KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012!...

6
Karl May Symposium Beroemde Jeugdhelden in retrospectief 16 maart 2012 Verslag door Ger Tielen en Frits Roest Het superieure verteltalent van Karl May, schepper van Winnetou, Old Shatterhand en Kara ben Nemsi, stond centraal tijdens het Symposium 'Beroemde Jeugdhelden in Retrospectief' op 16 maart j.l. in de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag. Ruim 160 Karl May lezers, wetenschappers, journalisten en kenners woonden dit evenement bij van de Duitse Bibliotheek, de Koninklijke Bibliotheek en de Karl May Vereniging. Het werd een onderhoudende en vrolijk gestemde bijeenkomst ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Karl May. Dagvoorzitter was Gabriele de Koning van de Duitse Bibliotheek. In verschillende inleidingen werd bijgedragen aan een beter inzicht in de geniale auteur, die tot op de dag van vandaag aanleiding geeft tot debat en controverses. Het voortschrijdend inzicht leidt tegelijkertijd tot de behoefte aan nieuw wetenschappelijk onderzoek naar deze Duitse auteur. Het symposium ging tevens over de verschuivingen in perceptie van Karl May in Nederland in de loop van de 20ste eeuw, zijn schrijfstrategieën, gericht op het vasthouden van de aandacht en het werken vanuit een innerlijke drang tot volksopvoeding in de tijd dat steeds meer mensen gingen lezen en het zoeken naar een balans tussen de wereldreligies en naar vrede tussen mensen en volkeren. Dagvoorzitter Gabriele de Koning opende het symposium met het verwelkomen van de deelnemers namens de Karl May Vereniging en De Duitse Bibliotheek en het danken van de Duitse Ambassade voor de ontvangen subsidie. Verder dankte zij de Koninklijke Bibliotheek die haar faciliteiten voor het symposium aanbood, met name Jan Bos, hoofd Collecties en Jeannette Kok, conservator Kinderboeken. Helaas kon exminister Ronald Plasterk niet aanwezig zijn vanwege zijn kandidatuur voor het partijleiderschap, waarvan de uitslag juist dezelfde dag bekend gemaakt zal worden. Zij gaf het woord aan Jan Bos, die namens de KB het welkomstwoord uitsprak. Jan Bos heette alle deelnemers aan het symposium welkom namens de KB en wees op de zeer verschillende achtergrond van de sprekers en panelleden. Hij noemde de acquisitie door de KB van de collectie Oosterbaan in 2008 en onderstreepte het belang dat hieraan gehecht wordt. Naast boeken houdt de KB zich ook bezig met het digitaliseren van al het aanwezige materiaal. Frits Roest wees op de populariteit van het werk van May in Nederland in de periode 19201960, zoals die bijvoorbeeld blijkt uit enquêtes van opvoedkundigen, van het instituut voor de publieke opinie, voor het katholiek lectuurcentrum enz. Dit heeft geleid tot een veelheid aan uitgaven, die in de nieuw te presenteren bibliografie zijn opgenomen. De Karl May Vereniging voor Nederland en België telt momenteel iets meer dan honderd leden, organiseert halfjaarlijkse bijeenkomsten voor het uitwisselen van boeken, het vertonen van een film of het beluisteren van een lezing en geeft het halfjaarlijks tijdschrift De Witte Bison uit, waarvan aan alle symposiumdeelnemers een bloemlezing gegeven is. Doelstellingen van de vereniging zijn het inventariseren en bewaren van het cultureel erfgoed van Karl May, het stimuleren van onderzoek naar de invloed die May gehad heeft. Illustere voorgangers van de Vereniging zijn Ferdinand de Rooij (Old Shatterhand ook voor u!, 1955), Maarten van Diggelen (Duitstalig overzicht van het werk van May in Nederland, 1990), Joop Oosterbaan (vijf boeken, te beginnen met Een ketting van boeken, 1999). Het Nederlandstalig werk van May bestaat uit feuilletons in tijdschriften en kranten, colportageromans, boeken, omnibussen en stripverhalen. Moeilijkheden ondervonden bij het samenstellen van de bibliografie betreffen het opsporen van materiaal (digitale kranten, verzamelaars, tijdschriften) en met name het bijna volledig ontbreken van dateringen van vooroorlogse boeken. Het gebruiken van standaardbronnen als het Nieuwsblad voor den Boekhandel en de Brinkman biedt vaak geen houvast voor de vele uitgaven uit de jaren 1930. Daarom is er een langjarig onderzoek gedaan naar handgeschreven dateringen in Karl May boeken. Het aantal drukken, van alle titels bijeen bedraagt zo’n 1100. Twee bloeiperioden kunnen worden onderscheiden, waarin veel boeken gedrukt en verkocht zijn: de tweede helft van de jaren 1930 (gekenmerkt door opgeknipte verhalen) en de jaren 1960 (pockets en stripverhalen). Het geschat totaal aantal verkochte boeken bedraagt ca 4,3 miljoen. Bij het samenstellen van de bibliografie is getracht het enthousiasme van het onderzoek samen met Joop Oosterbaan vast te houden. Hierna ging Frits er toe over het eerste exemplaar van de bibliografie aan te bieden aan Jan Bos, hoofd collecties van de KB). KB collectiespecialist Arno Kuipers begon zijn betoog over het belang van en het beheer van de collectie Oosterbaan met een referentie aan de twee bundels ‘Dat was nog eens lezen’, waarin een hele serie bekende schrijvers, zoals Rinus Ferdinandusse, opvallend vaak Karl May noemt als de favoriete auteur uit hun jeugdjaren. Vóór de schenking van de collectie Oosterbaan aan de KB ontbrak er veel in de collectie van de Nationale Bibliotheek. Dat is nu wel anders! De KB heeft als taak alles te bewaren. In 1974 is het nationaal depot ingesteld

Transcript of KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012!...

Page 1: KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012! VerslagdoorGerTielenenFritsRoest!!!!! Het!superieure!verteltalent!van!Karl!May,!scheppervan

         

Karl  May  Symposium    Beroemde  Jeugdhelden  in  retrospectief  

16  maart  2012  Verslag  door  Ger  Tielen  en  Frits  Roest  

         Het  superieure  verteltalent  van  Karl  May,  schepper  van  Winnetou,  Old  Shatterhand  en  Kara  ben  Nemsi,  stond  centraal  tijdens  het  Symposium  'Beroemde  Jeugdhelden  in  Retrospectief'  op  16  maart  j.l.  in  de  Koninklijke  Bibliotheek  van  Den  Haag.  Ruim  160  Karl  May  lezers,  wetenschappers,  journalisten  en  kenners  woonden  dit  evenement  bij  van  de  Duitse  Bibliotheek,  de  Koninklijke  Bibliotheek  en  de  Karl  May  Vereniging.      Het  werd  een  onderhoudende  en  vrolijk  gestemde  bijeenkomst  ter  gelegenheid  van  de  honderdste  sterfdag  van  Karl  May.  Dagvoorzitter  was  Gabriele  de  Koning  van  de  Duitse  Bibliotheek.  In  verschillende    inleidingen  werd  bijgedragen  aan  een  beter  inzicht  in  de  geniale  auteur,  die  tot  op  de  dag  van  vandaag  aanleiding  geeft  tot  debat  en  controverses.  Het  voortschrijdend  inzicht  leidt  tegelijkertijd  tot  de  behoefte  aan  nieuw  wetenschappelijk  onderzoek  naar  deze  Duitse  auteur.  Het  symposium  ging  tevens  over  de  verschuivingen  in  perceptie  van  Karl  May  in  Nederland  in  de  loop  van  de  20ste  eeuw,  zijn  schrijfstrategieën,  gericht  op  het  vasthouden  van  de  aandacht  en  het  werken  vanuit  een  innerlijke  drang  tot  volksopvoeding  in  de  tijd  dat  steeds  meer  mensen  gingen  lezen  en  het  zoeken  naar  een  balans  tussen  de  wereldreligies  en  naar  vrede  tussen  mensen  en  volkeren.      Dagvoorzitter  Gabriele  de  Koning  opende  het  symposium  met  het  verwelkomen  van  de  deelnemers  namens  de  Karl  May  Vereniging  en  De  Duitse  Bibliotheek  en  het  danken  van  de  Duitse  Ambassade  voor  de  ontvangen  subsidie.  Verder  dankte  zij  de  Koninklijke  Bibliotheek  die  haar  faciliteiten  voor  het  symposium  aanbood,  met  name  Jan  Bos,  hoofd  Collecties  en  Jeannette  Kok,  conservator  Kinderboeken.  Helaas  kon  ex-­‐minister  Ronald  Plasterk  niet  aanwezig  zijn  vanwege  zijn  kandidatuur  voor  het  partijleiderschap,  waarvan  de  uitslag  juist  dezelfde  dag  bekend  gemaakt  zal  worden.  Zij  gaf  het  woord  aan  Jan  Bos,  die  namens  de  KB  het  welkomstwoord  uitsprak.    Jan  Bos  heette  alle  deelnemers  aan  het  symposium  welkom  namens  de  KB  en  wees  op  de  zeer  verschillende  achtergrond  van  de  sprekers  en  panelleden.  Hij  noemde  de  acquisitie  door  de  KB  van  de  collectie  Oosterbaan  in  2008  en  onderstreepte  het  belang  dat  hieraan  gehecht  wordt.  Naast  boeken  houdt  de  KB  zich  ook  bezig  met  het  digitaliseren  van  al  het  aanwezige  materiaal.    Frits  Roest  wees  op  de  populariteit  van  het  werk  van  May  in  Nederland  in  de  periode  1920-­‐1960,  zoals  die  bijvoorbeeld  blijkt  uit  enquêtes  van  opvoedkundigen,  van  het  instituut  voor  de  publieke  opinie,  voor  het  katholiek  lectuurcentrum  enz.  Dit  heeft  geleid  tot  een  veelheid  aan  uitgaven,  die  in  de  nieuw  te  presenteren  bibliografie  zijn  opgenomen.  De  Karl  May  Vereniging  voor  Nederland  en  België  telt  momenteel  iets  meer  dan  honderd  leden,  organiseert  halfjaarlijkse  bijeenkomsten  voor  het  uitwisselen  van  boeken,  het  vertonen  van  een  film  of  het  beluisteren  van  een  lezing  en  geeft  het  halfjaarlijks  tijdschrift  De  Witte  Bison  uit,  waarvan  aan  alle  symposiumdeelnemers  een  bloemlezing  gegeven  is.  Doelstellingen  van  de  vereniging  zijn  het  inventariseren  en  bewaren  van  het  cultureel  erfgoed  van  Karl  May,  het  stimuleren  van  onderzoek  naar  de  invloed  die  May  gehad  heeft.  Illustere  voorgangers  van  de  Vereniging  zijn  Ferdinand  de  Rooij  (Old  Shatterhand  ook  voor  u!,  1955),  Maarten  van  Diggelen  (Duitstalig  overzicht  van  het  werk  van  May  in  Nederland,  1990),  Joop  Oosterbaan  (vijf  boeken,  te  beginnen  met  Een  ketting  van  boeken,  1999).  Het  Nederlandstalig  werk  van  May  bestaat  uit  feuilletons  in  tijdschriften  en  kranten,  colportageromans,  boeken,  omnibussen  en  stripverhalen.  Moeilijkheden  ondervonden  bij  het  samenstellen  van  de  bibliografie  betreffen  het  opsporen  van  materiaal  (digitale  kranten,  verzamelaars,  tijdschriften)  en  met  name  het  bijna  volledig  ontbreken  van  dateringen  van  vooroorlogse  boeken.  Het  gebruiken  van  standaardbronnen  als  het  Nieuwsblad  voor  den  Boekhandel  en  de  Brinkman  biedt  vaak  geen  houvast  voor  de  vele  uitgaven  uit  de  jaren  1930.  Daarom  is  er  een  langjarig  onderzoek  gedaan  naar  handgeschreven  dateringen  in  Karl  May  boeken.  Het  aantal  drukken,  van  alle  titels  bijeen  bedraagt  zo’n  1100.  Twee  bloeiperioden  kunnen  worden  onderscheiden,  waarin  veel  boeken  gedrukt  en  verkocht  zijn:  de  tweede  helft  van  de  jaren  1930  (gekenmerkt  door  opgeknipte  verhalen)  en  de  jaren  1960  (pockets  en  stripverhalen).  Het  geschat  totaal  aantal  verkochte  boeken  bedraagt  ca  4,3  miljoen.  Bij  het  samenstellen  van  de  bibliografie  is  getracht  het  enthousiasme  van  het  onderzoek  samen  met  Joop  Oosterbaan  vast  te  houden.  Hierna  ging  Frits  er  toe  over  het  eerste  exemplaar  van  de  bibliografie  aan  te  bieden  aan  Jan  Bos,  hoofd  collecties  van  de  KB).    KB  collectiespecialist  Arno  Kuipers  begon  zijn  betoog  over  het  belang  van  en  het  beheer  van  de  collectie  Oosterbaan  met  een  referentie  aan  de  twee  bundels  ‘Dat  was  nog  eens  lezen’,  waarin  een  hele  serie  bekende  schrijvers,  zoals  Rinus  Ferdinandusse,  opvallend  vaak  Karl  May  noemt  als  de  favoriete  auteur  uit  hun  jeugdjaren.  Vóór  de  schenking  van  de  collectie  Oosterbaan  aan  de  KB  ontbrak  er  veel  in  de  collectie  van  de  Nationale  Bibliotheek.  Dat  is  nu  wel  anders!  De  KB  heeft  als  taak  alles  te  bewaren.  In  1974  is  het  nationaal  depot  ingesteld  

 

Page 2: KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012! VerslagdoorGerTielenenFritsRoest!!!!! Het!superieure!verteltalent!van!Karl!May,!scheppervan

en  wordt  van  alle  nieuwe  uitgaven  een  exemplaar  bewaard  (dat  op  vrijwillige  basis  door  uitgevers  wordt  afgestaan).  Vroeger  werd  door  bibliothecarissen  afgewogen  of  boeken  belangrijk  genoeg  waren  om  te  worden  bewaard.  Bijvoorbeeld  Franse  romans,  niet  de  vertalingen  daarvan,  want  ieder  werd  toch  geacht  deze  in  de  oorspronkelijke  taal  te  kunnen  lezen.  Nu  gaat  het  om  de  vertalingen  naar  het  Nederlands.  Tot  de  jaren  1960  was  de  KB  een  chique  bibliotheek  met  weinig  aandacht  voor  avonturenromans  etc.  Nu  heeft  de  KB  de  opdracht  met  terugwerkende  kracht  alles  te  verzamelen  en  het  gedrukte  nationale  erfgoed  beschikbaar  te  maken.  Een  bibliotheekwet  is:  hoe  hoger  de  oplage,  hoe  slechter  een  boek  is  bewaard.  De  Karl  May  collectie  in  de  KB  bestaat  uit  meer  dan  duizend  boeken.  Boeken  bevatten  dikwijls  interessante  additionele  gegevens  zoals  een  ingeplakt  formulier  waarop  staat  dat  het  boek  als  prijs  geschonken  is  aan  een  goede  leerling.  In  de  collectie  Oosterbaan  komen  veel  handgeschreven  aantekeningen  voor  op  de  schutbladen  van  de  boeken.  Bij  de  catalogisering  door  de  KB  is  gebruik  gemaakt  van  het  overzicht  van  de  Nederlandstalige  Karl  May  uitgaven  1882-­‐2009  van  Frits  Roest.  Al  met  al  is  de  Karl  May  collectie  van  de  KB  nu  een  modelcollectie,  volledig  bewaard  en  ontsloten.  Het  is  nu  aan  de  KB  om  er  voor  te  zorgen  dat  het  erfgoed  levend  blijft  door  het  beschikbaar  te  stellen  voor  onderzoek,  bijvoorbeeld  naar  de  invloed  van  het  werk  van  May  op  de  Nederlandse  literatuur  (voorbeeld  Brakman  -­‐  Antediluvium).    Samenvatting  lezing    DE  VERSCHILLENDE  WAARHEDEN  OVER  KARL  MAY    door  Jaap  van  Marle  (hoogleraar  Open  Universiteit)    In  mijn  lezing  heb  ik  ervoor  gepleit  Karl  May  als  schrijver  serieus  te  nemen.  Binnen  de  letterkunde  is  dat  slechts  bij  uitzondering  gedaan.  Dat  komt  onder  meer  door  het  genre  dat  hij  beoefende,  het  ‘avonturenverhaal’.  Schrijvers  van  ‘avonturenboeken’  worden  door  letterkundigen  vrijwel  nooit  hoog  aangeslagen,  ‘avonturenboeken’  zitten  in  de  hoek  van  de  gebruiksliteratuur,  een  genre  met  weinig  prestige.  Ik  heb  echter  trachten  aannemelijk  te  maken  dat  je  ook  op  een  heel  andere  manier  naar  Karl  May  kunt  kijken.  Karl  May,  zo  luidde  mijn  stelling,  kan  ook  worden  bezien  als  een  romantisch  schrijver  die  zich  richtte  op  de  het  onderrichten  van  een  ‘breed’  (in  de  zin  van:  niet-­‐elitair),  laag  opgeleid  publiek.  Hij  wilde  zijn  publiek  leren  over  de  wonderen  van  onze  aarde,  over  de  volkeren  die  haar  bewonen  en  over  hun  gebruiken.  Hij  verpakte  dit  in  ‘reisavonturen’  om  zijn  publiek  te  boeien.  Daarnaast  wilde  hij  zijn  publiek  ook  stichten:  Karl  May’s  werk  past  duidelijk  in  een  Christelijke  traditie  waarin  verdraagzaamheid,  vergevingsgezindheid  en  vredelievendheid  kernwaarden  vertegenwoordigen.  Wie  zijn  boeken  erop  na  leest,  zal  ervan  versteld  staan  hoe  geweldloos  Old  Shatterhand  (Kara  Ben  Nemsi)  en  Winnetou  in  feite  steeds  zijn,  in  een  wereld  vol  van  gevaar  en  agressie.    Mijns  inziens  is  het  onbetwistbaar  dat  je  op  bovenstaande  wijze  naar  Karl  May’s  schrijverschap  kunt  kijken,  maar  dat  neemt  niet  weg  dat  er  ook  argumenten  zijn  die  op  een  heel  andere  Karl  May  lijken  te  wijzen.  Anders  gezegd,  bovenstaande  opmerkingen  representeren  niet  meer  dan  één  van  de  waarheden  die  over  Karl  May  kunnen  worden  verteld.  Zonder  enige  twijfel  gaan  ze  het  beste  op  voor  wat  later  zijn  ‘reisavonturen’  zijn  gaan  heten.  Echter,  in  dezelfde  periode  dat  hij  zijn  reisavonturen  schreef,  schreef  Karl  May,  onder  pseudoniem  of  anoniem,  ook  allerlei  andere  boeken,  waaronder  zijn  zogenaamde  colportageromans.  En  die  waren  bepaald  niet  stichtelijk  en  al  evenmin  gericht  op  het  onderrichten  van  een  breed  en  laag  opgeleid  publiek.  Volgens  de  normen  van  de  tijd  waarin  deze  romans  werden  geschreven,  golden  zij  voor  velen  als  onfatsoenlijk  of  zelfs  aanstootgevend  en  Karl  May  heeft  er  later  ook  alles  aan  gedaan  om  te  verhinderen  dat  deze  boeken  onder  zijn  naam  zouden  worden  uitgebracht.  Wat  men  ook  van  de  colportageromans  vindt,  dat  zij  een  heel  andere  kant  van  Karl  May’s  schrijverschap  representeren,  lijkt  wel  duidelijk.      En  dan  is  er  nóg  weer  een  andere  Karl  May,  namelijk  zoals  hij  naar  voren  komt  in  zijn  latere  werk.  In  zijn  laatste  levensfase  schreef  hij  louter  nog  religieus  getinte,  symbolische  romans.  Ook  had  hij  met  zijn  eerdere  werk  gebroken.  Echter  ook  rond  deze  laatste  ontwikkeling  zijn  altijd  twijfels  blijven  hangen.  Zelfs  onder  zijn  trouwe  aanhangers  zijn  er  altijd  personen  geweest  die  in  deze  breuk  met  het  verleden  –  ook,  en  misschien  wel  vooral?  –  een  tactische  manoeuvre  hebben  gezien  om  zijn  tegenhangers  het  gras  voor  de  voeten  weg  te  maaien.  Tot  ver  na  zijn  dood  is  immers  het  beeld  van  Karl  May  als  oplichter  blijven  hangen  en  ook  deze  radicale  ommekeer  in  zijn  leven  en  werk  is  met  achterdocht  bezien.  Daarmee  is  niet  gezegd  dat  Karl  May  niet  oprecht  meende  wat  hij  tijdens  zijn  laatste  levensfase  schreef.  Wel  is  de  vraag  gesteld  of  hij  niet  ook  (!)  andere  drijfveren  had  met  het  schrijven  van  deze  boeken  en  het  afstand  nemen  van  zijn  eerdere  werk,  namelijk  het  ontkrachten  van  de  kritiek  op  zijn  persoon  en  zijn  werk.        Paneldiscussie      De  ongekende  Karl  May,  archetypen,  onontdekte  helden  en  hardnekkige  koloniale  verhoudingen    Gregor  Seferens  opent  de  paneldiscussie  met  de  stelling  dat  Nederland  nooit  goed  heeft  kunnen  kennismaken  met  de  echte  en  originele  werken  van  Karl  May.  De  eerste  vertalingen  uit  de  negentiende  eeuw  waren  om  te  beginnen  niet  het  werk  van  geschoolde  vertalers,  die  goed  thuis  waren  in  de  filologie  van  zowel  de  brontaal  als  de  doeltaal.  Maar  deze  uitgaven  leken  tenminste  qua  omvang  nog  wel  op  de  oorspronkelijke  werken.  Gaandeweg  zijn  de  Nederlandstalige  uitgaven  van  de  eerste  zes  decennia  van  de  twintigste  eeuw  steeds  dunner  geworden.  Men  wilde  kinderen  vrijwaren  van  te  dikke  boeken,  dus  werden  lange  landschapsbeschrijvingen  geschrapt  en  ging  het  rode  potlood  door  veel  dialogen  met  een  morele  en  ethische  inhoud,  waardoor  uiteindelijk  vooral  de  actiescenes  overbleven.  Op  het  punt  van  de  morele  en  ethische  inhoud  kwam  er  pas  met  de  Prismareeks,  die  vanaf  1962  verscheen,  een  soort  van  tegenbeweging.  Uitgever  De  Rooij  wilde  morele  aspecten  meer  gewicht  geven;  

Page 3: KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012! VerslagdoorGerTielenenFritsRoest!!!!! Het!superieure!verteltalent!van!Karl!May,!scheppervan

tergelijkertijd  rankschikte  hij  de  teksten,  en  bewerkte  het  materiaal  zodanig,  dat  er  een  soort  van  Old  Shatterhand-­‐  en  Kara  Ben  Nemsi-­‐biografie  ontstond,  wat  een  vreselijk  gerommel  met  zich  mee  bracht.  Wat  de  bewerking  van  de  teksten  aangaat  volgde  De  Rooy  overigens  het  voorbeeld  van  de  Duitse  Karl  May  Verlag.  Bij  uitgeverij  Fehsenfeld  in  Duitsland  waren  33  delen  onder  toezicht  van  de  schrijver  uitgegeven.  Voor  de  delen  34  enz.  werden  de  originele  teksten  van  May,  zoals  bijvoorbeeld  de  colportageromans,  flink  bewerkt,  een  behandeling  die  bij  herdrukken  dan  ook  de  delen  1  t/m  33  ondergingen.  Volgens  de  uitgever  Euchar  A.  Schmid  gebeurde  dit  conform  de  wensen  van  KarlMay  zelf,  die  deze  echter  nooit  heeft  opgeschreven.  Bijgevolg  waren  vrijwel  alle  teksten,  die  in  het  kader  van  Karl  Mays  Gesammelte  Werke  in  de  Karl  May  Verlag  verschenen,  en  die  als  originele  teksten  verkocht  werden,  intensief  bewerkt.  Men  heeft  vastgesteld  dat  er  alleen  al  in  Winnetou  deel  1  al  zo'n  11.000  variaties  zitten.  De  Rooy  werkte  verder  in  die  traditie  en  heeft  in  nauwe  samenwerking  met  het  Karl  May  Verlag  met  kunstgrepen  een  soort  chronologie  doen  ontstaan,  die  de  Duitse  uitgaven  verre  overtrof.  Zo  is  de  driedelige  Winnetou  roman  door  De  Rooy  over  vier  boeken  verdeeld,  die  ook  nog  eens  heel  ver  uit  elkaar  liggen.  Voor  de  lezer  betekent  dit  dat  hij  niet  zelf  meer  kan  nagaan  wat  des  schrijvers  was  en  wat  niet.  Dat  Winnetou  deels  is  ontstaan  uit  eerdere  verhalen  waarin  het  concept  van  de  edele  wilde  nog  ontbreekt,  is  niet  meer  terug  te  vinden.  Winnetou  ontwikkelde  zich  als  het  ware  uit  een  indiaan  die  zonder  erbij  na  te  denken  mannen  dood  schoot  en  daarna  hun  sigaren  opat.  Seferens'  stelling  is  dan  ook  dat  Nederlanders  via  de  Nederlandse  vertalingen  nooit  met  het  echte  werk  van  Karl  May  hebben  kennis  hebben  gemaakt.    Arje  Klamer  verhaalt  over  de  diepe  indrukken  die  de  boeken  van  Karl  May  op  hem  als  negen-­‐  of  tienjarig  kind  hebben  achtergelaten.  Hij  vindt  het  eng  om  in  dit  gezelschap  van  kenners  te  verkeren,  want  de  kans  bestaat  dat  hem  zijn  illusies  worden  ontnomen.  Hij  worstelt  daarmee,  omdat  hij  liefst  wil  koesteren  wat  hem  destijds  zo  heeft  geraakt.  En  hij  vraagt  zich  af  wat  het  precies  was,  waardoor  de  boeken  van  Karl  May  zo'n  invloed  hadden  op  een  jongen  van  die  leeftijd,  die  opgroeide  in  een  Christelijke  omgeving,  en  ontdekte  dat  hij  zijn  'geheim'  van  Karl  May  eigenlijk  alleen  maar  kon  delen  met  een  jonger  broertje.  Op  zondagochtenden  speelden  ze  de  verhalen  en  de  heldendaden  na,  getooid  in  wat  zij  dachten  dat  Indianenkleren  waren  (vooral  geen  kleren  dus).  Ze  vonden  dat  je  als  held  alles  moest  kunnen  doorstaan,  dat  je  dus  geen  pijn  kon  lijden  en  stoïcijns  met  tegenslagen  moest  omgaan.  Zij  voedden  elkaar  op  in  de  geest  van  Winnetou,  maar  identificeerden  zich  vooral  met  Old  Shatterhand.    Geen  van  de  andere  jeugdhelden  (van  de  Scheepsjongens  van  de  Bontekoe  tot  Biggles  had  bij  Arjo  Klamer  zulke  diepe  indrukken  achtergelaten,  als  de  helden  van  Karl  May.  Bij  het  herlezen  van  een  aantal  boeken  voor  dit  symposium  kwam  het  allemaal  weer  boven.  De  enorme  aantrekkingskracht  werd  in  het  bijzonder  uitgeoefend  door  al  die  reizen,  door  het  wilde  westen  en  het  midden-­‐oosten,  wat  voor  een  jongeling  een  droom  is:  wegtrekken  uit  de  omgeving  waarin  je  bent  opgegroeid  en  vreemde  landen  opzoeken.  Ook  Arjo  Klamer  toog  later  naar  Amerika  en  volgde  als  het  ware  Old  Shatterhand  in  zijn  queeste.  Achteraf  vindt  hij  het  onbegrijpelijk  dat  Winnetou  als  opperhoofd  van  zijn  stam  altijd  maar  onderweg  was,  en  maar  zelden  bij  zijn  stam.  Moest  hij  daar  dan  niet  voor  zorgen?      Voor  Arjo  Klamer  is  vervolgens  het  onderscheid  tussen  goed  en  kwaad  in  het  oeuvre  van  Karl  May  interessant.  Dat  loopt  door  elkaar.  Er  zijn  heel  goede  en  heel  slechte  indianen,  en  vooral  ook  heel  slechte  witte  mannen.  Voor  een  negenjarige  is  duidelijkheid  daarover  heel  fijn.  Maar  daar  waar  leeftijdgenoten  indianen  toch  vooral  als  een  bedreiging  hadden  leren  kennen,  leerde  Arjo  Klamer  indianen  te  cultiveren  als  mensen.  Je  kon  sympathie  voelen  voor  hun  strijd  tegen  de  witten,  die  hun  jachtgebieden  vertrapten  en  bisons  schoten  zonder  een  duidelijk  doel,  wat  voor  een  kind  een  akelige  waarneming  was.  De  Karl  May  boeken  stichtten  je  om  het  goede  te  doen  en  het  kwade  te  bestrijden.  Identificatie  met  Old  Shatterhand  lag  voor  de  hand,  omdat  hij  alles  was  wat  je  zelf  wilde  zijn.  Vanuit  zijn  huidige  inzicht  is  volgens  Arjo  Klamer  Old  Shatterhand  het  archetype  van  de  man  die  leeft  volgens  de  zeven  deugden  en  die  hij  beheerst  als  geen  ander.  Hij  is  prudent,  verstandig  en  oplettend,  matig,  moedig,  rechtvaardig  boven  alles,  en  handelt  vanuit  zijn  Christelijke  geloof.  Geloof  hoop  en  liefde  zijn  de  ingrediënten  van  een  deugdzaam  leven.  Compassie  met  de  medemens  en  zelfs  de  grootste  schurken  is  wel  het  krachtigste  aspect  van  de  verhalen.  Dit  komt  zelfs  tot  uitdrukking  bij  de  vreselijkste  moordenaars,  die  in  doodsnood  te  biecht  gaan  bij  Old  Shatterhand,  hun  fouten  erkennen  en  vergeving  krijgen.  De  genade  zal  ook  hen  ten  deel  vallen.  Wat  wil  een  Christenmens  nog  meer?    Het  derde  belangrijke  aspect  in  de  verhalen  is  de  ideale  vriendschap.  Wat  is  er  mooier  dan  een  vriendschap  zoals  tussen  Old  Shatterhand  en  Winnetou,  het  ontstaan  ervan,  en  hoe  die  zich  uit  in  een  ten  diepste  elkaar  begrijpen,  zonder  zelfs  maar  een  woord  te  hoeven  wisselen.  Het  heeft  Arjo  Klamer  decennia  gekost  om  te  beseffen  dat  een  leven  als  een  lonesome  cowboy,  het  altijd  maar  weer  verder  trekken,  ook  niet  alles  is  en  dat  je  je  uiteindelijk  moet  settelen,  waarmee  je  als  het  ware  het  ideaal  van  een  wild  west  reiziger  prijs  geeft.  Kortom:  Arjo  Klamer  hoopt  dat  nieuwe  kennis  over  Karl  May  hem  niet  berooft  van  zijn  warme  herinneringen  aan  over  het  reizen  het  goede  en  kwade,  de  vriendschap  in  de  boeken  van  Karl  May.  Hij  is  er  Karl  May  zijn  leven  lang  dankbaar  voor.    Gerard  Koolschijn  wil  niet  zozeer  een  nieuw  licht  werpen  op  de  schrijver  Karl  May  als  persoon,  als  wel  accentueren  wat  de  boeken  zo  uniek  maakt.  Hij  wil  liever  dicht  bij  de  verhalen  blijven  en  giet  zijn  voordracht  in  een  verhaalvorm,  beginnend  met  de  ontmoeting  tussen  de  later  beroemd  geworden  graficus  Georg  Grosz  en  Karl  May.  Grosz  bezocht  de  schrijver  op  zijn  zeventiende  samen  met  een  vriendje  in  Villa  Old  Shatterhand.  Het  duo  trof  uiteindelijk  een  oud  en  ziek  grijs  heertje  aan,  op  pantoffels  de  trap  afdalend,  en  met  een  slap  handje,  die  geenszins  voldeed  aan  het  beeld  dat  het  vriendje  van  hem  had  geschilderd:  Karl  May  als  een  onsterfelijk  genie  en  een  soort  Siegfried  op  zoek  naar  de  heilige  graal.  De  voordracht  van  Gerard  Koolschijn  openbaarde  op  onnavolgbare  wijze  de  truc  van  Karl  May,  ook  wel  literaire  strategie  genoemd,  om  in  de  verhalen  de    identiteit    van  Old  Shatterhand  zo  lang  mogelijk,  honderden  pagina's  lang,  weg  te  moffelen,  om  deze  later    met  des  te  meer  effect  te  kunnen  openbaren  tegenover  een  verstomd  staande  omgeving.      "De  'onontdekte  held'  is  May’s  grote  truc,  die  pubers  zijn  boeken  doet  verslinden.  Telkens  opnieuw  laat  hij  zijn  lezers  zich  verkneukelen  tot  het  verrukkelijke  moment  waarop  de  als  een  sukkel  beschouwde  hoofdpersoon  zich  in  

Page 4: KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012! VerslagdoorGerTielenenFritsRoest!!!!! Het!superieure!verteltalent!van!Karl!May,!scheppervan

zijn  ware  grootheid  toont.  En  wij,  sukkelige  lezers,  hoe  graag  verplaatsen  wij  ons  niet  in  hem,  wetend  dat  we  in  een  volgend  hoofdstuk  de  grote  held  zullen  zijn."      Gerard  Koolschijn  beschrijft  een  aantal  varianten  van  deze  truc,  door  Karl  May  verzonnen.  Is  de  held  eenmaal  ontdekt,  dan  blijken  naast  hem  de  beroemdste  prairiejagers  grote  stumpers  te  zijn.  De  onontdekte  held  is  overigens  al  2800  jaar  oud  en  heette  toentertijd  Odysseus,  die  bij  zijn  thuiskomst  zijn  identiteit  verborgen  hield,  totdat  hij  met  zijn  vijanden  had  kunnen  afrekenen  en  een  goed  moment  zich  voordeed.    Gerard  koolschijn:  "Met  zijn  meeslepende  sjablones  is  Karl  May  ook  de  voorloper  van  de  strip.  Zoals  Kuifje,  zonder  ooit  aan  een  betrekking  te  denken,  de  wereld  rondreist  in  een  vacuüm,  waar  hij  telkens  dezelfde  figuren  ontmoet,  zo  komen  Mays  gedroomde  helden  en  schurken  alleen  elkáár  op  de  prairies  tegen.  Allemaal  vrijgestelde  Duitsers,  bedacht  in  Radebeul,  maar  toevallig  de  grootste  helden  van  het  Verre  Westen.  Strips  zijn  na  de  jaren  vijftig  lange  tijd  verguisd  om  hun  simpele  droomwereld  en  de  vervanging  van  het  woord  door  het  beeld.  Maar  May  was  iets  dergelijks  vijftig  jaar  eerder  overkomen.  Zijn  heldenverhalen  werden  aangevallen  omdat  ze  zich  niet  op  de  maatschappelijke  werkelijkheid  richtten."    Aan  het  slot  van  zijn  voordracht  bood  Koolschijn  de  luisteraars  een  zwart  wit  tegenstelling  aan.  Er  zijn  twee  soorten  literatuur,  twee  soorten  lezers,  twee  soorten  mensen.  De  horizontale  en  de  verticale.  De  horizontalen  willen  de  wereld  verbeteren.  Zij  houden  niet  van  dromers.  De  verticalen,  in  aanleg  religieus,  willen  het  aardse  tranendal  dromend  ontvluchten.  Gerard  Koolschijn:  "Naarmate  Karl  May’s  dood  dichterbij  kwam,  prees  hij  zijn  boeken  sterker  aan  als  een  bijdrage  tot  vrede  op  aarde.  Maar  voor  mij,  verticale  mens,  en  voor  miljoenen  anderen,  hebben  zij  hun  kracht  vooral  ontleend  aan  wat  Karl  zelf  altijd  heeft  bezield:  de  droom  een  onontdekte  held  te  zijn."    Anneke  van  Ammelrooy,  panelvoorzitter,  zegt  dat  zij  net  als  Arjo  Klamer  al  heel  vroeg  de  jeugdige  wens  had  te  gaan  reizen,  wat  goed  te  combineren  leek  met  journalistiek.  Dat  heeft  zij  dan  ook  gedaan.  En  wat  zij  relevant  vindt  in  relatie  tot  dit  symposium  is  een  observatie  op  grond  van  langere  verblijven  in  andere  landen  tot  en  met  een  zesjarig  verblijf  in  Irak  vanaf  2003.  Hoewel  er  over  vreemde  landen  en  volkeren  vandaag  veel  meer  informatie  te  vinden  is  -­‐  vooral  ook  statistische  -­‐  is  daarvan  niets  te  merken  bij  de  gemiddelde  journalist  die  zijn  oordeel  geeft  vanaf  het  dak  van  een  hotel  in  Bagdad  of  vanuit  een  brandende  straat  in  Homs  in  Syrië.  Veel  van  deze  journalisten  zijn  absoluut  niet  goed  geïnformeerd  over  het  land,  de  mensen  of  de  geschiedenis.  Hun  oordeel  is  daardoor    bijzonder  weinig  waard.  Het  moet  ook  meestal  in  de  tijdspanne  van  één  minuut  gegeven  en  beargumenteerd  worden.  Tegen  de  achtergrond  van  deze  observatie  zou  zij  het  boek  Durchs  Wilde  Kurdistan  van  Karl  May  nog  wel  eens  ter  hand  willen  nemen  en  diens  kennis  vergelijken  met  de  gemiddelde  Europese  journalist.  Niet  met  de  gemiddelde  Amerikaanse  journalist  want  want  dan  is  de  uitslag  al  bij  voorbaat  bekend.  Is  er  enige  vooruitgang  geboekt  in  wat  wij  weten  van  andere  volkeren  en  wat  wij  met  die  kennis  doen?      Zelf  werkt  ze  aan  een  soort  roman,  waarin  aan  de  orde  komt  hoe  moeilijk  het  altijd  is  gebleven  om  los  te  komen  van  in  wezen  koloniale  gedachten  en  omgangsvormen.  Dat  was  zo  in  de  tijd  van  het  kolonialisme  zelf,  toen  veel  mensen  onze  christelijke  beschaving  superieur  achten  aan  wat  zij  aantroffen  bij  mensen  in  Azië  of  Amerika.  Dat  is  nog  zo,  want  ook  vandaag  is  het  bijna  onmogelijk  om  in  een  land  als  Irak  afstand  te  nemen  van  zo'n  houding.  Het  werkt  niet,  want  ook  de  Iraki's  willen  een  aangeharkte  hoofdstad,  een  goede  gezondheidszorg  en  mooie  banen;  ze  willen  studeren,  technologie  ontwikkelen  enzovoort.  Het  is  moeilijk  voor  ze  om  nu  eens  niet  te  kijken  naar  anderen  en  naar  wat  ze  niet  hebben.  En  in  plaats  daarvan  uit  te  gaan  van  wat  ze  wel  hebben,  vanuit  respect  voor  zichzelf  en  voor  wat  in  hun  land  de  moeite  waard  is.  Landen  als  Irak  maar  ook  Colombia  en  andere  rampenlanden  stappen  op  die  manier  moeilijk  of  helemaal  niet  over  de  koloniale  verhoudingen,  die  het  denken  beheersen,  heen.  Zo  blijven  ze  gevangen  in  een  soort  ontwikkelingsideologie,  waarin  elke  vergelijking  met  Europa  of  Amerika  in  hun  nadeel  blijft  uitvallen.  Wat  je  van  Karl  May  kunt  zeggen  in  dit  verband  is  dat  hij  in  ieder  geval  probeert  dit  soort  zaken  te  overbruggen,  vanuit  zijn  idee  dat  andere  volken  ook  fantastische  volkeren  kunnen  zijn.  Maar  misschien  was  voor  hem  het  aan  het  eind  van  de  negentiende  eeuw  de  verhouding  tussen  de  verschillende  volkeren  nog  niet  zo'n  groot  probleem.      Discussie      Gregor  Seferens  vraagt  zich  af  hoe  het  concept  van  de  ontontdekte  held,  die  zich  bij  voorbaat  verkneukelt  over  zijn  latere  onthulling,  past  bij  het  archetype  van  de  goede  mens,  die  eerlijk  zou  moeten  zeggen  wie  hij  is.  Gerard  Koolschijn  herhaalt  wat  Van  Marle  daarover  zei,  dat  Karl  May  in  de  eerste  plaats  bezig  was  een  spannend  verhaal  te  schrijven  waarin  mensen  plezier  hebben,  inclusief  stichtelijk  elementen  over  de  goedheid  van  de  mens.  Maar  of  het  goede  van  de  held  samenvalt  met  de  schrijver  doet  er  helemaal  niet  toe.  Het  gaat  erom  of  de  boeken  goed  zijn.  Waarom  heeft  juist  deze  man  zo  onvoorstelbaar  veel  lezers  getrokken?  Niet  omdat  hij  in  een  bepaalde  traditie  past  of  omdat  een  wetenschapper  daar  iets  over  kan  zeggen,  maar  omdat  hij  ontzettend  goed  kon  schrijven.    Arjo  Klamer  vindt  de  onontdekte  held  op  zichzelf  een  interessant  gegeven  zoals  hij  ook  in  zijn  inleiding  had  aangegeven.  Maar  dat  is  niet  wat  hem  als  jongen  zo  sterk  boeide,  wel  de  scherpzinnigheid  en  de  kracht  van  Old  Shatterhand,  het  stoïcijnse  van  Winnetou,  het  trotseren  van  gevaren,  hun  geweldige  vaardigheden.  Dat  was  wat  hem  raakte  als  jongeling  en  hem  heeft  beïnvloed.  Maar  natuurlijk  vinden  wij  het  allemaal  wel  eens  leuk  om  anderen  over  onszelf  in  het  ongewisse  te  laten,  anoniem  te  blijven.  Dat  zal  niet  zo'n  effect  hebben  als  bij  Old  Shatterhand,  maar  gemeen  is  het  zeker  niet  perse  en  het  doet  niets  af  aan  het  goede  dat  uiteindelijk  wordt  bereikt.    Gerard  Koolschijn  vraagt  of  het  sterven  van  Old  Wabble,  bekneld  in  een  boomstam,  niet  getuigt  van  sensatiezucht  van  de  schrijver  die  zich  vervolgens  serieus  vergevensgezind  toont.  Dat  klopt  toch  niet.  Maar  Arjo  Klamer  vindt  dat  

Page 5: KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012! VerslagdoorGerTielenenFritsRoest!!!!! Het!superieure!verteltalent!van!Karl!May,!scheppervan

het  jusit  helemaal  klopt.  Old  Shatterhand  weigerde  Old  Wabble  eerder  dood  te  schieten,  toen  iedereen  zei  dat  dat  moest.  Hij  deed  het  niet,  riep  daardoor  nieuw  gevaar  over  zich  af,  maar  uiteindelijk  zegevierde  het  goede  en  Old  Wabble  kwam  in  zijn  doodsnood  tot  inzicht.  Dat  betekende  voor  Arjo  als  Christelijke  jongen  dat  de  hoogste  genade  ook  aan  de  grootste  slechterik  niet  wordt  onthouden.  Daarvoor  stond  Old  Shatterhand,  en  zo'n  leven  wilde  je  wel  leiden.      Gerard  Koolschijn:  "maar  zag  je  het  sadisme  daarin  niet?  Arjo  Klamer:  "Ik  vond  het  enorm  spannend,  dat  avontuur,  dat  lijden  va"n  die  booswicht,  al  die  spanning,  die  dreiging  en  elke  keer  een  heldendaad.  Als  volwassene  kijk  je  er  anders  naar,  maar  als  jongen  was  ik  gefascineerd."  Gerard  Koolschijn  zegt  al  vroeg  geleerd  te  hebben  mensen  te  wantrouwen  die  over  het  goede  en  het  mooie  in  het  leven  praten,  maar  dat  zal  met  zijn  opvoeding  te  maken  hebben.      Gregor  Seferens  vindt  bij  Karl  May  het  avontuurlijke  en  het  stichtelijke  beide  terug.  Er  waren  genoeg  stichtelijke  verhalen  in  die  tijd  voor  jongeren  zoals  heiligenlevens  waarin  ideale  biografieën  getoond  werden,  maar  die  wilde  niemand  lezen.  Voor  jongeren  was  het  interessant  dat  het  avontuurlijke  werd  verbonden  met  het  stichtelijke.  Het  goede  met  het  kwade.      Gerard  koolschijn  beaamt  dit  en  noemt  als  belangrijk  gegeven  bij  Old  Shatterhand:  zijn  liefde  voor  Winnetou.  "Dat  deze  ongelooflijk  zelfingenomen  man  toch  iemand  heeft  die  hij  echt  boven  zichzelf  stelt."  Maar  natuurlijk  is  het  fenomeen  van  de  onontdekte  held  een  truc  en  een  literaire  strategie,  zoals  ook  in  de  klassieke  literatuur  al  is  gebruikt.  Het  is  een  oud  motief,  dat  door  Karl  May  veel  (misschien  te  veel)  wordt  gebruikt  en  virtuoos  bovendien.  In  de  zaal  wordt  opgemerkt  dat  gelet  op  de  vele  bewerkingen,  die  de  werken  van  Karl  May  volgens  Gregor  Seferens  ook  in  Duitsland  hebben  ondergaan,  ook  de  Duitsers  dus  nooit  de  echte  werken  hebben  gelezen.      Gregor  Seferens  zegt  dat  dat  klopt  voor  de  meeste  lezers  in  Duitsland.  Op  dit  moment  wordt  er  in  Duitlsand  gewerkt  aan  een  historisch-­‐kritische  en  meer  verantwoorde  editie  van  de  werken  van  Karl  May,  wat  veel  voeten  in  de  aarde  heeft.  Men  is  er  al  20  jaar  mee  bezig  en  door  onenigheid  tussen  initiatiefnemers  en  het  Karl  May  Verlag  schoot  het  niet  op.  Maar  sinds  een  paar  jaar  wordt  het  werk  voortgezet.  De  stichting  die  door  Karl  May  zelf  bij  testament  in  het  leven  is  geroepen,  de  Karl  May  Verlag  en  de  Karl  May  Gesellschaft  zitten  nu  samen  aan  tafel  om  deze  editie  van  de  grond  te  krijgen.  Een  aantal  delen  is  al  verschenen,  het  worden  er  zo'n  honderd.    De  volgende  vraag  is  hoe  groot  de  kans  is  dat  nieuwe  verantwoorde  teksten  in  het  Nederlands  vertaald  worden,  gelet  op  het  feit  dat  er  bitter  weinig  gebeurt  om  de  Karl  May  boeken  bereikbaar  te  houden  voor  de  jeugd  in  dit  kleine  taalgebied.      Volgens  Gerard  Koolschijn  is  een  uitgeverij  als  Atheneum  Van  Gennip  best  bereid  een  nieuwe  vertaling  uit  te  geven,  maar  dan  zal  er  een  topvertaler  aan  te  pas  moeten  komen.  Karl  May  schrijft  zo  ongelooflijk  fris  en  goed,  dat  is  helemaal  niet  zo  eenvoudig  te  vertalen,  daar  moet  je  een  topvertaler  voor  hebben.  Het  is  zwaar  werk...    Naar  aanleiding  van  een  vraag  uit  het  publiek  zegt  Gregor  Seferens  dat  er  veel  is  gespeculeerd  over  het  liefdesleven  van  Old  Shatterhand  en  een  mogelijke  homoseksuele  relatie  tussen  Old  Shatterhand  en  Winnetou.  Een  bekende  naoorlogse  schrijver,  Arno  Schmidt,  noemde  Old  Shatterhand  een  beroemd  voorbeeld  van  een  homo  zonder  coming  out.  Een  en  ander  zou  zijn  terug  te  voeren  op  lyrische  beschrijvingen  van  Winnetou  met  zijn  mooie  haren  en  'een  mond  om  te  zoenen.'  Arno  Schmidt  zocht  ook  in  de  beschrijvingen,  die  May  in  zijn  boeken  van  landschappen  geeft,  naar  bewijzen  voor  zijn  stelling,  maar  Gregor  Seferens  zegt  dat  toch  een  en  ander  niet  goed  aangetoond  kan  worden.      Gerard  Koolschijn  zegt  dat  dit  soort  lyrische  beschrijvingen  in  de  Nederlandse  vertalingen  in  veel  omzichtiger  bewoordingen  terugkeren.  Er  is  ook  ooit  een  Duitse  uitgave,  vanwege  een  te  ver  gaande  voorpagina  uit  de  handel  genomen.  Maar  een  onontkoombare  conclusie  is  dat  de  zeer  grote  waardering  van  Old  Shatterhand  voor  Winnetou  grenst  aan  liefde,  wat  echet  nog  niets  zegt  over  de  praktijk  van  de  schrijver  zelf.        Gregor  Seferens  tenslotte  lijkt  het  niet  zo  zinvol  een  nieuwe  Nederlandse  vertaling  uit  te  brengen  van  de  werken  van  Karl  May.  Althans:  interessanter  lijkt  hem  om  energie  te  steken  in  een  onderzoek  naar  de  werkelijke  invloed  van  Karl  May,  de  slechte  vertalingen  ten  spijt.  Hoe  werd  hij  gelezen?  Heeft  hij  de  mentaliteit  beïnvloed?  Een  receptieonderzoek  kan  meer  licht  werpen  op  dit  vraagstuk.  Zo'n  onderzoek  moet  je  sowieso  doen,  uitgaande  van  de  oude  vertalingen.      Anneke  van  Ammelrooy  denkt  dat  weliswaar  Jaap  van  Marle  vandaag  argumenten  heeft  aangedragen  voor  een  onderzoek,  zoals  de  Karl  May  Vereniging  had  gehoopt,  maar  zij  denkt  dat  in  de  Nederlandse  academische  omgeving  geen  enkele  student  of  hoogleraar  een  onderzoek  kan  worden  aangepraat.  Waar  vind  je  die  bevlogen  student  of  hoogleraar?      Arjo  Klamer  schat  in  dat  je  mensen  wel  kunt  verleiden  tot  zo'n  onderzoek,  als  er  geld  is.    Dan  is  het  een  kwestie  van  iemand  vinden  die  die  bevlogenheid  heeft.  Ook  al  wordt  Karl  May  vandaag  minder  gelezen,  het  lijkt  hem  'een  mooi  project.'    Tenslotte  zegt  dagvoorzitter  Gabriele  de  Koning  dank  aan  voorzitter  Anneke  van  Ammelrooy  en  haar  panelleden.  Zij  wijst  op  vervolgactiviteiten  zoals  de  lezing  door  Karl  May  biograaf  Helmut  Schmiedt  op  5  juni  in  de  Duitse  Bibliotheek  in  Den  Haag  en  een  voorgenomen  studiereis.  En  mochten  er  aanwezigen  zijn  die  nog  geen  lid  zijn  van  de  Duitse  Bibliotheek  of  de  Karl  May  Vereniging,  dan  kunnen  ze  daarin  vandaag  nog  verandering  in  brengen.  

Page 6: KarlMaySymposium! …...KarlMaySymposium! Beroemde!Jeugdhelden!in!retrospectief! 16maart2012! VerslagdoorGerTielenenFritsRoest!!!!! Het!superieure!verteltalent!van!Karl!May,!scheppervan

Vervolgens  dankt  voorzitter  Frits  Roest  van  de  Karl  May  Vereniging  de  dagvoorzitter,  alle  sprekers  en  de  panelleden  en  overhandigt  als  dank  de  nieuwe  bibliografie  en  een  fles  Karl  May  wijn.  Met  dank  ook  aan  sponsor  Winterberg  Wijnen  (www.winterbergwijnen.nl).  De  Koninklijke  Bibliotheek  wordt  dank  gezegd  voor  het  creatief  meedenken  en  voor  het  faciliteren  van  het  symposium  en  Ger  Tielen  voor  de  uitstekende  organisatie.    Het  journaal  van  16  maart  brengt  om  kwart  over  zes  een  hommage  aan  Karl  May.      Voorspel  De  voorbereidingen  voor  het  organiseren  van  het  Karl  May  Symposium  begonnen  in  augustus  2010,  toen  Ger  Tielen,  lid  van  de  Karl  May  Vereniging  en  als  vrijwilliger  betrokken  bij  de  Duitse  Bibliotheek  in  Den  Haag,  De  Karl  May  Vereniging  voorstelde  om  in  maart  2012  de  honderdste  sterfdag  van  May  te  gedenken,  zo  mogelijk  samen  met  de  Koninklijke  Bibliotheek  in  Den  Haag,  die  de  collectie  Oosterbaan  beheert.  Dit  voorstel  kwam  de  Vereniging  zeer  gelegen  aangezien  zij  al  enige  tijd  beraadde  over  de  te  organiseren  activiteiten  in  2012.  De  Duitse  Bibliotheek  had  ervaring  met  de  organisatie  van  symposia  en  het  uitnodigen  van  sprekers  voor  lezingen.  In  september  2010  werd  de  KB  benaderd  en  die  bleek  al  direct  enthousiast.  En  na  verder  overleg  tijdens  de  najaars  Karl  May  dag  van  2010    en  de  Karl  May  tentoonstelling  in  Ter  Aar  in  februari  2011  werd  als  datum  voor  het  symposium  voorgesteld  16  maart  2012.  De  KB  in  de  persoon  van  Jeannette  Kok  was  direct  enthousisast,  het  programma  werd  ingevuld  en  potentiële  sprekers  benaderd,  die  eveneens  enthousiast  reageerden.  Een  verbeterde  versie  van  de  Karl  May  poster  werd  opgenomen  in  De  Witte  Bison  10.    Door  bemiddeling  van  de  Duitse  Bibliotheek,  gaf  de  Duitse  Ambassade  een  subsidie  en  Marco  Winterberg,  importeur  van  Karl  May  wijnen,  bood  zich  aan  als  sponsor  en  stelde  flessen  wijn  beschikbaar  voor  de  sprekers.  Een  artikel  in  de  Oud-­‐Hagenaar  van  21  maart  (auteur  Ger  Tielen)  en  het  massaal  verspreiden  van  een  persbericht  met  symposiumfolder  zorgden  voor  het  op  gang  komen  van  de  aanmeldingen  voor  het  symposium.  Tot  aan  de  dag  voor  het  symposium  werden  ruim  140  aanmeldingen  ontvangen.  En  een  aantal  geïnteresseerden  meldde  zich  op  de  dag  zelf.  Hans  Boessenkool  zorgde  voor  het  ontwerp  van  een  toegangskaartje,  dat  aan  alle  deelnemers  werd  toegezonden  met  het  verzoek  het  zelf  te  willen  uitprinten.  Samen  met  de  eregasten,  organisatoren  en  sprekers  (waaronder  de  Cultureel  Attaché  van  de  Duitse  Ambassade)  en  KB  medewerkers,  was  de  aula  van  de  Koninklijke  Bibliotheek  met  ruim  160  man  goed  gevuld.    Alle  deelnemers  ontvingen  bij  registratie  een  informatiemap  met  het  programma,  de  symposiumfolder,  een  folder  over  de  herdenkingsactiviteiten  2012  van  de  Karl  May  Vereniging  en  de  Duitse  Bibliotheek,  het  activiteitenprogramma  van  de  Duitse  Bibliotheek,  een  exemplaar  van  de  OUD  HAGENAAR,  de  tekst  van  het  muzikaal  intermezzo  van  Jan  Willem  en  Tineke  van  der  Jagt  en  een  voor  de  gelegenheid  speciaal  samengestelde  bloemlezing  uit  De  Witte  Bison  1-­‐10.  Tijdens  het  symposium  was  in  de  hal  buiten  de  aula  een  grote  stand  ingericht  door  uw  Karl  May  Vereniging.  Hier  werden  verenigingsartikelen  en  uitgaven  verkocht  alsmede  de  nieuwe  bibliografie.  Hans  Boessenkool  trad  op  als  fotograaf  en  Maarten  van  Diggelen  verzorgde  filmopnamen.        Programma    

13.30     Ontvangst    14.00     Welkom:  Dagvoorzitter  Gabriele  de  Koning  –  Voorzitter  Duitse  Bibliotheek  Den  Haag    14.05     Welkom  namens  de  KB  door  Jan  Bos,  hoofd  Collecties  14.10   Opening  en  aanbieding  nieuwe  bibliografie  aan  Jan  Bos:     Frits  Roest  -­‐  Voorzitter  Karl  May  Vereniging    14.30     Winnetou’s  testament.  De  Karl  May-­‐collectie  in  de  Koninklijke  Bibliotheek:  Arno  Kuipers  -­‐  Koninklijke  Bibliotheek    14.45   Het  unieke  karakter  van  Karl  May's  oeuvre  nader  belicht:     Jaap  van  Marle  -­‐  Hoogleraar  Cultuurwetenschappen  Open  Universiteit    15.15     Intermezzo  en  koffie/theepauze  -­‐  Tineke  (zang)  en  Jan  Willem  van  der  Jagt  (piano)  brengen  een  liedcompositie  van  

Karl  May  ten  gehore    15.45   Paneldiscussie  onder  leiding  van  Anneke  van  Ammelrooy  -­‐  Journaliste     Archetype  en  wereldbeeld:  Arjo  Klamer  -­‐  Hoogleraar  Erasmus  Universiteit       De  onontdekte  held:  Gerard  Koolschijn  -­‐  Classicus     Wie  was  de  echte  Karl  May?:  Gregor  Seferens  -­‐  Vertaler    16.45   Sluiting  door  de  dagvoorzitter     Drankjes  en  hapjes