Keuze leerstofordening : inductief of deductief?
description
Transcript of Keuze leerstofordening : inductief of deductief?
Keuze leerstofordening :
inductief of deductief?
Hoe leerlingen begrippen laten verwerven?
Wat is een begrip? een aanduiding voor een verzameling van voorwerpen,
gebeurtenissen of situaties die gemeenschappelijke
wezenskenmerken bezitten
Hoe leerlingen nieuwe begrippen laten verwerven? Gestructureerd Inductief <-> deductief Zelfontdekkend door leerlingen <->
geven van uitleg
Begripsverwerving - gestructureerd Rode draad Hoofd- en bijzaken Logische volgorde Relaties / Overgangen Doelgerichtheid
Begripsverwerving - inductief Valkuilen en voorwaarden Begripsomschrijving: inductieve
lesopbouw Motivering voor inductieve lesopbouw
Leerstofordening: inductief
Ordenen van leerstof in een les Leerstof = aantal concrete gevallen waaruit
abstracte of algemene kennis wordt afgeleid
Voorbeeld --------> regelVerschijnselen --------> wetVoorstelling --------> begrip |___________| |_____| concreet abstract
Motivering voor inductieve lesopbouw?
Aansluiten bij de 3 fasen in het denken
Situeren in het ervaringsleren (leercirkel Kolb)
Aansluiten bij het “constructief” leren
Aansluiten bij de 3 fasen in het denken
A: aanschouwelijke, concreet-zintuiglijk waarneembare
S: schematische, het ontdoen van toevallige niet relevante aspecten
A: abstracte: begrippen, symbolen, definities...
<------> verbalisme
Ervaringsleren (Kolb)
Ervaren
Conceptualiseren
ReflecterenVerwerken
Aansluiten bij het “constructief” leren
het leren als een actief gebeuren waarin de lerende voortdurend betekenis toekent
aan nieuwe informatie vanuit reeds verworven kennis en ervaringen
<------> leren als passief opnemen van kant en klare kennis
Voorwaarden voor een inductieve lesopbouw Inductie = vorm van leerstofordening en geen
werkvorm Voorstructureren in de motivatiefase Aansluiten op voorkennis en ervaringen van
leerlingen (via vraagstelling) Individuele ervaringskennis ---> collectieve
ervaringskennis Zoeken naar overeenkomst / het verschil in een
aantal concrete antwoorden (abstraheren)
Valkuilen i.v.m. een inductieve lesopbouw
Stellen van vragen = niet noodzakelijk inductieve lesopbouw!
Onmiddellijk concepten laten vallen en vragen om ze uit te leggen
Vragen teveel gericht op vinden van de specifieke concepten
Te vlug doorstoten naar conceptualiseren Muizenvalinductie Blijven bij een individuele ervaring Eindeloos uitwisselen van ervaringskennis
Valkuilen i.v.m. een inductieve lesopbouw
Leerlingen weten niet waar leerkracht naar toe wil
Onduidelijkheid m.b.t. omschrijving van concepten en inboeking
Antwoorden niet kunnen plaatsen in voorgestructureerde rubrieken
Indruk laten ontstaan dat alleen de transparanten met de gestructureerde abstracte leerstof “echte” leerstof is en de rest (concrete leerstof) bijzaak
Voorwaarden voor een inductieve lesopbouw
Flexibel kunnen loskomen van specifieke concepten
Duidelijk zijn m.b.t. omschrijving van concept en inboeking
Integreren van concrete en abstracte leerstof (niet gewoon naast elkaar laten bestaan)
Leerkracht moet vooraf nadenken over de structurering van de leerinhoud
Intensiteit van de sturing afhankelijk van de specificiteit van de doelgroep
Begripsverwerving – zelfontdekkend versus het geven van uitleg
Zelfontdekkend voor concrete begrippen Geven van uitleg voor abstracte begrippen