Kwaliteitsreeks Nr. 107 Evaluatie Salmonella in Diervoeder 2004-Nl

download Kwaliteitsreeks Nr. 107 Evaluatie Salmonella in Diervoeder 2004-Nl

of 26

description

Kwaliteitsreeks Nr. 107 Evaluatie Salmonella in Diervoeder 2004-Nl

Transcript of Kwaliteitsreeks Nr. 107 Evaluatie Salmonella in Diervoeder 2004-Nl

  • Evaluatie aanpak salmonellabeheersing

    in de diervoedersector 2004

    Kwaliteitsreeks nr 107 Juni 2005

    Productschap Diervoeder

    uni 2005

  • Evaluatie aanpak salmonellabeheersing

    in de diervoedersector 2004

    Kwaliteitsreeks nr 107 Juni 2005

    Productschap Diervoeder Stadhoudersplantsoen 12 2517 JL Den Haag Telefoon 070 370 85 03 [email protected] www.pdv.nl

  • Inhoudsopgave

    Samenvatting..........................................................................................................................2

    1 Inleiding................................................................................................................................5

    2 Inventarisatie .......................................................................................................................6 2.1 Bedrijfsinterne inspecties en controle ........................................................................6 2.2 Salmonellabepalingen pluimveevoeders ...................................................................7 2.3 Salmonella bepalingen varkens- en rundveevoeders ..............................................10 2.4 Salmonella bepalingen voedermiddelen ..................................................................11 2.5 Monitoring door PDV................................................................................................14

    3 Evaluatie.............................................................................................................................16 3.1 Bedrijfsinterne inspecties en controle ......................................................................16 3.2 Salmonella incidentie in pluimveevoeders ...............................................................16 3.3 Salmonella incidentie in rundvee- en varkensvoeders.............................................17 3.4 Salmonella incidentie in voedermiddelen.................................................................17 3.5 Monitoring door PDV................................................................................................19

    Bijlage I..................................................................................................................................21

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 1 van 24 Juni 2005

  • SAMENVATTING Sinds 1997 is de beheersing van salmonella in pluimveevoeders een belangrijk aandachts-punt. In 2002 is het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector 2002 van kracht geworden. Dit programma is vastgesteld in het kader van de GMP-regeling diervoe-dersector. De eisen voor het monitoren van voedermiddelen en mengvoeders zijn hiermee sterk uitgebreid. In het programma worden ook eisen gesteld aan salmonella monitoring van rundveevoeders en varkensvoeders en voedermiddelen. De aanpak is gericht op de beheer-sing van salmonella-incidenties in mengvoeders en het elimineren van risicovolle voeder-middelenstromen. Deze rapportage bevat de evaluatie van de salmonella monitoring over 2004 van het Pro-ductschap Dievoeder. Bedrijfsinterne inspecties en controle De bedrijfsinterne controle maakte in 2004 deel uit van de systematiek van toezicht en con-trole (GMP+ regeling), zoals genoemd in GMP18B, het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector. In 2004 is het aantal monsters pluimveevoeders sterk gestegen ten opzichte van 2003. Dit wordt deels veroorzaakt door het relatief lage aantal monsters in 2003 door de Aviaire Influ-enza. Daarnaast heeft PDV in 2004 salmonellabemonstering en analyse als speerpunt op-genomen in de GMP-checklijst voor de audits. Dit heeft positief gewerkt op het aantal inge-stuurde analyseresultaten. Het totaal aantal varkensvoeders en rundveevoeders monsters voldoet ruimschoots aan de doelstelling. De hoeveelheid monsters is respectievelijk met 7% en 59% gestegen ten op-zichte van 2003. De doelstelling van het aantal monsters voedermiddelen is in 2004 voor vrijwel alle voedermiddelen gehaald. Het totaal aantal monsters is met 32% gestegen ten opzichte van 2003. Salmonella incidentie in pluimveevoeders Sinds 2002 is de GMP-norm voor de voeders voor topfok, opfokvermeerdering, vermeerde-ring en vleeskuikens een maximum salmonella incidentie van 0+%. Voor leghennenvoeders is deze 1,0%. De totale salmonella incidentie in pluimveevoeders is in 2004 weinig verschoven ten opzichte van 2003. In 2004 was 0,6% van de monsters salmonella positief, in 2003 was dat 0,4%. De GMP-norm voor voeders voor topfok en opfokvermeerdering is in 2004 met een salmo-nella incidentie van 0% gehaald. Bij de vermeerderingsvoeders was 0,5% van de monsters salmonella positief. In 2003 was eveneens 0,5% van deze monsters salmonella positief. De salmonella incidentie bij de vleeskuikenvoeders bedroeg in 2004 0,3% tegen 0,4% in 2003. De GMP-norm voor leghennenvoeders (1%) is met een salmonella incidentie van 1% net gehaald. Deze incidentie valt binnen het normale achtergrondniveau, maar is wellicht ben-vloed door de hogere incidentie in de salmonella kritische voedermiddelen in 2004.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 2 van 24 Juni 2005

  • 41% van de positieve monsters pluimveevoeders betreft het een van de zeven kritische sero-typen voor de volksgezondheid. Deze zeven serotypen zijn Enteritidis, Typhimurium, Infantis, Virchow, Hadar, Java en Agona. Salmonella incidentie in rundvee- en varkensvoeders Voor de salmonella incidentie in rundvee- en varkensvoeders is geen GMP- (noch een wette-lijke) norm vastgesteld. Het aantal salmonella positieve monsters in rundveevoeders is in 2004 (0,4%) gedaald ten opzichte van 2003 (0,7%). In varkensvoeders was de salmonella incidentie in 2004 even laag als in 2003, nl. 0,6%. In rundveevoeders is geen kritisch serotype voorgekomen voor de gezondheid. In varkens-voeders betreft het in 28% van de gevallen n van de zeven kritische typen met potentieel risico voor de volksgezondheid. Salmonella incidentie in voedermiddelen in 2004 In 2004 is van de totaal 19.631 onderzochte monsters 4,7% positief. In 2003 was van de totaal 14.903 onderzochte monsters 3,6% positief. In de periode 1991-2004 fluctueert de salmonella incidentie in voedermiddelen rond het gemiddelde van ongeveer 4%. De salmonella incidentie van de in 2004 benoemde salmonella kritische voedermiddelen is als volgt: De salmonella-incidentie in Zuid-Amerikaans sojaschroot is met 5,6% hoog. De incidentie van vismeel is met 0,9% zeer laag. Dit komt waarschijnlijk omdat vrijwel alle

    vismeel behandeld wordt (bijvoorbeeld door aanzuren). De incidentie van vismeel is lager dan in 2003 (1,7%).

    De salmonella incidentie van raapzaadschroot is met 11,8% zeer hoog en gestegen ten opzichte van 2003 (7%). Ongeveer 60% van de raapzaadschroot is van Duitse herkomst met een salmonella incidentie van 8,8%. De hoge incidentie in raapzaadschroot is der-halve niet toe te wijzen aan een bepaalde herkomstregio.

    De salmonella-incidentie in tarwezemelen is in 2004 0%, in vergelijking tot 11,4% in 2003. In 2004 zijn geen gegevens bekend van tarwezemelen van Franse herkomst.

    De salmonella incidentie in Europees zonnebloemzaadschroot is met 4,7% hoog in ver-gelijking tot 3,2% in 2003. Bijna 46% van de monsters zonnebloemzaadschroot is afkom-stig uit Europa.

    De getoaste sojabonen laten in 2004 een incidentie zien van 4,9% in vergelijking tot 3,8% in 2003. Deze hoge incidentie wordt voornamelijk veroorzaakt door een uitschieter in het vierde kwartaal (10%) vanwege een fabrieksincident.

    Er zijn in 2004 geen monsters eierschalen beschikbaar. De reden hiervoor is dat dit pro-duct kennelijk niet meer wordt gebruikt in diervoeder.

    Het Productschap Diervoeder heeft in 2004 met de leveranciers van de kritische voedermid-delen de salmonella problematiek geanalyseerd en verbetermaatregelen voorgesteld. Het is nog te vroeg om het effect van deze maatregelen te zien, in 2005 is dit effect wellicht meet-baar. Voedermiddelen worden vanaf het vierde kwartaal 2001 als salmonellakritisch beschouwd op basis van relatief hoge besmettingsincidentie in de beschikbare monitoringsresultaten. Voor deze kritische voedermiddelen geldt een stringenter monitoringsprogramma.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 3 van 24 Juni 2005

  • De volgende criteria worden gehanteerd voor de selectie van salmonella kritische voeder-middelen (vastgesteld door het bestuur van het Productschap Diervoeder van 11 februari 2004): Het percentage positieve salmonella bepalingen in het voedermiddel(> 3%); Het aantal kwartalen in een jaar dat er positieve salmonella uitslagen in het voeder-

    middel zijn geweest (minstens 3); Minimaal aantal onderzochte monsters op jaarbasis (> 10). Van de voedermiddelen met een salmonella-incidentie van >3% komt op basis van de bo-vengenoemde criteria geen van de voedermiddelen in aanmerking voor de beoordeling kri-tisch. De serotypering levert in relatief weinig gevallen een type op met potentieel risico voor de volksgezondheid. Voor Europees zonnebloemzaadschroot betreft het in 53% van de geval-len Agona en voor de andere voedermiddelen betreft het in minder dan 11% van de positieve monsters een van de zeven typen. De salmonella-incidentie voor de kritische typen voor de volksgezondheid is daarmee aanzienlijk lager dan de totale incidentie. In voedermiddelen komen veel variteiten serotypen voor die vooralsnog niet als kritisch voor de volksgezond-heid worden gezien. Aanbevelingen Op basis van de resultaten in 2004 en hantering van de criteria voor salmonella kritische voedermiddelen wordt aanbevolen de volgende voedermiddelen op de lijst van kritische voe-dermiddelen te plaatsen: Europees zonnebloemzaadschroot; Raapzaadschroot- en schilfers; Zuid-Amerikaans sojaschroot- en schilfers; Getoaste sojabonen; Onbehandeld vismeel; Franse tarwezemelen; Eierschalen. Het verdient aanbeveling om Franse tarwezemelen, vismeel en eierschalen op de lijst met kritische voedermiddelen te handhaven, omdat ondanks de geringe toepassing en gunstige resultaten in 2004 deze voedermiddelen salmonella kritisch zijn. Op grond van de uitkomsten van de salmonella typeringen in 2004 wordt aanbevolen voor de pluimveevoeders, varkensvoeders en rundveevoeders de volledige doortypering op seroty-pen te handhaven. Voor voedermiddelen wordt aanbevolen de serotypering gericht op Typhimurium, Enteritidis, Infantis, Virchow, Hadar, Paratyphi B Java en Agona te handhaven.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 4 van 24 Juni 2005

  • 1 INLEIDING Sinds 1997 is de beheersing van salmonella in pluimveevoeders een belangrijk aandachts-punt. In 2002 is het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector van kracht geworden. Dit programma is vastgesteld in het kader van de GMP-regeling diervoedersector. De eisen voor het monitoren van voedermiddelen en mengvoeders zijn hiermee sterk uitge-breid. In het programma worden ook eisen gesteld aan salmonella monitoring van rundvee-voeders en varkensvoeders en voedermiddelen. De aanpak is gericht op de beheersing van salmonella-incidenties in mengvoeders en het elimineren van risicovolle voedermiddelen-stromen. Deze rapportage bevat de evaluatie van de salmonella monitoring over 2004 van het Pro-ductschap Dievoeder. Vanaf 1998 wordt jaarlijks het programma salmonella monitoring gevalueerd. Het doel van deze evaluatie is het rapporteren van:

    De stand van zaken met betrekking tot de salmonella incidentie in diervoeders in 2004;

    De mate waarin het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector 2002 effect heeft;

    De mate waarin de verbetermaatregelen uit voorgaande jaren zijn gerealiseerd; Knelpunten in de realisatie van de doelstelling uit het monitoringsprogramma; Aanbevelingen ter verbetering.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 5 van 24 Juni 2005

  • 2 INVENTARISATIE

    2.1 Bedrijfsinterne inspecties en controle De bedrijfsinterne controle maakte in 2004 deel uit van de systematiek van toezicht en con-trole (GMP+ regeling), zoals genoemd in GMP18B, het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector. Deze is als volgt schematisch weer te gegeven.

    Monitoring salmonella in de diervoedersector

    Leveranciers van voeder-middelen (salmonella kritische en niet-salmonella kritische)

    Bedrijfsinterne inspectie en controles op kritische punten1 Monstername voedermiddelen volgens voorgeschreven frequen-

    tie Mengvoederbedrijven Bedrijfsinterne inspectie en controles op kritische punten1

    Monstername eindproducten volgens voorgeschreven frequentie Monstername voedermiddelen volgens voorgeschreven frequen-

    tie Door/vanwege PDV (BCD) Systeemcontrole op kwaliteitsborging door de bedrijven

    Administratieve controle Monstername van gereed product

    1 Bijvoorbeeld koelen en transport. Ingevolge de GMP-regeling zijn de bedrijven verplicht een door het productschap vastgesteld minimum aantal monsters voeders en voedermiddelen te nemen en te laten onderzoeken op de aanwezigheid van salmonella. In het Programma monitoring salmonella in de diervoedersector 2002 zijn de volgende doel-stellingen vastgesteld voor het totaal aantal monsters in het kader van de monitoring van salmonella in de diervoedersector. Tabel 2.1 Doelstelling aantal monsters monitoring salmonella

    Producten Door leverancier

    voedermiddel Door leverancier

    diervoeder Door of vanwege

    PDV

    Totaal Salmonella kritische voedermiddelen

    Braziliaans sojaschroot/schilfers 120 1.750 95 1.965 Raapzaadschroot/schilfers 3.600 1.500 255 5.355 Zuid-Amerikaans vismeel 50 400 25 475 Getoaste sojabonen 2.500 600 130 2.730

    Niet salmonellakritische voedermiddelen Vismeel (niet Zuid-Amerikaans) - 50 10 60 Fosforzure voederkalk - 60 20 80 Sojaschroot (niet- Braziliaans) - 150 30 180 Masgluitenvoermeel (US) - 40 10 50 Tarwe - 200 40 240 Mas - 50 10 60

    Pluimveevoeders Topfokvoeders - 800 40 840 Opfokvermeerderingsvoeders - 475 25 500 Vermeerderingsvoeders - 1.200 60 1.260 Kalkoenenvoeders - 245 10 255 Vleeskuikenvoeders - 2.500 125 2.625 Leghennenvoeders - 2.175 110 2.285

    Overige mengvoeders Varkensvoeders - 2.500 125 2.625 Rundveevoeders - 2.750 135 2.885 Totaal 5.770 17.445 1.255 24.470 Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 6 van 24 Juni 2005

  • In tabel 2.2.b zijn de aantallen monsters rundveevoeder, varkensvoeder en pluimveevoeder die in 2004 onderzocht zijn weergegeven. Bijlage I geeft een overzicht van de aantallen on-derzochte monsters voedermiddelen in 2004. In de volgende paragrafen worden de salmonella bepalingen in pluimveevoeders, varkens- en rundveevoeders en voedermiddelen gesproken.

    2.2 Salmonellabepalingen pluimveevoeders De resultaten van de salmonellabepalingen in pluimveevoeders voor 2004 zijn in tabel 2.2.b weergegeven. Om een indruk te krijgen van eventuele verschuivingen ten opzichte van 2003 zijn de gegevens van 2003 in tabel 2.2 a weergegeven. In 2003 zijn door de Nederlandse mengvoederbedrijven in totaal 6.126 salmonellabepalingen in pluimveevoeders uitgevoerd. Hierin werd 22 maal een salmonella aangetroffen (0,4%). In 2004 zijn door de Nederlandse mengvoederbedrijven totaal 7.851 salmonellabepalingen in pluimveevoeders uitgevoerd. Hierin werd 48 maal een salmonella aangetroffen (0,6%). In 2004 is het aantal monsters pluimveevoeders sterk gestegen ten opzichte van 2003. Topfok: Bedrijven hebben individueel met topfokorganisaties afgesproken het voer pas af te leveren, nadat het bij analyse salmonella-negatief bevonden is. Hierdoor moet het voer een week in opslag (quarantaine) gehouden worden, in afwachting van de analyse-uitslag. In 2004 zijn geen van de 298 monsters voeders voor topfok positief bevonden (0,0%). Opfokvermeerdering: In 2004 zijn geen van de 151 monsters voeders voor opfokvermeerderingsdieren positief bevonden (0,0%). Vermeerdering: In 2004 zijn totaal 4 van de 789 monsters voeders voor vermeerderingsdieren salmonella positief bevonden (0,5%). Vleeskuikens: In 2004 zijn 9 van de 2.753 monsters vleeskuikenvoeders positief bevonden (0,3%). Leg eindsector: In 2004 zijn totaal 31 van de 3.037 monsters positief bevonden (1,0%).

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 7 van 24 Juni 2005

  • Tabel 2.2a Resultaten bedrijfsinterne controles salmonella 2003 Periode: Norm 2003/1 2003/2 2003/3 2003/4 2003 N % pos. N % pos. N % pos. N % pos. N % pos. Rundveevoed. - 385 0 327 0,9 354 1,1 309 0,6 1375 0,7 Varkensvoed. - 801 0,2 727 0,3 694 0,3 635 1,6 2857 0,6 Voedermiddel - 3676 2,7 3333 2,5 3841 3,5 4053 5,6 14.903 3,6 Pluimvee: 14 0 12 0 15 0 10 0 51 0 Topfok 0+% 127 0 117 0 80 0 89 0 413 0 Opfok vermeer-dering

    0+% 42 0 40 0 43 0 40 0 165 0

    Vermeerdering 0+% 258 1,2 227 0 196 0,5 235 0,4 916 0,5 Vleeskuikens 0+% 470 0 458 0,4 373 0 517 1,2 1818 0,4 Leghennen 1,0% 745 0,7 475 0,2 499 0,2 543 0,4 2262 0,4 Opfok pluimvee alg./universeel

    22 0 21 0 22 0 24 0 89 0

    Kalkoen: 11 0 12 0 30 0 18 0 71 0 Opfok vermeer. 4 0 5 0 4 0 1 0 14 0 Vermeerdering - - 2 0 1 0 - - 3 0 Vlees 100 0 81 0 69 0 74 0 324 0 Totaal pluimvee

    1793 0,4 1450 0,2 1332 0,15 1551 0,6 6126 0,4

    Tabel 2.2b Resultaten bedrijfsinterne controles salmonella 2004 Periode: Norm 2004/1 2004/2 2004/3 2004/4 2004 N % pos. N % pos. N % pos. N % pos. N % pos. Rundveevoed. - 581 0,7 586 0,3 554 0,2 466 0,4 2188 0,4 Varkensvoed. - 772 0,8 825 0,6 745 0,5 706 0,4 3048 0,6 Voedermiddel - 5582 3,3 4513 2,9 4128 4,1 5138 8,4 19361 4,7 Pluimvee: 72 0 110 0 124 1,6 127 0 433 0,5 Topfok 0+% 118 0 113 0 1 0 66 0 298 0 Opfok vermeer-dering

    0+% 46 0 47 0 36 0 22 0 151 0

    Vermeerdering 0+% 212 0,9 209 0 122 0,8 246 0,4 789 0,5 Vleeskuikens 0+% 797 1,1 826 0 435 0 695 0 2753 0,3 Leghennen 1,0% 718 2 901 1,1 657 0,5 761 0,5 3037 1 Opfok pluimvee alg./universeel

    11 0 17 0 24 4,2 5 0 57 1,8 Kalkoen: 30 0 56 0 58 1,7 31 0 175 0 Opfok vermeer. 5 0 3 0 0 0 0 0 8 0 Vermeerdering 0 0 3 0 2 0 0 0 5 0 Vleeskalkoenen 68 0 36 2,8 21 0 20 0 145 0,7 Totaal pluimvee 2077 1,2 2321 0,5 1480 0,5 1973 0,4 7851 0,6 De onderstaande figuur toont de salmonella-incidentie voor pluimveevoeders over de jaren 1991 tot 2004. De salmonella incidentie voor topfok en opfokvermeerderingsvoeders is in deze jaren sterk afgenomen tot 0% in de laatste jaren. De salmonella incidentie in de ver-meerderings- en vleeskuikenvoeders is eveneens gedaald, zeer sterk in de jaren 1999-2001 en blijft daarna op een redelijk constant niveau (tussen 0,2 en 0,5%). De incidentie in leg-hennenvoeders is in de periode 2001-2003 sterk gedaald tot 0,4%, maar piekt in 2004 tot 1%.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 8 van 24 Juni 2005

  • Salmonella in pluimveevoeders

    00,20,40,60,8

    11,21,41,61,8

    1999 2000 2001 2002 2003 2004

    TopfokOpfokvermeerderingVermeerderingVleeskuikensLeghennen

    Salmonella typering pluimveevoeders Volgens het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector dient in het kader van de bedrijfsinterne controle elk salmonellapositief monster te worden getypeerd op sal-monella-serotype. Van 1996 tot 2004 kon deze typering gratis worden uitgevoerd door het RIVM. Vanaf 2004 vraagt het RIVM een vergoeding voor de typering. De verplichting tot vol-ledige typering is voor pluimveevoeders onverminderd van kracht gebleven. Alle bedrijfsmonsters zijn onderzocht in een voor salmonellabepaling Labcode-erkend labo-ratorium. De serotypering is overwegend uitgevoerd door het RIVM en in enkele gevallen door een bedrijfsintern laboratorium. In de EU-zonoserichtlijn ( (EG) 14/2004 van 20 februari 2004) staat vermeld dat vijf salmo-nella serotypen kunnen worden benoemd als potentieel risico voor de volksgezondheid. Dit betreft de typen Enteritidis, Typhimurium, Infantis, Virchow en Hadar. Ook de typen Java en Agona zijn kritisch voor de volksgezondheid. De gegevens over de typeringen van de positieve pluimveevoeders zijn vermeld in tabel 2.3. Tabel 2.3: Typering salmonella pluimveevoeders 2003 en 2004 Mengvoeder S. positief

    2003 Typering

    Pluimveevoer (vermeerdering)

    5 3x Mbandaka; 1x Cerro; 1x onbekend*

    Pluimveevoer (leghennen)

    9 3x Lexington; 2x Mbandaka; 1x Senftenberg; 1x Rissen; 2x onbekend*

    Pluimveevoer (vleeskuikens)

    8 1x Tennessee; 1x Panama; 1x Virchow; 1x Cerro; 1x Typhimurium; 1x Infantis; 2x onbekend*

    Mengvoeder S. positief 2004

    Typering

    Pluimveevoer (vermeerdering)

    4

    1x Senftenberg, 1x Enteritidis, 1x Java, 1x onbekend*

    Pluimveevoer (leghennen)

    31 7x Senftenberg, 8x Agona, 3x Mbandaka, 2x Lexington; 1x Yoruba, 3x Virchow, 1x Infantis, 1x Enteritidis, 1x Java, 4x onbekend*

    Pluimveevoer (vleeskuikens)

    9 1x Montevideo, 3x Mbandaka, 1x Panama, 1x Java, 1x Infantis, 2x onbekend*

    *) Typering onbekend: de typering is niet mogelijk gebleken of de typering is niet uitgevoerd.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 9 van 24 Juni 2005

  • In de tabel zijn de zeven typeringen met potentieel risico voor de volksgezondheid vet ge-drukt. In 41% van de positieve monsters betreft het n van deze typen. De onbekende typeringen betreffen typeringen die technisch niet uitvoerbaar bleken of niet uitgevoerde typeringen. De niet uitgevoerde typeringen betreffen voornamelijk buitenlandse voedermonsters (m.n. uit Duitsland).

    2.3 Salmonella bepalingen varkens- en rundveevoeders Varkensvoeders: In 2004 zijn totaal 18 van de 3.048 monsters positief bevonden (0,6%). In 2003 zijn in totaal 16 van de 2857 monsters positief bevonden (0,6%). Het totaal aantal varkensvoeder monsters voldoet ruimschoots aan de doelstelling. Rundveevoeders: In 2004 zijn 9 van de 2.188 monters positief bevonden (0,4%). In 2003 waren in totaal 9 van de 1375 monsters positief bevonden (0,9%). Voor 2004 is de doelstelling van het aantal rundveevoeder monsters ruimschoots gehaald. De salmonella incidentie in varkens- en rundveevoeders over de periode 1999-2004 is te zien in onderstaande figuur. De incidentie in rundveevoeders is gedurende deze periode sterk gedaald en de incidentie in varkensvoeders is in deze jaren rond hetzelfde niveau ge-bleven.

    Salmonella in rundvee- en varkensvoeders

    0

    0,2

    0,4

    0,6

    0,8

    1

    1,2

    1999 2000 2001 2002 2003 2004

    RundveevoedersVarkensvoeders

    Salmonella typering varkens- en rundveevoeders Volgens het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector dient in het kader van de bedrijfsinterne controle elk salmonellapositief monster te worden getypeerd op sal-monella-serotype. Van 1996 tot 2004 kon deze typering gratis worden uitgevoerd door het RIVM. Vanaf 2004 vraagt het RIVM een vergoeding voor de typering. De verplichting tot vol-ledige typering is voor varkens- en rundveevoeders onverminderd van kracht gebleven.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 10 van 24 Juni 2005

  • Alle bedrijfsmonsters zijn onderzocht in een voor salmonellabepaling Labcode-erkend labo-ratorium. De serotypering is overwegend uitgevoerd door het RIVM en in enkele gevallen door een bedrijfsintern laboratorium. In de EU-zonoserichtlijn ( (EG) 14/2004 van 20 februari 2004) staat vermeld dat vijf salmo-nella serotypen kunnen worden benoemd als potentieel risico voor de volksgezondheid. Dit betreft de typen Enteritidis, Typhimurium, Infantis, Virchow en Hadar. Ook de typen Java en Agona zijn kritisch voor de volksgezondheid. In tabel 2.4 zijn de gevonden typen salmonella in rundvee- en varkensvoeders weergegeven. Tabel 2.4: Typering salmonella rundveevoeders en varkensvoeders 2003 en 2004 Mengvoeder S. positief

    2003 Typering

    Rundveevoeders 9 2x Mbandaka; 1x Lexington; 1x Senftenberg; 1x Tennessee; 1x Enterica Spp; 1x Ago-na; 2x onbekend*

    Varkensvoeders 16 4x Havanna; 3x Wortington;; 2x Agona; 1x Typhimurium; 1x Lexington; 1x Rissen; 1x Senftenberg; 3x onbekend*

    Mengvoeder S. positief 2004

    Typering

    Rundveevoeders

    9 1x Montevideo, 1x Mbandaka, 2x Tennessee, 1x Senftenberg, 2x Lexington, 1x Ha-vanna, 1x onbekend*

    Varkensvoeders 18 1x Senftenberg, 1x Mbandaka, 2x Montevideo, 3x Wortington, 1x Minnesota, 3x Ago-na, 2x Typhimurium, 1x Livingstone, 1x Kentucky, 1x Llandoff, 1x onbekend*

    *) Typering onbekend: de typering is niet mogelijk gebleken of de typering is niet uitgevoerd. In de tabel zijn de typeringen met potentieel risico voor de volksgezondheid vet gedrukt. In rundveevoeders is geen van deze typen voorgekomen. In varkensvoeders betreft het in 28% van de gevallen een van de benoemde zeven typen.

    2.4 Salmonella bepalingen voedermiddelen In de tabellen 3.2a en 3.2b staan de resultaten van de salmonellabepalingen in voedermid-delen voor 2003 en 2004 vermeld. In 2004 is van de totaal 19.631 onderzochte monsters 4,7% positief. In 2003 was van de totaal 14.903 onderzochte monsters 3,6% positief. In de periode 1991-2004 fluctueert de salmonella incidentie in voedermiddelen rond het gemiddel-de van ongeveer 4% (zie onderstaande figuur).

    Salmonella in voedermiddelen

    00,5

    11,5

    22,5

    33,5

    44,5

    5

    1999 2000 2001 2002 2003 2004

    Voedermiddelen

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 11 van 24 Juni 2005

  • De doelstelling van het aantal monsters voedermiddelen is in 2004 voor vrijwel alle voeder-middelen gehaald. De resultaten van alle voedermiddelen worden weergegeven in bijlage I. Voedermiddelen worden vanaf het vierde kwartaal 2001 als salmonellakritisch beschouwd op basis van relatief hoge besmettingsincidentie in de beschikbare monitoringsresultaten. Voor deze kritische voedermiddelen geldt een stringenter monitoringsprogramma. De volgende criteria worden gehanteerd voor de selectie van salmonella kritische voedermiddelen (vast-gesteld door het bestuur van het Productschap Diervoeder van 11 februari 2004): het percentage positieve salmonella bepalingen in het voedermiddel is hoger dan 3%; het aantal kwartalen dat er positieve salmonella uitslagen in het voedermiddel zijn

    geweest bedraagt minstens 3 per jaar; er zijn op jaarbasis meer dan 10 monsters onderzocht. In 2004 zijn op basis van bovengenoemde criteria de volgende voedermiddelen als salmo-nella kritisch benoemd: - Zuid-Amerikaans sojaschroot- en schilfers; - (Onbehandeld) vismeel; - Raapzaadschroot- en schilfers; - Getoaste sojabonen; - Franse tarwezemelen; - Europees zonnebloemzaadschroot; - Eierschalen. Een samenvattende tabel (tabel 2.5) geeft de resultaten weer van de salmonella kritische voedermiddelen in 2004 en de voedermiddelen waarin in 2004 de salmonella-incidentie >3% is geweest bij een minimum aantal monsters van 10 (tabel 2.6). In tabel 2.5 en in bijlage I zijn deze voedermiddelen vetgedrukt weergegeven. Tabel 2.5: Percentage salmonellabesmetting in salmonella kritische voedermiddelen Voedermiddelen

    2004/1

    2004/2

    2004/3

    2004/4

    2004

    2003

    N %pos. N %pos. N %pos. N %pos. N %pos. N %pos.Kritsche voedermiddelen in 2004

    Zuid-Amerikaans Sojaschroot 612 3,8 653 2,6 696 6,8 591 8,7 2552 5,6 1171 6,7Vismeel 261 0,8 213 0,9 195 1,5 152 0 821 0,9 306 1,7Raapzaadschroot 1278 7,7 797 9 836 8,9 1021 21,4 3932 11,8 3395 7,0Tarwezemelen 4 0 12 0 8 0 7 0 31 0 44 11,4Europees zonne-bloemzaadschroot 63 4,8 54 1,9 44 6,8 238 5 401 4,7 500 3,2Getoaste Sojabonen 774 2,2 609 1,8 574 4,4 847 10 2805 4,9 676 3,8Eierschalen 0 - 0 - 0 - 0 - 0 - - - Ruim 64% van de onderzochte monsters sojaschroot is van Zuid-Amerikaanse herkomst. De salmonella-incidentie in Zuid-Amerikaans sojaschroot is met 5,6% hoog (incidentie overige herkomst is 4,7%). De salmonella incidentie van de totale hoeveelheid sojaschrootmonsters bedraagt 5,2 % en is daarmee gestegen ten opzichte van 2003 (4,7%). De herkomst van deze monsters is voor een groot deel onbekend. De incidentie van vismeel is met 0,9% zeer laag. Dit komt waarschijnlijk omdat vrijwel alle vismeel behandeld wordt (bijvoorbeeld door aanzuren).

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 12 van 24 Juni 2005

  • De incidentie van vismeel is lager dan in 2003 (1,7%). In de database zijn geen afzonderlijke gegevens bekend over onbehandeld vismeel. De salmonella incidentie van raapzaadschroot is met 11,8% zeer hoog. Ongeveer 60% van de raapzaadschroot is van Duitse herkomst met een salmonella incidentie van 8,8%. De ho-ge incidentie in raapzaadschroot is derhalve niet toe te wijzen aan een bepaalde herkomst-regio. Geen van de monsters tarwezemelen was in 2004 positief. In 2004 zijn geen monsters tar-wezemelen beschikbaar van Franse herkomst. Daarom is in tabel 3.5 het totaal aan tarwe-zemelen van alle herkomsten weergegeven. De salmonella incidentie in Europees zonnebloemzaadschroot is met 4,7% hoog. Bijna 46% van de monsters zonnebloemzaadschroot is afkomstig uit Europa. De totale incidentie over alle herkomsten in 4,8%. Hiervan is grotendeels de herkomst onbekend. De getoaste sojabonen laten een incidentie zien van 4,9%. Deze relatief hoge incidentie wordt voornamelijk veroorzaakt door een uitschieter in het vierde kwartaal (10%) vanwege een fabrieksincident. De herkomst van de getoaste sojabonen is overwegend Nederland. Er zijn in 2004 geen monsters eierschalen beschikbaar. De reden hiervoor is dat dit product kennelijk niet meer wordt gebruikt in diervoeder. Tabel 2.6: Percentage salmonellabesmetting voedermiddelen (>3% en N>10) in 2004 Voedermiddelen

    2004/1

    2004/2

    2004/3

    2004/4

    2004

    2003

    N % pos. N % pos. N % pos. N % pos. N % pos. N % pos. Voedermiddelen met salmonellabesmetting >3% (N>10)

    Lijnzaadschilfers 23 0 12 0 14 0 18 27,8 67 7,5 45 2,2 Rijstevoermeel 15 6,7 13 0 10 10 5 0 43 4,7 38 2,6 Sojaconcentraat 2 0 6 16,7 6 0 7 0 21 4,8 - - Zonnebloemzaad 3 0 2 0 1 0 52 3,9 58 3,5 3 0 Van de voedermiddelen met een salmonella-incidentie van >3% komt op basis van de bo-vengenoemde criteria geen van de genoemde voedermiddelen in tabel 2.6 in aanmerking voor de beoordeling kritisch. De resultaten van alle voedermiddelen worden weergegeven in bijlage I. Salmonella typering voedermiddelen Vanaf 2004 dient volgens het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector in het kader van de bedrijfsinterne controle elk salmonellapositief monster te worden gety-peerd op de salmonella-serotypen Enteritidis, Typhimurium, Infantis, Virchow en Hadar, Java en Agona. Van 1996 tot 2004 kon deze typering gratis worden uitgevoerd door het RIVM. Vanaf 2004 vraagt het RIVM een vergoeding voor de typering. Hiermee is voor voedermidde-len de verplichte volledige typering komen te vervallen en dienen de voedermiddelen alleen nog te worden getypeerd op de zeven genoemde typen. Alle bedrijfsmonsters zijn onderzocht in een voor salmonellabepaling Labcode-erkend labo-ratorium. De serotypering is overwegend uitgevoerd door het RIVM en in enkele gevallen door een bedrijfsintern laboratorium. De salmonella typering van de kritische voedermiddelen staat weergegeven in tabel 2.7. Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 13 van 24 Juni 2005

  • Let wel: het betreft hier de typering van alle aangeleverde monsters van een voedermiddel. Tabel 2.7: Salmonella typering van salmonella kritische voedermiddelen 2004 Voedermiddel S. positief % kritisch Typering 2004 serotype Tarwezemelen 0 0 n.v.t. Europees zonne-bloem- zaadschroot

    19

    53%

    1x Mbandaka, 10x Agona, 1x B-groep, 7x onbekend*.

    Raapzaadschroot

    464 11% 103x Senftenberg, 81x Mbandaka, 13x Java, 9x Lexington, 19x Havanna, 24x Agona, 9x Virchow, 1x Give, 21x Oranienburg, 6x Tennessee, 1x Enteritidis, 11x Anatum, 7x Kentucky, 7x Orion, 4x Cubana, 3x Infantis, 4x Livingstone, 6x Montevideo, 1x Typhimurium, 8x C1-groep, 1x Bovismorbifics, 1x Rissen, 2x Albany, 4x Serogr. E1, 1x Enterica sp., 2x Llandoff, 1x Altona, 89x onbekend*.

    Zuid-Amerikaans Sojaschroot

    143 5% 11x Senftenberg, 13x Mbandaka, 1x Java, 23x Lexington, 2x Havanna, 5x Amsterdam, 4x Cerro, 4x Tennessee, 1x Enteriti-dis, 1x Anatum, 5x Infantis, 6x Yoruba, 8x Livingstone, 3x Ne-wport, 4x Oranienburg, 4x Kentucky, 1x Orion, 3x Cubana, 3x Gloucester, 3x Rissen, 6x Montevideo, 2x Llandoff, 1x Ouakam, 1x Salamae, 2x Kingston, 2x Schwarzengrund, 1x C1-groep, 24x onbekend*.

    Getoaste sojabo-nen

    135 7% 41x Rissen, 33x Minnesota, 3x Mbandaka, 3x Montevideo, 1x Java, 5x Senftenberg, 1x Typhimurium, 7x Agona, 1x Pisa, 1x Kentucky, 1x Derby, 1x Havanna, 30x onbekend*

    Vismeel 7 0% 1x Senftenberg, 2x Tennessee, 4x onbekend*. *) Typering onbekend: typering is technisch niet mogelijk gebleken, resultaat van typering is anders dan de 7 kritische typen voor de volksgezondheid en/of typering is niet uitgevoerd. De voedermiddelen hoeven sinds 2004 niet meer volledig getypeerd te worden. Om die re-den is de typering vaak onbekend, omdat in dit geval niet n van de 7 kritische typen is ge-vonden. Veel diervoederbedrijven voeren echter toch de volledige typering uit en sturen deze toch in aan de databank. Daarom zijn toch gegevens bekend over de overige voorkomende typen in de voedermiddelen. Zoals tabel 3.7 laat zien, betreft het slechts in relatief weinig gevallen een van de zeven sero-typen. Voor Europees zonnebloemzaadschroot betreft het in 53% van de gevallen Agona en voor de andere voedermiddelen betreft het in minder dan 11% van de positieve monsters een type met potentieel risico voor de volksgezondheid. De salmonella-incidentie voor de zeven typen is daarmee aanzienlijk lager dan de totale incidentie.

    2.5 Monitoring door PDV In tabel 2.8 zijn de resultaten weergegeven van de bemonstering en analyse die in opdracht van PDV is uitgevoerd. Deze monsters zijn genomen ter verificatie van de bovengenoemde bedrijfseigen monitoring. Voor wat betreft de pluimveevoeders laten de verificatiemonsters van vleeskuikenvoeders een hogere incidentie zien dan de bedrijfseigen monitoring (6% t.o.v. 0,3%) Voor de overige pluimveevoeders laten de verificatiemonsters een lagere of maximaal een gelijke incidentie zien dan de resultaten uit de bedrijfseigen monitoring. Voor wat betreft de voedermiddelen komt uit de verificatie voor vismeel, raapzaadschroot en getoaste sojabonen hetzelfde beeld als uit de bedrijfseigen monitoring. De incidentie van Zuid-Amerikaans sojaschroot is in de verificatie lager dan in de bedrijfseigen monitoring (1,4% t.o.v. 5,6%).

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 14 van 24 Juni 2005

  • Tabel 2.8: Resultaten monitoring door PDV Voedermiddel/mengvoeder 2004 N % positiefOpfok/topfok/vermeerdering 49 0 Vleeskuikens 50 6 Leghennen 98 0 Rundveevoeders 40 0 Varkensvoeders 40 0

    Zuid-Amerikaans sojaschroot 220 1,4 Vismeel 71 0 Raapzaadschroot 193 8,8 Getoaste sojabonen 132 4,5 De typering van de verificatiemonsters is onbekend, omdat deze monsters niet getypeerd zijn. Dit is door de overgang van de Keuringsdienst Diervoedersector (KDD) naar het Bureau Cordinatie Certificatie en Diervoedercontrole (BCD) en de overdracht van de werkzaamhe-den naar de Certificerende Instellingen helaas niet gebeurd. In 2005 zullen de positieve veri-ficatiemonsters wel worden getypeerd.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 15 van 24 Juni 2005

  • 3 EVALUATIE

    3.1 Bedrijfsinterne inspecties en controle In de evaluatie salmonella in diervoeder 2003 is aangegeven dat uit praktische overwegin-gen er voor is gekozen de doelstelling voor het aantal monsters monitoring salmonella uit 2002 te hanteren. Deze lijn is doorgezet in 2004. In 2004 is het aantal monsters pluimveevoeders sterk gestegen ten opzichte van 2004. Dit wordt deels veroorzaakt door het relatief lage aantal monsters in 2003 door de Aviaire Influ-enza. Daarnaast heeft PDV in 2004 salmonellabemonstering en analyse als speerpunt op-genomen in de GMP-checklijst voor de audits. Dit heeft positief gewerkt op het aantal inge-stuurde analyseresultaten. Het totaal aantal varkensvoeders en rundveevoeders monsters voldoet ruimschoots aan de doelstelling. De hoeveelheid monsters is respectievelijk met 7% en 59% gestegen ten op-zichte van 2003. De doelstelling van het aantal monsters voedermiddelen is in 2004 voor vrijwel alle voedermiddelen gehaald. Het totaal aantal monsters is met 32% gestegen ten opzichte van 2003. Door de salmonellabemonstering en analyse als speerpunt op te nemen in de GMP-checklijst voor de audit is het aantal beschikbare analyseresultaten toegenomen. Bovendien heeft een effectievere verwerking van de maandelijkse monitoring gegevens sinds het voorjaar van 2004 positief gewerkt. Alle monitoring gegevens worden nu volgens een vast format aangeleverd en zijn sneller on-line beschikbaar. Conclusies

    het totale aantal ingestuurde monsters mengvoeders en voedermiddelen is toe-genomen ten opzichte van 2003;

    het opnemen van salmonellabemonstering en analyse als speerpunt in de GMP-checklijst voor de audits heeft een positieve bijdrage geleverd aan de salmonella monitoring in de diervoedersector;

    de gegevensverwerking vindt efficinter en effectiever plaats door de introductie van het on-line aanleveren van gegevens via een webapplicatie.

    3.2 Salmonella incidentie in pluimveevoeders Sinds 2002 is de GMP-norm voor de voeders voor topfok, opfokvermeerdering, vermeerde-ring en vleeskuikens een maximum salmonella incidentie van 0+%. Voor leghennenvoeders is deze 1,0%. In 2004 zijn in de topfok- en opfokvermeerderingsvoeders geen salmonella positieve mon-sters aangetroffen. Bij de vermeerderingsvoeders was 0,5% van de monsters salmonella positief. In 2003 was eveneens 0,5% van deze monsters salmonella positief. De salmonella incidentie bij de vleeskuikenvoeders bedroeg in 2004 0,3% tegen 0,4% in 2003. De salmonella incidentie van leghennenvoeders in 2004 is met 1,0% hoger dan de incidentie in 2003 (0,4%).

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 16 van 24 Juni 2005

  • In de EU-zonoserichtlijn ( (EG) 14/2004 van 20 februari 2004) staat vermeld dat vijf salmo-nella serotypen kunnen worden benoemd als potentieel risico voor de volksgezondheid. Dit betreft de typen Enteritidis, Typhimurium, Infantis, Virchow en Hadar. Ook de typen Java en Agona zijn kritisch voor de volksgezondheid. In 41% van de positieve monsters pluimvee-voeders betreft het n van de genoemde serotypen. Conclusies

    De totale salmonella incidentie in pluimveevoeders is in 2004 weinig verschoven ten opzichte van 2003. In 2004 was 0,6% van de monsters salmonella positief, in 2003 was dat 0,4%.

    De GMP-norm voor voeders voor topfok en opfokvermeerdering is met een salmonel-la incidentie van 0% gehaald.

    De salmonella incidentie bij vermeerderingsvoeders is gelijk gebleven aan de inciden-tie in 2003.

    De salmonella incidentie bij vleeskuikenvoeders is licht gedaald ten opzichte van 2003.

    De GMP-norm voor leghennenvoeders (1%) is met een salmonella incidentie van 1% net gehaald. Deze incidentie valt binnen het normale achtergrondniveau, maar is wel-licht benvloed door de hogere incidentie in de salmonella kritische voedermiddelen in 2004.

    In 41% van de positieve monsters pluimveevoeders betreft het n van de zeven se-rotypen met potentieel risico voor de volksgezondheid.

    3.3 Salmonella incidentie in rundvee- en varkensvoeders Voor de salmonella incidentie in rundvee- en varkensvoeders is geen GMP- (noch een wette-lijke) norm vastgesteld. Het aantal salmonella positieve monsters in rundveevoeders is in 2004 (0,4%) gedaald ten opzichte van 2003 (0,7%). In varkensvoeders was de salmonella incidentie in 2004 even laag als in 2003, nl. 0,6%. In rundveevoeders is geen kritisch serotype voorgekomen voor de gezondheid. In varkens-voeders betreft het in 28% van de gevallen n van de zeven kritische typen voor de volks-gezondheid.

    3.4 Salmonella incidentie in voedermiddelen In 2004 werden van de in totaal 19.361 onderzochte monsters voedermiddelen 4,7 % posi-tief bevonden. Een stijging ten opzichte van 2003, toen van de 14.903 onderzochte monsters 3,6% positief was. De salmonella incidentie van de voor 2004 benoemde kritische voedermiddelen is als volgt:

    De salmonella-incidentie in Zuid-Amerikaans sojaschroot is met 5,6% hoog (inciden-tie overige herkomst is 4,7%). De salmonella incidentie van de totale hoeveelheid sojaschrootmonsters bedraagt 5,2% en is daarmee gestegen ten opzichte van 2003 (4,7%).

    De incidentie van vismeel is met 0,9% zeer laag. Dit komt waarschijnlijk omdat vrijwel alle vismeel behandeld wordt (bijvoorbeeld door aanzuren). De incidentie van vismeel is lager dan in 2003 (1,7%).

    De salmonella incidentie van raapzaadschroot is in 2004 met 11,8% zeer hoog. De incidentie is gestegen ten opzichte van 2003 (7%). Ongeveer 60% van de raapzaad-schroot is van Duitse herkomst met een salmonella incidentie van 8,8%.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 17 van 24 Juni 2005

  • De hoge incidentie in raapzaadschroot is derhalve niet toe te wijzen aan een bepaal-de herkomstregio.

    De salmonella-incidentie in tarwezemelen is in 2004 0%, in vergelijking tot 11,4% in 2003. In 2004 zijn geen monsters tarwezemelen beschikbaar van Franse herkomst.

    De salmonella incidentie in Europees zonnebloemzaadschroot is met 4,7% hoog in vergelijking tot 3,2% in 2003. Bijna 46% van de monsters zonnebloemzaadschroot is afkomstig uit Europa.

    De getoaste sojabonen laten in 2004 een incidentie zien van 4,9% in vergelijking tot 3,8% in 2003. Deze hoge incidentie wordt voornamelijk veroorzaakt door een uit-schieter in het vierde kwartaal (10%) vanwege een fabrieksincident.

    Er zijn in 2004 geen monsters van eierschalen beschikbaar. De reden hiervoor is dat dit product kennelijk niet meer wordt gebruikt in diervoeder. Wellicht dat door het strengere monitoringsprogramma voor salmonellakritische voedermiddelen het niet interessant is om eierschalen toe te passen in diervoeder.

    Vismeel en (Franse) tarwezemelen zouden op basis van de resultaten uit 2004 en de criteria voor kritische voedermiddelen niet meer als kritisch te beschouwen zijn. Onbehandeld vis-meel wordt nauwelijks meer toegepast en Franse tarwezemelen zijn in 2004 in het geheel niet meer toegepast. Het is echter wel aan te bevelen deze producten op de kritische lijst te handhaven omdat door de geringe toepassing van deze producten, de producten nog wel salmonella kritisch blijven. Inmiddels is het mogelijk in de databankgegevens een selectie op leveranciersniveau te ma-ken. Op basis van deze selectie heeft het Productschap Diervoeder in 2004 met de leveran-ciers van de kritische voedermiddelen de salmonella problematiek geanalyseerd en verbe-termaatregelen vastgesteld. Het is nog te vroeg om de beoordelen of deze verbetermaatregelen effect hebben, omdat de leveranciers veelal investeringen moeten doen om de salmonella problematiek aan te pak-ken. In 2005 kan wellicht het effect van de verbetermaatregelen voor het eerst gemeten wor-den. Op basis van de resultaten uit 2004 en de criteria voor salmonella kritische voedermiddelen kunnen de volgende voedermiddelen als salmonella kritisch beschouwd worden:

    Europees zonnebloemzaadschroot; Raapzaadschroot- en schilfers; Zuid-Amerikaans sojaschroot- en schilfers; Getoaste sojabonen; Onbehandeld vismeel; Franse tarwezemelen; Eierschalen.

    Vanaf 2004 dient volgens het programma Monitoring salmonella in de diervoedersector 2002 in het kader van de bedrijfsinterne controle elk salmonellapositief monster te wor-den getypeerd op de salmonella-serotypen Enteritidis, Typhimurium, Infantis, Virchow en Hadar, Java en Agona. De voedermiddelen hoeven sinds 2004 dus meer volledig getypeerd te worden. Om die reden is de typering vaak onbekend, omdat in dit geval niet n van de 7 typen is gevonden. In de database is momenteel niet te onderscheiden of de typering niet is uitgevoerd of dat het resultaat van de typering niet n van de zeven typen is. De serotypering levert in relatief weinig gevallen een type op met potentieel risico voor de volksgezondheid. Voor Europees zonnebloemzaadschroot betreft het in 53% van de geval-len Agona en voor de andere voedermiddelen betreft het in minder dan 11% van de positieve monsters n van de zeven typen.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 18 van 24 Juni 2005

  • De salmonella-incidentie voor de kritische typen voor volksgezondheid is daarmee aanzien-lijk lager dan de totale incidentie. In voedermiddelen komen veel variteiten serotypen voor die vooralsnog niet als kritisch voor de volksgezondheid worden gezien. Conclusies

    De salmonella incidentie in voedermiddelen is in 2004 gestegen ten opzichte van 2003.

    Op basis van de criteria voor het vaststellen van kritische voedermiddelen kan de lijst van de kritische voedermiddelen worden gewijzigd.

    De salmonella incidentie van raapzaadschroot is gestegen ten opzichte van 2003; het product blijft zeer salmonella kritisch;

    De salmonella incidentie van sojaschroot is gestegen ten opzichte van 2003. Het me-rendeel van de positieve monsters is van Zuid-Amerikaanse herkomst.

    De salmonella incidentie van Europees zonnebloemzaadschroot is hoger dan in 2003.

    Getoaste sojabonen blijven zeer salmonella kritisch. Eierschalen worden kennelijk niet meer gebruikt in diervoeder. Toch is het aan te be-

    velen voorlopig dit product op de lijst van salmonella kritische voedermiddelen te handhaven.

    Franse tarwezemelen en onbehandeld vismeel blijven ondanks de goede resultaten in 2004 - op de lijst met kritische voedermiddelen, omdat deze producten salmonella kritisch zijn, maar weinig worden toegepast.

    De database kan niet onderscheiden of de typering niet is uitgevoerd of dat het resul-taat van de typering niet n van de 7 typen was.

    De salmonella-incidentie voor de kritische serotypen voor de volksgezondheid is aan-zienlijk lager dan de totale incidentie. In voedermiddelen komen veel variteiten sero-typen voor die vooralsnog niet als kritisch voor de volksgezondheid worden gezien.

    Het Productschap Diervoeder heeft in 2004 met de leveranciers van de kritische voe-dermiddelen de salmonella problematiek geanalyseerd en verbetermaatregelen voor-gesteld. Het is nog te vroeg om het effect van deze maatregelen te zien, in 2005 is dit effect wellicht meetbaar.

    3.5 Monitoring door PDV Het Productschap Diervoeder voert een bemonsteringsprogramma uit ter verificatie van de bedrijfseigen monitoring. Voor wat betreft de pluimveevoeders laten de verificatiemonsters van vleeskuikenvoeders een hogere incidentie zien dan de bedrijfseigen monitoring (6% t.o.v. 0,3%) Voor de overige pluimveevoeders laten de verificatiemonsters een lagere of maximaal een gelijke incidentie zien dan de resultaten uit de bedrijfseigen monitoring. Voor wat betreft de voedermiddelen komt uit de verificatie voor vismeel, raapzaadschroot en zonnebloemzaadschroot hetzelfde beeld als uit de bedrijfseigen monitoring. De incidentie van Zuid-Amerikaans sojaschroot is in de verificatie lager dan in de bedrijfsei-gen monitoring (1,4% t.o.v. 5,6%).

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 19 van 24 Juni 2005

  • 4 AANBEVELINGEN 1. De salmonella-bemonstering en analyse handhaven als speerpunt in de checklijst van de

    GMP-audits, omdat dit een positief resultaat laat zien voor wat betreft het insturen van de gegevens aan de PDV Databank.

    2. Uitgaande van de criteria die in de bestuursvergadering van het Productschap Diervoe-der van 11 februari 2004 zijn gehanteerd voor het vaststellen van salmonella kritische voedermiddelen verdient het aanbeveling om de lijst van salmonella kritische voedermid-delen nader te bekijken.

    3. Op basis van de genoemde criteria kunnen de volgende voedermiddelen als salmonella kritisch beschouwd worden: Europees zonnebloemzaadschroot; Raapzaadschroot- en schilfers; Zuid-Amerikaans sojaschroot- en schilfers; Getoaste sojabonen; Onbehandeld vismeel; Franse tarwezemelen. Eierschalen.

    4. Het verdient aanbeveling om Franse tarwezemelen, vismeel en eierschalen op de lijst met kritische voedermiddelen te handhaven, omdat ondanks de geringe toepassing en gunstige resultaten in 2004 deze voedermiddelen salmonella kritisch zijn.

    5. Het is aan te bevelen het effect van de ingezette verbetermaatregelen door de leveran-ciers van voedermiddelen in 2005 te meten.

    6. Op grond van de uitkomsten van de salmonella typeringen in 2004 wordt aanbevolen voor de pluimveevoeders, varkensvoeders en rundveevoeders de volledige doortypering op serotypen te handhaven.

    7. Op grond van de uitkomsten van de salmonella typeringen in 2004 wordt aanbevolen voor voedermiddelen de serotypering gericht op Typhimurium, Enteritidis, Infantis, Virchow, Hadar, Paratyphi B Java en Agona te handhaven.

    8. Het is aan te bevelen om in de database een onderscheid te maken tussen typering niet uitgevoerd en resultaat typering is niet n van de 7 kritische serotypen.

    9. De typering van de positieve verificatiemonsters uit de PDV monitoring dient conform GMP voorwaarden weer uitgevoerd te worden.

    10. Voor de duidelijkheid is het aan te bevelen de lijst met voedermiddelen in de PDV data-bank ongewenste stoffen te beperken door meerdere benamingen voor hetzelfde voe-dermiddel te schrappen.

    11. De effectievere verwerking door het on-line aanleveren van monitoringresultaten maakt het mogelijk om zonodig halfjaarlijks salmonella overzichten te genereren. Het is aan te bevelen hiervan gebruik te maken om zodoende de kritische voedermiddelen op leveran-ciersniveau te volgen en tussentijds nadere beheersmaatregelen af te kunnen spreken.

    12. De planning voor het aantal te nemen monsters mengvoeders in de PDV bemonstering voor 2005 kritisch bekijken om een realistischere verificatie te bewerkstelligen.

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 20 van 24 Juni 2005

  • BIJLAGE I Voedermiddelen:

    2004/1

    2004/2

    2004/3

    2004/4

    2004

    2003

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    Plantaardige voedermiddelen

    Aardappelbijproduct - - 1 0 1 0 - - 2 0 - - Aardappelchips 2 0 1 0 1 0 - - 0 0 4 0 Aardappeldiksap/sojahullen 4 0 5 0 5 0 4 0 18 0 18 0 Aardappeleiwit 22 0 9 0 21 4,8 24 0 76 1,3 33 0 Aardappelvezels, gedroogd 2 0 2 0 2 0 2 0 8 0 12 0 Aardappelzetmeel, gedroogd 1 0 2 0 - - 2 0 5 0 4 0 Bakkerijafvallen 7 0 14 0 13 0 19 0 53 0 61 0 Biergist, gedroogd 2 0 2 0 - - 26 0 30 0 3 0 Bietenpulp, gedroogd 22 0 10 0 16 0 18 0 76 0 56 0 Biscuitmeel 1 0 1 0 - - - - 2 0 5 0 Broodmeel 18 0 20 0 11 0 19 0 68 0 95 0 Cacaodoppen - - 1 0 - - - - 1 0 - - Cellulose - - - - - - 1 0 1 0 - - Chocoladepellets 14 0 17 0 12 0 15 6,7 58 1,7 - - Cichoreipulp, gedroogd 1 0 1 0 1 0 1 0 4 0 2 0 Citruspulp 14 0 20 0 13 0 8 0 55 0 44 0 Erwten, droog 50 0 49 0 32 0 32 0 163 0 74 0 Erwtenzetmeel - - 1 0 - - 1 0 1 0 - - Gerst 76 0 66 0 60 0 32 0 248 0 148 0,7 Gerst, ontsloten 2 0 1 0 - - 1 0 4 0 3 0 Gist, gedroogd - - 4 0 3 0 3 0 10 0 - - Grasmeel/-brok 14 0 15 0 16 0 17 0 62 0 26 0 Graszaad 35 0 - - 2 50 - - 2 50 1 0 Haver - - 8 0 2 0 1 0 46 0 49 0 Haverdoppen - - - - - - 1 0 1 0 - - Voerhavermout 1 0 - - - - 1 0 2 0 1 0 Havervoermeel 2 0 - - - - 1 0 3 0 3 0 Johannesbrood 1 0 - - - - - - 1 0 1 0 Katoenzaadschilfers 7 0 - - - - - - 7 0 - - Koekmeel 8 0 8 0 7 0 8 0 31 0 - - Kokosschilfers 5 0 5 0 - - 1 0 11 0 49 0 Kokosschroot 14 0 6 0 10 0 27 0 57 0 57 0 Lijnzaad 2 0 3 0 3 0 2 0 10 0 17 0 Lijnzaadschilfers 23 0 12 0 14 0 18 27,8 67 7,5 45 2,2 Lijnzaadschroot 4 0 4 0 1 0 1 0 10 0 9 0 Lupinen 19 0 5 0 3 0 13 0 40 0 20 0 Lupinenbliezen 2 0 3 0 4 0 4 0 13 0 - - Luzernemeel/-brok 35 0 13 0 10 0 8 0 66 0 36 0 Maanzaad 4 0 3 0 3 0 2 0 12 0 6 0 Mais 165 0 159 0 149 2,0 132 0,8 605 0,7 335 0,6 Mais, babycorn 2 0 - - - - - - 2 0 5 0 Breukmais 1 0 1 0 1 0 1 0 4 0 - - Mais, ontsloten 11 0 9 0 5 0 3 0 28 0 29 0 Masidistillers, gedroogd 2 0 1 0 1 0 1 0 5 0 2 0 Maisglutenmeel 12 0 17 0 16 0 15 0 60 0 26 0 Maisglutenvoer 33 0 43 0 34 0 32 3,1 142 0,7 199 1,0 Maiskiemen 10 0 7 0 7 0 8 0 32 0 2 0 Maiskiemschroot 3 0 - - 1 0 - - 4 0 4 0 Maisvlokken 5 0 3 0 4 0 3 0 15 0 8 0 Maisvoermeel 6 0 8 0 2 0 4 0 20 0 14 0 Maiszetmeel - - 2 0 2 0 1 0 5 0 1 0 Melasse, biet- 1 0 1 0 - - - - 2 0 3 0 Moutkiemen 4 0 2 0 1 0 1 0 8 0 - -

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 21 van 24 Juni 2005

  • Voedermiddelen:

    2004/1

    2004/2

    2004/3

    2004/4

    2004

    2003

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    Palmpitschilfers 38 0 2 0 38 0 42 0 157 0 154 0 Palmpitschroot 5 0 4 0 2 0 1 0 12 0 19 10,5 Raapschroot, bestendig 3 0 2 0 10 0 9 0 27 0 22 0 Raapzaad - - 1 0 8 0 7 0 16 0 6 67 Raapzaadschroot- en schilfers

    1278 7,7 797 9 836 8.9 1021 21,4 3932 11,8 3995 7

    Rijst - - 2 0 2 0 1 0 8 0 5 0 Rijstafvallen 1 0 1 0 1 0 - - 3 0 6 0 Rijstevoermeel 15 6,7 13 0 10 10 5 0 43 4,7 38 2,6 Rijstevoerschroot - - - - - - 1 0 1 0 - - Rogge 29 0 22 0 15 0 15 0 81 0 16 0 Soja-eiwit 19 0 22 0 9 11,1 18 0 68 1,5 155 0 Sojabloem 74 1,4 89 3,4 67 3 66 4,6 296 3 119 1,7 Getoaste sojabonen 774 2,2 609 574 4,4 847 10 2805 4,9 2020 3,2 Sojabonen, rauw 6 0 4 0 - - 1 0 11 0 32 3,1 Sojaconcentraat 2 0 6 16,7 6 0 7 0 21 4,8 - - Sojamelk 8 0 10 0 12 0 12 0 42 0 29 3,4 Sojaschroot en schilfers 1158 3,9 1068 3,5 922 5,4 1069 8,2 4217 5,2 2712 4,7 Sorghum 3 0 4 0 1 0 2 0 10 0 - - Suiker 1 0 - - 1 0 - - 2 0 - - Tapioca, gedroogd 18 0 17 0 8 0 8 0 51 0 55 0 Tapiocazetmeel 2 0 4 0 - - - - 6 0 - - Tarwe 301 0,3 241 0 237 0,4 240 0,4 1019 0,3 690 0,1 Tarwe, gepoft 1 0 1 0 - - 1 0 3 0 5 0 Tarwe, ontsloten 7 0 7 0 5 0 3 0 22 0 11 0 Tarwe-eiwit 4 0 1 0 3 0 1 0 9 0 9 0 Tarwe-eiwit gehydrolyseerd - - - - 1 0 - - 2 0 - - Tarwebloem 7 0 14 0 9 0 10 0 40 0 - - Tarweglutenmeel 36 0 40 0 52 0 39 0 167 0 73 0 Tarweglutenvoer, gedroogd 4 0 5 0 4 0 13 0 26 0 37 0 Tarwegries 86 0 93 1,1 100 0 90 0 369 0,3 180 0 Tarwekiemzemelen 4 0 4 0 5 0 3 0 16 0 1 0 Tarwemaalderijproducten 2 0 - - - - - - 2 0 - - Tarwevoerbloem 7 0 5 0 6 0 7 0 25 0 37 2,7 Tarwevoermeel 9 0 14 0 16 0 10 0 49 0 30 0 Tarwezemelen 4 0 12 0 8 0 7 0 31 0 44 11,4 Tarwezemelgrint 7 0 6 0 6 0 7 0 26 0 87 2,3 Tarwezetmeel, gedroogd 6 0 4 0 3 0 1 0 14 0 14 0 Triticale 10 0 13 0 26 0 25 0 74 0 38 0 Vet/olie plantaardig 2 0 4 0 2 0 3 0 11 0 18 0 Vinasse, biet- 1 0 1 0 - - - - 2 0 3 0 Wikken - - - - 1 0 - - 1 0 - - Zonnebloemzaad 3 0 2 0 1 0 52 3,9 58 3,5 2 0 Zonnebloemzaadschilfers 28 7,1 9 0 11 0 5 0 53 3,8 27 0 Zonnebloemzaadschroot 209 7,2 150 2,7 101 4,0 413 4,6 873 4,8 500 3,2 Dierlijke voedermiddelen1 Bloedmeel - - - - - - 1 0 1 0 - - Bloedplasma - - - - - - 1 0 1 0 - - Caseine 1 0 - - - - - - 1 0 4 0 Diermeel - - 1 0 - - - - 1 0 2 25 Ei-poeder 8 0 2 0 9 0 6 0 25 0 3 0 Garnalenmeel - - 1 0 - - 2 0 3 0 - - Gelatine 1 0 - - - - - - 1 0 - - Hemoglobine-poeder 1 0 - - - - - - 1 0 2 0

    1,8

    1 Dierlijke voedermiddelen mogen alleen in diervoeder voor landbouwhuisdieren worden gebruikt indien dit wette-lijk is toegestaan. Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 22 van 24 Juni 2005

  • Voedermiddelen:

    2004/1

    2004/2

    2004/3

    2004/4

    2004

    2003

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    Kaaspoeder - - 1 0 - - - - 1 0 2 0 Kanenmeel 8 0 5 0 9 22,2 7 14,3 29 10,3 16 0 Karnemelkpoeder 24 0 1 0 - - 2 0 27 0 86 0 Lactose 1 0 - - 1 0 2 0 4 0 7 0 Melkpoeder, mager 67 0 39 0 20 0 22 0 148 0 132 0 Melkvoeder, volle 15 0 - - 1 0 2 0 18 0 29 0 Pluimveevleesmeel 19 0 21 0 20 0 22 4,6 82 1,2 26 0 Vet, dierlijk - - - - 1 0 1 0 2 0 3 0 Vismeel, gedroogd 1 0 5 0 4 0 9 0 19 0 - - Vismeel 261 0,8 213 0,9 195 1,5 152 0 821 0,9 485 1,2 Visolie 6 0 6 0 5 0 5 0 22 0 - - Vleesbeendermeel 21 9,5 3 0 38 0 2 0 64 3,1 4 0 Wei-eiwitconcentraat 15 0 5 0 5 0 3 0 28 0 18 0 Weipermeaat 2 0 3 0 2 0 3 0 10 0 - - Weipoeder 175 0 198 0 128 0 285 0 786 0 673 0 Weipoeder, casene - - 4 0 - - 2 0 6 0 7 0 Weipoeder, melksuikerarm 10 0 5 0 4 0 1 0 20 0 18 0 Vochtrijke voedermiddelen

    Aardappelpuree, vochtrijk - - - - 1 0 - - 1 0 4 0 Aardappelsnippers, rauw 4 0 3 0 3 0 - - 10 0 6 0 Aardappelsnippers, patat 3 0 1 0 2 0 2 0 8 0 7 0 Aardappelstoomschillen, vers en kuil

    3 0 1 0 2 0 - - 6 0 4 0

    Aardappelvezels, vers 1 0 - - - - - - 1 0 - - Aardappelzetmeel, niet ontsl. - - 1 0 1 0 - - 2 0 - - Bierbostel, vers en kuil 12 0 12 0 12 0 16 0 52 0 14 0 Biergist, vers 41 0 27 0 18 0 27 0 113 0 77 0 Bietenpulp, vers 1 0 1 0 - - 3 0 5 0 - - Bonamin (mengsel chocola-de/bakk.afv/vet)

    1 0 1 0 2 0 2 0 6 0 - -

    Cichorei-perspulp, vers en kuil

    - - 1 0 - - - - 1 0 - -

    Erwten, zeefresten - - - - 1 0 - - 1 0 - - Kaaswei, vers 3 0 5 0 4 0 - - 12 0 12 0 Maisglutenvoer, vers 2 0 3 0 3 0 3 0 11 0 6 0 Maisglutenvoer, vers- en kuil 4 0 3 0 - - - - 7 0 - - Maisweekwater 1 0 1 0 1 0 1 0 4 0 2 0 Melk, volle - - - - 2 0 1 0 3 0 23 0 Myceliumspoeling, vers 1 0 1 0 - - - - 2 0 3 0 Sperziebonen, zeefresten - - - - 1 0 - - 1 0 - - Suikerwater 1 0 1 0 2 0 2 0 6 0 - - Tarweindampconcentraat, vers

    - - - - 1 0 1 0 2 0 - -

    Uienpulp, vers - - - - - - 1 0 1 0 - - Uiensap 1 0 - - 1 0 2 0 4 0 - - Voorweiconcentraat 1 0 2 0 - - 2 0 5 0 - - Wei-, kwark-, vers - - 2 0 2 0 - - 4 0 4 0 Wortelstoomschillen, vers 1 0 1 0 2 0 1 0 5 0 1 0 Zalm-eiwit concentraat, vloeib.

    2 0 2 0 1 0 7 0 12 0 - -

    Ruwvoeders Gras, kunstmatig gedroogd, in balen

    1 0 - - 2 0 - - 3 0 - -

    Luzerne, kunstmatig ge-droogd, in balen

    2 0 1 0 2 0 - - 5 0 - -

    Luzerne, vers 4 0 3 0 5 0 4 0 16 0 2 0

    Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 23 van 24 Juni 2005

  • Evaluatie aanpak salmonellabeheersing in de diervoedersector 2004 24 van 24 Juni 2005

    Voedermiddelen:

    2004/1

    2004/2

    2004/3

    2004/4

    2004

    2003

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    N % pos.

    Luzernehooi 1 0 1 0 - - - - 2 0 - - Mais, snij, kuil 2 0 - 0 - - - - 2 0 - - Mais, snij, kuil, kunstmatig gedroogd

    1 0 - - 1 0 - - 2 0 - -

    Stro, gerste- 0 0 - - - - 4 0 4 0 1 0 Stro, tarwe 2 0 2 0 2 0 2 0 8 0 - -

    1 De vetgedrukte voedermiddelen zijn de voedermiddelen met een salmonella incidentie van > 3%, waarbij in minstens 3 kwartalen positieve salmonella uitslagen in het voedermiddel zijn geweest bij een minimaal aantal onderzochte monsters op jaarbasis > 10.

    InhoudsopgaveSamenvatting1 Inleiding2 Inventarisatie2.1Bedrijfsinterne inspecties en controle2.2Salmonellabepalingen pluimveevoedersTabel 2.2a Resultaten bedrijfsinterne controles salmonella 2003

    Rundveevoed.Varkensvoed.Tabel 2.2b Resultaten bedrijfsinterne controles salmonella 2004

    Rundveevoed.Varkensvoed.

    2.3Salmonella bepalingen varkens- en rundveevoeders2.4Salmonella bepalingen voedermiddelenRaapzaadschroot

    2.5Monitoring door PDV

    3 Evaluatie3.1Bedrijfsinterne inspecties en controle3.2 Salmonella incidentie in pluimveevoeders3.3Salmonella incidentie in rundvee- en varkensvoeders3.4 Salmonella incidentie in voedermiddelen3.5Monitoring door PDV

    Bijlage ICichoreipulp, gedroogdDierlijke voedermiddelenVochtrijke voedermiddelenRuwvoeders