Kind vak 2011b - martin valenkamp

33
Studentenprogramma KindVak 2011 VNU Exhibitions Drs. Martin Valenkamp

Transcript of Kind vak 2011b - martin valenkamp

Page 1: Kind vak 2011b - martin valenkamp

StudentenprogrammaKindVak 2011

VNU Exhibitions

Drs. Martin Valenkamp

Page 2: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Spelen en hoe pas ik dit toe in de praktijk?

1. Wat is spelen en wat zijn kenmerken van spelen?2. Wat is de zin van spelen?3. Hoe ontwikkelt zich het spelen bij het kind?4. Wat willen we pedagogisch met het spelen?

Om bovengestelde vraag te beantwoorden moeten pedagogische professionals allereerst de volgende vragen beantwoorden:

Page 3: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Definitie van spelen, of:wat is spelen / spel?

• In dit 1ste deel van de sheets gaat het over de vraag wat spel en spelen is?

• Mensen die professioneel met kinderen omgaan moeten op die vraag een antwoord hebben, want hun pedagogiek en didactiek hangt daarvan af.

QuickTime™ en eenTIFF (LZW)-decompressor

zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.

Page 4: Kind vak 2011b - martin valenkamp

DEFINITIE VAN SPELEN?

• VAN DALE:– Bezigheid die zonder enig praktisch nut, alleen om haars zelfs wil, tot

vermaak of ontspanning wordt verricht, waarbij enig competitie element of verbeelding is betrokken.

– het tegenovergestelde van ernst (het is maar spel) maar voor kinderen is spel soms een ernstige zaak

• WAT DENK IK?– spelen is dingen doen waar je zin in hebt, – zolang je dat zelf wilt, – zonder iets speciaals te willen bereiken,– zonder dat iemand tegen je zegt dat jouw spel, jouw spelen op díe manier

gespeeld moet worden! – Vrij en – ogenschijnlijk – zonder nut of doel is het spelen, maar het is een

bezigheid die door de speler op zich als waardevol wordt beleefd.

Page 5: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Kenmerken van spelen

Spontaan, Vrijwillig, Intrinsieke motivatie tot spelen,Zonder “doel” of “resultaat” buiten het spelen zelf,Levert plezier op,Even los van de dagelijkse leefwereld / doen alsof,Je kunt je er in verliezen / tijd “verliezen” / er in

opgaan,Omvormen van betekenissen.Binnen een veilige omgeving

Page 6: Kind vak 2011b - martin valenkamp

De zin van spelen?

• In dit 2de deel van de sheets gaat het over de vraag waarom mens, kind (en dier) spelen? Wat is de zin van spelen, spel en speelgoed?

• Mensen die professioneel met kinderen omgaan moeten op die vraag een antwoord hebben, want hun pedagogiek en didactiek hangt daarvan af.

QuickTime™ en eenTIFF (LZW)-decompressor

zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.

Page 7: Kind vak 2011b - martin valenkamp

De zin van spelen? Spel als basisbehoefte van mens en dier• Spelen is voor iedereen, van wieg tot het

graf, een levensnoodzaak en een menselijke dus ook een kinderlijke basisbehoefte. WAAROM DAN?

• Het spelen van mens en dier is - in principe - oefening

• in leven en groot worden.

Page 8: Kind vak 2011b - martin valenkamp

De zin van spelen?- Een paar opvattingen -

• S. FREUD: spelen is bevredigen van behoeften die in de realiteit worden belemmerd of niet mogen.– SPEL = WENSVERVULLING: in spel kan kind zijn innerlijk

gekoesterde wensen in vervulling laten gaan. – SPEL = ROLKEUZE: we spelen de rol van wie we bewonderen, leuk

vinden, of ook waar we bang voor zijn (bijv. het spelen van een agressief dier).

• J. PIAGET: spel staat in dienst van de verstandelijke ontwikkeling van het kind;

• W. BLADERGROEN: spel is het oefenen van menselijke functies.

Page 9: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Hoe ontwikkelt zich het spelen bij het kind?

• In dit 3de deel van de sheets gaat het over ontwikkelings-psychologie

• Om goede pedagogische en didactische uitspraken te kunnen en te mogen doen is ontwikkelingspsychologsche kennis én ontwikkelings-psychologische kennis van spel- en spelontwikkeling noodzakelijk.

• Gelet op de doelgroep van KindVak beperk ik mij tot de leeftijd van 0 t/m 4 jarigen.

Overzicht motorische mijlpalen, Netelenbos 1999 in Vermeer, A. & Beks, C. (1993b). Modellen met betrekking tot de motorische ontwikkeling van verstandelijk gehandicapten. In Vermeer, A. & Brink, C. van den (1993). Bewegingsonderwijs aan verstandelijk gehandicapten. Baarn, Uitgeverij Bekadidact.

Page 10: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Ontwikkelingspsychologie:Spel bij baby’s en peuters

Babyperiode van 0 tot 24 maanden:– Mens is vanaf geboorte geïnteresseerd in ander mens (moet

het wel zijn wil het overleven). Spel start als interactie tussen moeder / vader en kind.

– De eerste spelletjes zijn communicatiespelletjes tussen moeder / vader en kind: geluidjes maken, glimlachen gericht op reacties ontlokken.

– Verder: spelen met de wat grijpbaar is: vast pakken, loslaten, kijkend volgen van mensen, dieren en dingen, enz.

– Omdat dit spel plezierig is zal het kind dit soort spel voortzetten ook bij de afwezigheid van de ouders, mits het zich emotioneel tevreden en veilig voelt.

– Veilig gehecht zijn is als basis nodig voor het tot spel komen en (min of meer) alleen de wereld in durven / exploreren.

Page 11: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Manier van spelen (1ste 5 mnd.)

• Eerste wat een baby kan is zichzelf bewegen en ergens naar kijken.– Bewegingsspel is dan ook de eerste vorm van spelen:

overgang van reflexmatig (onwillekeurig) bewegen naar gestuurd bewegen (willekeurig). • Kind gaat ook als het alleen is dingen bekijken: bewegende

dingen volgen bijvoorbeeld een mobiel, bewegende takken, licht, bewegend gordijn.

– Kijkbeweging is hiervan eerste vorm: het gezicht van moeder/vader is voor de baby het eerste “speelgoed”. Kind geniet van wat het ziet / en van het herkennen bij weerzien.• Het eigen lichaam levert kind veel spelmateriaal: naar eigen

handen en benen kijken (het weet nog niet dat deze bij hem/haarzelf horen).

Page 12: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Manier van spelen (1ste 5 mnd.)

• Rond 5 weken gaat een baby uitgebreidere bewegingen op eigen initiatief vertonen:– Trappelen met zijn benen– Uit het zwaaien met armen ontwikkelt zich langzaam het reiken en weer later het

grijpen– De hand naar de mond brengen

• Rond 4 maanden: het kind ontdekt een samenhang tussen de eigen bewegingen en zijn waarneming daarvan– Vervolgens: kijken en reiken vindt steeds gecoördineerder plaats.– Als het vermogen tot grijpen zich ontwikkelt --> kan het kind de wereld naar zich toe

halen, waardoor diens wereld groter wordt.– In staat tot andersoortig spel, namelijk: het senso-pathisch spel: kind gaat allerlei

voorwerpen aanraken en geniet van de aanrakingen (betasting). Veel naar de mond brengen en er aan likken (orale fase).

Page 13: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Manier van spelen (de 1ste 5 mnd.)

Van lichaamsnabije naar een lichaamsafstandelijke oriëntatie

3-deling:• proeven & ruiken• voelen moeilijk dingen niet aan raken• zien & horen hoe oriënteert een kind zich op iets dat

het niet kent? --> voorkeur zegt iets over het ontwikkelingsniveau.

• Uit senso-pathisch spel ontwikkelt zich het hanterend spel: al spelend met dingen gaat kind kenmerken van de dingen ontdekken, het gaat overeenkomsten, verschillen (bijv. balletjes / blokjes rollen / stapelen, enz.) zien / waarnemen.

Page 14: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Manier van spelen (van 5 mnd. tot 2 jaar)

• 9 maanden: dingen oppakken - in mond stoppen, likken - er mee zwaaien en/of slaan.

• 12 maanden: oppakken - kijken - in mond stoppen - iets speciaals mee doen bijvoorbeeld weg leggen / naast iets anders leggen (verschuiven, van zich af / naar zich toe/ergens in / onder stoppen).

• 15 maanden: mogelijkheden veel meer vooraf onderzoeken - het doen wordt maken en met meer dan één voorwerp tegelijk spelen.

Page 15: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Manier van spelen (van 5 mnd. tot 2 jaar)

• 18 - 20 maanden: torentje bouwen, met duplo bouwen zijn nog louter vormen (het is wat het is en staat nog niet symbool voor iets anders) dus eigenlijk geen toren bouwen, maar blokken op elkaar stapelen.

• Vanaf 18 maanden: nu ontstaat het ruimtelijk schikken - esthetisch spel - plezier in het maken van een mooie rij, of een hele lange rij, of een mooi plaatje maken.

• Overstap naar koppeling met verbeelding: functioneel spel:• met autootjes spelen.• met speelgoed borsteltje zogenaamd haar kammen.• doen waar de dingen min of meer voor bedoeld zijn (eidetisch).• voorloper van symbolisch spel (materiaal hoeft zelf niet verwijzend te

zijn, bijv. een blokje is een boot).

Page 16: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Het peuterspel: 2 - 4 jaar• Een peuter heeft al een heleboel geleerd:

– Leren lopen (16 maanden --> leidt tot totaal nieuwe kijk op de wereld kan nu zelf op mensen, dieren en dingen stappen.

– Een eigen ik: ik wil het zelf doen! (of niet doen!)– Taal als middel om te communiceren– Zindelijk-zijn– Mensen leren kennen (naast ouders, opa en oma,

“vriendjes” en “vriendinnetjes”, enz.).– Voor een peuter is alles spel: aankleden, eten, wassen,

tandenpoetsen, naar bed gaan, enz.

Page 17: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Het peuterspel: Manier van spelen (van 2 tot 4 jaar)

• Bewegingsspel:– Kunnen lopen, rennen, klimmen, klauteren, trappenlopen, enz. zijn zulke

fantastische mogelijkheden, dat peuters er volop van willen genieten.– Op een 3-wieler achter een andere 3-wieler aan fietsen: fietsen om het

fietsen, op bed dansen; schommelen, op de wip of draaitoestellen, enz.

• Peuters genieten van bewegingsspelletjes met volwassenen:– omhoog gegooid worden– rondslingeren– verstoppertje spelen (vervolg op kiekeboe)– pakkertje

Page 18: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Het peuterspel: Manier van spelen (van 2 tot 4 jaar)

• Peuters kunnen hun energie nog niet verdelen. OP = OP (op trap of onder keukentafel in slaap).

• Ook ontdekken ze speciale lichaamssensaties;• snel ronddraaien en genieten van draaierig gevoel;• op je dichte oogbollen drukken voor mooie patronen;• een oog dicht knijpen levert ander beeld op dan andere oog;• dubbel zien;• onder je benen door kijken (ziet de wereld er heel anders uit).

• Peuters genieten ook van veel bewegend spel met andere peuters: rennen, stoeien en dollen.

Page 19: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Het peuterspel: Senso-pathisch spel: (2 - 4 jr.)

• Spelen met ongevormd materiaal: – Water, (golven maken) zand (door je vingers laten

lopen), modderpapje maken, verf, klei.– Peuter houdt van in plassen springen, van schoppen

tegen herfstbladeren, blikjes, ballen, enz.– Ongevormd materiaal geeft grote vrijheid (kan alles

worden) levert ook boosheid op als het niet in de gewenste vorm komt/blijft (bijv. zand stort in of water loopt weg). Maar er is ook een gevaar, n.l. dat een kind zich in het materiaal verliest: het laat zich niet herhaalbaar vormen.

– Centraal staat het plezierig gevoel, niet het eindproduct.

Page 20: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Een paar tussenopmerkingen

Het 4de deel van de sheets gaan over een paar noodzakelijke tussenopmerkingen over de gebieden waarop spelen inspeelt en van waaruit spelen gestuurd wordt.

Page 21: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Cognitieve ontwikkeling en spel• Spel verbreedt de ervaringswereld van het kind. • Spelen leert kind de mogelijkheden kennen van speelgoed door

te ontdekken, te exploreren en het manipuleren van speelgoed.• Spel biedt het kind de mogelijkheid te experimenteren in een

veilige setting. Ervaringen die het kind zo en ook via de dagelijkse leefwereld/praktijk opdoet, worden in het spel verwerkt op eigen ontwikkelings-, verstandelijk en emotioneel niveau.

• Door dit alles ontstaat meer grip op en meer begrip van die ervaringen en groeien zodoende de cognitieve vermogens.

• De symboolontwikkeling die samenhangt met de taalverwerving en toenemend abstractie vermogen wordt gestimuleerd door het net alsof spel.

Page 22: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Emotionele ontwikkeling en spel• Spannende of beladen ervaringen kunnen veilig

uitgespeeld worden zonder dat er echt iets gebeurt wat verstrekkende gevolgen heeft. Terwijl toch het gevoel dat door deze ervaringen opgeroepen wordt door het kind wordt beleefd.

• Ook kan het kind onbewuste en onbestemde gevoelens in zijn spel kwijt. Het kan bij zichzelf en anderen emoties leren herkennen.

Page 23: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Sociale ontwikkeling en spel

• Sociale rollen worden geoefend in rollenspel en door samen te spelen.

Trivial Pursuit Wedden dat je ‘t weet

• Door zich te verplaatsen in een andere rol leren kinderen zich te verplaatsen in andere mensen (voorwaarde voor een goede morele ontwikkeling- en moreel oordeelsvermogen).

Page 24: Kind vak 2011b - martin valenkamp

De spelvormen? • In dit 5de deel van de sheets

gaat het over de verschillende spelvormen en hun begeleidingsmogelijkheden.

• Mensen die professioneel met kinderen omgaan moeten die vormen kennen om hun mogelijkheden en onmogelijkheden in de beroepspraktijk toe te passen.

Page 25: Kind vak 2011b - martin valenkamp

De spelvormen (1)

HET HANTEREND SPEL:• Het levensthema van peuters is: separatie-

individuatie / binding / autonomie. Dat zie je terug in hun spel, bijv. in manipulerend spel veel– verstoppen en weer terugvinden– speeltjes in dozen stoppen en er weer uit halen

• HANTEREND SPEL: – a) manipulerende vorm, – b) construerende vorm

Page 26: Kind vak 2011b - martin valenkamp

De spelvormen (2)

HET REGELSPEL:• bij dit spel spelen de kinderen met

zelfbedachte regels of een spel wat ze geleerd hebben thuis of in de groep of schoolklas. Denk hierbij aan tikkertjespelen.

• Heel eenvoudige beurtspelletjes ook vanaf 12 à 15 mnd.

Page 27: Kind vak 2011b - martin valenkamp

De spelvormen (2)

HET FUNCTIONELE SPEL:• Materiaal op gebruikelijke wijze benutten

Van steeds meer materiaal worden eigenschappen herkend en gebruikt.

HET CONSTRUCTIESPEL:• Materiaal op ongebruikelijke wijze benutten

Bijv. blokken vanuit manipulerend spelen nu meer naar ”iets” (om)vormen (“Umgestalten”). Het gaat - bijv. - een toren worden.

Page 28: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Symbolisch spel• Handelingen uitvoeren in de net alsof

sfeer spelend omgaan.Bijv.: je “slaapt”; je “ wast” je zonder met echt water te wassen.Bijv.: rondlopen / rijden met pop; aan- en uitkledenTweede helft van 2de jaar: eerst op zichzelf toepassen; later met dingen erbij en weer later op anderen en op objecten toepassen.

• Net-alsof spel: handelingen en materiaal staan in het teken van een “spelthema”.

Vanaf 2 - 3 jaar.Bijv. Aan-/uitkleden staan in teken van het spelen dat je naar bed gaat.Een rij stenen is niet zomaar een rij stenen, maar een gebouw in wordingDe net-alsof-wereld wordt meer persoonlijk van aard.

Page 29: Kind vak 2011b - martin valenkamp

SPELNIVEAU ONTWIKKELINGS-GEBIED

BEGELEIDINGSVORM

Lichamelijke ontwikkeling:

Motorieklichaamsbeheersing

Cognitieve ontwikkeling

Emotionele ontwikkeling

Sociale ontwikkeling:Relatie met ouders/ opvoedersRelatie met leeftijdsgenoten

Bewegingsspel

Sensopathisch spel

Hanterend: manipulerend spel

Hanterend: constructiespel

Esthetisch spel

Illusief spel: functioneel/imitatie spel

Illusief spel: fantasiespel

Regelspel

Volgend

Volgend waar mogelijkLeidend waar nodig

Leidend / directief

Page 30: Kind vak 2011b - martin valenkamp

BegeleidingsmogelijkhedenBegeleidingsinbreng

1. Voorwaardenscheppend• Ruimte uitnodigend maken• Spelmateriaal en eventueel hulpmiddelen vooraf klaarzetten

(kaartjes voor volgorde, grondplaten)• Uitnodigen om te komen spelen

2. Basishouding• Volwassenen naar de grond• Dicht bij het kind blijven• Volgen waar het kind mee bezig is

3. Aansluitend / steunend• Na het volgen van het kind, nu aansluiten bij hetgeen het kind

zelf speelt• Steunen in haar/zijn spelideeën• Ombuigen van het spel om meer inhoud en betrokkenheid te

krijgen (bijv. als het kind gaat “rommelen” met het materiaal)• Eventueel nieuwe spelideeën aanreiken wanneer die passen in

het oorspronkelijke spel van het kind.

Page 31: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Vervolg begeleidingsinbreng

4. Opzetten» Aanbieden van een nieuw spelthema» Hierbij gebruik maken van afgepast materiaal» Laten imiteren en vervolgens herhalen» Wanneer een thema enigszins eigen gemaakt is, weer

volgen en aansluitend spelen

5. Verdiepen/verbreden» Inbrengen van gevoelens in het spel van het kind die

passend zijn in zijn/haar spel» Inbrengen van meer materiaal» Verschillende thema’s achter elkaar laten spelen.

Page 32: Kind vak 2011b - martin valenkamp

Begeleidingstechnieken1. Bevestigen en belonen2. Helpen (praktisch)3. Structureren:

» Vooraf materiaal klaarzetten» Ruimte, tijd en materiaal afbakenen» Volgorde plaatjes gebruiken» Gebruik maken van ondergronden en voorbeeldbouwwerken» Benoemen thema en volgorde handelingen

4. Verwoorden:» Samenvatten, ordenen, verbanden leggen, anticiperen: vooruit lopen op

spelhandelingen» Geluiden maken om het beleven te verdiepen (m.n. bij sensopathisch

spel)» Gevoelens en gedachten verwoorden

5. Stimuleren:» Opgangbrengen van spel» Uitbreiden met materiaal en thema’s» Stimuleren lichamelijke betrokkenheid» Nieuwe spelideeën geven

6. Afremmen + ingrijpen

Page 33: Kind vak 2011b - martin valenkamp

• Op dit moment ben ik lid en woordvoerder van de Jury voor de Verkiezing van het Speelgoed van het Jaar. Zie: www.speelgoedvanhetjaar.nl

• Nadere informatie over mij op:www.valenkamp.com

M. ValenkampZaanden 4Nieuw-Vennep

Drs. M. Valenkamp

Oud-docent Sociale ethiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en oud-docent Pedagogiek aan de Hogeschool Inholland te Amsterdam

Wie ben ik?