Jong en oud

84
Jong en oud Hoofdstuk 1

description

Jong en oud. Hoofdstuk 1. Economie. Economie gaat over kiezen Maar wat kiezen we en hoe kiezen we????? Werken we samen of juist niet???. Een Bounty of niet. Welke keuze wordt er gemaakt. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Jong en oud

Page 1: Jong en oud

Jong en oud

Hoofdstuk 1

Page 2: Jong en oud

Economie

• Economie gaat over kiezen• Maar wat kiezen we en hoe kiezen we?????• Werken we samen of juist niet???

Page 3: Jong en oud

Een Bounty of nietJesse Jesse

Delen Niet delen

Ferry Delen 0,5 / 0,5 0 / 1

Ferry Niet delen 1 / 0 0 / 0

Page 4: Jong en oud

Welke keuze wordt er gemaakt

• Waarschijnlijk kiezen ze allebei voor niet delen omdat ze niet weten van elkaar wat ze doen en elkaar niet vertrouwen. Immers als Ferry voor delen kiest, kan het zomaar zijn dat Jesse voor niet delen kiest en Ferry dus met lege handen staat

• De meest waarschijnlijke keuze noemen wee de dominante strategie. (in dit geval niet delen dus)

Page 5: Jong en oud

Welke keuze wordt er gemaakt

• Maar als ze allebei kiezen voor niet delen, dan krijgen ze allebei niets.

• Dus als beiden voor het eigen belang gaan, dan krijgen ze allebei niets.

Page 6: Jong en oud

Welke keuze wordt er gemaakt

• Als Ferry toch voor delen kiest en Jesse voor niet delen, dan krijgt Ferry niets en Jesse de hele Bounty.

• Jesse noemen we dan een free rider; hij profiteert van het goede gedrag van Ferry

Page 7: Jong en oud

Prisonnerdilemma

• We noem dit spel een prisonnersdilemma omdat er – Twee partijen zijn die niet van elkaar weten welke

keuze ze maken– Twee partijen zijn die elkaar niet vertrouwen– Een resultaat ontstaat dat ongunstig is voor

beiden

Page 8: Jong en oud

Speel het spel

• Speel het spel• Huiswerk voor morgen: maak opdracht 1.5 en

1.6

Page 9: Jong en oud

OpdrachtSofie sofie

Opruimen Niet opruimen

Tara Opruimen 30/30 70/10

Tara Niet opruimen 10/70 60/60

Page 10: Jong en oud

Opdracht 1.5 en 1.6

a. links onderb. 60/80/80/120

Page 11: Jong en oud

Opdracht 1.6

a. Niet opruimenb. Niet opruimenc. Niet opruimen

Page 12: Jong en oud

Het dilemma van de gevangenen

• Filmpje: gevangenendilemma

Page 13: Jong en oud

Opdracht 1.7 en 1.8Zacco ZAcco

Bekennen Ontkennen

Paco Bekennen 10/10 1/22

Paco Ontkennen 22/1 2/2

Page 14: Jong en oud

OpdrachtOldi Oldi

Reclame Geen reclame

Spor Reclame 90/90 130/70

Spor Geen reclame 70/130 100/100

Page 15: Jong en oud

Spor en Oldi

• Spor en Oldi zijn twee supermarkten die erover denken reclame te gaan maken.

• Ze maken nu beiden 100 winst en als ze beiden reclame gaan maken blijft hun omzet gelijk, maar nemen de kosten toe met 10

Page 16: Jong en oud

Spor en Oldi

• Wat is de dominante strategie van Spor• Wat is de dominante strategie van Oldi• Wanneer is spor een free rider• Waarom is hier sprake van een

prisonnersdilemma• Hoe kunnen Spor en Oldi hun probleem

oplossen>

Page 17: Jong en oud

Spor en Oldi

• Wat is de dominante strategie van Spor: – reclame maken

• Wat is de dominante strategie van Oldi: – reclame maken

• Wanneer is spor een free rider: – als Spor reclame maakt en Oldi niet

Page 18: Jong en oud

Spor en Oldi

• Waarom is hier sprake van een prisonnersdilemma: – omdat ze niet weten van elkaar wat ze doen– Ze kiezen voor eigen belang– Het eindresultaat niet optimaal is

• Hoe kunnen Spor en Oldi hun probleem oplossen.- Bindende afspraken maken. Afspreken dat ze

beiden geen reclame maken

Page 19: Jong en oud

Hoofdstuk 3

• Ik verdien in 2012 bruto € 21.000 per jaar• Ik verdien netto € 16.000 netto per jaar• Wat gaat er allemaal vanaf?????????

Page 20: Jong en oud

Bruto loon Jaap

• Brutoloon: € 50.000 per jaar• 8% vakantiegeld: € 4.000• Totaal brutoloon: € 54.000 per jaar

Page 21: Jong en oud

Belastbaar inkomen

• Belastbaar inkomen is inkomen waarover je belasting gaat betalen

• Belastbaar inkomen = bruto inkomen – aftrekposten (pagina 18)

• Aftrekposten: hypotheekrente. • Hypotheekrente: de rente die ik betaal over

de lening die ik heb afgesloten om mijn huis te kunnen kopen.

Page 22: Jong en oud

Belastbaar inkomen voorbeeld

• Jaap verdient Bruto inkomen: € 54.000• Hij heeft een hypotheek en betaalt jaarlijks €

6.000 aan rente. • Die € 6.000 mag hij aftrekken van zijn bruto

inkomen. • Hij betaalt dan belasting over € 48.000 en niet

over € 54.000

Page 23: Jong en oud

Belasting betalen

• Belasting betalen dus over belastbaar inkomen • Je betaalt niet alleen belasting over je bruto

inkomen maar ook premies voor volksverzekeringen (aow, anw).

• Belasting en premies noemen we bij elkaar inkomensheffing of loonheffing

Page 24: Jong en oud

Belasting betalen in schijven

• Inkomensheffing/loonheffing betaal je in schijven

• Naarmate je meer verdient, betaal je een hoger percentage aan inkomensheffing.

Page 25: Jong en oud

Belasting betalen in schijven

• Voorbeeld: belastbaar inkomen is € 48.000– Over de eerste € 20.000 betaal je 20%

inkomensheffing. Dat is € 4.000 – Over het bedrag tussen de € 20.000 en € 40.000

betaal je 30% inkomensheffing. Dat is € 6.000– Daarboven betaal je 50%. Dat is € 4.000 (50% van

€ 8.000• Bij elkaar betaal je dus € 14.000 aan

inkomensheffing

Page 26: Jong en oud

0 – 20.000 20% € 4.000

20.000 – 40.000 30% € 6.000

40.000 en hoger 50% € 4.000

totaal € 14.000

Page 27: Jong en oud

Heffingskorting

• Iedereen krijgt een korting op het bedrag dat hij aan belasting moet betalen, de zogenaamde heffingskortingen:– Algemene heffingskorting voor iedereen: € 2.000– Arbeidskorting, alleen voor werkenden: € 1.500

• In ons voorbeeld krijg je dus een korting van € 3.500 op € 14.000 en betaal je uiteindelijk € 10.500 aan inkomensheffing

Page 28: Jong en oud

Van bruto naar netto

• Uiteindelijk betaal je dus € 10.500 aan inkomensheffing

• Trek dit af van je bruto loon van € 54.000 en je hebt je netto loon: € 43.500

Page 29: Jong en oud

Stappen

1. Bereken bruto loon2. Trek aftrekposten af van brutoloon (1) en je

krijgt belastbaar inkomen3. Bereken inkomensheffing op basis van

belastbaar inkomen (2)4. Trek kortingen af van berekende

inkomensheffing (3)5. Trek inkomensheffing (4) af van brutoloon (1) en

je krijgt nettoloon

Page 30: Jong en oud

Gemiddelde belastingdruk

• Gemiddelde heffingsdruk: hoeveel betaal je gemiddeld aan belasting en premies (inkomensheffing) over je bruto inkomen

• Gemiddelde heffingsdruk: (inkomensheffing/brutoloon) * 100%

• Stel ik verdien bruto € 80.000 en ik betaal 30.000 aan belasting

• Belastingdruk is: (€ 30.000/€ 80.000) x 100% = 37,5%

Page 31: Jong en oud

Belastingstelsels

• Progressief: als je meer verdient, betaal je een hoger percentage van je inkomen aan belasting.

• Proportioneel: iedereen betaalt bij elk inkomen hetzelfde percentage.

• Degressief: als je meer verdient, ga je een lager percentage aan belasting betalen.

Page 32: Jong en oud

De(nivelleren)

• Nivelleren: inkomensverschillen kleiner maken• Denivelleren: inkomensverschillen groter

maken

Page 33: Jong en oud

Inkomensverschillen

• Inkomensverschillen worden kleiner als– Heffingskortingen hoger worden– Belastingtarieven voor lagere inkomens lager worden en

voor hogere inkomens hoger– Je minder kosten mag aftrekken van de bruto inkomen

• Inkomensverschillen worden groter als– Heffingskortingen lager worden– Belastingtarieven voor lagere inkomens hoger worden en

voor hogere inkomens lager– Je meer kosten mag aftrekken van het bruto inkomen

Page 34: Jong en oud

Opdracht

• Maak opdracht in viertallen• Inleveren aan einde van de les• Gebruik steeds het stappenplan

Page 35: Jong en oud

Bert

• Verdient € 4.000 bruto per maand en 8% vakantiegeld

• Heeft geen eigen huis en geen aftrekposten• Heffingskortingen zijn € 2.500 per jaar• Hij betaalt 30% belasting over de eerste €

20.000 aan inkomen en 40% over alles wat hij daarboven verdient

Page 36: Jong en oud

Benno

• Verdient € 8.000 per maand en 8% vakantiegeld

• Heeft een eigen huis waarvoor hij per maand € 1.000 aan hypotheek rente betaalt

• Heffingskortingen zijn € 2.500 per jaar• Hij betaalt 30% belasting over eerste € 20.000

aan inkomen en 40% over alles wat hij daarboven verdient

Page 37: Jong en oud

Opdracht 1

• Bereken netto inkomen van Bert en Benno. Volg daarbij de stappen van het stappenplan.

• Bereken gemiddelde heffingsdruk van Bert en Benno.

Page 38: Jong en oud

Opdracht 1: Bert

• Bruto inkomen: 12 x € 4.000 = € 48.000 + 8% van € 48.000 = € 51.840

• Belastbaar inkomen is gelijk aan bruto inkomen omdat er geen aftrekposten zijn.

• Belasting: 30% over € 20.000 = € 6.000 en 40% over € 31.840 = € 12.736. Bij elkaar: € 18.736

• Heffingskortingen: € 18.736 - € 2.500 = € 16.236• Netto inkomen is € 51.840 - € 16.236 = € 35.604• Gemiddelde heffingsdruk: € 16.236/€ 51.840 =

31,31%

Page 39: Jong en oud

Opdracht 1: Benno

• Bruto inkomen: 12 x € 8.000 = € 96.000 + 8% van € 96.000 = € 103.680

• Belastbaar inkomen: € 103.680 - € 12.000 = € 91.680• Belasting: 30% over € 20.000 = € 6.000 en 40% over €

71.680 = € 28.672. Bij elkaar: € 34.672• Heffingskortingen: € 34.672 - € 2.500 = € 32.172• Netto inkomen is € 103.680 - € 32.172 = € 71.508• Gemiddelde heffingsdruk: € 32.172/€ 103.680 = 31%

Page 40: Jong en oud

Opdracht 2: Maatregel

• De regering schaft de hypotheekrente aftrek af. Je mag de betaalde hypotheekrente niet meer aftrekken van het bruto inkomen.

Page 41: Jong en oud

Opdracht 2

• Bereken nu opnieuw netto inkomen en gemiddelde heffingsdruk van Bert en Benno

• Is er sprake van nivellering of denivellering ten opzichte van de uitgangssituatie bij opdracht 1?

• Licht je antwoord toe en geef aan waarom sprake is van nivellering of denivellering

Page 42: Jong en oud

Opdracht 2: Bert

• Bruto inkomen: 12 x € 4.000 = € 48.000 + 8% van € 48.000 = € 51.840

• Belastbaar inkomen is gelijk aan bruto inkomen omdat er geen aftrekposten zijn.

• Belasting: 30% over € 20.000 = € 6.000 en 40% over € 31.840 = € 12.736. Bij elkaar: € 18.736

• Heffingskortingen: € 18.736 - € 2.500 = € 16.236• Netto inkomen is € 51.840 - € 16.236 = € 35.604• Gemiddelde heffingsdruk: € 16.236/€ 51.840 =

31,31%

Page 43: Jong en oud

Opdracht 2: Benno

• Bruto inkomen: 12 x € 8.000 = € 96.000 + 8% van € 96.000 = € 103.680

• Belastbaar inkomen is bruto inkomen. Je mag rente niet meer aftrekken = € 103.680

• Belasting: 30% over € 20.000 = € 6.000 en 40% over € 83.680 = € 33.472. Bij elkaar: € 39.472

• Heffingskortingen: € 39.472 - € 2.500 = € 36.972• Netto inkomen is € 103.680 - € 36.972 = € 66.708• Gemiddelde heffingsdruk: € 36.972/€ 103.680 =

35,7%

Page 44: Jong en oud

Opdracht 2

• Er is sprake van nivellering ten opzichte van opdracht 1 omdat Benno meer belasting gaat betalen (zijn gemiddelde heffingsdruk wordt hoger)

Page 45: Jong en oud

Opdracht 3; Maatregel

• De regering verhoogt de heffingskortingen met € 1.000 tot € 3.500 per jaar

• De hypotheekrente aftrek blijft bestaan.

Page 46: Jong en oud

Opdracht 3

• Bereken nu opnieuw netto inkomen en gemiddelde heffingsdruk van Bert en Benno

• Is er sprake van nivellering of denivellering ten opzichte van de uitgangssituatie van opdracht 1?

• Licht je antwoord toe en geef aan waarom sprake is van nivellering of denivellering

Page 47: Jong en oud

Opdracht 3: Bert

• Bruto inkomen: 12 x € 4.000 = € 48.000 + 8% van € 48.000 = € 51.840

• Belastbaar inkomen is gelijk aan bruto inkomen omdat er geen aftrekposten zijn.

• Belasting: 30% over € 20.000 = € 6.000 en 40% over € 31.840 = € 12.736. Bij elkaar: € 18.736

• Heffingskortingen: € 18.736 - € 3.500 = € 15.236• Netto inkomen is € 51.840 - € 15.236 = € 36.604• Gemiddelde heffingsdruk: € 15.236/€ 51.840 = 29,4%

Page 48: Jong en oud

Opdracht 3: Benno

• Bruto inkomen: 12 x € 8.000 = € 96.000 + 8% van € 96.000 = € 103.680

• Belastbaar inkomen: € 103.680 - € 12.000 = € 91.680• Belasting: 30% over € 20.000 = € 6.000 en 40% over €

71.680 = € 28.672. Bij elkaar: € 34.672• Heffingskortingen: € 34.672 - € 3.500 = € 31.172• Netto inkomen is € 103.680 - € 31.172 = € 72.508• Gemiddelde heffingsdruk: € 31.172/€ 103.680 = 30%

Page 49: Jong en oud

Opdracht 3

• Er is sprake van nivellering ten opzichte van situatie 1 omdat Benno nu relatief meer belasting betaalt dan Bert

Page 50: Jong en oud

GemiddeldeHeffingsdruk Bert

Gemiddelde heffingsdruk Benno

Nivellering

Opdracht 1 31,31 31

Opdracht 2 31,31 35,7 nivellering

Opdracht 3 29,4 30 Nivellering

Page 51: Jong en oud

Opdracht 4: maatregel

• De regering verhoogt het belastingtarief dat je betaalt vanaf € 20.000 naar 50% (was 40%)

• De hypotheekrenteaftrek blijft bestaan en de heffingskortingen blijven op € 2.500

Page 52: Jong en oud

Opdracht 4

• Bereken nu opnieuw netto inkomen en gemiddelde heffingsdruk van Bert en Benno

• Is er sprake van nivellering of denivellering ten opzichte van de uitgangsituatie van opdracht 1?

• Licht je antwoord toe en geef aan waarom sprake is van nivellering of denivellering

Page 53: Jong en oud

Toets

• Prisonnersdilemma, liftersgedrag, dominante strategie

• Berekenen bruto inkomen, belastbaar inkomen, netto inkomen en gemiddelde heffingsdruk (volg stappenplan)

• Belastingstelsels en (de)nivelleren

Page 54: Jong en oud

H.4 Inkomensverdeling en Lorenzcurve

• Lorenzcurve laat inkomensverdeling in een land of in een groep zien.

• Lorenzcurve geeft aan of inkomensverdeling gelijk of ongelijk is.

• Op de x-as percentage van de bevolking• Op de Y- as percentage van de bevolking

Page 55: Jong en oud

Voorbeeld lorenzcurve

Page 56: Jong en oud

LorenzcurvePersoon Inkomen Inkomen

als % van het totaal

Cumulatief % personen

Cumulatief % inkomen

Jaap 20.000 10% 25% 10%Joop 20.000 10% 50% 20%Bert 60.000 30% 75% 50%Bart 100.000 50% 100% 100%

200.000 100%

Page 57: Jong en oud

H.4 Inkomensverdeling en Lorenzcurve

• Naarmate de inkomensverdeling gelijker wordt (=nivellering), komt de Lorenzcurve meer naar het midden ( de diagonale lijn)’.

• Huiswerk voor volgende week donderdag: 4.1, 4.2, 4.3, 4.5 en 4.15

Page 58: Jong en oud

Planning

• 6 juni: hoofdstuk 5• 7 juni: hoofdstuk 5• 13 juni: hoofdstuk 5• 14 juni: hoofdstuk 5 en 7• 20 juni: herhaling• SE: 21 juni: h 1,3,4, 5 en 7

Page 59: Jong en oud

H.5 Winst en toegevoegde waarde

• Begrippen– Productiefactoren en hun beloning– Winst– Toegevoegde waarde

Page 60: Jong en oud

H.5 Winst en toegevoegde waarde

• Om iets te maken zetten we productiefactoren in:– Arbeid– Kapitaal (geld van de bank)– Kapitaal (machines)– Natuur (grond, grondstoffen, watrer)– Ondernemerschap (iemand die risico durgt te

nemen)

Page 61: Jong en oud

H.5 Winst en toegevoegde waarde

• Inzetten productiefactoren is niet gratis• Ze vragen om een beloning.

Page 62: Jong en oud

H.5 Winst en toegevoegde waarde

productiefactor beloning

1 arbeid loon

2 Kapitaal (geleend geld) rente

3 Kapitaal (gehuurde gebouwen) huur

4 Grond pacht

5 Ondernemerschap winst

Page 63: Jong en oud

H.5 Winst en toegevoegde waarde

• Wat is winst: omzet – kosten• Omzet wat komt er aan geld binnen bij het

verkopen van mijn spullen• Kosten: wat moet ik opofferen/uitgeven om

een bedrijf te laten draaien.

Page 64: Jong en oud

Winst en verlies

• Winst en verlies kan ik zien op resultatenrekening

• Toegevoegde waarde kan ik ook zien op resultatenrekening

• Resultatenrekening: overzicht van kosten en inkomsten.

Page 65: Jong en oud

Jaarrekening (2013)

Kosten inkomsten

Inkoop 20.000 Omzet 100.000

loon 40.000

Huur 10.000

Rente 10.000

Winst 20.000

totaal 100.000 totaal 100.000

Page 66: Jong en oud

Winst en verlies

• Winst = omzet – kosten• 20.000 = 100.000 – 80.000

Page 67: Jong en oud

Toegevoegde waarde

• Ik voeg als ondernemer waarde toe.• Stel, ik ben een spijkerbroeken fabrikant– ik koop van € 10.000 aan katoen, ritsen en garen– ik maak daarvan spijkerbroeken en verkoop die

voor € 50.000• Hoeveel waarde voeg ik toe?

Page 68: Jong en oud

Jaarrekening (2013)

Kosten inkomsten

Inkoop meel, gist en suiker 20.000 Omzet verkoop brood 100.000

loon 40.000

Huur 10.000

Rente 10.000

Winst 20.000

totaal 100.000 totaal 100.000

Page 69: Jong en oud

Toegevoegde waarde

• Toegevoegde waarde: omzet – inkoop• 80.000 = 100.000 – 20.000

Page 70: Jong en oud

Toegevoegde waarde

• De toegevoegde waarde wordt verdeeld als beloning over de productiefactoren die de toegevoegde waarden hebben gerealiseerd

• De toegevoegde waarde = 80.000, gaat naar de beloningen/inkomen van de ingezette productiefactoren– Arbeid in de vorm van loon: 40.000– Kapitaal in de vorm van huur: 10.000– Kapitaal in de vorm van rente: 10.000– De ondernemer in de vorm van winst: 20.000

Page 71: Jong en oud

Resultatenrekening en balans

• Resultatenrekening: laat winst/verlies en toegevoegde waarde zien

• Als je winst maakt, word je rijker en neemt je eigen vermogen toe….

• Als je verlies maakt, word je armer en neemt je eigen vermogen af

• En dat zie je op de balans….

Page 72: Jong en oud

Balans

• Overzicht van je vermogen en je bezittingen op een bepaald moment

• Vermogen:– Eigen vermogen geld dat je zelf in het bedrijf hebt

gestopt– Vreemd vermogen: geld dat je van een ander hebt

geleend• Met het vermogen heb je iets gedaan, b.v.

bezittingen gekocht

Page 73: Jong en oud

Balans Bart

Kosten inkomsten

Bank 200.000 Eigen vermogen 100.000

Vreemd vermogen 100.000

totaal 200.000 totaal 200.000

Page 74: Jong en oud

Opdracht: balans

• Bart koopt een bedrijfsbus voor € 40.000• Bart koopt een broodbakmachine voor € 20.000• Bart koopt ook nog meel, gist en suiker voor € 20.000• Hij betaalt met het geld dat op zijn bankrekening

staat.• Teken de nieuwe balans van Bart

Page 75: Jong en oud

Balans Bart

Kosten inkomsten

Bank 120.000 Eigen vermogen 100.000

Bus 40.000 Vreemd vermogen 100.000

Meel 20.000

Machine 20.000

totaal 200.000 totaal 200.000

Page 76: Jong en oud

Opdracht: balans

• Bart gaat aan de slag en maakt € 10.000 winst• De winst zie je op de jaarrekening.

Page 77: Jong en oud

Jaarrekening Bart

Kosten inkomsten

Inkoop meel, gist en suiker 20.000 Omzet verkoop brood 100.000

loon 40.000

Huur 20.000

Rente 10.000

Winst 10.000

totaal 100.000 totaal 100.000

Page 78: Jong en oud

Balans Bart

Kosten inkomsten

Bank 130.000 Eigen vermogen 110.000

Bus 40.000 Vreemd vermogen 100.000

Meel 20.000

Machine 20.000

totaal 210.000 totaal 210.000

Page 79: Jong en oud

Balans Resultatenrekening

Wat Laat vermogen en bezit zien op bepaald moment

Laat winst of verlies zien over periode

Voorraadgrootheid Stroomgrootheid

Gaat om eigen vermogen Gaat om resultaat (winst of verliesWinst komt bij eigen vermogen, verlies gaat van eigen vermngen af.

Page 80: Jong en oud

Dus

Page 81: Jong en oud

Huiswerk

• Opdracht 5.4/5.6/5.7/5.8/5.9

Page 82: Jong en oud

SE

• Prisonnersdillema• Belastingen (van bruto naar netto volgens

stappenschema)• Inkomensverdeling en lorenzcurve• Resultatenrekening en balans• Toegevoegde waarde en winst• Indexcijfers

Page 83: Jong en oud
Page 84: Jong en oud

Lorenzcurve

• Thuis maken: opdracht….