Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen...

14
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER | DERDEGRAADSSTAGE Naam student: Nauwelaers Joke Stageschool: Stageklas: 4 de leerjaar Aantal lln.: 16 Mentor: Datum nazicht: Nagekeken door: aanpassen - herwerken goedgekeur d handtekening VAK: Muvo LESONDERWERP: Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet,… figuren maken DATUM: TIJDSTIP: 100 minuten BEGINSITUATIE: Beginsituatie van de kinderen in verband met het lesonderwerp: De leerlingen hebben tijdens de inleiding al kennis gemaakt met de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het begrip ‘surrealisme’ is door de kinderen al gekend. Andere lesspecifieke beginsituatiekenmerken: De schilderijen worden door de leerkracht voorzien op A3 formaat. De voorwerpen, het touw en A3 papier wordt ook door de leerkracht meegebracht. De andere materialen (zwarte wasco, gekleurd papier, scharen en lijm) zijn aanwezig in de klas. Er worden op voorhand al stapeltjes gemaakt van 4 verschillende gekleurde papieren. Er zijn geen specifieke problemen in verband met de opdracht die de leerlingen uitvoeren. LEERPLANDOELEN EN LESDOELEN: (genummerde lijst van leerplandoelen (voluit) + concrete lesdoelen in chronologische volgorde met verwijzing naar de corresponderende leerplandoelen) LEERPLANDOELEN (VVKBAO): 1. Openstaan voor beelden. Dat houdt in dat kinderen leren stilstaan bij beelden om: 1.1 nieuwsgierig te zijn. 1.2 vragen te stellen over de beelden. 1

Transcript of Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen...

Page 1: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER | DERDEGRAADSSTAGE

Naam student: Nauwelaers Joke

Stageschool:

Stageklas: 4de leerjaar Aantal lln.: 16

Mentor:

Datum nazicht:Nagekeken door:aanpassen - herwerkengoedgekeurd

handtekening

VAK: Muvo LESONDERWERP: Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet,… figuren maken

DATUM: TIJDSTIP: 100 minutenBEGINSITUATIE: Beginsituatie van de kinderen in verband met het lesonderwerp: De leerlingen hebben tijdens de inleiding al kennis gemaakt met de schilder Joan Miro. Ze

weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het begrip ‘surrealisme’ is door de kinderen al gekend.

Andere lesspecifieke beginsituatiekenmerken: De schilderijen worden door de leerkracht voorzien op A3 formaat. De voorwerpen, het touw en A3 papier wordt ook door de leerkracht meegebracht. De andere materialen (zwarte wasco, gekleurd papier, scharen en lijm) zijn aanwezig in de klas. Er worden op voorhand al stapeltjes gemaakt van 4 verschillende gekleurde papieren.Er zijn geen specifieke problemen in verband met de opdracht die de leerlingen uitvoeren.

LEERPLANDOELEN EN LESDOELEN: (genummerde lijst van leerplandoelen (voluit) + concrete lesdoelen in chronologische volgorde met verwijzing naar de corresponderende leerplandoelen)LEERPLANDOELEN (VVKBAO):1. Openstaan voor beelden. Dat houdt in dat kinderen leren stilstaan bij beelden om:1.1 nieuwsgierig te zijn.1.2 vragen te stellen over de beelden.

12. Het beeldaspect ‘vorm’ ervaren en toepassen.Dat houdt in:12.4 vormen voorstellen door een omtreklijn.

ALGEMEEN LESDOEL:

1

Page 2: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

De leerlingen kunnen door het gebruik van lijnen als contour vormen maken en deze vormen gebruiken om tot een geheel van verschillende gekleurde figuren te komen.SPECIFIEKE LESDOELEN:BOUWSTENEN = VORM EN LIJNEN

De leerlingen kunnen een schilderij op een kritische manier bekijken en abstracte vormen waarnemen. (vorm) De leerlingen kunnen door middel van een touw de contourlijnen van een voorwerp weergeven en vormen herkennen. (vorm en lijn) De leerlingen kunnen het verband leggen tussen lijnen en vormen. (vorm en lijn) De leerlingen kunnen door te experimenteren met verschillende vormen een figuur maken. (vorm) De leerlingen kunnen een eigen schilderij maken waarbij ze door middel van verschillende gekleurde vormen tot een geheel van figuren komen. (vorm)

LEERINHOUD: Fase 1: het waarnemen van geometrische vormen en soorten lijnen in een schilderij. De leerlingen ontdekken dat je door het tekenen van lijnen vormen kan creëren waaruit dan een figuur kan ontstaan.

Fase 2:- De leerlingen gaan experimenteren met voorwerpen, touw en potlood om zelf te ervaren dat lijnen als contour kunnen gebruikt worden. Op die manier ontdekken ze dat contourlijnen een vertrekpunt kunnen zijn om vormen te maken.Wat doen ze? Ze gaan eerst de contourlijnen van een voorwerp aangeven door een touw. Daarna wordt het voorwerp weggenomen waardoor er alleen nog vormen overblijven. Nadien gaan ze hetzelfde doen maar gaan ze zelf met potlood eerst de contourlijn tekenen.

- Verkenning van figuren maken: de leerlingen gaan met uitgeknipte vormen proberen om een figuur te maken. Ze mogen de originele vormen nog aanpassen zodat er een nieuwe vorm ontstaat dat past binnen de figuur.

Fase 3:Het maken van een schilderij met verschillende figuren die er anders uitzien dan in het echt.De leerlingen gaan vormen maken die bestaan uit verschillende kleuren. Er gaat gewerkt worden in groep waarbij elke leerling een ander voorwerp heeft. Ze gaan de contourlijnen van elk voorwerp tekenen op een ander gekleurd papier. Ze hebben allemaal 4 gekleurde vormen waarmee ze individueel verschillende figuren gaan maken.

Fase 4:De leerlingen gaan het schilderij voorstellen in de groep waar ze zitten. Op het einde is er ook nog een evaluatie van het proces.

2

Page 3: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

TIMING LESDOELEN AANPAK(ONDERWIJSACTIVITEITEN EN ORGANISATIE)

LEERACTIVITEITEN(INTERNE EN EXTERNE LEERACTIVITEITEN)

10 min. FASE 1 : HET WAARNEMEN VAN EEN SCHILDERIJ10’

De leerlingen kunnen een schilderij op een kritische manier bekijken en abstracte vormen waarnemen.

a) Schilderijen bekijken

De leerkracht heeft een schilderij van de kunstenaar Miro meegebracht op A3 formaat. (zie bijlage)De leerkracht zegt: Bekijk het schilderij aandachtig.

Nadien volgt een klasgesprek aan de hand van volgende vragen:- Welke vormen herken je?Stimulering als er te weinig antwoorden komen: Zie je bekende vormen in het schilderij?- Wat zie je allemaal in het schilderij? Welke figuren of voorwerpen herken je in het schilderij?- Op welke manier zijn deze figuren gevormd?Stimulering als er te weinig antwoorden komen: Zie je lijnen in het schilderij?, Welke lijnen zie je allemaal?- Wat doet Miro om zijn figuren af te werken?Stimulering als er te weinig antwoorden komen: Welke details zie je in de figuren?- Zien deze figuren er in het echt ook zo uit?

Miro leefde in een wereld waarin de werkelijkheid weergegeven werd door fantasie die hij haalde uit dingen die hij gezien, gehoord en beleefd had in zijn leven. Hij maakte vormen en figuren door het gebruik van verschillende soorten lijnen.

De leerlingen bekijken aandacht het schilderij.

Ze geven antwoord op de gestelde vragen.

Er zijn verschillende vormen te zien in het schilderij : cirkels, vierkanten, driehoeken,…

Een vliegtuig, een spook, sterren, een maan,….

Hij gebruikt lijnen om een figuur te maken in het schilderij namelijk gebogen lijnen en rechte lijnen.

Hij gaat de figuren ogen geven en hij gebruikt ook verschillende kleuren in één figuur.

Neen.

35 min. FASE 2 : IK ZIE, IK ZIE WAT JIJ NIET ZIET,…10’

De leerlingen kunnen door middel van een touw de contourlijnen van een voorwerp

a) Verkenning: lijnen als contour

De leerkracht gaat de leerlingen een kring laten maken waarbij stoelen en banken even aan de kant worden geschoven.In het midden van de kring worden allerlei voorwerpen met verschillende herkenbare en niet herkenbare vormen gelegd. (bijvoorbeeld: een bord, een doosje, wasspelden,…).

De leerlingen schuiven banken en stoelen aan de kant. Daarna maken ze een kring.

3

Page 4: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

10’

weergeven en vormen herkennen.

De leerlingen kunnen het verband leggen tussen lijnen en vormen.

De leerlingen kunnen de contouren van voorwerpen tekenen.

Al de voorwerpen liggen verspreidt in de kring. De leerlingen krijgen allemaal een stuk touw.De leerkracht zegt: jullie gaan het stuk touw dat je gekregen hebt rond 1 van de voorwerpen leggen. Daarna neem je het voorwerp weg en ga je terug in de kring zitten.

Nadien stelt de leerkracht volgende vragen:- Welke vormen zijn er ontstaan uit jullie lijnen?Extra stimulering als er te weinig antwoorden komen: zijn het bekende vormen?- Welke lijnen zijn er gevormd?Extra stimulering als er te weinig antwoorden komen: zijn ze open? “Neen”, wat zijn ze dan wel?- Wat hebben jullie gelegd van het voorwerp?Extra stimulering als er te weinig antwoorden komen: Wat is de gesloten lijn van het voorwerp?De leerkracht zegt: deze lijnen kunnen we ook contourlijnen noemen. Met een contourlijn kan je de buitenkant van een vorm aangeven.

Miro tekende ook eerst lijnen waaruit dan verschillende vormen ontstonden.Hij tekende deze lijnen soms met zijn ogen dicht.De leerkracht zegt: ik heb hier een grote zak meegebracht met verschillende voorwerpen in. Jullie gaan om de beurt een voorwerp uit de zak komen halen zonder in te zak te kijken. Je sluit je ogen en voelt aan de voorwerpen. Je gaat ondertussen ook beschrijven wat je precies voelt. Als je een vorm voelt dat je wil gebruiken, zeg je wat voor voorwerp je zou kunnen vast hebben. Daarna neem je het uit de zak en ga je terug op je plaats zitten.

b) Verkenning: contouren tekenen

De leerkracht gaat de klas verdelen in groepen van 4. De banken worden zo geplaatst dat elke groep zijn eigen werkplek heeft.

De leerlingen gaan hun stuk touw rond 1 van de voorwerpen leggen en nemen het voorwerp weg.

Een cirkel, een vierkant, een rechthoek,…

Het zijn allemaal gesloten lijnen.

De omtrek van het voorwerp.

De leerlingen voeren de verschillende opdrachten op het moment dat de leerkracht ze geeft.

De leerlingen beantwoorden de aangeboden vragen met hun eigen mening.

4

Page 5: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

15’De leerlingen kunnen door te experimenteren met verschillende vormen een figuur maken.

De leerkracht zegt: jullie gaan met je groep aan jullie werkplek zitten. Opdracht: de leerlingen gaan met potlood de contouren tekenen van hun voorwerp. Na het tekenen nemen ze het voorwerp weg.De leerkracht zegt: kijk eens naar jullie resultaat.Welke vorm herken je?Kijk ook eens naar elkaars vormen. Zijn er grote verschillen?

c) Verkenning: figuren maken

Miro wist op voorhand niet welke figuren er zouden ontstaan uit zijn verschillende lijnen en vormen die hij tekende. Het waren figuren uit het dagelijkse leven maar ze zagen er anders uit dan in het echt.

Jullie hebben allemaal verschillende vormen gecreëerd die ontstaan zijn uit de buitenste lijnen van het voorwerp.

Elke groep krijgt een groot stuk karton.De leerkracht zegt: Jullie gaan allemaal je getekende vorm uitknippen. Probeer eens een figuur te maken op het karton met de verschillende vormen van je groep. Je mag je vorm eventueel nog wat aanpassen door te vouwen waardoor er een andere vorm ontstaat.

Tijdens de activiteit loopt de leerkracht rond in de klas en geeft ze indien nodig extra stimulansen:- Probeer zo veel mogelijk af te wisselen van vormen. Maak nieuwe vormen door te vouwen.- Leg de vormen in verschillende richtingen.- Je kan de vormen elkaar ook laten raken of overlappen.- Als je een stuk van je vorm niet wil gebruiken, kan je het stuk achter een andere vorm leggen of omvouwen.Nadien volgt een korte bespreking:- Hoe zijn jullie er aan begonnen?- Wat hebben jullie allemaal gedaan om tot jullie figuur te komen?

De leerlingen gaan met hun voorwerp en de andere groepsleden op de juiste plaats zitten.

De leerlingen gaan de contouren van de voorwerpen tekenen met een potlood.

5

Page 6: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

40 min. FASE 3 : EINDOPDRACHT: ONTWERPEN VAN VERSCHILLENDE FIGUREN40’

De leerlingen kunnen een eigen schilderij maken waarbij ze door middel van verschillende gekleurde vormen tot een geheel van figuren komen.

a. Gekleurde vormen

Kleur is een belangrijk kenmerk dat Miro steeds gebruikte in zijn schilderijen.De leerkracht gaat de leerlingen de kleuren zelf laten ontdekken door een aantal schilderijen van hem te tonen.- Waarvoor gebruikte hij vooral de kleur zwart?

De leerkracht zegt: neem jullie voorwerp dat je uit de zak hebt genomen. Jullie krijgen allemaal gekleurd papier bestaande uit 4 verschillende kleuren.Vervolgens kies je allemaal 1 gekleurd papier en leg er dan jullie voorwerp op. Je mag zelf kiezen in welke richting. Daarna gaan jullie met een potlood langs de buitenste lijnen van het voorwerp.Klaar? Dan schuiven jullie je voorwerp door naar de persoon die links van je zit.

Je neemt een ander gekleurd papier en doen hetzelfde zoals je met je eerste voorwerp hebt gedaan.Zo ga je verder tot je alle voorwerpen van je groep hebt gehad.

Als iedereen klaar is, mag je de getekende vormen allemaal uitknippen zodat je 4 verschillende gekleurde vormen hebt.

Nu zijn jullie klaar om jullie eigen schilderij te maken. Elk schilderij ziet er anders uit dus je moet niet letten op wat de anderen doen.

De leerkracht gaat de eindopdracht laten uitvoeren in verschillende stappen:

1. Figuren maken met de vormen

Iedereen heeft 4 verschillende gekleurde vormen voor zich liggen.

De leerlingen gaan aan de hand van schilderijen de kleuren die Miro gebruikte noemen: blauw, rood, groen, geel en zwart.

Om de lijnen van zijn figuren duidelijk weer te geven.

De leerlingen nemen hun voorwerp dat ze uit de zak hebben genomen. Ze tekenen de contourlijnen van hun voorwerp op een gekleurd papier naar keuze. Daarna schuiven ze hun voorwerp door naar de persoon die links van hen zit. Ze nemen een ander gekleurd papier en tekenen het gekregen voorwerp er op. Ze doen dit tot ze de 4 voorwerpen hebben gehad.

De leerlingen knippen de verschillende gekleurde voorwerpen uit.

6

Page 7: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

De leerlingen krijgen allemaal een wit A3 papier waarop ze met de vormen op zoek gaan naar allerlei figuren die er anders uitzien dan in het echt.Hoe ga je het doen?- je mag zelf kiezen in welke richting je het papier legt.- je mag van de vormen nog stukken afknippen waardoor er nieuwe vormen ontstaan.- de vormen mogen elkaar overlappen.`- ze moeten elkaar niet allemaal raken, ze mogen ook apart voorkomen.

Tijdens de activiteit loopt de leerkracht rond in de klas en geeft ze indien nodig meer stimulansen:- Probeer zo veel mogelijk af te wisselen in vormen. Bijvoorbeeld rond, hoekig,….- Herken je al bekende vormen? Je kan bepaalde vormen samenvoegen om de vorm meer te laten opvallen.- Wissel voldoende af met je kleuren. Het gebruiken van verschillende kleuren kan je vorm duidelijker maken.- Wat wil je met je kunstwerk zeggen? Zijn het fantasiefiguren of vreemde wezens? Waar bevinden ze zich? In de ruimte, op het water,…

De leerlingen gaan de vormen vastkleven van zodra ze tevreden zijn met hun resultaat.

2. Contouren + afwerking

De leerlingen gaan met zwarte wasco contouren aanbrengen bij de figuren die ze meer willen accentueren. Ze mogen ook nog meerdere lijnen tekenen om de vormen met elkaar te verbinden of zwevende lijnen die meer betekenis geven aan een bepaalde figuur. De leerlingen mogen in de vormen ook patronen zoals streepjes en bolletjes gebruiken.

Klaar? Dan mogen jullie een originele titel bedenken voor je schilderij. En denk ook al eens na wat je over je schilderij wil vertellen.

De leerlingen gaan op een A3 papier een schilderij maken waarop allerlei figuren voorkomen. Ze gaan dit doen door middel van de verschillende gekleurde vormen. Ze houden rekening met wat de leerkracht hen meegeeft.

De leerlingen kleven hun gevormde figuren vast.

De leerlingen gaan met zwarte wasco contouren tekenen die volgens hen nodig zijn. Ze tekenen lijnen om vormen met elkaar te verbinden of om meer betekenis te geven aan de vorm. Ze brengen ook details aan door het gebruik van patronen in de vormen.

De leerlingen die klaar zijn, bedenken een titel voor hun schilderij en denken na over wat ze willen vertellen.

7

Page 8: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

15 min. FASE 4 : TOONMOMENT + NABESPREKING15’ a) Toonmoment

De kinderen laten hun schilderijen liggen op de plaats waar ze zitten. Ze mogen even rondlopen door de klas om de andere schilderijen te bekijken.

Afspraken:- we blijven overal af.- we lachen niet met het werk van anderen.

Nadien gaan ze terug op hun eigen plaats zitten. Ze gaan hun schilderij voorstellen in de groep waar ze zitten.Jullie gaan vertellen wat je titel is en waarom je die gekozen hebt. Vertel ook wat je er allemaal zelf in ziet. Daarna mag je partner zeggen wat hij allemaal in je schilderij ziet. Het kan zijn dat hij er iets helemaal anders in ziet maar dat is daarom niet verkeerd.

b) Evaluatie van het proces

Vooraan in de klas hangen 2 touwen die waslijnen voorstellen.De leerlingen krijgen allemaal twee wasspelden waarop ze een herkenningsteken gaan zetten. De beide waslijnen worden verdeeld in 3 categorieën:- waslijn 1: ik vond het zeer moeilijk, ik vond het moeilijk, ik vond het gemakkelijk.- waslijn 2: ik vond het saai, ik vond het leuk, ik vond het fantastisch.Het is allemaal al op voorhand aan de leerlingen duidelijk gemaakt.

De leerkracht zegt: jullie gaan om de beurt op elke waslijn een wasspeld hangen op de plaats waar het volgens jullie gevoel thuishoort. Het moet niet bij één bepaalde categorie hangen maar het kan zijn dat je het ergens tussenin hangt. Denk ondertussen ook al eens na waarom je de wasspeld op die plaats hangt.

De leerlingen de schilderijen van de anderen bekijken.

De leerlingen gaan iedere om de beurt hun schilderij voorstellen aan de groep waar ze zitten. Nadien mogen de andere groepsleden vertellen wat zij zien in het schilderij.

De leerlingen zetten een herkenningsteken op de beide wasspelden.

De leerlingen gaan om de beurt hun wasspelden op de beide waslijnen komen hangen.

8

Page 9: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

Nadien gaat de leerkracht een klasgesprek houden waarbij alle leerlingen kunnen vertellen waarom hun wasspeld op die plaats hangt.

De leerlingen vertellen waarom ze hun wasspeld op die plaats hebben gehangen.

DIDACTISCH MATERIAAL: Gekleurd papier (groen, geel, rood en blauw) Zwarte wasco’s A3 papier 32 voorwerpen uit het dagelijkse leven 4 grote stukken karton

BRONNEN: (noteren volgens de hogeschoolafspraken ‘Bibliografisch refereren’)- www.beeldacademie.com/contourlijn.html geraadpleegd op 15 mei 2015- Crul K. ((2013). Zeppelin. Didactiek voor muzische vorming. Kalmthout: Pelckmans.

OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN: (genummerd overzicht met een korte omschrijving)BIJLAGE 1: SCHILDERIJ INTRODUCTIEBIJLAGE 2: SCHILDERIJEN EINDOPDRACHTBIJLAGE 3: EIGEN VERSIE VAN HET EINDPRODUCT

BORDPLAN(NEN) / GRONDPLAN (L.O.):

9

Page 10: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

BIJLAGE 1: SCHILDERIJ INTRODUCTIE

10

Page 11: Joan Miró · Web viewmet de schilder Joan Miro. Ze weten dat hij met lijnen en vormen verschillende figuren creëert. Ook dat deze figuren er anders uitzien dan in het echt. Het

BIJLAGE 2: SCHILDERIJEN EINDOPDRACHT

11