Keuringen: verplichtingen, interpretatie van attesten en ... · Elektriciteit –algemene delen...

Joris Breugelmans, Commercieel directeur 1

Keuringen: verplichtingen, interpretatie van attesten en wat te doen met de resultaten

Ing. Joris Breugelmans M.Sc.

Commercieel directeur BTV


Gebouwen ….� Huisbrandolie opslagtanks Betononderhoud (betonrot)

� Drukopvoersystemen Groendak onderhoud

� Onderhoud verwarmingsinstallaties Verluchting van garages

� Waterbehandeling (ontkalking) Brandhaspels

� Elektriciteit – algemene delen Ionische detectoren

� Gasleidingen Thermische detectoren

� Legionella warmwaterleidingen Velocimetrische detectoren

� Bliksemafleiders Brandblussers

� Speeltoestellen

� Asbest

� Brandveiligheid (constructie – melding – waarschuwing en alarm – evacuatie)

� E P C

� Post Interventie Dossier (algemeen)

� PID mede-eigendom

� Levenslijnen

� Poort

� Zwembaden

� Liften


Overzicht presentatie

� Elektriciteit

� Bliksemafleiders

� Asbest

� Verwarming – verwarmingsinstallatie

� Huisbrandolie opslagtanks- Gas

� Brandveiligheid (constructie – melding – waarschuwing en alarm –

evacuatie)

� Vlaamse Wooncode

� Post Interventie Dossier

� Liften


Elektrische keuringen

Doel : ongevallen-schade vermijden aan

personen-gebouwen

Wetgeving : Federaal – FOD Economie

Algemeen Reglement

Elektrische Installaties

(A.R.E.I.)

Vanaf 1 9 8 1 !


elektriciteit � Art 271 stelt dat om de 25 jaar controle

bezoeken voorzien zijn voor de huishoudelijke

installaties.

� Art 271 stelt dat om de 5 jaar controle

bezoeken voor “andere” installaties

� Huishoudelijk >< niet huishoudelijk


Algemene delen bv.

� Verplicht “regelmatig” te controleren = art.

271 AREI, zoals een huishoudelijke elektrische

installatie , vermits hiermee gelijkgesteld

door M.B. 1981 .

� Om de 25 jaar

� Verantwoordelijk = BEHEERDER/syndicus


personeel in het gebouw ?

� Personeel ? De installatie is dan te

beschouwen als niet huishoudelijk ?

� Installatie na 1981 = > 5 -jaarlijks art 271 AREI

� Daarenboven voor 1981 =>


KB 4/12/2012

� CODEX K.B. 4/12/2012 “elektrische installaties “ voor 1981 :

� Wat zijn de spildata om in de gaten te houden?

� 1 januari 2014 : Laatste datum EDTC voor een eerste controle.

� 31 december 2014 : De werkgever (=VME) dient de risico-

analyse en de preventiemaatregelen uit te werken.

� 31 december 2016 : De oude elektrische installatie dient te

voldoen aan de minimale voorschriften. Onder bepaalde

voorwaarden kan deze termijn met 2 jaar verlengd worden.


verder bepaalt de gebruiker …

� Logies decreet

� Vlaamse wooncode

� Effecten op rest van het gebouw


De brandweer bepaalt

� Zie voorschriften in bouwvergunningen

� Voorbeeld Stad Gent !

� Toch steeds 5 jaarlijks


Bliksemafleiders…?

� Geen wettelijke basis voorzien voor

“regelmatige” controle door EDTC.

� Dient uiteraard functioneel, de goede

huisvader / beheerder , zorgt

voor de correcte werking …

� Norm NBN 62305-1:2006 ev.


Bliksemafleiders…?

� Bliksemafleiders : plaatsing enkel wettelijk

verplicht voor nieuwbouw hoge gebouwen (

>25 m)

Voor 2008 : NBN C18-100, vanaf 2008 :

EN 62305

� Toegang tot het dak is te voorzien voor

inspectie .


Conclusie bliksemafleiders

� Controle NIET wettelijk verplicht

� NBN EN 62305-1:2006 ev. stelt ev. controle

voor


Asbest

� Blootstelling is schadelijk

� Gebruik per 1 juli 1993 volledig verboden

� Mogelijke blootstelling kan nog in de

toekomst !

� Bij reparaties, onderhoud en

sloopwerkzaamheden kan blootstelling aan

asbestvezels nog vele jaren optreden.


Asbest

� Asbest inventarisatie is verplicht !

� K.B. 16.03.2006

� Werkgever is verplicht asbestinventaris op te

stellen (heeft u personeel… ?)

� Krijgt u de vraag als beheerder /syndicus ? Er

rust een verplichte informatievraag bij de

werkgever als die voor u werken uitvoert.


Asbest

� Expliciet “ gemeenschappelijke delen “

� Conclusie: Werkgever = wettelijk verplicht

� Bij werken – verplicht asbestinventaris ter

beschikking te stellen

� Asbestinventaris = jaarlijks verplicht opvolgen


� Regelmatig verwarmingsinstallatie

stookinstallatie laten nakijken.

De « verwarmingstoestellen »


Verwarmingstoestellen verplichtingen

� Nationaal

� K.B. 28.6.1971 Aardgasdistributie

� K.B. 21.10.1968 Opslag propaan/butaan

� K.B. 11.2.1946 ARAB

� Vlaams Gewest

� BVR 8.12.2006 Centrale stooktoestellen

� BVR 11.9.2009 Toeristische logies


Nationaal (K.B.) en Vlaanderen (BVR)� Normen: NBN D51-003; NBN D51-004; NBN D51-006; NBN B61-001 en NBN B61-002

� Aardgas

K.B. 28.6.1971, DNB

� Vóór 1/2002: elke installateur

� Na 1/2002: controle organisme of Cerga

� Propaan- en butaangas

K.B. 21.10.1968, BVR 1.6.1995, gasleverancier


� Na 1/2007: controle organisme of Cerga

• Regelgeving onderhoud en nazicht : vloeibare, gasvormige en vaste brandstof

vroeger : K.B. 6.1.1978 (vloeibare en vaste brandstof), vandaag : BVR 8.12.2006 (vloeibare, gasvormige en vaste brandstof) :

keuring/onderhoud/verwarmingsaudit


� Na 3/1978: alleen door erkende technicus


Waar is de chauffagist?


BVR 8.12.2006

Besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het

onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van

gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater.


BVR 8.12.2006Centraal Stooktoestel ≥ 20 kW

� Doel:

� Kyotonormen behalen.

� ↓ uitstoot broeikasgas ↓ energieverbruik ↑ rendement

� Conclusie:

� De max. luchtverontreiniging van een toestel van 1998 behalen.

� Oudere toestellen: op termijn vervangen + risico op afkeur.



Door erkende technicus → http://www.lne.be/themas/erkenningen/verwarming/erkende-technici

� KEURING VOOR EERSTE INGEBRUIKNAMENagaan goede en veilige staat, geldt voor ALLE vermogens Vanaf? Voor vloeibare en vaste brandstof vanaf 01/06/2007, gas vanaf 01/06/2010

� Wanneer? Bij nieuw toestel (nieuw geplaatst, verbouwd, verplaatst).� Uitvoerder? Bij vloeibare of gasvormige brandstof, respectievelijk door erkend

technicus vloeibare, gasvormige brandstof. Bij vaste brandstof mag naast de technicus ook de geschoolde vakman dit uitvoeren.

� Wat? Opmaak van een keuringsrapport, gevolgd door een verbrandingsattest. Zo rapport ontbreekt of het toestel niet in orde wordt bevonden, toestel mag niet in gebruik worden genomen).

� Opdrachtgever = eigenaar.

Zo niet in orde bevonden : 3 maanden om aan bemerkingen te voldoen → nieuw attest.



PERIODIEK ONDERHOUD : reiniging schouw en ketel/branderinstallatie + verbrandingscontrole

� REINIGING : Wanneer? vloeibaar en vast 1-jaarlijks, gas 2-jaarlijks. → moet gebeuren vóór het uitmeten van de verbrandingsparameters.

� Uitvoerder? schoorsteenveger (enkel schouw) of erkende technicus (schouw + ketel).� Wat? Opmaak reinigingsattest schouw (+ ketel). Schouw bij gasvormige brandstof alleen

verplicht bij open toestellen (B-type).

� VERBRANDINGSCONTROLE : Wanneer? Vloeibaar en vast 1-jaarlijks, gas 2-jaarlijks (3 maanden speling, zonder storing regelmaat).

� Uitvoerder? erkende technicus met erkenning voor juiste brandstof.� Wat? Opmaak van verbrandingsattest af te leveren aan de gebruiker.� Opdrachtgever = gebruiker → zo huurder : kopie naar eigenaar.

� Zo niet in orde bevonden : eigenaar en gebruiker 3 maanden om aan bemerkingen te voldoen

→ nieuw attest.


j



VERWARMINGSAUDIT :

� Welke ? Toestellen ouderdom > 5 jaar : Verplicht om verwarmingsaudit uit te voeren !

� Periodiciteit :� ≤ 100 kW

� 5-jaarlijks samen met eerstvolgende onderhoudsbeurt.

� > 100 kW� Vloeibare brandstof: 2-jaarlijks samen met eerstvolgende

onderhoudsbeurt.� Gasvormige brandstof: 4-jaarlijks samen met eerstvolgende

onderhoudsbeurt.

� Opdrachtgever = eigenaar



� Verwarmingsaudit : Door wie? Wat wordt opgesteld en bezorgd?

• Nominaal vermogen ≤ 100 kWUitvoerder? Erkend technicus resp. vloeibare of gasvormige brandstof (ngl. brandstof) en met elektronische rekenlineaal.Wat? Opstellen van verwarmingsauditrapport (aan eigenaar te bezorgen en blijft bij toestel).

• Nominaal vermogen > 100 kW, bij vaste brandstof of bij meerdere ketelsUitvoerder? Erkend technicus verwarmingsaudit met software

•

Wat? Opstellen van verwarmingsauditrapport (aan eigenaar te bezorgen en blijft bij toestel).� Verslag van de hele verwarmingsinstallatie.� Beoordeling van het rendement van de ketel. � Beoordeling van de ketelgrootte vs. De verwarmingsbehoeften van het gebouw.� Eventueel advies over vervanging ketel of andere wijzigingen van het systeem. � Tips m.b.t. alternatieve oplossingen die een significante energiebesparing kunnen realiseren.� ≠ EPC woning.� ≠ energieaudit woning (advies).


g

g



� Hoe erkend technicus herkennen?

� AMV bevoegd controle op uitvoerend werk van erkende technicus. Gebeurt sinds 2008. Klachten worden prioritair behandeld.

� Wat indien ik de keuring, het onderhoud of de verwarmingsaudit niet laat uitvoeren?

� Het toezicht op de verplichtingen (eigenaars en gebruikers) van centrale stooktoestellen wordt geregeld door het milieuhandhavingsdecreet.

� De toezichthouders zijn de afdeling Milieu-inspectie van de Vlaamse overheid, gemeentelijke (lokale) toezichthouders, toezichthouders van intergemeentelijke verenigingen en toezichthouders van politiezones. Het is de bevoegdheid van de toezichthouders om te bepalen hoe zij de controles uitvoeren en hoe zij omgaan met vastgestelde overtredingen.



� Het niet voldoen aan de verplichtingen inzake het ter beschikking houden van attesten en rapporten wordt beschouwd als een milieu-inbreuk. Bij vaststelling volgt geen strafrechtelijke vervolging. Milieu-inbreuken worden via bestuurlijke weg gehandhaafd via een zgn. bestuurlijke maatregel en/of exclusieve bestuurlijke geldboete.

� Het niet voldoen aan de verplichtingen inzake gebruik en onderhoud van een centraal stooktoestel of wegwerken van tekortkomingen wordt beschouwd als een milieumisdrijf. Vaststelling → PV opgesteld. Het parket beslist binnen 180 dagen of er al dan niet strafrechtelijk vervolgd wordt (gevangenisstraf of strafrechtelijke geldboete). In laatste geval kan een alternatieve bestuurlijke geldboete opgelegd worden (met een maximum voorzien op 250.000 euro). Beslist het parket om wel strafrechtelijk te behandelen, kan dit leiden tot strafrechtelijke geldboeten en/of gevangenisstraffen of een minnelijke schikking.


De syndicus/ beheerder

� Volgt deze wetgeving strikt op

� Brengt de resultaten van de verwarmingsaudit ter sprake

� laat de VME/ eigenaars/gebruikers hierover nadenken


Keuringsattest huisbrandolie

DOEL: Milieuverontreiniging voorkomen

Wetgeving : Vlaanderen - VLAREM

Wie? : erkende technici

Praktisch :

- Verantwoordelijkheid : eigenaar

- Overvulbeveiliging aanwezig? Nooit eerder

gecontroleerd? Rode dop?


Controle tanks : VLAREM

Grootte van de tank Plaats van de tank

Aard van de tank Woonplaats

Frequentie controle

Permanente lekdetectie

- 5.000 L

- Buitenwand

toegankelijk

- Buitenwand niet toegankleijk

metaal

GTK éénmalig

5 jl

+ 5.000 L Ondergronds

Bovengronds

Binnen

waterwingebied

Buiten

waterwingebied

1 jaar ww/

2 jl bep

3 jl bep

1/08/1999

+ 20.000 L Undergrounds

Bovengronds

Binnen

waterwingebied

Buiten

waterwingebied

1 jl

2 jl

3 jl bep

1/08/1999

1/08/2000


Gas

� Periodieke opvolging

� Risico Analyse K.B. Brandveiligheid 2014

� Speciale gevallen bestaat regeling ( RVT , Ziekenhuizen..)


Brandveiligheid

� Wetgeving lage middelhoge en hoge

gebouwen, div. publicaties

� Tip : basisakte en bouwvergunning van het

gebouw

� Vergunningsjaar en bijkomende voorschriften

brandweer

� Diverse aspecten:


Brandveiligheid

1/ VOORKOMEN - PREVENTIEF

� Aard en constructieberekening – meestal in orde door bouwvergunning

2/ DETECTIE EN SIGNALISATIE

� Diverse mogelijkheden opgenomen annex de bouwvergunning

� Nog in goede staat en werking ? => nazien !

3/ VLUCHTEN / BLUSSEN

� Evacuatie verlichting : goede werking ?

� Brandblussers : jaarlijks nakijken

� Nooddeuren : functioneel ?

� Rookkoepels : functioneel ?

� Evacuatie aanduidingen / oefening- geeft het meest realistische beeld vd situatie


Controles ?

� Rook-warmte afvoersystemen � “Nazicht van het feit of de vrije hoogte die nodig is voor de rookafvoer verzekerd is en of de

sluiting van de mobiele rookschermen niet belemmerd wordt”

� NBN S21-208-3 � “goede werking va de opening dient jaarlijks gecontroleerd door de verantwoordelijke van

de beheerder van het gebouw. De data van deze controles en de gedane vaststellingen

dienen ingeschreven in een veiligheidsregister”.

� NBN S21-208-1� “systemen dienen één keer per jaar door een onafhankelijk controleorganisme of bureau,

hiertoe geaccrediteerd, gecontroleerd (op goede werking)”


Controles brandveiligheid � Branddetectie-en alarminstallaties 1. min.1 detector of manuele drukknop te activeren en nazicht werking systeem (bevoegd

persoon)

2. alarm laten werken (bev.persoon aangeduid door eigenaar of gebruiker)

3. visuele controle (bev.persoon) – verslag

4. is er iets gewijzigd (bev.persoon) – verslag

5. voldoet de elektrische installatie nog ? Jaarlijks – gespecialiseerde firma, opmerkingen

verslag

6. goede werking van de kring van de centrale - Jaarlijks – gespecialiseerde firma,

opmerkingen verslag

7. nazicht , beproeving en test van : - Jaarlijks – gespecialiseerde firma, opmerkingen verslag

- alle detectoren

- alle drukknoppen

- alle akoestische –of optische-signalisatietoestellen

- de telefoonmelder en zijn configuratie

� NBN-S 21-100: 1986

� CEN/TS 54-14: 2004


Controles brandveiligheid

� Nood(evacuatie)verlichting� EN 50172 “noodverlichtingsystemen voor vluchtwegen”

� NBN EN 1838 “toegepaste verlichtingstechniek –Noodverlichting”

� NBN EN 605598-2-22”Verlichtingsarmaturen –deel 2-22-bijzondere eisen

Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting”

� NBN C 71 -100”Elektrische verlichtingstoestellen en toebehoren-

Veiligheidsverlichting-installatieregels en instructies voor de controle en

het onderhoud” (1988)

* jaarlijks

* aangeduid door de verantwoordelijke voor de onderhoud van het

gebouw


Brandveiligheid

� Brandblussers :

� NBN S 21-050 : 2002 schouwing en onderhoud van

draagbare brandblussers / jaarlijks


Conclusie - Brandweer !

� Advies is strikt te volgen – nieuwbouw of vanaf dat “bouwvergunningen “ bestonden

� Bij twijfel : raadplegen !

� Advies is te volgen !


Vlaamse Wooncode

� Ook bij mede-eigendom dient tegen 2020 het dak geïsoleerd


Dakisolatienorm

� Toepassing = alle zelfstandige woningen gelegen in het Vlaamse Gewest

� De Vlaamse Regering heeft op 28 oktober 2011 ingestemd met een aanpassing van de technische verslagen die worden gebruikt bij het onderzoek van de kwaliteit van woningen en kamers. Met deze wijziging wordt onder meer een minimale dakisolatienorm ingevoerd voor zelfstandige woningen.

� De dakisolatienorm treedt in werking op 1 januari 2015, maar er wordt best niet gewacht met isoleren want nu kan nog maximaal beroep gedaan worden op de dakisolatie premie en andere, bijvoorbeeld fiscale, voordelen.

� De regeling wordt meteen opgenomen van zodra de nieuwe technische verslagen worden gebruikt. Concreet komt er vanaf 1 januari 2013 een opmerking op het technisch verslag wanneer tijdens een woningonderzoek wordt vastgesteld dat er geen of onvoldoende dakisolatie is. Pas vanaf 1 januari 2015 worden hiervoor ook effectief strafpunten toegekend.


hoeveel isoleren - grens ? � Als minimumnorm wordt een R-waarde dakisolatie van 0,75m² K/W genomen.

� Dit stemt overeen met een laag specifiek isolerend materiaal van 3 à 4 cm (maar dit verschilt naargelang het materiaal dat wordt gebruikt). Als isolatiemateriaal wordt beschouwd: de materialen die een lambdawaarde hebben van hoogstens 0,10 W/mK. Een geïsoleerde zoldervloer bij onverwarmde en onbewoonde zolder, wordt als geïsoleerd dak beschouwd.

� Er wordt enkel rekening gehouden met feitelijke vaststellingen. Dat betekent dat er vanaf 1 januari 2015 alleen strafpunten worden toegekend als:

� het Energieprestatiecertificaat (EPC) een feitelijk vastgestelde R-waarde vermeldt lager dan 0,75 m² K/W. Er wordt dus geen rekening gehouden met default-waarden.

� uit feitelijke vaststellingen van de technische onderzoeker woningkwaliteit blijkt dat er geen dakisolatie aanwezig is. De technische onderzoeker woningkwaliteit zal dit alleen zelf beoordelen als het EPC niet beschikbaar is of als het EPC enkel een default-waarde vermeldt.

� Voor het toekennen van de strafpunten wordt een onderscheid gemaakt tussen daken kleiner en daken groter dan 16m². Er wordt tevens een fasering in de tijd voorzien, waardoor geleidelijk aan meer strafpunten worden toegekend. De gefaseerde invoering ziet er als volgt uit:


Appartementen ?

� Let op: Als het dak van een appartementsgebouw niet voldoet aan de vastgestelde minimumnorm, zullen alle appartementen in het gebouw vanaf 1 januari 2015 evenveel strafpunten krijgen.

� Het dak is immers een gemeenschappelijk deel van het appartementsgebouw en gebreken aan de gemeenschappelijke delen worden doorgerekend aan alle woningen in het gebouw.

� Dat betekent dus dat een appartement op het gelijkvloers eveneens strafpunten krijgt als blijkt dat het appartement onder het dak onvoldoende dakisolatie heeft en dit ongeacht de eigendomssituatie (één eigenaar of gedwongen mede-eigendom als vermeld in artikel 577-3 van het Burgerlijk Wetboek).


Post Interventie Dossier

Doel:

ongevallen vermijden door archivering van

gegevens die belangrijk zijn voor de

levensloop van de woning (onderhoud,

renovatie, uitbreiding, sloop).

Wetgeving:

K.B. 25.01.01


Wie ?

Veiligheidscoördinator of

zoals bepaald in K.B. 25,01,01




Conclusie :

indien goed en volledig samengesteld, een

bijzonder interessante bron van informatie

voor de beheerder



� Het KB van 22 maart 2006 heeft vooral tot doel om de situaties voor

gebouwen in mede-eigendom (bv. appartementsgebouwen) te

vereenvoudigen en om de mede-eigenaars aan te sporen bepaalde taken

inzake het postinterventiedossier (PID) aan de syndicus toe te vertrouwen.

� In het PID moet een onderscheid gemaakt worden tussen een gedeelte

dat betrekking heeft op de elementen in gedwongen mede-eigendom

en een deel dat betrekking heeft op de privatieve delen.

� De splitsing van het PID in een algemeen deel en specifieke privatieve delen

Geldt voor de postinterventiedossiers die na 30 april 2006 worden

afgeleverd.


Inhoud PID ?

1° de informatie betreffende de structurele en essentiële elementen van het bouwwerk;

2° de informatie betreffende de aard en de plaats van aantoonbare of verborgen gevaren, inzonderheid ingewerkte nutsleidingen;

3° de plannen die werkelijk met de uitvoering en de afwerking overeenstemmen;

4° de architecturale, technische en organisatorische elementen in verband met de verwezenlijking, de instandhouding en het onderhoud van het bouwwerk;

5° de informatie voor de uitvoerders van te voorziene latere werkzaamheden, inzonderheid de herstelling, vervanging of ontmanteling van installaties of constructie-elementen;

6° de relevante verantwoording van de keuzen in verband met onder andere de toegepaste uitvoeringsmethoden, technieken, materialen of architecturale elementen;

7° de identificatie van de gebruikte materialen.


De lift … een verhaal apart K.B. 9.03.2003

� Wat is een lift… ?


Liften

� K.B.9.03.03 “Veiligheid van Liften”

� - ONDERHOUD

� Art. 6. § 1. De beheerder laat de lift onderhouden door een onderhoudsbedrijf overeenkomstig de

instructies van de producent van de lift. Indien er

geen onderhoudsinstructies voorhanden zijn,

dient het preventief onderhoud te gebeuren ten

minste twee maal per jaar.


Periodieke controle liften

� K.B. 9.03.03

� § 2. De beheerder laat een preventieve inspectie uitvoeren van de lift door een

EDTC volgens de hierna vermelde

frequentie : 2x of 4x


Opvolging controles

� Daarenboven als de lift onderhoudsfirma

geen ISO 9001:2000 certificaat heeft,

moeten er nog min. 4 inspecties per jaar

gebeuren door een erkende controle-

instelling.


Risicoanalyse liften

� K.B.9.03.03 Beveiliging van liften

� K.B. 10.12.12

� Art. 4. § 1. De beheerder laat een risicoanalyse van de lift uitvoeren door een EDTC, een eerste maal ten laatste tien jaar na het eerste in bedrijf stellen van de lift, en nadien met een tussenperiode van maximaal 15 jaar.


De lift moet aangepast worden

aan de Risico Analyse…

� Elke lift dient om de 15 jaar een risico-

analyse te ondergaan


aanpassingen KB 10.12.12

� De liftbeheerder laat de nodige vernieuwingen uitvoeren door een moderniseringsbedrijf binnen drie jaar na de risicoanalyse

� Het moderniseringsbedrijf stelt de beheerder vooraf verschillende technische oplossingen voor om de vastgestelde risico’s te verhelpen. Het moderniseringsbedrijf vermeldt de prijs en de voor- en nadelen van de diverse voorgestelde oplossingen. Deze oplossingen evenals de technische aanpassingen die eruit voortvloeien mogen de toegankelijkheid van de lift voor personen met een beperkte mobiliteit niet in het gedrang brengen.

� Alle veiligheidsmaatregelen, beschreven in de bijlage I van het besluit van 9 maart 2003, blijven ongewijzigd qua technische inhoud en worden gehergroepeerd (er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen “minimale” en “bijkomende” maatregelen);

� dit belet niet dat maatregelen worden genomen die een equivalent veiligheidsniveau waarborgen, aangepast aan de lift en zijn gebruikers.

� De fasering van moderniseringswerken wordt afgeschaft; eenzelfde datum wordt bepaald voor het geheel van de veiligheidsmaatregelen, of het nu gaat om een elektronisch veiligheidsgordijn en de positieve vergrendeling of andere maatregelen.


Termijnen ..

� De termijn van de modernisering van een lift overeenkomstig de veiligheidsaspecten wordt vastgelegd in functie van het jaar van inbedrijfstelling: ( niet het bouwjaar ! )

� Uiterlijke termijn van de modernisering

� Jaar van inbedrijfstellling vanaf 1 april 1984

� Tegen ten laatste 31 december 2014

� Jaar van inbedrijfstellling van 1 januari 1958 tot 31 maart 1984 tegen ten laatste 31 december 2016

� Jaar van inbedrijfstellling voor 1 januari 1958 tegen ten laatste 31 december 2022


omzendbrief aan de EDTC

� Opvolging van de wetgeving

� Boetes !


� = DE BEHEERDER

� Volgende acties moeten uitgevoerd worden

om de veiligheid van bestaande liften aan te

tonen:

Verantwoordelijk voor deze

opvolging


� Regelmatig preventief onderhoud laten

uitvoeren door een onderhoudsbedrijf

� Regelmatige preventieve inspecties laten

uitvoeren door een EDTC (Externe Dienst

voor Technische Controles)

� Een vijftienjaarlijkse risicoanalyse laten

uitvoeren door een EDTC

liften


� In voorkomend geval, moderniseringswerken

laten uitvoeren door een gespecialiseerde

firma

� Een veiligheidsdossier samenstellen en

bijhouden. Dit omvat ……

liften


Dossier ..

� De beheerder stelt een dossier samen dat toegankelijk moet zijn

� voor de belanghebbende partijen.

� Dit dossier omvat ten minste:

� - de verslagen van de risicoanalyses;

� - de documenten betreffende de modernisatieprogramma’s en de uitvoering

� ervan;

� - de registraties van het verrichten van het preventief onderhoud van de

� laatste 10 jaar;

� - de verslagen van de preventieve inspecties van de laatste 10 jaar;

� - de gebruikshandleiding (instructies hand- en noodbediening);

� - de onderhoudsinstructies;

� - de EG-verklaring van overeenstemming. (indien van toepassing)


in de lift …

� Waarschuwingen en opschriften� Art. 10. In elke lift worden, op een goed zichtbare plaats in de kooi,

� volgende gegevens vermeld: (Duurzame wijze)

� - het identificatienummer en het bouwjaar, indien gekend;

� - de nominale last;

� - het maximaal aantal personen dat mag vervoerd worden;

� Maximum last (Kg) en / of aantal personen

� - de identificatiegegevens van de eigenaar beheerder of in geval van

� probleem te contacteren verantwoordelijke;

�

� - de naam van de EDTC;

� -de naam van het onderhoudsbedrijf.


Dank voor uw aandacht

Keuringen: verplichtingen, interpretatie van attesten en ... · Elektriciteit –algemene delen...

Documents

Transcript of Keuringen: verplichtingen, interpretatie van attesten en ... · Elektriciteit –algemene delen...