J:Project40841. documenten (planningen,...

102
www.nelissenbv.nl DEFINITIEF ONTWERP WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES NIEUWBOUW BREDE SCHOOL AMEIDE

Transcript of J:Project40841. documenten (planningen,...

Page 1: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

www.nelissenbv.nl

DEFINITIEF ONTWERPWERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIESNIEUWBOUW BREDE SCHOOL AMEIDE

Page 2: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

www.nelissenbv.nl | Postbus 1289 | 5602 BG Eindhoven | Larixplein 7 | +31 (0)40 248 46 56 | [email protected] | KvK 17137297

DEFINITIEF ONTWERPWERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIESNIEUWBOUW BREDE SCHOOL AMEIDE

6 december 20174018.019.uw.fha

opdrachtgever Gemeente ZederikPrinses MArijkeweg 14231 BP MeerkerkTel. +31 (183) 35 65 00E_mail: [email protected]

projectmanager ICS adviseursPostbus 591121040 KC AmsterdamTel. +31 (88) 235 04 27E-mail: [email protected]

architect RoosRos ArchitectenPostbus 16313260 BC Oud-BeijerlandTel. +31 (186) 69 15 80E-mail: [email protected]

adviseur Nelissen ingenieursbureau b.v.installaties en bouwfysica Postbus 1289

5602 BG EindhovenTel. +31 (40) 248 46 56E-mail: [email protected]

stabulicentienummer 970901E

gezien .

verificatie .

Page 3: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

INLEIDING

Het bouwproject bestaat uit de werktuigbouwkundige installaties ten behoeve van de realisering vande nieuwbouw van een brede school te Ameide. De nieuwbouw wordt gerealiseerd op de huidigelocatie van de Hendrik van Brederodeschool aan de Liesveldweg te Ameide.

Dit defnitief ontwerp beschrijft de installatieprincipes voor de gebouwgebonden werktuigbouwkundigeinstallaties, bestaande uit:- terreinriolering- hemelwaterafvoeren- binnenriolering- koud- en warmtapwaterinstallaties- sanitair- brandbestrijding- aardgas- perslucht- centrale verwarming- luchtbehandeling- koeling- regeltechnische installatie

In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes van de nieuw te realisereninstallaties zijn weergegeven. De tekeningen, de bijlagen en het tekstdocument vormen een geheelen vullen elkaar daar waar noodzakelijk aan

Dit definitief ontwerp bevat de technische richtlijnen waaraan de werktuigbouwkundige installatiesdienen te voldoen. Dit betekent dat de principes vastgelegd zijn en een systeemkeuze gemaakt is.Daar waar de opdrachtgever en/of adviseur een voorkeur heeft voor toepassing van fabricaten, zijndeze vermeld. Deze fabricaten dienen als richtlijn voor de kwaliteit van de te realiseren installaties.

Het verder uitwerken van dit definitief ontwerp naar contractstuk vereist een stuk ontwerp van deaannemer zelf.Alle niet vernoemde onderdelen die voor het goed functioneren van de installatie benodigd zijn,dienen door de aannemer te worden opgenomen. Daar waar vermogens of aantallen zijn vermeld,betreffen dit inschattingen van de adviseur. I

Page 4: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

INHOUDSOPGAVEOVERZICHT BIJLAGEN 1

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 2

00 ALGEMEEN 300.02 AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN UAV 2012 3

TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING 4

09 TECHNISCHE UITVOERINGSASPECTEN 509.00 TECHNISCHE UITVOERINGSASPECTEN 5

14 BUITENRIOLERING EN DRAINAGE 2214.00 ALGEMEEN 2214.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 2314.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 2414.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 24

50 DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN 2550.00 ALGEMEEN 2550.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 2650.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 2750.19 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 28

51 BINNENRIOLERING 2951.00 ALGEMEEN 2951.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 3151.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 3151.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 32

52 WATERINSTALLATIES 3352.00 ALGEMEEN 3352.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 3552.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 3752.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 38

53 SANITAIR 3953.00 ALGEMEEN 3953.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 41

54 BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIES 4354.00 ALGEMEEN 4354.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 4454.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 4454.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 45

55 GASINSTALLATIES 46

4084.019.uw.fha.stb I

Page 5: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

55.00 ALGEMEEN 4655.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 4755.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 4855.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 48

60 VERWARMINGSINSTALLATIES 5060.00 ALGEMEEN 5060.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 5260.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 5460.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 56

61 VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES 5861.00 ALGEMEEN 5861.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 6261.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 6461.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 6661.14 PROEFOPSTELLING 66

62 KOELINSTALLATIES 6862.00 ALGEMEEN 6862.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 7062.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 7162.13 BEPROEVEN, REGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN 72

68 REGELINSTALLATIES 7368.00 ALGEMEEN 7368.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 7668.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 8268.13 KEURING EN BEPROEVING 83

70 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES 8470.00 ALGEMEEN 8470.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN 86

BIJLAGEN 87

BIJLAGE 1: VENTILATIETABEL 88BIJLAGE 2: VOORKEURSFABRICATEN 89BIJLAGE 3: COMMUNICATIEMODEL BRL 6000 90

4084.019.uw.fha.stb II

Page 6: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

OVERZICHT BIJLAGENBij de beschrijving van het werk behorende tekeningen:de werktuigbouwkundige installatietekeningen volgens tekeningenlijst met nummer 4084W-DO-A01d.d. 6 december 2017

4084.019.uw.fha.stb 1

Page 7: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

4084.019.uw.fha.stb 2

Page 8: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

00 ALGEMEEN

00.02 AANVULLENDE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN UAV 2012

00.02.02 VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN01. ALGEMEEN

De bouwkundige en constructieve tekeningen en teksten maken een integraalonderdeel uit van de installatie stukken. De aannemer van het installatie deel wordtgeacht kennis te nemen van alle bouwkundige en constructieve stukken voor zoverdit nodig is om het ontwerp verder uit te werken

Hierbij dient de aannemer van het installatie deel onder andere te kijken naarbouwkundige hoogten boven en onder verlaagde plafonds, kruipruimten enconstructieve details ed.

00.02.31 VERBAND MET ANDERE WERKEN01. WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN

Door derden worden uitgevoerd:- de aansluiting op het openbaar riool- de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de waterleiding op het

leidingnet van het waterleverend bedrijf.- de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de gasleiding op het

leidingnet van het gasleverend bedrijf.- de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de elektrotechnische

installatie op het leidingnet van het elektriciteitleverend bedrijf.- de telefooninstallatie- de antenne-inrichting- de liftinstallatie- de elektrotechnische installatie- de communicatie-installatie- het grondwerk- de zonweringsinstallaties- de gevelonderhoudsinstallaties- bouwkundige voorzieningen

90. WERKZAAMHEDEN VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE AANNEMERDoor derden worden uitgevoerd:De voorzieningen voor de elektrotechnisch aannemer ten behoeve van dewerktuigbouwkundige installaties:- 1 stuks a.s.p. regelkast- 1 stuks a.s.p. regelkast wko- 1 stuks a.s.p. warmtepomp- 1 stuks a.s.p. lokale koeling- 5 stuks a.s.p. elektrische boiler

4084.019.uw.fha.stb 3

Page 9: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING

4084.019.uw.fha.stb 4

Page 10: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

09 TECHNISCHE UITVOERINGSASPECTEN

09.00 TECHNISCHE UITVOERINGSASPECTEN

09.00.00 ALGEMEEN90. ALGEMEEN

Hoofdstuk 09 is alleen van toepassing op de technische installaties diedaadwerkelijk zijn omschreven.

91. FSC KEURMERKAl het hout wat gebruikt wordt ten behoeve van welkwerktuigbouwkundig/elektrotechnisch installatiedeel dan ook (zoals achterhout,verstevigingsplankjes e.d.) dient duurzaam geproduceerd hout te zijn en dientvoorzien te zijn van een FSC keurmerk (Forest Stewardship Council). Hierop isgeen uitzondering toegestaan.Indien de installatietechnische aannemer niet gecertificeerd is voor levering vanduurzaam hout, dient derhalve het betreffende hout door de FSC-gecertificeerdebouwkundige aannemer geleverd en gemonteerd te worden.Het hout, houtproduct of houttoepassing ten behoeve van de installaties dient tevoldoen aan de omschrijving in het bouwkundige deel.In het bouwkundige deel ten behoeve van bouwkundige aannemer/installateursdient bij het omschreven hout, houtproduct of houttoepassing omschreven teworden dat er duurzaam geproduceerd hout dient te worden toegepast.

09.00.01 TECHNISCHE UITGANGSPUNTEN90. ALGEMEEN

definitie leefzone:De leefzone is gedefinieerd als:hoogte: 0,1 tot 1,80 mvanaf de gevel: 0,50 mvanaf de binnenwand: 0,30 m

Luchtsnelheid leefzone:- zomer: ≤ 0.23 m/s - winter: ≤ 0.19 m/s

91. TEMPERATURENbuitenluchtcondities winter zomer- luchttemperatuur -10°C 30°C *1- relatieve vochtigheid 90% 55%- absloute vochtigheid 1 gr/kg 14.8 gr/kg- windsnelheid 7 m/s 1 m/s

*1 voor de condensoren en de drycooler een luchttemperatuur van 35°C aanhouden

interne koellastPatch ruimte : 5 kW

Winter

4084.019.uw.fha.stb 5

Page 11: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- kantoren : 22°C.- spreekkamers : 22°C- onderwijsruimten : 20°C- bibliotheek : 20°C- open leergebieden : 20°C- groepsruimten KDV : 21°C- groepsruimten PSZ : 21°C- speellokaal : 19°C- verkeersruimte : 18°C- toiletruimte : 15°C- technische ruimten : 10°C- bergruimte : 10°C

Zomer- kantoren : *1- spreekkamers : *1- onderwijsruimten : *1- bibliotheek : -- open leergebieden : *1- groepsruimten KDV : *1- groepsruimten PSZ : *1- speellokalen : *1- verkeersruimten : -- toiletruimten : -- technische ruimten : -- bergruimte : -

*1 Voor deze ruimten moet men voldoen aan de eisen zoals gesteld in Frissescholen klasse B waarbij geldt dat:operatieve temperatuur binnen = 0,33 x lopende gemiddelde buitentemperatuur+18,8 ± 3°C (NEN-EN 15251, annex A2, Cat II).

TEMPERATUUROVERSCHRIJDINGSBEREKENING UITGANGSPUNTEN:- kantoren:

personen : cf ventilatietabel100% van de tijd

activiteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : 15 W/m² .gebruikerstijden : 8.00-18.00

- spreekkamers::personen : cf ventilatietabel

50% van de tijdactiviteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : 5 W/m² .gebruikerstijden : 8.00-18.00

- onderwijsrumten:personen : cf ventilatietabel

4084.019.uw.fha.stb 6

Page 12: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

100% van de tijdactiviteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : 15 W/m²

(minimaal 750 W)gebruikerstijden : 8.00-18.00

- bibliotheekpersonen : cf ventilatietabel

100% van de tijdactiviteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : 15 W/m²gebruikerstijden : 8.00-18.00

- open leergebieden:personen : cf ventilatietabel

100% van de tijdactiviteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : 15 W/m² .

(minimaal 750 W)gebruikerstijden : 8.00-18.00

- groepsruimten KDV:personen : cf ventilatietabel

100% van de tijdactiviteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : n.v.t.gebruikerstijden : 8.00-18.00

- groepsruimten PSZ:personen : cf ventilatietabel

100% van de tijdactiviteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : n.v.t.gebruikerstijden : 8.00-18.00

- speellokalen:personen : cf ventilatietabel

100% van de tijdactiviteit : 80 W/p.p.verlichting : 6 W/m²apparatuur : n.v.t..gebruikerstijden : 8.00-18.00

Uitgangspunten:- ISSO publicatie 32: uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen (laatsteuitgave)- ISSO publicatie 8: berekening van het thermische gedrag van gebouwen bij

4084.019.uw.fha.stb 7

Page 13: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

zomer-ontwerpcondities (laatste uitgave)- Ministerie van VROM (Rijksgebouwendienst):temperatuursimulatieprogramma's een richtlijn voor gebruik (laatste uitgave)- referentiejaar RA2008T1- luchtinblaastemperatuur 17 °C- rekenperiode 1/1 - 5/7 en 16/8 - 31/12- thermische eigenschappen scheidingsconstructies: conform bouwkundigetekeningen. Daar waar uit energieprestatieberekeningen strengere waarden volgen,zullen deze moeten worden aangehouden. De energieprestatieberekening is op tevragen bij de opdrachtgever.De temperatuuroverschrijding te berekenen met VABI-programma Elements laatsteversie

92. LUCHTHOEVEELHEDENafzuighoeveelheden:de afzuighoeveelheden die moeten worden aangehouden, zijn aangegeven optekening en komen overeen met de luchthoeveelheden zoals aangegeven in deventilatietabel

HIerbij moet minimaal voldaan worden aan de eisen van het bouwbesluit en FrisseScholen B;- minimaal 8.5 l/s/p.p.- CO2 -concentratie in lokalen van 950 ppm- buitenconcentratie van 400 ppm- CO2 productie van 18 l/h/p.p.

Bovengenoemde aanvullende eis voor Frisse scholen geldt voor de volgenderuimten:

- onderwijsruimten- open leergebieden- groepsruimten KDV- groepsruimten PSZ- speellokaal

Een en ander zoals aangegeven in de ventilatietabel93. GELUID

GELUIDSEISEN PER RUIMTEHet maximaal toelaatbare geluidsniveau (LI,A) ten gevolge van allegebouwinstallaties samen dient in de volgende ruimten niet hoger te zijn dan:

- kantoren : 35 dB(A)- spreekkamers : 35 dB(A)- onderwijsruimten : 33 dB(A)- bibliotheek : 35 dB(A)- open leergebieden : 33 dB(A)- groepsruimten KDV : 33 dB(A)- groepsruimten PSZ : 33 dB(A)- speellokaal : 33 dB(A)- verkeersruimte : 40 dB(A)- toiletruimte : 40 dB(A)- technische ruimte : 60dB(A)

4084.019.uw.fha.stb 8

Page 14: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- bergruimte : 40 dB(A)

Het gemiddeld geluidniveau (LAeq) ten gevolge van elke gebouwinstallatie apartdient niet hoger te zijn dan bovenstaande geluidniveaus -/- 5 dB(A).

Indien de installatie niet aan de boven genoemde geluideisen voldoet dienen eraanpassingen te worden verricht totdat wel voldaan wordt aan de eisen. Dit dientuiteindelijk te worden aangetoond door een meetrapport opgesteld conform deNEN 5077.

Voor de geluidoverlast door technische installaties in of aan het gebouw naar deomgeving moeten de streefwaarden worden aangehouden zoals is vereist volgensde wet Milieubeheer.Als streefwaarde mag de geluidproductie van de technische installatie, gemeten op1 meter voor de dichtstbijzijnde gevel van een ander perceel, de onderstaandewaarden niet overschrijden:- 07.00 - 19.00 uur : 50 dB (A)- 19.00 - 23.00 uur : 45 dB (A)- 23.00 - 07.00 uur : 40 dB (A)Bovengenoemde waardes gelden ook voor de eigen gevels tijdens gebruikstijden.

Voor nagalmtijd aanhouden:- kantoren : 0.8 sec- spreekkamers : 0.8 sec- onderwijsruimten : 0.5 - 0.7 sec- open leergebieden : 0.5 - 0.7 sec- groepsruimten KDV : 0.5 - 0.7 sec- groepsruimten PSZ : 0.5 - 0.7 sec- speellokaal : 0.8 - 1.0 sec- verkeersruimte : 1.0 sex- toiletruimte : n.v.t.- technische ruimte : n.v.t.- bergruimte : n.v.t.

09.00.10 LEIDINGEN EN TOEBEHOREN90. ALGEMEEN

Alle leidingen dienen strak en onder de juiste helling gemonteerd te worden.Verticale leidingen strak en zuiver loodrecht monteren, bevestigd met pijpbeugels.Sokken in naast elkaar te monteren verticale leidingen op dezelfde hoogteaanbrengen, bij voorkeur boven pijpbeugels.De gaten tot Ø 35 mm dienen door de aannemer geboord te worden. De in hetzicht lopende leidingen en kanalen dienen een ordelijk en regelmatig geheel tevormen terwijl de onderlinge afstand van evenwijdige leidingen overal gelijk moetzijn.

Het leidingnet dient spanningsvrij gemonteerd te worden, met voldoendemogelijkheid tot krimp en uitzetting. Uitzetten en krimpen dient geluidloos tegeschieden. Het aantal benodigde expansiebochten beperken tot het striktnoodzakelijke. De expansiebochten dienen aan weerszijde te worden voorzien vaneen geleidingsconstructie bestaande uit een huls van voldoende diameter en lengtemet uitgehaalde einden.

4084.019.uw.fha.stb 9

Page 15: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

De ondersteuning-, geleidings- en vastpuntconstructies dienen op deuitvoeringstekeningen gedetailleerd te worden aangegeven. Indien omstandighedenexpansiebochten niet toelaten, dient de expansie opgevangen te worden doordeugdelijke compensatoren en vaste puntconstructies.Compensatoren dienen tussen geleidebeugels te worden gemonteerd, omtorsiekrachten te voorkomen.

De scherpe kanten van buizen en hulpstukken dienen in- en uitwendig te wordenverwijderd. Voor montage alle leidingen uitkloppen. Waar de montage wordtonderbroken de leidingen afdichten.

Daar waar tapwaterleidingen voor muren en wanden komen dienen zij bevestigd teworden met verhoogde plastic muurzadels. Tapwaterleidingen in muursleuvendienen te zijn voorzien van flexibele mantelbuis.

Horizontale leidingen uit PE ten behoeve van de vuilwaterinstallatie over de vollelengte ondersteunen door middel van profielgezette verzinkt stalen goot of doormiddel van halfschalen van verzinkt plaatstaal. Bij toepassing van halfschalen,onder de fittingen geen schalen aanbrengen.Horizontale leidingen uit kunststof ten behoeve van de vuilwaterinstallatie in dekruipruimte beugelen aan de funderingsconstructies of ophangen aan de beganegrond vloer.De hoofdleidingen en aftakkingen van afvoerleidingen dienen tot een goed vloeiendgeheel samengebouwd te worden met gebruik van 45° bochten en stroomT-stukken.Aftakkingen voor latere aansluitingen dienen te zijn voorzien van schroefdeksels.Waar de leidingloop in stalen leidingen dit vereist dienen luchtpotten te wordengemonteerd. Luchtpotten op leidingen met een doorlaat tot 200 mm vervaardigenvan naadloze stalen pijp volgens NEN 2323 met een middellijn die ca. 50 mmgroter is dan die van de betreffende leiding; luchtpotten op leidingen met eendoorlaat van 200 mm en groter met een middellijn gelijk aan die van de betreffendeleiding. Luchtpotten mogen niet door middel van een aansluitleiding met eengeringere doorlaat dan de leiding zelf op de te ontluchten leiding wordenaangesloten. Luchtpotten voorzien van een 3/8" ontluchtingsleiding van zodanigelengte en vorm, dat het aan het einde aan te brengen luchtventieltje, van de vloer afgerekend, binnen handbereik kan worden geplaatst.

09.00.20 DOORVOERINGEN90. LEIDINGEN

Bij leidingdoorvoeren door wanden of vloeren moet gebruik gemaakt worden vanpassende mantelbuizen over de volle lengte, die door de aannemer van dit bestekmoeten worden geleverd en door de bouwkundige aannemer moeten wordeningestort of ingemetseld. De ruimte tussen de doorgevoerde leiding en demantelbuis moet door de aannemer van dit bestek worden opgevuld met steenwolmet een massa van 30 kg/m3.Doorvoeren door de gasinkoopruimte en technische ruimten moeten gasdichtworden uitgevoerd. Bij zichtwerk moeten de mantelbuizen worden afgewerkt meteen rozet. De mantelbuizen dienen op een deugdelijke manier te worden verankerden mogen niet klemmen op de leidingen. Mantelbuizen door vloeren dienen in staalen mantelbuizen door wanden dienen in kunststof te worden uitgevoerd. Bijvloerdoorvoeringen in natte groepen en ruimten die voorzien zijn van een afvoerputjedienen de mantelbuizen van roestvrij materiaal te zijn en ca. 50 mm boven de

4084.019.uw.fha.stb 10

Page 16: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

afgewerkte vloer uit te steken. In niet natte ruimten dienen de mantelbuizen opgelijke hoogte als de afgewerkte vloer te eindigen. In de buitenmuren dienenspeciale doorvoeringen te worden toegepast die een waterdichte doorvoeringverzekeren. Doorvoeringen door constructies met een brandwerendheid van 30minuten of meer dienen dezelfde brandwerendheid te bezitten als de constructie.

Uitvoering van doorvoeringen:bij een geluidisolatievanaf… uitvoering van de doorvoering

R’w = 28 dB maximale kier rondom 10 mm,voor het overige geen voorzieningen

R’w = 33 dB sparingen rondom kanalen passend uitvoeren, kieren terplaatse van leidingdoorvoeren maximaal 10 mm

R’w = 38 dB sparingen rondom passend uitvoeren en éénzijdig afkitten(kit op rugvulling), of éénzijdig kontramallen in dethermische isolatielaag

R’w = 43 dB sparingen rondom passend uitvoeren en tweezijdig afkitten(kit op rugvulling), of tweezijdig kontramallen in dethermische isolatielaag

R’w = 48 dB geen doorvoeringen91. KANALEN

Bij kanaaldoorvoeren door bouwkundige scheidingsconstructies waaraanbrandeisen en/ of geluideisen zijn gesteld, dienen de sparingen aan alle zijden vande kanalen minimaal 10 mm groter te zijn dan de kanaalafmetingen.

Brandwerende en overige scheidingen:Grote sparingen (groter dan 25 mm aan alle zijden van de kanalen) worden door debouwkundig aannemer eerst aangeheeld tot ca. 25 mm aan alle zijden van dekanalen aan beide zijden van de scheidingswand. De (rest)sparingen tussen dekanaalwanden en de bouwkundige constructies (max. 25 mm van constructie totkanaalwand) dienen door de aannemer afgewerkt te worden met minerale wol meteen persing van 30 kg/m3 en afgewerkt te worden met een afdeklat enbrandwerende kit (indien geen brandeis kan volstaan worden met elastischblijvende kit) aan beide zijden van de scheidingswand. Doorvoeren van kanalendoor brandwerende constructies met een WBDBO van 20 en hoger, moetenvoorzien worden van een goedgekeurde brandklep. Brandwerende afdichtingendienen door een gecertificeerd bedrijf te worden uitgevoerd. De restmaat tussenbrandklep en wand moet door de aannemer brandwerend worden afgewerkt.Voor brandcompartimentering wordt verwezen naar de laatste bouwkundigetekeningen.

Uitvoering van doorvoeringen:bij een geluidisolatievanaf… uitvoering van de doorvoering

R’w = 28 dB maximale kier rondom 10 mm,voor het overige geen voorzieningen

R’w = 33 dB sparingen rondom kanalen passend uitvoeren, kieren terplaatse van leidingdoorvoeren maximaal 10 mm

R’w = 38 dB sparingen rondom passend uitvoeren en éénzijdig afkitten(kit op rugvulling), of éénzijdig kontramallen in de

4084.019.uw.fha.stb 11

Page 17: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

thermische isolatielaagR’w = 43 dB sparingen rondom passend uitvoeren en tweezijdig afkitten

(kit op rugvulling), of tweezijdig kontramallen in dethermische isolatielaag

R’w = 48 dB geen doorvoeringen

09.00.30 VERBINDINGEN EN AFTAKKINGEN90. ALGEMEEN

Voor fittingwerk aan stalen draadpijp uitsluitend randfittingen toepassen, inverzinkte leidingen alleen verzinkte fittingen toepassen. Voor aansluiting vanleidingen op appendages en toestellen flenzen toepassen met dezelfde afmetingen druktrap als die op de appendages c.q. toestellen zijn aangebracht.Flensverbindingen in leidingen met verschillende materiaalsamenstelling uitvoerenmet isolatieflenzen.

De openingen van aftakkingen op verdeel- en verzamelstukken uithalen tot eenvoldoende hoge opstaande kraag is verkregen om een in een vlakliggenderondgaande lasnaad te kunnen maken. Vloeimiddelen benodigd bijsoldeerverbindingen in koperen pijp dienen te voldoen aan de betreffende KIWAvoorschriften. Van de vloeimiddelen niet meer gebruiken dan nodig is voor hetmaken van de verbinding en het overtollige vloeimiddel verwijderen. Hetleidinggedeelte zo snel mogelijk doorspoelen met water.

De toe te passen lasmethode behoeft goedkeuring van de directie en dient op deuitvoeringstekeningen te worden vermeld.

De elektroden en lasstaven dienen door officieel erkende keuringsinstanties te zijngoedgekeurd en moeten op de uitvoeringstekening worden aangegeven (fabrikaaten type).

De laszone dient vrij te zijn van giet- of walshuid, dubbelingen, vuil, roest, verf e.d.

Alvorens met de uitvoering van het laswerk mag worden begonnen, dient tengenoegen van de directie te worden aangetoond, dat met de toe te passenlasmethode en door de voor de uitvoering van het laswerk aangewezen lassers,laswerk van de vereiste kwaliteit kan worden vervaardigd.

Verder zal door de directie aandacht worden besteed aan de toestand vanlasapparatuur, aan de beschikbare hulpmiddelen en aan de omgeving, waarin hetlaswerk wordt uitgevoerd.

91. WARMWATERLEIDINGENDe leidingen met hulpstukken zijn samen te stellen door middel van lassen.Appendages in het leidingnet opnemen door middel van koppelingen van 1/2" toten met 5/4" en daarboven door middel van flenzen.

92. KOUD- EN WARMTAPWATERLEIDINGENDe koperen leidingen met de hulpstukken verbinden door middel van hard-solderen. Het te gebruiken hardsoldeer moet cadmium vrij zijn. Leidingen t/m 22mm mogen worden verbonden door messing persfittingen.Aftakkingen t/m 35 mm uitvoeren met messing soldeerfittingen.Leidingen groter dan 35 mm uittrompen en hardsolderen of met roodkoperenfittingen hardsolderen. Alle hulpstukken dienen voorzien te zijn van het KIWA

4084.019.uw.fha.stb 12

Page 18: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

keurmerk.93. KOELWATERLEIDINGEN

De leidingen en hulpstukken zijn samen te stellen door middel van lassen.Appendages in het leidingnet opnemen door middel van koppelingen van 1/2" toten met 5/4" en daarboven door middel van flenzen.

09.00.40 LEIDINGOPHANGING- EN BEVESTIGING90. ALGEMEEN

De ondersteuningsafstand van horizontale en verticale leidingen zodanigaanbrengen dat een strakke en mechanisch sterke leidingmontage wordtverkregen. Bij staalplaatdaken (indien van toepassing) dient men de bevestigingover meerdere golven te verdelen.

Voor de ophanging van de leidingen dienen beugels te worden toegepast van eenzodanig materiaal dat aantasting of beschadiging van de leiding is uitgesloten.

De ophangingen en ondersteuningen van de leidingen en toebehoren enerzijds ende ophangingen en ondersteuningen van de overige toestellen en apparatenanderzijds dienen zodanig te zijn, dat zij elkaar onderling niet belasten.

Het gewicht van de leidingen met appendages mag niet op de aangeslotencomponenten steunen, leidingen mogen niet worden opgehangen aan beugels,banen e.d. die ten dienste van andere installaties zijn gemonteerd.

De leidingen dienen zodanig te worden bevestigd c.q. opgehangen, dat geentrillingen op de bouwkundige constructies worden overgebracht.

Alle ondersteuningen en ophangingen dienen zonder geluidproductie zodanig tezijn, dat een gemakkelijk uitzetten en krimpen mogelijk is. De ondersteuningendienen gedetailleerd op de uitvoeringstekening te worden aangegeven.

De toe te passen beugels ten behoeve van de gekoelde waterleidingen mogen nietin de isolatie worden opgenomen.

Alle bouten, moeren, ringen, trekstangen, draadstangen en anderbevestigingsmateriaal leveren en monteren in corrosiewerende uitvoering. Voor degekoeld waterinstallatie dienen echter de bouten, moeren en ringen vanroestvrijstaal te zijn (RVS 304). De leidingen vastzetten en/of ophangen afhankelijkvan de situatie ter goedkeuring van de directie.

De beugels voor het ophangen van de kunststofleidingen behoren van een zodanigeconstructie te zijn, dat de buizen in axiale richting kunnen schuiven. In verbandhiermee dienen de beugels op enige afstand van de fittingen te worden geplaatst.

91. WARM-, GEKOELDWATERLEIDINGENLeidingdiameter: t/m DN 40- Uitvoering Flamco-beugel- Draadstang M 8- Hor. afstand DN15:1,2; DN20:1,4; DN25:1,7; DN32: 2,0; DN40:2 meter- Vert. afstand DN15:2,4; DN20:2,8; DN25 t/m DN40: verdiepingLeidingdiameter: DN 50 t/m DN 200- Uitvoering Flamco-beugel- Draadstang M 8 / M10

4084.019.uw.fha.stb 13

Page 19: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- Hor. afstand DN50: 2,2; DN65: 2,7; DN80: 3,0 meterDN100 t/m DN150: 4,0 meter, DN200: 2,0 meter

- Vert. afstand DN50 t/m DN200: verdieping

Voor leidingen t/m DN 50 is het gebruik van "Caddy"-klemmen toegestaan.92. KOUD- EN WARMTAPWATERLEIDINGEN

koper: conform Water-werkblad WB 3.6 tabel 1.1.kunststof: conform voorschriften fabrikant

93. BEVESTIGING VENTILATIEROOSTERSBij een modulair inlegplafond is de leverancier van het plafond verantwoordelijk voorvoldoende draagkracht van het plafond m.b.t. het afhangen van deventilatieroosters.Bij een niet-modulair plafond dient elk ventilatierooster separaat afgehangen teworden door de aannemer.In de ruimten van het kinderdagverblijf dient bij elk rooster een extra beveiligingopgenomen te worden.

09.00.50 ISOLATIE90. ALGEMEEN

Met het aanbrengen van de isoleren mag niet worden begonnen alvorens eengeslaagde drukbeproeving heeft plaatsgevonden.

Isolatiemateriaal dient in droge toestand te worden verwerkt volgens voorschriftenvan de fabrikant of leverancier; tijdens het isoleren dienen de nodigevoorzorgsmaatregelen te worden getroffen tegen ongunstige weersinvloeden,bijvoorbeeld leidingen die in de schalen staan afdekken tegen regen en sneeuw;verontreinigingen en beschadigingen van toestellen, apparaten, wanden en vloerenenz. dienen te worden voorkomen.Overtollig isolatiemateriaal dient zo snel mogelijk te worden verwijderd.

Van alle te verwerken isolatiematerialen dienen voor de aanvang van het isolerenmonsters te worden overlegd, elk monster vergezeld van een rapport van Efectiso.g., met betrekking tot de ontvlambaarheid, de vlamuitbreidendheid, vlamoverslagen rookontwikkeling.

Alvorens de leidingen en apparaten te isoleren dienen deze roestvrij en op de juistewijze te zijn gegrondverfd en van vet en vuil te zijn ontdaan.Na het gereedkomen van de isolatiewerkzaamheden of een gedeelte daarvan,dienen de verontreinigingen, die ondanks de genomen maatregelen toch mochtenzijn ontstaan, grondig te worden verwijderd.

Schalen c.q. stroken of platen dienen zuiver te passen waarbij de langs- endwarssneden goed moeten sluiten; platen dienen haaks te zijn. Noch het toe tepassen isolatiemateriaal, noch eventueel de onderlaag, mag enig bindmiddelbevatten dat voor het materiaal van de installatie schadelijk is. In die gevallen waareen verfafwerklaag zal worden toegepast mag de isolatie-afwerking geenschadelijke stoffen bevatten die de verflaag kunnen aantasten.

Alle in het zicht blijvende afwerkingen van de isolatie dienen vlak en glad te zijn,ongeacht of deze door derden zullen worden geschilderd.

Alle leidingen dienen geheel afzonderlijk te worden geïsoleerd; ook de isolatie van

4084.019.uw.fha.stb 14

Page 20: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

elkaar kruisende leidingen dient te gescheiden blijven. Waar isolatie van leidingenen kanalen wordt onderbroken of beëindigd, dienen de uiteinden schuin te wordenafgewerkt. Voor niet diffusiedichte isolatie dient de isolatie bij flensverbindingen,afsluiters en appendages te worden onderbroken en moeten de leidingen enkanalen over een lengte van ca. 30 mm uit vloer of muur ongeïsoleerd gelatenworden, terwijl bij flensverbindingen, afsluiters en appendages voldoende ruimtedient te zijn voor het lossen van de bouten.Waar diffusiedicht geïsoleerde leidingen of kanalen door vloeren of muren gaan,ook in ruimten waar deze zijn weggewerkt, zoals in kruipruimten, onder vloeren enin verlaagde plafonds, dient de isolatie ononderbroken worden uitgevoerd;flensverbindingen, appendages enz. dienen als een geheel te wordenmeegeïsoleerd.De isolatie dient scheurvrij te worden opgeleverd.

Kanaalondersteuningen en bevestigingen mogen bij dampdichte isolatie niet zijnopgenomen in de isolatie. De isolatie moet ononderbroken doorlopen in deondersteuningen. Hetzelfde geldt voor leidingen met een dampdichte afwerking.

Daar waar isolatie door regelmatig transport of ruwe werkzaamheden kan wordenbeschadigd, dienen voor de afwerking aanvullende beschermende maatregelengetroffen te worden. Dit kan in de vorm van een harde afwerking of doormechanische beschermingsconstructies.

Regelafsluiters zodanig isoleren dat alle inregelwerkzaamheden zonderbeschadiging van de isolatie kunnen worden uitgevoerd. Thermostaten e.d. dienenzonder beschadigingen van de isolatie uit de zakbuizen te kunnen wordenverwijderd.

91. WARMWATERLEIDINGENIsolatiedikte:- Leidingdiameter Dikte (mm)

- DN 15 t/m 40 25- DN 50 t/m DN 80 30- DN 100 t/m DN 200 40

92. KOUD- EN WARMTAPWATERLEIDINGENUitvoering:De isolatie moet aangebracht worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Deisolatie dient diffusiedicht te worden uitgevoerd.Isolatiedikte:- Leidingdiameter Dikte (mm)

- DN 10 t/m DN 42 koudwater AF 9- vanaf DN 54 koudwater AF13- DN 10 t/m DN 42 warmwater SH 10- vanaf DN 54 warmwater SH 13

- AppendagesDeze worden over het algemeen niet geïsoleerd behalve daar waar bij

koudwaterleidingen condensgevaar bestaat.93. KOELWATERLEIDINGEN

Uitvoering:De isolatie moet aangebracht worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Deisolatie dient diffusiedicht te worden uitgevoerd.Standaard isolatiedikte:- Leidingdiameter Dikte (mm)

4084.019.uw.fha.stb 15

Page 21: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- DN15 t/m DN 25 9- vanaf DN 32 13

In ruimten met een hogere ruimtetemperatuur en/of relatieve vochtigheid dient deaannemer de isolatiedikte te berekenen.- Appendages

Deze dienen volledig te worden meegeïsoleerd in dezelfde dikte als debetreffende leiding

- Voorraadvaten en koelmachines in koelwatersystemen:De isolatie moet aangebracht worden volgens de voorschriften van defabrikant; isolatiedikte 13 mm.

94. LUCHTKANALENUitwendig:Bij rechthoekige kanalen dienen de isolatiedekens om de kanalen te wordenaangebracht.

Als plakmiddel dient een daarvoor aangepaste hittebestendige en plastischblijvende lijm te worden gebruikt, zo mogelijk door de leverancier van hetisolatiemateriaal te leveren.

Kopse kanten van platen en schalen over de gehele lengte van lijm voorzien zodateen geheel gesloten isolatie ontstaat.

Indien er bedrijfsomstandigheden te verwachten zijn, waarbij dekanaalwandtemperatuur daalt tot onder het dauwpunt van de omgevingslucht, dientvoornoemde isolatie dampdicht te worden afgewerkt.

Isolatiedikte (mm) dampdicht (Armaflex) 13Isolatiedikte (mm) niet dampdicht (steenwol) 25Inwendige isolatie mag niet worden toegepast.

Voor het inwendig behandelen van buitenluchtaanzuigkanalen dient Vikote (Sigma)toegepast te worden.

95. HEMELWATERAFVOERLEIDINGENDe isolatie aan te brengen volgens de voorschriften van de fabrikant.

09.00.60 BEHANDELING MATERIALEN90. ALGEMEEN

Alle leidingen inclusief bijbehorende doorvoeringen, mantelbuizen e.d. dienenvoordat zij op het werk worden aangevoerd grondig gereinigd te worden en goeddekkend te worden gegrondverfd.

Het voorbehandelen en grondverven dient te geschieden in een daartoe geschikteomgeving en door terzake kundig personeel.

Alle ijzeren hulpconstructies voor het ophangen en bevestigen vaninstallatiecomponenten dienen voor aanvoer op het werk te zijn gestaalstraald enthermisch verzinkt. De bouten dienen verzinkt te zijn.

De te isoleren leidingen alsmede staalwerken die door de samenstelling vanonderdelen worden gevormd tot units van bijvoorbeeld luchtbehandelingskasten endaardoor moeilijk of niet meer bereikbaar zijn, dienen van een tweede verflaag teworden voorzien.

4084.019.uw.fha.stb 16

Page 22: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Alle aangevoerde materialen dienen zodanig te worden opgeslagen dat geenbeschadigingen en verontreinigingen kunnen optreden. De opslag van allematerialen dient droog te geschieden.

Beschadigingen van de verflaag door opslag en verwerking dienen onmiddellijk nahet monteren te worden bijgewerkt, nadat eerst ter plaatse met een staalborstelen/of schuurpapier roest, lasslak e.d. zijn verwijderd.

Waar twee verflagen dienen te worden aangebracht dient een duidelijk tintverschilte zien zijn. Alvorens de tweede verflaag aan te brengen dienen door lassen ofanderszins ontstane beschadigingen aan de verflaag te worden hersteld. Hiertoeeventuele roest, vet, lasslakken enz. tevoren grondig verwijderen.

Bij oplevering of bij eerdere ter beschikkingstelling aan de schilderaannemerdienen de voorgeschreven verflagen in gave onbeschadigde toestand aanwezig tezijn.

Door enige oorzaak beschadigde onderdelen dienen ten genoegen van de directiete worden hersteld of vervangen indien herstel naar de mening van de directie nietmogelijk is.

Het buitenluchtaanzuigkanaal tussen het buitenluchtrooster of bouwkundigaanzuigkanaal en de luchtbehandelingskast dient inwendig gebitumineerd teworden, of inwendig te worden voorzien van Vikote (Sigma).Beschadigingen van de zinklaag van luchtkanalen ontstaan door transport en/of hetopslaan, dienen voor verwerking te worden bijgewerkt door het roestvrij maken enbehandelen met zinkcompound.Kleine beschadigingen aan radiatoren en andere gemoffelde componentenontstaan door transport en/of het opslaan, dienen voor verwerking te wordenbijgewerkt door het roestvrij maken en behandelen met corrosiewerenderadiatorverf.

09.00.70 BEPROEVEN, METEN EN INREGELEN90. ALGEMEEN

Indien de opgenomen installaties of onderdelen hiervan na montage zijn gereedgekomen, dienen de installaties te worden beproefd en ingeregeld.

Iedere installatie of onderdeel hiervan zal als dicht worden beschouwd wanneer dehiervoor aangegeven persdruk gedurende de daarbij aangegeven tijd, na hetlosnemen van de perspomp, onveranderd blijft.

Na goedkeuring van de directie van de persproeven dienen de installaties op naderaan te geven tijdstippen, in bedrijf te worden gesteld om de installaties tecontroleren op veiligheid, goede werking, spanningsvrije montage en op dichtheidvan leidingen en kanalen na rekken en krimpen door temperatuurwisselingen.

91. BEPROEVENAPPARATEN, APPENDAGES E.D.Van alle drukvaten, boilers, warmwaterwisselaars dient een perscertificaat indrievoud aan de directie ter hand gesteld te worden. Op het certificaat dienen debelangrijkste gegevens van het apparaat vermeld te zijn.

4084.019.uw.fha.stb 17

Page 23: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Van toestellen in de installatie, die goedkeuring van de dienst voor hetstoomwezen behoeven dient voor ingebruikstelling een meetbrief in drievoud aan dedirectie ter hand te worden gesteld.

KOELTECHNISCHE APPARATUURDe apparatuur dient in de fabriek te worden gecontroleerd, ingeregeld en beproefdaan de hand van de in dit bestek voorgeschreven deugdelijkheid, capaciteit,rendement, druk, temperatuur, spanningsvrije en trillinggeïsoleerde opstelling enz.

LUCHTKANALENAl het kanaalwerk alsmede de luchtbehandelingskasten dienen ten overstaan vande directie op luchtdichtheid te worden beproefd.

De directie zal per systeem een aantal kanaalstukken aanwijzen die in de fabriekop een proefstand dienen te worden getest conform Luka klasse C. Hiertoe dientgebruik te worden gemaakt van de lektester fabrikaat Airflow Developments Ltd.

Van de gemonteerde kanalensystemen zal op aanwijzing van de directie eenaantal kanaalsecties steekproefsgewijs dienen te worden gecontroleerd.Hierbij zal de betreffende kanaalsectie worden afgeblind en op debovenomschreven testdruk beproefd. Van alle beproevingen dient een testrapportte worden opgesteld.

LUCHTTECHNISCHE APPARATUURDe apparatuur dient te worden gecontroleerd, ingeregeld en beproefd aan de handvan de in dit bestek voorgeschreven deugdelijkheid, capaciteit, rendement, druk,temperatuur, vochtigheid, spanningsvrije en trillinggeïsoleerde opstelling.

92. METEN EN INREGELENALGEMEENDe afwijking tussen gemeten en gewenste waarde mag maximaal 5% bedragen.

Teneinde goede controlemetingen te kunnen verrichten dienen door de aannemervan te voren voldoende meetpunten te zijn aangebracht o.a.- afsluitbare meetpunten voor drukverschilmeting in alle aanvoer- en

retourleidingen bij de apparatuur zoals koelmachine, verwarmings- enkoelbatterijen, boilers, pompen e.d.

- voorts in de luchttoevoer- en afzuigkanalen bij luchtbehandelingskasten enventilatoren.

- vaste meetpunten voor temperatuur met aangebrachte geijkte thermometers inalle wateraanvoer- en retourleiding van luchtbehandelingskasten enkoelmachines enz. en per retourkanaal, mengsectie, na de koelsectie voor dedauwpuntstemperatuur in het toevoerluchtkanaal.

- In het luchtkanaal na een verwarmer en koeler een zakbuis voortemperatuurmeting aanbrengen.

Het meet- en regelprogramma van de aannemer omvat:- Inregelen verwarmings- en koelinstallatie.- Inregelen van de tapwatercirculatieleiding.- Het afstellen van de juiste capaciteit en druk van de pompen.- Inregelen luchtbehandelingsinstallatie.- Inregelen en instellen van de automatische regelapparatuur

4084.019.uw.fha.stb 18

Page 24: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- Het controleren van de motorbeveiligingsapparatuur

INREGELEN VERWARMINGS- EN KOELINSTALLATIEDe verwarmings- en koelinstallaties dient men zodanig in te regelen dat decapaciteit van de verwarmings- en koellichamen, binnen de ontwerpcondities vande installaties overeenkomt met de warmtebehoefte c.q. koellast van debetreffende ruimte.Hiertoe kan het noodzakelijk zijn tijdelijke temperatuurmeters op de leidingen aante brengen of een contactthermometer met voeler te gebruiken; deze instrumentenalsmede de nodige geijkte ruimtethermometers dienen door de aannemer terbeschikking te worden gesteld.

Indien het inregelen en/of de capaciteitsproeven voor de oplevering niet of nietgeheel kunnen worden doorgevoerd in verband met het jaargetijde, dient dit op eenlater tijdstip tijdens de garantieperiode, in overleg met de directie, door deaannemer alsnog te worden verricht.

INREGELEN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIEDe luchtbehandelingsinstallaties dienen door de aannemer te worden beproefd opgoede werking ook voor wat betreft het geluid. Zonodig dient voor iedere ruimte hetgeluidniveau te worden gemeten.

De luchthoeveelheden en luchtdrukken dienen te worden gemeten.De ventilatie- en luchtverwarmingsinstallatie(s) dienen zodanig te wordeningeregeld, dat door de in- en uitblaasornamenten de juiste hoeveelheid lucht wordttoegevoerd en afgezogen.De ingestelde roosters, kleppen, deflectoren enz. dienen te worden geborgd.

Alle op de luchtbehandelingsinstallatie aangesloten roosters en verwarmings- enkoellichamen dienen te worden nageregeld aan de hand van de ruimtetemperaturen.

In het meetrapport van de luchtbehandelingsinstallatie dient te worden opgenomen:(indien van toepassing)- Luchtbehandelingskast(en)

- functie/groep- fabrikaat- type- serienummer- motorvermogen- opgenomen motorvermogen- motoras- ventilatoras- motorpulley- ventilatorpulley- toerental- weerstand aanzuigingsrooster- gemeten filterweerstand- gesimuleerde eindweerstand van de filter- weerstand van de voorverwarmer- weerstand van de koeler/druppelvanger- weerstand van de naverwarmer- weerstand van de warmtewisselaar (terugwinning)

4084.019.uw.fha.stb 19

Page 25: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- statische persdruk van de ventilator- statische zuigdruk van de ventilator- dynamische druk van de ventilator- totale druk van de ventilator (pers, zuig + Pdyn.)- statische externe druk van het totale kanalensysteem- debiet- som kanalen (sommatie van alle kanaalmetingen)- som rooster (sommatie van alle roosters)

- Luchtkanaal- volgorde nummer en omschrijving- meetpunten (die de meting samenstellen)- debiet ontwerp- en gemeten waarde- som subkanalen ontwerp en gemeten- luchtsnelheid ontwerp en gemeten- gemeten statisch drukverschil van het meetpunt- som roosters ontwerp en gemeten- controle instellingen volumeboxen

In het rapport dienen fabrikaat en type van de gebruikte meetapparatuur te zijnvermeld en voor welk onderdeel de betreffende apparatuur is aangewend.

INREGELEN EN INSTELLEN VAN DE AUTOMATISCHE REGELAPPARATUURBij het inregelen en instellen van de automatische regelapparatuur dient metbehulp van meetinstrumenten die niet in de installatie(s) gemonteerd zijn,gecontroleerd te worden of alle waarden voor de temperatuur, vochtigheid,hoeveelheid lucht en druk juist zijn en stabiel blijven, respectievelijk worden in-,uitof omgeschakeld.

CONTROLEREN VAN DE MOTORBEVEILIGINGSAPPARATUURTevens dient te worden beproefd of alle beveiligingsapparatuur tijdig schakelt ofsignaleert.

EXTRA METINGEN NA AANPASSINGENIndien tijdens het inregelen blijkt dat aan de betreffende installatie aanpassingengedaan moeten worden om de juiste meetwaarden te kunnen verkrijgen en dezeaanpassingen niet direct door de inregeltechnicus kunnen worden gedaan, dient nauitvoering van de desbetreffende aanpassingen een geheel nieuw meetrapport teworden opgesteld.

GELUIDMETINGEN EN EISEN PER RUIMTEDoor de aannemer dienen geluidmetingen te worden uitgevoerd naar hetachtergrondgeluidniveau van de installaties conform de NEN 5077. Hierna wordende gemiddelde geluidseisen opgesomd per ruimte:

Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanische voorziening voorluchtverversing, een warmwatertoestel, een installatie voor verhoging van waterdrukof een lift veroorzaakt in een niet-gemeenschappelijke verblijfsruimte van eenaangrenzende op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie een volgens NEN 5077bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dB.

Indien de installatie niet aan de boven genoemde geluideisen voldoet dienen er

4084.019.uw.fha.stb 20

Page 26: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

aanpassingen te worden verricht totdat wel voldaan wordt aan de eisen. Dit dientuiteindelijk te worden aangetoond door een meetrapport opgesteld conform deNEN 5077.

93. OPSCHRIFTENAlle onderdelen en componenten die voor de bediening, onderhoud en werking vande installatie van belang zijn, zoals pompen, verdeel- en verzamelstukken,afsluiters, leidingen, luchtbehandelingskasten, ventilatoren, tegenstroomapparaten,thermostaten, opnemers, regelaars enz. dienen door de aannemer te voorzienworden van naam en indicatieplaatjes. Op deze plaatjes dient alle technischeinformatie te worden aangegeven die voor de bediening van onderhoud en eventuelevervanging van betreffende onderdelen van belang zijn, zoals capaciteit, functie,druk, opvoerhoogte, weerstand, het bouwjaar en andere belangrijke gegevens.

De naamplaatjes uitvoeren in Resopal, wit veld met zwarte tekst, decapaciteitsplaatjes in metaal. De plaatjes te bevestigen met messing schroeven.Plaats volgens aanwijzigingen van de directie. De plaatjes dienen bij geïsoleerdeleidingen buiten de isolatie te vallen.De codering dient overeen te komen met die op de principeschema's.Na het isoleren van leidingen en kanalen dienen alle geïsoleerde en nietgeïsoleerde leidingen en kanalen te worden voorzien van pijlen uitgevoerd alsstickers die de stromingsrichting van het medium aangeven en waarop debenaming van het medium is vermeld. Voor ieder medium dient een andere kleur teworden gekozen. De markeringen bij elke richtingverandering en bij elkedoorvoering plaatsen.

Op belangrijke plaatsen in leidingsystemen zoals verdelergroepen, moetennaamplaten met informatie over het systeem worden aangebracht. E.e.a. in overlegmet de directie.

4084.019.uw.fha.stb 21

Page 27: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

14 BUITENRIOLERING EN DRAINAGE

14.00 ALGEMEEN

14.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan een fabricaat isgenoemd, mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet voorgeschreven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie,beheer en onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

14.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN90. ALGEMEEN

Kunststof buizen en hulpstukken voor de buitenriolering dienen te worden geleverdmet KOMO-certificaat en KOMO-keurmerk.

91. AANSLUITING OP BUITENRIOLERINGDe buitenriolering t.p.v. de gevel koppelen aan de binnenriolering door middel vaneen flexibele aansluiting.

92. DOORVOERINGENTer plaatse van de aansluitingen en/of doorvoeringen bij de funderingsconstructiesrekening houden met PE-kunststoffen doorvoerbuizen.

93. CONTROLE OP AFSCHOTDe controle op afschot van de leidingen moet geschieden door waterpassen voorhet aanvullen van de sleuven. De waterpassing uitvoeren in het bijzijn van dedirectie (toezichthouder).

14.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN02. GOEDKEURING INSTALLATIES

De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komendeinstallaties of delen hiervan door:- bouw- en woningtoezicht van de betreffende gemeenteDe kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.

90. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

91. AANVRAAGDe aanvraag voor de aansluiting dient verzorgd te worden door de aannemer.

14.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):Van de buitenriolering;

4084.019.uw.fha.stb 22

Page 28: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Aantal en tijdstip conform algemeen deel- plattegrondtekeningen, schaal 1:100/1:250- detailtekeningen, schaal 1:20/1:10dubbellijnig uittekenenDe gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.Tijdens de uitvoering van het werk brengt de aannemer het uitgevoerde werkovereenkomstig de uitvoering regelmatig in tekening, met name leidingen enandere essentiële installatiedelen welke ter goedkeuring moeten worden getoondalvorens de onderdelen aan het oog worden onttrokken.

03. REVISIEBESCHEIDENDe aannemer verstrekt de directie de benodigde gegevens ten behoeve van derevisiebescheiden.Aantal en tijdstip conform algemeen deelDe aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:- de gehele buitenrioleringsinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel

14.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- de gehele buitenrioleringsinstallatieAantal en tijdstip conform algemeen deel

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:Gebruikshandleiding, meterkastkaart en bewaarbox overeenkomstig de "onlinedemonstratieversie van de Uneto-Vni Gebruikshandleiding Woningsinstallaties".Tijdstip van verstrekkingAantal en tijdstip conform algemeen deel

14.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN90. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: de gehele buitenriolering.- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

14.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

14.11.11-a VRIJ-VERVAL BUITENRIOLERING0. VRIJ-VERVAL BUITENRIOLERING

Rioleringssysteem: gescheiden systeemUitvoering:- overeenkomstig NPR 3218-84- overeenkomstig NTR 3216

14.11.90-b BUITENRIOLERING9. BUITENRIOLERING

Buiten het gebouw moet een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd worden t.b.v.de lozing van de vuilwaterafvoer en hemelwaterafvoer uit het gebouw. Debuitenriolering te koppelen met de binnenriolering door middel van flexibeleaansluitingen.

4084.019.uw.fha.stb 23

Page 29: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

14.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

14.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van de buitenriolering:- aantal en tijdstip conform algemeen deelDe werktekeningen moeten o.a. bevatten:- het leidingbeloop met leidingdiameters en peilmaten, dubbellijnig- het materiaal van de leiding- de plaats van appendages- plaats, fabrikaat, type en capaciteit van putten- maatvoering.

14.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

14.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. INSTALLATIE-BEREKENING

Door de aannemer te vervaardigen berekening:De dimensionering van de vuilwaterafvoer en hemelwaterafvoer is gebaseerd op deNEN 3215, NTR 3216 en NPR 3218.Uitgangspunten:- afvoerhoeveelheden gebouwen: conform normenDe aannemer dient op basis van werktekeningen controlerende berekeningen temaken.De aannemer verstrekt de berekeningen.Aantal en tijdstip conform algemeen deelWijzigingen aan de buitenriolering, tijdens de uitvoeringsfase, moeten voor hetdoorvoeren hiervan door de aannemer doorgerekend worden conform genoemdenormen.

14.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

14.13.30-a BEPROEVEN/INREGELEN0. BEPROEVEN/INREGELEN

Onderdelen:Controle terreinafvoer met camera-inspectie:Voor alle ingegraven leidingenuit te voeren door een gespecialiseerde onafhankelijke firmaControle op afschot, zinken en verontreinigingenTijdstip:- voordat de leidingen onbereikbaar worden.

4084.019.uw.fha.stb 24

Page 30: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

50 DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN

50.00 ALGEMEEN

50.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet voorgeschreven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie,beheer en onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

50.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN90. BRANDWERENDE DOORVOERINGEN

Van toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: brandveilige Doorvoeringen(laatste uitgave).

50.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN01. AANSLUITING OP OPENBAAR RIOOL

De aansluiting van de hemelwaterafvoeren op het openbaar riool wordt door derdenverzorgd.

90. GOEDKEURING INSTALLATIESDe aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komendeinstallaties of delen van installaties door:- bouw- en woningtoezicht van de betreffende gemeenteDe kosten voor het verkrijgen van de goedkeuring zijn voor rekening van:- de aannemer

91. AANVRAAGDe aanvraag voor de aansluiting dient verzorgd te worden door de aannemer.

92. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaatsvindt.

50.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):Van de gehele hemelwaterafvoerinstallatie; aantal en tijdstip:- conform algemeen deel- plattegrondtekeningen, schaal 1:50- opstellingstekeningen, schaal 1:20- schematekeningen- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

4084.019.uw.fha.stb 25

Page 31: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.Tijdens de uitvoering van het werk brengt de aannemer het uitgevoerde werkovereenkomstig de uitvoering regelmatig in tekening, met name leidingen enandere essentiële installatiedelen welke ter goedkeuring moeten worden getoondalvorens de onderdelen aan het oog worden onttrokken.

03. REVISIEBESCHEIDENDe aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:- de gehele hemelwaterafvoerinstallatie; aantal en tijdstip:- conform algemeen deel

50.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanafhet gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en inaansluiting daarop gedurende de vermelde periode.Onderdeel: de gehele hemelwaterafvoerinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maandenOnderdeel: Pluvia- systeem- te garanderen door: Geberit b.v.- periode: 10 jaar, incl. gevolgschadedekking

50.00.90 INFORMATIE-OVERDRACHT90. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekkenonderhoudsvoorschriften:- de gehele hemelwaterafvoerinstallatie

50.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

50.11.10-a HEMELWATERAFVOER0. VOLVULLINGSYSTEEM

Ten behoeve van de dakvlakken dient een hemelwaterafvoersysteem in volvullinguitvoering te worden aangebracht, uitgevoerd in PE80. Daartoe dienen in het dakde benodigde afvoertrechters te worden aangebracht.

Vanaf de trechters in het dak moeten de hemelwaterafvoerleidingenvia de benodigde schachten naar beneden worden gevoerd engescheiden van het vuilwater 1 meter buiten het gebouw worden gebracht enaangesloten worden op de terreinleidingen..In principe moeten de verzamelleidingen onder de begane grond vloer wordengemonteerd.

Elke leiding die naar buiten gevoerd wordt, te worden voorzien van een ontlastputen ontstoppingstuk.

Er mogen geen watervoerende leidingen boven of door computerruimten,patchkasten, archieven e.d. gevoerd worden.

Alle leidingen, met uitzondering van de leidingen in de grond, moeten worden

4084.019.uw.fha.stb 26

Page 32: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

voorzien van dampdichte isolatie.Leidingen door of grenzend aan verblijfsruimten moeten worden voorzien van eengeluidsisolerende isolatie.

Bij passage van onder het maaiveld gelegen gevels moet gebruik wordengemaakt van waterdichte doorvoeren.

Door de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds. Deze zijn niet specifiek aangegeven op de tekeningen.

50.11.10-b HEMELWATERAFVOER0. NOODOVERSTORTEN

Om er voor te zorgen dat bij overtollig wateraanbod en/of een verstopte afvoer hetregenwater toch afgevoerd kan worden moeten de benodigde noodafvoeren wordengeleverd, aangebracht en ingeplakt door de bouwkundige aannemer.Aantal en afmetingen noodafvoeren door constructeur te bepalen.

50.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

50.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van de gehele hemelwaterafvoerinstallatieDe werktekeningen moeten o.a bevatten:- het leidingbeloop met leidingdiameters en peilmaten; dubbellijnig uittekenen- het materiaal van de leiding- de plaats van appendages- plaats, type en capaciteiten van de afvoeren- maatvoering- te isoleren leidingdelenAantal: conform algemeen deel.

50.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deelplattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

50.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. INSTALLATIE-BEREKENING

De dimensionering van de hemelwaterafvoerinstallatie moet worden gebaseerd opde NEN 3215 en NTR 3216.De capaciteit van de noodafvoeren moet door de constructeur worden bepaaldconform NEN 6702.

De aannemer dient op basis van werktekeningen controlerende berekeningen te

4084.019.uw.fha.stb 27

Page 33: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

maken. De aannemer verstrekt de berekeningen.Aantal en tijdstip conform algemeen deel

Wijzigingen aan de hemelwaterafvoerinstallatie, tijdens de uitvoeringsfase, moetenvoor het doorvoeren hiervan door de aannemer doorgerekend worden conformgenoemde normen.

50.19 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

50.19.90-a HEMELWATERAFVOER, CONTROLE DICHTHEID0. HEMELWATERAFVOER, CONTROLE DICHTHEID

Controle hemelwaterafvoer:Methode: Volgens NEN 3215-11Inpandige leiding vol vullen met water.Tijdstip:- voordat de leidingen onbereikbaar worden.

4. MEETRAPPORTDoor de aannemer te verstrekken meetrapporten:- rapport van de controle op waterdichtheid

50.19.90-b HEMELWATERAFVOER, VISUELE INSPECTIE0. HEMELWATERAFVOER, VISUELE INSPECTIE

Controle hemelwaterafvoer met camera-inspectie:Voor alle ingestorte leidingenVoor alle ingegraven leidingenuit te voeren door een gespecialiseerde onafhankelijke firmaControle op afschot, zinken en verontreinigingenTijdstip:- voordat de leidingen onbereikbaar worden.

4. MEETRAPPORTDoor de aannemer te verstrekken meetrapporten:- rapport met een samenvatting van de waarnemingen- videoopname digitaal aanleveren

.01VISUELE INSPECTIEDe ingestorte leidingen en ingegraven leidingen

4084.019.uw.fha.stb 28

Page 34: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

51 BINNENRIOLERING

51.00 ALGEMEEN

51.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet voorgeschreven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie,beheer en onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

51.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN01. BOUTVERBINDINGEN

Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5gangen buiten het installatie-onderdeel steken.

90. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: Brandwerende Doorvoeringen(laatste uitgave).

91. EISEN EN NORMENIn afwijking van het bepaalde in de U.A.V. paragraaf 2, lid 2 zijn uitsluitend deNederlandse Normen en praktijkrichtlijnen van toepassing:- NEN-EN 858: "Olie- en benzine afscheiders (bijv. olie en benzine) - Deel 1:

ontwerp, eisen en beproeving, merken en kwaliteitscontrole"- NEN-EN 1825: "vetafscheiders - Deel 1 en 2:

ontwerp, eisen en beproeving, merken en kwaliteitscontrole"- NEN 2672: "Aanleg van binnenriolering van ongeplasticeerd PVC" en de hierin

vermelde normen- NEN 3214: "Binnenriolering in woningen en woongebouwen - aanduidingen van

onderdelen op tekening" en de hierin vermelde normen- NEN 3215: "Binnenriolering; -eisen en bepalingsmethoden" en de hierin vermelde

normen- NTR 3216: "Riolering van bouwwerken, richtlijnen voor ontwerp, uitvoering en

beheer- NEN 3287: "Binnenriolering in woningen en woongebouwen - aansluiting van

condensvormende, gasgestookte toestellen" en de hier in vermelde normen- de voorschriften en richtlijnen van de desbetreffende fabrikant

51.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN01. AANSLUITING OP OPENBAAR RIOOL

De aansluiting van de riolering op het openbaar riool wordt door derden verzorgd.02. GOEDKEURING INSTALLATIES

De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende

4084.019.uw.fha.stb 29

Page 35: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

installaties of delen hiervan door:- bouw- en woningtoezicht van de betreffende gemeente.De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.

90. AANVRAAGDe aanvraag voor de aansluiting dient verzorgd te worden door de aannemer.

91. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

51.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- van de rioleringsinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel- plattegrondtekeningen, schaal 1:50- schematekeningen- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.Tijdens de uitvoering van het werk brengt de aannemer het uitgevoerde werkovereenkomstig de uitvoering regelmatig in tekening, met name de essentiëleinstallatie-onderdelen die later aan het oog worden onttrokken.

02. REVISIEGEGEVENSDoor de aannemer te verstrekken gegevens:- materiaalstaten- meetrapporten- lektestrapporten

04. REVISIEBESCHEIDENDe aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:- van de gehele rioleringsinstallatie. Aantal en tijdstip conform algemeen deel

51.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- van de binnenriolering; aantal en tijdstip conform algemeen deel

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:- van de binnenrioleringMet lijst van toegepaste symbolen.Met technische beschrijving van de installatieMet specificaties van de toegepaste onderdelen

51.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: binnenrioleringsinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

4084.019.uw.fha.stb 30

Page 36: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

51.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

51.11.10-a BINNENRIOLERING0. BINNENRIOLERING

Voor de afvoer van de diverse sanitaire toestellen c.q. aansluitpunten (inclusiefcondensafvoeren) moet een uit PE 80 bestaand afvoerstelsel worden aangebracht.Het afvoerstelsel moet worden voorzien van de benodigde ontstoppings- enexpansiestukken en ontspanningsleidingen. Vervolgens moet dit stelsel wordenverzameld op de benodigde standleidingen welke eindigen onder de vloer van debegane grond. Vanuit deze vloer moeten de standleidingen tot 1 meter buiten degevel gebracht worden en worden voorzien van een ontstoppingsstuk. De naarbuiten gebrachte aansluitpunten moeten worden verzameld op een buitenriolering.

Er mogen geen watervoerende leidingen boven of door computerruimten,patchkasten, archieven e.d. gevoerd worden.

Bij passage van onder het maaiveld gelegen gevels moet gebruik worden gemaaktvan waterdichte doorvoeren. Aansluitleidingen van sanitaire toestellen moetenweggewerkt worden in of achter wanden en of vloeren.

De standleidingen en de afvoerleidingen die boven of grenzend aan verblijfsruimtenlopen moeten thermisch en akoestisch worden geïsoleerd.

Door de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds. Deze zijn niet specifiek aangegeven op de tekeningen.

51.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

51.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van de gehele vuilwaterbinnenriolering.De werktekeningen moeten o.a bevatten:- het leidingbeloop met leidingdiameters en peilmaten, dubbellijnig uittekenen- het materiaal van de leiding- de plaats van appendages- plaats, fabrikaat, type en capaciteit van putten, vuilwaterpompen en afscheiders- maatvoering- te isoleren installatiedelen

aantal en tijdstip conform algemeen deel

51.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door de

4084.019.uw.fha.stb 31

Page 37: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

aannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

51.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. INSTALLATIE-BEREKENING

Door de aannemer te vervaardigen berekening:Van:de dimensionering van gehele vuilwaterinstallatie.De aannemer dient op basis van werktekeningen berekeningen te maken.De aannemer verstrekt de berekeningen.Aantal en tijdstip conform algemeen deel.

Wijzigingen aan de vuilwaterafvoerinstallatie, tijdens de uitvoeringsfase, moetenvoor het doorvoeren hiervan door de aannemer doorgerekend worden conformgenoemde normen.Berekeningsmethode:- overeenkomstig NEN 3215-11- overeenkomstig NTR 3216-12

51.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

51.13.30-a CONTROLEREN0. BINNENRIOLERING, CONTROLE DICHTHEID

Controle binnenriolering:Methode:- overeenkomstig NEN 3215-11- overeenkomstig NTR 3216-12

4. MEETRAPPORTTe verstrekken meetrapport(en) van:- rapport van de controle op waterdichtheid

51.13.90-a CONTROLEREN0. BINNENRIOLERING, VISUELE INSPECTIE

Controle binnenriolering met camera-inspectie:Voor alle ingestorte leidingenVoor alle ingegraven leidingenuit te voeren door een gespecialiseerde onafhankelijke firmaControle op afschot, zinken en verontreingingenTijdstip:- voordat de leidingen onbereikbaar worden.Registratiepunten:- aantal en plaats registratiepunten nader te bepalen in overleg met opdrachtgever

4. REGISTRATIETe verstrekken gegevens:- rapport met een samenvatting van de waarnemingen- digitale opname van de gehele camera-inspectie

.01BINNENRIOLERINGDe ingestorte leidingen en ingegraven leidingen

4084.019.uw.fha.stb 32

Page 38: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

52 WATERINSTALLATIES

52.00 ALGEMEEN

52.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet voorgeschreven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie,beheer en onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

52.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN01. BOUTVERBINDINGEN

Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5gangen buiten het installatie-onderdeel steken.

90. NORMEN EN VOORSCHRIFTENLaatste versie van:- KIWA-kwaliteitseisen- Water-werkbladen- NEN 1006- ISSO-SBR publicatie nr. 811: integraal ontwerpen van legionellaveilige woningen- ISSO Checklist hotspots- ISSO-publicatie nr. 55: leidingwater-installaties voor woon- en utiliteitsgebouwen- ISSO-publicatie nr. 55.1: handleiding legionellapreventie in leidingwater (herzien)- ISSO-publicatie nr. 55.2: handleiding zorgplicht legionellapreventie collectieve

leidingwaterinstallaties- NEN 2768: Nederlandse norm meterruimten en bijbehorende voorzieningen voor

nutsvoorzieningen in een woonfunctie- Eisen en voorschriften van het plaatselijk waterleverend bedrijf- Model-aansluitvoorwaarden voor drinkwater van de Vereniging van Exploitanten

van Waterleidingbedrijven in Nederland91. AANSLUITEN SANITAIR

Muurplaten t.b.v. aansluitleidingen naar sanitaire toestellen e.d. worden tot dewaterinstallatie gerekend.

92. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: Brandwerende Doorvoeringen(laatste uitgave).

52.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN01. DIENSTLEIDING WATERLEVEREND BEDRIJF

De dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de waterleiding op hetleidingnet van het waterleverend bedrijf wordt door derden aangelegd.

4084.019.uw.fha.stb 33

Page 39: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

De aanleg vindt plaats tot en met de verbruiksmeter02. GOEDKEURING INSTALLATIES

De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komendeinstallaties of delen hiervan door:- het waterleverend bedrijf.De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.

90. AANSLUITKOSTENDe aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever.

91. AANVRAAGDe aanvraag dient verzorgd te worden door de aannemer.Noot: Nutsmeter met pulsgever tbv GBS aanvragen

92. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

93. NUTS MANTELBUISTen behoeve van de doorvoer van de dienstleiding worden de nodige mantelbuizengeleverd en aangebracht door de bouwkundige aannemer.

52.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- van de tapwaterinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.

02. REVISIEGEGEVENSDoor de aannemer te verstrekken gegevens:- materiaalstaten- meetrapporten- lektestrapporten- tapwaterleidingberekening

04. REVISIEBESCHEIDENDe aannemer verstrekt de directie de benodigde gegevens ten behoeve van derevisiebescheiden.- van de tapwaterinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel

09. RISICO INVENTARISATIE EN DOSSIERDoor de aannemer (een BRL6010 gecertificeerde organisatie) vervaardigenrapport(en):*Een gebouwgebonden dossier volgens Waterwerkblad 2.7*Een risico inventarisatiewaarin verwerkt:- preventieve maatregelen- isometrische schema's met bemating- plattegronden met bemating*Een legionellabeheersplan

90. INSTRUCTIEVoorafgaand aan de werkzaamheden m.b.t. de koud-en warmtapwaterinstallatiesmoeten de betrokken monteurs geïnstrueerd worden wat betreft het legionellavrijaanleggen van de installaties. Tevens moeten zij op de hoogte worden gebracht

4084.019.uw.fha.stb 34

Page 40: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

van de risiciofactoren van legionellagroei.De instructie dient door de aannemer gegeven te worden.

52.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- van de tapwaterinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:van de waterleiding.Met lijst van toegepaste symbolenMet technische beschrijving van de installatieMet specificaties van de toegepaste onderdelen

52.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: gehele waterinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden.

52.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

52.11.10-a KOUD-WATERTAPINSTALLATIE0. KOUD-WATERTAPINSTALLATIE

Vanaf de invoerleiding van het waterleidingbedrijf moet een aansluiting wordengemaakt op de drukverhogingsinstallatie die moet worden opgesteld in detechnische ruimte. Vanaf de hydrofoor moet door de aannemer een leidingnetworden aangelegd naar de sanitaire toestellen en de brandslanghaspels.Ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden moeten de benodigdegevelkommen worden aangebracht. De aansluitleidingen van sanitaire toestellenmoeten worden weggewerkt in wanden en/of vloeren, in de technische ruimtendeze leidingen in het zicht monteren.

De leidingen moeten worden uitgevoerd in koper en, met uitzondering vanaansluitzichtleidingen en leidingen in metselwerkwanden, worden geïsoleerd meteen dampdichte isolatie. Leidingen in lichte scheidingswanden en vloeren moetenwel geïsoleerd worden. Leidingen mogen geen geluidoverlast veroorzaken in deonderliggende verdieping of naastgelegen ruimten.Daar waar vereist moeten terugslagbeveiligingen, inlaatcombinaties engroepsafsluiters worden aangebracht.

Voor de leidingen naar de wastroggen moeten flexibele leidingen wordenaangebracht in de kruipruimte.

Er mogen geen watervoerende leidingen boven of door computerruimten,patchkasten, archieven e.d. gevoerd worden.

Het koudwaternet dient onder de 25°C te blijven. Opwarming door zonnewarmte,hoge ruimtetemperatuur, cv-leidingen en warmtapwaterleidingen dient voorkomente worden. Daartoe moeten de koudtapwaterleidingen in principe geïsoleerd in hetverlaagd plafond worden aangebracht op voldoende afstand van warmtebronnen.

4084.019.uw.fha.stb 35

Page 41: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Indien de koudwaterleidingen worden ingestort, dienen de weggewerktekoudtapwaterleidingen altijd van een mantelbuis te worden voorzien, ongeacht inwelke vloer of wand ze zich bevinden.

Door de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds. Deze zijn niet specifiek aangegeven op de tekeningen.

52.11.20-a WARM-WATERTAPINSTALLATIE0. WARM-WATERTAPINSTALLATIE

Ten behoeve van de warmwatertapinstallatie van de sanitaire ruimten moetenelektrische boilers van voldoende capaciteit worden opgesteld..

Een plintboiler moet meegenomen worden in:- de keuken nabij BSO- het pantryblok nabij KDV baby

Een close-in boiler moet meegenomen worden in:- de keuken nabij de peuterspeelzaal- de keuken in de teamkamer

Een close-up boiler moet meegenomen worden in:- de werkkast op de begane grond

Er mogen geen watervoerende leidingen boven of door computerruimten,patchkasten, archieven e.d. gevoerd worden.

De leidingen moeten worden uitgevoerd in koper. Leidingen moeten weggewerktworden in wanden en/of vloeren, of boven verlaagd plafond op voldoende afstandvan warmtebronnen. Bij close-up boilers moeten de leidingen als opbouwgemonteerd worden. Alle warmwaterleidingen in verlaagde plafonds, in lichtescheidingswanden en vloeren moeten worden voorzien van een thermische isolatie.Warmtapwaterleidingen (uittapleidingen) in metselwerkwanden worden nietgeïsoleerd, maar moeten worden voorzien van een mantelbuis.

Door de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds. Deze zijn niet specifiek aangegeven op de tekeningen.

52.11.90-a LEGIONELLABEHEERSING1. LEGIONELLABEHEERSING

LegionellaLegionellabacteriën veroorzaken de zogenaamde veteranenziekte. Deze bacteriënkunnen zich in watersystemen bij temperaturen tussen 25°C en 45°C totgezondheidsbedreigende aantallen vermeerderen. Humane blootstellingsrisico'szijn mogelijk bij tappunten waar aërosolvorming op kan treden. Doel bij eenontwerp van een tapwaterinstallatie is door beheersing van de temperatuur van hettapwater te voorkomen dat vermeerdering van legionellabacteriën optreedt.

De algemene basisontwerpregels, vastgesteld in ISSO 55.1, die moeten worden

4084.019.uw.fha.stb 36

Page 42: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

toegepast zijn:- de temperatuur van het warm tapwater zal minimaal 60°C bedragen ter plaatse

van het tappunt, of er moet een thermostatisch mengventiel met demogelijkheid van thermische desinfectie direct achter de kraan worden geplaatst

- het koudwaterleidingnet zal zodanig geplaatst worden dat opwarming tottemperaturen van 25°C voorkomen wordt

- controleerbare terugslagkleppen worden geplaatst voor keukeninstallaties enbrandslanghaspels indien de afstand tot het stromende leidingdeel groter is dan15 centimeter

- inspectievoorzieningen inclusief vul- en aftapvoorziening in dewarmtapwateraanvoerleiding

- het koudwaterleidingnet van het drinkwater wordt zodanig ontworpen dat hethele stelsel stromend is door middel van plaatsing van een dagelijks gebruiktsanitair toestel aan het einde van het drinkwaterstelsel.

52.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

52.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van: de tapwaterinstallatieDe tekeningen moeten o.a bevatten:- principeschema inclusief vermogens en capaciteiten- het leidingbeloop met leidingdiameters en peilmaten, dubbellijnig- het materiaal van de leiding- de plaats van de appendages- plaats, fabrikaat, type en capaciteit van warmwaterbereiders, hydrofoor,

waterbehandelingsapparatuur enz.- maatvoering- te isoleren installatiedelenAantal en tijdstip conform algemeen deel

52.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

52.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. WATERINSTALLATIE

De dimensionering van de tapwaterinstallatie dient door de aannemer gebaseerd teworden op:- Water-werkbladen: WB 2.1 A t/m C, WB 2.1E, WB 2.1 G en WB 4.4 A- minimale ontwerpmiddellijn van de aansluitleidingen: 15 mmUitgangspunten:- de maximumsnelheid in de leidingen (m.u.v. circulatieleidingen) 1,5 m/s- maximumsnelheid in circulatieleidingen volgens Water-werkbladen- voordruk brandslanghaspel 150 kPa

4084.019.uw.fha.stb 37

Page 43: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- voordruk tappunt 100 kPa- leveringsdruk na watermeter minimaal 2 bar

De aannemer verstrekt de berekeningen.Aantal en tijdstip conform algemeen deel

Wijzigingen aan de waterleiding, tijdens de uitvoeringsfase, moeten voor hetdoorvoeren hiervan door de aannemer doorgerekend worden conform genoemdenormen.

52.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

52.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN0. WATERINSTALLATIE

Beproeven/inregelen.Onderdelen:- de gehele waterinstallatieMethode:- overeenkomstig NEN 1006+a11- Water-werkblad WB2.3- Water-werkblad WB2.4Legionella:- watermonsters nemen op 10 % van de tappunten en controleren op legionellaUitgangspunt: maximum < 100 kVE in de monsters.Uitvoering door:- aannemer in het bijzijn van de directieTijdstip:- voor opneming van het werk

5. BEPROEVINGS-/TESTRAPPORThet rapport omvat de beproeving van:- de gehele waterinstallatie- de resultaten van de persproef- de resultaten van de watermonsters die genomen moeten worden. Beproeven

volgens Water-werkblad 2.4.in het beproevingsrapport moeten ten minste zijn vermeld de beproevingsmethodeen datum van beproeving.bij het rapport moeten tenminste de schema's bijgevoegd zijn van dekoudwaterinstallatie.tijdstip van verstrekking voor de opleveringaantal: 3

4084.019.uw.fha.stb 38

Page 44: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

53 SANITAIR

53.00 ALGEMEEN

53.00.09 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN09. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen:- opstellingstekeningen van de sanitaire toestellen- sanitairschetsenDe tekeningen moeten o.a. bevatten:- fabrikaten en typen- hoogte en afmetingen t.o.v. de bouwkundige muren en vloeren- bouwkundige voorzieningen/ achterhoutaantal te verstrekken exemplaren conform algemeen deel

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

53.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet voorgeschreven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie,beheer en onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

53.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN01. BEPROEVING OP WATERDICHTHEID

De aansluitingen van het sanitair op de binnenriolering moeten op waterdichtheidworden beproefd.

90. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: Brandwerende Doorvoeringen(laatste uitgave).

91. EISEN EN UITVOERING: NORMEN EN VOORSCHRIFTEN- KIWA-kwaliteitseisen- Model-aansluitvoorwaarden voor drinkwater van de Vereniging van Exploitanten

van Waterleidingbedrijven in Nederland.

4084.019.uw.fha.stb 39

Page 45: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

92. EISEN EN UITVOERING: MONTAGE SANITAIRVerbindingen tussen het sanitair en de koud- en warmwaterinstallatie moetenafsluit- en losneembaar worden uitgevoerd.

93. BEVESTIGING SANITAIRAlle sanitaire toestellen, met uitzondering van wandclosets, en accessoires tebevestigen met roestvrijstalen bevestigingsmiddelen kwaliteit A4.

53.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN90. INGEBRUIKNAME SANITAIR

Het sanitair mag niet eerder dan bij de oplevering in gebruik worden genomen.91. MELDING AANVANG

De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaatsvindt.

53.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIEBESCHEIDEN

De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:- sanitaire componentenAantal te verstrekken revisiebescheiden:en tijdstip conform algemeen deel

53.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- van de gehele sanitaire installatieonder andere:- spoelreservoirs- drukspoelersAantal en tijdstip conform algemeen deel

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:van de gehele sanitaire installatieAantal en tijdstip conform algemeen deel

53.00.34 informatie-overdracht: monsters90. MONSTER TER BEOORDELING

Voordat onderstaande bouwstoffen door de aannemer worden besteld hiervan eenmonster ter beoordeling aan de directie voorleggen:Van de monstering moet een proefopstelling worden gemaaktUitgangspunt: bemonsteringslijstTijdstip: tijdens de bemonsteringDe proefopstelling gedurende de bouwtijd laten staan.

53.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: de gehele sanitaire installatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden.

90. SANITAIRE TOESTELLENScheuren en breuken aan de sanitaire toestellen vallen na de oplevering niet onderde garantietermijn.

4084.019.uw.fha.stb 40

Page 46: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

53.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

53.11.10-a SANITAIR0. SANITAIR

In dit hoofdstuk zijn de benodigde sanitaire toestellen opgenomen zoalsclosets, wastafels, uitstortgootstenen, urinoirs, kranen, etc.

Alle sanitaire toestellen dienen schoon en stickervrij opgeleverd te worden.

closetcombinaties- vrijhangende closetpot compleet met bevestigingsmaterialen- vlakke closetzitting met RVS garnituur en deksel- inbouwspoelreservoir met RVS bedieningspanelen (2-knops)- verchroomde closetrolhouder

mindervalidenclosetcombinatie- vrijhangende verlengde closetpot compleet met bevestigingsmaterialen- closetzitting met RVS garnituur en deksel- inbouwspoelreservoir met RVS bedieningspanelen (2-knops)- opklapbare toiletsteunen met closetrolhouder

urinoircombinaties- urinoir compleet met bevestigingsmaterialen- inbouwspoelreservoir met RVS bedieningspaneel

wastafelcombinaties (koud)- wastafel compleet met bevestigingsmaterialen- verchroomde plugbekersifon met muurbuis en rozet- 1-gats wastafelkraan

mindervalidenwastafelcombinatie- vlakke wastafel voor mindervaliden compleet met bevestigingsmaterialen- verchroomde plugbekersifon met muurbuis en rozet- 1-gats wastafelmengkraan met hendelbediening en draaibare uitloop met

thermostatische vergredeling- passpiegel opgenomen in tegelwerk

vrijstaand wasmeubel (schoolbg en praktijklokaal)- RVS trog- zelfsluitende kranen (2x)- zandvanger- kunststof afvoergarnituur

pantrycompleteringen (teamkamer)- kunststof afvoergarnituur voor een enkele spoelbak- 1-gats gootsteenmengkraan met eenhendelbediening en draaibare uitloop- verchroomde beluchte slangwartelkraan- wateraansluiting t.b.v. koffiezetapparaat- wateraansluiting t.b.v. een professionele vaatwasmachine

4084.019.uw.fha.stb 41

Page 47: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

pantrycompleteringen (BSO en KDV )- kunststof afvoergarnituur voor een enkele spoelbak- 1-gats gootsteenmengkraan met eenhendelbediening en draaibare uitloop- verchroomde beluchte slangwartelkraan- wateraansluiting t.b.v. een professionelehuishoudelijke vaatwasmachine

uitstortgootsteencombinaties- uitstortgootsteen compleet met ophangconsoles en bevestigingsmaterialen- RVS emmerrooster- kunststof plugbekersifon met stop, ketting, muurbuis en rozet- wandmengkraan met knopbediening en draaibare uitloop

tapkraancombinatie voor technische ruimten, wasmachines, vaatwasser e.d.- verchroomde beluchte slangwartelkraan compleet met terugslagklep- vulslang met ophangrekje in technische ruimte

Gevelkomcombinatie (KDV)- verschroomde vorstvrije uitvoering

4084.019.uw.fha.stb 42

Page 48: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

54 BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIES

54.00 ALGEMEEN

54.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet voorgeschreven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie,beheer en onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

54.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN01. BOUTVERBINDINGEN

Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5gangen buiten het installatie-onderdeel steken.

90. NORMEN EN VOORSCHRIFTEN- eisen en voorschriften van de plaatselijke brandweer- "Brandbeveiligingsinstallaties" door de NVBR

91. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: Brandwerende Doorvoeringen(laatste uitgave).

54.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN90. GOEDKEURING INSTALLATIES

De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komendeinstallaties of delen hiervan door:- het waterleverend bedrijf- de brandweerDe kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.

91. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

54.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- van de gehele brandbestrijdingsinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen

deel- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

03. REVISIEBESCHEIDEN

4084.019.uw.fha.stb 43

Page 49: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:- van de gehele brandbestrijdingsinstallatieonderdelen:

- blustoestellen

54.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- van: de gehele brandbestrijdingsinstallatie.Aantal te verstrekken exemplaren en tijdstip conform algemeen deel

54.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: de gehele brandbestrijdingsinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

54.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

54.11.10-a BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIE0. NATTE BLUSINSTALLATIE

Voor de brandbestrijding moeten de benodigde brandslanghaspels wordengemonteerd. De brandslanghaspels moeten in een inbouwhaspelkast wordengemonteerd. Inbouwkasten moeten in door de bouwkundige aannemer tevervaardigen sparingen worden aangebracht. Vervolgens worden deze door debouwaannemer aangewerkt. De kasten moeten verzinkt en gepoedercoat wordengeleverd. Er moet op de kast een goedgekeurd pictogram worden aangebracht.

Voor de pantry, keuken en technische ruimten moeten draagbare handblussersworden gemonteerd.

54.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

54.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van: de brandbestrijdingsinstallatieDe werktekeningen moeten o.a. bevatten:- het leidingbeloop met leidingdiameters en peilmaten, dubbellijnig- het materiaal van de leidingen- de plaats van de appendages- plaats en type brandblustoestellen- maatvoering- te isoleren leidingdelenAantal en tijdstip conform algemeen deel.

54.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningen

4084.019.uw.fha.stb 44

Page 50: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

worden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

54.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

54.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN0. BEPROEVEN/INREGELEN

Beproeven.Onderdelen:- de brandslanghaspelsMethode:- volgens NEN-EN 694: 2001+A1: 2007 enTijdstip:- voor het onttrekken van de leidingen aan het zicht

5. BEPROEVINGS-/TESTRAPPORTAlle slanghaspels moeten bij oplevering zijn gekeurd. Het beproevings-/testrapportdient bij oplevering overlegd te worden. Het beproevings-/testrapport dient door eengecertificeerde firma opgesteld te worden.Het rapport omvat de beproeving van de brandslanghaspels.In het beproevingsrapport moeten ten minste zijn vermeld de druk en de resultaten.

4084.019.uw.fha.stb 45

Page 51: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

55 GASINSTALLATIES

55.00 ALGEMEEN

55.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan in het bestek hetfabricaat is genoemd, mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd,mits de gelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond.Deze gelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet besteksfabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie, beheer enonderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

55.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN01. BOUTVERBINDINGEN

Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5gangen buiten het installatie-onderdeel steken.

90. NORMEN EN VOORSCHRIFTEN- NEN 1078 (nieuwbouw)- NEN 3028- NPR 3378- NEN 2768: Nederlandse norm meterruimten en bijbehorende voorzieningen voor

nutsvoorzieningen in een woonfunctie- AI-bladen arbeidsinspectie- eisen en voorschriften van het plaatselijk gasbedrijf

91. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: Brandwerende Doorvoeringen(laatste uitgave).

55.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN01. DIENSTLEIDING GASLEVEREND BEDRIJF

De dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de gasleiding op het leidingnetvan het gasleverend bedrijf wordt door derden aangelegd.De aanleg vindt plaats tot en met de verbruiksmeter

02. GOEDKEURING INSTALLATIESDe aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komendeinstallaties of delen hiervan door:- het gasleverend bedrijfDe kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.

90. AANSLUITKOSTENDe aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever.

91. AANVRAAGDe aanvraag dient verzorgd te worden door de aannemer.

4084.019.uw.fha.stb 46

Page 52: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Noot: Nutsmeter met pulsgever tbv GBS aanvragen92. MELDING AANVANG

De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

93. NUTS MANTELBUISTen behoeve van de doorvoer van de dienstleiding worden de nodige mantelbuizengeleverd en aangebracht door de bouwkundige aannemer.

55.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- van de gasinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

02. REVISIEGEGEVENSDoor de aannemer te verstrekken gegevens:- materiaalstaten- meetrapporten- lektestrapporten

04. REVISIEBESCHEIDENDe aannemer verstrekt de directie de benodigde gegevens ten behoeve van derevisiebescheiden.- van de gasinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel

55.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- van de gasinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:- van de gasinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deelMet lijst van toegepaste symbolenMet technische beschrijving van de installatiemet specificaatie van de toegepaste onderdelen

55.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: de gasinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

55.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

55.11.10-a AARDGASINSTALLATIE0. AARDGASINSTALLATIE

Het gebouw wordt door de nutsbedrijven voorzien van een centrale gasmeter. Vanafdeze gasmeter dient door de aannemer een gasleiding te worden voorzien tot opde cv-ketel in de technische ruimte. Elke cv-ketel moet worden aangesloten meteen gasafsluiter en een gasfilter. Alle gasleidingen okergeel schilderen, of okergeelmarkeren.

4084.019.uw.fha.stb 47

Page 53: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Doorvoeren door de technische ruimte en gasmeterruimte moeten gasdicht wordenuitgevoerd. Bij zichtwerk moeten deze doorvoeren worden afgewerkt met een rozet.

Door de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds. Deze zijn niet specifiek aangegeven op de bestekstekeningen.

55.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

55.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van: de gehele gasinstallatieDe tekeningen moeten o.a bevatten:- het leidingbeloop met leidingdiameters en peilmaten, dubbellijnig- het materiaal van de leiding- de plaats van de appendages- maatvoeringAantal en tijdstip conform algemeen deel

55.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

55.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. INSTALLATIE-BEREKENING

De dimensionering van de gasinstallatie dient door de aannemer gebaseerd teworden op:- als omschreven in NEN 1078 (GAVO) bijlage B.5, samengestelde methode.Uitgangspunten:- de maximale drukval: 1,7 mbar.Wijzigingen aan de gasinstallatie, tijdens de uitvoeringsfase, moeten voor hetdoorvoeren hiervan door de aannemer doorgerekend worden conform genoemdenormen.

55.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

55.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN0. GASINSTALLATIE

Beproeven.Onderdelen:- leidingen- de gehele gasinstallatieMethode:

4084.019.uw.fha.stb 48

Page 54: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- overeenkomstig NEN 1078-04Uitgangspunten:- conform het gasleverend bedrijf- Scope 7aUitvoering door:- de aannemer in het bijzijn van de directieTijdstip:- voor opneming van het werk

4. MEETRAPPORTTe verstrekken meetrapport(en) van:- van de beproeving van de gasinstallatieAantal te verstrekken exemplaren: 3Tijdstip van verstrekking: voor oplevering

55.13.90-a CONTROLEREN0. CONTROLEREN OP GASDICHTHEID GASLEIDINGEN

De controle van de gasdichtheid van de gasleidingen moet geschieden door depersproef volgens NEN 1078.

4084.019.uw.fha.stb 49

Page 55: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

60 VERWARMINGSINSTALLATIES

60.00 ALGEMEEN

60.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet voorgeschreven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie,beheer en onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

60.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN01. BOUTVERBINDINGEN

Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5gangen buiten het installatie-onderdeel steken.

90. NORMEN EN VOORSCHRIFTEN- NEN-EN 12831- ISSO-publicatie 51- ISSO-publicatie 53- ISSO-publicatie 57- NEN 3028- eisen en voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf- energieklasse pompen A, EEI <0,23

91. KEURINGSCRITERIA WARMTE KOUDE OPSLAGInstallaties voor warmte koude opslag dienen qua ontwerp, uitvoering en inspectiete voldoen aan:- de Kiwa keuringscriteria KC 114- ISSO 39- BRL 11000- BRL 6000Voor het afstemmen van de benodigde gegevens voor de BRL6000 is door de partijdie het ondergrondse deel engineerd een communicatiemodel opgezet welke doorde aannemer gebruikt moet worden.

92. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: Brandwerende Doorvoeringen(laatste uitgave).

93. VERGUNNINGSAANVRAAGDe aannemer zorgt voor de vergunningsaanvraag voor de WKO-bronnen.De kosten voor de aanvraag zijn voor rekening van de aannemer.De kosten voor de leges zijn voor rekening opdrachtgever.

4084.019.uw.fha.stb 50

Page 56: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

60.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN90. AANVANG WERKZAAMHEDEN

Met de installatiewerkzaamheden in technische ruimten mag niet eerder wordenaangevangen, dan nadat deze ruimten glas- en waterdicht zijn.

91. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

60.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- van de gehele verwarmingsinstallatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel- plattegrondtekeningen, schaal 1:50- schematekeningen- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.Tijdens de uitvoering van het werk brengt de aannemer het uitgevoerde werkovereenkomstig de uitvoering de uitvoering regelmatig in tekening, met nameinstallaties die ter goedkeuring moeten worden gekeurd alvorens de onderdelenaan het oog te onttrekken.

03. REVISIETEKENINGEN VERWARMINGSINSTALLATIEDoor de aannemer te vervaardigen revisietekening(en).Op de tekening(en) moet zijn aangegeven:- het leiding- en kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten- de leiding- en kanaalbevestigingsconstructies.- de ondersteunings- en vastpuntconstructies.- de reinigings- en inspectieluiken.- de doorvoeringen;- de opstelling en specificaties van verwarmingsapparaten en -lichamen- de opstelling en specificaties van appendages:

- ontluchtingspunten- aftappunten- afsluiters- sifons

- de materialen van leidingen, kanalen, isolatie en isolatie-afwerkingen- de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen- de inregelgegevens;- de elektrische bedrading van de brander.

04. REVISIEBESCHEIDENDe aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:- de verwarmingsinstallaties; aantal en tijdstip conform conform algemeen deelHieronder dient tenminste te worden verstaan:- de revisietekeningen;- de berekeningen betreffende de installatie;- de standaard fabrieksdocumentatie van alle toegepaste onderdelen.- leidingberekening- transmissieberekening

4084.019.uw.fha.stb 51

Page 57: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

60.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- circulatiepompen- appendages- verwarmingslichamen/apparaten

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:de gehele verwarmingsinstallatieaantal en tijdstip conform conform algemeen deel- bedienings- en/of onderhoudsvoorschriften c.q. omschrijvingen van de hiervoor

in aanmerking komende apparatuur.- documentatie en/of schema's, in de meest uitgebreide zin, van de installaties of

gedeelten hiervan, welke van nut zijn voor de opdrachtgever bij het lateronderhoud, vernieuwen en/of uitbreiden van de betreffende installaties.

- overzicht van fabrikaten en eventuele leveranciers voor de diverse installatiesen/of onderdelen hiervan.

- overzicht van fabrikaten van de toegepaste materialen en/of apparatuur metvermelding van het typenummer.

03. BEDIENINGSINSTRUCTIENa inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever terplaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatieDe instructietijd is minimaal: 4 uurInstructie van het systeem door aannemer van alle systemen gecombineerd, inmaximaal 4 gecombineerde sessies verdeeld over een periode tot 6 maanden naoplevering.

60.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: de gehele verwarmingsinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

60.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

60.11.10-a WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE0. WARMTE-OPWEKKING

warmte-opwekkingVoor de koude- en warmteopwekking wordt een zogenaamde monobron in hetterrein voorzien. Voor de aanvullende warmteopwekking moeten in de technischeruimte een warmtepompen aangevuld met een piekketel worden opgesteld.De installatie werkt met watertemperaturen met een aanvoertemperatuur vanmaximaal 50°C en een verschil tussen aanvoer en retour van 20 K; bij eenbuitentemperatuur van -10°C.

De aannemer moet zorgdragen voor:- een schone grondverklaring- het afvoeren van de grond.

In de technische ruimte moet een verdeler/verzamelaar worden geplaatst, waar

4084.019.uw.fha.stb 52

Page 58: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

buiten de keteltransportgroep nog de volgende verwarmingsgroepen op moeten zijnaangesloten worden opgesteld:- groep vloerverwarming (centrale change over)- groep luchtbehandeling/naverwarming- reservegroep

Elke groep moet afsluitbaar en met tussenplaatsing van vul- en aftapkranen,circulatiepompen, thermometers, meetnippels, regelafsluiters, ontluchtingspottenenz. op de warmtepompen worden aangesloten. De circulatiepomp voor het c.v.-circuit moet worden voorzien van een ingebouwde toerenregeling. De leidingenmoeten van naamplaatjes worden voorzien.

Om de uitzetting van het verwarmingswater in het systeem op te kunnen vangenen de voordruk in het systeem zo constant mogelijk te houden moet in detechnische ruimte een expansievat worden opgesteld dat moet wordenaangesloten op de c.v. installatie.

60.11.10-b WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE0. LEIDINGEN, VERWARMINGSLICHAMEN, VLOERVERWARMING ENZ.

algemeenDoor de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds.

Alle leidingen in wanden, vloeren en boven plafonds moeten thermisch geïsoleerdworden. Zichtleidingen in verblijfsruimten en ingestorte leidingen worden nietgeïsoleerd. In de technische ruimte moet de isolatie worden afgewerkt metisogenepak. Bovendaks gelegen leidingen dienen voorzien te worden van isolatieen aluminium beplating.

De leidingen moeten van markeringen worden voorzien. Appendages in schachtenen techniekruimte moeten bereikbaar, afleesbaar en bedienbaar op ca. 1,6mtr+vloer.

luchtbehandelingskastenVanaf de verdeler/verzamelaar moet een transportnet naar de desbetreffendeluchtbehandelingskast worden aangelegd.Nabij iedere luchtbehandelingskast dient een individuele mengsectie te wordenvoorzien.

vloerverwarmingDe vloerverwarmingsinstallatie dient als hoofdverwarming. Devloerverwarmingsleidingen moeten met binddraad bevestigd worden op eenkrimpnet. Bij de montage van de vloerverwarming moet rekening worden gehoudenmet dilatatievoegen. Alvorens de afwerklaag wordt aangebracht moeten deleidingen worden gevuld met water.Alle vloerverwarming- koelingverdeelsets voorzien van 2 pijpssysteem (verwarmenen koelen met centrale change over).Daar waar de vloerverwarming als basisverwarming aanwezig is moet de ruimte op18°C gekregen worden. Naverwarming gebeurd in deze ruimten door middel vanluchtverwarming.

4084.019.uw.fha.stb 53

Page 59: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

naverwarmingEen aantal ruimten worden voorzien van naverwarmers, welke per ruimte regelbaarzijn en de ruimte kunnen verwarmen van de basistemperatuur van 18°C naar degewenste ruimtetemperatuur.

.01WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIELeidingen, verwarmingslichamen en vloerverwarming.

60.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

60.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van: de gehele verwarmingsinstallatieDe tekeningen moeten o.a bevatten:- principeschema inclusief vermogens en capaciteiten- het leidingbeloop met afmetingen en peilmaten, dubbellijnig- de leidingondersteuningspunten, vastpuntconstructies, luchtpotten,

doorvoeringen etc..- te isoleren leidingen en onderdelen- plaats, fabrikaat en type verwarmingslichamen/apparaten- de opstelling en specificaties van appendages- de materialen van leidingen, isolatie en isolatie-afwerking- maatvoering- te behalen vertrektemperatuurAantal en tijdstip conform conform algemeen deel

60.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

60.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. BEREKENINGEN DOOR DE AANNEMER

uitgangspuntenDoor de aannemer te vervaardigen berekeningen:- warmteverliesberekening

voor de berekening van het warmteverlies moet ISSO publicatie 51 (woningenen woongebouwen), 53 (utiliteitsgebouwen) en/of 57 ((ruimten hoger dan 5meter, industriegebouwen, vides en atria) worden aangehouden.Voor de zekerheidsklasse dient minimaal klasse A te worden aangehouden (bijwoningen en woongebouwen).

- opwarmtoeslag : 5 W/m2

Tijdens de wintersituatie dient aan de volgende eisen te worden voldaan:- de verticale temperatuurgradiënt mag niet meer zijn dan 0,5°C/m

4084.019.uw.fha.stb 54

Page 60: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

De assymetrische stralingstemperatuur dient maximaal te zijn:- horizontaal : 10°C- verticaal : 5°C

De bovenstaande waarden gelden in de leefzone, gedefinieerd als:hoogte : 0 tot 1,80 mvanaf de gevel : 0,50 mvanaf de binnenwand : 0,30 m

buitenluchtcondities wintersituatie:- buitentemperatuur : -10°C- windsnelheid : 5 m/s- luchtvochtigheid : 90%

Voor de berekeningen van de maximum warmtebehoefte van het gebouw moetende warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waarden) conform bouwkundige tekeningenworden aangehouden. Daar waar uit energieprestatieberekeningen strengerewaarden volgen, zullen deze moeten worden aangehouden. Deenergieprestatieberekening is op te vragen bij de opdrachtgever.Wijzigingen in de uitvoeringsfase dienen door de aannemer te worden gesignaleerden meegenomen te worden bij de definitieve bepaling van de vermogens van deverwarmingsinstallatie.

De transmissie te berekenen met het warmteverliesprogramma VABI-elementsVA114; laatste versie.- conform artikel 00.05.10.06 (UAV 2012)

binnentemperaturenDe minimale temperatuur in de verschillende ruimten bedraagt:

kantoorruimten : 21°Cverkeersruimten : 18°Ctoiletten : 15°Cinpandige berging : 15°Ctrappenhuizen binnen de thermische schil : 15°Ctrappenhuizen buiten de thermische schil : onverwarmdbergingen, opslagruimten, containerruimtenbinnen de thermische schil : vorstvrij

De watertemperatuurtrajecten zijn afhankelijk van het verwarmingssysteem watgekozen gaat worden.

- primair watercircuit : 50°C - 40°C- groep luchtbehandeling : 45°C - 35°C- groep vloerverwarming : 45°C - 35°C- groep klimaatplafond : 43°C - 37°C- groep radiatoren : 50°C - 40°C

60.12.20-b INSTALLATIE-BEREKENING0. INSTALLATIE-BEREKENING

door de aannemer te vervaardigen berekening:- leidingberekeningen

4084.019.uw.fha.stb 55

Page 61: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Bij de leidingdimensionering uitgaan van een maximale leidingweerstand van 140Pa/m, en een mediumsnelheid van 0,4 m/s bij de (radiator)aansluitingen oplopendtot maximaal 1 m/s in de technische ruimten.De aannemer dient aan de hand van de definitieve werktekeningen ten behoeve vande pompen en regelkleppen definitieve leidingberekeningen te maken.- pompselectie

60.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

60.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN0. VERWARMINGSINSTALLATIE

Onderdelen:- de gehele verwarmingsinstallatieMethode:de gehele installatie met water persen op 150 kPa overdruk boven de in deinstallaties optredende druk (inclusief de statische druk) welke gedurende een uurconstant moet blijven- meten van debiet, druk en opgenomen vermogen- stookrapport: de ketels moeten bij 1e inbedrijfstelling worden geïnspecteerdUitgangspunten:- transmissieberekening- leidingberekeningUitvoering door:- de aannemerTijdstip:- voor oplevering

4. MEETRAPPORTTe verstrekken meetrapport(en) van:- debietmetingen verwarmingsinstallatie waarin opgenomen de capaciteit, druk

en opgenomen vermogen van de pompen en de stand van de strangafsluiters- vloerverwarming afpersen voordat cementdekvloer gelegd wordt en ernaAantal te verstrekken exemplaren:- drieDigitaal in enkelvoud

9. EERSTE BIJZONDERE INSPECTIE/STOOKRAPPORTDe gasgestookte installatie moet bij de 1e inbedrijfstelling worden geïnspecteerden goedgekeurd zijn; EBI (Eerste Bijzondere Inspectie). Dit geldt voor de cv-ketelsen de gasboilers. De goedkeuring moet uiterlijk 3 weken voor opleveringgerapporteerd worden.(Dit geldt voor elke gasgestookte verwarmings- of stookinstallatie met eenvermogen van 100 kW of meer ;o.a. cv-ketels en gasboilers e.d.. Bijcascadeschakelingen geldt het totale vermogen, bij individuele toestellen geldt degrens van 100 kW per toestel).

De inspecties dienen uitgevoerd te worden door een Scios gecertificeerd bedrijf(Stichting Certificatie Inspectie en Onderhoud Stookinstallaties) , of door eenbedrijf aantoonbaar gelijkwaardig met Scios. De inspecteur moet bepalen wanneerde PI (periodieke inspectie) moet plaatsvinden, met een maximum van 4 jaar.

Tijdstip: uiterlijk 3 weken voor opleveringAantal te verstrekken exemplaren stookrapport:

4084.019.uw.fha.stb 56

Page 62: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- tweeelke gasgestookte verwarmings- of stookinstallatie met een vermogen van 100 kWof meerDit geldt voor o.a. cv-ketels en gasboilers e.d.. Bij cascadeschakelingengeldt het totale vermogen, bij individuele toestellen geldt de grens van 100 kW pertoestel.

60.13.10-b BEPROEVEN/INREGELEN0. WKO INSTALLATIE

onderdelen:De gehele WKO installatieuitvoering door:- de aannemerTijdstip voor de oplvering

4. MEETRAPPORTTe verstrekken meetrapport(en) van:- debietmetingen waarin opgenomen de capaciteit, druk en opgenomen

vermogen van de pompenAantal te verstrekken exemplaren:- drieDigitaal in enkelvoud

60.13.20-a IN BEDRIJF STELLEN0. IN BEDRIJF STELLEN

In bedrijf stellen.Onderdelen:- WKO- de verwarmingsinstallatieUitvoering door:- de aannemerTijdstip:- voor oplevering

4084.019.uw.fha.stb 57

Page 63: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

61 VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES

61.00 ALGEMEEN

61.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet opgegeven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie, beheeren onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

61.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN90. NEDERLANDSE NORMEN

- De aan de luchtkanalen te stellen kwaliteitseisen overeenkomstig de LUKAkwaliteitseisen, met overlegging van een geldig LUKA Kwaliteitscertificaat.

- ISSO 17- ISSO 24

91. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: Brandveilige Doorvoeringen(laatste uitgave).

61.00.29 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN90. ALGEMEEN

Luchtkanalen en hun onderdelen moeten voldoen aan het LUKAkwaliteitshandboek luchtkanalen in hun laatst verschenen vorm.

Alle op de tekeningen aangegeven afmetingen van de luchtkanalen zijn inwendigematen betrekking hebbende op de doorlaat.

De ten behoeve van het ophangen en bevestigen van de luchtkanalen te borengaten kleiner of gelijk aan een diameter van 35 mm behoren tot dewerkzaamheden van de aannemer.

Daar waar kanalen door wanden of vloeren gaan dient de ruimte rondom het kanaalzodanig te worden afgewerkt dat de akoestische isolatie van de doorvoering dewaarde voor de wand of vloer niet verslechtert.

Het kanalensysteem dient volkomen strak te worden gemonteerd en te wordenuitgevoerd met gladde binnenwanden en afgeronde bochten. Verloopstukken enhulpstukken dienen een vloeiend en gelijkmatig verloop te hebben. De in hetkanaal te verwerken onderdelen zoals kleppen, leidschoepen e.d. dienen vanhetzelfde materiaal te zijn als het kanaal. Bochten en aftakkingen in rechthoekig

4084.019.uw.fha.stb 58

Page 64: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

kanaalwerk dienen te worden uitgevoerd met leidschoepen.

Voor de meetelementen van de regelinstallatie en voor het inregelen van deluchthoeveelheden dienen op goed bereikbare plaatsen de nodige gaten te wordenaangebracht. De meetpunten afdichten met plastic doppen of dergelijke. Er dienenzodanig voorzieningen getroffen te worden dat de meetpunten e.d. buiten deisolatie bereikbaar blijven.

Bij doorvoer van kanalen mogen geen trillingen op gebouwdelen wordenovergebracht.De kanalen moeten trillinggeïsoleerd worden opgehangen, waar nodig dienen zijcontact geluidisolerend te worden opgehangen.

Op de plaatsen waar luchtkanalen dilatatievoegen passeren, dienen de kanalen teworden onderbroken en de verbinding door middel van een canvas aansluiting vanvoldoende lengte tot stand te worden gebracht. Verbindingen van apparatuurmoeten worden uitgevoerd met flenzen van corrosiewerend behandeld hoekstaal.

De luchtkanalen dienen te worden vervaardigd van sendzimir verzinkte plaat infelskwaliteit. De zinklaag moet tenminste 275 g/m2 tweezijdig bedragen. Indiendoor welke oorzaak dan ook de sendzimir zinklaag is beschadigd, dient dezezorgvuldig met zinkcompoundverf te worden bijgewerkt.

Gedeukte of beschadigde kanalen mogen niet worden verwerkt.

De kanalen mogen een max. breedte/hoogte verhouding van 4:1 hebben.

Bij onderbreking van de montage dienen de openliggende luchtkanalen tijdelijkafgedicht te worden, om vervuiling in de kanalen te voorkomen.

Luchtkanalen moeten met een zodanige stijfheid worden uitgevoerd, zodat er geenhinderlijke resonantie en vervormingen kunnen optreden. Kanaalvlakken enkanaalstukken waarvan de breedte groter is dan 400 mm moeten worden verstijfddoor middel van doordrukkingen (cross-breakings).

Bochten in dergelijke kanalen verstijven door middel van leidschoepen of profielenaan de buitenzijde.

91. VERBINDINGEN EN OPHANGINGENDe luchtkanalen moeten solide worden opgehangen met beugels die moetenworden vervaardigd volgens de LUKA.

Om overdracht van trillingen op de bouwconstructie te voorkomen moeten tussende kanaalwanden en ophanging viltstroken ter dikte van minstens 10 mm wordenaangebracht. Het vilt aan de beugels lijmen om verschuiven te voorkomen. Bijuitwendig geïsoleerde kanalen, tussen kanaalwand en ophangbeugel,isolatiemateriaal aanbrengen ter dikte van de uiteindelijke isolatie. De breedte vanhet isolatiemateriaal zodanig dat het geheel zonodig dampdicht kan wordenafgewerkt.

Voor de aansluiting van de luchtkanalen op ventilatoren enluchtbehandelingskasten dienen flexibele verbindingen toegepast te worden.

4084.019.uw.fha.stb 59

Page 65: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

92. REGELKLEPPEN, BRANDKLEPPEN, INSPECTIELUIKENREGELKLEPPENDe kleppen dienen op een goed bereikbare plaats te worden opgesteld. De assendienen luchtdicht door de kanaalwand te zijn aangebracht.Motorbediende regelkleppen dienen te zijn uitgerust met lichtlopende lagers endienen uitgebalanceerd te zijn, zodat bediening correct en met een minimalekracht kan geschieden.Voor regelkleppen die niet van buitenaf bereikbaar zijn, dient een afsluitbareopening 200 x 200 mm in het kanaal te worden aangebracht.

BRANDKLEPPENDe brandkleppen dienen door de plaatselijke brandweer te zijn goedgekeurd. Dekleppen dienen zodanig in de kanalen te worden gemonteerd, dat deflensaansluiting van een zijde van de klep aansluit tegen de brandwerende muur, ofvloer, terwijl de bevestiging van de brandklep onafhankelijk van dekanalenophanging dient te geschieden.

De doorgangsopeningen door muur of vloer na het aanbrengen van de brandklepafwerken met hittebestendig afdichtingsmateriaal met dezelfde WBDBO als debouwkundige constructie. De restmaat tussen brandklep en wand moet door deaannemer brandwerend worden afgewerkt.De kleppen dienen steeds goed bereikbaar te zijn; hiertoe dienen noodzakelijkevoorzieningen in de verlaagde plafonds te worden opgegeven. Nabij de brandklep inhet kanaal een inspectieluik aanbrengen met de afmetingen 200 x 200 mm.

INSPECTIELUIKENVoldoende inspectieluiken dienen te worden aangebracht in de wanden vanluchtkanalen ter plaatse van de in de kanalen opgenomen apparatuur, zoalsluchtverwarmers, koelers, kleppenregisters, regelapparatuur, filters e.d., ook indiendeze niet op de tekeningen zijn aangegeven. Verder dienen extra luiken te wordenaangebracht voor inspectie en reiniging van de luchtkanalen.In de zalen dienen ter plaatse van de roosters inspectieluiken te wordenopgenomen in het plafond.

93. LUCHTTECHNISCHE APPARATUURALGEMEENDe diverse apparaten dienen trillinggeïsoleerd te worden opgesteld. Alleventilatoren dienen te worden voorzien van een werkschakelaar.

LUCHTBEHANDELINGSKASTENDe luchtbehandelingskast moet voldoen aan de ErP-verordening 1253/2018.De luchtbehandelingskast dient zodanig te zijn geconstrueerd, dat alle onderdelenafzonderlijk en gemakkelijk uitneembaar zijn. Bij montage van leidingen enregelapparatuur dient hiermee rekening gehouden te worden.

Eventuele ondersteuning voor leidingen, regelapparatuur en dergelijke dienen reedsin de fabriek te worden aangebracht.

De opstelling van de kast dient zodanig te zijn dat het geheel zuiver waterpas isuitgelijnd en er geen spanningen optreden tussen de kastsecties onderling.

De verwarmings- en koelbatterijen en de filters dienen eenzijdig uittrekbaar in de

4084.019.uw.fha.stb 60

Page 66: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

kast te worden aangebracht. Er mogen geen luchtlekkages optreden rondom debatterij in de kast of langs leidingaansluiting of sluitdeksels.

De flexibele verbindingen dienen te zijn vervaardigd van PVC, versterkt metglasvezels met afmetingen van de ventilatieopening. De manchetten mogen bijstilstaande ventilator niet strak gespannen staan; de speelruimte dient echterbeperkt te zijn, zodat bij in bedrijf zijnde ventilator een minimale vernauwing ofverwijding van de aansluitende kanaalmaat wordt verkregen.De flexibele verbindingen van de luchtbehandelingskasten dienen dubbelwandig teworden uitgevoerd.

61.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN90. AANVANG WERKZAAMHEDEN

Met de installatiewerkzaamheden in technische ruimten mag niet eerder wordenaangevangen, dan nadat deze ruimten glas- en waterdicht zijn.

91. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

61.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- van de gehele ventilatie-installatie; aantal en tijdstip conform algemeen deel- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.Tijdens de uitvoering van het werk brengt de aannemer het uitgevoerde werkovereenkomstig de uitvoering de uitvoering regelmatig in tekening, met nameinstallaties die ter goedkeuring moeten worden gekeurd alvorens de onderdelenaan het oog te onttrekken.

02. REVISIEGEGEVENSDoor de aannemer te verstrekken gegevens:- meetrapporten- lektestrapportenTijdstip van verstrekking: aantal en tijdstip conform algemeen deel

04. REVISIEBESCHEIDENDoor de aannemer te vervaardigen revisiebescheiden; aantal en tijdstip conformalgemeen deelDe technische specificaties van:- luchtbehandelingskasten- afzuigventilatoren- filters- kanalenstelsel- kanaalisolatie- dempers- roosters- regelkleppen- brandkleppen- enz.

4084.019.uw.fha.stb 61

Page 67: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

61.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- luchtbehandelingskasten- filters- brandkleppen- regelkleppen- enz.

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:van de gehele ventilatieinstallatie aantal en tijdstip conform algemeen deel- bedienings- en/of onderhoudsvoorschriften c.q. omschrijvingen van de hiervoor

in aanmerking komende apparatuur.- documentatie en/of schema's, in de meest uitgebreide zin, van de installaties of

gedeelte hiervan, welke van nut zijn voor de opdrachtgever bij het lateronderhoud, vernieuwen en/of uitbreiden van de betreffende installaties.

- overzicht van fabrikaten en eventuele leveranciers voor de diverse installatiesen/of onderdelen hiervan.

- overzicht van fabrikaten van de toegepaste materialen en/of apparatuur metvermelding van het typenummer.

03. BEDIENINGSINSTRUCTIENa inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever terplaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatieDe instructietijd is minimaal: 8 uurInstructie van het systeem door aannemer van alle systemen gecombineerd, inmaximaal 4 gecombineerde sessies verdeeld over een periode tot 6 maanden naoplevering

61.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: de gehele luchtbehandelingsinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

61.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

61.11.11-a VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE0. VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE

algemeenVoor de ventilatie van de verschillende ruimten moet een ventilatiesysteem wordenaangebracht bestaande uit een tweetal luchtbehandelingskasten met eenkanalensysteem en roosters. De luchtbehandelingskasten moeten wordenopgesteld op de dakvlakken. De lucht moet gefilterd, verwarmd of gekoeld wordentoegevoerd aan de ruimte. De kanalen moeten worden aangesloten op deluchtbehandelingskast met tussenplaatsing van geluiddempers.

De school wordt voorzien van een eigen luchtbehandelingskast welkegepositioneerd moet worden op het hoogste dakvlak.De overige ruimten, op de begane grond moeten worden voorzien van een eigenkast welke op het lage dakvlak gepostioneerd moet worden.

4084.019.uw.fha.stb 62

Page 68: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Het toevoerkanalensysteem moet in principe geïsoleerd worden met minerale wol.

Het buitenluchtaanzuigkanaal moet met dampdichte isolatie worden geïsoleerd.

De kanalen bovendaks moeten dampdicht worden geïsoleerd en afgewerkt met eenaluminium beplating.

Daar waar een brandscheiding wordt gepasseerd moeten brandkleppen metsmeltlood in het luchtkanaal worden ingebouwd.

Door de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds. Deze zijn niet specifiek aangegeven op de tekeningen.

CO2 regelingVanwege de variërende bezettingen van de ruimten worden een aantal ruimtenvoorzien van een variabele volumeregeling gebaseerd op het CO2 gehalte in deruimte. Voor de leslokalen en een aantal ruimten op de begane grond zijn dezeVAV regelingen aangevuld met een naverwarmer zodat ook qua temperatuur perruimte snel gereageerd kan worden.Een aantal kleinere ruimten zijn alleen voorzien van een VAV regeling.De retour wordt centraal aangestuurd door de verschillende VAV regelingen.

afgifteVoor verschillende ruimten moet een zogenaamde ‘activent’ in het zichtgemonteerd worden. Dit zijn kanalen met nozzles in de kanalenwand welke eengelijkmatige verdeling van de lucht in de ruimte kunnen realiseren.

De ruimten waar een verlaagd plafond aanwezig is moeten worden voorzien vanplafondroosters.

De sanitaireruimten, bergingen, werkkasten ed moeten worden voorzien vanrozetten.

Vanuit de meeste ruimten moet de lucht worden overgestort door middel vanoverstortvoorzieningen met flexible geluiddempende slangen (lengte 500 mm) naareen centraal afzuigpunt. Daar waar het vanwege o.a. akoestische eisen nietmogelijk is om over te storten moet de lucht in dezelfde ruimten worden toegevoerden worden afgevoerd.Voor de leslokalen moet de lucht worden overgestort door middel vanplafondroosters in het deel van het plafond waar de VAV-regeling boven zit. Bovenhet plafond moeten dan de flexibele slangen worden aangesloten op wandroosterszodat de lucht overgestort kan worden naar de gangzone / middengebied.

Alle roosters en rozetten moeten worden aangesloten op het kanalensysteem mettussenplaatsing van een geluiddempende flexibele slang van minimaal 1.000 lang.Bij de centrale afzuigpunten moeten de nodige geluiddempers wordenmeegenomen.

Alle roosters, plafondroosters, wandroosters ed moeten qua positie worden

4084.019.uw.fha.stb 63

Page 69: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

afgestemd met de architect.

61.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

61.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van de gehele luchtbehandelings- en afzuigingsinstallatieDe tekeningen moeten bevatten:- principeschema inclusief vermogens en capaciteiten- het kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten, dubbellijnig- de kanaalbevestigings- en ondersteuningspunten, vastpuntconstructies,

reinigings- en inspectieluiken, doorvoeringen- de opstelling en specificaties van luchtbehandelingsapparatuur- de opstelling en specificaties van appendages- de materialen van kanalen, isolatie en isolatie-afwerkingen- de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen- de plaats en afmetingen van roosters e.d.- maatvoeringAantal en tijdstip conform conform algemeen deel

61.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

61.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. UITGANGSPUNTEN

algemeen1. Luchthoeveelheden en luchtsnelhedenBij de berekening van de ventilatoren en dimensionering van de kanalen dientuitgegaan te worden van de minimale ventilatiehoeveelheden conform de eisen uithet Bouwbesluit. Indien de eisen in dit document een hogere capaciteit tot gevolghebben dienen deze te worden aangehouden

De voorzieningen ten behoeve van de ventilatie-installatie dienen geïntegreerd teworden met het ontwerp, de constructie en de uitvoering van de plafonds. Deventilatie-installatie dient een goede doorspoeling van de ruimte te waarborgen,zonder optreden van tochtklachten.

2. Luchthoeveelhedende afzuighoeveelheden en ventilatiehoeveelheden zoals aangegeven in hoofdstuk09 moeten worden aangehouden:

3. LuchtsnelhedenDe luchtkanalen (rechthoekig en rond) moeten zodanig worden gedimensioneerd

4084.019.uw.fha.stb 64

Page 70: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

dat de volgende maximale luchtsnelheden niet overschreden worden:

rechth. rond- technische ruimten 6 m/s 7 m/s- schachten 6 m/s 7 m/s- gangen 5 m/s 6 m/s- verblijfsruimten

(doorgaande kanalen) 4 m/s 5 m/s- verblijfsruimten

(aftakkingen) n.v.t. 3,5 m/s- in verdeel-/verzamelkanalen

met kanaalroosters 2 m/s 2 m/s

- drukval normaal 1 Pa/m- drukval plaatselijk 2 Pa/m- snelheid over heaterblok 3,5 m/s- snelheid over koelerblok

(gevind oppervlak) 2,5 m/s

Bovenstaande waarden gelden voor ruimten met een A-gewogen minimalegeluideis van 35 dB. In systemen ten behoeve van ruimten met een strengeregeluideis moeten lagere luchtsnelheden worden gehanteerd.

Voor geluidmetingen en eisen per ruimte wordt verwezen naar paragraaf09.00.70.92.

De luchtsnelheid ter plaatsen van overstoomvoorzieningen zoals deurspleten e.d.mag maximaal 1 m/sec bedragen. Voor een overstroomvoorziening middelsdeurspleten mag een maximale hoogte van 1,5cm vanaf afgewerkte vloer wordenopgenomen. Voor overstroomvoorzieningen boven het verlaagde plafond of inwanden mag een maximaal drukverlies van 10Pa optreden.

Door de aannemer dienen op basis van werktekeningen controlerendeberekeningen gemaakt te worden.De aannemer verstrekt de berekeningen.Aantal en tijdstip conform zie algemeen deel.

De luchtbehandelingskast moet voldoen aan de ErP-verordening 1253/2014 2018.

4. Temperatuureisen zomersituatie:Aan het binnenklimaat worden de volgende eisen gesteld:- de verticale temperatuurgradiënt mag niet meer zijn dan 3°C/mDe asymmetrische stralingstemperatuur dient maximaal te zijn:- horizontaal: 10°C- verticaal: 5°C

61.12.20-b INSTALLATIE-BEREKENING0. BEREKENINGEN DOOR DE AANNEMER

De aannemer dient aan de hand van de definitieve werktekeningen t.b.v. deopvoerhoogte van ventilatoren definitieve berekeningen te maken. Wijzigingenwelke voortvloeien uit de definitieve berekeningen geven geen recht op verrekening.

4084.019.uw.fha.stb 65

Page 71: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

61.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

61.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN0. VENTILATIE-/LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE

Beproeven.Onderdelen:- ventilatoren- luchtroosters- hoofd- en kanaalaftakkingen- lektest volgens LUKA van 4 nader te bepalen kanaalstukken.Methode:- luchtdichtheid: volgens LUKA-kwaliteitshandboek luchtkanalen- luchtdebiet: d.m.v. hoeveelheidsmetingen op de roosters- luchtverdeling: idem- geluidsniveau: per rooster, per verblijfsruimte- meetpunten aanbrengen in overleg met de directie.Uitgangspunten:- installatiegeluidniveau (NEN 5077+c12) (LI;A) bepalen na het bereiken van de

vertrektemperaturen.- debiet toevoerlucht per vertrek, per rooster.- debiet buitenlucht en afvoerlucht.- debiet afvoerlucht per vertrek, per rooster- op basis van ontwerpgegevens bij volle belastingUitvoering door:- de aannemer in het bijzijn van de directieTijdstip:- voor de oplevering

4. MEETRAPPORTDoor de aannemer te verstrekken meetrapporten:Aantal te verstrekken rapporten: 3Tijdstip van verstrekking: voor oplevering.

61.13.20-a IN BEDRIJF STELLEN0. VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE

Het tijdstip voor het in bedrijf nemen van de ventilatie- enluchtbehandelingsinstallatie in overleg met de directie vaststellen.

61.14 PROEFOPSTELLING

61.14.10-a PROEFOPSTELLING0. PROEFOPSTELLING

Door de aannemer te verzorgen proefopstelling:Van:- luchtkanalen- luchtroosters en rozetten- activentUitgangspunten/eisen: bemonsteringslijstTijdstip: tijdens bemonstering

4084.019.uw.fha.stb 66

Page 72: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

proefopstelling gedurende de bouwperiode laten staan.01LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIE

De bemonstering van de luchtbehandelingsinstallatie.

4084.019.uw.fha.stb 67

Page 73: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

62 KOELINSTALLATIES

62.00 ALGEMEEN

62.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet opgegeven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie, beheeren onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

62.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN01. BOUTVERBINDINGEN

Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5gangen buiten het installatie-onderdeel steken.

90. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: brandveilige Doorvoeringen(laatste uitgave).

91. VAN TOEPASSING ZIJN DE VOLGENDE VOORSCHRIFTEN:- Regeling Lekdichtheidsvoorschriften Koelinstallaties (RLK)- De koelmiddeltechnische gedeelten van de koelinstallatie dienen door een door

de STEK erkende aannemer te worden geïnstalleerd.- NEN 5067- ISSO 32- ISSO 24

62.00.29 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN90. ALGEMEEN

De opstelling dient te geschieden op een verhoogde vloer, waarvoor tijdig denoodzakelijke gegevens moeten worden verstrekt.

De machine trillinggeïsoleerd opstellen, door tussen de machine en de fundatieanti-trillingsmateriaal aan te brengen.

Bij geïsoleerde leidingen de beugels om de isolatie brengen.

62.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN90. AANVANG WERKZAAMHEDEN

Met de installatiewerkzaamheden in technische ruimten mag niet eerder wordenaangevangen, dan nadat deze ruimten glas-en waterdicht zijn.

91. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

4084.019.uw.fha.stb 68

Page 74: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

62.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- plattegrondtekeningen schaal 1:50- opstellingstekeningen schaal 1:20- schematekeningen.- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienen

met nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

aantal en tijdstip:- conform algemeen deelDe gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.Tijdens de uitvoering van het werk brengt de aannemer het uitgevoerde werkovereenkomstig de uitvoering regelmatig in tekening, met name leidingen enandere essentiële installatiedelen welke ter goedkeuring moeten worden getoondalvorens de onderdelen aan het oog onttrokken worden.

02. REVISIEGEGEVENSDoor de aannemer te verstrekken gegevens:- meetrapporten.

aantal en tijdstip:- conform algemeen deel

04. REVISIEBESCHEIDENDe aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen:- koelmachine- appendages

aantal en tijdstip:- conform algemeen deel

62.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- warmtepompen- appendages

02. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:de gehele koelinstallatie- bedienings- en/of onderhoudsvoorschriften c.q. omschrijvingen van de hiervoor

in aanmerking komende apparatuur- documentatie en/of schema's, in de meest uitgebreide zin, van de installaties of

gedeelten hiervan, welke van nut zijn voor de opdrachtgeverbij het later onderhoud, vernieuwen en/of uitbreiden van de betreffendeinstallaties

- overzicht van fabrikaten en eventuele leveranciers voor de diverse installatiesen/of onderdelen hiervan

- overzicht van fabrikaten van de toegepaste materialen en/of apparatuur metvermelding van het typenummer

- STEK logboek- in bedrijfstel rapportage

03. BEDIENINGSINSTRUCTIENa inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever ter

4084.019.uw.fha.stb 69

Page 75: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

plaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatieDe instructietijd is minimaal: 8 uurInstructie van het systeem door aannemer van alle systemen gecombineerd, inmaximaal 4 gecombineerde sessies verdeeld over een periode tot 6 maanden naoplevering

62.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN01. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: koelinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

62.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

62.11.10-a KOELINSTALLATIE0. KOELINSTALLATIE

Ten behoeve van de koeling moet op het terrein worden voorzien in eenwarmte/koude opslag systeem zoals omschreven in paragraaf 60.11.10-

De bron moeten door middel van grondleidingen worden verbonden met deinstallatie in het gebouw.

De warmte/koude opslag voorziet primair voor de koudebehoefte van het gebouw inde zomerperiode. Hiertoe moet gebruik worden gemaakt van hetvloerverwarmingssysteem en de aansluitingen op de luchtbehandeling..

Er moet worden uitgegaan van een temperatuurtraject van 12°C-21°C.

In de technische ruimte moet een verdeler/verzamelaar waar buiten detransportgroep nog de volgende koelgroepen op moeten zijn aangesloten wordenopgesteld:- groep vloerkoeling (centrale change over)- groep luchtbehandeling- reservegroep

62.11.10-b KOELINSTALLATIE0. KOELINSTALLATIE

algemeenDoor de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds.

Alle leidingen moeten dampdicht geïsoleerd worden. Zichtleidingen inverblijfsruimten en ingestorte leidingen worden niet geïsoleerd. In de technischeruimte moet de isolatie worden afgewerkt met isogenepak. Bovendaks gelegenleidingen dienen voorzien te worden van isolatie en aluminium beplating met denodige tracing.

De leidingen moeten van markeringen worden voorzien. Appendages in schachtenen techniekruimte moeten bereikbaar, afleesbaar en bedienbaar op ca. 1,6mtr

4084.019.uw.fha.stb 70

Page 76: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

+vloer.

luchtbehandelingskastenVanaf de verdeler/verzamelaar moet een transportnet naar de desbetreffendeluchtbehandelingskast worden aangelegd.

vloerkoelingDaar waar aangegeven dient de vloerverwarmingsinstallatie in de zomer alsvloerkoeling. De vloerverwarmingsinstallatie is leidend qua vermogen en de koelingloopt hierin mee.De vloerkoeling dient voorzien te worden van een dauwpuntsregeling.

62.11.10-c KOELINSTALLATIE0. COMPUTERRUIMTE

Ten behoeve van de computerruimte moet een split-unit worden gemonteerd,compleet met leidingtechnische montage. Het buitendeel van de split-unit moetbovendaks worden geplaatst.Leidingen tussen het binnendeel en buitendeel moet worden aangebracht indraadgoten.

62.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

62.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.Van: de gehele koelinstallatieDe werktekeningen moeten bevatten:- principeschema inclusief vermogens en capaciteiten- het leidingbeloop met afmetingen en peilmaten, dubbellijnig- de leidingondersteunings- en bevestigingspunten, vastpuntconstructies,

doorvoeringen- de opstelling en specificaties van de koelapparatuur- de opstelling en specificaties van appendages- de materialen van leidingen, isolatie en isolatie-afwerkingen- de te isoleren respectievelijk geïsoleerde installatiedelen.- maatvoeringAantal te verstrekken exemplaren:- zie algemeen deel

62.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

4084.019.uw.fha.stb 71

Page 77: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

62.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. INSTALLATIE-BEREKENING

Door de aannemer te vervaardigen berekeningen:

temperatuuroverschrijdingsberekeningVoor de ruimten met een GTO eis zoals aangegeven in hoofstuk 9

De berekening maken met het programma VABI-elements of VA114; laatste versieDoor de aannemer dienen op basis van werktekeningen controlerendeberekeningen te worden gemaakt

62.12.20-b INSTALLATIE-BEREKENING0. INSTALLATIE-BEREKENING

Bij de leidingdimensionering uitgaan van een maximale leidingweerstand van 140Pa/m, en een mediumsnelheid van 0,4 m/s bij de (radiator)aansluitingen oplopendtot maximaal 1 m/s in de technische ruimten.De aannemer dient aan de hand van de definitieve werktekeningen ten behoeve vande pompen en regelkleppen definitieve leidingberekeningen te maken.

62.13 BEPROEVEN, REGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN

62.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN0. KOELINSTALLATIE

Beproeven/inregelen.Onderdelen:- de gehele installatie controleren op dichtheidUitvoering door:- de aannemerTijdstip:- voor de oplevering

4. MEETRAPPORTTe verstrekken meetrapport(en) van:waarop tenminste staat vermeld:- de gebruikte meetinstrumenten- schema tekening met locatie van de meetpunten- meetwaarde per meetpunt- het verschil tussen meet- en ontwerpwaardenDoor: de aannemerAantal te verstrekken exemplaren: 3Tijdstip van verstrekking: voor oplevering

62.13.20-a IN BEDRIJF STELLEN0. IN BEDRIJFSTELLEN

De warmtepompenDe splitkoeling

62.13.20-b IN BEDRIJF STELLEN0. IN BEDRIJFSTELLEN

Het tijdstip voor het in bedrijf stellen van de koelinstallatie in overleg met de directievaststellen.

4084.019.uw.fha.stb 72

Page 78: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

68 REGELINSTALLATIES

68.00 ALGEMEEN

68.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet opgegeven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie, beheeren onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

68.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN90. ONTWERPGEGEVENS, ALGEMEEN

De in dit gedeelte van het bestek beschreven installaties betreffen het installerenen bedrijfsvaardig opleveren van een DDC installatie.De regelingen dienen voor de omschreven installaties en dienen alle vrijprogrammeerbaar te worden uitgevoerd. De logische besturingen en niet kritischebeveiligingsfuncties eveneens in vrij programmeerbare DDC techniek uitvoeren. Dekritische beveiligingsfuncties (werkschakelaars, thermische beveiligingen etc.)moeten buiten de DDC om via de stuurstroom direct op de krachtbron ingrijpen.

91. SCHAKELKASTENDe regel- en schakelapparatuur moet worden ondergebracht in de diverseschakelkasten. De kasten, in- en uitgangen en de regelaars moeten bij opleveringeen reserveruimte hebben van tenminste 15%.De digitale uitgangen ten behoeve van de onderstations dienen zichtbaar te zijn viaeen led. Alle uitgangen dienen tevens voorzien te zijn van eeninterventieschakelaar uit-aut-in. Iedere in- en uitgang coderen overeenkomstig deregelschema's met onverliesbare tekst.

93. CODERINGENAlle regel- en schakelapparatuur, corrigerende organen, bedienende elementen,pompen, ventilatoren en leidingen dienen gecodeerd te worden met hetovereenkomstige klemnummer. Bij de regelkast moeten afgaande kabels of buizenvan de betreffende kabelnummercodering worden voorzien. Alle voedingskabelsmoeten aan beide einden worden voorzien van het betreffende kabelnummer.Kabels met meer dan vijf aders moeten worden geleverd met een duidelijkeadercodering. Deze codering kan bestaan uit kleuren of uit nummers, maar moetwrijf-, vocht-, en hittebestendig worden aangebracht. Te installeren apparatuurwelke een schakel-technische functie vervult, dient te worden voorzien van eenresopalplaatje (wit-zwart-wit) met een door de opdrachtgever nader te bepalenopschrift. In principe dient het plaatje onder het apparaat tegen de wand te wordengeschroefd. In de regelkast dienen fase-coderingen duidelijk aangegeven teworden. Coderingen met wit-zwart-wit Resopal-plaatjes, die met dubbelzijdig

4084.019.uw.fha.stb 73

Page 79: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

plakband moeten worden aangebracht. Bij alle veldapparatuur en apparaten moetde codering worden aangebracht aan de bekabeling.

94. REGELKASTENRegelkasten dienen te voldoen aan NEN-EN 60439-1.In regelkasten moeten de montage- en wartelplaten uitneembaar wordengemaakt. De opklapbare delen moeten worden voorzien van twee wegdraaiendeondersteunende ondersteuningspunten. De scharnieren moeten zo geconstrueerdzijn dat de deuren op een gemakkelijke manier verwijderd kunnenworden. De deuren moeten voorzien zijn van een vaste kruk met slot, waarmee dekast geopend en gesloten kan worden. De installatie-automaten moetenbedienbaar zijn zonder dat de beschermplaten afgenomen moeten worden.Alle apparatuur moet binnen handbereik worden geplaatst. Signaalarmaturenen meetinstrumenten moeten op 1,65 m + vloer worden gemonteerd, terwijl demontagehoogte van de schakelaars 1,50 m + vloer dient te bedragen. Deklemmenstrook moet aan de zijde van de afgaande kabels gemonteerd worden.Ten behoeve van de aders van de afgaande kabels moet onder de wartelplaat eenbedradingskoker worden aangebracht. De bedrading van de kast moet zoveelmogelijk in de bedradingskoker worden ondergebracht, zodat "bomen"niet nodig is. De montagedraad moet worden uitgevoerd met soepele kern en zijnvoorzien van kabelschoenen of adereindhulzen zodat de uiteinden massief zijn.Alle beveiligingen dienen te worden uitgevoerd als installatie-automaten,karakteristiek en waarde te bepalen op basis van de aan te sluiten belasting. In ofin de nabijheid van de regelkasten moeten plattegronden worden aangebrachtwaarop de diverse regeltechnische aansluitpunten zijn aangegeven. Allesignaalarmaturen moeten na montage van de benodigde led-signaallampen wordenvoorzien. Bij elke regelkast moeten bij de oplevering twee sleutels en in elke kasteen bakje aanwezig zijn, waarin de reservematerialen en revisietekeningen zoalshiervoor genoemd, kunnen worden opgeslagen. In de wartelplaat moeten allewartels, ook die van de reservegroepen, worden aangebracht. Hierbij moet rekeningworden gehouden met de hoogte van de kabelgoot. Reservewartels moetendichtgelegd worden. Strak en horizontaal boven of onder tegen de regelkast moeteen kabelgoot aangebracht worden. In een zijwand van de kabelgoot moetenrechthoekige sparingen worden aangebracht ten behoeve van aan te brengenwartels. De kabels moeten naast elkaar en zonder kruisingen in de kabelgootgelegd worden. De kabels die via een wartel in de kast worden gevoerd, moetenminimaal 10 mm onder de wartel aangesneden worden. In de kast moeten deaders loodrecht in de bedradingskoker worden gebracht en dan door deze kokertot boven de aan te sluiten klemmen worden gebracht. De in de kast toe te passenschakelaars, magneetschakelaars, installatie-automaten en andereschakelapparatuur moeten geschikt zijn voor minimaal 10.000 schakelingen.Bovendien dienen magneetschakelaars of installatie-automaten geschikt te zijnvoor 100% Id. De keuze van de bedrijfsklasse AC 1 t/m 4 voor demagneetschakelaars of installatieautomaten dient te worden afgestemd op de aardvan de te beveiligen apparatuur. De regelkasten dienen volgens demontagevoorschriften van de leverancier gemonteerd te worden, waarbij alleelektrische boutverbindingen deugdelijk moeten worden aangetrokken.

95. AARDINGAfschermingen van kabels in regelinstallaties moeten alleen geaard worden op deaardrail van de betreffende regelkast. De deuren van plaatstalen regelkastenmoeten door middel van een flexibele draad op het vaste deel worden geaard.

96. BEVESTIGINGSMATERIALEN, OPHANGINGEN, GRONDVERFAlle ophangings-, ondersteunings- en bevestigingsmaterialen voor leidingaanleg en

4084.019.uw.fha.stb 74

Page 80: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

apparatuur moeten worden geleverd en aangebracht op de door de opdrachtgeverte bepalen wijze. Voor vochtige ruimten en in de buitenlucht komen alleen diematerialen in aanmerking die niet aan corrosie onderhevig zijn of die eencorrosiewerende behandeling hebben ondergaan. Daar waar onbehandelde ijzerenonderdelen, steunconstructies, ophanginrichtingen e.d. gemonteerd moetenworden, moeten deze onderdelen voorafgaand aan de montage een deugdelijkebescherming conform hoofdstuk 46 van de STABUstandaard worden gegeven.

97. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: brandveilige Doorvoeringen(laatste uitgave).

68.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN90. AANVANG WERKZAAMHEDEN

Met de installatiewerkzaamheden mag niet eerder worden aangevangen, dan nadatdeze ruimten glas- en waterdicht zijn.

91. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.

68.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN01. REVISIETEKENINGEN

Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):- plattegrondtekeningen, schaal 1:50- opstellingstekeningen, schaal 1:20- schematekeningen- overzicht (blok)schema's van de installaties of onderdelen hiervan- indelings- en frontaanzichttekeningen, schaal 1:50 of 1:20, voor speciale

schakel- en verdeelinrichtingen en/of panelen (tableaus)- I/O- en kabellijsten- interactieve digitale plattegrondtekeningen en principeschema's met

temperaturen, drukken, vocht en statusoverzicht van alle apparatuur enopnemers.

- Een overzicht met alle brandwerende doorvoeringen die zijn behandeld dienenmet nummering op plattegronden en overeenkomstig in het werk genummerd teworden.

De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijnonttrokken.Tijdens de uitvoering van het werk brengt de aannemer het uitgevoerde werkovereenkomstig de uitvoering regelmatig in tekening, met name leidingen enandere essentiële installatiedelen welke ter goedkeuring moeten worden getoondalvorens de onderdelen aan het oog worden onttrokken.Aantal te verstrekken exemplaren:en tijdstip conform conform algemeen deel

02. REVISIEGEGEVENS REGELINSTALLATIEDe revisiegegevens met betrekking tot regelinstal laties moeten ten minstebevatten:- de gespecificeerde tot de installatie behorende apparaten, meet- en regelkasten- de locatie van de apparaten, meet- en regelkasten- het pneumatische en elektrische leidingsysteem met ondersteunings- en

bevestigingspunten diameters dan wel doorsneden en peilmaten- de indeling en de bedradingsschema's van de meet en regelkasten- het principeschema van de installatie

4084.019.uw.fha.stb 75

Page 81: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- de inregelgegevens van de apparaten ; aantal en tijdstip conform algemeen deel- kopie van de actuele software-instellingen en software

04. REVISIEBESCHEIDEN APPARATUUR INSTALLATIESDe revisiebescheiden moeten bestaan uit:- revisietekeningen;- de standaard fabrieksdocumentatie van alle toegepaste onderdelen;- de bedieningsvoorschriften;- onderhoudsvoorschriften;door de aannemer aan de directie te verstrekken revisiebescheiden:Aantal te verstrekken exemplaren en tijdstip conform algemeen deel

68.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften:- aantal en tijdstip conform algemeen deel

03. BEDIENINGSINSTRUCTIENa inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever terplaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatieDe instructietijd is minimaal: 16 uurInstructie van het systeem door aannemer van alle systemen gecombineerd, inmaximaal 4 gecombineerde sessies verdeeld over een periode tot 6 maanden naoplevering

09. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFTTe verstrekken bedrijfs-/bedieningsvoorschrift(en) van:de gehele regelinstallatie- bedienings- en/of onderhoudsvoorschriften c.q. omschrijvingen van de hiervoor inaanmerking komende apparatuur- documentatie en/of schema's, in de meest uitgebreide zin, van de installaties ofgedeelten hiervan, welke van nut zijn voor de opdrachtgever bij het later onderhoud,vernieuwen en of uitbreiden van de betreffende installaties- overzicht van fabrikaten en eventuele leveranciers voor de diverse installatiesen/of onderdelen hiervan- overzicht van fabrikaten van de toegepaste materialen en/of apparatuur metvermelding van het typenummer

68.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN02. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Onderdeel: de gehele regelinstallatie- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

68.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

68.11.10-a REGELINSTALLATIE0. ALGEMEEN

In de technische ruimte moet een stalen regelkast worden aangebracht waarin alleregelapparatuur samengebouwd moet worden en van waaruit alleinstallatiecomponenten moeten worden gevoed, geregeld en bestuurd. De regel- enbesturingstaken binnen het systeem moeten worden gerealiseerd met DDC-regelaars (Direct Digital Control).

4084.019.uw.fha.stb 76

Page 82: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

De regelinstallatie (aannemer) moet de geschiedenis van de regeltechnischegegevens van alle parameters zoals tapwaterinstallaties, cv-installaties,luchtbehandeling e.d. voor minimaal een kalenderjaar bewaren. De parametersdienen makkelijk en overzichtelijk gepresenteerd te kunnen worden voor deopdrachtgever.De adviseur en opdrachtgever dienen middels een inbelverbinding, of anderemogelijkheid van afstand, toegang te krijgen voor het uitlezen van de parameters,ten behoeve van het monitoren van de installaties.

Door de verschillende constructieve balken onder de vloeren en de verschillendeinstallaties, zoals lichtarmaturen dient er rekening gehouden te worden metmeerdere zak- en stijgpunten in de horizontale leidingenwegen ter plaatse van deverlaagde plafonds. Deze zijn niet specifiek aangegeven op de bestekstekeningen.

68.11.10-b REGELINSTALLATIE0. ALGEMEEN PRIVA BLUE ID REGELSYSTEEM

centraal bedienings- en signaleringspaneelHet gebouw dient voorzien te worden van een meet- en regelinstallatie gebaseerdop een digitaal Gebouwbeheersysteem (GBS-systeem) gekoppeld met deelektrotechnische installaties, waaronder de verlichting en de zonwering.

Per regelbare ruimte moet boven het plafond de regeling van de nareglingenn in deruimte inclusief verlichting en zonwering gehangen worden.

Op een nader te bepalen posities moet door de aannemer van hetwerktuigbouwkundig bestek een centraal bedieningspaneel (touch screen GBS)worden opgenomen waar diverse functies gesignaleerd en/of bediend kunnenworden. Hierin moeten zowel werktuigbouwkundige- als elektrotechnische functiesworden opgenomen.De levering, montage en in bedrijfstellen van het GBS systeem compleet metcomponenten en screen is voor de aannemer van dit bestek.

De aannemer van het elektrotechnisch bestek dient te voorzien in:- inkoppelen van de benodigde verlichtingschakelingen:- inkoppelen van veegschakelingen- inkoppelen zonwerings aansluitsnoeren- inkoppelen storingsmelding lift.- signalering MIVA toilet(ten)- signalering status/storing brandmeld (bediening brandmeld niet toegestaan).- signalering status/storing inbraakdetectie (bediening brandmeld niet

toegestaan).- signalering status/storing toegangscontrole.- signaleringen van alle afzonderlijke overspanningsbeveiligingen

Hiervoor worden door de E-aannemer de benodigde bekabeling en potentiaalvrijecontacten voorzien.

zonweringTen behoeve van de elektrische zonwering dient de W-aannemer te voorzien in:- de bedien- en besturinginstallatie

De automatische bediening geschiedt door het GBS-systeem en bijbehorend

4084.019.uw.fha.stb 77

Page 83: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

weerstation.De handmatige bediening van de zonwering geschiedt via de ruimte bedienunit.

verlichtingVia een door de werktuigbouwkundig aannemer verzorgd centraalbedieningspaneel en -systeem (GBS Priva), zullen de verkeersruimten enalgemene ruimten moeten worden geschakeld.

regelkastenDe centrale regelkasten dienen opgesteld te worden in de technische ruimten. Erzijn diverse regelkasten, te weten:- RK1 (in de technische ruimte op de begane grond)- RK2 WKO-installatie (in de technische ruimte op de begane grond)

De regelkasten dienen alle met behulp van een communicatiekabel in contact metelkaar te staan, waarbij RK1 als hoofdkast wordt gezien. De gegevens uit de RK2WKO dienen zichtbaar te zijn in het centrale GBS-systeem (jaartemperaturenbronnen, maximale en minimale debieten, totaal etc).

In de regelkasten dient alle regelapparatuur aangebracht en samengebouwd teworden. Van hieruit dienen alle installatiecomponenten gevoed, geregeld enbestuurd te worden. De bekabeling behoort tot de levering van de aannemer van ditbestek.

Op de kastdeur van de regelkast dienen alleen 1 hoofdschakelaar, 2 rodestoringslampen (urgent en niet urgent) en 1 resetdrukker opgenomen te worden.

Beheer op afstand dient mogelijk te zijn. Daartoe dient in RK-1 een modemopgenomen te worden. De regelinstallatie dient doorgemeld te worden naar eendigitaal centraal bedienpaneel. Lokaal dient 1 pc opgesteld te worden bij degebouwbeheerder. Op deze pc dient een TC visiongebouwbeheersysteemprogramma te worden geïnstalleerd.

De regelinstallatie (aannemer) moet de geschiedenis van de regeltechnischegegevens van alle parameters zoals tapwaterinstallaties, cv-installaties,luchtbehandeling e.d. voor minimaal een kalenderjaar bewaren (te rekenen op 1000I/O, hystory capaciteit)). De parameters dienen gemakkelijk en overzichtelijkgepresenteerd te kunnen worden voor de opdrachtgever.

68.11.10-c REGELINSTALLATIE0. KETELREGELING

De ketel is voorzien van eigen regelpaneel met daarin de benodigde componentenvoor regeling, beveiliging, besturing en signalering.Storingen moeten worden doorgemeld in het systeem.

68.11.10-d REGELINSTALLATIE0. REGELING TRANSPORTPOMPEN

Elke transportpomp moet afzonderlijk worden geschakeld op basis vanwarmtekoudevraag. Tevens moet een periodieke pompschakeling voorzien worden.

Bij drukgestuurde transportpompen moet de drukmeting over het leidingdeel viahet GBS gemeten en gestuurd worden, niet middels de pompopnemers.

4084.019.uw.fha.stb 78

Page 84: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Transportpompen zijn de pompen niet ingebouwd in een geregeld circuit(mengend/ verdelend)

68.11.10-e REGELINSTALLATIE0. TRANSPORTPOMPEN LUCHTBEHANDELINGSKASTEN

Elke transportpomp moet afzonderlijk worden geschakeld op basis vanwarmtevraag en door de zomer/winter schakeling. Tevens moet een periodiekepompschakeling worden voorzien.

68.11.10-f REGELINSTALLATIE0. REGELING LUCHTBEHANDELINGSKASTEN

Inschakelen LBK 'sDe luchtbehandelingskasten moeten zijn voorzien van een eigen klokprogramma.ventilatorregelingDe ventilatoren worden toerengeregeld met een frequentieregelaar op basis van eenconstant drukverschil. De ventilatoren moet worden voorzien van een snaarbreukbeveiliging.temperatuurregelingDe temperatuur moet worden geregeld op basis van retourluchttemperatuur.Afhankelijk van de gemeten temperatuur moet het setpoint van deinblaastemperatuur worden verschoven. Afhankelijk van de afwijking tussen degewenste en gemeten waarde moeten de regelafsluiters van de verwarmer en dekoeler in volgorde modulerend worden geregeld.luchtkleppenBij vrijgave van de ventilatoren moeten tevens de luchtkleppen wordenopengestuurd.circulatiepomp verwarmerVoorafgaand aan het openen van de regelafsluiter van de verwarmer moet, via eenschakelende actie, de circulatiepomp in het mengcircuit worden gestart. Ondereen bepaalde, instelbare buitentemperatuur (vorstgrens) moet de circulatiepompworden ingeschakeld. Tevens moet periodieke pompstart zijn opgenomen.warmteterugwinningHet warmtewiel moet in volgorde worden geregeld met de regelafsluiter verwarming.vorstbeveiligingOm bevriezing van de verwarmingsbatterij te voorkomen moet eenvorstbeveiligingsthermostaat worden opgenomen. Deze capillairthermostaat moetde volgende acties verzorgen:- ventilatoren stop- buitenluchtklep dicht- regelafsluiter verwarmer 100% open- storingsmeldingvuilfiltersignaleringOver het luchtfilter moet een drukverschilmeting worden geplaatst, die bijtoenemend drukverschil (vuilfilter) een melding verzorgt.zomernachtventilatieDe zomernachtventilatie moet worden vrijgegeven indien aan de volgendevoorwaarden wordt voldaan:- buitentemperatuur niet beneden een in te stellen waarde- ruimtetemperatuur moet boven een max. in te stellen waarde zijn geweest- verschil tussen buiten- en ruimtetemperatuur groter dan een in te stellen waarde- ruimtetemperatuur niet onder een ingestelde temperatuur- via een klokprogramma

4084.019.uw.fha.stb 79

Page 85: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

68.11.10-g REGELINSTALLATIE0. REGELING VLOERVERWARMING

De aanvoerwatertemperatuur van elke vloerverwarmingsgroep moet afzonderlijkweersafhankelijk worden voorgeregeld. De stooklijn van deze regeling moetinstelbaar zijn in de regelaar. Elke unit moet vanuit de regelkast elektrisch wordengevoed.

De weersafhankelijke groep moet worden voorzien van een optimaalstartprogramma (OSC). Het inschakeltijdstip moet worden berekend aan de handvan:- buitentemperatuur- resterende gebouw(lucht)temperatuurHierdoor wordt bereikt dat het gebouw bij het omschakelen van nacht naar dag ineen zo kort mogelijke tijd weer op temperatuur is, waardoor de nachtverlaging zolang mogelijk duurt. Tevens moet in de regeling zijn opgenomen:- zomer/winterschakeling- min. ruimtetemperatuurbewaking- bij vorstgrens groepspompen inschakelen- periodieke pompstart- stooklijn met nachtverlagingIn de aanvoerleiding naar de slangen moet een maximaalthermostaat wordengeplaatst die bij een te hoge aanvoertemperatuur de regelafsluiter dichtstuurt, decirculatiepomp uitschakelt en een storingsmelding verzorgt.Dagverlenging: via het GBS moet het dagprogramma worden verlengd.

naregelingDe vloerverwarming moet worden voorzien van een eigen naregeling op basis vanruimtetemperatuur per ruimte.

68.11.10-h REGELINSTALLATIE0. REGELING BOILER

De warmtapwaterbereiding moet worden geregeld op basis van boilertemperatuur.

68.11.10-i REGELINSTALLATIE0. REGELING SPLITUNIT

De splitunit in de patchruimte is voorzien van een eigen regelpaneel daarin debenodigde componenten voor regeling, beveiliging, besturing en signalering. Vandit systeem moet een eventuele storing gemeld worden in het meet- enregelsysteem.Door een separate temperatuurmeting in deze ruimte moet bij een overschrijdingvan de waarde een alarm worden gegeven.

68.11.10-j REGELINSTALLATIE0. REGELING WARMTEPOMPEN

De warmtepompen worden voorzien van een eigen regelpaneel daarin de benodigdecomponenten voor regeling, beveiliging, besturing en signalering. Van dit systeemmoet een eventuele storing gemeld worden in het meet- en regelsysteem.

68.11.10-k REGELINSTALLATIE0. REGELING WARMTEKOUDE OPSLAG

De warmtekoudeopslag moet worden voorzien van een eigen regelkast met eeneigen regeling. Deze regeling dient door de aannemer van dit bestek geheel

4084.019.uw.fha.stb 80

Page 86: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

gemonteerd te worden en bedrijfsvaardig opgeleverd en gekoppeld op hetgebouwbeheersysteem van het gebouw.Tussen de regelkast van de warmtekoudeopslag en de regelkast van degebouwinstallaties moet dus een koppeling worden opgenomen zodat o.a.brontemperaturen en storingen doorgegeven kunnen worden.In het gebouwbeheersysteem moeten minimaal de volgende gegevens te zien zijn:- bronwatertemperaturen- "in bedrijf"- storingen- bedrijfsurenDe aannemer van dit bestek levert ook de benodigde bekabeling en voedingen.

BronsysteemAls basis wordt de flow bronwaterzijdig gelijk gehouden aan de gebouwzijdige flow.In de winter wordt geregeld op aanvoertemperatuur 11ºC met een flowbeperking bijte hoge laadtemperatuur bijvoorbeeld >8 ºC (instelbaar). Bij een te hogelaadtemperatuur (bijvoorbeeld 9 ºC) wordt de bron uitgeschakeld en gemeld op hetGBS.

In zomerbedrijf wordt de bron geregeld op een in te stellen aanvoertemperatuur (ca.10-12 ºC).[ Bij opstart is 10 ºC dan niet mogelijk] Facultatief kan de flow begrensdworden bij de lage retourtemperatuur uit het gebouw.

Op basis van afname/energievraag is de warme of koude bron in bedrijf.In verwarmingsbedrijf zal er een overschot aan koude zijn en is de warme bron inbedrijf. Bij meer koelvraag dan warmtevraag zal de koude bron in bedrijf zijn.De communicatie met de gebouwinstallatie wordt gedaan met de volgende I/Osignalen:

Benaming gebouwinstallatie bronsysteemKoudevraag Digitaal uit Digitaal inWarmtevraag Digitaal uit Digitaal inBuitentemperatuur0 tot 10 Volt; -40 tot 60 °C Analoog uit Analoog inBedrijfsmelding Digitaal in Digitaal uitStoring urgent Digitaal in Digitaal uitFlow, temperatuur of vermogen Analoog in Analoog uit

VerwarmingsbedrijfDe warmtepomp levert warmte, de warmtevraag is leidend voor de bedrijfsvoering.Regelkleppen bij de warmtepomp zorgt voor een uittredetemperatuur aan deverdamperzijde van 6 ºC. Deze 6 ºC gaat naar het distributienet koeling en levertde gevraagde koeling. Het koudeoverschot (gemeten halverwege het buffer) gaatnaar de koude bron om te worden opgeslagen.

Aan de condensorzijde van de warmtepomp wordt de gewensteaanvoertemperatuur voor het net gerealiseerd. In deellast wordt het debiet over decondensor teruggenomen om de gewenste aanvoertemperatuur te realiseren.(Minimum afhankelijk van weerstand over condensor en eisen leverancier).

Bij afnemende warmtevraag en toenemende koelvraag zal de warme bron steedsminder warmte hoeven toe te leveren; het brondebiet loopt terug (minder koude

4084.019.uw.fha.stb 81

Page 87: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

laden), de warmte van de LT koeling wordt direct weer benut voor verwarming. Bijeen balanssituatie is er geen koudeoverschot meer en is het bronsysteemuitgeschakeld.

Bij toenemende koelvraag LT zal er een warmteoverschot ontstaan. Deze warmtedient dan te worden afgevoerd via het bronsysteem.

KoelbedrijfBij koelvraag vanuit de afnemers van HT koeling wordt de bron vrijgegeven en eenaanvoertemperatuur van 11 ºC (instelbaar) gerealiseerd. Zie verdere regelingbronnen.

BalansOm te voorkomen dat we een koudoverschot in de bodem krijgen moeten devolgende regelingen voor de regeneratie van de bronnen worden meegenomen;- inzet van het warmtiel (stopzetten werking) om ze meer koelvraag te genereren.

(de koelbatterijen in de luchtbehandelingskasten moeten zo gedimensioneerdworden dat de werking van het warmtewiel niet wordt meegenomen)

- Inzet van de luchtbehandelinsgaksten buiten de bedrijfstijden op.

68.11.10-l REGELINSTALLATIE0. RUIMTEREGELING

De ruimtetemperatuur wordt geregeld door middel van vloerverwarming/koeling. Ermoet een centrale 'change-over' aangebracht voor het leidingnet van devloerverwarming/koeling.

In de ruimte moeten analoge (decentrale) thermostaten opgenomen welke op basisvan de aanvoertemperatuur omschakelen van stand 'verwarmen' naar 'koelen'.De toevoerlucht wordt gekoeld toegevoerd, weersafhankelijk oplopend.

In de ruimten met naverwarming door middel van lucht wordt in de wintersituatie deruimte opgewarmd tot 18°C waarna deze naverwarmd wordt door de VAV metnaverwarmer. Voor de naverwarming bevindt zich een regelbare thermostaat in deruimten.

In de overige ruimten met vloerverwarming is deze aanwezig als hoofdverwarmingen dient deze per ruimte voorzien te zijn van een ruimtethermostaat.

In de ruimten met naverwarming door middel van lucht en een aantal andere kleineruimten moet ook een regeling aanweizg zijn op basis van bezetting, vervuiling vande ruimte. Dit gebeurd op basis van CO2.

68.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

68.12.10-a TEKENINGEN0. TEKENING REGELINSTALLATIE

Door de aannemer te vervaardigen tekening(en) betreffende regelinstallaties.Van: de gehele meet- en regelinstallatie- plattegrondtekeningen, schaal 1:50- opstellingstekeningen, schaal 1:20- schematekeningen

4084.019.uw.fha.stb 82

Page 88: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

- beeldschermplaatjes met de installatie onderdelen, status- en storingmeldingen- overzicht (blok)schema's van de installaties of onderdelen hiervan- beeldschermplaatjes met plattegronden met daarin de (na-)regelingen per

ruimte en snelkoppelingnen naar de regeling- indelings- en frontaanzichttekeningen, schaal 1:50 of 1:20, voor speciale

schakel- en verdeelinrichtingen en/of panelen (tableaus).- I/O- en kabellijstenDe bouwkundige aannemer verstrekt de aannemer digitale tekeningenvoor de vervaardiging van de sparingstekeningen t.b.v. de bouwkundigevoorzieningen in het beton. De bouwkundige aannemer regelt en coördineert deop deze digitale tekeningen aan te geven sparingen en in te stortenvoorzieningen door de aannemers. De overige sparingen zullen door deaannemer op eigen te maken sparingstekeningen aan de bouwkundigeaannemer worden verstrekt.Aantal en tijdstip conform conform algemeen deel)

68.12.10-b TEKENINGEN0. TEKENINGEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES

Bij wijzigingen in de bouwkundige onderleggers die van belang zijn (zoalsruimtelijke wijzigingen, ruimte benamingen en nummeringen e.d.) moet door deaannemer de gewijzigde bouwkundige onderlegger onder de installatietekeningenworden aangebracht. Als de directie dit verlangt moeten de gewijzigdeplattegronden worden verstrekt (eventueel als deel plattegrond).Op het werk moet altijd de laatste versie aanwezig zijn.

68.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING0. REGELINSTALLATIE

door de aannemer te vervaardigen berekening:- de doorlaten en Kvs-waarden van de meng- en regelkleppen- de aderdiameters van de bekabeling- de breedte van de kabelgoten voor de meet- en regelbekabeling

68.13 KEURING EN BEPROEVING

68.13.10-a BEPROEVINGS-/KEURINGSRAPPORT0. BEPROEVINGS-/TESTRAPPORT

Door de aannemer dient een beproevings-/testrapport te worden verstrekt.Hierin dient ondermeer te worden omschreven, de minimaal en maximaal gemetenwaarden van motorvermogens, regeluitgangssignalen en opnemers.

4084.019.uw.fha.stb 83

Page 89: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

70 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES

70.00 ALGEMEEN

70.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN90. ALGEMEEN FABRICATEN

Voor alle materialen, onderdelen, toestellen e.d. waarvan het fabricaat is genoemd,mogen andere gelijkwaardige materialen worden geleverd, mits degelijkwaardigheid ten genoegen van de directie kan worden aangetoond. Dezegelijkwaardigheid dient te worden overlegd middels het verstrekken van eenrapportage, monsters, keuringsrapporten, waarin een vergelijking ten opzichte vanhet opgegeven fabricaat is uitgewerkt op basis van functionaliteit, prestatie, beheeren onderhoud alsmede esthetica.

91. ALGEMEEN FABRICATENOveral waar een fabricaat wordt vermeld dient alsook de tekst "of gelijkwaardig" teworden gelezen.

70.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN90. NEDERLANDSE NORMEN

- NEN 1010: Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties- NEN-10439-1: Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen - Deel 1: Eisen

met gehele of gedeeltelijke typegoedkeuring voor samenstellingen.- NEN 3140: Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot werkzaamheden aan of

in de omgeving van laagspanningsinstallaties en -netten.91. VAN TOEPASSING ZIJN DE VOLGENDE VOORSCHRIFTEN

- Bouwbesluit- eisen en voorschriften plaatselijke gemeente- eisen en voorschriften plaatselijk energiebedrijf

92. BUIS EN LEIDINGENLeidingaanlegDe leidingen dienen zoveel mogelijk loodrecht op of evenwijdig aan wanden, gevels,plafonds en vloeren te worden aangebracht. Dit geldt niet voor leidingen in vloerenen boven verlaagde niet uitneembare plafonds.De leidingen ten behoeve van de regel- en besturingsinstallatie moeten wordenaangelegd in kabelgoot. Daar waar minder dan drie kabels naast elkaar lopen magook kabel in buis worden toegepast. Leidingen van zwakstroominstallaties moetengescheiden van sterkstroomleidingen worden aangebracht. In kabelgoten dientdeze scheiding gerealiseerd te worden door middel van een metalenscheidingsschot.BuisleidingenEr mag slechts een type installatiebuis worden toegepast. In zichtinstallatiesmoeten buisleidingen door middel van muurblokjes of montagerail vrij van de wandworden gehouden. Daar waar meerdere buisleidingen naast elkaar lopen, moetenmeervoudige muurblokjes wordentoegepast.

93. KABELGOTENIndien drie of meer kabels naast elkaar vertikaal moeten worden aangebracht, dienteen stijggoot met een deksel te worden toegepast. De uitvoering van de

4084.019.uw.fha.stb 84

Page 90: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

stijggoot moet gelijk zijn aan die van de kabelgoot. In de stijggoot moeten dekabels om de 300 mm, afhankelijk van de diameter, seperaat of gebundeld metkabelklemmen worden vastgezet aan een ladder van een lichte constructie, die inde stijggoot is gemonteerd. In leidingschachten of andere ruimten die hiervoor inaanmerking komen moeten open ladderbanen worden gebruikt.De montage van kabelgoten en ladderbanen moet worden uitgevoerd volgens demontagevoorschriften van de betreffende leverancier.

94. KABELSKabels, die tegen wanden of plafonds worden gemonteerd, moeten wordenaangebracht in buisleidingen waarvan de bochten en trekdozen zijn weggelaten(zgn. open-bochtensysteem). Kabels, die in de kabelgoten worden aangebracht,dienen vlak, strak en met een minimum aan kruisingen te worden gelegd. Wanneerkabels in de kabelgoot worden gestapeld, dienen de zwaarste kabels onderin teliggen. Kabels ten behoeve van de regelinstallaties moeten een minimaleaderdoorsnede van 0,8 mm hebben. Het lassen in een leiding moet tot eenminimum beperkt worden. In zwakstroomleidingen moet gelast worden metpersverbindingen op een in een lasdoos aangebrachte klemmenstrook. Bij hetlassen mag niet op een ader van een andere kleur worden overgegaan.

95. SCHAKELMATERIAALHet toe te passen schakelmateriaal dient voor zover mogelijk overeen te komenmet het door de aannemer van de werktuigbouwkundige installaties gebruikteschakelmateriaal.

96. BRANDWERENDE DOORVOERINGENVan toepassing is de ISSO/SBR-publicatie 809: brandveilige Doorvoeringen(laatste uitgave).

70.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN01. GOEDKEURING INSTALLATIES

De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komendeinstallaties of delen hiervan door:- het elektriciteitleverend bedrijf.De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.De benodigde tekeningen tot het verkrijgen van goedkeuring worden geleverd doorde aannemer.

90. AANVANG WERKZAAMHEDENMet de installatiewerkzaamheden mag niet eerder worden aangevangen, dan nadatdeze ruimten glas- en waterdicht zijn.

91. MELDING AANVANGDe aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaaktmet de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaatsvindt.

70.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN02. TE GARANDEREN ONDERDELEN

Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanafhet gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en inaansluiting daarop gedurende de vermelde periode.Onderdeel: de gehele regelbekabeling- te garanderen door: de aannemer- periode: 12 maanden

4084.019.uw.fha.stb 85

Page 91: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

70.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

70.11.10-a CENTRALE ELEKTROTECHNISCHE VOORZIENING0. ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIE

De elektrotechnische installatie beperkt zich tot de benodigde bekabeling van deregelinstallatie en de voedingen; behoudens de voedingen geleverd door deelektrotechnische aannemer. De bekabeling wordt door de elektrotechnischeaannemer enkelzijdig aangesloten; dit betekent dat de werktuigkundige aannemerde kabels moet aansnijden en aansluiten.

In het elektrotechnische bestek zijn de benodigde kabelgoten voorzien in detechnische ruimte en overige bouwdelen. De aannemer van de meet- enregelinstallatie dient zoveel mogelijk gebruik te maken van deze kabelgoten endeze zonodig aan te vullen en te completeren.

Uitgangspunt is dat de buisleidingen aangelegd worden in vloeren, wanden enboven verlaagde plafonds. In technische ruimten mogen de installaties in het zichtworden aangelegd.

4084.019.uw.fha.stb 86

Page 92: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

BIJLAGEN

4084.019.uw.fha.stb 87

Page 93: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

BIJLAGE 1: VENTILATIETABELDe ventilatietabel horende bij het definitief ontwerp met kenmerk 4084.020.xls.fha

4084.019.uw.fha.stb 88

Page 94: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

4084.020.xls.fha.ventilatietabel.xlsm 05-12-2017

ventilatietabel

Verdieping / Gebouw LBK Ventilator Balans

nr. Omschrijving Opp. Vent. nr. Omschrijving Toe Af nr. Omschrijving Af Omschrijving Debiet

[m²] [m³/h] [m³/h] [m³/h] [m³/h] [m³/uur]

1 BEGANE GROND 1.738 11.165 1 LBK 1 School 16.990 16.420 1 Ventilator 1 Toevoer luchtbehandeling totaal 22.105,0

2 1e VERDIEPING 919 10.940 2 LBK 2 KDV 5.115 5.735 2 Afvoer luchtbehandeling totaal -22.155,03 - - - 3 3 Afvoer ventilatoren

4 - - - 4 4 Verschil -50,0 berging bg van buiten5 - - - 5 5 (ONBALANS)

6 - - - 6 6

7 - - - 7 7

8 - - - 8 8

9 - - - 9 910 - - - 10 10

11 - - -

12 - - - Totaal: 22.105 22.155 Totaal:13 - - -

Rekenwaarden CO2 Verdiepingshoogte

950 [ppm] Vrije hoogte: 3 [m]

18 [dm³/h]

400 [ppm]

550 [ppm]

Algemene CO2-eis:CO2-productieperpersoon:CO2-concentratieom geving:ΔCO2 :

werknummer:

project:

FHA

ventilatietabel t.b.v. DO

06-12-2017

4084,020,xls.fha

4084

Brede school Ameide

door:

omschrijving:

datum:

bestandsnaam:

1 van3

Page 95: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

4084.020.xls.fha.ventilatietabel.xlsm 05-12-2017

1 BEGANE GROND UTILITEITSBOUW

Ruimte-eigenschappen Eigen invoer Aanwezig Voldoet

Nr. Naam Aant. Functie Personen Opp. Hoogte Inhoud LBK of # Vent. Vent. Vent. VV CO₂-eis Overstort Ventilatie TOE AF VV Vent. Max CO₂ Vent. CO₂ < 950

[m²] [m] [m³] VENT [m

³/h] [dm³/s.m²] [m³/h.pers.] [-] [ppm] TOE AF [dm³/s] [m

³/h] [m³/h] [m

³/h] [-] [m³/h.pers] [ppm] BB ppm

0,04 voorruimte 1 2,2 3,0 6,6 - -

0,05 toilet personeel 1 3,0 LBK 1 50,0 50,0 13,9 50 50 Ja -

0,06 trappenhuis 1 3,0 - -

0,07b berging 1 3,0 LBK 1 50,0 50,0 13,9 50 50 - -

0,07 lokaal OB CBS 1 26 53,7 3,0 161,1 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,3 32,9 947 Ja Ja

0,10 toilet J 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

0,08 lokaal OB OBS 1 26 53,8 3,0 161,4 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,3 32,9 947 Ja Ja

0,11 toilet J 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

0,09 lokaal OB OBS 1 26 537,0 3,0 1611,0 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 0,5 32,9 947 Ja Ja

0,03 gang (leerplein) 1 26 LBK 1 800,0 30,6 800,0 222,2 800 800 30,8 985 - Nee

0,03 gang 1 122,0 3,0 366,0 LBK 1 5430,0 5.880,0 450,0 1508,3 5.430 -450 4.980 14,8 - -

0,12 lokaal OB CBS 1 26 53,6 3,0 160,8 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,3 32,9 947 Ja Ja

0,15 toilet M 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

0,13 lokaal OB CBS 1 26 54,8 3,0 164,4 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,2 32,9 947 Ja Ja

0,16 toilet M 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

0,14 lokaal OB CBS 1 26 53,4 3,0 160,2 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,3 32,9 947 Ja Ja

0,17 trappenhuis 1 19,8 3,0 59,4 - -

0,18 berging 1 3,0 LBK 2 50,0 50,0 13,9 50 50 - -

0,19b patch 1 3,0 LBK 2 75,0 75,0 20,8 75 75 - -

0,19 spreekkamer 1 8 17,4 3,0 52,2 LBK 1 320,0 320,0 88,9 320 320 6,1 40,0 850 Ja Ja

0,21 directie OBS 1 4 18,6 3,0 55,8 LBK 1 125,0 125,0 34,7 125 125 2,2 31,3 976 Ja Nee

0,22 directie CBS 1 4 23,7 3,0 71,1 LBK 1 125,0 125,0 34,7 125 125 1,8 31,3 976 Ja Nee0,31 lift 1 3,0 Nee -

1 3,0 - -

0,23 mk 1 3,0 - -

0,24 tochtportaal 1 14,9 3,0 44,7 - -

0,25 bibliotheek 1 25 66,9 3,0 200,7 LBK 2 360,0 360,0 100,0 360 360 1,8 14,4 1650 Ja Nee

0,27 teamkamer 1 15 76,2 3,0 228,6 LBK 2 220,0 61,1 220 220 220 1,0 14,7 1627 Ja Nee

0,40 wasruimte 1 8,4 2,7 22,7 LBK 2 245,0 6,0 68,1 245 245 245 10,8 - -

0,39 spreekkamer 1 8 13,5 3,0 40,5 LBK 2 245,0 245,0 68,1 245 245 6,0 30,6 988 Ja Nee

0,41 tochtportaal 1 6,4 3,0 19,2 - -

0,42 slaapkamer 1 1 6 8,6 3,0 25,8 LBK 2 145,0 40,3 145 145 145 5,6 24,2 1145 Ja Nee

0,43 slaapkamer 2 1 6 9,0 3,0 27,0 LBK 2 145,0 40,3 145 145 145 5,4 24,2 1145 Ja Nee

0,44 slaapkamer 3 1 6 9,3 3,0 27,9 LBK 2 145,0 40,3 145 145 145 5,2 24,2 1145 Ja Nee

0,45 KDV baby 1 20 56,0 3,0 168,0 LBK 2 655,0 950 181,9 655 655 655 3,9 32,8 950 Ja Ja

0,05 hal 1 40,7 3,0 122,1 LBK 2 245,0 245,0 68,1 245 245 2,0 - -

0,46 KDV kleuter 1 20 70,7 3,0 212,1 LBK 2 655,0 950 125,0 181,9 655 655 530 3,1 32,8 950 Ja Ja

0,05 hal 1 40,7 3,0 122,1 LBK 2 125,0 125,0 34,7 125 125 1,0 - -

0,49 peuterspeelzaal 1 20 67,7 3,0 203,1 LBK 2 655,0 950 125,0 181,9 655 655 530 3,2 32,8 950 Ja Ja

0,47 keuken 1 7,4 3,0 22,2 LBK 2 100,0 100,0 27,8 100 100 4,5 - -

0,48 toilet 1 7,5 3,0 22,5 LBK 2 150,0 150,0 41,7 150 150 6,7 Ja -

0,50 kantoor 1 4 10,6 3,0 31,8 LBK 2 125,0 125,0 34,7 125 125 3,9 31,3 976 Ja Nee

0,33 opslag meubilair 1 16,0 3,0 48,0 LBK 2 50,0 50,0 13,9 50 50 1,0 - -

0,38 werkkast 1 3,0 LBK 2 75,0 75,0 20,8 75 75 - -

0,32 spreekkamer 1 8 17,5 3,0 52,5 LBK 2 245,0 245,0 68,1 245 245 4,7 30,6 988 Ja Nee

0,37 toilet H 1 3,0 LBK 2 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

0,36 MIVA 1 3,0 LBK 2 75,0 75,0 20,8 75 75 Ja -

0,39 Toilet K 1 3,0 LBK 2 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

0,36 ruimte BSO 1 25 75,7 3,0 227,1 LBK 2 820,0 950 100,0 227,8 820 820 720 3,6 32,8 949 Ja Ja

0,35 WKO 1 3,0 - -

0,36a keuken 1 3,0 LBK 2 100,0 100,0 27,8 100 100 - -

0,36b onbenoemd 1 3,0 - -

0,37 trappenhuis 1 3,2 3,0 9,6 - -

0,38a berging 1 7,7 3,0 23,1 LBK 2 50,0 50,0 13,9 50 50 2,2 - -

0,38 speellokaal 1 26 82,9 3,0 248,7 LBK 2 855,0 950 50,0 237,5 855 855 805 3,4 32,9 947 Ja Ja

0,01 tochtportaal 1 10,1 3,0 30,3 - -

0,02 hal 1 3,0 LBK 2 625,0 1.025,0 400,0 173,6 625 -400 225 - -

0,02 kopieernis 1 3,0 LBK 2 75,0 75,0 20,8 75 75 - -

1 3,0 - -

11b. Overig - anders

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

Toiletruimte

11b. Overig - anders

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

11b. Overig - anders

11b. Overig - anders

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

11b. Overig - anders

11b. Overig - anders

Toiletruimte

Toiletruimte

11b. Overig - anders

Toiletruimte

8. Onderwijs

11b. Overig - anders

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

11b. Overig - anders

Toiletruimte

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

8. Onderwijs

Toiletruimte

8. Onderwijs

Toiletruimte

8. Onderwijs

Toiletruimte

8. Onderwijs

11b. Overig - anders

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

8. Onderwijs

Toiletruimte

8. Onderwijs

8. Onderwijs

8. Onderwijs

8. Onderwijs

11b. Overig - anders

11b. Overig - anders

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

Liftschacht personenlift

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

8. Onderwijs

11b. Overig - anders

2b. Bijeenkomst - Anders

2b. Bijeenkomst - Anders

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

11b. Overig - anders

8. Onderwijs

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

2a. Bijeenkomst - Kinderopvang

2 van3

Page 96: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

4084.020.xls.fha.ventilatietabel.xlsm 05-12-2017

2 1e VERDIEPING UTILITEITSBOUW

Ruimte-eigenschappen Eigen invoer Aanwezig Voldoet

Nr. Naam Aant. Functie Personen Opp. Hoogte Inhoud LBK of # Vent. Vent. Vent. VV CO₂-eis Overstort Ventilatie TOE AF VV Vent. Max CO₂ Vent. CO₂ < 950

[m²] [m] [m³] VENT [m

³/h] [dm³/s.m²] [m³/h.pers.] [-] [ppm] TOE AF [dm³/s] [m

³/h] [m³/h] [m

³/h] [-] [m³/h.pers] [ppm] BB ppm

1,04 trappenhuis 1 7,8 3,0 23,4 - -

1,05 lokaal MB CBS 1 19 46,7 3,0 140,1 LBK 1 625,0 950 625,0 173,6 625 625 4,5 32,9 947 Ja Ja

1,06 instructie 1 10 14,2 3,0 42,6 LBK 1 310,0 86,1 310 310 310 7,3 31,0 981 Ja Nee

1,07 toilet J 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

1,08 lokaal MB CBS 1 19 42,6 3,0 127,8 LBK 1 625,0 950 625,0 173,6 625 625 4,9 32,9 947 Ja Ja

1,09 toilet K 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

1,10 muziek / handvaardigheid 1 40 52,6 3,0 157,8 LBK 1 1310,0 950 1.310,0 363,9 1.310 1310 8,3 32,8 950 Ja Ja

1,11 berging 1 4,3 3,0 12,9 LBK 1 50,0 50,0 13,9 50 50 3,9 - -

1,03 gang Links (leerplein) 1 26 LBK 1 800,0 30,6 800,0 222,2 800 800 30,8 985 - Nee

1,03 gang Links 1 130,0 3,0 390,0 LBK 1 5325,0 5.775,0 450,0 1479,2 5.325 -450 4.875 13,7 - -

1,30 lokaal MB CBS 1 19 43,5 3,0 130,5 LBK 1 625,0 950 625,0 173,6 625 625 4,8 32,9 947 Ja Ja

1,29 toilet M 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

1,28 instructie 1 10 14,2 3,0 42,6 LBK 1 310,0 86,1 310 310 310 7,3 31,0 981 Ja Nee

1,27 lokaal MB CBS 1 19 42,6 3,0 127,8 LBK 1 625,0 950 625,0 173,6 625 625 4,9 32,9 947 Ja Ja

1,26 lokaal MB OBS 1 26 53,2 3,0 159,6 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,4 32,9 947 Ja Ja

1,25 kantoor IB 1 10 14,2 3,0 42,6 LBK 1 310,0 310,0 86,1 310 310 7,3 31,0 981 Ja Nee

printerhoek 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 - -

1 3,0 - -

1,01 trappenhuis 1 3,0 - -

0,31 lift 1 3,0 Nee -

vk 1 3,0 - -

1,12 kantoor IB 1 6 12,0 3,0 36,0 LBK 1 185,0 185,0 51,4 185 185 5,1 30,8 984 Ja Nee

1,14 kantoor SoVa 1 6 15,6 3,0 46,8 LBK 1 185,0 185,0 51,4 185 185 4,0 30,8 984 Ja Nee

1,13 room 1 3,0 - -

1,15 toilet per 1 3,0 LBK 1 50,0 50,0 13,9 50 50 Ja -

1,16 toilet M 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

1,17 Lokaal BB CBS 1 26 50,0 3,0 150,0 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,7 32,9 947 Ja Ja

1,19 lokaal BB CBS 1 26 51,4 3,0 154,2 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 5,5 32,9 947 Ja Ja

1,18 toilet J 1 3,0 LBK 1 100,0 100,0 27,8 100 100 Ja -

1,03 gang rechts (leerplein) 1 26 LBK 1 800,0 30,6 800,0 222,2 800 800 30,8 985 - Nee

1,03 gang rechts 1 140,0 3,0 420,0 LBK 1 4995,0 5.295,0 300,0 1387,5 4.995 -300 4.695 11,9 - -

1,24 lokaal BB CBS 1 19 53,5 3,0 160,5 LBK 1 625,0 950 625,0 173,6 625 625 3,9 32,9 947 Ja Ja

1,23 lokaal BB CBS 1 26 42,6 3,0 127,8 LBK 1 855,0 950 855,0 237,5 855 855 6,7 32,9 947 Ja Ja

1,22 berging 1 8,9 3,0 26,7 LBK 1 50,0 50,0 13,9 50 50 1,9 - -

1,21 instructie 1 10 16,7 3,0 50,1 LBK 1 310,0 310,0 86,1 310 310 6,2 31,0 981 Ja Nee

1,02 trappenhuis 1 17,8 3,0 53,4 - -

1,20 Lokaal BB CBS 1 19 44,1 3,0 132,3 LBK 1 625,0 950 625,0 173,6 625 625 4,7 32,9 947 Ja Ja

1 3,0 - -1 3,0 - -

8. Onderwijs

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

8. Onderwijs

Toiletruimte

Toiletruimte

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

8. Onderwijs

Liftschacht personenlift

8. Onderwijs

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

11b. Overig - anders

8. Onderwijs

8. Onderwijs

8. Onderwijs

8. Onderwijs

11b. Overig - anders

8. Onderwijs

8. Onderwijs

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

Toiletruimte

8. Onderwijs

8. Onderwijs

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

8. Onderwijs

Toiletruimte

8. Onderwijs

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

11b. Overig - anders

Gem. verkeersruimte (niet woonfuntie)

8. Onderwijs

Toiletruimte

8. Onderwijs

Toiletruimte

8. Onderwijs

3 van3

Page 97: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

BIJLAGE 2: VOORKEURSFABRICATENDe voorkeursfabricaten voor de werktuigbouwkundige installaties met kenmerk 4084.015.ur.fha

4084.019.uw.fha.stb 89

Page 98: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

www.nelissenbv.nl | Postbus 1289 | 5602 BG Eindhoven | Larixplein 7 | +31 (0)40 248 46 56 | [email protected] | KvK 17137297

6 december 20174084.015.ur.fha

Voorkeur merken werktuigbouwkundige installaties

De genoemde materialen en fabricaten dienen als richtlijn.

omschrijving fabrikaat

afvoeren- hemelwaterafvoer : Geberit,- geluidisolatie : Geberit isol- dampdichte isolatie : Armaflex, Rockwool

koud-/warmwater- boiler elektrisch : IthoDaalderop- terugslagklep : Watts Ocean- thermometer : Eriks/Econosto- isolatie koud-/warm tapwater : Armaflex

sanitair- sanitair : Villeroy & Boch, Geberit, Sphinx- temperatuurbeveiliging : Grohe- drukspoelers : Geberit- kranen : Grohe, Venlo- gevelkom : STR- extra’s : Handicare,

brandblusmiddelen- brandslanghaspel : Ajax, Saval- handblusser : Ajax, Saval

gasvoorziening- filter : Eriks/Econosto- kogelafsluiter : Eriks/Econosto

Page 99: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

.

verwarming- verwarmingstoestellen <120 kW : Remeha,- pompen : Grundfos, Wilo- afsluiters : Eriks/Econosto, Tyco- inregelafsluiter : Eriks/Econosto- thermometer : Eriks/Econosto- isolatie leidingen : Isover, Rockwool- isolatieafwerking technische ruimte : Isogenopak- rookgasafvoeren : Burgerhout, Cox Geelen, Metaloterm- vloerverwarming : WTH- tegenstroomapparaat : Alfa-Laval- Warmte koude opslag : Geocomfort

luchtbehandeling- luchtbehandelingskast : OrangeClimate Verhulst, AL-KO,- roosters : Barcol Air, Solid Air- activent : Inatherm- VAV, naverwarmer, demper : Inatherm- afzuigrozetten : Barcol Air, Solid Air- brandkleppen : Trox, Barcol Air, Smitsair- geluiddempers : Trox, Smitsair- aluminium slang : IT Flex’it, Brevoflex, Interland techniek- geluiddempende slang : Trox, Brevoflex- isolatie toevoerkanalen : Rockwool, Isover- isolatie buitenluchtaanzuig : Armaflex

koeling- warmtepomp : Carrier, Ciat- split-units : Carrier, Mitsubishi

regeling- regelkast, regelaar : Priva, Siemens, Johnson controls, BR Controls- regelaar, kleine regelingen : Honeywell

Page 100: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

BIJLAGE 3: COMMUNICATIEMODEL BRL 6000Het communicatiemodel conform de BRL 6000 voor de afstemming ondergrondse deel met degebouwinstallatie

4084.019.uw.fha.stb 90

Page 101: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

Brede School

Plaats Ameide

Gemeente Zederik

Installect

Installect

ntb

27 november 2017

27 november 2017

Concept

Communicatiemodel BRL 6000-21: Energiecentrale(EC)-Gebouwinstallatie(GBI)

Toelichting Status Door Prioriteit

1Ontwerpvermogen verwarmen (kW)

(Onderscheid in verschillende afgiftesystemen)

- LBK school: 25 kW

- LBK BSO: 9 kW

- Vloerverwarming: 73 kW

Totaal: 105 kW

2Ontwerpaanvoertemperatuur verwarmen (°C)

(Onderscheid in verschillende afgiftesystemen)

- LBK's: 50-30°C

- Vloerverwarming: 40-30°C

3Ontwerpretourtemperatuur verwarmen (°C)

(Onderscheid in verschillende afgiftesystemen)Zie punt 2

4 Ontwerpvolumestroom CV (m3/h) 7,6 m3/h

5 Ontwerpdruk CV-installatie (kPa absoluut) max 6 bar?

6 Ontwerpdrukverschil CV-installatie (kPa) ntb

7Ontwerpvermogen koelen (kW)

(Onderscheid in verschillende afgiftesystemen)

- LBK school: 77 kW

- LBK BSO: 24 kW

Totaal: 101 kW

8Ontwerpaanvoertemperatuur koelen (°C)

(Onderscheid in verschillende afgiftesystemen)LBK's: 12-21°C

9Ontwerpretourtemperatuur koelen (°C)

(Onderscheid in verschillende afgiftesystemen)Zie punt 8

10 Ontwerpvolumestroom GKW (m3/h) 9,7 m3/h

11 Ontwerpdruk GKW-installatie (kPa absoluut) max 6 bar?

12 Ontwerpdrukverschil GKW-installatie (kPa) ntb

13 Ontwerpcondities LBK zomer/winterZomer: 30°C / 60%

Winter: -10°C / 60%;Ontwerper EC

14 Luchthoeveelheden en inblaascondities per LBK

- LBK School: 15.450 m3/h,Ti-zomer:16°C, Ti-

winter:20°C

- LBK BSO: 4,825 m3/h, Ti:16°C, Ti-winter:20°C

Ontwerper GBI

15 Principeschema status P-schema BES (installect) Datum:24-11-2017 Ontwerper GBI16 Condensorvermogen warmtepomp (kW) 71,9 kW Ontwerper EC17 Vermogen inzet warmtepomp als koelmachine (kW) nvt Ontwerper EC18 COP warmtepomp 4,04 Ontwerper EC19 Condities behorende bij COP warmtepomp (°C) V:11-6°C, C:40-50°C Ontwerper EC

Toelichting Door Prioriteit

1

Benodigd vermogen voor verwarmen in kW, afhankelijk

van de buitentemperatuur, met bijbehorende

frequentietabellen of uurlijkse waarden

In overleg bepaald op basis van kentallen

2Aanvoertemperatuur CV afhankelijk van

buitentemperatuur (stooklijn)-10°C: 50°C / 15°C: 35°C

3Retourtemperatuur CV afhankelijk van

buitentemperatuur

Wordt niet op geregeld. Doel is met de 2-wegregelingen

een zo groot mogelijke dT te bereiken.4 Jaarlijkse warmtebehoefte (MWh/jaar) 99,5 MWh, Door warmtepomp: 86,3 MWh

5 Minimaal vermogen CV (kW)Afhankelijk van de ondergrens van de toerengeregelde

pomp.

6Minimale terugregelbaarheid CV (als % van

ontwerpvolumestroom)10%

7

Benodigd vermogen koeling in kW afhankelijk van

buitentemperatuur, met bijbehorende frequentietabellen

of uurlijkse waarden

In overleg bepaald op basis van kentallen

8Aanvoertemperatuur GKW afhankelijk van

buitentemperatuur- 30°C: 12°C / 15°C: 14°C

9Retourtemperatuur GKW afhankelijk van

buitentemperatuur

Wordt niet op geregeld. Doel is met de 2-wegregelingen

een zo groot mogelijke dT te bereiken.

10 Jaarlijkse koudebehoefte (MWh/jaar) 35 MWh

11 Minimaal vermogen koeling (kW)Afhankelijk van de ondergrens van de toerengeregelde

pomp.

12Minimale terugregelbaarheid GKW (als % van

ontwerpvolumestroom)10%

13 Drukval grondwater TSA bij min./max debiet (kPa)Niet relevant, Leverancier BES doet energiecentrale en

bodemsysteemOntwerper EC

Toelichting Door Prioriteit

1 Benodigde signalen van CV-circuit, analoog en digitaal

voor regeling, sturen en beveiligen van energiecentrale

- Vrijgave laden

- Buitentemperatuur

2

Benodigde signalen van GKW-circuit, analoog en

digitaal voor regeling, sturen en beveiligen van

energiecentrale

- Vrijgave koelen

- Buitentemperatuur

Toelichting Door Prioriteit

1 Is het toegestaan dat de luchtbehandelingskast een

hoofdfunctie vervult in de energiecentrale? (bijvoorbeeld

bij een bestaande installatie)

Ja, warmtewiel wordt ingezet om extra warmte te laden.

Project

Opdrachtgever

Ontwerper gebouwinstallatie(GBI)

Ontwerper energiecentrale(EC)

Ontwerper Ondergrondse Installatie

Installateur

Automatische werking

Bijzondere condities algemeen

Algemene gegevens

Deellast gegevens

Begindatum

Wijzigingsdatum

Status

Document ID: IBF1001bg

Versiedatum: 02-11-2015

Status: gecontroleerd

Ontwerper GBI

Ontwerper GBI

Ontwerper GBI

na overleg met

Ontwerper EC

Ontwerper GBI

Page 102: J:Project40841. documenten (planningen, …pvanleeuwen.nl/wp-content/uploads/2018/01/04.03-4018.019...2018/01/04  · In de bijlagen zijn tekeningen toegevoegd waarop de hoofdprincipes

2Dient de energiecentrale gelijktijdig warmte en koude te

kunnen leveren?Ja

Toelichting Door Prioriteit

1 Wat is de bandbreedte van de jaarlijkse warmtevraag?±20%

2 Welke afwijkingen zijn (afhankelijk van de

buitentemperatuur) toegestaan in de te leveren

aanvoertemperatuur van het CV-circuit?

±2K

3 Welke afwijkingen zijn (afhankelijk van de

buitentemperatuur) toegestaan in de retourtemperatuur

van het CV-circuit?

Wordt niet op geregeld. Doel is met de 2-wegregelingen

een zo groot mogelijke dT te bereiken.Ontwerper EC

4

Welke afwijkingen zijn (afhankelijk van de

buitentemperatuur) toegestaan in de te leveren

vermogens aan het CV-circuit?

±10%

5 Kan in het ontwerp van de energiecentrale rekening

worden gehouden met een minimale afname van

warmtevermogen door de gebouwinstallatie?

Ja, buffervat is aanwezig

Toelichting Door Prioriteit

1 Wat is de bandbreedte van de jaarlijkse koudevraag? ±20%

2

Welke afwijkingen zijn (afhankelijk van de

buitentemperatuur) toegestaan in de te leveren

aanvoertemperatuur van het GKW-circuit?

±1K

3 Welke afwijkingen zijn (afhankelijk van de

buitentemperatuur) toegestaan in de retourtemperatuur

van het GKW-circuit?

Wordt niet op geregeld. Doel is met de 2-wegregelingen

een zo groot mogelijke dT te bereiken.Ontwerper EC

4

Welke afwijkingen zijn (afhankelijk van de

buitentemperatuur) toegestaan in de te leveren

vermogens aan het GKW-circuit?

±10%

5 Kan in het ontwerp van de energiecentrale rekening

worden gehouden met een minimale afname van

koudevermogen door de gebouwinstallatie?

Doordat de warmtesisselaar boven de bron (in het

terrein) wordt gerealiseerd is een buffer is in de vorm

van een terreinleiding aanwezig.

Toelichting Door Prioriteit

1 Zijn er afwijkende condities van toepassing voor de

startsituatie?

Wanneer de installarie opstart in de lente is er nog geen

koude geladen. Hierdoor kan het dat er in de zomer iets

minder koelvermogen kan worden geleverd dan

berekend.

Ontwerper GBI

Bijzondere condities, startsituatie

Bijzondere condities, warmte/cv-circuit

Bijzondere condities, koude/GKW-circuit

Ontwerper GBI

Ontwerper GBI

Ontwerper GBI

Ontwerper GBI