KUIPERS OVER GEZONDHEID EN DUURZAAMHEID · voor vijf maanden vertrekt naar het internationaal...
Transcript of KUIPERS OVER GEZONDHEID EN DUURZAAMHEID · voor vijf maanden vertrekt naar het internationaal...
KUIPERS OVERGEZONDHEID ENDUURZAAMHEID Verzuim als team te lijf
Voortaan appels met appels vergelijken
Innovatie in de praktijk
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G
15e JAARGANG | EDITIE 2 | 2014
Behandelbanken
Ga naar www.fyzzio.nl voor de complete beleving!
The new standardfor treatment tables
Bel 073 5999 000 of mail naar [email protected]
voorheennieuwe naam:
Nederland
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
6
44 38
24 32
12 18Een ruimteblik op gezondheid en duurzaamheid 6
Kuipers deelt zijn kennis over de noodzaak van bewegen en gezonde voeding graag met anderen
Innovatie in de praktijk 12
‘Zelfs de behandelbank moet eraan geloven’
Verzuim als team te lijf 18
Unieke multidisciplinaire samenwerking richt zich op pas bevallen politieagentes
Circuittraining vooriedere doelgroep 24
Forse groei van het aantal beweegconcepten gericht op circuittraining
Nieuw concept versterkt de propositie van de fysiotherapeut 32
‘Voet- en loop analyses horen óók bij de fysio’
‘Voortaan kun je appels met appels vergelijken’ 38
Nieuwe benchmark Fysiotherapie focust op bedrijfseconomische resultaten
Eenheid creëren in de manuele therapie, er is een weg 44
Hans van den Berg topdocent tijdens master (orthopedische) manueeltherapie
En verder Oranje boven 5
Voorwoord Parabench 50 Wanneer levert u de beste zorg? 53
Ondernemer in beweging MoveMens partners 56 Colofon 58
Inhoud
����������� �������� ��������� ����������������������������������������������� ���������������� ������������������������ � ������������ ���"#���������������$%��#�%&$'�(���������#�&%$)'*'%$+&#����,����������� ���" ��
Wilt u een audit laten uitvoeren? HCA staat borg voor de kwaliteit van uw zorg!
HealthCare Auditing staat voor:
-������������ ��������������.�������/����#����������/����#�
�����"�/� ����������� ����"�����/��������0� ����� 1
-�2���"�������� �3������� �������������"�������� �/�����������������1
-�4����� �"��� ������������ �"�����5���� ��/"���� ���� ����#�������
���3����������� ��/����� ����������1
-�23�����#��6/���������������������������"�������������������� ���� ��1
-�7���� ������������������ ��/����� ���������� �����3������ ����������"���
����������3�������3��� ��1
-�8�� ������� �����"#������������0� ����� �����"��3��� �" ���������1
-�9��6�������#��� ����"�3�����������3����/����������������������� ��
������������:������"�������/����� �";1
-�<������#�3���"����������/���� ��������������������
��������������$%��%&$'�(���������&%$)'*'%$+&���,����������� ���" ��
Extra service Gratis informatiebijeenkomsten
over het auditprocesSnelle e-mail service die
antwoord geeft op al uw vragen
��������������� ����� ������ ��������������������� ��������������023-5452360
HealthCare Auditing
5
Oranje boven
Voorwoord
Dank voor alle positieve en enthousias-merende reacties op de restyling van MoveMens. De oranje boventoon is in ieder geval herkend. Dat kwam waar-schijnlijk ook door Johan Cruijff. Hij trap-te af in ons magazine, was in de ‘docu-mentaire’ bij de VPRO te zien en sierde de cover van de jubileumeditie van het blad ‘Helden’. Kortom, een uitdaging voor ons om deze lijn vast te houden. Nu staat André Kuipers, gezien als 1 van de grootste Nederlanders, op de voor-zijde en maken we kennis met een bevlo-gen man. Als medicus is zijn pleidooi voor gezond eten en bewegen overtuigend. Wanneer je van grote afstand naar de aarde kijkt, blijkt het alleen maar over gezondheid en duurzaamheid te gaan. Toch een teken van boven… De publiciteit rondom ‘onze’ astronauten en vooral het thema duurzaamheid krijgt een nieuw ‘hoogtepunt’ bij het overlijden van Wubbo Ockels. Kuipers’ kijk op de wereld in dit nummer is nog subtiel in vergelijking tot zijn collega Wubbo Ockels. Die windt er een dag voor zijn dood geen doekjes meer om. De voormalige astro-naut voelde dat zijn missie al langer niet in de ruimte lag, maar op aarde. Gezien de impact en de wens van Ockels om het te verspreiden, een citaat uit zijn statement:“Het is genoeg, we zijn te ver gegaan!!! De industriële revolutie heeft ons in een ongewenste situatie gebracht. We zijn door de natuur geraasd, we vernietigen onze levensbronnen. We moeten stop-pen, we moeten veranderen, we moeten
een ander pad kiezen, we moeten onze levens veranderen, en de manier waarop we zaken doen. Laten we ‘het menselijke tijdperk’ begroeten. Laten we stoppen met de vernietiging van de aarde, van de mensheid; van ons. Laat het voor ieder-een duidelijk zijn: we moeten een nieuwe houding vinden, een nieuwe cultuur, een nieuwe instelling, een nieuwe eenheid van de mensheid, voor ons voortbestaan.” Wat bij mij ook indruk heeft gemaakt is het besef dat onze aarde onderdeel is van het zonnestelsel maar dat er wellicht nog wel miljoenen zonnestelsels zijn. Allemaal planeten die aan een zon zijn verbonden. Hoe groot is het heelal? En hoe houden wij het klein? Grote vragen die vragen om een klein bruggetje….Oranje is de kleur van de zon. En van ons land. In deze periode kleurt heel Nederland weer Oranje. En de rest van de inhoud heeft ook een Oranje tintje. Van de multidisciplinaire samenwerking met onze nationale trots tot het interview met Hans van den Berg, Ridder in de Orde van Oranje Nassau. We beginnen het WK waar we het vorige WK in de finale zijn geëindigd. Laten we hopen dat Oranje boven blijft mee-doen. Zodat we een finale krijgen tegen Argentinië. Dat zou Oranje boven nieuwe stijl zijn. Leve de Koning, en Maxima!
Namens de uitgever en redactie,Geert-Jan van der Sangen
6
Kuipers deelt zijn kennis over de noodzaak van
bewegen en gezonde voeding graag met anderen
Een ruimteblik op gezondheid en duurzaamheidTekst: Geert-Jan van der Sangen
Beed: Vic Spacewalker Shutterstock.com
“Je hebt maar één lichaam, daar moet je het de rest van je leven
mee doen”, aldus Johan Cruijff in de vorige editie van MoveMens.
Astronaut André Kuipers zet het in een groter perspectief na zijn
ruim 200 dagen in de ruimte. Zijn besef over de kwetsbaarheid
van onze planeet is alleen maar sterker geworden. We moeten
zuinig zijn op haar: “We hebben per slot van rekening maar één
aarde”.
André Kuipers is ongetwijfeld één van
de bekendste Nederlanders van het
laatste decennium. In 2012 werd hij
(nadat hij terugkeerde van zijn laatste
ruimtereis) zelfs verkozen tot grootste
Nederlander van dat jaar. Kuipers heeft
ook veel raakvlakken met bewegen en
gezondheid. Het ruimtereizen heeft
een enorme invloed op je lichaam en
je gezondheid en dat heeft altijd zijn
belangstelling gehad. Hij is afgestudeerd
arts en betrokken bij diverse projecten,
die als centraal thema ‘gezondheid’ en
‘het bevorderen van een gezonde leef-
stijl in het bijzonder’ hebben.
“Later word ik astronout”
Als kind al was André Kuipers (55)
gefascineerd door het heelal. Hij houdt
(nu nog steeds) van sciencefiction en
creëert zijn eigen droomwereld van het
heelal. “Ik wilde de aarde ook vanuit
de ruimte zien”, zo vertelt hij over zijn
periode als kind van een jaar of twaalf.
Na het behalen van zijn atheneum
diploma gaat hij naar de Universiteit
van Amsterdam, waar hij kiest voor
medicijnen en zijn artsexamen behaalt.
Hier brengt hij zijn fascinatie voor de
ruimte voor het eerst in praktijk door
onderzoek te doen op de evenwichts-
7
afdeling van het Academisch Medisch
Centrum in Amsterdam. Hierna doet
hij nog onderzoekservaring op bij de
Koninklijke Luchtmacht op het gebied
van ruimteziekte en evenwichtsgevoel.
In 1991 begint ‘het echte werk’. Kuipers
is betrokken bij fysiologische expe-
rimenten voor de ESA, de Europese
Ruimtevaart Organisatie waarvan hij
nog steeds deel uitmaakt. Zeven jaar
later wordt Kuipers geselecteerd voor
astronaut en komt een ruimtereis steeds
dichterbij. Hij bouwt mee aan het inter-
nationaal ruimtestation ISS en op 19
april 2004 is zijn eerste grote moment
daar. Vanaf Kazachstan gaat hij als
boordwerktuigkunde mee naar het ISS.
Een droom komt uit en Kuipers is na
Wubbo Ockels de tweede Nederlandse
ruimtevaarder.
Zijn bekendheid neemt echter pas
echt grote vormen aan als hij op 21
december 2011 met een Sojoezraket
voor vijf maanden vertrekt naar het
internationaal ruimtestation ISS voor
de Sojoez-missie. Twee dagen later
wordt de raket aangekoppeld aan
het ruimtestation en vanuit de ruim-
te wensen de zes bemanningsleden
de hele wereld een gelukkig nieuw-
jaar. Legendarisch zijn de woorden
van Kuipers. Ondersteboven hangend
wenst hij (in het Nederlands) iedereen
‘een fantastisch en gelukkig 2011’…
Op de vraag wat nu het allermooiste is
wat hij beleefd heeft tijdens zijn ruim-
tereis twijfelt Kuipers: ‘Het zweven in
het ruimtestation of het magnifieke
uitzicht op de aarde’. Een kinderdroom
is werkelijkheid geworden.
Train als een astronaut
Zijn kennis van het menselijk lichaam, de
noodzaak van bewegen en gezonde voe-
ding; André Kuipers is zich hier enorm
van bewust en deelt zijn kennis graag
met anderen. Zoals ook blijkt uit zijn
bijdrage aan ‘Mission X: train als een
astronaut’. Dit bijzondere initiatief vond
vorig jaar plaats en in Nederland deden
zo’n 500 scholieren zes weken mee.
Mission X is een initiatief van NASA, dat
in Nederland jaarlijks wordt georgani-
seerd door het NSO (Netherlands Space
Office), ESA en Space Expo. Wereldwijd
doen 20.000 kinderen uit 25 landen mee.
Kuipers verleent graag zijn medewerking
aan dit soort gezondheid bevorderende
projecten. Want “bewegen en gezonde
voeding zijn belangrijke thema’s voor
astronauten én voor alle kinderen.”
De kinderen leren alles over gezond eten
en bewegen en doen trainingsmodules
waarmee ze punten kunnen verdienen.
Belangrijke onderdelen waarover ze
leren zijn coördinatie, ruimtelijk inzicht,
uithoudingsvermogen en kracht. Heel
bijzonder was dat Kuipers in 2012 het
startschot gaf vanuit de ruimte. Via een
live videoverbinding sprak hij op één en
hetzelfde moment kinderen toe in Italië,
Portugal, Zwitserland en Nederland. De
setting, de bekende Nederlander André
Kuipers en het feit dat ze zelf vragen
konden stellen aan een echte astronaut
maakten het project extra bijzonder voor
de kinderen. Kuipers vertelde dat niet
alleen de kinderen, maar zeker hij als
astronaut zeer zuinig moet zijn op het
lichaam. “We moeten minstens een uur
per dag fitnessen en trainen op een
loopband. Een lange ruimtereis is licha-
melijk niet gezond: er is straling uit de
ruimte, je botten ontkalken en je spieren
worden slap.”
Duurzaamheid
Een andere ‘missie’ van Kuipers is duur-
zaamheid. Vanuit de ruimte had hij als
geen ander zicht op wat wij de aarde
aandoen. “Al tijdens mijn eerste vlucht
zag ik hoe mooi, maar ook hoe kwetsbaar
de aarde is. Je ziet het dunne schilletje,
de luchtvervuiling, de erosie, de afne-
mende bossen… De wereldbevolking
groeit nog steeds aanzienlijk, maar de
aarde groeit niet mee. De aarde moet
veel meer tijd krijgen om te herstellen!”
We moeten veel duurzamer omgaan
met onze voorraden, bepleit Kuipers.
Hij vertelt dat je met duurzame techno-
logieën óók winst kunt maken. Dat we
op zoek moeten naar systemen waarbij
we minder afhankelijk zijn van fossiele
brandstoffen. De eerste positieve sig-
nalen zijn er. “Vroeger vroeg niemand
naar FHC papier, nu is het eerder de
standaard. Ook biologische producten
worden gelukkig steeds populairder. Het
gaat langzaam de goede kant op en
hopelijk zijn we nog op tijd.”
‘Sporten en gezond eten, dat maakt je fit’
Krachttrainingen tijdens ruimtemissies zijn
voor astronauten van groot belang
8
De ruimtevaart speelt wat Kuipers
betreft een belangrijke rol in het streven
naar meer duurzaamheid. “Mensen krij-
gen steeds meer besef van de noodzaak,
onder andere door de beelden die wij
hen kunnen tonen. De ijsdiktes nemen
zichtbaar af. We kunnen vanuit de ruim-
te ziektes onderzoeken in gewassen, we
beschikken namelijk over de modernste
technologieën om de aarde te observe-
ren. We zien letterlijk wat er mis gaat en
kunnen dat ook bewijzen.”
Kunnen we wellicht niet beter uitwijken
naar andere planeten? Kuipers: “De
aarde is en blijft natuurlijk onze thuis-
planeet. Als je ziet hoeveel mensen er
dagelijks bijkomen, die kun je logistiek
al niet eens vervoeren naar andere
bewoonbare planeten. Wat we wel kun-
nen doen is de maan of Mars gebruiken
om onderzoek te doen. Met bepaalde
onderzoeken kunnen we bijvoorbeeld
zien wat we hier fout hebben gedaan
en hoe we dat in de toekomst kunnen
voorkomen.” Het is ook confronterend
om van Kuipers te horen hoe nietig we
eigenlijk zijn in dat enorme heelal. We
doen weliswaar veel onderzoek in de
ruimte maar dat blijft beperkt tot onze
buurplaneten. Ons eigen sterrenstelsel
is al zo onmetelijk groot dat we op de
meeste plekken nooit zullen komen. En
als we er al zouden geraken dan is die
planeet al verdwenen gezien de afstand
in lichtjaren. Los daarvan is het goed
dat Kuipers ons laat realiseren dat onze
beperkte blik zich vooral richt op ‘ons’
zonnestelsel terwijl er misschien wel
miljoenen zonnestelsels in de ruimte
zijn. Op de vraag of er in de ruimte
meer leven voorkomt zoals op aarde,
antwoordt Kuipers met een glimlach:
“Statistisch gezien kan het niet anders
dat door de tallozen sterren en planeten
die we hebben, ook ergens wel intel-
ligent leven moet zijn.”
Opofferingen
Het zweven in de ruimte geeft natuurlijk
een vrij gevoel. “Ik heb veel meer dan
tijdens mijn eerste vlucht kunnen genie-
ten van de schoonheid van het heelal.
Elke dag opnieuw was ik onder de indruk
van wat ik zag: onze aarde, de maan,
de sterren, planeten en de Melkweg.
Daar boven voelde ik me onderdeel van
onze kosmos.” Op de vraag hoe deze
ervaring bijdraagt aan een beeld van God
is Kuipers genuanceerd. Een Godsbeeld
vasthouden vanuit de ruimte blijkt heel
moeilijk te zijn. Er zijn verhalen bekend
‘Maar of je nu astronaut bent of niet, bewegen
en gezond leven moeten we allemaal’
9
van collega astronauten die zeer gelovig
de ruimte ingaan maar dit niet vast kun-
nen houden bij het zien en ervaren van
zoveel groots. En het omgekeerde komt
ook voor. Maar het beeld van God de
Vader op een wolk ergens boven de aarde
is moeilijk voor te stellen in de onmete-
lijke ruimte van het heelal.
Het is slechts weinigen gegeven om de
aarde vanaf 400 kilometer hoogte te
mogen bekijken. “Het opent letterlijk je
ogen”, zegt Kuipers. “Je ziet 16 keer per
dag de zon op en onder gaan. Een prachtig
verschijnsel dat nooit verveelt. Maar je ziet
ook dingen die je bezorgd maken over onze
planeet: luchtvervuiling, algengroei…”
Om er te komen heb je misschien een
dosis geluk nodig, maar de opofferingen
die je ervoor moet doen zijn niet te onder-
schatten. Kuipers: “Ik had en heb er vrij-
wel alles voor over. De selectieprocedure
en bijbehorende onderzoeken en keurin-
gen zijn gigantisch. Ik heb zelf gewerkt
als keuringsarts dus ik kan erover mee-
praten, maar deze keuringen noem ik
omgekeerde geneeskunde. Normaal ga
je als je klachten hebt naar de dokter. Die
behandelt je klacht of verwijst je door.
Bij ons zijn er geen klachten, sterker nog,
wij zijn kerngezond, maar men gaat heel
hard op zoek naar klachten.” Zeker als je
bent uitverkoren voor een ruimtereis leidt
dat wel eens tot stressvolle situaties.
Kuipers vertelt dat hij wel zes keer een
positieve bevinding heeft gehad van ver-
schillende aandoeningen zoals bijvoor-
beeld een keer TBC. Allemaal bleek het
loos alarm. “Maar”, zo zegt hij: “Als je
dan een keer je schouder verdraait ben
je toch direct bezorgd of dat geen verve-
lende consequenties heeft.”
Eenmaal in de ruimte, met beelden op je
netvlies die slechts weinigen ter wereld
ooit hebben gehad of zullen krijgen, over-
heerst de euforie. Astronauten moeten
veel onderzoeken doen, men meet je
hersenactiviteit in de ruimte, er vinden
bloedafnames en spierbiopsies plaats…
Maar in de vele maanden boven de
aarde heeft André Kuipers zich nog nooit
verveeld, zo vertelt hij.
Krachttraining zonder
zwaartekracht
Eén van de bekendste problemen waar
ruimtevaarders mee kampen is botont-
kalking. Astronauten zijn redelijk jong,
maar door het ontbreken van de aardse
zwaartekracht treedt er toch een ver-
hoogde botontkalking op. Hoe gezond een
astronaut ook leeft, hoeveel hij ook sport,
altijd treedt er botverlies op. Medici zijn al
jaren bezig om hier de beste remedie voor
10
te vinden. Kuipers: “Dan moet je denken
aan medicijnen, druk uitoefenen op het
bot, het gebruik van zout en nu moeten we
bijvoorbeeld gewichtheffen in de ruimte.”
Wie de landing van de Sojoez op 1 juli
2012 op de steppen van Kazachstan
heeft bekeken, kon zien dat Kuipers niet
eens op eigen kracht uit zijn capsule
kon klimmen. Terug op aarde voelt de
zwaartekracht als een magneet. “Alsof
je arm naar beneden wordt getrokken als
je hem optilt.”
Krachttrainingen tijdens ruimtemissies
zijn voor astronauten dan ook van groot
belang. Maar bij de traditionele kracht-
training wordt gewerkt met gewichten
die tegen de zwaartekracht in worden
verplaatst. In de ruimte echter moeten
astronauten krachttraining doen waar-
bij een weerstand wordt gebruikt die
onafhankelijk is van de zwaartekracht.
Flywheel training, waaraan we in de
vorige uitgave van MoveMens een arti-
kel wijdden, bleek hiervoor de ideale
oplossing. Bij vliegwiel training wordt de
weerstand gegenereerd met een ‘jojo’
mechanisme, waarbij anders dan bij een
echte jojo, het draaiend deel om een
vaste as is gefixeerd. Tijdens de concen-
trische beweging – spierverkorting – wik-
kelt het vliegwiel de kabel af. Wanneer
de kabel volledig is afgewikkeld, zit er
zoveel kinetische (draai-)energie in het
vliegwiel, dat de kabel automatisch weer
oprolt. Omdat bij deze beweging geen
gewicht tegen de zwaartekracht in wordt
verplaatst, maar een schijf door de rota-
ties een excentrische ‘trekkracht’ veroor-
zaakt, is het de ideale toepassing in een
gewichtloze omgeving.
De zwaartekracht blijft voorlopig nog aan
het overgrote deel van de mensheid trek-
ken. Maar of je nu astronaut bent of niet,
bewegen en gezond leven moeten we
allemaal, willen we langdurig het beste
uit onszelf halen. Anders verliezen we het
sowieso van de zwaartekracht… �
Wetenswaardigheden
over André Kuipers
- Tijdens de inhuldiging van Koning
Willem-Alexander in de Nieuwe
Kerk was Kuipers Wapenkoning
- Met 193 dagen aaneengesloten in
het ISS, heeft Kuipers de langste
ruimtemissie op zijn naam van alle
Europese astronauten
- Hij behaalt in 1987 zijn artsexamen
aan de Universiteit van Amsterdam
- Kuipers deed ruimtemissies in 2004
en 2011
- Benoemd tot Officier in de Orde
van Oranje-Nassau en later zelfs
tot Ridder in de Orde van de
Nederlandse Leeuw
- Ambassadeur van het Wereld
Natuurfonds
- In 2012 werd hij gekozen tot groot-
ste Nederlander van dat jaar
- Er is een planetoïde naar hem ver-
noemd
Meer info? �
Als voormalig keuringsarts weet Kuipers:
‘De keuring van astronauten is omgekeerde geneeskunde’
11
12
‘Zelfs de behandelbank moet eraan geloven’
Innovatie in de praktijkOm te kunnen groeien, maar ook om ‘bij te blijven’, is innovatie onmisbaar binnen de fysiotherapie-
praktijk. Veel nieuwe diensten en producten zijn de afgelopen jaren de revue gepasseerd. Zelfs het
oudste stuk gereedschap van de fysiotherapeut, de behandelbank, kent vernieuwingen. Waarom
nu juist de behandelbank? Is dat product niet uitontwikkeld? Wijzigt het niet nog slechts door de
kleur en uitvoering? Niet volgens Bart de Bresser, CEO van GymnaUniphy, fabrikant van Gymna
producten. Hij vertelt graag over innovatie, praktijkvernieuwing, groeistrategieën en natuurlijk
de nieuwe behandelbank.
Tekst: Fons Sjokman
Het merk Gymna vertegenwoordigt
veel producten maar is wereldwijd
misschien wel het meest bekend door
de kwalitatieve behandelbanken. De
behandelbank is het basisinstrument
voor de fysiotherapeut en heeft een
centrale plaats in vrijwel elke praktijk.
De Bresser: “Binnen onze organisatie
hebben we een continu innovatieproces
georganiseerd waarbij regelmatig van-
uit verschillende disciplines wordt nage-
dacht over zaken die we kunnen ver-
beteren. Vernieuwingen die we samen
met mensen uit de praktijk ontwikkelen
lossen echte problemen op en gaan veel
verder dan kleur en uitvoering. Ook bij
een nieuwe behandelbank, zoals de
gymna.ONE, die we net op de markt
hebben gebracht. We gaan voor een
echt nieuwe standaard.”
Bij de ontwikkeling van dit product is
het bedrijf met een blanco blad begon-
nen. Uiteindelijk werd gekomen tot een
drietal thema’s: passie (voor het vak van
de fysiotherapie), professionalisme (in de
uitoefening van het beroep) en patiënt
comfort (‘Patiënt Experience’). In elk van
deze categorieën worden meerdere novi-
teiten geïntroduceerd, waarbij er wordt
gedacht vanuit de gebruiker. Techniek
is hierbij geen doel op zich en ook de
kostprijs is geen primaire drijfveer bij het
ontwikkelproces.
Vernieuwingen
Wat zijn nu de concrete verbeteringen die
zijn ontwikkeld? Wat merken de gebrui-
ker en de patiënt hiervan? De Bresser:
“De therapeut zal ervaren dat dit product
verbeteringen heeft die het gebruik ervan
eenvoudiger en aangenamer maken.
Daarnaast is veel aandacht besteed aan
het thema hygiëne. Het ontwerp van
de gymna.ONE is te omschrijven als
strak, modern en verzorgd maar daarbij
is tevens invulling gegeven aan de eis
dat het product onderhoudsarm en een-
voudig te reinigen moet zijn. Doordat alle
elektronica en aansturing zijn verborgen
onder de houten shell kan er zich geen
stof en vuil ophopen en dat zal de levens-
duur van de bank vergroten. Kortom, een
betere investering op termijn.
De patiënt zal ook het comfort erva-
ren van de vernieuwde ergonomisch
gevormde kussens, de aangename ver-
warming (standaard op elke gymna.
ONE) en de (per patiënt) verwisselbare
zachte gezichtsopening (vormt zich naar
de gezichtsvorm, laat geen afdruk na op
het gezicht en is eenvoudig afwasbaar).”
De strategie die GymnaUniphy hanteert
is om oplossingen te bieden die als
innovatief worden ervaren. Dit kunnen
zaken zijn waar de markt om vraagt,
maar men ziet het ook als uitdaging
om met oplossingen te komen voor een
latente behoefte. Apple is hiervan een
mooi voorbeeld. Wie had jaren geleden
gedacht dat een model tussen laptop
en smartphone zo populair zou worden
als de iPad? Of zoals eens werd gezegd:
‘een product waar niemand om gevraagd
heeft maar iedereen nu moet hebben’.
13
De Bresser: “We willen de eerste keus
zijn van elke therapeut en als we dat
bereiken dan groeit ons marktaandeel
vanzelf.”
Dit kun je doorvertalen naar de fysiothe-
rapiepraktijk. Het gaat meer en meer om
specialiseren, goed zijn in je vak, niet
stilstaan maar verder kijken, vooruitzien
en ondernemen. Nieuwe kansen zien,
nieuwe patiëntengroepen aantrekken en
de beste kwaliteit en service bieden met
zorg die het verschil maakt. Kortom, het
gaat steeds meer om ondernemen. De
Bresser vindt dat je je niet teveel moet
richten op de concurrentie maar moet
denken aan de toegevoegde waarde die
je zelf kunt bieden met je praktijk, in jouw
verzorgingsgebied. “Persoonlijk vind ik
het bewegingsconcept W-Move een
mooi voorbeeld. Dit is een kwalitatief
hoogwaardige lijn voor actieve bewe-
gingstherapie. Ideaal voor senioren. Hoe
vaak wordt een behandeling bij de fysio-
therapeut niet afgesloten met het advies
om vaker aan beweging te doen door een
lidmaatschap te nemen op de fitnessclub.
Maar voor senioren is de omgeving van
de fitnessstudio niet altijd aantrekke-
lijk. Ze zouden liever onder deskundige
begeleiding van hun fysiotherapeut in
beweging blijven. Hier ligt een enorme
kans voor fysiotherapeuten die onderne-
mend ingesteld zijn. Goed nadenken over
de inrichting, faciliteiten, aan te bieden
begeleiding & service die deze groep
wenst en je hebt als fysiotherapeut een
prachtige basis voor een nieuwe inkom-
stenbron.”
Productontwikkeling
Hoe gaat de ontwikkeling van een nieuw
product, zoals in dit geval de behan-
delbank, in zijn werk? De Bresser: “We
werken bij Gymna met vaste patronen,
zogenaamde innovatiecirkels waarbij
verschillende disciplines nadenken over
nieuwe productideeën. Dit is vaak een
langdurig proces waarbij we kijken vanuit
nieuwe technieken, andere industrieën,
maar voor elke productlijn bestuderen
we ook zo objectief mogelijk hoe een
therapeut ermee werkt. Dit betekent bij-
voorbeeld dat we video’s maken van
therapeuten die met onze en met con-
currerende producten werken. Dit gaat
zelfs zo ver dat we dit soort video’s laten
maken door mensen die het vak kennen,
maar ook door observatoren die geen
kennis hebben van het vak en/of de the-
rapie. Zo komen we soms tot hele prak-
tische verbeteringen aan een bestaand
product waar wij zelf niet opgekomen
zouden zijn. Daarnaast is het natuurlijk
zo dat eerste prototypes uitvoerig worden
getest en ook gebruik wordt gemaakt
van gebruikerspanels. Tot slot doen we
‘Je moet je niet richten op de concurrentie,
maar denken aan de toegevoegde waarde
die je zélf als praktijk kunt bieden!’
14
ook aan Post Market Surveillance, wat
betekent dat we permanent gebruikers-
informatie evalueren om te zien hoe onze
producten in het gebruik presteren.”
De Bresser gelooft heilig in het nieuwe
product. Hij ziet zelfs een nieuwe stan-
daard voor de komende jaren. Dit is mede
te verklaren doordat het de eerste behan-
delbank is waarbij tijdens het ontwikkeltra-
ject zoveel is nagedacht over het comfort
voor de patiënt. Er is bijvoorbeeld bewust
voor gekozen om hygiëne tot een belang-
rijk thema te maken. Daarbij verwacht
GymnaUniphy dat ook het uiterlijk van de
gymna.ONE veel kopers zal verleiden tot
het opfrissen van hun praktijk voordat de
bank geleverd wordt. De Bresser: “Deze
behandeltafel is echt een designobject
geworden waarmee je de professionele
uitstraling van de praktijk kunt vergroten.”
Levensduur
De ‘oude’ behandelbank was 9 jaar oud
maar nog steeds een referentie in de
markt. De Bresser vertelt dat de levensduur
van producten in de fysiopraktijk korter
wordt. Niet zozeer omdat het bestaande
product verouderd zou zijn, maar bijvoor-
beeld omdat nieuwe technieken voorhan-
den zijn en bedrijven steeds vindingrijker
worden in het oplossingsgericht denken
vanuit de gebruiker. Wellicht is dit ook
het gevolg van het feit dat consumenten
gewend zijn geraakt aan regelmatige ver-
nieuwing van het aanbod. Fabrikanten spe-
len daar op in of willen niet achterblijven
en komen dan met een lichte aanpassing
of minimale wijzigingen en brengen die
vervolgens soms onder de noemer van een
nieuw product.
Concurrentie is er ook onder de fabrikan-
ten. Een bedreiging waar Gymna veel mee
te maken heeft gehad is kopieergedrag
van andere fabrikanten. Bedrijven die ook
graag een graantje willen meepikken zon-
der zelf de noodzakelijke investering in
mensen en middelen te willen doen die
nodig zijn om te komen tot een kwalitatief
hoogwaardige productontwikkeling. In het
verleden werd hier nog wel eens te weinig
rekening mee gehouden tijdens het ont-
wikkelingsproces van nieuwe producten.
Bij de ontwikkeling van de gymna.ONE is
daar wel op gelet en zijn er vele aspecten
toegevoegd die moeilijk of niet kopieerbaar
zijn. Voor de zekerheid zijn er maar liefst
5 nieuwe patenten toegevoegd en werkt
het bedrijf met een Gymna® echtheids-
kenmerk.
Design vs techniek
“Bij de totstandkoming van een nieuw
product zijn er altijd wel wat hobbels”,
zegt De Bresser. “Ook bij de totstand-
koming van de gymna.ONE hebben we
enkele moeilijkere momenten gehad. Een
kritisch moment is altijd wanneer we
van de industriële ontwerpfase overgaan
naar de eerste technische tekeningen.
Dan komt er een gezonde spanning te
staan op het ontwikkelproces tussen
designers en de technische construc-
teurs. Het is dan de kunst om zo dicht
mogelijk te blijven bij het oorspronkelijke
ontwerp en voorgestelde materialen.
Zoals je bij dit product kunt zien wordt er
gebruik gemaakt van nieuwe technieken
en combinaties van materialen die echt
nieuw zijn op het gebied van behandel-
banken. Dat betekent ook dat we samen-
werken met diverse toeleveranciers die
elk gespecialiseerd zijn in hun materialen
maar bijvoorbeeld in deze samenstelling
nog niet eerder hadden samengewerkt.
Vele vergaderingen en testen gaan er dan
aan vooraf voordat het product klaar is
‘We willen de eerste keus zijn van elke therapeut
en als we dat bereiken dan groeit ons
marktaandeel vanzelf ’
Bart de Bresser (CEO van GymnaUniphy):
“Senioren zouden liever onder deskundige
begeleiding van hun fysiotherapeut in
beweging blijven. Hier ligt een enorme
kans voor fysiotherapeuten die onderne-
mend ingesteld zijn.”
15
������������ ��� �
������� ��� � ����� ���� ��� ���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������!����������������������������������������"� ���!���� ��������������� �� ������� �� ������ ��������������������������������
������������ �����������#�� ��� $��%%� �����&�� ��� �� ������� ���� ������� ��� ��� �������� ���� �� '��� ������ ����������()��*����+�������������������� �����������������!������, ���-�.���#���-�/."�������!����������� ���������������������������������� ���������� ������������ �� 0������� 1� ��������������������������� ���������������� ����2������������������������3������4����������������!��
�������������������������5� +������������5� ��6���������������������
������"� �����5� /������������������������
�� �!���"� �5� 7�������������������
��������������5� "�������������� ���������
0�����5� #����� �!���������
�����������������������������!���� �������������������������������������������� ����0������� �������� ����8������ ��������� �� ������ ��-� ����� ���� ���� ������������� ��� ��� ����� ���������������������������!�����
�����������5� /����������������������5� +��������������������������
����!5� +�������������������� ��������
���!������� ���
����������������� ��������������
������������������������� �
������������������������������� ��������������
����������������� �������� ��!��"�
5� "�����������������������������99�������-��������!����������
+����������������&���������� ��������������:5� #���5� ����5� )� ����5� (���;���5� *!!� �$<�5� )�����������5� 8���������5� 19����������5� ,�����������5� ,�������������
������������������� �!�������������&�� ��� �� ����� ��� ��� ����� ������������ ���������� ��0������������ ����� ,���� �� ������ ���� ��� ��������������������������������������������������
voor serieproductie. Een kritiek moment
is ook altijd de vergadering waarin we
de lanceringsdatum vaststellen. Na die
beslissing weten alle betrokkenen dat er
geen uitstel meer mogelijk is. De dynamiek
die zo’n deadline tot gevolg heeft, werkt
overigens ook wel weer zeer stimulerend
en kan ook gebruikt worden om op kritieke
momenten beslissingen te forceren.”
Bestaat er zoiets als een Gymna-stijl?
Heeft bijvoorbeeld de nieuwe behan-
delbank typische ‘Gymna-elementen’?
En zien we die ook terug in andere
producten? De Bresser is blij met deze
vraag. “Want”, zo zegt hij, “dit thema is
heel expliciet aan bod gekomen tijdens
het ontwikkeltraject. Ook hier hebben
we ervoor gekozen om typische Gymna-
stijl-elementen toe te voegen waarbij
behoud van kwaliteit en functionaliteit
altijd voorop moet blijven staan (form
follows functionality). In samenwerking
met het internationale industrieel design-
bureau Enthoven Associates hebben we
deze eigen stijl-elementen gekozen en in
het uiteindelijke design aangebracht. Het
design van Gymna kenmerkt zich door
organische vormen, moderne elementen
en transparante vormgeving. De Gymna.
ONE heeft een zeer eigen identiteit mee-
gekregen die onder andere tot uiting
komt in de aluminium armen en het
gebruik van een hoogwaardige houten
basis waaronder alle techniek voor het
oog wordt onttrokken. Een uitgebreid
panelonderzoek liet al enthousiaste reac-
ties zien op dit ontwerp. We zijn ontzet-
tend benieuwd naar de reactie van het
grote publiek.
Op 5 mei jl. is de gymna.ONE in het
PSV-stadion officieel geïntroduceerd voor
internationale distributeurs uit meer dan
75 landen. Daarna kijken we gespannen
uit naar de reacties van de markt.” �
Bedrijven worden steeds vindingrijker in het
oplossingsgericht denken vanuit de gebruiker
Meer info? �
Fysiotherapie is geen
tastbaar product
In dit artikel over innovatie laten we
een ondernemer aan het woord over
vernieuwing van fysieke producten.
Deze tastbare producten zijn welis-
waar onderdeel van het ‘product’ fysio-
therapie, maar het ‘product’ is niet
tastbaar. De producten die de fysiothe-
rapeut onder de noemer ‘fysiotherapie’
brengt zijn een dienst, zoals ook de
notaris, de bank en een hotel vooral
diensten leveren.
Marketing van diensten vraagt een
aparte aanpak. Diensten zijn ondeel-
baar, bijzonder variabel in kwaliteit
en vluchtig. Een dienst die je niet kunt
uitzoeken zonder deze te consumeren.
De patiënt weet pas wat een behande-
ling bij de fysiotherapeut inhoudt als
hij deze consumeert.
Vooraf verschillende manipulaties ver-
gelijken kan niet. Patiënten zoeken
daarom naar secundaire tekens van
kwaliteit en kijken naar de mensen,
de wachtkamer en behandelkamer,
de apparatuur, de website en andere
‘bewijzen’ . Het goed neerzetten van
de niet-tastbare dienst vraagt dus
vooral toevoeging van fysieke pro-
ducten en een goede presentatie. De
voorkeur voor een fysiotherapeut is
dus vooral gebaseerd op de niet the-
rapeutische handelingen. Terrein voor
innovatie derhalve.
17
18
Unieke multidisciplinaire samenwerking richt
zich op pas bevallen politieagentes
Verzuim als team te lijfTekst: Ard Agteresch
beeld: Jeroen van Kooten
Bij de aanpak van verzuim bieden standaardprocedures eigen-
lijk nooit een goede en duurzame oplossing. Niet zo vreemd:
elke verzuimcasus heeft een andere achtergrond en vereist een
andere aanpak. Liefst eentje waarbij alle betrokkenen nauw
samenwerken en ook de medewerker een belangrijke inbreng én
verantwoordelijkheid heeft. Vanuit die gedachte ontwikkelde
de Politie, Eenheid Noord-Nederland een nieuwe aanpak van
verzuim. Na een succesvolle pilot onder aanstaande en jonge
moeders is deze in Nederland unieke aanpak klaar om breder te
worden geïmplementeerd.
Politieagenten staan bloot aan grote
risico’s en de werkdruk is hoog. Niet zo
gek dat het verzuimcijfer bij de politie
wat hoger ligt dan het landelijke gemid-
delde. Verzuimreductie staat er dan ook
traditioneel hoog op de agenda, vertelt
Jan de Jong, beleidsadviseur arbeids-
omstandigheden bij de Politie, Eenheid
Noord-Nederland (Groningen, Friesland
en Drenthe): “Natuurlijk zijn er de wet-
telijke procedures bij verzuim, maar wij
wilden onze mensen maatwerk kunnen
bieden om ze bij uitval snel weer aan
het werk te krijgen en te houden. Elke
situatie is immers volledig anders. Wij
wilden een omgeving creëren waarin
medewerkers kunnen rekenen op pas-
sende zorg.”
Hij vond hiervoor een gewillig oor bij Irina
Dvortsina, bedrijfsarts bij de Eenheid:
“Bij re-integratietrajecten zijn meestal
verschillende partijen betrokken. Denk
‘Werknemers kregen regelmatig tegenstrijdige adviezen’
19
Samenwerking houdt
politieagente aan het werk
Uit onderzoek blijkt dat meer aandacht
voor de periode voor en na de beval-
ling leidt tot een aanzienlijk lager ver-
zuim. De pilot PREM Pol (Preventie
Re-integratie Moeders Politie) van de
Eenheid Noord-Nederland richtte zich
op zwangere vrouwen en jonge moe-
ders, een groep met een opvallend
hoog verzuimcijfer.
Bedrijfspsycholoog Anouk Faber kan
deze cijfers wel verklaren: “Jonge moe-
ders moeten enorm wennen aan hun
nieuwe situatie en verantwoordelijkhe-
den. Ook het feit dat ze hun werk niet
meer op de eerste plaats kunnen of
soms willen zetten is nieuw voor hen.
Je weet als zwangere gewoon niet wat
je te wachten staat na de bevalling.
Niet iedereen is direct weer klaar om
aan het werk te gaan.”
In een PREM Pol-traject wordt ruim
voor de bevalling het gesprek aange-
gaan met de agente. Er wordt ingegaan
op de wederzijdse rechten en plichten,
maar ook over de eventuele fysieke en
psychische risico’s op het werk voor
de agente en haar ongeboren kind.
Eventueel worden daar op voorhand
al maatregelen voor genomen. Ook
na de bevalling is er contact, coa-
ching en ondersteuning als het gaat
om bijvoorbeeld het voorkomen van
lichamelijke klachten en het facilite-
ren van borstvoeding, kinderopvang en
ouderschapverlof.
In de gevallen dat er interventie nodig
was, hebben de betrokken specialisten
ook onderling nauw contact en stem-
men hun aanpak op elkaar af. Jan de
Jong van de Eenheid Noord-Nederland:
“De positieve uitkomsten laten zien dat
deze aanpak werkt. Alle agentes die
een traject volgden, waren weer kort
na de bevalling inzetbaar en zijn nog
steeds aan het werk.”
aan de bedrijfsarts, medici, psycholo-
gen, zorgverzekeraars, arbodeskundigen,
leidinggevenden en niet te vergeten de
medewerker zelf. Waar ik me regelmatig
over verbaas is dat elke vorm van regie
in dergelijke multidisciplinaire trajecten
vaak ontbreekt. Ik zie het regelmatig
gebeuren dat er tegenstrijdige adviezen
worden gegeven of dat verschillende
specialisten van elkaar niet weten dat
ze dezelfde cliënt behandelen. Het was
al heel lang mijn wens daar verandering
in te brengen. Toen ook de politie aangaf
het ziekteverzuim anders aan te willen
pakken, bleek dat het perfecte moment
voor een nieuwe, integrale zorgaanpak.”
Het resultaat was PREM Pol: Preventie
Re-integratie Moeders Politie, een
samenwerking tussen de Eenheid Noord-
Nederland, MaetisArdyn, het Martini
Ziekenhuis en De Gezonde Zaak. Deze
pilot was gericht op zwangere vrouwen
en jonge moeders, een groep die een
opvallend hoog verzuimcijfer liet zien.
Deze pilot is gestart in 2010 en had meer-
dere doelen: het voorkomen van uitval,
het verbeteren van de gezondheid en het
verminderen van de zorgconsumptie. Het
interventieprogramma loopt nog steeds
en is op alle fronten erg succesvol geble-
ken (zie het kader).
Anouk Faber
Jan de Jong
20
Irina Dvortsina: “Eigenlijk is het idee ach-
ter dit project vrij simpel: samen met de
werkgever stel ik voor elke medewerker
een risicoprofiel op en als dat nodig is
zorg ik voor de juiste interventie. Daar
betrekken we diverse specialisten bij. Dit
‘zorgteam’ komt maandelijks bij elkaar,
houdt gedurende het traject onderling
nauw contact en zorgt voor een goede
onderlinge informatievoorziening. Samen
monitoren we de voortgang, denken met
elkaar mee over de beste oplossing en
stemmen de aanpak op elkaar af.” Ook
de werkgever wordt nauw betrokken bij
de uitvoering, uiteraard voor zover het
medisch geheim dat toelaat. De regie
ligt gedurende het traject altijd bij de
bedrijfsarts.
Anouk Faber is bedrijfspsycholoog bij
De Gezonde Zaak en ook betrokken in
deze nieuwe aanpak: “Wat ik hier heel
sterk aan vind is het preventieve karak-
ter en dat de medewerker uitgedaagd
wordt zelf meer verantwoordelijkheid
te nemen. Verzuim is in onze optiek
voor een groot deel gedrag: bij ziekte of
overbelasting zijn veel mensen geneigd
thuis af te wachten tot ze ‘beter’ zijn.
Onze insteek is gebaseerd op het idee
dat het juist gezonder is om aan het
werk te zijn. En vaak kun je verzuim of
ziekte vóór zijn, door op tijd signalen te
herkennen en maatregelen te nemen.
Vaak zijn kleine, simpele aanpassingen
al voldoende om langdurige uitval te
voorkomen.”
Irina: “Een andere misvatting in onze
ogen is dat fysieke klachten en psy-
chische klachten als twee losstaande
werelden worden gezien. De praktijk
leert echter dat als iemand niet lekker in
zijn vel zit, dit kan leiden tot een fysiek
mindere prestatie. En andersom geldt
precies hetzelfde. Ook dat is een reden
om verschillende specialisten in één tra-
ject met elkaar te laten communiceren en
inzichten over de cliënt te laten delen. Dit
levert betere, uitgebalanceerde oplossin-
gen.” Anouk: “Klopt. door niet te werken
op eilandjes kun je sneller schakelen.”
Jan de Jong: “De resultaten van de pilot
PREM Pol hebben ons positief verrast.
Niet alleen daalde het verzuim; ook ver-
beterde de relatie met onze medewerkers
enorm. Dat vind ik minstens zo belangrijk,
zeker voor de lange termijn. We laten
zien dat we een betrokken werkgever zijn
die oog heeft voor de individuele situatie
van de agent. Ook merk ik dat de manier
van denken over verzuim is veranderd
binnen de politie. Mensen geven steeds
sneller aan als ze aanvoelen dat de kans
op uitval optreedt. Ook collega’s onder-
ling hebben veel meer oog voor elkaar
gekregen en spreken elkaar eerder aan
bij dreigende problemen.”
‘Werken is gezonder dan thuis blijven zitten’
Irina Dvortsina
21
�� ������������� �����
�� ����� ��������������
�� ��� ������� ����� ���� ���
�� ������ �������������� �����
�� ����������������� �� ��
�� ���� ��������������������
�� !����� ��������������
GRATISDemo!
Beweging in de praktijk
MyFitplan is een uniek motiverend beweegconcept dat mensen continue ondersteunt om te bewegen hoe, wanneer en waar ze willen. Met behulp van de modernste technieken is constante begeleiding gegarandeerd. MyFitplan werkt met een � theidsladder, die aangeeft op welk � theidsniveau de deelnemer zich bevindt, en FIT-punten (gebaseerd op Frequentie, Intensiteit en Tijdsduur). Deze FIT-punten maken � theid meetbaar, helpen bij het behalen van individuele doelen en werken motiverend. Ze maken bewegen extra leuk. MyFitplan biedt een oplossing om mensen niet alleen in beweging te brengen, maar ook te houden. Het biedt daarmee groeimogelijkheden voor u als ondernemer: het plan is voor verschillende doelgroepen geschikt en kan ook als scholingsprogramma ingezet worden. Al uw klanten kunnen op een leuke manier leren bewegen met MyFitplan. Voor meer informatie: mail naar [email protected] of kijk op www.myfitplan.com
Op andere vlakken heeft het project ook
zijn vruchten afgeworpen. Jan de Jong:
“Verzuimpreventie is geen losstaand tra-
ject meer, maar wordt op verschillende
manieren geïntegreerd in de werkwijze
van de politie. Bijvoorbeeld bij de pit-
tige IBT-training, voor politiemensen ver-
plicht omdat ze anders bijvoorbeeld geen
wapen mogen dragen. Iemand die thuis
zit, kon daar vaak niet aan meedoen.
Tegen de tijd dat hij of zij wel weer aan
het werk is, duurt het weken voordat
het certificaat is gehaald. We betrekken
nu waar mogelijk ook de IBT-trainers
bij re-integratietrajecten. Delen van de
training zijn nu soms onderdeel van het
re-integratietraject. Medewerkers voelen
daardoor beter aan wanneer zij weer
klaar zijn voor het werk en ze worden
daar stap voor stap weer op voorbereid.”
Irina Dvortsina: “We dagen de werknemer
nadrukkelijk uit zelf mee te denken over
oplossingen. Voorwaarde voor deze aan-
pak is uiteraard dat de relatie tussen de
werkgever en werknemer goed is. Er moet
wederzijds vertrouwen zijn en een sfeer
waar problemen bespreekbaar zijn, waar
deuren altijd open staan en de drempel
laag is om aan te kloppen bij de bedrijfs-
arts, specialist of leidinggevende.”
De integrale benadering van verzuim
zoals de Eenheid Noord-Nederland die
hanteert, laat zien hoe effectief samen-
werking tussen de verschillende discipli-
nes in de zorgketen kan zijn. Daarnaast
maakt de aanpak het werken een stuk
leuker voor de betrokken specialisten,
stelt Irina: “Door de contacten en interac-
tie met andere specialisten kijk je over de
grenzen van je eigen vakgebied heen. Dat
maakt je werk niet alleen extra boeiend
en leerzaam, maar levert ook een oplos-
sing op die breder wordt gedragen. De
betrokken zorgverzekeraar is ook enthou-
siast over deze aanpak en de uitkomsten
er van, omdat we hebben aangetoond dat
het een duurzaam resultaat heeft.”
Anouk Faber: “De pilot PREM Pol richt
zich specifiek op zwangere vrouwen en
jonge moeders. Maar er zijn binnen de
politie natuurlijk meer groepen bij wie
we een bovengemiddelde uitval zien en
bij wie deze integrale aanpak succes-
vol kan zijn. Denk aan mensen die te
maken hebben gehad met een sterfgeval,
geweld op het werk, een echtscheiding
maar ook mannen die net vader zijn
geworden. Ook voor deze en andere groe-
pen gaan we de geïntegreerde werkwijze
uitrollen.” �
Meer info?
�
‘Fysieke en psychische klachten worden nog
te vaak als losstaande werelden gezien’
‘Maak van het terugdringen van verzuim
een gezamenlijke verantwoordelijkheid’
23
24
Forse groei van het aantal beweegconcepten
gericht op circuittraining
Circuittraining voor iedere doelgroepTekst: Caroline Mangnus
Circuittraining is een eeuwenoud fitnessconcept dat de laatste
paar jaar weer helemaal in is. De trend is niet alleen zichtbaar in
sportcentra, maar ook in de fysiotherapiepraktijk, waar circuit-
training veelvuldig wordt aangeboden en toegepast. Populair
zijn concepten die geheel zijn toegespitst op circuittraining en
ondersteund door goede marketing succesvol in de markt wor-
den gezet. Redenen genoeg om de achtergronden van circuit-
training nader te onderzoeken.
Circuittraining is populair. Met behulp van
circuittraining is het mogelijk om alle
spiergroepen te trainen. De korte work-
outs (zowel kracht als cardiotraining), het
verbeteren van het uithoudingsvermogen
en het verhogen van de vetverbranding
zijn de speerpunten bij circuittraining. In
slechts 30 minuten kan succesvol aan
het gehele arsenaal worden gewerkt.
Aangezien ‘geen tijd’ vaak wordt genoemd
als bepalende factor waarom niet of wei-
nig wordt gesport, zal dit mensen aanspre-
ken. Ondersteunende wervende campag-
nes, met aansprekende doelen, zullen bij
klanten tot de verbeelding spreken.
Groot aanbod van concepten
Veel centra bieden een vorm van circuit-
training aan. Er is een enorme keuze
aan circuittraining-concepten. Op de jaar-
lijkse FIBO in Keulen was dat ook te zien.
Overgewaaid uit de VS is bijvoorbeeld het
concept ‘Curves’. Curves is alleen toegan-
kelijk voor vrouwen. De apparatuur is in
een cirkel opgesteld, waarbij krachtoefe-
ningen worden afgewisseld met cardio/
aerobic oefeningen. Vrouwen kunnen op
elk moment instappen in het circuit van
oefeningen (er hoeft geen tijd te worden
afgesproken) om in slechts een half uur
vitaler, gezonder en krachtig te worden. De
populariteit van Curves is vooral te verkla-
ren doordat Curves heeft ingespeeld op de
vraag naar een vriendelijke en ondersteu-
nende omgeving voor beginnende sporters
en specifiek vrouwen.
Ook het concept ‘Milon’ kent de laat-
ste jaren een opmars. In slechts 17,5
25
minuut kan een circuit worden afgelegd
met kracht- en cardio-oefeningen, uit te
voeren op moderne apparatuur die smart-
card-gestuurd is. Deze training zou zelfs
30% effectiever zijn dan normale training.
Bij andere circuittraining-concepten is
niet de tijdsduur het speerpunt, maar
juist de individuele aanpak, het leren
bewegen met plezier. Daar is ‘Fitclass’
een mooi voorbeeld van.
Een trend die ook tot de circuittraining
gerekend kan worden is ‘Crossfit’: een
manier van fitnessen die gewichtheffen,
atletiek en gymnastiek combineert in
een trainingsvorm. Gedurende de training
worden functionele bewegingen op een
gevarieerde manier in een hoge intensi-
teit zo snel mogelijk uitgevoerd, waar-
aan ook een competitief element wordt
toegevoegd. Bij de training gebruikt men
o.a. tractorbanden, zandzakken en tou-
wen met als doel zo snel mogelijk fit en
gezond te worden. Deze trend is veelvul-
dig terug te zien in centra die Crossfit of
een vorm daarvan aanbieden, al dan niet
uitgerust met speciaal ontworpen multi-
functionele trainingstoestellen.
Andere concepten richten zich specifiek
op een bepaalde doelgroep zoals seni-
oren: een doelgroep die volop in het
leven staat en dit zo lang mogelijk wil
blijven doen. Het specifieke programma
zorgt ervoor dat ouderen meer kracht
en souplesse verkrijgen en moeiteloos
en zonder pijntjes de alledaagse acti-
viteiten kunnen blijven doen. Een mooi
voorbeeld van een dergelijk concept
is Aging Gracefully. Met 5 specifieke
toestellen, 6 verschillende oefeningen,
werken ouderen in ongeveer 20 minu-
ten aan spierversterking en stabiliteit.
Het Nautilus Instituut heeft in Amerika
onderzoek gedaan naar de effectiviteit
van het Aging Gracefully programma.
De resultaten daarvan zijn juist voor
deze doelgroep stimulerend omdat bij-
voorbeeld de kans op vallen door de
training verkleint.
Een nieuwe vorm van circuittraining is
Express Way. Deze vorm van circuittrai-
ning richt zich met name op de doelgroep
van werkende ouders, volwassenen met
een drukke baan, waarbij fit worden en
blijven, gewichtsverlies, verlaging van
het vetpercentage en het ontwikkelen
van spiermassa de belangrijkste doelstel-
lingen zijn. Bij deze training wordt het
lichaam in 24 minuten volledig getraind
op een zo efficiënt mogelijke manier,
waarbij optimaal resultaat wordt behaald
bij 2 tot 3 trainingen per week. Deze
circuittraining is altijd met begeleiding.
Ook binnen het MyFitplan concept is cir-
cuittraining uitgebreid aanwezig en het is
inzetbaar voor iedereen: beginnende spor-
ters, maar ook sporters die afwisseling zoe-
ken en andere spiergroepen willen trainen.
Voor alle doelgroepen kunnen specifieke
circuittrainingen worden samengesteld,
het zijn individuele trainingen op maat
waarbij iedere deelnemer met zijn of haar
eigen specifieke programma in een groep
kan trainen. Door de op maat gemaakte
programma’s en het feit dat andere trai-
ningsprogramma’s makkelijk onderling
uitwisselbaar zijn, krijgen cliënten allerlei
vormen van beweging aangeboden.
De effectiviteit van een training is vooral afhankelijk
van het doel en de haalbaarheid van dat doel
26
Effectief trainen
Met circuittraining kunnen alle spier-
groepen worden getraind. Ook zal circuit-
training bijdragen aan de opbouw van
kracht, het uithoudingsvermogen en het
verhogen van de vetverbranding. Door
het snel verplaatsen van de ene oefe-
ning naar de volgende oefening zal de
hartslag verhoogd blijven gedurende de
training. Alle concepten zullen daar op hun
specifieke manier aan bijdragen. Maar
de effectiviteit van de training is vooral
afhankelijk van het doel van de deelnemer
en de haalbaarheid van dat doel. Voor het
vergroten van bijvoorbeeld het uithou-
dingsvermogen is het van belang dat er in
een vooraf bepaalde hartslagzone wordt
getraind. Vaak duurt het enige tijd voordat
deze hartslagzone bereikt wordt. Wanneer
er slechts 30 minuten wordt getraind, dan
zal slechts een beperkte tijd van die 30
minuten worden gewerkt aan het opbou-
wen van het uithoudingsvermogen. Het is
dan de vraag of circuittraining voldoet aan
het gestelde doel.
Dit is ook het geval bij afvallen. Afvallen
door het verliezen van gewicht, onafhan-
kelijk van het vetpercentage, zal in eerste
instantie gemakkelijk zijn, maar het is
de combinatie van krachttraining, uithou-
ding en vetverbranding wat effectief zal
bijdragen aan het doel. Circuittraining is
namelijk niet effectiever in de opbouw van
spiermassa dan bijvoorbeeld eindeloos
gewichtheffen. Integendeel, het blijkt dat
bankdrukken beduidend efficiënter is wan-
neer het aankomt op calorieverbruik en
spieropbouw. Dit benadrukt dat een deel-
nemer altijd duidelijk zijn of haar doel met
circuittraining voor ogen dient te hebben.
Compact en gevarieerd
Circuittraining is een compacte training,
met als belangrijkste voordeel de variatie:
in een relatief korte tijd komen alle spier-
groepen aan bod. Er kunnen krachtoefe-
ningen worden gedaan, cardio-oefeningen
of een combinatie, waarbij de variatie
oneindig is. Niet de tijd dient de leidraad
te zijn, maar het aantal herhalingen. Door
de variatie in oefeningen zal bovendien
minder snel verveling optreden en zal het
motiverend werken.
Circuittraining is effectief voor het opbou-
wen van kracht, vetverbranding en uithou-
dingsvermogen. Door het snel verplaatsen
van de ene naar de andere oefening blijft
de hartslag verhoogd tijdens de training.
Hierdoor verbetert het uithoudingsvermo-
gen en wordt de spieropbouw groter. Een
verhoogde hartslag zal ook positief bij-
dragen aan de vetverbranding, waardoor
in relatief korte tijd veel calorieën ver-
brand worden. Bovendien vindt er langer
‘naverbranding’ plaats. In het algemeen
gaat circuittraining over het uitvoeren
van opeenvolgende oefeningen gedu-
rende 30 tot 90 seconden of een bepaald
aantal herhalingen in een snel tempo met
weinig rust tussen de bewegingen.
Door in een groep te trainen kan men
elkaar stimuleren om net dat beetje extra
te geven.
Door in een groep te trainen kan men elkaar
stimuleren om net dat beetje extra te geven
27
WK
ACTIE
Bekijk onze hele selectie op www.fyzzio.nl
TOP
COACH
NIEUWE
TOPAANKOOP
AAN-
VALLER
NIEUW
TALENT
Onze sterspelers maken ú
WERELDKAMPIOENechografie / shockwave
Tijdelijk met intensief trainings-programma en persoonlijke coach.
Succes verzekerd!
voorheennieuwe naam:
Nederland
Bel 073 5999 000 of mail naar [email protected]
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
Bovendien is samen bewegen leuker dan
alleen en wanneer daar ook nog een
motiverend systeem aan gekoppeld is,
zoals het behalen van FIT-punten, zal het
klanten motiveren om verantwoord in
beweging te blijven.
Nadelen en aandachtspunten
Circuittraining heeft ook nadelen. Het is
bijvoorbeeld niet geschikt voor het opbou-
wen van kracht en spiermassa of als trai-
ning voor een halve marathon. Daarvoor
zijn specifieke programma’s nodig. Maar
circuittraining kan wel ingezet worden als
een crosstraining, bijvoorbeeld eenmaal
per week, om variatie in het trainings-
schema te brengen en om spieren te trai-
nen die in de reguliere specifieke training
niet worden meegenomen.
Voor personen die beginnen met bewe-
gen kan circuittraining in eerste instantie
te snel gaan, waardoor de oefeningen
niet goed uitgevoerd worden. Er wordt
aanbevolen om deze groep eerst indi-
vidueel goed te trainen, zodat ze leren
om de oefeningen goed uit te voeren.
Wanneer deze oefeningen ‘ingeprogram-
meerd’ zijn, kan een persoon die begint
met bewegen, instromen in de circuit-
training zodat variëteit en de intensiteit
van de oefening toe kan nemen.
Daarnaast is vermoeidheid gedurende
een (vooral zwaar) circuit een heikel
punt. Wanneer vermoeidheid optreedt
is de kans groot dat oefeningen minder
goed worden uitgevoerd, waardoor de
kans op blessures toeneemt. Met als
gevolg dat er langere tijd niet getraind
kan worden. Door te kiezen voor meer
rust tussen de oefeningen en minder
gecompliceerde oefeningen kan hierop
ingespeeld worden.
Maar ook uitval door overtraining is
mogelijk, zoals te zien is bij deelnemers
aan een trend zoals crossfit. Er wordt
driemaal per week, tien weken lang,
tot het uiterste gegaan om het doel te
behalen: zo snel mogelijk fit en gezond
worden. De vraag is of dit soort program-
ma’s je daadwerkelijk fitter en gezonder
maken en of je het een verantwoord pro-
gramma mag noemen. De kans op uitval
door overtrainen is groot.
Een ander punt bij circuittraining is dat
er niet op geleide van hartslag getraind
wordt. Hierdoor is de training een stuk
minder efficiënt, omdat de kans groot
is dat er niet in de goede hartslagzone
getraind wordt. Hierdoor ligt overbelas-
ting op de loer. Ook wordt er voorafgaand
aan de circuitprogramma’s geen uitge-
breide test gedaan zoals naar vetpercen-
tages. Terwijl dit juist een belangrijke
ondersteunende parameter is wanneer
afvallen als doelstelling is gekozen. Het
gaat bij afvallen om de juiste kilo’s te
verliezen: door het opbouwen van meer
spierweefsel zal er immers meer vet-
verbranding plaatsvinden, waardoor het
vetpercentage omlaag zal gaan.
Voorwaarden
Inspelend op de populariteit van circuit-
training kiezen centra ervoor een bepaald
circuittraining-concept te integreren in
hun centrum. Vaak worden uit commer-
cieel oogpunt meerdere trainingscon-
cepten naast elkaar aangeboden. Toch
moet men zich af vragen of dit gewenst
is, want de investeringen zijn groot. Ook
in fysiotherapiepraktijken wordt circuit-
training veelvuldig toegepast, de opzet
is vaak afhankelijk van de grootte van de
praktijk en de faciliteiten.
Het is belangrijk dat het doel van de
training helder en realistisch is en dat
het verantwoord en onder begeleiding
plaatsvindt. Elke praktijk met een oefen-
29
U kent Chemodol,
de hypo-allergene
afwasbare massage-olie.
Maar Chemodis heeft
meer massage-oliën.
Zoals Chemotherm,
een massage-emulsie
met milde en
verantwoorde warmte-
werking. Het zuiver
plantaardige Olivine,
zonder conserveer-
middelen en emul-
gatoren. Chemovine,
speciaal voor de sterk
behaarde huid.
En, speciaal voor de
overgevoelige huid,
Chemoderm met
natuurlijke werkstoffen
en de ongeparfumeerde
Baselin Emulsion
met biologische
eigenschappen.
Uw leveranciers
kunnen u er alles
over vertellen.
Of bel voor meer
informatie:
0800-chemodis
(0800-24 36 63 47).
www.chemodis.nl
CHEMODIS Dat ligt voor de hand
Chemodis B.V.
Para-medische Farmacie
Postbus 9160
NL-1800 GD Alkmaar
Tel. +31 (0)72 - 520 50 83
Fax +31 (0)72 - 512 82 14
Over de rugvan Chemodol.
zaal kan circuittraining aanbieden. Er
zijn veel programma’s op de markt, maar
programma’s die zowel doelgroepgericht
kunnen trainen om de belastbaarheid te
vergroten en bovendien ook geschikt zijn
voor de groep getrainde sporters, zijn
beperkt. Een goede intake met test, een
goede opbouw van het programma, een
persoon-specifiek programma, een motive-
rend en stimulerend programma, een goede
begeleiding etc., zijn belangrijke voorwaar-
den waaraan een circuittraining dient te
voldoen om cliënten veilig en doelgericht te
laten trainen. Bij voorkeur met apparatuur
waarbij met smartcard gewerkt kan wor-
den, zodat het programma specifiek inge-
steld kan worden en waarbij een bepaalde
opbouw voorgeprogrammeerd is, maar ook
tussentijds aan te passen, wanneer het
programma niet haalbaar blijkt.
In de praktijk
Veel van de beschikbare concepten zijn
niet direct geschikt binnen de fysiothera-
piepraktijk. Niet alleen door de vereiste
apparatuur (zoals bijvoorbeeld bij Milon),
de soort training (hoge intensiteittrai-
ning zoals Crossfit), maar ook door de
doelgroepen van de fysiotherapeuten.
Immers de circuittraining binnen de prak-
tijk wordt veelal aangeboden aansluitend
op de ‘reguliere’ behandelingen voor het
verhogen van de belastbaarheid of voor
specifieke doelgroepen. MyFitplan voor-
ziet hierin en is heel goed toepasbaar
binnen de fysiotherapiepraktijk. Omdat
iedere deelnemer een eigen specifiek
programma heeft, kunnen verschillende
doelgroepen tegelijkertijd trainen. Bij
deze doelgroepen wordt aan de hand van
een uitgebreide intakevragenlijst geke-
ken welke beperkingen een cliënt heeft.
Een beperking kan nauw samenhangen
met een specifieke aandoening of ziekte.
De trainer krijgt melding welke beper-
kingen er in de groep voorkomen en kan
daarop inspelen.
Tijdens de circuittraining kan de cliënt
in principe alle oefeningen uitvoeren, zij
het voor sommige oefeningen met een
beperking. De trainer kan een oefening
in een standaardprotocol zelf veranderen
wanneer dat nodig is. In de cardio- en
krachtschema’s is aangegeven wanneer
de oefening beperkt mag worden uitge-
voerd dan wel wanneer de cliënt nader
geadviseerd moet worden. Het feit dat
het programma steeds bijgesteld kan
worden en dat een cliënt begeleid wordt,
biedt veel meerwaarde.
Conclusie
Met de groei van het aanbod aan circuit-
trainingen wordt ingespeeld op het feit
dat mensen in relatief korte tijd effectief
kunnen trainen om hun doelen te berei-
ken. Er zijn veel concepten voor handen,
maar het is wel belangrijk om te weten
met welk doel een centrum of praktijk cir-
cuittraining wil aanbieden. Circuittraining
is voor iedereen geschikt, maar bijna elk
programma heeft zijn specifieke doel-
groep. Kiezen voor een circuittraining die
direct geïntegreerd en gecombineerd kan
worden, waarbij regelmatig getest wordt
en die motiveert, zal de effectiviteit en
het plezier van de training vergroten. �
Meer info?
�
Belangrijke voorwaarden voor een goed programma:
stimulerend, motiverend, persoon-specifiek,
met een goede intake, opbouw en begeleiding
31
32
Nieuw concept versterkt de propositie van de fysiotherapeut
‘Voet- en loop analyses horen óók bij de fysio’Tekst: Martijn Plantinga
Beeld: Mike Rikken
Een gemiddelde fysiotherapeut kijkt eigenlijk veel te weinig naar ‘voeten’, terwijl hij hier wel
(deels) voor is opgeleid. Voetgerelateerde klachten en behandelingen horen daarom nu traditio-
neel bij de podotherapie of orthopedie thuis. Toch is er een duidelijk overlappingsgebied tussen
podotherapie en preventieve fysiotherapie: de overbelastingsklachten van het bewegingsap-
paraat. De podotherapeut is nog niet zo lang actief op het terrein van de fysiotherapeut – het
bewegingsapparaat, maar is vooral actief met corrigerende - en ontlastende hulpmiddelen, zowel
gericht op de voet als op gewrichten boven de voet.
De fysiotherapeut en vooral de preven-
tieve fysiotherapeut werkt echter even-
eens met beschermende, ontlastende en
corrigerende hulpmiddelen. Hij gebruikt
de hulpmiddelen in zijn beleid om de
gezondheid van de gewrichten van zijn
patiënten te beschermen tegen overma-
tige belasting in de thuissituatie (werk,
hobby en sport). Podotherapie zou als
een vanzelfsprekend onderdeel van pre-
ventieve fysiotherapie gezien kunnen
worden en het maken en verstrekken van
ontlastende hulpmiddelen voor de voet is
een logisch werkterrein voor de preven-
tieve fysiotherapeut. Ook in het samen-
werkingsverband arts/patiënt/preventief
fysiotherapeut is het wenselijk dat de
preventieve fysiotherapeut de podothe-
rapie beheerst. De fysiotherapeut heeft
meestal al korte, bestaande lijnen met
de artsen; de patiënt wordt dan niet van
hot naar her gestuurd. De situatie dat hij
met een eenvoudige klacht, bijvoorbeeld
een rugklacht eerst naar de arts moet, die
dan twee verwijzingen moet schrijven,
één voor de fysiotherapeut voor therapie
en begeleiding en één voor de podothera-
peut voor ontlastende hulpmiddelen lijkt
erg overbodig.
De calculerende patiënt
Nu de ‘patiënt’ steeds meer een ‘klant’
wordt, zelf meer mee moet betalen en zelf
dus ook steeds kritischer zal gaan leren
kiezen, kan het voor fysiotherapeuten
dus zeer verstandig zijn dit onderbelichte
onderdeel van hun vakgebied weer te
betrekken in hun dagelijkse praktijk. Meer
oog voor de voeten van de patiënt. “Wij
vinden dat heel logisch”, zegt directeur
Rob Last van LFT (Last Foot Technology).
“Als een klacht nu direct wordt veroor-
zaakt door de voetenstand, hoort dit toch
gewoon bij het vak fysiotherapie? LFT
geeft de fysiotherapeut de tools om de
voet’problematiek’ weer in de praktijk te
brengen. Het bedrijf biedt oplossingen
voor ‘voetgerelateerde medische- en
retailmarkten’ en introduceert een nieuw
concept waarbij de podotherapeut en de
fysiotherapeut nauwer samen kunnen
werken. Doordat de fysiotherapeut extra
analyses en behandelingen kan uitvoeren,
biedt het nieuwe kansen voor de onderne-
mende fysiotherapeut.”
Wie betaalt, bepaalt
Zo’n zes jaar geleden kwam Intersport bij
Last met de vraag of hij ook voetscanners
met bijbehorende software kon leveren.
Last: “Dan kunnen we een offerte maken
en leveren. Maar zo werken wij niet.
Wij denken mee met een bedrijf en
vragen naar de doelstelling.” Intersport
wilde een imago als specialist met hoog-
staand advies en kwaliteitsschoenen.
33
Maar klanten, blijkt uit onderzoek, zien
Intersport eerder als winkel met mooie
shirtjes en fraaie schoenen. Last: "Dan
zijn een paar nieuwe voetscanners dus
niet genoeg om je doelstelling te berei-
ken. Naast het aanbieden van innova-
tieve producten willen we klanten ook
echt helpen met ondernemen. Dus naast
software en apparatuur ook meedenken
in de positionering richting de consu-
ment. Vanzelfsprekend hoort daar ook
begeleiding en scholing bij. Wij kijken
altijd vanuit de ogen van de consument.
Uiteindelijk hebben we voor Intersport
een formule ontwikkeld, ‘Fit for feet’, die
we in de bestaande winkelformule heb-
ben geïmplementeerd.”
Soortgelijke ideeën heeft LFT ook voor
de fysiotherapie. Last: “Het vak fysiothe-
rapie zit in mijn ogen in een transitiefa-
se. De consument wordt steeds belang-
rijker. Wij denken met totaaloplossingen
toegevoegde waarde te kunnen bieden
bij dit proces. Wij helpen onze klanten
te denken vanuit de consumenten. Om
het iets scherper te stellen: wie betaalt,
bepaalt.”
360 graden fysiotherapie
Hoewel er de afgelopen jaren veel is
veranderd, valt er voor fysiotherapie-
praktijken nog steeds veel winst te
behalen, meent Last. Hij noemt de term
‘360 graden fysiotherapie’. Ofwel, wat
je in het aanbod van je diensten mee
kunt pakken vanuit consumentenoog-
punt, moet je niet laten liggen. Terug
naar de voeten. Last: “Traditioneel was
dit altijd het terrein van de podothe-
rapeut. Maar als de fysiotherapeut nu
klachten constateert die veroorzaakt
worden door een bepaalde voeten-
stand? Ik vind dat dit bij de fysiothe-
rapeut thuis hoort. Maar de fysiothe-
rapeut moet dan wel over de juiste
meetapparatuur beschikken zoals een
goede voetscanner en een deugdelijk
drukmeetsysteem. Je wilt als fysiothe-
rapeut toch direct inzicht hebben of een
statiek-klacht mede kan worden ver-
oorzaakt door een foutieve voetstand
of afwijkend looppatroon? Je kiest dan
wellicht een andere behandelwijze, je
verwijst gericht door of kiest zelf voor
een ondersteunend product.”
Vier pijlers
Om zorgondernemers te helpen hun
dienstverlening uit te breiden, is een
modulair opgebouwd concept met vier
pijlers bedacht zodat de zorgondernemer
zelf kan kiezen van welke pijlers hij
gebruik wil maken. De basis, pijler één,
is de technologie. Hieronder vallen de
software en de apparatuur voor zowel
statische als dynamische analyses. Dit is
het startpunt van de dienstverlening. De
vervolgpijlers zijn optioneel.
De tweede pijler omvat trainingen.
Praktijken kunnen ervoor kiezen om trai-
ningen te volgen op het gebied van
statische voetanalyse en dynamische
ganganalyse. De trainingen zijn geac-
crediteerd door het KNGF. Niet iedereen
heeft deze training nodig.
‘Het vak fysiotherapie zit in een transitiefase,
de consument wordt steeds belangrijker’
34
Ook de derde pijler ‘begeleiding’ is optio-
neel. Sommige fysiopraktijken hebben,
bijvoorbeeld in de opstartfase, behoefte
aan begeleiding. LFT heeft twee erva-
ren fysiotherapeuten in dienst met veel
kennis op dit gebied. Het kan bijvoor-
beeld zijn dat een fysiotherapeut aan LFT
vraagt om een keer samen te kijken naar
een patiënt om tot de beste behandeling
te komen.
De vierde en laatste pijler is de product-
pijler. Wanneer er behoefte aan is, kan de
fysiotherapeut zijn klant zelfcorrigerende
zooltjes aanbieden als aanvulling op de
behandeling. Hierbij valt te denken aan
prefab zooltjes als tijdelijke oplossing
(“zie het maar als een soort brace”) en
bij langdurige trajecten kunnen er ook
zooltjes op maat gemaakt worden. Last:
“Voor veel mensen lijkt dit een beetje een
ver van mijn bed show. Het is ook zeker
niet de bedoeling dat een fysiotherapeut
op de stoel van de podotherapeut gaat
zitten. Maar laat er eens 15 tot 20%
overlap met de podotherapie bestaan;
door hier actief op in te spelen kun je
meer zelf doen. En daarbij krijg je ook
meer inzicht en kennis van de voetpro-
blematiek, waardoor je ook weet of je je
klant zelf kunt behandelen of door moet
verwijzen naar de podotherapeut. Het
mes snijdt dus aan twee kanten.”
Last benadrukt nog wel dat de vierde
(product)pijler heel duidelijk is afgeka-
derd. Kun je een patiënt niet helpen met
de mogelijkheden die je tot je beschik-
king hebt? Dan verwijs je hem door naar
de podotherapeut.
Samenwerking met
podotherapeuten
Hoewel de productpijler wellicht het
meest tastbaar is, draait het toch voor-
namelijk om de apparatuur en de soft-
ware. Last: “Meer dan 150 podothera-
piepraktijken gebruiken onze software.
Veelal geïntegreerd in hun bestaande
softwarepakketten. In de nabije toekomst
kunnen zowel de podotherapeuten als
fysiotherapeuten die met LFT samenwer-
ken inloggen op een portal, waar ze addi-
tionele services kunnen gebruiken zoals
het zoeken van een podotherapeut om
mee samen te werken. De fysiotherapeut
kan dit straks ook en kan zelfs aangeven:
‘Ik wil wel samenwerken’. Ze kunnen
bijvoorbeeld regionaal zoeken naar een
praktijk en wellicht kan hier een mooie
samenwerking uit ontstaan. Wanneer
dit het geval is, kunnen beide partijen bij
ons aangeven dat ze ook softwarematig
samen willen werken. Dan kunnen ze
onder andere analyses naar elkaar door-
sturen. Op die manier proberen we zoveel
mogelijk een totaaloplossing te bieden.
Hierbij zijn we niet de organisator, maar
enkel de faciliterende partij. Ons uit-
gangspunt is helpen. Waar je hulp kan
bieden, is een markt…”
De Nederlandse Vereniging van Podo-
therapeuten is op de hoogte gebracht van
de plannen tot samenwerking met fysio-
therapiepraktijken. “In eerste instantie
was er best wat scepsis, maar we heb-
ben duidelijk proberen te maken dat het
juist kansen biedt voor beide partijen.”
Software integreren
Last: “Intramed is met haar jarenlange
ervaring op tal van samenwerkingen
voor ons de meest logische partij om
een samenwerking mee aan te gaan en
te bekijken of we onze applicatie kun-
nen koppelen of delen in de bestaande
Intramed software. Als het om de voe-
‘Wat je in het aanbod van je diensten mee kunt
pakken vanuit consumentenoogpunt, moet je niet
laten liggen’
Rob Last
35
tenstand gaat, voert een fysiotherapeut
vanuit onze applicatie en met behulp
van digitale scanapparatuur een voet of
ganganalyse uit, aangevuld met enkele
testen waardoor hij een veel beter inzicht
krijgt van de statiek. In de software zitten
drie voor-gedefinieerde zoolmodellen:
een neutrale voet, een platte voet en een
holle voet. Na enkele besprekingen heeft
Intramed ons uitgenodigd het concept
te presenteren aan hun klankbordgroep
waarmee we nu enkele pilots gaan doen.
Onderdeel van de pilot is om te leren en
te analyseren of we bepaalde gedeeltes
van ons proces kunnen koppelen of inte-
greren in Intramed."
Patiënten zijn consumenten
De patiënt wordt sneller geholpen en
niet onnodig doorverwezen, terwijl de
samenwerking tussen fysiotherapeut en
podotherapeut, waar nodig, wordt ver-
sterkt. Verder krijgt de podotherapeut
indien nodig (meer) patiënten doorverwe-
zen voor de specialistische zorg die van
hem/haar verwacht wordt. En tot slot
krijgt de fysiotherapeut meer ruimte, doet
meer met waar hij/zij voor is opgeleid en
werkt met standaarden en standaardop-
lossingen.
Last: “Het concept versterkt de propositie
van de fysiotherapeut richting de consu-
ment met alle bijkomende voordelen en
kansen. We moeten niet in hokjes van
beroepsgroepen denken. Die tijd hebben
we gehad. Patiënten zijn consumenten.
Zij willen optimaal geholpen worden.
Hoe meer mogelijkheden en middelen
je als fysiotherapeut tot je beschikking
hebt, des te groter de kans op een
tevreden klant. Daar zijn we tenslotte
ondernemer voor!” �
Over LFT
Rob Last startte in 2002 met zijn part-
ner Susan Harmeling LFT. Het bedrijf
focust zich op de voetgerelateerde
medische en retail markten. Sinds een
half jaar is het bedrijf actief in de
fysiotherapie. In de medische markt
richt LFT zich tot op heden op de
Nederlandse markt en in de retail
bedient het bedrijf retailketens in tien
landen. De software wordt intern ont-
wikkeld en is modulair van opbouw.
In de modules zitten diverse diensten
en producten verweven en dikwijls
worden er ook producten en diensten
van partners in geïntegreerd.
Momenteel wordt binnen de fysiothe-
rapie gekeken naar een samenwerking
met Intramed. Er wordt onderzocht hoe
het ontwikkelde nieuwe concept voor
de fysiotherapie kan worden gekop-
peld aan Intramed.
‘Patiënten zijn consumenten. Zij willen optimaal
geholpen worden’
Meer info? �
37
38
Nieuwe benchmark Fysiotherapie focust op
bedrijfseconomische resultaten
‘Voortaan kun je appels met appels vergelijken’In veel branches komt benchmarken op grote schaal voor. Het
proces van voortdurend en systematisch meten en vergelijken
met andere organisaties is ook voor fysiotherapiepraktijken
niet geheel nieuw. Zo houden we lezers van MoveMens al op de
hoogte van de laatste cijfers en ontwikkelingen van ParaBench.
Naast behoefte aan het toetsen van kwalitatieve aspecten van
de dienstverlening bleek er een groeiende behoefte te bestaan
aan het vergelijken van bedrijfseconomische resultaten. Vandaar
de nieuwe benchmark Fysiotherapie...
Tekst: Martijn Plantinga
Beeld: Wim van IJzendoorn
Anderhalf jaar geleden werd gestart met
een nieuwe benchmark voor fysiothera-
piepraktijken. Wat betekent benchmarken
nu precies voor een fysiotherapiepraktijk?
Eén van de deelnemende praktijken aan
de pilot, die onlangs werd afgerond, is
Van de Kamp en Lolkema, praktijk voor
fysiotherapie en manuele therapie. In hun
praktijk in Putten spreken we in het bijzijn
van Ceryl Eurelings, consultant bij Het
Gezonde Net, met eigenaren Klaas van de
Kamp en Johan Lolkema.
Johan vertelt: “We zijn in 1990 heel klein
begonnen met een tweemanspraktijk in
Putten. Inmiddels zijn we uitgegroeid tot
een moderne praktijk met 15 fysiothera-
peuten met diverse specialisaties. In het
begin was alles nog heel overzichtelijk. We
kwamen een heel eind ‘op een bierviltje’.
Dat doen we overigens nog steeds wel
eens”, zegt hij lachend. “Zodra het goed
gaat en het steeds drukker wordt, ga je
de risico’s afwegen van bijvoorbeeld extra
personeel. In eerste instantie groeiden
we van twee naar vier mensen. Dat is
nog redelijk te overzien. Vandaag de dag
moeten we vijftien agenda’s bijhouden.
Dan wordt het allemaal toch even anders.”
39
Klaas vult aan: “Hoe doen we het eigen-
lijk? Doen we het als gehele praktijk
goed of slecht? We hebben weinig ver-
gelijkingsmateriaal dus dat is moeilijk
in te schatten. Als je een stapje verder
denkt, vraag je je af: hoe rendabel is
het personeel eigenlijk? Je kunt wel iets
opmaken uit de jaarrekening, maar niet
voldoende. Bovendien zijn die gegevens
pas bekend als het nieuwe jaar al lang en
breed begonnen is. Daarbij waren we ook
best nieuwsgierig hoe andere praktijken
scoren. Hoe verhouden de salarissen zich
tot elkaar? Zijn onze kosten hoger of juist
lager dan vergelijkbare praktijken? Dat
soort vragen… We hebben geen cao dus
wat hoort een goede manueel therapeut
eigenlijk te verdienen?”
Ceryl: “Het bijhouden van een goede boek-
houding en vervolgens controleren of er
eind van het jaar voldoende onder de
streep overblijft, is niet meer voldoende.
Als praktijkeigenaar wil je meer grip op je
resultaten. Want een gezond bedrijfsresul-
taat is de fundering van een gezonde prak-
tijk die kwaliteitszorg levert. Daarom zijn
we vanuit Het Gezonde Net zo’n anderhalf
jaar geleden gestart met de pilot ‘bench-
mark fysiotherapie’, waarin we manage-
mentinformatie verzamelen op het gebied
van bedrijfsresultaten. Deze praktijk, waar-
bij hier reeds behoefte aan bestond, paste
derhalve prima in het profiel.”
Ervaringen uit de pilot
De start van de benchmark fysiothe-
rapie vond dus anderhalf jaar geleden
plaats met een pilotgroep van vier
praktijken. Klaas: “Voor ons was het
in eerste instantie zaak om alle rele-
vante gegevens te verzamelen en in
te voeren. We hebben meerdere malen
overleg gehad met de andere praktijken.
Met name natuurlijk over de vraag: wat
willen we erin hebben? Het mooie van
de benchmark is dat je er verschillende
items uit kunt pakken. Wij waren vooral
benieuwd naar de personeelskosten.
Hoe verhouden die zich met anderen en
waar zitten de grote verschillen? Zijn
dat dienstjaren, is dat gerelateerd aan
opleiding, behandelingen?” Johan: “Een
manueel therapeut verdient meer dan
een fysiotherapeut. Maar dan moet hij
dat natuurlijk ook terugverdienen. Als
een manueel therapeut behandelingen
doet die de fysiotherapeut ook kan doen,
kunnen de verhoudingen scheef lopen.
Dat zijn waardevolle zaken om in kaart
te brengen.
Ceryl: “Eigenlijk zijn er geen goede richt-
lijnen voor de lonen. Daarom zie je ook
grote verschillen.” Klaas: “Je zou mis-
schien de loonschalen aan moeten pas-
sen aan de productiviteit, het aantal
behandelingen, van een therapeut. Dan
kun je al beter zien wat er per werknemer
onder de streep overblijft. Het was goed
om eens van andere praktijken te horen
hoe zij daar tegenaan kijken. We zagen
bijvoorbeeld ook al direct grote verschil-
len in verzuimdagen.”
Uitgangspunt benchmark
Het uitgangspunt van de benchmark fysio-
therapie is gericht op het leren van elkaar,
zonder daarbij gevoelige informatie op
straat te hoeven leggen. Door de bedrijfs-
gegevens te delen is het mogelijk om
‘appels met appels’ te vergelijken. De
benchmark voorziet hierin door veel filter-
opties toe te voegen. Deelnemende prak-
tijken kunnen zelf alle gewenste variabe-
len aanvinken. Bij voldoende praktijken is
het mogelijk om o.a. het aantal werkzame
therapeuten, de aanwezige specialisaties
en de financiële en operationele gegevens
te vergelijken. De angst voor concurrentie
is ongegrond. Hoewel de aangesloten
praktijken veel ins en outs aanleveren is
de benchmark wél anoniem.
Ceryl: “De wens van de onderneming om
meer grip te krijgen op hun salarishuis of
een productiviteitsvergelijking te maken,
kan met de nieuwe benchmark vervuld
worden. De reden om te benchmarken is
niet alleen omzet- of behandeling gere-
lateerd, maar gaat vooral om de vraag
‘hoe’ je je praktijk runt. Ze zetten niet
in op een ‘operational excellence’, wat
een laagste kostenstrategie met zich mee
zou brengen. Integendeel, door een goed
vergelijk kunnen ze juist vaststellen tegen
welke salarissen bekwame en deskundige
medewerkers aan de slag gaan, terwijl zij
ook hun specialisatie tot hun recht laten
komen. Aan de andere kant kunnen ze
‘Een gezond bedrijfsresultaat is de fundering van
een gezonde praktijk die kwaliteitszorg levert’
‘Je zou misschien de loonschalen aan moeten
passen aan de productiviteit van een therapeut’
40
meer inzicht krijgen of ze al hun vierkante
meters optimaal benutten of dat andere
praktijken in staat zijn per vierkante meter
meer te realiseren. Dit zou hun creativiteit
prikkelen om de situatie toch anders te
bezien.”
Klaas: “Hoewel we niets te klagen hebben
in onze praktijk, blijven er toch geregeld
vragen door je hoofd gaan. Hoe goed
doen we het nu echt? Als je bijvoorbeeld
uitgaat van tien fte, hoe scoren we dan ten
opzichte van andere praktijken? Hetzelfde
soort vragen kun je stellen bij de salaris-
kosten. Als mensen komen solliciteren
zie je vaak niet meer dan een laatste
salarisstrookje. Maar hoeveel behande-
lingen doet iemand gedurende een week?
Ik denk dat als we elkaar kunnen helpen
door meer cijfers inzichtelijk te maken, dat
iedereen een beter bedrijfsresultaat kan
boeken.” Johan: “Je kunt met een goede
benchmark allerlei verbanden leggen. Stel
dat we 10.000 euro aan marketing beste-
den. Wat zien we daar dan van terug in het
bedrijfsresultaat?”
Hoe werkt de benchmark?
De benchmark bestaat uit drie delen. Het
praktijkprofiel, de financiële invoer en
de operationele invoer. Het praktijkpro-
fiel dient één keer per jaar ingevuld te
worden. De overige twee kunnen maan-
delijks worden ingevoerd en hierop kan
dan ook per maand, kwartaal of per jaar
vergeleken worden. Cyril: “In het begin
kost het even wat tijd, maar daarna is
het meer een kwestie van bijhouden en
periodiek je cijfers uploaden. Dat kan
bovendien vanuit verschillende boekhoud-
programma’s. Om tot goede vergelijkingen
te komen hebben we vijf hoofdgroepen
aangemaakt: Opbrengsten, Huisvesting,
Automatisering, Marketing en Personeel.“
Geen boekhouders
‘Wij zijn geen boekhouders’. Je hoort
het vaak van fysiotherapeuten. Vrijwel
iedereen is ooit in het vak begonnen
om mensen te behandelen. Door diverse
oorzaken zoals wet- en regelgeving, is de
fysiotherapeut de laatste jaren steeds
meer tijd kwijt aan ‘randzaken’, waar
noch de interesse noch de kennis ligt. De
benchmark biedt heldere inzichten waar
je geen boekhoudkundige kennis voor
nodig hebt. Klaas en Johan benadrukken
dat je de cijfers via de benchmark beter
kunt begrijpen. “Je kunt je strategie
beter onderbouwen. Hebben we bijvoor-
beeld teveel of te weinig personeel? We
willen best wat aan marketing doen.
Maar is dat rendabel? Zien we dat terug
in de instroom van nieuwe patiënten
of het totaal aantal behandelingen? Je
kunt alle mogelijke verbanden leggen
om tot een gefundeerde en goede keuze
te komen.” Ceryl: “Wij zeggen niet wat
beter of slechter is. Dat laten we aan
de praktijkeigenaren over. Ons gaat het
vooral om de vraag: Wat wil je bereiken,
wat is je doel? Wil je bijvoorbeeld inves-
teren? Dan kun je via de benchmark kij-
ken of dit rendabel is. Overigens kunnen
‘We hebben weinig te klagen, maar hoe scoren we nu
eigenlijk ten opzichte van vergelijkbare praktijken?’
Vlnr: Johan Lolkema, Klaas van de Kamp, Ceryl Eurelings
41
wij vanuit Het Gezonde Net natuurlijk ook
aanvullende ondersteuning bieden.”
“En heel veel werk is het niet”, besluit
Johan. “We moesten eenmalig de
belangrijkste data boven tafel krijgen en
invoeren en vervolgens was het meer een
kwestie van bijhouden.” Ceryl: “Ons stre-
ven is ook dat de deelnemende praktijken
er zo min mogelijk tijd aan kwijt zijn.
Sommige praktijken werken bijvoorbeeld
met een 40-urige werkweek en andere
met 38. Dit soort verschillen corrigeren
wij. Tevens is er een extra controlecheck
op de zuiverheid van de ingevulde gege-
vens. Je kunt niet zomaar even wat data
uploaden.”
Implementatie
Ceryl vervolgt: “Belangrijkste op dit
moment is om zoveel mogelijk praktijken
te laten aansluiten bij de benchmark
Fysiotherapie. Hoe meer deelnemers, des
te waardevoller de informatie die prak-
tijken uit de benchmark kunnen halen.
Vanaf tien deelnemers kunnen we aan
de slag en zelfs al algemene data laten
zien. Dan kijken we eerst op praktijk-
niveau. We gaan nu een aantal work-
shops organiseren waarin we alle ins en
outs bespreken. Geïnteresseerden kun-
nen uiteraard altijd contact opnemen of
inschrijven via de website. Ik ben er van
overtuigd dat praktijken die informatie
willen delen, een positiever bedrijfsre-
sultaat kunnen realiseren.” Johan en
Klaas beamen dit: “Als praktijken elkaar
kunnen helpen door informatie te delen
om zo tot een beter resultaat te komen,
waarom zou je dat dan niet doen?” �
10 redenen om te benchmarken
1. Weten waar je staat ten opzichte
van concurrenten
2. Bestuderen hoe je werkt
3. Begrijpen waarom bepaalde pro-
cessen gehanteerd worden
4. Begrijpen hoe bepaalde kosten tot
stand komen
5. Vaststellen van concrete verbeter-
maatregelen
6. Vereenvoudigen van management-
beslissingen
7. Juiste prioriteiten stellen; houd
jezelf scherp
8. Investeringskeuzes beter maken
9. Opties voor besparingen inzichte-
lijk
10. Groeien door te blijven leren
Meer info? �
43
Hans van den Berg spreekt tijdens het
laatste NAOMT congres in Leiden (2013)
44
Hans van den Berg topdocent tijdens master
(orthopedische) manueeltherapie
Eenheid creëren in de manuele thera-pie, er is een wegTekst: Cecile Röst
Beeld: Wim van Ijzendoorn
De manueeltherapeut behandelt klachten van het houdings- en
bewegingsapparaat. Er bestaan diverse post HBO-opleidingen
manuele therapie met eigen identiteit, kennis en kunde. Voor
patiënten en verwijzers is het niet duidelijk dat manueelthera-
peuten verschillende handelwijzen hanteren of vanuit verschil-
lende perspectieven behandelen. De Nederlandse Associatie van
Orthopedisch Manueel Therapeuten, NAOMT, streeft naar homogeni-
teit binnen de manueeltherapeuten. Specifieke nascholingen bieden
een oplossing om kennis op te frissen, uit te wisselen en te delen.
Cecile Röst, zelf ook ondernemend
manueel therapeut, sprak met Hans van
den Berg, oprichter van de Opleiding
Orthopedische Manuele Therapie en
hoofddocent van de Orthopedische
Manuele Therapie Masteropleiding. Over
de cursussen waarin hij wil toewerken
naar homogeniteit binnen de manuele
therapie en over de noodzaak van aan-
passingen in het vergoedingenstelsel om
de manueeltherapeut ook in de toekomst
behandelingen van hoge kwaliteit te kun-
nen laten uitvoeren.
Master en niet-Master
Hans van den Berg houdt praktijk in
Gezondheidscentrum Statenkwartier in
Den Haag, waar onder meer ook drie
manuele therapiepraktijken, zes huisart-
sen en een apotheek gevestigd zijn. Hij
begint direct over de samenwerking met
de andere disciplines in het gezondheids-
centrum. Er is zelfs een buitenpoli van
het Bronovo Ziekenhuis, specialisten uit
de tweede lijn houden spreekuur in het
gebouw van eerstelijnszorg. Een mooie
constructie, zorgverleners dicht bij elkaar
45
zonder de noodzaak van managers.
Van den Berg gaat nascholingscursussen
verzorgen voor (orthopedisch) manueel-
therapeuten en voor Master (orthope-
disch) manueeltherapeuten. Hij legt uit
wat het verschil is en hoe de bijscholing
eruit ziet. “In het nieuwe onderwijs voor
de Master manueeltherapeuten dat in
2008 gestart is, worden een heleboel
vaardigheden niet onderwezen op basis
van het feit dat er te weinig tijd is om dat
uit te voeren. In het Bologna-akkoord is
vastgelegd dat er drie jaar de tijd is om
een hoeveelheid wetenschapstaken en
een hoeveelheid specialistentaken over
te dragen. Specialistentaken vormen ons
vak: onderzoeken en behandelen van alle
aspecten die horen bij het vak van manu-
eeltherapeut. Vroeger duurde de manuele
opleiding vier of vijf jaar. En daar is voor
de Masteropleiding dus nog een stuk
wetenschap bijgevoegd en dat paste
niet. De specialistenlijn is vele malen
minder geworden in de Masteropleiding.
Door de accreditatie-eisen van het NVAO
(Nederlands Vlaams Accreditatie Orgaan)
krijgt de wetenschap de overhand ten
nadele van de manuele therapievaar-
digheden. Vandaar dat de NAOMT de
Masters manuele therapie de kans biedt
om zich in twee vierdaagse post-master-
cursussen alsnog deze specialistenlijn
eigen te maken. Door het opstarten van
de Masteropleiding heeft ook de nascho-
ling van orthopedisch manueeltherapeu-
ten een aantal jaren wat stil gelegen en
het is nu de tijd om iedereen die langer
dan vier jaar geleden is afgestudeerd, bij
te scholen in de nieuwste inzichten en
behandeltechnieken.”
Klinisch redeneren bij klachten
aan extremiteitsgewrichten
Veel manueeltherapeuten leggen zich
toe op het behandelen van de wervel-
kolom en niet op het behandelen van
klachten aan extremiteitsgewrichten.
Voor een aantal is dit een gemis, waar-
door de bijscholingsdag Klinisch redene-
ren van de extremiteitsgewrichten een
goede aanvulling kan zijn van de kennis.
Orthopedisch manueeltherapeuten zijn
in dit vakgebied echter al uitgebreid
geschoold en geëxamineerd. “En toch is
het ook voor hen interessant”, zegt Van
den Berg. “Er zijn veel nieuwe inzichten
in het onderzoeken en behandelen van
extremiteitsgewrichten. Klinisch redene-
ren moet aan een aantal voorwaarden
voldoen, waarbij mogelijke comorbidi-
Nascholing
De nascholing is toegankelijk voor leden
en niet-leden van de NAOMT, Masters
(orthopedische) manuele therapie en
niet-Masters (orthopedisch) manueel-
therapeuten.
Artrokinematisch onderzoek en behan-
delen (manipuleren en mobiliseren)
vormt de basis van de cursussen,
daarnaast is er ruime aandacht voor
het neuromusculaire mechanisme.
Kernwoorden: multicausale denkwijzen,
delen nieuwe inzichten, kennis en vaar-
digheden, opfrissen kennis, aanleren
juiste volgorde van manipuleren/mobi-
liseren per aandoening, Masters en
niet-Masters homogeniseren tot kwali-
tatief hoogwaardige behandelaars van
klachten van het bewegingsapparaat.
NAOMT kiest Hans van den Berg als
topdocent om de verschillen tussen de
Master (orthopedische) manueelthera-
peut en de eerder opgeleide (orthope-
dische) manueeltherapeut op te heffen.
46
teiten meegenomen worden. Er moet
vaker multicausaal gedacht worden en
dan is het van belang te bepalen hoe
en in welke volgorde te onderzoeken en
behandelen en in te kunnen schatten
welke resultaten verwacht kunnen wor-
den. Een voorbeeld is het FAI-syndroom
(Femoro-Acetabulair Impingement).
Hierbij is liespijn de hoofdklacht. Het
ontstaat door letsel na een atypische
val, struikelen of iets dergelijks en kan
hardnekkig voortbestaan ondanks behan-
deling met heuptractie/mobilisatie van
de fysiotherapeut. Op het moment dat er
MRI-onderzoek met contrast bij de ortho-
pedisch chirurg wordt overwogen, wordt
nu een tussenstap ingeschakeld: het pro-
bleem wordt behandeld met een thora-
columbale manipulatie. Na manipulatie
zijn specifieke tests voor FAI die eerder
positief waren weer negatief. Klinisch
redeneren leidt tot deze manipulatie.
Een ander voorbeeld is het verdwijnen
van de symptomen van schouderimpin-
gement en de positieve testuitslag op
de Hawkinstest na het manipuleren van
de tweede rib. De doelstelling van de
cursus is om het klinisch redeneren aan
te leren of weer op te frissen. Ook voor
de Masters is deze cursus interessant,
dit wordt namelijk niet meer onderwezen
in de Masteropleiding.”
Arthrogeen, myogeen en
neurogeen in perspectief
De meeste opleidingen manuele the-
rapie besteden voornamelijk aandacht
aan het behandelen van gewrichten
op de behandelbank. Vanuit het per-
spectief van de Orthopedisch Manueel
Therapeut wordt bij diagnostiek en
behandeling niet alleen aan herstellen
van de gewrichtsbewegingen gedacht,
maar wordt de invloed van spieren en
zenuwen op het gewrichtssysteem mee-
genomen en omgekeerd. In de praktijk
merkt de patiënt dit verschil. De ortho-
pedisch manueeltherapeut manipuleert
of mobiliseert gewrichten, maar rekt ook
spieren en zenuwen op. Daarna traint
de patiënt in een oefenzaal, waarbij
ook de zenuwen in beweging worden
gebracht, het zogenoemde flossen en
stretchen van de zenuwen. Deze manier
van werken geeft uitstekende resultaten
op de lange termijn met betrekking tot
het functioneren in het dagelijks leven.
Tarieven drastisch verhogen
Patiënten kunnen merken of ze te maken
hebben met een Master, meent Van den
Berg. “De eerder opgeleide manueelthe-
rapeuten zijn meer pragmatisch bezig
en behandelen meer op stoornisniveau
en meten verbetering op activiteiten- en
stoornisniveau, terwijl de nieuw opgeleide
therapeut meer gebruik maakt van vragen-
lijsten om verbetering zichtbaar te maken.”
Er zijn voor de Masters twee vierdaagse
cursussen: neuromoduleren extremiteitge-
wrichten en wervelkolom en manipulaties
‘Er zijn veel nieuwe inzichten in het onderzoeken
en behandelen van extremiteitsgewrichten’
47
> PIJNVERLICHTING = OMZETVERHOGING������������� �������� ����������� ��������������� ���������������������� ��������������������������������������������������� ���������� ��� �����������������������������������������
Grijp uw kans als ondernemende fysiopraktijk!
PARTNERS IN PIJNVERLICHTINGGEZOCHT:
Andullatietherapie is een therapie gebaseerd op de combinatie van infra-roodwarmte type A1 en me-chanische vibraties. Dit zorgt voor spierontspanning en een grote productie van ATP in de lichaamscel-len. Dit wordt met name ingezet bij chronische pijn-�������� �� ���������� ��������� �� �����-gie, gewrichtspijnen, overbelasting van de spieren, lymfedrainage en afbraak van melkzuur bij sporters. Andullatie is de perfecte manier om uw patiën-ten van pijn te verlichten en uw eigen werkdruk te verlagen.
Bovendien zorgen wij voor een grote instroom van chronische pijnpatiënten.
Meer informatie? Neem dan vrijblijvend contact op met:
Home Health Products Neerloopweg 94814 RS Breda
[email protected] 076 532 90 50M 06 46 71 88 12
!"#����� �������$�� ����������������%���������������������������������
�� ������� ��������������� <
Getuigenissen van collega’s vindt u op ons youtube kanaal www.youtube.com/HHPNederland
van de wervelkolom en de sacro-iliacale
gewrichten. De OMT-ers ‘oude opleiding’
hadden een twee jaar langere opleiding
met veel praktijk. Vraag is of de cursus-
sen afdoende zijn om de verschillen op
te heffen. Van den Berg: “Er is eenheid
in taal nodig, dat is de basis van goede
wetenschap. Het is de crux binnen het
vakgebied dat er diversiteit in taalgebruik
bestaat. Gerichte nascholing kan verschil-
len zeker opheffen en de Masters de
nodige diagnostische en behandelvaar-
digheden aanleren. De eerder opgeleide
manueeltherapeut zal op termijn Master
moeten worden.”
Het afnemen van vragenlijsten kost naast
het behandelen ook veel tijd. Kan de the-
rapeut deze tijd wel vrijmaken? Van den
Berg vindt dat er per zitting veel meer tijd
vrij gemaakt moet worden. Dat is echter
onmogelijk met de huidige vergoedingen
van de zorgverzekeraars. Het wordt dan
ook heel erg moeilijk voor nieuwe thera-
peuten om zich hier een weg in te vormen.
“Momenteel liggen ze in een spagaat
en dat geldt ook voor de ‘oude’ manu-
eeltherapeuten want ze moeten steeds
meer doen voor lagere tarieven. Niet-
patiëntgebonden tijd zou absoluut vergoed
moeten worden. Nu is het vanwege de uit-
gebreide dossier- en rapportage-eisen een
hele dure aangelegenheid voor de behan-
delaar als je voor een collega een second
opinion geeft of effectief behandelt. Het
tarief voor de manuele therapie en ook
voor de fysiotherapie moet drastisch
omhoog. Ik zie veel liever één bedrag voor
een aandoening, maar dat is te makkelijk
gezegd. Een oudere herstelt bijvoorbeeld
minder snel van dezelfde aandoening dan
de jongere met dezelfde klachten.”
KNGF en zorgverzekeraars
schieten te kort
Van den Berg weet ook te vertellen wie
zich hier sterk voor moet maken: het
KNGF. Het zou zelfs hun belangrijkste
taak moeten zijn: een redelijke vergoe-
ding eisen voor de manueeltherapeuten
en andere Masters fysiotherapie die zo
hoog worden opgeleid in de wetenschap
en nu gehinderd worden in uitvoering
van hun werk door gebrekkige vergoe-
ding. Dit geldt ook voor de eerder opge-
leide manueeltherapeuten die uitstekend
werk verrichten en nog verplicht een
Masteropleiding moeten gaan volgen. De
taak van de zorgverzekeraars is het kaf
van het koren te scheiden. Het huidige
systeem dat door een aantal verzeke-
raars wordt toegepast werkt volgens van
den Berg niet: “Plus- en toppraktijken
worden geselecteerd door het invullen
van vakjes en zeker niet op kwaliteit.
Kwaliteit is te meten met patiënttevre-
denheidsscores. En dan niet over of je
de therapeut aardig vindt, maar of de
behandeling goed resultaat heeft opge-
leverd. Is de klacht verholpen, kan de
patiënt weer functioneren? Therapie bij
chronische pijnpatiënten hoort met een
hoger tarief gehonoreerd te worden als
je in teamverband werkt en een uur per
behandeling uittrekt.”
Op het gebied van kwaliteit en honore-
ring zijn er anno 2014 nog veel tegen-
strijdigheden binnen de fysiotherapie. �
Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau
Tijdens de lintjesregen op 25 april jl. is Hans
van den Berg koninklijk onderscheiden. De
uitreiking van de onderscheiding in de Orde
van Oranje-Nassau werd gedaan door de
burgemeester van Den Haag, de heer Van
Aartsen. Hij sprak hierbij de woorden:
“Voor de fysiotherapie in het algemeen
en de manuele therapie in het bijzonder
is uw inzet van grote betekenis geweest.
Nationaal en internationaal heeft u het
vak voor het voetlicht gebracht door middel
van lezingen, cursussen en tal van andere
inhoudelijke bijeenkomsten. En ook nu nog
bent u als docent aan de masteropleidingen
verbonden en bent u een zeer gewaardeerd
consultant bij tal van medische instellingen.
Het is mij een eer en een genoegen u te
mogen mededelen dat het Zijne Majesteit
de Koning heeft behaagd u, Johan van
den Berg, te onderscheiden in de Orde van
Oranje-Nassau.“
De aanbevelingen, die nodig zijn voor het
verkrijgen van de onderscheiding, werden
vanuit verschillende geledingen rondom
Hans verzorgd: het onderwijs, de zake-
lijke omgeving en zijn oud studenten en
collega’s.
“Zijn tomeloze inzet voor de kwaliteits-
verbetering van het vak heeft ertoe geleid
dat er een, voor West Europa (Benelux en
Duitsland), unieke nieuwe stroming in de
manuele therapie is ontstaan.”
Meer info? �
‘Specialistentaken vormen ons vak’
49
Ontwikkeling behandelgemiddelden
aantal chronisch aantal niet chronisch
32,0
34,0
36,0
38,0
30,0
28,0
8,2
8,4
8,6
8,8
8,0
7,82010 2011 2012 2013
chronisch niet chronischMet benchmarken voor de paramedische
sector kunnen we op grote schaal pres-
taties en cijfers vergelijken van grote
groepen ondernemers en praktijken. In
deze uitgave van MoveMens vindt u aan
de hand van verschillende grafieken de
meest recente cijfers tot en met het vierde
kwartaal van 2013. In totaal gaat het
bij ParaBench om 378.376 patiënten en
449.935 klachten. Het aantal aangesloten
praktijken tot de benchmark bedraagt ruim
400.
In figuur 1 is een langjarige trend te zien
van de ontwikkeling van behandelgemid-
delden.
Wat opvalt is dat het gemiddelde bij de
chronische klachten toeneemt. Dat kan
komen doordat er meer complexe patiën-
ten behandeld worden in de praktijken
met meer comorbiditeiten. Juist bij de
niet chronische klachten is het beeld dat
er een duidelijk dalende trend is. Daarvoor
worden diverse oorzaken aangegeven. Het
beleid van de verzekeraars om meer op
behandelgemiddelde te sturen is daar
één van, maar het kan ook een teken zijn
van meer behandeleffectiviteit binnen de
praktijken. Een andere oorzaak kan zijn dat
patiënten een steeds kleinere aanvullende
verzekering nemen en daardoor minder
ruimte hebben voor fysiotherapie.
In figuur 2 en tabel 3 is goed te zien dat
het aantal chronische patiënten aan het
afnemen is (nu nog ongeveer 11% van de
patiënten t.o.v. van 15% in 2010). Ondanks
deze daling is het aantal zittingen relatief
nog steeds een behoorlijk aandeel van het
totaalvolume (van 37% naar 35% van het
behandelvolume).
1. Ontwikkeling behandelgemiddelden
2. Verhoudingen in patiënten en zittingen chronisch / niet chronisch
3. Tabel met cijfers van figuur 2
Benchmarken in de paramedische sector
2010 63,70% 36,30% 86,33% 13,67%
2011 63,03% 36,97% 87,53% 12,47%
2012 64,68% 35,32% 88,61% 11,39%
2013 64,94% 35,06% 89,43% 10,57%
Zittingen Patiënten
Niet chronisch Chronisch Niet chronisch Chronisch
50
Ontwikkeling klachten sinds 2010chronisch niet chronisch
0%
20%
80%
60%
40%
120%
140%
100%
2010 2011 2012 2013
Zittingen lage rug uitbehandeld
0%
2%
8%
6%
4%
12%
14%
10%
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
4. Ontwikkeling klachten sinds 2010
5. Zittingen lage rugklachten
6. Supervisie dashboard per medewerker
Dat er minder chronische patiënten in
behandeling komen heeft natuurlijk alles
te maken met het beleid om minder in
de basisverzekering te vergoeden voor
fysiotherapie.
In grafiek 4 is bij de ontwikkeling van
het aantal klachten het jaar 2010 op 100
gesteld. In de daaropvolgende jaren is het
aantal chronische klachten respectievelijk
111% (2011), 104% (2012) en in 2013 is
met 91% voor het eerst een daling te zien
ten opzichte van het basisjaar 2010.
Bij de diagnose ‘lage rugklachten’ (fig. 5) is
te zien dat de meeste patiënten kort in de
praktijk blijven. (54% is binnen 5 zittingen
uitbehandeld). Er is zichtbaar bij hoeveel
behandelingen de patiënt is uitbehandeld.
Een beperkt aantal zittingen vormt de
hoofdmoot, maar ook lange(re) trajecten
zijn zichtbaar in de grafiek. Omdat er geen
onderscheid is in de zwaarte van de klacht
voor deze diagnosecode geeft de grafiek
ook weer hoeveel patiënten er ongeveer
met een bepaalde zwaarte van de klacht
binnenkomen. Dat pleit dan weer voor een
beter systeem om de patiënt aan de voor-
kant van het traject in kaart te brengen.
Tot slot is ook het supervisie dashboard
nu beschikbaar. Een van de nieuwe moge-
lijkheden (fig. 6) is om diverse gegevens
te bekijken per medewerker. Zo kun je
medewerkers onder andere vergelijken
met de benchmark, het percentage reci-
dieven bekijken, het aantal behandelde
klachten en de verhouding chronisch /
niet-chronisch. Meer info over het super-
visie dashboard is te vinden op: www.
parabench.nl/supervisie.
Meer info? �
51
���������������� ������� ��������� ���������
���������������
�������� ������
����������������������� ����
���������������
�������
������������
��������������
����!"#�
����������$
%���� �������&���
&�����'�(���%���� �������&���
!�������)�����������������������������������������������������!���"���"�#�!� ����������$����"����&�����'�� ���������&����(&�)�&���*�����&���
*�����+�������
*�����+�������
,��+**-)��.!"#�����/�
,�3��)�
�
,��+4�-)��.!"#�����/�
,��+���)�
�����*4���������4���*���� ����
5������( �����$���$������/�������������6����+��
Ondernemer in beweging
Niemand kiest ervoor patiënt te zijn.
Als patiënt ben je een schakel binnen
de gezondheidszorg. De Dikke van Dale
omschrijft een patiënt als iemand die
medische hulp krijgt. Als patiënt ben je
allereerst mens en heb je persoonlijke
voorkeuren, maar weet de patiënt waar
hij de beste zorg krijgt en waarom?
Golden Circle
In het vorige nummer werd gesproken
over de Golden Circle. In de Golden Circle
komen drie aspecten terug; wat doe je,
hoe doe je dat en waarom handel je op
deze wijze als bedrijf of ondernemer. Veel
bedrijven werken vanuit het ‘wat’. Ze
weten wat ze doen, uiteraard weten ze
ook hoe, maar veel commerciële bedrij-
ven vinden de vraag waarom ze het doen
lastig te beantwoorden. Als ondernemer
kunt u de Golden Circle toepassen in uw
eigen bedrijf; waarom verlenen we de
zorg aan deze klant? Zorgverleners blij-
ken over het algemeen goed in staat te
zijn de ‘waarom-vraag’ te beantwoorden;
daarbij gaat het meestal over het bijdra-
gen aan de gezondheid en het welzijn
van de klant.
Jan Pieter Dijkstra gaf in de vorige
column aan dat de gezondheidszorg
draait om tevreden klanten die vertrou-
wen hebben in de zorgverlener. De klant
krijgt vertrouwen in de zorgverlener door
de ervaringen van anderen te weten, ze
gaan af op het oordeel van lotgenoten.
Indicatoren als klantervaring en PROMs
zijn tot nu toe gericht op de relatie tussen
zorgverlener en patiënt, maar welke rol
en invloed heeft u precies in de klant-
beleving en uitkomst van de zorg, geor-
ganiseerd rondom uw patiënt? Denkt de
patiënt ook alleen vanuit uw discipline en
bijdrage? Of moeten we een stap terug-
zetten en kijken naar de totale zorgketen,
georganiseerd rondom uw patiënt? En
wordt de klantbeleving, doelmatigheid
en uitkomst (in bijvoorbeeld kwaliteit
van leven) voor uw patiënt uiteindelijk
bepaald door de samenwerking tussen u
en andere zorgverleners en de totale uit-
komst van dit proces rondom uw patiënt?
Uw rol in de zorgketen
De huidige manier van zorg verlenen is
voornamelijk ingericht vanuit zorgaanbod,
dit geldt ook voor de ervaring en PROM
indicatoren. De patiënt komt veelal in aan-
raking met verschillende zorgverleners,
met waarschijnlijk de wens om zich zo min
mogelijk patiënt te voelen. De ketenzorg
ziet de zorg als een samenhangend geheel
van zorginspanningen waarbij de patiënt
centraal staat. Vanuit de Golden Circle-
gedachte is de vraag hoe u de beste zorg
kunt leveren voor uw klanten eigenlijk niet
zo interessant. Veel interessanter is de
vraag waarom u de patiënt de beste zorg
wilt leveren. En wat uw bedrijf bijdraagt
in de zorgketen voor uw patiënt.
Maak de door u geleverde zorg en uw
waarde in de zorgketen inzichtelijk en
u maakt voor de klant, en uw mede
zorgverleners in de keten, direct uw rol
én de kwaliteit inzichtelijk. In mijn optiek
dienen kwaliteitsindicatoren ook veel
meer op deze wijze ontwikkeld te gaan
worden. Ik ben benieuwd welke rol de
‘zorgverleners in beweging’ in de nabije
toekomst gaan innemen in de zorgketen.
Welke onderscheidende waarde zal voor
de patiënt van blijvende waarde zijn?
Bent u als ondernemer, paramedicus en
zorgverlener in staat een duidelijk ant-
woord op de vraag te geven, waarom u
uw klanten de beste zorg wilt leveren?
En welke rol en invloed heeft u precies
in de beleving en uitkomst van de zorg,
georganiseerd rondom uw patiënt?
Rutger van Zuidam
Rutger van Zuidam is directeur van
Qualizorg BV en partner van MoveMens
Media
Reageren?
�
Wanneer levert u de beste zorg?
53
Management Leergang (HBO niveau)
De Management Leergang van de MoveMens Academy is opgebouwd uit drie grote thema’s:
. Management en Organisatie
. Marketing en Communicatie
. Mensbeleid en Werkplezier
De MoveMens Management Academy stelt samen met haar cursisten de meest ideale leergang samen. Ieder thema kent bij de start 4 à 5 modules.
Ga naar www.movemens.nl/academy en bepaal mee welke modules onderdeel worden van het programma.
Data: De Management Leergang gaat dit najaar van start en zal in totaal1 jaar totaal duren. De cursusdata komen in overleg met cursisten tot stand.
Kosten 2.750,-
Aanmelden voor en informatie over de Leergang via [email protected].
MoveMens Academy is gehuisvest in Gasthuis Pur Sang.
Academy
MoveMens is een communicatieplatform voor ondernemers, leveranciers, partners en netwerken in de markt van ondernemers in beweging Primair richt MoveMens zich niet op het eerste vak van de professional, maar op het tweede vak, dat van ondernemen. MoveMens belicht zoveel mogelijk facetten van het ondernemerschap in de gezondheidszorg en heeft als doel opinies te presenteren, informatie te geven, kennis te delen en de branche in beweging te houden.
T: 070 - 41 51 313 | E: [email protected] | I: www.movemens.nl | Twitter @MoveMens
Intramed levert overzichtelijke, efficiënte en betaalbare software voor de zorg. Software die meer dan 19.000 professionele (para)medici ondersteunt in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Gebruiksgemak en optimale service zijn de belangrijkste uitgangspunten van Intramed. Intramed biedt één geïntegreerde oplossing voor administratie en beroepsinhoudelijke zaken. Met de module Intramed PLUS is er een uitstekend EPD voor de fysiotherapie, o.a. om aan plus-contracten van zorgverzekeraars te voldoen. Ook voor alle andere paramedische beroepsgroepen zijn de richtlijnen van de betreffende beroepsvereniging opgenomen en zijn er per beroepsgroep handige functionaliteiten beschikbaar.
Met de keuze voor Intramed weet u als organisatie en zorgverlener zeker dat u voor een toekomst- en bedrijfszekere oplossing bij een servicegerichte partner hebt gekozen!
T: 0182 - 621 107 | E: [email protected] | I: www.intramed.nl
Pharmeon is gespecialiseerd in websites en internettoepassingen voor zorginstellingen. Pharmeon maakt standaard en op maat gemaakte websites voor met name paramedici. Met informatie over verschillende paramedische specia-lisaties, diverse formulieren en nieuwsupdates bieden onze klanten hun patiënten een online service zonder dat het hen tijd kost. De ‘Uw Praktijk Online’ website is uitermate geschikt voor paramedici zoals fysiotherapeuten, manueel therapeuten, podotherapeuten, oefentherapeuten en huidtherapeuten.
T. 020 - 650 01 00 | E. [email protected] | I. www.pharmeon.nl
Comvio is een automatiseringsbedrijf, gespecialiseerd in het automatiseren van paramedische praktijken. Met een deskundig team van R&D-ers en supportmedewerkers staan wij praktijken bij in het opzetten en beheren van de IT-omgeving. Comvio ontzorgt praktijken met Cloud Computing (SBC), hardware leveringen en -installaties, systeem-beheer en Back-up voorzieningen. Praktijken in het hele land weten Comvio al te vinden. Van Comvio kan en mag u ‘ouderwetse’ kwaliteit verwachten in de zich steeds vernieuwende IT-wereld.
T. 0316 - 294 242 | F. 0316 - 294 100 | I. www.Comvio.nl | Twitter @comvioBV
De Nederlandse Associatie voor Orthopedische Manuele Therapie (N.A.O.M.T.) behartigt de sociaal- maatschap-pelijke belangen van de Orthopedisch Manueel Therapeuten. De leden hebben de opleiding orthopedische manuele therapie gevolgd of zijn daarvoor in opleiding. Alleen afgestudeerden kunnen de titel OMT dragen. De Associatie verplicht de Orthopedisch Manueel Therapeuten hun vakkennis op peil te houden door middel van bij- en nascholing. De leden staan allen geregistreerd in het Centraal Kwaliteitsregister voor manueel therapeuten. Daarnaast wil de NAOMT de OMT een zelfstandige plek geven in de veranderende zorgmarkt.
T. 070 - 415 13 13 | E. [email protected] | I. www.naomt.nl
Partners
56
Abakus B.V. richt zich als onderdeel van de Winbase Groep op het ontwikkelen van praktijksoftware voor paramedici, waarbij het primaire proces optimaal ondersteund wordt. De software onderscheidt zich op het gebied van gebruiks-gemak en efficiëntie, maar biedt bovendien een uitgebreid instrumentarium om de zorgverlener te ondersteunen in zijn of haar handelen. Klinisch redeneren, evidence based handelen en sturen op basis van outcome zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Samenwerkingsverbanden met o.a. hogescholen, de SOMT en TNO borgen de kwaliteit en de toekomstbestendigheid van de producten.
T. 0318 - 657 825 | E. [email protected] | I. www.abakus.nl
Het Gezonde Net is een netwerk van ondernemende fysiotherapiepraktijken, actief in gezondheid en zorg. Ruim 125 praktij-ken werken met elkaar samen om marktkansen optimaal te benutten. De helft van het netwerk is al Plus- of Topzorgpraktijk. De centrale organisatie van Het Gezonde Net stimuleert uitwisseling van kennis en ervaring tussen de praktijken, in samen-werking met de MoveMens partners. Een Plus- of Topzorgpraktijk is ook bedrijfsmatig een gezond bedrijf. Wij begeleiden deze praktijken in het succesvol managen van de eigen onderneming. Samenwerken maakt samen sterk.
T. 070 - 415 13 13 | E. [email protected] | I. www.HetGezondeNet.nl
Qualizorg is gespecialiseerd in het faciliteren van continu-onderzoek voor en door eerstelijns zorgaanbieders. Patiëntervaringonderzoek wordt bijvoorbeeld continu gemeten en online gerapporteerd. Dit gebeurt door een data-verzamelingsoplossing te faciliteren waarmee ervaringen gemeten en gerapporteerd kunnen worden. Dit gebeurt op gebruiksvriendelijke, laagdrempelige, actuele en kostenefficiënte wijze. Zowel vanuit de optiek van de zorgaanbieder als van de patiënt. Qualizorg is werkzaam voor zo’n 3.500 zorgaanbieders met producten als Fysio Prestatie Monitor en met vergelijkbare producten voor huisartsen, ketenzorg, kraamzorg en apothekers.
T. 0570 - 820 219 | E. [email protected] | I. www.qualizorg.nl | Twitter @qualizorg
Fyzzio International BV, kortweg Fyzzio, is de nieuwe naam van GymnaUniphy Nederland. Met de naam Fyzzio geven we uitdrukking aan wie wij zijn, wat we doen en voor wie we dat doen; het logo van Fyzzio zegt alles.Inrichten: onze vernieuwende producten vonden en vinden hun weg naar bijna alle fysiotherapie praktijken in Nederland.Opleiden: met onze opleidingen voor onder andere echografie en shockwavetherapie dragen we bij aan een profes-sionele toepassing van nieuwe onderzoeks- en behandelmethoden.Ondernemen: we adviseren praktijken bij de uitvoering van hun bedrijfs- en marketingactiviteiten.
T. 073 599 90 00 | E. [email protected] | I. www.fyzzio.nl / www.nt-e.nl | Twitter @fyzzio
De werking van het andullatie therapiesysteem is gebaseerd op de combinatie van infra-roodwarmte type A en mechanische vibraties. Stochastische resonantie veroorzaakt spierontspanning en een grotere productie van ATP in de lichaamscellen. Hierdoor kan het andullatie therapiesysteem ondermeer ingezet bij tal van chronische aandoeningen. Verschillende fysiotherapeuten ontdekten de effecten van andullatie op hun patiënten en erkennen volgende voordelen:
T. 076 532 90 50 | E. [email protected] | I. www.fysioportal.nl
MyFitplan is een methode om mensen niet alleen in beweging te brengen, maar vooral te houden. MyFitplan is een uniek motiverend beweegconcept dat mensen permanent ondersteunt om te bewegen waar, wanneer en hoe ze maar willen. Met behulp van de modernste technieken is constante begeleiding gegarandeerd. MyFitplan werkt met een fitheidsladder en FIT-punten. MyFitplan biedt een oplossing voor alle bezwaren om mensen in beweging te laten komen en te laten blijven bewegen. MyFitplan biedt groeimogelijkheden voor ondernemers in beweging. MyFitplan kan functioneren voor verschillende doelgroepen of als ‘scholingsprogramma’ waarbij alle klanten leren bewegen met MyFitplan. FITpunten staan centraal in de aanpak, zowel wat betreft training als wat betreft motivatie, loyaliteit en communicatie. Met ‘GET YOUR POINTS’ als terugkerende uitdaging.
E. [email protected] | I. www.myfitplan.com
57
Colofon
15e jaargang | editie 2 | 2014
MoveMens – Magazine voor ondernemers in beweging
MoveMens is een toonaangevend magazine voor ondernemers in beweging: ondernemers met een (para)
medische achtergrond die zichzelf herkennen in de formule van het blad. Primair richt het blad zich niet
op het ‘eerste’ vak van professional maar op het ‘tweede’ vak, dat van ondernemer. Het magazine richt
zich op alle facetten van ondernemerschap in de gezondheidszorg en heeft als doelstelling opinies te
presenteren, informatie te geven, kennis te delen en de branche in beweging te houden.
Hoofdredactie/uitgever
MoveMens Media BV | Postbus 1027 | 2280 CA Rijswijk | T: 070 – 415 13 13
E: [email protected] | W: www.movemens.nl (abonnementszaken via e-mailadres)
Eindredactie
MP Tekst
Redactieadvies
Dick Hartog, Janneke Hermans, Geert-Jan van der Sangen en Inge van de Weem ([email protected])
Aan dit nummer werkten verder mee
Ard Agteresch, Caroline Mangnus, Fons Sjokman, Martijn Plantinga, Cecile Röst, Rutger van Zuidam
Fotografie
Vic Spacewalker, Jeroen van Kooten, Mike Rikken,
Wim van IJzendoorn
Mediamanagement
Geert-Jan van der Sangen en Inge van de Weem
Sales en marketing
Cross Media Nederland
T. 010-742 10 23 [email protected]
Vormgeving
Atalba ([email protected])
DTP, lithografie, druk en verspreiding
Hollandse InDruk - Drukkerij Damen B.V. Werkendam
Partners
MoveMens wordt mogelijk gemaakt door bijdragen van de partners van MoveMens:
Intramed, Fyzzio, Het Gezonde Net, NAOMT, De Gezonde Wereld, Abakus, Pharmeon, Qualizorg, Comvio
en HHP Professional
Adreswijzigingen
Adreswijzigingen kunt u doorgegeven via de website www.movemens.nl. U kunt ook het adreslabel van
het magazine met daarop het oude en het nieuwe adres opsturen naar: Postbus 1027, 2280 CA Rijswijk.
Het is niet mogelijk om telefonisch een adreswijziging door te geven.
Verschijning, oplage en abonnement
MoveMens verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van ca. 13.500 exemplaren. Het magazine wordt aan-
geboden aan ondernemers in de gezondheidszorg. Via de website www.movemens.nl kunnen onderne-
mers zich aanmelden voor het lezersbestand. Geïnteresseerden die niet behoren tot de doelgroep kunnen
zich abonneren via de website www.movemens.nl. Een jaarabonnement kost € 24,00 inclusief BTW en
kan op ieder moment ingaan. Opzeggen kan uitsluitend per einde jaar.
Copyright 2014 MoveMens
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, voor welk doel dan ook en
op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever MoveMens
Media B.V.
KUIPERS OVERGEZONDHEID ENDUURZAAMHEID Verzuim als team te lijf
Voortaan appels met appels vergelijken
Innovatie in de praktijk
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G15e JAARGANG | EDITIE 2 | 2014
MoveMens
MoveMens is een communicatieplatform
voor ondernemers, leveranciers, partners en
netwerken in de markt van ondernemers in
beweging. Dit communicatieplatform geeft
een magazine en een nieuwsbrief uit, onder-
houdt een website en organiseert seminars.
MoveMens Website
De website is de plaats waar ondernemers uit
de branche zich kunnen verdiepen: waar het
magazine stopt gaat de website verder. Www.
movemens.nl dient als naslagwerk voor de
lezer. Bovendien zijn op de website relevante
en ondersteunende onderzoeken te vinden,
uitgebreide bronvermeldingen, relevante
links en publicaties van geïnterviewden.
MoveMens Nieuwsbrief
De MoveMens nieuwsbrief is een maandelijk-
se uitgave waarin ondernemers in beweging-
worden geïnformeerd over actuele kwesties
die spelen in hun branche.
Meld u aan voor de nieuwsbrief via
MoveMens Management Academy:
MoveMens kent een Academy, een opleidings-
instituut voor ondernemers in beweging.
MoveMens Event:
MoveMens organiseert jaarlijks een event.
Op een exclusieve locatie wordt dan een dag
georganiseerd voor relaties van MoveMens.
In het voorjaar van 2013 organiseerde zij de
MoveMens Experience.
Social Media
Volg MoveMens op
www.twitter.com/movemens
www.linkedIn/companies/movemens
58
C o m p l e t e p r a k t i j k s o f t w a r e v o o r d e f y s i o t h e r a p e u t
Op de website treft u tevensuitgebreide productinformatie
voor uw praktijk:www.intramed.nl
“We hebben nooit geweten dat Intramed zo compleet is”.
Met Intramed PLUS een volledig EPD
Gegevens meenemenIntramed levert uiterst overzichtelijke, efficiënte en betaalbare software voor de zorg. Software die inmiddels meer dan 19.000 professionele (para)medici ondersteunt in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Altijd up-to-date en met de zekerheid van alleen de allerbeste support door mensen die het pakket door en door kennen.
Een greep uit de basisfunctionaliteiten van Intramed:
Noordkade 942741 GA Waddinxveen
T 0182 62 11 07 F 0182 62 11 99
BedanktIntramed!
7���(��������(������������
+��-�.����/�� ������"���"��:�������;����"��.�����<�&��"�&�����$������&�����<�$����������������<��"�&���+��-�.����/����������$��"'���������&����=;���� ����������>�� �::��'������$���������"�&����.�����&��"�"������&��������?���&�����=��&����"��"��$$$� ��<�.����������=:����#�*�����
7���(��������(������������
+��-�.����/�� ������"���"��:�������;����"��.�����<�&��"�&�����$������&�����<�$����������������<��"�&���+��-�.����/����������$��"'���������&����=;���� ����������>�� �::��'������$���������"�&����.�����&��"�"������&��������?���&�����=��&����"��"��$$$� ��<�.����������=:����#�*�����