Ketenprotocol - vsvzoetermeer.nl · Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 2 D:...

24
Ketenprotocol Poliklinische partus Auteurs: Nancy Hospes-Clijnk (Keita), Michèle Brits (LLZ), Janneke van Heiningen(Partera), Nicandra Groen (ZIN), Bianca Kraan (Careyn), Alma Bisschop (Embé), Marjon Logtenberg (PKZ), Jacqueline Zwetsloot (De Waarden). Datum: 27-01-2016

Transcript of Ketenprotocol - vsvzoetermeer.nl · Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 2 D:...

Ketenprotocol

Poliklinische partus

Auteurs: Nancy Hospes-Clijnk (Keita),

Michèle Brits (LLZ),

Janneke van Heiningen(Partera),

Nicandra Groen (ZIN),

Bianca Kraan (Careyn),

Alma Bisschop (Embé),

Marjon Logtenberg (PKZ),

Jacqueline Zwetsloot (De

Waarden).

Datum: 27-01-2016

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 1

Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel opgericht ter verbetering van de verloskundige zorg in Zoetermeer. Het uitgangspunt is het bieden van een samenhangend zorgtraject waarbij alle ketenpartners verantwoordelijk zijn binnen hun eigen domein. Stroomdiagram verloskundige keten

Doel van dit protocol Alle disciplines uit de keten zijn op de hoogte van de samenwerking en gemaakte afspraken rondom de poliklinische partus in het Langeland ziekenhuis. Uitgangspunten De deskundigheid van de betrokken zorgverleners bij een (poliklinische) partus dienen gewaarborgd te zijn; Het bieden van continuïteit van zorg en zo min mogelijk wisseling van zorgverleners; Het centraal stellen van de cliënt en haar (ongeboren) kind. Definities: Omschrijving van de verantwoordelijke zorgverlener in de verloskundige Indicatie Lijst.1 A: eerstelijns verloskundige zorg. De verantwoordelijkheid van de verloskundige begeleiding ligt bij de eerstelijns verloskundige zorgverlener. B: overleg situatie. Beoordeling op het raakvlak van de eerste en tweede lijn is aangewezen. De individuele situatie wordt beoordeeld. Ook worden afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheid voor de verloskundige begeleiding. C: tweedelijns verloskundige zorg. De verloskundige begeleiding moet plaatsvinden in de tweede lijn. Dit geld slechts voor zolang de beschreven aandoening van betekenis is in verband met zwangerschap, baring of kraamperiode.

1 Verloskundig Vademecum 2003

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 2

D: verplaatste eerstelijns verloskundige zorg. De verantwoordelijkheid voor de verloskundige zorg ligt bij de eerstelijns verloskundige zorgverlener, maar in de genoemde situatie bestaat aanleiding de bevalling poliklinisch te laten plaatsvinden om een eventueel transportrisico tijdens de baring te vermijden. BD: de situatie van de cliënt bevindt zich op het raakvlak tussen de eerste en de tweede lijn. De situatie van de cliënt wordt individueel beoordeeld waarbij een risico-inschatting wordt gemaakt. Op basis van deze risico-inschatting zal worden besloten dat de cliënt met de verloskundige poliklinisch zal bevallen. Betrokken disciplines bij dit protocol Kraamzorg, Verloskundigen 1e lijn, Klinisch Verloskundigen , O&G Verpleegkundigen ( i.o.), Gynaecologen, Kinderartsen.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 3

Inhoudsopgave Pagina

Inleiding 4 Protocol 5 Bijlage 1: Werkinstructie kraamverzorgende 7 Bijlage 2: Inrichting verloskamer 11 Bijlage 3: Protocol handhygiëne 12 Bijlage 4: Methode handen wassen 13 Bijlage 5: Telefoonnummers 15 Bijlage 6: Visie stuk verloskundigen 16 Bijlage 7: Evaluatieformulieren 19 Bronvermelding 23

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 4

Inleiding In het Langeland ziekenhuis vinden klinische en poliklinische bevallingen plaats. Vanaf januari 2015 worden bij de poliklinische partus in het Langeland ziekenhuis de eerstelijns verloskundigen geassisteerd door kraamverzorgenden. Er kan door een kraamverzorgende continue begeleiding geboden worden. De klinische bevalling staat onder leiding van de klinische verloskundige en/of gynaecoloog en O&G verpleegkundige. Nadat de huidige werkwijze in dit protocol was verwerkt bestond de wens vanuit de eerstelijns verloskundigen om de cliënte mogelijk nog meer centraal te stellen. Er is een 'visiestuk verloskundigen' gemaakt welke terug is te vinden in bijlage 6. Dit protocol beschrijft de gang van zaken rondom de poliklinische partus in het Langeland ziekenhuis. De poliklinische partus zal plaatsvinden in de verloskamers 1 tot en met 5. Er is een apart ketenprotocol ‘Vervroegde Inzet Partusassistentie’. Als bijlage bij onderstaand protocol zijn de werkinstructies voor kraamverzorgenden, handen-wasinstructie en hygiëne instructie toegevoegd. Elke zwangere in Zoetermeer en omstreken is welkom op de informatieavond in het Langeland ziekenhuis waar ook een rondleiding wordt gegeven over de verloskamers.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 5

Protocol De zorg rondom de baring start nadat de cliënt volgens de belinstructies contact opneemt met de verloskundige. De verloskundige beoordeeld of de cliënt in partu is. Dit deel vindt grotendeels thuis plaats. Wanneer het nodig is om een kraamverzorgende in de thuissituatie in te schakelen voor ondersteuning regelt de verloskundige dit. Als de kraamverzorgende nog niet thuis aanwezig is, start de begeleiding wanneer de cliënt naar het Langeland ziekenhuis gaat. Partusassistentie wordt verleend door de vier aangesloten kraamzorgorganisaties. Om die reden adviseren de eerstelijns verloskundigen hun cliënt zich in te schrijven bij een van deze organisaties. Deze organisaties zijn: PKZ Kraamzorg, Careyn Kraamzorg, Zin Kraamzorg en Kraamzorg de Waarden. In principe wordt de cliënt in het Langeland ziekenhuis opgevangen door de kraamverzorgende. Wanneer zij nog niet aanwezig is zal de O&G verpleegkundige de cliënt ontvangen en zorg verlenen totdat de kraamverzorgende aanwezig is. De kraamverzorgenden hebben een aanrijdtijd van maximaal 60 minuten, conform de landelijke richtlijn. In het Langeland ziekenhuis is het echter zeer wenselijk dat men zich houdt aan een maximale aanrijdtijd van 45 minuten. De aanwezige zorgverleners (in dit geval verloskundige en de kraamverzorgende) waarborgen zo veel mogelijk de continuïteit van zorg door zo min mogelijk overdrachten tijdens de baring. Zij bewaken het proces, de conditie van moeder en kind en geven zo veel mogelijk continue begeleiding tijdens de baring. De verloskundige is hierbij eindverantwoordelijk en leidend. De kraamverzorgende assisteert hierbij. Beide zijn zij verantwoordelijk voor hun administratieve afhandeling aan het einde van de baring of bij overdracht. Zodra de cliënt en haar baby het ziekenhuis kunnen verlaten zet de kraamverzorgende haar zorg thuis voort. Gestreefd wordt dat dit dezelfde kraamverzorgende is die aanwezig was bij de partus. De zorg bij een BD-indicatie Wanneer de cliënt een BD-indicatie heeft zal de O&G verpleegkundige partusassistentie verlenen en wordt er geen kraamverzorgende ingeschakeld. Echter bij een BD-indicatie op sociale gronden waarbij er geen verhoogd risico op baringsproblematiek is, zal de kraamverzorgende partusassistentie verlenen. De verloskundige besluit in de zwangerschap of dit tot de mogelijkheden behoort. BD Indicaties:1 De huidige BD indicaties zijn:

Fluxus in anamnese, met uitzondering van fluxus ten gevolge van ruptuur/episiotomie;

MPV in anamnese;

Schouderdystocie in anamnese;

BMI >35;

Psychische problematiek (op indicatie van de zorgverlener);

Woonomstandigheden (op indicatie van de zorgverlener);

Antibiotica durante partu i.v.m. draagster Hemolytische Streptococ;

Langdurig gebroken vliezen (indien de controles in de eerste 24 uur postpartum niet thuis kunnen plaatsvinden);

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 6

Als er vooraf aan de baring een indicatie is tot observatie of onderzoek van de neonaat en dit postpartum thuis niet mogelijk is. (Te denken aan SSRI gebruik);

Indien er een consult tijdens de baring plaatvindt. In overleg met 2e lijn:

Laag Hb. Waarborgen deskundigheid Verloskundigen begeleiden bevallingen zoals in het toelatingsovereenkomst van het Langeland ziekenhuis staat beschreven. De kraamverzorgenden van de partusteams volgen, om goede begeleiding tijdens de ontsluiting te kunnen bieden, een theoretische en praktische scholing. De inhoud is vastgesteld door de projectgroep in het VSV. Jaarlijks wordt vervolgens elke medewerker die partusassistentie verleent, verplicht gesteld om deel te nemen aan een bijscholing. Dit is een door het kenniscentrum kraamzorg geaccrediteerde scholing. Daarnaast hebben zij een rondleiding gehad in het Langeland ziekenhuis en zijn zij op de hoogte van de werkinstructie. (zie bijlage 1) Waarborging partusassistentie

Het VSV acht het van belang, in het kader van de kwaliteit van zorg, dat partusassistentie

gewaarborgd wordt. De verloskundige zal de zwangere cliënt dringend adviseren om zich in te

schrijven bij één van de bij het VSV aangesloten kraamzorg instellingen voor assistentie bij de

bevalling en de zorg erna. Als de cliënt dit niet heeft geregeld (ander bureau of geen wens

kraamzorg), zal de verpleegkundige van het ziekenhuis partusassistentie verlenen.

Overdracht situaties Ongeacht de fase waarin de bevalling zich bevindt kan er voor de verloskundige een aanleiding zijn om extra ondersteuning te vragen van een verpleegkundige, dit zal zonder problemen verleend worden indien de drukte op de afdeling dit toe laat. Indien de poliklinische bevalling medisch wordt, vindt er mondelinge overdracht plaats. Tevens zal er achteraf een schriftelijke overdracht plaatsvinden. De verloskundige draagt over aan de gynaecoloog en/of klinisch verloskundige en de kraamverzorgende aan de O&G verpleegkundige. Wanneer de kraamverzorgende er voor kiest de partus alsnog bij te wonen, is dit haar keuze en haar eigen uren. Evaluatie In de periode januari 2016 tot en met maart 2016 zal de werkgroep een evaluatie starten met alle betrokken zorgverleners en de cliënten. Hiervoor zal door middel van een kort vragenformulier aan de cliënt , de kraamverzorgende en de verloskundige worden gevraagd een evaluatie in te vullen voor ontslag. (Zie bijlage 7). De betrokken zorgverleners, kraamzorg en verloskundige, zullen per partusassistentie een evaluatie invullen. Zo is over het eerste kwartaal meetbaar wat de ervaringen en de knelpunten zijn zodat we daar vanaf het tweede kwartaal proactief op kunnen anticiperen. De evaluatieformulieren zullen in het Langeland ziekenhuis worden verzameld. De uitkomsten zullen in de werkgroep worden besproken en verwerkt. Aan de hand van de uitslag zal er een plan van aanpak worden gemaakt. Hierin zal het visiestuk (bijlage 6) van de eerstelijnsverloskundigen worden meegenomen.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 7

Bijlagen Bijlage 1: Werkinstructie Kraamverzorgende Inleiding Op de afdeling verloskunde van het Langeland ziekenhuis worden de poliklinische bevallingen zoveel als mogelijk begeleid door een eerstelijns verloskundige en een kraamverzorgende. Het doel hiervan is om elke bevalling op een fysiologische manier te benaderen en de continuïteit van zorg te waarborgen. De kraamverzorgende zal vroegtijdig aanwezig zijn tijdens de bevalling en na de bevalling meegaan naar huis zodat er continue zorgverlening aanwezig is.

1. Uitgangspunten:

De kraamverzorgende is binnen 45 minuten na de externe oproep aanwezig op de afdeling verloskunde;

De kraamverzorgenden verrichten de partusassistentie op zorgvuldige wijze in overeenstemming met de binnen de beroepsgroep van kraamverzorgenden geldende (kwaliteits)normen en op basis van het Landelijk Kader Vervroegde Inzet Partusassistentie (V.I.P.);

De partusassistentie vindt plaats op dezelfde wijze als wanneer een kraamvrouw in de thuissituatie verblijft, er is immers sprake van een verplaatste thuisbevalling;

De verloskundige heeft altijd de leiding bij de partus en is dus eindverantwoordelijk, de kraamverzorgenden worden door hen aangestuurd.

2. Voorwaarden:

De kraamverzorgende is voldoende geschoold om partus assistentie te kunnen verlenen;

De kraamverzorgende heeft een rondleiding gehad, die is gegeven door de leidinggevende van het Langeland ziekenhuis;

De kraamverzorgende is op de hoogte van de hygiënische regels en van de werkwijze zoals beschreven in de introductie;

De kraamverzorgende is gevaccineerd tegen Hepatitis B.

3. Aanmelden/Opname:

De verloskundige belt in de thuissituatie de planning van de organisatie waar de barende staat ingeschreven voor begeleiding durante partu en maakt afspraken met de planning over de tijd en plaats dat de kraamzorg aanwezig zal zijn.

Als de verloskundige besluit dat de barende naar het LLZ moet gaan belt zij de

dienstdoende verpleegkundige van het Lange Land ziekenhuis. De barende neemt het kraamdossier van de kraamzorg organisatie mee naar het ziekenhuis.

De verpleegkundige en/of kraamverzorgende maakt een kamer klaar voor een gastvrije ontvangst.

De verpleegkundige en/of kraamverzorgende zorgt dat er een doptone op de kamer is. Bij binnenkomst van de cliënt op de afdeling verloskunde, worden zij ontvangen door de verpleegkundige of de kraamverzorgende.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 8

4. Belsysteem/noodoproep: Op de verloskamer hangt een bellenpaneel en bij het bed is een assistentiebel aanwezig. In principe blijft de kraamverzorgende bij de barende op de kamer. Er kan een situatie ontstaan waarin hulp nodig is van het een O&G verpleegkundige. GROEN: knop in drukken als je aanwezig bent op de kamer , aanwezigheidsknop GEEL: Assistentie gevraagd ROOD: NOODBEL - SPOED assistentie nodig

5. Administratie:

De verloskundige heeft de zwangerschapskaart bij zich. Er wordt door de afdelingssecretaresse of verpleegkundige een kopie gemaakt, die bestemd is voor de administratie;

De verloskundige en kraamverzorgende vinden bij binnenkomst een Partusset met alle benodigde formulieren;

De verpleegkundige coördineert de inschrijving in ZIS van de cliënt volgens protocol van de verloskunde afdeling;

De verpleegkundige faciliteert pols/enkel bandjes voor moeder en kind beide voor identificatie;

De barende krijgt een rood bandje wanneer zij een allergie heeft;

De verloskundige houdt het partusverslag bij en laat een kopie of print achter op de afdeling.

De verpleegkundige registreert de cliënt in het partusboek;

De verloskundige en de kraamverzorgende vullen beide een evaluatieformulier in en deponeren dit in de doos in de kast bij de verpleegkundigenbalie;

De cliënt vult voor het ontslag een evaluatieformulier in. De kraamverzorgende of verpleegkundige laat deze achter in het dossier.

6. Taken kraamverzorgende:

a. Tijdens de partus:

Als de barende ongeveer 8 cm ontsluiting heeft kan de kraamverzorgende 2 kruiken uit de wiegenkamer halen met code 3579. De kleertjes van de baby en de hydrofiele luiers worden om de kruiken gewikkeld. De kruiken worden in de wieg klaargelegd. Als de kruiken teveel zijn afgekoeld worden deze vervangen door nieuwe kruiken;

Op de verloskamer liggen handschoenen die je kunt gebruiken. Voor de verloskundige liggen er steriele handschoenen;

Voor het doorknippen van de navelstreng is er een wegwerp schaar, deze mag de cliënt mee naar huis nemen. Spoel en droog deze af en doe hem in het roze of blauwe etuitje;

De baby wordt één uur bloot op bloot bij de moeder gelegd;

Na de geboorte van de baby worden de geboortegegevens door gegeven aan een O&G verpleegkundige. De gegevens worden op nummer geregistreerd;

Vitamine K wordt gegeven door de verloskundige. Let op dat dit ook gebeurd en wordt geregistreerd!;

Maaltijden, koffie/thee etc. voor de barende en haar partner worden door de kraamverzorgende verzorgd met gebruikmaking van de faciliteiten in de afdelingskeuken. Gedurende de ontsluitingsperiode mogen er geen melkproducten aan de kraamvrouw gegeven worden ter voorkomen van aspiratie van melkproducten bij een sectio.

b. Postpartum:

De kraamverzorgende verricht alle controles bij moeder en baby conform de normale richtlijnen;

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 9

De kraamverzorgende vult het kraamzorgdossier in en alle bevallingspapieren uit de partusset;

De kraamverzorgende draagt zorg dat de kraamvrouw en baby gewassen/gedoucht en aangekleed zijn;

In principe gaat de kraamvrouw na geboorte placenta, maximaal 3 uur na de bevalling naar huis, mits de verloskundige anders indiceert;

De kraamverzorgende draagt zorg voor een juiste temperatuur van de baby en anticipeert hier proactief op;

Moeder en baby mogen naar huis als de baby een temperatuur heeft tussen de 36.8 en de 37.5;

De kraamverzorgende gaat met de cliënt mee naar huis en continueert daar de zorg.

7. Overdracht cliënt naar de 2e lijn:

Als er complicaties optreden volgt overname door gynaecoloog en/of klinisch verloskundige en wordt de gehele zorg overgenomen door een O&G verpleegkundige;

De uren van de kraamverzorgende worden vanaf dat moment niet meer vergoed door de zorgverzekeraar;

Als de baby na de geboorte extra zorg nodig heeft, wordt de baby nagekeken door de kinderarts;

De zorg voor de baby wordt op dat moment direct overgenomen door een O&G verpleegkundige;

De kraamverzorgende rond de zorg van de kraamvrouw af tot de overdracht naar de kraamafdeling.

8. Administratie:

Er ligt een partusset klaar

Wiegkaartje, ook invullen als de baby niet in de wieg ligt;

Medisch baringsverslag, wordt ingevuld door de verloskundige;

Verpleegkundig baringsverslag, wordt ingevuld door de kraamverzorgende;

Verpleegkundig verslag, wordt ingevuld als het baringsverslag vol is;

Medicatielijst baby, wordt ingevuld door de verpleegkundige;

Babylijst invullen, deze blijft in de status;

Borstvoedingsoverdracht;

ziekenhuisbandje voor moeder en baby;

Invullen van het urenbriefje. De ordner met urenbriefjes staat in de lange kast aan de linkerzijde achter de balie tegenover verloskamer 4 en 5.

Alle ingevulde formulieren worden afgegeven aan de dienstdoende verpleegkundige. Niet achterlaten op de verloskamer in verband met privacy gevoelige informatie. Het zorgdossier gaat met de cliënt mee naar huis.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 10

9. Huishoudelijke taken na de partus: De kamer dient ‘schoonmaak klaar’ opgeleverd te worden, dit houdt in:

Opruimen van de kamer;

De placenta vang je op in een matje, er liggen vuilniszakken in het verrijdbare kastje. Doe de placenta hierin en leg deze, voordat je weggaat in de wasbak;

De gebruikte schaar, kocher e.d. afspoelen en voor het verlaten van de kamer in de wasbak leggen;

Bevallingsbed en babybed afhalen en was in linnenzak;

Vuilnis zak sluiten, deze mag op de kamer blijven;

Vaat op het dienblad in de afdelingskeuken;

Zichtbaar vuil op materiaal, bed en vloer verwijderen;

Doorgeven aan de verpleegkundigen dat de kamer vrij is en schoongemaakt kan worden;

De afdeling verloskunde draagt zorg voor het schoonmaken en weer bijvullen van de kamer conform de afspraken.

10. Hygiëne afspraken:

De kraamverzorgende draagt een eigen uniform, er komen geen lange mouwen onder het

uniform uit, draagt geen sieraden;

Bij contact met bloed, vruchtwater e.d. beschermt zij zichzelf met een vochtwerend schort;

De richtlijn handhygiëne LangeLand ziekenhuis is bekend wordt gevolgd.

11. Praktische werkafspraken: a. Parkeren:

Voor het Lange land ziekenhuis zijn parkeerplaatsen, deze plaatsen zijn bestemd voor patiënten en bezoekers. Bij het verlaten van het ziekenhuis ontvang je een uitrij kaart zodat je geen parkeerkosten maakt . Ga naar de betaalzuil, doe eerst je eigen kaartje in het apparaat en daarna de uitrij kaart. Je krijgt een kaartje waarmee je de poort opent.

b. Gast badge:

Bij de receptie ligt een gast badge voor je klaar zodat het Langeland weet wie er in huis is in geval van een calamiteit. Met de gastbadge kan je na ’s avonds 22.00 tot ’s morgens 7.00 uur de deuren naar de afdeling openen. Bij het naar huis gaan moet je de gastbadge weer inleveren.

c. Op de afdeling:

Bij aankomst op de afdeling verloskunde ( 1e etage) ga je naar de verloskamers.

In de locker voor de kraamzorg kan je je spullen achterlaten. De sleutel neem je mee.

Op de afdeling ligt een map waarin alle uren formulieren en protocollen in zitten. De ordner staat in de lange kast aan de linkerzijde achter de balie tegenover verloskamer 4 en 5.

De mobiele telefoon mag niet mee op de verloskamer.

Bij calamiteiten kan de telefoon buiten de verloskamer worden gebruikt, er hangt daar een lijst met telefoonnummers.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 11

Bijlage 2: Inrichting van de verloskamer

Verlosbed;

Partuskar(in de bijlage de inhoud);

Kasten(in de bijlage de inhoud);

Koelkastje (in de bijlage de gebruiksaanwijzing);

Telefoon;

Commode/warmtelamp;

Doptone;

Badkamer op de kamer;

douche/toilet/wastafel;

Zuurstof;

Bel voor patiënt;

Weegschaal;

Wiegje;

Buiten de kamer;

Kruiken in de wiegenkamer. Als de ruimte dicht is, deze te openen met de code 3579;

Spoelruimte met po;

Flesvoeding in keuken;

Broodbuffetwagen benodigdheden voor broodmaaltijd/drinken;

In de keuken koffie, thee , fris en beschuiten;

Team post verpleegkundigen;

Kantoor/overdracht ruimte/verloskundigen/klinische verloskundige;

Toilet partner en bezoek , beneden in de centrale hal;

Toilet personeel.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 12

Bijlage 3: Protocol Handhygiëne 2 Doel Het, door middel van een goede handhygiëne, voorkomen van overdracht van micro-organismen bij het verrichten van patiëntenzorg. Inleiding Handhygiëne wordt beschouwd als de belangrijkste maatregel om het risico op transmissie van micro-organismen van de ene persoon naar de andere of van het ene lichaamsdeel naar het andere te verminderen. Te onderscheiden zijn:

Handreiniging;

Het verwijderen met water en zeep van vuil en een deel van de transiënte ( =tijdelijk aanwezige) flora;

Handdesinfectie;

Het door middel van een handalcohol snel reduceren van de transiënte en resistente (=permanent aanwezige) flora.

Algemeen Indicaties handreiniging:

Bij zichtbaar vuil;

Bij plakkerig aanvoelen;

Na bezoek aan het toilet;

Bij contact met patiënten met micro-organismen die ongevoelig zijn voor alcohol of waarvoor een te lange inwerktijd nodig is die in de praktijk niet haalbaar is, zoals bij Clostridium difficile en Norovirus.

Indicaties handdesinfectie:

Voor contact met een patiënt in beschermende isolatie;

Voor contact/het werk met invasieve hulpmiddelen, ook bij gebruik van handschoenen;

Tijdens de verzorging van patiënten bij de overgang van “vuil” naar “schoon”, bijvoorbeeld na het verwijderen van vuil verband en voor het opnieuw verbinden;

Na hoesten en niezen;

Na direct contact met patiënten en verpleegkundige handelingen;

Na het uittrekken van handschoenen;

Na het wassen van de handen met water en zeep wordt géén handdesinfectie toegepast;

Dubbele handhygiëne is een te grote belasting voor de handen. Tevens verdunt het resterende vocht aan de handen de alcoholconcentratie, waardoor deze onwerkzaam wordt. Tevens verdunt het resterende vocht aan de handen de alcoholconcentratie, waardoor deze onwerkzaam wordt.

2 Iprova LangeLand ziekenhuis

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 13

Bijlage 4: Methode handen wassen

1. Maak de handen nat met water; 2. Gebruik zeep uit de dispenser (de hendel eenmaal volledig naar beneden drukken); 3. Wrijf vervolgens minimaal 10 seconden het schuim krachtig over alle delen van de

handen en zorg ervoor dat het schuim ook goed rond en tussen de vingers gewreven wordt;

4. Spoel vervolgens de handen goed af onder flink stromend water, waarbij het water naar de vingertoppen toe moet vloeien;

5. Droog de handen goed af en draai de kraan dicht met een papieren handdoekje. Methode handen desinfecteren

1. Breng minimaal 3 ml handalcohol uit de dispenser aan op de droge handen (de hendel eenmaal volledig naar beneden drukken);

2. Wrijf de handen over elkaar en vergeet hierbij de rug van de duim niet; 3. Wrijf goed tussen de vingers; 4. Wrijf ook aan de andere hand tussen de vingers; 5. Maak twee vuisten in elkaar; 6. Wrijf de individuele vingers met de gehele hand in; 7. Maak ook de nagels schoon door de vingertoppen in de handpalm te wrijven; 8. Wrijf minimaal 30 seconden totdat de handen goed droog zijn.

Gebruik van handschoenen Een onderscheid wordt gemaakt in het gebruik van niet-steriele en steriele handschoenen. Niet-steriele handschoenen worden gebruikt ter voorkoming van besmetting van de eigen handen, terwijl steriele handschoenen worden gebruikt ter voorkoming van besmetting van de patiënt. Aantrekken steriele handschoenen

1. Desinfecteer je handen; 2. Maak de verpakking open volgens de peel-open techniek; 3. Pak met je linkerhand de rechterhandschoen vast aan de omgevouwen kant (= de

binnenzijde); 4. Schuif de vingers en de duim in de handschoen en houd daarbij alleen de binnenzijde

van de handschoen vast; 5. Trek de binnenzijde van de handschoen over de pols; 6. Voor het aantrekken van de linkerhandschoen pak je met de rechterhand de

handschoen vast en volg je de techniek zoals boven beschreven. Uittrekken handschoenen

1. Stroop een handschoen af vanaf de omslag; 2. Houd deze in de behandschoende hand; 3. Stroop met de blote hand de tweede handschoen af vanuit de binnenkant; 4. Trek deze handschoen over de eerste heen en gooi deze weg; 5. Desinfecteer je handen

Speciale aandachtspunten

Draag geen ringen, horloges, armbanden, kunstnagels of lange mouwen;

Desinfectie van niet-zichtbaar verontreinigde handen met een handalcohol heeft de voorkeur boven reinigen met water en zeep;

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 14

Gebruik, indien je vaak je handen wast, handcrème uit een tube of dispenser zodat de handen gaaf blijven. Raak het tuitje of dispenser niet aan en gebruik geen crème uit een potje. Geadviseerd wordt om de handcrème in pauzes en/of na beëindiging van de dienst te gebruiken;

Flacons van handalcohol- of zeepdispensers mogen niet worden aangevuld; een flacon moet worden vervangen door een nieuwe wanneer deze leeg is;

Zie voor maatregelen met betrekking tot infectiepreventie ook: AVZM Protocol-Persoonlijke beschermingsmiddelen;

Zie voor maatregelen met betrekking tot persoonlijke Hygiëne medewerkers: AVZM Protocol-Persoonlijke hygiëne medewerkers.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 15

Bijlage 5: Telefoonnummers Algemeen nummer Langeland ziekenhuis 079-3462626 Afdeling verloskunde 079-3462145 ( tussen 08:00-22:00) 079-3462115 ( tussen 22:00-08:00) Verloskundigen Keita 06-52520705 Verloskundigen Partera 06-53912308 Verloskundigen Embé 06-12034652 Planning PKZ kraamzorg 06-43541987 Planning Zin Kraamzorg 06-10594610 Planning Careyn kraamzorg 088-1239922 Planning de Waarden 0182-325550

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 16

Bijlage 6: Visie eerste lijn verloskundigen met betrekking tot de rol van de kraamzorg Visie: Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer wil een sluitende zorgketen rondom de zwangere en haar ongeboren kind als ook moeder en pasgeboren kind om een optimale kwaliteit van geboortezorg te verlenen. Uitgangspunten hierbij zijn:

Een sterke cohesie binnen de groep is van groot belang met name voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg en de slagvaardigheid van de keten zowel voor de eisen die gesteld worden door de beroepsgroep, IGZ, ziektekostenverzekeraars maar, als belangrijkste de cliënt. Alle zorgverleners realiseren zich dat en stralen dit ook uit. Kwaliteit en veiligheid is een taak van iedere hulpverlener in de keten. Er zijn duidelijke afspraken wie welke verantwoordelijkheid draagt in de keten;

Samen met de cliënt zoeken we naar een passende oplossing het dichtst bij huis. De cliënt staat centraal en ervaart een eenheid van zorg door de hele keten . Uitgangsprincipe is dat de zorg in de 1e lijn plaatsvindt als het kan en in de 2e lijn als het moet;

Ieders ervaring en expertise in de keten wordt optimaal benut en gerespecteerd. Evaluaties van de uitvoering vinden regelmatig en gestructureerd plaats;

De cliënt staat centraal, de mogelijkheid tot vroege partusassistentie wordt geboden, zowel thuis als in het ziekenhuis. Bij verplaatsing van de cliënte (bijvoorbeeld van thuis naar ziekenhuis) verplaatst de kraamverzorgende mee. Er wordt gestreefd naar een integraal kraamzorgtraject. De kraamverzorgende die aanwezig was bij de partus zal ook de verdere zorg bij de cliënte thuis verzorgen.

Missie: De uitoefening van verloskunde in haar volle omvang. De nadruk ligt op integratie van de verloskundige ketenzorg in het Zoetermeerse verzorgingsgebied waarbij de patiënt centraal staat. Vanuit deze missie en het Stuurgroep rapport Een Goed Begin uit 2009 is ons inziens baringsbegeleiding in combinatie met vervroegde inzet partusassistentie voor de cliënt zeer welkom. Het doel is dat de cliënt centraal staat en de fysiologie het uitgangspunt is. Met de kraamzorg als ondersteuning bij een poliklinische baring kan er continue begeleiding plaatsvinden. Door de continue begeleiding voelt de cliënte zich gesteund en is er minder noodzaak tot pijnstilling. Een ander voordeel is dat er een vertrouwd gezicht met de cliënte mee naar huis gaat. Situaties: Vanuit de hierboven beschreven missie en visie zijn er verschillende situaties denkbaar, hieronder beschrijven wij de door ons gewenste situatie:

1. Cliënte is in partu en wenst thuis te bevallen: inzet kraamverzorgende voor (vroege) partusassistentie en verlening zorg in de eerste week tot anderhalve week postpartum. Er wordt gestreefd naar continuïteit van zorg, de zorg wordt zoveel mogelijk door 1 kraamverzorgende verzorgd.

2. Cliënte is in partu en wenst poliklinisch te bevallen: de kraamverzorgende wordt opgeroepen om naar het Langeland ziekenhuis te komen voor (vroege) partusassistentie. De verlosafdeling van het Langeland ziekenhuis wordt gebeld door de verloskundige voor het faciliteren van een poliklinische partus. In principe gaat de cliënte uiterlijk 4 uur postpartum naar huis, tenzij de verloskundige dat niet verantwoord vind. De kraamverzorgende gaat na de partus mee naar huis om verdere zorg te verlenen bij de cliënte thuis. Er wordt gestreefd naar continuïteit van zorg, de zorg wordt zoveel mogelijk door 1 kraamverzorgende verzorgd.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 17

3. De baring begint in de eerste lijn maar wordt medisch, bijvoorbeeld door bijstimulatie, meconium houdend vruchtwater of niet-vorderende ontsluiting: De zorg door de kraamverzorgende is dan gestart. Bij een medische partus neemt de verpleegkundige de medische handelingen over. Hierbij denkend aan aansluiten en bewaken van het CTG en infuus. De kraamverzorgende blijft echter aanwezig voor de begeleidende functie zodat continue begeleiding voortgezet kan worden. Indien de cliente dit wil. Afhankelijk van wanneer de cliënt naar huis gaat zal de kraamverzorgende mevrouw volgen en de zorg thuis continueren.

4. De cliënte is medisch vanaf het begin van haar baring, de gynaecoloog van het LangeLand ziekenhuis is verantwoordelijk voor de zorg, de cliënte is in partu: indien de cliënte dit wil wordt de kraamverzorgende opgeroepen voor partusassistentie/begeleiding. De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de medische handelingen zoals CTG en infuus. De kraamverzorgende gaat na afloop met de cliënte mee naar huis voor de verdere zorg. Wanneer de cliënte langer in het Langeland ziekenhuis moet blijven, zal zij later in de week de zorg thuis overnemen.

Strategie: Kraamverzorgenden

De kraamverzorgende is mede verantwoordelijk voor de begeleiding van de vrouw en haar partner gedurende het gehele baringsproces. Partusassistentie wordt verleend door een kraamverzorgende die in dienst is bij een kraamzorgorganisatie, die lid is van het VSV en een toelatingsovereenkomst met het ziekenhuis heeft afgesloten. Het VSV waarborgt keuzevrijheid van de cliënt in kraamzorg en zorgt voor voldoende dekking;

Kraamverzorgenden moeten goed geschoold zijn in het begeleiden van een partus in de thuissituatie of poliklinische setting. Hierbij wordt verwacht dat de kraamverzorgende:

o Kennis heeft over het baringsproces en de verschillende fasen; o Weet wat er van haar verwacht wordt ten tijde van acute situaties (Wat te doen bij

schouderdystocie, fluxus, reanimatie, onverwachte stuitligging, foetale nood en collaberen postpartum);

o De te verwachten instructies van de verloskundige kent en uit kan voeren; o Op verzoek van en in aanwezigheid van verloskundige de doptone kan hanteren; o Als voorbehouden handeling leren hoe medicatie op te trekken? o In het ziekenhuis weet waar de noodbel zit. Thuis kent zij de telefoonnummers en

heeft deze beschikbaar voor het geval zich een acute situatie voordoet; o Stressbestendig kan handelen; o Handelingen en tijden noteert; o Weet waar alle spullen liggen en weet wat klaar te leggen voor een partus, zowel

thuis als in het ziekenhuis. Verpleegkundigen

De verpleegkundige is verantwoordelijk voor het assisteren bij medische interventies tijdens de baring in de klinische setting.

o Zij biedt zo nodig opvang als de kraamverzorgende nog niet aanwezig is of te laat dreigt te komen voor geboorte van het kind;

o Zij dient ten allen tijde hulp te verlenen aan verloskundige wanneer daar behoefte aan is;

Wanneer de cliënte geen kraamzorg heeft geregeld bij een bij het VSV aangesloten kraamzorgorganisatie, verleent de verpleegkundige partusassistentie en -begeleiding.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 18

Wanneer de partus medisch wordt neemt de verpleegkundige de medische handelingen gedurende de baring over, zoals CTG en infuus. De kraamverzorgende blijft aanwezig voor verdere begeleiding van de cliënte.

Ziekenhuis

Alle verloskamers kunnen gebruikt worden voor een poliklinische partus.

Alle cliënten blijven tijdens de baring op dezelfde verloskamer in het ziekenhuis om rust en continuïteit te waarborgen.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 19

Bijlage 7 : Evaluatieformulieren

Evaluatie poliklinische partus Het VSV Zoetermeer heeft de kwaliteit hoog in het vaandel. Graag willen wij meer informatie en

uw mening weten over de zorg tijdens uw bevalling om deze zorgverlening te optimaliseren. Wilt u

beiden pagina’s compleet invullen en aan de kraamverzorgende of verpleegkundigen geven. Alvast

bedankt voor het invullen.

1. Bij welke verloskundige praktijk bent u ingeschreven?

□ Embé verloskundigen

□ Verloskundige Centrum Partera

□ Verloskundigenpraktijk Kéita

□ Anders, namelijk ………………………………..

2. Bij welke kraamzorgorganisatie bent u ingeschreven?

□ Careyn Kraamzorg

□ Kraamzorg De Waarden

□ PKZ Kraamzorg

□ Zin Kraamzorg

3. Was de kraamverzorgende al bij u thuis voordat u naar het ziekenhuis ging?

□ ja □nee

4. Was tijdens de bevalling dezelfde kraamverzorgende aanwezig?

□ ja □nee

5. Gaat dezelfde kraamverzorgende met u mee naar huis die u heeft begeleid tijdens de bevalling?

□ ja □nee

6. Hoe vond u de samenwerking tussen verloskundige en kraamverzorgende? Kruis het cijfer aan

wat passend is. (1 is zeer onvoldoende, 6 is voldoende, 10 is uitmuntend)

① ② ③ ④ ⑤ ⑥ ⑦ ⑧ ⑨ ⑩

7. Heeft uw verloskundige de bevalling overgedragen aan de gynaecoloog of klinisch

verloskundige?

□ ja □nee

Z.o.z.

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 20

Indien u vraag 7 met ‘ja’ heeft beantwoord:

a. Hoe heeft u het ervaren dat de kraamverzorgende de zorg heeft overgedragen aan de

verpleegkundige:

□ Vervelend □ Prettig □Geen mening □Anders, nl.

b. Had u het fijn gevonden als de kraamverzorgende bij de bevalling was gebleven, na de

overdracht

□ ja □nee □ maakt niet uit

Heeft u nog tips met betrekking tot de samenwerking van de zorgverleners:

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 21

Evaluatie poliklinische partus Kraamverzorgende

Het VSV Zoetermeer heeft de kwaliteit hoog in het vaandel. Graag willen wij meer informatie en

jouw mening weten over de geleverde zorg. Wilt je dit formulier invullen en in de box bij de balie

doen. Alvast bedankt voor het invullen.

Naam:

Datum:

1. Bij welke kraamzorgorganisatie werkt u?

□ Careyn Kraamzorg

□ Kraamzorg De Waarden

□ PKZ Kraamzorg

□ Zin Kraamzorg

2. Bij welke verloskundige praktijk werkt de verloskundige?

□ Embé verloskundigen

□ Verloskundige Centrum Partera

□ Verloskundigenpraktijk Kéita

□ Anders, namelijk ____________________________________________________________

3. Was je binnen 45 minuten aanwezig op de verloskamer ? □ ja □nee

Zo nee, wat was daarvan de reden: ________________________________________________

Op welk tijdstip werd je door de planning gebeld? …………. Uur

Op welk tijdstip was je aanwezig op de verloskamer? .………… Uur

Tijdstip geboorte kind .………… Uur

4. Hoe heb je als kraamverzorgende het Langeland ziekenhuis als werkomgeving ervaren?

(1 is zeer onvoldoende, 6 is voldoende, 10 is uitmuntend)

① ② ③ ④ ⑤ ⑥ ⑦ ⑧ ⑨ ⑩

5. Hoe vond je de zorgovername door de verpleegkundige toen de bevalling klinisch werd ?

(1 is zeer onvoldoende, 6 is voldoende, 10 is uitmuntend)

① ② ③ ④ ⑤ ⑥ ⑦ ⑧ ⑨ ⑩

6. Welk cijfer geef je de samenwerking met de verloskundige ?

(1 is zeer onvoldoende, 6 is voldoende, 10 is uitmuntend)

① ② ③ ④ ⑤ ⑥ ⑦ ⑧ ⑨ ⑩

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 22

Evaluatie poliklinische partus verloskundigen

Het VSV Zoetermeer heeft de kwaliteit hoog in het vaandel. Graag willen wij meer informatie en

uw mening weten over de geleverde zorg. Wil je dit formulier invullen en in de box bij de balie

doen. Alvast bedankt voor het invullen.

Naam:

Datum:

1. Bij welke verloskundige praktijk werkt je?

□ Embé verloskundigen

□ Verloskundige Centrum Partera

□ Verloskundigenpraktijk Kéita

□ Anders, namelijk ____________________________________________________________

2. Bij welke kraamzorgorganisatie werkt de kraamverzorgende?

□ Careyn Kraamzorg

□ Kraamzorg De Waarden

□ PKZ kraamzorg

□ Zin Kraamzorg

3. Was de kraamverzorgende binnen 45 minuten aanwezig op de verloskamer?

□ ja □nee

Op welk tijdstip heb je de kraamzorg planning gebeld? …………. Uur

Op welk tijdstip was de kraamzorg op de verloskamer? .………… Uur

Tijdstip geboorte kind .………… Uur

4. Welk cijfer geef je de samenwerking met de kraamverzorgende ?

(1 is zeer onvoldoende, 6 is voldoende, 10 is uitmuntend)

① ② ③ ④ ⑤ ⑥ ⑦ ⑧ ⑨ ⑩

Ketenprotocol Poliklinische Partus Versie 1.0 Pagina 23

Bronnen 1. Verloskundig vademecum 2003 2. Iprova Lange Land ziekenhuis Goedgekeurd op : 27-01-2016 Ingangsdatum : 27-01-2016 Verantwoordelijk voor implementatie : leden VSV Alle protocollen van het VSV Zoetermeer zijn terug te vinden op het besloten deel van onze website. In het Lange Land Ziekenhuis zijn zij gepubliceerd in het programma iDocuments. In iDocuments is standaard een herzieningstermijn van 2 jaar ingesteld.