Klimaatbuffer Zuidwest Ameland Bouwen met de Natuur! · Tjisse van der Heide, Claire Droppert, ......
Transcript of Klimaatbuffer Zuidwest Ameland Bouwen met de Natuur! · Tjisse van der Heide, Claire Droppert, ......
1
Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
Bouwen met de Natuur!Februari 2015
Vogelwacht Hollum Ballum
2 3
Niet beton en staal, maar zee en natuur krijgen de ruimte Inhoud
1. Hoe het begon pagina 4
2. Doelen: Klimaatmaatregelen, natuurbehoud en toerisme gaan hand in hand pagina 12
‘We nemen u graag mee de kwelder op’
3. Experiment 1:
Kleischelpen pagina 14
4. Experiment 2: Rijshouten dam pagina 16
5. Experiment 3: Mosselkratjes en -matten pagina 18
6. Wat heeft het opgeleverd? pagina 20
7. Hoe verder? pagina 24
Kustbescherming met mosselkratjes van aardappelzetmeel…
kokosmatten…kleischelpen… Het zijn vindingrijke experimenten
met lef, daar op kwelder de Feugelpôlle voor de kust van Ameland.
Leerzame experimenten ook, die ons nu en de komende jaren
veel kennis brengen over deze natuurlijke manier van kust- en
natuurbescherming.
Nu de aanleg van de maatregelen binnen het project Klimaatbuffer
Ameland is afgerond, nemen we u graag mee de kwelder op. Een
fascinerend stukje land, dat het vermogen heeft mee te groeien met
de zeespiegel. Maak kennis met de grote stern, de mossellarven, de
boswachter, de eilanders en lees alles over de schat aan informatie die
dit project oplevert.
Veel leesplezier!
Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en
voorzitter stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
Colofon:Tekst: Staatsbosbeheer en
Camerik Voortman Communicatie-
en PR-adviseurs
Vormgeving: Camerik Voortman
Communicatie- en PR-adviseurs
Fotografie: Staatsbosbeheer,
Tjisse van der Heide, Claire Droppert,
Sietse Engbrenghof, Willy Kooiker-Metz,
Gonneke Braakman, H.A.J. Wolters,
Jacqueline Visser, S. van Beurden,
Coby Kiewiet, Johan Krol en Rindert Wijnstra
4 5
Hoe het begon
De Amelander bevolking zag het duidelijk: kwelder de Feugelpôlle verander-
de flink. In 1998 sloeg de Vogelwacht Hollum-Ballum alarm: er moest iets
gedaan worden. In 2000 is in het Beheerplan Rijksgronden opgenomen dat
de kwelder behouden moet worden als belangrijk broedgebied. Toen 2005
de grote sterns zich er gingen vestigen, werd dat belang alleen maar groter.
Hoogste tijd voor actie.
1.Help, de Waddenzee verdrinkt!Als de verwachtingen van het het Intergovernmental Panel on Climate change
(IPPC) uitkomen, dan zal de Waddenzee ‘verdrinken’. Delen die nu bij eb droogval-
len, blijven dan onder water staan. Dat maakt de eilanden, waaronder Ameland,
kwetsbaarder voor stormen en hoog water. Daarbij speelt de dynamiek van de Wad-
denzee een rol . Eb, vloed en waterstromingen zorgen voor een ‘spel’ van geven
en nemen. Zand, slib en schelpen eroderen om een eind verder weer terecht te
komen. De stroming is veranderd door de komst van de Afsluitdijk en draait meer
om de eilanden heen dan voorheen.
Hierdoor is kwelder de Feugelpôlle aan de zuidwest kant van Ameland veel meer
“Het gevaar dat de Feugelpôlle wegspoelt, dreigt al heel lang. Het is de broedplaats van de op één na grootste kolonie grote sterns in West-Europa. Niet alleen voor toeristen, zeker ook voor de eigen inwoners is de Feugelpôlle een plek om te koesteren.’Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en voorzitter stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
aan afslag onderhevig. Grootte en hoogte van de kwelder zijn in een paar jaar tijd
ernstig afgenomen: de Feugelpôlle kromp van 25 hectare in 2007 naar ongeveer 5
hectare in 2012.
Aan de slag in de schetsschuitIn april 2009 organiseerde de Waddenvereniging een werkbijeenkomst (‘schets-
schuit’) op Ameland over een natuurlijke klimaatbuffer Zuidwest Ameland. De
‘schetsschuit’ is een werkwijze ontwikkeld door Dienst Landelijk Gebied. Deze aan-
pak brengt in de vorm van een schetsatelier partijen bij elkaar die betrokken zijn bij
de opgave. Het atelier biedt ruimte om in teams kennis en belangen uit te wisse-
len, de opgave te bestuderen en oplossingen te zoeken voor een goede ruimtelijke
inpassing van de opgave, in samenhang met alle belangen. Het atelier bestond in
dit geval uit twee teams. In plenaire tussentijdse momenten werden de teamresul-
taten op onderlinge samenhang en verenigbaarheid besproken. Meer dan de helft
van de achttien deelnemers was Amelander, afkomstig van gemeente, vogelwacht,
dorpsbelang, Staatsbosbeheer, toeristische ondernemers en agrariërs. Verder
waren Rijkswaterstaat, het Wetterskip en de Waddenvereniging vertegenwoordigd,
evenals een aantal externe deskundigen. Een landschapsarchitect stelde de vragen
en zorgde voor een levendig debat. Hij maakte tussenstanden op, deed suggesties
en bracht uitkomsten in kaartbeelden en schetsen. Beide teams werkten productief
samen, wat getuigde van welwillende en enthousiaste deelnemers. De opbrengst
bestond uit meerdere ideeën en het vaststellen van vervolgstappen, zoals nadere
analyse van bijvoorbeeld de beweging van het geulenstelstel.
Subsidie en co-financiersNa het enthousiaste begin in de werkschuit bleef het een tijdlang stil. Er werd
weliswaar subsidie aangevraagd en toegekend door het ministerie van I&M, maar
betrokken partijen moesten als co-financier een evenzo groot bedrag bijleggen. Een
hele opgave in tijden van economische recessie. “Dat is een les voor de toekomst:
ook de initiatiefnemers moeten bereid zijn te investeren in dergelijke projecten.
Een honderd procent dekking uit subsidies is tegenwoordig zeldzaam”, merkt pro-
jectleider Gertjan Elzinga van Elzinga & Oterdoom Procesmanagement op. “Een
proactieve opstelling daarin voorkomt veel tijdverlies.”
De Feugelpôlle
kromp van 25 hec-
tare in 2007 naar
ongeveer 5 hectare
in 2012.
6 7
Uiteindelijk werden in Wetterskip Fryslân en Programma naar een Rijke Waddenzee
partners met investeringskracht gevonden. Dat was cruciaal; eindelijk werden er
stappen gezet! Met ten slotte een beperkte bijdrage van Rijkswaterstaat in moni-
toring van het project kon het experiment starten. Wetterskip, Rijkswaterstaat en
Programma naar een Rijke Waddenzee dragen bij en namens gemeente Ameland is
Nico Oud voorzitter van de stuurgroep. Daarnaast wordt intensief samengewerkt
met provincie Fryslân, Dienst Landelijk Gebied en de Waddenvereniging. Het pro-
ject Klimaatbuffer Zuidwest Ameland is begin 2012 daadwerkelijk van start gegaan.
De strategie voor de Feugelpôlle is: geef het systeem voldoende materiaal in de
vorm van klei, schelpen, golfbrekers levende schelpdieren, zodat het gebied zich
op natuurlijke wijze kan ophogen en ontwikkelen. Er werd een projectgroep in het
leven geroepen die ervoor zorgde dat de invulling van die strategie op een goede
manier gebeurde.
Landelijk programma Klimaatbuffers
Het project Klimaatbuffer Zuidwest Ameland is onderdeel van het landelijk
programma Klimaatbuffers. Het klimaat verandert, met warmere zomers en meer
neerslag. Onderzoekers van het Intergovernmental Panel on Climate change
(IPPC) verwachten dat de zeespiegel langs onze kust sterk gaat stijgen. Daarom
is het experiment Klimaatbuffers ingezet, een landelijk programma van de
Rijksoverheid. Het omvat 25 projecten, verspreid door Nederland. Een voorbeeld is
de Millingerwaard, langs de Waal, waar door afgraving meer overstromingsruimte
is gemaakt. Of De Onlanden, bij Groningen, waar een moeras is ingericht om
regenwater zo lang mogelijk vast te houden. Eén van de belangrijkste doelen
van het programma Klimaatbuffers is kennisontwikkeling. Zo is Nederland
beter voorbereid op klimaatsveranderingen met bijvoorbeeld extreme neerslag,
wateroverlast of langdurige droogte.
Staatsbosbeheer beheert op Ameland zo’n
960 hectare natuur. Een bijzonder stukje
daarvan is een stuk kwelder vlakbij Hollum:
de Feugelpôlle. Vroeger had de kwelder een
meer agrarische functie, ’s zomers graasden
er zelfs koeien. Nu is het een broedlocatie
en hoogwatervluchtplaats voor vele vogels.
Een uniek stukje natuur. De herrie, de geur
en het schouwspel in het voorjaar is bijna
niet uit te leggen. Zoveel kokmeeuwen,
grote sterns, visdiefjes en Noorse sterns bij
Een uniek stukje natuur. De herrie, de geur en het schouwspel in het voorjaar is bijna niet uit te leggen.
Eén van de belangrijkste doelen van het programma Klimaatbuffers is kennisontwikkeling.
De Feugelpôlle
Nu is het een broedlocatie en hoogwatervluchtplaats voor vele vogels...
elkaar… en dat zo dichtbij. Baltsen, vech-
ten, verdedigen, paren, foerageren, nestjes
bouwen, je ziet het er allemaal. In 2014
hebben er maar liefst 3200 grote sterns
gebroed. Wandelend of fietsend over de dijk
is het voor de Amelanders, maar ook voor
de toeristen een enorme aanrader om langs
de kwelder te gaan. Wel oppassen, want
bezorgde vogelouders zetten de aanval in
als ze de afstand tussen hun kuikens en de
voorbijganger te klein vinden! Een ietwat
andere beleving…
Leden project- en klankbordgroep:• Tjisse van der Heijde, Universiteit Nijmegen • Norbert Dankers, vml Imares• Tonnie Overdiep, Rijkswaterstaat • Piet op ’t Hof, Dienst Landelijk Gebied• Johannes Veenstra, Wetterskip Fryslân • Johan Brouwer Wetterskip Fryslân • Jacob Dijkstra, gemeente Ameland • Ernst Lofvers, Rijkswaterstaat • Marjan Veenendaal, Staatsbosbeheer
• Luuk Boerema, Bestia et Lex• Yme Brijker, Vogelwacht Hollum-Ballum• Josje Fens, Waddenvereniging• Johan Krol, Natuurcentrum Ameland• Ricus Engelmoer, Vogelwacht Hollum-Ballum• Richard Deen, provincie Fryslân• Piet Visser, Staatsbosbeheer• Sies Krap, Programma Rijke Waddenzee - Dienst Landelijk Gebied• Gertjan Elzinga, Elzinga & Oterdoom Procesmanagement
8 9
2007
2009
2010
2011
2013
2014
Subsidieverlening Ministerie van VROM aan Staatsbosbeheer
Project Klimaat-buffer Zuidwest Ameland gaat van start
Aanleg kleidam met kleischelpenlaag en rijshoutendammen
Plaatsen van biologisch afbreekbare kratjes van aardappelzetmeel en kokosmatten met naaldhout
De Feugelpôlle 25 ha
Van noodzaak tot experiment...
Werkbijeenkomst (schetsschuit) Waddenvereniging
‘Leerzame experimenten, die ons nu en de komende jaren veel kennis brengen over deze natuurlijke manier
van kust- en natuurbescherming.’ Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en voorzitter stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
10 11
tegen rovers. Visdiefjes en kokmeeuwen zijn
een stuk agressiever dan de grote sterns.
In de winter trekken de meeste grote sterns
naar Afrika.
In de jaren dertig van de 20e eeuw broed-
den maar liefst 35.000 paren in Nederland,
vooral in het Waddengebied (Griend en
Rottummerplaat) en in het vogelreservaat
De Beer op het eiland Rozenburg. In 1965
bereikte de grote stern een dieptepunt: 900
broedparen, alleen op Griend en Rottum-
merplaat. In 2005 bedroeg het totaal aantal
broedparen 16.350, tussen 1990 en 2005 was
de trend licht stijgend. De soort staat als
bedreigd op de Nederlandse rode lijst omdat
de aantallen nog steeds niet op het peil van
de jaren 1930 terug zijn en broedgebieden
voortdurend bedreigd worden.
In de hoofdrol: de grote stern
De grote stern behoort tot een familie van
zeevogels, die gerelateerd is aan de meeu-
wen en schaarbekken. Grote sterns zijn te
herkennen aan hun geinige zwarte kuif en
snavel met een klein geel puntje. Ze zijn
gebouwd voor een leven aan de kust. Met
hun lange, slanke vleugels kunnen ze perfect
boven de golven zweven op jacht naar vis.
Het zijn ware acrobaten en worden niet voor
niets de zwaluwen van de zee genoemd. Het
zijn echte koloniebroeders en broeden graag
in grote groepen bij elkaar. Daarbij zoeken
ze ook gezelschap van andere sterns en
meeuwen. Dat levert extra bescherming op
Het zijn echte koloniebroeders. Ze broeden graag in grote
groepen bij elkaar.
Op de gevoelige plaat...
De betrokkenheid op Ameland bij de
Feugelpôlle is groot. Om niet alleen
de bewoners, maar ook de toeristen
kennis te laten maken met het project de
Feugelpôlle, werd voor de zomer in 2013
een fotowedstrijd uitgeschreven: een
laagdrempelige kunstactiviteit voor iedereen.
Onder het motto Jouw kijk op de kwelder!
werd iedereen jong en oud uitgenodigd
mee te doen en zijn mooiste foto van de
Feugelpôlle in te sturen.
De fotografen konden deze unieke
waddenpromenade met een eigen gekozen
perspectief op beeld vastleggen. Hoe
beleven bewoners en toeristen dit unieke
gedeelte van Ameland? De organisatie
verwachtte een veelzijdig en verrassend
beeld van de kwelder.
Er kwamen 55 inzendingen binnen, die allen
te bewonderen waren tijdens de Feugelpôlle
foto-expositie in het Natuurcentrum op
Ameland. Jacqueline Visser won met
haar overzichtsfoto van de kwelder het
prijzengeld van €1000,-. Eline de Vries, 10
jaar, won een foto- en waddenexcursie van
Staatsbosbeheer voor 10 personen.
Een laagdrempelige kunstactiviteit voor iedereen
12 13
Klimaatbuffer Zuidwest Ameland is een experimenteel project om de rol
van het voorland voor de waddendijk, bestaande uit de Vrijheidsplaat,
Westerkwelder en kwelder Feugelpôlle, te versterken. Zo’n klimaatbuffer
versterkt de waterkering, maar ook de natuurwaarden van het
Waddengebied. En dat is weer belangrijk voor het toerisme. De uitdaging is
om de aanwezige natuurkrachten, fysisch en ecologisch, zo te benutten dat
deze het werk doen.
2.Projectdoelen• Inzicht krijgen in de bijdrage van wadplaten aan kustveiligheid op langere
termijn
• Inzicht krijgen in de werking van de natuurlijke klimaatbuffer in de Waddenzee,
met droogvallende platen
• Zorgen voor ‘meegroei’ van kwelders en wadplaten met de stijgende zeespiegel.
Dat kan alleen als de stijging niet te snel gaat en er voldoende aanvoer van
sediment is
• Bijdrage van natuurlijke processen aan veiligheid, natuur en recreatie in
Zuidwest Ameland
Prachtig panoramaJaarlijks bezoeken ruim 500.000 toeristen Ameland, waaronder veel natuurlief-
hebbers. Zij genieten met volle teugen van het prachtige Waddenpanorama
dat de Feugelpôlle biedt. Wadexcursies laten toeristen nader kennismaken
met het waddenlandschap. De kwelder is een vogelparadijs, bij hoogwater als
hoogwatervluchtplaats. Bij eb zie je de vogels zich verspreiden over de naast
liggende wadplaten om te foerageren, een prachtig gezicht. En in het broedseizoen
is een broedende grote stern op amper tien meter afstand te bewonderen! Dat
zoveel liefhebbers de kwelder graag bezoeken, maakt ook het toeristisch belang
van behoud van de kwelder duidelijk.
Wadexcursies laten
toeristen nader
kennismaken met
het waddenland-
schap.
Het was geen projectdoel om de
Feugelpôlle op haar huidige plek vast te
houden. De kans is namelijk groot dat
in de altijd veranderende Waddenzee de
hoogwatervluchtplaats in oostelijke richting
verschuift. De vegetatieontwikkeling
laat inmiddels zien dat dat ook gebeurt.
Door kweldervorming experimenteel te
Kwelder on the move
stimuleren krijgt de Feugelpôlle met de
daarbij behorende plant- en diersoorten
meer tijd om zich te verplaatsen in
oostwaartse richting. Op deze wijze blijft het
broedbiotoop toch behouden. Het project
blijft experimenteel, maar levert hoe dan
ook veel kennis van kweldervorming in de
toekomst op.
Het project levert hoe dan ook veel kennis van kweldervorming in de toekomst op.
Hand in hand
14 15
In 2012 is een kleidam van 1000 m3 aangelegd, met daaroverheen een laag
kleischelpen bij de voet van de kwelderrand. Er is gebruik gemaakt van klei
en slib uit de dijksloot en het kleidepot van Wetterskip Fryslân.
3.Experiment 1:
Kleischelpen
Eerst is een hoge rand met klei aangebracht, aan de wadkant van de kwelder. De
oude slenken zorgden ervoor dat de kranen en trekkers er niet goed doorheen
kwamen. Dat is door de aannemer opgelost door meerdere kranen in te zetten,
die letterlijk de klei aan elkaar doorgeven en het op de juiste plaats deponeren.
Toen dat klaar was, is de rand afgedekt met kleischelpen. De zee ging direct met de
schelpen aan de slag, na een paar keer hoog water waren de schelpen al verspreid
over een veel groter gebied. Ook nu nog is aan de kleur van de schelpen te zien dat
er verspreiding is over bijna de gehele kwelder. De schelpen vormen nu een mooie
plek voor de broedende vogels.
marjan veenendaal @bosw8erameland 20 Sep 2013
Volgende week herstelwerkzaamheden rijshoutendam
#Feugelpôlle #klimaatbuffers, deze week kleischelpendam aan de beurt
16 17
4.Experiment 2:
Vlak na de aanleg van de kleidam is een nieuwe rijshouten dam aangelegd
aan de zuidwestzijde van de Feugelpôlle. Beide dammen zijn bedoeld om
verdere erosie van de kwelder tegen te gaan en afzet van zand, slib, klei,
schelpen en schelpdierresten te bevorderen.
Eerst is het volledige geraamte voor de rijshoutendam geplaatst: een palenrij van
ongeveer 1100 meter. Het inslaan van de palen kostte de nodige moeite door de
harde ondergrond. Het houten geraamte is gevuld met vulhout, onder andere
sparrentakken: het lijkt wel kerstgroen! De takken zijn samengebonden en per
bundel tussen de palen gedrukt. Het geheel wordt vastgezet met draad. Ook is
Rijshouten damzand tegen de dam opgebracht om ervoor te zorgen dat er geen extra stroomgaten
ontstaan en het water de dam gaat ondermijnen. Dat de dam functioneel is, is
direct te zien zodra het water opkomt. De stroming wordt er deels uit gehaald en
de golfslag is ook veel minder.
Een tussentijdse evaluatie laat zien dat de invloed van de stroming indrukwekkend
is. De rijshoutendammen bleken op een aantal plekken niet bestand tegen het
aanhoudende geweld van het water. Door een paar kleine aanpassingen met
zandzakken en een verbreding van de stroomgaten in de dammen wordt de
enorme kracht van de zee voor een deel opgevangen. Een nieuw gegraven geul
moet voor extra afwatering zorgen.
Spoelstra Ameland @SpoelstrAmeland 9 Sep 2013
Even een noodoplossing bij de #Feugelpolle #hollum
#ameland aangelegd.
18 19
Ook mosselbanken kunnen fungeren als golfbreker. Bovendien komen de
mosseluitwerpselen in het slib terecht en verrijken zo de wadplaten. De
banken houden ook zand en slib vast. Vroeger waren er rond de Feugelpôlle
zulke mosselbanken te vinden, maar door overbevissing zijn ze verdwenen.
Het derde experiment is er op gericht mosselbanken terug te brengen. Dat
gebeurt op een bijzondere manier: speciaal voor dit project werden biolo-
gisch afbreekbare kratjes van aardappelzetmeel ontwikkeld. Daarnaast is
een ander soort substraat aangelegd: kokosmatten met naaldhout. Begin
2014 zijn op drie proeflocaties beide soorten substraat aangelegd. Hierop
kunnen zich onder andere mossellarven vestigen, die mogelijk uitgroeien
tot mosselbanken.
5.Experiment 3:
Mosselkratjes en -mattenBij dit derde experiment is de deskundigheid van Rijkswaterstaat en de kennis
van het project Waddensleutels benut. De kratjes zijn eerder ontwikkeld en getest
binnen Waddensleutels in samenwerking met bureau Waardenburg.
De kratjes en matten zijn op verschillende locaties geplaatst. De proefvlakken
zijn 56 meter lang en 25 meter breed. De meest westelijke locatie kent de meeste
stroming en golfslag, de meest oostelijke ligt in een rustiger deel. Het project
wil bekijken hoe een mosselbank zich kan ontwikkelen onder deze verschillende
condities. De meerjarige monitoring en het plaatsen van de schelpdieren zijn
belangrijke stappen en zijn ook de reden waarom de klimaatbuffer Zuidwest
Ameland doorgang kreeg. Er is namelijk nog maar erg weinig bekend over het
effect van een levende schelpdierenbank op het aangroeien van een kwelder.
marjan veenendaal @bosw8erameland Mar 27
Het laatste biologisch afbreekbare kratje voor
terugkeer mosselbanken wordt geplaatst
#klimaatbuffer ZW#Ameland
20 21
6.Het aanleggen van de maatregelen is afgerond, de eerste gegevens lijken
een positief effect te laten zien op de vogels en vegetatie. Het is echter nog
te pril om al met harde uitkomsten te komen. We gaan er natuurlijk voor.
Maar de toekomst zal het uitwijzen.
De experimenten leveren in ieder geval lessen op over de natuurlijke processen in
een dynamisch gebied als de Waddenzee. We komen meer te weten over behoud
en aangroei van wadplaten en kwelders, zodat we kunnen zorgen voor goede
broedplaatsen en hoogwatervluchtplaatsen voor vele zeevogels. Maar bovenal
kunnen de uitkomsten ook gebruikt worden om op andere plekken kwelders te
verstevigen. Kwelders hebben voor Nederland een belangrijke functie. Ze bieden
bescherming tegen de zee. Buitendijkse kwelders breken de kracht van hoge
golven nog voordat ze de dijk bereiken. Kwelders en dijken zijn mogelijk prima te
combineren als kustverdediging.
Oostwaarts!Sinds de start van het project is de kwelder behouden, maar er is duidelijk een
oostwaartse ontwikkeling waar te nemen. In 2014 was dat terug te zien in het
aantal sterns dat op de oostelijke punt ging broeden. Een vogel die altijd het
meest dynamische randje op zoekt als het om broeden gaat. Al vanaf de eerste
inrichtingsmaatregel bleek het inbrengen van klei en kleischelpen een goede
bijdrage te leveren aan het beschermen van de kwelder.
De klei werd bij hoog water in het Waddensysteem gebracht en ook de
uitgespoelde kleischelpen spoelden weer aan in oostelijke richting. Dat vormde een
mooie schelpenrug, een perfecte locatie voor broedende sterns en visdieven, die
daar dit jaar graag gebruik van maakten.
Zodra de rijshouten dam geplaatst werd, was al snel waar te nemen dat op de
zanderige ondergrond, vlakbij de kwelder, het slibgehalte enorm toenam.
Mossel- en oesterbroedHet aanbrengen van substraat voor schelpdieren lijkt succesvol. Na één
zomerseizoen zien we veel aangroei van pokken, anemonen en algen. De
constructies van takkenbossen met kokosmatten lijken zich goed te houden
Kwelders hebben
voor Nederland
een belangrijke
functie. Ze bieden
bescherming tegen
de zee.
Wat heeft het opgeleverd?
en er is schelpdierenbroed te zien, met name mosselbroed. Het meest oostelijke
vak lijkt het meest succesvol. Zelfs nadat de schors van de takken af is, kunnen de
mosselen zich blijkbaar hechten. We zien in de structuren veel schelpenresten.
Op de constructies van kratjes was in eerste instantie vooral oesterbroed te zien.
Waarschijnlijk was het materiaal van de kratjes in het begin te glad, waardoor de
mosselen zich niet goed konden hechten, maar de oesters wel houvast wisten te
vinden. In een later stadium bleken de kratjes echter flink wat schade te hebben, ze
lijken in kleinere stukken uiteen te vallen. De kratjes zijn gemaakt van biologisch
afbreekbaar materiaal, maar er is toch voor gekozen om de kratjes te verwijderen.
De losse delen verspreiden zich namelijk over het wad en er is niet met zekerheid
te zeggen of bijvoorbeeld vogelmagen bestand zijn tegen het materiaal.
marjan veenendaal @bosw8erameland Oct 23
Dit is een van de resultaten van #klimaatbuffers ZW
#Ameland, eerste mosseltjes
Het aanbrengen
van substraat
voor schelpdieren
lijkt succesvol.
22 23
Van zeekraal tot lamsoorOok de vegetatie op de kwelder is al veranderd. In de oostelijke richting is er een
uitbreiding te zien van de pioniersvegetatie zoals zeekraal en Engels slijkgras. Maar
ook aan de westkant is de verandering waar te nemen. Ook hier groeit zeekraal
en slijkgras, wat duidt op ophoging van dat gebied. Op de hoge plekken van de
kwelder is zeeaster, lamsoor, Engels gras, gewoon kweldergras en zeealsem rijkelijk
aanwezig.
Zoals het er nu uitziet, hebben ook de vogels kunnen profiteren van de inrichtings-
maatregelen. Er is goed nieuws te melden over het broedseizoen van 2014. Door
het uitblijven van zware stormen tijdens de broedperiode en gunstige getijden zijn
er vele jongen van grote sterns en kokmeeuwen grootgebracht. Vooral dat laatste
is een mooi resultaat, omdat de afgelopen drie jaar het broedresultaat door voor-
jaarstormen erg slecht was. Daarnaast fungeert met name de oostelijke kant steeds
meer als hoogwatervluchtplaats voor ganzen, grutto’s, scholeksters, plevieren etc.
Ook deze gegevens worden jaarlijks verzameld door de telgroep Ameland. Natuur-
lijk is niet alleen het aantal broedparen bepalend in het succes, het grootbrengen
van de jongen is misschien nog wel belangrijker.
marjan veenendaal @bosw8erameland June 6
De zeekraal maakt weer mooie groene velden bij
#Feugelpolle #Ameland
ProceslessenHoe is het proces verlopen en wat zijn de lessen voor de toekomst? Al eerder is
een proactieve houding van de regio ten aanzien van (co)financiering genoemd.
Daarnaast is een actieve projectgroep goud waard gebleken. “Voorwaarde is dan
wel het enthousiasme van iedere deelnemer even groot is”, benadrukt Gertjan
Elzinga. “Het Programma Klimaatbuffers is afkomstig van het ministerie van I&M.
Maar bij uitvoering van zo’n experiment moet vervolgens ook de uitvoerende
dienst, in dit geval Rijkswaterstaat mee willen werken. Dat kwam bij het project
Klimaatbuffer Zuidwest Ameland na een opstartperiode goed op gang en voor
de toekomst blijft een goede samenwerking en benutten van elkaars kennis
nodig. Want een experimentele aanpak levert veel kennis op en deze proef blijkt
een positief effect te hebben.” Een belangrijke procesvereiste voor de toekomst
is dat de afgesproken meerjarige monitoring van het project gewaarborgd is via
Staatsbosbeheer, Wetterskip en Rijkswaterstaat. “Die moet goed geregeld zijn,
want het werk dat daaraan vastzit, moet niet worden onderschat.”
Soort 2014 2013 2012 2011 2010
Grote stern 2400 2070 3270 4650 2700
Stormmeeuw 8 6 11 13 13
Kokmeeuw 3000 2250 2850 3000 3650
Zwartkopmeeuw 1
Noordse Stern 140 80 80 167 180
Visdief 140 120 90 100 110
Bontbekplevier 2 1 1 0 1
Strandplevier 1
Eider 3 3 4 1 2
Scholekster 15 15 11 17 2
Kluut 2
marjan veenendaal @bosw8erameland Oct 23
Eindreportage maken over #klimaatbuffer ZW #Ameland.
Alle stappen worden in beeld gebracht, en alle resultaten
Bro
n: te
lgro
ep A
mel
and
SOV
ON
2009 2010 2011 2012 2013
Soort jan mei juni sep nov jan mrt mei sep jan mei sep nov jan feb mei sep okt nov jan mei aug sep nov
Bergeend 35 14 4 1280 270 19 36 6 390 51 8 543 3310 325 79 2 2979 616 2780 95 6 0 693 0
Bontbekplevier 0 0 0 0 4 0 41 2 4 0 2 35 0 2 0 11 1 2 0 0 0 70 0 0
Bonte Strandl 40 4600 20 0 2950 170 1655 600 900 0 22650 3765 264 770 800 2880 10660 6415 3520 2860 3950 0 0 1540
DrieteenStrandl 25 0 0 0 0 0 0 0 0 20 55 90 63 20 85 15 0 75 444 390 150 244 0 260
Eidereend 17 225 180 0 60 200 0 6 10 32 90 280 8 0 12 40 110 80 140 8 45 65 180 0
Goudplevier 0 0 0 0 0 4 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grauwe gans 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 180 0 663
Groenpootruiter 0 11 0 0 0 0 0 0 1 0 53 44 2 0 0 16 4 8 0 0 8 21 60 0
Kanoetstrandl 100 110 3900 800 0 0 0 130 0 110 5320 2230 0 500 0 270 5660 15 10 0 1220 0 0 510
Kluut 0 0 2 0 0 0 0 4 0 0 4 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0
Kokmeeuw 0 0 0 650 0 0 0 0 0 2 0 200 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Pijlstaart 38 0 0 0 0 0 2 0 0 86 0 72 600 146 0 0 50 48 542 490 0 0 130 0
Rosse Grutto 0 8300 900 200 70 0 0 4280 0 0 14200 1666 0 0 0 6940 2847 867 802 5 2960 0 0 60
Rotgans 0 830 0 0 0 0 3300 370 0 4 2820 23 0 762 1960 720 0 350 40 320 600 0 4 240
Scholekster 4300 180 90 550 4100 10100 2600 230 1700 4450 430 5395 6950 4200 2670 370 5800 6445 3790 2142 30 2700 2800 2600
Smient 6940 0 0 0 670 1150 30 0 0 2310 0 6 11212 5104 1750 0 805 1515 12225 6300 0 0 3040 7800
Steenloper 1 370 26 300 5 85 16 122 538 4 500 767 139 22 0 61 0 121 205 60 65 1010 538 60
Stormmeeuw 300 0 0 0 70 850 0 0 450 82 0 400 495 330 1000 0 650 60 230 130 0 0 1700 20
Wilde Eend 22 0 0 0 14 0 14 0 75 222 0 9 365 370 60 2 150 45 63 0 0 0 0 0
Wulp 1150 2 2 0 350 5860 1028 0 0 2950 0 248 1115 2695 2050 0 159 1685 640 1300 0 3 0 1050
Zilvermeeuw 40 0 0 480 0 0 0 0 0 40 0 200 145 0 700 300 15 320 30 6 40 400 200 150
Zilverplevier 150 370 0 0 120 0 6 644 0 0 610 340 1 0 150 536 1039 695 446 1670 430 60 0 280
Zwarte Ruiter 0 5 1 0 0 0 0 0 0 0 9 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
De gemonitorde vogels in de broedperiode op de Feugelpôlle.
Bro
n: R
. Eng
elm
oer
Gemonitorde vogels die broeden op hoogwatervluchtplaatsen rondom de Feugelpôlle.
24 25
7.De betrokken organisaties monitoren de drie experimenten tot 2022 met
tellingen en metingen en kijken of die samen een natuurlijke klimaatbuffer
kunnen vormen. Komende jaren wordt veel kennis opgedaan over het effect
van de maatregelen en de vorming van kwelders. De overall projectleiding
ligt bij Staatsbosbeheer. Bestuurders van Wetterskip Fryslân, Ministerie
van I&M, gemeente Ameland en Programma naar een Rijke Waddenzee
begeleiden het project.
De opgedane kennis van het substraat voor de vestiging van mossels wordt verder
doorontwikkeld voor nieuwe projecten, waaronder een aquacultuurproject. Ook
starten er pilots voor koraalrifherstel en aanplant van rietoevers. Een vierde project
is het maken van zoetwatermosselbanken in het Markermeer.
Meten is wetenWetterskip Fryslân wil door middel van hoogtemetingen inzicht krijgen in de
ontwikkeling van de kwelder en de wadplaten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van
vaste bestaande raaien. Tweejaarlijkse metingen geven op deze wijze inzicht in de
aangroei en erosie van de kwelder.
Rijkswaterstaat richt met vijfjaarlijkse metingen zich op de vegetatieontwikkeling,
waarbij een koppeling te maken is met de hoogtemetingen van Wetterskip. Er is
namelijk onderscheid tussen de vegetatie van hoge kwelder (onder meer lamsoor
en zeeraket) en van de lage kwelder (bijvoorbeeld zeekraal en Engels slijkgras.
Vogelgegevens worden verzameld door vogelwacht Hollum-Ballum,
Staatsbosbeheer en SOVON. Zij registreren het aantal broedvogels en houden
het gebruik van de kwelder als hoogwatervluchtplaats in het oog. Tot slot houdt
Rijkswaterstaat, samen met onderzoeker Tjisse van der Heide van de Radboud
Universiteit Nijmegen, de gegevens rond stroomsnelheid bij. Welke locaties
zijn dé locaties om schelpdierenbanken te laten ontwikkelen? Hoe ontwikkelen
schelpdierbanken zich? Dragen de schelpdierbanken inderdaad bij aan
voedselrijker slib? De komende jaren moeten uitwijzen of er antwoorden op deze
vragen gevonden worden met dit experiment.
Tweejaarlijkse
metingen geven op
deze wijze inzicht
in de aangroei
en erosie van de
kwelder.
Hoe verder?
Iedere maand zijn de constructies, het sediment, de stroming en het bodemleven
onderzocht. Van der Heide is positief gestemd. “Op de kokosmatten zagen we al
snel veel mosselbroed. Een paar maanden later zaten de kleine mosselen op de
takkenbossen onder de kokosmatten. Daar zitten ze mooi beschut. In principe
werkt het.” Op de plastic kratten werden - naast veel algen en zeepokken -
nauwelijks mosselen aangetroffen, maar wel veel oesterbroed. “Wellicht komt dat
door de gladde structuur: mosselbroed houdt van een ruwe vezelachtige structuur,
terwijl oesters minder een voorkeur hebben”, verklaart van der Heide. “De vele
pokken, algen en oesterbroed hebben het gladde oppervlak ruw gemaakt. Hopelijk
trekken de ruwe kratten komend seizoen wel mosselbroed aan. Mocht er een
oesterbank ontstaan, dan vormt dat een ook ideaal substraat voor mosselen.”
“Het is een uniek project voor een uniek gebied. De experimentele aanpak kan als voorbeeld dienen binnen het waddengebied en andere delen van de Ne-derlandse kust.” Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en voorzitter stuurgroep
Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
26 27
Ultieme testWelke constructie het meest geschikt is, moet straks blijken uit alle meetgegevens.
Bij de takkenbossen is veel sedimenttransport te zien, bij de kratten minder.
De laatste laten meer water door, en daarmee ook voedsel voor mosselen. De
kokosmatten gaan al rafelen, maar ook het afbreekbare plastic wordt brozer. Het
is een gure plek, waar golven stevig tekeer gaan. De kratten bevinden zich in
een ultieme test. Van der Heide gaat door met het volgen van de constructies.
“We krijgen het mechanisme in de vingers, maar we moeten het nog finetunen.
Misschien is een combinatie ideaal: kratten doorvlochten met kokostouw, zodat
mosselbroed zich beter kan hechten.”
Schuilplaats tegen roversDe gekozen strategie is naar alle waarschijnlijkheid toe te passen in zandige,
droogvallende getijdensystemen. Daarin is vestiging van jonge mossellarfjes
(zo groot als een zandkorrel) op de kale zandbodem per definitie lastig. Eén van
oorzaken daarvoor is dat de zandbodem instabiel is, doordat de bovenste laag
door golven en stroming vaak wordt opgewerveld. Daarnaast worden de larfjes
opgegeten door ‘rovers’ als krabben en garnalen. Zo telt in de zomer iedere
vierkante meter zeebodem wel honderd garnalen - en ze hebben allemaal honger!
Op plaatsen waar al een mosselbank ligt, is vestiging van de volgende generatie
jonge mosseltjes veel gemakkelijker. Volwassen mosselen helpen daarbij door een
vaste ondergrond voor aanhechting te bieden: mosselen ‘lijmen’ zich aan elkaar
vast met zogenaamde byssusdraden. Tussen de wirwar van volwassen mosselen en
byssusdraden zijn bovendien voldoende schuilplaatsen tegen rovers.
De biologisch afbreekbare structuren simuleren tijdelijk een volwassen mosselbank
- ook deze structuur biedt hechtingsplaatsen en schuilplaatsen tegen rovers. Het
is de bedoeling dat de structuur uiteindelijk vanzelf verdwijnt, wanneer de jonge
mosseltjes na drie à vier jaar volwassen zijn en zelf de basis vormen voor de
volgende generatie.
Kennis delenDe opgedane kennis wordt verzameld en gedeeld met alle instanties die betrokken
zijn bij het Waddengebied en klimaatbufferprojecten. Het project wordt mede
mogelijk gemaakt door het Programma Rijke Waddenzee.
Bekijk hier de film over de tussentijdse resultaten van het experiment.
Meer informatie over dit project is te vinden op:
www.klimaatbuffers.nl • www.rijkewadddenzee.nl
Zij gaven in 2012 een zetje…Projectbegeleiding: Sies Krap en Gertjan Elzinga
Staatsbosbeheer: Piet Visser, Jeffrey Huizinga en Marjan Veenendaal
Stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland: Harry Boon (Wetterskip Fryslân),
Kees van Es (Programma Rijke Waddenzee), Josje Fens (Waddenvereniging),
Yme Brijker (Vogelwacht Hollum Ballum), Herman Brink (Staatsbosbeheer),
Nico Oud (gemeente Ameland) en Wout Jan Adema (Rijkswaterstaat)
“We krijgen het mechanisme in de vingers, maar we moeten het nog finetunen.”
Biologisch
afbreekbare
structuren
simuleren tijdelijk
een volwassen
mosselbank.
28
Meer info?Staatsbosbeheer:
Marjan Veenendaal
Vogelwacht Hollum Ballum
Betrokken partijen:
Projectbegeleiding:
Sies Krap (Dienst Landelijk Gebied) en
Gertjan Elzinga (Elzinga & Oterdoom Procesmanagement)