LA-2 Ontwerpen.€¦ · Web view3.4 - Dick, Carey en Carey8 4 - Uitwerking9 4.1 - Bepaal de...

HOGESCHOOL ROTTERDAM / DA VINCI COLLEGE

LA-2 Ontwerpen.

Herontwerp van de opleiding “Onderhoudsmonteur installatietechniek”.

Martin van Gent

18-6-2013

[Geef hier de samenvatting van het document op. De samenvatting is een korte beschrijving van de inhoud van het document. Geef hier de samenvatting van het document op. De samenvatting is een korte beschrijving van de inhoud van het document.]

1

Inhoudsopgave1 - Inleiding............................................................................................................................................. 2

2 - Aanpak volgens Masterplan Zuid-Holland.........................................................................................3

2.1 - Werkwijze gevolgd in het Masterplan (ADDIE)...........................................................................3

3 - Ontwerpverantwoording....................................................................................................................6

3.1 - Hybride onderwijsconcept...........................................................................................................6

3.2 - Visie da Vinci college.................................................................................................................. 7

3.2 - BOL-2 studenten installatietechniek...........................................................................................7

3.3 - Zonneboilers............................................................................................................................... 8

3.4 - Dick, Carey en Carey..................................................................................................................8

4 - Uitwerking.......................................................................................................................................... 9

4.1 - Bepaal de leerdoelen.................................................................................................................. 9

4.2 - Analyse van de instructiesituatie...............................................................................................10

4.3 - Bepaal het startgedrag..............................................................................................................10

4.4 - Schrijf operationele leerdoelen uit.............................................................................................10

4.5 - Werk criterium gebaseerde testen uit.......................................................................................11

4.6 - Werk een gepaste instructiestrategie uit...................................................................................12

4.7 - Selecteer de gepaste lesstof.....................................................................................................13

4.8 - Ontwikkel en voer een formatieve evaluatie uit.........................................................................13

4.9 - Ontwikkel en voer een summatieve evaluatie uit......................................................................13

5 -......................................................................................................................................................... 15

6 - Samenvatting.................................................................................................................................. 16

Bronvermelding.................................................................................................................................... 17

Bijlagen................................................................................................................................................. 18

LA-2 Ontwerpen document in ontwikkeling c04 Martin van Gent - 0866493

2


3

1 - Inleiding

De opleiding Onderhoudsmonteur installatietechniek is een niveau 2 opleiding. Deze opleiding wordt binnen het team installatietechniek ingezet om studenten te scholen voor het onderhouden van vooral aardgas gestookte apparatuur. Hierbij mag worden gedacht aan haarden, kooktoestellen, warmwatertoestellen en cv-ketels voor de woningbouw en kleine utiliteit. Het is nu alleen een BBL-opleiding (Beroeps begeleidende leerweg) binnen het Da Vinci college. Met ingang van 1 augustus 2014 zal het kwalificatiedossier waarin de opleiding staat beschreven worden vernieuwd. Dit vernieuwen gaat niet alleen deze opleiding aan, maar zal voor alle Mbo-opleidingen gaan gebeuren. Van alle opleidingen die binnen het Da Vinci college installatie- of elektrotechniek worden gegeven is er op dit moment (eind maart 2013) alleen van de opleiding Onderhoudsmonteur installatietechniek een experimentele uitgave van het kwalificatiedossier beschikbaar. De opleiding gaat dan Monteur onderhoud werktuigkundige installaties heten (beroepsonderwijs-bedrijfsleven, 2013).Ik zie de uitwerking van dit leerarrangement vooral in het licht van de vingeroefening en ontdekkingstocht naar het zoeken en kunnen implementeren van wijzigingen die het onderwijs beïnvloeden door de komst van dit nieuwe dossier. Persoonlijk uitgangspunt is dat het beroep van de student, en werknemer, niet verandertd door de komst van een nieuw onderwijs dossier. Het onderwijs ook niet noodzakelijkerwijs. ?Zoeken naar een antwoord op de vraag of, en zo ja wat, de uitvoering van het onderwijs voor deze groep studenten zal gaan veranderen is voor mij van belang. De afdeling installatietechniek gaat per 1 augustus starten met een BOL-2 (Beroeps opleidende leerweg) opleiding. Deze wordt dan gegeven in de Duurzaamheidsfabriek. Deze onderwijslocatie bevindt zich op het leerpark in Dordrecht. Het is geen pure onderwijslocatie. De Duurzaamheidsfabriek is in samenwerking met of door of…door de gemeente Dordrecht, de werkgevers van de regio Drechtsteden en het Da Vinci college gebouwd om een ontmoetingsplaats en innovatiecentrum te verwezenlijken voor duurzaamheid binnen de regio Drechtsteden. In de samenwerking is opgenomen dat er in de Duurzaamheidsfabriek studenten moeten worden opgeleid. Dit opleiden gebeurt voor een deel met de machines en opstellingen die door de bedrijven, gesitueerd in de Duurzaamheidsfabriek, worden gebruikt. De bedrijven die in de Duurzaamheidsfabriek participeren hebben allen iets met duurzaamheid. Dat kan zijn doordat er duurzaam wordt geproduceerd of dat er duurzame producten worden geproduceerd. Maar er is ook ruimte voor duurzame innovatie. Hierbij wordt ook een rol gespeeld door HBO studenten van de Hogeschool Rotterdam.Dat de afdeling installatietechniek de BOL opleiding in de Duurzaamheidsfabriek gaat plaatsen komt voor een belangrijk deel door de aanwezigheid van Installatiewerk Zuid-Holland (IWZH) in de Duurzaamheidsfabriek. Zij ondersteunen veel installatietechniek bedrijven bij het praktijkdeel van de BBL opleiding. Nu kunnen zij, onder verantwoordelijkheid van de afdeling installatietechniek van het Da Vinci college, het praktijkdeel van de BOL opleiding(en) vorm geven.


Patrick Hoksbergen, 21-06-13,

Rare zin

4

2 - Aanpak volgens Masterplan Zuid-Holland

De opleidingen elektro- en installatietechniek van het Da Vinci college doen mee in het project Masterplan. Alle zes de ROC’s van Zuid-Holland participeren in dit project datdie als doel heeft het onderwijs en het bedrijfsleven te voorzien van werkbare hulpmiddelen om het opleiden van leerlingen in de regio eenduidig te maken. Dit houdt zeker niet in dat het onderwijs of de uitvoering van het beroep waar de student voor leert overal gelijk is of moet worden. ROC’s en bedrijven zijn autonoom en kiezen zelfstandig voor de methode waarop wordt geleerd. De bedrijven voeren werkzaamheden daarnaast ook verschillend uit. Het is de bedoeling dat door de afspraken en de te gebruiken formulieren, voor ontwikkeling en kwalificering van studenten, eenduidigheid ontstaat voor de praktijkopleiders wat van hen wordt verwacht.In de periode november 2011 tot en met juli 2012 zijn de producten voor de opleiding onderhoudsmonteur installatietechniek, ontwikkeld. Deze producten zijn ontwikkeld door de sub-projectgroep “Service en onderhoud installatietechniek” waarvan ikzelf de voorzitter ben was. Ook de producten voor de niveau 3 opleiding “Servicemonteur installatietechniek” zijn in dezelfde periode door ons ontwikkeld. Voor beide opleidingen zijn ontwikkeld:

o Regioprofielen – hierin is een duidelijke beschrijving opgenomen van de beroepsvaardigheden, benodigde beroepskennis en houdingsvaardigheden nodig voor de uitvoering van het beschreven beroep.

o Formulier start/planningsgesprek – voor overdracht vanuit de toeleverende school en planning tijdens zijn opleiding voor uitvoering van de beroepshandelingen.

o Formulier ontwikkelingsgerichte beoordeling – dit formulier wordt ook wel het formulier driehoekgesprek genoemd, hierin wordt de voortgang van de opleiding gemonitord. De in het kwalificatiedossier genoemde werkprocessen worden gezamenlijk (student, praktijkopleider en docent) beoordeeld door middel van beschrijvingen over de mate van beheersing van deze werkprocessen.

o Formulier kwalificerende beoordeling – in dit formulier is ruimte om een proeve van bekwaamheid te formuleren. De beoordeling is in algemene termen uitgewerkt. De beoordelingssystematiek is uitgewerkt (en al door examencentrum MEI als voldoende beoordeeld).

Aangezien het nieuwe kwalificatiedossier een andere wijze van opbouw kent is het aanneembaar te veronderstellen dat het regioprofiel en de gemaakte formulieren moeten worden aangepast. Verandering van het regioprofiel is dan het eerste waarnaar gekeken zal moeten worden. Hierin staat uiteindelijk de beschrijving van kennis, vaardigheden en houding. Het beroep zal niet veranderen, maar door wijziging van het kwalificatiedossier kan er wel een verschuiving ontstaan in de aan te bieden theorie en vaardigheden.In de aanpak van het herontwerp zal dus gekeken moeten worden naar de verhouding tussen het regioprofiel onderhoudsmonteur installatietechniek en het kwalificatiedossier onderhoudsmonteur werktuigkundige installaties. Daarna kunnen de overige formulieren worden bijgesteld of vernieuwd.Op basis van bovenstaande zal dan moeten worden beslist of er wijzigingen in het lessenaanbod voor de studenten zal moeten komen.Als basis voor het ontwerp van de formulieren voor de opleiding onderhoudsmonteur installatietechniek is het ADDIE-model gebruikt. In onderstaand voorbeeld wordt aangegeven op welke wijze dit model is toegepast bij de ontwikkeling van de opleiding onderhoudsmonteur installatietechniek.

2.1 - Werkwijze gevolgd in het Masterplan (ADDIE)

CGO deed op zeker moment zijn intrede. Opleidingen veranderden van naam en inhoud. Veelal werd de inhoud gekopieerd uit oude opleidingen. Er ontstond een behoefte de opleidingen te (her)ontwerpen.



Ben of was?

5

Bij de opleidingen van installatie- en elektrotechniek was bovengenoemde van toepassing. In dit voorbeeld wordt de werkwijze van de ontwikkeling van het ontwerp voor de opleiding onderhoudsmonteur installatietechniek (crebo nummer 94272) volgens het Masterplan Zuid-Holland gegeven. Dit volgens het ADDIE-model (Analyse, Disign, Develop, Implement & Evaluate).

Figuur 1 – ADDIE-model, uit Valcke (2010, p.375)

Behoefteanalyse:o Door de invoering van het CGO ontstaat er een nieuwe opleiding. Er is een nieuw

kwalificatiedossier en er is behoefte aan een nieuw onderwijsontwerp voor de opleiding.

Formuleer algemene doelstellingen:o Vanuit de zes Regionale Opleiding Centra (ROC) in Zuid-Holland is er samenwerking

gezocht wat resulteert in het Masterplan Zuid-Holland. Met elkaar is er gezocht naar algemene doelstellingen. Deze zijn:

Gezamenlijk optrekken om te komen tot minimum eisen aan handelingsbekwaamheid, theoretische kennis en niet beroepstechnische vaardigheden.

Het samen ontwikkelen van een Regioprofiel voor de bovenstaande inhoudsomschrijving van de opleiding geldend voor de gehele regio van de zes ROC’s.

Het ontwikkelen van een volgsysteem voor het formatieve opleidingstraject en een beoordelingsformat voor de summatieve afsluiting.

Het bedrijfsleven betrekken bij de invulling van het onderwijs. Taakanalyse:

o In deze stap zijn de eerste formats ontworpen. Formuleer specifieke doelstellingen:

o Het Regioprofiel is, in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven, gevuld. Het Regioprofiel is een vertaling van het kwalificatiedossier naar de beroepspraktijk van de regio. Hierin staan de beroepshandelingen, de kennisbasis en de houdingsvaardigheden. De formele aanvullingen van Nederlands, Loopbaan en Burgerschap, Rekenen en Engels worden hierin niet genoemd.

Bepaal beoordelingsinstrument:o Er zijn formats gemaakt in de taakanalyse.

Een planningsformulier waarop wordt aangegeven welke beroepshandelingen voldoende zijn gedaan en welke er nog, met planning, nodig zijn.

De ontwikkelingsgerichte beoordeling. Deze komt voort uit de prestatie-indicatoren van het kwalificatiedossier. Praktijkopleiders en docenten geven hierop de groei aan binnen de competenties en werkprocessen.

Het kwalificerende beoordelingsformulier, waarmee de uiteindelijke proeve van bekwaamheid (nog een keuze in taakanalyse) kan worden beoordeeld in


6

een tweepunten schaal. Vanaf cohort 2012 is er een nieuw kwalificerend beoordelingsformulier waarin een driepunten schaal is opgenomen.

Kies onderwijsmedia:o Voor de meeste opleidingen in het Masterplan geldt, zo ook deze, dat er de BBL

onderwijs gedachte in zit. Veel leren in de praktijk en de theoretische onderbouwing op school. Voor zover organisatorisch mogelijk volgens het “just in time” principe.

Ontwikkel leermateriaal:o Vreemd genoeg is dit proces nu pas, twee jaar na het gereed komen van de

Masterplanproducten voor deze opleiding, op gang gekomen. Vakinhoudelijk deskundige docenten zoeken lesmateriaal bij de, in de Regioprofielen beschreven, onderwerpen. Er is de voorgaande jaren gewerkt met oud, niet helemaal bij het Regioprofiel passend, lesmateriaal gewerkt.

Formatieve evaluatie:o Ik zie dit als een gevoelsmatige evaluatie van het Masterplan en de daarbij

opgeleverde producten. Dan is er veel lof. Vooral vanuit het bedrijfsleven. De afdeling installatietechniek is gelukkig met de producten, maar worstelt nog met de planning.

Summatieve evaluatie:o Er is door een onderzoeksbureau een evaluatie gedaan. Hieruit is niet op te maken of

leerlingen ook gelukkig worden van de Masterplan producten. Eventuele revisie:

o Is in volle vaart bezig. Ik verwijs naar de eerder genoemde bijstelling van de kwalificerende beoordeling. Maar ook alle andere formulieren zijn al minstens één maal bijgewerkt.

o De opleiding dient door de invoering van nieuwe kwalificatiedossiers volledig te worden aangepast aan de eisen van dit nieuwe dossier. De naam van de opleiding zal veranderen van Onderhoudsmonteur installatietechniek naar Monteur onderhoud werktuigkundige installaties.

Het ADDIE-model is een algemeen model dat is toe te passen op meerdere niveaus van onderwijsontwikkeling, van nano tot macro niveau. Thijs en Van den Akker (2009, p.10) beschrijven vijf niveaus waarop leerplanproducten betrekking kunnen hebben:

Supra - landoverstijgend, internationaal; Macro - systeem, nationaal; Meso - school, opleiding; Micro - groep, docent; Nano - leerling, individu.

Het is hier gebruikt voor de ontwikkeling van een ontwikkeling volgen beoordelingssysteem op provinciaal niveau, dus op macroniveau. Het model is door Andrews en Goodson samengesteld na een analyse van veertig instructional design benaderingen (Valcke, 2010).



Wat bedoel je hiermee?


dubbel

7

3 - Ontwerpverantwoording

Het beroep van de Onderhoudsmonteur installatietechniek zal niet veranderen door de naamsverandering van de opleiding naar Monteur onderhoud werktuigkundige installaties. Het regioprofiel zal dan ook niet wezenlijk anders worden. Wel valt op dat er in het nieuwe kwalificatiedossier (beroepsonderwijs-bedrijfsleven, 2013, p.19) bij de typering van het beroep wordt gesproken over zonneboilers. In het oude dossier worden duurzame ontwikkelingen op energiegebied nauwelijks genoemd. Nu dus wel en ook nog expliciet “zonneboilers”. Er zal dus in het nieuwe regioprofiel een aanvulling moeten komen waardoor theoretische kennis en praktische vaardigheden in relatie tot het installeren en onderhouden van zonneboilersystemen verplicht bij de opleiding horen.Deze wijziging zorgt ervoor dat er lesmateriaal moet worden ontwikkeld over zonneboilers.Dit lesmateriaal zal dan ingezet kunnen worden voor de BOL klas in de Duurzaamheidsfabriek. Het Da Vinci college, domein Technologie, heeft besloten dat het onderwijs in de Duurzaamheidsfabriek volgens het hybride leerconcept moet worden vormgegeven (Werkgroep inrichting DZHF, 2012).In figuur 2 wordt schematisch de verantwoording van het ontwerp weergegeven.

Figuur 2 – Schematische weergave ontwerpverantwoording

Het wordt dus een onderwijsontwerp over zonneboilers voor de BOL niveau 2 opleiding Monteur onderhoud werktuigkundige installaties volgens het hybride onderwijsconcept ontwikkeld met het Dick, Carey en Carey Systematic Design of Instruction model.Aangezien er behoefte is aan opleidingsmateriaal voor het eerste leerjaar wordt het een taak die al vrij snel in de opleiding kan worden ingezet.

3.1 - Hybride onderwijsconcept

School en beroepspraktijk fysiek bij elkaar brengen, dat is het uitgangspunt van hybride leren. Theorie en praktijk zijn niet noodzakelijkerwijs wijze continue bij elkaar gebracht, maar wel constant met elkaar verweven. Volgens Huisman, De Bruijn, Baartman, Zitter en Aalsma (2010, p.7) is het een onderwijsconcept waarin school en beroepspraktijk in elkaar schuiven (zie figuur 3).Doordat praktijk en theorie echt bij elkaar aanwezig zijn is het dus mogelijk de theorie steeds te verduidelijken in de praktijk. De praktijk kan, omdat de theorieomgeving dichtbij is, steeds theoretisch worden ondersteund. Een hybride leeromgeving heeft volgens Zitter en Hoeve (2011, p 3-4) de volgende kenmerken: De student leert het beroep inclusief de benodigde kennis, vaardigheden, houding en handelingen

in een realistische context. De leeromgeving wordt in samenwerking tussen school en bedrijf opgezet en uitgevoerd. Er zijn meerdere studenten gelijktijdig aan het werk, dus niet zoals één leerling op stage. Er is geen fysieke scheiding tussen school en bedrijf.



Laatste zinsdeel klinkt een beetje vreemd…


Je zegt dus. Dat betekent dat dit stuk tekst het model hierboven verklaart? Je geeft aan met het DCC model te gaan werken maar in het model staan er meerdere. Hoe bedoel je dat?

8

Naast een duidelijk aanwezig productieproces is er ook duidelijk een ruimte voor leren. Docenten en praktijkopleiders hebben in de leeromgeving ruimere rollen dan in de klassieke

schoolse leeromgeving, hiermee wordt bedoeld volgens Zitter en Hoeve (2011, p.12) dat docenten en praktijkopleiders elkaars rol, kunnen overnemen of soms zelf van rol kunnen wisselen met de leerlingen.

Bovenstaande kenmerken kunnen in de Duurzaamheidsfabriek worden vormgegeven.

Figuur 3 – uit: Ontwikkelmodel voor Hybride leeromgevingen in het Beroepsonderwijs – Analyse 2.1 (Zitter en Hoeve, 2011).

3.2 - Visie da Vinci college

Het da Vinci college heeft een visie over leren. De voor dit onderwijsontwerp over zonneboilers voor de opleiding Monteur onderhoud werktuigkundige installaties van belang zijnde punten uit de visie van het da Vinci college staan hier (Over Da Vinci, 2013): De leeropdrachten sluiten nauw aan op de beroepspraktijk en de maatschappelijke realiteit. De professionele begeleiding, binnen een uitdagende en tegelijkertijd veilige leeromgeving, helpt

je te groeien naar een kansrijke positie op de arbeidsmarkt of naar vervolgonderwijs. Cursisten groeien naar zelfverantwoordelijkheid voor de sturing van het eigen leerproces. Contextrijk leren: Leersituaties staan in de context van het beroep of de maatschappij. Krachtige leeromgeving: De leeromgeving is boeiend, uitdagend, stimulerend en innovatief en

maakt een effectief leerproces mogelijk. Onze kernactiviteiten richten zich op het inspireren van deelnemers en medewerkers tot

persoonlijke en professionele groei en bevordering van onderling respect. Onze organisatie is mensen samenwerkingsgericht, biedt ruimte aan creativiteit, en kenmerkt

zich door een doe-cultuur. Wij richten onze onderwijsprogramma’s op de behoeften van het bedrijfsleven en de

maatschappelijke instellingen. De leerprocessen worden vormgegeven in uitdagende, veilige en ondersteunende

leeromgevingen.In het onderwijsontwerp over zonneboilers zal dus rekening gehouden moeten worden met de visie van het da Vinci college. De Duurzaamheidsfabriek ondersteunt het contextrijk leren, de krachtige leeromgeving en de uitdagende, veilige en ondersteunende leeromgeving. Het ontwerp zelf zal voor de overige visiepunten invulling dienen te geven.

3.2 - BOL-2 studenten installatietechniek

Installatietechniek start komend jaar met de BOL-2 opleiding. Belangrijkste reden hiertoe is de terugloop van het aantal werkplaatsen voor BBL studenten. De werkgelegenheid loopt terug en dit heeft ertoe geleid dat er in schooljaar 2012-2013 leerlingen hun opleiding hebben moeten beëindigen



Spreektaal? Beter: hieronder beschreven:

9

omdat zeijn zonder werk kwamen en er geen opvang mogelijkheid binnen het da Vinci college was om de opleiding als BOL student voort te zetten. Om de opleiding uit te voeren is er contact gezocht met IWZH. Dit is een opleidingsbedrijf binnen de installatie- en elektrotechniek. Zij verzorgen het praktische deel van opleidingen voor de werkgevers van BBL studenten. IWZH komt in de Duurzaamheidsfabriek en kunnen daar dan, onder verantwoordelijkheid van het da Vinci college, de uitvoering van de praktijk voor installatietechniek verzorgen.De BOL-2 student komt de hele week naar school (voltijd) en volgt daar de theorie- en praktijklessen. Hij/zij krijgt daar ook les in de vakken Nederlands en rekenen. Er wordt een deel van de opleiding stage gelopen bij een erkent stagebedrijf.

3.3 - Zonneboilers

Zonneboilers zijn er om zonne-energie om te zetten in warm water. Dit warme water wordt dan in huisinstallatie veelal gebruikt voor de warmwaterinstallatie. Het kan ook worden toegepast om woningen te verwarmen. In de bijlage zit het ontwerp waarin geleerd wordt uitgelegd wat zonneboilers zijn.

3.4 - Dick, Carey en Carey

Een ontwerpmodel om onderwijs te maken en te verantwoorden is het Systems Approach Model for Designing Instruction van Dick, Carey en Carey (Dick, Carey & Carey, 2009). Hierin worden negen stappen doorlopen die er gezamenlijk voor zorgen dat het ontwerpproces succesvol kan verlopen. De evaluatie tussen de stappen van het model zijn kenmerkend voor dit ontwerpmodel. Het onderwijsontwerp wordt in het volgende hoofdstuk met dit model vorm gegeven.



Pardon?!

10

4 - Uitwerking

Om het onderwijsontwerp over zonneboilers te verantwoorden wordt het Dick &and Carey Systems Approach Model gebruikt (Dick, Carey, & Carey, 2009).

Figuur 4 – Dick &en Carey ontwerpmodel uit Valcke (2010, p.381)

4.1 - Bepaal de leerdoelen

Vanuit de wijziging van het kwalificatiedossier van Onderhoudsmonteur installatietechniek naar Monteur onderhoud werktuigkundige installaties komt er een duidelijk signaal naar voren dat er meer aandacht voor duurzame installaties moet komen. Zonneboilers worden dan in het bijzonder genoemd (beroepsonderwijs-bedrijfsleven, 2013). Er ontstaat hierdoor de behoefte aan de ontwikkeling van een taak (praktijktaak) waarbij studenten in aanraking komen met zonneboilers.Het kwalificatiedossier beschrijft een basiskerntaak verdeelt in vijf werkprocessen en een profielkerntaak verdeelt in 3 werkprocessen. Deze zijn: Basiskerntaak: Inspecteert apparatuur/installaties.

o Bereidt inspectie voor.o Voert visuele inspectie uit.o Neemt voorzorgsmaatregelen.o Voert metingen en testen uit.o Rapporteert inspectie.

Profielkerntaak: Voert onderhoud en reparatie uit aan werktuigkundige installaties.o Voert onderhoud uit aan werktuigkundige installaties.o Repareert werktuigkundige installaties.o Maakt werktuigkundige installaties gebruiksklaar.

Binnen deze taken en werkprocessen worden in het kwalificatiedossier relevante kennis en vaardigheden beschreven met daaraan gekoppeld een beheersingsvoorschrift. Er is binnen de vaardigheden aandacht voor de communicatie met collega’s en klanten en aandacht voor de administratieve afhandeling van uitgevoerd werk.Aangezien het werken aan en met zonneboilers in woningen niet tot de meest gecompliceerde werkzaamheden behoord is het zinvol de te ontwikkelen taak in het eerste jaar van de opleiding te situeren. Het is dan niet noodzakelijk alle werkprocessen in de taak te verwerken. Het werkproces “Repareert werktuigkundige installaties” zal dan ook niet worden opgenomen. Repareren is een vaardigheid waarbij meer ervaring en inzicht over zonneboilers nodig is dan voor onderhoud.Leerdoelen voor de studenten worden dan: De studenten kunnen beschrijven wat een zonneboilersysteem is. De studenten kunnen de juiste werkvolgorde voor onderhoud bepalen. De studenten kunnen de juiste meetinstrumenten toepassen. De studenten kunnen de juiste gereedschappen en beschermingsmiddelen toepassen. De studenten kunnen eenvoudig onderhoud aan zonneboilers uitvoeren.


11

De studenten kunnen de relevante formulieren voor de administratie invullen. De studenten kunnen een gesprek met de klant voeren over de uitgevoerde werkzaamheden.

4.2 - Analyse van de instructiesituatie

De BOL studenten installatietechniek gaan instructie krijgen in de Duurzaamheidsfabriek. De duurzaamheidsfabriek heeft een leeromgeving die als hybride mag worden aangeduid. Er is de mogelijkheid theorie en praktijk in elkaar te verweven. Er zijn mogelijkheden om de basisbegrippen van warmteoverdracht die van belang zijn voor zonneboilersystemen te demonsteren, zodat een goede beginsituatie kan worden gecreëerd. De leeromgeving in de Duurzaamheidsfabriek draagt ertoe bij dat het voor de studenten duidelijk wordt dat zonneboilersystemen maar één van de vele mogelijkheden is energie te besparen en tot een duurzamere samenleving te komen. De studenten gaan, na een instructie over het doel en de werkwijze, in kleine groepjes gestuurd zelfstandig aan de slag met de taak. De klas met BOL studenten installatietechniek werkt niet allen gelijk aan de beroepstaak zonneboilers. De taak gaat deel uitmaken van een hele range van taken over diverse installatietechnische onderwerpen. Deze taken zijn verdeeld van eenvoudig naar steeds complexer. De taak over zonneboilers is een eenvoudige taak. De laatste taken zijn van het zelfde complexiteitsniveau als de uiteindelijke proeve van bekwaamheid, waarmee het vaktechnische deel van de opleiding wordt afgesloten.

4.3 - Bepaal het startgedrag

De studenten volgen een niveau 2 opleiding. Deze leerlingen komen voor het overgrote deel van het voorbereidend beroepsonderwijs (vmbo) beroepsgerichte leerweg. De vmbo scholen in de directe omgeving van Dordrecht bieden geen (uitgezonderd het Develsteincollege) volledige bovenbouwopleiding installatietechniek aan. Het vaktechnische startniveau aan de opleiding Monteur onderhoud werktuigkundige installaties en de kennis over zonneboilers in het bijzonder mag daarom als nihil worden aangemerkt. Enige kennis over energie en temperatuur mag worden verondersteld.Groenenberg en Hermanussen beschrijven de kenmerken van de MBO leerlingen niveau 1 en 2 (Groenenberg en Hermanussen, 2012). Zij beschrijven deze studenten als ‘lastige’ doelgroepen, met zeer veel (34%) zorgleerlingen. Hierdoor is extra zorg nodig voor de begeleiding van deze studenten. Ook blijken de zorgleerlingen uit de sector Techniek vaker leerachterstanden te hebben dan vanuit andere sectoren. Het aantal vroegtijdig schoolverlaters is relatief hoog. De techniek leerlingen zijn “doeners”. De beroeps- of praktijktaak zal dus vooral het “doen” accentueren.

4.4 - Schrijf operationele leerdoelen uit

In de taak zijn de leerdoelen voor de studenten benoemd. De studenten kunnen beschrijven wat een zonneboilersysteem is. De studenten kunnen de juiste werkvolgorde voor onderhoud bepalen. De studenten kunnen de juiste meetinstrumenten toepassen. De studenten kunnen de juiste gereedschappen en beschermingsmiddelen toepassen. De studenten kunnen eenvoudig onderhoud aan zonneboilers uitvoeren. De studenten kunnen de relevante formulieren voor de administratie invullen. De studenten kunnen een gesprek met de klant voeren over de uitgevoerde werkzaamheden.De meer formele leerdoelen zijn vanuit het kwalificatiedossier (Beroepsonderwijs-bedrijfsleven, 2013) in de beoordelingsmonitor van de beroepstaak opgenomen. In onderstaan schema (figuur 5) zijn de concrete leerdoelen, waarin observeerbaar gedrag benadrukt wordt, opgenomen in de kolom gedrag. B-1 is de basiskerntaak, P-1 is de profielkerntaak.



Rare zin

12

Kerntaak Werkproces Competentie GedragSamenwerken en overleggen Lost onduidelijkheden op door, indien nodig, uitleg of aanvullende informatie aan

leidinggevende en/of werkvoorbereiding te vragen op een zodanige wijze dat hij weet wat de opdracht inhoudt en wat hij daar voor nodig heeft.

Vakdeskundigheid toepassen Achterhaalt en interpreteert vlot alle relevante informatie met betrekking tot technische staat, gebreken en storingsgeschiedenis en herkent snel alle beschikbaar gestelde materialen, waardoor hij een volledig overzicht van de werksituatie krijgt en met de juiste materialen op pad gaat.

Samenwerken en overleggen Informeert betrokkenen correct en duidelijk en doet passende voorstellen voor vervanging of preventief onderhoud.

Vakdeskundigheid toepassen Neemt snel de globale informatie over de apparatuur en -installaties in zich op en vormt zich een correct oordeel over de staat van apparatuur/installaties.

Samenwerken en overleggen Maakt tijdig en duidelijk melding van veiligheidsrisico’s.Instructies en procedures opvolgen

Is voortdurend alert op mogelijke veiligheidsrisico’s en potentiële gevaren. Hij werkt strikt volgens instructies en procedures.

Vakdeskundigheid toepassen Meet en test volgens veilige testmethoden, geldende normen, checklists, werkvoorschriften, arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften.

Materialen en middelen inzetten

Kiest de juiste controle- en meetapparatuur, gebruikt deze efficiënt en draagt er goed zorg voor.

Instructies en procedures opvolgen

Leest vlot en nauwkeurig richtlijnen uit de onderhoudsinstructies en interpreteert afwijkingen op een correcte manier.

B-1.5 Rapporteert inspectie. Formuleren en rapporteren Stelt volgens bedrijfsvoorschriften een correct geformuleerd inspectierapport op en registreert hierin nauwkeurig en volledig de status-, onderhouds- en storingsgegevens of vult andere voorgeschreven documenten nauwkeurig in. Belanghebbenden zijn correct en volledig geïnformeerd.

Vakdeskundigheid toepassen Toont technisch inzicht en werkt snel, bedreven en accuraat met zijn handen bij het onderhouden van werktuigkundige installaties en het verhelpen van aan onderhoud gerelateerde storingen.


Gebruikt controle- en meetapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen effectief, efficiënt en veilig en draagt er goed zorg voor.

Op de behoefte en verwachting van de "klant" richten

Toont begrip voor eventuele overlast voor de klant en houdt binnen aan hem opgelegde grenzen rekening met diens wensen.

Kwaliteit leveren Werkt in het vereiste tempo volgens beproefde methoden, volgens de gestelde kwaliteitseisen en in één keer correct.


Werkt volgens geldende normen, checklists, werkvoorschriften en arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften. Volgt systematisch en zorgvuldig de testinstructies uit de handleiding van de te onderhouden apparatuur. Volgt nauwgezet alle bedrijfs- en fabrikantinstructies en -procedures op bij het testen van zijn uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden.

Formuleren en rapporteren Rapporteert (de resultaten van) de werkzaamheden volledig, nauwkeurig en volgens bedrijfsvoorschriften in daartoe bestemde formulieren en informeert de klant op een begrijpelijke manier.

Vakdeskundigheid toepassen Toont technisch inzicht en werkt snel en accuraat met zijn handen bij inregelen, afstellen en testen.


Gebruikt materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen efficiënt en veilig en draagt er goed zorg voor.


Werkt volgens procedures, geldende regels en voorschriften bij inregelen, afstellen en testen. Ruimt volgens procedure de werkplek en zijn gereedschap op voert eventuele reststoffen volgens voorschrift af.

B-1 Inspecteert apparatuur/installaties.

P-1 Voert onderhoud en reparatie uit aan werktuigkundige installaties.

B-1.1 Bereidt inspectie voor.

B-1.2 Voert visuele inspectie uit.

B-1.3 Neemt voorzorgsmaatregelen.

B-1.4 Voert metingen en testen uit.

P-1.1 Voert onderhoud uit aan werktuigkundige installaties.

P-1.3 Maakt werktuigkundige installaties gebruiksklaar.

Figuur 5

4.5 - Werk criterium gebaseerde testen uit

Volgens het herontwikkelde model van Bloom (Valcke, 2010, p.446) worden zes gedragsniveaus onderscheiden namelijk: herinneren, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. In figuur-6 wordt hier de relatie met de denkvaardigheid weergegeven.

Figuur 6 – van: http://edorigami.wikispaces.com/Bloom%27s+Digital+Taxonomy


13

Door nu het observeerbaar gedrag te koppelen aan de zes gedragsniveaus van Bloom kan het observeerbaar gedrag voor iedere student op eenzelfde wijze worden beoordeeld. Om nog gedetailleerder te werk te gaan wordt Bloom’s taxonomie uitgebreid met de kennis dimensie. Bloom’s taxonomie wordt in letters aangegeven (A t/m F) en de kennis dimensie met cijfers (1 t/m 4). Het dan ontstane model wordt hieronder aangegeven.

Figuur 7 – van: Rex Heer – Center for excellence in Learning and Teaching (Iowa State University).

Door nu het beoordelingsmodel van de taak te voorzien van een letter-cijfer combinatie wordt duidelijk op welk beheersingsniveau de student wordt beoordeeld.In de taak en op het beoordelingsmodel (de beoordelingsmonitor) staan beschreven welke producten de studenten moeten inleveren. Hierbij wordt weer dezelfde beoordeling met letter-cijfer combinatie toegepast.

4.6 - Werk een gepaste instructiestrategie uit

De taak die wordt ontwikkeld is een praktijktaak. Er is ruimte voor: Zelfwerkzaamheid van de student (op internet zoeken naar informatie, in de normen zoeken, het

model zelfstandig ontdekken enz.) Instructie aan de student (uitleg van de werking van het model, het omgaan met gereedschap en

meetapparatuur enz.) Theoretische ondersteuning aan de student (workshop over de werking van zonneboilersystemen

en de onderdelen daarin, het gebruik van meet- en controleapparatuur enz.) Praktische vaardigheden inoefenen door de student (vullen en aftappen collectorwater, uit- en

innemen van onderdelen van het zonneboilersysteem enz.).In het 4C/ID model van Merriënboer komen al deze aspecten voor. Het toepassen van dit model als instructiestrategie wordt daarom dan ook gekozen.

Figuur 8 – Het 4C/ID model van Merriënboer (Uit: Valcke 2010, p386).


14

De 4 C’s staan voor 4 componenten. Deze 4 componenten met de verantwoording hierin voor de keuze naar dit model voor het ontwerp zijn: Leertaken: De beroepstaak “Zonneboiler” is een leertaak. Deze leertaak kan in een authentieke

leeromgeving, de Duurzaamheidsfabriek, worden uitgevoerd. Het is ook mogelijk deze taak door BBL leerlingen te laten uitvoeren in de beroepspraktijk. Deze taak is eenvoudig en geplaatst in het midden van het eerste leerjaar van de tweejarige opleiding. Er zal een serie gemaakt moeten worden waarvan de moeilijkheid oplopend wordt. Deze specifiek op zonneboilersystemen geschreven taak kan worden uitgebreid met reparatiewerkzaamheden. In de “oude” opleiding zijn er al taken gemaakt met als onderwerp cv-ketels, combi-ketels, warmwaterdoorstroomtoestellen enz. In deze taken zijn steeds alle werkprocessen van het kwalificatiedossier Onderhoudsmonteur Installatietechniek getoetst. Dat dient te worden bijgesteld en aangepast aan de groeiende complexiteit tijdens de opleiding. De taken verschillen onderling sterk. De onderwerpen, zoals hierboven genoemd, verschillen sterk, waardoor er steeds op elkaar lijkende handelingen in verschillende context aan verschillende toestellen moeten worden uitgevoerd.

Deeltaakoefeningen: De taak is onderverdeeld in 7-stappen. Hiervan zijn 3 stappen werkstappen. Dit zijn de stappen: voorbereiden, uitvoeren en controleren. Er zijn 4 leerstappen aan toegevoegd namelijk: oriënteren, plannen, beoordelen en terugkijken. Ellen Klatter (2007) geeft aan dat hierdoor werken en leren wordt gekoppeld. Iedere stap dient te zijn afgerond en dus ingeoefend voordat aan een volgende stap mag worden begonnen.

Ondersteunende informatie: In de taak wordt de ondersteunende informatie per stap voor de student genoemd. Dit zijn lesboekjes van Kenteq (landelijk orgaan installatietechnische branche), internetsites met relevante informatie, te gebruiken normen, door docenten ontwikkeld materiaal enz.

Just-in-time informatie: De instructie die door de docent tijdens het werken aan en met het zonneboilermodel wordt gegeven kan als just-in-time informatie worden gezien. Ook informatie van internetsites kan soms maar beperkt worden ingezien. Informatie die snel verouderd zal ook vaak alleen maar just-in-time ter beschikking staan, denk hierbij ook aan de regeling van boilersystemen.

4.7 - Selecteer de gepaste lesstof

4.8 - Ontwikkel en voer een formatieve evaluatie uit

Spinnenweb v/d Akker gebruiken.2 Dimensies 4 kwadrantenmodel gebruiken om hybriditeit te evaluerenVisie Da Vinci controle

4.9 - Ontwikkel en voer een summatieve evaluatie uit


15

In de bijlage is de ontwikkelde taak “Beroepstaak Zonneboiler” toegevoegd.


16

5 -


17

6 - Samenvatting


18

Bronvermelding

Beroepsonderwijs-bedrijfsleven. (2013, maart 29). kwalificatiesmbo. Opgeroepen op maart 29, 2013, van http://www.kwalificatiesmbo.nl/: http://prod.pub.kwalificatiesmbo.nl/DossierDetails.aspx

Bloom's Digital Taxonomy and Collaboration. (sd). Opgeroepen op juni 18, 2013, van Educational origami: http://edorigami.wikispaces.com/Bloom%27s+Digital+Taxonomy

Dick, W., Carey, L., & Carey, J. (2009). The Systematic Design of Instruction (7th ed.). New Jersey (US): Pearson Education.

Groenenberg, R., & Hermanussen, J. (2012). Docent in mbo niveau 1 of 2, een vak apart. 's Hertogenbosch: ecbo.

Heer, R. (2012, januari). Center for Excellence in Learning and teaching - Iowa State University. Opgeroepen op juni 18, 2013, van http://www.celt.iastate.edu/pdfs-docs/teaching/RevisedBloomsHandout.pdf

Huisman, J., Bruijn, E. d., Baartman, L., Zitter, I., & Aalsma, E. (2010). Leren in hybride leeromgevingen in het beroepsonderwijs. Expertisecentrum Beroepsonderwijs.

Klatter, E. (2007). Evalueren, Beoordelen en Kwalificeren van Competentieontwikkeling - Viesiedocument. Nijkerk: Stchting Consortium Beroepsonderwijs.

Over Da Vinci. (sd). Opgeroepen op Juni 04, 2013, van Da Vinci college: http://www.davinci.nl/site/index.php/over/het_da_vinci_college/

Thijs, A., & Akker, J. v. (2009). Leerplan in ontwikkeling. Enschede: Stichting leerplanontwikkeling (SLO).

Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Gent (B): Academica Press.

Werkgroep inrichting DZHF. (2012). Strategisch Domeinplan Technologie 2012-2014. Dordrecht: Da Vinci college.

Zitter, I., & Hoeve, A. (2011). Ontwikkelmodel voor Hybride leeromgevingen en het Beroepsonderwijs - Analyse 2.1. Expertisecentrum Beroepsonderwijs.


19

Bijlagen

Beroepstaak Zonneboiler

Opleiding installatietechniek

Monteur onderhoud werktuigkundige installaties – 1e leerjaar


20

Colofon:

Da Vinci college – installatietechniek

Foto’s:

Vakgroep installatietechniek en internet


21

Inhoud

Introductie op de beroepstaak......................................................................21Stap 1. Oriënteren........................................................................................23Stap 2. Invullen mini-POP.............................................................................25Stap 3. Voorbereiden...................................................................................27Stap 4. Uitvoeren.........................................................................................29Stap 5. Controleren......................................................................................30Stap 6. Beoordelen.......................................................................................31Stap 7. Terugkijken......................................................................................32Beoordelingsmonitor....................................................................................34


22

Introductie op de beroepstaak

Deze beroepstaak is bestemd voor de eerstejaars leerlingen van de opleiding: Monteur onderhoud werktuigkundige installaties.

Een monteur onderhoud werkt in: Woningen. Kleine utiliteitsgebouwen, zoals scholen en kantoorpanden. Seriematige woningbouw.

In deze beroepstaakIn deze beroepstaak ga je leren:

Wat een eenvoudig zonneboiler systeem is. Hoe een zonneboilersysteem werkt. Hoe je een zonneboilersysteem onderhoud. Waar je op moet letten voor de veiligheid tijdens je werk. Hoe je goed met klanten en collega’s omgaat.

Om energie te besparen zijn er veel verschillende mogelijkheden. Eén daarvan is de zonneboiler. Als monteur onderhoud werktuigkundige installaties zal je dan ook in aanraking komen met zonneboilersystemen.Alle producten die je oplevert, gaan over eenvoudige zonneboilersystemen en het onderhoud daarvan.

Na deze beroepstaakAls je deze beroepstaak goed hebt uitgevoerd, kun je:

Beschrijven wat een zonneboilersysteem is. De juiste werkvolgorde voor onderhoud bepalen. De juiste meetinstrumenten toepassen. De juiste gereedschappen en beschermingsmiddelen toepassen. Op correcte wijze een zonneboiler onderhouden. De formulieren voor de administratie invullen. Een gesprek met de klant voeren over de uitgevoerde werkzaamheden.

PortfolioIn deze beroepstaak volg je 7 stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je de producten die in je portfolio komen.


23

Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.

Stap Producten portfolio1. Oriënteren Verslag Oriëntatie

Collage foto’s en werktekeningenIngevulde tabel werkzaamheden

2. Invullen mini-POP Een ingevuld mini-POP

3. Voorbereiden Een werkvoorbereiding

4. Uitvoeren Een fotoserie met beschrijving van het werken aan de zonneboiler of een duidelijk verslag van je werkzaamheden (denk ook aan de klant).Een verslag van de controles welke je hebt uitgevoerd (denk aan verschillende temperatuurmetingen, volumestroommeting, enz.).

5. Controleren Een eindcontrolelijst.Verslag opruimen werkplek.Een checklist afvoer van afvalmateriaal.

6. Beoordelen Ingevulde beoordelingsmonitor.Bewijsstukken van het criteriumgericht interview

7. Terugkijken Een afgevinkt mini-POP.Terugkijkverslag.Bijgewerkt portfolio


24

Stap 1. Oriënteren

Je gaat je nu eerst oriënteren op deze beroepstaak. Dit doe je door het uitvoeren van onderstaande activiteiten.

Leren is steeds vraag gestuurd. Dus je moet zelf naar de docent als je er niet uit komt.

Het is niet de bedoeling dat je vragen letterlijk ga beantwoorden. De vragen worden gesteld als hulp of aandachtspunt om tot goede producten te komen.

In te leveren resultaat

Een kort verslag van de werkzaamheden die je in deze stap heb gedaan om je goed te oriënteren op zonneboilers.

Technische gegevens van zonneboilers. Werkvolgorde tabel van onderhoud aan een zonneboiler.

Bronnen

Internet. Lesmateriaal van Kenteq. Powerpoint’s gas, water en verwarming (bij

docent). Nen-1078 (gavo) – opstellingsruimten, NEN

1006 en AVWI. Kwalificatie dossier MBO; Onderhoud. Documentatie zonneboilers en

warmwatertoestelleveranciers.

Activiteiten

Wat heb je gedaan om je te oriënteren op zonneboilerinstallaties?

Kan je verschillen aangeven tussen voorraad en doorstroom toestellen?

Op welke internetsites ben je geweest tijdens de oriëntatie?

Waar worden zonneboilers geplaatst? En waarom?

Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende zonneboilers? Ga na welke documentatie voor onderhoud er bij de fabrikant te vinden is. Ga na welke onderhoudchecklists er zijn.

Voorbeeld van een Werkvolgorde Tabel


25

Werk-volgorde

Wat doet de onderhoudsmonteur installatietechniek wanneer hij een zonneboilersysteem onderhoud en/of repareert.

Moet altijd of soms

Heb ik wel eens gedaan

Heb ik wel eens bij geholpen

1 Altijd / Soms Ja / Nee Ja / Nee





6 etc. Altijd / Soms Ja / Nee Ja / Nee


26

Stap 2. Invullen mini-POP

Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de beroepstaak in grote lijnen inhoudt. In deze stap ga je de beroepstaak gedetailleerd uitwerken.

Hierbij moet je aan veel zaken denken. Het mini-POP (persoonlijk ontwikkelplan) moet je zorgvuldig invullen.

In het mini-POP schrijf je op: wat je wilt leren; hoe je dat gaat doen; wat je wilt bereiken; je planning; de benodigde ondersteuning

en faciliteiten.


Een ingevuld mini-POP.

Activiteiten1. Mini-POP

Vul de mini-POP in.

2. Gesprek met je begeleider

Je hebt nu een ingevuld mini-POP met een planning.

Bespreek dit met je begeleider.

Tijdens het gesprek krijg je vast en zeker opmerkingen of aanvullingen op je mini-POP.

Verwerk deze opmerkingen eerst in je mini-POP, voordat je naar stap 3 gaat.


27

Tabel Mini-POP (Deze is digitaal bij de docent opvraagbaar.)


28

Stap 3. Voorbereiden

Je gaat bij de voorbereiding na waar je allemaal op moet letten. Je bedenkt hier welke theoretische en praktische kennis je al hebt, en welke je nog moet ontwikkelen. Je moet ook een echte opdracht hebben voor onderhoud aan een zonneboiler. Voor dit toestel voer je dan ook de rest van de taak uit. Je kunt niet zomaar iets gaan doen. Dus in de voorbereiding denk je na over wat je wilt gaan doen, hoe je dat gaat doen en wat je daarvoor nodig hebt.


De werkopdracht of werkbon van je docent (BOL) of werkgever (BBL). Lijst met gereedschappen, documentatie en voorschriften welke je meeneemt naar de

klant. Denk ook aan veilig werken en persoonlijke beschermingsmiddelen. Omschrijving op welke wijze je jezelf aan de klant gaat voorstellen, en met de klant om

zal gaan (Voor leerlingen in de Duurzaamheidsfabriek zal de docent of medeleerling klant zijn).

Bronnen

Theorieboeken installatietechniek. Normen (NEN1078, NPR3378, NEN1006,

AVWI, enz.). Kleintje legionella, kleintje gas, kleintje water. Internet sites: warmwatertoestel fabrikanten.

Activiteiten

1. Werkopdracht in eigen woorden

o Welke informatie heb je nodig?o Hoe kom je aan die (voor)informatie?o Op welke manier verwerk je de

gevonden informatie logisch en begrijpbaar?

o Zijn er mensen die je wat kan vragen?

2. Werkbon

o Heb je een werkbon gekregen?o Verwerk deze in de uitwerking.

3. Lijst met onderhoudsartikelen

o Welke onderhoudsgereedschappen heb je?o Welke zonneboileronderdelen neem je uit voorzorg mee naar de klant?

4. Omschrijving voorstellen en omgaan met de klant

o Denk je zelf wel eens na op welke wijze een klant jou zie?


29

o Draag je kleding met zichtbare bedrijfsopdruk?o Hoe reageer jij op huisdieren die erg enthousiast zijn?o Let je op jouw taakgebruik, ook als de klant niet direct in jouw omgeving is?o Ben je in staat vragen van de klant op een nette en begrijpelijke manier te

beantwoorden. (denk aan de technische staat van de zonneboiler)?

Zijn er nog vaardigheden die je niet beheerst dan is het nodig deze eerst te oefenen voordat je aan stap 4 begint.Ontbreekt er nog theoretische kennis over het toestel van de werkbon is het ook verstandig je eerst nog in dit toestel te verdiepen.


30

Stap 4. Uitvoeren

Je hebt je voorbereid en beschikt over de kennis en vaardigheden om deze stap in de praktijk uit te voeren. Aan de hand van de producten van stap 3 voer je het werk verder uit. Je gaat hier dus het werk, van de werkbon uit stap 3, uitvoeren. Bekijk ook de beoordelingsmonitor, hierop kan je ook lezen op welke punten je wordt beoordeeld tijdens de uitvoering van het werk.


Een fotoserie met beschrijving van het werken aan de zonneboiler of een duidelijk verslag van je werkzaamheden (denk ook aan de klant).

Een verslag van de controles welke je hebt uitgevoerd (denk aan verschillende temperatuurmetingen, volumestroommeting, enz.).

Bronnen

Toestelbeschrijving. Schema’s. GAVO, AVWI, kleintje legionella en kleintje

water. Beoordelingsmonitor achterin deze

beroepstaak.

Activiteiten

1. Fotoserie of diapresentatie

o Wat zijn nuttige foto's, vertellen ze het verhaal van jouw onderhoudsklus?

o Zijn de foto's duidelijk en is het duidelijk dat ze echt van jouw werk zijn?o Heb je ook de klant of opdrachtgever gesproken?

2. Verslag werkzaamheden

o Probeer punt voor punt in volgorde te beschrijven wat je hebt gedaan.

o Denk aan meer/minderwerk, wel altijd overleggen met de leidinggevende.

o Heb je alles zelf gedaan, of heb je hulp gehad?

o Wat voor controles heb je uitgevoerd om een juiste en veilige werking van het toestel te garanderen?

o Heb je de klant geïnformeerd over de uitgevoerde werkzaamheden?


31

Stap 5. Controleren

Je hebt onderhoud aan een zonneboilersysteem verricht. Je gaat nu controleren of alles ook goed is gemaakt.


Ingevulde onderhoudchecklist of eindcontrolelijst. Een afgetekende werkbon (denk aan onderdelen en meer en

minderwerk). Foto (opgeruimde) werkplek na beëindiging werkzaamheden.

Bronnen

Theorieboeken installatietechniek. Voorschriften van het bedrijf (of werkplaats). Installatie (onderhoud)voorschrift van de fabrikant van het toestel.

Activiteiten

1. Controle en beoordelen (visueel en/of via meetinstrumenten)

o Tapwateraansluiting.o Appendages en beveiligingen.o Luchttoevoer en ventilatie

opstellingsruimte.o Lekkages.o Aansluitingen en ligging

zonnecollector.

2. Aftekende werkbon

o Laat je altijd de werkbon door de klant aftekenen?

o Waarvoor tekent de klant?


32

Stap 6. Beoordelen

In deze stap word je beoordeeld met een beoordelingsmonitor (zie bijlage 1).

Met de beoordelingsmonitor word je beoordeeld op:

- wat je hebt gemaakt;- hoe je dit hebt uitgevoerd.

Er wordt speciaal gelet op je vakkennis, vaardigheid en beroepshouding bij deze beroepstaak ”Zonneboiler’’. Tijdens het uitvoeren van de beroepstaak houden jij en je beoordelaars de beoordelingmonitor bij.

Je kunt de werkprocessen en competenties waaraan je niet heb kunnen werken op de beoordelingsmonitor grijs maken.


Ingevulde beoordelingsmonitor.

Activiteiten

1. Invullen beoordelingsmonitor

o Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. Deze is minimaal door je praktijkopleider (of de docent in de Duurzaamheidsfabriek) en door jezelf ingevuld.

o Laat de beoordelingsmonitor door de praktijkopleider van een handtekening en datering voorzien!

o Werkprocessen waaraan je niet hebt kunnen werken maak je grijs.o Vraag een medeleerling, huisgenoot of collega om jou te beoordelen op

communicatieve en sociale vaardigheden die je tijdens de uitvoering van de beroepstaak heb laten zien.

2. Beoordeling door docent

o Verzamel alle bewijsstukken. Dat zijn de in te leveren resultaten en natuurlijk de beoordelingsmonitor.

o Lever deze bij de trajectbegeleider in, en maak direct een afspraak wanneer deze de taak met je bespreekt.

o Vul dan samen met de trajectbegeleider stap 7 in.


33

Stap 7. Terugkijken

Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken voor de uitvoering van een volgende beroepstaak.

Maak een afspraak met je begeleider voor dit gesprek.


Een afgevinkt mini-POP. Terugkijkverslag. (Bijgewerkt portfolio.)

Activiteiten

1. Terugkijkverslag

o Maak een terugkijkverslag aan de hand van onderstaand schema.

Naam:

Datum:

Beroepstaak:

Naam trajectbegeleider:

Stap Wat ging goed Wat kon beter

1 Oriënteren

2 Invullen Mini-POP

3 Voorbereiden

4 Uitvoeren

5 Controleren

6 Beoordelen


34

Samenvatting, beoordeling en conclusies

Van wie Wat heb ik geleerd Waar moet ik nog aan werken

Trajectbegeleider

Medeleerling

Praktijkbegeleider

Zelf


35

Beoordelingsmonitor (digitaal op te vragen bij de docent). Afdrukken op A3!!!!!


36


LA-2 Ontwerpen.€¦ · Web view3.4 - Dick, Carey en Carey8 4 - Uitwerking9 4.1 - Bepaal de...

Documents

Transcript of LA-2 Ontwerpen.€¦ · Web view3.4 - Dick, Carey en Carey8 4 - Uitwerking9 4.1 - Bepaal de...