Kies je eigen koers - Proeftuin Krimpenerwaard · Energieproductie onderdeel maken van het...

24
Kies je eigen koers Perspectieven voor agrarisch landgebruik met meerwaarde

Transcript of Kies je eigen koers - Proeftuin Krimpenerwaard · Energieproductie onderdeel maken van het...

1

Kies je eigen koers Perspectieven voor agrarisch

landgebruik met meerwaarde

164 bedrijven

14.063 melkkoeien

± 111.941.480 liter melk totaal

± 86 Koeien per

bedrijf

± 700.000 liter melk per bedrijf

8.000 ha grasland

in gebruik

± 14.000 liter melk per hectare

± 8.000 liter melk per koe

Melkveehouderij in de Krimpenerwaard

3

De boeren in de Krimpenerwaard zijn gewend aan uitdagingen die op hun pad komen. Met de lange smalle kavels, het hoge waterpeil en de smalle weggetjes is het niet altijd even makkelijk boeren. Maar met vasthoudendheid, de goede arbeidsethos en gewend aan het water, hebben zij zich altijd weten aan te passen. En vanuit een hechte sociale gemeenschap hebben zij met trots vorm gegeven aan een mooi gebied dat zich onderscheid met nog relatief veel zelfkazende bedrijven.

De huidige uitdagingen en opgaven zoals klimaatverandering, bodemdaling en behoud en ontwikkeling van natuur, doen een stevig beroep op het aanpassingsvermogen van het gebied en de agrarische ondernemers. Het vraagt ondernemerschap, creativiteit en gemeenschapszin: “hoe organiseren we het met elkaar”. Vanuit eigenheid en trots de ‘rijkdom’ van het gebied benutten en verwaarden, dát is de uitdaging. Een goed verdien- model moet daarbij het uitgangspunt zijn.

Het schetsenproject van Proeftuin Trots op de Krimpenerwaard visualiseert 9 perspectieven voor de landbouw in de Krimpenerwaard. Deze perspectieven, of combinaties daarvan, dienen als inspiratie om bewuste stappen naar de toekomst te zetten. Uiteindelijk maakt

de ondernemer de keuze die het best bij hem als persoon en zijn bedrijfsomstandigheden past. Naast de individuele richting is het ook van belang om samen een richting te ontwikkelen, ontdekken en organiseren, passend bij het gebied. Verscheidenheid voor één Krimpenerwaard.

Met dit boekje willen we ‘de boer op’. Letterlijk aan de keukentafel in gesprek gaan over de bedrijfsontwikkeling die kloppen bij de onder-nemer en het gebied. Zulke gesprekken kunnen nieuwe inzichten en kansen opleveren. Het zou mooi zijn als het een beweging in gang zet waarmee we antwoorden hebben op de uitdagingen en opgaven. Een beweging die leidt tot een passend toekomstperspectief voor u en uw bedrijf. Ik voorspel een grote, blijvende verscheidenheid aan type bedrijven die recht doet aan de waarde van de Krimpenerwaard.

Juist in die verscheidenheid kunnen we de kracht van het gebied en haar ondernemers tot zijn recht laten komen. Ik wens u veel inspiratie en positieve gesprekken naar aanleiding van dit boekje. “Verscheidenheid voor één Krimpenerwaard”

Sjaak HoogendoornVoorzitter Stuurgroep Proeftuin Trots op de Krimpenerwaard

Voorwoord

Eén in verscheidenheid

± 14.000 liter melk per hectare

Inleiding 1. Blijven doen wat je doet 2. Zuivel met toegevoegde waarde 3. Biologisch of 100% grass-based4. Lokaal of regionaal produceren5. Energieleverancier6. Andere voedselstromen en gewassen7. Recreatie en zorg8. Hogere waterstand9. Stoppen, en hoe verder?

Inhoudsopgave

56810121416182022

5

Hoe kunnen we agrarisch grondgebruik in de Krimpenerwaard in balans en tot waarde brengen, voor de ondernemer en het gebied? Balans als het gaat om productie, waterhuishouding, bodemdaling, klimaat, biodiversiteit en de eigenheid van de Krimpenerwaard. Waarde in de zin van gezond economisch toekomstperspectief en werkplezier voor agrariërs, nu en later.

ToekomstperspectiefIn Proeftuin Trots op de Krimpenerwaard onderzoeken en ontwikke-len we samen met melkveehouders, de keten, samenleving en markt toekomstperspectieven, gebaseerd op de principes van adaptieve landbouw. Dat betekent kort gezegd agrarisch ondernemen aanpas-sen aan veranderende omstandigheden, met focus op: • productiemiddelen (zoals bodem, koe, water) in plaats van

productie• grondgebonden werken en het minimaliseren van externe invoer• samenhang tussen alle facetten van het melkveebedrijf• optimale benutting van eigen middelen• maatschappelijke verbondenheid

Kansen zienKlimaat, bodemdaling, natuur en biodiversiteit; de opgaven zijn divers. En zijn nauw verweven met regelgeving, kosten, arbeid, maatschappelijke eisen en marktomstandigheden. Dat kan lastig zijn, maar ook nieuwe kansen bieden en prikkelen tot anders kijken; naar jezelf, je bedrijf en je omgeving. En naar ondernemerschap in het Groene Hart, een uniek gebied. Met potentie voor melkveehouders om te ‘verbreden’ tot aanbieder van bijzondere zuivel, recreatie, zorg, energie en nieuwe gewassen of producten. Perspectieven die we letterlijk hebben ‘geschetst’ en kort toegelicht.

Keuzes makenMet sommige perspectieven zijn melkveehouders al actief aan de slag. Alleen, of samen met anderen hebben zij keuzes gemaakt. Want daar begint het mee; welke kant wilt u op met uw bedrijf en wat is daarvoor nodig? Dit boekje biedt geen kant-en-klare bedrijfsmo-dellen. Wél laten de geschetste perspectieven meerwaarde, kritische succesfactoren en mogelijke koppelkansen zien. En welk perspectief voor welk type ondernemer/bedrijf zou (kunnen) passen.

Waar ziet u kansen?

Inleiding

7

WATVoortzetten van het huidige bedrijfsmodel. Hetzelfde blijven doen in veranderende omstandigheden levert andere resultaten op dan voorheen. Naar verwachting zullen opbrengsten dalen en kosten stijgen. Daarnaast komt er meer druk vanuit maatschappij om aan maatschappelijke doelen te voldoen.

MeerwaardeBeperkte meerwaarde.

Voor Wie?Blijven doen wat je doet kan een keuze zijn voor bedrijven waar geen opvolging is. En voor bedrijven die geen meerwaarde of perspectief zien in waardecreatie rondom melk.

Wat maakt het spannend?Door hogere eisen aan productie en product een lagere melkprijs of beperktere afzet. Geen aansluiting bij nieuwe ontwikkelingen en kennis. En daarmee impact op werkplezier.

Blijven doen wat je doet

9

WATProduceren volgens de duurzaamheidsrichtlijnen (KPI’s) van Stichting Milieukeur (SMK/PlanetProof/BeterLeven keurmerk). Voor melkveehouders in de Krimpenerwaard is vooral ontwikkeling op de klimaat- en stikstof KPI’s nodig. De kwaliteitslijn van Royal- FrieslandCampina (RFC) geeft al een stevige aanzet in die richting. Met enige inspanning zou zo’n 60% van de bedrijven die leveren aan RFC kunnen voldoen aan de SMK-richtlijnen.

MeerwaardeDe KPI’s sturen op een positieve ontwikkeling op de bedrijven als het gaat om milieu, natuur en landschap. Dat levert een extra beloning op (via PlanetProof, waterschap en GLB) en houdt de bedrijven financieel gezond. De melkveehouders ondernemen dus niet met hun melk, dat blijft bij de coöperatie, maar plussen op duurzaamheid/maatschappelijke waarde.

Voor Wie?Ongeveer 60% van de melkveebedrijven die met beperkte investe- ringen de nu geldende KPI’s kunnen halen. In 2019 leveren 43 boeren melk aan RFC, dat betekent dus 60% van 43 boeren.

Met Wie?Met individuele melkveehouders aan de hand van hun bedrijfs- plannen bepalen wat hun mogelijkheden zijn.

Nodig voor dit perspectiefMelkveehouders, RFC, maar ook banken en waterschappen aan-haken voor beloning van diensten via KPI’s. Een door coöperatie, overheid (GLB) en marktpartijen geaccepteerde KPI-methodiek.

Wat maakt het spannend?Hoeveel de bijdrage is aan de CO2 doelstelling vanuit het Klimaatakkoord.

Zuivel met toegevoegde waarde

11

WATProduceren volgens de biologische richtlijnen en afzet van biologi-sche melk. Er zijn nog weinig biologische bedrijven in de Krimpener-waard terwijl veel bedrijven relatief extensief zijn. Bij de productie van biologische melk kunnen nog krachtvoer en andere voedergewassen bijgevoerd worden. Bij 100% grass-based wordt krachtvoergift en veevoeder van andere voedergewassen teruggedraaid. Dit zou zich moeten vertalen in meerwaarde van het product. Nederland kent een biologische afzetmarkt, die voor 100% gras-based moet nog worden ontwikkeld (in VS en Engeland is deze markt al heel groot).

Meerwaarde De milieubelasting gaat op bedrijven fors naar beneden en creëert meerwaarde en toegevoegde waarde op de bedrijven. Voordeel van biologisch is de bestaande markt met hogere melkprijs. Bij 100% grass-based moet dit nog ontwikkeld worden.

Voor Wie?Op het moment zijn er 3 biologische melkveehouders en 1 biologi-sche geitenhouder in het gebied. Natuurlijk moet het bij je passen als persoon, maar Intensiteit van melk per ha kan een eerste richting

geven. Als een bedrijf minder dan 10.000 liter per ha produceert is het zeer interessant, boven de 12.000 liter per ha wordt het moeilijk om te schakelen. 100% grass-based heeft mogelijk een koppeling met perspectief 4 om het product te kunnen vermarkten en meerwaarde te creëren.

Met Wie?Met melkveebedrijven in de Krimpenerwaard (intensiteit en afzetmo-gelijkheden in kaart brengen). En met de biologische bedrijven in het gebied (hun ervaringen, leermomenten en inzichten beschrijven en delen met geinteresseerden).

Nodig voor dit perspectiefStudieclub voor omschakelende biologische melkveehouders. Samenwerking van veehouders die willen streven naar 100% grass-based en dit willen vermarkten (zie ook Perspectief 4).

Wat maakt het spannend?Is er voldoende affiniteit met biologisch en/of grass-based? Vragen rond afzet en beschikbare kennis over bedrijfssysteem/management.

Biologisch of 100% grass-based

13

WATZelfverzuivelen en het ontwikkelen van specifieke eigen producten (o.a. vlees, kefir, melkwei) met meerwaarde in en buiten de regio. Koppeling van het product aan de eigenheid van de Krimpenerwaard, maatschappelijke waarde en betekenis. Productie vooral in een eigen/korte keten in de Krimpenerwaard.

Meerwaarde Meerwaarde creëren uit melk en aanverwante producten, met oog voor maatschappelijke waarde (milieu, natuur en landschap).

Voor Wie?In 2019 telt de Krimpenerwaard 22 zelfverkazers (waarvan 3-5 grote), dat is veel t.o.v. andere gebieden. Met dit netwerk kijken naar mogelijkheden voor nieuwe markten en nieuwe initiatieven.

Met Wie?Met het bestaande netwerk van zelfverzuivelaars, aangevuld met andere melkveehouders in het gebied die kansen zien om andere wegen te bewandelen die nieuwe producten opleveren (anders dan huidige markt van boerenkaas). Samenwerken om tot een sterk merk te komen.

Nodig voor dit perspectiefEnthousiaste en gedreven melkveehouders en nieuwe ideeën voor verwaarding. Initiatief tot samenwerking richting een gezamenlijke markt.

Wat maakt het spannend?Vinden van ondernemers die nieuwe ontwikkelingen zien en/of kunnen aanjagen en meebouwen aan een merk.

lokaal en regionaal produceren

15

WATEnergieproductie onderdeel maken van het agrarisch business model. Daarvoor overal waar mogelijk zonnepanelen op daken, bredere watergangen en in de weinig zichtbare gedeelten op het land aanleggen. In de Krimpenerwaard of aan de randen kleine windmolens van 12 meter ashoogte of hoger (23m) plaatsen. En waterkracht vanuit de rivieren gebruiken voor energieopwekking. Hierdoor worden de CO2 emissies drastisch verlaagd.

Meerwaarde Meerwaarde op het gebied van economie, klimaat en milieu. Land-schappelijke inpassing is nog lastig. Op het gebied van waterecologie mogelijk voordelen door minder opwarming van oppervlaktewater.

Voor Wie?Voor veehouders met stal- en wateroppervlakte maar ook andere bedrijven met grote oppervlaktes aan daken, water en land.

Met Wie?Ondernemers, gemeente, waterschap, provincie, energieafnemers.

Nodig voor dit perspectiefOndernemerschap, vergunningen en subsidies.

Wat maakt het spannend?Maatschappelijke acceptatie; de aantrekkelijkheid van het landschap, los van het middengebied en de Vlist gaat sterk achteruit.

energie leverancier

17

WATTeelt van nieuwe gewassen en levering van producten die passen bij de specifieke omstandigheden van de Krimpenerwaard. Bijvoorbeeld natte teelten of cranberry’s maar ook producten die nu een plaag vormen zoals ganzen en rivierkreeften. Dit perspectief kan onderdeel zijn van andere perspectieven.

MeerwaardeNatte teelten (bijvoorbeeld lisdodde) kunnen mogelijk bodemdaling afremmen en nieuwe verdienmodellen opleveren. Deze producten kunnen aanjager zijn van een nieuwe keten. Of voor industriële bedrijvigheid in de Krimpenerwaard die bijvoorbeeld resulteert in een fabriek voor isolatieplaten uit lisdodde.

Voor Wie?Grondgebruikers maar ook het midden- en kleinbedrijf in de Krimpenerwaard.

Met Wie?Melkveehouders en andere grondgebruikers, netwerk van ondernemers met onder andere winkels en restaurants.

Nodig voor dit perspectiefOndernemers en ruimte om te innoveren.

Wat maakt het spannend?Hebben we de ondernemers die dit willen en kunnen? Begeleiding, geld en focus om innovaties verder te brengen dan een start-up fase. Ander kritisch punt: maatschappelijke acceptatie bij grootschaligheid.

Andere voedselstromen en gewassen

19

WATAgrotoerisme, recreatie (zowel dag - als weekrecreatie) en zorg als onderdeel van het agrarisch businessmodel. Grote diversiteit in recreatieve mogelijkheden heeft aantrekkingskracht op interna-tionale, nationale en regionale toeristen. Binnen dit perspectief is kruisbestuiving mogelijk tussen recreatie op de boerderij en het midden- en kleinbedrijf.

MeerwaardeAnder verdienmodel door combinatie van landbouw met andere activiteit. Ook meerwaarde door kruisbestuiving tussen platteland en kernen. Heeft verbinding met perspectieven 3 (biologisch), 4 (zelfverzuivelen) en 6 (andere voedselstromen en producten).

Voor Wie?Veehouders, horeca, recreatieondernemers en zorginstellingen.

Met Wie?Een netwerk van recreatie-ondernemers, horeca, landbouw en zorginstellingen.

Nodig voor dit perspectiefAndere mindset van de boeren (je moet kunnen dealen met ‘potten-kijkers’ op het bedrijf). Ondernemers voor deze nieuwe bedrijfstak en mogelijk nieuwe vergunningen van de overheid.

Wat maakt het spannend?Neventak brengt extra werk met zich mee. Verbreding vraagt om investering en nieuw ondernemerschap.

Recreatie en zorg

21

WATAnticiperen op en meebewegen met hogere waterstanden en actief bijdragen aan CO2 reductie en afremmen van bodemdaling. Ontdekken en onderzoeken op welke manieren je daar in je land-bouwsysteem mee om kunt gaan.

MeerwaardeAfremmen van de bodemdaling is belangrijk voor de toekomst en het voortbestaan van de Krimpenerwaard. En daarmee ook voor de melkveehouderij. Meerwaarde is de maatschappelijke acceptatie en waardering in het gebied. Vastleggen van CO2 wordt bovendien een economische activiteit in de komende jaren.

Voor Wie?Alle melkveehouders, maar in eerste instantie voor melkveehouders die hier actief op willen inzetten of die door de ligging van hun bedrijf al geconfronteerd worden met hogere waterstanden.

Met Wie?Alle netwerken binnen de veehouderij, het waterschap en natuur- en landschapsorganisaties.

Nodig voor dit perspectiefExperimenteerruimte en begeleiding. En daarnaast een nieuw verdienmodel omdat het verhogen van het waterpeil leidt tot lagere grasproductie en -kwaliteit. (maar ook tot minder CO2 emissie)

Wat maakt het spannend?Het zoeken naar een passend verdienmodel en de overlevingskans van de individuele melkveehouder gezien de productieverlaging van grasland. Heeft grote consequenties voor bedrijfsvoering.

hogere waterstand

23

WATBeëindiging van het agrarisch bedrijf en eventueel een andere vorm van landgebruik. Stoppen kan door verkoop van bedrijf, waar mogelijk gebruikmakend van eventuele financiële regelingen van de overheid. Maar stoppen kan ook stapsgewijs, zoals nu al vaak wordt toegepast. Eerst door bijvoorbeeld te stoppen met melkproductie en te starten met jongveeopfok of grond verhuren. Stoppen is in veel gevallen een ingrijpende keuze en heeft effect op ondernemerschap maar ook op de persoonlijke situatie. Belangrijke vervolgvraag bij stoppen is: wat is het toekomstig landgebruik? Dit is natuurlijk van belang voor de ondernemer maar ook voor de omgeving en samenleving.

MeerwaardeHet beëindigen van de bedrijfsvoering is rigoureus en ingrijpend. Het zorgt letterlijk en figuurlijk voor een heel ander perspectief. De meerwaarde voor ondernemer en omgeving is sterk afhankelijk van de wijze waarop de bedrijfsbeëindiging wordt geregeld en vorm gegeven. Het kan zeker meerwaarde hebben voor ondernemer, landschap, omgeving.

Voor Wie?Voor veehouders die willen stoppen, bijvoorbeeld omdat er geen bedrijfsopvolging is of omdat men geen veehouder meer wil zijn.

Met Wie?Ondernemers, collega veehouders, provincie, gemeente, adviseurs, financiers.

Nodig voor dit perspectiefGoede regeling om te kunnen stoppen.

Wat maakt het spannend?De mogelijke regelgeving, de vraag hoe eventueel het landgebruik van grasland behouden blijft en verder vorm te geven aan het nieuwe landgebruik.

stoppen, en hoe verder?

De ‘Perspectieven voor agrarisch landgebruik met meerwaarde’ zijn onderdeel van Proeftuin Trots op de Krimpenerwaard. Een initiatief van de gemeente Krimpenerwaard, ondersteund door de provincie Zuid-Holland. De uitvoering is in handen van het Louis Bolk Instituut, PPP-Agro Advies en het Veenweiden Innovatiecentrum (VIC).

Illustraties: Hjalmar Haagsman