Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede...

13
Karbon Arnhem File #1: ruru buitendienst 1–7, Introductie, Sanne Oorthuizen 1–8, 00:00:00:00, Simone de Kinderen 1–8, ob·ser’va’tie(s) II, Sanne de 8, Colofon 9, De Plakzuilactie, Eef Veldkamp Karbon Arnhem File #2: Buiten de Lijntjes Kleuren 12, 22, 30, 32, Cooperativa Cráter 13, 24, 28, Gesyada Namora Siregar 14, Nnamari 13, Rob Voerman 16, Naamloozz Eindeloozz 17, 27, 31, Agung Kurniawan 18, 20, 29, Cut and Rescue 19, Sivanski 21, 23, Marishka Soekarna 23, Ayu Dila Martina 26, Louie Cordero 32, Colofon 33, Introductie door Sanne Oorthuizen Karbon Arnhem File #3: Radicale Collectiviteit 36, Introductie door Sanne Oorthuizen 37–46, Rondetafelgesprek over Radicale 48–61, Rondetafelgesprek over Radicale 63, Colofon **Karbon Arnhem File #4.1:** **Hoe ruangrupa (samen)werkt–PODIUM** 67, Introductie door Sanne Oorthuizen 69–75, Vijftien Jaar ruangrupa Door 76–82, ruangrupa: Een Gesprek over Ho- 83–86, Voor Diegenen die (Stapel-)Ver- 87, Colofon Vries Invertido Collectiviteit #1, 26 mei 2016, ruru huis, Arnhem Collectiviteit #2, 9 juni 2016, ruru huis, Arnhem Ardi Yunanto, lid van ruangrupa rizontale Organistie Door Nuraini Juliastuti liefd zijn op de Stad (Jakarta), Een curatorieel essay (van een vriend) Door Agung Hujatnikajennong

Transcript of Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede...

Page 1: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

Karbon Arnhem File #1: ruru buitendienst

1–7, Introductie, Sanne Oorthuizen1–8, 00:00:00:00, Simone de Kinderen 1–8, ob·ser’va’tie(s) II, Sanne de8, Colofon9, De Plakzuilactie, Eef Veldkamp

Karbon Arnhem File #2: Buiten de Lijntjes Kleuren

12, 22, 30, 32, Cooperativa Cráter 13, 24, 28, Gesyada Namora Siregar14, Nnamari13, Rob Voerman16, Naamloozz Eindeloozz 17, 27, 31, Agung Kurniawan 18, 20, 29, Cut and Rescue 19, Sivanski21, 23, Marishka Soekarna 23, Ayu Dila Martina26, Louie Cordero32, Colofon33, Introductie door Sanne Oorthuizen

Karbon Arnhem File #3:Radicale Collectiviteit

36, Introductie door Sanne Oorthuizen 37–46, Rondetafelgesprek over Radicale

48–61, Rondetafelgesprek over Radicale

63, Colofon

**Karbon Arnhem File #4.1:****Hoe ruangrupa (samen)werkt–PODIUM**

67, Introductie door Sanne Oorthuizen69–75, Vijftien Jaar ruangrupa Door76–82, ruangrupa: Een Gesprek over Ho-

83–86, Voor Diegenen die (Stapel-)Ver-

87, Colofon

Vries

Invertido

Collectiviteit #1, 26 mei 2016, ruru huis, ArnhemCollectiviteit #2, 9 juni 2016, ruru huis, Arnhem

Ardi Yunanto, lid van ruangruparizontale Organistie Door Nuraini Juliastutiliefd zijn op de Stad (Jakarta),Een curatorieel essay (van een vriend) Door Agung Hujatnikajennong

Page 2: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

68

Terwijl ik aan deze introductie werk is de tentoonstelling SONSBEEK ’16: transACTION overal in Arnhem te vin-den: in Park Sonsbeek, op het nieuwe Centraal Station, in het Coehoornpark, in Museum Arnhem, bij vrienden en partners. Voor de kunstwerken in het park heeft curator ruangrupa een Open Call uitgezet: iedereen die een acti-viteit in een van de kunstwerken wil organiseren kan een voorstel doen. In mijn ervaring werkt participatie in het kunstenveld in Nederland alleen als je er echt hard voor werkt, pers-berichten stuurt, mensen belt en e-mailt (stalkt dus eigenlijk). Nu moet ik zeggen dat ik nooit eerder aan zo’n grootschalig evenement als SONSBEEK ‘16 heb meegewerkt, dus ik weet niet wat een dergelijk groot instituut normaliter met een stad doet. Maar tot mijn verbazing is er op de Open Call van ruangrupa een enorme hoeveelheid reacties gekomen; er vinden elke week tal van activi- teiten plaats in het park: van een yogaklas in de bamboesculptuur van Eko Prawoto of een rockbandoptreden in The Exchange van Rob Voerman, tot een koor dat in de houtwerkplaats van Kevin van Braak geld ophaalt voor Stichting Orange Babies. En dat in een stad waar mensen toch vaak eerst de kat uit de boom kijken, dat hebben we in het ruru huis ook gemerkt. Deze publicatie, die uit twee delen bestaat (#4.1. en #4.2.) belicht twee kanten van ruangrupa, die ik het “podium” en de “coulissen” wil noemen. Laat me ten behoeve van deze introductie de Open Call als voorbeeld nemen.

Met het podium bedoel ik het publieke element dat een bezoeker of deelnemer ervaart. Dit kan een “eindproduct” zoals een kunstwerk of installatie zijn, maar ook een proces, een situ-atie, een workshop etc. Bezoekers krijgen niet perse mee wat er in de coulissen, of achter de schermen plaatsvindt. Denk daarbij aan organi-satie, productie en relaties die worden opgebouwd. Het podium van de Open Call omvat de activiteiten zelf, de persberichten, website-updates en Facebook-berichten. Het zijn zelfs de verhalen die na die activiteit gedeeld worden en de ronde doen. Het genereert energie en brengt mensen samen. Ech-ter, het genereren van die energie begint achter de schermen: de aanvra-gen van de Open Call worden gecoördineerd door een collega (een enorme klus!) en bij ruangrupa neerge-legd, die uiteindelijk besluit wat

past binnen het curatoriele concept (bijna alles!) en welke activiteit op welke plek past. Tot op heden zijn er nog geen aanvragen geweigerd, alleen in overleg aangepast in locatie of duur. Hier, in de coulissen, vinden onderhandelingen plaats, worden vrien-den gemaakt en beslissingen genomen.

In deze vierde editie in de Karbon Arnhem Files-publicatieserie trachten we een idee te geven van hoe ruangrupa (samen)werkt, wat voor projecten zij onderneemt en wie bij welk onderdeel of divisie betrokken is (geraakt). De publicatie bestaat uit twee delen waarin respectievelijk het “podium” en de “coulissen” worden aangeroerd. Ik zeg aangeroerd, want een overzicht geven van ruangrupa is onmogelijk. Ade Darmawan, directeur van ruangrupa vertelde me ooit dat sommige mensen ruangrupa zien als een schildersgroep of een muziekfestival, anderen ervaren ruru als een outdoor cinema of als een radiozender. En dat is OK. Voor dit eerste deel, het podium, verta-alden we een drietal bestaande teksten uit het Engels naar het Nederlands: een tekst die curator Agung Hujatnika-jennong schreef voor het tienjarig bestaan van ruangrupa in 2010 (ons aangeraden door Keke Tumbuan), een interview met Ade Darmawan door onder-zoeker Nuraini Juliastuti (met dank aan Afterall voor het vrijgeven van de rechten) en een tekst door ruangru-pa-lid Ardi Yunanto over een recen-telijke herorganisatie binnen ruru zelf. Het tweede deel, dat in septem-ber 2016 zal verschijnen, bestaat uit een serie nieuwe interviews met ver-schillende leden van ruangrupa, van de gallery manager tot de security guard en komen vragen als “Hoe ziet jouw dag eruit?”, “Wie maakt beslissingen bij ruangrupa?” en “Wat vind je leuk aan je werk en wat vind je niet leuk?” aan de orde. Het zal hopelijk een glimp bieden van de coulissen van een orga- nisatie die een dunne scheidslijn be-wandelt tussen organisch samenwerken en structuur, en een groep waar geen overzicht van te geven valt. En dat is OK, meer dan OK zelfs.

Sanne Oorthuizen, hoofdredacteur

simonedekinderen
Sticky Note
While working on this introduction, the SONSBEEK’16: transACTION exhibition can be found everywhere; in the Sonsbeek Park, at the new Central Station, in the Coehoorn park, in the Arnhem Museum, at friends’ and partners’ places. The curator, ruangrupa put out an open call for proposals for activities within the works of art.. In my experience, participation in the art world in the Netherlands only functions well when you work very hard at it, sending out press releases, calling and mailing people (actually stalking). I have to say though, that I had never participated in such an ambitious event like SONSBEEK’16, so I don’t know how this kind of large institution normally impacts a city. However, to my surprise, there was an enormous response to ruangrupa’s open call and each week numerous activities occur in the park: from a yoga class in Eko Prawoto’s bamboo sculpture or a rock band performing in Rob Voerman’s The Exchange, to a choir collecting money for the Orange Babies Foundation in Kevin van Braak’s wood working place. Even in a city where people tend to see which way the wind blows, we noticed this in the ruru huis as well. This publication, which is divided in two parts (#4.1 and #4.2) highlights two components of ruangrupa, which I would like to call “the stage” and “the wings”. For the benefit of this introduction, let me take the Open Call as an exampleBy stage, I mean the public element a visitor or participant experiences, this can be an “end product” like a work of art or an installation, but it can also be a process, a situation, a workshop, etc. Visitors might not necessarily experience what happens in the wings or behind the scenes such as organisation, production and building relations. The stage of the Open Call are the activities themselves, the press releases, website updates and Facebook postings. They can even be the stories that are shared and circulated after the activity. It generates energy and brings people together. However, generating energy starts behind the scenes: Open Call’s requests are coordinated by a colleague (an enormous job!) and submitted to ruangrupa, who eventually decides what fits within the curatorial concept (almost everything!) and which activity suits which particular place. Up until now no requests have been turned down, just adapted in location or length after consultation. So here, behind the scenes, the consultations take place, both friends and decisions are made. In this fourth edition of the Karbon Arnhem Files publication series we attempt to give an impression of how ruangrupa works (collaborates), what kind of projects it undertakes and who has been involved in which part or division. The publication consists of two sections, in which, respectively, the “stage” and the “wings” are touched upon. I say touched upon, for giving an overall picture of ruangrupa is impossible. Ade Darmawan once told me that some people look upon ruangrupa as a group of painters or as a music festival, others experience “ruru” as an outdoor cinema or as a radio station. And that is OK. In this first section, the stage, we translated three existing texts from English to Dutch: a text which curator Angung Hujatnikajennong wrote for the tenth anniversary of ruangrupa in 2010 (suggested to us by Keke Tembuan), an interview with Ade Darmawan by researcher Nuraini Juliastuti (with thanks to Afterall for releasing the rights) and a text by ruangrupa member Ardi Yunanto on a recent reorganisation within ruru itself. The second section, which will appear in September 2016, consists of a series of new interviews with several members of ruangrupa, from the gallery manager to the security guard, questions are addressed like “What does your day look like?”, “Who decides within ruangrupa?” and “What do you like about your job and what don’t you like?”. Hopefully it will offer a glimpse of the wings of an organisation that treads a fine line between organic collaboration and structure, and a group of which no overall picture can be given. And that is OK, more than OK, even. Sanne Oorthuizen, chief editor
simonedekinderen
Sticky Note
On the train from Amsterdam to Arnhem, July 22, 2016, 09.43 o’clock
Page 3: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

Toen ruangrupa in 2000 in Jakarta werd opgericht geloofde geen van de zes oprichters (Ade Darmawan, Hafiz, Ronny Augustinus, Oky Arfie Hutaba-rat, Lilia Nursita, Rithmi) dat de hedendaagse kunstinstelling een lang leven beschoren was. Tijdens het tienjarig bestaan van ruangrupa toon-de zij haar dankbaarheid in een col-lectieve tentoonstelling. Naast een terugblik op ruangrupa’s ontwikke-ling, organiseerde zij tevens het evenement “ruangrupa’s 10 Years Anni-versary: Expanding the Space and Public” in de National Gallery of Indonesia in Jakarta. Het evenement blikte terug op heel veel samenwer-kingsverbanden: liet alle individuen, groepen, organisaties en gemeenschap-pen zien, alle sociale, politieke en culturele instellingen met wie ruang-rupa gedurende tien jaar nauw heeft samengewerkt, zowel op tijdelijke als op structurele basis.

Dit jaar, 2015, is ru-angrupa vijf-tien jaar oud; het is een vaart op woe-lige zee ge-weest. Daar

zijn twee verklaringen voor: ten eerste begint een aantal leden, die nu achter in de dertig en in de veer-tig zijn, zich overweldigd te voelen. Naast de interne programmering die zij leiden, zijn zij ook betrokken bij andere, minstens zo belangrijke, activiteiten buiten ruangrupa. Sinds het begin is de organisatie van ruangrupa los geweest zodat leden ook tijd hebben voor hun individuele praktijken. Sterker nog, het wordt gewaardeerd wanneer leden ook func-ties buiten ruangrupa vervullen. Echter, leden die ook buiten de orga-nisatie actief zijn lopen het risico “hyperactief” te worden en vermoeid te raken, soms zelfs in dergelijke mate dat zij zich langzaam loskoppe-len van de organisatie, dit terwijl de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms op uitnodiging, soms raken zij simpelweg betrokken en soms nodigen zij zich-zelf uit om bij te dragen aan ruang-rupa’s programma’s. Hun aanwezigheid brengt nieuwe energie met zich mee. Niet alleen omdat de meeste nog jong zijn en de boel graag een beetje opschudden, maar ook omdat zij dis-

cussies verrijken met nieuwe ideeën en perspectieven.

Ondanks het feit dat de “generatiek-loof nog nooit serieuze problemen onder ruangrupa-leden heeft veroor-zaakt, bestaat die wel degelijk. Hoe ruangrupa wordt gezien verschilt daarom van individu tot individu. Voor de oudere leden vormt ruangrupa een tweede thuis, en soms zelfs een eerste thuis omdat ze nog maar zelden naar huis gaan. Voor de jongere leden is ruangrupa niet alleen een plek om samen te komen, maar ook een stap op de carrièreladder, een kantoor, of iets anders officieels, een plek om te leren, te studeren en ervaringen op te doen. Aan deze twee perspectie-ven liggen verschillende experimente-le benaderingen ten grondslag. Omdat er geen voorbeelden waren, hebben de oudere leden met dappere en onver-schrokken overtuiging geleerd pro-gramma’s te maken met vallen en op-staan. De jongere generatie verhoudt zich echter tot standaarden -die niet direct zichtbaar zijn- waarvan de oudere generatie gelooft dat zij betwist moeten worden. Deze dynamiek was al een poos aan de gang voordat hij werd aangepakt. Nu, in haar vijf-tiende jaar, reflecteert ruangrupa nog kritischer op zichzelf en op haar organisatievorm, die voor de zoveel-ste keer verandering behoeft, de enige manier om de organisatie vol-wassen en gezond te houden.

Alle leden van ruangrupa bezitten specifieke karaktereigenschappen die hen onmisbaar maken voor de organisa-tie en die de groep verrijken. Die eigenschappen zijn te vinden in hun beroepskeuze, de kennis en vaardighe-den die zij hebben opgedaan, hun smaak, gekke hobby’s en obsessies. In plaats van ruangrupa te zien als een rigide organisatie waar een func-tie door wie dan ook vervuld kan

worden, is het beter om ruangrupa te zien als een orkest dat door de tijd heen groeit met nieuwe instru-menten en muzikan-ten.

Zoals ze zeggen: “Er moet iets gebeu-ren”. Dat gebeurde. Allereerst hebben de oudere leden (Ade Darmawan, Hafiz, Indra Ameng, Reza Afisina, Mirwan Andan en Iswanto Hartono) zich in verenigd een collectief bestuur. 7069

simonedekinderen
Sticky Note
FIFTEEN YEARS OF RUANGRUPAby Ardi Yunanto, ruangrupa member
simonedekinderen
Sticky Note
When ruangrupa was founded in Jakarta in 2000, not one of the six founders (Ade Darmawan, Hafiz, Ronny Agustinus, Oky Arfie Hutabarat, Lilia Nursita, Rithmi) thought that this contemporary art organization would have a lasting existence. That is why when this organization reached its 10th anniversary, a collective exhibition was held as an expression of gratitude. In addition to glance back at ruangrupa’s own journey, the event called “ruangrupa’s 10 Years Anniversary: Expanding the Space and Public” held in the National Gallery of Indonesia, Jakarta, in 2010, was also put together to review its collaborations with many parties; the many individuals, groups, organizations, communities, and various other social, political, cultural institutions that during a decade have relentlessly collaborated, alternately or continuously.This year, 2015, ruangrupa is fifteen years old—a journey carried through on bumpy roads along the way. There are two explanations for that. First, some members entering the ages of forties and mid-thirties have started to become overwhelmed. Besides running internal programs, they have also been involved in various other equally important activities. Since early on, the running of this organization has been designed loosely so that every member can still work individually. ruangrupa is actually pleased when those who work in it play some roles outside the organization. However, it is foreseeable that those who are active outside then become “hyperactive” and worn out, straying at first then never returning while internal programs still have to roll on.Second, the appearance of new friends—as well as the return of former ones—whom then asked to get involved, gotten involved, or basically involving themselves in many of ruangrupa’s programs. Their presence injected new spirit. Not only because most of them are still young and prone to cause a stir, but also because they tend to enrich discussions and ideas through various perspectives.Yet, even though “the age gap” has never caused any serious issues amongst the members of ruangrupa, the “gap” still exists. How each person sees the significance of ruangrupa differ to one another. To the original members, this space has become their second home—first, even, for those rarely leave to go home. Meanwhile, for the latter flocks, ruangrupa is not only seen as a place to gather but also as part of a career journey, some kind of office, or something official, as well as a learning space, a place to study, and to gain experiences. Different experimental attitudes underlie those two views. Unlike the old members; who have experienced running programs by trials and errors, in bold and fearless conviction—since there was no example set previously, these young newcomers have to work under the shadows of certain standards—unnoticeable, at first, by the old members who believe that standards must always be challenged. This dynamic was happening for some time before it was finally dealt with. In its 15th years now, ruangrupa looks further inside, into its organizational body, which for the umpteenth time requires changes to be able to sustain as a mature and always healthy organization.Each individual working in ruangrupa has their own characteristics; which can be spotted in their choices of professions, their knowledge learned, their skills honed, their choices of tastes consumed, and also their odd hobbies and obsessions, that have enrich the organization and making each of them irreplaceable. Rather than looking at ruangrupa as a rigid organization with views that someone else can easily replace anyone in a certain position, it is more apt to view it as a musical ensemble that enriches itself along the way with various instruments and other musicians.Like they say, “Some things have got to give”. First, is to position the old members (i.e. Ade Darmawan, Hafiz, Indra Ameng, Reza Afisina, Mirwan Andan and Iswanto Hartono) in a kind of collective board. Their tasks are building networks, collaborating with other institutions, conducting researches, raising funds, while maintaining their routine as partners in discussions to maintain the quality of programs from the inside. Thus they can freely have their roles and activities outside the organization, while still being collaborators in all ruangrupa’s activities.
Page 4: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

programma van OK. Video omvat niet alleen het tweejaarlijkse OK. Video- festival, maar ook tentoonstellingen met technologische kunst, mediakunst, performances, workshops en documenta-tie, plus de productie en distributie van mediakunst in Indonesië. OK. Video wordt geleid door hoofdcoördi-nator Mahardika Yudha a.k.a. Diki. Diki is een videokunstenaar, curator en een gedegen onderzoeker; hij is een rustige, bescheiden workaholic die net in het huwelijksbootje is gestapt. Diki wordt bijgestaan door manager Deay Elsara, a.k.a. Sara. Sara is altijd op de hoogte van het laatste nieuws op het gebied van sociale en politieke jeugdcultuur en is erg consciëntieus als het om management gaat.

Twee divisies werden ontmanteld: allereerst is de Onderzoek en Deve-lopment-divisie stopgezet. Het col-lectieve bestuur heeft haar taken overgenomen. Ten tweede is de Support en Promotiedivisie opgehouden te bestaan wegens programma-overload (Jakarta 32ºC, RURU gallery, schrij-vers- en curatorenworkshops). Jakarta 32ºC en RURU gallery zijn op zich staande divisies geworden, ter-wijl de twee workshops nu onder de Educatiedivisie vallen.

Jakarta 32ºC, het tweejaarlijkse forum met bijbehorende tentoonstel-ling met werk van studenten uit Ja-karta, wordt ondergebracht in een nieuwe divisie met een programma “dat ook tussen” de biënnales doorloopt. Deze nieuwe programmalijn zal samen met studenten uit Jakarta worden gerund als een vorm van gemeenschap-pelijke of creatieve educatie. Vanaf 2015 wordt Jakarta 32ºC georganiseerd door Andang Kelana en M. Sigit Budi. Andang Kelana is een jonge renaissan-ce-man die secretaris is van Forum Lenteng. M. Sigit Budi, de directeur van Serrum, is een expert op het gebied van tentoonstellingsproductie.

RURU Gallery, een platform voor jonge opkomende kunstenaars, wordt vanaf 2015 bemand door een in-house cura-tor, Leonhard Bartolomeus, a.k.a. Barto. Allrounder Barto studeerde af aan de Keramiekafdeling van het IKJ en is vriendelijk en prettig om mee samen te werken. Barto zal de RURU Gallery ontwikkelen tot een experimentele plek voor jonge, geta-lenteerde en gevaarlijke kunstenaars; waar hopelijk nieuwe tentoonstel-

lingsvormen uit voortvloeien voor de kunstwereld in Jakarta, of zelfs Indonesië. Barto wordt volledig on-dersteund door Bang Jack en zijn bekwame spieren, en zal samen gaan werken met curatoren, kunstenaars, schrijvers, ontwerpers en anderen.

Het was voor veel ruru-vrienden een droom om een educatieve instelling op te zetten. Na een jaar waarin we die droom formuleerden, starten we in 2015 eindelijk met de Institut ruang-rupa (Ir.) kunstacademie. Dit insti-tuut, waar je geen diploma krijgt, zal kunstenaars, curatoren, managers, producenten, schrijvers en alles daar tussenin opleiden. Institut ruangrupa selecteert deelnemers voor het twee-jarige programma. Het biedt program-ma’s aan waarin kennisproductie cen-traal staat. Het doel is om professionals op te leiden die ruang-rupa, met de stad als laboratorium, als praktijk en discussie-instrument gebruiken. Ir. biedt de benodigde kennis over kunst, maatschappij, politiek en cultuur om veerkrachtige en gevoelige kunstwerkers voort te brengen. Experts zullen worden inge-zet als sprekers, waaronder leden van ruangrupa’s collectieve bestuur (Ade Darmawan, Hafiz, Indra Ameng, Reza Afisina, Mirwan Andan en Iswanto Hartono) en andere bekende intellec-tuelen, academici, praktijkbeoefe-naars en activisten van verschillende achtergronden. Farid Rakun en Ardi Yunanto, twee getalenteerde overlo-pers uit de architectuur die reeds lange tijd deel uitmaken van ruangru-pa, als redacteurs van het tijd-schrift Karbon en als onderzoekers, zullen Institut ruangrupa leiden. Beide zijn, zowel samen als alleen, betrokken bij multidisciplinaire culturele projecten en onderwijs, zowel officieel als aan de zijlijn, in collegezalen en in workshops.

Het online magazine Karbon -vroeger onderworpen aan de pennen van Ardi en Farid- wordt vanaf nu geleid door Trio Bukan Macan (“Niet-Trio Macan”), bestaande uit Berto Tukan, Mochamad Abdul Manan Rasudi en Windu Jusuf, drie pittige jonge schrijver die

beter bekend staan als de schrijvers van de cultuurco-lumn op de Indo-Progress-website. Naast het feit dat zij lezingen geven, zijn zij

Hun taken bestaan uit het opzetten van netwerken en samenwerkingsverban-den met andere instellingen, onder-zoek en fondsenwerving. Tegelijker-tijd blijven zij discussiepartners om zo de kwaliteit van het interne programma te behouden. De oudere leden blijven zo betrokken bij al ruangrupa’s activiteiten, maar hebben tevens genoeg tijd hun functies en activiteiten buiten de organisatie uit te oefenen. De tweede verandering was een reorganisatie van de divisies en programma’s: zo werd de werklast van divisies die teveel op hun schou-ders hadden teruggebracht, werden de banden tussen divisies met vergelijk-bare taken versterkt en werden er nieuwe divisies opgezet en nieuwe mensen aangesteld. Deze veranderingen hebben tot gevolg dat elke divisie zich beter kan ontwikkelen en dat iedereen een gevoel van autoriteit heeft binnen ruangrupa om hun divi-sies naar ongekende hoogten te bren-gen, met dappere, onverschrokken overtuiging en onafhankelijkheid.

De fundamenten van de organisatie zijn gelegd. Het managementteam wordt nog steeds geleid door Ajeng Nurul Aini: een drukke, gekke meid die haar voornamelijk mannelijke collega’s al jaren op behendige wijze rondcomman-deert en alert houdt. De financiën worden geregeld door Daniella F. a.k.a. Kunil a.k.a. ibudisko [“moe-derdisco”]. Moederfiguur Kunil is zeer ervaren in luidruchtigheid, maar tevens zeer nauwkeurig, volhardend en empathisch in de omgang met de boek-houding en in het opruimen van de rommelige financiële rapporten van haar collega’s. Kunil is een van de oudere leden die haar weg naar ruang-rupa terugvond. Ze verving destijds Laurentius Daniel, een financieel expert die om onduidelijke redenen -alleen vanwege zijn nette uitstra-ling- Doctor Lory wordt genoemd. Doctor Lory moest afscheid nemen om voor zijn andere patiënten te kunnen zorgen. Zijn diensten zullen we ech-ter nooit vergeten en we zullen zijn aanwezigheid altijd behouden -in elk geval in de ruangrupa WhatsApp-groep.

Het managementteam wordt ondersteund door Samuel Bagas a.k.a. Gentong, een observator van de wereldpolitiek en alle bijbehorende samenzweringstheo-rieën. Gentong zorgt voor het huis en let erop dat alle leden zich comfor-tabel, gesteund en gelukkig voelen in hun werk. Archief en Documentatie is

een nieuw departement dat wordt ge-leid door Lisna dwi Atmadiarjo en Ari Rusyadi. Lisna, een veelzijdi-ge bibliothecaresse, zorgt al jaren voor ruangrupa’s bibliotheek en is nu bezig een vervaarlijk systeem op te zetten voor “mensen die boeken lenen maar nooit terugbrengen”. Daar-naast zet Lisna met andere instellin-gen bibliotheeknetwerken op. Ari, een documentaire- en reclameregis-seur/producent zal het audiovisuele archief van ruangrupa’s vele activi-teiten beheren. De Archief en Docu-mentatie-divisie zal samenwerken met de nieuwe websitebeheerder, Abi Rama, een grafisch kunstenaar die weinig zegt en veel werkt. Hopelijk zal Abi een einde maken aan de tussenperiode van de ruangrupa-website zodat het publiek de organisatie -die vaak gezien wordt als een gemeenschap, evenementorganisator of zelfs schil-dersatelier- eindelijk glashelder en

op interessantere wijze online kan vinden.

Artlab is een divisie voor ar-tistiek experi-ment en samenwer-king die werd

opgericht en geleid door Reza Afisi-na. Inmiddels wordt het gerund door een curator en een groep jonge kun-stenaars: Riska Afiaty, een jonge curator, onderzoeker en street art-observator die de rol van coördi-nator op zich neemt; Saleh Husein, een jonge, opkomende kunstenaar die ook bekend staat als gitarist van de band White Shoes and the Couples Company; en Cut and Rescue, een groep kunstenaars die bekend staat om haar collages, bestaande uit Mario Julius, Syaiful Ardiyanto, Angga Cipta, Aditya Fachrizal Hafix a.k.a. Gooodit, en Rafsan Yuono a.k.a. King Acan. Artlab wordt verder ondersteund door Hauritsa, een geweldige ontwer-per die van werken houdt en die, naar het schijnt, nu ook begint te houden van praten, nou ja, een beetje dan.

OK. Video, voorheen een festival voor videokunst, is nu een departement voor mediatechnologie binnen de Indo-nesische kunst. Audiovisuele techno-logische ontwikkelingen hebben het departement, dat zich eerder op vi-deowerk richtte, bewogen om nieuwe samenwerkingsverbanden op te zetten op het raakvlak van kunst, weten-schap, media en technologie. Het 7271

simonedekinderen
Sticky Note
Second, is to revamp divisions and programs through several steps: breaking down the load of divisions that handle too much, strengthening ties of divisions that have common tasks, creating new divisions, and placing new people in the structure. With these changes, it is expected that each division can develop itself better and everyone can gain more sense of authority in ruangrupa to bring their divisions to places that were unimaginable before, in bold and fearless conviction, and with independence.The organization’s foundation is then completed. Managerial team is still led by Ajeng Nurul Aini, a loud half-wacky lass who for years has skillfully made her co-workers, mostly male, addicted to be bossed around and alerted by her. Meanwhile, Finance is handled by Daniella F. a.k.a. Kunil or ibudisko (motherdisco); a mother figure who is more senior in loudness, but so meticulous, persevering, and emphatic in dealing with accounting and masterly in clearing up messy financial reports by her colleagues. Kunil is one of the old members that have returned. She had replaced Laurentius Daniel, a finance expert who arbitrarily—just because of his neat look—is called Doctor Lory. In the end, Doctor Lory had to leave to take care of other patients. But not only will his previous service for ruangrupa be forgotten, we will always retain his presence—at least in ruangrupa’s WhatsApp group.The managerial team is supported by Samuel Bagas a.k.a. Gentong, an observer of world politics and all its conspiracy theories whom takes care of the house, making sure everyone is comfortable, facilitated, and able to work happily.Archive and Documentation Division is a new department managed by Lisna Dwi Atmadiarjo and Ari Rusyadi. Lisna, an all-round librarian, have been managing ruangrupa’s library for years and now is designing a deterrent system for “those who borrow but never return”. She is also building library networks with other institutions. Ari, a documentary and advertising director slash producer, is to manage the audio-visual archive of ruangrupa’s many activities. Archive and Documentation Division will cooperate with the new website administrator, Abi Rama–a graphic artist who talks little and labor much. Hopefully Abi will bring to an end the hiatus of ruangrupa’s website; so that everything this organization–that has often thought of as a community, event organizer, or even painting workshop–does can finally be crystal clear and more interesting for the public at large.Artlab, a division of artistic experimentation and collaboration that was previously led by Reza Afisina, is now run by a curator and a group of young artists. They are: Riksa Afiaty, a young curator and researcher who is also a street art observer, playing the role as coordinator to her colleagues; Saleh Husein, a young artist who is on the rise, also known as guitarist of the band White Shoes and the Couples Company; and Cut and Rescue, a group of artists renown for their collages works, comprising Mario Julius, Syaiful Ardiyanto, Angga Cipta, Aditya Fachrizal Hafiz a.k.a. Gooodit, and Rafsan Yuono a.k.a King Acan. Artlab is also supported by Hauritsa, an excellent designer who loves working and has now allegedly starts to love talking, a bit.
simonedekinderen
Sticky Note
OK Video, previously a video art festival, has changed to a department focusing on media technology of Indonesia based art. Audio-visual technology development has driven this previously focusing on video works division to shift to new collaborative ideas and the crossroads in art, science, media, and technology through its assorted programs: the biannual OK. Video festival itself, media and technology art exhibitions and performances, workshops, documentation, as well as the production and distribution of media artworks in Indonesia. OK. Video is led by Mahardika Yudha, nicknamed Diki, as its chief coordinator. Diki is a video artist, a young curator, and an excellent researcher; he is a quiet, humble workaholic who has just tied the knot this year. He is aided by Deasy Elsara, nicknamed Sara, who acts as the manager. Always in tune with the latest updates on social and political culture of the youth, she is known to be scrupulous when it comes to managerial knick-knacks.All in all, two divisions have been discontinued. First, Division of Research and Development, since its roles and characteristics are now taken over by the collective board. Second, Division of Support and Promotion is liquidated due to programs overload (Jakarta 32°C, RURU Gallery, writing and curatorial workshops). Two programs, Jakarta 32°C and RURU Gallery, have became divisions on their own; while the two workshops were put under the charge of the education division.Jakarta 32°C, the biannual forum and exhibition of visual art works by Jakarta’s students, is going to develop as a new division with ongoing programs in between its once every two years festivities. Those new programs will run as collaborative or creative education together with students in Jakarta. Starting from 2015, Jakarta 32°C will be organized by Andang Kelana and M. Sigit Budi S. Andang Kelana, a young renaissance man, is the General Secretary of Forum Lenteng; while M. Sigit Budi S., the Director of Serrum, is an expert of exhibition production.Also from 2015 on, RURU Gallery, a facility for developing young artists, is now managed by a permanent curator, Leonhard Bartolomeus. This all-round IKJ graduate of Ceramics Department who is friendly and fun to work with, is trusted with the idea to make RURU Gallery an experimentation space for young, talented, and dangerous artists; which hopefully will offer new conceptions for exhibitions in the contemporary art world, at least in Jakarta if not in Indonesia. Fully supported by the dexterous muscles of Bang Jack, Barto will work together with curators, artists, writers, designers, and other collaborators.It has been a dream of many friends at ruru to establish an educational institution. After having it formulated for more than a year, in 2015 we finally brace ourselves to start an art school called the Institut ruangrupa (Ir.). This non-degree Institution is founded to generate artists, curators, managers, producers, writers—or anything in between. Institut ruangrupa (Ir.) will select participants for approximately two years program and offer methods that emphasize on knowledge production in order to shape practitioners who–with the city as their laboratory–utilize ruangrupa as a practice and discussion vehicle; teaches various forms of art, social, political, cultural knowledge required to create tough and sensitive art workers; involving experts as lecturers, including those in the collective board (Ade Darmawan, Hafiz, Indra Ameng, Reza Afisina, Mirwan Andan, dan Iswanto Hartono) and other public intellectuals, academicians, practitioners and activists of many backgrounds. Farid Rakun and Ardi Yunanto, two multi-talented defectors of architecture who have long joined ruangrupa, as the organizers of the Karbon journal and doing researches, will lead the Institute of ruangrupa. Both, together or on their own, have been involved in multidisciplinary cultural projects and teachings, whether officially or “offside”, in campus classes and workshop sessions.The Karbon journal—managed by Ardi and Farid at first—in online format, starting from 2015, is organized by Trio Bukan Macan (Not Trio Macan), i.e. Berto Tukan, Mochamad Abdul Manan Rasudi, and Windu Jusuf; vivacious young writers who are better known as the caretakers for the culture column of IndoProgress website, apart from being lecturers, impromptu activists, music connoisseurs, failed philosopher wannabes, game maniacs, and scandal lovers. They will work together with many writers, artists, photographers, designers, and other professionals to make the Karbon journal sharper in its criticisms toward urban and visual culture issues in more creative ways.
Page 5: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

impromptu-activisten, muziekconnais-seurs, mislukte wannabe-filosofen, verslaafd aan gamen en liefhebbers van schandalen. Zij zullen samenwer-ken met allerlei schrijvers, kunste-naars, fotografen, ontwerpers en andere professionals die de kriti- sche Karbon-teksten, over kwesties als stedelijke cultuur en beeldcul-tuur, op creatievere wijze zullen aanscherpen.

De Business Unit is ruangrupa’s laat-ste divisie. De Business Unit werd een aantal jaar geleden opgericht om een onafhankelijkere financiële toe-komst te kunnen waarborgen. Oorspron-kelijk was de divisie onderdeel van RURU Corps, een afdeling die allerlei commerciële projecten organiseerde. Ook is er de Ruru Shop, waar excen-trieke producten te koop zijn, ge-maakt door kunstenaars en culturele werkers. Haast per ongeluk startte ruangrupa ook een online radiopro-gramma, onder het motto van “heden-daagse radio zonder frequentie”. Voorheen heette dit radioprogramma de Ruru Shop Radio, opgericht om de winkel te ondersteunen. Uiteindelijk is de naam veranderd van Ruru Shop Radio naar Ruru Radio. Deze drie onderdelen: RURU Corps, Ruru Shop en Ruru Radio, maken sinds 2015 deel uit van de Business Unit en zijn volledig vrij om hun eigen programma’s en activiteiten te organiseren.

RURU Corps is een beeldcommunicatie-bureau dat werd opgericht door drie organisaties (ruangrupa, Serrum en Forum Lengteng) en vanaf het begin wordt geleid door kunstenares, foto-grafe en videografe Julia Serisetia-ti, a.k.a. Sari. Sari is vaak betrok-ken bij tentoonstellingen en residenties die hier in Jakarta plaatvinden en werkt veel in het buitenland als creative director. Zij werkt samen met manager Maya; een harde werker die vaak meerdere projecten tegelijk heeft lopen. Vanaf 2015 zal RURU Corps de zakelijke kant en het coöperatieve potentieel van de drie moederorganisaties optimalise-ren. RRREC Fest, ruangrupa’s jaar-lijkse alternatieve muziekfestival

wordt nu over-zien door Pasan-gan Baru [“Het Nieuwe Stel”], bestaande uit Natasha Abigail en Dimas Ario. Zij worden op

hun beurt overzien door The Secret Agents (Indra Ameng en Keke Tumbuan). RRREC Fest valt dit jaar voor het eerst onder de Business Unit.

De Ruru Shop word sinds dit jaar gerund door Ayu Dila Martina en Denny Darmawan. Ayu Dila Martina is kunstenares en

modeontwerpster; Denny Darmawan is een energieke werker en zal in de toekomst een groot zakenman worden. In samenwerking met kunstenaars en muzikanten maken Dila en Denny artis-tieke producten die tegen een betaal-bare prijs te koop zijn. In de Ruru Shop zijn allerlei creatieve en edu-catieve producten te vinden. De win-kel is dagelijks geopend van twaalf uur ’s middags tot in de avonduren.

Last but not least: Ruru Radio, een online radioprogramma dat ontstaan is uit allerlei experimenten binnen ruangrupa; een combinatie van het spelen met online radio-technologieën en speelse persoonlijkheden die nog geen uitlaatklep hadden gevonden. Ruru Radio ontstond vanuit een onge-noegen met mainstream radio-omroepen: excessieve reclames dringen uitzend-tijd terug -en verdringen daarmee de muziek- en worden bovendien door presentatoren vertolkt. Ruru Radio begon in 2011 voor het eerst met onregelmatige uitzendingen en heeft sindsdien als divisie vrije menings-uiting middels stem en geluid ontwik-keld. Ruru Radio wordt gerund door Mushowir Bifng en Oskar de Kemano, twee onvervalste creative directors die zich al jaren bezighouden met artistieke videowerken in de Indone-sische muziek-, reclame- en filmwe-reld en vanaf het begin bij ruangrupa betrokken zijn. Daarnaast is er Hau-ritsa. Hauritsa is niet alleen onder-deel van ArtLab, maar runt ook de radio als programmamanager. Hij heeft een groeiende schare fans. De toe-komst van Ruru Radio is zo rooskleu-rig dat Oomleo zich er nu ook bij heeft aangesloten. Oomleo, geboren als Narpati Awangga, is een pixel- kunstenaar, game-maniak en is dol op alles wat er op het internet opgezocht, opgeslagen, onteigend en gecombineerd kan worden. Oomleo heeft zijn post als ruangrupa’s ICT-en websitecoördinator opgegeven, en heeft zichzelf –zonder dat iemand daar iets tegenin kon brengen-

uitgeroepen tot Directeur van Ruru Radio, of officieel: Great-Boss- Leader-Director van Ruru Radio. Hij wordt bijgestaan door Arie Da-gienkz, een bekende radio-dj wiens stem, gedrag en gezicht voor zijn zeer enthousiaste schare fans in Indonesië geen ongeziene of ongewens-te gast zijn. Hij legt zich nu met liefde toe op Ruru Radio als “RADIO ZONDER FREQUENTIE TROTS OP INTERNA- TIONAAL THUISLAND”. Wees zo vriende-lijk niet te vragen wat die slogan precies inhoudt, we kunnen niet alles in de wereld uitleggen. Stem je radio gewoon af op Ruru Radio via www.rururadio.org en geniet van de programma’s!

*Een van de groot-ste programma’s van ruangrupa in 2015 is OK. Video, die dit jaar alweer de zevende editie opvoert (sinds 2003). Dit jaar veran-dert OK. Video officieel haar naam van OK. Video – Jakarta International Video Festial naar OK. Video – Jakar-ta Media Arts Festival. De uitbrei-ding van OK. Video van “videokunst” naar “mediakunst” heeft ook een grotere reikwijdte tot gevolg, waarin niet alleen video-installaties en moving image-kunstwerken maar ook performancekunst, geluidskunst, In-ternetkunst en interactieve kunst een plek heeft. Hopelijk geeft deze uit-breiding de evenementen een nieuwe artistieke en kritische impuls. In het kader van de 50-jarige herdenking van het New Order-regime [het regime van president Suharto in 1965-1998, red.], en terwijl we terugblikken op de mediapolitiek uit die tijd, heeft OK. Video in 2015 “New Order” als thema. Het OK. Video-festival vindt in juni 2015 plaats in de National Gallery of Indonesia, gelegen in Centraal-Jakarta. Met dit evenement vieren we bovendien op bescheiden wijze ruangrupa’s 15e verjaardag.

In 2015 keert RRREC Fest terug als uit jaarlijks muziekfestival waar we ontwikkelingen op het gebied van kunst en muziek van over de hele wereld vieren. Het vindt plaats in september 2015 op kampeerterrein Tanakita in Sukabumo, West-Java. In december 2015 zal het festival op-nieuw worden opgevoerd in Jakarta.

We maken gebruik van deze gelegenheid om met trots (en tegelijkertijd alert) aan te kondigen dat we uitge-kozen zijn als curator voor de inter-nationale hedendaagse kunsttentoon-stelling SONSBEEK 2016 (www.sonsbeek.org) in Arnhem, Nederland. Dit voelt enerzijds zeker als een erkenning, maar het is tevens een uitdaging waar we hard voor zullen moeten werken, net zoals het geval was tijdens ons dierbare 15-jarige bestaan.

Laten we hopen dat ruangrupa in haar vijftiende jaar, met een nieuw managementteam en met nieuwe dromen en ideeën, niet alleen onze verwach-tingen zal overtreffen, maar dat we bovendien kritische en imaginaire ideeën met het publiek zullen blijven delen.

Geschreven door Ardi Yunanto namens ruangrupa, voortgekomen uit 48 perso-neelsbijeenkomsten tijdens twee hele nachten in Tanakita, Sukabumi, West-Java, 7-9 januari 2015. In een paar dagen uitgevoerd onder het grim-mige bewind en mentale terreur van Ajeng Nurul Aini. Maandenlang met felle doch wijze pen geredigeerd door Ade Darmawan. Vervolgens is de tekst opnieuw geredigeerd door Leonhard Bartolomeus en geperfectioneerd tot-dat hij er letterlijk ziek van werd. De tekst werd vertaald [naar het Engels, red.] door Keke Tumbuan. Dit alles onder de toeziende blik van onze geliefde Ajeng Nurul Aini.

Het Engelse origineel van deze tekst werd ter gelegenheid van ruangrupa’s vijftienjarig bestaan gepubliceerd onder de titel “Fifteen Years of Ruangrupa” op de website van ruang- rupa via ruangrupa.org.

De tekst werd in het kader van Karbon Arnhem File #4.1. hoe ruangrupa (samen)werkt–PODIUM (SONSBEEK ’16: transACTION, Arnhem, 2016) vertaald naar het Nederlands door Sanne Oorthuizen en Eef Veldkamp.

7473

simonedekinderen
Sticky Note
Lastly, on the subject of divisions, is the ruangrupa’s Business Unit. Several years ago this division was founded for the sake of a more financially independent future. Initially it constituted RURU Corps, a unit that conducted a variety of commercial projects. But there has also been Ruru Shop, which trades in eccentric products made by artists and cultural workers. Almost accidentally ruangrupa had also started an online radio, under the tagline “contemporary radio with no frequency”, which originally called RuruShop Radio—because it established itself attached to the old Ruru Shop and was intended to support the shop. RuruShop Radio then changed its name to RURURadio. The three of them, RURU Corps, Ruru Shop, and RURUradio, from 2015 on are united in the Business Unit and free to run their programs plus activities.Meanwhile, RURU Corps, as a visual communication bureau founded by three organizations (ruangrupa, Serrum, and Forum Lenteng) is—since the beginning—led by an artist, photographer, and videographer Julia Sarisetiati; who is often involved in diverse exhibitions and residences here and abroad as creative director. Julia Sarisetiati, nicknamed Sari, is aided by Maya as manager, a hard-worker who often helps run multiple projects at the same time. From 2015 on, RURU Corps will optimize the business and cooperative potentials of all programs and divisions of the three founder organizations. As for RRREC Fest, ruangrupa’s annual alternative music festival, it is now overseen by Pasangan Baru (The New Couple): Natasha Abigail and Dimas Ario, who are supervised by The Secret Agents (Indra Ameng and Keke Tumbuan). This year will be the first time that it operates under the Business Unit.Ruru Shop is now run by Ayu Dila Martina and Denny Darmawan. Ayu Dila Martina is an artist and fashion designer, while Denny Darmawan an energetic worker and future big businessman. They work together with numerous artists and musicians to create artistic products in affordable prices. Ruru Shop supports the sale of creative and educative products in its establishment that opens everyday from noon to night in ruangrupa.Last but not least, is RURUradio. It’s an online radio generated from the constant kicking around in ruangrupa; a combination of utilizing radio online technology and playful personalities that used to lack sufficient outlet. RURUradio was founded after its proponents’ dissatisfaction over mainstream radios for its excessive commercials, that not only cut the broadcast hours—and the music definitely—but are also uttered through the broadcasters’ mouths. Beginning to air arbitrarily since 2011, RURUradio, a division most seriously developing the freedom of speech through voice, is organized by assorted individuals. They are: Mushowir Bifng and Oskar deKemano, two sterling creative directors who have for decades been running around in video artistic works in Indonesian music scene, advertising, and film; while also involving themselves in ruangrupa since its birth. Besides them, there is Hauritsa; who not only works in Artlab, but also runs this radio with ever-growing fans as the program manager. So gratifying is the dream of the future of this radio, that oomleo has now come on board too. Born as Narpati Awangga; he is a pixel artist, game maniac, and is crazy about everything on the internet that can be searched, saved, expropriated, and re-do. oomleo left his post as ruangrupa’s IT and website coordinator, and–with no one that could prevent him–has proclaimed himself the Director of RURUradio, or, officially, the Great-Boss-Leader-Director of RURUradio. Leading the radio, he is aided fully by Arie Dagienkz—a celebrated broadcaster whose voice, behavior, and face are no stranger to his crazy fans in Indonesia—who now dedicates his love to make RURUradio as “RADIO WITH NO FREQUENCY PRIDE OF INTERNATIONAL WORLD HOMELAND”. Have the kindness to not question what that slogan means since not all phenomena in the world can be explained. Just tune in and enjoy RURUradio on www.rururadio.org.
simonedekinderen
Sticky Note
*One of the main programs of ruangrupa in 2015 is OK. Video, the seventh since 2003. This year OK. Video officially changed its name from OK. Video – Jakarta International Video Festival to OK. Video – Jakarta Media Arts Festival. The expansion of OK. Video, from its focus on “video art” to “media art”, is also an expansion of scope from video installation and motion picture based artworks to the open possibilities of performance art, sound art, Internet based, and interactivity based arts. Hopefully this expansion may allow new artistic ideas, in relation with critical ideas, raised in each of its event to emerge. Participating in the 50th year commemoration of the New Order regime and reviewing the media politics at that time, the theme of OK. Video 2015 is “New Order”. The OK. Video Festival is held in the National Gallery of Indonesia, Central Jakarta, in June 2015. This event also humbly marks the celebration of ruangrupa’s 15th anniversary.In 2015, RRREC Fest will return as the annual music festival dedicated to celebrate the cross-countries art and musical development. It will be held in Tanakita camping ground, Sukabumi, West Java, in September; and in Jakarta in December 2015.In this occasion we also would proudly, and on alert, announce that ruangrupa has been selected as the curator for the International C0ntemporary Arts Exhibition SONSBEEK 2016 (www.sonsbeek.org). This is certainly a kind of recognition, a challenge that will take hard work, as well as a precious 15th anniversary gift.Let’s wish that in its 15th year, with its new management, dreams, and ideas, ruangrupa will not only survive beyond the imagination of everyone working in it, but may we also keep offering critical and imaginative ideas to the public. Jakarta, 9 March – 12 June 2015 Written by Ardi Yunanto on behalf of ruangrupa, as a result of 48 personnel meetings for two whole nights in Tanakita, Sukabumi, West Java, on 7-9 January 2015. Executed in several days under the nasty influence of mental terror by Ajeng Nurul Aini. Edited for months and months fiercely yet wisely by Ade Darmawan. Then re-edited by Leonhard Bartolomeus up till he fell ill—before being perfected together, and translated by Keke Tumbuan. All is under the watchful eyes of our dearest Ajeng Nurul Aini.
Page 6: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

Tijdens het New Order-tijdperk van president Soeharto (1965-98) werd de progressieve term “alternatief” vaak gebruikt als een idee of om kunst- ruimtes aan te duiden die werden gezien als een vorm van oppositie tegen de staat. Tijdens de periode van reformatie, oftewel Reformasi, konden ideeën weer aan de oppervlakte komen en kwamen verschillende alter-natieve media en lokale burgerinitia-tieven op. Deze bloei reflecteerde de intensiteit van lokale culturele productie in Indonesië en werd gedre-ven door een urgentie om lang onder-drukte culturele tegenbewegingen een stem te geven. Hoewel deze activitei-ten een fijngevoeligheid tentoon- spreidden tegenover de sociale en politieke situatie van de regio en hun levensduur varieerde, wordt duidelijk uit hetgeen zij produceer-den dat de Indonesische samenleving na 1998 het beste omschreven kan worden in termen als “alternatief” en “initiatief”.

Ruangrupa is een kunstorganisatie die in 2000 in Jakarta werd opgericht. In die tijd tijd hingen de ideeën van de reformatie nog steeds in de lucht. Met tentoonstellingen, publicaties en schrijfworkshops functioneert ruang-rupa als een outlet voor studies van de beeldcultuur. Zij weerspiegelt een verschuiving binnen de kunstpraktijk van de productie van objecten naar onderzoek. Ruangrupa werd opgericht door een groep kunstenaars (Ronny Augustinus, Oky Arfie, Ade Darmawan, Hafiz, Lilia Nursita en Rithmi Widanarko) die elkaar als studenten ontmoetten in verschillende steden in de archipel.

Jongeren en stu-denten speelden een belangrijke rol in de onder-gang van Soehar-to’s New Order- regime. De Reformasi-periode kwam met een nieuwe vrijheid die jongeren en studenten eerder niet hadden. Dit betekende dat dingen die eerder geac-cepteerd werden opeens ondervraagd mochten worden. Wanneer we schrijven over ruangrupa, dan schrijven we over een jongerenbeweging. Tegelijkertijd kan het beschrijven van een kunste-naarscollectief vergeleken worden met het opzeggen van een lange lijst namen –mensen die voor het collectief kwamen werken, mensen die vertrokken en hun plek aan anderen overgaven.

Het omvat de verhalen van een groep individuen die elk een andere oplei-ding en achtergrond heeft, die elk hun eigen benaderingen ontwikkelde over werk en de wil had om ideeën uit te testen binnen kunst en cultuur. Misschien lijkt een kunstenaarscol-lectief wel het meest op een sanggar, een Indonesische term die een collec-tieve ruimte beschrijft waar leden hun leerervaringen onder de hoede van een mentor met elkaar delen. Ruang- rupa is een hedendaagse sanggar, maar dan zonder mentoren.

Ruangrupa bestaat uit verschillende divisies: ArtLab; Support and Pro- mote, Research and Development, en de Video Art Division, die het beken-de OK. Video–festival runt. De orga-nisatie bestaat uit beeldend kunste-naars, videomakers, filmmakers,

performancekun-stenaars, gra-fisch ontwer-pers, foto- grafen, schrij-vers, onderzoe-kers, muziek- activisten en architecten.

In dit gesprek vertelt Ade Darmawan, directeur van de groep, mij dat hij bang was dat zijn antwoorden mis-schien tot verwarring zouden leiden. We voerden het gesprek voornamelijk via e-mail en Yahoo! Messenger. Een aantal van zijn e-mails kwam met bijlagen, essays van zijn hand over andere alternatieve initiatieven. In andere e-mails stonden beloftes voor uitleg op een later tijdstip.Nu, tijdens het samenstellen van deze tekst, voel ik me geforceerd een soort van aasgier te worden, om zijn gedachten uit meerdere bronnen bij elkaar te zoeken, uit teksten die hij schreef, uit Messenger-archieven, en uit eerdere gesprekken die hij voerde met kunstcritici en curatoren.

Ik ben bang dat ik in het vertaalpro-ces de rode draad van zijn gedachten verlies of een belangrijk element van onze discussie kwijtraak. Ik maak me zorgen dat gevoelens die tijdens het gesprek aanwezig waren door mijn vertaling van het papier zijn ge-veegd. Terwijl ik zijn woorden en gedachten vertaalde, dacht ik aan het feit dat Engels zoveel beknopter is dan Bahasa Indonesia. En heb ik wel genoeg materiaal? Of moet ik meer vragen stellen? 7675

simonedekinderen
Sticky Note
Ruangrupa: A Conversation on Horizontal Organisation — Nuraini Juliastuti
simonedekinderen
Sticky Note
During Soeharto’s New Order era (1965—98), the progressive term ‘alternative’, used as an idea or to describe art spaces, signalled an opposition to the authorities. 1 &e reform period that followed, the reformasi, ushered in a time when ideas spun quickly, buzzing almost, and in which a number of alternative media and local civil initiatives developed. &is increased activity reflected the intensity of local cultural production in Indonesia and was partly encouraged by the urgency to express the longsuppressed counterculture movement. Sensitive as these projects were to the social and political situation of the region, their lifespans varied, but the significance of what they produced proves that ‘alternative’ and ‘initiative’ are keywords by which to understand Indonesian society post-1998. Ruangrupa is a Jakarta-based arts organisation established in 2000, when reformation ideas were still in the air. It functions as an outlet for studies of visual culture through exhibitions, the publication of a journal and writing workshops, and as such mirrors the shi) of artistic practice from the production of objects to research. It was founded by a group of artists (Ronny Agustinus, Oky Arfie, Ade Darmawan, Hafiz, Lilia Nursita and Rithmi Widanarko), who met as students in di*erent cities in the archipelago. Youth and students played an important role in the demise of Soeharto’s New Order. During the reformasi, youth culture was given previously denied freedoms, and allowed to question things previously taken for granted. Writing about ruangrupa is writing about a youth movement. At the same time, describing an artists’ collective is like remembering a long list of names — detailing those who came and worked for the collective, those who le) and those who were replaced by others. It means telling the stories of a group of individuals, with di*erent educations and paths, who develop their own attitudes towards work and eagerness to test their thoughts on arts and culture. Perhaps an artists’ collective resembles a sanggar, an Indonesian term for a collective space where members share their learning experiences under the auspices of a mentor. Ruangrupa is a contemporary sanggar, but without mentors. Ruangrupa is divided into several parts: Art Lab; Support and Promote; Research and Development; and Video Art Division, which runs the well-known biennial OK Video festival. &e organisation is comprised of visual artists, video-makers, film-makers, performance artists, graphic designers, photographers, writers, researchers, music activists and architects. In this conversation, Ade Darmawan, the group’s director, told me he was afraid he might confuse people with his answers. &e conversation was conducted mainly through email and Yahoo! Messenger. Some of his emails came with attachments, essays he has written on alternative initiatives; others came with promises of further elaboration. In compiling this text, I feel I am being forced to become a scavenger, collecting his thoughts from di*erent sources — his writings, archives of Messenger conversations and files of his conversations with art critics and curators. I am wary of losing the trail of his thoughts, and afraid that I might lose some important aspect of our discussion in the translation process. I am worried that feelings that occurred during the conversation have been e*aced by my translation. As I was translating his words and thoughts, I could not help thinking that English is more concise than Bahasa Indonesia. And are these questions enough? Shall I ask more?
Page 7: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

Dit gesprek gaat over de struggle van ideeën binnen een kunstorganisatie. Met mijn vragen wil ik meer te weten komen over de relatie tussen jeugd en de staat, en tussen de staat en de samenleving; over kunstenaars in hun omgeving en over wat we zouden kunnen leren van het verkennen van de prin-cipes en werkpraktijk van een organi-satie die zichzelf deze vragen stelt. Artistieke ideeën en meningen zijn altijd aan verandering onderhevig. De ideeën in dit interview moeten dan ook niet als iets vasts worden gezien; terwijl het kunstenaarscol-lectief ouder wordt, ontstaan nieuwe vragen en twijfels. Het gebruik van de termen “de staat” en “lokale be-volking” geven dit gesprek onvermij-delijk een wat hoogdravende toon. Het kan echter ook gezien worden als een aanmaning om alert te blijven op, en vragen te blijven stellen over de gevolgen van de reformasi, daar begint het verhaal over hedendaagse alternatieve kunstruimtes in Indone-sië ten slotte mee. Zullen de deuren naar vrijheid open blijven? En wat hebben lokale initiatieven daarvoor betekend?

— Nuraini Juliastuti

Ade Darmawan (AD): Karbon tracht de hiaten in het publiceren van beelden-de kunstrecensies en culturele analy-se te dichten. Het slaat een brug tussen schrijvers en kunstcritici. Het was in eerste instantie het idee dat elke uitgave zou reflecteren op de programma’s van onze organisatie en dat het ruimte zou bieden aan onderzoeksresultaten, maar Karbon heeft zich mettertijd ontwikkeld tot een onafhankelijke onderzoeksdivisie. Dan over RAIN: dat bestaat uit kun-stenaarsinitiatieven uit “Zuidelijke” landen zoals Mexico, Argentinië, Zuid-Afrika, Brazilië, Mali en India. Naast de lokale en Zuidoost-Aziati-sche netwerken waar we onderdeel van uitmaken, is RAIN een belangrijk netwerk voor ons.

AD: [Lachend] Ik denk dat het vooral gaat om hoe we ons werk zien. Voor mij moet een kunstenaar voortdurend het geloof van mensen opschudden, en zich op een kritische manier verhou-den tot sociale vraagstukken over bestaande waarden. Kunstenaars, loka-le inwoners, bedrijven, religieuze instituten, kunst- en cultuurinstel-lingen nemen het elke dag tegen el-kaar op. De kunstenaar is niet langer de “redder” van de wereld. Dat is zo 1980s! Veel te heldhaftig wat mij betreft.

AD: We zien de actieve rol die kun-stenaars op zich nemen in het kader van de ontwikkeling van de lokale hedendaagse kunstinfrastructuur, en we zien ons werk inderdaad als alter-natieve initiatieven. De staat is lange tijd afwezig geweest binnen het kunsten- en culturele landschap. Ondersteuning van de productie van beeldende kunst -zoals opzwepende kunstkritiek, sterke educatieve in-stellingen en kunstpublicaties, ruim-te voor kunstdiscours en kunstwaarde-ring- zijn minimaal. Als het systeem van kunstproductie een keten is, dan is die van ons gebroken. Sommige kunstenaarsinitiatieven en culturele organisaties hebben geprobeerd om die keten te herstellen en de actieradius van hun werk naar een hoger plan te tillen. Maar ik zie hun werk niet als een directie oppositie tegen, of antithese van de staat. Het is eerder een reactie op een samenleving die continue verandert. De organisaties ontwikkelen relevante beeldende kunstpraktijken voor lokale sociale problemen. Ze werken als “fixers”. Belangrijk is dat zulke kunstpraktij-ken niet afhankelijk zijn van de kunstinfrastructuur van de staat. Ze zijn bijvoorbeeld niet verbonden aan lokale kunstraden in provinciale hoofdsteden. In Indonesië bestaan er geen partnerschappen tussen onaf-hankelijke kunstorganisaties, en ook geen staatsinstituten die gebaseerd zijn op wederzijds voordeel. Dit

toont dat staatsgestuurde kunstinfra-structuur niet de capaciteit heeft zich te verhouden tot de snelle ont-wikkeling van ideeën op lokaal ni-veau. Ik zie het werk van initiatie-ven liever als “contextuele reacties”. Door middel van experiment binnen de lokale omgeving, ontwikkelen ze toe-pasbare modellen om te reageren op lokale behoeftes. Dergelijke contex-tuele reacties, die soms van korte duur zijn en op verschillende plekken voortkomen, ontwikkelen zich tot lokale overlevingsstrategieën. In de afwezigheid van een formele kunst-infrastructuur, zetten ze zich in om het lokale systeem te verbeteren. Ze streven naar een ideaal systeem, zelfs als dat eigenlijk een illusie is.

7877

De Relatie tussen Kunstenaars en De Mensen

Nuraini Juliastuti (NJ): Het verhaal over mijn relatie met ruangrupa (meestal Ruru genoemd) begon met Karbon, het vierjaarlijkse tijd-schrift waar ruangrupa in 2002 mee begon. Er zijn twee dingen opmerkelijk aan Karbon: allereerst refereert het logo “RAIN Artists’ Initiative Net-work” [“RAIN Kunstenaars–initiatieven Netwerk”] op de omslag aan een verbinding met een glo-baal kunstcircuit. Ten tweede is het lange leven van het tijdschrift bij-zonder. Ruru is niet de eerste organisatie die een beeldende kunsttijd-schrift publiceert, maar het is er wel een die de tand des tijds heeft doorstaan. Ade, zou je iets meer kunnen vertel-len over Karbon?

NJ: Dan een klassieke vraag: wat is vandaag de dag de rol van de kunste-naar in Indonesië? Denk je dat kunst grote impact zou moeten hebben op lokaal niveau? Kunnen kunstenaars gaan waar ze willen zonder zich “schuldig te voelen”, of, zoals een bekende uit-drukking luidt: “het gevoel te hebben iedereen te moeten helpen”?

NJ: Maar door een maga-zine uit te geven ben je ontegenzeggelijk heldhaf-tig. Zelfs het woord “heldhaftig” klinkt over-dreven. Ruru doet zijn best om de kunstinfra-structuur op een lokaal niveau te verbeteren. In een interview met kunst-criticus Hendro Wiyanto heb je ooit gezegd dat de verschuiving in het werk-patroon van een kunste-

naar, van productie naar onderzoek, de enige ma-nier is om het kritisch potentieel van beeldende kunst te versterken. Daarentegen stelt acade-micus Melani Budianta dat de culturele activiteiten na 1998 onderdeel uitma-ken van een “emergency activism”: een reactie op een noodsituatie. Het omvat acties die erop gericht zijn gaten in de samenleving te dichten en zich te verzetten tegen de staat. Als we jouw ideeën over Karbon in het licht zien van Butianta’s opvatting, kan Karbon inderdaad omschreven worden als een activiteit in een noodsituatie. Het maakt bovendien deel uit van de kennisproductie van alternatieve ruimtes.

Alternatief

NJ: In plaats van je te verzetten tegen alles wat commercieel en mainstream is, benadrukte je in het gesprek met curator Haema Sivanesan (tijdens het Gang Festival in Sydney in 2006) hoe belangrijk het is om een strategi-sche langetermijnvisite ontwikkelen voor een kunstinfrastructuur die anders is dan het Wester-se model. Het is ook interessant hoe je met de term “fixer” refereert aan werkpraktijken van alternatieve ruimtes; het geeft zulke praktijken een sluiks of illegaal karakter, of om precies te zijn: een alternatief karakter. We staan nu aan het begin van een periode waarin de ideeën over wat iets tot een alternatieve ruimte maakt moeten wor-den herzien. “Het loka-le”, “de emancipatie van de samenleving”, “ontwik-keling”, “publieksparti-cipatie”, “gemeenschap-pen” en zelfs “mensen” zijn allemaal begrippen die herzien moeten wor-den. Met betrekking tot deze kwestie herinner ik me dat je in onze discus-sie in 2009 in Yogyakar-ta, tijdens het symposium Cultural Performance in Post-New Order Indonesia: New Structures, Scenes,

simonedekinderen
Sticky Note
&is conversation is about the struggle of ideas in an arts organisation. My questions aim to capture insights into the relation between youth and the state, the state and society, artists in their environment; and about what might be gained from discussing the principles and work practices of an organisation that takes on these questions. Artistic claims and statements are always changing. &e ideas lodged in this interview should not be seen as fixed: as the artists’ collective grows older, new questions and doubts will emerge. &e spread of the terms ‘state’ and ‘local people’ in the conversation inevitably makes the tone sound pompous, but this may serve as a reminder to stay alert to and question the fate of reformasi, which marked the beginning of the story of contemporary alternative spaces in Indonesia. Will the doors to freedom stay open? What have local initiatives done to keep them so? — Nuraini Juliastuti
simonedekinderen
Sticky Note
The Relation Between Artists and the PeopleNuraini Juliastuti (NJ):!e story of my relations with ruangrupa (o"en called Ruru) began with Karbon, the quarterly art journal it began in 2002. 2!ere are two striking things about Karbon: firstly, the logo of ‘RAIN Artists’ Initiative Network’ that appears on its cover, signalling its connection to a global art network. Secondly, its longevity. Ruru may not be the first organisation to publish a visual art journal, but it is one that has lasted. Could you speak a little about Karbon? Ade Darmawan: Karbon works to fill in the gaps in the publication of visual art reviews and cultural analysis, and functions as an intermediary medium between cultural writers and art critics. Each edition was initially designed to reflect our organisation’s programmes, and to provide space for our research findings, but Karbon has developed to be a separate research division in the process. As regards RAIN, its members are artists’ initiatives from Southern countries such as Mexico, Argentina, South Africa, Brazil, Mali and India. We see RAIN as an important network to build on apart from the local and Southeast Asian network we participate in. NJ: !is is a classic question: what is the role of an artist in today’s Indonesia? Do you think that art should have a significant impact on the local level? Can an artist walk and move without ‘feeling guilty’ or ‘feeling the need to give a hand to the people’, as popular expressions have it?AD: [Laughing.] I think it has to do with how we see our works. An artist, for me, must be able to constantly shake the faith of the people and everything that surrounds him or her, and contribute critically to social negotiations over existing values. Artists, local people, corporations, religious institutions, art and cultural institutions go head-to-head everyday. An artist is no longer positioned as the saviour of the world. It sounds so 1980s! It is too heroic. NJ: But by publishing a journal, you are undeniably heroic. Even if the word ‘heroic’ sounds exaggerated, Ruru attempts to improve art infrastructure at the local level. In an interview with the art critic Hendro Wiyanto, you said that the shi" in artists’ working patterns from production to research is the only possible way of augmenting visual art’s critical power.3Meanwhile, the scholar Melani Budianta defines post-1998 cultural activities as part of ‘an emergency activism’.4!ey are a response to an emergency situation; activities conducted to fill in holes in our environment and to oppose the state. Connecting your explanation of Karbon to Budianta’s remark, Karbon is indeed an emergency activity. It is also part of the knowledge production of alternative spaces. AD: We are witnessing artists’ active roles in the development of the local contemporary art infrastructure, and indeed we see our works as alternative initiatives. !e state has long been absent from our art and cultural landscape. Various forms of support for the production of visual art — such as vigorous art critics, strong educational institutions and art publications, spaces for art discourse and art appreciation — are at a minimum. If the system of visual art production is a chain, we have a broken one. Some artists’ initiatives and cultural organisations have been trying to mend this chain and to elevate the scope of their work to a higher level. But I do not see their work as a direct opposition to or an antithesis of the state. Rather, it is a response to an ever-changing society. !e organisations develop relevant visual art practices to local social problems. !ey work as fixers. Importantly, such visual art practices are independent from the state’s art infrastructure. !ey do not connect to, for example, local arts councils in provincial capitals. In Indonesia, there is no partnership among independent arts organisations nor state institutions based on mutual benefit, and this reflects the failure of the state-designed art infrastructure to deal with the rapid development of ideas on the local level. I prefer to look at the works of initiative spaces as ‘contextual responses’. Performing a series of experiments in their local environments, they develop an applicable model to respond to local needs. Such contextual responses, occurring in di(erent places and sometimes short-lived, develop into local survival strategies. In the absence of formal art infrastructure, they work to improve the local system. !ey attempt an ideal system, even if that is only an illusion.
simonedekinderen
Sticky Note
AlternativeNJ: Rather than protesting anything commercial and mainstream, in the conversation with curator Haema Sivanesan for the Gang Festival in Sydney in 2006, you stressed the importance of developing a strategic and long term plan for an art infrastructure that di (ers from the Western model. 5 Your use of the term ‘fixer’ to refer to work practices of alternative spaces is also interesting; it overlays such practices with an underhanded or illicit character — or with an alternative character, to be precise. We are now entering a period where the concepts on which an alternative space bases itself need redefinition: ‘the local’, ‘the empowerment of society’, ‘development’, ‘public participation’, ‘communities’ and even ‘people’ all need reviewing. In regard to this matter, I remember you talked about ‘the bottle cap philosophy’ — of how to open a bottle without a bottle opener, but with a nail instead, during our discussion at the ‘Cultural Performance in Post-New Order Indonesia: New Structures, Scenes, Meanings’ symposium in Yogyakarta in 2009. How would you explain the trajectory of the meaning of ‘alternative’? AD: We are in the middle of failed modernism, illusive nationalism and national identity, and the products of corrupted power. Instead of keeping clear orientations, they lead to disorientations. We are le " with only one position, to become greedy consumers. What I am trying to say is that through our works we are developing an alternative system. As the consumers of the products of social and cultural history, we are capable of developing an attitude that is a mixture of collaging, mix-andmatch activities and destruction and reconstruction of practices so as to accord with local needs. What is dysfunctional is functional. !e dysfunctional bus stop story is a good case in point. !ere are so many dysfunctional bus stops around us. I do not think our public transportation system acknowledges the bus stop concept, as in Indonesia one can get on and o ( a bus anywhere. Bus stops o "en transform into a kind of convenience store where organic alliances take place. In the a "ernoon we see bonds between a newspaper seller and a cigarette seller, and during the night the bus stop changes into a food stall. Such talent for developing new attitudes is the capital for an experiment in exploring social designs in a wider context. It is the self-organised design where new negotiations are taking place. !e nail that serves as a bottle opener is a metaphor for strategies designed by alternative initiatives. !e Yogyakarta-based Cemeti Art House conducted its activities in a rented house — like many post-1998 initiatives do — which was converted into a contemporary visual art gallery in 1988. I began to see these alternative initiatives as medium-scale public institutions. A rented house is the headquarters, which also serves as a studio, a gathering and exhibition space and a music venue. It is a situation where the artists-cum-activists of an alternative space — the valid representation of the people — envisage their positions among the people. As such, it imbues the space with local values. An artist shares a position with the local community, and local communities participate in the initiative’s activities: local festivities, workshops for kampong youth, an Independence Day celebration, a public cinema, etc. !e debate over whether or not something is considered ‘art’ eventually disappears.
Page 8: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

AD: We bevinden ons temidden van een gefaald Modernisme, van onduidelijk nationalisme en onduidelijke nationa-le identiteit, en de producten van een corrupte macht. In plaats van dat het duidelijke richtlijnen geeft, leidt het juist tot desoriëntatie. We hebben maar één mogelijkheid over: namelijk om inhalige consumenten te worden. Wat ik probeer te zeggen is dat we met onze praktijken een alter-natief systeem ontwikkelen. Wij zijn consumenten van de producten van de sociale en culturele geschiedenis, en in die hoedanigheid zijn we in staat om een benadering te ontwikkelen; een mengeling van collage, mix-and-max activiteiten en de deconstructie en reconstructie van praktijken. Op die manier kunnen we inspelen op lokale behoeftes. Wat disfunctioneel is, is functioneel. Het verhaal van de dis-functionele bushalte is een goed voorbeeld. We zijn omgeven door dis-functionele bushaltes. Ik denk dat het concept bushalte in ons openbaar vervoer niet bestaat, omdat je in Indonesische bussen overal op en af kan stappen. Bushaltes worden daarom vaak gebruikt als een soort winkel-tjes waar op organische wijze allian-ties ontstaan. ‘s Middags zien we een bondgenootschap tussen een kranten-verkoper en een sigarettenverkoper. ’s Nachts is de bushalte een eet-tentje. Het talent voor het ontwikke-len van nieuwe benaderingen en hou-dingen vormt het kapitaal voor een experiment in het verkennen van so- cial design in een bredere context. In dit soort zelfgeorganiseerde vor-men van “design” vinden nieuwe onder-handelingen plaats. De spijker die als flessenopener dient is een meta-foor voor strategieën die worden bedacht en ingezet door alternatieve initiatieven. Cemeti Art House, een kunstruimte in Yogyakarta, startte in 1988 met haar activiteiten -zoals vele initiatieven die na 1998 werden opgericht dat doen- in een huurhuis dat werd omgebouwd tot een tentoon-stellingsruimte voor beeldende kunst. Ik begon die alternatieve initiatie-ven te zien als middelgrote publieke instellingen. Het hoofdkwartier is

een huurhuis dat ook dienst doet als atelier, als plek om samen te komen, als expositieruimte en als poppodium. Het is een situatie waarin de kunste-naar-cum-activist van de alternatieve ruimte —de geldige volksvertegenwoor-diging van het volk— zijn of haar positie tussen de mensen bepaalt. Op die manier is de ruimte doorvlochten met lokale waarden. Een kunstenaar deelt haar of zijn positie met de lokale gemeenschap, en lokale gemeen-schappen nemen deel aan de activitei-ten van het initiatief: lokale festi-viteiten, workshops voor de kampong jeugd, een Onafhankelijkheidsdag-vie-ring, een openbare bioscoop, etc. De discussie of iets wel of geen “kunst” is verdwijnt uiteindelijk.

AD: De opkomst van lokale kunste- naarsinitiatieven is vaak een reactie op de behoefte aan een bepaald soort infrastructuur. Artistieke strategie-en worden in relatie tot het ecosys-teem en de leefomgeving van het kun-stenaarsinitiatief vormgegeven. In het begin van ruru schreven we een serie kritische essays over Jakarta. Jakarta is een stad waar maatschappe-lijke functies zijn ingeruild voor commerciële activiteiten. De inwoners hebben de mogelijkheid hun creatieve capaciteiten te ontwikkelen. De rela-tie tussen beeldende kunstsystemen en de stedelijke infrastructuur biedt een belangrijke context voor ons werk. Sinds 2004 organiseren we de biënnale Jakarta 32ºC, een evenement

voor universiteitsstudenten in Jakar-ta dat bestaat uit workshops, presen-taties, discussies, filmvertoningen en kunsttentoonstellingen. In de vroege jaren van ruru’s ontwikkeling waren wij zelf studenten, en studen-ten zijn tot op heden belangrijke deelnemers aan onze activiteiten. Wanneer we van mening zijn dat dat lokale infrastructuur voor kunstedu-catie ontoereikend is, dan moeten we een alternatieve methode proberen te ontwikkelen. Deze biënnale is een van de pogingen zo’n methode te ontwikke-len. Tijdens het evenement vindt er een reeks bijeenkomsten plaats waar-mee we in kaart brengen wat voor creatieve en kritische ruimtes er nodig zijn, en hoe jongeren de stad zien. We organiseren een studenten-netwerk en creëren ruimte voor pu-blieke discussies. We realiseren openbare workshops waarin we studen-ten uitnodigen te kijken naar de details van stedelijke ruimtes, aspecten van beeldcultuur, stadsplan-ning, lokale regelgeving, lokale praktijken en lokale economische infrastructuur. Studenten worden uitgedaagd hun mening te geven, een interactie aan te gaan met een breder publiek en om te speculeren over alternatieve visies. Lokale bewoners en hun veranderende visies op de stad spelen een belangrijke rol. Ons ge-vecht beperkt zich niet langer tot het verticale gebied -van staat en samenleving- waar we ons moeten ver-houden tot de autoriteiten. We strij-den tegen bedrijven, onze eigen buren en mensen die andere ideeën hebben over hoe bepaalde ideologieën en geloven gearticuleerd moeten worden. Wanneer de arena zich vernauwt tot horizontale relaties, wordt de stad belangrijker dan de staat. Onze ar-tistieke benadering -en de artistieke rol die we aannemen- zal alleen maar belangrijker worden in de rommelige, zweterige en slordige context van Jakarta.

AD: Vanaf het begin is Ruru ervan overtuigd geweest dat het onderzoeks-proces een belangrijk onderdeel vormt van artistieke productie. Het is een kritiek op, en een poging om, de artistieke traditie op lokaal vlak te transformeren. We hopen dat we dit in de toekomst niet alleen tot een kri-tische interdisciplinaire praktijk, maar ook tot een sociale praktijk kunnen ontwikkelen. Ons werk richt zich op projectmatige kunstprakijken, dat blijkt uit samenwerkingen met andere kunstenaars en artist-in-resi-dence projecten. Onze methode om werk te presenteren geeft het publiek bovendien de mogelijkheid een kijkje te nemen in onze onderzoeksarchieven en productieprocessen. Het zien van een kunstwerk is niet de enige manier om het idee erachter te ontdekken en te waarderen. Als een kunstwerk iets is dat “af” is, hopen we door zo’n presentatie de ideeën in het werk te verbreden en te verdiepen.

8079

Meanings, sprak over “de flessendop van de filoso-fie”: hoe je een fles opent zonder flessenope-ner, met een spijker bijvoorbeeld. Hoe zie jij de ontwikkeling van het begrip “alternatief”?

Jakarta

NJ: Wat voor omgeving heeft ruangrupa nodig om zijn werk te doen? Ik begrijp jullie per-soonlijke affectie voor Jakarta en hoe jullie Jakarta niet alleen zien als een plek om te wonen, maar ook als de ideale werkplek. In eerste in-stantie dacht ik dat dit een romantische keuze was. Maar wat ik heb gezien van ruru’s werk, en van jouw eigen werk, begreep ik dat Jakarta, zoals jij het zegt “een noodzakelijke voorwaarde is voor het voortbestaan van de organisatie”. Het zou ons de ongeregeldheid kunnen bieden die we nodig hebben.

Voornaamste artistieke praktijk

NJ: Wat is de voornaamste artistieke praktijk van ruru? Het is misschien een wat traditionele vraag, maar in het geval van Ruru, op dit speci-fieke historische moment, is het misschien wel een belangrijke vraag. Het vraagt ook om reflectie:

een reflectie op de ori-ginele drijfkracht van de organisatie, en op een aantal spanningen binnen de artistieke productie van Ruru.

Netwerk

NJ: Wanneer we het hebben over de culturele produc-tie in Indonesië na 1998 is “netwerk” een belang-rijke term. In 2010 orga-niseerden jullie twee tentoonstellingen over alternatieve ruimtes en beeldende kunstgemeen-schappen in de North Art Space en de National Gallery in Jakarta: Fixer en Ruru&Friends. Beide tentoonstellingen onder-streepten de termen “net-werk” en “alternatief”, niet alleen als essentië-le concepten voor het analyseren van kunst en culturele praktijken op lokaal niveau, maar ook als cruciale waarde om binnen een specifiek netwerk alternatief en betrokken te blijven. Ik zou hier graag de beteke-nis van “netwerk” verken-nen. Waarom denk je dat het constant wordt be-twist, en welke aspecten dienen als basis voor de ontwikkeling van ruru’s netwerk?

simonedekinderen
Sticky Note
JakartaNJ: What kind of an environment does Ruru need to make its work? I understand your personal closeness to Jakarta and how you see it not only as a living space, but also as an ideal working space. I initially thought it was just a romantic choice. But from what I have seen of Ruru’s works, as well as some of your works, I have begun to understand that Jakarta is, as you say, ‘a necessary condition for the organization to exist’. 6 It may o (er the disorderliness that we need. AD: !e emergence of local artists’ initiatives o "en responds to the specific needs of particular infrastructure. Artistic strategies are designed in accord with the ecosystem in which an artists’ initiative lives. In Ruru’s early years, we wrote a series of critical essays on Jakarta. It is a city that has lost its social functions in favour of commercial activities and therefore one whose inhabitants have the potential to develop creative capacities. !e relation between visual art systems and the city’s infrastructure is an important context of our works. Since 2004 we have organised the biennial Jakarta 32°C. It is an event for university students in Jakarta that consists of workshops, presentations, discussions, film screenings and art exhibitions. !e early stages of Ruru’s development took place while we were still students, and students have always been important participants in our activities. If we always say that the local infrastructure for art education is lacking, we have to try to develop an alternative method. !is biennial is one of our attempts at developing such a method. During the event, a series of meetings takes place to map what forms of creative and critical spaces are needed, and how the youths view the city space. A student network and spaces for public discussion are organised. We hold public workshops to invite students to examine the details of city spaces, aspects of visual culture, city designs, local city regulations, local practices and local economic infrastructure. Students are challenged to o (er their statements, interact with a wider public and speculate on alternative visions. Local people’s changing views of the city are an important factor. !e scope of our battles is no longer limited to the vertical area — of state and society — where we face the authorities. We have been battling against corporations, our own neighbours and those who have di (erent perspectives on how certain ideologies and beliefs should be articulated. As the battle zone has been narrowed to horizontal relations, a city becomes more important than the state. Our artistic approach — and the artistic role we take — will only grow well relevant to the messy, sweaty and untidy space of Jakarta.
simonedekinderen
Sticky Note
Key artistic practiceNJ: What is the key artistic practice for Ruru? !at may sound a little bit formulaic, but in the case of Ruru, at this particular historical juncture, it may be an important question to ask. It is also a reflective one: a reflection of the original impetus for the organisation, and a series of tensions that revolve around its artistic production.AD: Since its inception, Ruru has held that the research process constitutes a great proportion of its artistic production. It is a critique of and an attempt to transform the artistic tradition at the local level. Taking this further, we hope to not only develop it into a critical cross-disciplinary practice, but also a social practice. Our works focus on project-based artistic works, articulated in collaborations with other artists and artists-in-residence projects. Our method of presenting works also allows the audience to read and examine the archives of our research and production processes. Seeing an artwork is not the only way of appreciating and approaching the idea behind it. If we see an artwork as finished, through such a presentation we hope to expand and complicate its ideas.
simonedekinderen
Sticky Note
NetworkNJ: ‘Network’ is one key concept in discussing cultural productions in post- 1998 Indonesia. In 2010, you organised two exhibitions of alternative spaces and visual art communities, ‘Fixer’ and ‘Ruru&Friends’ at North Art Space and National Gallery in Jakarta, respectively. Both exhibitions underlined ‘network’ and ‘alternative’ not only as two essential concepts in analysing art and cultural practices at a local level, but also as the crucial value to staying alternative and participating in a particular network. Here I want to explore the meaning of ‘network’. Why do you think it is constantly being contested, and what aspects serve as a basis for Ruru’s network development? AD: We are already connected. What matters is what is communicated and exchanged within these connections. !e word ‘network’ o"en translates into an infrastructure development that ultimately does not engineer ways for people to have discussions with one another. It is like providing a table and chairs for a meeting. In the digital era, the concept of the ‘network’ needs redefinition. In a network situation where there is no need for communication, nothing will happen. !ere will be no new ideas created. In the case of Ruru, a network is a precondition for our work; it is like the idea of building a friendship. It is organic, spontaneous and open. O "en, building a network also means a political act. Over the last ten years, we have witnessed the rise of independent art groups in Java, from big cities like Jakarta, Bandung, Yogyakarta, Surabaya, Semarang and Cirebon to Jatiwangi in West Java. !ey emerged as new vibrant cultural centres where large-scale activities, such as international biennials and festivals, are taking place with a DIY spirit that connects these events to local and state infrastructure. !e creation of national and international networks among art projects with critical ideas, social impact and new artistic approaches is an interesting phenomenon, which works to redefine and correct the relation between centre and periphery. Artists and cultural activists are now the negotiating partners of the government, and are allowed to participate in the decision-making process, in spaces that would otherwise be impossible to access. However, what is lacking at the local level is an alternative network that serves as a platform for organisations, which share the same vision to strengthen the bargaining positions within wider social, cultural and political contexts.
Page 9: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

AD: We staan al in verbinding. Wat er binnen die connecties wordt gecommu-niceerd en gedeeld is belangrijk. Het woord “netwerk” vertaalt zich vaak naar een infrastructuurontwikkeling die mensen uiteindelijk niet perse een manier biedt om met elkaar in discussie te gaan. Het is net als ervoor zorgen dat er tijdens een bijeenkomst tafels en stoelen aanwe-zig zijn. In het digitale tijdperk moet het concept van “netwerk” worden herzien. In een netwerksituatie waar geen noodzaak is voor communicatie, zal ook niets gebeuren. Er zullen geen nieuwe ideeën worden gecreëerd. In het geval van ruru zijn netwerken een voorwaarde voor ons werk. Het is als een vriendschap: ze zijn orga-nisch, spontaan en open. Vaak is het opzetten van een netwerk een politie-ke handeling. In de laatste tien jaar hebben we onafhankelijke kunstgroepen zien ontstaan op Java, in grote ste-den zoals Jakarta, Bandung, Yogya- karta, Surabaya, Semarang en Cirebon en in Jatiwangi in West-Java. Nieuwe levendige culturele centra waar grootschalige activiteiten, zoals internationale biënnales en festi-vals, worden georganiseerd met een DIY-mentaliteit die deze evenementen verbindt aan lokale infrastructuur en staatsinfrastructuur. De creatie van nationale en internationale net-werken die kunstprojecten met kriti-sche ideeën, sociale impact en nieuwe artistieke werkwijzen verbinden, is een interessant fenomeen, die de relatie tussen centrum en periferie opnieuw articuleert en corrigeert. Kunstenaars en culturele activisten zijn onderhandelingspartners van de overheid geworden, en mogen deelnemen aan het besluitvormingsproces op plekken waar zij anders nooit toegang tot hadden gehad. Echter, wat op lokaal niveau mist is een alternatief netwerk dat als platform functioneert voor organisaties met dezelfde visie, met het doel om onderhandelingsposi-ties te versterken in bredere socia-le, culturele en politieke kringen.

AD: Dat is waar. We hebben het over de dagelijkse werkelijkheid. Het zorgt ervoor dat mensen ons identifi-ceren als “nieuwig” en “jong”. In onze generatie doen we altijd behoor-lijk cynisch over “oude mensen”. Hedendaagse dingen zijn relevanter voor ons leven, maar desalniettemin is geschiedenis belangrijk. Het moet continu bediscussieerd, herlezen, en verbonden worden aan het heden.

AD: We zijn onderdeel van de genera-tie van de jaren 1990, en hebben grote interesse in de jaren 1960. Ons leesmateriaal is heel divers, maar we delen dezelfde interesses. We lezen over geschiedenis en filosofie, we lezen culturele schoolboeken, koloni-ale teksten, radicale linkse boeken, eigenlijk van alles. Misschien zijn we wel gewoon een stelletje nerds. Als studenten beeldende kunst en vormgeving, bewonderden we Art Spie-gelmans Raw-comicboeken, Juxtapoz en Ray Gun-magazines en het werk van David Carson. De oprichters van ruru hebben vergelijkbare sociale en eco-nomische achtergronden. Onze families kozen ervoor om tijdens het New Order- regime geen rijkdom te vergaren. Ik denk dat onze kritische geest deels daar vandaan komt.

AD: Ruru lijkt op een bijenkorf of een mierenkolonie: elk individu sta-pelt haar of zijn eigen kennis op en laat anderen daar gebruik van maken. Informele discussies vinden spontaan plaats en uitwisselingen genereren nieuwe ideeën. In plaats van een kennisuitwisselingsproces zien wij het liever als kennistransactie. Ruru werk als een voetbalteam: iedereen werkt hard en zet haar of zijn kracht op een horizontaal veld in. Zo hebben we onder meer beeldend kunstenaar/band manager Indra Kusuma, perfor- mancekunstenaar Reza Afisina, schrij-ver Mirwan Andan en architect/schrij-ver Ardi Yunanto. We geloven dat onze ideeën rijkelijk stromen. Daarom vinden we eigendomsrecht niet zo belangrijk. Ideeën worden gedeeld en samengevoegd met ideeën van de ande-ren. Het heeft te maken met het feit dat we samenwerkingspraktijken zien als een belangrijke werkmethode en ons hiervoor inzetten. Dat beïnvloedt hoe we het eigendom van ideeën en kennisuitwisseling zien.

8281

Kunst van Nu

NJ: Ik zou hier graag de relatie tussen ruru en “de jeugd” -een problema-tische categorie- willen verkennen. Het kan refe-reren aan de output van de organisatie die zich uitlaat over de geschie-denis van het heden.

OK. Video festival in het bijzonder suggereert een vorm van ondersteuing voor de ontwikkeling van hedendaagse videokunst, en geeft aan dat er een noodzaak bestaat om de politiek van beeldcultuur op lokaal niveau te on-

derzoeken. Maar “jeugd” kan ook verwijzen naar de oprichters van de organi-satie, die vaak nog als “jong” gezien worden. Waarom denk je dat we het allemaal over “de ge-schiedenis van het heden” willen hebben?

NJ: Kun je iets zeggen over het proces van ken-nisuitwisseling binnen de organisatie? Hoe cir-culeren de verschillende perspectieven van ruru-activisten, die uiteindelijk gebruikt worden als basis voor jullie praktijk, binnen de organisatie?

Religieuze geschriften

NJ: Welke boeken of ander leesmateriaal inspireert ruru?

Dit artikel verscheen voor het eerst als Nuraini Juliastuti, “Ruangrupa: A Conversation on Horizontal Organisation”, Afterall, aflevering 30, zomer 2012, pp.118–125. Juliastuti vertaalde de tekst zelf naar het Engels voor Afterall. In het kader van Karbon Arnhem File #4.1: hoe ruangrupa (samen)werkt-PODIUM (SONSBEEK ’16: transACTION, Arnhem, 2016) vertaald naar het Nederlands door Eef Veldkamp en Sanne de Vries en geredigeerd door Sanne Oorthuizen.

simonedekinderen
Sticky Note
Art of the PresentNJ: Here I want to explore the relation between Ruru and the ‘youth’, which is a problematic category. It may refer to the output of the organisation, which talks about a history of the present. OK Video festival, in particular, suggests a form of support for video art development of the moment and indicates a need for examining the politics of visual culture at a local level. But ‘youth’ may also refer to the founders of the organisations, who are still considered young. Why do you think we all choose to talk about the ‘history of the present’? AD: It is true. We talk about today’s realities. It makes people identify us with ‘newness’ and ‘youngness’. !ere is always a strong sense of cynicism towards ‘old people’ in our generation. Contemporary things are more relevant to our life, but history is important nonetheless. It needs to be continuously discussed, reread and connected to the present.
simonedekinderen
Sticky Note
Religious ReadingsNJ: What books or other reading materials inspire Ruru? AD: We are part of the 1990s generation, which greatly admires that of the 60s. !e span of our reading materials is wide, but we share similar interests. We read history, philosophy and cultural textbooks, postcolonial writings, le "ist radical books — anything really. Maybe we are just a bunch of nerds. As visual art and design students, we admired Art Spiegelman’s Raw comic books, Juxtapoz and Ray Gun magazines and David Carson’s works. !e founders of Ruru share similar social and economic backgrounds. We come from the families who chose to not to be rich during New Order. I suppose our critical thoughts are partly informed by that. NJ: Can you explain the knowledgetransfer process operating within the organisation? How do certain views of Ruru activists circulate within the organisation, to be used as the basis for works?AD: Ruru is like a beehive or an ant colony, where each person piles up his or her own knowledge, and lets the others take from it. Informal discussions take place spontaneously and new ideas emerge from exchange practices. Rather than a knowledge-transfer process, what we see is a knowledge transaction. Ruru works like a football team. Each person works and plays hard by his and her own strength on a horizontal field. We have visual artist-cum-band manager Indra Kusuma, performance artist Reza Afisina, writer Mirwan Andan and architect-cum-writer Ardi Yunanto, among others. We believe that our idea supply is abundant, and therefore consider ownership issues to be minor. Ideas will be shared and combined with others’ ideas. It has to do with our commitment to collaborative practices as an important working method. It has informed the way we view the ownership of an idea and knowledge transaction.
Page 10: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

In het jaar 2000 luidden mensen over de hele wereld het nieuwe mil-lennium in. De globale samenleving verlangde naar nieuwe aspiraties en ideeën voor een nieuw tijdperk en een nieuwe culturele orde. De oprichting van ruang-rupa in Jakarta, Indone-sië, aan het begin van het nieuwe millennium, was wellicht ook een roep om verandering. Het was geen toeval dat Indone-sië zich toentertijd, net na de val van het New Order-regime [het regime van president Suharto in 1965-1998, red.], in een belangrijke transitieperiode bevond. Veranderingen in de poli-tiek, een instabiele maatschappelijke context en de euforie van refor-matie en democratie waren belangrijke onderliggende drijfveren voor het ont-staan van ruangrupa.

Vanuit het verleden weten we dat het maatschappe-lijke fenomeen van het oprichten van een kunste-naarsgemeenschap die een specifieke groep verte-genwoordigt, al lange tijd bestaat in Indone-sië. Er zijn verschillen-de redenen voor de

oprichting van een dergelijke groep. Als we kijken naar de ontwikkelingen in Bandung en Yogyakarta tot aan de jaren 1990, kunnen we twee modellen onderschei-den. Het eerste model betreft kunstenaars die specifieke expressievor-men en media, of speci-fieke artistieke ideolo-gieën of doctrines wilden promoten. Voorbeelden zijn de performancekunst-groep Sumber Waras in Bandung (opgericht in de jaren 1980), Apotik Komik (opgericht in 1997) en Taring Padi (opgericht in 1998) in Yogyakarta. Het

tweede model betreft kunstenaars met meer “traditionele” maatschap-pelijke overeenkomsten, zoals etniciteit of van nature informele rela-ties. Voorbeelden zijn groepen als Sanggar Dewata (opgericht in de jaren 1970), Sakato (opgericht in 1995) en Kelompok Jedela (opge-richt in 1996).

Ruangrupa kan echter in geen van deze categorieën ondergebracht worden: het is een van de weinige Indonesische kunstenaars-

gemeenschappen die werd opgericht vanuit een collectief model en col-lectieve beweegredenen. In januari 2000 spraken zes jonge kunstenaars (Ade Darmawan, Hafiz, Lilia Nursita, Oky Arfie, Rithmi en Ronny Augusti-nus) in Jakarta over het opzetten van een kunst- ruimte in Jakarta waar zij hun ideeën konden verwezenlijken. Op dat moment stond de kunst-scene in Jakarta niet “open” voor jonge kunste-naars. Economische en politieke belangen voer-den de boventoon: staats-galerieën waren te bureaucratisch en commer-ciële galerieën boden onvoldoende ruimte voor experiment. In tegenstel-ling tot Bandung en Yogyakarta werd Jakarta niet eens gezien als een plek waar kunstenaars zich zouden kunnen vesti-gen. Aan het ontstaan van ruangrupa lagen dan ook verschillende maatschap-pelijke beweegredenen ten grondslag die “lokaal”, realistisch en concreet waren.

In een context van re- stricties en machtsover-heersing kenmerkte ruang-rupa zich door een drang naar sociale onafhanke-lijkheid en autonomie, de wens te “ontsnappen” aan de hegemonie van het bestaande systeem (vooral de systemen van de markt en de “nationaalpoli-tiek”) en de wens het heft in eigen hand te kunnen nemen. Hoewel dit DIY [“doe-het-zelf”]- model nu overal ter we-reld door kunstruimtes en -organisaties wordt ingezet, richtte ruang-rupa’s onafhankelijkheid zich vooral op de lokale situatie. Het idee van onafhankelijkheid kan we tevens teruggeleid worden naar de “autonomie” en politieke vrijheid die tijdens de Indonesische

Reformatie ontstonden: de populaire term “vrij-heid” werd binnen het publieke discours van die tijd veelvuldig gebruikt.

De wens om de onafhanke-lijkheid te verklaren maakt deel uit van ruang-rupa’s artistieke motie-ven, die in al hun pro-jecten terug te vinden zijn. Als kunstenaars waren de leden van ruang-rupa van mening dat soci-ale onafhankelijkheid niet los te koppelen was van artistieke vrijheid. Om zich te bevrijden van de heersende mainstream kunsttendensen, richtten zij zich op nieuwe media zoals video, comics, en het publiek. Ruangrupa nam een pioniersrol in op het gebied van het archi-veren en ontwikkelen van videokunst, hetgeen ande-re kunstenaarsgroepen in Indonesië niet eerder hadden gedaan.

De biografieën van de oprichters en leden van ruangrupa, allen kunste-naar, vertonen sterke overeenkomsten die terug te vinden zijn in hun respectievelijke artis-tieke visies. De meeste van hen werden geboren in de jaren 1970 en wonen en werken in Jakarta. Wat hen naar mijn mening onderscheidt van eerdere generaties, is het be-wustzijn en de methodes waarmee zij zichzelf positioneren in relatie tot globale ontwikkelin-gen. Dit manifesteert zich in hun activiteiten. Hoewel ruangrupa onder-deel uitmaakt van allerlei transnationale en trans-institutionele

samenwerkingsverbanden, houdt zij banden met lokale partners. In de afgelopen tien jaar is de samenstelling van ruangrupa veranderd en gegroeid. Hierdoor zijn ook haar activiteiten gediversifieerd. Vanaf het begin is ruangrupa zo opgezet dat zij als organisatie op “organi-sche wijze”, zonder groots rigide ontwerp, kan groeien. De levenscy-clus van ruangrupa past zich zodoende altijd aan de wensen en ontwikkelin-gen van haar leden aan. Sinds ruangrupa ter we-reld kwam, heeft zij zich nooit uitsluitend op de “productie” van kunst gericht, maar ook op onderzoek en bemiddeling. Productie en distributie vinden altijd tegelijker-tijd plaats. Door de jaren heen heeft ruang- rupa op regelmatige basis evenementen, festivals, tentoonstellingen, resi-denties, workshops, col-lectieve projecten, discussies symposia en publicaties georgani-seerd, die de praktijken van de leden en andere kunstenaars ondersteun-den. Ruangrupa’s projec-ten bieden kunstenaars en andere kunstwerkers van over de hele wereld de mogelijkheid in een specifieke context samen te komen. Centraal staan daarbij vriendschappen en open, informele en persoonlijke benaderingen –hoewel zij voor hun projecten soms ook ver-bintenissen met formele instellingen aangaan. Kortom, alle partijen die bij ruangrupa’s pro-jecten zijn betrokken worden als “vrienden” gezien. Dit is voor ru-angrupa niet slechts een institutionele strategie.Het is meer een inherente karaktereigenschap van het cognitieve patroon van ruangrupa. 8483

simonedekinderen
Sticky Note
For Those who are (so much) in Love with the City (of Jakarta) - A curatorial essay from a friendBy Agung HujatnikajennongIn het year 2000, we saw the human race od different parts of the world celebrated the new millennium. The global society was longing for aspirations and ideas of a new era and cultural order. The establishment of ruangrupa in Jakarta, Indonesia, in the beginning of the new millennium might also be a sign of a hope towards change. It was not a coincidence that, at that time Indonesia was undergoing a massive period of transitions shortly after the fall of the New Order regime. Changes in political constellations, unstable social situations, euphoria of reformation and democracy, all served as important settings in the inception of ruangrupa. We can see in the history that the establishment of artists’ communities that represent particular groupings is a social phenomenon that has existed and developed for quite some time in Indonesia. The motives behind the foundings have been varied. Up to the 1990s, we could at least categorize them into two models, especially by overlooking the developments that occurred mainly in Bandung and Yogyakarta. The first model involves those artists who set themselves by the urge for promoting certain forms of expression, medium, or a specific artistic ideology or doctrine. The performance art group Sumber Waras in Bandung (established in the 1980s), Apotik Komik (est. 1997), and Taring Padi (est. 1998) In Yogyakarta belong to this category. The second category is for those who are bounded by a more ‘traditional’ social connections – such as ethnic, or relationships that are informal in nature – as represented by groups such as Sanggar Dewata (est. in the 70s), Sakato (est. 1995), or Kelompok Jendela (est. 1996).However, ruangrupa is one of the other few Indonesian artist community that was founded based on a communal model and motive that could not fit into neither of those categories. In January 2000, six young artists – Ade Darmawan, Hafiz, Lilia Nursita, Oky Arfie, Rithmi, and Ronny Agustinus – gathered together to discuss about establishing an art space in Jakarta that would serve as a place for them to actualize their ideas. At that time, the situation of Jakarta art scene was ‘not hospitable’ fro young artists. Economical and political interests were too dominating: state-owned galleries were to bureaucratic, while the commercial ones could not provide sufficient space for experimentations. Jakarta was not even considered active in producing artists at that time, compared to Bandung and Yogyakarta. The orientation towards the existence of space in the inception of ruangrupa was then associated with a social motive that was ‘local’, realistic, and concrete at the same time. With an orientation towards a space amidst the limitation and power domination, I could say that one of the main orientation of ruangrupa is the social independence and autonomy, in order to ‘escape’ from the hegemony of the existing system (especially the ‘market’ and ‘national politics’ system), and to set the will of self-determination. Although this DIY (do-it-yourself) model was also adopted by other art spaces and organizations globally nowadays, ruangrupa’s independent principle has leaned more towards the local situations. We could also relate this independence with the ‘autonomy’ and political freedom during Indonesian post-reform period, where ‘freedom’ served as a popular key term in the public discourse.From the day it was born, ruangrupa has never focused merely on ‘the production’ of art, but also on researches and mediations: They work on the production and distribution level at the same time. Through time they have organized routine events – festivals, exhibitions, residencies, workshops, collaborative projects, discussions, journal publications – whether it supports the works of its members, or of other artists. In ruangrupa’s projects, practitioners from different parts of the world could gather together in specific habits. Friendships and approaches that are fluid, informal, and personal serve as their central components – although at times their projects represent collaboration efforts done by formal institutions. In short, all parties that have involved in ruangrupa’s projects are all considered as ‘friends’ this dimension might not fully realized by ruangrupa as a specific institutional strategy, but as an inherent attitude embedded into their cognitive pattern. If there were any ‘working pattern’ that had been adopted by ruangrupa in shaping their art projects so far, the fluid interpersonal dimension would serve as a key factor in it.
Page 11: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

Als ruangrupa al een “werkmethode” zou hebben om haar projecten te delen, zou die fluïde, interpersoonlijke benade-ring een essentiële fac-tor zijn.

Mijn persoonlijke erva-ring met ruangrupa staat bol van onverwachte ont-moetingen; met grafiti-kunstenaars, nieuwe pop-sterren, populaire tv-presentatoren, filmre-gisseurs, curatoren van biënnales en directeuren van internationale kunstinstellingen, Turner Prize-genomineerden, onderzoekers en academi-ci, subsidiegevers, en politieke activisten, maar ook DJ’s, feestgan-gers, dumpling-verkopers, ojek-chauffeurs [“scoo-tertaxichauffeurs”] etc. Ruangrupa is zowel een netwerk als een smelt-kroes van individuen afkomstig uit alle lagen van de maatschappij en alle delen van de wereld. De verschillen die zij met zich meebrengen komen samen in grootschalige kunstevenementen met duizenden bezoekers, concerten waar massa’s ABG [“tieners”] op afko-men, lachwekkende karao-kesessies, dinerrecep-ties, filosofische discussies, workshops, uitgaansgelegenheden, filmvertoningen, het plechtig breken van een periode van vasten en zelfs rommelmarkten. In de context van de Indone-sische kunstscene, is ruangrupa wellicht het enige initiatief dat zoveel interdisciplinaire kunstprojecten reali-seert. Met sommige pro-

jecten slagen zij erin professionals uit aller-lei vakgebieden –beelden-de kunst, ontwerp, mu-ziek, architectuur, film, fotografie, etc.– samen te brengen en gedeelde kwesties te laten bespreken.

Door de jaren heen heeft ruangrupa haar publieke mediatiemethoden bewust ontwikkeld als sociale strategie én artistieke visie. De verschillende artistieke karakters die ruangrupa rijk is hebben van het management en de uitvoering van evenemen-ten, verbeeldingsrijke creatieve werken gemaakt, in plaats van blind te vertrouwen op afgeschei-den disciplines en pro-fessionalisering. Veel van ruangrupa’s evenemen-ten overstijgen niet alleen bestaande grenzen -tussen beeldende kunst en popcultuur, tussen de “heilige” tentoonstel-lingsruimte en profane openbare ruimte, tussen kunst en niet-kunst- maar breiden bovendien de cirkel van publiek, die ooit gefragmenteerd en rigide was, uit. Ruang- rupa is in staat om idea-listische ideeën te ver-talen naar concrete, down-to-earth activitei-ten. Een aantal evenemen-ten die ruangrupa al jarenlang organiseert neemt de vorm aan van een festival; een open en intiem format waar veel meer mensen voor uitgeno-digd kunnen worden. De biënnales O.K. Video Festival en Jakarta 32ºC zijn in dit opzicht inte-ressante voorbeelden. Voor ruangrupa is een festival tevens een “hap-pening” an sich. Dit kan gezien worden als een reactie op een tendens binnen de Indonesische kunstwereld waarin elite-vorming en fragmentatie steeds vaker de boventoon voeren, een resultaat van

de economische belangen van de markt.

Hoewel ruangrupa vaak groepen of individuen van buiten haar eigen cirkel bij projecten betrekt kan ik zeggen dat kunstenaarsleden van ruangrupa voor veel ten-toonstellingsevenementen als “curator” optreden. Dit ligt voor de hand: zij spelen actieve rollen in discussies en debat-ten, alsmede in het plan-ningsproces van activi-teiten en projecten. In discussies valt het me vaak op hoe zij soms koppig specifieke argu-menten aanhalen om hun eigen artistieke visie uit te dragen.

In feite ziet ruangrupa haar kunstpraktijk als een praktijk die onlosma-kelijk verbonden is met concrete en actuele kwes-ties, zoals openbare ruimte, migratie, koloni-satie en vestiging, transport, popcultuur, beeldproductie, etc, kortom: alle elementen die gerelateerd zijn aan onze perceptie van het sociale bereik dat we “een stad” noemen. Speci-fiek beschouwt ruangrupa “een stad” als een heden-daags fenomeen met een definitie die nooit “af” of absoluut is. Tot zover valt ruangrupa niet te onderscheiden van Jakar-ta. Naast het feit dat de leden van ruangrupa in Jakarta wonen en werken, vormt Jakarta ook de basis voor het merendeel van ruangrupa’s kunstpro-jecten. Dit fanatisme voor Jakarta moet echter geenszins gezien worden

als plat narcisme. Zonder de specifieke culturele eigenschappen van Jakarta te bagatelliseren, kunnen we zeggen dat de stede-lijke kwesties Jakarta als stad ontstijgen. Ik denk dat we stedelijke kwesties als nationale, zelfs internationale fenomenen kunnen zien. Denk aan de excessieve groei van winkelcentra en de cultuur van de consumptiemaatschappij, de onbedwingbare groei van inwoners, de veront-rustende audiovisuele vervuiling, de acute luchtvervuiling en het verdwijnen van de publie-ke ruimte. Kampen de inwoners van Surabaya, Bandung, Bangkok, Manil-la, Johannesburg of Buenos Aires niet met dezelfde problemen? Met Jakarta als uitgangs-punt kunnen ruangrupa’s projecten grotere proble-men aan de kaak stellen, problemen die de gehele globale samenleving treffen.

Het is zelden zo dat ruangrupa een kunstwerk als het eindproduct van haar projecten beschouwt. Dit wordt eens te meer duidelijk in residen-tie-programma’s als Silent Forces (2001), Apartment Project (2004), Men at Work (2006), Let the Kids Play (2006) of Picnic Kit (2006). In deze residenties biedt het proces van kennisma-king, waar de deelnemende internationale kunste-naars zich in bevinden, een effectieve manier om een gesprek te beginnen. De kunstenaars ervaren de unieke en onverwachte ins- en outs- van de stad Jakarta, met haar tradi-tionele markten, apparte-menten, rumah susun [“verticale volkshuisves-ting”], straatverkopers, straatkinderen, subcultu-ren, blue collar-arbei-ders, voetbalclubs en

gastarbeiders. De kunste-naars worden mee op stap genomen om de manier van leven en werken in Jakar-ta te beschouwen en di-rect te ervaren. Daarbij wordt getracht niet in exotisme te vervallen. Verschillende kunstenaars waarderen dit proces, sommigen werden zelfs direct verliefd op Jakar-ta. Een ander interessant feit is dat ondanks dui-delijk aanwezige proble-men zoals milieuvervui-ling, onbedwingbare urbanisatie en migratie-processen, een corrupte regering en het onder-drukkende kapitalistische economische model in de megapolis, ruangrupa haar projecten niet beschouwt als een directe, simpele kritiek op Jakarta. De projecten fungeren juist als een manier om com-plexiteit te analyseren, en daarmee stereotypen over “de waarheid”, of clichés over levenserva-ringen in ontwikkelings-landen als Indonesië, onderuit te halen.

De ruru&friends-tentoon-stelling, met haar spe- ciaal ontworpen format en structuur, heeft tot doel de kunstpraktijken waar ruangrupa zich de afgelopen tien jaar voor heeft ingezet op de best mogelijke manier te pre-senteren. Het tentoon-stellingsmateriaal be-staat enerzijds uit kunstwerken die door ruangrupa-leden en oud- leden werden gemaakt, en anderzijds uit werk van genodigde kunstenaars die betrokken waren bij een van de vele tentoon-stellingen, residenties,

workshops, filmvertonin-gen, discussies of festi-vals die ruangrupa eerder organiseerde. Sommige kunstenaars tonen oudere projecten, terwijl ande-ren hun allernieuwste werk uit de kast halen en een lijn trekken met werken die zij eerder in samenwerking met ruangrupa maakten. Naast het geven van een een retrospectief, tracht deze tentoonstelling ook een beeld te schetsen van ruangrupa’s visie op de toekomst, een artistieke visie die zowel solide als duurzaam is.Om af te sluiten wil ik deze tentoonstelling graag opdragen aan diegene die al deze jaren loyaal zijn geweest aan ruang- rupa. Ik hoop dat we voor altijd vrienden kunnen blijven.

Het Engelse origineel van deze tekst werd ter gelegenheid van ruang-rupa’s tienjarig bestaan gepubliceerd onder de titel “For Those who are (so much) in Love with the City (of Jakarta) - a curatorial essay (from a friend) in de catalogus voor Decompression. De tekst werd in het kader van Karbon Arnhem File #4.1: hoe ruangrupa werkt —PODIUM (SONSBEEK ’16: transACTION, Arnhem, 2016) vertaald naar het Nederlands door Sanne Oorthuizen en Eef Veldkamp. 8685

simonedekinderen
Sticky Note
My experience in working and mingling with ruangrupa has been filled with unexpected acquaintanceship: from graffiti artists, rising music stars, popular television show host, movie directors, biennale curators and directors of international art institutions, Turner Prize nominee, researchers and academics, funding donors political activists, to DJ’s, party goers , dumpling sellers, ojek (motor taxi) drivers, and such. In many ways, ruangrupa is a network as well as a melting pot for many individuals from differing levels of society coming from different pats of the worlds. These differences could melt into large scale art exhibition activities garnering thousands of visitors, music concerts crowded with ABG (early teens), karaoke sessions that are full-of-laughter, dining receptions, philosophical discussions, workshops, clubbing sessions, film screenings, solemn collective fast breaking even garage sales. In the context of Indonesian art scene, ruangrupa may serve as the only initiative that hold the most interdisciplinary art projects. Some of their projects have succeeded in drawing together practitioners from very diverse background – fine art, design, music, architecture, film, photography, etc. – to sit down together and discuss about similar issues.Throughout its evolution, ruangrupa has consciously made their public mediation models as both social strategies and artistic visions. It is due to the variations of artistic characters of the member, ruangrupa is able to render the managements or implementations of events into creative works that includes imagination, rather then just depending on work disciplines or professionalism. Many events organized by ruangrupa have not only crossed many conventional boundaries – between fine art and pop culture, between the ‘sacred’ gallery space and the profane public space, between art and non-art – but has also expanded the public circle that was once fragmented by rigid spaces. ruangruapa has the ability to transform idealist conceptions into more down-to-earth activities. All this time, ruangrupa has organized several events that takes the format of a festival, which has a more open and intimate characteristics, and inviting a lot more people – the biannual event called OK. Video Festival and Jakarta 32℃ serve as interesting examples. To ruangrupa, a festival is also a ‘happening’ in itself. This strategy could be considered as a response towards situation in the Indonesian art scene that tends to become more and more elite and fragmented, as a result of the economic interest of the market.Although they often involve groups or individuals outside of their own circle, I could say that fro numerous exhibition events, the artist-members in ruangrupa also act as ‘curators’. This fact is obvious especially when we consider the active role they take in discussions and debates in the planning processes of their activities and projects. In these discussions, I often capture how stubbornly they use specific arguments in order to project their specific artistic visions.Basically, ruangrupa considers their art practices as practice that is inseparable from concrete and actual issues, such as: public space, migrants, settlement, transportation, pop culture, image production, etc. – in short, it is everything related to our perceptions of a social scope called ‘a city’. More specifically, ‘a city’ in ruangrupa’s understanding is a contemporary phenomenon whose definition could never be final or absolute. So far, ruangrupa has undoubtedly been identical with Jakarta. Apart from the fact that its members live and work in Jakarta, ruangrupa also utilizes Jakarta as a base for the majority of their art projects. Nevertheless, this fanaticism towards Jakarta should not be understood as a narrow narcissism. Without belittling its specific cultural characteristics, we could also see that urban issues do not not belong to Jakarta. I think what we are facing today is the symptoms of urban issues as a national, even a global, phenomena: the excessive growth of malls and the culture of consumerism, the uncontrollable population growth, the disturbing audio and visual pollutions, the acute air pollution, and the diminishing public space. Aren’t those who live in Surabaya, Bandung, Bangkok, Manila, Johannesburg, and Buenos Aires also facing these similar issues? By utilizing Jakarta as their point of departure, ruangrupa’s projects could also be used to essentially represent wider problems being face by the global society.
simonedekinderen
Sticky Note
In a number of residency programs such as Silent Forces (2001), Apartment Project (2004), Met at Work (2006), Let the Kids Play (2006) or Picnic Kit (2006), we could see that ruangrupa has rarely treat artwork as the end-results of the projects. Instead, the introductory process experienced by the international artists towards the unique and unexpected Jakarta city ins-and-outs – (traditional) market, apartment, rumah susun (vertical public housing), street hawkers, children of the streets, underground community subcultures, blue-collar workers, football clubs, and migrant labors – served as a bridge, an effective way to foster dialogues. The artists were taken to observe and directly experience the way of living and working in Jakarta, in best efforts not to represent them exotically. Several artists seem to enjoy the process, even instantly falling in love with Jakarta. Another interesting fact is, with the existence of the issues of environmental damage, uncontrollable urbanization and migration process, corrupt state, and suppressing capitalistic economical model in the megalopolis, ruangrupa has not directly regarded their projects as mere straightforward criticism toward Jakarta. Instead, the projects essentially serve as their means to analyse a certain complexity, and all at once to erase stereotypes on truth, or clishés on living experiences in developing countries such as Indonesia.The ruru & friends exhibition is designed in a certain format an structure to best depict artistic practices, which have been supported by ruangrupa in the last ten years. The exhibition material consist of works by ruangrupa’s members and ex-members, as well as guest artists who have been involved in many previous exhibitions, residencies, workshops, screenings, discussions, or festivals. Some of them are exhibiting old projects. Some other are putting their newest works on display to show certain continuity with their previous works done in congruity with ruangrupa’s projects. Other than being retrospective this exhibition is putting its best effort in portraying ruangrupa’s artistic vision that is solid and sustainable towards the future.As a closing remark, I would like to dedicate this exhibition to those who have been loyal to ruangrupa throughout these years. I hope, we could be friends forever.
Page 12: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms

Karbon Arnhem Files #4.1: hoe ruangrupa (samen)werkt — PODIUM

Colofon

Karbon Arnhem Files is een pu-blicatiereeks die wordt uitgegeven door het Editori-al-team van het ruru huis in Arn-hem, een project- ruimte opgezet door ruangrupa, de curatoren van de tentoonstelling SONSBEEK ’16: transACTION. De publicaties komen tot stand in nauwe samenwerking met ruangrupa en Arn-hemse partners. De publicatieserie is geïnspireerd op ruangrupa’s online magazine Karbon. Het Editorial-pro-gramma omvat tevens het radio-programma ruruhuisradio.nl en de ruru buiten-dienst-onderzoeks-groep.

Financiële steunSONSBEEK ’16: transACTION wordt mede mogelijk gemaakt met steun van het Mondriaan Fonds, Bankgiro Loterij Fonds, VSB Fonds, Art of Impact, Janivo Stichting, Gemeen-te Arnhem, Provin-cie Gelderland, SKOR, Arnhem Am-bassadeurs. Deze Karbon Arnhem Files-publicatie-reeks in het bij-zonder wordt on-dersteund door Stichting Stokroos, De Gij-selaar-Hintzen-fonds en Werk-plaats Typografie.

AuteursArdi YunantoNuraini Juliastuti Agung Hujatnika- jennongSanne Oorthuizen

Concept & eindre-dactieSanne Oorthuizen

Redactie-assistent Sanne de Vries

Vertalingen (En-gels-Nederlands)Sanne OorthuizenEef VeldkampSanne de Vries

Grafisch ontwerpJoel Colover, Werkplaats Typografie, Arnhem

DrukkerDrukwerkfabriekNijmegen

Oplage700

Uitgever Ruru huis voor Stichting Sonsbeek Internationaal

Download deze publicatie gratis via: www.sonsbeek.org/nl/karbonarn-hemfiles

*English transla-tions at* www.sonsbeek.org/en/karbonarnhem-files

Meer info over Editorial via:

www.sonsbeek.org/nl/sons-beek-2016-transac-tion/editorial/

www.ruangrupa.org

www.ruruhuis.nl

www.sonsbeek.org

Met dank aan de auteurs en Afte-rall Magazine, die de rechten van de teksten vrijgaven en ons de verta-lingen toever-trouwden; ruangrupa, in het bijzonder Indra Ameng en Ajeng Nurul Aini; het ruru huis-team en het Sonsbeek-team. Verder speciale dank aan Keke Tumbuan voor haar fantastische fo-to’s en documenta-tie-skills en Reinaart Vanhoe voor zijn tekeningen.

Foto’s door Keke Tumbuan, Sanne Oorthuizen en ruangrupa. Dia- gramtekeningen door Reinaart Vanhoe.

87

simonedekinderen
Sticky Note
COLOPHON Karbon Arnhem Files is a publication series published by the Editorial team of the ruru huis in Arnhem, a project space set up by ruangrupa, the curators of the exhibition SONSBEEK’16: transACTION. These publications are realised in close collaboration with ruangrupa and partners from Arnhem. The Karbon Arnhem Files publication series is inspired by ruangrupa’s online magazine Karbon. The Editorial program also comprises the radio program ruruhuisradio.nl and the ruru buitendienst-onderzoeksgroep [ruru fieldwork research group]. Authors Ardi Yunanto Nuraini Juliastuti Agung Hujatnikajennong Sanne Oorthuizen Design & editing Sanne Oorthuizen Assistant editor Sanne de Vries Translation (English-Dutch) Sanne Oorthuizen Eef Veldkamp Sanne de Vries Graphic design Rosie Eveleigh, Werkplaats Typografie, Arnhem Copies 500 Publisher ruru huis for Stichting Sonsbeek Internationaal Financial supportSONSBEEK ’16: transACTION is also made possible by support of the Mondriaan Fonds, Bankgiro Loterij Fonds, VSB Fonds, Art of Impact, Janivo Stichting, Gemeente Arnhem, Provincie Gelderland, SKOR, Arnhem Ambassadeurs. In particular, the Karbon Arnhem Files publication series is also supported by Stichting Stokroos, De Gijselaar-Hintzenfonds and Werkplaats Typografie. With thanks to The authors and Afterall Magazine, who released the rights to the texts and trusted us with the translations; ruangrupa, especially Indra Ameng and Ajeng Nurul Aini; the team of the ruru huis, and the team of SONSBEEK’16. Special thanks to Keke Tumbuan for her fantastic photos and her documentation skills, as well as Reinaart Vanhoe for his drawings.English translationsCopy editing: Edwina Brennan and Sanne OorthuizenProofing: Edwina BrennanCoordination: Simone de Kinderen WWW Download this free publication at: sonsbeek.org/nl/karbonarnhemfiles English translations available at sonsbeek.org/en/karbonarnhemfiles More information about Editorial at: http://www.sonsbeek.org/nl/sonsbeek-2016-transaction/editorial/ www.ruangrupa.org www.ruruhuis.nl www.sonsbeek.org
Page 13: Karbon Arnhem File #1 - sonsbeek.org · de interne programmering gewoon door moet lopen. Een tweede verklaring is de opkomst van nieuwe -en de terug-komst van oudere- vrienden, soms