Kroegwandeling middelburg ()

33
KROEGWANDELING MIDDELBURGDRONK Startpunt: Café De Bommel, Markt 85. Het pand Markt 85 heeft al eeuwenlang een horecafunctie, als herberg, logement, koffiehuis, café, bar en restaurant. In 1824 staat H. Dikkenberg bij de burgerlijke stand op het adres geregistreerd als herbergier – de zaak heet dan al Sint Joris. De laatste eigenaar van bar-café-restaurant Sint Joris was Cees Mulder – in 1993 werd Sint Joris De Bommel. Vlasmarkt Vlasmarkt nr. 4. In dit pand zat tussen 1760 en 1770 herberg De Morgenster ( de naam De Morgensterre staat nog geschilderd boven de deurpost). In 1964 zit eetcafé Bon Appetit in het pand en 2 jaar later restaurant De Vlaskam. Een jaar later, in 1967, kwam het Chinese restaurant Kota Radja, dat een Italiaanse kok had, in het pand, in 1998 tapasbar Allez en in 2001 café ’t Fust, dat nog steeds in het pand zit. Vlasmarkt nr. 14. Dit pand had niet eerder een horecafunctie tot in 2005 café Dinges werd geopend. Vlasmarkt nr. 18. Dit pand is nu bij Kaffee ’t Hof getrokken, maar had toen al een behoorlijke geschiedenis achter zich. In 1973 werd op dat adres café Tognog geopend – het pand was van Aad Bosman die ook het toenmalige Hof van Zeeland in bezit had. 1

description

Een wandelroute langs de historische cafés van de stad Middelburg, gebaseerd op de online encyclopedie http://www.middelburgdronk.nl

Transcript of Kroegwandeling middelburg ()

Page 1: Kroegwandeling middelburg ()

KROEGWANDELING MIDDELBURGDRONK

Startpunt: Café De Bommel, Markt 85.

Het pand Markt 85 heeft al eeuwenlang een horecafunctie, als herberg, logement, koffiehuis, café, bar en restaurant. In 1824 staat H. Dikkenberg bij de burgerlijke stand op het adres geregistreerd als herbergier – de zaak heet dan al Sint Joris. De laatste eigenaar van bar-café-restaurant Sint Joris was Cees Mulder – in 1993 werd Sint Joris De Bommel.

Vlasmarkt

Vlasmarkt nr. 4. In dit pand zat tussen 1760 en 1770 herberg De Morgenster ( de naam De Morgensterre staat nog geschilderd boven de deurpost). In 1964 zit eetcafé Bon Appetit in het pand en 2 jaar later restaurant De Vlaskam. Een jaar later, in 1967, kwam het Chinese restaurant Kota Radja, dat een Italiaanse kok had, in het pand, in 1998 tapasbar Allez en in 2001 café ’t Fust, dat nog steeds in het pand zit.

Vlasmarkt nr. 14. Dit pand had niet eerder een horecafunctie tot in 2005 café Dinges werd geopend.

Vlasmarkt nr. 18. Dit pand is nu bij Kaffee ’t Hof getrokken, maar had toen al een behoorlijke geschiedenis achter zich. In 1973 werd op dat adres café Tognog geopend – het pand was van Aad Bosman die ook het toenmalige Hof van Zeeland in bezit had. Van 1978 tot 1985 zit restaurant La Castelliere in het pand, gevolgd door Kipcafé De Hennepot. In de jaren 90 kwam café Miller Time in het pand, in 2005 Australian Bar No Worries tot 2008.

Vlasmarkt nr. 20. In 1973 opende Aad Bosman het eerste ‘bruine café’ van Middelburg en noemde het Het Hof van Zeeland. De zaak werd in korte tijd een begrip en was tot ver buiten de gemeentegrenzen beroemd en berucht. De zaak heeft daarna achtereenvolgens de volgende namen gedragen: De Klos, De Lachende Vis, Ietsje Anders en, de huidige naam, Kaffee ’t Hof.

1

Page 2: Kroegwandeling middelburg ()

Vlasmarkt nr. 27. Het pand waar nu restaurant De Gespleten Arend zit kent ook een wat minder chique verleden. Rond 1960 heette de zaak de Bonanzabar – wellicht schatplichtig aan de toenmalige televisieserie – en was het een volks café waar gedanst en gefeest werd. Aangezien de clientèle van de Bonanzabar voor een niet onaanzienlijk deel uit homoseksuelen bestond, besloot eigenares Sjaan Pekaar (iedereen kende haar in die tijd als tante Sjaan) het roze marktsegment speciale aandacht te geven. Ze herdoopte hiertoe in 1973 de Bonanzabar in de Sjada Bar (de naam was een samentrekking van Sjaan en Daan, destijds haar zakenpartner) - de zaak heeft maar een paar jaar bestaan en was eigenlijk een voorloper van Goudwaard aan de lange Noordstraat.

Schuin oversteken en rechts de Penninghoek in, weg vervolgen in de Simpelhuisstraat.

Simpelhuisstraat nr. 5. Op dit adres begon Torre Wegener eind jaren 70 van de vorige eeuw nachtsociëteit ’t Pakhuis – de binnenplaatsen c.q. tuinen van het Hof van Zeeland en ’t Pakhuis grensden aan elkaar. De nachtsociëteit was als rechtspersoon een stichting (voluit Stichting De Vrienden van de Zeeuwse Kunstenaars) wat belastingtechnisch zeer aantrekkelijk was (geen winstoogmerk) en tevens het voordeel had dat men niet gebonden was aan openings- en sluitingstijden. Het was in wezen een besloten club – je moest er ook lid van zijn – waar de gehele nacht doorgehaald kon worden.

Simpelhuisstraat uitlopen, oversteken en in Stadhuisstraat linksaf en de eerste straat rechts, de Sint Sebastiaanstraat in.

Sint Sebastiaanstraat 6-8. Wat nu een pakhuisje met bovenwoning is, was van 1895 tot 1900 een bierhuis – de term bierhuis was een voorloper van bar of café. Gijsberta Maria de Fluijter was eigenaresse van bierhuis De Fluijter en ze had nog 2 zusters, Geertruida en Maria, die ook bierhuizen in Middelburg hadden – Geertruida aan de, nu niet meer bestaande straat, Wal en Maria in het zelfde pand aan de Wal en in de Schuddebeursstraat. De 3 zusters bleven ongehuwd, kregen zo links en rechts een kind en waren eigenlijk een soort dolle Mina’s avant la lettre.

Sint Sebastiaanstraat uitlopen en linksaf de Lange Noordstraat in.

Lange Noordstraat 31. Het pand is gebouwd in 1526 en was, zoals de gevelsteen aangeeft, van 1603 tot 1623 het woonhuis van Jacob Cats. Tussen 1750 en 1900 was er een logement in het pand gevestigd dat de naam ’t Logement van Middelburg droeg. Van 1840 tot 1845 is F. von Wiebel logementhouder, wanneer hij in 1845 overlijdt zet zijn weduwe het logement tot 1847 voort – in 1892 wordt het logement verkocht voor Fl. 3.575.

Lange Noordstraat 52. Aan de overkant van de straat, op nummer 52, is het COC café Goudwaard, het enige homo- en lesbocafé in de regio Zeeland, gevestigd dat volledig op vrijwilligers draait.

Lange Noordstraat 45. Op het adres Lange Noordstraat 45 – rechts naast espressobar KO D’OOOOOOOOR – openden ene Harry en tante Bep in 1963 Bar Irene. De zaak kreeg in

2

Page 3: Kroegwandeling middelburg ()

1969 zowel een andere eigenaar, Rinus van Hoepen, als een andere naam, De Postkoets – het café heeft tot in de jaren 80 bestaan. In het pand rechts van het café, zat vroeger hotel-pension De Post dat in 1975 tot de grond toe afbrandde.

Straat oversteken en rechtsaf de Blindenhoek in.

Blindenhoek 3. Het Bierhuis Blindenhoek zat van 1892 tot 1895 op het adres Blindenhoek 3. Eigenaar was L.P.A. Poelman, een gepensioneerde militair die eerder bierhuizen had aan de Dwarskaai en in de Zusterstraat. Hij verkocht het pand in 1895 voor Fl 2.200.

Blindenhoek uitlopen en links de Bogardstraat (linkerzijde aanhouden) in.

Bogardstraat 7. In het historische pand met de naam De Tinne Potte werd in 1951 jeugdherberg De Arneburcht opgericht. De heer Wouterlood was op dat adres beheerder in het St. Vincentiusgebouw dat dienst deed als R.K. militair tehuis en hij zag dat het ruime pand meer mogelijkheden bood. De jeugdherberg heeft ongeveer 10 jaar bestaan.

Bogardstraat 17-19. Adriaan Westdorp staat in 1797 op het adres Bogardstraat 17-19 geregistreerd als logementhouder. Aangezien de naam van het logement nog onbekend is heeft het op Middelburgdronk de naam gekregen die het pand thans draagt, n.l. Samarkand. Westdorp zou later nog de herberg Den Gouden Leeuw aan de Lange Delft uitbaten.

Bogardstraat 33. In het pand Bogardstraat 33 was in 1770 de herberg Het Hof van Holland gevestigd. Van 1821 tot 1836 dreef J.J. Janzee een koffiehuis (Bonaventure) op het adres. De term koffiehuis hield in die tijd in, dat er in de gelegenheid ook alcohol werd geserveerd – de term is eigenlijk een voorganger van het huidige café. Janzee had eerder koffiehuizen aan de Lange Giststraat en de Rouaansekaai en later aan de Varkensmarkt.

Bogardstraat vervolgen en linksaf de Balans op.

Balans 1. P. Karreman staat van 1812 tot 1816 op het adres Balans 1 geregistreerd als herbergier. Karreman had later nog herbergen aan de Markt en in de Eigenhaardstraat.

Balans 13. Op het adres Balans 13 was aan het eind van de 18de eeuw Societé l’Amitié gevestigd. Vanaf 1795 toto 1811 was Hendrich Christian Biebricher er koffiehuishouder annex conciërge – in 1811 gaat hij failliet. Rond 1850 zit sociëteit De Eensgezindheid in het pand en men heeft in 1856 een koffiehuishouder annex conciërge nodig – de heer Ten Doop voorziet in de vacature. Twee jaar later zit het Handelskoffiehuis in het gebouw en kan men er terecht voor muziek en dans. Het is niet duidelijk hoelang het Handelskoffiehuis heeft bestaan.

Balans 21. Op de hoek van de Balans en de Wagenaarstraat zat in 1893 het bier- en koffiehuis van P.J. Karreman (hij had ook bierhuizen aan de Dwarskaai en aan het Koorkerkhof0 – een jaar later verkocht hij de zaak. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de ingang van het bierhuis aan de Wagenaarstraat was.

3

Page 4: Kroegwandeling middelburg ()

Balans 4 (schuin tegenover nr. 21). Johanna de Kat had van 1820 tot 1822 op het adres Balans 4 een herberg met de naam Het Veersche Veerhuis. Volgens een verhaal in de Wete (blad van de Heemkundige Kring Walcheren) gebeurde het volgende in 1821: “Op donderdagavond 25 januari 1821 kreeg Toon Kanaar ruzie met zijn vriendin Nettie Boom. Hij stak haar neer bij het hek van de Koopmansbeurs op de Korte Burg. Daarna trof hij twee vrienden voor de herberg het Veersche Veerhuis en ging met hen naar binnen om een glas jenever te drinken.” Er hebben later nog meer horecazaken in het pand gezeten, doch daar zijn niet voldoende gegevens over voorhanden.

Spanjaardstraat inlopen aan linkerzijde.

De nu zo prachtig opgepoetste Spanjaardstraat had in de 15de eeuw niet zo´n goede naam. In 1460 besloten de baljuw, burgemeesters en schepenen van Middelburg dat de Spanjaardstraat de enige straat in de stad was waar prostituees (toen gemeene vrouwen van levene, die hem (= zich) laten mynnen of cussen omme gelt ) hun beroep uit mochten oefenen – het was ook de enige plaats waar dobbelen en kaartspelen om geld was toegestaan.

Spanjaardstraat 5. In 1881 vraagt Adriaan van Sorge vergunning aan om in het pand Keijlbanc sterke drank te mogen verkopen – hij staat dan bij de burgerlijke stand ingeschreven als kroeghouder. Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) is een kroeg een herberg van gering allooi; niets meer en niets minder – het woord kroegh werd eind 17de eeuw al in de taal gesignaleerd. Het begrip 'kroeghouder' kreeg later de betekenis van iemand die een kroeg dreef waar drank in het klein werd verkocht – vaak als onderdeel van een winkel, soms zelfs van een schoenmakerij of kapperszaak. Men verbond het nuttige met het aangename en dronk terwijl men wachtte.

Spanjaardstraat 21. Het pand met de naam Het Kemphaantje was in 1894 de bierhal annex bierbottelarij van Johannes de Jonge. Een bierhal, ook weleens bierkelder genoemd, was in wezen een vorm van bijhandel. Degene die een bierhal begon was of bierbrouwer of bierbottelaar en hij maakte – mits ruimte genoeg voorhanden – gebruik van het feit dat hij toch al bier, als handelaar of slijter, verkocht, dus waarom geen tappunt voor de dorstigen. De Jonge was zo’n inventieve bottelaar die het goed begrepen had. Zijn advertentie uit de Middelburgsche Courant van 20 januari 1894 maakt melding van de opening van het proefstation der bierbottelarij met zijn heerlijke Phoenix-Bieren. Hij zou later nog zaken hebben in de Gravenstraat en aan de Dwarskaai.

Spanjaardstraat uitlopen en bij het kruispunt Koepoortstraat oversteken en weg vervolgen linkerzijde Singelstraat.

Singelstraat 13. In 1896 besloot men een Concert- en Gehoorzaal te bouwen in de tuin van het pand Lange Singelstraat N 181, wat later werd omgenummerd tot het huidige Singelstraat 13. Het criterium van middelburgdronk om een zaak op de site te plaatsen is, dat er in die zaak alcohol werd of wordt geschonken. In 1896 vroeg men al een vergunning om, zoals dat toen heette, sterken drank in het klein te mogen verkopen en die vergunning heeft de Concert- en Gehoorzaal tot op de dag van vandaag. In 1940 werd het pand eerst door de Duitsers gevorderd en aan het eind van de oorlog trokken de Engelsen er in. Op 20 december 1946

4

Page 5: Kroegwandeling middelburg ()

werd de Concert- en Gehoorzaal, na een verbouwing, feestelijk heropend met een uitvoering van het Weihnachtsoratorium van Bach. De ingang van de tegenwoordige Zeeuwse Concert- zaal bevindt zich sinds enige jaren in de Verwerijstraat 14.

Singelstraat vervolgen en de 1ste straat rechts nemen, de Schuitvlotstraat; rechterzijde.

Schuitvlotstraat 5. In 1930 vraagt de Wed. Hendrika Johanna Ohrtmann-Overkamp vergunning om sterken drank te mogen schenken op het adres Schuitvlotstraat 5 te Middelburg, waar logement De Zwaan is gevestigd. De site zeeuwengezocht geeft aan dat ze in 1930 op het adres Schuitvlotstraat 5 te Middelburg staat geregistreerd als logementhoudster. Het WNT geeft de volgende definitie van de term logement: "Een huis waar men tegen betaling tijdelijk verblijf en gewoonlijk ook voeding kan bekomen. Sedert meer dan een eeuw de gewone betekenis; thans bepaaldelijk voor inrichtingen van eenvoudigen aard: voor meer deftige bezigt men hotel, terwijl het synoniem herberg nu gewoonlijk een drinkgelegenheid van minder allooi aanduidt." Logement De Zwaan heeft zeker nog tot 1950 bestaan.

Schuitvlotstraat 1. Johannes Leijdekkers had al in 1869 een winkel op het adres Schuitvlotstraat 1, doch pas in 1881 vraagt hij op het adres vergunning aan om sterken drank in het klein te mogen verkopen en staat hij bij de burgerlijke stand te boek als tapper. Volgens het WNT was een tapperij of tappersnering, evenals een koffiehuis, logement en herberg, een lokaliteit waar bier, wijn of sterke drank werd geschonken. Een tapper was dus iemand die een tapperij bestierde, doch later werd het woord ook gebruikt als synoniem voor slijter. De gemeente wilde het pand in 1917 slopen, wat uiteindelijk toch niet gebeurde.

Schuitvlotstraat aan de rechterzijde uitlopen en stoppen bij het pand op de hoek van de Dam.

Dam 81. In 1833 opent Jan Sikardie logement Het Gorinchemse Veerhuis aan Dam 81. Hij blijft in het logement tot 1852 – in dat jaar verhuist het logement naar de Dwarskaai aan de andere kant van het water. De verhuizing had eenvoudig te voet of met een handkar kunnen plaatsvinden, aangezien de Dambrug bijna loodrecht op de Schuitvlotstraat lag. De Dambrug verbond de Dam met de Dwarskaai en werd afgebroken toen het droogdok werd aangelegd – men bouwde de brug een eind verder weer op tussen de Rouaansekaai en de Kinderdijk; de huidige Spijkerbrug.

Weg vervolgen via de Rotterdamsekaai, de andere hoek van de Schuitvlotstraat.

Rotterdamsekaai 5. Op de hoek van de Rotterdamsekaai en de Brakstraat was herberg Het Ossenhoofd gevestigd – een legendarische naam in het 19de eeuwse Middelburgse uitgaansleven. Stephanus Florimond van Kakum staat in 1825 als herbergier geregistreerd op het adres Rotterdamsche Kaai O 278 (de oude nummering) - hij is gehuwd met Jacoba Merison. Zowel Van Kakum als Merison staan afwisselend op het adres geregistreerd als herbergier/herbergierster en tapper/tapster. Wanneer Florimond van Kakum in 1854 overlijdt, neemt zijn weduwe Jacoba Merison de zaak over. Aannemer Jacob Fourdraine uit Wissenkerke trekt na het overlijden van zijn vrouw Klasina van der Band (29 april 1855) naar

5

Page 6: Kroegwandeling middelburg ()

Middelburg en trouwt aldaar op 23 januari 1857 met herbergierster Jacoba Merison. Uit de Middelburgsche Courant van 20 mei 1857 blijkt dat Fourdraine in Het Ossenhoofd zit. Als er in de Middelburgse Courant van 10 juli 1883 een advertentie verschijnt dat Het Ossenhoofd moet sluiten wegens vergevorderde leeftijd moet dat haast wel slaan op Jacoba Merison – dan 78 jaar en sinds 1882 weduwe van Jacob Fourdraine.

Rotterdamsekaai 7. Het pand dat nu in gebruik is als Restaurantje Nummer 7 had al een rijke horecageschiedenis achter zich. In 1861 baat eigenaar Jean Joseph Ballet koffiehuis Het Klooster uit op het adres. Het Klooster was in die tijd vaak een locatie waar, onder leiding van een notaris, roerende en onroerende zaken werden verkocht. In 1878 wordt de zaak omgedoopt in Café Klooster, doch een jaar later staat het pand te koop en eindigt de geschiedenis van HetKlooster.

Rotterdamsekaai 11. In 1822 treedt opperstuurman Jacobus Klaassen in het huwelijk met Catharina Jacoba Jansen. Hij beëindigt zijn zeemanscarrière een jaar later en staat dan - conform de site zeeuwengezocht - als herbergier geregistreerd op het adres Rotterdamsekaai O 246. In 1825 staat Klaassen nog steeds geregistreerd als herbergier. De naam De Econoom sierde het pand in de jaren 70 van de 20ste eeuw; in die tijd was er een administratiekantoor gevestigd – de naam van de herberg ontbrak, zoals zo vaak, helaas – vandaar De Econoom.

Rotterdamsekaai 13. Aan de Rouaansekaai 13 is nu De Keukenkroon gevestigd , maar men heeft toch de geschiedenis van het pand willen tonen door zowel de naam die het pand droeg, Het Behouden Huys, als het oude nummer, O 246, boven de deur te schilderen. Het was weer een zeeman die een herberg begon aan de Rotterdamsekaai. Johan Christoffel Holzhuijser dreef de herberg van 1825 tot 1827, toen verhuisde hij naar de Rouaansekaai, waar hij herberg De Stoomboot begon – hij had eerder herberg De Crabbe aan de Kinderdijk.

Bij het zebrapad de straat oversteken en rechts de Beatrixbrug over, straat oversteken naar Rouaansekaai, opnieuw het zebrapad oversteken en via de Spijkerbrug naar de Kinderdijk.

De Kinderdijk toont nog steeds het rijke verleden van de gouden eeuw, een eeuw waarin vooral welvaart werd gebracht door de Verenigde Oost-indische Compagnie (VOC) en de West-indische Compagnie (WIC). De namen van de huizen en pakhuizen aan de Kinderdijk, maar ook op andere plaatsen in de stad, verwijzen vaak naar het soort handel dat werd gedreven of naar de plaatsen waarmee handel werd gedreven.

Kinderdijk 94. Het pand Sint Joris was in de 18de eeuw al een herberg met dezelfde naam. Het pand heeft in de loop der eeuwen nogal wat namen gekend, in chronologische volgorde: Logement Rotterdam, Koffijhuis Rotterdam, Rotterdamsch(e) Koffiehuis, Café Rotterdam, Het Schippershuis, Café Amusement en Don Bosco. Don Bosco was een katholiek jongerencentrum mét lichte drankvergunning waar het elk weekend flink los ging in de jaren vijftig en zestig van de 20ste eeuw. Met de sluiting van Don Bosco in de jaren zeventig kwam er tevens een eind aan de horecafunctie van het pand en werd het een woonhuis.

6

Page 7: Kroegwandeling middelburg ()

Kinderdijk 92. Het pand naast Sint Joris draagt nu de naam ‘t Witte Paart, maar in 1888 heette het nog Nassau. De weduwe Johanna Catharina Tuijter – ze was geen weduwe in de strikte zin van het woord, doch in die tijd kregen gescheiden vrouwen vaak ook dat voorvoegsel – had er toen een bierhuis waar een enigszins kwalijke reuk aan zat. Er werd nog al eens gevochten in haar zaak en dat haalde toen soms zelfs de krant. Er is een vermoeden dat haar bierhuis tevens dienst deed als publiek huis – een eufemisme voor bordeel – maar er zijn gegevens die dat vermoeden bevestigen. In 1890 echter, startte de gemeente Middelburg een rechtsgeding tot ontruiming van het pand Nassau – kortom Johanna moest haar biezen pakken.

Terug over de Spijkerbrug, het zebrapad oversteken en stoppen op de hoek van de Rouaansekaai.

De Rouaansekaai was in de 17de eeuw, evenals de Kinderdijk, een plaats van grote bedrijvigheid. Vanaf de kaai vertrokken er veerdiensten naar plaatsen in Nederland en Europa. Als logisch gevolg daarvan waren er vanaf die tijd tevens herbergen, logementen, koffiehuizen etc. aan de Rouaansekaai gevestigd. Helaas valt daar weinig meer van te bespeuren, aangezien de flats die er nu staan het resultaat zijn van de verwoestingen tijdens W.O. II. Op de plaats waar we nu ongeveer staan – oude foto’s op middelburgdronk geven daar een mooi beeld van – lagen de panden Rouaansekaai G 114, G 115, G 116 en G 117. Vier panden naast elkaar waar men kon slapen, eten en vooral drinken. Die zaken hadden namen als: Het Rotterdamsch en Goesch Veerhuis, Het Zeeuwsch Koffiehuis, De Stad Hamburg, de Stoomboot, Het Middelburgsche Stoomjagt en Café De Jager. De naam van de herberg die al in 1797 op het adres Rouaansekaai G 114 stond, is nog niet achterhaald en draagt de “werknaam” Rouaansche Kade. Het is wel bekend dat in 1810 ene Aarnout Baak er herbergier was. Later werd hij naast herbergier tevens Commissaris van het Rotterdamsche Beurtveer en sneed het mes aan twee kanten – men zou het nu een win-win situatie noemen.

Rouaansekaai 53. Café De Jager was voor de oorlog gevestigd op het adres Rouaansekaai 115 en verhuisde daarna naar Rouaansekaai 53. Het café dankte zijn naam aan de eigenaar, eerst was dat J.A. de Jager en later diens zoon F.A. de Jager. In de volksmond echter heette het café Het Jagertje en het was een tijdlang een vaste hangplek voor Middelburgse handelaren in 2de hands auto’s. De wet van moeder De Jager – die vaak, nog in klederdracht, in het café zat te breien – was, dat er absoluut niet gevloekt mocht worden. Sommige scholieren speelden weleens handig op deze wet in door op enig moment, als er al het nodige was gedronken, tamelijk luid te vloeken. Men werd dan direct verzocht de zaak, zonder te betalen, te verlaten. Café De Jager sloot rond 1970.

Rouaansekaai volgen tot poort rechts, de Hagepreekgang; linkerzijde volgen tot tweede ‘poort’; niet rechtsaf maar schuin oversteken dan rechts en weer rechts; dit is de Schuddebeursstraat

Schuddebeursstraat 2. Het enige dat nog over is van bierhuis De Fluijter (2) – althans zo staat het bierhuis bij middelburgdronk op de site – is een tuinpoortje met nummer 2 op de deur; de tuin hoort bij het pand Dam 42 (waar in 1895 Café Dok gevestigd was) op de hoek van de Schuddebeursstraat. Toch had Maria Jacoba de Fluijter op dit adres van 1895 tot 1897

7

Page 8: Kroegwandeling middelburg ()

een bierhuis. Wellicht is het pand ooit afgebroken toen het een achterhuis van Dam 42 werd en men de tuin meer volume wilde geven, maar het blijft gissen.

Links aanhouden en de Schuddebeurs uitlopen tot de Dam en dan linksaf

Dam 42. In 1869 heeft A. Boer al een tapperij in het pand en na hem zitten er door de jaren heen nog 2 eigenaren in het pand tot J.G. van den Hoek in 1894 op het adres Café Dok opent. Het laatste bericht over Café Dok stamt uit 1901 en dat is een enigszins vreemd bericht, aangezien de heren Tillenberg en Heijt in dat jaar allebei een drankvergunning voor het pand aanvragen. Tillenberg zat eerder in Kanaalzicht en het mysterieuze Madam Anna.

Dam aan linkerzijde volgen tot deze overgaat in het Damplein

Het Damplein is ontstaan in 1970 en niet iedereen was het er in die tijd twee straten met (monumenten)panden werden geofferd aan het creëren van parkeerruimte. Aan deze kant van het Damplein liep vroeger de Korte Delft – er is nog een klein stukje bewaard gebleven – en aan de andere kant was de Lange Giststraat, die via de Gistpoort overging in de Korte Giststraat, die nog steeds zo heet. Het opvallende is dat de zaken aan het Damplein, zeker aan deze kant, een meer recente horecageschiedenis hebben.

Damplein 50. In de jaren 30 van de vorige eeuw zat hotel-café De Gouden Leeuw in het pand, in de zestiger jaren gevolgd door hotel-restaurant De Dam, dat eind 60 een echt café werd. Medio jaren 70 kocht de familie Nielen de zaak en het werd nu een pub genaamd de Crazy Horse. Toen de familie Nielen naar Don Quichotte, een eindje verderop, kwam Priem, de vader van Martin Priem van de Zanzibar aan de Markt, in de zaak. Na het overlijden van de heer Priem nam Klaas van Belzen de tent over en noemde die The Oldies. Eind jaren 90 zat Rene de Muijnck, de oud-eigenaar van Het Kasteel van Batavia, in de zaak die toen Entree heette. De huidige eigenaar van de zaak – inmiddels Après Skibar Mambo’s geheten – is Koen Funk, die in juli 2011 een tweede zaak in het pand ernaast, op nummer 48, begon: het Stap & Borrelcafé Jou en Mij.

Damplein 46. In de jaren 60 van de vorige eeuw had Tante Sjaan Pekaar – die we eerder al tegen kwamen bij de Bonanzabar en Sjada Bar aan de Vlasmarkt – op dit adres bar De Lange Jan. Sommige oudere Middelburgers zijn er heilig van overtuigd dat je er in die tijd, in peeskamertjes boven de zaak, ook terecht kon voor betaalde liefde – of ze dat uit eigen ervaring weten, vertellen ze er natuurlijk niet bij. In 1969 namen de broers Rudy en Robby van den IJssel de zaak over en herdoopten die tot Don Quichotte – de zaak had toen ook een nachtvergunning, tot 04.00 uur, wat voor veel extra publiek zorgde. In 1979 nam de familie Nielen, van de Crazy Horse, de zaak over en Robby van den IJssel begon wat panden verderop Het Koper Galjoen. In 1985 kwam Irving Comijs, die nu aan de overkant in De Tropen zit, in het pand en werd de zaak La Folie en later Misty gedoopt. In het begin van deze eeuw zat eetcafé In de Dikke Beer in het pand en die zaak werd opgevolgd door het huidige La Piccola Italia.

Damplein 22. Robby van den IJssel begon, na zijn vertrek uit Don Quichotte, in 1979 Het Koper Galjoen in het pand dat tot die tijd in gebruik was als wasserij. Het interieur van de

8

Page 9: Kroegwandeling middelburg ()

zaak verwees naar de naam, aangezien dit de kenmerken had van de binnenkant van een oud galjoen. Toen Robby van den IJssel in 1985 vertrok naar restaurant De Abdij veranderde de zaak totaal van karakter. Dave Hernaus begon er de Bloesbak, een zaak die zijn naam qua muziek eer aandeed, aangezien de eigenaar een verstokte bluesfan was. Op enig moment bedacht Dave Hernaus een andere naam voor zijn zaak en herdoopte hem in Rock Desert, een naam die de zaak tot op de dag van vandaag draagt. Na Hernaus kwam Bo Wesdorp in Rock Desert en toen Bo in 1990 naar ’t Hof aan de Vlasmarkt vertrok, kwamen Rob en Mirna, de huidige eigenaars, in de zaak.

Links aanhouden tot het Damplein overgaat in Korte Delft

Korte Delft 25. In het pand dat de naam De Drie Meyen draagt, zat in 1937 Eetsalon Croquant. J. Wolfs opende de zaak op 22 december van dat jaar en vertrok in 1938 al weer naar Breda – een kortstondige zaak dus.

Links aanhouden en linksaf de Nieuwstraat in – linkerzijde

Nieuwstraat 11. In 1878 staat M.J. Scheijbeler bij de burgerlijke stand geregistreerd als opentafelhouder op het adres Nieuwstraat G 226; nu nummer 11. Een opentafel was een openbare gelegenheid waar men kon eten, drinken en slapen; een synoniem voor klein hotel-restaurant of pension. Scheijbeler, die eerder al een opentafel had gerund in de Sint Janstraat, wordt in 1887 opgevolgd door P.P. Huijgens die op het adres geregistreerd staat als opentafelhouder en restaurateur – Huijgens zat in de zaak tot 1890. Het pand heette, getuige de fraaie gevelsteen, vroeger wellicht In Sint Pieter.

Nieuwstraat 17. Het pand met de naam St. Jacob had ook enige jaren een horecafunctie. Anthonie van Aartsen had er van 1890 tot 1895 een bierhal annex bottelarij, hetzelfde concept als bij Het Kemphaantje in de Spanjaardstraat. Van Aartsen zou in 1894 nog een bierhal annex bottelarij openen aan de Korte Giststraat.

Nieuwstraat 19. Nieuwstraat 19 is een beetje een vreemde eend in de bijt. Eind 1800 bevond zich op dit adres het Christelijk Militair Tehuis (het pand rechts op de foto), dat in 1884 verlof A aanvroeg voor de verkoop van zwak alcoholische drank – in 1948 wordt de aanvraag herhaald. In maart 1953 vraagt W.M.J. Meeuse verlof A aan voor zijn dansschool op het adres Nieuwstraat 17 Middelburg. De dansschool van Meeuse is multifunctioneel, men kan er niet alleen, onder het genot van een drankje, leren dansen, maar de ruimte is ook beschikbaar voor bruiloften en andere intieme feesten. Meeuse blijft, samen met zijn echtgenote, tot op hoge leeftijd actief als dansleraar en de school sluit zijn deuren vermoedelijk in 1976, want een jaar later vindt men geen advertenties meer in de PZC.

Nieuwstraat 23. Gedurende de tweede wereldoorlog fungeerde het pand als noodwinkel. In 1940 werd het in gebruik genomen door Verkoophuis 'Amerikaan'. Chr. Bot vraagt in 1961 verlof A aan op het adres Nieuwstraat 23, een jaar gevolgd door C. Lokhorst. In april 1965 openen C.N.J. Staphorst en H. van Dierendonck de Orliëns Bar op hetzelfde adres. In april 1969 staat het pand als winkelpand te huur. Het is niet bekend wat de naam van de zaak was

9

Page 10: Kroegwandeling middelburg ()

toen Bot en Lokhorst er in zaten, doch het pand stond zowel voor als na de “horecaperiode” bekend als Huize Orliëns.

Links aanhouden en stoppen bij het hoekpand, ingang Bierkaai

Bierkaai 1. C. van Wijngaarden staat in 1836 bij de burgerlijke stand als herbergier geregistreerd op het adres Bierkaai G 208, nu nummer 1. Aangezien de naam van de herberg vooralsnog ontbreekt, staat hij bij middelburgdronk te boek als Herberg Bierkaai. In 1881 heeft I. Corbeel een tapperij annex slijterij op het adres – hij vertrekt een jaar later naar Houtkaai 1 en start daar een zaak volgens de zelfde formule. De weduw Verhage was de laatste eigenaar van de tapperij, als zij het pand in 1917 verkoopt voor Fl. 1.815,-- wordt de tapperij niet voortgezet.

Nieuwstraat oversteken en stoppen bij andere hoekpand, ingang Londensekaai

Londensekaai 47. In augustus 1940 heropende G.J. Entink zijn zaak Bodega – zat in de Lange Delft, maar werd verwoest – op het adres Londensekaai 47. Twee maanden later overleed hij en werd de zaak verkocht. Piet Vogel opende vervolgens het café dat zijn naam droeg in februari 1941. Hij moest, gezien de slechte staat van het pand, noodgedwongen stoppen in oktober 1950. Uit een enigszins hilarisch krantenartikel uit de PZC van 2 augustus 1950 blijkt dat de sluiting van het café niet op de instemming van de eigenaar kon rekenen. Hij hield zijn zaak tot het bittere eind geopend, letterlijk totdat het dak eraf ging. Voor nieuwbouw op de Markt kreeg hij geen toestemming van de gemeente.

Londensekaai volgen en op de hoek het zebrapad nemen, de Koningsbrug over en, aan de linkerzijde, de Stationsstraat in.

Stationsstraat 17. Elisabeth Schout vraagt in 1887 vergunning of ze de kleinhandel in sterken drank op het adres Stationsweg P150, nu Stationsstraat 17, mag voortzetten. In 1888 heeft W.G. Schrekkenberg een koffiehuis op het adres, maar hij gaat een jaar later al failliet. Weer een jaar later, in 1890, begint J.B. de Zeeuw Hotel Belge. J.C. Vlind wordt in 1893 de nieuwe eigenaar en blijft dat tot zijn overlijden in 1901. De periode 'Vlind' heeft een vreemde bijkomstigheid: in advertenties in de Middelbursgche Courant uit die periode wordt de zaak volledig willekeurig Belge of het Wapen van Zeeland genoemd. In het bevolkingsregister van 1893 staat bij J.G. Vlind zelfs letterlijk: ‘Logement- en koffiehuishouder Het Wapen van Zeeland, Stationsstraat P 150'. Enfin, in 1927 zwaait Dries Poelman de scepter in Hotel Belge. In 1932 wordt de zaak herdoopt tot hotel Poelman waarvan A. Poelman (wellicht de zoon van Dries) de eerste eigenaar is.

Stationsstraat voorzichtig oversteken

Statiosstraat 32. Dit is met recht een van de meest legendarische cafés die Middelburg rijk is. In 1870 werd tegelijkertijd begonnen met twee grote projecten: de aanleg van het Kanaal door Walcheren en de aanleg van de spoorlijn. In 1874 wordt in het splinternieuwe pand aan wat men toen Bij de Kanaalbrug of kortweg Kanaalbrug noemde een koffiehuis geopend dat de naam het Stations Koffiehuis krijgt. Door de jaren heen kwamen er verschillende eigenaren – de zaak heette zelfs nog even restaurant De Pauw – en werd er behoorlijk gedronken en

10

Page 11: Kroegwandeling middelburg ()

gefeest. In die eerste decennia verschenen er meermaals artikelen in de Middelburgsche Courant waarin gepleit werd de lonen van de kanaal- en kaaiwerkers niet langer in de kroeg uit te betalen, want dat was, zou men kunnen zeggen, water naar het kanaal dragen. In 1925 komt A. Schuit in het pand en hij is het die de zaak voorziet van de naam Kanaalzicht. Sindsdien zijn de bierpompen eigenlijk constant blijven stromen. Kanaalzicht was het eerste café in Middelburg met een tank die de fusten overbodig maakte en tevens had men in de jaren 60 nog eens de twijfelachtige eer van, proportioneel gezien, de grootste jeneveromzet van Nederland. De clientèle was een mooie doorsnee – zo zag je dat bijna nergens – van de Middelburgse samenleving. Vooral op de vrijdagmiddag stonden arbeiders, kunstenaars, advocaten, notarissen etc. zij aan zij aan de toog. Het mooiste van het verhaal is, dat een echte Middelburger het nooit over Kanaalzicht heeft maar altijd over De Reutel – de herkomst van deze naam is een verhaal waar de geleerden nog steeds niet over eens zijn.

Vanaf Kanaalzicht links aanhouden richting Houtkaai, Koningsbrug nogmaals over, zebra oversteken en links de Houtkaai op

Houtkaai 5. Johannis Franciscus Reijniers heeft in 1823 een herberg annex tapperij op het adres Houtkaai H 119, nu nummer 5. Als hij op 1 februari 1827 overlijdt, neemt zijn weduwe, Maria Theresia Reijniers-Berghmans, de zaak over. Het is een saillant detail, dat Maria in het jaar dat haar man overleed tevens een kind van hem baarde. Maria hertrouwt een jaar later met J.L. Brassines en krijgt hetzelfde jaar nog een kind van hem dat kort daarna overlijdt. Maria vertrekt na haar huwelijk in 1828 uit de herberg aan de Houtkaai. De zaak bleef nog wel een horecabestemming houden, want in 1838 staat De Drie Leliën te koop - het is dan nog steeds een in bedrijf zijnde Tappersneering.

Houtkaai 1. I. Corbeel vertrekt in 1882 uit de herberg aan de Bierkaai en vestigt zijn tapperij annex slijterij op het adres Houtkaai H 121, nu nummer 1. Helaas ontbreken er verdere gegevens over al dan niet voortzetten van de tapperij in het pand. Sinds enige jaren is de band met alcohol weer hersteld, aangezien nu Wijnspeciaalzaak 12 % of meer in het pand zit en het eigenlijk weer een soort slijterij is.

Houtkaai volgen tot deze overgaat in de Turfkaai

Wellicht was de Turfkaai eens de plaats waar daadwerkelijk turf werd gelost. Deze veronderstelling wordt gestaafd door het feit, dat er nogal wat mensen die in de 18de en 19de eeuw woonachtig waren aan de Turfkaai bij de burgerlijke stand stonden ingeschreven als turfkruier. De Turfkaai is ook een plaats met, door de eeuwen heen, een grote kroegdichtheid.

Turfkaai 29. Aan de Turfkaai zat al in 1844 een herberg die uitgebaat werd door Jan Pasveer. Toen Pasveer in 1860 stierf werd de zaak door zijn weduwe voortgezet. In 1885 zit P.M. Bouwens in de zaak die vanaf nu het logement De Stad Goes heet. Het had een drankvergunning, er werd flink gedanst en er werd melding gemaakt van 'losbandige bediening' – dat laatste zouden we tegenwoordig gewoon prostitutie noemen. De Stad Goes kreeg in 1892 klaarblijkelijk een laatste waarschuwing van de gemeente. Het moest klaar zijn met alle losbandigheid en in de Middelburgsche Courant van 3 februari 1892 verklaart de eigenaar F. X. Bouwens plechtig dat er vanaf 14 februari niet meer wordt gedanst en dat de

11

Page 12: Kroegwandeling middelburg ()

bediening 'prompt en civiel' zal zijn. Deze goede voornemens mochten niet baten; Bouwens moest zijn zaak nog hetzelfde jaar verkopen. Wellicht zat er in de jaren 40 van de vorige eeuw Café Centraal in het pand, aangezien in 1949 een advertentie in de PZC rept over een biljart dat te koop is – wegens vertrek – bij Cafe Centraal, Turfkaai 74 te Middelburg. Een dergelijk adres heeft echter nooit bestaan, wel H 174, het oude adres van De Stad Goes, dus is 74 waarschijnlijk een drukfout geweest.

Turfkaai 21. In het pand waarin al sinds de jaren 50 van de vorige eeuw een friteszaak zit, staat P.A. Moritz tussen 1893 en 1895geregistreerd als bierhuishouder, coupeur en herbergier. Wanneer hij in 1895 vertrekt om redacteur te worden van het weekblad "De Opstand", het orgaan der anti-belasting-vereeniging in Hoorn, wordt hij opgevolgd door de weduwe M.A. Bos-Oudensteijn, die net het café Bos aan de Dwarskaai heeft verkocht - zij blijft in de zaak tot 1899.

Turfkaai 19. In 1812 had Dirk Nolte een café in het pand – oude adres Turfkaai H 178 – dat omstreeks 1871 een logement werd – waarschijnlijk heette de zaak toen Het Schaakbort ( deze naam staat sinds enige tijd weer te lezen boven de deur) . Eigenaar Gulinck doopte de zaak in 1871 Het Bredasche Veerhuis en later zou de weduwe Huijgens de zaak nog een tijd uitbaten onder de naam Het Breda’s Koffiehuis. Rond 1930 treedt de periode Van Sluijs in werking en heet de zaak Benelux, maar het was in die tijd ook bekend als Café “D. van Sluijs & Zoon”. De familie Van Sluijs zat aan de Turfkaai tot eind jaren 70 en Piet van Sluijs, zo gaat het verhaal, verkocht de zaak nadat hij een grote prijs in de Staatsloterij had gewonnen. Na de periode Van Sluijs bleef de horecabestemming gehandhaafd, maar lag de nadruk meer op eten – er zat o.a. een eetcafé en een Indiaas restaurant in – tot café De Koning een aantal jaren geleden op het adres werd geopend.

Turfkaai 17. Café De Koning bestaat eigenlijk uit 2 panden, Turfkaai 19 en 17 of in de oude nummering Turfkaai H 178 en H 179. Jose Tienpond (zij zat vroeger in Kanaalzicht) die samen met haar zoon Davy de Gast eigenaar van het café is, vond het een mooi idee om het verleden van de 2 panden zichtbaar te maken. Om die reden werd boven nummer 19 de naam Het Schaekbort geschilderd en boven nummer 17 Den Vogelensanck – een eresaluut aan het verleden. In 1842 staat tappersnering Het Vogelengezang aan de Turfkaai H 179 Middelburg te koop. Het bevolkingsregister leert dat J. Hoostmans van 1869 tot 1878 in het pand een herberg had. In 1881 was er een vergunningaanvraag van A.P. Huijgens, die eerder in het pand ernaast Het Breda’s Koffiehuis had. De laatst bekende eigenaar is G. Stam, van de tapperij aan de Schuitvlotstraat, die in 1917 nog in het pand zat.

Turfkaai 15. Jacob Marchand had van 1814 tot 1825 een herberg op het adres Turfkaai H 180, nu dus nummer 15, Middelburg. Gedurende die periode staat Marchand bij de burgerlijke stand afwisselend geregistreerd als: herbergier, tapper, kroeghouder, winkelier en turfkruier - blijkbaar werd de beroepscategorie bepaald door de waan of mode van de dag, of had het pand, naast dat van herberg, verschillende functies.

Turfkaai 5. In het pand dat middelburgdronk Paulus heeft gedoopt, was aan het eind van de 18de eeuw een herberg gevestigd. J. Paulus staat bij de burgerlijke stand in 1797 geregistreerd

12

Page 13: Kroegwandeling middelburg ()

als herbergier op het adres Turfkaai H 184, nu nummer 5 - helaas ontbreken momenteel verdere gegevens.

Turfkaai 3. In 1886 vraagt A.J. Bos vergunning aan voor het pand Turfkaai H 185, nu nummer 3, te Middelburg. Een jaar later is de bierhalle uit de hand te koop, doch Bos blijft tot 1892. In 1936 meldt een advertentie in de Middelbugsche Courant dat er een handschoen is gevonden in het café van Biodina, Turfkaai H 185. In 1940 staat C.J.V. Biondina bij de burgerlijke stand geregistreerd als caféhouder op het adres Turfkaai 3 te Middelburg - hij blijft in de zaak tot hij in 1949 overlijdt. Van 1962 tot 1977 heette de zaak café Trefpunt en 2 jaar later, in 1979, openden Will en Lizette Minnaar op het adres de taveerne Luberquo – zij zaten tot medio 1988 in het pand.

Turfkaai 1. In 1881 vraagt J.M. Bulterijs een drankvergunning aan voor het pand Turfkade H 186 (later vernummerd tot 1). Hij zit dan al van 1869 in het pand en verdiende de tussenliggende jaren de kost als koekkramer. W. Steijn staat in 1892 op het adres geregistreerd als tapper en slijter; de zaak heet dan Het Roosje – wanneer hij in 1917 overlijdt staat hij er nog steeds geregistreerd, maar nu als koffiehuishouder. Nog datzelfde jaar doet zijn weduwe de zaak over aan Th. P. Bos, die Kanaalzicht verruilt voor Het Roosje. In 1931 is A. Boekelaar-Nomen, beter bekend als Antje Nomen, caféhoudster op het adres. Hierna blijft het een tijd stil aan het horecafront tot in 1976 café-restaurette Mariposa door Harry de Jongh wordt geopend. Hij gaat in 1983 failliet en in dat jaar openen Ad Schout en Roswitha van Luijk op het adres hun zaak die, opnieuw, Het Roosje wordt gedoopt – een referentie naar het verleden of gewoon een koosnaam voor Roswitha. Het tweede Roosje is geen lang leven beschoren, want een jaar later heet de zaak alweer De Burcht van Antwerpen - eigenaar is dan Kees Overkleeft. Ten slotte heeft er, tussen 1990 en 2000, nog een café in het pand gezeten dat de naam Time Out droeg, maar meer is daar niet over bekend.

Hoek Turfkaai/Sint Janstraat oversteken naar hoek Sint Janstraat/Nieuwe Haven

Nieuwe Haven 49. A.J. van Goozen staat in 1869 op het adres Sint Janstraat I 100, nu Nieuwe Haven 49, geregistreerd als herbergier - een jaar later vertrekt hij alweer. De volgende herbergier van dienst is A.A.J. Barendse, die van 1874 tot 1879 in het pand zit. Helaas zijn er niet meer gegevens voorhanden.

Nieuwe Haven aan rechterzijde vervolgen tot deze overgaat in de Hoogstraat

Hoogstraat 29. Het jaar 1859 is voor Pieter Bernard Schaap een bijzonder jaar. Hij gaat dat jaar failliet, trouwt met Susanna Maria Adamse en begint een herberg op het adres Hoogstraat I 123. Evenals in 1859, staat hij - conform zeeuwengezocht - ook in 1860 en 1861 op het adres Hoogstraat I 123. Begin 21ste eeuw zat koffieshop Pasja in het pand - een koffieshop waar men tevens alternatieve rookwaar kon kopen – maar deze werd een aantal jaren geleden op last van de gemeente gesloten.

Hoogstraat 21. Op 13 mei 1874 opent Heinrich Ferdinand Wehrman het Beiersch Bierhuis aan de Hoogstraat I 126 (later vernummerd tot 21) in Middelburg - Wehrmann is op dat moment tevens eigenaar van De Stad Hamburg aan de Rouaansekaai. Wanneer Wehrmann 8

13

Page 14: Kroegwandeling middelburg ()

september 1875 overlijdt, wordt de zaak niet voortgezet. Ene mejuffrouw Scheijbeler betrekt het pand en een jaar later staat het benedenhuis te huur.

Hoogstraat 10. Aan de andere kant van de straat, op nummer 10, staat een huis dat de naam De Pinasse draagt. Hier begon L. Ueberfeld in 1894 het bierhuis Zum Münchener Kindl. – Ueberfeldt had ook nog bierhuizen aan de (Lange) Sint Pieterstraat, de (Lange) Burg en de Dam. Deze ondernemerslust van de heer Ueberfeldt was een gevolg van en wellicht mede bekostigd door Duitse bierbrouwerijen, die hun produkt op deze wijze aan de man probeerden te brengen – Ueberfeldt was dus eigenlijk kroegbaas annex vertegenwoordiger. Ueberfeldt bleef, zoals dat ook het geval was met zijn andere zaken, maar een jaar in het pand dat, na nog 3 bierhuishouders, na 1899 geen horecabestemming meer kreeg.

Hoogstraat 3. In 1857 staat P. Le Roij op het adres Hoogstraat I 136, nu nummer 3, bij de burgerlijke stand geregistreerd als herbergier. Willem Weideman trouwt in 1860 met herbergierster Tresia de Wolf en is dan ook gelijk eigenaar van De Dubbele Arend - hij belandt in 1863 in de gevangenis. In 1869 zit de weduwe Tazelaar in het pand en heet de zaak logement 'De Reizende Koopman'. Weideman komt in 1879 terug in de zaak, maar in 1881 wordt De Dubbele Arend in de bovenzaal van Societeit de Vergenoeging aan de Markt verkocht - datzelfde jaar speelt ook de echtscheiding van het paar Weideman-de Wolf. In 1882 zit Weideman weer in de bak en in 1894 overlijdt hij, zonder beroep. De Wed. Wehrman (die eerder De Stad Hamburg aan de Rouaansekaai had) geeft in de Middelburgsche Courant van 1888 aan dat ze is verhuisd naar Hotel Weideman aan de Hoogstraat. In 1890 staat de zaak opnieuw te koop en wordt gekocht door de weduwe Lourense. Drie jaar later staat F. Cosijn op het adres geregistreerd als logementhouder en na hem achtereenvolgens H. Spaan en G. Riemens – hij is de laatste in 1897; hiermee eindigt het verhaal van De Dubbele Arend.

Rechts de hoek om naar de Varkensmarkt

Varkensmarkt 15. De Eendracht, aan de Varkensmarkt I 180, nu nummer 15, begint als logement, maar heet later hotel-café-restaurant. Van 1872 tot 1889 is Willem Cornelis De Kat eigenaar, wanneer hij 1n 1889 overlijdt, verkoopt zijn weduwe de zaak in aan J.K. Minderhoud – wellicht heeft hij in die jaren het pand Hoogstraat 1 (vroeger Hoogstraat I 180 ) bij de zaak getrokken, want hij staat van 1891 tot 1895 tevens geregistreerd als herbergier op dat adres. Minderhoud hield de zaak tot 1898 en verkoopt hem dan aan W. Roose, die in 1908 wordt opgevolgd door zijn zoon L. Roose. Een uitspraak van het college van burgemeester en wethouders van Middelburg om de vergunning van L. Roose - wegens 'bekend slecht levensgedrag' - wordt door Gedeputeerde Staten vernietigd. Roose verkoopt de zaak in 1940 aan P. Huijssoon. In 1941 heet de zaak nog steeds De Eendracht, doch in de oorlog verandert de naam wellicht in Huijssoon en later in De Schuur. Na een periode de naam Amstelhoek en De Zaak te hebben gehad, heet het café sinds mei 1996 weer De Schuur – en zo hoort het ook.

Varkensmarkt 1. Schuin tegenover De Schuur stond tussen 1776 en 1898, op de hoek van de Gortstraat, logement De Witte Leeuw – aan de Varkensmarkt 1. Na een hele trits van eigenaren wordt in 1897 mevrouw J.P. Goetgeluk in de zaak. Zij deed haar naam geen eer aan, want Zij kwam in 2 jaar later op tragische wijze om het leven bij een tramongeluk in

14

Page 15: Kroegwandeling middelburg ()

Middelburg. In 1898 tenslotte wordt M.A. Steinmetz, eigenaar en dan heet de zaak De Stad Goes. Erg goed stond het logement annex koffiehuis niet bekend. In oude kranten wordt regelmatig melding gedaan van vechtpartijen op de Varkensmarkt, in De Witte Leeuw en in De Eendracht. Er wordt ook regelmatig diefstal uit de kamers gemeld.

Varkensmarkt 7-9. Na het koffiehuis Bonaventure aan de Bogardstraat van de hand te hebben gedaan, begint J.J. Janzee in 1836 een koffiehuis op het adres Varkensmarkt I 183, nu nummer 7-9, te Middelburg. Janzee had eerder een koffiehuis aan de Rouaansekaai en aan de (Lange) Giststraat. In 1839 eindigt vooralsnog de carrière van J.J. Janzee; hij staat vanaf dan bij de burgerlijke stand geregistreerd als Particulier – hiermee eindigt tevens de horecageschiedenis van het pand varkensmarkt 7-9.

Varkensmarkt vervolgen tot deze overgaat in de Gravenstraat

De Gravenstraat zag er, evenals de Zusterstraat en de Markt, voor de oorlog veel anders uit. Het was een straat met veel kroegen, maar door de verwoestingen tijdens W.O. II is daar bijna niets meer van over.

Gravenstraat 92. In 1888 heeft Wilhelmina Klopmeijer een bierhuis op het adres Gravenstraat I 313, nu nummer 92. De site zeeuwengezocht leert dat Wilhelmina geen gemakkelijk leven heeft gehad. Wilhelmina krijgt in 1876, ze is dan dienstbode, een zoontje (vader onbekend) dat 5 maanden later overlijdt. In 1888 treedt ze in het huwelijk met Cornelis Langejan, die niet alleen een stuk jonger is maar tevens zonder beroep. Het is niet duidelijk of het bierhuis na haar huwelijk werd voortgezet - ze overleed in 1896.

Gravenstraat 88. Wanneer Franz Gulitz in 1827 in het huwelijk treedt met Christina Spornheijer, baat hij herberg Den Witten Leeuw uit op het adres Gravenstraat I 313, nu nummer 88. In 1834 overlijdt Christina, maar Franz trouwt nog hetzelfde jaar met Anna Meurs. Als Franz in 1840 overlijdt neemt Anna de herberg over - zij blijft in Den Witten Leeuw tot 1842, dan wordt het pand verkocht. Het pand heeft daarna vele bestemmingen gekend, waaronder zeer lange tijd dat van een slagerij – de plaatselijk bekende Brouwer en later slagerij voorheen Brouwer. Toen voorheen Brouwer sloot (rond 1990) ging lange tijd het gerucht dat het pand weer een horecabestemming zou krijgen in de vorm van een bordeel. De buurt werd er onrustig van en bereidde een protestactie voor, doch het gerucht bleek slechts een gerucht en het pand kreeg de woonfunctie die het nog steeds heeft.

Gravenstraat vervolgen en links het Kerspel in

Kerspel 6. Op de deur van het pand Kerspel 6 prijkt nog slechts een bordje met de tekst “Nooduitgang vrijlaten a.u.b.” – het betreft de nooduitgang van café het Hart van Middelburg aan de Zusterstraat. In 1971 echter, werd op dit adres dancing de Palladium-bar geopend als een soort annex van bar Alassio (de voorganger van Hart van Middelburg). Toenmalige eigenaar Adrie de Pree vond dat wel een goed idee, twee zaken in één – men kon gewoon, wanneer de tussenwand niet gesloten was, van de ene zaak in de andere lopen. Na een aantal jaren als Palladium-bar werd de ruimte toch weer bij Alassio en werd wellicht het eerste bordje met nooduitgang op de deur bevestigd.

15

Page 16: Kroegwandeling middelburg ()

Kerspel 13. In 1965 verbouwt C. Olthoff een schuur/pakhuis op Kerspel 13 tot café. Na een goed begin zakte het aantal bezoekers echter snel in wat Olthoff deed besluiten de zaak te verkopen aan Utrechtenaar Paul Scholten, die een wat zweverigere maar ook gezelligere aanpak had. Onder zijn leiding werd de Zanzibar een goed lopende maar ook een enigszins beruchte zaak. Nog voor de opening tekenden bewoners van de Zusterstraat al protest aan tegen de komst van de zaak, omdat er naar hun zeggen voordien al veel overlast was van bezoekers van Alassio, bijvoorbeeld tijdens het feest ter ere van de verloving van Prinses Beatrix. Een kwestie rondom een kroegverbod voor Middelburgse verpleegster trok zelfs de aandacht van de landelijke pers (onder andere het Algemeen Dagblad schreef daar over). De directie van het Gasthuis van Middelburg vond het niet gepast dat de minderjarige verpleegsters in opleiding zaken als Zanzibar bezochten. In 1969 vertrok eigenaar Paul Scholten naar Vlissingen en werd de zaak overgenomen door kunstenaar Erik Kettman, die de zaak 'Drinkhuis de Pijp' noemde. Maar Kettman verkocht de zaak hetzelfde jaar nog door aan ene Charles Mulder. In maart 1970 adverteert hij nog, maar dan onder de naam Maximbar. Over die zaak wordt verder niets meer vernomen in de kranten. Het lijkt erop dat het café niet veel later ophield te bestaan.

Kerspel verder vervolgen, steegje links naar de Gortstraat nemen, op de hoek stilstaan

Gortstraat 30. Op een gravure van P. Roosing (rond 1840) staat de gevel van het huis De Engel met het logement de Baron Chassé aan de Gortstraat K 19 (later vernummerd tot 30) - eigenaar was J. Borsius en hij zit zeker in de zaak tot 1877. Daarna had het pand lange tijd een andere bestemming - in de jaren 30 was er het garagebedrijf van P. Louisse - want pas in 1953 vraagt A.I.P van Overbeeke op het adres een hotelvergunning aan voor Hotel Sint Joris - G.W. Tinkhof gaat de scepter zwaaien in het hotel. In 1960 vertrekt Tinkhof naar het Badpaviljoen in Domburg en wordt hij opgevolgd door M.L.C. Rippe. Na Rippe komt in 1967 A. van Tilburg in de zaak en vanaf dan heet de zaak Le Baron Chassé. Als Van Tilburg in 1975 uit de zaak stapt heeft Le Baron Chassé al drie jaar een ster van Michelin - Van Tilburg wordt opgevolgd door A. Pels. Pels stopt in 1882 en het pand wordt, na een grondige restauratie, een jaar later te huur gezet - in april 1985 betrekt Sociëteit de Vergenoeging het pand en blijft daar tot op de dag van heden.

Gortstraat schuin oversteken en links de Korte Geere inslaan; Korte Geere uitlopen tot deze uitkomt op de Lange Geere, dan rechts

Lange Geere 18. Toen het zogenaamde Geereplan in de jaren 70 werd uitgevoerd werden alle panden aan de linkerzijde (waar nu de Rabobank zit) afgebroken - de panden aan de rechterzijde bleven staan en werden gerestaureerd. Alleen werd dat stuk Korte Geere (vanaf de Papenstraat) hernoemd tot Lange Geere - het sloot er immers toch al op aan. Susanna Levinson-de Klerk staat in 1895 bij de burgerlijke stand op het adres Korte Geere K 356, nu dus Lange Geere 18, geregistreerd als bierhuishoudster – de naam van het bierhuis was de Zeeuwsche Bierhal. Susanna was een echte horecabarones die in totaal 6 bierhuizen op verschillende locaties in de stad heeft uitgebaat. Het pand aan de Korte Geere wordt in 1896 te koop gezet en daar houdt de informatie op.

16

Page 17: Kroegwandeling middelburg ()

Lange Geere aan linkerzijde, richting Langeviele volgen en eerste zijstraat, Papenstraat, rechts; Papenstraat vervolgen en aan het einde rechts de Beenhouwerssingel op; einde Beenhouwerssingel kruising met Langeviele oversteken en de Molenberg op

Molenberg 69. Tussen 1892 en 1910 was café/koffiehuis Tivoli gevestigd aan de Molenberg K 81, nu nummer 69. De kans is groot dat de zaak al langer bestond. In een artikel uit de Middelburgsche Courant van 1869 staat dat Wilhelmina Schrier voor een zedenmisdrijf werd veroordeeld. Zij was kroeghoudster aan de Molenberg. Het pand op K 81 stond in ieder geval regelmatig te koop en kende door de jaren heen een behoorlijk aantal eigenaars. Meer details over deze zaak ontbreken.

Molenberg 45. In 1885 verschijnt in de Middelburgsche Courant een advertentie met de mededeling dat Madame Anna verhuisd is van de Winterstraat naar de Molenberg - vanaf dat jaar baat A.J. Stossberg op genoemd adres een bierhuis annex bordeel uit. In 1892 doet ze de zaak over aan R. Tillenberg met wie ze in 1896 in het huwelijk treedt. Er bestaat geen zekerheid over het feit of Stossberg, hoewel haar eerste voorletter een A is, haar zaak daadwerkelijk Madame Anna heeft genoemd, doch een andere naam werd vooralsnog niet gevonden.

De hoek om en Schuttershofstraat in linkerzijde

Schuttershofstraat 14. Susanna Levinson-de Klerk, die we net bij het Zeeuwsch Bierhuis aan de Lange Geere tegenkwamen, staat in 1890 bij de burgerlijke stand op het adres Schuttershofstraat K 118, nu nummer 14, geregistreerd als bierhuishoudster – aangezien de naam van het bierhuis vooralsnog ontbreekt, heeft middelburgdronk gekozen voor Bierhuis Schuttershofstraat. In 1883 was Susanna de Klerk getrouwd met Alphonsus Josephus Levinson, maar op enig moment is ze van hem gescheiden, waarna ze wel de naam Levinson-de Klerk handhaafde. Susanna de Klerk stierf in 1907 op 50-jarige leeftijd, haar beroep was toen bierverkoopster.

Schuttershofstraat 4. J. van de Woestijne heeft in 1883 een bierhal in de Schuttershofstraat K 113, nu nummer 4 - hij vertrekt in 1887 naar de Langeviele waar hij opnieuw een bierhal begint. In 1887 staat er een bierhal met bovenwoning en nette volledige inventaris te koop in de Schuttershofstraat. De aanbieder drukt de aspirant-kopers op het hart dat het bij flinke bediening en Zondags-verkoop een burger bestaan oplevert. In 1888 staat A. Scheurleer-Bokx op het adres Schuttershofstraat K 113 geregistreerd als bierhuishoudster. Een jaar later staat G. Marijs-de Klerk er als bierhuishoudster geregistreerd zij blijft in de zaak tot 1890 en daar eindigt het verhaal van Bierhal Schuttershofstraat.

Schuttershofstraat 1. In de Beschryving van Zeeland van Isaak Tirion uit 1751 wordt al geschreven over het Schuttershof van den Edelen Handboog, het oudste van de stad. Tiriot signaleert dat de burgerij in de schuttershoven spijzen en dranken kan genieten als in andere herbergen, men kan er alleen in sommige 'buitengewonen gevallen Huisvesting krygen'. Het Schuttershof werd in die tijd gesitueerd aan de Kromme Weele, waar ook de ingang was – het klinkt vreemd, maar op de plaats van de ingang, die werd gevolgd door een brede gang, is nu nachtcafé de Rooie Oortjes gevestigd. Toen Dick Roskam en Dick Boes in 1979 theatercafé

17

Page 18: Kroegwandeling middelburg ()

Schuttershof begonnen was de ingang nog steeds aan de Kromme Weele. Dat veranderde pas toen Cees Rijn de zaak overnam – hij gaf het interieur een metamorfose en verplaatste de ingang naar Schuttershofstraat 1, en daar is deze nog steeds. In 1993 kwam Paul Roodenburg in het Schuttershof en daar zit hij nog steeds.

Schuttershofstraat uitlopen en stoppen op de rechterhoek met de Kromme Weele (waar de Rooie Oortjes zit)

Vlasmarkt 56. In 1881 heeft A.R. De Klerck een tapperij op het adres Vlasmarkt L 25, nummer 56 - in 1888 zet hij 'het huis en erf met vergunning' te koop. Het pand wordt gekocht door Daniel Dekker die met zijn vrouw Fransina Minderhoud tot 1899 het koffiehuis zal uitbaten. Jakob Gabriëlse is de nieuwe eigenaar en hij noemt de zaak café Gabriëlse, ook bekend als Jarmuijden. In 1966 neemt Sjaak Degenaars de zaak over. Hij noemt het café dan al ‘t Mugje. Barend Midavaine opent in 1973 op het adres zijn Braai Tapperij De Mug. Ongeveer 35 jaar later draagt hij de zaak over aan Mikkie van Ossenbruggen, die nog steeds de scepter in De Mug zwaait.

Kromme Weele 5. In 1994 opende Pim van de Berge en Jacques Graaff nachtcafé Rooie Oorstjes; in het natte circuit ook wel De Oren genoemd. Zoals al eerder vermeld kwam de ruimte vrij door de ingrijpende verbouwing van het Schuttershof. In 2002 verkochten zij de zaak aan Arjan Leendertse en Marc Antheunisse. Arjan (oud-bedrijfsleider van Seventy Seven) werkte toen al in De Oren – Marc Antheunisse werkte een paar jaar als bedrijfsleider in de Stadsdanszaal. Aangezien De Oren in het weekend vaak overvol was, zochten Arjan en Mark naar een manier om de zaak uit te kunnen breiden. Dat lukt toen een aantal jaren geleden het pand van de buurman – Kromme Weele 3 – te koop kwam en sindsdien heeft De Oren een “filiaal” dat richt op het wat jongere publiek.

Rechts aanhouden tot de Kromme Weele overgaat in de Beddewijkstraat

Beddewijkstraat 17. In het kleine appartementencomplex met de naam 't Sincken Tooghje had J. Vos van 1874 tot 1878 een tapperij met het adres Beddewijkstraat K 134, later nummer 17. Toen Willem Minderhoud de zaak in 1898 overnam, voorzag hij het ruwhouten blad van de tapkast, dat altijd nat en doortrokken van het vocht was, van een zinken blad, waarmee de zaak in de volksmond, en later officieel, de naam 't Sincken Tooghje kreeg. Vele jaren en eigenaren later nam Aart van de Gruijter De Zinkenbak – zoals de nachtbar in de volksmond werd genoemd – over en hij opende in augustus 1982 bar-dancing De Fik – De Fik behield zijn nachtvergunning. Een aantal jaren later namen Cees Rijn, Kees Petiet en Irving Comijs de zaak over en noemden de nachtzaak Xenon. Op zaterdag 4 maart 1989 was het de laatste nacht dat de nachtclub geopend was. Vijf uur was de vaste sluitingstijd, maar deze werd niet gehaald door een spontane knokpartij. Het pand werd in 2009 gesloopt en in 2011 werd het appartementencomplex opgeleverd.

Beddewijkstraat 15. In 1979 openen de broers Dick en Jaap Roskam danssociëteit Het Podium aan de Beddewijkstraat 15. Het Podium was, evenals theatercafé Schuttershof, onderdeel van het toen 'nieuw cultureel centrum Schuttershof'. De gebroeders Roskam hoopten het gat dat het toen net gesloten jongerencentrum De Beuk had achtergelaten, op te

18

Page 19: Kroegwandeling middelburg ()

vullen. De gemeente Middelburg weigerde subsidie te verstrekken aan het initiatief, ondanks de bereidheid van de Roskams om eventueel samen te werken met jongerencentrum Midgard. Om toch geld binnen te krijgen werkte Het Podium met een pasjessysteem. Daarmee kreeg de danssociëteit een besloten karakter en tevens een nachtvergunning. In 1982 ging het 'nieuw cultureel centrum Schuttershof' op de fles en kwam Ben Hulshof in de zaak die hij Myrael doopte. Een jaar nam Kees Petiet de tent over en begon er discotheek de Cavern. In 1889 brandde de zaak, na een inbraak waarbij de kluis werd leggehaald, volledig uit. In de daaropvolgende jaren zaten achtereenvolgens de discotheken De Stadssdanszaal en The Nighttrain in het pand tot de gemeente het pand koopt en er in 2007 jongerencentrum De Spot wordt geopend. De Spot is de nieuwe naam voor het oude Midgard en zo is de cirkel mooi rond en krijgt de door de gebroeders Roskam in 1979 geopperde samenwerking alsnog gestalte.

Schuiffelsstraat (staat loodrecht op de Beddwijkstraat) inlopen en links aanhouden tot de Pottenmarkt, op de hoek stoppen – het gaat om de open kavel naast het hoekpand Pottenmarkt 20.

Schuiffelstraat 4. In 1895 staat er een zaakje met vergunning te koop of te huur aan de Schuiffelstraat K 178. Een jaar later staat Jakob Gabriëlse op het adres Schuiffelstraat K 178, later nummer 4, geregistreerd als herbergier en in 1898 als tapper. Gabriëlse vertrekt in 1899 naar de Vlasmarkt waar hij café Gabriëlse, later De Mug, begint. Hij wordt opgevolgd door Lourus Verhulst, die op het adres - evenals Gabriëlse - afwisselend geregistreerd staat als herbergier en tapper. In een advertentie in de Middelburgsche Courant van 1 mei 1909 geeft Verhulst aan dat hij zijn vergunning uit de Schuiffelstraat (bij de Pottenmarkt) heeft overgeplaatst naar café De Kroon aan de Markt. Het is niet duidelijk of het pand daarna nog een horecabestemming heeft gehad. In ieder geval staat het pand in 1913 als woonhuis en erf te koop. Het pand werd eind jaren 60 van de 20ste eeuw gesloopt.

Schuiffelstraat 2. In 1885 heeft P.J. Janssens een bierhal op het adres Schuiffelstraat K 177, later nummer 2. In 1888 verkoopt Janssens de zaak aan P.M. Bouwens en in 1892 staat de zaak op naam van F.X. Bouwens, die ook in De Stad Goes en Het Bredasche Veerhuis op de Turfkaai heeft gezeten. Dit pand is eveneens eind jaren 60 van de 20ste eeuw afgebroken, maar de contouren van de zijmuur zijn nog waar te nemen bij het pand Pottenmarkt 20.

Pottenmarkt linkerzijde volgen

Pottenmarkt 12. Vanaf de jaren '30 van de 20ste eeuw zijn de gebroeders Blanker gevestigd aan de Pottenmarkt – zij hebben er onder meer een taxibedrijf. In 1965 adverteert J.A. Blanker met een snackbar op de Pottenmarkt - in dit pand, op nummer 2, kwamen later achtereenvolgens San Remo Bar en De Herberg. Het is ook J.A. Blanker die eind jaren 60 op Pottenmarkt 12 een Hotel-Café begint dat de naam Het Wapen van Middelburg krijgt. Blanker sloot het hotel omstreeks het begin van deze eeuw en gebruikt het sindsdien als woonhuis.

Pottenmarkt 10. Hoewel dit pand een zeer respectabele leeftijd heeft, kan de geschiedenis op horecagebied, als contrast, tamelijk pril worden genoemd. In het begin van deze eeuw werd

19

Page 20: Kroegwandeling middelburg ()

op Pottenmarkt 10, na restauratie van het pand, café Kleine Jongen geopend. Het stond bekend als een voetbalcafé waar men – trouw aan de naam – het Nederlandse lied niet schuwde. Van 2005 tot 2007 heette de zaak 1618, een naam die refereert aan het bouwjaar van het pand en sinds 1 november 2007 tot heden is bruin café De Prinse van Oranje (refererend aan een regel van het Nederlandse volkslied) gevestigd op Pottenmarkt 10.

Pottenmarkt 6. In het pand Het Boogken opende M.J. Timmermans in 1883 een zaak in manufacturen. Van 1897 begint A. Westdorp bierhal Phoenix in de zaak - hij blijft daar zeker in tot 1902. Dan is het een hele tijd stil, voordat het pand aan zijn frituregeschiedenis begint. Eerst had Van 't Westende er automatiek Het Centrum, die werd opgevolgd door Snackbar Joost van Joost Matthijs, waarna de zaak door een nieuwe eigenaar werd omgedoopt tot MAC Snack. In de jaren 90 begon Martin Priem (van Zanzibar aan de Markt) er zijn op de Amerikaanse diner geïnspireerde Martino's. Nu is eetcafé De Vliegenier gevestigd in het pand en is Phoenix weer een beetje uit zijn as herrezen.

Pottenmarkt 4. In 1895 wordt in de Middelburgsche Courant al ´een zaakje met vergunning´ te huur of te koop aangeboden op Pottenmarkt K 172, nu nummer 4. A.J. Gillisen vraagt in december 1908 een drankvergunning aan voor het pand - een jaar eerder had I. Kandel hetzelfde gedaan. Gillissen zit in de zaak tot 1920 - hij wordt opgevolgd door A.A. de Troije, die tot 1927 in de zaak zit. In de jaren 60 heeft C.J. Beukert er een café dat zijn naam draagt – later, in de jaren 80 wellicht, vestigde zich nog broodjeszaak De Eeties in het pand.

Pottenmarkt 2. Adrie de Pree, eigenaar van bar Alassio trekt zijn Italiaanse lijn door, wanneer hij in 1966 San Remo Bar opent op Pottenmarkt 2. Vanaf maart 1978 zat Willem Vreeke, samen met zijn vrouw Cora, kortstondig in de zaak. Hij hield de naam San Remo Bar aan, maar voegde daar wel Annex Willem's snacks aan toe. Willem sloot de tent maar 1 uur per etmaal - meestal tussen 4 en 5 uur. Hij deed dat vooral omdat hij 's morgens vroeg altijd klandizie had van een eerste boot van de Olau Line (Sheerness-Vlissingen). Soms, eigenlijk best vaak, wilde het handjevol klanten dat er om 4 uur nog zat niet weg, wat tot gezeur leidde. Op een gegeven moment had Willem de oplossing gevonden: de klanten die per se wilden blijven, mochten dat uur wel in de keuken gaan zitten, als ze maar stil waren want de politie sliep niet. In 1980 opent Jan van Dijk De Herberg in het pand – hij wordt in 1985 opgevolgd door Aad Bosman van Het Hof van Zeeland en Tognog aan de Vlasmarkt. Paul Sanders (nu eigenaar Steakhouse De Tamboer op Plein 1940) bestierde De Herberg van 1988 tot 2004, daarna nam Michiel Hardy het over. Hij verkocht de zaak eind 2009 aan Pieter Bliek.

Eindpunt: Café-restaurant Vriendschap, Markt 75.

Café-restaurant Vriendschap, van Cees Rijn en Connie de Lange, is een drukke zaak op de hoek van de Markt en de Pottenmarkt. In het café wordt maar zelden een drankje aan de bar gedronken, maar in de zaak zelf (twee verdiepingen) en op het terras, is het des te drukker. Het onderscheid tussen het lunch- en dinerpubliek en de mensen die hier komen voor een drankje is klein. De geschiedenis van dit café-restaurant gaat ver terug. In de Middelburgsche Courant wordt de zaak al genoemd in 1851, toen de zaak eigendom was (en nog decennia zou blijven) van J. Groenewegen. Voor 1800 heette het pand De Gouden Stoel – het pand had in

20

Page 21: Kroegwandeling middelburg ()

die tijd de aanvullende benaming Lootsman. Het is nog niet bekend wat de functie van het pand toen was. Het is evenmin duidelijk of Lootsman de naam van de eigenaar was.

21