Klimaatbeleid Eemnes 2011=2020

30
Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 1 Klimaatbeleidsplan 2011-2020 2020: 25% minder CO2 uitstoot Versie 2.0, 3 januari 2011

description

Het begrip duurzaamheid en klimaatbeleid krijgt steeds meer aandacht in de Eemnesser raad. De VVD fractie is van mening dat het gevoerde beleid achter blijft bij de verwachtingen van vele raadsfracties en constateerde ook dat er geen lange termijn beleid is vastgesteld. Na bestudering van klimaatbeleid in andere gemeenten en het bezoeken van diverse bijeenkomsten en presentaties op dit gebied is bijgaand klimaatbeleidsplan 2011-2020 geschreven. Het plan wordt aan de raad aangeboden om het college een steun in de rug te geven en aan te sporen om meer werk van klimaatbeleid te maken en ook duidelijke en reële lange termijn doelen vast te stellen.

Transcript of Klimaatbeleid Eemnes 2011=2020

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 1

Klimaatbeleidsplan 2011-2020

2020: 25% minder CO2 uitstoot

Versie 2.0, 3 januari 2011

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 2

Inhoudsopgave 1 Inleiding........................................................................................................................................... 3

1.1 Klimaatverandering ................................................................................................................ 3 1.2 Fossiele brandstoffen. ............................................................................................................ 3 1.3 Energielasten huishoudens en bedrijven. .............................................................................. 3

2 Beleidskaders.................................................................................................................................. 4 2.1 Internationaal/Europees. ........................................................................................................ 4 2.2 Nederland. .............................................................................................................................. 4 2.3 Provincie Utrecht. ................................................................................................................... 4 2.4 Eemnes. ................................................................................................................................. 5 2.5 Hoe verder?............................................................................................................................ 6

3 Onze klimaatdoelstellingen 2011- 2020......................................................................................... 7 3.1 CO2 reductie tot 2020. ........................................................................................................... 7 3.2 Energie-efficientie / energiebesparing.................................................................................... 8 3.3 Het aandeel duurzame energie verhogen tot 15% in 2020.................................................... 8 3.4 Klimaatdoelstellingen voor Eemnes samengevat: ................................................................. 9

4 Algemene Aanpak......................................................................................................................... 10 4.1 Uitgangspunt. ....................................................................................................................... 10 4.2 Gemeentelijke taken............................................................................................................. 11 4.3 Organisatie. .......................................................................................................................... 11

5 Aanpak per onderdeel................................................................................................................... 12 5.1 Duurzame overheid. ............................................................................................................. 12

5.1.1 Huisvesting....................................................................................................................... 12 5.1.2 Openbare verlichting........................................................................................................ 13 5.1.3 Duurzame inkoop............................................................................................................. 13 5.1.4 Vervoer............................................................................................................................. 13 5.1.5 Resultaat .......................................................................................................................... 13

5.2 Stimuleren energiebesparing en duurzaam bouwen ........................................................... 14 5.2.1 Huishoudens. ................................................................................................................... 14

5.2.1.1 Nieuwbouw (300 woningen tot 2020)...................................................................... 14 5.2.1.2 Corporaties (900 woningen, 11% CO2 emissie)..................................................... 14 5.2.1.3 Partculieren (2500 woningen, 33% CO2 emissie). ................................................. 15

5.2.2 Bedrijven .......................................................................................................................... 15 5.2.3 Landbouw......................................................................................................................... 15 5.2.4 Energie en duurzaamheidloket. ....................................................................................... 16 5.2.5 Resultaat. ......................................................................................................................... 16

5.3 Duurzame mobiliteit.............................................................................................................. 17 5.3.1 Stimuleren openbaar vervoer........................................................................................... 17 5.3.2 Alternatieve brandstoffen. ................................................................................................ 17 5.3.3 Stimuleren gebruik van de fiets. ...................................................................................... 17 5.3.4 Resultaat. ......................................................................................................................... 17

5.4 Duurzame energie................................................................................................................ 18 5.4.1 Resultaat. ......................................................................................................................... 19

5.4.1.1 Duurzame energie uit mest. .................................................................................... 19 5.4.1.2 Zonnepanelen. ........................................................................................................ 19

6 Aanpak in cijfers............................................................................................................................ 20 7 Conclusie en Aanbevelingen. ....................................................................................................... 21

Bijlage 1: Co-vergisting zoals beschreven door DHV .......................................................... 22 Bijlage 2: kleinschalige pure mestvergisting productie-eenheden. ...................................... 23 Bijlage 3: kleinschalige raffinage.......................................................................................... 25 Bijlage 4: Duurzame Energie Veenendaal-Oost (DEVO)..................................................... 26 Bijlage 5: Duurzame Energie: Zonnepanelen ...................................................................... 27 Bijlage 6: Convenant Huurwoningen.................................................................................... 28 Bijlage 7: Voorbeelden Energieloket en Duurzaamheidlening............................................. 29 Bijlage 8: Begrippen. ............................................................................................................ 30

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 3

1 Inleiding. 1.1 Klimaatverandering Ons klimaat verandert. Dit is o.m. te wijten aan de snelle toename van het gebruik van fossiele brandstoffen in de wereld en de daaruit voortkomende CO2 uitstoot in onze atmosfeer. Als gevolg daarvan neemt de temperatuur toe en lijken problemen als voedselschaarste en wateroverlast door zeespiegelstijging onvermijdbaar. Wetenschappelijk is hierover geen discussie meer en het ligt dus voor de hand om door middel van drastische maatregelen de schade zoveel mogelijk te beperken Eemnes zal niet uit kunnen komen onder het nemen van dergelijke maatregelen. Door actief klimaatbeleid te voeren werken we aan een duurzame samenleving , waardoor ook toekomstige generaties prettig kunnen wonen, werken en verblijven.

1.2 Fossiele brandstoffen. Los van de negatieve klimatologische effecten van het gebruik van fossiele brandstoffen, stellen we vast dat de voorraden fossiele brandstof eindig zijn en in rap tempo uitgeput raken. De Nederlandse aardgasvoorraden zullen rond 2030 uitgeput zijn. Nederland is dan geheel afhankelijk van voorraden in het buitenland, die overigens ook eindig zijn. Extra nadeel is dat zich veelal bevinden in minder stabiele regio’s, die weer extra risico’s met zich meebrengen. Deze risico’s kunnen beperkt worden door ons energiegebruik te verminderen en vooral in duurzame energieproductie te investeren.

1.3 Energielasten huishoudens en bedrijven. Omdat de fossiele brandstoffen opraken, de resterende voorraden moeilijker te winnen zijn en het energieverbruik in de wereld nog steeds groeit, stijgen de energiekosten. Nu al eisen de energiekosten een steeds groter deel van de totale woonlasten op. Het moment waarop de energielasten van een gemiddeld NL-gezin hoger worden dan de huisvestingskosten, komt steeds dichter bij. Sociale en economische motieven spelen bij het formuleren van een klimaatbeleid dan ook een belangrijke rol. Minimaal drie redenen voor klimaatbeleid in Eemnes:

• het leveren van een bijdrage aan de beperking van klimaatverandering;

• het beperken van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen;

• het verminderen van energielasten van Eemnesser huishoudens en bedrijven.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 4

2 Beleidskaders.

2.1 Internationaal/Europees. Iedereen heeft gehoord van de afspraken in het Kyoto-protocol m.b.t. de uitstoot van broeikasgassen. Voor Nederland was afgesproken dat in de periode 2008-2012 een CO2-uitstootvermindering (ten opzichte van 1990) van 6 % zou moeten worden behaald. Binnen de Europese Unie is afgesproken dat in 2020 een CO2- reductie van 20% (eveneens ten opzichte van 1990) zou moeten worden gerealiseerd. Het is buitengewoon onzeker of deze afspraken zullen worden “gehaald”.

2.2 Nederland. De ambities van het vorige kabinet waren zeer ambitieus; Nederland zou een van de schoonste en zuinigste energie consumerende landen in Europa moeten worden. Deze ambities waren de volgende: Uitstoot van broeikasgassen (CO2) in 2020 t.o.v. 1990 verminderen met 30% Het tempo van energiebesparing verdubbelen van 1% tot 2% per jaar ( tot 2020) Het aandeel duurzame energie in 2020 verhogen tot 20% van het totale energieverbruik. Deze doelstellingen zijn indertijd ook door de Nederlandse gemeenten onderschreven door de ondertekening in 2007 van het “Klimaatakkoord Gemeenten(VNG) en Rijk 2007-2011. Op dit moment is het onduidelijk welk concreet beleid de nieuwe regering voorstaat. In ieder geval is de CO2 reductie verlaagd tot 20% en het aandeel duurzame energie per 2020 is bijgesteld tot 14 % .

2.3 Provincie Utrecht. De provincie Utrecht is zeer actief op het gebied van duurzaamheid en klimaatbeleid. Zij ontplooit allerlei duurzame initiatieven en heeft een aantal subsidie- en financieringsregelingen ontwikkeld zowel voor het bedrijfsleven, de landbouw als voor particulieren. Ons beleid in deze zal op de provinciale maatregelen moeten worden afgestemd en daarmee worden gecoördineerd.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 5

2.4 Eemnes. In onze gemeente is het onderwerp Duurzaamheid lange tijd geen bestuurlijk thema geweest. Het leekt erop dat de noodzaak tot het ontwikkelen van beleid en het nemen van maatregelen onvoldoende werd gevoeld. Sinds kort echter prijkt het onderwerp “klimaat en duurzaamheid” gelukkig wel op de agenda. Een groot aantal NL- gemeenten voert al enige jaren een actief beleid op dit punt en nemen hun verantwoordelijkheid in deze. Daarbij zijn zij in vaak succesvoller en consequenter dan de nationale overheid. Duidelijk is dat onze gemeente een zekere achterstand heeft in te halen ten opzichte van die gemeenten die op basis van het Klimaataccoord de nodige beleidsmaatregelen hebben genomen. Het inhalen van deze achterstand zal enige tijd kosten. Gunstig punt is daarentegen dat “wij in Eemnes” een z.g.n. “kleine” energieverbruiker zijn en dat de uitstoot van CO2 per inwoner lager ligt dan gemiddeld in Nederland. Het huidige, beperkte, beleidskader wordt in onze gemeente gevormd door:

a. Het startdocument Klimaatbeleid van januari 2010 b. Het uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid van november 2010. c. Het milieubeleidsplan 2008-2012 en het milieuprogramma 2011.

Een lange termijn plan met een integrale visie, doelstellingen en plan van aanpak ontbreekt .

Dit “Klimaatbeleidsplan 2011-2020” wil in deze omissie voorzien.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 6

2.5 Hoe verder? Zowel (inter)nationaal als lokaal ziet het perspectief ten aanzien van de gewenste CO2 reductie en de inzet van duurzame energie er niet goed uit. (Inter) nationaal worden er wel afspraken gemaakt maar die worden niet of onvoldoende nagekomen en lokaal staat het beleid nog in de kinderschoenen. Klimaatbeleid is een zeer gecompliceerde problematiek, er zijn veel tegenstrijdige belangen in het spel en er zal veel geld geïnvesteerd moeten worden voor welke oplossing dan ook. Er zijn veel redenen om te verzanden in casuïstiek, korte termijn politiek en “na U gedrag”. Het is nu de hoogste tijd om tot drastische maatregelen te komen. Wij mogen onze verantwoordelijkheid ten opzichte van komende generaties niet langer ontkennen. Met dit klimaatbeleidsplan beschrijven wij de algemene uitgangspunten, doelstellingen en hoofdlijnen van uitvoering. Direct na vaststelling van dit beleidsplan zal een concretiseringslag moeten worden gemaakt in de vorm van een uitvoeringsplan dat de concrete maatregelen, tijdsplanning en financiering zal bevatten. Het is duidelijk dat Eemnes in de oplossing van dit mondiale probleem een kleine rol zal spelen maar dat mag geen reden zijn om van maatregelen af te zien. Think globally - act locally….. dat is onze basisgedachte. Bovendien : “Alle kleine beetjes helpen”. Randvoorwaarden voor succes. Voor de uitvoering van een voortvarend beleid is het noodzakelijk dat hiervoor specifieke, pro-actieve en brede aandacht is binnen en buiten de gemeentelijke organisatie en dat het ingezette beleid blijvend is. Duurzaamheid is het denken in de toekomst, vooruitzien, lange termijn denken. Er kan geen sprake zijn van een tijdelijke ontwikkeling of het volgen van een modieuze trend.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 7

3 Onze klimaatdoelstellingen 2011- 2020 Het is voor de hand liggend om ons beleid af te stemmen op de beleidskaders welke landelijk worden gehanteerd, ondanks de onzekerheid t.a.v. de succesvolle realisatie van de landelijke doelstellingen.

3.1 CO2 reductie tot 2020. Nationaal en in de grote meerderheid van de gemeenten wordt gesproken over een reductiepercentage in 2020 van globaal 20 tot 30 % ten opzichte van de CO2 uitstoot per 1990. In het VNG-Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk is een reductie overeengekomen van 30% t.o.v. 1990. De huidige regering heeft deze doelstelling naar beneden bijgesteld tot 20 % De CO2 uitstoot per 1990 in Eemnes kennen we niet of onvoldoende. Wij kunnen slechts werken met de uitkomsten van de CO2-scan welke in 2008 is uitgevoerd. In de periode 1990-2008 zijn er geen bijzondere klimaatmaatregelen genomen in Eemnes. Er zijn wel diverse woningbouwprojecten gerealiseerd (de Zuidbuurt, De Weiden en Het Vierkantebosje). Aangezien deze woningen niet energie neutraal gebouwd zijn zal de CO2 uitstoot in Eemnes in de periode 1990- 2008 daardoor verhoogd zijn. Ten behoeve van de rekenmethodiek stellen we het niveau van 1990 gelijk aan het niveau van 2008. Volgens de scan uit 2008 is de CO2 uitstoot van Eemnes 40 kton per jaar. Bijna de helft daarvan, nl. 44%, komt van huishoudens. Die zijn dus samen goed voor 18 kton per jaar.

Volgens het uitvoeringsprogramma (2010), wat gebaseerd is op het startdocument, wordt er tot 2013 een CO2 reductie gerealiseerd van maximaal 3%.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 8

Dat is veruit onvoldoende om zelfs maar in de buurt te komen van de beoogde 20 tot 30% per 2020. We moeten daarom een ambitieuze en realistische lange-termijn doelstelling kiezen en besluiten om de huidige maatregelen ter reductie van de CO2- uitstoot te versterken en uit te breiden. Vooralsnog lijkt het haalbaar om te streven naar een reductie van 25 % per 2020.

3.2 Energie-efficientie / energiebesparing Energie efficiëntie of anders gezegd zuinig omgaan met energie draagt zeker bij tot het behalen van de doelstellingen m.b.t. de uitstoot van CO2. Bovendien raakt de voorraad fossiele brandstoffen daardoor minder snel op. Wij willen inzetten op een energiebesparing van 15 % in 2020. En grofweg komt dit ook neer op 15% minder CO2 emissie.

3.3 Het aandeel duurzame energie verhogen tot 15% in 2020. Zonder het ontwikkelen van duurzame energietechnologie en de toepassing daarvan zullen wij onze CO2 doelstellingen nooit halen. We kunnen besparen wat we willen, maar energie zullen we nodig hebben tot in lengte van dagen. De technologie is in volle ontwikkeling, zeker sinds China ook inziet dat er op dit punt iets moet gebeuren en er aan verdiend kan worden. De prijzen van zonnepanelen dalen de laatste jaren drastisch als gevolg van nieuwe productietechnieken en grotere vraag van de markt. In Nederland wordt met name veel verwacht van bio-massa- of mest-vergisting of raffinage tot biogas en groen gas. De technologie is voor een deel in ons land ontwikkeld (LTO, Wageningen UR). Het is een kwestie van tijd dat deze nieuwe energie zonder subsidies zal kunnen concurreren met de traditionele fossiele brandstoffen. Actief beleid van de overheden inclusief de gemeentelijke kan dat moment naderbij brengen. Als we voor 15% van het Eemnesser energie gebruik omschakelen van fossiele energie naar duurzame energie dan kan dit in de berekeningen beschouwd worden als een CO2 reductie van 15%.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 9

En dan nog dit.. Onze klimaat doelstellingen zijn duidelijk gericht op het terugbrengen van CO2 uitstoot in onze gemeente, zowel de gemeentelijk (BEL)organisatie als de inwoners en het agro-bedrijfsleven moeten gezamenlijk deze uitdagende klus klaren. Uiteindelijk willen wij als gemeentelijke samenleving CO2 neutraal zijn. De voorbeeldfunctie van de gemeente Eemnes en de BEL Combinatie is daarbij heel belangrijk! Vandaar dat wij streven naar een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie per 2013. De gemeente loopt voorop ! Dat we met energiebesparing en duurzame energie onze afhankelijkheid van de steeds schaarser wordende fossiele brandstoffen verkleinen is een secundaire doelstelling, maar niet van minder belang.

3.4 Klimaatdoelstellingen voor Eemnes samengevat: Uitstoot CO2 2013 Gemeentelijke organisatie CO2 neutraal 2013 CO2 reductie conform uitvoeringsprogramma 3% 2020 Reductie totale uitstoot binnen de gemeentegrenzen met 25% t.o.v. 2008 Energiebesparing. 2020 besparing minimaal 15% vergeleken met 2008 Duurzame energie 2020 toepassing van minimaal 15% duurzame energie binnen de gemeente.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 10

4 Algemene Aanpak.

4.1 Uitgangspunt. Uitgangspunt om de ambities te realiseren is de Trias Energetica. Dit breed geaccepteerde model beschrijft drie logische en opeenvolgende stappen op de route naar een duurzame energievoorziening. 1. Energiebesparing

Reduceren van de energievraag , wat niet gevraagd wordt hoeven we ook niet op te wekken.

2. Duurzame energie

Resterende energiebehoefte wordt zo veel mogelijk duurzaam geproduceerd. 3. Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen.

Wat niet bespaard kan worden en wat niet duurzaam kan worden opgewekt, zal met behulp van fossiele brandstof zo efficiënt mogelijk moeten worden geproduceerd. ( Hoog-rendement verwarming, zuinige voertuigen)

Een aanvulling van de Trias Energetica wordt gevonden in de compensatie van de resterende CO2 uitstoot bijvoorbeeld door duurzaam bosbeheer en projectmatige bosaanplant. Als aanvulling hierop is een versterkt beleid gericht op het behoud en het uitbreiden van het bomenbestand in onze gemeente wenselijk. Dat houdt een uitdrukkelijke bevestiging in van het kapverbod en het afkondigen van een algemene herplantplicht in gevallen dat het kappen van bomen onvermijdelijk is. De gemeente, als eigenaar van het overgrote deel van het bomenbestand, neemt daarbij het voortouw. Bovendien willen wij elk jaar onze scholen laten participeren in de Nationale Boomfeest Dag en komen tot een projectmatige uitbreiding van het bomen bestand in de samenhang met een educatieve aanpak op de scholen.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 11

4.2 Gemeentelijke taken. Bij de uitvoering van dit klimaatbeleid heeft de gemeente drie taken.

a. Zelf het voortouw nemen en zelf doen . De gemeente loopt voorop en geeft het goede voorbeeld in de eigen organisatie. b. Anderen stimuleren. Bedrijven en inwoners moeten geïnformeerd, gestimuleerd en gefaciliteerd worden om mee te werken om onze gemeente klimaatneutraal te maken. c. Samenwerken met derden. Samenwerking met derden is bij de voorbereiding en uitvoering van klimaatprojecten essentieel. Daarbij denken we aan de provincie Utrecht, de BEL-gemeenten, LTO, Woningbouwcorporaties, KvK’s

Hierbij moeten wij ons realiseren dat deze materie voor velen althans binnen de Eemnesser gemeenschap relatief nieuw is. Dat heeft tot consequentie dat er met sterke overtuiging en wilskracht door de gemeentelijke instanties zal moeten worden geopereerd. Het succes om het gestelde te behalen is in grote mate afhankelijk van het bereiken van een breed draagvlak in de samenleving.

4.3 Organisatie. Zoals onder 2.5 al is opgemerkt, is dit beleidsplan slechts het begin van een veelomvattende operatie die moet worden vervat en verwoord in actuele en concrete uitvoeringsplannen. Deze plannen beschrijven in detail wat moet worden verricht om de doelstellingen te bereiken inclusief de fasering, verantwoordelijkheden, partners en benodigde middelen en zullen periodiek moeten worden geëvalueerd en bijgesteld. Klimaat- en duurzaamheidbeleid is per definitie een integrale zaak en raakt alle sectoren van het ambtelijke apparaat en alle medewerkers. Het is buitengewoon belangrijk dat alle medewerkers doordrongen zijn van het belang en in detail op de hoogte zijn van het klimaatbeleid van onze gemeente. We zullen moeten investeren in interne communicatie, kennisoverdracht en kennisopbouw. Daarbij neemt het onderdeel monitoring een belangrijke plaats in. Meten is weten…. Vanuit dat adagium moeten we alle cijfers en gegevens ten aanzien van energieverbruik in kaart brengen zodat we ook in staat zijn om resultaten te evalueren. Maatregelen moeten afgewogen en beoordeeld kunnen worden op basis van kosteneffectiviteit, zowel naar het financiële rendement als naar de effectiviteit op het gebied van reducties en emissies. Nu is het uitgangspunt de CO2 scan uit 2008. Een nulmeting was beter geweest en zou als eerste stap in de uitvoeringsplannen alsnog kunnen worden opgenomen.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 12

5 Aanpak per onderdeel. 5.1 Duurzame overheid. De gemeentelijke organisatie dient het goede voorbeeld te geven. Daarbij richten wij ons op de volgende onderdelen:

5.1.1 Huisvesting. Als gemeente beheren wij een groot aantal gebouwen incl. schoolgebouwen. De gemeente registreert voor deze gebouwen het energiegebruik in een energie-managementsysteem en zal waar nodig voor deze gebouwen energieprestatie adviezen opstellen. Op basis daarvan worden maatregelen genomen ter verbetering van de energieprestatie. De gemeente zal nadrukkelijk onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om gebruik te maken van zonne-energie en duurzame warmte. Bijvoorbeeld door het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen zoals alle scholen, gemeentewerf (kantoorgedeelte), gemeentehuis (op de raadszaal), de kringloopwinkel en De Hilt. Om als gemeentelijke organisatie in 2013 de klimaatneutrale status te verwerven, zal de gemeente stevig moeten investeren in het terugdringen van het gebruik van aardgas voor verwarming. Alternatieven onderzoeken en besparen.

Een voorbeeld uit de provincie Zeeland.

Bij schoolgebouwen zullen maatregelen een educatieve vertaling krijgen zodat de schoolkinderen bewust worden gemaakt van de noodzaak van energiebesparing en duurzame oplossingen.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 13

5.1.2 Openbare verlichting De openbare verlichting in Eemnes gebruikt reeds groene stroom. In overleg met City Tec, de eigenaar/beheerder van de openbare verlichting zullen wij actief op zoek gaan naar innovatieve technieken (LED, selectief dimmen) waardoor het stroomgebruik kan afnemen en energie bespaart wordt.

5.1.3 Duurzame inkoop Ons streven is erop gericht om in 2013 voor 75 % en in 2015 voor 100 % duurzaam in te kopen in de BEL-Combinatie. Daartoe wordt een informatie-, kennis- en motivatieproject voor de desbetreffende medewerkers opgestart. Interne communicatie(gedragscampagne) opleidingen en cursussen

5.1.4 Vervoer Het wagenpark van de BEL-Combinatie zal mede afhankelijk van de afschrijving en vernieuwing z.s.m. verduurzaamd moeten worden. De gemeente zal het initiatief nemen om te komen tot een aantal oplaadpunten voor elektrische auto’s en vulinstallaties voor groen gas.

5.1.5 Resultaat De bijdrage van de Eemnesser overheid aan de CO2 emissie is slechts 1%. Dit is ook de maximale reductie die bereikt wordt als de organisatie in 2013 volledig CO2 neutraal is. Veel belangrijker in deze is echter de voorbeeldfunctie van de gemeente !

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 14

5.2 Stimuleren energiebesparing en duurzaam bouwen

5.2.1 Huishoudens. De Eemnesser huishoudens leveren een belangrijke bijdrage aan de totale CO2 uitstoot in onze gemeente ( 44 %). In ons klimaatbeleid is deze groep cruciaal. Deze uitstoot moet worden beperkt willen wij onze doelstellingen halen. De maatregelen hebben betrekking op

• partijen die (delen van) complete wijken ontwerpen, bouwen; • partijen die woningen bouwen en beheren (corporaties); • particulieren.

5.2.1.1 Nieuwbouw (300 woningen tot 2020). De nieuwe bouwprojecten die in onze gemeente in de planning staan (Zuidpolder, de Weiden, Molenweg, Torenzicht) zullen een hoog duurzaamheidgehalte moeten hebben. Bij nieuwbouw heb je grote kansen die we niet moeten laten liggen. Gelet op de gemiddelde levensduur van woningen en de eindigheid van de voorraden aan fossiele brandstoffen, ligt het niet voor de hand om bij een dergelijke ontwikkeling nog te kiezen voor conventionele energie (bv aardgas). Daarbij moeten we samenwerken met andere belanghebbenden (zoals toekomstige bewoners, projectontwikkelaars en woningbouw corporaties). Als gemeente hebben wij de mogelijkheid om in gemeentelijke plannen via een energie- of duurzaamheidsvisie e.e.a. te reguleren. Gestreefd moet worden om zo snel mogelijk alleen nog energie neutraal te bouwen (EPC = 0). De woningen zullen door deze maatregelen duurder worden. Door minder energie gebruik hoeven de woonkosten niet te stijgen! Met speciale groene hypotheken hoeft de hogere aanschafwaarde geen probleem te zijn.

Elke nieuw gebouwde woning, die niet Energie Neutra al is, verhoogt de CO2 uitstoot in Eemnes!

Als 3400 woningen voor 44% bijdragen aan de CO2 uitstoot dan zullen 300 extra woningen zorgen voor 4% extra CO2 uitstoot. We bouwen nu wel energiezuiniger dan 10 of 20 jaar geleden. En met een aangescherpte EPC zal het nog minder zijn maar zolang we niet energie neutraal bouwen moet je wel rekenen dat 300 woningen de CO2 emissie met 1 % zullen verhogen!

5.2.1.2 Corporaties (900 woningen, 11% CO2 emissie) . Op centraal/nationaal nivo hebben de corporaties afspraken gemaakt met hun overkoepelende organisatie, AEDES, om per 2018 20% te besparen op gas (bijlage 6). Eemnes zal dit in de prestatie afspraken met de corporaties ook moeten vastleggen. De corporaties hebben gekozen voor een besparing op gas omdat zij daar met bouwkundige maatregelen (isolatie) de meeste invloed op hebben. Elektra kunnen zij moeilijker beïnvloeden.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 15

Door de maatregelen zullen de huurprijzen omhoog gaan. Het is echter gebruikelijk dat corporaties een garantie af geven dat de woonkosten niet stijgen omdat door de maatregelen de energie kosten afnemen. Gemiddeld komt het energieverbruik van een woning voor 65% uit gas en voor 35% uit elektriciteit. 20% besparing op gas komt ongeveer overeen op een vermindering van CO2 met 13% (65% van 20%). Tussen nu en 2020 moeten en kunnen we ook minder elektriciteit gaan verbruiken. Bijvoorbeeld door gloeilampen te vervangen door LED of andere spaarlampen. Nieuwe apparatuur (koelkast, wasmachine, …) is zuiniger dan oude. Door gemeentelijke stimulering moet ook het elektriciteitsverbruik dalen en dat impliceert dat een totale energieverlaging en CO2 reductie met 20% haalbaar is.

5.2.1.3 Partculieren (2500 woningen, 33% CO2 emissi e). Het energiegebruik in en rond woningen hangt niet alleen af van de energieprestaties van de woning zelf maar vooral ook van het gebruik van de woning in de praktijk, d.w.z. van het woon en leefgedrag van de inwoner. Heeft men het huis geïsoleerd, is men energiezuinig, wordt er duurzame energie geproduceerd in en rond het huis? Voor de particuliere woningen zetten wij in op dezelfde ambitie als voor de huurwoningen namelijk een totale energie besparing van 20%. Om dit te bereiken zullen flinke financiële stimulansen (duurzaamheidlening) noodzakelijk zijn.

5.2.2 Bedrijven Bedrijven en diensten dragen volgens de CO2 scan voor 27% bij aan de CO2 uitstoot. Het lijkt ons reëel om op dezelfde wijze als bij particuliere woningen hier te streven naar een energie besparing van 20% bij bedrijfsgebouwen!!

5.2.3 Landbouw Deze sector produceert 5% van de CO2 uitstoot. Verwarming en koeling zijn de belangrijkste boosdoeners. Ook hier zou een energie besparing van 20% mogelijk moeten zijn. Door mestvergisting-installaties toe te passen zal de landbouwsector veel duurzamer worden. Belangrijk voordeel, wat in de berekeningen niet terugkomt, is dat bij mestvergisting ook de Methaan uitstoot (een schadelijk broeikas gas) enorm afneemt. Dit is verder beschreven in hoofdstuk 5.4: Duurzame Energie.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 16

5.2.4 Energie en duurzaamheidloket. Bij al deze maatregelen is het van cruciaal belang dat wij als gemeentelijke overheid hulp en bijstand verlenen bij het verduurzamen van het gedrag, woningen en bedrijfspanden d.m.v. informatieverschaffing. Het centrale Energieloket Eemnes is voor iedereen de vraagbaak.

De inzet is Educatie en Voorlichting en Stimulering van het nemen van energiebesparende maatregelen en/of het opwekken van duurzame energie. De Raad heeft in november op dit punt een motie aangenomen betreffende duurzaamheidleningen in het kader van SVN. Deze lening is een belangrijke katalysator om de energiebesparing te realiseren. De reservering hiervoor van €300.000 is waarschijnlijk lang niet voldoende voor alle 3400 woningen en bedrijven in Eemnes. Het Energieloket Eemnes dient zo snel mogelijk in het leven geroepen te worden en bemand te worden door ter zake kundige enthousiaste en buitengewoon klantvriendelijke medewerkers. Overwogen moet worden om dit loket niet geheel een gemeentelijke activiteit te laten zijn. Een oplossing in samenwerking met een energie maatschappij, een corporatie, het Eemnesser bedrijfsleven, de agrarische ondernemers en anderen kan mogelijk een betere insteek zijn. Er zijn al vele gemeenten die met een energieloket en duurzaamheidleningen werken. Een voorbeeld is te vinden in bijlage 7.

5.2.5 Resultaat. Nieuwbouw projecten zijn energie neutraal en hebben geen invloed op de CO2 emissie. Bestaande woningen en bedrijven worden 20% zuiniger en geven een CO2 reductie van 20%.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 17

5.3 Duurzame mobiliteit.

5.3.1 Stimuleren openbaar vervoer. Eemnes zal “aangesloten“ moeten blijven op zowel een kleinschalig als een Hoogwaardig Openbaar vervoer naar Hilversum, Laren/Blaricum , Baarn/Soest en Huizen. Tegelijk moeten wij als gemeente gebruik van openbaar vervoer waar mogelijk stimuleren. Daarnaast is ook belangrijk om ervoor te zorgen dat het openbaar vervoer gebruik maakt van duurzame technologie (zoals bijvoorbeeld hybride waterstofbussen). In de concessievoorwaarden zou dit een belangrijk aandachtpunt moeten zijn.

5.3.2 Alternatieve brandstoffen. Ten behoeve van het vernieuwde BEL-wagenpark en inwoners die de overgang naar elektrische of anderszins duurzaam aangedreven vervoermiddelen hebben gemaakt, zal de gemeente in samenwerking met derden een brandstofvulstation openen. De promotie van de elektrische scooter als alternatief voor de zeer vervuilende “normale” (brom)scooter zal bijzondere aandacht krijgen

5.3.3 Stimuleren gebruik van de fiets. We voeren een actief fietsbeleid. Maatregelen zijn onder andere:

• Meedoen met de campagne “Met Belgerinkel naar de Winkel”; • Zorgen voor optimale fiets routes in Eemnes; • Zorgen voor goede en voldoende fietsenstalling mogelijkheden; • Bedrijven informeren over de mogelijkheden om werknemers te laten fietsen.

5.3.4 Resultaat. Het vervoer draagt (in 2008) voor 15% bij aan de CO2 emissie in Eemnes. Auto’s worden steeds zuiniger. In 10 jaar is de verwachting dat dit een CO2 vermindering geeft van 2%. Als gemeente is dit niet echt te beïnvloeden. De voorbeeldfunctie van de gemeente is wel bijzonder belangrijk!

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 18

5.4 Duurzame energie Met inachtneming van de hierboven reeds aangestipte punten m.b.t. de duurzame energievoorziening in Eemnes, is het van belang een beeld te krijgen van hetgeen eigen duurzame energieopwekking voor het bereiken van onze doelstellingen kan betekenen. Moeten alle op het zuiden-gerichte daken in de gemeente voorzien worden van zonnepanelen? Kan in de gas-behoefte van de gemeente worden voorzien door mestvergisting? Op grond van een eerste analyse o.m. mede op basis van berekeningen in de energievisie van de Zuidpolder (bijlage 1) willen we in ieder geval z.s.m. de volgende maatregelen nemen:

1. In samenspraak en –werking met de AKOE worden de mogelijkheden van Bio-gas productie met de mest uit de Eempolder onderzocht. Zowel een grootschalige gezamenlijke installatie (Co-vergisting zoals beschreven door DHV; bijlage 1) als die van (samenwerkende) kleinschalige productie-eenheden (zoals Microferm) moeten onderzocht worden en zo spoedig mogelijk gerealiseerd (bijlage 2). In dit onderzoek moet ook gekeken worden naar kleinschalig raffinage (bijlage 3).

2. Een Revolving Fund (Duurzaamheids leningen) instellen ten behoeve van het

opwekken van duurzame energie bij particuliere woningen (Zie Bijlage 5) (en/of het treffen van energiebesparende maatregelen).

3. Toepassing van duurzame energie bij ( nieuwbouw en renovatie van)

gemeentelijke gebouwen. Belangrijk hierbij is ook de voorbeeldfunctie!

4. Toepassing van duurzame energie binnen het areaal van de woningbouwcorporaties d.m.v. prestatieafspraken. Hetzelfde geldt voor afspraken met projectontwikkelaars voor nieuwbouwprojecten.

Kleinschalige pure mestvergisting.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 19

5.4.1 Resultaat.

5.4.1.1 Duurzame energie uit mest. Bij de Eemnesser boeren is 61.000 ton rundermest beschikbaar (Bron: DHV).

Stel dat je 80% kunt opvangen en vergisten: 48.000 ton Dit geeft met microferm (bijlage 2: 40 x 48.000 m3 = 1.920.000 m3 gas De DHV berekening (collectieve co-mest vergisting; bijlage 1) komt ook op 1.914.000 m3 gas. Bij verbranding daarvan komt er 3.4 kton “neutraal” CO2 vrij. Dit is 8,5% van de totale uitstoot in Eemnes. Als we zekerheid kunnen krijgen over de lokale beschikbaarheid van co-substraat (groen afval, mais, en dergelijke) dan is nog een hogere (dubbele ?) opbrengst mogelijk!

5.4.1.2 Zonnepanelen. Zonnepanelen op boerderijen en stallen. Als je op 12 boerderijen 160 m2 zonnepanelen installeert geeft dat 235 MWh en een CO2 besparing van 0,14 kton of 0,3% .

Zonnepanelen op bijvoorbeeld 1000 woningen met een oppervlakte van 20m2 geeft 2350 MWh, en een CO2 besparing van 1,4 kton of 3%.

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 20

6 Aanpak in cijfers. In de voorgaande paragrafen hebben wij het algemene klimaatbeleid voor Eemnes geschetst voor de korte en middellange termijn en per thema de maatregelen aangegeven. We hebben reële streefpercentages gezet bij de diverse doelstellingen op het punt van CO2-reductie, energiebesparing en duurzame energie. In onderstaande trachten wij een beeld te geven van hetgeen de maatregelen feitelijk betekenen op de diverse voorstellen. Verdeling

Emissie per jaar binnen de gemeente grens in 2008 (bron: CO2 scan; totaal 40 kton)

Te verwachten CO2 reductie volgens vastgesteld beleid

Besparing op de totale CO2 emissie volgens klimaatbeleid 2011-2020

Gemeentelijke organisatie CO2 neutraal (inclusief openbare verlichting en alle gemeentelijke eigendommen)

1% 1% 1%

Corporaties: besparing van 20% op gas in 2018. Gemeentelijke stimulering: 20 % op elektrische energie.

7% 4%

1,4% 0%

1,4% 0,8%

Particulieren: Met stimulerende maatregelen 20% energie besparing.

33% 0% 6,6%

Nieuwbouw projecten: Alleen als die energie neutraal gerealiseerd worden hebben ze geen invloed op de doelen.

-1% 0

Vervoer. 15% 2% 2% Bedrijven en Diensten; 20% energie besparing.

27% 5,4%

Landbouw; isolatie en andere energie sparende maatregelen; 20% energie besparing.

5% 1%

Gas en elektriciteit uit mest zijn CO2 neutraal! Als we dit maximaal inzetten verkrijgen we hieruit 8,5% van het Eemnesser energie verbruik. Zie 5.4.1

0%

8,5%

Mestvergisting alleen voor nieuwbouwproject Zuidpolder.

1%

Zonnepanelen op boerderijen en stallen. Bijvoorbeeld: 12 boerderijen x 160 m2 geeft 235 MWh en een CO2 besparing van 0,14 kton of 0,3%

0,3%

Zonnepanelen wekken duurzame energie op en verminderen de CO2 emissie. Op 1000 woningen, 20m2 geeft 2350 MWh, en een CO2 besparing van 1,4 kton of 3%

3%

Rest 8% Totaal: 100% 4,4% 30%

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 21

Conclusie en Aanbevelingen. Helder is dat het tot nu toe vastgestelde beleid niet zal leiden tot de gewenste CO2 reductie van 25% in 2020. De indicatieve berekeningen in deze nota geven aan dat een doel van 25% CO2 reductie wel mogelijk is. Hiervoor zal maximaal moeten worden ingezet op:

1. energiebesparing bij bestaande woningen. Instrumenten: Communiceren, Informeren, Stimuleren en ondersteunen met financiering. Duurzaamheids lening en Energieloket;

2. energiebesparing bij bedrijfsgebouwen (inclusief agrarische bedrijven). Instrumenten:

Communiceren, Informeren, Stimuleren en ondersteunen met financiering. Duurzaamheids lening en Energieloket;

3. productie van duurzame energie uit mest. Instrumenten: Samenwerken,

Communiceren, Informeren, Stimuleren en ondersteunen met financiering. Duurzaamheids lening en Energieloket;

4. de installatie van zoveel mogelijk zonnepanelen op woningen, boerderijen en

bedrijfsgebouwen. Instrumenten: Communiceren, Informeren, Stimuleren en ondersteunen met financiering. Duurzaamheids lening en Energieloket;

5. energie neutraal bouwen van nieuwbouw woningen. Volledig afdwingen hiervan zal

moeilijk zijn. Samenwerking met de ontwikkelaars is daarom essentieel.

6. aanpassen van het Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid. Uitvoeringsprogramma “2011-2020”. Het Uitvoeringsprogramma dd november 2010 wordt geamendeerd en aangevuld op basis van de uitgangspunten van dit beleidsplan en tot 2013 uitgevoerd. De amendering en aanvulling betreft voor alle duidelijkheid de volgende zaken:

• Doelstelling voor CO2 reductie per 2020 wordt vastgesteld op 25 %. Daarmee moeten we de lat per 2013 ook hoger leggen, wij stellen voor een percentage van 7 % i.p.v circa 2 a 3 %

• Deze vergrote ambitie qua reductie zal moeten worden gevonden in de sectoren:

Huishoudens, Bedrijven, Verkeer en Vervoer, Overheid en Landbouw.

• Opwekking van duurzame energie zowel op niveau van de gemeentelijke organisatie als in en rond de woningen van de inwoners zal worden opgestart, gestimuleerd en financieel gefaciliteerd.

• Vermindering van het energieverbruik bij de huishoudens en bedrijven van 2% per jaar

gemiddeld (20% in 10 jaar)

• In 2011 zal het Energieloket worden geopend.

• Er zal een fors budget gereserveerd moeten worden om de stimuleringsmaatregelen uit te voeren (SVN leningen).

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 22

Bijlage 1: Co-vergisting zoals beschreven door DHV (bron: haalbaarheidsstudie 13-10-2010)

Co-vergisting mest, energie gewassen, VGI stromen,

en overige organische reststromen: 250 tot 2.000 kWe DHV berekening voor Eemnes:

Algemene resultaten Eenheid Jaar: 2014 Jaar: 2028

Aanbod biomassa ton nat, reëel ton/jaar

17.000

34.000

Aantal stuks vee nodig stuks vee/jaar

476

905

Aantal vrachtwagens/dag aantal/dag 5

9

Ruwe biogasproductie, netto m3/jaar 957.076

1.914.151

Aantal aansluitingen huishoudens E -

704

1.408

Aantal aansluitingen huishoudens W -

123

504

Totale investeringskosten € € 2.149.507 € 490.167

Jaarlijks exploitatieresultaat €/jaar € 229.966- € 254.240

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 23

Bijlage 2: kleinschalige pure mestvergisting produc tie-eenheden. (Bron: Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU 25-11-2010) Bijvoorbeeld: Microferm van HOST. http://www.host.nl/nl/microferm/ Host is marktleider in Nederland op het gebied van het ontwerpen en leveren van biomassa energie installaties. Enige tijd geleden zijn wij begonnen met het ontwikkelen van een nieuwe vergister technologie. Na deze technologie uitgebreid getest te hebben is zij nu marktrijp en hebben wij ons geoctrooieerd concept de naam Microferm gegeven. Vanuit de veehouderij heeft Host ontzettend veel interesse gekregen. Met deze unieke nieuwe compacte plug & play technologie, kan de klant elektriciteit en warmte opwekken met alleen haar eigen mest en is daarbij niet genoodzaakt co-producten aan te voeren. Met het vergisten van haar eigen mest wordt er tevens veel CO2 bespaard en worden methaanemissies tot bijna nul gereduceerd. Dit alles is een ontzettend grote winst voor het milieu en voor de klant.

Microvergisting Vergisting van 100% mest op bedrijfsschaal

Microferm: 120 m³ vergister en 62 kWe WKK

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 24

Voordelen: • Opwekking van eigen energieverbruik. • Geen co-stromen, maar eigen mest. • Vanaf 120 melkkoeien • Verwerken van dagverse drijfmest (hoogste energieopbrengst/laagste

emissies) • Emissie arme stallen (nagenoeg geen ammoniak en methaan) • Simpele techniek tegen een lage investering. • Verbeteren werkingsgraad mest/digestaat • Gepatenteerd concept met korte verblijftijden (8 – 12 dagen). • 2 modules, welke kant-en-klaar aangeleverd worden. • Bouwtijd ca. 4 werkweken. • 892 ton p/jaar minder CO2 uitstoot door vermijden CH4 uitstoot en verbranden

fossiele brandstoffen per installatie • Ruimtelijk inpasbaar, ook in open polder gebieden!

Economie Microferm Uitgangspunten:

• Melkveehouderij met ca.160 koeien incl. jongvee • 5.600 ton drijfmest p/j • Productie elektrisch is 434 MWh/j • Eigen verbruik elektrisch is 17 MWh/j • Verbruik boerderij elektrisch is 52 MWh/j • Verbruik aardgas voor warmte melkveehouderij 4.000 m3/j • Aardgas € 0,6 m3 • Prijs inkoop stroom € 0,12/kWh • Verkoop stroom met eigen gebruik warmte SDE € 0,171/kWh • Totale investering Microferm € 300.000 • Totale onderhoudskosten € 0,03/kWh installatie

Uitkomst:

• Opbrengst verkoop elektriciteit (365 MWhr x € 171) € 62.443 • Opbrengst vermeden inkoop elektriciteit (52 MWhr x € 120) € 6.240 • Opbrengst vermeden inkoop gas (4.000 m3 x € 0,60) € 2.400 • Totale opbrengst € 71.083 • Kosten onderhoud €13.034 • Terugverdientijd 5.2 jaar met “marktenergieprijs” € 0,171/kWh • Geen rekening gehouden met extra inkomsten uit CO2

reductie/klimaatcompensatie van ca. €13.380,= ( 892 ton a minimaal € 15,=)

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 25

Bijlage 3: kleinschalige raffinage Op dit gebied zijn er diverse ontwikkelingen. In samenwerking met LTO noord, DLG en de Universiteit Wageningen wordt er gewerkt aan een kleinschalige raffinage installatie waarin op boerderij niveau uit mest groen gas geproduceerd wordt van aardgaskwaliteit en zo aan het aardgasnet geleverd kan worden. Een van de leveranciers is: http://www.get-technologies.com/Agri_MoDEM Het nieuwe generatie vergistingsproces GET heeft thans een nieuwe generatie vergistingsproces ontwikkeld waarbij de nadelen van de eerste generatie vergisting wordt ondervangen. Overwegende voordelen van dit systeem zijn:

1. Totale reactorvolume bedraagt slechts 25-35% van de traditionele vergistingsprocessen. 2. Het systeem kan autotherm bedreven worden; externe verhittingsbronnen zijn niet nodig. 3. Verdubbeling van de biogasopbrengst (met CH4-gehalte tot 95% en laag zwavelgehalte). 4. Mineralen (fosfaat en ammonium) worden teruggewonnen als snelwerkende kunstmest

vervangende producten. 5. Vergistingresidu dat geschikt is als hoogwaardige biobrandstof of mineraalarme

bodemverbeteraar. 6. In combinatie met een aangepast stalconcept kan emissie van methaan uit de stal sterk

worden teruggedrongen. Met dit systeem kunnen uiteenlopende soorten natte organische stromen efficiënt en met een hoog rendement worden omgezet. Het proceswater wordt in een op het riool loosbare kwaliteit gebracht. Bij toepassing op de boerderij kan dit worden gebruikt voor reiniging van stallen. Het systeem is modulair opgebouwd. De modules zijn over de weg te vervoeren. In vergelijking met de traditionele vergisting heeft het systeem minimaal 20% hoger methaanopbrengst, en is het systeem naar verwachting ca. 3 maal zo efficiënt, zodat de specifieke investeringskosten zeer veel lager zullen zijn dan bij de thans toegepaste technieken. Realisatie De eerste unit is onder begeleiding van de landbouworganisatie LTO in de praktijk getest in de agrarische sector. Op basis van de resultaten daarvan is een model ontwikkeld voor de agrarische sector, dat mest en afvalstoffen op de boerderij kan raffineren. Het heeft een voldoende capaciteit voor een melkveebedrijf van ruim 200 stuks vee. De prijs zal naar verwachting zodaning zijn dat de terugverdientijd, afhankelijk van de situatie, tussen 3 en 7 jaar zal liggen Pluspunten: • Economisch rendabel zonder subsidie (terugverdientijd 7 jaar). • Eenvoudige aanvraag milieu-/bouwvergunning • Geen kelders nieuwbouw stallen • Bestaande kelders ombouwen • Vermindering transport van mest/digestaat/coproducten • Opgewaardeerd biogas kan rechtstreeks naar eindgebruiker • Geschikt voor co-vergisting (organische stof) • Bestemmingsplan niet aan hoeven te passen • Kleinschalig en toch duurzaam Eindproducten na raffinage: 1 m3 mest produceert na raffinage:

• N-P meststof (+ zwavelmeststof) • N-K meststof • Water (omgekeerde osmose) • Bestendige o.s (lignine) wordt gecomposteerd • 25-30 % verdampingswater • CO2 • 18-20 m3 (gezuiverd) biogas

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 26

Bijlage 4: Duurzame Energie Veenendaal-Oost (DEVO) (Bron: http://www.devo-veenendaal.nl/) Duurzame Energie Veenendaal-Oost (DEVO) is een lokaal energiebedrijf dat warmte en koude levert aan een wijk met 1.250 woningen. Comfortabel & voordelig wonen met duurzame verwarmi ng en koeling!

Uitgekiend maatwerksysteem. In de wijk Buurtstede, een onderdeel van het oostelijke uitbreidingsgebied van Veenendaal, zijn 1.250 woningen en circa 70.000 vierkante meter voorzieningen in ontwikkeling. In deze wijk is gekozen voor een hoge duurzaamheidsambitie, onder meer op het gebied van energie. Hiervoor is een collectief energiesysteem ontworpen dat uitgaat van onder andere warmtekoude-opslag in de bodem, een warmtekrachtinstallatie en gebruik van warmtepompen. De woningen en gebouwen in de wijk worden uitgerust met lagetemperatuurverwarming (vloerverwarming en wandverwarming). In de warme maanden worden de woningen en gebouwen via ditzelfde systeem gekoeld. De warmtekrachtinstallatie levert onder andere warm tapwater. De capaciteit van de bron, de warmtepompen en de warmtekrachtinstallatie zijn op de energiebehoefte van deze wijk gedimensioneerd. Er komt geen aardgasnet. Het maatwerksysteem is mogelijk geworden door hiervoor een lokaal energiebedrijf op te richten: Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV (DEVO). De voordelen. Door de energievoorziening decentraal te arrangeren en door echt maatwerk te leveren, is optimalisatie mogelijk, zowel financieel als in milieuopzicht. In de eerste plaats leidt het systeem tot een CO2-reductie van 60 procent vergeleken met een traditionele situatie. In de tweede plaats profiteren de bewoners van comfortvoordelen: aangename warmte in de winter en koeling in de zomer. Er zijn geen eigen cv-ketels die onderhoud met zich meebrengen. De meerkosten voor vloer- en wandverwarming worden deels gecompenseerd door de mogelijkheid van een groene hypotheek. In de derde plaats heeft DEVO een beperkt winstoogmerk, waardoor zij kan garanderen dat de afnemers 15 procent goedkoper uit dan in traditionele gasgestookte nieuwbouwwoningen (maximaal 85% van het niet-meer-dan-anders principe). De winst die DEVO daarnaast realiseert, gaat naar een revolving fund waarmee continuïteit wordt gewaarborgd en vervolginitiatieven kunnen worden gefinancierd. Afnemers zitten niet aan DEVO vast, maar de verwachting is dat de lage prijs en de duurzaamheid voldoende zijn om de inwoners van de wijk als klant te behouden. De organisatieDEVO is een publiekprivate samenwerking. De aandeelhouders van DEVO zijn de gemeente Veenendaal, het ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost en Quattro Energie BV. Deze laatste is een initiatief van De Smalle Akker BV, LATEI projectontwikkeling en Patrimonium woonstichting. De aandeelhouders hebben ingestemd met een rendement op hun aandeel van maximaal 10 procent. De Triodos Bank heeft de oprichting van DEVO gefinancierd. Heijmans Infra heeft opdracht gekregen voor het ontwerp, de realisatie en het dertigjarig onderhoud van het energiesysteem. Dit bedrijf is geselecteerd op kosten en op aanvullende energiebesparende of duurzame oplossingen, zowel in het ontwerp als later, tijdens de exploitatie. Meer info: http://www.devo-veenendaal.nl/

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 27

Bijlage 5: Duurzame Energie: Zonnepanelen De prijs van zonnepanelen is gedaald tot een niveau waarop eigenlijk geen subsidie meer nodig is. De terugverdien tijd van een installatie ligt rond de 10 jaar en deze gaat 30 jaar mee! Bekijk eens de initiatieven van http://www.wijwillenzon.nl/ Voor € 6439,11 (incl. btw en transport) koop je 16 zonnepanelen met toebehoren 16 zonnepanelen 185 Wp totaal 2960 Wp = 2500 kWh per jaar besparing van 563,- per jaar

Voor heel Eemnes (met wat minder zon dan Las Vegas) zou een weiland van 4 ha ruim voldoende zijn!

Solar park in Tsjechië (2009).

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 28

Bijlage 6: Convenant Huurwoningen. (Bron: AEDES) Convenanten energie: 'Energiebesparing Corporatiese ctor' 14 september 2009

In het Convenant Energiebesparing Corporatiesector (energieconvenant) - bekrachtigd door Aedes, de Woonbond en de ministeries van VROM en WWI - staat een aantal ambitieuze doelstellingen voor energiebesparing. Corporaties en huurders huurders pakken dit samen op ondersteund door het rijk. Centraal in de aanpak staat dat het draagvlak onder huurders voor energiebesparing moet worden vergroot. Om dat te bereiken krijgen huurders een woonlastenwaarborg. Dat is de garantie dat op wooncomplexniveau de verlaging van de maandelijkse energiekosten als gevolg van de energiebesparende maatregelen, groter is dan de huurverhoging. Huurders gaan er dus op vooruit, omdat hun woonlasten lager zullen uitvallen, terwijl corporaties door de huurverhoging juist ruimte krijgen voor investeringen. Voor de bestaande bouw is het de bedoeling in de komende 10 jaar ten minste 20 procent te besparen op het gasverbruik. Voor nieuwbouw is de doelstelling het energieverbruik per 1 januari 2011 te verlagen met 25 procent. Vanaf 1 januari 2015 moet dat 50 procent zijn. Aedes en Woonbond hebben als doel om bij ingrijpende woningverbetering de woningen op het niveau van Energielabel B te brengen (of het Energielabel na woningverbetering met minimaal twee klassen te verbeteren). Lokaal overleg Aedes en de Woonbond hebben gekozen voor de aanpak waarin zij de kaders aanreiken, die lokaal door woningcorporaties en huurdersorganisaties worden ingevuld. Op lokaal niveau maken partijen afspraken over de aantallen woningen die worden aangepakt en over het tijdsbestek waarin dat gebeurt. Ook het rijk staat achter het energieconvenant voor de corporatiesector. Er ligt momenteel een wetsvoorstel om de energieprestatie van woningen in het Woningwaarderingsstelsel (WWS) op te nemen. Dit voorstel wordt zodanig aangepast dat verhuurders erdoor worden gestimuleerd de energieprestatie van hun woningen te verbeteren. Aedes en Woonbond zullen daar nauw bij worden betrokken. Dankzij het convenant Energiebesparing Corporatiesector kan een forse energiebesparing in de sociale huursector gerealiseerd worden die gevolgen heeft voor 2,4 miljoen huishoudens. Met het sluiten van het convenant voor de corporatiesector sluit Aedes zich aan bij het convenant Energiebesparing bestaande gebouwen (Meer met Minder) en het Lenteakkoord Energiebesparing in de nieuwbouw. http://www.aedesnet.nl/content/artikelen/achtergrond/unknown/dossier-energie-en-duurzaamheid/energie.xml

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 29

Bijlage 7: Voorbeelden Energieloket en Duurzaamheid lening. Een voorbeeld uit de gemeente Deventer: http://www.verbeterenbespaar.nl/

Meer info over de duurzaamheidlening: http://www.svn.nl/site/nl-nl/Consument+Zakelijk/Duurzaamheidslening/Duurzaamheidslening.htm

Klimaatbeleidsplan 2011-2020 Eemnes Januari 2011 30

Bijlage 8: Begrippen. CO2 reductie CO2-reductie is het streven om de uitstoot van het broeikasgas CO2( kooldioxide) te verminderen. CO2 is het belangrijkste broeikasgas, is een geur- en smaakloos gas dat van nature in de lucht voorkomt en vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen (olie,aardgas, steenkool). CO2-neutraal Wanneer gesproken wordt over CO2-neutraal betekent dit dat de CO2-uitstoot volledig wordt gereduceerd of gecompenseerd. Overige broeikasgassen zoals b.v. methaan worden buiten beschouwing gelaten. Klimaatneutraal. De term klimaatneutraal wordt gebruikt om aan te geven dat bepaalde activiteiten geen negatief effect hebben op het klimaat. Dat kan met name betrekking hebben op een sterke reductie van de uitstoot van broeikasgas of door compensatie. Energieneutraal Wanneer wordt gesproken over energieneutraal, betekent dit dat alle energie die binnen een gemeente ( of gebouw) wordt gebruikt , binnen deze gemeente( of dit gebouw) duurzaam wordt opgewekt. Duurzame energie Duurzame energie is energie die is opgewekt met behulp van bronnen die hernieuwbaar of niet uitputbaar zijn. Dat wil zeggen: duurzame energie is opgewekt uit bronnen die niet op kunnen raken zoals zonne-energie, windenergie,waterkracht, biomassa, aardwarmte. Duurzame ontwikkeling Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te kunnen voorzien. Wat is biomassa? Biomassa is een verzamelnaam voor organische (natuurlijke) afvalproducten. Denk bijvoorbeeld aan mest, vetten, houtsnippers, rioolslib of dood plantenmateriaal. Het materiaal kan op twee manieren worden omgezet in nuttige energie: De koolstofcyclus Biomassa bestaat voor een belangrijk deel uit koolstof. Dat komt door planten die atmosferische CO2 (broeikasgas) door fotosynthese omzetten in bouwstenen als cellulose en glucose. Als een plant doodgaat, komt de koolstof via het rottingsproces of via de spijsvertering van dieren of mensen langzaam maar zeker in gasvorm (methaan en/of CO2) terug in de atmosfeer. Dit hele proces wordt de koolstofcyclus genoemd. De verbranding of vergisting van biomassa Bij de verbranding of vergisting van biomassa worden de complexe organische koolstofverbindingen eigenlijk versneld verbroken. De koolstof reageert met zuurstof tot stikstofdioxide (CO2) en ontsnapt direct de atmosfeer in. Door biomassa te verbranden, wordt de koolstofcyclus dus eigenlijk kortgesloten. Hierbij komt niet meer of minder CO2 vrij dan via natuurlijke afbraak. Verbranding of vergisting van biomassa kan dus worden beschouwd als een CO2-neutraal proces. EPC EPC staat voor Energie Prestatie Coëfficiënt. Dit is één getal dat op basis van de eigenschappen van het gebouw iets zegt over de energie-efficiëntie van een gebouw. Dit getal wordt berekend volgens de Energie Prestatie Norm (EPN). Deze maakt sinds 1995 deel uit van het Bouwbesluit. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met zaken als isolatiewaarde van wanden, vloeren en beglazing, maar ook met kierdichting, ventilatiesystemen, zonnecollectoren en zonnecellen. Hoe lager het EPC-getal, hoe energiezuiniger het ontwerp van de woning. Sinds 1 januari 2006 is de maximaal toegestane EPC-waarde voor nieuwbouwhuizen verlaagd van 1,0 naar 0,8. Dat betekent dat alle woningen waarvoor sinds 1 januari een vergunningsaanvraag is ingediend, aan deze nieuwe waarde moeten voldoen.