KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen...

28
KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS

Transcript of KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen...

Page 1: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

KENNISMAKEN

MET DE 12 LEERLINGEN

VAN JEZUS

Page 2: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

2

Voorwoord

In het jaar tweeduizendtwaalf hebben we in de meditaties van ons

maandblad stil gestaan bij de twaalf: twaalf leerlingen van Jezus. Het

was een aangename kennismaking. In dit boekje zijn de meditaties

gebundeld om nog een keer te kunnen lezen. De volgorde is:

• januari Simon Petrus blz. 3

• februari Andreas blz. 6

• maart Judas Iskariot blz. 8

• april Johannes blz. 11

• mei Filippus blz. 13

• juni Bartholomeüs blz. 15

• juli/augustus Jacobus (z.v. Alfeüs) en Thaddeüs blz. 17

• september Mattheüs blz. 19

• oktober Thomas blz. 21

• november Simon de Zeloot blz. 23

• december Jakobus blz. 25

Heerde, december 2012

Ds. J.M. Weststrate

Dit is een uitgave van:

Vrije Evangelische Gemeente Heerde

p/a B. van Dijklaan 3

8181 GA Heerde

[email protected]

www.vegkruiskerkheerde.nl

Page 3: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

3

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

SIMON PETRUS: HAANTJE DE VOORSTE

Hij is afkomstig uit Betsaïda, aan de noord oever van het meer van

Galilea en is een zoon van Johannes (die ook wel Jona wordt

genoemd). Later woont Simon met zijn broer Andreas in Kafar

Nachum (het dorpje van Nahum). Petrus was getrouwd (1 Korintiërs

9:5) en visser van beroep. Het optreden van Johannes de Doper heeft

de broers Simon en Andreas geraakt. Langs die weg leerden ze Jezus

kennen (Johannes 1:40-42). Die ontmoeting leverde Simon een

nieuwe (tweede) naam op: Cefas/Petrus = rots. Tijdens hun dagelijkse

werkzaamheden worden zowel Simon als Andreas door Jezus

geroepen (Markus 1:16-18). Ze nemen het besluit Hem te volgen.

We leren Petrus kennen als een licht geprikkeld, temperamentvolle

man, die geen blad voor zijn mond nam. Als iedereen Jezus zou

verlaten, zou Petrus zijn Heer trouw blijven, zo beloofde hij en als

Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan

de laatste maaltijd, weigert Petrus dit aan hem te laten gebeuren.

Deze en nog veel meer voorbeelden laten ons zijn karakter zien. Niet

het minst zien we er iets van tijdens de confrontatie in de hof van

Gethsemane, waar hij een soldaat letsel bezorgt door met een

zwaard om zich heen te slaan. Simon Petrus belijdt als eerste zijn

geloof in het openbaar. Dat doet hij op een door en door

godsdienstige plek in het noorden, bij Ceasarea Filippi (Mattheüs 16)

Maar we komen Petrus ook ergens anders tegen. Weggevlucht uit

Gethsemane, volgt hij Jezus in de gang naar zijn proces en wordt hij

herkend als iemand die ook bij die Jezus hoort. Tot drie maal toe

ontkent hij het en beweert bij hoog en bij laag, dat hij die man niet

kent. Toen kraaide er een haan en realiseerde Simon Petrus zich dat

Jezus had gezegd: eer de haan kraait, zul jij me driemaal verloochend

hebben. Dat moment kwam hard aan!

Page 4: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

4

Later krijgt Simon de gelegenheid om dit moment achter zich te laten

en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn liefde

betuigen (Jh.21) en wordt hij genadig in ere hersteld. Pas na de

uitstorting van de Heilige Geest komen we Petrus tegen als een

apostel die in functie treedt om van de opstanding te getuigen

(Handelingen 1:22 en 2:14vv).

Het is veelzeggend dat Petrus wordt gebruikt om aan een

niet-Jood Cornelius het evangelie te brengen (Handelingen 10) en

hem te dopen. In de eerste tien hoofdstukken van Handelingen

komen we van de apostelen alleen de naam van Petrus (en zijn broer

Johannes) tegen. Dat illustreert dat Petrus wel het haantje de voorste

genoemd kan worden. Het verbaast ook niet, dat later juist Petrus

door Herodes wordt gezocht (Handelingen 12) en dat hij gevangen

wordt gezet. Dit in de hoop die Jezusbeweging in de kiem te smoren.

Op wonderbaarlijke wijze wordt daar verteld, hoe God een mens in

erbarmelijke omstandigheden kan redden. En zomaar lijkt Petrus dan

uit ons zicht te verdwijnen.

In een brief van Paulus aan de Galaten (Galaten 2) komen we iets

tegen, wat zou duiden op een zekere onduidelijkheid in de positie

van Petrus. Paulus verwijt Petrus dat hij niet helder was geweest toen

er in Antiochië discussie was of christenen zich toch aan de joodse

wetten en regels moesten houden. Blijkbaar was Jakobus (de broer

van Jezus en de leider van de gemeente in Jeruzalem) deze mening

toegedaan en had Paulus een duidelijker stellingname van Petrus

verwacht. Was Petrus bang voor z’n reputatie?

Van Petrus horen we niets meer. Zijn beide brieven (1 en 2 Petrus)

bewijzen dat hij z’n werk tot aan het einde toe heeft voortgezet. De

Rooms-Katholieke kerk ziet in Petrus nog altijd ‘de kopman’, de

eerste onder zijn gelijken en beschouwen de pausen als opvolgers

van Petrus. Dat baseren ze op de uitspraak van Jezus: jij bent Petrus,

de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen (Mattheüs 16:18). Gelukkig

maakt Petrus zelf in zijn brief duidelijk wie ‘de steen’ is op wie de

Page 5: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

5

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

kerk gebouwd wordt: ‘voeg u bij Hem, bij de levende steen die door

de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen….’ (1

Petrus 2): Jezus!

We weten niet waar Petrus terecht kwam. Geruchten zijn er genoeg.

In 2 Petrus 5:13 noemt Petrus zelf de stad Babylon als z’n

verblijfplaats. Iedereen weet dat daarmee Rome werd bedoeld. Daar

zou hij gekruisigd zijn. Dat verklaart óók de koppeling van de naam

van Petrus aan deze stad en aan ‘de kerk van Rome’.

Petrus: het is en blijft een boeiend figuur.

Page 6: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

6

ANDREAS: DIE VAN DAT KRUIS

Andreas – één van de twaalf – blijkt de broer van Simon (Petrus) te

zijn, en is dus ook een zoon van (bar) Jona, afkomstig uit Bethsaïda

(later woonachtig in Kafar Nachum – Marcus 1:29). Op zich is Andreas

een opmerkelijke naam voor een Joodse jongen, want het is een

Griekse naam en dat verwacht je niet in een door en door Joods gezin

(Handelingen 10:14). Het is Andreas die door Johannes de Doper

opmerkzaam wordt gemaakt op Jezus. Hij zoekt Jezus vervolgens ook

op en gaat met Hem mee (Johannes 1:35 t/m 42). Jezus had hem wel

de vraag gesteld ‘wat/wie hij zocht?’

Jezus nodigt Andreas en nog iemand anders (naar alle

waarschijnlijkheid is dat Johannes de evangelist geweest) bij hem

thuis uit en ze blijven een dag lang bij de Heer. Waar zouden ze het

toen over hebben gehad? Niemand die het weet! Maar het heeft wel

een onvergetelijke indruk achtergelaten. Johannes weet later nog

precies hoe laat het was: ‘ongeveer twee uur voor zonsondergang’

(Johannes 1:39).

Voor Andreas ging er een nieuwe wereld open. Hij stapte daarna op

z’n broer Simon(Petrus) af en zei hem: ‘Wij hebben de Messias

gevonden’. Dit latere haantje de voorste heeft het dus mede aan z’n

broertje te danken dat Hij Jezus leerde kennen. Is er iets mooiers dan

iemand anders bij Jezus brengen?! Andreas is de eerste die zo door

God gebruikt wordt om voor iemand anders tot zegen te zijn.

Blijkbaar gunt Andreas het ook anderen om deel te hebben aan

Jezus. Vandaag wordt nog wel gesproken over ‘de Andreasmethode’,

waar christenen andere mensen uitnodigen om kennis te maken met

Jezus.

Page 7: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

7

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

Bij de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging valt Andreas een

jongen met vijf gerstebroden en twee vissen op. Zou die jongen wat

voor het oplossen van dit voedselprobleem kunnen betekenen? Maar

tegelijkertijd is Andreas ook wel heel realistisch: ‘wat hebben we

daaraan voor zoveel mensen? ‘ (Johannes 6:9). Regelmatig treffen

we Andreas en Filippus samen. Die twee voelden zich kennelijk sterk

met elkaar verwant en trokken in Jezus’ kring naar elkaar toe. Naast

het feit dat ze discipel van Jezus waren, werden het ook goede

vrienden. Dat komt wel vaker voor in Jezus’ kring.

Andreas is ook één van de mannen die in het bijzonder

geïnteresseerd blijkt te zijn in ‘de laatste dingen’. Hij vraagt er anders

samen met z’n broer en die andere twee broers Jakobus en Johannes

naar (Marcus 13: 3-4). We komen Andreas nog één keer tegen in het

Nieuwe Testament en wel als één van de 120 mensen die biddend de

komst van de Heilige Geest zitten af te wachten (Handelingen 1:13).

Uit buitenbijbelse berichtgeving wordt ons over de periode na het

Nieuwe Testament nog wel meer vermeld. Andreas zou in Klein-Azië

actief zijn geweest en in Bithynië, Galatië en Pontus, tot hij in Patras-

Griekenland gekruisigd werd. Het bijzondere x-kruis waaraan ze hem

hingen, heet sindsdien ‘het Andreaskruis’.

Wat deze man gemeen heeft gehad met zijn broer is dit: na de

persoonlijke ontmoeting met Jezus stond zijn hele leven in dienst van

zijn Meester.

Dat is eigenlijk best een mooi voorbeeld.

Page 8: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

8

JUDAS ISKARIOT- VAN VRIENDSCHAP NAAR VERRAAD

Iskariot betekent niets anders dan: man van/uit Kariot, een plaats

waarvan men niet precies weet waar het lag en waarvoor men 3

mogelijke locaties aanwijst, alle in Judea. Hij is waarschijnlijk de enige

niet-Galileër geweest in Jezus’ gezelschap. De andere leerlingen

waren dat blijkbaar wel (Handelingen 1:11 en 2:7). Judas was dus een

vreemde eend in de bijt, vandaar die toevoeging aan zijn naam

(mede ter onderscheiding van die andere Judas, de zoon van

Jacobus).

Vol enthousiasme heeft hij zich bij die profeet uit Nazareth

aangesloten. De andere leerlingen moeten een groot vertrouwen in

Judas hebben gehad, want hij kreeg het beheer over de penningen.

Johannes noemt hem ‘een dief’ (Johannes 12:6), maar dat zal hij met

de kennis van later, achteraf zo opgeschreven hebben. Jezus moet er

meer van hebben geweten, want zijn uitspraak in Johannes 6:70-71

liegt er niet om:

Jezus zei: ‘Ikzelf heb jullie alle twaalf uitgekozen, en toch is een van

jullie een duivel.’ Hiermee doelde hij op Judas, de zoon van Simon

Iskariot, want hij, een van de twaalf, zou hem uitleveren.

Eén van de twaalf zal zich gaandeweg in dienst van Gods

tegenstander stellen. Wat zal er bij Judas een innerlijke strijd zijn

geweest. Ook het gevoel van ‘zich in Jezus vergist te hebben’. Toen er

in Bethanië een kruik met kostbare nardusmirre over Jezus’ voeten

werd uitgegoten, was dat de druppel die de emmer van afkeer van

Jezus liet overlopen voor Judas. Hij suggereert dat zij dat geld anders

wel aan de armen had kunnen geven. Maar volgens Johannes was dat

zeker geen oprechte gedachte van Judas. Johannes 12: 3-6:

Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de

voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de

olie trok door het hele huis. Judas Iskariot, een van de leerlingen,

degene die hem zou uitleveren, vroeg: ‘Waarom is die olie niet voor

driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’

Page 9: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

9

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was

een dief: hij beheerde de kas en stal eruit.

Geen van de andere leerlingen had dit toen door! Jezus wel. Dat

verklaart misschien ook, waarom Jezus niet de plaats noemt waar hij

met z’n vrienden het Paasmaal zal gaan eten. Wilde Hij misschien

voorkomen dat Judas dát moment zou verstoren? Toch komen we

Judas daar later wel tegen. De bijbeluitleggers zijn het niet met elkaar

eens over het feit of Judas wel of niet aan tafel zat, toen de Heer het

Avondmaal vierde en instelde.

Johannes 13: 21-30:

Nadat hij dit gezegd had werd Jezus diepbedroefd, en hij

verklaarde: ‘Waarachtig, ik verzeker jullie: een van jullie zal mij

verraden.’ De leerlingen keken elkaar aan en vroegen zich af wie hij

bedoelde. Een van hen, de leerling van wie Jezus veel hield, lag

naast hem aan tafel aan, en Simon Petrus beduidde hem dat hij

moest vragen wie Jezus bedoelde. Hij boog zich dicht naar Jezus toe

en vroeg: ‘Wie, Heer?’ ‘Degene aan wie ik het stuk brood geef dat ik

nu in de schaal doop,’ zei Jezus. Hij doopte een stuk brood in de

schaal en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot. Op dat

moment nam de duivel bezit van Judas. Jezus zei: ‘Doe maar

meteen wat je van plan bent.’ Niemand aan tafel begreep waarom

hij dit zei; omdat Judas de kas beheerde, dachten sommigen dat

Jezus bedoelde dat hij inkopen voor het feest moest doen, of dat hij

iets aan de armen moest geven. Judas nam het brood aan en ging

meteen weg. Het was nacht.

Hij ging naar de overpriesters om zijn Heer te verraden. In

Getsemane wijst Judas Jezus aan door middel van een (vrienden)kus.

Na Jezus’ veroordeling door de Joodse Raad ontwaakte Judas’

geweten. Hij kon bij niemand terecht wat hem uiteindelijk tot zijn

wanhoopsdaad bracht.

Page 10: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

10

Mattheüs 27:3-5:

Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood

veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig

zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug en zei: ‘Ik heb

een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij

zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’

Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en

verhing zich.

Judas, zijn naam staat in de Bijbel als een waarschuwing voor alle

vrienden van Jezus. Wie vandaag een vriend van Jezus zegt te zijn,

kan Hem morgen verraden. Helaas zijn er meer mensen geweest, die

dan wel geen Judas heetten, maar wel dezelfde weg bewandelden.

We zijn gewaarschuwd.

Page 11: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

11

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

JOHANNES, DE LEERLING VAN WIE JEZUS VEEL HIELD

Johannes, één van de zonen van Zebedeüs, was een achterneef van

Johannes de Doper. Hij zal ± 25 jaar zijn geweest, toen hij zich bij

Jezus aansloot. Zijn moeder zal bij Jezus een vooraanstaande positie

claimen voor haar beide zonen. Jezus maakt daarbij duidelijk dat je

bereid moet zijn om met de minste positie genoegen te nemen. Jezus

zelf is ook gekomen om te dienen, niet om gediend te worden.

In zijn evangelie omschrijft Johannes zichzelf als ‘de leerling van wie

Jezus veel hield’ (Johannes 19:26). Dat lijkt niet erg bescheiden, maar

uit het feit dat de Heer aan het kruis aan Johannes vraagt om de rol

van de zoon naar zijn moeder Maria op zich te nemen, duidt wel

degelijk op een bijzondere band. Johannes neemt Maria op in zijn

huis. Waarschijnlijk is dat zijn ouderlijk huis geweest, omdat we

nergens lezen dat Johannes getrouwd was.

Al eerder in zijn evangelie had Johannes zichzelf als zodanig

omschreven. Dat was tijdens dat voorval bij de voetwassing. Eén van

Jezus´ vrienden zal Hem zeer binnenkort verraden, horen ze de

Heiland zeggen. Ieder vraagt zich af wie dat zou kunnen zijn?

Uiteindelijk mag Johannes die vraag aan Jezus stellen. Zelfs haantje-

de-voorste Simon Petrus weet dat Johannes een bijzonder lijntje

heeft. Met als gevolg dat Judas Iskariot wordt aangewezen en

meteen wegging, de nacht in.

Uit het paasverhaal blijkt dat Johannes als eerste bij het lege graf

kwam (Johannes 20:4). Hij neemt de situatie goed in zich op en

realiseert zich dat er geen sprake kan zijn van grafroof, omdat er een

doek keurig opgerold lag. Hij spreekt hier uit dat hij gelooft wat hij

ziet: Jezus is opgestaan.

Page 12: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

12

Johannes verdwijnt na het evangelie een beetje uit ons gezicht.

Paulus schrijft aan de mensen van Galatië, dat Jakobus, Petrus en

Johannes de steunpilaren waren van de eerste christelijke kerk, die

van Jeruzalem. Uit gegevens van andere geschriften ( o.a. van

leerlingen van Johannes) heeft men geprobeerd een levensloop van

Johannes te destilleren. Nog voor de verwoesting van Jeruzalem zou

hij het land verlaten hebben om in Klein-Azië (Efeze) te gaan wonen.

Die stad en omgeving is inderdaad een tijdlang het nieuwe centrum

geweest van christelijk leven.

Zijn evangelie zou hij daar opgeschreven hebben, voor niet-joodse

oren van mensen die wel met diverse feiten bekend waren. Johannes

veronderstelt in zijn evangelie dat ze weten dat Johannes de Doper

gevangen is gezet (Johannes 3:24) en dat ze de zusters van Lazarus

kennen (Johannes 11:1). Ook moeten de brieven van Johannes, drie

in getal, hier hun oorsprong hebben. Uit de inhoud maken we op, dat

de vervolging van christenen al om zich heen greep. Daar heeft de

Romeinse keizer Domitianus (81 tot 96 n.Chr.) een sterke rol in

gespeeld. Johannes moet zijn opgepakt waarna hij naar het eiland

Patmos is verbannen, een barre rots in de Egeïsche zee. Daar kreeg

hij van God de ´openbaring´ (dat moet aan het begin van de ´90er

jaren zijn geweest).

Johannes wordt ook wel ´de apostel der liefde´ genoemd, omdat hij

dit begrip zo vaak hanteert (vooral in zijn brieven). Johannes is op

hoge leeftijd een natuurlijke dood gestorven. Dat was met anderen

leerlingen van Jezus soms wel anders!

Er doen veel verhalen over Johannes de ronde. Maar het lijkt wel dat

deze verhalen lang niet allemaal op feiten berusten. Daarom laten we

deze informatie achterwege.

Page 13: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

13

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

FILIPPUS….. MAAR WELKE?

In de evangeliën staat Filippus in alle lijstjes van leerlingen van Jezus

op nummer 5. Verder noemen de evangelisten hem nauwelijks. Als

we het evangelie van Johannes niet hadden, zouden we hem

nauwelijks kennen en er naar kunnen gissen waar Filippus deze

betrekkelijk ‘hoge’ plaats op de lijstjes aan te danken heeft.

Filippus is afkomstig uit Bethsaïda (Johannes 1:43 t/m 51), dat is een

plaats vlak bij de plek waar de Jordaan het meer van Galilea

instroomt. Ook hij is dus een Galileër. Over de familie en het beroep

van Filippus lezen we niets. Nadat Filippus door Jezus geroepen werd,

tracht hij een kennis uit Kana (Johannes 21:2) voor Jezus te winnen,

het betreft een zekere Nathanaël. Filippus kende Jezus blijkbaar niet

anders en ook niet beter als ‘de zoon van Jozef, uit Nazareth’. Ook

Lucas meldt dat Jezus op die manier onder de mensen bekend was,

toen Hij op dertig jarige leeftijd in het openbaar op ging treden (Lucas

3:23). Als Nathanaël schamper vraagt of er uit Nazareth wel iets

goeds kan komen, geeft Filippus een diplomatiek en wijs antwoord:

‘Ga zelf maar kijken (kom en zie)’. Je kunt iemand het best overtuigen

door de persoon het zelf te laten ervaren.

Bij de spijziging van de 5000 vroeg Jezus aan Filippus waar ze brood

zouden kunnen kopen om alle mensen te eten te geven? Filippus

vraagt zich (Galilees nuchter) af, waar ze al het geld vandaan moeten

halen omdat 200 denarie niet voldoende zal zijn voor zo’n grote

hoeveelheid mensen (Johannes 6: 5 t/m 7).

Vlak voor het drama rondom Jezus’ veroordeling en terechtstelling,

komen we Filippus tegen in Jeruzalem (Johannes 12:20 t/m 22).

Grieken uit die stad zouden Jezus graag willen ontmoeten. Dat ze

daarvoor Filippus uitkiezen is helemaal niet zo vreemd. Zijn naam is

Grieks en dat moet deze ‘vreemdelingen’ een goede entree hebben

geleken. Blijkbaar durft Filippus hierin niet alleen te bemiddelen,

maar overlegt hij eerst met Andreas (dat is ook een Griekse

naam!!!!), waarna ze samen naar Jezus stappen.

Page 14: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

14

Als er in de discipelkring vragen zijn over de plek waar Jezus heengaat

en Hij die mooie woorden spreekt over ‘het Huis van zijn Vader met

de vele kamers’, en dat Hij (Jezus) de Weg, de Waarheid en het Leven

is, gaat dit de bedachtzame Filippus blijkbaar te ver, en vraagt brutaal

‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ (Johannes 14:

1 t/m 8). Met teleurstelling in zijn stem, zegt Jezus: Ik ben nu al

zolang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft,

heeft de Vader gezien’.

Filippus komt uit de berichten van Johannes inderdaad op ons over

als een nuchtere-, bedachtzame man. Na de uitstorting van de Heilige

Geest komen we Filippus nergens meer tegen. Een oude traditie zegt

dat de apostel in Klein-Azië gewerkt zou hebben en in Efeze

gestorven en begraven zou zijn. Aangezien dat gebied het

uitbreidingsterrein van de oudste kerk was, zou dat heel goed

kunnen.

Probleem bij de naam ‘Filippus’ is, dat hij zo nu en dan ook verward

wordt met die andere Filippus, de evangelist. Er zijn mensen die

beweren dat dit één en dezelfde is. Toch lijkt dit niet erg aannemelijk,

omdat deze Filippus in Handelingen 6:5 genoemd wordt in het rijtje

van 7 ‘wijze mannen’ die de eerste diakenen zullen zijn. Zo tekent

Lucas hem ook voor ons uit in zijn Handelingen van de apostelen

(Handelingen 21:8-9), wanneer hij hem in Ceasarea aantreft en 4

ongetrouwde dochters heeft die profetessen blijken te zijn. Daarvoor

werkte deze Filippus met succes in Samaria (Handelingen 8:5-13),

komen we hem ook tegen langs de weg van Gaza naar Jeruzalem,

waar hij met een hoge Ethiopiër meelift en de man onderweg doopt.

We gaan er van uit dat dit een andere Filippus is, dan die ‘ene van de

twaalf’.

Page 15: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

15

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

BARTOLOMEÜS

‘Van wie ben je d’r één’, is onder ons een gebruikelijke vraag. Je

vader en je moeder plaatsen je in een brede(re) kring. Zo kennen we

uit de Bijbel de zoon van Timeüs (Bartimeüs), de zoon van Abbas

(Barabbas) en nu maken we kennis met de zoon van Tolomeüs:

Bartolomeüs. Misschien was de vader in die tijd beter bekend dan z’n

zoon, wij weten niks van de man.

Ook van een Bartolomeüs weten we uit Bijbelse bronnen niks.

Bijbelgeleerden veronderstellen dan ook dat deze Bartolomeüs

dezelfde is als Natanaël, de man die ons door Johannes wordt

voorgesteld in Johannes 1 vers 45vv. Ze dragen ons daar 2

argumenten voor aan:

- Op de leerlingenlijsten staan Filippus en Bartolomeüs altijd op

nummer 5 en 6, na Petrus en Andreas, Jakobus en Johannes.

Deze volgorde zien we ook bij Johannes, alleen is daar Natanaël

nummer 6 en het was Filippus die hem met Jezus in aanraking

bracht. Dat verklaart de verbinding bij Mattheüs en Lucas:

Filippus en Bartolomeüs.

- In Johannes 21 vers 2 wordt melding gemaakt dat er zes van ‘de

leerlingen = een vaste uitdrukking voor de kring van de twaalf’

met Petrus gaan vissen. Onder hen is Natanaël. Hij is dus ‘één

van de twaalf’. Maar omdat de naam Natanaël niet in het lijstje

van de twaalf voorkomt, maar wel die van Bartimeüs, ziet men

dat ook als bewijs dat het hier om dezelfde persoon gaat.

Daarmee komt Bartimeüs uit de anonimiteit. Hij droeg een echte

joodse naam: Natanaël (betekenis: God heeft gegeven) en was dus

afkomstig uit Galilea. Waarschijnlijk was ook hij door de prediking

van Johannes de doper gegrepen. We weten niet op welke wijze

Filippus Jezus heeft leren kennen, maar vol blijdschap deelt hij aan

Natanaël mee, dat ze ‘de man gevonden hebben over wie Mozes in

de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten spreken: Jezus,

de zoon van Jozef’.

Page 16: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

16

Dat wil er bij Natanaël nog niet in. Zijn woonplaats Kana ligt dicht

tegen Nazareth aan en de reputatie van dat stadje en van de mensen

die er vandaan komen, was zeer bedenkelijk: kan uit Nazareth iets

goeds vandaan komen? Filippus kan weinig anders doen dan

Natanaël uitnodigen: ga zelf maar kijken (kom en zie, in de vorige

vertaling – ook de tekst op de herdenkingssteen uit 1985 in de hal

van onze Kruiskerk).

Het pleit voor Natanaël dat hij Filippus en zichzelf een kans geeft.

Menigeen is zo overtuigd van het eigen gelijk, dat deze kans niet

wordt benut. De beschrijving van Natanaël door Jezus is een groots

compliment: ‘dit is nu een echte Israëliet, een mens zonder bedrog’.

‘Waar kent U mij van?’ vraagt deze verbaasd. Hij kan zich niet

voorstellen dat Jezus en hij elkaar eerder ontmoet hebben. ‘Ik had je

al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat’.

Dit woord van Jezus is voor Natanaël een openbaring. Wij weten niet

wat er onder die vijgenboom aan de hand was. Ook de evangelist

Johannes weet het niet, anders had hij het ons meegedeeld. Maar

Natanaël wist genoeg: ‘Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de

koning van Israël’. Jezus zegt dat hem nog grotere dingen

geopenbaard zullen worden.

Verder is ons van Natanaël/ Bartolomeüs weinig bekend. Legenden

laten hem reizen maken naar Libië, Parthië en Macedonië, maar dat

berust niet op betrouwbare informatie.

Page 17: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

17

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

JACOBUS (DE ZOON VAN ALFEÜS) EN THADDEÜS In dit hoofdstuk maken we kennis met….. twee leerlingen van Jezus.

Het zijn niet de meest bekenden, om eerlijk te zijn. Maar ook minder

bekende leerlingen van Jezus mogen best even voor het voetlicht

komen.

Van Jacobus kennen we alleen zijn naam en die van z’n vader. We

zouden dus kort over hem kunnen zijn. Wij kunnen het ook niet

helpen dat de informatie zo schaars is. Omdat er meerdere figuren

met de naam Jacobus in het Nieuwe Testament rondlopen, is het

natuurlijk niet uitgesloten dat één van hen die zoon van Alfeüs is.

Hier volgt het meest bekende rijtje:

1- Jacobus, de zoon van Zebedeüs, de broer van Johannes

2- Jacobus, de zoon van Alfeüs

3- Jacobus, de vader van de apostel Judas (Lucas.6:16,

Handelingen 1:13)

4- Jacobus, de broer van Jezus (Mattheüs 13:55 Handelingen

12:17 Galaten 2:9)

5- Jacobus, de jongere, zoon van Maria (Marcus 15:40) ….. of is dat

dezelfde als ‘ nr. 4’?

‘Onze’ Jacobus kan niet de vader van de apostel Judas zijn geweest,

wat sommigen beweren, want dan zouden ‘vader en zoon’ in Jezus’

kring van leerlingen hebben gezeten en dan was dat wel op enigerlei

manier ter sprake gekomen.

Er zijn ook theorieën ontwikkeld waarmee wordt beweerd dat

Jacobus de zoon van Maria van Klopas (Johannes 19:25) zou zijn en

als een neef van Jezus wordt gezien. Maar alle argumenten daarvoor

zijn niet op controleerbare gegevens gebaseerd.

De andere genoemde Jacobussen vallen allemaal af. Rest ons niets

dan te concluderen: we weten het niet. Misschien wel omdat het

zo’n veel voorkomende naam is.

Page 18: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

18

En hoe zit het met Thaddeüs?

De Staten Vertaling geeft deze Thaddeüs nog een andere naam:

Lebbeüs (Mattheüs 10:3). Die laatste naam zou verwant zijn aan het

Hebreeuwse woord ‘leb’ wat hart betekent, maar ook duidelijk kan

maken dat iemand ‘lef’ heeft, moedig is. De naam Thaddeüs is een

Aramese naam, verwant aan het woord ‘todah’= lofprijzing. Lucas

noemt Thaddeüs helemaal niet, noemt hem ook niet met z’n andere

naam Lebbeüs, maar heeft het over Judas, de zoon van Jacobus

(Handelingen 1:13). Ook de naam Judas betekent ‘lof’. ’t Zou zomaar

kunnen, dat Lucas, de evangelist met het meeste historisch besef,

ons z’n werkelijke naam Judas geeft, terwijl de andere evangelisten

die naam graag vermeden, vanwege de gebeurtenis met die andere

Judas uit hun kring: Judas Iskariot. Ook Johannes noemt z’n

oorspronkelijke naam – Judas – maar vermeldt er dan wel bij ‘niet

Iskariot’ (Johannes 14:22). Deze Judas begrijpt aanvankelijk niet goed

waarom Jezus zich slechts zou openbaren aan de mensen die Hem

liefhebben en niet aan de wereld.

Men heeft deze Judas-Thaddeüs-Lebbeüs lange tijd gezien als de

schrijver van de kleine Judas-brief in het NT. Gezien de aanhef van die

brief, komt Judas, de broer van Jacobus en ….. Jezus daar eerder voor

in aanmerking. Van de levensloop van deze apostel is ons verder

weinig bekend.

Twee mannen om eens over na te denken. Wat zou er van hen

geworden zijn, voor wie zouden ze tot zegen zijn geweest?

Page 19: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

19

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

MATTHEÜS

Volgens het evangelie heeft Jezus ook een tollenaar aan z’n groep

van leerlingen verbonden. Marcus (2:14) en Lucas (5:27)noemen hem

Levi, de zoon van Alfeüs, Mattheüs noemt hem Mattheüs (9:9), want

het gaat hier over hemzelf. Waarschijnlijk hebben we te maken met

iemand die onder twee namen bekend was. Dat kwam wel vaker

voor.

Mattheüs was tollenaar, en dus een collega van de bekende Zacheüs.

Tollenaars inden het belastinggeld voor keizer Tiberias, die de

inwoners van zijn rijk steeds meer last oplegde, om daarmee de

manschappen in zijn leger van soldij te voorzien. Een tollenaar

pachtte een tolhuis en verhoogde het verschuldigde tolgeld met een

eigen heffing om daarvan te kunnen bestaan. Soms waren dat

buitensporig hoge toeslagen. Met name op dat laatste hadden de

mensen kritiek, omdat deze heffing in hun ogen onnodig zwaar

uitviel. In combinatie met het feit dat een tollenaar hand- en

spandiensten verleende aan de bezetter (Rome) maakte hen niet

geliefd onder de bevolking.

Johannes de Doper, die in een grensgebied woonde en ongetwijfeld

veel mensen sprak die hun boosheid over de tollenaars ventileerden,

zegt tegen tollenaars die zich bij de Jordaan hebben laten dopen:

vorder niet meer dan wat jullie is opgedragen (Lucas 3:13), want hij

wist precies waar de schoen wrong. In het Nieuwe Testament worden

tollenaars en zondaars vaak in één adem genoemd.

De roeping van de tollenaar Levi-Mattheüs vindt plaats in Kafar-

Nachum. Het valt op dat er staat dat Jezus hem ‘zag’, want de

meeste mensen keurden tollenaars geen blik waard. De vraag ‘volg

mij’ valt als een mokerslag in Mattheüs z’n leven. Hij stond gelijk op

en volgde de Heer. Dat zal niet zomaar een impulsieve beslissing zijn

geweest. Daar moet het één en ander aan vooraf zijn gegaan.

Misschien was deze tollenaar wel één van de door Johannes

Page 20: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

20

gedoopten! Wie zal het zeggen? Hij nodigt de Heer en zijn leerlingen

uit voor een maaltijd. Daar schuiven ook collega-tollenaars en andere

zondaars bij aan, alsof er bij Mattheüs ook gelijk die drang is om dit

overweldigende in zijn leven ook aan anderen te gunnen. Het wordt

Jezus niet in dank afgenomen, als Hij op de uitnodiging ingaat. En op

de vraag naar het ‘waarom’ komt dan die veelzeggende zin: ‘Gezonde

mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel’. Wie kan er

bezwaar hebben, dat Jezus als ‘geestelijke ’dokter zieke mensen

bezoekt.

De naam Levi horen we niet meer, na opname in de kring van Jezus.

Voortaan zal deze tollenaar bekend zijn onder de naam Mattheüs. En

deze Mattheüs is ook de schrijver van het evangelie. Hij richt zich

daarbij vooral tot de Joden, om hen aan te tonen dat Jezus werkelijk

hun langverwachte Messias is.

Van de verdere levensloop van Mattheüs weten we weinig. Legende

zijn er genoeg. Volgens de ene is hij onthoofd, volgens de andere

gestenigd, volgens een derde verbrand. In Handelingen 1:13 wordt

zijn naam voor het laatst genoemd en daarna wordt het duister.

Maar zijn levensgetuigenis mag een stralend licht zijn.

Page 21: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

21

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

THOMAS

We kennen hem en we kennen hem niet. Van zijn familie en vroegere

levensomstandigheden weten we niets. De eerste drie evangelisten

gaan Thomas zwijgend voorbij. Ze nemen hem alleen op in het

overzichtslijstje van Jezus’ leerlingen. Thomas (is Aramees) betekend:

Tweeling (in het Grieks luidt z’n naam: Dydimus). Men heeft die naam

wel verklaard uit het concrete feit, dat Thomas twee kanten heeft en

op ons een beetje indruk maakt van een gespleten figuur. Thomas ligt

voortdurend met zichzelf overhoop. Hij wordt gezien als een

twijfelaar. Meer voor de hand lijkt het, dat Thomas een

tweelingbroer of zus heeft gehad, die mogelijk al vroeg (bij de

geboorte?) gestorven is.

We kennen hem dus niet en tóch kennen wij hem wel, want

Johannes heeft drie momentopnamen voor ons bewaard, die elkaar

mooi aanvullen en een beeld van hem geven. Volgens Johannes 10

hield Jezus zich op in de omgeving van de Jordaan, toen Hij te horen

kreeg dat z’n goede vriend Lazarus ernstig ziek was. Het duurde nog

wel twee dagen voordat Jezus afreisde en dan nog proberen de

leerlingen hun Meester ervan te weerhouden om naar het hem

vijandige Judea te gaan. Als Jezus zich niet laat ompraten, is het

Thomas die zegt “laten ook wij maar gaan, om met Hem te sterven”

(Johannes 11:16). Dit getuigt van grote liefde voor Jezus, maar laat

ook zien dat hij het ergste vreest. Hier zien we iets van de

zwaarmoedige kijk van Thomas op de dingen.

In zijn afscheidsrede probeert Jezus zijn vrienden al een beetje voor

te bereiden op z’n vertrek. Hij zegt daarbij heel troostvol “jullie

kennen de weg waar Ik heenga” (Johannes 14:4). Ruw valt Thomas

Jezus in de rede: “wij weten niet eens waar U naar toe gaat, Heer,

hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?” (Johannes

14:5). Hieruit blijkt ook een intense verbondenheid en

interesse/nieuwsgierigheid naar Jezus.

Page 22: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

22

Na de laatste Pesachmaaltijd met Jezus, aan de vooravond van zijn

gevangenneming, waren er voor Thomas moeilijke uren

aangebroken. Zwaarmoedig als hij was, kon Thomas het na Jezus’

dood niet meer uithouden in de kring van discipelen. Hij kiest voor de

eenzaamheid. Op de avond van de opstandingsdag, hebben Jezus’

vrienden de boodschap van enkelen uit hun midden gehoord: Jezus

leeft! Toch zijn ze voorzichtig en bang en houden de deur gesloten.

Thomas is er niet bij. Misschien hebben ze hem wel gevraagd, maar

wilde hij niet! De volgende morgen zoeken de andere leerlingen

Thomas op: “wij hebben de Heer gezien”, zeggen ze. En dat klopt,

want Jezus was aan hen verschenen, ondanks de dichte deur. En dan

wordt Thomas bijna boos en reageert ongekend fel: “alleen als ik de

wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan

voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik geloven”

(Johannes 2,25).

Een week later is Thomas er wel bij. Hij krijgt een herkansing en grijpt

die met beide handen aan. Nog steeds leeft er angst, want de deuren

zitten weer potdicht. Opnieuw verschijnt de Heer. En deze nodigt

Thomas uit: “leg je vingers hier en kijk naar mijn handen en leg je

hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.” (Johannes

20:27). Thomas kan nu alleen maar stamelen: “mijn Heer, mijn God”

(Johannes 20:28). Kort en bondig belijdt deze zwaarmoedige

twijfelaar zijn geloof.

We mogen Johannes dankbaar zijn voor deze momenten. Van de

verdere levensloop van Thomas weten we niets. Legendes en andere

verhalen over hem zijn er genoeg. Blijkbaar heeft deze figuur erg tot

de verbeelding gesproken. Wie herkent zichzelf niet in die twijfel?

Page 23: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

23

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

SIMON DE ZELOOT

In de evangeliën van Mattheüs en Marcus wordt Simon ‘Kananeüs’

genoemd (Mattheüs 10;4, Marcus 3; 18). Zo was ook zijn Aramese

‘bijnaam’. Lucas heeft het naar het Grieks vertaald. Kananeüs en

Zeloot betekenen hetzelfde: ijveraar. Omdat God ‘ijverig’ wordt

genoemd (Exodus 34;14 NBG), werd onder de Joden het ijveren voor

God als een eer beschouwd.

De bekeerde Joden tijdens de zendingsreizen van Paulus worden

door Jakobus ‘ijveraars van de wet’ (Handelingen 21; 10 NBG)

genoemd. Paulus typeert zichzelf ook als ‘een ijveraar voor God’

(Handelingen 22; 1 NBG). Zowel Jacobus als Paulus gebruiken

daarvoor het woord Zeloot. Zo staat Simon uit de kring van Jezus dus

ook bekend.

Maar was Simon ook betrokken bij de groep Zeloten, die als politieke

beweging bekend stonden door hun gewelddadig verzet tegen de

Romeinse bezetter? Waarschijnlijk wel. Van de Jood Mattheüs wordt

ons gemeld dat hij tollenaar was (dat waren de mensen die met de

Romeinse vijand heulden) en van de Jood Simon wordt ons gemeld

dat hij Zeloot was (dat waren de mensen die compleet aan de andere

kant van de tollenaars stonden). Jezus heeft zijn volgelingen uit

kringen gehaald, die elkaar niet bepaald opzochten. Op zich al een

bijzondere daad.

De groep Zeloten was door Judas de Galileër bij elkaar gebracht, als

protest tegen het aanstellen van een Romeinse stadhouder in Judea.

De Zeloten vonden de Farizeeën te laks. Zij zeiden te wachten op de

komst van de Messias en alle menselijke inspanning zou daarbij

ongewenst zijn. De Zeloten zagen dit als een teken van zwakte en

ontrouw. De Farizeeën zelf verdachten Jezus zelf ook van Zelotische

contacten. Zijn optreden en zijn uitspraken vond men sterk aan deze

beweging verwant. De vraag aan Jezus, of een gelovige ook

belastinggeld mocht betalen, was natuurlijk een strikvraag. Men

Page 24: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

24

hoopte dat hij ‘nee’ zei, dan kon dat aan het Romeinse gezag

doorgebrieft worden en zouden Jezus vrije dagen geteld zijn.

Het blijft bijzonder dat Jezus uit die kring een leerling koos. Nergens

horen we dat dit tot problemen heeft geleid. In de kerkelijke traditie

heeft men in deze Simon ook nog wel een familielid van Jezus willen

zien. Het zou dan om een neef gaan, die ook nog een rol in de eerste

kerk (van Jeruzalem) gespeeld zou hebben.

Legenden genoeg. Maar wij moeten ons er misschien gewoon

tevreden mee stellen, dat we niets meer van Simon weten dan zijn

naam en zijn bijnaam. Dat zegt al genoeg!

Page 25: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

25

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

JAKOBUS

Jakobus is met z’n broer Johannes de enige onder ‘de twaalf’ van wie

ons de ouders bekend zijn. Zijn vader droeg een echt Joodse naam:

Zabdai, in het Grieks Zebedeüs. Van beroep was deze man visser. De

woonplaats kennen we niet, al wordt wel aangenomen dat het de

vissersstad Kafar Nachum (het stadje van Nachum) geweest zal zijn.

In Marcus 1:19-20 zien we Zebedeüs met z’n zonen Jakobus en

Johannes aan boord van één schip en met knechten. Zoals we al

eerder ontdekten (bij Johannes) heette de moeder van Jakobus

Salomé en dat was een zuster van Maria. Deze jongens waren dus

neven van Jezus. Uit diverse informatie in Bijbel maken geleerden op,

dat het gezin goed in de slappe was zat. We nemen dat dus maar aan.

Jakobus droeg ook een echt-Joodse naam: Jakob was in het Grieks

Jakobus geworden. Vaker dan met z’n eigen naam, noemen de

evangelisten hem samen met z’n broer: de zonen van Zebedeüs.

Jezus had een bijzondere lijn met Jakobus, want hij was één van de

drie die hem volgden in het huis van Jaïrus en op de Taborberg van

de verheerlijking. Ook in Gethsemané is hij bij de worsteling van

Jezus, maar valt samen met de anderen in slaap.

Volgens Marcus 3:17 had Jezus aan Jakobus en Johannes de bijnaam

Boanerges – zonen des donders – gegeven. Dat heeft Jezus wel heel

goed gezien. In Lucas 9:51-56 zijn deze jongens buiten zichzelf van

verontwaardiging over het feit dat de Samaritanen Jezus op zijn reis

naar Jeruzalem geen onderdak hebben willen geven. Ze moeten

gedacht hebben aan wat Elia overkomen is (2 Koningen 1) en vragen

rood van kwaadheid: Heer, wilt U dat wij vuur uit de hemel afroepen

dat hen zal verteren? Hier zijn ‘zonen des donders’ aan het woord.

Volgens Marcus 10:35vv. kwamen Jakobus en Johannes Jezus vragen

om een ereplek in zijn kring (ter linker- en ter rechterzijde zitten). De

andere evangelisten laten dat de moeder van dit tweetal (Salomé)

vragen. Die doet dat maar wat graag en onderstreept misschien het

Page 26: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

26

feit dat het gezin tot een betere maatschappelijke stand gerekend

kan worden en zij van mening is/zijn dat zoiets zich terugvertaald in

macht/aanzien. Jezus wijst de mensen terecht. Zo gaat het in zijn

kring niet. Gelukkig nemen de anderen het deze twee jongens

kwalijk. Zij leggen de verantwoordelijkheid voor deze onbescheiden

vraag niet neer bij hun moeder.

Het is waarschijnlijk dat de evangelist Johannes (Jakobus’ broer) zijn

broer in zijn evangelie noemt, zonder dat hij hem met name

aanduidt. Dat doet hij wel met de andere leerlingen, niet met

Jakobus die hij omschrijft als ‘een andere leerling’ (Johannes 18:15,

16). Daarmee bedoelde hij niet zichzelf, want hij omschrijft zichzelf

als ‘de discipel die Jezus lief had’.

In Handelingen 12:2 lezen we dat Jakobus door Herodes met het

zwaard gedood werd. Daarmee is hij de eerste uit de kring van de

twaalf die dit lot ondergaat. Herodes laat in die tijd meerdere

volgelingen van Jezus oppakken. Waarom hij Jakobus liet doden blijft

een vraag. Dat Jakobus beaamde dat hij de beker kon drinken die

Jezus moest drinken wordt op een bijzondere manier realiteit in zijn

leven.

Page 27: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

27

Kennismaken met de 12 leerlingen van Jezus

Page 28: KENNISMAKEN MET DE 12 LEERLINGEN VAN JEZUS · Jezus de voeten van z’n vrienden begint te wassen voorafgaande aan ... en mag hij in een ontroerend gesprek met Jezus de Heer zijn

28