschud en elkaar veel sterkte gewenst.

“Stellen jullie het op prijs, als Simone eerdaags even langs komt, wanneer ze zich daartoe tenminste in staat voelt?” Na wat ogenspel, zegt vader Van Galen, dat ze dat zeer op prijs zullen stellen. “Al hadden we…”, zegt Klazien, waarna haar man haar bijna letterlijk de mond snoert. Bepaalde dingen kunnen in dergelijke gevallen immers maar beter onuitgesproken blijven.

Laat me….. - 82 -

Page 83: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Na het afscheid wordt het eerste deel van de reis, tot de vroegere spoorbrug, in stilzwijgen afgelegd. Jan vindt, dat het bezoek desondanks wel gewaardeerd werd, maar vroeg zich wel af, hoe het echtpaar zich in hun binnenste zou voelen. Hij zelf dacht, wel een stuk opstandiger te zullen zijn. Spijt, dat hij zo uit zijn slof geschoten is, heeft hij niet. Hij meent, dat hij namens hun lieve Simone er goed aan deed, zijn gal te spuwen. Misschien, dat hij hiermee hun ogen heeft geopend.

Later heeft hij aan de woorden van de predikant wel gemerkt, dat deze een heel eind met hem mee kan gaan. Misschien dat de aanwezigheid van de dominee ‘broeder’ Van Galen wat milder in zijn oordeel deed zijn. Hermans moeder daarentegen was een stuk feller in haar uitlatingen.

Met al die goedbedoelde, maar in zijn ogen wel erg verheven bijbelteksten, kon Jan Luitjes minder goed uit de voeten. Het zou allemaal best waar wezen, maar als hij bij zich zelf te rade gaat, kan hij er niet zoveel mee. Dood betekent voor hem het einde van de levensreis. Een duidelijke punt, al kan hij begrijpen, dat velen er liever een punt/ komma van willen maken. Een overstap naar een ander perron, waarna de trein ze naar een volkommen onbekende plek brengt.

De zin van het leven is volgens hem af en eindigt daarom met de dood. Dominee mag dan wel zeggen, dat men dit moet lezen met een punt/ komma, om aan te geven, dat de mens in een andere vorm verder kan leven. Het kan best zo zijn, dat er na dit aardse leven, nog een vervolg in de ‘hemel’, waar die ook mag zijn, komt, maar daar is hij nog bij lange na niet van overtuigd.

Hijzelf voelt meer voor een definitief einde, al vindt hij het voor een jong iemand, laat staan een te vroeg, of doodgeboren kind wel erg onrechtvaardig. God mag, om in de gedachtengang van de kerk te blijven, dit mensenkind dan wel een leven op aarde met al zijn ups en downs willen besparen, maar toch…. De naaste familie blijft wel met een hoop onbeantwoorde vragen zitten.

Of mevrouw van Galen dit noodlottige ongeval van haar zoon, Simone nog aanrekent, weet hij niet. Het is te hopen, dat alle woorden vanavond in dit verband gesproken, tot haar door zijn gedrongen. Misschien dat ze door zijn uitgebreide uitleg wat milder, reëeler zal zijn geworden. Hij heeft niet na kunnen laten, hen een spiegel van eigen falen voor te houden.

Als een furie had mevrouw Van Galen voor hen gestaan. Als blikken konden doden, had men hen tegelijk met Herman kunnen begraven. In de loop van het ‘eenrichtings’ gesprek, dat de dominee daarna had gevoerd, was haar misschien de ogen wat geöpend, zodat ze wat genuanceerder over: oorzaak en gevolg zou gaan denken. Het is te hopen, anders voorzien ze voor hun dochter nog een harde dobber.

Laat me….. - 83 -

Page 84: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

De hulp van de predikant in dezen heeft hij zeer gewaardeerd. Als er iemand door die muur van onbegrip zal kunnen breken, is hij het wel. Hij neemt zich voor, om eerst met Ds. Wester te gaan bellen, voordat Simone, uiteraard samen met hem, deze moeilijke confrontatie met haar ,ex. aanstaande schoonouders aan gaat.

Het mooiste zal zijn, als dominee bij dit eerste treffen aanwezig zal willen zijn. Tjonge, wat zal dat voor zijn meisje een moeilijke gang worden. Toch lijkt het hem verstandig, dat zij zo snel mogelijk door deze zure appel heen bijt. Van uitstel, komt immers afstel en de eerste stap dan steeds moeilijker. Maar enfin, dat is van later zorg. Eerst maar eens zien, hoe de vlag er thuis bij hangt.

Het hele huis is gehuld in duister. Zullen de jongens toch nog uit zijn gegaan? Ze kunnen zich dit haast niet voorstellen. Of zijn ze uit arren moede maar naar bed gegaan? Van slaap zal bij hen echter wel niet veel komen, veronderstellen ze. Daarvoor spelen er teveel zaken door hun moede hoofd.

Thuis zitten de jongens in het donker rond de tafel. Simone ligt gelukkig nog in Morpheus armen. De buren zijn zo zoetjesaan weer op huis aangegaan. Toch fijn, dat de jongens op de terugkomst van hun ouders zitten te wachten. Van uitgaan zal deze avond niets meer komen. Hoe zullen ze nu in disco ‘Bermuda’ in de Weerdingermond plezier kunnen maken, nu hun gewezen zwager op zo’n verschrikkelijke manier het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld?

Uitgebreid vertellen de ouders, over hoe ze Hermans ouders hebben aangetroffen. Gelukkig wordt nader contact hen en in het bijzonder Simone niet geweigerd.

Ze moeten morgen namens hen allen maar een advertentie voor het ‘Dagblad van het Noorden’ opstellen. Misschien dat Simone er zelf nog eentje aan toe wil voegen. Al met al een rare, catastrofale avond, die een streep door een heleboel plannen haalt. Het is maar goed, dat de mens niet zover vooruit kan kijken.

Eén moment van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreidt. Dit geldt in deze avond in het bijzonder voor de Van Galens in de Floralaan en voor Simone en haar familie in de Havenstraat. Samen moeten ze proberen weer een lichtpuntje te zoeken in deze verstikkende duisternis.

Zo tegen de klok van tien, zijn ze allemaal zo moegepraat, dat ze besluiten om maar naar bed te gaan. Niet, dat ze erop rekenen één oog dicht te krijgen, toch hopen ze krachten te vergaren voor de ongetwijfeld moeilijke dag van morgen.

Hoe zulln ze morgenvroeg Simone aantreffen? Ze kunnen zich daar nu geen voorstelling van maken. Alles is zo onwerkelijk. Niemand heeft vandaag in zijn stoutste dromen kunnen

Laat me….. - 84 -

Page 85: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

vermoeden, wat hen deze avond nog boven het hoofd zou hangen. Men zegt soms zo gemakkelijk : Van het concert des levens krijgt niemand een program, maar dat men zoiets, zomaar ineens te wachten kan staan, daaraan denkt een mens het liefste niet.

Laat me….. - 85 -

Page 86: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

6. De nacht valt

Het is al heel laat in de nacht, als in huize Van Galen het licht uitgaat. In het echtelijk bed blijven twee eenzame mensen achter, die hun toekomst in flarden geschoten zien. Geen opvolger voor de zaak. Jammer, maar overkoombaar, het verlies van hun oogappel, trots en nazaat is helaas onherstelbaar.

Waar moeten ze nu verder voor leven? Wat heeft het leven voor hen nu nog voor zin, hbben ze tegenover hun predikant verzucht. Die heeft hen gewezen op het feit, dat ze elkaar nog hebben. Dat ze samen kunnen werken aan dit ongetwijfeld grote verlies, maar dat ze Herman deze ‘thuiskomst’ bij de Heere hun God moeten gunnen.

Ze hebben Herman immers maar in bruikleen gekregen. Eenmaal komt immers de tijd, dat God zijn schepsels om zich heen wil hebben. Herman mag in ’t vervolg meezingen in het grote engelenkoor. Blijft nu gespaard voor angsten, pijn en verdriet. Heeft geen zorgen, of problemen meer.

Tenminste, dat is, wat ze altijd belijden in de eredienst, die ze ‘t liefst tweemaal, in elk geval eenmaal iedere zondag bezoeken. Zoonlief mag dan wel zijn ‘bevorderd tot heerlijkheid’. Zij zijn hem hier op aarde wel voorgoed kwijt. Hoe nu verder? Zij zouden het ‘bij God’, ondanks hun beleden rotsvast vertrouwen, niet weten.

Allemaal goed en wel, dat ze hun handen en vertrouwen in die van de Heer zelf mogen leggen, maar het diep getroffen echtpaar ziet vooralsnog geen mogelijkheid om dit vreselijke verdriet een plaatsje te geven. Het echtpaar ziet alleen maar een diep zwart gat, waar geen bodem in lijkt te zitten. Hoe ze deze grote ramp, die over hen gekomen is, moeten ‘handelen’, ze weten het niet.

Een broer van Klazien heeft aangeboden deze nacht bij hen te blijven, maar vriendelijk doch beslist hebben ze geweigerd. Ze willen deze nacht het liefst alleen zijn. Alleen met hun verdriet, gedachten en in flarden geschoten dromen. Dominee, maar ook Simones vader heeft hen een hoop te overdenken gegeven. Hoewel ze het nog niet willen toegeven, heeft Jan Luitjes in zijn gekrenktheid hen wel degelijk de ogen geöpend.

Diep in hun geblokkeerd hart weten ze, dat er in die woorden een heleboel waarheid schuilt. Zijn ze niet blind geweest voor de noden van dit lieve kind? Hebben ze zich ooit wel eens ingeleefd, wat hun ‘vroom’ gedrag voor Simone moet hebben betekend?

Hebben ze niet alleen aan hun eigen eer, geloof en kennissenkring gedacht? Bang voor wat mèn wel niet zal zeggen van een ‘schoondochter’ die uit een niet kerkelijk nest komt? Zijn ze t.a.v. dit verliefde stel niet erg egoïstisch geweest?

Laat me….. - 86 -

Page 87: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Kreeg hun relatie, door hun afwijzend gedrag, daardoor wel een reëele kans? Moest hun eigenbelang niet prevaleren boven de wensen van het tweetal? Plukken zij zelf nu niet de wrange vruchten van hun eigen gedrag? Staan ze nu door eigen niet met lege handen? Ze krijgen ineens een heleboel ‘denkstof’ op hun bordje.

Wanneer ze zo doorgaan met ‘brainstormen’, of in goed Gronings ‘Hazzenhoos’, zullen er ongetwijfeld nog de wereld vraagtekens, vooronderstellingen en zelfverwijten overblijven. Jan Luitjes, maar ook hun predikant heeft ze goed aan het denken gezet. Al zullen beiden dat op dit ogenblik nog niet willen toegeven.

Dit is niet bepaald, wat zij, Gods kinderen, zich van hun leven hebben voorgesteld, maar ze mogen dankbaar zijn voor de mooie jaren, dat ze voor dit kind van God mochten zorgen, heeft de predikant hun op de valreep nog toegefluisterd. Het verlies is groot, maar niet ondraaglijk, omdat de Heere hen, die in Hem geloven, kracht naar kruis belooft.

Wanneer ze al hun zorgen, problemen, frustraties of woede bij Hem neerleggen, zal HIJ hen zeker helpen dit verschrikkelijke verlies te dragen. In een lang vurig gebed, heeft dominee geprobeerd aan te geven, wat in de harten van deze mensen moet leven. Hij heeft zijn best gedaan, al hun verdriet, zorgen en grieven bij de Heer neer te leggen.

Dominee Wester rekent er begrijpelijkerwijs niet op, dat hij hen morgen in de kerk zal zien, ze hebben wel wat anders aan hun hoofd, maar hij zal zeker aan hen denken. Morgen, in de kerk, zal hij de hele familie Van Galen: zijzelf, opa’s en oma’s, ooms en tantes, neven en nichten, maar in het bijzonder ook Simone aan Hem opdragen. Wat moet dat meisje het in deze uren en de komende tijd moeilijk hebben.

Bij de laatste woorden van hun voorganger stond het gezicht van Klazien, of zoals men meestal zei: ‘Klaasje’ op storm. Ze neemt het Simone blijkbaar nog steeds ontzettend kwalijk, dat zij de verkering verbroken en daardoor volgens haar redenatie, Herman de dood in heeft gejaagd. Zo ziet zij dat in haar beleving.

Dat het ene niet noodzakelijkerwijs het gevolg van het andere hoeft te betekenen, dringt op dit moment nog niet tot haar benevelde brein door. Daar zal nog menig woordje aan gewijd moeten worden, voordat zij op de dwaling van haar gedachten terugkomt.

Wester neemt zich voor, zodra de gelegenheid zich voordoet, met Simone, die hij wel eens samen met de Van Galens in de kerk heeft gezien, te gaan praten. Wat krijgt dit meisje wel niet voor haar kiezen. Een schuldgevoel hoeft niemand haar aan te praten. Zij zelf zal het al moeilijk genoeg hebben om met de consequenties van haar verbroken relatie in het reine te komen.

Laat me….. - 87 -

Page 88: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Wanneer dat idee fixe haar zal blijven achtervolgen, zal dat arme kind het nog zwaar te verduren krijgen. Bij de gedachte aan schuld alleen al kan men immers wel gek worden. Goed, dat de huisarts van de fam. Luitjes is ingeschakeld. Straks bij vertrek moet hij er bij ouderling Geert, zoals hij in de kerkelijke wandelgangen altijd genoemd wordt, op aandringen, dat hij zijn vrouw goed in de gaten moet houden en als het nodig mag zijn, niet schromen de huisarts in te schakelen.

Aan het eind van de avond is hij, na in de kamer afscheid van Klazien te hebben genomen en in de gang zijn zorgen omtrent zijn vrouw aan Geert kenbaar te hebben gemaakt, tegelijk met de in allerijl opgetrommelde en meelevende familieleden vertrokken. Hij kan met een broer van Geert meerijden.

Daarvoor heeft hij in een lang en hopelijk indringend gebed alle noden van deze getroffen familie bij de Schepper van Hemel en Aarde neergelegd. Ook Simone heeft hij onder de aandacht van de Hemelse Vader gebracht. Hij besloot met een eenvoudig gedichtje:

“Ook als de wereld duister ziet,de Heer is altijd in ons midden.De duisternis verbergt Hem niet,HIJ hoort Zijn kinderen bidden.”

Hij hoopt van ganser harte, dat zijn omstandig verhaal en gebed zijn inwerking op de van Galens, in het bijzonder bij Klaasje, zal hebben gehad, anders ziet hij de confrontatie tussen Simone en mevr. Van Galen duister in.

Tjonge wat trok die tegen dat onschuldige wicht van leer. Maar een geluk, dat Hermans vader die mening niet was toegedaan, anders was het drama nog niet te overzien geweest.

Misschien moet hij morgenvroeg voor de dienst nog maar eens langs gaan, om te zien, hoe daar de vlag er na een nacht van overdenking bij hangt. Hopelijk is men daar na een ongetwijfeld doorwaakte nacht toch nog wat tot rust en misschien tot berusting gekomen. Thuis bij het avondgebed draagt hij de beide families aan de hemelse Vader op.

Die avond en nacht is er, eerst in de huiskamer, later in het echtelijk bed door de Van Galens, nog lang en uitvoerig doorgepraat over alles wat hen deze avond is overkomen.

Maar ook alle woorden, die er die avond zijn gesproken passeren de revu. En dit is het echtpaar niet bepaald in de koude kleren gaan zitten, blijkt al gauw. Veel wat er mis is gegaan in de relatie tussen hun zoon en zijn meisje, moeten ze inderdaad op hun eigen conto schrijven.

Laat me….. - 88 -

Page 89: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Verblind hebben ze alleen maar aan hun eigen hachie gedacht en zijnn volledig aan de wensen en behoeftes van het meisje voorbijgegaan. Nooit hebben ze haar een helpende hand toegestoken. Hebben haar alleen maar bij voortduring laten te voelen, dat ze haar eigenlijk voor hun zoon maar onder de maat vinden. Wat moet dat kind, zich achteraf beschouwd, minderwaardig en opgelaten hebben gevoeld. Konden ze de aan haar toegebrachte schade maar goedmaken, die ze door hun kortzichtigheid hadden berokkend.

Wat hebben ze, als ze goed de woorden van Jan en de dominee nog eens terdege op zich in laten werken, een hoop verkeerd gedaan. Simone hebben ze figuurlijk in de kou laten staan en Herman letterlijk mede daardoor in het ongeluk gestort. Hoe kunnen ze deze houding nog ooit goedmaken. Ook Klaasje voelt, dat ze in haar beschuldigingen aan het adres van Simone op de verkeerde toer is gegaan. Niet haar, maar hen zelf is het meeste te verwijten.

Ook Simone verdient vanaf nu hun liefde en steun! Of ze dat laatste meteen zal kunnen opbrengen, valt nog te bezien, maar de toekomst zal het leren. Simone had het recht te twijfelen aan haar relatie. Hadden zij ook zelf niet een hard hoofd gehad in een eventuele vastere verbintenis?

Dat het zo uit zou pakken, mogen ze niemand, in het bijzonder Simone niet, aanrekenen. Dat is wel wat al te kort door de bocht. Spijtig, dat ze zo kortzichtig zijn geweest. Had het geluk van hun zoon niet op de eerste plaats moeten staan.

Waar was hun geloofsvertrouwen in deze aangelegenheid toch geweest? Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Heeft God hen door deze ‘sturing’ van het lot, op de vingers willen tikken? Zijn ze voorbij gegaan aan Gods plan met al Zijn kinderen? Zijn ze in hun geloofsijver niet aan het essentiële voorbij gehold?

Hadden ze misschien meer vertrouwen moeten hebben in hun Heer en Heiland? In Hem, die immers alles ten goede kan keren. Uit ervaring wist ouderling Van Galen, dat ‘Onze Lieve Heer’ je soms voor enorme raadsels kan plaatsen.

Zelf heeft hij het in gevallen van grote narigheid wel eens zo gezegd. “De Heer kan je laten vallen”, hij bedoelde natuurlijk, dat het kwade de kans krijgt een kind van God iets vervelends te bezorgen, “maar HIJ staat als eerste klaar, om je op te vangen”. Nu mag hij zijn woorden in praktijk gaan brengen en o, dat is zo moeilijk, als het jezelf betreft.

Als het om jezelf, of je eigen vlees en bloed gaat, lijken er ineens andere regels en wetten te gelden. Wat is het moeilijk om in onderhavig geval je handen in die van je Hemelse Vader te leggen, die zo staat er geschreven, alle tranen van de wereld weg wil wissen. Waar is die God nu ? Juist op het moment, dat hij Hem het hardste nodig heeft. Geert van Galen voelt zich als Job, die

Laat me….. - 89 -

Page 90: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

ondanks alle denkbare ellendes die hem was overkomen, trouw blijft aan zijn Heiland en de Naam van de Schepper blijft verheerlijken, terwijl hij toch alle reden heeft, om Hem de rug toe te keren.

Het is dan ook al bijna morgen, voordat het echtpaar de handen ineen gevouwen, in staat is te bidden. In volle overgave Hem te smeken om zijn bijstand, gedachtig de vaak geopperde woorden: “En nu, wat verwacht ik Here”? Zouden ze ooit weer komen tot de woorden van de psalmdichter die in Ps. 92 dichtte: “Het is goed de Here te loven, Uw naam Psalmen te zingen, o Allerhoogste”. Voorlopig zal dit in hun beleving nog wel teveel gevraagd zijn.

Van de preek, die Wester al grotendeels klaar had voor de volgende dag, zal wel niet veel meer overblijven. Na zijn vrouw uitvoerig bijgepraat te hebben over het leed, dat in huize van Galen is gekomen, heeft hij zich nog een uurtje in de studeerkamer opgesloten om zijn preek om te gooien en aan te passen aan de rouw, waarin een broeder en zuster zijn gedompeld.

Morgen zal iedereen al wel op de hoogte zijn en niet anders van dominee verwachten, dan dat hij in zal gaan op deze menselijke tragedie, waarin dit gezin gestort is. De ‘tamtam’ zal ook hier zijn werk wel weer gedaan hebben?

De volgende morgen zit de kerk bomvol en over gebrek aan aandacht heeft dominee Wester niet te klagen. Hij voelt, dat ze in de preek zijn woorden ‘indrinken’ en voelt, dat de gekozen liederen en teksten bij zijn publiek goed aanslaan. De goegemeente krijgt deze ochtend heel wat stof tot nadenken. Hij benadrukt de goedheid van de Heer en accentueert de kwalijke rol van de gevallen engel.

Uiteindelijk is er echter altijd maar één winnaar en dat is HIJ, die als het er echt op aankomt, deze wereld regeert, maar daarbij gedwarsboomd wordt door de duivel. Allemaal als gevolg van de slechtheid van de mens. De huidigge mens; het resultaat van de ‘zondeval’.

Toch zal de Heer altijd zegevieren en op Zijn tijd volkomen en voor altijd met hem afrekenen. Ieder zal dan kunnen zingen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar geen verdriet, honger, angst en pijn meer zal zijn, maar waar de mensheid zich zal vergaderen en zal juichen voor Zijn troon.

Laat me….. - 90 -

Page 91: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

7. Zondagmorgen

Op zondagmorgen, na een eveneens doorwaakte nacht, is het tegen achten Simone, die de ouderlijke slaapkamer binnenkomt. Aan haar gezicht te zien, heeft ze al een tijdje huilend doorgebracht. “Oh, mama”, huilt het meisje en vliegt haar moeder om de hals. Ook pa en ma Luitjes schieten vol. Ze trekken Simone als een klein kind bij zich in bed en met de armen om haar heen, wordt er samen een potje gehuild.

Ondanks de ‘afgedwongen’ slaap maalt het blijkbaar al weer door haar hoofd. Ze kan het misschien nog amper bevatten, dat haar leven van de ene dag op de andere zo kon veranderen.

Denken kan ze niet meer. Ze ziet alleen maar die auto, die zich om die dikke eik gevouwen heeft. Daarbinnen haar geliefde Herman, waar ze nog maar pas afscheid (zij het nu voorgoed) van heeft genomen.

Moeder is de eerste, die voorzichtig vraagt, hoe het nu met haar gaat. Dan is het net, alsof er een kraan wordt open gezet. Eerst zachtjes, later steeds harder, gooit ze eruit, wat haar zo bezighoudt. De vertwijfeling voert de boventoon. Ze laten het meisje huilen en praten.

“Hoe kan een liefhebbende God, waar men in de kerk zo de mond vol van heeft, dit nu toelaten?” is het begin van een lange tirade. Al haar grieven t.a.v. het Opperwezen vliegen eruit. Daaruit blijkt wel, dat Simone, zodra ze wakker was geworden, zich er duchtig mee bezig heeft gehouden.

Luisteren is op dit moment het enige, dat ze als ouders voor hun zo diep getroffen en in de put zittende dochter kunnen doen. Al haar problemen met ‘de wereld’ van Herman komen voor de zoveelste keer op tafel.

Het lijkt wel, of ze nog eens haar beweegredenen, om met de omgang te kappen, op een rijtje wil zetten. Of ze haar beslissing nog eens wil verduidelijken. Al haar pogingen, begrip te hebben voor zijn ziens- en levenswijze. Ook de rol van zijn ouders in deze komt uitgebreid aan de orde. Haar meelevende ouders kunnen niet anders dan luisteren naar haar jammerklacht en in stilte meehuilen.

Vader Jan komt aarzelend met een voorstel. Simone moet maar zeggen, wat ze daarvan vindt. Hij stelt voor om vanmorgen samen met haar naar Oma Luitjes te gaan, misschien dat die hen, in het bijzonder Simone, zal kunnen verklaren, hoe volgens haar het een en ander in elkaar steekt.

Ze knikt ten teken, dat ze hier wel oren naar heeft. Oma, met al haar wijsheid en levenservaring kan misschien bij dochterlief deuren openen, die voor hen gesloten blijven. Zij, Simone zelf ziet in elk geval voorlopig geen gat meer in haar toekomst. Voor haar is ineens alles zo doel- zinloos geworden.

Laat me….. - 91 -

Page 92: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Van huisuit is Jans moeder een gelovige vrouw, die met haar levenservaring Simone misschien op een beter spoor zal kunnen zetten. Met deze Simone zijn zij tenminste euvel aan. Zij zien geen kans haar uit het diepe moeras, waarin ze beland is, te halen.

Regelmatig gaat moeder met haar man naar de Hervormde Kloosterkapel. Hopelijk kunnen de ‘ouwetjes’ de muur waarachter hun dochter zich heeft verscholen, slechten, in elk geval er een bres in schieten.

Eindelijk krijgen haar ouders de kans, hun zegje te doen en haar zo goed mogelijk op de hoogte proberen te brengen van alles, wat zich in de periode dat zij sliep, gebeurd is. Ook het bezoek aan Hermans ouders hebben ze niet verzwegen. Gelukkig kunnen ze vertellen, dat op haar komst wel terdege prijs wordt gesteld. Dat maakt haar gang naar ‘Canossa’ een stuk gemakkelijker.

Dat moeder Van Galen, het er wel heel moeilijk mee had en nog wat bedenkingen naar voren had willen brengen, omdat zij in haar vertwijfeling haar als de hoofdschuldige zag, hebben ze veiligheidshalve verzwegen. Vader Van Galen, had zijn vrouw immers meteen de mond gesnoerd. Wel zeiden ze, dat vooral moeder Van Galen er nogal kapot van was geweest.

Simone kan zich goed voorstellen, dat zijn ouders menen, dat elke grond onder de voeten weggeslagen is. Hun oogappel te moeten missen, is als ouders immers wel het ergste wat hen kan overkomen.

Het idee van pa, om samen met haar en als het even kon in aanwezigheid van de predikant een bezoekje af te gaan leggen, doet Simone een zucht van verlichting slaken. Dankbaar kijkt ze haar ouders aan. Een blik kan immers meer zeggen dan duizend woorden.

“Wanneer zou je er naartoe willen? “, vraagt moeder zachtjes. “als ik jou was, zou ik het niet te lang uitstellen.” Liefdevol kijkt ze haar dochter aan.

Zal ik tussen de middag de dominee bellen, of hij eventueel vanmiddag even met ons mee zou willen gaan? “, oppert Jan. Simone knikt zwijgend. Een brok in de keel maakt haar het spreken onmogelijk. Zo jong en dan al zoiets ingrijpends in je leventje mee te moeten maken, is amper voor te stellen.

Later in de morgen bij Oma, zet ze de sluizen van haar ogen weer open. Ze heeft niet geweten zo’n tranen- reservoir bij zich hebben. Zo langzamerhand moet de bron, na al die vergoten tranen, toch wel opgedroogd raken.

Ook opa en oma hebben het niet breed. Dat de vriend van hun dochter op zo’n vreselijke manier aan zijn eind moest komen, is immers onvoorstelbaar. Zij waren zo gesteld geraakt op die

Laat me….. - 92 -

Page 93: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

nette, oppassende jongen. “Is het mijn schuld Oma, dat Herman nu dood is ?”, snikte ze ineens.

“Welnee!”, klinkt het ineens uit drie monden. “Hoe kom je daar nu bij?” Oma drukt het rillende meisje, dat naast haar op de bank is neergevallen, nog eens stevig tegen haar aan. “Daar moet jij je nooit verwijten over te maken.”

Oma Luitjes neemt, als bij afspraak, na het indringende telefoongesprek, dat ze vanmorgen al met Simones moeder had gevoerd, het gesprek over en gaat verder: “ Jij kon toch niet weten, dat Herman zo overstuur zou raken? Alleen uit liefde voor Herman, omdat je wist van zijn achtergrond, heb jij jouw relatie opgeofferd. Niet omdat je op de mens Herman was uitgekeken.

Jij kon toch niet anders dan de verkering verbreken? Zo kon en mocht je toch niet verder gaan? Je kon hem toch niet aan het lijntje houden? Dat hij zo overstuur achter het stuur zou springen kon geen mens voorzien. Ook jij kon dat onmogelijk weten. Niemand zal ooit weten, wat er het laatste halfuur zoal door Hermans hoofd heeft gespookt. Misschien is hij zo verstrikt geraakt in zijn gevoelens, dat hij de knoop niet meer heeft kunnen ontwarren. Je moet je dat dan ook nooit persoonlijk aanrekenen.

Dat zijn ‘vlucht voor de werkelijkheid’ zulke rampzalige gevolgen zou hebben, had niemand kunnen bedenken. Ook hij zelf heeft dit vast nooit gewild! Hij heeft beslist geen zelfmoord gepleegd, daarvoor hield hij teveel van het leven. Dit is een ongelukkige samenloop van omstandigheid, waaraan niemand, behalve, maar dan ook nog volkomen onbedoeld, Herman zelf schuld heeft.

De vraag waar ontzettend veel mensen mee worstelen, ook de kerkmensen, de z.g. gelovigen, is het “waarom”van het leven en de zin van alles, wat ze mee moeten maken. A.h.w. moeten ‘doorleven’. Het leven van de doorsnee mens is immers nooit alleen maar rozegeur en maneschijn.

Niet voor niets zegt men vaak: Elk huisje heeft zijn eigen kruisje. Niemand op deze aardbol komt ongeschonden door het leven, al is het niet altijd alleen maar kommer en kwel en denkt men daarbij soms, dat het leven bestaat uit een groot aards tranendal.

Er gebeuren ‘Godzijdank’ ook nog altijd een heleboel mooie dingen. Met positief denken kwam men altijd het verst. Aan de wand, boven de bedstee deur hing een ‘schilderij’ met daarop een toepasselijke spreuk:

Een mensch lijdt dikwijlsch het meest,Door ’t lijden, dat het vreest,Maar dat nooit op komt dagen.Zo heeft hij meer te draegen,

Laat me….. - 93 -

Page 94: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Dan God te draegen geeft.

Waarom ?…. heeft géén reden; zegt men ook wel. Maar er moet toch wel een oorzaak of een reden zijn, voor alles wat in onze naaste- of verdere omgeving gebeurt. Iets komt toch niet zo maar uit de lucht vallen. Achteraf gezien, zijn vaak bepaalde dingen heel goed verklaarbaar. Helaas is niet iedereen met de helm geboren. Het kan immers niet altijd een ongeluk, of alleen een stom toeval zijn.

Niemand is voor zijn (on)geluk geboren. Eigen verdienste?; toeval?-; noodlot?- puur geluk? Waarin moeten we geloven? Of moeten wij in dit alles een vingerwijzing van de Almachtige zien? Geloof zelf is niet een aspirientje uit de verbandtrommel die je pakt, als je je op geloofsgebied niet zo lekker voelt. Een soort eerste hulp bij ongelukken.

Het geloof biedt niemand de zekerheid, dat hem of haar nooit wat ergs overkomt, maar alleen een richtingaanwijzer met de pijl naar… onze Schepper zelf, die zijn eigen Zoon als een soort wegbereider en grote voorbeeld naar deze verdorven aarde stuurde. Daar betaalde Hij met zijn bloed en zijn leven voor de fouten in de relatie tussen de Vader en al zijn kinderen. Niet alleen voor de mensen van toen, maar ook die van nu en in de toekomst.

Waarom ? …. zijn we op deze aarde gekomen ? Tot meerdere eer en glorie van onze schepper ? Als kroon op Zijn scheppingswerk? Of alleen vanwege het voortbestaan? De voortplanting ? Onze ouders hebben ons vanzelfsprekend - al dan niet vol vreugde - begroet. Niemand van de borelingskes heeft er ooit zelf om gevraagd.

De eerste kreten zijn dan ook beslist geen vreugdeklanken. Een vreemde , koude, angstaanjagende wereld is het, die haar of hem begroet. Toch blijft het een wonderbaarlijke gebeurtenis. Naast een enorme opluchting, vooral nadat is gebleken, dat alles goed is met moeder en kind - er alles op- en aan zit - en het verder gezond lijkt; is er alle reden tot grote dankbaarheid.

Misschien hebben de ouders op het ‘moment suprème’ wel een schietgebedje gedaan. Daarin zijn we immers sterk. Zoals de scheepsjongen, die van de ra van het zeilschip naar beneden viel en in doodsangst de Heer om hulp riep. Toen zijn hand een loshangend touw greep, ‘cancelde’ hij meteen zijn vraag. “Niet meer nodig! Ik kan het zelf wel! ”. Of zou God, op zijn noodkreet, hem dat touw toegeworpen hebben?

Ik moet ineens denken aan die dominee, die we laatst hier als gastpredikant hadden. We zijn, zei hij, allemaal voorzien van een speciaal stopcontact. Als we zelf graag willen, kunnen we daardoor verbonden worden met Gods centrale. Hij zit op onze vraag daartoe te wachten, maar wij denken het vaak op eigen

Laat me….. - 94 -

Page 95: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

kracht net zo goed te kunnen rooien in deze smeltkroes van het leven.

We hopen, dat we maar lang te mogen blijven genieten van het kind, dat ons als hemels cadeau om niet wordt geschonken. Maar dat hebben we niet in eigen hand. We hebben het in “bruikleen” gekregen! Voor goede -, maar ook - slechte tijden. In voor- ,maar helaas ook wel eens in tegenspoed. Met hopenlijk meer lief dan leed. Ook zit in elk begin het einde al besloten. Dood en leven horen bij elkaar.

Het is een compleet raadsel, waarom de ene vrouw -al dan niet gepland – meteen in verwachting raakt en een andere moeilijk of na lang wachten en veel onderzoeken, vaak noodgedwongen, na een aantal mislukte pogingen; definitief de hoop op gezinsuitbreiding moet opgeven. Wat voor ellende veroorzaakt dat niet? Kijk maar naar jullie buren.

En wat te denken van al die vrouwen – meisjes nog vaak – die het kind ( nog ) niet willen en het daardoor, ogenschijnlijk zo gemakkelijk, (laten) aborteren, of ter adoptie aanbieden? Net of zo’n verschrikkelijk moeilijk besluit hen hun leven lang niet zal blijven achtervolgen. Om niet te spreken van hen, die hun pasgeboren kind letterlijk bij ‘het grof vuil’ zetten?

Waarom ? …. Is alles in deze wereld zo ongelijk verdeeld ? Hebben sommigen bijna altijd zorgen? Komt men de financiële armoede maar niet te boven? Blijft het moeilijk, steeds maar weer opnieuw de eindjes aan elkaar te knopen, terwijl bij andere mensen (schijnbaar) zomaar het geld blijft binnenstromen, zonder daar ogenschijnlijk noemenswaardig veel moeite voor hoeven te doen.

Elk mens droomt ervan eens de hoofdprijs te winnen. Loterijen schieten als paddenstoelen uit de grond en proberen elkaar in de miljoenenbedragen te overtroeven. De mens wordt er alleen maar hebberiger en beslist niet gelukkiger door. Bultje bultje der kan nog meer bij!

Over rechtvaardigheid gesproken! Waaraan hebben we deze verdeeldheid in de samenleving te ‘danken’? Ieder individu heeft toch hetzelfde recht op een menswaardig bestaan! Hebben zij misschien iets verkeerd gedaan, of heeft men dit anderszins over zichzelf afgeroepen? Of moeten we dit rangschikken onder het hoofdstukje “ pure pech ”?

Elk mens voelt zijn eigen leed en armoede het meest. Kijken het liefste naar de ander, al zijn andermans boeken nog zo moeilijk te lezen. Het oog ziet altijd van ons af. Zijn bijna nooit tevreden met al wat het dagelijks bestaan ons te bieden heeft.

Waarom heerst er in bepaalde landen haast altijd oorlog. Is er bijna nooit een periode van - of zicht op – vrede? Zelfs het door God uitverkoren volk kan zich niet ontworstelen aan een verschrikkelijke uitzichtsloze geloofsstrijd.

Laat me….. - 95 -

Page 96: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

In naam van dezelfde Heer worden dagelijks mensen omgebracht. Waarom grijpt de Grote Regisseur niet in! Hij, die ervoor kan zorgen, dat geen mus ongewild van het dak valt. Laat ons vaak vallen, (D.w.z. geeft het kwade de gelegenheid nare dingen met ons uit te halen.) maar staat wel als eerste klaar, om ons weer op te vangen!

Nog altijd een nawee van het eten van de ‘boom met de kennis van goed en kwaad’ ? Waarom staan sommige volkeren elkaar steeds opnieuw naar het leven. Zijn er dagelijks miljoenen ontheemden op de vlucht, of moeten ze bivakkeren onder de meest erbarmelijke omstandigheden.

Je vader kan je daar alles over vertellen. Met lede ogen moet ook hij vaak hulpeloos toezien, hoe dat soort mensen definitief tussen de ambtelijke molens vermalen dreigen te worden. Onschuldige mannen, vrouwen en kinderen! Waar is het land gebleven, waar de leeuw en het lam vredig naast elkaar konden leven ? Waaraan ontlenen terroristen het recht op hun verschrikkelijke activiteiten? Wanneer komt er in het “ heilige “(?) land eindelijk eens “Vrede” ?

Waarom raken zoveel mensen, vooral jongeren, zodanig met zichzelf en anderen in de knoop, dat ze menen te moeten schoppen tegen de gevestigde orde door: overmatig alcoholgebruik; drugs; allerlei vormen van criminaliteit en andere excessen en hiermee vaak gepaard gaand ‘zinloos geweld’? Stille tochten ten spijt, komen dat soort toestanden nog heel vaak voor. Worden we soms immuun voor al dat geweld, dat meestal nergens toe leidt?

Waar ging het fout? Wie of wat is er als schuldige aan te wijzen? Leidt o.a. een teveel aan zakgeld; door: betaalde bijbaantjes; de thuissituatie: – incomplete gezinnen - werkende moeders – gebrek aan echte aandacht, belangstelling en tijd – ( sleutelkinderen); tot de hedendaagse uitwassen? Veel ouders weten dan ook niet meer, waar ze met eventuele problemen met hun kinderen naartoe moeten. Zitten dan met hun handen in het haar.

Ik moet nog ergens een gedichtje hebben liggen, dat me indertijd behoorlijk aansprak. Het gaat over een stukje bemoediging voor iemand, die het even niet meer ziet zitten.”

Al pratend loopt oma naar het aloude kabinet, zocht in de middelste la en vond een beschreven kladje papier. Zetelde haar weer in haar stoel. Kreeg, om in oma’s termen te blijven, haar brilletje van tafel en begon voor te lezen. “Als het donker wordt.

Wees maar niet bang, wanneer de nacht gaat komen: Juist als het donker is, ben Ik je zeer nabij.

Laat me….. - 96 -

Page 97: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ik wil Mijn liefde over je doen stromen mijn moede kind vertrouw je toe aan mij.

Wees maar niet bang, Ik zal je pijn helpen dragen, want Ik droeg ook Mijn deel aan smart en pijn. Geef Mij je hand. Durf je het met Mij te wagen, om met me mee te gaan?

Wees maar niet bang kind, want je zult Mij vinden, wanneer je over ’t water loopt, recht naar mij heen. Je zult voorwaar niet zinken: Ik beveel de winden en stil de storm. Ik laat jou nooit alleen.

Misschien dat je hierin, bij de enige bron van wijsheid, goedheid en eeuwige trouw, troost kunt vinden? Alleen moet een mens immers wel verdwalen in deze chaos van waar- en onwaarheden; zorgen en schijngeluk. Iedereen probeert het grote geluk te vinden in het materiële, maar vergeet daarbij, dat hij daarbij, in het dienen van de mammon het ware geluk uit het oog verliest.

Of schrijven we alle narigheid, die ons soms overkomt, voornamelijk op rekening van onze buitenlandse ‘medebewoners’? Wel een heel gemakkelijk excuus om onze ‘blanke‘ zieltjes vrij te pleiten.

Wanneer men de stambomen van alle z.g. Nederlanders eens na zou trekken, denk ik, vervolgt oma, dat er maar weinig, of geen volbloed ‘inboorlingen’ zullen overblijven.

Hoe krijgen we de mensheid weer in het goede –algemeen geaccepteerde- spoor ? Waar zijn de algemene normen en waarden gebleven?

Waarom is er zoveel criminaliteit en terrorisme in de wereld? Onvrede met zichzelf, alles en iedereen; afgunst t.a.v. anderen , die het ( vaak schijnbaar ) veel beter hebben getroffen?

Zijn we met zijn allen, het spoor totaal bijster geraakt? Hebben we het over het algemeen zo goed, dat we die weelde van onze welvaartsstaat niet kunnen dragen? Zijn we zo verwend door het aardse slijk, dat we alle voordelen van onze geestelijke- en aardse verworvenheden zijn vergeten?

Worden we door het “ wereldvenster “ – de allesoverheersende televisie en de ( internet ) computer - zo ‘gebrainstormd’, dat we de realiteit uit het oog verliezen? Zien we door die verleidingen niet meer, waar we eigenlijk mee bezig zijn.

Een verdorven wereld wordt ons als ideaalbeeld voorgehouden. Een wereld, waarin de Mammon regeert, de macht van het geld alleszins de boventoon voert. We elk uitzicht op een betere, mooiere, rechtvaardiger wereld hebben verloren, maar

Laat me….. - 97 -

Page 98: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

ook een wereld, die we met zijn allen zelf mede hebben gebouwd, als een huis, waarin Gods inbreng nauwelijks meer te zien is.

Waarom lijden miljoenen op deze aardbol aan: armoede; honger en dorst? Raken er dagelijks zoveel mensen hun baantje kwijt ? Is er blijkbaar geen enkele regering in staat het tij blijvend te keren!

Ziet zij – ondanks schone beloftes - geen kans een einde te maken aan al die bekende en door ieder verfoeide misstanden; witte boorden criminaliteit – fraudes; omkopingen; chantages; drugshandel en – gebruik; moord en doodslag; vandalisme; diefstal; corruptie en andere “brandhaarden“?

Waarom loopt er één op de vier huwelijken spaak ? Waar is de trouwbelofte gebleven, als we het blijkbaar al zo gauw niet meer zien zitten en het ‘huwelijksbijltje’ er bij neer gooien ? Wat doen we elkaar en ev. onze kinderen aan? Zo zijn we toch niet getrouwd! Waarom ? Zo kan ik lnog wel even doorgaan”

Opa laat zijn vrouw het woord doen. Als het er op aan komt, is zij immers de meest belezene van het stel. Ook is zij het beste van de tongriem gesneden. Hij hoort het ‘gesnater’ van zijn wederhelft graag stilzwijgend aan. Zorgt ervoor, dat zijn eeuwige pijp niet uitgaat. Al blaast hij in het normale verkeer zijn partijtje heus wel mee.

De ‘tirade’ van zijn vrouw m.b.t. de teloorgang van vele normen en waarden en haar visie op het leven, heeft zijn volledige instemming. Toch meent hij zijn vrouw toch even te moeten onderbreken.

“Ik ben het volledig met je eens”, zegt hij, “maar we moeten wel bedenken, dat alles wat wij in deze wereld doen en zeggen, eigenlijk maar mensenwerk, dus vaak broddelwerk is. In al onze onvolkomenheden blijven wij op zoek naar de ware volmaaktheid.

Overigens eerst iets totaal anders. Mij dunkt jij moet wel een droge keel hebben van al dat praten en ook Jan en Simone kunnen vast wel wat vocht gebruiken”.

Dat is niet tegen dovemansoren gezegd. Oma komt al moeizaam overeind om de al van tevoren klaargezette koffie in te schenken en rond te delen. Als iedereen van een natje en een droogje is voorzien, gaat ze verder met haar betoog. Je kunt wel merken, dat zij bijvoorbeeld tijdens het televisiekijken, of huishoudelijk werk haar gedachten vaak over het wereldgebeuren laat gaan. Ook samen zullen ze wel eens over deze vraagstukken hebben gedelebreerd.

“Als we allemaal bovenstaande feiten constateren en erkennen”, gaat ze verder “ het allemaal altijd zo goed weten en het zo graag anders zouden zien, kunnen we er met zijn allen dan echt niets aan veranderen ? Blijven onze ogen gesloten uit: angst; egoïsme; gemakzucht of apathie; onverschilligheid? Laten we daarom alles maar gelaten – leidzaam - over ons heen komen ?

Laat me….. - 98 -

Page 99: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Waarom gunnen mensen elkaar vaak het licht in de ogen niet? Zijn we afgunstig, op wat een ander heeft? Kijkt menig oog altijd naar die ander? Is andermans gras nog steeds veel groener dan dat van ons?

Willen of kunnen we een ander niet goed begrijpen ? Willen we altijd wat een ander heeft? Zijn we zo ontevreden, met wat we zelf zomaar hebben gekregen, of is het pure jaloezie? Eigen verdienste is het immers nooit! Dankbaarheid is meestal ver te zoeken.

Toch proberen vele zakenlui, aannemers en hen die daar ook onder vallen zich te verrijken vaak ten koste van anderen. Boekhoud- en andere schandelen spreken hun eigen taal. Hemelschreiend, wanneer het daarbij soms gaat om mensen, die een vooraanstaande positie in de kerk innemen. Geen wonder, dat met name de jeugd, deze holle ballonnen doorprikt en hun heil ergens anders zoekt.

Dominee Jansen heeft eens gezegd, toen ik op huisbezoek klaagde over het feit, dat je vader bijna met geen stok mee naar de kerk te krijgen was, dat wij de jonge mens de tijd moesten geven, een poosje tegen dat ‘heilige huisje’ aan te trappen”.

Daarbij keek ze haar zoon veelbetekenend aan. Zoonlief wist niet goed, of hij hier al dan niet op zou moeten reageren. Hield wijselijk zijn mond en deed net, of er buiten iets te zien was. De blik die ze zoonlief daarbij toewerpt en de hand, die ze betekenisvol op zijn arm legt maakt hem meer als duidelijk, dat hij haar evengoed dierbaar is gebleven.

Jammer voor haar, was hij tot dusver niet op zijn schreden teruggekeerd. Al zou ze dat ongetwijfeld heel fijn gevonden hebben. Na een aantal vergeefse pogingen, heeft ze de hoop daartoe bijna opgegeven en er zich bij neergelegd.

“Waarom” ,gaat ze door. “Meet men schijnbaar met twee maten; is het oordeel niet altijd gelijk; dragen gelijke monniken niet dezelfde kappen? Moet de ene mens sterven i.p.v. te mogen blijven, terwijl een ander graag zou willen gaan!

Zullen we niet meer aan onze “grote Hemelse Regisseur” over moeten laten en moeten proberen vooral ons eigen straatje schoon te houden ? Verklaren kunnen we de loop van zoveel dingen immers toch niet.

Daarom is het vaak zo onlogisch om ons steeds druk te maken– gezien in de tijd, die de mens van bovenaf wordt gegeven – om onbelangrijke dingen? Kunnen we onze toegemeten tijd niet beter besteden? Vinden we het zo moeilijk eens “sorry” te zeggen? Willen we nooit de minste zijn. Moet het liefst onze haan Koning blijven kraaien. Moeten wij zelf vooral volop in de belangstelling staan?

Waarom moeten sommige mensen leven met een bijna ondraaglijk verdriet? Kunnen mensen zo slecht vergeten en

Laat me….. - 99 -

Page 100: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

bovenal vergeven? Ligt de schuld niet bij een ieder van ons ! Zijn wij ‘het paradijs’; ‘de zondvloed’ en ‘de toren van Babel’, zomaar vergeten ? Is onze spraak op zoveel terreinen nog steeds verward!

Zegt ‘de beloofde regenboog’ ons nu niets meer ? Zien wij die mooie boog met z’n scala aan kleuren: rood- oranje- geel- groen, blauw- indigo en violet ons nu helemaal niets anders, dan een ‘wonder der natuur? Of zien we hierin ook een stukje, bemoediging en troost?

Niet Hij is het die het contact en contact tussen Hem en ons ogenschijnlijk heeft opgezegd. Niet Hij, maar wijzelf zijn achter een grote donkere wolk weggekropen.

Wijzelf hebben tussen God en ons mensenkinderen een barriére van regels, wetten en geboden opgeworpen, terwijl Hij, bij monde van Jezus, de Messias alleen maar van ons vraagt, dat wij Hem liefhebben boven alles en iedereen die hoe en waar dan ook op ons pad komt, liefhebben, zoals wij ook van onszelf houden.

Wijzelf hebben a.h.w. een oerwoud aan bomen geplant, waardoor we een helder uitzicht op een betere toekomst, samen met onze Schepper en Heiland hebben verloren. Er valt nog heel wat hout te hakken, voordat ons vertroebeld wereldbeeld verandert in een mooier, beter en verhelderend zicht. Dus zonder daarbij nog te letten op: afkomst, ras, huidskleur of andere levensovertuiging.

Wij kreupele gelovigen spreken bijna allemaal over een nieuw bovenaards leven na de dood. In een nieuwe hemel en een compleet nieuwe aarde, waar we met de speciale geloofstrein naartoe mogen en kunnen reizen.

De enige voorwaarde voor dit gratis reisje is, dat we blijven zitten en niet onderweg uitstappen, omdat we bezweken zijn, voor de verleiding van al het ‘mooiere’, dat op onze weg wordt geplaatst, of ons voor ogen komt.

Waarom mogen mensen niet altijd samen oud worden? Hier hebben opa en ik onlangs nog uitgebreid over gesproken, toen een buurman van ons ineens werd ‘opgeroepen’, terwijl zijn vrouw hulpeloos verward alleen achter bleef. Jullie mogen wel weten, dat we graag nog een hele poos bij jullie willen blijven, maar als onze tijd eenmaal komt, hopen we samen de reis te gaan maken.

Mensen worden soms zomaar onverwachts bij elkaar vandaan gerukt door: - ziekte; waardoor iemand bijv. naar een ziekenhuis of nog erger een verpleeghuis moet. Of doordat iemand komt te overlijden; met vaak vele problemen voor de achterblijvers; fysiek; psychisch of financiëel.

Waar kunnen we antwoord krijgen op al onze menselijke vragen? Of vragen we hierbij naar de bekende weg? Ik kan zo nog

Laat me….. - 100 -

Page 101: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

wel een tijdje doorgaan. Ook jij zelf Simone zult misschien nog wel een aantal aanvullingen kunnen geven.

De Bijbel leert echter, dat we niet met alle problemen rond moeten blijven lopen, maar ze bij de Heer moeten brengen. HIJ luistert naar ons, hoe en waar we ook bidden.

Op zondagsschool hebben we geleerd: Op bergen en in dalen, overal is God. Hij ziet en weet alles van ons. Hij wil altijd het beste voor ons, maar door het slechte, dat na de zondeval op deze schepping van God is terechtgekomen, is de wereld er niet gemakkelijker op geworden. Een wereld waarvan God, de Schepper en Ontwerper, zelf zei, dat het goed was. Hij was er toen dus erg content mee. Helaas heeft de mens er lsater zelf een potje van gemaakt!

Kent de mens door het eten van de verboden vrucht hierdoor het verschil tussen goed en kwaad. De slang stortte de mens in het verderf. Dat die later al kruipend door het aardse stof moet gaan, is voor de mens een schrale troost. Zijzelf worden, door eigen schuld- dikke bult, uit het Paradijs gezet en moeten proberen die hier weer terug te verdienen.

Die duivel probeert ons echter op alle mogelijke slinkse manieren bij Hem vandaan te houden. God laat dit oogluikend toe, maar heeft de mens beloofd, dat HIJ op zijn tijd, de slang de kop zal vermorzelen.

Uiteindelijk zal het kwade dus nooit kunnen overwinnen. Wat Herman en indirect ook jou is overkomen, moet je dus niet de Heer, maar de Satan toerekenen. God vangt jou en ook allen die van Herman houden, dus ook zijn ouders, op. Hij heeft altijd in alles het laatste woord. Daar kan en mag je op vertrouwen”.

Jan is bijna geneigd, heel oneerbiedig:”Amen”, te zeggen,maar weet , dat in deze situatie erg ongepast zal zijn. Hij heeft diepe bewondering voor zijn ‘oudje’, die op zo’n eigen manier, hen en in het bijzonder Simone bemoedigt en door het geboden ‘inzicht’ weer wat ‘uitzicht’ geeft.

Met grote ogen heeft Simone deze zinnenbrij van haar oma aangehoord. Ze heeft haar nog nooit zoveel woorden achterelkaar horen zeggen. Normaal is ze vaak de zwijgzame rust zelve, die graag luistert naar wat anderen te zeggen hebben. Nu haar kleindochter in nood zit, is zij het echter, die haar gedachten in een andere, betere richting probeert te duwen.

Die haar wat meer duidelijkheid verschaft in alles wat er op deze aardbol reilt en zeilt. Die probeert haar weer wat vaste grond onder haar wankele voeten te geven. Misschien dat het ‘gesprek’ mee kan helpen aan een betere verwerking van haar immens verdriet. Zij staat zichtbaar niet alleen in haar rouw, haar verlatenheid, haar radeloosheid. Als een van oma’s ( klein) kinderen in de knel komt, treedt zij buiten zichzelf en vecht ze voor hen als een echte leeuwin.

Laat me….. - 101 -

Page 102: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Wie had dit achter oma gezocht. Dat ze als het nodig is best voor haarzelf op kan komen weet ze, maar dat ze zogoed begrijpt, waar zijzelf mee worstelt en daar voor haarzelf een uitweg in vindt, is iets, wat ze nooit achter dat met ‘antiek blond’ gehoofde vrouwtje heeft gezocht.

Het maakt, dat ze wat beter het hoe en waarom en de rol van de Opperheer hierin begrijpt. Jammer, dat ze nooit samen met Herman zich heeft gelaafd aan deze ruimhartige bron van kennis en ervaring. Als…

Het is maar een geluk, dat opa tijdens het lange betoog van zijn vrouw de gasten regelmatig heeft voorzien van een natje en droogje, waarbij de oudjes zichzelf uiteraard ook niet vergeten, anders waren ze vast en zeker verdorst. Niet dat ze dat zelf in de gaten gehad zou hebben, zo zat met name Simone aan oma’s mond gekluisterd. Die eindigt met een gedichtje, dat ze eens ergens heeft gelezen en heeft opgeschreven.

“Op de grote vraag ” Waarom? ”, wordt het antwoord nooit gegeven. Bij de vragen over dood en leven is er geen: “ Daarom ”.

Het leven is dragen, het leven is gaan. Het leven is bestaan, zonder al te veel vragen. Het waarom wordt:” Waartoe?”, maar lieve God, waartoe dan toch dit lot?

Zonder antwoord te kunnen leven is de kunst van ons bestaan.

Zonder antwoord verder te gaan. Het: “Waarom en Waartoe” zit in ons mens zijn verweven!”

De omhelzing en de dikke zoen, die oma en ook opa van Simone krijgen voor hun bemoeienis en steun, zeggen meer, dan duizend woorden kunnen zeggen. De woorden van oma hebben diepe indruk op het ongelukkige kind gemaakt. Het zal overigens nog wel enige tijd duren, voordat zij het geheel op haar meritus kan waarderen.

Kort daarna hebben ze afscheid genomen. Vandaag moet er nog veel meer geregeld en gedaan worden, maar Simone is door oma’s woorden zo bemoedigd en gesterkt, dat ze het verdere verloop van de dag met meer vertrouwen tegemoet ziet.

Moeder Luitjes ziet meteen, dat het idee, Simone met oma te laten spreken, het meisje goed heeft gedaan. Dit is haar schoonmoeder ook wel toevertrouwd. Ze is nog wel erg stil, maar gelukkig niet meer zo opstandig als ze geweest is. Ook Jan heeft

Laat me….. - 102 -

Page 103: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

het gesprek met zijn moeder, gezien zijn gedragingen, ook niet onbetuigd gelaten.

De beide broers waren inmiddels al uit bed en hebben zelfs de tafel voor de middagpot al gedekt. Ze begroeten hun zus, stilzwijgend, maar wel met een innige omhelzing, die voor zich spreekt. Van eten komt die middag niet zoveel, van praten nog minder. Het lijkt wel, of er vandaag ‘lak noch smaak’ aan het eten zit. Elk at mondjesmaat en schijnbaar met lange tanden.

Pas als ze daarna aan de koffie zitten, komt voorzichtig het gesprek op een advertentie, die het gezin in het ‘Dagblad van het Noorden’ wil zetten. Simone, zoals al werd verondersteld, wil ook graag eentje van haarzelf, wat natuurlijk alleszins begrijpelijk is.

Klaas pakt alvast pen en papier. Het valt nog niet mee, om wat passends te bedenken. Vele voorstellen worden geöpperd en weer verworpen. Moeder doet vanuit de keuken af en toe haar duit in het zakje. Maar eindelijk zijnn ze er toch uit.

Niemand die het weten kan,hoeveel ik van je hou.Niemand die mij troosten kanin mijn verdriet om jou.

Niemand die begrijpen zal,hoe vreselijk ik je nu al mis.Niemand die beseffen zal,hoe erg die pijn wel is.

Door een noodlottig ongeval werd van mij weggenomen.

Mijn vriend Herman Van Galen

Rust zachtTer Apel Simone

Het kleine gedichtje wilde Simone graag boven haar advertentie plaatsen. “Is dit niet huichelachtig, omdat ik het immers net heb uitgemaakt”, vraagt ze. Volgens haar broers en haar ouders, heeft niemand daar iets mee nodig en hoeftdat zeker niet expleciet vermeld te worden. Daar wordt geen mens immers beter van. Zo is het volgens hen neutraal genoeg.

Ook het gezin Luitjes kiest voor een eenvoudige tekst, waarin ze hun verdriet om Herman, die ze als huisvriend hebben beschouwd, verwoorden en hun medeleven met zijn achtergebleven ouders betonen.

Vader stelde voor om, wanneer hij toch met Ds. Wester belt voor een afspraak, de tekst ook nog eens aan hem voor te leggen. In het telefoongesprek, dat hij vlak na de middag met hem voert

Laat me….. - 103 -

Page 104: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

wordt afgesproken, dat ze elkaar tegen twee uur bij de familie Van Galen zullen treffen.

Dominee is blij, heeft hij gezegd, dat Simone deze moeilijke stap nu al durft te zetten. Hij had anders morgen in de loop van de dag even bij hen langs willen komen. Volgens pa Luitjes vatte deze predikant zijn taak van Leraar, maar bovenal die van Herder prima op. Hoewel hij het doorgaans niet zo op dat soort lui heeft begrepen, valt deze ‘dienaar’ hem meer als honderd procent mee.

Laat me….. - 104 -

Page 105: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

8. De confrontatie

Klokslag twee uur stopt de grijze Toyota Corolla voor de deur van de Van Galens in de Floralaan. Ook dominee Wester komt er al aanrijden. Hij loopt meteen op Simone af, die achter uit de auto stapt. Haar moeder is vanzelfsprekend weer meegegaan. Ze ziet het als haar taak, om haar dochter over deze moeilijke drempel heen te helpen.

Wester condoleert het zachtjes huilende meisje en legt troostend een arm om haar schouder. Langzaam loopt hij met haar, gevolgd door haar ouwelui, naar de voordeur. Hij hoeft niet op de bel te drukken, want men heeft hen al aan zien komen. Van Galen doet de deur al open.

Woordenloos valt Simone de vader van Herman om de hals. Ze begrijpen ook zonder woorden wel van elkaar, wat ze willen uitdrukken. De anderen begroeten vader Van Galen met een stevige handdruk en een veelzeggende blik, waarna het gezelschap zich naar de kamer begeeft.

Er heerst een onwerkelijke situatie in de kamer. Mevrouw van Galen zit apatisch op de bank stil voor zich uit te staren. “Vrouw hier zijn Jan en Janske Luitjes met Simone”, zei Van Galen. Hermans moeder kijkt amper op. Net alsof de hele situatie haar niet aangaat, of niet raakt. Het lijkt wel, of ze niet meer van deze wereld is.

Een paar aanwezige buren, besluiten zich stilletjes terug te trekken. Met een: “We komen in de loop van de middag wel even weer langs”, poetsen ze door de achterdeur de plaat. Deze ‘confrontatie’ kan beter onder ‘eigen’ volk plaatsvinden, vinden ze. In een angstaanjagende stilte kijkt elk in gedachten voor zich uit. Het lijkt wel, of men elkaar wat aan het aftasten is. Niemand durft als eerste wat te zeggen. Letterlijk staat elk met de mond vol tanden.

Als Klazien van Galen ineens hard begint te huilen, vliegt Simone naar haar toe en omhelst haar. Gelukkig weet zij niets van de aversie, die Hermans moeder tegen haar voelt.

Urenlang heeft het echtpaar ’s nachts liggen praten, maar Geert heeft het idee, dat hij nauwelijks tot haar door gedrongen is. Ze knikte wat en begon om de haverklap weer te huilen.

Ze reageert nauwelijks op het zielsbedroefde meisje, dat naast haar op de bank schuift en een arm om haar heen legt. Het schijnt haar weinig of niet te raken.

Een bemoedigende blik van vader Van Galen stelt Simone wat gerust. Jan en Janske geven Klazien woordloos een hand, waarbij deze hen straal voorbij ziet. Van haar hoeft Simone niet veel steun te verwachten. Stilletjes gaat het echtpaar Luitjes maar zitten.

Laat me….. - 105 -

Page 106: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Wat zou het fijn geweest zijn, als twee paar armen het meisje eendrachtig probeerden te troosten en haar wat tot zich lieten komen. Helaas bood Hermans moeder het eveneens door gevoelens van verdriet verscheurde kind geen enkele suppoort. Het begrootte het echtpaar zo, dat zij met name, hun dochter bij dit ook voor haar zo grote verlies zo in de kou liet staan.

Vader Van Galen is niet gelukkig met deze situatie, maar weet niet goed, hoe hij deze barrière moet doorbreken. Heeft het urenlange gesprek van de vorige avond en nacht dan helemaal niet geholpen?

Hij schraapt zijn keel. Kijkt Simone aan en zegt met een kikker in de keel:”Simone meisje, het spijt ons zo verschrikkelijk, dat wij je zo slecht behandeld hebben. Wil je ons vergeven”.

Hij doet net, alsof hij voor hen beiden spreekt. “Wij gunden je om egoïstische gronden niet aan onze zoon. Je vader en ook dominee Wester hebben ons doen inzien, dat we totaal verkeerd bezig zijn geweest. Wij zagen wel, dat je het met ons doen en laten moeilijk had en hebben willens en wetens met name jou door onze houding laten voelen, dat we jou eigenlijk te min vonden.

T.o.v. jou dragen we een grote schuld. Hoe kunnen we dat ooit nog weer goedmaken? Als wij jou van harte geaccepteerd hadden en begrip hadden getoond voor jouw gebrek aan bijbelkennis, waar jij overigens part noch deel aan had, had onze zoon nu waarschijnlijk nog geleefd”.

Hij heeft tranen in zijn ogen en zijn stem klinkt omfloerst. Simone kijkt hem bij deze ‘schuldbekentenis’ met grote ogen aan. Ze weet niet, hoe ze het heeft. Al wat ze verwacht heeft, niet een openlijke schuldbekentenis.

Ook het echtbaar Luitjes weet niet, wat ze horen. Dit klinkt uit zijn mond heel wat anders, dan de uitlatingen van zijn vrouw gisteren. Dat kan de schrik zijn geweest, of zullen vooral de woorden van hun predikant hier debet aan zijn. Deze spijtbetuiging was wel het allerlaatste, dat ze verwacht hadden.

Ook mevrouw Van Galen kijkt hierbij, of ze haar laatste oortje versnoept heeft. Het meisje weet niet, wat ze moet zeggen en doet onwillekeurig misschien wel het enige goede. Ze geeft eerst hem, later ook haar een zoen. Waarop mevrouw Van Galen in huilen uitbarst.

De drie huilende vrouwen zijn moeilijk weer tot bedaren te krijgen en ook de beide mannen moeten heel wat wegslikken. Dominee Wester zit e.e.a. met verbazing en bewondering aan te zien. Deze ‘verzoening’ heeft hij alleen maar durven hopen.Het duurt dan ook nog wel een poosje, voordat het ‘echte’ gesprek op gang komt. Dominee Wester geeft daarbij de eerste aanzet. Hij zegt, blij te zijn, dat Simone samen met haar ouders de moed heeft gevonden, hier naartoe te komen. Allerlei

Laat me….. - 106 -

Page 107: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

tegenstrijdige gedachten spelen hierbij volgens hem door ieders hoofd. Eén ding mag nu wel duidelijk zijn, Hermans ouders geven van dit verschrikkelijke ongeluk niemand de schuld. Hij kijkt daarbij heel nadrukkelijk naar mevrouw Van Galen. Hij vertelt, dat ze wel ontzettend waren geschrokken en het gebeurde nog geen duidelijk plaatsje konden geven.

Vanmorgen was hij nog even langs geweest en het was hem toen al duidelijk geworden, dat het echtpaar Van Galen de slapeloze nacht had gebruikt, om met hun gevoelens een beetje in het reine te komen. Dit was niet gemakkelijk geweest, allerlei tegengestelde gevoelens hadden om voorrang gestreden.

Uiteindelijk hadden ze dit noodlot, dat over hen gekomen was, aanvaard. Ze moeten het mevrouw Van Galen echter maar niet kwalijk nemen, dat ze moeilijk kan accepteren, dat hun zoon Herman er nu niet meer is.

Blijkbaar wil moeder Van Galen, dit ongelukkige kind toch duidelijk maken, dat er van hun kant geen boosheid of sprake van schuld meer aanwezig is. Ze sluit ineens Simone in haar armen en geeft haar een dikke zoen. Niemand van de aanwezigen houdt het op dat moment meer droog.

Ook dominee is duidelijk aangedaan. Dit gebaar van Hermans moeder vindt hij groots en een blijk van aanvaarding. Warm knikt hij later dit zielig hoopje mens toe. De lucht lijkt hiermee een beetje geklaard en de sfeer wat opener.

Toch is het goed, dat de predikant bij dit eerste gesprek aanwezig is. Hij vertelt van de ochtenddienst, waarbij de gemeente om een voorbede voor deze gezinnen heeft gevraagd. Iedere betrokkene heeft hij aan de hemelse Vader opgedragen. Elk is ontzettend geschrokken en leeft enorm mee met de nabestaanden en velen hebben hem na de dienst aangesproken, met de vraag, of ze in welke vorm dan ook, iets voor deze mensen kunnen doen.

Hartverwarmend vindt Wester. De Van Galens kniken. Ze voelen dit, zeggen ze, als een warme deken, die hen omhult. De Luitjes kunnen zich hiervan geen echte voorstelling maken, maar het voelt blijkbaar goed.

Na de koffie of thee, die een van de buurvrouwen in de gauwigheid blijkbaar al heeft gezet, stelt meneer voor om gezamenlijk naar de aula “Musselborgh” te gaan, om daar naar Herman te gaan kijken. Ook zij zelf zijn hier blijkbaar nog niet geweest. Gezessen gaan ze die paar honderd meter op pad. Simone tussen de twee ‘moeders’ in, gevolgd door het drietal mannen.

Er wordt geen woord gesproken, tot ze bij de ingang van het gebouwtje komen. Dominee wil de sleutel bij de beheerder gaan halen, maar die biedt aan even met hen mee te gaan. Ons kent ons, moet je maar rekenen.

Laat me….. - 107 -

Page 108: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Binnen in de hal is het net zo koud, als in hun binnenste. Bijna onhoorbaar en in doodse stilte volgen ze de beheerder naar de opbaarruimte. In de opbaarruimte zelf houdt hij het gezelschap even staande en waarschuwt hen voor de aanblik. Tijdens het ongeval is ook het gezicht van Herman behoorlijk beschadigd, zodat ze niet moeten schrikken. Men heeft zijn uiterste best gedaan hem zo toonbaar mogelijk te maken, maar dat is vanwege zijn verwondingen niet helemaal gelukt.

Misschien moeten ze de kist later in de week maar sluiten. Wanneer ze nog een recente foto van hem hebbden, kunnen ze die misschien beter tijdens de uitvaart in de kerk op de kist plaatsen. Hij hoort nog wel wat ze besluiten, zegt hij, voordat hij ze alleen laat. Bijna plechtig trek hij een gordijn opzij, blikt in de kist en wenkt hen dichterbij.

In doodse stilte lopen ze naar voren. De vrouwen barsten in een enorme huilbui uit en grijpen verschrikt naar de mond. Ook de mannen werpen als versteend een eerste blik op dit zo geschonden dierbare stoffelijk overblijfsel. Woorden schieten te kort. Massa’s tranen worden vergoten, voordat de een na de ander zich hervindt.

De een na de ander kucht, als zit hem of haar iets dwars in de keel. Weer is het de dominee, die ze duidelijk probeert te maken, dat hier alleen zijn verpakking, of zo men wil zijn reiskleed is achtergebleven, maar dat zijn geest al lang is opgevaren naar het Vaderhuis, waar zijn Vader alvast een woning voor hem gereserveerd heeft.

Minutenlang kijken ze roerloos op dit lichaam neer. De medewerkers van de begrafenisvereniging hebben eersteklas werk geleverd en eer van hun werk. Afgezien van diverse verwondingen in het gezicht, ligt hij er ‘mooi’ bij. Hij draagt zijn nieuwste pak, dat hij alleen op zondag droeg, als hij naar de kerk gaat. De ‘vadermoordenaar’ was altijd het eerste, dat hij bij thuiskomst weer afdeed. Hij hield niet van dit knellende kledingsstuk.

Na een aantal minuten dringt Wester de treurenden met zachte hand naar de hal, waarna hij plechtstatig het gordijn weer sluit. Herman alleen achterlatend.

Na de sleutel weer te hebben ingeleverd, zijn ze weer naar zijn ouderlijk huis teruggekeerd. Hier komt zo langzamerhand het gesprek op gang. Diverse zaken moeten nog worden doorgesproken. Ook de advertentieteksten van het gezin Luitjes en Simone zelf komen op tafel en kunnen de goedkeuring van Klazien en Geert wegdragen.

Ook zij moeten zich nog buigen over de rouwadvertentie, al zal die waarschijnlijk gelijk zijn aan de tekst op de rouwkaart. De uitvaartleider zal morgen, zodra alle gegevens bekend zijn, langs komen om e.e.a. te regelen. Ook het voorstel van de beheerder,

Laat me….. - 108 -

Page 109: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

om de kist gesloten te houden, valt in goede aarde en er wordt dan ook besloten, dat een foto van Herman hem meer recht zal doen, dan zoals hij in de kist ligt.

Simone heeft nog een mooie foto van Herman, die van hem gemaakt is tijdens hun vakantie in Griekenland. Zij wil die wel laten vergroten en zal zorgen voor een lijstje, als vader en moeder Van Galen daar tenminste mee akkoord gaan.

Zo langzamerhand wordt het volgens de fam. Luitjes tijd om op te stappen. Met een heel wat beter gevoel wordt er afscheid genomen. Uitdrukkelijk worden ze allemaal uitgenodigd voor de kerkdienst en de aansluitende begrafenis.

Ze hadden graag, zei vader Geert, dat ze allen mee vooraan in de rouwstoet zouden meelopen. Per slot van rekening waren ze bijna familie geweest. Gelukkig bracht hij niet de al eerder verbroken relatie ter sprake. Het leek ook de anderen beter, daar op dit moment niet aan te refereren. Wanneer ze er behoefte aan hadden nog eens langs te komen, waren ze van harte welkom.

Opgelucht en kilo’s lichter stappen de Luitjes weer in de auto om naar huis te rijden. Dit bezoek heeft hun dochter, zien de bezorgde ouders, zichtbaar goed gedaan. Ze zijn blij, dat ze deze stap nu al heeft gezet. Het zal haar verwerking op de duur een stuk gemakkelijker maken.

Thuis wil Simone graag even naar haar kamer. Waarschijnlijk om daar op haar manier, tussen alle blijvende herinneringen aan haar dierbare vriend in alle stilte echt afscheid van Herman te nemen en alvast de bewuste foto op te zoeken.

In de huiskamer hebben de Luitjes in aanwezigheid van hun zonen Klaas en Rieks nog wat nagepraat. Vader Luitjes belde met zijn moeder, die vanzelfsprekend graag op de hoogte wilde blijven van wat men in huize Van Galen hadden aangetroffen. Hij vond, dat zijn ouders recht hadden op een uitgebreid verslag, vooral na haar geweldige steun voor Simone. Ze vroegen nog naar het adres, vermoedelijk wilden opa en oma de Van Galens een condoleantiekaart of brief sturen.

Het is al bijna etenstijd, voordat Simone weer naar beneden komt. Haar roodbehuild gezichtje verraadt de strijd, die het jonge meisje daar gestreden moet hebben. ’s Avonds zit het hele gezin, zonder radio en tv in stilte bij elkaar. Af en toe wordt er zachtjes wat gesproken, maar tegen tienen besluit men al onder de ‘manufacturen’ te gaan. Het is me het weekend wel geweest. Zo komt er een eind aan een zeer bewogen enerverend weekend.

Gelukkig hoeft Simone morgen niet naar de kapsalon. In overleg met mevr. Westra is besloten, dat zij in ieder geval deze week nog thuis zou blijven. Wanneer ze er toe in staat is, mag ze wat haar betreft wel dinsdag over een week weer beginnen. Ze wenst, mede namens haar man, de familie en in het bijzonder Simone alle sterkte van de wereld toe.

Laat me….. - 109 -

Page 110: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ze hoort of leest wel, wanneer de begrafenis zal zijn. Aan de vraag van mevrouw te horen, zullen ze er niet raar van opkijken, als zij ook naar de begrafenis zal komen.

Lida een van haar vriendinnen uit de kapsalon heeft een gedichtje ( over-) geschreven, dat ze Simone toestuurt.

Ik staar omhoog en denk aan jou,in het zwarte van de nacht.Ik stel me voor, dat jij daar benten gewoon tegen me lacht.

Ik zie je niet, ik hoor je niet,maar doordat ik je zo mis,Ben ik er van doordrongen,dat daarboven mij “iets” is.

Simone moet na lezing heel hard huilen, maar begrijpt wat haar vriendin haar hiermee wil zeggen. Op deze manier betuigt ze haar medeleven en geeft ze te kennen, hoe erg ze met haar meeleeft. Het doet haar ongelofelijk goed en het gedichtje krijgt dan ook een ereplaatsje naast de foto van Herman op haar kamer. Ook de verschillende rouwadvertenties, die ongetwijfeld nog in diverse kranten geplaatst zullen worden, wil ze bewaren.

Zij zal zijn naam nooit voorgoed uit haar leven kunnen bannen. Wat er verder ook in en met haar leven zal gebeuren, nooit zal ze haar eerste liefde vergeten.

De namen van de andere personeelsleden en meneer en mevrouw zelf, op een bijgevoegde kaart, maken haar meer dan duidelijk, hoe ze daar met haar meeleven. Ook zij hebben een dierbare vriend verloren. In haar verdriet staat ze niet alleen. Ze begrijpt niet, waar ze alle reeds vergoten tranen vandaan haalt. Je zal toch denken, dat de bron eenmaal opgedroogd moet zijn.

Wat heeft ze vandaag veel gehoord, om te overdenken. Oma, die lieverd, die zo haar best heeft gedaan, om haar wat meer inzicht te geven in het mysterie van het bestaan. Wat heeft ze een heleboel prengende vragen mooi op een rijtje gezet. In elk geval is haar duidelijk geworden, dat iedereen, op zijn of haar tijd, wel eens worstelt met de belangrijkste vragen van het leven.

Laat me….. - 110 -

Page 111: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

9. Zijn laatste reis

Diezelfde week is het donderdagsmorgens een drukte van belang in de Havenstraat. De familie wil wat vroeger eten,- of ze iets door de keel kunnen krijgen, valt nog te bezien -, voordat ze zich klaar maken voor de begrafenis van hun aller vriend Herman van Galen.

Ook de naaste buren hebben te kennen gegeven, dat ze Herman op zijn laatste reis graag willen begeleiden om hem zodoende de laatste eer te bewijzen. Dit is toch wel het minste, dat men als buren van hun zo getroffen buurmeisje kan doen, vinden ze.

Dit meeleven, nu en in de afgelopen dagen, heeft de familie heel goed gedaan. Een vorm van burenhulp, in Hermans kringen zal men zeggen: naastenliefde, al is het resultaat vaak hetzelfde, dat op Simone diepe indruk maakt. Een bewijs, dat ze deze knaap behoorlijk hoog hebben zitten. De kennissenkring van Simone heeft ook gezegd, zoveel mogelijk daarvoor vrij te willen nemen.

Het lijkt wel of de hele Ter- Apeler gemeenschap speciaal Simone een riem onder het hart willen steken. Vader en moeder Luitjes zijn er dan ook erg blij om. Niet meegaan uit ‘sensatie’ om te zien, hoe elk zich houdt, maar puur uit mede-leven.

Met zijn allen willen ze niet te laat vertrekken, om van tevoren, zoals telefonisch is afgesproken zich bij de familie Van Galen te voegen, om eendrachtig naar de kerk te gaan. De ouders van Herman hebben er nog speciaal voor opgebeld. Ze willen Herman graag samen herdenken en wegbrengen. Opa en oma Luitjes hadden ook graag mee willen gaan, maar dat was hen door hun zoon ten zeerste ontraden.

Hij is bang, dat de oudjes dit allemaal emotioneel niet aan zullen kunnen. Ze zijn ook niet meer de jongsten en sukkelen beiden met hun gezondheid. Met veel moeite bezoeken ze ’s zondags de kapel van het Klooster, opgehaald door een wisselende ploeg van chauffeurs. Sinds de fusie tussen de ‘ gewone’ Gereformeerde- Lutherse en Hervormde Kerk Protestantse Kerk Nederland geheten.

Jammer genoeg menen een aantal plaatselijke gemeenten in Nederland af te moeten haken. Niet altijd op even duidelijke gronden, wat het proces van kerkelijke eenwording niet bepaald ten goede komt. Op een nieuwe scheuring, of tweedeling in de protestantse kerk zit men in deze tijd van secularisatie nou niet bepaald te wachten.

Dat er een heleboel verschillende wegen naar Rome leiden, is algemeen bekend, maar dat er honderden verschillende routes moeten leiden naar een en hetzelfde doel, is onbegrijpelijk en

Laat me….. - 111 -

Page 112: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

nooit te rechtvaardigen. In de praktijk is het nog maar de vraag, of er van dat ‘samen onderweg’ zijn nog wel wat terecht zal komen.

Afgelopen zondag zijn ze na het telefoontje van Jan thuisgebleven, om te proberen het lamgeslagen kind weer wat levensmoed te geven. In de toekomst zal het nog moeilijk worden,- daarvan zijn beiden zich goed bewust - , om niet naar de ‘onheils’ boom te kijken, waar de vriend van hun kleindochter zijn einde heeft gevonden.

Jan heeft woensdagsmorgens van Geert gehoord, dat ze zo’n fijne brief van zijn ouders hebben gekregen. Ze waren er erg blij mee. Het kan bijna niet anders, of oma heeft dit zwaar bezochte echtpaar willen bemoedigen. Dat is zijn moeder wel toevertrouwd.

Vanavond, of anders in elk geval morgen, heeft hij de oudjes beloofd, zal hijzelf, of iemand anders langskomen, om hen uitgebreid bij te praten. Door hun bemoeienis met Simone was dit ook niet meer dan normaal. Zijn ouders hebben zich hier, zonder verder aandringen, gelukkig bij neergelegd. Zij begrijpen waarschijnlijk zelf ook wel, dat deze beladen dienst voor hen te zwaar zal worden.

De auto is met zijn vijven goed afgeladen en wordt nagekeken door de buren, die zo zullen volgen en rechtstreeks naar de kerk zullen gaan. Bij de kerk stappen Rieks en Klaas alvast uit, om zich bij de aankomende buren te voegen. Jan rijdt door naar het huis van Hermans ouders.

In de Floralaan staat men al klaar. Na een hartelijke begroeting, waarbij handen worden geschud, zoenen uitgewisseld en traantjes worden geplengd, zoekt ieder zich een plekje. Zachtjes wordt er af en toe een woord gewisseld.

De ouders van Herman gedragen zich onnatuurlijk rustig. Hebben schijnbaar, hoe onbegrijpelijk ook, een grote steun aan hun geloof. Je zou daar bijna jaloers op worden. Of zullen ze iets uit het doosje van hun huisarts hebben gekregen.

Na een half uurtje wordt het voor hen tijd om naar de Gereformeerde Kerk ‘de Drieklank” te gaan. In de consistorie zullen ze door de dominee en de bijna voltallige kerkeraadsleden worden opgewacht. Velen hebben deze middag het werk neergelegd.

Ook veel gemeenteleden geven ‘acte de presence’. Uiteindelijk betreft het hier de zoon van een gewaardeerd lid van het kerkbestuur. Aangezien men gisteren de kist al heeft gesloten, is er besloten niet vooraf in een kleine kring nog speciaal afscheid te gaan nemen.

Via een zijingang komen ze de kerk binnen, waar het orgel zachtjes speelt. Iedereen wordt opgeroepen te gaan staan, waarna de Van Galens en de Luitjes, op aanwijzing van de

Laat me….. - 112 -

Page 113: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

predikant, vooraan in de kerk hun plaatsen innemen. Simone, als bijna vanzelfsprekend, tussen de beide moeders in. De vaders aan weerskanten van het drietal.

De andere naaste familieleden, waaronder de beide andere kinderen Luitjes krijgen een plaatsje achter hen. Naast enkele ooms en tantes van Herman. De neven en nichten van Herman en Simone hebben tussen de andere bezoekers plaatsgenomen.

Met zijn vijven kijken ze uit op de kist, waarop een grote foto van Herman is neergezet. De vergroting herinnert Simone aan hun laatste vakantie op het eiland Kreta. De foto is genomen in de haven van Agios Nikolaos. Vlak voor hun vertrek naar het leprozeneiland Spinalonga.

Herman staat daar op de kade en tuurt naar een binnenkomend passagiersboot. Simone heeft hem daar zien staan en dit beeld van hem aan de vergetelheid ontrukt. Bij het zien van die bekende foto komen de wereld herinneringen boven, wat haar naar haar zakdoek doet grijpen.

Voor en aan weerskanten van de baar liggen talrijke bloemstukken, waaronder een aantal kransen en boeketten. Een blijk van medeleven en waardering voor iemand, die ze erg hoog hebben zitten, of hen nauw aan het hart ligt. Bij deze aanblik kan het niet uitblijven, dat het drietal vrouwen de tranen niet binnen kunnen houden.

Ook de andere familie, vrienden en bekenden krijgen het even te zwaar. Het lijkt ook zo oneerlijk als iemand zo jong nog wordt Thuisgehaald. Gods wegen zijn voor de mens vaak ondoorgrondelijk. De kerk zit bijna vol. Herman was en in Musselkanaal en in Ter Apel en Emmen blijkbaar een gewaardeerd persoon.

Veel collega’s van Herman zijn gekomen om hem de laatste eer te bewijzen. Men heeft de groothandel voor deze middag bezwaarlijk helemaal kunnen sluiten. Toch benutten velen de mogelijkheid om persoonlijk afscheid van hun collega en vriend te nemen. Degenen, die de zaak draaiende moeten houden, zijn gisteravond in de aula geweest, om o.a. het condoleantieregister te tekenen.

Zelfs blijkt later, dat de hele kapsalon deze middag wegens omstandigheden is gesloten. Een groots gebaar en een behoorlijk steuntje in de rug van hun collegaatje. Veel dorpsgenoten van de overledene en de buren van de Havenstraat geven door hun aanwezigheid al aan, hoe ze met de getroffen families meeleven.

Veel gemeenteleden, zijn gekomen om hun broeder en zuster te steunen bij hun zo moeilijke laatste gang. Een paar klanten uit de groentewinkel, inclusief het part- time personeel is op de uitnodiging af gekomen. Na later uit de condoleantieregisters blijkt, zijn zelfs enkele trouwe klanten, die graag door Simone worden geholpen in de kerk aanwezig

Laat me….. - 113 -

Page 114: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

geweest. Het gemis wordt er niet minder door, maar te weten, dat zoveel mensen de overledene en de nabestaanden een warm hart toedragen, doet toch weldadig aan.

Elk heeft bij binnenkomst een liturgie in handen gedrukt gekregen. Bij de direct betrokkenen ligt er een exemplaar op hun stoel. Veel zal er door hen wel niet worden gezongen. Hooguit zal men de teksten mee kunnen lezen.

Of dominee speciaal voor de fam. Luitjes alles zo uitvoerig heeft laten afdrukken? In elk geval kan iedereen het gelezene en gezongene heel goed volgen. In zijn schriftlezingen geeft Ds. Wester duidelijk aan, waarover hij wil gaan nadenken en waar hij tijdens zijn meditatie verder op in zal gaan.

Joh. 11: 25 en 26Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven. En eenieder die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven.

2 Kor. 5: 1Want wij weten, dat indien de aardse tent, waarin wij wonen wordt afgebroken, wij eengebouw van God hebben in de hemelen,niet met handen gemaakt, een eeuwig huis.

Romeinen 8: 18 Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt, tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.

Voor de lezing laat hij zingen: Gez. 290: 1 en 2

Er is een land van louter licht,waar heilgen heersers zijn.Nooit gaat de gouden dag daar dichtin duisternis of pijn.

Daar is het altijd lentetijd,in bloei staat elke plant.Alleen de smalle doodszee scheidtons van dat zalig land.

en erna :

Gez. 392: 4 Ik vrees geen kwaad,want bij mij is de Heer.Tranen en leed zijn nu niet bitter meer.

Laat me….. - 114 -

Page 115: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Waar is uw prikkel, dood wat dreigt ge mij?Ik triomfeer, mij is de Heer nabij.

Voordat ds. Wester met zijn meditatie begint, knikt hij naar de dirigent van het jeugdkoor,- waar Herman enkele jaren lid van is geweest, dat op zijn aanwijzing zich schuin t.o.v. de kist opstelt.

Heel gevoelig brengen zij het lied: Abba Vader ten gehore, een lied, dat op een bijzondere wijze het verbond tussen de Vader en Zijn kind belicht. Mede door het orgelspel, maakt deze performance diepe indruk op de genodigden.

Geen dominee heeft hier veel aan toe te voegen. De inhoud van de tekst spreekt een duidelijke, begrijpelijke taal. Dominee wacht, tot elk koorlid weer plaats heeft ingenomen. De aanwezigen krijgen hierdoor de mogelijkheid het gezongene goed op zich te laten indringen.

Als uitgangspunt voor zijn overdenking gebruikt de predikant: Psalm 121: 1 en 2, waar geschreven staat:

Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de Heere, die hemel en aarde gemaakt heeft.

waarbij hij Herman, als persoon en als gelovig mens haarscherp neerzet. Zijn worsteling met het geloof. Evenals Jacob indertijd bij Pniël, probeerde hij te ‘overleven’. Hij vertelt over Hermans ups en downs, zijn vragen, maar ook zijn onhebbelijkheden.

Zijn eigen keuze om iets anders te kiezen, dan in de voetsporen van zijn vader te treden en hem in de zaak op te volgen. Hoe moeilijk dit besluit hem is gevallen. Tegenover hem heeft hij wel eens verteld, dit bijna als een soort verraad t.o.v. zijn liefhebbende ouders te beschouwen. Zij sloven zich zo voor hem uit, terwijl hij ze voor zijn gevoel in de steek laat.

Dominee probeert zo een duidelijk, eerlijk beeld van Herman te creëren, waarbij hij hem zeker niet spaart, zonder hem ook maar iets tekort te doen. Hij wist aan wie hij zich vertrouwde en wist, dat de Heer hem bij zijn naam heeft geroepen. Zijn naam in zijn handpalm heeft gegrift.

Het leven beschouwde Herman als een tijdelijke begrenzing, die bij zijn overlijden weer ongedaan wordt gemaakt. Dat hij t.o.v. zijn medemens zich af en toe schuldig voelt, omdat hij niet in alle opzichten aan het verwachte patroon kan voldoen.

Binnenvetter als hij is, kan hij slecht overweg met zijn diepste gevoelens, waardoor hij soms slecht begrepen wordt. Zijn

Laat me….. - 115 -

Page 116: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

liefde voor Simone was, hoe introvert hij ook was, voor de betrokkenen een open boek.

Zijn liefde voor zijn ouders en voor Simone memoreert hij. Zijn verslagenheid als blijkt, dat zij nog niet helemaal klaar is voor een definitieve toekomst samen. Het geloof heeft als een struikelblok tussen hen in gestaan.

Een kloof, waar beiden het zo moeilijk mee hadden. Hij heeft niet geweten, hoe hij daar t.o.v. Simone mee om moet gaan. Wilde persé de kool en de geit sparen. Dat hij door zijn wankelmoedige houding deze stap van zijn geliefde zelf over zich heen heeft geroepen, is helaas niet tot hem doorgedrongen.

Veel is hem deze week in een zeer openhartig gesprek, die hij met zijn ouders en niet te vergeten, Simone heeft gevoerd, duidelijk geworden. Hij betreurt het ten zeerste, dat ze samen niet bij hem zijn gekomen, maar daar lag deze kwestie blijkbaar nog veel te gevoelig voor.

Vooral Herman heeft dergelijke gesprekken vaak weggewoven en op de lange baan geschoven. “Het komt wel goed!”, placht hij op hints van zijn verloofde te zeggen. Niet begrijpend, dat al die vragen, waar zij mee worstelde uit zouden groeien tot een onoverzienbare berg.

Ook de rol van de ouders van Herman, vergeet hij, op uitdrukkelijk verzoek van het echtpaar zelf, niet. Hiermee willen ze de ‘goegemeente’ duidelijk maken, dat ook zij een kwalijke rol in dit proces hebben gespeeld. Ze worden dan ook beslist niet gespaard. Weten hoe het moet, impliceert nog niet, dat er in de dagelijkse praktijk altijd naar geleefd wordt. Niets is de mensen immers vreemd. Ook al gelooft men voor de volle honderd procent, is dat geen garantie voor een vlekkeloos leven.

De Luitjes kunnen dit gebaar waarderen en vinden het groots, om hun feilen ten overstaan van zoveel ‘plein publiek’ zo kenbaar te maken. Ze groeien in hun ogen dan ook met grote stappen. Niet alles met de mantel der liefde bedekken, maar openlijk man en paard noemen. ‘Chapeau’!

Herman kon, of wilde daar eigenlijk het liefste niet over praten, zei ds. Wester, terwijl Simone naar uitleg en begrip snakte. Introvert als hij was, wilde hij schijnbaar alles zelf uitdenken en uitvechten, maar vergat daarbij, dat de Schepper de eerste mens Adam, op diens eigen verzoek, niet voor niets een helper, steun en toeverlaat had gegeven.

Simone heeft ontzettend veel behoefte aan geestelijke steun gehad, die ze met name van haar dierbare vriend moest ontberen. Geestelijk hebben nota bene juist zij, zich Christelijk noemende mensen, haar in een ijzige kou laten staan. Zij kon in zijn ogen dan ook niet anders handelen, dan dat ze gedaan had.

Dat ze daarbij niet over ijs van een nacht is gegaan, bewijzen haar talloze gesprekken, die ze daarover met haar

Laat me….. - 116 -

Page 117: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

ouders en vele anderen heeft gevoerd. Jammer genoeg gaf diegene, die haar juist het beste had kunnen begeleiden in deze kwestie, in haar ogen niet thuis.

Door hem voelde zij zich dermate in de steek gelaten, met het resultaat, dat zij de relatie, waarin ze desalniettemin op zich zo gelukkig was, moest ontbinden. Juist omdat ze zoveel van hem hield. Zij zette deze stap uit altruïstische, zelfopofferdende liefde.

Herman heeft jammer genoeg niet begrepen, dat zij dit moest doen, juist omdat ze zo vreselijk veel van hem hield. Ze deed het puur uit liefde voor hem. Helaas heeft hij nooit begrepen, of willen zien, waar bij zijn vriendin de schoen wrong, terwijl er toch tientallen noodsignalen zijn richting werden uitgezonden.

Misschien dat ze elkaar, na verloop van tijd, toch nog hadden gevonden. Ware liefde verloochent zich immers nooit. Voorlopig zag ze echter geen andere uitweg meer. Ze had nooit kunnen denken, dat het Herman zo zou aanpakken, dat hij totaal niet meer wist, wat hij met de situatie aan moest en doelloos was weggereden.

Niemand, ook hij zelf niet, had kunnen bevroeden, dat dit vertrek zo verschrikkelijk en definitief zou eindigen. Door verdriet overmand was dit Herman noodlottig geworden. Geen mens had kunnen bedenken, dat het verbreken van een relatie tot zulke rampzalige gevolgen zou kunnen leiden. Eén moment van onbedachtzaamheid kan de mensenwereld ineens finaal op de kop zetten.

De beide moeders hadden bij deze woorden van de voorganger de grootste moeite om het schokkende, hartstochtelijk huilende meisje tot bedaren te krijgen.

Geen mens had deze afloop kunnen voorzien, ging hij verder. Geen mens mag men dan ook de schuld geven, van wat Herman is overkomen. Een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden. De mens wikt, maar de Heer beschikt.

Voorbij de grens van dood en pijndaar, waar geen verdriet meer zal zijn;daar zal hij zeker zijn bekendom wie hij was, om die je bent. Niemand weet immers, wat de bedoeling van God met ons

is. Hij heeft Herman op Zijn tijd en Zijn wijze thuis gehaald. Hij mag daar wonen in het Huis, dat de Heer voor hem had bereid, samen met al die ontelbaren, die hem zijn voorgegaan. Hij mag daar, in navolging van de Here Jezus, zingen en juichen ter ere voor Zijn troon.

Dominee beklemtoonde, dat de Heer ons niet het antwoord op al onze prengende vragen geeft, maar ons wel uitzicht schenkt

Laat me….. - 117 -

Page 118: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

op Zijn eeuwigheid. Wij willen graag alles weten, beredeneren, doorgonden, maar Hij verlangt van ons niets meer of minder dan een kinderlijk geloof. Een kind vertrouwt de ouders blindelings.

Wij mensen, poneerde Wester, leveren het liefst bij Hem een wensenlijstje in en beloven na inwilliging dan een heleboel onhebbelijkheden en gedragingen te zullen wijzigen. Onze levensstijl dan volledig van Hem te laten afhangen. We vinden het raar, wanneer de Heer dan niet meteen op ons verzoek reageert.

Eigenlijk zullen we eerst ons gedrag moeten aanpassen, voordat we de euvele moed durven opbrengen met eventuele vragen op het ‘hoogste adres’ aan te komen. Hij spreekt tot ons op Zijn manier en soms is dat anders dan wij denken, of verwachten.

Al het kwade, dat er in de ogenschijnlijk alleen maar verdorven wereld heerst, kan hij ten goede keren. Een groot voetballer zou op zijn onnavolgbare wijze zeggen: “Alle nadeel heb zijn voordeel!”

Hij memoreert aan het eind van zijn overdenking het lied van Rita Hovink, “Laat me alleen”, waarin ze alle geboden hulp resoluut aan de kant schuift, omdat ze denkt, dat immense verdriet wel in haar ‘uppie’ te boven te kunnen komen.

Dat lied heeft Herman, als was het zijn lijflied, samen met Simone te pas en te onpas in de auto gezongen. Toch vindt hij deze jammerklacht wel heel eenzijdig. En wel heel erg pessimistisch.

Juist d.m.v. de gekozen schriftlezingen en liederen heeft hij vandaag geprobeerd deze woorden een andere wending te geven. Er is wel degelijk iemand, die troosten en helpen kan, als men Hem maar als de liefhebbende Schepper, Vader en Trooster wil aannemen. Hij gaf immers Zijn Eniggeboren Zoon, als een levend bewijs, dat het ook anders en beter kan. HIJ verlengt de troosteloze woorden: “Laat me alleen..” naar: “Laat me niet alleen…!” Dominee had er zelfs een paar dichtregels aan gewijd. Voor Herman, maar ook voor alle achterblijvers, die zonder hem verder moeten met hun leven.

Laat hem niet alleen,ga niet van hem heen.Heer sluit hem in Uw Vaderarmen. Neem hem op in Uw erbarmen.

En met een kleine variant hierop, bedoelt voor alle aanwezigen en in het bijzonder voor de direct betrokkenen.

Laat ze niet alleen, ga niet van hen heen.Volg hen op hun levenspad.

Laat me….. - 118 -

Page 119: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Laat ze niet, nee nooit alleen!

Hij beëindigt zijn toespraak met de woorden, waarvan hij hoopt, dat iedereen, die in het vervolg volmodig zal kunnen beämen.

Laat me niet alleen,ga niet van me heen.U bent, waar ik steeds van hou‘k Blijf U heel mijn leven trouw.Laat me niet, nee nooit alleen!

Hij stelt voor, gezamenlijk gezang 390: 3 te zingen:

Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe, al wisselen ook dag en nacht. Ik ken de rots waarop ik bouwe: hij feilt niet, die uw heil verwacht.

Eens aan de avond van mijn levenBreng ik, van zorg en strijden moe,Voor elke dag, mij hier gegeven,U hoger, reiner loflied toe.

Tijdens het slotgebed, kan je een speld horen vallen. Doodstil is het in de kerk. Pas na het ‘Amen’ durft men weer wat te kuchen, of zich te verzetten. Na dit indringend gebed laat de pastor als slotlied Psalm 68: 10 in de oude berijming zingen, waarin duidelijk naar voren komt, waar de mens het in tijden van nood moet gaan zoeken. Hij, die altijd zo goed voor ons is, zullen we voor altijd moeten eren en prijzen.

Geloofd zij God met diepst ontzag!Hij overlaadt ons dag aan dagmet zijn gunstbewijzen.Die God is onze zaligheid;wie zou de hoogste Majesteitdan niet met eerbied prijzen!

Die God is ons een God van heil,Hij schenkt uit goedheid zonder peilons ’t eeuwig, zalig levenHij kan en wil en zal in nood,zelfs bij het naad’ren van de dood,volkomen uitkomst geven.

Laat me….. - 119 -

Page 120: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Het is al met al een indrukwekkende, aangrijpende dienst geworden, die de meeste aanwezigen niet onberoerd laat. Velen hebben behoorlijk wat stof tot nadenken gekregen. Doodstil is het in de kerk, als de dragers de kist de kerk uitdragen. Na enige tijd worden ze gevolgd door de predikant en het vijftal. Voorop de drie vrouwen, erachter de beide mannen. Een duidelijker bewijs van verzoening en toonbeeld van gezamenlijk verdriet is er niet. De hele dienst zal ongetwijfeld nog vele tongen in beroering brengen.

Daarna volgen de familieleden, vrienden en bekenden. Een enorm lange stoet volgt van de kerk, naar het kerkhof. Het duurt op de begraafplaats dan ook geruime tijd, voordat elk zich om de groeve heeft geschaard. Alleen de dominee heeft het laatste woord.

Na een kort woord gaat hij voor in gebed, welk gezamenlijk met het ‘Onze Vader’ besloten wordt. Tot slot bedankt de uitvaartleider alle aanwezigen en verzoekt hen in dezelfde volgorde de begraafplaats weer te verlaten. Ze worden uitgenodigd voor een kop koffie in de “Harmonie” achter de kerk, waar ze bij vertrek de familie kunnen condoleren.

Het condoleren en het sterkte wensen van de nabestaanden, is het laatste moeilijke deel van de dag. Elk slaat zich er op een eigen manier doorheen. Niemand van hen heeft verwacht, zoveel handen te moeten schudden.

Nooit hebben ze geweten, hoe gezien Herman in de diverse gemeenschappen is geweest. Hoeveel hij in zijn veel te jonge leventje voor anderen heeft betekend. Hartsverscheurend, maar tegelijk ook hartsverwarmend. Wat een hand, een zoen, of een gebaar bij zo’n gelegenheid al niet kan doen.

Aangrijpend is de steun, die de collega’s van Simone aan hun vriendin betuigen. Naast de ouders wenst ook iedereen haar enorm veel sterkte bij het zo smartelijke verdriet. Na de preek, is er niemand, die haar blijkbaar ook maar het geringste meer kwalijk neemt.

Ook de ‘belijdenis’ van de zielsbedroefde ouders heeft de harten van de aanwezigen niet onberoerd gelaten. Intriest, maar desondanks een goede dienst. Maar eindelijk komt er toch een eind aan deze plechtigheid, waarna ze als klein groepje nog wat napraten in huize Van Galen.

Pas laat in de middag nemen ook de Luitjes afscheid, waarbij Simone moet beloven, nog eens langs te komen. Dit belooft ze grif. Deze zo diep getroffen ouders, dragen hun smart met grote, bewonderenswaardige waardigheid en moed.

Laat me….. - 120 -

Page 121: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Laat me….. - 121 -

Page 122: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

10. Napraat

De hele plechtigheid heeft ook op het gezin Luitjes diepe indruk gemaakt. Waarschijnlijk veel meer, dan op Klazien en Geert, waar dit soort praat gesneden koek moet zijn, al zullen die ook best diep geraakt zijn, door de woorden van hun pastor.

Vooral Simone is er een stuk rustiger door geworden. Alleen dat alleen al is erg geruststellend. De pilletjes, die de dokter voor haar achtergelaten heeft, zijn na haar eerste bezoek aan haar ‘gewezen’ schoonouders in het doosje gebleven.

Daar zal de ontvangst door zijn ouders wel debet aan zijn. Al hadden Jan en Janske, dit na hun eerste bezoek, niet durven verwachten. Klazien was toen nog zo fel geweest, had hun dochter zelfs nog beschuldigd. Gelukkig heeft alles zich nog ten goede gekeerd.

In hoeverre ook dit op conto van Ds. Wester geschreven kan worden, weten ze niet. Desondanks is deze man mijlenver in hun achting gestegen. Als alle voorgangers zo waren, liepen de kerken vast en zeker niet zo leeg. Deze dienstknecht van de Heer vat zijn taak tenminste naar behoren op.

Simone neemt zich voor, de dominee te gelegenertijd nog eens voor zijn goede woorden te gaan bedanken. Hij heeft haar en denkt ze ook aan de rest van het gezin veel stof tot nadenken en bezinning mee gegeven. Ze kunnen hier allemaal hun voordeel mee doen.

In menig huiskamer zal deze dienst nog wel besproken worden. Niet dat de predikant er een soort eenheidsworst van heeft gemaakt, waar iedereen zich in kan vinden. Nee, hij was behoorlijk diep door de stof gegaan en had ook de vinger op enkele zere plekken durven te leggen. Geen ‘mooiprater’, maar een ‘wegwijzer’ voor de reis naar de ‘eeuwigheid’.

Wat heeft ze afgelopen dinsdagavond niet een fijn gesprek met die Herder en leraar gehad. Met lood in de schoenen is ze daar met de bus naartoe gereden. Nog ongewis wat ze daar zal aantreffen. Ze heeft de dominee in de kerk wel vaker gezien en tijdens haar laatste moeilijke gang naar huize Van Galen heeft hij haar tot en met gesteund. Ze is benieuwd hoe hij op haar vragen en problemen zal reageren. Met trillende knieën en twee kikkers in haar keel heeft ze aangebeld.

Mevrouw had opengedaan en haar meteen vriendelijk naar binnen genodigd. Haar man zat nog op zijn kamer, ze zou hem zo wel even roepen. Het had haar waarschijnlijk beter geleken haar van te voren wat te kalmeren.

Overstuur en verslagen als ze was, door alles wat haar was overkomen, zag ze er natuurlijk uit als een bloem, die in de knop reeds geknakt was.

Laat me….. - 122 -

Page 123: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Als in een roes heeft ze het ongeluk en wat er aan voorafging beleefd. De werkelijke draagwijdte dringt nog niet helemaal tot haar door. Daarvoor wordt ze gekweld door een schuldbewustzijn, die haar boven het hoofd dreigt te groeien. Hoe haar ouders, broers en grootouders ook op haar inpraten, ze kan er maar niet mee in het reine komen. Hoe goed het luisteren naar haar oma in het bijzonder en haar opa ook is geweest.

Dit bezoek aan iemand, die er in haar ogen voor doorgeleerd en voor ‘beroepen’ is, is dan ook niet meer en niet minder dan een ultieme poging uit die vicieuze cirkel te raken. Haar ouders hebben haar voornemen, ds. Wester om hulp te vragen, dan ook van harte toegejuicht. Vader heeft voor haar zelfs deze afspraak gemaakt. Nu maar hopen, dat dominee haar wegwijs zal kunnen maken in deze wirwar van gevoelens en gedachten, die haar maar niet los willen laten. Zal hij kunnen oogsten wat oma reeds bij haar heeft gezaaid?

Eerst moest zij meekomen naar de huiskamer, waar een box aangaf, dat er hier ook een kleine huisde. Ze had amper haar naam hoeven te noemen. Mevrouw wist meteen, wie ze voor haar had. Ze had direct gezien, dat het meisje het heel moeilijk had. Daarom leek het haar beter haar wat tot haar te laten komen en haar met een huis- tuin- en keukenpraatje wat op haar gemak te stellen.

“Onze Wim ligt al in zijn bedje”, zei ze met een glimlach. “Die ligt al lang in dromenland. Het is ook zo’n druktemaker. Die houdt ons goed bezig. ’s Avonds zijn we blij, als hij in zijn ledikantje ligt. Met z’n negen maanden vraagt hij van ons heel wat tijd en energie”. Ze had losjesweg gevraagd, of Simone ook nog broertjes of zusjes had. Door dit ontspannen babbeltje was ze over haar ergste zenuwen heen geweest.

Toen Wester na een paar minuten dan ook in de kamer verscheen, merkte hij meteen, dat het ijs wat gebroken was. Hij wist, dat hij dit ook met een gerust hart aan de ‘domineese’, zoals hij haar vaak goedmoedig bij anderen introduceerde, kon overlaten.

Ondertussen had die voor elk een kopje koffie ingeschonken. Eén kopje werd er nog gezamenlijk in de kamer gedronken, waarbij het gesprek wat doorkabbelde. Het tweede kopje zou ze straks wel in dominees kamer brengen. Achteraf kon ze niet anders zeggen, dan dat ze zeer gastvrij ontvangen was.

Ze volgde dominee naar zijn studeerkamer, ‘zweethok’ zei hij met een glimlach en liet zich zakken in de aangewezen stoel. Na wat inleidende vragen, was Simone met ‘het water bij de dokter’ in dit geval de dominee gekomen. Evenals bij oma, stond ze er van versteld, hoe goed de ‘dienstknecht’ van de Heer, begreep, wat er bij haar aan schortte.

Laat me….. - 123 -

Page 124: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Oma had de weg alvast wat gebaand, maar met ds. Wester kreeg ze nog meer loon naar ‘vragen’. Geduldig luisterde de predikant naar alles, wat Simone hoog had gezeten in haar relatie met Herman. Ook het ‘gesprek’ dat ze met haar oma had gevoerd, kwam ter sprake. Dominee Wester begreep, hoe belangrijk deze ‘handreiking’ voor dit meisje was geweest.

Dat Herman ‘niet thuis’ had gegeven op al haar geestelijke problemen en vragen, betreurde hij ten zeerste. Zij had begrijpelijkerwijs niet goed geweten, wat ze ermee aan moest. Hij had bijzonder goed doorgehad, waarom ze met haar vragen niet bij Hermans ouders had aangeklopt.

Hun houding t.o.v. Hermans verkering was na de kerkenraadsvergadering, als ze gezamenlijk naar huis liepen, vooral in het begin, regelmatig onderwerp van gesprek geweest. Wat had dit echtpaar het al moeilijk gehad, toen hij niet zijn vader wenste op te volgen.

Toen daar ook nog een verkeerde keuze voor zijn eventuele latere vrouw bij kwam, was in hun ogen de gort helemaal gaar. Later, toen Herman ‘de kont tegen de krib’ gooide, hadden ze dit lieftallige meisje van arrenmoede moeten accepteren. Van harte ging dit echter niet. Onderhuids moet het meisje gevoeld hebben, dat ze nog steeds niet instemden met Hermans keuze. Hoe goed ze misschien ook haar best deed.

Bij zijn eerste bezoek aan het echtpaar, om hen het droevige nieuws te vertellen, was moeder Van Galen enorm uit haar slof geschoten. Hij was daar toen ontzettend van geschrokken.

Dat het niet helemaal goed zat Hermans moeder en Simone wist hij, maar dat de frustaties bij zijn moeder zo diep zaten had hij niet verwacht. Hij had moeten praten als Brugman, om haar van haar verkeerde gedachten af te krijgen. Gelukkig, dat Geert van Galen een andere mening was toegedaan, anders weet hij niet, wat er verder nog gebeurd en gezegd was. Hij had ternauwernood kans gezien, de scherpste kantjes er wat af te halen.

Ook de schuldvraag was vanzelfsprekend ter tafel gekomen. Wester had benadrukt, dat niemand weet, wat de Heer met iemand voor heeft. Zij mocht zich in elk geval niet schuldig aan zijn ongeluk en de daaraan tengevolge noodlottige afloop voelen.

Aan dat gebeuren zelf had zij part noch deel. Het was Hermans eigen wil om in zo’n toestand achter het stuur te stappen. Als er al iemand iets te verwijten viel, was het Herman zelf wel geweest. Ook zijn ouders hadden uiteindelijk zelf het boetekleed aangetrokken en de lucht tussen hen gezuiverd.

Herman had natuurlijk niet kunnen voorzien, dat zijn ‘vlucht uit de realiteit’ een enkele reis zou gaan worden. Voor hetzelfde geld was hij al eerder van de weg geraakt en er misschien met

Laat me….. - 124 -

Page 125: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

een nat pak vanaf gekomen. De Heer had echter anders beschikt. Hij wilde Zijn kind bij zich Thuis hebben, ook al rekent de mens vaak op een heel ander scenario. Ineens kunnen alle voorgenomen plannen in duigen vallen.

De pastorie, of zoals hij het zelf noemde: de ‘herdershut’, stond altijd voor haar open, hadden ze laat op de avond bij het afscheid nemen gezegd. Ze had het idee er twee oprechte vrienden bij te hebben gekregen. Dominee Wester vatte zijn taak als ‘herdershond’ om in het beeld, dat hij zelf opgeroepen had, te blijven, heel nauwgezet op.

Hij bleek bij lange na niet zo’n blikken dominee te zijn, als waarvoor ze hem in gedachten vaak had versleten. Een man met een warm kloppend hart en een diepe bewogenheid voor alle aan zijn zorgen toevertrouwde schapen. Vooral de schapen die buiten de ‘kooi’ dreigden te vallen, hadden zijn bijzondere aandacht.

Een levend bewijs, dat er onder veel kaf wel degelijk ook veel koren kan zitten. Lang is er over deze dag nog nagepraat en niet alleen in het gezin van Janske en Jan.

Zo langzamerhand raakte de woning van Geert en Klazien leeg en bleef men getweeën achter. Een zus en zwager hadden nog wel aangeboden deze nacht te blijven, maar dat hadden ze resoluut van de hand gewezen. Zouden ze elkaar kunnen blijven steunen bij het verwerken van dit bijna ondraaglijke verdriet?

Voortaan zouden ze op zichzelf zijn aangewezen. Dit ‘samen- alleen zijn’ zou na vandaag immers hun voorland zijn. Het zou een groot verlies zijn, als samen ook nog uit hun leven verdwenen zou raken. “Tussen dit en dat zit altijd ook nog wat”, meende opa Van Galen wel eens te moeten zeggen. Het leven zag er nu eenmaal niet alleen zwart of wit uit. Er tussen zit een groot grijs gebied van waarheden en mogelijkheden.

Zou het hen nu vergaan, als hun vakantiekennissen, die ze eens toevallig op een camping in Frankrijk waren tegengekomen. Herman had met hun drietal een paar prachtige weken beleefd.

Door hun kinderen waren ook de ouders met elkaar in contact gekomen. Landgenoten vinden het altijd prettig om in het buitenland hun ‘moers taal’ te horen en eventjes te kunnen spreken. Hun vakantie had hierdoor nog meer glans gekregen. Een jaar later moesten ze in een klap hun drie kinderen aan de dood afstaan?

Wat een plezierige vakantie had moeten worden, was door een gehaaste Fransman voorgoed getorpedeerd. Een drama zonder weerga! Een beroerder thuiskomst had dat echtpaar zich niet kunnen indenken. Zoiets raak je je levenlang niet meer kwijt. Al hun kroost in een klap verdwenen.

Wat waren ze de eerste tijd razend geweest op die onverantwoordelijke Franse chauffeur, die ontegenzeggelijk wat teveel wijn naar binnen had gewerkt. De rechter mocht hem later

Laat me….. - 125 -

Page 126: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

dan wel dood door schuld aanrekenen en hem veroordelen tot oa. een fikse geldboete. Zij kregen er hun kinderen niet mee terug.

Hij kreeg zes maanden onvoorwaardelijk, zij echter levenslang. De Van Galens zouden niet weten, hoe het hun verder was vergaan. Wel hadden ze indertijd begrepen, dat het wel een ‘eeuwigheid’ had geduurd, voor ze de tastbare blijken van hun vroegere aanwezigheid de deur uit hadden gedaan.

De speelattributen uit de tuin had men verkocht aan een ver familielid. Ze wilden persé niet, dat bijv. de buurkinderen hier gebruik van zouden maken. Daarvoor kleefden hieraan teveel herinneringen.

Hadden zich volledig op hun werk gestort, om hun verdriet te kunnen wegduwen. Toch kwamen ze elke dag weer thuis, waar drie lege bedjes hen ‘aanstaarden’. Hoe kwam je hier ooit weer overheen? “De tijd heelt alle wonden”, zeggen de goedbedoelende ‘omstanders’ heel gemakkelijk. Als het echter jezelf overkomt!

Spelende buurkinderen op straat; Sint Maarten; Sinterklaas en Kerst. Leeftijdsgenootjes, vriendjes, die wel zichtbaar aanwezig bleven. Even hebben ze nog overwogen, om te gaan verhuizen, maar daar zijn ze al heel gauw afgestapt. Misschien dat ze dat mettertijd wel hadden gedaan? Zij waren hen later volledig uit het oog, maar niet uit hun hart verloren.

Ook het idee van een nieuwe baby trok hen niet aan. Naast het idee van ‘verraad’ t.o.v. hun eigen ‘bloedjes’, namen ze hun leed en achtergrond overal mee naartoe. Het liefst zouden ze die bijzondere dagen op bed willen blijven liggen.

Geen mens zien, alleen met hun tomeloos verdriet. Wat een zinloos bestaan! Werken voor drie grafsteentjes, waar ze hun troost probeerden te vinden. Niet meer gebruikt speelgoed in de tuin; tekeningen aan de wand; kleren op de kapstok. Voortdurend werden ze herinnerd aan hun gemis.

Ze kwamen op eigen kracht niet uit die vicieuze cirkel, maar dulden geen ander in hun buurt. Ze werden attent gemaakt op slachtofferhulp en andere deskundigen. Hun huisarts sloofde zich uit, dit stel te bewegen contact te zoeken met ‘lotgenoten’, maar elke hulp werd weggewimpeld.

Het leven had voor dit echtpaar al haar glans verloren. Ze hadden elkaar gelukkig nog, maar hoe? Wanneer je voortdurend op je tenen moet lopen, om de ander niet te kwetsen, of onnodig verdriet te doen. Dit moest op een of ander moment wel spaak lopen.

Wanneer komt er eindelijk eens weer wat licht aan de horizon? De moeder had men enkele maanden na die ramp naar een inrichting moeten brengen. Na heel veel ‘dokteren’ en nog veel meer praten, eerst alleen, later samen met haar echtgenoot, had ze voorzichtig de weg naar het geestelijk evenwicht teruggevonden.

Laat me….. - 126 -

Page 127: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Na heel veel moeite en met heel veel hulp hadden ze dit vreselijke verlies min of meer geaccepteerd. Via Internet waren ze in aanraking gekomen in vergelijkbare situaties. Men kon hierdoor elkaar bemoedigen en steunen, wanneer het even een poosje wat minder ging.

Feest- en verjaardagen bleven altijd moeilijk ‘verteerbaar’. Ze trokken zich dan het liefst terug op hun eigen eilandje. Wilden eigenlijk geen mens onder ogen komen. Het enige waaraan ze klaarblijkelijk voldoende hadden, was een bezoek aan het kerkhof, waar drie kindergrafjes werden ‘vereerd’ met een bloemetje en waar ze zich een poosje verloren in de vroegere mooiere tijden, toen alles nog zo vanzelfsprekend was.

Daarna sloten ze zich het liefste op in hun zelf gekozen ‘kerker’. ‘Men’ mag dan wel zeggen, dat ze zich niet moeten verliezen in zelfbeklag, maar van buitenaf is het zo gemakkelijk oordelen. Ieder individu verwerkt zijn of haar verlies op een eigen wijze. De omgeving kan zich alleen maar liefdevol opstellen en klaarstaan, als ze daar behoefte aan hebben.

Dit éénrichtings verkeer vraagt wel veel van het incasseringsvermogen van de familie- en vriendenkring. Echte vriendschap blijft, terwijl gaandeweg de een na de ander afnokt. Het blijft moeilijk trouw te blijven na zo’n ingrijpende gebeurtenis. Juist dan heeft men morele steun in de vorm van een schouder, gebaar of woord zo bitter hard nodig.

Niet elk kan daarbij bogen op een rotsvast vertrouwen. Niet iedereen heeft de geestelijke kracht van een Job, die door de duivel tot het uiterste getergd werd. Uiteindelijk moest die knarsetandend het veld ruimen. In alles bleef de Heer overwinnaar, waarna Job honderdvoudig werd vergoed, wat hij had moeten verliezen.

Vrienden en kennissen, die uit nood weg waren gebleven, omdat ze totaal niet wisten, hoe ze met dit leed om moesten gaan, werden door het echtpaar, uit eigen beweging, weer opgezocht en de diverse contacten weer opgebouwd.

De eerste stappen waren onmenselijk zwaar, maar bevorderden wel een wat ‘normaler’ leven. Vergeten zouden ze hun lievelingen nooit, maar alleen met z’n tweeën konden ze weer een stap zetten naar een aanvaardbaar wat gezelliger leven.

Ze hadden later wel eens gezegd, wanneer er soms door goedbedoelende bekenden en vrienden werd geopperd, dat zelfs het ergste verdriet slijt. O.a. aan de hand van een ‘gezegde’.

Het eerste jaar is er tomeloos verdriet Het tweede jaar volgt de woede Het derde jaar regeert het ongeloof Het vierde jaar komt het grote gemis Het vijfde jaar gevolgt door berusting?

Laat me….. - 127 -

Page 128: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ze reageerden dan altijd met:”Mooi niet!” Niemand kan zich verplaatsen in de gedachten van hen, die na zo’n traumatische ervaring de draad van het leven weer op moeten pakken. Niemand kan zich echt in deze materie inleven, als die persoon het zelf niet heeft meegemaakt.

Geert en Klazien hadden de begrafenis van het trio indertijd bijgewoond en later nog wel eens met de ouders gebeld. In de loop der tijd, waren de contacten verwaterd. Ze vonden het voor het paar ook te pijnlijk te praten over hun zoon, terwijl zij… Ze konden dit echtpaar nu veel beter begrijpen.

Een kind wegbrengen is wel het ergste, dat een mens kan overkomen. Alle goede raadgevingen en blijken van medeleven ten spijt. Het zal je zelf maar overkomen. Meestal overkomt het die ander en gaat het jouw deur voorbij en weet je als buitenstaander precies hoe men het beste kan doen. Het leven gaat immers na de begrafenis weer ‘gewoon’ verder.

Elk pakt de draad van het leven weer op, terwijl de nabestaanden met een hoop losse einden blijven zitten. De koffie (maaltijd) na afloop van de rouwdienst is immers het symbool voor een nieuw begin. Maar niemand weet antwoord te geven op de vragen: “Hoe” en “Waarvoor”. Ook hier geldt: Gemakkelijker gezegd, dan gedaan!

Weet men het ook zo goed, als het jezelf, of iemand uit je naaste omgeving overkomt? Iemand die het zelf niet aan de lijve heeft ondervonden, kan immers begrijpen wat zo iemand moet doormaken en daarbij voelt. Eigen pijn, eigen verdriet, eigen sores voelt men het beste.

Anderen moeten het hoofd weer omhoog richten, niet bij de pakken neer gaan zitten, maar proberen het er maar het beste van te maken. Niet voortdurend achterom kijken naar wat was, maar met ferme blik vooruit de toekomst tegemoet. Met de doden kun je immers niet leven, maar wel met de levenden. Dus kom op nou. Doe wat je kunt. Veeg je tranen af en neem het leven, zoals je het krijgt toegeworpen.

Eenzaam hoeven zij zich echter niet te voelen. Ze voelen zich gesteund door de vele blijken van medeleven. Als straks iedereen zal zijn vertrokken, zullen zij de diverse condoleantieregisters eens doornemen, om te zien, hoeveel mensen de moeite hebben genomen, op deze donderdagmiddag afscheid van hun lieveling te nemen.

Familieleden in de buurt, goede vrienden en werk, dat hun wat afleiding kan bezorgen. De komende jaren zullen ze moeten werken voor een mooie steen op Hermans graf, ter gedachtenis, maar dat heeft nog wel even tijd.

De komende weken zullen er nog heel wat zaken op hen afkomen. Voordat alle rekeningen betaald zijn en de hele nasleep

Laat me….. - 128 -

Page 129: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

afgewikkeld, zal er al heel wat water door het kanaal zijn gestroomd. Hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Zoals de dichter/ zanger ( Bram Vermeulen ) het heeft verwoord boven een rouwadvertentie:

Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen. De stroom van een rivier houd je niet tegen, het water vindt er altijd een weg omheen.

Het zal moeite kosten, om de draad van het leven weer op te pakken. Weer als vanouds aan het werk te gaan. De klanten weer vriendelijk en opgewekt te woord te staan, lijkt Geert van Galen nog een regelrechte ‘crime’. In de eerste weken zullen de klanten nog wel begrip hebben voor zijn gebrek aan spraakzaamheid, maar op een dag zal men zo’n triest gezicht niet meer accepteren.

Voor alles is immers een periode en men verwacht, dat het leven van alledag weer een aanvang zal nemen. Andermans gedachten en gevoelens zijn nu eenmaal moeilijk te lezen.

Een leven, dat al zijn glans lijkt te hebben verloren, maar met Gods hulp moet het weer gaan lukken. Wat voor plannen de Heer nog voor hen in petto heeft, nu alle zin uit hun leven lijkt te zijn verdwenen, weten ze niet. Ze voelen zich gedragen door de liefhebbende Heer, die getrouw blijft en nooit de werken van Zijn handen vergeet.

Ze weten Herman geborgen bij Zijn hemelse Vader, al hadden ze nog graag een heleboel jaartjes voor hem willen zorgen en getuige willen zijn van zijn ultieme geluk.

Blij zijn ze met de toezegging van zijn meisje, dat ze nog vaak langs zal komen. Een kwaad angeltje fluistert wel: “Eerst zien en dan geloven”, maar ze mogen niet als de ongelovige Thomas daaraan toegeven. Ze moeten haar het voordeel van de twijfel geven.

Als ze haar nu buiten sluiten, zullen ze met recht kunnen zeggen, dat ze met lege handen zitten. Van Galen heeft wel, ook namens zijn vrouw, zijn fouten erkend. Simone in de geestelijke kou laten staan en haar keer op keer laten voelen, dat zij als ‘buitenkerkelijke’ het eigenlijk niet verdient, naast hun zoon verder door het leven te gaan.

Nu ze Simone en vooral haar ouders van een geheel andere kant hebben meegemaakt, moeten ze met spijt in het hart, erkennen, dat ze volledig misgegokt hebben.

Als zij echt menen, wat hij toen gezegd heeft, is er nog een hoop aan haar goed te maken. Zonder het hardop tegen elkaar te zeggen, neemt elk zich voor, het meisje voor zich te winnen.

Laat me….. - 129 -

Page 130: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Daarmee krijgen ze misschien een heel klein stukje van hun zoon terug. Ze moeten nog heel wat schade herstellen, die ze door hun verkeerde kortzichtigheid veroorzaakt hebben. Liefdevol zullen ze haar in de toekomst opvangen en door dik en dun heen steunen.

Dat bezoek zal mettertijd wel minder worden, maar toch zal het fijn zijn, te praten met haar, die hun zoon zo na aan het hart heeft gelegen. Zij zal hen ongetwijfeld nog veel kunnen vertellen, waar Herman alleen met haar over gesproken heeft en waar hij in gedachten mee bezig is geweest.

Tegenover hen, heeft hij zich, misschien wel vanwege hun houding, moeilijk kunnen uiten. Hopelijk is hij tegenover zijn meisje wat opener geweest. Zwaar op de hand ( alles zelf dragend ) als hij altijd is geweest, zullen ze misschien nog van haar gewaar kunnen worden, waar hij zoal aan dacht, wat zijn gevoelens zijnn geweest en zulkswat meer.

Ze verheugen zich, als ze eerlijk zijn, nu al op haar komst. Iedere keer zullen ze wel weer op de feiten worden gedrukt, er traantjes vloeien, maar toch.. Ze krijgen dan misschien wel het idee, dat ze nog niet alles kwijt zijn.

Na de broodmaaltijd wil Jan even naar zijn ouders om hen verslag uit te brengen over alles wat er gebeurd, maar vooral gezegd is. De woorden van de predikant hebben ook op hem meer indruk gemaakt, dan hij zomaar wil toegeven. In elk geval moet hij dit ei even kwijt en waar kan dat beter dan bij zijn eigen ouders.

Die twee zijn ook zo gek met hun drie kleinkinderen, die regelmatig even binnen komen wippen. Herman is daar ook altijd een graag geziene gast geweest. Bij oma heeft hij zich meteen thuis gevoeld.

Zelf afkomstig uit een gelovig gezin, heeft ze hem goed kunnen begrijpen en hem misschien ongemerkt wat vingerwijzingen kunnen geven bij zijn worsteling om het geloof. Dit alles is nu voltooid verleden tijd en daar heeft zijn ‘oldske’ het wel wat moeilijk mee.

Was ze nog maar duidelijker geweest, dan had zij dit tweetal misschien wat beter kunnen helpen. Als… In dit geval koop je daar niets meer voor. Ze hoopt, dat Simone heel vaak langs zalkomen, zodat ze over Herman kan praten. Misschien dat zij op haar kreupele manier nog iets voor haar kleindochter kan betekenen. Wie zichzelf kent, kan immers liefde geven en ontvangen. Hoeft in dit niemandsland niet meer eenzaam te zijn. Mag samen zijn met die Ene. Mensen zijn vaak zo slecht in het ontvangen van liefde. Praten hierover maakt velen kopschuw. De bron van ieders bestaan ligt op de bodem van je hart. Wie daar komt, hoeft niets meer te verbergen, ook niet voor God. Daar

Laat me….. - 130 -

Page 131: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

kom je alles tegen: bitterheid en jaloezie, maar ook God en de ander.

De buren komen even horen, hoe het hier verder gaat. Ze hadden Jan weg zien rijden. Toch niets bijzonders, hoopten ze. Ze kunnen de buurtjes geruststellen en vragen en passant, hoe zij de dienst ervaren hebben. Ook op hen heeft de hele dienst en in het bijzonder het gesprokene veel indruk gemaakt. Of hun de ogen blijvend geöpend zijn, is nog maar de vraag, maar de gesproken woorden geven zeker stof tot nadenken.

Ze drinken samen koffie, tot ook Jan weer ten tonele verschijnt. Om op zijn beurt de groeten van zijn ouders over te brengen en te vertellen, hoe het verslag daar opgenomen is. Hij heeft daar een liturgie achter gelaten. Deze zal met name door zijn moeder zeker nog eens goed gelezen worden. Ook zij zullen Herman verschrikkelijk missen.

Wat waren de oudjes blij geweest met de keuze van hun kleindochter. Zo’n einde van een verkering wenst men niemand toe. Dat een kleine ‘oorzaak’ zulke grote, onherstelbare gevolgen kan hebben.

Veel is er die avond nagepraat in de diverse gezinnen en niet alleen in de Floralaan. Het enorme aantal mensen, dat blijk heeft gegeven van hun medeleven, heeft elk diep getroffen. Ook de buren, collega’s en familie en bekenden van Simone zijn goed vertegenwoordigd geweest.

De condoleantieregisters doen hen telkens opnieuw weer versteld staan van alle mensen, jong en oud, die afscheid van hun jongen hebben willen nemen. Natuurlijk blijft het onherroepelijke gemis, maar de wetenschap, dat hij blijkbaar wel enorm geliefd moet zijn, vergoedt veel. Het leven zal zijn loop hernemen. Al zal men de geslagen wonden en littekens nog heel lang zien en met zich mee dragen.

Ook Simone heeft de komst van haar bazin en collega’s en zelfs enkele trouwe klanten enorm goed gedaan. Ze heeft beloofd als het enigszins kan, volgende week dinsdag weer op het appel te verschijnen. “Het leven gaat door”, wordt er vaak en zo gemakkelijk gezegd, maar het zal jezelf maar aangaan.

Hoe moeilijk ook, elk moet weer over gaan tot de orde van de dag. Natuurlijk is ze dinsdag a.s. van harte welkom, maar als het om welke reden dan ook nog niet gaat, mag ze ook gerust nog wat langer vrijaf nemen.

Laat me….. - 131 -

Page 132: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

11. Het leven gaat door

Dinsdagsmorgens is het weer zodanig, dat Simone haar fiets uit het schuurtje pakt om naar haar werk te gaan. Ze kan nu wel thuis blijven zitten kniezen, maar daar schiet ze niets mee op. De eerste stap op weg naar een normaal bestaan is moeilijk, maar wordt alleen nog zwaarder, als ze het steeds uit zou stellen.

Ze moet zo snel mogelijk door de zure appel heen bijten. Het werken en vooral het omgaan met de klanten zal haar gedachten verzetten. Wanneer ze thuis blijft zitten, zal ze toch alleen maar op haar kamertje zitten gniezen.

Hopelijk verzet een andere omgeving en het reguliere werk haar zinnen weer wat. In de kapsalon wordt ze begroet als is ze maanden weggeweest. Iedereen is blijkbaar blij haar weer te zien. Zelfs meneer Westra laat zijn hoofd even in de salon zien, om haar te condoleren, wat haar wel wat tranen ontlokt, maar toch….

Wat zijn ze allemaal lief voor haar? Zelfs de klanten, die, zo gaat dat immers op een dorp al op de hoogte zijn van het drama dat zich heeft afgespeeld, zijn die dag minder luidruchtig en de gesprekken wat minder opgewekt. Het lijkt wel, of iedereen zoveel mogelijk rekening houdt met haar.

Na sluitingstijd gaan ze nog even bij elkaar zitten, om onder het genot van een kopje koffie wat na te praten. Deze keer komt het gesprek als vanzelf op Herman, zijn noodlottig ongeval, maar bovenal over de aangrijpende kerkdienst. Lang wordt er samen over doorgepraat.

Niemand van het gezelschap mag dan bijster gelovig zijn, maar het gesprokene, blijkt wel degelijk tot de ongelovige zieltjes te zijn doorgedrongen. Ze mogen de deur van de kerk dan niet ( meer ) plat lopen, het lijkt gezien hun reacties destemeer, dat dergelijke zaken hen ook niet onberoerd laat.

Moe, maar desalniettemin voldaan komt ze na het werk weer thuis, waar moeder Janske de ‘pappot’ al op tafel heeft staan. Door het gesprek, dat ze met haar vriendinnen heeft gevoerd, is het net, of de naam van de mens Herman, ook op het werk gerust mag vallen. Het komt bij haar over, alsof iedereen haar hierdoor de mogelijkheid wil bieden, er ‘open en bloot’ over te gaan praten, wanneer ze daar behoefte aan heeft.

De gezinsleden doen zich ook thuis a.h.w. voor het eerst weer ongeremd tegoed aan de maaltijd. De naam Herman wil men niet vermijden, maar vandaag heeft hun dochter en zus al genoeg te verstouwen gehad, zodat ze als bij afspraak zich beperken tot wat luchtiger kout.

Wanneer ze er behoefte aan mag hebben, om even over Herman of andere zaken te praten, zal ze bij ieder van hen een luisterend oor vinden. Ze knikt en zegt dan ,dat ze op het werk

Laat me….. - 132 -

Page 133: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

ook al een goed gesprek heeft gevoerd. Ze zal zeker t.z.t. graag van hun aanbod gebruik maken.

Dat Simone na de afwas zich terugtrekt op haar kamertje, beschouwen de huisgenoten als heel normaal. Ze moeten haar in het begin maar een beetje ontzien en wat rekening met haar houden.

De eerste werkdag is zo te zien en te horen niet onaardig verlopen, zodat het echtpaar wat ruimer adem kan halen. Ze hebben onuitgesproken vandaag wel hun zorgen om dochterlief gehad.

Dat weekend gaan de broers er voor het eerst weer samen met hun kornuiten op uit. Blij, dat ze niet meer zo op hun tenen hoeven te lopen. Het spijt hen nog alle dagen verschrikkelijk voor Herman en Simone, maar ze zijn jong en willen niet steeds stilstaan bij alle ellende die zich op deze aardbol afspeelt.

Als je daar te lang bij stilstaat, heb je immers geen leven meer. Het leven van alledag herneemt zich voor bijna alle partijen. Men kan wel voortdurend achterom blijven kijken, maar daar heeft men immers alleen zichzelf maar mee.

Simone wil die zaterdagavond graag even naar Musselkanaal. Hoe haar ouders ook aanbieden om haar even te brengen, ze wil beslist op de fiets gaan. Zover is het immers niet en het is droog weer. Ze belooft niet te laat thuis te komen. Ze vindt het fijn, de wind door haar haren te voelen. Een fris gevoel en goed om het hoofd voorzover mogelijk leeg te maken.

Al trappend overdenkt ze alles, wat ze de afgelopen week zoal heeft meegemaakt. Ze staat er zelf versteld van, hoe werken haar goed heeft gedaan. Heeft het gevoel niet op haar tenen te moeten lopen. Iedereen was zo lief voor haar. Zelfs een paar reacties van klanten heeft haar goed gedaan.

Herman mag dan wel letterlijk uit haar blikveld verdwenen zijn, toch waart zijn persoon in en buiten haar nog duchtig rond. Het voelt wel prettig aan, overal waar ze komt zo’n willig, luisterend en meelevend oor te vinden. Zij kan in ieder geval haar ei meer dan kwijt.

Ze is benieuwd hoe het er in Musselkanaal voor zal staan? Pa van Galen thuis van het werk en daarna die stilte thuis. Ze heeft bewust niet vooraf gebeld. Hopelijk is de verrassing daardoor des te groter. Toch rijdt ze wat gespannen de Floralaan in. Benieuwd, hoe de familie op haar verschijnen zal reageren. Mag dit niet onverdeeld gunstig uitpakken, zalzij meteen linea recta weerom fietsen.

In Musselkanaal aangekomen, doet een verraste vader Van Galen de deur open. “Meisje, daar doe je goed aan”, stamelt hij, als hij zijn ‘bijna’ schoondochter ziet. Daar is het kind nu meer dan van overtuigd. Een blijde lach trekt over zijn gerimpeld gezicht. Ook zijn vrouw komt nieuwsgierig de hal in en begroet

Laat me….. - 133 -

Page 134: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Simone met een omarming en een zoen. Mag ze er nog aan getwijfeld hebben, of er wel prijs op haar komst zal worden gesteld, dan is die twijfel nu voorgoed verleden tijd.

Moeder trekt het meisje haast de woning binnen, neemt haar jas in ontvangst en neemt haar mee de kamer in. De tafel staat nog gedekt, als ze wil, kan ze zo mee aanschikken. Pa van Galen was net klaar met douchen, toen hij de deurbel hoorde. Een hartelijker ontvangst heeft zij zich niet kunnen wensen.

Hoewel ze al thuis gegeten heeft, schuift ze toch mee aan tafel. Gek, dat het ritueel van hardop bidden en bijbellezen haar nu ineens niet meer zo stoort. Geert van Galen heeft inderhaast een gemakkelijk, begrijpbaar stukje uitgekozen. Dat hij opzettelijk van het normale bijbelrooster afwijkt, heeft alleen zijn vrouw in de gaten.

Ze waagt het zelfs een opmerking over het gelezene te maken. Wat nog nooit is gebeurd, het echtpaar doet haar uiterste best, naar hun beste weten de tekst te verklaren. Met eigen woorden, naar eigen inzicht. Simone laat zich zelfs overhalen een kommetje yoghurt mee te eten. “Je moet er nog van groeien. Je kunt er best een paar pondjes bij gebruiken”, merkt een bezorgde moederkloek op.

Nog nooit heeft zij zich hier zo op haar gemak gevoeld. Die avond is er een heleboel afgepraat. De condoleantieregisters doorgeplozen, waarbij elk zich verbaast op zo’n grote opkomst. Ook de dienst zelf passeert de revu. Ook dominee Wester krijgt a.h.w. een complimentje over de manier, waarop hij de dienst vorm en inhoud heeftgegeven.

Het uitgebreide krantlezen is er, achteraf bekeken, bij vader Van Galen bij ingeschoten. Daar heeft hij morgen immers nog tijd genoeg voor. Uitgebreid komt elk aan het woord en het is al ver na tienen, als Simone opmerkt, dat het nu wel de hoogste tijd wordt, om weer naar huis te gaan.

Niet dat ze bangelijk aangelegd is, maar als ze zo laat nog alleen op straat is, zal dat haar ouders maar ongerust maken. Het echtpaar kan zich daar helemaal in vinden. Het is vandaag de dag voor een meisje alleen niets meer gedaan om zo laat nog ‘bij pad’ te zijn.

Geert Van Galen stelt voor, haar met zijn bestelbusje even te brengen. De fiets kan best achterin. Zo gezegd, zo gedaan. In volstrekte harmonie wordt er afscheid genomen van moeder Klazien, voordat ze voor in de auto plaatsneemt. In een mum van tijd is ze nu bij huis, waar Hermans vader haar een hand en zelfs een zoen geeft. Wie heeft dat nu van zo’n stoere man kunnen denken? Met de belofte gauw weer langs te zullen komen, zwaait ze het busje na, die al gauw om de bocht verdwijnt.

Aan haar gezicht kunnen Jan en Janske al aflezen, dat ze een goede avond heeft gehad. Een poosje is ze nog in de kamer

Laat me….. - 134 -

Page 135: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

gebleven en heeft ze e.e.a. verteld van haar wedervaardigheden. Voor herhaling vatbaar zo te zien.

Het gebeurt in het vervolg dan ook minstens twee keer in de week, dat Simone Musselkanaal met een bezoekje vereert, wat door het echtpaar zeer op prijs wordt gesteld. Zelfs brengt ze nog eens een bezoekje aan de dominee om hem te bedanken voor alles wat hij voor de ouders van Herman, maar ook voor haar heeft gedaan.

Dominee is blij, dat zij de weg naar de ‘Herdershut”, zoals hij die gekscherend noemt nog niet vergeten is. Samen hebben ze gespreksstof te over. De avond verloopt in een hartelijke, open sfeer, waarin het meisje zich op haar gemak voelt.

Later op de avond neemt de predikant haar mee naar zijn ‘honk’ om wat lectuur voor haar te zoeken. Niet, dat hij haar wil bekeren, maar misschien kunnen die werkjes haar helpen bij het beantwoorden van haar levensvragen.

In de studeerkamer zijn nog een aantal puntjes op de i gezet. Hij is blij, dat haar familie lang niet meer zo afwijzend staat tegenover het ‘instituut’ kerk. Samen met Simone bidt hij om hulp en troost, maar bovenal om zijn dankbaarheid uit te spreken voor Zijn bijstand en trouw.

Opgewekt en voldaan schuift ze naast de Heer Wester in de auto om zich door hem thuis te laten brengen. Dominee is niet zo goed, dat hij even mee naar binnen moet. Voor Wester niet echt een probleem. In gezellige kout worden nog een paar uur stukgeslagen.

Opzettelijk heeft dominee deze avond niet met hen gelezen en gebeden. Wil zijn nieuwe ‘vrienden’ ogenschijnlijk niet kopschuw maken. Wel belooft hij nog graag eens weer aan te komen, waarbij men hem verzekert, altijd welkom te zijn.

Zo langzamerhand voelt Simone weer wat vaste grond onder haar voeten, wat duidelijk aan haar uitstraling te zien is. Ze heeft weer een fijne avond gehad, die zo goed verliep, dat mevrouw haar vroeg, of ze a.s. woensdagavond wel op kleine Wim zou willen passen.

Zij moet dan naar de vrouwenvereniging, terwijl dominee een belangrijke bespreking heeft in de consistorie. Simone stemt grif toe. Het echtpaar vindt, dat ze maar direct uit het werk bij hen moet komen. Ze kan hier dan meeëten en alvast kennismaken met Wim. Wanneer ze het met vervoer kan regelen, zaldominee haar later op de avond wel weer thuis brengen.

Simone zal die dag wel met de bus gaan, zodat het geen problemen op gaat leveren. Ze heeft het die avond prima naar de zin. Voor herhaling vatbaar vinden alle partijen, waarna dominee voorstelt elkaar maar bij de voornaam te noemen. Truus en Henk klinkt een stuk beter, vindt hij.

Laat me….. - 135 -

Page 136: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Simone is dankbaar zo een plaatsje te hebben gekregen in dit gezin. Haar leven wordt er behoorlijk door verrijkt en al pratend krijgt ze een heel andere kijk op de wereld, dan ze daarvoor heeft gehad.

Als ze op een doordeweekse avond weer een bezoekje brengt aan de Van Galens, nodigen zij haar uit voor zaterdagavond. Ze kan dan wel blijven slapen. Als ze wil, kan ze op zondagmorgen mee naar de kerk. Na afloop willen ze haar dan weer thuisbrengen en als het goed is graag in Ter Apel bij haar ouders een kopje koffie drinken. Ze moet er maar eens rustig over nadenken en het met haar ouders bespreken. Ze horen dan nog wel, wat of ze besluit.

Dit vindt Simone een overbodige vraag. Natuurlijk zullen ze van harte welkom zijn in het huis van haar ouders. Ze pakt de uitgestoken hand van harte aan en belooft zaterdag in de loop van de middag te zullen komen. Mevrouw geeft haar vast wel een uurtje eerder vrij. Ze stelt dit gebaar zeer op prijs en ook haar ouders zijn blij voor dochterlief.

Vader stelt voor ook zijn ouders uit te nodigen, die vinden het vast en zeker leuk kennis te maken met Hermans ouders. Misschien denkt hij wel, dat het gesprek dan wat beter en gemakkelijker zal gaan verlopen. Simones ogen maken duidelijk, hoe blij ze is met dit idee.

Het wordt voor Simone een weekend met een gouden randje. De zaterdagavond verloopt in gezellige sfeer, waarbij een aantal anecdotes en wedervaardigheden over het voetlicht worden getild. De naam van Herman valt regelmatig. De kerkdienst, haar eerste na het overlijden van Herman, is er één om in te lijsten. Zelfs het knikje van Henk deed haar verschieten van kleur. Dankbaar is ze, dat zoveel kerkgangers haar aanwezigheid, samen met het zo zwaar beproefde echtpaar, zo op prijs stellen. Haar vriendelijk groeten. Een enkeling vraagt zelfs, hoe het met haar gaat.

Het koffie uurtje loopt behoorlijk uit. Moeder heeft voor voldoende soep met broodjes gezorgd. Het is zo sfeervol, dat de uren omvliegen. Ook de gesprekken verlopen in harmonieuze sfeer en worden gaandeweg losser. Opa en oma genieten met volle teugen en het blijkt al gauw, dat de ouderling en oma behoorlijk aan elkaar gewaagd zijn.

De bijbelteksten vliegen over en weer in een sfeer van vertrouwen en wederzijds begrip. Vele zinnige teksten worden gespuid, toegelicht en op hun meritus beoordeeld. Zelfs haar broers blazen hun partijtje mee. Eerst nog wat terughoudend, maar na de koffie beginnen zelfs wat kwinkslagen over tafel te vliegen.

Geert en Klaasje kunnen zich nu heel goed voorstellen, wat hun zoon hier zo getroffen moet hebben. Niet dat men luchthartig

Laat me….. - 136 -

Page 137: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

over de wereldproblemen heen fietst, maar het gebeurde in een zodanige sfeer, dat zij zich hier volkomen op hun gemak voelen. In een vriendschappelijke stemming worden hier heel wat uurtjes doorgebracht.

Het vrouwvolk verdwijnt na de sobere maaltijd met daarvoor en erna een stil gebed naar de keuken, waar volgens de ‘heren der schepping’ het enige recht voor de vrouw staat. Vanzelfsprekend is oma vrijgesteld van deze corvee. Tjonge wat is er die middag een hoop afgepraat. Het is net alsof beide partijen een boel gemiste kansen proberen in te halen.

Deze ontmoeting is bepaald niet eenmalig, daar zijn de beide families van overtuigd. Ze hebben samen, als direct betrokkenen, immers zoveel meegemaakt, dat ze van weerskanten graag de contacten willen bestendigen. Rijker dan ze van beide kanten hebben durven dromen, neemt men al laat in de middag afscheid van elkaar. Hopend op een spoedig weerziens.

Heel wat later dan gedacht en heel wat ‘vrolijker’ dan men heeft verwacht, vertrekken de Van Galens weer naar huis. De uitnodigingen voor een tegenbezoek zijn al geuit en het ‘kom eens weer’ niet van de lucht.

Dit bezoek heeft Hermans ouders meer aangepakt, dan ze durven toe te geven. Vooral moe Van Galen blijft daar in haar woning de komende dagen over doormalen. Hebben ze Herman misschien aan een te kort ‘bit’ gereden? Hadden ze meer vertrouwen in hem moeten hebben? Waren ze misschien te star geweest in hun opvattingen?

Het blijft vooral Klaaske maar bezighouden. Ze komt er niet uit. Met haar man wil ze er niet over praten, zodat ze de stoute schoenen aantrekt en een afspraak met hun ‘zielbewaarder’ maakt. In een diep, gevoelig gesprek, waar alle zaken bespreekbaar worden gemaakt, probeert Wester mevrouw Van Galen op de been te houden.

Laat me….. - 137 -

Page 138: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

12. De inzinking

Moeder van Galen werd steeds stiller. Apatisch kon ze urenlang met de handen gevouwen in haar schoot in haar ‘zorg’ zitten. Steeds minder kwam er uit haar handen. Het was Geert al vaker opgevallen, dat zijn vrouw leed aan slapeloosheid, maar ook aan verregaande lusteloosheid.

Kwam ze in het verleden regelmatig even aanlopen in de zaak, de laatste weken bleven de bezoeken opvallend vaak achterwege. Zij kon echter aan hem niet goed duidelijk maken, wat haar zoal bezighield.

Ook de bezoekjes van hun ‘surrogaat-dochter’ wisten daar nauwelijks verbetering in te brengen. ‘Moeder’ Klaaske speelde dan ongetwijfeld toneel en zag kans haar wat zand in de ogen te strooien. Was onmiskenbaar blij om haar te zien en deed daarbij haar best het haar naar de zin te maken. Toch danste zij volgens hen, die haar het naaste stonden, op een veel te dun koord. Zonder ingrijpen, zou het wel eens compleet uit de hand kunnen lopen.

Op het werk had ‘vader’ Van Galen Simone al eens gebeld. Misschien wist zij wat er bij zijn vrouw aan schortte. Zij wist het ook niet, zei ze dan, maar beloofde, zo gauw ze overdag maar even tijd had, eens bij haar langs te zullen gaan.

Jammer, maar helaas, ook tegenover haar liet zij weinig of niets los. Wel begreep ze, dat ze erg veel moeite had om Hermans dood los te laten. Volgens haar eigen woorden, moet ze regelmatig op het kerkhof te vinden zijn.

Misschien in de hoop daar rust te vinden voor haar onrustig hart. Verder vind je daar ook niets meer. Alleen de rustplaats van zijn ‘reiskleed’. Zijn wezen, zijn geest is echter in hogere sferen. In het huis met de vele woningen. Als het er echt op aan komt, is het wel moeilijk, om dat gegeven als bron van troost en aanvaarding van je lot te aanvaarden. Zelfs in de kerk kan men mooi praten, maar kom er zelf maar eens om.

Tijdens een van de bezoeken aan huize Wester brengt ze dit eens losjesweg naar voren, maar toen bleek, dat Henk al op de hoogte was. Zelf had mevrouw dominee al eens gevraagd even langs te willen komen. Vanzelfsprekend was hij bij haar langs gegaan, maar veel wijzer was hij er niet van geworden. Het enige, dat onmiskenbaar emotioneel zwaar op haar drukte, was het verlies van haar enige zoon en het schuldgevoel dat haar knaagde.

Simone beschouwde zij, als een geschenk uit de hemel. Zij was in huize Van Galen dan ook van harte welkom. Daar hoefde zij niet aan te twijfelen. Ook in de ‘herdershut’ is ze een graag geziene gast. Steeds meer wordt zij hier kind aan huis. En niet alleen om op kleine Wim te passen.

Laat me….. - 138 -

Page 139: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Henk vindt, dat het meisje er recht heeft op te weten, hoe het er in huize Van Galen voorstaat. Uiteindelijk mag het dan misschien wel onder zijn ambtsgeheim vallen, maar misschien kan hij door een tipje van de sluier op te lichten, wel twee vliegen in een klap vangen. Dat Hermans moeder in psychische nood verkeert, is hem van stond af aan al duidelijk geworden. Maar ja, ook al is de oorzaak bekend, er moet nog wel een passende remedie bij gevonden worden.

Zoveel is hem daarbij wel duidelijk geworden, dat ze maar moeilijk over haar verlies heen kan komen. Ook zoekt ze de schuld van het overlijden niet ( meer) bij Simone, maar volledig bij haarzelf. Wat dat aangaat, is ze honderdtachtig graden omgedraaid.

Dit aangeprate schuldgevoel maakt echter wel, dat ze steeds dieper in de put komt te zitten. Met name haar starre houding heeft Herman immers in de vernieling geholpen, vindt ze zelf. Eerst de trammelant over de opvolging, daarna de ongedachte

verkering, waarbij ze eigenlijk Herman aan een andere vrouw gunt, i.p.v. een ‘buitenkerkelijke’ , of goddeloze zoals ze in haar ‘blindheid’ tegen Simone en haar familie aankijkt.

Wat heeft ze niet haar best gedaan om Herman op dit, naar haar nu duidelijk is gebleken, ‘schat van een meisje’ tegen te maken.

Ook haar houding tegenover Simone is niet bepaald netjes geweest. Steeds weer opnieuw heeft zij het arme kind laten voelen, dat ze onkerkelijk was en daardoor eigenlijk te min voor haar telg. Hierdoor heeft ze diverse keren hooglopende ruzie gekregen met haar zoon.

Haar echtgenoot heeft ze in die periode voor sullig en te meegaand versleten, maar moet nu, door schade en schande wijs geworden, toegeven, dat Geert het veel beter heeft gezien en het dus bij het rechte eind heeft gehad.

Ze laat door haar gedrag ook haar echtgenoot in het ongewisse over wat haar bezig houdt. Net of die niet allang doorheeft, dat zij het met haarzelf wel heel erg moeilijk heeft. Toch kan hij er maar niet achter komen wat haar zo drijft, al vermoedt hij wel, dat het met het overlijden van zoonlief te maken heeft. Tot haar doordringen kan hij niet. Zo langzamerhand raakt hij er dan ook euvel mee aan.

Soms wordt het haar allemaal teveel. Wil ze het liefst de hele dag in bed blijven liggen. Zou er helemaal geen bezwaar tegen hebben, als de Heer haar ook op komt halen, om zo weer verenigd te worden met haar zoon. Zal het alleen verschrikkelijk naar vinden voor haar man. Het is, dat haar verstand nog steeds het voortouw neemt. Als ze echter op haar gevoel af zou gaan, hoefde het voor haar niet meer. Wat heeft het leven haar nu

Laat me….. - 139 -

Page 140: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

immers nog te bieden? Alles in haar is zo donker en dat onbestendige gevoel raakt ze maar niet kwijt.

De nachten duren lang, als er zoveel gedachten door het hoofd spoken. Ze gaat er het eerste jaar mee naar bed en staat er mee op. Al die ongetwijfeld goed bedoelde raadgevingen beantwoordt ze in gedachten met:” ’t Zal wel, of je zult wel gelijk hebben!”. Het ware wordt men van haar niet gewaar.

Geert van Galen heeft overdag genoeg ‘dieverdaatsie’. De klanten en ook het personeel, waaronder na een tijdje Simones broer Rieks, trekken hem er voortdurend bij en geven hem nauwelijks de tijd om te gaan prakkizeren.

Heeft hij in het begin, na Hermans dood, met het idee rondgelopen het bijltje er bij neer te leggen, door het enthousiasme van zijn pupil, wordt ook hij aangestoken en vaak worden er na sluitingstijd nieuwe verkoop plannetjes gesmeed.

Gelukkig geeft haar noodkreet aan Henk Wester al aan, dat ze zelf deksels goed in de gaten heeft, dat het met haar zo de verkeerde kant op gaat. Ze heeft het duidelijk te kwaad met haarzelf. Gods ‘grondpersoneel’ weet eigenlijk ook niet, wat hij met dit gevalletje aan moet en is eerlijk gezegd blij, dat hij er met Simone over kan spreken.

Dit lucht hem ontzettend op, maar daar is Vrouw van Galen nog niet mee geholpen. Samen moeten ze een plan trekken. Zij moet, koste wat kost, uit haar houding van lethargie gehaald worden. Wanneer het met zachte hand niet lukt, zal er zwaarder geschut aan te pas moeten komen.

De volgende avond brengt vader Luitjes zijn dochter naar Musselkanaal, omdat hij daar zogenaamd toch moet zijn en zet haar af in de Floralaan. ‘Pa’ staat nog onder de douche en ma doet verrast de deur open. “Jij alweer”, klinkt het aarzelend. “Ja, of is dat niet goed?”, reageert Simone adrem. “Natuurlijk wel”, klinkt het een beetje kribbig, “maar ik had daar helemaal niet opgerekend. Vanzelf ben ik blij, dat jij er bent, je kunt me niet vaak genoeg komen”.

Deze laatste opmerking geeft Simone moed, om door te pakken. “Ik was bang, dat ik niet meer welkom zou zijn. Per slot van rekening was het immers mijn schuld, dat Herman er niet meer is. Wanneer ik de verkering niet had uitgemaakt.”

“Hou op, hou daar onmiddellijk mee op”, schreide moeder Van Galen en ze vloog het hoog spel spelende meisje om de hals. Het is net alsof de sluizen van de rivier open worden gezet.

De tranen stromen over haar wangen en ze sleurt het meisje zowat naar de bank. “Het is niet jouw schuld, dat Herman weg is, maar die van mij. Ik wilde hem bij me houden. Ik gunde hem niet aan jou. Ik was hoogmoedig en wilde zo graag in onze vriendenkring met hem pronken. Dat hij niet voor de groente- en fruitzaak voelde, was ook al zo’n trieste pil. Toen kwam hij aan

Laat me….. - 140 -

Page 141: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

met jou. We hadden niets op jou tegen, geloof me, maar vooral ik greep het feit dat je niet naar de kerk ging met beide handen aan om een wig tussen jullie te drijven. Daarom is het niet jouw, maar mijn schuld, dat alles zo gelopen is. Wil je mij vergeven?” eindigde ze haar relaas.

In die tussentijd is Geert van Galen de trap afgekomen. Nieuwsgierig wie er wel niet aan de deur was. Hij hoort zijn vrouw vanuit de hal. Zo te horen, huilt ze moord en brand. Dan moet er wel wat ernstigs aan de hand zijn. Hij kan niet horen tegen wie of zij het heeft, maar begrijpt, dat ze haar hart lucht.

Besluiteloos blijft hij met de deurklink in de hand staan. Bij haar laatste woorden schiet ook hem het gemoed vol. Het kan haast niet anders of het is Simone tegen wie zijn vrouw spreekt. Zonder verder na te denken doet hij de kamerdeur open en loopt naar binnen.

Op de bank treft hij twee huilende vrouwen aan, die het beide met hun gevoelens te kwaad hebben. Hij hoort het meisje zachtjes snikkend zeggen:” Natuurlijk, maar wilt u mij dan ook vergeven, dat ik Herman heb weggestuurd”.

Ineens zien ze hun man en ‘vader’. Hij sluit de twee vrouwen die zoveel voor hem betekenen in de armen. Schaamt zich niet voor zijn tranen, al is hij een rechtgeaarde Groninger en kijkt Simone huilend, maar ongelofelijk dankbaar aan.

Betere schoondochter hadden ze zich nooit kunnen wensen. Mede door hun eigen kortzichtigheid was dat helaas voorgoed verleden tijd. Het was met recht een meisje met een gouden hart, waaraan zijn zoon de zijne had verloren. Alleen verschrikkelijk jammer, dat zij dat toen niet wilden zien.

Het eten verpietert, al trekt niemand zich daar iets van aan. Ze zijn dankbaar en blij, dat nu al het oudzeer is uitgesproken en rijp is voor de prullenmand. Vanaf nu kunnen ze verder met dit ‘gebroken’ leven. Herman zijn ze kwijt, maar daarvoor in de plaats krijgen ze ‘onverdiend’ toch iets moois voor terug.

Tegen elven bracht een opgeluchte, dankbare Geert van Galen, Hermans vriendin terug naar haar ouderlijk huis. Inmiddels mogen zij dit kind ook hun vriendin noemen en een beetje als hun dochter beschouwen.

Het verlies zelf is niet meer terug te draaien, maar wel krijgen ze weer wat lucht en licht na hun maandenlange verblijf in die donkere tunnel. Voorlopig blijft het nog wel wat donker om hen heen. Hebben ze nog wel eens het gevoel, dat ze af en toe tegen blinde muren opvliegen. Zien op die momenten dan geen lichtpuntjes meer.

Alles waar ze zo van hielden is immers van hen afgenomen. Ze vragen zich dan in alle gemoede af, waaraan ze zoveel kommer en kwel hebben verdiend. Dit was toch niet eerlijk? Soms vervallen ze weer eventjes in zelfmedelijden, maar haasten zich

Laat me….. - 141 -

Page 142: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

dan te denken, aan al wat het leven hun ondanks alle narigheid toch ook aan goeds oplevert.

Wat valt het leven soms toch zwaar. Gemakkelijk wordt er altijd gezegd, dat de Heer kracht naar kruis geeft, zij hebben dat in hun verscheurd leven terdege ervaren. Als een mens zo terneergeslagen is, dat hij verloren, finaal ingestort op de grond ligt, is Hij het, die je bij de hand pakt en weer opricht. Desnoods draagt Hij je de komende tijd in zijn liefdevolle armen.

Het is zo moeilijk te aanvaarden, dat de Heer, die ze elke zondag in de kerk aanbidden en bedanken voor alles wat hij hen schenkt, echt van hen houdt. Het kost de Van Galens enorm veel moeite in Hem de liefhebbende Vader te blijven zien, die alleen maar het goede met de mensheid voor heeft.

Als ouderling heeft Geert al heel wat ellende, verdriet en zorgen gezien. Steeds probeerde hij daar vanuit zijn eigen geloof, wat bemoediging te brengen. Hoevaak heeft hij in voorkomende gevallen niet verkondigd, dat God liefde is, troost schenkt, overal aanwezig is, verlost van angst, schenkt vertrouwen en rust.

Nu het hemzelf betreft, vraagt hij zich af, hoe hij nog in het licht van Jezus kan wandelen, wanneer hij zelf het licht niet meer ziet. Hij vindt het erg, dat hij en de vrouw zo rond blijven dwalen in de duisternis om hen heen, terwijl hij diep in zijn hart weet, dat ze Hem, die zelf het licht is, achterna moeten gaan.

Van nature houdt de mens blijkbaar meer van donker dan van het verhelderende licht. Jezus is immers het licht der wereld. Tijdens het kerstfeest zingen niet voor niets de kinderstemmen, dat Jezus zegt, dat Hij van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes brandend in de nacht en dat Hij wil, dat wij elk op ons eigen klein hoekje heldere kaarsjes zullen zijn.

Met aan het slot van die speciale eredienst het grootse: Ga nu heen in Vrede, Ga en maak het allemaal waar, alles wat er vandaag, maar ook morgen, daar in de kerk zoal wordt beleden.

Waar verdriet is, troost Hij immers; waar wanhoop heerst, biedt Hij weer hoop; waar schulden zijn, schenkt Hij vergiffenis. Hoe zou hij een God, die altijd zo goed voor hen was, dan kwalijk nemen, wat hen in deze verdorven wereld aan narigheid overkomt?

Door juist in deze moeilijke tijd zich vast te klampen aan het geloof, kan er een einde komen aan de uitzichtsloosheid van zijn bestaan en zijn peilloze verdriet. Wanneer er iemand is, die weer inhoud aan hun leven zal kunnen geven, dan is het wel de Messias, die alles ver voor hem, al heeft beleefd en heeft overwonnen. Het beste kan hij Hem blijven volgen, zonder zich te verliezen in zelfbeklag en zelfmedelijden.

De contacten met Simone werden toen de mist tussen hen was opgeklaard steeds beter. Regelmatig is zij dan ook te vinden in huize Van Galen en heeft zelfs op haar vrije maandag al eens

Laat me….. - 142 -

Page 143: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

ingesprongen op de zaak. Zij is in hun wereld bijna niet meer weg te denken. Ze mogen dan een zoon verloren hebben. Er voor in de plaats hebben ze dit meisje gekregen.

Nu ze haar nog beter leren kennen, wordt de pijn soms alleen maar groter, nu ze pas goed beseffen, wat zij met hun kortzichtigheid zich door de neus hebben geboord. Dankbaar zijn ze voor het feit, dat Simone deel van hun leven wil blijven uitmaken.

Onderling spreekt het echtpaar wel eens over hun falen. Wat had het mooi kunnen zijn. Geert kan zich nog wel voor het hoofd slaan, dat hij dat niet eerder in de gaten heeft gekregen. Nu is het jammer genoeg voor veel dingen te laat. Eigen schuld, dikke bult, zou je kunnen zeggen, maar daar koop je niets meer voor. Het kalf is immers al verdronken, het dichtgooien van de put, is nu als mostert na de maaltijd.

Wanneer het meisje in hun midden is, spiegelen zij zich in alles wat het kind aan frisheid door hun ‘somber’ huis laat waaien. Intens genieten ze van alle uitbundige verhalen, die zij hun in geuren en kleuren opdist. Verhalen aan haar praktijk ontleend. Ook de bezoeken, die de ouders over en weer bij elkaar afleggen, zorgen voor veel begrip en medeleven op alle gebied. Ze groeien steeds meer naar elkaar toe en zijn gelukkig met de nieuwe vriendschapsbanden.

Niet dat alle zorgen om Klazien nu ineens van de baan zijn. Natuurlijk niet, maar ze kan haar ei nu kwijt. Hoeft niets meer op te kroppen, maar kan tegen die haar het naaste staan altijd zeggen, wat haar dwars zit, of waar ze het moeilijk mee heeft.

Henk Wester komt zo nu en dan eens horen hoe het met haar gaat. Zo houdt hij een vinger aan de pols en kan hij haar af en toe wat bijsturen, als ze het even niet meer ziet zitten. De dokter houden ze op deze manier buiten de deur en zo zoetjesaan krijgt het geschonden vrouwtje wat meer veerkracht.

Ze gaat weer trouw naar de vrouwenvereniging en als het zo uitkomt, gaat ze met Simone soms winkelen in de plaats zelf, of een enkele keer in Emmen. Het meisje heeft op aanraden van haar ouders haar rijbewijs gehaald, al is dat niet van een leien dakje gegaan.

Heel wat lessen heeft ze al gehad, voordat de rijïnstructeur het aandurft om haar te laten afrijden. De derde keer, dat ze met lood in de schoenen naar Emmen trekt om daar haar ‘proeve van bekwaamheid’ af te leggen, slaagt ze. En dat nog wel binnen het jaar. Ze mag best tevreden zijn over haarzelf.

Zodra ze het roze papiertje in haar tasje heeft, mag ze af en toe met papa’s auto een eindje rijden. Eerst met vader ernaast, om te kijken, of ze de auto een beetje onder de knie had. Na een paar van dergelijke ritjes krijgt ze het autootje voor de eerste keer alleen mee. Trots als een pauw parkeert ze ‘vaders trots’

Laat me….. - 143 -

Page 144: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

voor het huis van de Van Galens. Klaasje komt meteen naar buiten, feliciteert Simone hartelijk, blij voor het kind, dat nu gemakkelijker ‘uit de voeten’ kan.

Als Geert van Galen die avond thuiskomt, ontkomt hij er niet aan, of hij moet zijn beurs trekken. Het verbaldereerde meisje wil eerst die royale gift van maar liefst tweeduizend euro niet aannemen. Zij moet dat maar zien als een eerste aanbetaling voor een eigen auto. Dat het de verzekerings- uitkering is van het verongelukte Opeltje van Herman, hoeft zij voorlopig nog niet te weten.

Blij, dat ze in elk geval, ook op deze wijze, een bijdrage kunnen leveren aan wat hernieuwd geluk. Ze kunnen er amper bij, dat zij nog deel mogen uitmaken van haar wereldje. Met haar enthousiaste verhalen weet ze meermalen een glimlach op hun gezichten te toveren. De familie Luitjes en vanzelfsprekend Simone in het bijzonder zijn niet meer uit hun leven weg te denken.

Het is ook een stukje eigenbelang stelt hij, ze zijn er dan zo goed als zeker van, dat zij hen zo nu en dan eens zal opzoeken. Ze hoeft dan niet meer afhankelijk te zijn van de gunsten van deze of gene, of op de bus, maar kan gaan en staan, komen en gaan, waar en wanneer ze zelf maar wil. Ze heeft beide ‘oudjes’ dan ook ontzettend bedankt voor dit prachtige ‘cadeau’.

Al met al komt er bij flarden weer wat vreugde in beide ‘kampen’. Mede dankzij de inzet van beide kanten, om er weer van te maken. Naast wat hoogtepunten, nog wel een aantal dieptepunten, die men door een goede instelling echter meestal op eigen kracht het hoofd kan bieden.

Wanneer ze ’s avonds de auto weer heelhuids en zonder een enkel schrammetje weer aan haar ‘pipa’ overdraagt, kunnen zij natuurlijk bij de fam. Van Galen niet achterblijven. Samen met een gedeelte uit haar spaarpot moet dat voldoende zijn voor een leuk wagentje.

Geen wonder, dat Simone diezelfde avond haar buurman nog met een bezoekje vereert. Met een hoogrode kleur vraagt zij, of buurman eens bij de garage waar hij werkt uit wil zien naar een leuk, betrouwbaar wagentje. De kleur vindt ze niet zo belangrijk, als die haar maar probleemloos kan brengen, waar zij belieft.

Na amper een week neemt hij haar en haar vader op een avond mee, om haar kennis te laten maken met een pas ingeruild ‘karretje’ dat hem wel wat voor zijn buurmeisje lijkt. Na een proefritje op de Mondenweg, besluit ze direct tot koop over te gaan, voordat een ander hem voor haar neus kan wegkapen. De ‘deal’ wordt gesloten en de overeenkomst getekend.

Met een kleur van opwinding bij Simone gaan zemen weer op huis aan. Zaterdag a.s. zal het wagentje, op en top gepoetst en persoonlijk door Henderikus nagekeken opgehaald kunnen

Laat me….. - 144 -

Page 145: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

worden. Hij zaler persoonlijk voor zorgen, zegt hij met een uitgestreken gezicht, dat de tank vol benzine staat, er zonder kom je immers niet ver.

Simone hoeft niet met een volle portemonnee naar Weerdinge te komen. Als zij ervoor zorgt, dat er geld genoeg op haar rekening staat, kan ze ook met haar ‘pin’ betalen.

De ‘Koningin te rijk’ rijdt ze achter Henderikus Jans, zoals hij zich bij haar aandient, als hij als een echte heer, voor haar het portier opent en haar naast een doosje bonbons ook nog een dik boeket bloemen op schoot legt, naar huis.

Daar wordt haar ‘nieuwe’ aanwinst door haar ouders en broers bewonderd. Natuurlijk willen allen een eindje met haar meerijden. Ook opa en oma worden daarbij niet overgeslagen. Ze mogen dan wat stram van lijf en leden worden, deze kans laten zij zich niet ontglippen.

Trots zit opa voorin naast zijn kleindochter. Het is maar de vraag, wie of er het meeste plezier in dit tochtje heeft. Hij gunt dit kind, dat het afgelopen jaar zo zwaar is beproefd dit pleziertje van harte. Hij neemt zich voor niet achter te blijven en geeft haar na afloop van de rit vijfentwintig euro, omdat zij hem weer veilig thuisgebracht heeft, zegt hij schalks. Oma kan die laatste opmerking niet zo waarderen en haast zich te zeggen, dat ze heel goed heeft gereden en dat ze zich heel veilig bij haar heeft gevoeld.

’s Avonds na het eten vertrekt ze in haar ‘kindje’ naar Musselkanaal. Ook daar oogst haar bezit heel wat bewondering. Moeder gaat voor de koffie zorgen, terwijl Simone met haar man een blokje om gaat. Blijkbaar komen bij haar gemengde gevoelens bovendrijven. Niet, dat ze Simone dit niet gunt, maar een boos stemmetje probeertte zeggen, dat Herman hierover ook zo blij zal zijn geweest.

Als ze aan de koffie zitten, met de zaterdagse lekkernij, haast ze zich in alle toonaarden de lof over het ‘rode’ wagentje te spuien en maakt ze meer dan duidelijk, hoe blij ze voor Simone is. In de toekomst wil ze graag eens met Simone op stap. Gezellig zo met haar tweeën, vrouwen onder mekaar, knipoogt ze het opgewonden meisje toe. Aan uitjes komt ze echter zowiezo al niets tekort.

Steeds vaker trekken de Van Galens er in hun vrije tijd op uit, waarbij het huis van de familie Luitjes zeker niet wordt overgeslagen. Zoon Rieks, die niet zo’n studiebol bleek te zijn, hielp af en toe wel eens mee in de winkel, tot hij helemaal de brui aan het leren gaf en hele dagen groente en fruit aan de man/ vrouw probeerde te brengen.

Geert en ook zijn vrouw hadden veel plezier in de jongen, die er al gauw kind aan huis werd. Geert wist hem zover te krijgen, dat hij speciale cursussen ging volgen op de avondschool.

Laat me….. - 145 -

Page 146: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Met Rieks had hij, gaf hij zijn verheugde ouders wel eens te kennen, een lot uit de loterij getrokken. Ze konden het heel goed met elkaar vinden, waar meerdere partijen erg blij mee waren. De jongen floreerde in de winkel.

Had een open gezicht naar de klanten en voor elk een vriendelijk woord, waarbij de daaraan gepaard grappen en grollen de kassa alleen maar vaker deed rinkelen. Je hebt het in je of niet. Rieks had het in elk geval in voldoende mate. Steeds meer liet Geert aan zijn ‘compagnon’ of rechterhand over.

Rieks nam de plaats in van wat hij zijn eigen zoon zo graag had toebedacht.Misschien hoopten ze erop, dat deze hardwerkende oppassende knaap t.z.t. de zaak wel wilde overnemen. Wie weet, wat de toekomst nog verborgen houdt?

Zo komt er zo langzamerhand weer wat ‘kleur en fleur’ aan het leven van Simone Luitjes. Aan alle kanten wordt en is ze goed opgevangen, zodat ze gaandeweg wat losser komt te staan van het leed, dat haar al zo jong is overkomen. Niet, dat ze die rampzalige zaterdag ooit zal vergeten, maar ze kan dat zo zoetjesaan een plaatsje geven.

Daarbij zal ze Geert en Klazien van Galen niet uit het oog verliezen en ook de band met het predikantengezin blijft en wordt alleen maar hechter en intenser. Niet dat ze deur van de kerk, daar of hier in Ter Apel zelf ‘plat loopt’, maar toch bezoekt ze regelmatig met haar grootouders, of de ouders van Herman de plek, waar ze woorden van troost en bemoediging ontvangt.

Wel vindt ze het nog steeds erg moeilijk, om bij het bezoek aan de Kloosterkapel, langs de plek te rijden, waar het ontbreken van een groot stuk bast aan de dikke eik aangeeft, wat daar nog niet zo lang geleden zich heeft afgespeeld.

De eerste maanden bezoekt ze vaak het kerkhof, waar ze meestal een bosje bloemen op zijn graf neerlegt. Samen met haar ouders, is ze daar geweest, toen Van Galen belde, dat het graf, hij bedoelde natuurlijk de steen op zijn graf, klaar was.

Met zijn vijven gingen ze naar het kerkhof. In stille harmonie. Naast de naam van Herman van Galen en de tekst: Ps. 139 werden ook vader en moeder en vriendin Simone vermeld.

Toen de Luitjes dat zagen, moesten ze wel even slikken, terwijl Simone haar hoofd in de armen van haar ( bijna ) schoonouders verborg. Dit had ze nooit kunnen bedenken. Stil was ze, toen men na een kop koffie weer huiswaarts toog. Dit alles heeft haar blijkbaar behoorlijk aangegrepen. Echter wel een bewijs, dat ze haar plaatsje in het leven van Herman, voor honderd procent heeft verdiend.

Toch verflauwen die bezoeken aan het kerkhof. Niet in het minst door de opmerking van het echtpaar, dat men op het kerkhof niets meer vindt. Men moet niet blijven staan bij wat geweest is, zeggen ze, maar vooruitzien naar alles wat de Heer

Laat me….. - 146 -

Page 147: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

nog voor je in petto heeft. Hij zal het met ons maken, daarvan zijn we meer dan overtuigd.

Wel bezoeken ze op zijn verjaardag nog trouw het graf van hun zoon. Maken de steen schoon en plaatsen er een bloemetje bij. Ook Simone is dan steevast van de partij. Zij hoort, zeggen ze wel eens gekscherend tot het vaste meubilair. Simone heeft er niet in het minst problemen mee.

Laat me….. - 147 -

Page 148: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

13. Een nieuw begin

Zo glijdt de ene week over in de andere, het wordt winter en weer voorjaar. De seizoenen volgen elkaar op in het tempo van een per kwaartaal. Ook in het hart van Simone begint zo langzamerhand de zon weer te schijnen. Zo nu en dan klatert haar aanstekelijke lach weer op in de salon. Samen met haar vriendinnen gaat ze weer uit, maakt ze plezier, gaat weer op vakantie, maar het duurt toch nog een hele tijd, voordat ze weer openstaat voor een nieuwe relatie.

Niet, dat ze persé de rouwtijd van een jaar in acht wil nemen, maar zij zelf kan die overwegend gelukkige tijd met Herman, niet zomaar achter zich laten. Ze is nog lang niet los van hem. Weet zomaar ineens weer, wat Herman gezegd, of gedaan zal hebben.

Zijn naam wordt niet ‘doodgezwegen’, maar komt tijdens vele gesprekken nog vaak ter sprake. Hij vormt en blijft een onlosmakelijk deel van haar verleden. Al kun je niet alleen op herinneringen leven.

In haar hart drijven de mooie, dierbare herinneringen nog steeds bovenaan. In haar omgeving weten ze, dat die ‘verschrompelde bloem’ ooit wel eens weer eens zal gaan bloeien. De ‘oude’ Simone hebben ze nog lang niet terug. Men mag dan wel spreken over de veerkracht die de moderne jeugd zou bezitten, maar in het boek van een beschadigd hart is het moeilijk lezen.

‘Komt tijd, komt raad’ en ‘de tijd heelt alle wonden’ zijn uitdrukkingen die heel gemakkelijk over andermans lippen komen, maar als het verdriet jezelf tot in het diepste van je ziel raakt, is dat toch wel wat anders.

Als haar voldoende leven zal worden gegund, heeft ze daar immers nog alle tijd voor. Cupido laat zich echter niet in een hoekje drukken en als ze op een verjaardag, van een vriendin van een vriendin, ontdekt, dat deze ook nog die leuke broer heeft, waar ze nooit aandacht aan heeft geschonken, omdat haar hart al bezet was, springt de vonk ineens over.

Marc blijkt onderwijzer te zijn aan een Basischool aan de Valtherzandweg in Emmen. Op deze Christelijk Nationale ‘Elout van Soeterwoude’ school probeert hij groep vier wat bij te brengen van de talrijke vakken, waaronder Bijbelse Geschiedenis. Het ene onderdeel van het totaalpakket spreekt hem weliswaar meer aan als het andere, maar over het algemeen kan hij hierin wel zijn weg vinden.

Marc slijt z’n ellebogen dus niet op een bureaublad, maar verdient als onderwijzer een tamelijk goed belegde boterham. Smakelijk kan hij vertellen over alles wat hij met zijn ‘boefjes’ uit groep vier beleeft. Wat de jeugd van tegenwoordig zoal aan

Laat me….. - 148 -

Page 149: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

praatjes te berde brent, vooral tijdens de kringgesprekken, dat houd je niet voor mogelijk. Zoals de opmerking van Jan, die nogal vol was van wat hij die morgen heeft gezin. De juf van groep 2 en 3 die tegelijkertijd op school arriveren. Elk draagt daarbij toevallig eenzelfde jas. Ook de kleur is exact gelijk.

Jan: “ Zijn juf Antje en juf Mirelle een ééneiïge tweeling meester?” Geef daar, zonder te lachen, maar eens een goed antwoord op. Gelukkig voor Marc zit er tussen het tweetal een behoorlijk leeftijdsverschil, zodat hij er zich niet in allerlei bochten hoeft te dwingen.

Wat te denken van het antwoord van Jantje op de vraag van Geert, waarom in de herfst de ooievaars altijd naar het zuiden vliegen. “Nou joh, daar willen de vrouwen ook wel kinderen!”

Marc is onderwijzer, of leraar zoals het tegenwoordig heet, in hart en nieren. Is niet alleen van half negen tot kwart over drie in ‘dienst’, maar voegt er dagelijks heel wat onbetaalde uurtjes aan toe.

Hij vindt het fijn, om op deze zesmansschool wat ervaring op te doen. Toch liggen zijn aspiraties wel wat hoger. Wanneer hij over enkele jaren de kans zou krijgen om directeur, of desnoods locatiedirecteur te worden op een school in de buurt, zal hij zeker gaan solliciteren. Voorlopig heeft hij nog wel even de tijd en het hier uitstekend naar zijn zin.

Woont nog bij zijn ouders thuis. Natje, droogje en wasje op zijn tijd. Wat wil een mens nog meer. Ja huisje, boompje, beestje en misschien nog een mooi kooitje, waarin hij t.z.t. een aantrekkelijk ‘duifje’ onderdak kan verlenen. Toevallig valt zijn oog op een verjaardagsfeestje op een goedgekapte, lieftallige jongedame, die eigenlijk vanaf het eerste gezicht zijn ontvankelijk hart in vuur en vlam zet.

Na afloop heeft hij, als hij het gedurfd had, nog graag even met haar alleen willen praten, maar na een algemeen: dag hoor en een brede zwaai van haar arm, is ze weggereden in een leuk, bij haar passend, autootje.

Het heeft hem niet veel moeite gekost, om achter al haar ins en outs te komen. Wat hij over haar hoort, laat hem echter niet ontmoedigen en zodoende trekt hij amper een week later de stoute schoenen aan en belt haar na schooltijd op haar werk. Donderdag koopavond, dus hij neemt gevoeglijk aan, dat ze aan het werk is.

Aangezien ook Simone tijdens die avond meermalen ‘stiekem’ een oogje heeft laten vallen op die vlotte jongen, waarbij een enkele keer hun blikken elkaar hebben gekruist, neemt ze met een kleur de telefoon van haar patroon aan. Na een aantal ja’s en nee’s stemtze in met een nadere kennismaking.

Ze ziet wel de blikken van haar collega’s, die uiteraard aan haar lichaamstaal en gezichtskleur zien, dat ze iets bijzonders aan

Laat me….. - 149 -

Page 150: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

het handje heeft, maar gelukkig houden die zich na het gesprek, als afgesproken, ongewoon stil. Zij willen zich vanzelfsprekend niet met deze duidelijk ontluikende liefde bemoeien.

Het zal voor Simone, die in haar jonge leventje al zoveel te verstouwen heeft gekregen, een nieuwe start en hopelijk een geschenk uit de hemel zijn. Na het ‘frisdrankuurtje’ weet uiteraard iedereen al lang, welke persoon er achter dat ‘geheimzinnige’ telefoontje steekt. Niemand, die haar goedmoedig plaagt. Ze gunnen haar zo graag wat nieuw levensgeluk.

Als het geloof maar niet weer een onoverkomelijk struikelblok zal blijken te zijn. Leraar bij het Christelijk onderwijs, belooft niet veel goeds voor Simone, maar gelukkig heeft zij, haar door schade en schande, vallen en opstaan wijs geworden geloofsbeeld, al behoorlijk aangepast. Ze kan in de jaren na Herman, veel beter overweg met de ‘Christenvolgers’. Gewapend met een gezonde dosis ervaring durft zij nu de confrontatie wel aan.

Niet, dat hij zich het prototype van een ware gelovige voelt, maar meer een vreemdeling, die zich met een hoop vallen en opstaan probeerde zich een weg te banen, door het complexe geloofsgebeuren. Van huisuit niet behept met een aantal opgelegde doctrines, maar uitgaat van het gegeven, dat iedereen na de ‘zondvloed’ is geboren. De een niet beter is dan een ander, maar kan weten, waar hij zijn hulp, troost en verwachting vandaan mag halen.

Geloven, vindt hijzelf, is eigenlijk hetzelfde als een grote sneeuwbal tegen een heuvel oprollen. Wanneer je bijna boven bent en denkt het gehaald te hebben, dan glipt de grote kogel uit je handen. Met de brokstukken en al belandt je weer aan de voet en kan je weer van voren af aan beginnen. Eén ding is echter zeker: de aanhouder wint, als je het hoofd tenminste niet in de schoot legt.

Het geloof, dat in de relatie met Herman zo’n grote, beslissende rol heeft gespeeld, komt reeds de eerste avond ter sprake. Doodsbenauwd als Simone is, voor de tweede keer in een ‘valkuil’ te stappen. Gelukkig klikt het deze keer van beide kanten. Ze spreken vaak, veel en uitvoerig over de wezenlijke dingen van het leven. Niets wordt daarbij onder het vloerkleed geveegd, maar openlijk op tafel gelegd.

Als na een aantal weken Simone het met haar ‘Marcie’ wel aan lijkt te durven en hem voorstelt om op woensdagavond a.s. haar te komen bezoeken in de ‘Herdershut’, waar ze moet oppassen op Wim, zodat ze na afloop van de vergaderingen van beide bewoners, nog wat na kunnen praten, is dat voor Marc geen enkel probleem. Hij wil wel eens kennismaken met de dominee, waar Simone zo van opgeeft.

Laat me….. - 150 -

Page 151: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Hij krijgt daar niet de indruk examen te moeten doen, of gewogen te worden. In elk geval krijgt het stel de weliswaar onuitgesproken indruk, dat beiden en in het bijzonder Marc, als nieuwe partner van ‘hun’ Simone zwaar genoeg bevonden worden. Ongemerkt is het al dik na twaalven, dat Simone, veilig en wel, na een hartstochtelijke kus-scene voor vaders deur wordt afgeleverd.

Het duurt dan ook niet lang meer, voordat Marc zijn opwachting mag maken bij vader en moeder Luitjes. Jan en Janske vinden, na vertrek van het tweetal later op de avond, dat hun dochter een slechtere keuze had kunnen maken en zijn dan ook blij, dat zij, na zo’n verdrietige periode, weer wat extra levensvreugde mag inademen. Je ziet het meisje zienderogen opbloeien.

Met haar ‘nieuwbakken’ vriend kan ze goed door één deur. Ze blijken elkaar goed aan te voelen en ontdekken, dat het bij hen regelmatig twee zielen, één gedachte is. Over en weer komt men bij elkaar over de vloer en steeds meer zijn ze samen ergens te vinden. Af en toe gaan ze met wederzijdse vrienden wel eens op stap, maar geen van beiden heeft daarbij veel behoefte aan uitbundig vertier.

Ook Marc heeft al het nodige voor zijn kiezen gekregen. Een meisje, dat bij nader inzien toch liever met een ander naar het gemeentehuis wil gaan. Na zes maanden wordt het hoe en waarom hem meer dan duidelijk.

Twee door het leven geschonden zielen, die niet bij de pakken blijven neerzitten, maar met open oren en ogen een nieuwe kans willen laten rijpen. Ze kunnen elkaar in menig punt tot hulp, steun en troost zijn.

Voorzichtig wordt hun vriendschap op – en uitgebouwd. Toch duurt het nog vrij lang, voordat ze ontdekken, dat hun vriendschapsrelatie is veranderd in ontluikende liefde. Haar ouders zijn de eersten, die ze op de hoogte stellen van hun voornemen om in de toekomst gezamenlijk, schouder aan schouder, door het leven te gaan.

Maar het duurt nog veel langer, voordat Simone, schoorvoetend, erg zenuwachtig en bang voor hun reaktie, het aandurft de Hermans ouders over haar nieuwe vriend te vertellen. Eerst schrikken ze daar geweldig van, maar weten zich snel te herstellen. Zij is immers veel te jong om haar hele leven te blijven treuren om iemand die er niet meer is.

Herman is inmiddels al ruim anderhalf jaar ‘uit beeld’ , maar zal nooit helemaal uit hun en Simones hart verdwijnen, daarvan zijn ze overtuigd. Ze kennen Hermans ex. vriendin inmiddels wel zo goed, dat ze weten, dat hun zoon, haar grote liefde, voor altijd deel zal blijven uitmaken van haar leven. Dat zal elke nieuwe vriend moeten accepteren, voor hun relatie kans van slagen heeft.

Laat me….. - 151 -

Page 152: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Pas na de zomervakantie heeftze zoveel moed vergaard, om hem aan de ouders van haar gestorven vriend voor te stellen. Het is speciaal voor Hermans ouders een moeilijke avond, maar zij tonen zich dankbaar, dat ze ook nu nog een rol, al is dat eigenlijk maar een klein bijrolletje in het leven van dit gelukkige kind mogen blijven spelen.

Ze hebben elkaar nooit helemaal uit het oog verloren, al worden de bezoekjes begrijpelijkerwijze wel steeds schaarser. Jeugd hoort bij jeugd, heeft Geert Van Galen wel eens schertsend opmerkt, al zat daar wel een vreemde ondertoon bij. Ze gunnen de vroegere vriendin van hun zoon immers alle goeds en mogen dankbaar zijn, dat zij niet helemaal uit haar wereld worden weggeschreven.

Door haar bezoekjes en telefoontjes en uiteraard de verhalen van broer Rieks, die zich steeds meer als een echte koopman gaat ontplooien, blijven ze op de hoogte van het liefdesleven van het jonge stel. Ze proberen altijd, hoewel vaak innerlijk met een bloedend hart, de jongelui open en gastvrij tegemoet te treden.

Al doet het hun wel wat, een andere knaap naast Simone op de bank te zien zitten. Gelukkig gedragen ze zich niet als een smoorverliefd stelletje, dat elkaar nauwelijks af kan blijven. Ze gaan begripvol en verstandig met elkaar om. De verwelkte bloemblaadjes vallen zo langzamerhand de een na de ander af en af en toe komt er weer een stukje van een mooie bloem tevoorschijn. Ook de Van Galens genieten, op hun eigen manier, van deze opbloei.

Ze mogen en kunnen immers niet van Simone verwachten, dat ze voor altijd om hun Herman zal blijven treuren. God trekt Zijn plan, met Zijn mensenkinderen. Voor de aardse bewoners soms onbegrijpelijk, oneerlijk en onrechtvaardig, maar altijd met een bedoeling, die in Zijn straatje past.

Zij mogen hoe moeilijk soms ook, blij zijn voor dit meisje, dat op hun weg is geplaatst. Door haar blijft de gedachte aan hun zoon levendiger dan ze hadden durven verwachten. Juist door dit eens zo door hen verguisde kind, kunnen ze een beetje goedmaken, wat ze door eigen kortzichtigheid moedwillig hebben verprutst.

Ze blijven, mee door haar bezoekjes, goed op de hoogte van haar handel en wandel. De verhalen over haar Marc ontbreken hierbij niet. Nu ze kennis hebben gemaakt met dit jongmens, kunnen ze niet anders dan blij zijn voor Simone. Hun verstand zegt daarbij, dat ze blij moeten zijn voor het meisje dat ze weer wat levensgeluk vindt bij een nieuwe levenspartner.

Maar toch.. Het gevoel spreekt een heel andere taal. Nog altijd doet het pijn via Rieks Luitjes over haar nieuwe verkering te horen, maar ze weten, dat als ze ook maar het geringste van hun

Laat me….. - 152 -

Page 153: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

moeite aan haar zullen laten blijken, haar zo buitengewoon gewaarde bezoekjes dan accuut achterwege zullen blijven.

Met zijn ‘Simona’ kan Marc best voor de dag komen. Simone kan het wel appreciëren, dat hij haar niet ‘Simoontje’ noemt.

Dat koosnaampje is en blijft voorbehouden aan haar eerste vriend. De contacten verbreden en verdiepen zich geleidelijk aan. Hij weet, dat hij niet de ‘grote’ liefde voor zijn vriendin is, maar hij legt zich graag bij dat gegeven neer. Zij is het dubbel en dwars waard.

Vaak komt hij bij haar ouders over de vloer, die de man, die kans ziet hun dochter uit zo’n diep dal te trekken en haar leven wat meer fleur te geven, in de armen sluiten. Ze kunnen over en weer goed met elkaar overweg. En geven Marc dan ook volledig ‘the benefit of the doubt’, of zoals vader en moeder Luitjes zelf zeggen: ‘het voordeel van de twijfel’. En dat laatste is er nagenoeg niet. Marc lijkt hun de uitgelezen persoon om hun dochter weer gelukkig te maken.

Als na twee jaar verkering Marc in het ‘Vacaturekrantje’ dan ook een advertentie leest, waarin een nieuwe locatiedirecteur wordt gevraagd, neemt hij op ‘wortelavond’ het krantje mee naar haar ouderlijk onderkomen. Hij vraagt, of ze met z’n tweeën even naar haar kamer kunnen gaan, omdat hij iets met haar te bespreken heeft. Vanzelfsprekend vindt zij het goed.

Naar zijn vrolijke snuit te oordelen kan het immers niet iets vervelends zijn. Hier bespreekt hij de advertentie met zijn meisje en vraagt, of die wel zin heeft met hem naar de ‘ganzenstad’ Coevorden te gaan.

Zij houdt zich onnozel en vraagt, met een twinkeling in de ogen, wat hij daarmee bedoelt. Met een bonzend hart wacht ze zijn antwoord af. Die laat niet lang op zich wachten.

Marc staat bedachtzaam, zoals hij in alles doet, uit zijn stoel op. Zakt op een knie en vraagt plechtig, waarbij hij in haar grijs- groene ogen kijkt, of zij met hem wil trouwen, om als hij die baan mag krijgen als zijn vrouw mee te gaan. Haar blik, haar tranen en haar gefluisterd “Ja” laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

Het blaadje met de bewuste advertentie wordt samen nog eens extra goed doorgenomen. Zelfs de kaart komt er aan te pas. Alle voorwaarden en mogelijkheden worden op een rijtje gezet. Er blijkt een ‘meestershuis’ beschikbaar te zijn, zodat de nieuwe functionaris in elk geval verzekerd is van onderdak.

Alle voors en tegens worden gewikt en gewogen en alles tegen elkaar afgezet. Na rijp beraad wordt er besloten, dat hij een sollicitatiebrief zal gaan schrijven. Misschien kunnen ze samen wel alvast een voorzetje geven en het een en ander op papier zetten. Marc vindt wel, dat haar ouders op de hoogte gesteld moeten worden van hun plannen.

Laat me….. - 153 -

Page 154: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

“Heb je mijn ouders al om toestemming gevraagd?”, plaagt ze hem. Deze gaat er serieus op in. “Je hebt gelijk”, zegt hij, “dat ga ik zo meteen wel even vragen. Dollend buitelen ze als het ware de kamer binnen, waar Simone zich alvast op de bank laat vallen naast haar jongste broer, als zoekt ze daar wat bescherming.

Marc blijft voor Jan en Janske staan en richt zich tot hem. Hij vindt, dat hij er best een showtje van kan maken. Met een uitgestreken gezicht vraagt hij, of hij de ouders van Simone wel iets zal mogen vragen. En kijkt daarbij beurtelings het echtpaar aan.

De vlammen slaan Simona uit, ziet hij vanuit zijn ooghoeken. Jan fronst de wenkbrauwen. “Wat moet deze flauwekul nu voorstellen?” Zijn vrouw heeft daar blijkbaar minder moeite mee, want die ziet hij gniffelen achter haar hand.

Eindelijk na veel omwegen en een hoop ‘prietpraat’ komt Marc met het water voor de dokter. Plechtig vraagt hij eerst vader Jan, daarna moeder Janske om de hand van hun dochter. Lachend verklaart Jan in stijl daar geen moeite mee te hebben, als hij maar belooft haar dan ook altijd op handen te zullen dragen.

Zij is het meer dan waard verzekert hij zijn a.s. schoonzoon. Die kan dat alleen maar beamen. Moeder doet het op haar manier. Ze staat op en zoent Marc dat het klapt en heet hem hartelijk welkom in hun gezin.

Broerlief vindt het blijkbaar nog wel wat te snel en te vlotjes gaan. Hij merkt droogjes op, dat hij er ook nog is. Dit gaat toch zo maar niet. Heeft hij hierin geen stem in het kapittel? Per slot van rekening krijgt hij er dan een zwager bij en of hij daar nu zo gelukkig mee moet zijn? Marc, waar hij altijd bijzonder goed mee overweg kan, speelt er leuk op in en vraagt ook hem om toestemming.

Met een:”Vooruit dat moet dan maar”, is ook die kant van de ‘deal’ gesloten. Het is maar goed, dat Rieks niet aanwezig is, want dan had die ‘zielige’ Marc nog meer voor zijn kiezen gekregen. Die is in staat, hem eerst nog te vragen, of hij zijn blinde darm nog heeft en zijn volledig gebit,- een bril draagt hij in elk geval nog niet- , dit met het oog op eventuele later nog komende kosten.

Volgens Rieks is het vast het beste, daar van begin-af-aan terdege rekening mee te houden. Nu alle ‘gekheid op een stokje’ is gezet, komen de felicitaties, waarbij de zakdoeken van de dames enigszins worden bevochtigd.

Dat schijnt er in voorkomende gevallen echter bij te horen. Vader Luitjes heeft nog wel wat onder de kurk en moeder verdwijnt in de keuken voor wat kaas en stukjes worst. Daarna komt het gesprek pas in rustiger vaarwater.

Marc vertelt over de bewuste advertentie en de plannen die hij altijd al koestert. Ze gaan in ieder geval de wereld niet uit,

Laat me….. - 154 -

Page 155: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

zodat ze van harte kunnen instemmen met hun voornemen. Tegen tienen vertrekken de oudjes onder de ‘manufacturen’.

Morgen is het immers weer vroeg dag. Ook Klaas vindt, dat hij bij dit stel tortelduifjes meer als overbodig is en poetst eveneens de plaat. Het tweetal kan hem dat ook niet euvel duiden. In gepaste vorm wordt de ‘verloving’ nog eens dunnetjes over gedaan, waarna er spijkers met koppen geslagen moeten worden.

Gezamenlijk wordt de eerste aanzet tot een effectieve brief op papier gezet. Tegen elven is het ook voor het pas ‘verloofde paar’ de hoogste tijd om op één oor te gaan. Of er die nacht op twee slaapkamers veel en goed is geslapen, blijft een open vraag.

Zaterdags heeft Marc de brief postklaar en laat hem voor een laatste controle aan Simone lezen. Als ook die geen fouten of andere ‘rariteiten’ kan ontdekken, wordt de brief getweeën op de post gedaan. Nu maar afwachten, wanneer en hoe de uitslag zal zijn.

Voorlopig blijven hun trouwplannen nog in de ijskast liggen. Wel vinden ze het niet meer dan logisch, dat Hermans ouders z.s.m. van hun voorgenomen plan op de hoogte worden gebracht. Die mogen dit niet van een ander horen, vinden ze allebei.

Aangezien van uitstel nog altijd afstel komt en ze toch eenmaal door de zure appel heen moeten bijten, besluiten ze de koe bij de horens te vatten en vanavond nog bij het echtpaar op bezoek te gaan. Wanneer ze daar zo tegen negenen zijn, heeft het echtpaar tijd genoeg gehad zich voor de rest van die avond in hun stoel voor de buis te zetten.

In Musselkanaal kijkt men wel op van het rode autootje dat voor hun deur stopt. Simone en Marc, “Wat zouden die hebben?” Na de begroeting en het inschenken van wat frisdrank laten ze het echtpaar niet lang in het ongewisse. Ze vertellen van de advertentie, waarin een baan in Coevorden wordt aangeboden, waarnaar Marc wel oren heeft.

Ook Simone past in dat plaatje, zodat ze het plan hebben opgevat, dat mag Marc die baan krijgen, daar als getrouwd stel naartoe te verhuizen. Na de eerste schrik, komen de felicitaties, al zijn die dan misschien wel wat verkrampt.

Ze moeten echter vooruitkijken en niet bij de pakken neer blijven zitten, maar het had ook zo anders kunnen zijn. Gedane zaken nemen echter geen keer. Ze moeten blij zijn met dit paar. Ze gunnen het meisje immers alle geluk van de wereld en daar hoort ook een nieuwe partner bij.

Het toekomstige bruidspaar belooft hen op de hoogte te zullen houden. Voorlopig is het nog niet zover, maar ze vinden, dat zij recht hebben om als een van de eersten op de hoogte te zijn van hun voorgenomen huwelijk. Het echtpaar verzekert om het hardst, dat ze dat ook zeer op prijs stellen en willen ook graag

Laat me….. - 155 -

Page 156: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

op de hoogte blijven van de stand van zaken. Heel wat vrijer en blijer maken ze de terugreis.

Opgelucht dat hun plannen ook daar in goede aarde zijn gevallen. Daar zullen die avond en nacht zeker nog wel een aantal traantjes vergoten worden, daar hebben ze ook alle begrip voor. Het moet voor hen ook niet gemakkelijk zijn, een ander, die zo helemaal zijn plaats inneemt, op de stoel van hun gestorven zoon te zien zitten. Hoewel ze niet mogen verwachten, dat de ex. vriendin van hun zoon een nieuwe vriendschap en het huwelijk voor altijd uit zal sluiten.

Hoe moeilijk hun de acceptatie van dit gegeven de Van Galens ook doet, ze zijn blij, dat ze hun verdriet voor dit jonge stel, zo goed hebben weten te verbergen. Dankbaar zijn ze voor het feit, dat Simone hen niet voor altijd uit haar leven verbant.

Maar desondanks blijft het een zwaar kruis, dat ze moeten dragen. Hadden ze indertijd…, maar as is verbrande turf en achteraf is het gemakkelijk te beseffen, waarin men voorheen zo jammerlijk heeft gefaald.

Zin om die avond nog uit te gaan, heeft het jonge stel niet. Onder de vleugels van Jan en Janske Luitjes is het nog het beste toeven. Mensen, die begrijpen, wat er in de hoofden van ‘hun’ kinderen, maar vooral in die van hun vrienden Geert en Klazien van Galen moet omgaan.

Het moet vooral voor de laatsten een hart gelag zijn, om de gewezen vriendin van hun zoon nu met een ander gelukkig te zien worden. Dit hadden ze immers hun zoon ook zo graag gegund. Het echtpaar neemt zich voor, morgen even met hen te bellen, of misschien is het beter even langs te gaan. Gedeelde smart, is nog altijd halve smart. Erover praten, kan van een heleboel ‘oudzeer’ de scherpste kantjes halen.

Ze zijn blij met de keuze van hun dochter, al blijft Herman een bijzonder plaatsje in hun hart houden. Dankbaar zijn ze voor het nieuwe geluk, dat hun dochter weer toelacht, al zal ze Herman nooit helemaal kunnen vergeten. Daarvoor spreekt de vergrote foto van een lachende Herman op haar bureautje een veel te duidelijke taal.

Marc stoot zich hieraan in het geheel niet. Integendeel, vaak rolt de naam van Simones ex. nog over de spreekwoordelijke tafel. Al dan niet in aanwezigheid van Marc. Herman zalnooit ‘letterlijk’ dood gezwegen worden, daarvan zijn ze overtuigd.

Dat God zijn plan met deze wereld trekt en het beste met al Zijn onderdanen voor heeft, willen ze best geloven. Al zullen ze evenals Thomas ( de ongelovige ) zelf ook zo graag Zijn aanwezigheid, of Zijn Hand met eigen ogen willen zien. Dat er meer is tussen hemel en aarde, daarvan zijn ze wel overtuigd, maar om alles wat er aan ‘wonderen’ om je heen gebeurt, aan de Schepper toe te schrijven, gaat hen wel een stap te ver.

Laat me….. - 156 -

Page 157: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

De ‘waaroms’ die oma Luitjes schijnbaar moeiteloos bij het dramatische bezoek van haar kleindochter tevoorschijn toverde en de wijze antwoorden, die ze daarop had gegeven ten spijt.

Toch kunnen ze niet ontkennen, dat de manier waarop de Van Galens met hulp van hun predikant met dat afschuwelijke verlies zijn omgegaan, hen diep heeft getroffen. Hun mening over zieltjeswinnerij en preken voor eigen parochie, zoals ze die in hun kringen regelmatig voorgeschoteld hebben gekregen, hebben ze moeten bijstellen.

Zolang er Christenen zijn, die zo met hun geloof omgaan en er voorgangers zijn die zich zo van hun ‘opdracht’ kwijten, kan het niet anders, dan eerbied en bewondering te koesteren voor hen, die dit als een, van Godswege, voor hen uitgestippelde weg zien.

Hoewel ze nooit kwaad hebben willen spreken over mensen, die hun geloofsovertuiging met zo’n intens- en oprechtheid belijden, moeten ze toch toegeven, dat het er meer zijn, dan zij tot voor kort dachten.

Nu de eerste stappen zijn gezet, is het nu wachten op een telefoontje, of een officieel berichtje uit Coevorden. Met spanning wordt er naar uitgekeken. Zodra er een brief van het Schoolbestuur bij Marc’s ouders op de mat valt, hebben ze Marc gebeld, die meteen voorstelt de brief maar te openen. Het blijkt een uitnodiging voor een gesprek te zijn.

Men wil graag de volgende week, ’t liefst op woensdagmiddag een voor beide partijen, oriënterend gesprek met hem hebben. Ze verwachten hem, zonder tegenbericht, tegen tweeën.

Het gesprek verloopt voorspoedig. Simone is met Marc meegereisd en grijpt de gelegenheid aan, het stadje wat te verkennen. Later pikt hij haar op het marktplein wel weer op. Ze moet in die cafetaria maar op hem gaan wachten. Hij verwacht zo tegen drieën wel weer terug te zijn.

Na een ‘bemoedigings’ zoentje zoekt hij de school op, waar hem een delegatie van het Bestuur en het personeel wacht. Ze vragen, wat hij het liefste doet, eerst de school bekijken, of meteen in de personeelskamer ter zake komen. Marc kiest voor het laatste. Mocht het gesprek op niets uitlopen, dan hoeft hij de rest ook niet meer te zien.

Na een inleidend woord van de voorzitter, worden er in een rap tempo een heleboel vragen op hem afgevuurd. Hij krijgt het er benauwd van, zweet onderhuids peentjes, maar weet op alle onderwijskundige en pedagogische vragen, denkt hij, toch een bevredigend antwoord te geven.

Na de koffie stelte de voorzitter voor, dat hij met het aanwezige personeel de school eens gaat bekijken. Ze geven hem een uitvoerige rondleiding, waarbij het gesprek veel luchtiger

Laat me….. - 157 -

Page 158: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

wordt en men in een ongedwongen sfeer toch een heleboel over en weer boven water krijgt.

Klokslag half vier staat hij opgelucht weer buiten. Nu op weg naar zijn Simona, die vanzelfsprekend in gedachten met hem heeft meegeleefd. Ze blijkt al een tijdje achter een kopje koffie te zitten. Aan wat lekkers is ze, zegt ze, nog niet toegekomen. Van de zenuwen had ze toch geen hap door de keel kunnen krijgen.

Gelukkig kan ze dat nu samen met Marc dubbel en dwars inhalen. Ondertussen vertelt die in geuren en kleuren zijn wederwaardigheden. Hij dacht, dat hij het er redelijk vanaf had gebracht. Nu maar afwachten, wat er uit voort zal vloeien. Samen zijn ze nog even langs de school en het beschikbare ‘meestershuis’ gereden. Het ziet er op het eerste gezicht aantrekkelijk uit. Ook het stadje zelf is Simone heel erg meegevallen. Zij ziet het hier samen met haar Marcie best wel zitten.

Vervolgens begint de ‘tamtam’ z’n werk te doen, zodat binnen de kortste keren alle betrokkenen en directe belanghebbenden op de hoogte zijn. Na het dermate goed verlopen en veel belovend gesprek, brengen een paar afgevaardigden uit de ‘Ganzenstad’ onverwacht een bezoek aan Marc’s school, voor het bijwonen van een paar ‘proef’ lessen.

Ze willen een zo natuurgetrouw mogelijk beeld van zijn kunnen en kennen krijgen en dat krijgt men niet na een paar ‘gelikte’, terdege voorbereide lessen. Daarom zijn ze zomaar op de ‘bonnefooi’ komen opdraven. Marc heeft zich, na een eerste schrik, niet uit het veld laten slaan en heeft, om een zo goed mogelijk beeld van zijn kunnen te laten zien, wat lessen aangepast, vervangen en hier en daar wat ingekort. De kinderen werken behoorlijk mee, of ze voelen dat er voor hun meester veel van afhangt, zodat de afgevaardigden een goed beeld van hem krijgen. Ze blijven tot het einde van de middag, wat hij als een goed teken ziet.

Daarna heeft hij in de personeelskamer nog een uitgebreid gesprek over allerhande uiteenlopende zaken. Ook wordt hem gevraagd naar zijn huwelijkse staat. Dat kunnen ze al weten aan de hand van zijn c.v., maar ze bedoelen natuurlijk, of hij al een relatie heeft, verloofd is en eventuele trouwplannen heeft. Hij begrijpt o zo goed, waarom ze hem die vraag stellen.

Ze hebben ogenschijnlijk niet zo’n belang bij een ongehuwde locatie directeur. Hij is blij, ze hierin te kunnen geruststellen. Als hij de baan in ‘Koivorden’ krijgt, dan zullen ze binnen afzienbare tijd in het huwelijksbootje stappen. Uit de advertententie heeft hij begrepen, dat er bij een woning beschikbaar is. Bij hun toekomstplannen, hebben zijn verloofde en hij al rekening met e.e.a.gehouden.

Laat me….. - 158 -

Page 159: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Aan hun ‘visitatie’ houdt Marc een goed gevoel over. Zijn lessen zijn goed verlopen. Zijn leerlingen hebben zich van hun beste kant laten zien, zodat hij het besluit van het Schoolbestuur met vertrouwen tegemoet ziet.

Simone hoort die avond wel op van het bezoek van het Schoolbestuur en ziet dat als een goed teken. Als ze niets in hem zagen, waren ze vast en zeker niet langsgekomen, om hem in zijn eigen omgeving aan het werk te zien.

Die avond, zo tegen tienen krijgt hij het verlossende telefoontje. Men wil in Coevorden graag met hem in zee. Zo spoedig mogelijk worden de officiële bescheiden wel thuisgestuurd. Nu kunnen er spijkers met koppen worden geslagen. Er moet nog heel wat water door de zee, of nog beter ‘de Vecht’ stromen, voordat alles op de rails staat. Tjonge wat moet er ineens een hoop worden geregeld.

Zodra ze kunnen, gaan ze in ondertrouw. Een zaal wordt besproken, een jurk uitgezocht samen met de beide moeders en ook Marc wordt door zijn ouders in het nieuw gestoken. Een paar keer gaat men naar Coevorden om het huis te bekijken. Een paar plaatselijke schilders zullen er voor zorgen, dat over twee weken alles er spik en span bij zou ligt.

Meubels worden uitgezocht en besteld. Gordijnen gekocht en pasklaar genaaid. Het worden twee drukke maanden, voordat het ‘kooitje’ helemaal voor gebruik gereed is. Het wachten is nu nog op het halen van een ‘boterbriefje’. Voordat dat kan gebeuren, zijn de beide families elkaar al een stuk nader gekomen. Alles verloopt in een harmonieuze sfeer.

Ook de fam. van Galen wordt daarbij niet vergeten, al spelen zij in dit geheel geen rol van betekenis. Hoe blij ze ook zijn voor de gewezen vriendin van hun zoon, het idee, dat ze nu ging trouwen met een en ander, het valt hen zwaarder, dan menigeen vermoedt. De uitnodigingskaart voor de trouwerij in Gemeentehuis en Kerk staan wel op de schoorsteenmantel, maar ze kunnen het niet opbrengen om daarbij lijfelijk aanwezig te zijn.

Ze hebben dit het bruidspaar ook voorzichtig meegedeeld, die daar uiteraard alle begrip voor heeft. Wel hebben ze zich voorgenomen, als het enigszins mogelijk is, naar de kerkdienst te gaan. Maar dat hoeft het paar nog niet te weten.

Voor de burgerlijke trouwdienst in het Gemeentehuis van Sellingen worden afspraken gemaakt. Later op de dag. Om vijf uur om precies te zijn, zal de huwelijksinzegening plaatsvinden in de S.O.W.- kerk in de Emmerhout van Emmen. Ze hebben expres voor deze lokatie gekozen en dat met het oog op de talrijke kinderen, die met hun ouders in de kerk aanwezig zullen zijn.

Bewust hebben ze niet gekozen voor Musselkanaal, aangezien die confrontatie met het afscheid, dat ze daar van Herman hadden genomen te pijnlijk zou zijn. Ook de

Laat me….. - 159 -

Page 160: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Kloosterkapel komt niet ‘im frage’. Ze moeten dan langs de geschonden boom rijden, die nog steeds herinnert aan de jongeman, die hier zo jammerlijk om het leven kwam.

In het begin van de rouwtijd hebben opa en oma haar wel eens gevraagd, met hen mee te gaan, maar vaak heeft ze het afgewimpeld. Ze kan het zien van die ‘rampplek’ nog nauwelijks aan. De plaats, waar een droom in een nachtmerrie uiteenspatte.

Wel is ze, wanneer ze op zondag bij de Van Galens ‘bivakkeerde’ regelmatig met hen mee gegaan. Dit tot grote vreugde van het predikanten echtpaar, die haar als een welkome gast beschouwen. Ze is dan ook met dominee en domineese bijzonder eigen.

Het staat dan ook buiten kijf, dat Ds. Henk Wester gevraagd wordt, deze trouwdienst te leiden. Hij wil dat vanzelfsprekend heel graag doen. Simone is samen met Marc tot zijn vriendenkring gaan behoren. Hij zal zich zelfs beledigd hebben gevoeld, als een ander met die eer gaat strijken. Nu kan hij dat na de hem gestelde vraag ook gemakkelijk zeggen.

Uitgebreid is Henk ingegaan op hun speciale wensen en belooft er een mooie, maar bovenal goede dienst van te zullen maken. Zelfs de dominese zal zeker in de kerk zitten, om getuige te kunnen zijn, van het nieuw verworven geluk van haar vriendin.

Laat me….. - 160 -

Page 161: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

14. Keuze voor het leven

Na een heleboel geregel en veel voorpret, breekt dan eindelijk de dag aan, waarnaar zo lang is uitgekeken. De zus van Marc, Heleen, en de oudste broer van Simone, Klaas, hebben de rol van ceremoniemeesters op zich genomen. Rieks had nog wel wat stoer gedaan en geöpperd, dat het bruidspaar met hem nog niet ‘jarig’ was geweest, als ze hem als ‘eerstgeborene’ het daarbij horende recht door de neus zouden hebben geboord.

Hoe hij aan die ‘bijbelwijsheid’ komt, is een raadsel, of zal de dagelijkse omgang met vader van Galen, zoals zij de vader van Herman in gedachten nog vaak noemt, zijn vruchten afwerpen? Zij heeft echter nog nooit gehoord, dat de ‘ouweheer’, zoals Rieks zijn werkgever wel eens noemt, hem ‘bepreekt’.

De samenwerking verloopt volgens horen zeggen, van weerskanten uitstekend. Ze hebben in Ter Apel het idee, dat zoonlief daar een uitstekende opleiding krijgt voor toekomstig ondernemer. Simone kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat pa van Galen als het ware d.m.v. haar broer probeert aan Herman goed te maken, wat hem toen zo jammerlijk bij de handen is afgebroken.

Rieks vaart er blijkbaar wel bij. Als het zo doorgaat, ziet zij broerlief nog wel eens de plaats en taak van ‘franchiser’ overnemen. Ze gunt het beide partijen van harte.

De bruidsjurk is klaar en volgens de wederzijdse moeders een plaatje. Alles geregeld en besproken. Menselijkerwijs kan er eigenlijk niets meer fout gaan. Samen kijkt het jonge stel uit naar die dag en wat hen daarna in Coevorden wacht.

Het huis is ‘met bezemen gekeerd’. Compleet ingericht naar eigen wens en het echtelijk bed al opgemaakt. Zij heeft zich er met haar aanstaande regelmatig van vergewist, of een en ander wel naar beider tevredenheid wordt uitgevoerd. Over hun ‘hulptroepen’ hebben ze echter geen klagen. Het werk vorderde gestaag en het leek wel, of het huis zich opmaakte, om de nieuwe bewoners te verwelkomen.

De trouwdienst hebben ze met Henk Wester al van a tot z doorgenomen. Een plaatsje in de dienst is ingeruimd voor de leerlingen van Marc’s klas. Een collega van zijn oude school heeft een passend lied ingestudeerd op die momenten, dat hij, Marc, niet (meer) aanwezig was.

Vaak werd hij met een smoesje de klas uitgelokt. Hij deed maar net, of hij zich van de prins geen kwaad was. Dat hoort er nu eenmaal bij. Hoewel hij niet veel van die edele viervoeters moet hebben, is hij voor zijn ‘verloofde’ wel degelijk de prins op het witte paard.

Laat me….. - 161 -

Page 162: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ze heeft, na Herman, nooit verwacht, nog eens zo gelukkig te kunnen worden. Gerijpt en gelouterd is ze uit die nare periode gekomen.

Als een droom gaat de dag voorbij, waarbij ook het weer zich van haar beste kant liet zien. Eigenlijk een aaneenrijging van hoogtepunten. Eerst de trouwdienst in het Gemeentehuis in Sellingen. De ambtenares maakte zich er duidelijk niet met een Jantiena van Leiden af.

Haar toespraak is niet alleen een verplicht afdraaien van verplichte formulieren, maar in een persoonlijke toespraak probeert zij het jonge paar nog zoveel mogelijk tips, puttend uit haar rijke levenservaring, mee te geven.

Later zullen ze er zeker nog wel eens beter naar luisteren. Rieks neemt alles op in beeld en geluid en dat is hem wel toevertrouwd. Hij heeft het dan ook zo druk als een ‘kippenboertje’ bij de zomerdag.

Het duurt na afloop twee korten, drie langen, voordat het hele gezelschap weer in ‘de gemechaniseerde koetsen’ zit. Dit officiële gebeuren is een onderonsje geweest van de naaste familie, op een enkele enthousiasteling of nieuwsgierige buiten, of op de tribune, na.

In Emmen staan bij de Kapel De ‘Elouts’ kinderen twee aan twee in gelid opgesteld met in hun handen een prachtig versierd stuk elektriciteitsbuis. In stijl schrijdt het bruidspaar onder die boog door de kerk in, bewonderend gadegeslagen door de op hun ‘paasbest’ geklede leerlingen.

Onder zacht orgelspel lopen ze hand in hand, begeleid door Henk Wester en voorafgegaan door de ‘dienstdoende ouderling van dienst’ door een lange rij gasten de kerk door naar hun speciale zetels. Als ze naar tevredenheid zitten, bestijgt dominee de kansel en begint de dienst volgens een op elke stoel klaarliggende liturgie.

Simones stralende lach neemt velen voor zich in. Toch krijgt ze het even te kwaad, als ze bij binnenkomst in de kerk, het echtpaar Van Galen achterin de kerk zag staan. Het is, dat Marc zo attent is, haar zijn zakdoek in handen te drukken, anders had de ‘goegemeente’ een met tranen bedekt gezichtje gezien.

Deze keer zijn het echter geen tranen van verdriet, maar vreugdetranen, omdat Hermans ouders door hun komst laten merken, met Simone mee te leven en blij te zijn met haar keuze. Hun bezoek weegt niet op tegen het duurste cadeau, dat ze die dag nog zullen ontvangen.

Dominee, die heel goed in de gaten heeft, dat er voor hem een zeer gemeleerd gezelschap zit, heeft in zijn bijbellezingen, liederen en prediking gedeelten uitgekozen, die ‘niemands pet’ te boven zal gaan. Als zijn ogen tijdens zijn toespraak die van Oma Luitjes kruisen, ziet hij daarin, naast volledige toewijding ook

Laat me….. - 162 -

Page 163: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

zoveel begrip voor zijn moeilijke taak, dat hij er diep door geroerd wordt.

Daardoor wordt het voor hem geen koorddansen, of spitsroeden lopen, maar voelt hij zich de spreekbuis van zijn Heer en Heiland. De hele kerkbevolking ligt aan zijn voeten en de opgestoken duim van zijn domineese, maakt hem dan al duidelijk, dat hij de juiste snaar te heeft getroffen. Hij beklemtoont naast de pieken in hun relatie ook de zeer diepe dalen. Het wordt al met al dan ook een zeer bewogen dienst van troost en bemoediging.

Ook de inbreng van de kinderen past naadloos aan bij al het andere, dat naar voren wordt gebracht. De wederzijdse ouders, inclusief de Van Galens, familie, vrienden en bekenden luisteren dan ook vol bewondering en diepe waardering voor de man, die ze misschien vroeger wel eens voor een blikken dominee hebben versleten.

In de consistorie is het een komen en gaan van mensen, die hen willen feliciteren, wat af en toe gepaard gaat met een cadeautje, of boeket bloemen. Ook Marc’s nieuwe school is ruimschoots vertegenwoordigd.

Na de dienst zijn de Van Galens stilletjes naar huis gegaan, maar het later bij de cadeaus staande boeket bloemen en een prachtige broodrooster spreken boekdelen. Het bruidspaar neemt zich na het zien daarvan dan ook voor om hen morgen daarvoor nog eens persoonlijk te bedanken. Groots vinden ze dit gebaar!

Daarna komt de grote ontlading en kan in Weerdinge het feestgedruis losbarsten. Het toneel krijgt de allure van een pronkkamer. Enkele aangestelde nichtjes brengen de gaven naar de ‘toonzaal’, waar ze zo overzichtelijk en mooi mogelijk worden tentoongesteld.

Het loopt al diep in de kleine uurtjes, als het bruidspaar afscheid kan gaan nemen van alle familieleden, vrienden, buren en collega’s. De collegaatjes van Simone hebben alle eer van hun werk. Haar kapsel is een plaatje en resultaat van vele uren werk. Een echt visitekaartje.

Dankbaar hebben ze ook het domineesechtpaar bedankt en niet alleen voor hun cadeau, maar vooral dominee voor zijn welgemeende en goed gekozen woorden.

Ook Wim heeft een poosje langer mogen opblijven, om te kunnen zien hoe mooi zijn ‘oppasmoeder’ en haar man er uitzien. Henk Wester wordt allerwegen geroemd, omdat hij in zijn preek de kool en de geit niet heeft gespaard. Uitvoerig inging op het wel en wee van dit prille paar, in het bijzonder op het leven van het bruidje en wist hiermee menig gevoelige snaar te raken. Al met al is het een dag geworden, die ze niet gauw zullen vergeten, een dag, waaraan ze met grote dankbaarheid nog lang zullen terugdenken.

Laat me….. - 163 -

Page 164: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Laat me….. - 164 -

Page 165: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

15. Een nieuwe horizon

Ze kunnen met recht terugzien op een geslaagde dag. Om met Paul Kruger te spreken: “Alles is toch nogh regt gekom.” Eindelijk kunnen ze de laatste gasten uitzwaaien. De een na de ander heeft het bruidspaar de handen geschud en wat daar nog bij komt. Tenslotte blijven ze alleen achter met vader en moeder Luitjes. Samen zullen ze naar haar ouderlijk huis rijden. Dat was de uitdrukkelijke wens van het bruidspaar geweest.

Daar willen ze graag de eerste nacht als getrouwd stel doorbrengen, of tenminste wat er nog van de nacht overgebleven zal zijn. Van de beroemde ‘huwelijksnacht’ stellen ze zich immers niet al te veel voor.

Morgen, in de loop van de dag, willen ze dan in alle rust het ouderlijk huis verlaten. De talloze cadeaus in beide auto’s laden, om vervolgens naar hun nieuwe ‘home’ af te reizen. Voordat het bruidspaar het ‘huwelijks’ bed in de ‘oude’ slaapkamer van Simone op kan zoeken, wordt er eerst onder het genot van een kopje koffie nog wat nagepraat.

Al pratende komt naar voren, dat er toch nog een heleboel zaken aan het paar voorbij is gegaan. De gemaakte foto’s en de door Rieks gemaakte video opnames zullen t.z.t. op nog veel meer vragen antwoord kunnen geven. Het wordt dan ook ongemerkt bijna vier uur, als elk moe maar voldaan de slaapstee op kan zoeken.

Mag Simone het al wat vreemd hebben gevonden, dat haar broers in de kamer blijven zitten, dan wordt het bij het bestijgen van de trap al meteen duidelijk waarom. Die rakkers hebben de overloop en de deur van haar slaapkamer goed versierd en behoorlijk gebarricadeerd, wat Simone en Marc het ergste doet vrezen.

Het is misschien wel een goedmoedige vorm van plagerij, maar het vraagt wel meer als een gezonde dosis humor, wanneer men voor het slapen gaan nog eerst het bed met toebehoren gebruiksklaar moet maken.

Hun gevoel voor humor wint het van alle frustraties. Per slot van rekening is hun besluit deze nacht nog in haar ouderlijk huis door te brengen, niets meer of minder, dan de kat op het spek binden. Goedmoedig hebben de ‘daders’ meegeholpen, om het binnengaan van haar ‘vroegere’ slaapkamer mogelijk te maken.

Simone en Marc hebben zelf vaak genoeg meegeholpen met dergelijke ‘uitwassen’, maar als het henzelf aangaat, moeten ze wel even slikken. Het loopt echter verder met een sisser af. Ze zijn maar wat blij, dat haar broers en vrienden haar kamer niet wat extra ‘versierd’ hadden.

Laat me….. - 165 -

Page 166: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ook heeft Marc het ‘echtelijk’ bed met haar inhoud vooraf aan een gedegen inspectie onderworpen, voordat ze letterlijk met een grote stap onder de manufacturen schieten. Waarschijnlijk heeft de jeugd, uit ‘coulance’ van de traditionele plagerijtjes afgezien. Het bruidspaar is hen er alleen maar dankbaar voor.Al met al loopt het toch al tegen vijven, voor het laatste lampje in huize Luitjes uitgaat.

Na een uitgebreid en goedverzorgd ontbijt, worden de laatste spullen, trouwjurk en –pak ingepakt en voorlopig afscheid genomen van de familie. Ze zullen elkaar spoedig weerzien. Coevorden ligt immers de wereld niet uit.

De beide auto’ s rijden eerst in de richting van het ‘Steakhouse’ in Nieuw- Weerdinge, om daar de cadeaus in het restaurant op te gaan halen. Ook zal de rekening van het huwelijksfeest inmiddels misschien wel klaar zijn. Ze willen zo snel mogelijk alle financiële aspecten achter de rug hebben.

Daar laat Marc zijn afgeladen auto staan, want ze hebben eerst nog andere plannen, waar niemand van de familie vanaf hoeft te weten. Ze rijden richting Musselkanaal, waar ze eerst een bezoekje brengen aan het kerkhof, waar ze een boeket bloemen willen neerleggen op het graf van Herman van Galen.

Gearmd blijven ze daar een poosje staan, tot Marc zich langzaam losmaakt en stilletjes richting uitgang loopt. Simone krijgt hierdoor de kans om afscheid te nemen van haar eerste grote liefde.

Pas daarna kan ze weer, vindt ze, samen met Marc, echt gaan bouwen aan een nieuwe toekomst. Huilend komt ze van het kerkhof, waar ze zich in de armen van haar eega werpt.

Hij probeert zijn nieuwbakken vrouw te troosten en heeft alle begrip voor haar emoties. Deze stap beschouwt hij als een laatste stap in het losmakingsproces. Niet dat Herman hiermee volledig uit haar leven zal verdwijnen, zo af en toe zal zijn naam zeker nog wel eens vallen.

Ze stappen vervolgens in het rode wagentje en Marc zet koers naar de Floralaan. Ze hadden het echtpaar Van Galen geen groter plezier kunnen doen. “Belofte maakt schuld”, zegt Simone na de begroeting.

Ook Geert van Galen laat, na een telefoontje van ‘moeder de vrouw’, het werk in de winkel graag even over aan zijn rechterhand, om het pasgetrouwde stel de hand te schudden. Ze bedanken op hun beurt Simone en Marc voor hun trouwe bezoekjes en hopen, dat ze in de toekomst de weg naar hen ook zullen blijven vinden.

Het duo verzekert hen, dat ook al raken ze nu wat verder uit hun oog, ze in hun hart voor altijd een plekje zullen houden. Het echtpaar is tot tranen toe geroerd, als ze horen, dat ze ook even afscheid van Herman hebben genomen.

Laat me….. - 166 -

Page 167: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Het echtpaar hebben ze hartelijk bedankt voor hun aanwezigheid in de kerk. Ze hebben hen daar, verzekeren ze eendrachtig, geen groter plezier mee kunnen doen. Het gekregen broodrooster zal hen tot in lengte van dagen aan hen doen herinneren. Niet al te lang zijn ze hier gebleven.

Als het pasgetrouwde paar de straat uitrijdt, nagewuifd door de Van Galens, verwoordt Geert wat ze beiden al zo vaak hebben gezegd. “Wat zijn we, mede door onze eigen ‘kortzichtigheid’ een pracht van een schoondochter misgelopen!

Ze gunnen het pasgetrouwde stel alle goeds van de wereld, maar toch… Het bloed kruipt nu eenmaal, waar het niet gaan mag. Een periode in hun leven wordt hierbij afgesloten, al verwachten ze, zij het een beetje vanaf de zijlijn, toch nog een beetje deel uit te blijven maken van dit ‘gezinnetje’.

Aangedaan, maar voldaan gaat het tegen de middag weer naar het restaurant. Na een hartige hap worden de vele geschenken over beide auto’s verdeeld, voordat de reis naar Coevorden, hun ‘home sweet home’ wordt begonnen.

Er valt die reis nog veel te overdenken. Er is ook zoveel op hen afgekomen. Marc rijdt voorop en houdt in de achteruitkijkspiegel zijn dierbaarste bezit goed in de gaten. Af en toe steekt hij even als groet zijn hand op.

Niet voor niets heeft hij voor God en Zijn gemeente beloofd haar voor altijd in het oog te zullen houden. Hij neemt zich voor, er alles aan te doen, haar zo gelukkig mogelijk te maken. Letterlijk laat ze een beroerde tijd achter zich.

Eindelijk zitten ze op de autoweg naar hun eindbestemming. Wat, waar en hoe is nog een open vraag, maar vol vertrouwen hebben ze deze stap gezet. In de verte achter de horizon ligt hun toekomst. Niemand weet, wat de toekomst hen daar nog zal brengen, maar ze weten zich voor de volle honderd procent geborgen in de grote liefde van Hem, die altijd het begin en einde van alle dingen is.

I. Nawoord

Laat me….. - 167 -

Page 168: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Kijk niets steeds achterom, naar wat is geweest, maar hoopvol naar alles wat het leven misschien nog voor je in petto heeft. Niemand weet immers wat de dag van morgen zal brengen. Toch mag men vol vertrouwen zijn voeten zetten op het onbekende pad.

Je hoeft er immers niet alleen voor te staan. Zoek het licht aan het eind van de soms duistere tunnel. Blijf niet zwelgen in droefenis. Wees blij met alles, wat je ondanks alle problemen, groot verlies en misschien daardoor wel eventueel onmeetbaar, onmenselijk verdriet nog overhoudt. Zoek de zonzijde, anders begraaft men zichzelf in een eindeloos zwart gat, waaruit geen ontvluchten meer mogelijk schijnt.

Zorg ervoor nooit te blijven steken in: “Laat me maar alleen!”, zoek eventueel hulp, bij zielsverwanten, of lotgenoten. Doe de deur voor anderen niet op slot, maar sta open voor alle aangeboden suggesties en hulp, zodat eens het moment komt, waarop men zuchten kan:

Laat me niet alleen,ga niet van mij heen.U bent waar ik zo van hou,U blijf ik heel mijn leven trouw.Laat me niet, nee nooit alleen!

Laat me….. - 168 -

Page 169: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Inhoudsopgave: blz. 169

I. Voorwoord blz. 1II. Nawoord blz. 168III. Bijlage blz. 170

Hoofdstukken 1. Een dag als gisteren blz. 32. Het getij verloopt blz. 243. De dodenrit blz. 514. Gedane zaken blz. 575. Een droevig bericht blz. 846. De nacht valt blz. 867. Zondagmorgen blz. 918. De confrontatie blz. 1059. Zijn laatste reis blz. 111

10. Napraat blz. 122 11. Het leven gaat door blz. 132

12. De inzinking blz. 138 13. Een nieuw begin blz. 148 14. Keuze voor het leven blz. 161 15. Een nieuwe horizon blz. 165

Omslag van:

Laat me,Laat me mijn eigen gang maar gaan. ( Ramses Shaffy)

via

Laat me alleen, alleen met al mijn verdriet.Het is beter, dat ik nu geen mensen zie.Niemand, niemand, niemand, die me troosten kan,niemand, die begrijpt , wat ik bedoel.Niemand, niemand, niemand, die me helpen kan.Ik verloor mijn toekomst en mijn doel.Laat me alleen! (Rita Hoving)

naar

Laat me niet alleen,ga niet van mij heen.U bent waar ik zo van hou,U blijf ik heel mijn leven trouw.Laat me niet, nee nooit alleen!

Stadskanaal, 20 september 2015 Roel SandersIII. Bijlage

Laat me….. - 169 -

Page 170: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

N.B. Voor het bovenstaand verhaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van onderstaande lied- en bijbelteksten.

Teksten

1 Cor. 13: 13 Zo blijven dan:geloof, hoop en liefde, deze drie,maar de meeste van deze is de liefde.

Efeziërs 5: 1 en 2 Wees dan navolgers Gods, als geliefde kinderen;en wandelt in de liefde.

Gezang 290: 1 Er is een land van louter licht,waar heilgen heersers zijn.Nooit gaat de gouden dag daar dichtin duisternis of pijn.

Gezang 390: 3 Ik weet aan wie ik mij vertrouwe.

Gezang 392: 4 Ik vrees geen kwaad,want bij mij is de Heer.Tranen en leed zijn nu niet bitter meer.Waar is uw prikkel, dood wat dreigt ge mij?Ik triomfeer, mij is de Heer nabij.

Jesaja 49: 16a Zie, ik heb u in mijn handpalmen gegrift.

Joh. 11: 25 en 26 Ik ben de Opstanding en het Leven;wie in Mij gelooft zal leven,al ware hij ook gestorven.En eenieder die leeft en in Mij gelooft,zal in eeuwigheid niet sterven.

2 Cor. 5: 1 Want wij weten, dat indien de aardse tent, waarin wij wonen wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis.

Marcus 13: 33 Ziet toe, waakt en bidt, want gij weet niet, wanneer het de tijd is.

Mattheüs 5: 48 Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw

hemelse Vader volmaakt is.

Laat me….. - 170 -

Page 171: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Openbaring 21: 5 Zie, kom ik maak alle dingen nieuw.

Psalm 23:1 De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niets.

Psalm 39: 8 en 10 Ik ben verstomd, ik doe mijn mond niet open, want Gij zelf hebt het gedaan. En nu wat verwacht ik, Heere? Mijn hoop, die is op U.

Psalm 121: 1 Ik hef mijn ogen op naar de bergen,vanwaar zal mijn hulp komen?Mijn hulp is van de Heere,die hemel en aarde gemaakt heeft.

Psalm 121: 2 en 8 Hij gaf niet het antwoord op al onze vragen, maar schonk ons uitzicht op Zijn eeuwigheid.

Psalm 125: 5 De Heer is uw beschermer.

Psalm 118: 14 De Heer is mijn sterkte en mijn psalm. Hij is mij tot heil geweest.

Psalm 139: 5 U bent om mij heen. U bent voor en achter mij en Uw hand ligt op mijn schouder.

Romeinen 8: 18 Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt, tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden

Romeinen 14: 8b Hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven,wij zijn des Heren.

L.S.,

Laat me….. - 171 -

Page 172: laat me me - Roel Sanders.pdfof ‘Laat me a.u.b. alleen’, tot: ‘Laat me niet alleen!’, is er vaak al een lange tijdrovende weg afgelegd. Later zal vaak blijken, dat ze indertijd

Ik heb geprobeerd het drama, dat er zich in het leven van een ver familielid heeft afgespeeld, wat te volgen. Helaas blijven zij hierbij steken in hun tomeloos verdriet. Zien geen uitweg meer en zijn zo zoetjesaan weggeteerd.

Wanneer ik met dit ‘epistel’ andere ‘slachtoffers’ van dienst zal kunnen zijn, zullen alle hieraan bestede uurtjes meer dan beloond zijn.

Met vriendelijke groet.

Roel SandersBlokwieke 84, 9501 EX Stadskanaal0599.61565306.57783652e- mail: [email protected]

Laat me….. - 172 -