Reported Speech Practice Opdracht 1 Vertaal de volgende zinnen in het Engels

1. Hij zei dat hij weg wilde gaan. 2. Hij vertelde ons dat hij hem had horen weggaan. 3. Hij vroeg of hij goed had geslapen. 4. Hij dacht dat ik haar de volgende vakantie zou zien. 5. Hij zei dat ik hem mocht bellen.

Opdracht 2 Rewrite the sentences into reported speech

1. I will ask my grandmother She told me

2. We dont like listening to death metal They said

3. We will become famous, said Peter. Peter told us

4. My uncle has moved to Spain last year, explained Will. Will explained that

5. You cannot ask me that question, said Annabeth. Annabeth said that

Opdracht 3 Complete the sentences in reported speech.

1. She said, "Go upstairs." She told me

2. "Close the door behind you," he told me. He told me

3. "Don't be late," he advised us. He advised us

4. "Don't drink and drive," she warned us. She warned us

5. "John, stop smoking," she said. She told John

Opdracht 4 Complete the sentences in reported speech.

1. "I was very tired," she said. She said

2. "I will get myself a drink," she says. She says

3. "Why haven't you phoned me?" he asked me. He wondered

4. "I cannot drive them home," he said. He said

5. "Peter, do you prefer tea or coffee?" she says. She asks Peter

Reported Speech (Checklist)

Waar moet je op letten wanneer je een zin van de direct speech naar de reported speech herschrijft? Hieronder vind je een aantal aandachtspunten. 1. Voornaamwoorden Afhankelijk van wie wat zegt of heeft gezegd is het vaak nodig om het voornaamwoord (pronoun) te veranderen. Bijvoorbeeld: Direct speech Tina said, My mum is not at home now Reported speech Tina said that her mum wasnt home. Bij het omzetten van de bovenstaande zin uit de direct speech naar de reported speech verandert het perspectief van de zin. Het gedeelte van de direct speech zin tussen de aanhalingstekens wordt verteld vanuit het perspectief van Tina. De tweede zin wordt verteld vanuit het perspectief van iemand die niet Tina is. Je kunt daarom niet My mum (mijn moeder) zeggen, het gaat immers niet over jouw moeder. Omdat het over Tinas moeder gaat en Tina vrouwelijk is gebruik je in plaats van My (Mijn) Her (haar) en zeg je in de zin in de reported speech Her mum (haar moeder). 2. Tijden Bij het omzetten van zinnen uit de direct speech naar de reported speech kan het nodig zijn om de tijd te veranderen. Of je dit moet doen kun je zien het eerste, inleidende zinsgedeelte (Onderstreept in onderstaande voorbeeldzinnen). Is dit eerste gedeelte in de present simple hoef je de tijd van de zin niet te veranderen. LET OP!!: Het kan wel nodig zijn dat je de vorm van het werkwoord moet veranderen (in het onderstaande voorbeeld verandert speak (first person singular) in speaks (third person singular).) Voorbeeld: He says, I speak English. He says that he speaks English. Wanneer het eerste, inleidende zinsgedeelte niet in de present simple is maar in de past simple moet de tijd wel veranderen. Voorbeeld: He said, I am happy He said that he was happy. In de tabel op de volgende pagina zie welke verschuivingen je moet maken bij welke tijden. Bij elke tijd is een voorbeeldzin gegeven.

De werkwoorden could, should, would, might, must, neednt, ought to, used to veranderen normaal gesproken niet zoals in het voorbeeld. Example: He said, She might be right. He said that she might be right.

3. Plaats en tijdsbepalingen Bij plaats en tijdsbepaling moet je erop letten of deze in de zin de reported speech nog steeds hetzelfde zijn. Dit ligt aan de situatie. Kijk naar de volgende voorbeelden: VOORBEELD : Direct speech--> Het is vrijdag je bent in een restaurant en James zegt: I saw Caroline here today Optie 1: Reported speech---> James said that he had seen Caroline here today. (Je bent nog steeds op dezelfde plek en het is nog steeds dezelfde dag) Optie 2: Reported speech--> James said that he had seen Caroline here yesterday. (Je bent op dezelfde plek maar de dag is anders) Optie 3: Reported speech--> James said that he had seen Caroline at the restaurant on Friday

Direct Speech Reported Speech Simple Present

example: He said, I am hungry Simple Past

Example: He said that he was hungry Present Continuous

example: He said, I am working Past Continuous

Example: He said that he was working Simple Past

Example: He said, I saw her Past Perfect

Example: He said that he had seen her. Present Perfect

Example: He said, I have seen her Past Perfect

Example: He said, I had seen her Past Continuous

Example: He said, I was talking Past Perfect Continuous

Example: He said that he had been talking Present Perfect Continuous

Example: He said, I have been talking Past Perfect Continuous

Example: He said. I had been talking Future I (going to)

Example: He said, I am going to win was / were going to

Example: He said that he was going to win

Future I (will) Example: He said I will win

would Example: He said that he would win.

4. Vraagzinnen Wanneer je te maken hebt met vraagzinnen met een vraagwoord (where, what, who etc.) gebruik je in de Reported Speech geen That. In plaats daarvan gebruik je het vraagwoord zelf (zoals te zien in het voorbeeld in de tabel hieronder). Wanneer je geen vraagwoord in de zin hebt gebruik je if of whether

Direct Speech Reported Speech Vraagzinnen met een

vraagwoord He asked: Where does she

live? He asked where she lived.

Vraagzinnen zonder een vraagwoord

He asked: Does she live in London?

He asked whether she lived in London.

He asked if she lived in London.

5.Verzoeken/geboden Als je te maken hebt met een verzoek of een gebod dan gebruik je in de reported speech to + infinitief van het werkwoord (als het gaat om iets wat je wel moet doen) not to + infinitief van het werkwoord (als het gaat om iets wat je niet moet doen) Example: Direct speech: She said, Say hello to your mum. Reported speech: She asked me to say hello to my mum. Direct speech: She said, Dont walk on the grass Reported speech: She told me not to walk on the grass.