julia's schaduw

17

description

inkijk examplaar

Transcript of julia's schaduw

Page 1: julia's schaduw

Londen, 1888. Te midden van het vuil en de armoede in

Whitechapel, de overbevolkte achterbuurt in Londens East End,

probeert Julia te overleven. Het is een hard leven: prostitutie is

voor vrouwen in Whitechapel bijna de enige manier om geld te

verdienen. Voor Julia is dat, na een verleden vol misbruik, uitge-

sloten; zij moet op een andere manier aan inkomsten zien te

komen. En dan is er nog Jack the Ripper, een ongrijpbare serie-

moordenaar die keer op keer in het holst van de nacht toeslaat en

de hele stad in een greep van angst houdt.

Ook Julia is bang. Als ze voetstappen en stemmen begint te

horen, doet ze dat aanvankelijk af als een teken van vermoeidheid

en ondervoeding. Maar al snel wordt het erger: ze merkt dat ze

herinneringen kwijtraakt, ze doet dingen zonder het zelf te weten

en vindt zichzelf terug in vreemde situaties. Er is iets vreselijk

mis, beseft ze. Als ze wil overleven, heeft ze antwoorden nodig op

heel oude vragen. De enige persoon die de antwoorden heeft, is

de vrouw die haar als kind aan een bordeel verkocht – de vrouw

die Julia nooit meer hoopte te zien.

En ondertussen blijft Jack maar slachtoffers maken…

Ines van Bokhoven schrijft historische romans voor volwassenen

en jongeren.

9 789023 992103

isbn 978 90 239 9210 3 nur 342

uitgeverijmozaiek.nl

Julia's schaduw2:Geloven is gezond 07-04-2009 13:53 Pagina 1

Page 2: julia's schaduw

UITGEVERIJ MOZAÏEK, ZOETERMEER

Ines van Bokhoven

Julia’s schaduw

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 3

Page 3: julia's schaduw

Van Ines van Bokhoven verschenen ook bij UitgeverijMozaïek:

Het geheim van Erasmus (roman; met Maurits Tompot)Verraad! (jeugdroman)

ISBN 978 90 239 9210 3NUR 342

Ontwerp omslag Wil Immink DesignLayout en dtp binnenwerk Gerard de Groot

© 2009 Uitgeverij Mozaïek, ZoetermeerAlle rechten voorbehouden

uitgeverijmozaiek.nl

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 4

Page 4: julia's schaduw

Hoofdstuk 1

Vrijdag 31 augustus 1888

E R was een tikkend geluid, een zacht, irritant geluiddat de stilte doorboorde. Het probeerde zich al eentijdje aan haar op te dringen, maar Julia wilde er

geen aandacht aan besteden. Ze wilde blijven slapen. Hadze eigenlijk wel geslapen? Ze had in elk geval gedroomd,dat wist ze zeker. Ze wist niet meer waarover, maar hetgevoel van de droom was blijven hangen. Een merkwaar-dig, maar opgelucht gevoel. Ze draaide zich nog eens om inhet krakende bed en hield haar ogen stevig gesloten. Metwat geluk zou ze weer wegdrijven. Opluchting was niet ietswat ze vaak voelde, en al wist ze niet waar ze zich zo opge-lucht over voelde, ze was niet van plan zich dit gevoel telaten ontnemen door een of ander irritant geluid.

Maar het geluid gaf het niet op. Er kwam een tweede tikbij, iets vlotter in tempo dan de eerste. En vlak daarna zelfseen derde, ook weer met een eigen ritme. Elke tik leek har-der te zijn dan de vorige, totdat het mokerslagen waren die,slag voor slag, haar vredige gevoel aan stukken sloegen enhaar irritatie deden aanzwellen tot regelrechte woede. Konze niet een moment gelukkig zijn? Hier werd altijd alleswat goed was verstoord door iets weerzinwekkends.

Ze trapte de dekens van zich af en opende met tegenzinhaar ogen. De kamer baadde in fel zonlicht.Waarom waren

11

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 11

Page 5: julia's schaduw

de gordijnen open? Ze probeerde zich te herinneren wat zehad gedaan, gisteravond, voordat ze naar bed ging, maar zewist het niet meer en wilde er liever ook niet te lang overnadenken. Haar hoofd tolde van de pijn, en elke tik die zehoorde leek te schampen langs de binnenkant van haarschedel. Ze keek om zich heen, op zoek naar sporen vanJim, en zag toen de kamer.

Hij was schoon, brandschoon. Tot in de allerkleinstehoekjes en plekjes. De ramen waren gelapt; de afgebladder-de kozijnen staken er treurig bij af. De vlek op de oudelambrisering, die er al zat toen zij hier kwam wonen, wasweggewassen, de gebruikelijke vuile vaat stond niet op detafel en het tafelblad leek zelfs geboend te zijn, en ook opde vloer was geen vuiltje te bekennen – behalve dan denattigheid onder het houten droogrek aan het plafond,waaraan haar kleren hingen te druipen.

Dat was het tikkende geluid geweest dat haar uit haardroom had gehaald: neerpetsende druppels. De grote teil,waarin ze hun kleren waste en zichzelf ook baadde, stond ineen klein plasje water op z’n kant tegen de muur.

En nu pas voelde ze haar huid: ze keek naar haar armenen zag dat die flink waren afgeschrobd. Met een borstel, zote zien. Haar huid prikte pijnlijk; rode striemen liepen inlange, gezwollen ribbels over haar armen. Ze keek er inverbijstering naar. Opnieuw probeerde ze zich te herinne-ren wat ze gisteravond had gedaan, maar het was alsof zedoor een volslagen duistere doolhof liep, waarvan ze de uit-gang nooit zou vinden.

Lichte paniek borrelde op. Ze moest naar Mary.

De zon scheen haar vrolijk tegemoet toen ze de buitendeur

12

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 12

Page 6: julia's schaduw

van het grauwe, lage huisje aan Brunswick Street opendeed.Het was druk op straat; het was altijd druk in deze overbe-volkte buurt. In dit deel van Londen,Whitechapel, kwamiedereen uiteindelijk terecht als de tijden slecht waren; eensoort verstopte afvoerput waarnaar al decennia niet meerwerd omgekeken. Elk mensenleven dat in deze stad in eenneergaande spiraal terechtkwam, was gedoemd vroeg of laatin deze vergeten straten te eindigen. Hier woonden mensenvan allerlei nationaliteiten en achtergronden. Hier liependames over de straten, échte dames, met hoeden die bij hunhandschoenen pasten en fluwelen handtasjes waaruit rij-tuigjes betaald werden – en zij deelden de straat met bede-laars, straathandelaren, prostituees, dronkaards en meer vandat soort volk. Dit was een wijk van extremen, in alle op-zichten. Er zaten hier genoeg bedrijven om ervoor te zor-gen dat er een redelijke mate van welvaart was voor som-migen, maar die bedrijvigheid trok meer mensen aan dan ernodig waren, zodat het oosten van Londen vooral bekendstond als één grote, overbevolkte achterbuurt, een doolhofvan gevaarlijke straten en stegen waar fatsoenlijke mensenniets te zoeken hadden. ’s Avonds trok er vanaf de riviervaak een vies ruikende, klamme mist op, die de straten ver-anderde in een spookwereld waar men eerder het monsteruit Mary Shelley’s Frankenstein zou verwachten tegen tekomen dan gewone, alledaagse mensen, en overdag konzelfs het stralendste zonlicht weinig verbeteren aan de erg-ste plekken van verval en vervuiling.

De straten, die beklinkerd waren met lompe kasseienwaar elke dag honderden hand- en paardenkarren met veelgeraas overheen gingen, waren altijd vuil van stront enmodder.

13

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 13

Page 7: julia's schaduw

Kamers waren overbevolkt; hele gezinnen woondensoms in een hok van maar een paar vierkante meter – endat was nog redelijk normaal. Kamers werden soms zelfs indelen verhuurd, zodat mensen slechts een hoek hadden omte bewonen, of in ‘wisseldienst’: de ene bewoner kwamthuis als de ander naar z’n werk ging. Dat zij en Jim met z’ntweetjes een hele kamer bewoonden, was nog best wel-varend, vergeleken met sommigen in deze buurt.

Julia vond het hier afschuwelijk. Ze begreep het leven indeze buurt niet. Het was ruw, hard, om niet te zeggengemeen.Voor zover ze kon bedenken moest dit wel haaksstaan op wat God had bedoeld met de Schepping. Het levenhier was soms amper meer menselijk te noemen, maar eer-der beestachtig, zoals troepen verwaarloosde honden leef-den. Dicht opeen gepakt, elkaar bijtend en beschermend –alles vanuit dezelfde ellende. Wanhoop en doelloosheidwerden vervangen door kortstondig plezier waar doorgaansveel gin mee gemoeid was en men leefde kleingeestig, vanhet ene moment naar het volgende; een hele dag was vaakal te lang om te overzien.

Ze woonde hier pas een klein jaar, maar ze was nogsteeds niet gewend aan het merkwaardige mengsel vanbotheid en pragmatisch medeleven dat mensen hier beza-ten. Buurvrouwen konden elkaar op straat soms voor demeest vreselijke dingen uitmaken, elkaar kijvend de harenuit het hoofd trekken; maar als de één zonder eten voorhaar koters zat, aarzelde de ander niet om haar brood tedelen. Julia begreep dat niet. In het dorp waar zij vandaankwam woonden hoofdzakelijk boeren. Eenvoudig, trotsvolk dat voor zichzelf zorgde, dat liever dood zou gaan vande honger dan de hand te moeten ophouden bij anderen en

14

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 14

Page 8: julia's schaduw

zo zichzelf zou moeten vernederen.Afhankelijkheid van anderen was hier noodzakelijk.

Onvermijdelijk zelfs. Delen met een ander als je wat bezat,zorgde ervoor dat je wat terugkreeg als je zelf eens nikshad. En dat laatste gebeurde voor de meeste mensen vakerwél dan niet.

Het stonk vandaag. Ze was gewend dat het in hun straatnaar gebak rook, want in de straat achter Brunswick stondeen koekjesfabriek. De halve buurt, Jim ook, werkte er. Zevond het bijna misdadig om zo’n verrukkelijke geur te ver-spreiden over de hoofden van mensen die zich een luxe alskoekjes vrijwel nooit konden veroorloven, maar aan deandere kant was het eilandje van gebakslucht iets om dank-baar voor te zijn in deze gore buurt, waar het eigenlijk altijdwel naar iets stonk.

Maar vandaag rook het wel heel erg smerig, en nietalleen in hun straatje. Op weg naar Mary rook ze die viezelucht overal: een vettige roetlucht die op de wind mee-kwam vanaf de rivier.Alsof er iets enorms lag te smeulen.Mary zou het wel weten: die was altijd van de laatstenieuwtjes op de hoogte.

Moeder liep een stuk met haar mee. Moeder was er vaak,de laatste tijd. Het was begonnen nadat vader doodging,toen ze naar Londen moest; ze was nooit echt alleen, omdatmoeder zomaar op kon duiken, op de meest onverwachteplekken en momenten.Vroeger, toen Julia nog bij MadamMargery woonde, was moeder er om haar te helpen, als zeoverstuur was van een klant of als ze zich verdrietig voelde.Moeder streelde haar haar en zong liedjes voor haar, vertel-de haar sprookjes en verhalen en zei dat het allemaal goed

15

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 15

Page 9: julia's schaduw

zou komen. Het had altijd geholpen. De andere meisjes inde slaapkamer dachten dat ze in zichzelf praatte, maar zijwisten niets van moeder. En Julia vertelde het ze ook niet –moeder was van haar. Een terugkerend rustpunt in een ont-worteld bestaan.

Er was geen ‘thuis’; niets om naar terug te keren, zelfsniet met hangende pootjes of een beschaamd gemoed.‘Thuis’ was een stil moment, de slaapkamer voor haarzelfalleen, de illusie van ergens anders zijn, en moeder diebeschermende armen bood om in weg te kruipen. ‘Thuis’duurde altijd veel te kort. Jims kamer, waar ze sinds een paarmaanden woonde, was ook maar gewoon een kamer – hetriep geen enkel gevoel op van hechting of veiligheid. Hetwas een verblijfsplek.

Maar hier, in Whitechapel, kwam moeder nog vakerlangs.Vandaag leek ze verdrietig te zijn; ze sprak niet veel enkeek af en toe hoofdschuddend naar haar. Julia werd ergespannen van.

‘Wat is er?’ vroeg ze. Maar moeder glimlachte en zeialleen maar:‘Het is mooi weer, vind je niet?’

Het wás een mooie dag: prachtig laat zomerweer. MaarJulia wilde veel liever weten waarom moeder zo treurigkeek. Moeder zweeg in alle talen en Julia wist dat ze hetnooit zou zeggen, dat het te lelijk was voor de oren van eenklein meisje zoals zij, dat nog troost nodig had en het liefstin slaap gezongen werd. Dan maar over het weer praten, alsmoeder dat graag wilde.

‘Alleen jammer dat het zo vies ruikt,’ zei ze als antwoordop moeders opmerking. Haar armen schrijnden nog steedspijnlijk; ze wilde er niet aan denken. Moeder neuriede eenkinderliedje, Julia zong gezellig zachtjes mee, en samen

16

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 16

Page 10: julia's schaduw

wandelden ze door Commercial Road, verlangend kijkendnaar etalages waar de meest verleidelijke koopwaar werdaangeboden, alsof er geld genoeg was in de wereld – samengenietend, zoals moeders en dochters dat nu eenmaaldeden.

Mary was een rots in de branding, vond Julia. Een grote zusdie het allemaal beter wist, iemand om je aan vast te hou-den en om te bewonderen. Mannen aten uit haar hand enbetaalden daar ook nog voor. Nou was dat niet vreemd: alstemperamentvolle Ierse was Mary Jane een vrouw dieindruk kon maken en dat ook graag deed.

Mary bezat het soort schoonheid dat schilders graagvastlegden op canvas: een ranke gestalte met een bleke huid,een delicaat gezicht dat omlijst werd door donkerrood haardat ze altijd naar de laatste mode opstak. Haar amandelvor-mige ogen waren bruin en konden, als ze dat wilde, vuurschieten. Eén blik van Mary was genoeg om bijna elke manhet zwijgen op te leggen.

‘Marie-Jeanette, lieverd,’ zei ze altijd tegen haar klanten.‘Ik heet Marie-Jeanette.’ Ze beweerde een tijdje in Parijs tehebben gewoond; Julia wist niet of ze het moest geloven.Mary sprak in elk geval geen woord van de taal, behalve‘merci’ en ‘voilà’ en dat soort chique kreetjes. Toen Juliaeens voor de grap in het Frans tegen haar sprak, keek zeenkel verbaasd terug.

Ze had Mary al een paar dagen nadat Travers haar opstraat had gegooid, ontmoet; ze was er dankbaar om, wantzonder Mary zou ze het nooit overleefd hebben, die eersteweken.

Toen Travers haar de deur wees, was ze dankbaar

17

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 17

Page 11: julia's schaduw

geweest, dankbaar omdat ze verlost was van de onophoude-lijke nachtmerrie van klanten en hun wensen, en ookTravers’ wrede regime zou ze beslist niet missen – ze hadhet er gehaat, elke dag, elke minuut. Ze hoorde daar niet.Ze was niet zoals de andere meisjes, die zich met gemakkonden laten verblinden door een dure dasspeld of de glad-de glimlach van een rijke erfgenaam die een avond vol ver-veling kwam verdrijven met een volle portemonnee. Demeeste meisjes vonden dat ze geluk hadden gehad dat ze ineen bordeel zoals dat van Madam Margery werkten, maarJulia was er bij iedere klant kwaad om. Elke klant was voorhaar een monster dat haar enkel zag als een minderwaardigding – over hun honden spraken ze vaak nog met meerwaardering – en het was voor haar dan ook een raadsel hoemannen zulke persoonlijke handelingen konden verrichtenmet wezens die ze zó minachtten.

Nee, haar vertrek uit het huis van Madam Margerybetreurde ze niet. Maar de wanhoop sloeg al snel toe: zevoelde zich verloren in het gruwelijke besef dat er nietsmeer was. Ze wist werkelijk niet wat ze nu moest doen ofwaar ze heen moest gaan. De straten hadden er ineens heelanders uitgezien: zo dreigend, zo meedogenloos. Plotseling,van het ene moment op het andere, was ze een buitenstaan-der geworden. Een verstotene. Ze was zeventien jaar oud enwas alleen.

Als vanzelf was ze naar het oosten van de stad gedreven;in de welvarende straten van de West End werden daklozensnel opgemerkt en verjaagd. Het kleine beetje geld dat ze inde vijf jaar bij Madam Margery’s had weten te sparen, waser in een paar dagen tijd doorheen gevlógen, terwijl ze noghad geprobeerd zuinig te doen: de eerste nacht had ze een

18

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 18

Page 12: julia's schaduw

goedkoop slaaphuis gezocht, waar ze voor twee pence zit-tend mocht slapen, op een lange bank met een hoop anderevrouwen, hangend over een strakgespannen touw. Ze hadnog nooit zoiets meegemaakt, het was absurd. De vrouwengebruikten elkaar als ondersteuning bij het slapen, want hettouw schuurde na een tijdje pijnlijk door je kleren heen alsje er je volle gewicht op liet hangen; maar als één van devrouwen van houding veranderde dan had dat, als een soortvan domino-effect, tot gevolg dat iederéén op de bank eennieuwe houding moest zoeken.Van slapen was amper spra-ke, in elk geval voor Julia, die tot haar verbazing merkte dater vrouwen waren die blijkbaar gewend waren aan dezemanier van doen, die zonder problemen in een diepe slaapvielen en met hun gelukzalige gesnurk de rest alleen maardeed zuchten van jaloezie.Toen ’s ochtends het touw werdlosgemaakt waren de vrouwen zo stijf van hun ongemakke-lijke hanghoudingen, dat ze bijna allemaal meteen hunevenwicht verloren en op de grond vielen.

Slaaphuizen met bedden kostten vier pence per nacht;en dat waren bedden die ze moest delen met andere vrou-wen, zo bleek, en die maar een keer per maand verschoondwerden. Ze krioelden van de luizen en vlooien, maar zekon er tenminste liggend en droog slapen – met haar bezit-tingen stevig tussen haar armen geklemd, want alles wat loszat werd er gestolen. Ze zag hoe sommige mensen zelfs delakens van de bedden jatten; er stond, bij wijze van voor-zorgsmaatregel, met grote zwarte letters het woord‘GESTOLEN’ op, maar dat leek de verkleumde dievenweinig te kunnen deren.

De eerste nacht deelde ze het smalle bed met een vrouwdie zo dronken was, dat Julia zich afvroeg of ze eigenlijk

19

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 19

Page 13: julia's schaduw

wel doorhad waar ze was en dat er nog iemand naast haarlag. Ze nam in ieder geval onbeschaamd het grootste deelvan het matras in beslag en was met geen mogelijkheidwakker te krijgen. Julia zag zich genoodzaakt de hele nachtop haar zij door te brengen, balancerend op de rand van hetbed, met af en toe een voet op de vloer zodat ze er niet uit-viel. Maar het was tenminste warm, met nog een vrouwnaast zich; al stonk ze dan verschrikkelijk naar zweet enkostte het Julia moeite bij zo’n sterke drankadem in slaap tevallen. Het was behaaglijk warm, ze had een dak boven haarhoofd en toen het haar lukte om niet aan al dat ongediertete denken en ze gewend was aan het ruwe laken, kon zezich eindelijk wat ontspannen. Moeder kwam nog evenlangs om haar te aaien en een zacht liedje te zingen. Hetvoelde bijna huiselijk. Bijna veilig. Het was altijd moederdie haar er doorheen hielp en die ervoor zorgde dat ‘thuis’een begrip was dat ze als het ware met zich mee kon dra-gen, al was het dan een schamel compromis. Moeder hieldde muren van ‘thuis’ omhoog door ervoor te zorgen dat debuitenwereld op een kleine afstand bleef, nooit helemaalbinnendrong; de muren die moeder optrok boden uitein-delijk net zoveel fictieve veiligheid als echte muren datdeden. Het was maar een korte afstand van binnen naarbuiten en stenen muren konden bedriegen, konden deschijn van eeuwigheid oproepen terwijl ze in luttele minu-ten konden worden weggevaagd. Moeder zat diep in haar,veel dieper dan de veiligheid van de muren van een huisooit zou kunnen zitten, en kon nooit worden weggevaagd.Moeders zachte handen en troostende stem waren werke-lijk eeuwig en altijd, en tot nu toe waren muren steeds vantijdelijke aard gebleken. Moeders handen waren veiliger.

20

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 20

Page 14: julia's schaduw

Aan het slapen naast vreemden viel te wennen, maar deslaaphuizen waren eigenlijk veel te duur. Na een weekje ofwat was haar geld op, had ze geen werk gevonden en besef-te ze dat haar dankbaarheid om weg te zijn uit het bordeelvan Madam Margery een vergissing was geweest; ze was erhier nog slechter aan toe terwijl ze net zo weinig keuzeshad als eerst. Ze zou terug naar dat gehate ‘werk’ moeten,wilde ze eten en droog kunnen slapen. Ze had geen ideehoe het hier in zijn werk ging; bij Madam Margery warener kamers geweest, die voorzien waren van allerlei comfor-tabel en schoon meubilair – zoals een bed, en een badkuipachter een kamerscherm. Hoe moest dat dan, in een steegdie vol stond met tonnen en kratten en waar niets dan vui-ligheid op de grond lag? Ze had er geen enkele voorstellingbij – haar hersens weigerden een dergelijke afbeelding op teroepen, en eigenlijk vond ze dat niet erg. Maar nu het eropaankwam, voelde ze zich te onnozel om datgene te doendat de domste, armste vrouw nog wel voor elkaar kreeg:zichzelf verkopen aan een vent om ermee in een duisterehoek te verdwijnen. Ze wist niet eens hoeveel ze ervoormoest vragen. En waarom zou een man geïnteresseerd zijnin een verwerpelijk wezen zoals zij, en geld betalen voorhaar? Ze zag vrouwen met klanten in stegen verdwijnen,afschuwelijke vrouwen, vies en verlopen, maar die kerelsleek dat weinig te kunnen schelen. Hoe deden ze dat?

Mannen waren een raadsel voor haar, maar niet voorMary. Mary kon met mannen omgaan alsof het pionnen ineen spel waren. Julia dacht dat het dat ook werkelijk wasvoor haar vriendin: een spel – waarin Mary natuurlijk detegenstander de baas was. Mary won altijd, mannen kondenniet tegen haar op. Ze zou het niet over haar kant laten

21

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 21

Page 15: julia's schaduw

komen, een man die haar probeerde te onderdrukken of deles te lezen. O nee, Mary niet.

Op de avond dat Julia een kroeg binnenging omdat haargeld op was en ze toch iets moest doen om te kunnen etenen slapen, had ze als bij een wonder Mary ontmoet. Ze wasnaar een pub gegaan waar redelijk wat mannen zaten enwas in een hoek gekropen waar ze niet teveel op zou val-len; ze wist dat het niet verstandig was nu ze juist op zoekwas naar een klant, maar ze wilde het toch zo lang mogelijkuitstellen. Ze was doodsbang.

Een man was op haar afgekomen, een zwaar beschonkenman van indrukwekkende afmetingen, en was plompverlo-ren naast haar gaan zitten. Ze had niet eens durven bewe-gen. Hij bleek een echte lomperik te zijn die, toen zij hemgeen antwoord gaf op zijn onbeschofte vragen, haar voorde hele kroeg te kijk zette met haar verlegenheid.

‘Dat gaat straks nog gezellig worden met deze hier, jon-gens!’ riep hij naar zijn maten.‘Die zegt er geen een! Des temakkelijker; d’r op en d’r af, hee mannen?’

De ‘mannen’ lachten en keerden zich weer naar hunbier.

‘Ik zou juist zeggen dat het getuigt van haar goedesmaak, Bernie, dat ze niks van je wil weten.’ Een jongevrouw met dik rood haar zat achter een tafeltje niet ver vande ingang en keek de man naast Julia minachtend aan. ‘Ikbedoel: is het teveel gevraagd af en toe eens een natte lapdoor die gore nek van je te trekken? Je kunt daar aardappe-len poten.’

Dit lag pas echt goed bij de ‘mannen’; Bernie werd weg-getrokken bij Julia en kreeg als ‘troost’ van zijn maten eenbiertje aangeboden, terwijl ze hem nog steeds recht in zijn

22

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 22

Page 16: julia's schaduw

gezicht uitlachten: hij had zich door een vrouw laten klem-praten. Hij keek er vuil bij en wist niet hoe snel hij, na hetuitdrinken van zijn glas, de kroeg uit moest komen.Toenhij het tafeltje van de vrouw passeerde, zei hij luid:‘Hoer.’

Ze hief haar glas, boog haar hoofd alsof ze een compli-ment in ontvangst nam en antwoordde, koeltjes glimla-chend: ‘Het enige soort vrouw dat jij kunt krijgen!’Terwijlde deur achter Bernie dichtklapte, zaten zijn maten alweerte lachen. De vrouw kreeg een vers glas gin aangebodenwaarmee ze naar Julia liep.

‘Hier, je ziet eruit alsof je het harder nodig hebt dan ik.’Ze zette het glas neer en stak haar hand uit: ‘Mary heet ik.Mary Jane Kelly.’

‘Kijk eens,’ zei moeder.‘Die is mooi.’Ze wees naar een etalage waarin paspoppen opgesteld

stonden; de pop waar moeder naar wees droeg een eenvou-dige, grijze rok met een zwarte band langs de zoom, en eenwitte kanten blouse met een ingewerkt motief van krullen-de ranken. De mouwen waren licht poffend ingezet, waar-door ze ruim en mooi plooiend naar beneden vielen ensierlijk uitkwamen in brede manchetten, die strak om depols gedragen moesten worden. De boord was versierd metelegant borduurwerk in wit garen, genaaid in volmaaktregelmatige steken. Moeder keek er verlangend naar.

‘Die zou jou mooi staan.’Julia keek er ook naar: het was het witste wit dat ze in

jaren had gezien. Het ragfijne kant leek haast licht te geven.Ze hoefde niet naar het kaartje dat eraan hing te kijken omte weten dat het een onbereikbaar kledingstuk was; maarmooi, ja, mooi was het wel.Veel te mooi voor iemand zoals

23

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 23

Page 17: julia's schaduw

zij. Ze trok moeder weg van de etalage, voordat ze zelf ooknaar die blouse ging verlangen.

‘Kom, anders kom ik nooit bij Mary aan.’Moeder liep alweer mee.

Mary deed de deur voor Julia open en gebaarde dat ze bin-nen moest komen.

‘Wil je thee?’Julia keek in verbazing naar de spullen die op de tafel

lagen: brood, boter, thee, suiker, spek, lampolie… ‘Heeft Josie weer werk?’ vroeg ze.‘Voor twee weken maar. Hij werkt aan de nieuwe brug

die ze aan het bouwen zijn, bij de Tower.Wil je ook eenboterham?’

Julia knikte gretig.Warme thee en iets te eten, dat klonklekker. Mary kookte water en sneed eens langs het brood,smeerde een royale laag boter op de snee en gaf hem aanJulia.

‘Eten, jij. Je ziet er weer veel te moe uit.’Julia pakte het brood dankbaar aan. Ze gingen aan de

tafel bij het smalle raam zitten, Mary languit op haar elle-boog leunend en lui gapend, terwijl ze af en toe in haarhete thee blies.

‘Is Jim al terug?’ Ze keek kritisch naar Julia’s gezicht, datnog de sporen droeg van de ruzie die ze met Jim had gehadop de avond dat hij wegging. Gisteren had Mary er luidkeelsschande van gesproken; vandaag zweeg ze er gelukkig over.

Julia schudde haar hoofd.‘Ach meid, wat kan jou het schelen,’ zei Mary met een

wuivend handgebaar. ‘Hoef je je door hem tenminste ookniet te laten bepotelen. Lekker rustig.’

24

opmk.'JuliasSchaduw' 14-04-2009 12:27 Pagina 24