Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over...

68
Het sluitstuk van het voorbereidingsproces op de synode was de publicatie van het voorliggend werkdocument of Instrumen- tum laboris, waarin de antwoorden verwerkt zijn op het eerste voorbereidingsdocument. Algemeen was men van mening dat de aankondiging van de Tweede Bijzondere Bisschoppensynode zowel bij de particulie- re kerken uit dit werelddeel als in de univer- sele kerk met grote instemming is begroet. Dat blijkt uit de talrijke bij het Algemeen Secretariaat binnenkomende antwoorden en opmerkingen betreffende de Lineamenta. Veel particuliere kerken hebben geprofiteerd van de voorbereidingsfase en van het Linea- menta-document om tijd en gebed te beste- den aan gemeenschappelijke bezinning op het thema van de synode, en hebben zo bij- gedragen tot de rijke inhoud van het Instru- mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge- meen Secretariaat was voorgelegd, is de pre-synodale Raad tijdens haar vijfde bij- eenkomst, gehouden te Rome van 16 tot 18 maart 1999, met de hulp van deskundigen uit heel Europa overgegaan tot het opstellen van het werkdocument. Bij deze bijeen- komst bekeken de leden een eerste schets van de tekst die gebaseerd was op de ant- woorden en die was ingedeeld volgens de verschillende onderwerpen die in de vragen van de Lineamenta waren gesuggereerd. De door de leden van de pre-synodale Raad bij die bijeenkomst gemaakte opmerkingen werden verwerkt in de verschillende delen van de uiteindelijke tekst welke tenslotte aan de paus ter goedkeuring werd voorge- legd. Bij het opstellen van een tekst waarin inhoudelijk de antwoorden en opmerkingen worden weergegeven, zijn drie aspecten in 147 2000 Kerkelijke documentatie 27 Dossier Eurosynode Werkdocument van de Tweede Bijzondere Bisschoppensynode voor Europa Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor Europa Voorwoord De Tweede Bijzondere Bisschoppensynode voor Europa die aan het einde van het tweede millennium plaats zal vinden van 1 tot 23 oktober 1999, is de laatste van de serie synodes per werelddeel, hoogtepunt van een periode van voorbereiding die gekenmerkt werd door belangrijke fases: de raadpleging met het oog op het thema van de synode en de goedkeuring daarvan door de paus; de publicatie en toezending van de ‘Lineamenta’ met bijbehorende vragenlijst aan de betrokken partijen, namelijk de verschillende Europese Bisschoppenconferenties (16 maart 1998).

Transcript of Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over...

Page 1: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Het sluitstuk van het voorbereidingsprocesop de synode was de publicatie van hetvoorliggend werkdocument of Instrumen-tum laboris, waarin de antwoorden verwerktzijn op het eerste voorbereidingsdocument.

Algemeen was men van mening dat deaankondiging van de Tweede BijzondereBisschoppensynode zowel bij de particulie-re kerken uit dit werelddeel als in de univer-sele kerk met grote instemming is begroet.Dat blijkt uit de talrijke bij het AlgemeenSecretariaat binnenkomende antwoorden enopmerkingen betreffende de Lineamenta.Veel particuliere kerken hebben geprofiteerdvan de voorbereidingsfase en van het Linea -menta-document om tijd en gebed te beste-den aan gemeenschappelijke bezinning ophet thema van de synode, en hebben zo bij-gedragen tot de rijke inhoud van het Instru-mentum laboris.

Beschikkend over al het materiaal dat

vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat was voorgelegd, is depre-synodale Raad tijdens haar vijfde bij-eenkomst, gehouden te Rome van 16 tot 18maart 1999, met de hulp van deskundigenuit heel Europa overgegaan tot het opstellenvan het werkdocument. Bij deze bijeen-komst bekeken de leden een eerste schetsvan de tekst die gebaseerd was op de ant-woorden en die was ingedeeld volgens deverschillende onderwerpen die in de vragenvan de Lineamenta waren gesuggereerd. Dedoor de leden van de pre-synodale Raad bijdie bijeenkomst gemaakte opmerkingenwerden verwerkt in de verschillende delenvan de uiteindelijke tekst welke tenslotteaan de paus ter goedkeuring werd voorge-legd.

Bij het opstellen van een tekst waarininhoudelijk de antwoorden en opmerkingenworden weergegeven, zijn drie aspecten in

147 • 2000 Kerkelijke documentatie 27

Dossier Eurosynode

Werkdocument van de Tweede Bijzondere Bisschoppensynode voor Europa

Jezus Christus die leeft in zijn kerk,bron van hoop voor Europa

Voorwoord

De Tweede Bijzondere Bisschoppensynode voor Europa die aan het einde van het tweede millennium

plaats zal vinden van 1 tot 23 oktober 1999, is de laatste van de serie synodes per werelddeel, hoogtepunt

van een periode van voorbereiding die gekenmerkt werd door belangrijke fases: de raadpleging met het

oog op het thema van de synode en de goedkeuring daarvan door de paus; de publicatie en toezending

van de ‘Lineamenta’ met bijbehorende vragenlijst aan de betrokken partijen, namelijk de verschillende

Europese Bisschoppenconferenties (16 maart 1998).

Page 2: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

aanmerking genomen, die op een of anderewijze in de definitieve tekst terug te vindenzijn:

1) gemeenschappelijke gezichtspunten,2) van elkaar verschillende aspecten, 3)eventuele onvolledigheden. Het is boven-dien ook goed op te merken dat het docu-ment niet alleen de hierboven genoemdepunten bevat maar ook onderwerpen die,naar uit de antwoorden blijkt, verder beke-ken en grondiger bestudeerd moeten wor-den. In die gevallen zijn ze weliswaar nietuitputtend behandeld in de voorliggendetekst maar worden ze toch vermeld, zodatzij volledig op de synodeagenda komen testaan.

De gedachtegang van het Instrumentumlaboris, gepubliceerd in het Engels, Frans,Duits en Italiaans, is logisch van opbouw engebaseerd op de elementen van het themavan de synode: ‘Jezus Christus die leeft inzijn kerk, bron van hoop voor Europa’. Uit-gaande van deze opzet bestaat het werkdo-cument uit een inleiding en drie grote delenwaarvan de titels ontleend zijn aan deonderdelen van het thema. Deze drie sectieszijn op hun beurt onderverdeeld in gedeel-ten die betrekking hebben op ermee samen-hangende onderwerpen. Het document ein-digt met een korte samenvatting.

In de inleiding wil de tekst de contextaangeven waarbinnen de synode wordtgehouden, door deze te vergelijken met dievan de voorgaande synode.

Het eerste deel – Europa op weg naarhet derde millennium – biedt overvloedigmateriaal om ‘de tekenen van de tijd’ tekunnen onderscheiden; gewezen wordtzowel op de veranderingen die in de laatstetien jaar in Europa hebben plaats gehad,met de kansen en redenen tot hoop die dezebieden, als ook op de teleurstellingen, risi-co’s en zorgen die met deze veranderingengepaard gaan. Het gaat ook in op de bijzon-dere kwesties die samenhangen met actuele

gebeurtenissen in Europa. Vervolgens gaatdit eerste deel na, welke de culturele wortelszijn waaruit de nieuwe situaties en deonderzochte verschijnselen voortkomen. Ditdeel besluit met te wijzen op de centrale enbeslissende betekenis van de ‘vraag naar hetwezen van de mens’, maar nog veel meervan ‘de geloofsvraag’.

Het tweede gedeelte – Jezus Christus,die leeft in zijn kerk – beschrijft de wezen-lijke elementen waarop een waarachtig enlevend geloof berust. Dit gedeelte wil aan-geven hoe weer hoop kan worden gebodenof teruggewonnen; dit kan alleen als mensteunt op het geloof aan de Verrezene, alsmen erkent Jezus nodig te hebben, een ver-langen dat leeft bij iedere man of vrouw, alsmen gelooft dat Hij de enige Heiland is, enals men, in het bewustzijn dat de kerk tendiepste ‘mysterie’ en ‘communio’ is, dezekerheid heeft dat Jezus Christus en dekerk één zijn.

In het derde deel – Jezus Christus, hoopvoor Europa – wordt erop gewezen dat juistde ontmoeting met Christus aan de basis ligtvan de zending van de kerk en van de leer-lingen. Er wordt vervolgens aangegevenaan welke voorwaarden eerst moet wordenvoldaan, wil de kerk aan het huidige Europaweer hoop kunnen geven; ieder van dievoorwaarden dient oprecht en moedigonder ogen te worden gezien. Opnieuwwordt er zo op gewezen hoezeer de kerk detegenwoordigheid en het handelen vanChristus en van zijn Geest moet weten teerkennen en erop moet ingaan, hoezeerChristus werkelijk in haar moet oplichtenaangezien ze voorgoed naar zijn gestaltegevormd is, hoezeer zij een werkelijke plaatsvan communio moet zijn. Om discussie enmogelijk debat te stimuleren schetst de tekstvervolgens, overeenkomstig de drievoudigezending van de kerk – martyria, leitourgia,diakonia – op welke wijzen de kerk het‘evangelie van de hoop’ in het huidige

Kerkelijke documentatie 2000 • 14828

Page 3: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Europa door verkondiging, viering en dienstaan de naasten kan verbreiden. In verbandmet de verkondiging en het getuigenis wor-den de onderwerpen aangesneden van denieuwe evangelisatie, de oecumenischebeweging, de dialoog met het jodendom enmet de andere godsdiensten en ook de sek-ten. Wanneer de tekst spreekt over het vie-ren, stelt ze voor na te gaan hoe de mensenzich bewust zijn van de tegenwoordigheidvan de Heer in de liturgie en hoe de liturgietegenwoordig in de praktijk verloopt. Metbetrekking tot de dienst aan de naastenwordt de nadruk gelegd op het getuigenisvan de naastenliefde, op de inzet vooronderlinge verbondenheid en solidariteit, opbepaalde sectoren van de pastoraal die in dehuidige situatie bijzondere aandacht verdie-nen, op de verantwoordelijkheid voor en hetwerken aan een nieuw Europa.

Na herinnerd te hebben aan de Europesemartelaren van deze eeuw en aan hetbelang, deze gedachtenis levend te houdenopdat er een nieuwe hoop ontluikt in Euro-pa, besluit de tekst met aan te geven welkerelatie er is tussen de synode en het jubi-leum van het jaar 2000.

Om een goed verloop van de synode tewaarborgen en vooral om een bijdrage televeren aan de meer rechtstreekse voorbe-reiding van de toekomstige deelnemers,bedoelt het voorliggend Instrumentum labo-ris de wezenlijke punten aan te geven waar-mee de particuliere kerken in Europa op hetogenblik geconfronteerd worden. Het wilook zo goed mogelijk richting geven aanhet werk van onderscheiding dat de geeste-lijke herders moeten verrichten in het kadervan hun verantwoordelijkheid en hun cha-risma om te waken over het gebeuren in detijd, de tekenen ervan te verstaan, op tevangen hetgeen de Geest tot de kerken zegt,en vast te stellen welke stappen gezet moe-ten worden op de weg naar morgen. Dat zalook een prikkel zijn tot een heilzaam ‘gewe-

tensonderzoek’. Maar op de allereersteplaats wil het de grondlijnen aangevenwaarover gediscussieerd en nagedacht moetworden om het huidige Europa weer hoop tegeven. Vastgesteld zal worden dat deze zul-len bestaan in het herontdekken en opnieuwbelijden van het geloof in Jezus die in zijnkerk leeft, als degene die als enige in staat isvaste hoop te bieden aan iedere man ofvrouw, ieder volk of land, en daarnaast inhet uiteenzetten van de voorwaarden enmanieren waarop de kerk haar zending zalkunnen vervullen door het ‘evangelie vande hoop’ te verkondigen, te vieren en te die-nen.

De informatie die het Instrumentumlaboris geeft is de samenvatting van de aanhet Algemeen Secretariaat toegezondenantwoorden, en wordt thans verstuurd naarde bisschoppen van Europa die aan de Spe-ciale Vergadering zullen deelnemen, opdatzij zich er persoonlijk op kunnen voorberei-den. Tot deze directe voorbereiding behoortook de keuze van speciale punten waaropzij zich zullen baseren, wanneer zij op desynode het woord voeren. De paus heeft depublicatie van dit document goedgekeurd;daarom mogen de bisschoppen er ookgebruik van maken om hun particulierekerk te enthousiasmeren en om alle gelovi-gen bij het synodaal proces te betrekken.

Naar zijn aard is het Instrumentum labo-ris een voorbereidingsdocument. Het magdan ook in geen geval beschouwd wordenals een vooruitlopen op de conclusies vande Synodale Vergadering, hoewel de con-sensus aangaande bepaalde punten die uitde antwoorden naar voren komt, wellichtterug te vinden zal zijn in de resultaten vande synode.

Vurig bid ik dat Onze Lieve Vrouw, diemet de apostelen aanwezig was in de zaalvan het Avondmaal, deze laatste fasen vanvoorbereiding mag begeleiden en de ledentijdens de discussies op de synode zal bij -

149 • 2000 Kerkelijke documentatie 29

Page 4: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

staan, opdat deze Vergadering talrijke men-sen mag leiden tot Christus, levend in zijnkerk, bron van hoop voor Europa, en eennieuw elan mag wekken bij het werk van deevangelisatie in Europa, terwijl de kerksteeds dichter nadert tot de drempel van hetderde millennium.

JAN P. KARDINAAL SCHOTTE, C.I.C.M.algemeen secretaris

Inleiding

Twee synodes voor Europa

1. In 1991, toen de Eerste Bijzondere Bis-schoppensynode voor Europa werd gehou-den, stond Europa nog in het teken van dehervonden eenheid. Vele volkeren in Europakenden sinds kort een periode van grotebevrijding; het scheen hun toe dat ze uit decatacomben naar buiten kwamen, het leekop een ‘doortocht door de Rode Zee’.

Er heersten grote verwachtingen. Johan-nes Paulus II zei: “Een algemeen gevoelenschijnt in de grote mensenfamilie te over-heersen. Allen vragen zich af wat voor toe-komst in vrede en solidariteit opgebouwdkan worden ... Muren zijn gevallen. Grenzenzijn opengegaan. ... Een aards Messiasgeloofis ineengestort, en de wereld dorst naarnieuwe gerechtigheid. Intens hoopt men opvrijheid, verantwoordelijkheid, solidariteit,spiritualiteit. In de bevoorrechte tijd waarinwij leven, verlangen allen naar een nieuwevolmenselijke beschaving. Deze enormeverwachting mag niet teleurgesteld wor-den.”1 Het was “een gunstig moment om destenen van de neergehaalde muren op terapen en samen het gemeenschappelijk huisop te bouwen”.2

Tegelijk werd het dringend noodzakelijk

zich af te vragen wat de betekenis was vande hervonden vrijheid. Vandaar dat de fun-damentele vraag – zoals ook naar vorenkomt uit het thema van de synode: ‘Ut tes-tes simus Christi qui nos liberavit’ – betrek-king had op het ware begrip van vrijheid.Samen met alle christelijke kerken is de kerkgeroepen daarvan te getuigen, haar te ver-kondigen en op te bouwen, in het helderebesef dat deze vrijheid geen andere kan zijndan de vrijheid die Christus voor ons heeftverworven; daarom moet het eigen ant-woord van de kerk een ‘nieuwe evangelisa-tie’ zijn.

De eerste Bijzondere Bisschoppensyno-de, – die haar oorsprong vond in het besefdat Europa op een bijzonder historischmoment verkeerde, een genadenrijkmoment, vol nieuwe dingen maar ook voluitnodigingen van Gods kant – bleek eenbijzondere en uitstekende gelegenheid tezijn voor onderlinge ontmoeting van de bis-schoppen, voor het ervaren van de katholi-citeit van de kerk, met als doel zich met gro-ter zorg te bezinnen op de historischedraagwijdte van het moment dat Europa ende kerk beleefden; de synode moest moge-lijk maken de tekenen van de tijd te onder-zoeken en daaruit af te leiden welke wegmoest worden gevolgd met het oog op deevangelisatie tijdens het derde millenniumdankzij wederzijdse uitwisseling van gaven.

Het was volkomen duidelijk welke wegmen diende te gaan; het ging erom “aan demensen van Europa opnieuw de bevrijdendeboodschap van het evangelie te brengen”.3

Immers, de kerk had de ‘nieuwe evangelisa-tie’ tot enige plicht. Want alleen JezusChristus is de werkelijke bevrijder van demens; alleen Hij kan de nieuwe vrijheid vanEuropa in de juiste richting leiden.

2. Acht jaar later kan de situatie in hetEuropa van nu worden beschreven alsbedreigde eenheid. “Is het niet zo”, aldus

Kerkelijke documentatie 2000 • 15030

1. Johannes PaulusII, Toespraak tot deVoltallige Vergade-ring van de Pauselij-ke Raad voor de Cul-tuur (12 januari1990), 1-2 (voortaanaangeduid als Toe-spraak PauselijkeRaad voor de Cul-tuur), in: L’Osserva-tore Romano, Engel-se weekeditie (5februari 1990), 5(voortaan aangeduidals: L’OsservatoreRomano).

2. Johannes PaulusII, Toespraak tot deleden van het bij deheilige Stoel geac-crediteerd CorpsDiplomatique, inaudiëntie ontvangenvoor de Nieuwjaars-wensen (13 januari1990), 9, in: L’Osser-vatore Romano (29januari 1990), 2.

3. Eerste BijzondereBisschoppensynodevoor Europa, Slot-verklaring, 3 (voor-taan aangeduid als:Eerste BijzondereBisschoppensyno-de).

Page 5: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

vraagt de paus, “dat men na de val van dezichtbare muur het bestaan heeft ontdektvan een andere, niet-zichtbare muur, dienog steeds ons continent verdeeld houdt –een muur die door het hart van de mensenloopt? Het is een muur van angst en agres-sie, van gebrek aan begrip voor mensen vanandere oorsprong, huidskleur of geloofs-overtuiging; de muur van politiek en econo-misch egoïsme, van afnemende gevoelig-heid voor de waarde van het menselijkleven en de waardigheid van iedere mens.Ook de niet te loochenen successen van delaatste jaren op het gebied van politiek eneconomie, en op sociaal terrein kunnen hetbestaan van deze muur niet verhullen. Haarschaduw valt over heel Europa. Het doelvan een authentieke eenheid van Europaligt nog in het verre verschiet.”4

Velen verkeerden in de waan dat de bui-tengewone gebeurtenissen van 1989 zoudenleiden tot een radicale omslag in de geschie-denis, en dat Europa niet langer met derge-lijke drama’s en verdeeldheden te makenzou hebben; maar ook in de volgende jarenkregen mensen in verschillende delen vanhet continent te maken met soortgelijkegebeurtenissen. Thans, aan de vooravondvan het derde millennium, ervaart ons con-tinent weliswaar grote tekenen van geloofen getuigenis in het kader van een onge-twijfeld vrijere en meer verenigde samenle-ving; maar tegelijk gevoelt het de ver-moeidheid die de historische gebeurtenissenvan vroeger en uit de jongste tijd diep in hethart van de volkeren teweeg hebbengebracht, met zeer vaak een diepe teleur-stelling als gevolg. Er bestaat dan ook grootgevaar dat er geen hoop meer leeft. Waar hetthans om gaat is de vraag hoe de verlorengegane hoop weer kan worden teruggevon-den, niet op een oppervlakkige en kortston-dige manier, maar op een diepere, vaste enduurzame wijze.

Nogmaals, het gaat om de terugkeer

naar het evangelie, in de overtuiging “dat ergeen eenheid zal zijn in Europa zolang dezeniet berust op de eenheid van geest. Dezediepe basis van eenheid werd door hetchristendom naar Europa gebracht en in deloop der eeuwen geconsolideerd dankzij zijnevangelie, zijn verstaan van de mens en debijdrage die het heeft geleverd aan de ont-wikkeling van de geschiedenis van volkerenen naties.”5 Wat het verleden geleerd heeft,is ook nu waar, we hebben thans dezezekerheid, dat “de muur die tegenwoordig inde harten van de mensen oprijst en dieEuropa verdeeld houdt, alleen door terug-keer tot het evangelie geslecht zal worden”.6

3. De Tweede Bijzondere Bisschoppensyno-de voor Europa moet in dit kader gezienworden. Johannes Paulus II heeft haar inBerlijn aangekondigd, en ze maakt deel uitvan de reeks continentale synodes, die in deloop van deze jaren als voorbereiding op hetjaar 2000 zijn gehouden.7 De synode wilaansluiten bij de vorige en de resultatenervan verder ontwikkelen; ze wil nagaanwat er ondertussen tot stand is gebracht endit zorgvuldig toetsen; ze wil doorgaan methet belangrijke dienstbetoon van wederzijd-se uitwisseling van gaven. Maar als voor-naamste doel heeft ze zich gesteld, de situ-atie van de kerk in Europa te bestuderenmet het oog op het jubileum, aanwijzingente geven opdat de immense geestelijkekrachten van het continent zich in alle rich-tingen kunnen ontplooien, een nieuwe ver-kondiging van het evangelie te bevorderenen te stimuleren op zodanige wijze datermee de basis wordt gelegd voor eenauthentieke godsdienstige, maatschappelij-ke en economische wedergeboorte.8

De synode verlangt vooral te belijdendat ‘Jezus die leeft in zijn kerk, bron vanhoop voor Europa’ is. Ze wil dit ‘hopentegen alle hoop in’ (vgl. Rom 4,18) verkon-digen, en dit doen door aandachtig en

151 • 2000 Kerkelijke documentatie 31

4. Johannes PaulusII, Homilie op het St.Adalbert-plein,Gniezno (Polen) (3juni 1997), 4, in:L’OsservatoreRomano (11 juni1997), 4.

5. T.a.p.

6. A.w., 5.

7. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche Brief Tertio mil-lennio adveniente(10 november 1994),38.

8. Vgl. JohannesPaulus II, Angelus -toespraak te Berlijn(23 juni 1996), 2, in:L’OsservatoreRomano (26 juni1996), 3.

Page 6: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

gewetensvol na te gaan wat deze tijd ons tezeggen heeft, om er de ‘tekenen’ en ‘kiemen’van hoop in te ontdekken die er zeker nietin ontbreken. Ze wil dit vooral doen door dehoop te vernieuwen van een kerk die leeftuit het geloof.

Het gaat om ware ‘hoop in theologischezin’. Het is niet het optimisme van mensendie denken dat ze hun voornemens kunnenuitvoeren. En evenmin het simpele vertrou-wen in de gerechtvaardigheid van de Euro-pese zaak, ook al heeft deze gerechtvaardig-heid een positieve en stimulerende invloed.Het gaat om een hoop die ook rekeninghoudt met het risico van mislukken en ver-slapping. Maar veel dieper is ze een hoopdie op God gefundeerd is: ze is een echtetheologische deugd die de ‘heerschappij’ ende liefdevolle en alles overwinnende aan-wezigheid van Christus erkent; ze is de hoopvan Abraham en van Paulus, die deze hoopniet hebben opgegeven, zelfs niet bij hetzien van verdorven steden. Ze is de hoopjuist van hen die ‘hopen tegen alle hoop in’,in de zekerheid dat God nooit zijn beloftenzal breken en dat Hij, in Jezus en met dekracht van de Geest, de mensen noch desamenleving of de wereld in de steek laat,maar wordt tot reisgezel, tot licht vooronderweg, tot kracht en steun bij het werkdat te doen staat.4. Door de gehele tekst heen wordt voort-durend verwezen naar de passage van deEmmaüsgangers (Lc 24,13-35), welkegebruikt wordt als ‘zinnebeeld’ van de hui-dige Europese situatie. Immers, in tegenstel-ling met de euforie die heerste in de jarenvan de Eerste Bijzondere Bisschoppensyno-de, schijnen vele Europeanen, juist als dezetwee leerlingen, nu vermoeid van hart enneerslachtig van geest, want zij zien dathun verwachtingen niet in vervulling zijngegaan; en met een gevoel van onzekerheiden tanende hoop zien ze naar de toekomst.Zoals voor de leerlingen op de avond van de

Paasdag kan alleen de ontmoeting met deVerrezene die voortleeft in zijn kerk bij dezemensen ‘het hart doen branden’, en hen instaat stellen om ‘onmiddellijk op hun schre-den terug te keren’ naar de plaats waar degeschiedenis van Europa zich afspeelt, ommede het gehele continent om te vormen toteen gemeenschap naar mensenmaat, waarer geen uitsluiting of onderling barrièresmeer zijn, maar men elkaar tegemoet treedtin solidariteit en vrede.

Dat is de dienst die de christenen en departiculiere kerken kunnen bewijzen aan deopbouw van een nieuw Europa van geeste-lijke aard, dat in staat is over zijn grenzenen eigen belangen heen te zien om aan degehele wereld een nieuwe bijdrage te leve-ren van beschaving, wijsheid en vrede.

Eerste deel: Europa op wegnaar het derde millennium

Onderscheiding van de ‘tekenendes tijds’

5. De twee leerlingen “waren op weg naarhet dorp Emmaüs, dat zestig stadiën vanJeruzalem ligt. Ze spraken met elkaar overalles wat voorgevallen was” (Lc 24,13-14).Daar ze de historische gebeurtenissen volopmeemaken, staan ze er niet onverschilligtegenover; integendeel, ze kijken naar water om hen heen gebeurt en laten zich doordat gebeuren aanspreken. Inderdaad, “zespraken met elkaar en waren met elkaar indiscussie” (Lc 24,15). Maar tegelijk werdhun weg getekend door verdriet – “metsombere gezichten bleven ze staan” (Lc24,17) – en door verloren hoop – “wij had-den zo gehoopt dat Hij het was die Israëlzou verlossen” (Lc 24,21) –; en nog ergerdoor het verlies van hun geloof: “Jezus zelfvoegde zich bij hen en liep met hen mee.

Kerkelijke documentatie 2000 • 15232

Page 7: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Maar hun ogen waren niet bij machte Hemte herkennen” (Lc 24,15-16). Augustinusmerkt hierbij op: “Ze zeggen wij hooptendat Hij de verlosser van Israël zou zijn. Oleerlingen, jullie hoopten het: dat betekentdat jullie het nu niet meer hopen. Zie, Chris-tus leeft, maar in jullie is de hoop gestorven.Ja, Christus is werkelijk in leven; maar dezeChristus vindt bij de leerlingen een hart datgestorven is. ... Ze hadden het geloof en dehoop verloren; terwijl ze opliepen met Hemdie leefde, waren ze dood. Als gestorvenenliepen zij naast Hem die het Leven zelf is.Het Leven liep met hen mee, maar in hunhart was het leven nog niet herboren.”9

Zo zijn de twee leerlingen het symboolvan zoveel van onze tijdgenoten in onsEuropa – een Europa, overigens, dat zijnhoop stelde op de Heer, en dat door de Heerniet in steek is gelaten. Veel Europeanenschijnen verdwaald, verward, onzeker, bijnazonder hoop. De leerlingen zijn ook hetsymbool voor talrijke christenen die nietalleen ook zulke gevoelens hebben maarook het geloof hebben verloren en zichertoe beperken bepaalde godsdienstigepraktijken in stand te houden of een bepaal-de oppervlakkige vorm van vroomheid tebeoefenen.

De tekenen van de tijd onderscheiden

6. Getrouw aan hun profetische opdrachtvoelen de op de synode verzamelde bis-schoppen, samen met al hun particulierekerken, zich vooral geroepen om ‘zich tebevragen’ om de tekenen van de tijd teonderscheiden en ze in het licht van hetevangelie te beoordelen.10 Het gaat erom ‘tespreken over hetgeen gaande is in Europa’en daarbij – in tegenstelling tot deEmmaüsgangers – zich te laten toetsen enverlichten door de aanwezigheid en dewoorden van de Heer, in het bewustzijn dat

de Heer op weg is met hen, met hun particu-liere kerken en met geheel Europa.

Dat was reeds gebeurd op de Eerste Bij-zondere Bisschoppensynode voor Europa,door Johannes Paulus II bijeengeroepen metde bedoeling om aandachtig de draagwijdtena te gaan van het historisch ogenblik datmet de gebeurtenissen van 1989 voor Euro-pa en de kerk was aangebroken, en om detekenen van de tijd te onderzoeken teneindeeruit af te leiden welke weg men diende tevolgen,11 terwijl men trachtte te verstaanwat de Geest van Christus aan de kerk tezeggen had door de ervaringen van het ver-leden en welke weg Hij voor de toekomstaanwees.12

De opdracht om te onderscheiden is nietmet de synode van toen voltooid, want hetgaat om een arbeid met betrekking tot hetleven van de kerk waarmee de geestelijkeherders voortdurend geconfronteerd wor-den. Deze onderscheiding is opnieuw drin-gend noodzakelijk in het licht van de veran-deringen en nieuwe situaties die zich in degeschiedenis voordoen. Johannes Paulus IIwijst erop dat het dus opnieuw “noodzake-lijk is dat de christenen de kansen die wor-den geboden door de kairos van deze tijdweten aan te grijpen en er blijk van gevenopgewassen te zijn tegen de pastorale uitda-gingen zoals die voortkomen uit de concretehistorische situatie”.13

Vandaar dat de synode zich verplichtgevoelt bijzondere en voortdurende aan-dacht te schenken aan de concrete histori-sche gebeurtenissen die in de laatste jarenin Europa hebben plaats gevonden en aande trends die zich daar thans aftekenen.Deze aandacht brengt onderscheiding enkritische beoordeling met zich mee, en kanzowel positieve als problematische of nega-tieve aspecten naar voren brengen; ze kanaangeven welke weg er moet wordengegaan opdat Europa zijn identiteit niethoeft te verraden of in zijn verantwoorde-

153 • 2000 Kerkelijke documentatie 33

9. Augustinus,Sermo 235, 2-3, in:PL 38, 1118.

10. Vgl. TweedeVaticaans Concilie,pastorale Constitutieover de kerk in dewereld van deze tijdGaudium et spes, 4,11.

11. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraakte Regina Coeli teVelehrad (22 april1990), 2, in: L’Osser-vatore Romano (23april 1990), 1.

12. Vgl. JohannesPaulus II; Toespraaktot de consultatie-bijeenkomst van deSpeciale Vergade-ring voor Europavan de Bisschoppen-synode (5 juni1990), 9, in: L’Osser-vatore Romano (11juni 1990), 7.

13. Johannes Pau-lus II, Toespraak totde Nederlandse bis-schoppen bij gele-genheid van hun AdLimina-bezoek (11januari 1993), 2.

Page 8: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

lijkheden tekortschieten, en opdat het zomogelijk wordt de hoop weer te doen herle-ven. Het is daarom van belang om, zoalsJohannes Paulus II voorhoudt, met liefde ensympathie naar Europa te kijken. Dat is dehouding van mensen die op de hoogte zijnvan alle positieve elementen en vooruitgangwaarmee ze te maken hebben; ze weten dienaar waarde te schatten en naar voren tebrengen, maar tegelijk sluiten zij hun ogenniet voor hetgeen niet met het evangelie terijmen valt en gaan daar krachtig tegenin;ze blijven onophoudelijk wijzen op verderliggende doelstellingen.

De ‘res novae’ in Europa van het laat-ste decennium

7. Hoewel er tien jaren zijn verlopen sinds1989 en de gebeurtenissen van dat jaar voorsommigen misschien schijnen te stammenuit een ver verleden, duurt de invloed ervanop het leven in Europa en op de particulierekerken in Europa nog steeds voort.

Het staat vast dat na die gebeurtenissener talrijke veranderingen in de particulierekerken hebben plaats gehad.

De synode van acht jaar geleden wees erreeds op dat de kerk in Oost en West “eenvernieuwde vitaliteit aan de dag legt vooraldoor bijbelse en liturgische vernieuwing,door actieve deelname van de gelovigenaan het parochiële leven, door nieuwe expe-rimenten in gemeenschapsleven, door hetopnieuw ontdekken van het belang vangebed en contemplatief leven, alsook in velevormen van belangeloze dienst aan armenen uitgestotenen”.14 Belangrijk is ook hetontstaan van kleine communauteiten ennieuwe kerkelijke groeperingen en bewegin-gen, die alle het geloof willen stimuleren ener een nieuwe frisheid en elan aan willengeven, en die de kerkelijke verbondenheidtot nieuw leven kunnen brengen. Vaak heb-

ben ze “iets nieuws gebracht waarop menniet verdacht was en dat soms als een bominsloeg in het leven van de kerk”.15 Velenzijn geraakt geworden door de charisma’sdie de heilige Geest heeft bewerkt, en zijn“ertoe gedreven in een zichzelf niet ontzien-de dienst van het evangelie nieuwe missio-naire wegen op te gaan, door aanhoudendde waarheden van het geloof te verkondi-gen, de levende stroom van de traditie alseen geschenk te aanvaarden en in iedermens het vurig verlangen naar heiligheid tewekken”.16

Dankzij de nieuwe vrijheid en de afkon-diging van de mensenrechten hebben metname de particuliere kerken uit de landenachter het voormalige ijzeren gordijn, dietientallen jaren ‘in gevangenschap’ haddengeleefd, hun handelingsvrijheid herwonnen.Hoewel de innerlijke groei beïnvloed werddoor de vermoeienissen en moeilijkhedendie gepaard gingen met het weer opbouwenvan een door dictatuur en vals levenspa-troon verscheurde wereld, hebben die plaat-selijke kerken een belangrijk getuigenisgegeven. De door hen opgestelde program-ma’s zijn veelbelovend gebleken als reactieop de intense behoefte om op alle niveaushet zo lange tijd bestreden en verwaarloosdreligieus en cultureel erfgoed ‘terug te win-nen’, en het te verrijken met de conciliaireen post-conciliaire leer.

Tegelijk hebben vooral voor West-Euro-pa kenmerkende negatieve verschijnselen –zoals materialisme, drang naar bezit, genot-zucht en relativisme op cultureel en gods-dienstig gebied – hun invloed op de bevol-king in de landen van Oost-Europa doengelden, en daardoor het werk van de plaat-selijke kerken bemoeilijkt. Ook hebben som-mige particuliere kerken in Oost-Europa eenzekere achterdocht gevoeld ten opzichte vandie van het Westen, omdat ze bang warenniet ‘op voet van gelijkheid’ met elkaar tekunnen omgaan en spreken, en vreesden ze

Kerkelijke documentatie 2000 • 15434

14. Eerste Bijzonde-re Bisschoppensyno-de, 1.

15. Johannes PaulusII, Toespraak bij dewereldbijeenkomstvan de bewegingenen nieuwe gemeen-schappen (30 mei1998), 6, in: L’Osser-vatore Romano (3juni 1998), 2.

16. T.a.p.

Page 9: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

de invloed te verliezen die ze dankzij vaakheldhaftige offers hadden verworven. Somswas het voor mannelijke en vrouwelijkereligieuzen uit West-Europa die naar deplaatselijke kerken in het Oosten warengezonden, niet makkelijk de situatie terplaatse te begrijpen en met de vertegen-woordigers van de plaatselijke kerk samente werken. De overgang van een onderdruktchristendom naar een in vrijheid beleefdchristendom heeft de zwakheid blootgelegdvan bepaalde standpunten, hetgeen ook,met name in landen die voorheen veel roe-pingen telden, op de aanwas daarvan nega-tieve gevolgen heeft gehad.

8. Groot en ingrijpend waren ook de ver-anderingen op cultureel, politiek en sociaalterrein.

Allereerst moet erop worden gewezendat men in de laatste tien jaren getuige isgeweest van een ontwikkeling die soms lijktte bestaan in een herstructurering van destaten en van de gehele samenleving, eenproces dat in het algemeen gesproken eenpolitiek en institutioneel overgangskarakterheeft dat nog niet voltooid is en, helaas, inverleden en heden gekenmerkt wordt doorallerlei bloedige conflicten. In vele landenheeft deze overgang te maken met het zoe-ken naar wegen om, na jaren van commu-nistische overheersing, goed om te gaan metvrijheid en democratie. In andere landenwordt, met de crisis en het verdwijnen vanhet communistisch blok, deze overganggekenmerkt door veranderingen van politie-ke aard. Dit gaat gepaard met voortgaandeverbrokkeling van de katholieke wereld tengevolge van uiteenlopende partijkeuzes diede plaatselijke kerken dwongen, en dwin-gen, tot het zoeken van een nieuw soortbetrekkingen en aanwezigheid. Kenmerkendvoor deze overgang is ook dat er op hettoneel van Europa en van de wereld nieuwemensen, volkeren en nationaliteiten ver-

schijnen, met alle gevolgen voor een juistverstaan van de rechten van volkeren enlanden.

Bovendien zijn door het verdwijnen vanhet ijzeren gordijn voor het eerst sinds tien-tallen jaren directe contacten mogelijkgeworden met landen uit Midden- en Oost-Europa. Onmiddellijk zijn vanuit Oost-Euro-pa migrantenstromen op gang gekomen,waarbij zich die voegden welke uit het Zui-den en uit verschillende Afrikaanse enAziatische landen afkomstig waren. Menconstateert een aanhoudende stroom vanvolken die vanuit het Oosten naar het Wes-ten en vanuit het Zuiden naar het Noordentrekken. Armen en daklozen uit veel landenvan achter het voormalige ijzeren gordijn,uit Afrika en Azië, trekken veelal illegaalnaar de steden van West-Europa. Dezemigratiebeweging veroorzaakt in Europatalrijke maatschappelijke en culturele pro-blemen, waarop met veel zorgvuldigheid enverantwoordelijkheidsbesef gereageerddient te worden. Men ziet zo ieder jaar eensteeds grotere pluriformiteit ontstaan opetnisch, cultureel, godsdienstig en maat-schappelijk gebied. Dat alles betekent eenuitdaging voor de particuliere kerken, die -zij het moeizaam - een dergelijke situatiehet hoofd trachten te bieden door het schep-pen van nieuwe opvangmogelijkheden,door solidariteit te betonen en door te pro-beren te komen tot inter-religieus en inter-cultureel gesprek.

Onmogelijk kan men stilzwijgend voor-bijgaan aan het meer algemene verschijnselvan de globalisering dat ook voor de volkenen staten van Europa van belang is enwaarbij ze betrokken zijn.

Tot slot, men ziet in de jongste tijdonder de leden van de Europese Unie eenversnelling van het Europese eenwordings-en integratieproces, zodat zelfs één gemeen-schappelijke munt wordt ingevoerd. Door debetrokkenheid bij een dergelijk proces heb-

155 • 2000 Kerkelijke documentatie 35

Page 10: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

ben veel volkeren in Europa, misschien voorhet eerst, concreet het groeiend belang vande Europese instellingen voor het leven vanhet eigen land kunnen ervaren, op een wijzedie boven een retorische en vage visie vande Europese horizon uitging. In verbandhiermee hebben zich hechte betrekkingenmet onderlinge gesprekken en raadplegingontwikkeld tussen de Europese Instellingenen de r.-k. kerk (door de Commissie van Bis-schoppenconferenties van de EuropeseGemeenschap), en tussen de r.-k. kerken uitgeheel Europa (door de Raad van de Euro-pese Bisschoppenconferenties): dergelijkevormen van contact blijken van wezenlijkbelang voor de deelname van de kerk aande opbouw van het nieuwe Europa.

Het historisch moment dat Europa thansbeleeft, toont duidelijk aan dat dit continentnog op een kruispunt van wegen staat, endat de opbouw ervan, de eenheid en evan-gelisatie even zovele fundamentele uitda-gingen betekenen. Tegelijkertijd is het vol-doende duidelijk dat de huidige fase van deEuropese geschiedenis – de paus heeft daarherhaaldelijk op gewezen – weliswaargekenmerkt wordt door ingrijpende veran-deringen en talrijke problemen, maar ookvoor de evangelisatie, en voor het gemeen-schappelijk leven en werken onvermoedemogelijkheden in zich draagt.17 Andersgezegd, het is de taak van de synode omzorgvuldig zich een oordeel te vormen overde huidige situatie die reden tot hoop en totzorg geeft.

Kansen en redenen om te hopen

9. In de huidige fase van Europa’s geschie-denis zijn er talrijke redenen om te hopen,ook al schijnen er vaak meer redenen te zijnvoor de inderdaad bestaande bezorgdheid ofteleurstelling. Het is allereerst van belang‘deze kiemen en tekenen van hoop’ te ont-

dekken en naar voren te brengen.In het algemeen gesproken kan men

gemakkelijk vaststellen dat de nieuwe maat-schappelijke en politieke omstandighedenhet voor een groeiend aantal burgers moge-lijk maken een beter levenspeil te bereiken,doordat ze gunstig zijn voor het vrije ver-keer van personen en voor het beter elkaarleren kennen van mensen uit Oost en West,ze tussen hen de onderlinge culturele uit-wisselingen stimuleren, ze een veelvuldigsamen delen van religieuze ervaringen, metname onder jongeren, bevorderen, en bij-dragen tot het nemen van gezamenlijke ini-tiatieven om het huis van een gemeen-schappelijk Europa op te bouwen.

Meer speciaal op kerkelijk gebied biedthet hierboven geschetste perspectief ruimeen nieuwe mogelijkheden voor communio,solidariteit en onderling delen onder alleparticuliere kerken van Europa en alle lagenvan leidinggevenden, ook al blijkt de onder-linge communicatie niet steeds evenwichtigte verlopen, en ook al is het een moeilijk enlangzaam proces voordat men weer ‘mettwee longen kan ademhalen’, om een gelief-koosde uitdrukking van de paus te gebrui-ken.

Met name in een aantal plaatselijke ker-ken in het Oosten constateert men dat hetwerk op catechetisch, liturgisch, caritatiefen cultureel terrein met kracht is hervat.Nieuwe terreinen zijn voor de evangelise-rende aanwezigheid van de kerk openge-gaan, en het schijnt dat er meer en meer demogelijkheid bestaat om in dienst van demissieopdracht gebruik te maken van demedia. In sommige landen is dankzij denieuwe omstandigheden een nieuwe evan-gelisatie mogelijk, vooral op het gebied vande christelijke vorming en op dat van deroepingen tot priesterschap en religieusleven, gebieden waaraan vroeger doorbureaucratische middelen beperkingenwaren opgelegd. Als resultaat van de her-

Kerkelijke documentatie 2000 • 15636

17. Johannes PaulusII, Toespraak bij hetPre-synodaal Sym-posium over ‘Chris-tendom en cultuurin Europa’: Geden-ken, Bewustzijn,Plannen (31 oktober1991), 1, in: L’Osser-vatore Romano (12november 1991), 3,6; Toespraak bij hetaanbieden van degeloofsbrieven doorde nieuwe ambassa-deur van Groot-Brittanië, Z.E. And-rew Eustace Palmer(26 september1991), in: L’Osserva-tore Romano (7oktober 1991), 3-4;Brief aan de bis-schoppen van Euro-pa met het oog opde Speciale Verga-dering voor Europavan de Bisschoppen-synode (9 oktober1991), in: L’Osserva-tore Romano (21oktober 1991), 1;Kerstboodschap‘Urbi et Orbi’ (25december 1991), in:L’OsservatoreRomano (8 januari1992), 7.

Page 11: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

wonnen vrijheid zijn de leden van religieuzeinstituten weer in communauteitsverbandkunnen gaan leven en kunnen gaan deelne-men aan pastorale activiteiten; zo zijn ze,zij het niet zonder pijn en moeite, de eraanvoorafgaande situatie te boven gekomen.Bij sommige landen hebben de nieuweomstandigheden geleid tot een toenemendaantal roepingen, hetgeen een hoopvolteken is. In sommige landen in het Oostenwaar het liturgisch leven sterk belemmerdwas geweest, ziet men het misbezoek toene-men, en meer in het algemeen ziet men deherontdekking van en deelname aan deliturgie in al haar vormen. Ook de geestelij-ke bewegingen groeien in aantal, ook al zijner soms wat problemen; tenslotte, ook onderde jonge mensen ziet men een groeiend ver-langen naar waarachtige spiritualiteit.

In de particuliere kerken van het Westenzijn contactcentra gesticht en ruimtes waarmensen die voorheen voor tegengesteldeideologieën hadden gekozen, elkaar kunnenontmoeten; bovendien is vanwege het toe-nemend aantal immigranten een groot aan-tal opvangcentra gesticht. In sommigebelangrijke westerse landen ziet men eenontwikkeling van het catechumenaat, enconstateert men dat vele christenen diesinds lang niet meer praktiseerden, terugge-keerd zijn tot het geloof. Hoewel ze als bui-tenstaanders de veranderingen in het Oos-ten meemaakten hebben sommige westerseparticuliere kerken de ‘communio’ met deandere particuliere kerken effectief ziengroeien; ze hebben kennis gemaakt met hetleven en de cultuur van volkeren die ze totdan toe als vreemdelingen of zelfs vijandenhadden beschouwd. Tenslotte, met het weg-vallen van de slagbomen hebben de kerke-lijke instituten voor wetenschap in West-Europa een groeiend aantal seminaristen,priesters, religieuzen en leken zien toestro-men uit ex-communistische landen, enbevorderden ze tegelijk de uitzending van

hun eigen docenten en deskundigen naar departiculiere kerken van het Oosten om daarte doceren en adviezen te geven.

10. Ook op maatschappelijk en cultureelgebied zijn er veel kansen en tekenen vanhoop, maar men moet ze weten te zien ennaar waarde te schatten.

Achter het proces van overgang op poli-tiek en institutioneel gebied, en zelfs cen-traal daarin, gaan vaak ethische elementenen dringende vragen schuil, waarover menniet te licht moet denken, ook al moeten zevaak grondig worden uitgezuiverd. Het zijnvragen die wijzen op een intens verlangennaar politieke vrijheid, en meer nog, naar demogelijkheid om een pluriforme maat-schappij op te bouwen waarin de rechtenvan alle mensen, ook die van de minderhe-den, daadwerkelijk gewaarborgd zijn, als-mede op een verlangen naar economischevrijheid, een verlangen dat moet wordenbeschouwd en aanvaard als een mogelijkepositieve factor voor ontwikkeling en ver-antwoordelijkheidszin.

De aanwezigheid van volkeren, culturenen godsdiensten van verschillende aard kaneen gunstige gelegenheid zijn – en zelfs eennoodzakelijke, wil men niet terugvallen invormen van voortdurende botsingen en uit-sluiting van zwakkeren – om te streven naareen eenheid op cultureel gebied. In onze tijdkan een dergelijke eenheid niet meer als‘uitsluitend christelijk’ gedacht worden,maar kan ze alleen bestaan als ‘pluriformi-teit in onderling gesprek en samenwerking’;daarbij hebben de christenen een noodzake-lijke rol te spelen om dat ‘met elkaar samen-leven van culturen’ tot stand te brengen. Ditsamengaan kan alle neigingen tot onderlin-ge botsingen omvormen tot een wedijver inwederzijds dienstbetoon en gastvrijheid, ineen synthese die past bij mens en burger,een grote ruimte waarin vele kleine volke-ren en culturen onderdak kunnen vinden.

157 • 2000 Kerkelijke documentatie 37

Page 12: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Ondanks alle vraagtekens die het verschijn-sel van de globalisering oproept en de geva-ren die het in zich draagt, bevat het ookpositieve elementen en kansen; deze trendkan zeer zeker tot meer doelmatigheid engrotere productiviteit leiden, maar ze kantegelijk ook bevorderlijk zijn voor het pro-ces van onderlinge afhankelijkheid en een-heid onder de volkeren, en zo aan heel hetmensdom een werkelijke dienst bewijzen.

Ten slotte, bij de opbouw van Europaheeft ook de monetaire unie een eigen bete-kenis. Deze is ook, op eigen wijze, belang-rijk; ze biedt de volkeren een geweldigekans: ze dwingt niet alleen de betekenis engrenzen van de soevereiniteit van de ver-schillende volkeren te herzien, maar ze kanEuropa en zijn economische ontwikkelingeen grotere stabiliteit bezorgen op voor-waarde dat ze tot stand komt in een omvat-tend perspectief van onderlinge solidariteit;ze kan een belangrijk instrument vormenvoor vrij en frequent onderling verkeer; zekan de manier waarop men met elkaar inEuropa leeft, sterk verbeteren. Ook al gaatze met ‘kleine stapjes’ vooruit, toch kan zetot concrete vorderingen leiden die nodigzijn voor het bereiken van urgentere funda-mentele waarden.

Teleurstellingen, risico’s, zorgen

11. Toch mag men zich vanwege de veran-deringen die in de laatste tien jaar in Europazijn opgetreden, niet laten verleiden tot eennaïef optimisme. De beoordeling van dezeperiode moet realistisch zijn en niet verhul-len hoe onzeker en broos deze fase van deEuropese geschiedenis is. Er bestaat immershet gevaar van nieuwe teleurstellingen enillusies, zoals Johannes Paulus II reedsvoorspelde,18 en er zijn niet te miskennenzorgen en ernstige gevaren. En het gelaatvan Europa is juist door al die teleurstellin-

gen, zorgen en gevaren getekend als had hetalle hoop verloren.

De sfeer van teleurstelling komt aller-eerst voort uit het algemeen geconstateerdefeit dat, alle inspanningen en gemaakte vor-deringen ten spijt, de doelstelling om eengemeenschappelijk Europees huis op degrondslag van evangelische waarden op tebouwen veel moeilijker te verwezenlijkenwas dan hetgeen de plaatselijke kerken inhet begin van de negentiger jaren voor ogenstond. Het plan om de politieke, economi-sche en militaire verbanden op een nieuweleest te schoeien zonder ook maar enigszinsde christelijke waarden daarbij te betrekken,heeft bewezen dat het alleen ging om eenmachtsstrijd, ook al was deze gedeeltelijkgericht op het welzijn van de bevolking vande onderscheiden landen.

In het algemeen heeft men beseft dat hetcommunisme niet de enige vijand was. Inplaats van de culturele overheersing doorhet marxisme is op alle gebieden van hetmoderne maatschappelijk leven een onge-differentieerde en fundamenteel sceptischeof nihilistische pluriformiteit gekomen, meteen sterk gereduceerd, vaak betekenisloosmensbeeld als resultaat.

Met name in de landen van Oost-Europazijn bepaalde verwachtingen ijdel gebleken:er was onvoldoende rekening gehouden metde gevolgen van het communisme en deleegte op menselijk en ethisch gebied diehet met zich mee had gebracht; men koes-terde zonder verder nadenken de illusie datals het communisme zou zijn verdwenen,alles bijna automatisch ten goede zou keren.Sommigen dachten dat democratie automa-tisch rijkdom en welvaart zou brengen, datdankzij de vrijheid de goederen uit het Wes-ten naar de consumenten zouden toestro-men, aan iedereen werk zouden bieden ende economie zouden doen groeien; maarjuist integendeel zijn door de crisis duizen-den gezinnen aan de bedelstaf geraakt. Op

Kerkelijke documentatie 2000 • 15838

18. Vgl. ToespraakPauselijke Raad voorde Cultuur, 2.

Page 13: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

het vlak van de politiek wordt de teleurstel-ling nog groter omdat in een aantal geval-len voormalige leden van het communis-tisch systeem weer aan de macht kwamen,maar ook omdat in plaats van de verhooptevrijheid en vrede felle nationalistischebewegingen de kop opstaken. Ook heerst erteleurstelling omdat West-Europa zich vaakonverschillig en ongeïnteresseerd betoontvoor de dramatische situaties van sommigelanden van de voormalige communistischewereld, zoals het ook minder bereidheid enopenheid betoont om de rechten en ver-scheidenheid te respecteren en waarborgenvan ieder afzonderlijk volk en van bepaaldeminderheden die naar zelfbeschikking stre-ven.

12. Het huidige Europa kent ook duidelijkeen aantal gevaren, waarvan verschillendefacetten naar voren worden gebracht.

Op sociaal vlak bijvoorbeeld wordt deboven genoemde globalisering vaak vooralgeïnspireerd door zuiver commercieel den-ken ten gunste en tot voordeel van demachtigen, en kan ze leiden tot maatschap-pelijke ongelijkheden en verdere vormenvan onrecht en uitsluiting. Ze kan de werk-loosheid doen groeien, een bedreiging vor-men voor ‘het sociaal statuut’, allerlei onge-lijkheden zowel tussen verschillende landenals binnen de geïndustrialiseerde landenzelf in de hand werken; voorts kan ze vra-gen opwerpen omtrent het begrip ‘verant-woorde groei’, leiden tot nieuwe vormenvan maatschappelijke uitsluiting, instabili-teit en onzekerheid, de harmonische relatieverstoren tussen economie, maatschappij enpolitiek, de macht van de nationale over-heid op economisch gebied aantasten, eensoort ongebreidelde super- concurrentieteweeg brengen, enzovoorts.

De invoering van de éne munt kan ookrisico’s met zich meebrengen, omdat ze aanfinanciën en factoren van economische en

commerciële aard een overheersende rolkan geven, maar ook omdat erdoor, metname naar het Oosten toe, nieuwe muren inEuropa kunnen worden opgetrokken om desterkere economieën te beschermen en zichtegen de stroom van immigranten te verde-digen. Nog steeds dreigt het gevaar van eennieuwe tweedeling in Europa: aan de enekant de landen met een sterke munt, en aande andere kant landen met onconvertibelemunt; enerzijds een relatief stabiele econo-mie, anderzijds een wankel economisch sys-teem, met alles wat dat betekent voorsamenleving en veiligheid.

13. Op cultureel niveau “verbreidt zich eenzekere mentaliteit en een manier van doendie er alleen maar op gericht is dat iederseigen wensen worden vervuld en er mate-riële goederen worden aangeschaft. Tegelij-kertijd wordt ten onrechte de vrijheid vanhet individu verabsoluteerd en weigert meniedere afweging daarvan tegen waarachtig-heid en tegen goederen die het terrein en deleefwereld van het individu overstijgen. Hetmet geweld opgelegde marxisme mag danwel ineengestort zijn, het praktische mate-rialisme en atheïsme is in heel Europaenorm verbreid. Het wordt wel niet metgeweld opgelegd, nog niet eens met zoveelwoorden aangeprezen, maar toch brengt hetde mensen ertoe om zo te denken en zich zote gedragen ‘alsof er geen God bestond'.”19

In de Westerse landen ziet men met hetverdwijnen van ideologieën en dromen overeen heilstaat een groeiende onverschillig-heid gepaard gaan, en schijnt een soortpragmatisch materialisme de boventoon tevoeren. Tegelijk lijkt de consumptiedrang,als gevolg van de secularisatie, ook de oost-grenzen van Europa bereikt te hebben. Menkan zelfs vaststellen dat in sommige landenvan het Oosten de ongebreidelde versprei-ding van het meest radicale kapitalismeberust op maffiose praktijken die een

159 • 2000 Kerkelijke documentatie 39

19. Eerste Bijzon-dere Bisschoppensy-node, 1.

Page 14: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

bedreiging vormen voor heel het openbareleven. Tenslotte ziet men hoe in verschillen-de landen van het Oosten opvattingen endenkwijzen uit het Westen kritiekloos wor-den overgenomen of even onnadenkendafgewezen, hetgeen het ernstig gevaar metzich meebrengt van tweespalt en polarisatiebinnen de samenleving.

Ook bestaat de neiging om alles ter dis-cussie te stellen, ook binnen de kerk, alsofbij ethische en leerstellige vraagstukken ookdáár het democratisch meerderheidsbeginselzou gelden.

Alles overziende krijgt men meer enmeer het gevoelen dat de Europese bescha-ving zelf in gevaar is, doordat op eenzijdigewijze en met absolute stelligheid bepaaldewaarden en beginselen ten nadele vanandere geldig worden verklaard. Als bij-voorbeeld vrijheid tot een absolute groot-heid wordt verheven en los wordt gemaaktvan toetsing aan andere waarden zoals soli-dariteit, bestaat het gevaar van verbrokke-ling van ons maatschappelijk systeem: eenals absolute waarde opgeëiste vrijheid loopthet gevaar de samenleving te vernietigendie ze eerst had helpen opbouwen.

14. Op religieus en kerkelijk niveau bestaatnog steeds de situatie zoals die in de vorigeSynode voor Europa werd beschreven.Inderdaad is er tegenwoordig nog steeds,juist als toen, “een zoeken naar religieuzeervaringen, maar in allerlei gedaanten dietrouwens moeilijk met elkaar te rijmen zijn,en die vaak ver wegvoeren van authentiekchristelijk geloof. Met name jonge mensenzoeken hun geluk in een menigte symbolen,beelden en illusies. Ze neigen gemakkelijknaar nieuwe vormen van religiositeit enallerlei soorten sekten.”20 Wat dit puntbetreft, is volgens sommigen de herlevingvan godsdienstige belangstelling een van deelementen die heel sterk een dubbel karak-ter vertonen, omdat het gepaard gaat met

het wegvluchten in spiritualisme, en vooralmet godsdienstig en esoterisch syncretisme;het gevolg daarvan is een menigte sekten engroepen die alleen een vage relatie met hetsacrale gemeen hebben. Deze nieuwe ideeënontlenen hun kracht niet zozeer aan eensubstantiële vernieuwing van leven, maarveeleer aan het bekrachtigen van een sys-teem van leven dat zichzelf als uitgangs-punt heeft; daaronder gaat een individualis-me schuil dat heftig op zoek is naarbescherming en beloning in een groep.

Er bestaat groot gevaar dat Europasteeds verder en radicaler zijn christelijkkarakter verliest en tot heidendom vervalt:in sommige landen zijn er zeer vele onge-doopten; vaak zijn zelfs de meest eenvoudi-ge beginselen van het christendom nietmeer bekend; in een aantal gevallen zietmen hoe catechese en christelijke vormingin waar verval zijn geraakt. Dit alles leidtonder meer tot een diepe crisis in de Euro-pese culturele identiteit, zozeer dat sommi-gen al spreken van een soort ‘apostasie vanEuropa’.

Het in sommige landen sterk teruglo-pend aantal roepingen tot het priesterschapen het religieuze leven brengt het gevaarmet zich mee dat het juiste zicht op de kerkverzwakt wordt of verloren gaat: een gewijdambt zou in de kerk overbodig en nietnoodzakelijk zijn; in plaats van de gewijdeambtsdrager zou men, bij een puur functio-nele opvatting over de kerkelijke gemeen-schappen, ermee kunnen volstaan mensenaan te stellen met als enige voorwaarde datze zich door speciale cursussen de noodza-kelijke en beslissende bekwaamheid hebbeneigen gemaakt.

Ten slotte wijzen velen op het gevaardat hetgeen door de particuliere kerken inWest-Europa voor de Oost-Europese kerkenwordt ondernomen, feitelijk en onbewust, ereerder op gericht is ze te ‘verwesteren’ dandat ernaar gestreefd wordt zich op evangeli-

Kerkelijke documentatie 2000 • 16040

20. T.a.p.

Page 15: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

sche wijze in hun dienst te stellen en tetrachten hun culturele en religieuze rijk-dommen tot hun recht te laten komen.

15. Dat alles draagt bij tot bepaaldebezorgdheden in verschillende lokale kerken.

Zonder te onderschatten wat verschil-lende kerken en christelijke gemeenschap-pen op hun grondgebied deden en doen iseen eerste ernstige zorg dat Europa steedsmeer een nieuwe evangelisatie en een nieu-we missionaire krachtsinspanning behoeft,vanwege de ingrijpende en radicale veran-deringen die zich in zijn toch zo rijke cultu-rele en religieuze traditie hebben voorge-daan. In sommige gevallen gaat het eromhet evangelie van Christus te verkondigenaan hen die het nog niet kennen; in anderegevallen, om het herstellen van het weefselzelf van christelijke gemeenschappen. In deoostelijke landen is, gezien de negatievegevolgen van het communistisch atheïsme,een soort ‘eerste evangelisatie’ noodzakelijk,aangezien velen leven zonder in feite JezusChristus te kennen, ook al wonen ze ingebieden waar het evangelie verkondigd envaak heldhaftig beleden is geworden. In delanden van het Westen, waar zich snelleveranderingen voltrekken en die staan voorde uitdagingen van secularisatie, globalise-ring en verstedelijking, moet nodig een‘nieuwe evangelisatie’ van de grond komendie een nieuwe inculturatie van het evange-lie tot stand brengt. Dankzij een voortdu-rende en respectvolle oecumenische samen-werking groeit in beide gevallen zowel in delokale kerk als in de diverse kerken en chris-telijke gemeenschappen de noodzaak om debeschikbare krachten te bundelen en zich opbepaalde prioriteiten te concentreren. Daar-bij steunt men op de bestaande nieuwe ofvernieuwde structuren die bedrijfsklaar envoor vorming dienstig zijn, en maakt mengebruik van de media om juiste voorlichtingte geven aan de openbare mening. Hierbij

ziet men steeds beter het belang in van meerdialoog en samenwerking tussen de bis-schoppen en de instituten van godgewijdleven; een punt waarop overigens al verbe-tering zichtbaar is.

In de religieuze en morele situatie vanhet huidige Europa doet zich een anderewezenlijke zorg voor die de aandacht vande synode verdient. Vooral in het Westengaat het om het feit dat de pastoraal nietlanger kan uitgaan van de ‘situatie van hetalgemeen gedeeld christendom’. Het blijktdaarom noodzakelijk de overgang te bevor-deren naar een meer persoonlijk en volwas-sen geloof, door middel van een pastoraaldie rekening houdt met de duidelijke matevan onstandvastigheid, onzekerheid en uit-eenlopende kerkelijke betrokkenheid vanvele gedoopten, en met het afnemend aantalpriesters. In deze situatie is het volgenssommigen gevaarlijk door te gaan met eenpastoraal die weliswaar niet meer de typi-sche eigenschappen heeft van de pastoraaluit de tijd dat het christendom overheerste,maar die mentaal niet in staat is te aanvaar-den dat ze minder in aanzien is en geringeremaatschappelijke erkenning geniet, en dietot alle prijs de structuren en invloed van dekerk wil vasthouden; ze kan zich laten ver-leiden tot het sluiten van compromissen,waarbij aan vele mensen wordt toegestaanom oppervlakkig en gemakzuchtig lid vande kerk te zijn zonder duidelijkere en meerfundamentele keuzes te hoeven maken.Daarentegen schijnt de situatie van de par-ticuliere kerken van Oost-Europa een ande-re, aangezien ze, tengevolge van de jaren-lange moeilijkheden waarmee ze hebbenmoeten leven, er meer aan gewend zijn bijde samenleving geen aanzien te genieten,en daarom hun aandacht serieus richten opde belangrijke waarden van het geloof.

Een andere factor voor bezorgdheid isvolgens sommigen de relatie van de kerkmet de media. Men stelt namelijk vast dat de

161 • 2000 Kerkelijke documentatie 41

Page 16: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

kerk deze moderne communicatiemiddelennog niet goed weet te gebruiken. Bovendientonen deze media vaak een ongunstig beeldvan de godsdienst, en met name van dekerk, zo het niet al komt tot openlijke vijan-digheid.

Een kritisch onderzoek van enigebijzondere kwesties

16. Bij dit alles verdienen enkele onderwer-pen een meer toegespitste bijzondere aan-dacht.

Allereerst valt het op dat vooruitgang engeestelijke waarden steeds verder van elkaarafgroeien. Dit verschijnsel doet zich in allelanden van Europa op dezelfde wijze voor,en deels ook in West- en Oost-Europa oponderscheiden manieren. Dit verschijnselstaat vaak meer in verband met praktischeleefwereld dan met beweegredenen van filo-sofische of ideologische aard. Vele mensenleven in zo moeilijke en ingewikkeldeomstandigheden dat de zorgen van iederedag de boventoon voeren en geen ruimtelaten om andere waarden in zich toe telaten. Mensen kampen zozeer met werk-loosheid of met allerlei moeilijke situatiesen mislukkingen in het gezin, met allerleisoorten van uitsluiting en onrecht, dat zevoor geestelijke waarden onverschillig enapathisch worden.

Van de andere kant is niet alles zo hel-der en voor de hand liggend. In de Europesesamenlevingen zijn er allerlei onderlingverschillende situaties. Enerzijds ziet meneen trend om zich terug te trekken in zijneigen kleine wereldje, zijn ‘privacy’ en zijnmaatschappelijke en culturele ‘status’ teverdedigen; anderzijds ziet men hoe mensenzich tegenover anderen, met name tegen-over armen en uitgeslotenen, open willenopstellen. Men beschikt over meer vrije tijdwaardoor meer aandacht kan worden

geschonken aan belangrijke zaken als sport,toerisme, natuur, maar van de andere kantworden deze positieve mogelijkheden voorveel mensen tot grote of kleine afgodjes entot een soort collectieve bezetenheid waarinde eigen persoonlijkheid in zekere zin tenonder gaat.

In het Westen komt de kloof tussenvooruitgang en geestelijke waarden vooraltot uiting in een mentaliteit die zoekt naarde makkelijkste en meest praktische oplos -singen en naar onmiddellijke bevredigingvan zijn verlangens. Het gevolg daarvan isdat de zin voor offer en ascese verdwijnt, degeschiedenis geen betekenis meer heeft, hetbelang van wat mooi, waar en goed isalleen wordt afgemeten aan het onmiddel-lijke nut ervan.

Bovendien zijn door de vooruitgang opsociaal en cultureel gebied bepaalde waar-den met betrekking tot verschillende facet-ten van het leven van de mens in een nieuwlicht komen staan: vrouwen zijn zich meerbewust van hun eigen roeping en komenvastberadener op voor gelijkheid met deman en voor dezelfde kansen als hij op alleterreinen; in veel gezinnen is er goed con-tact tussen ouders en kinderen; en bij dejongere generaties schijnen de gezinswaar-den steeds beter te worden begrepen.

Men zou kunnen concluderen dat groei-ende vooruitgang weliswaar op het eerstegezicht vergezeld schijnt te gaan met hetopgeven van de geestelijke waarden, maardat de diepste aspiraties van een mens vol -strekt niet bevredigd worden door puurmateriële vooruitgang. Zo begint in hetOosten en Westen, vaak vaag en onbestemd,een verlangen te groeien naar geestelijkewaarden, alhoewel dit verschillende vormenaanneemt en niet een algemeen verschijnselis.

17. Er schijnt vaak in het huidige Europaeen crisis te zijn omtrent de betekenis van

Kerkelijke documentatie 2000 • 16242

Page 17: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

solidariteit. Onder aller ogen en ongeveeroveral in Europa vertonen individuen engemeenschap een houding en gedrag dievaak worden ingegeven en gevoed doorsystemen van kapitalistische aard of doorbestedingsdrang, hetgeen inkapseling enegoïsme betekent.

Ook al schijnt er echter in de samen -leving weinig solidariteit te zijn, toch zietmen ook tegenovergestelde tendensen eninitiatieven van de kant van mensen diebeseffen hoe schadelijk dergelijke ideologi-sche opvattingen zijn; ze verlangen de men-sen weer het besef bij te brengen van denoodzaak, modellen te ontwerpen en uit tevoeren voor de wijze waarop iemand, – per-soonlijk, als gezin of als land – zijn levendient in te richten; met de waardige sober-heid die zij daarbij nastreven willen ze teverwachten belangrijke besparingen tengoede doen komen aan bevolkingen dieonder het bestaansminimum leven ofanderszins hulp behoeven. Zo is in veellokale kerken, met name in West-Europa,veel grotere solidariteit dan men wel zoudenken met de plaatselijke armen, maar ookmet de volken in het Oosten en op het zui-delijk halfrond. Wanneer duidelijk doelge-richte solidariteitsacties regelmatig doorveel mensen in de kerk worden georgani-seerd hebben ze behoorlijk succes; steedsmeer worden christelijke gemeenschappenin Europa als zusterkerk gekoppeld aan der-gelijke gemeenschappen in landen van de‘Derde Wereld’; men vergete ook niet wat ertot stand wordt gebracht door godgewijdemensen, zowel door de solidaire hulp die zebieden in de plaatselijke kerken en onder demensen waaronder zij hun speciale vormvan evangelische dienst verrichten, alsdoordat ze door een menselijke en christelij-ke vorming de nieuwe generaties opvoedentot concrete en daadwerkelijke solidariteit.

18. Er worden veel en heel uiteenlopende

opmerkingen gemaakt over godsdienstvrij-heid en verdraagzaamheid. Terwijl men kanzeggen dat in veel streken van Europa echtegodsdienstvrijheid is, en dat deze geen bij-zondere moeilijkheden ondervindt, moet ertoch van de andere kant op gewezen wor-den dat bepaalde vormen van onverdraag-zaamheid nog steeds voortwoekeren of dekop opsteken.

Maar in bepaalde kringen, waar menformeel de vrijheid van godsdienst respec-teert, is er nog steeds een soort onverdraag-zaamheid te bespeuren als katholieken indi-vidueel of als groep in het openbaar hunovertuiging en standpunt naar voren willenbrengen: dit bewijst dat de kerk alleen‘geduld’ wordt mits ze zich maar tot de per-soonlijke levenssfeer beperkt.

In sommige landen ging een soort fun-damentalistische onverdraagzaamheid ge -durende tientallen jaren gepaard met con-flicten, ook al neemt deze onverdraagzaam-heid sinds enige tijd steeds meer af enmaakt ze plaats voor een sfeer waarin deverschillende tradities en overtuigingenelkaar aanvaarden.

In sommige particuliere kerken in hetOosten ziet men na vele jaren van gedwon-gen atheïsme een onvriendelijke sfeer enhouding ontstaan jegens andere confessiesen andere wijzen van denken; dat heeft totgevolg dat katholieken aan de hele samen-leving hun eigen manier van denken enleven trachten op te dringen; daaruit blijktdat zij moeilijk de waarden van de oecu-menische beweging, de interreligieuze dia-loog en een correct democratisch systeemkunnen aanvaarden.

Hoewel minder frequent, zijn in bepaal-de streken met een orthodoxe meerderheidnog steeds vijandigheden en uitingen vanonverdraagzaamheid jegens de katholieken.En in enkele delen van Europa komen ooktekenen van antisemitisme voor. Wat derelatie met de moslims betreft wordt opge-

163 • 2000 Kerkelijke documentatie 43

Page 18: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

merkt dat die wel vragen, met religieuzeverdraagzaamheid te worden behandeld,maar dat in islamitische landen eenzelfdeverdraagzaamheid jegens katholieken ofaanhangers van welke andere godsdienstook geenszins gewaarborgd is.

Ook moet men beseffen dat in bijna allewestelijke samenlevingen de algemene sfeervan verdraagzaamheid een geweldige uitda-ging betekent voor de kerk. In een maat-schappij waar verdraagzaamheid als funda-mentele en alles overheersende waardewordt beschouwd die nooit mag wordenopgegeven, zijn sommigen van oordeel datiedere vorm van monotheïsme – dus ook hetchristelijk monotheïsme – de diepste oor-zaak is van onverdraagzaamheid, en datmen bijgevolg, om de noodzakelijke ver-draagzaamheid te bewaren, moet komen toteen soort uniform naast elkaar bestaan vangodsdienstige opvattingen, en uiteindelijktot een verscheidenheid van mogelijke god-heden. De vraag rijst dus hoe de kerk kandoorgaan met haar evangelische opdrachtzonder daarbij onverdraagzaamheid op teroepen, en meer in het bijzonder, hoe hetevangelie zó verkondigd kan en moet wor-den dat allen die een ander geloof belijdenin hun waarde gelaten en aanvaard worden,terwijl tegelijk vermeden wordt dat de ‘ver-draagzaamheid’ afglijdt naar ‘onverschillig-heid’ of relativisme.

19. Ten slotte, als men de verhouding van destaat tot de instellingen van het midden-niveau en tot de kerk zelf beschouwt moetmen bedenken dat in de laatste tientallenjaren de macht van de staat in veel landensoms onportioneel is toegenomen, met alsgevolg dat de instellingen van het midden-niveau in aantal afnamen of verdwenen. Ditheeft de individuen en de kleine instellingenzeer kwetsbaar gemaakt voor de politiekvan de staat. Deze situatie schijnt bijzonderactueel te zijn in de landen van Oost-Euro-

pa waar het communisme tientallen jarenlang dergelijke instellingen kapot heeftgemaakt, en het sociale en burgerlijk levenheeft ondergraven. Maar ook moet wordenopgemerkt dat tientallen jaren van kapita-lisme in veel westerse landen tot soortgelij-ke gevolgen heeft geleid. In dat soort situ-aties dient de kerk dergelijke instellingen testeunen en de oprichting ervan te bevorde-ren.

In sommige landen van West-Europa,waar de kerk nu evenals in het verledentotale godsdienstvrijheid geniet, en waar zijop het gebied van cultuur, opvoeding enhulpbetoon talrijke instellingen bezit dievaak de plaats overnemen van de staat,waar deze in gebreke blijft, zou de kerk zelfmeer oog en respect moeten hebben voorhet ‘seculier karakter’ van de staat en dusvoor haar eigen autonomie. Maar tegelijkdient de kerk de haar toekomende rechtenop te eisen, bijvoorbeeld op het punt van degelijkstelling en openbare financiering vande bijzondere scholen, de verdediging vanhet leven, de voorkeurskeuze voor de ‘arm-sten’, en een werkelijke vrijheid van gods-dienst.

In sommige landen bestaat er een zeernauwe band tussen godsdienst en staat, enin sommige gevallen leidt dit tot een vijan-dige opstelling van overheidsinstellingentegenover de katholieke kerk, of zelfs toteen door de wet gesanctioneerde discrimi-natie ten opzichte van andere confessies.

Vooral in Oost-Europese landen wordengodsdienst en kerk op nogal wat manierenvoor politieke en nationalistische doelein-den misbruikt.

Houding van de kerken en zoeken naarculturele wortels

20. De voorgaande paragrafen hebben debasiskenmerken beschreven van het huidige

Kerkelijke documentatie 2000 • 16444

Page 19: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

165 • 2000 Kerkelijke documentatie 45

Europa; de christelijke gemeenschappenhebben daarop allerlei uiteenlopende reac-ties.

De steeds wijder verspreide pluriformi-teit van geloof en cultuur wordt door som-mige van hen, die in een soort christelijkewesterse monocultuur gevormd zijn, metwantrouwen beschouwd. Ze zijn er niet opvoorbereid de pluriformiteit te verstaan ente interpreteren, en daardoor ook niet instaat ze open en in kritisch gesprek tege-moet te treden.

Andere kerkelijke kringen zijn bereid tothet aanvaarden van die pluriformiteit, maareerder in theorie dan in de praktijk, eerderbuiten dan binnen de kerk: dat blijkt duide-lijk uit de moeilijkheden en de daarmeesamenhangende onmacht van de particulie-re kerken van Europa om ruimten te schep-pen waarin ook de katholieken uit een ande-re traditie of immigranten met een anderegodsdienst hun culturele, spirituele en gods-dienstige waarden tot uitdrukking kunnenbrengen.

Maar er zijn ook kerkelijke gemeen-schappen, centra van godgewijd leven,groeperingen en bewegingen die een posi-tieve houding aannemen tegenover dezepluriformiteit: men denke slechts aan dedoor diocesen of door de nationale en regio-nale Bisschoppenconferenties genomen ini-tiatieven op cultureel, caritatief en oecu-menisch gebied.

Met betrekking tot de verschillende vor-men van onverschilligheid, relativisme enagnosticisme benadrukken sommigen dathet van groot belang is, het ware, door Jezusgeopenbaarde gelaat van God weer te ont-dekken, krachtig voor de waarheid op tekomen, overtuigend de eigen identiteit tebeleven, de communio ook in de oecumeni-sche beweging te bevorderen. Aangezien dewaardigheid van de naar Gods beeld engelijkenis geschapen mens vaak verloo-chend of aangetast wordt, heeft men niet

alleen bijzondere aandacht voor de ethischeaspecten, maar wordt daarnaast ook op dedringende noodzaak gewezen om te komentot een alomvattende en juiste visie op demens, als onmisbare grondslag voor eensamenleving waar leven en rechten vanieder afzonderlijk en van allen samen wor-den gerespecteerd. Ten slotte zijn er denk -stromingen die kritisch staan tegenover datethisch relativisme, en die een levenshou-ding en deugdzaam gedrag trachten tebevorderen dat berust op de aan het evange-lie en de christelijke traditie ontleende waar-den; waarden die ook gedeeld worden dooreen seculiere cultuur die zich heeft bevrijdvan haar dogma’s welke tengevolge van dedramatische gebeurtenissen in Europa in detwintigste eeuw onhoudbaar waren gewor-den.

21. Maar men kan er niet mee volstaan minof meer uitvoerig en met min of meerbezorgdheid de verschillende karaktertrek-ken van het huidige Europa te beschrijven.Evenmin met op deze situatie op uiteenlo-pende wijzen te reageren. Veeleer moet erruimte zijn voor een zorgvuldige analyse dietot de wortels weet door te dringen, door dediepliggende oorzaken na te gaan die aan degeconstateerde verschijnselen ten grondslagliggen. Dat is hetgeen synode en particulierekerken dienen te doen als zij aan hun pas-torale verantwoordelijkheid willen voldoen.

Met betrekking tot het wijd verspreideverschijnsel van godsdienstige onverschillig-heid wordt door velen allereerst gewezen opoorzaken die in het groter geheel van demaatschappij zijn aan te wijzen. Het betrefthierbij vooral aspecten als: de opkomst vaneen ‘filosofie zonder metafysica’, waarbij de‘vraag naar de zin der dingen’ minder ofniet gesteld wordt; de steeds meer voorko-mende ‘gerichtheid op het individu’ welkeeen eerste aanzet vormt tot sociale systemendie niet een ideaal of het algemeen belang

Page 20: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

willen bevorderen, maar gericht zijn op depersoonlijke belangen van hun leden; hetsteeds sterker wordend ‘streven naar auto-nomie’ dat zich manifesteert in groeiendverlangen naar zelfbeschikking en zelfver-werkelijking, op een of andere manier ver-bonden met een grotere persoonlijke ver-antwoordelijkheid en betrokkenheid; hetcomplexe verschijnsel van de ‘secularisatie’en de daarmee samengaande tendensen,zoals het streven naar sociale en culturele‘differentiatie’ (waardoor op een en hetzelf-de grondgebied meerdere godsdiensten enconfessies kunnen bestaan), de tendens omde godsdienst zelf tot een ‘privaatzaak’ temaken, de tendens om veel plaatsen waar inhet verleden de godsdienst een soms over-heersende rol speelde, van hun gewijdkarakter te ontdoen, de tendens naar ‘ratio-nalisatie’ dat wil zeggen dat alle keuzes diemen doet en daden die men stelt daadwer-kelijk te controleren moeten zijn.

Naast de hierboven beschreven redenenvoor godsdienstige onverschilligheid blijktdat men in kerkelijk milieu in het algemeenbenadrukt dat deze onverschilligheidgevoed zou worden door bepaalde negatie-ve verschijnselen zoals bijvoorbeeld: eenongeordend gebruik van goederen en min-der belangstelling voor de verschillendevormen van armoede; een zekere onver-schilligheid van de kant van de geestelijkenvoor de twijfels en tragische gebeurtenissenin het leven van talrijke mensen in nood; degeringe geloofwaardigheid van een aantal‘representanten van de kerk’; het gebrek aangelegenheden om de leken een degelijkevorming te geven en, op Europees en natio-naal plan, de gebrekkige organisatie van dekatholieke pers en van andere organen,bedoeld om christelijke culturele projectente produceren en te verspreiden.

22. Het is niet moeilijk in te zien dat degroeiende breuk tussen persoonlijk geweten

en publieke waarden een van de factoren isachter en in genoemde verschijnselen die desituatie in het huidige Europa bepalen enverklaren: maar er moet wel op gewezenworden dat deze breuk de logische conse-quentie is van bepaalde vormen van gedragen van duidelijke culturele keuzes. Als dedemocratie zich neutraal opstelt tegenoverwaarden, wordt iedere keuze tot een per-soonlijke keuze waarbij abstractie gemaaktwordt van het effect van deze keuze op desamenleving. En als de keuze voor waardenpuur beperkt wordt tot privé-terrein, zijndie waarden van geen enkele betekenis voorhet openbare leven. In een dergelijke situ-atie kan vanwege een gevaarlijke democra-tische neutraliteit de breuk tussen de per-soonlijke waarden en het maatschappelijkleven alleen maar groter worden, zodat desamenleving steeds minder in staat is eenantwoord te geven op de van alle kanten ophaar afkomende vragen aangaande ‘de zinvan het bestaan’.

In een dergelijk cultureel klimaat gedij-en en verspreiden zich atheïsme, agnosticis-me en godsdienstige onverschilligheid. Enook het opteren voor godsdienst dreigtsteeds meer te worden tot een private beslis-sing: zo ontstaat er ten opzichte van hetreligieus gebeuren een consumentenhou-ding. De ethisch-godsdienstige keuze is nietlanger het eerste uitgangspunt voor alleandere keuzes, maar een van de vele diemede iemands persoonlijke identiteit bepa-len.

Nog wezenlijker berust dit verschijnselop een verkeerde opvatting van vrijheid –verstaan als zelfbeschikking van het indivi-du die door geen enkele transcendente ofabsolute waarde bepaald wordt – welkeleidt tot een geesteshouding en gedrag dievan vele zijden gekenschetst worden alsethisch relativisme, individualistische sub-jectiviteit, nihilistisch hedonisme. Bijzonderscherp stelt zich de vraag hoe gebruik te

Kerkelijke documentatie 2000 • 16646

Page 21: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

maken van de vrijheid met betrekking totwaarheid, persoonlijk geweten en burgerlij-ke wetgeving. Vrijheid berust immers op detot zijn wezen behorende waardigheid vande menselijke persoon, als teken van het feitdat ieder mens kind is van God; het uitoefe-nen van de vrijheid impliceert de verant-woordelijkheid van de mens; het uitoefenenvan de vrijheid impliceert ook de kwestievan de waarheid die er de grondslag van is,en de kwestie van het algemeen welzijnwaarop het sociaal beleven van de vrijheidgericht is.

Alles samenvattend kan gezegd wordendat wij aan het einde van deze eeuw temaken hebben met diep ingrijpende en fun-damentele veranderingen die erop wijzendat het aan de moderniteit ontleende elanaan het wegebben is. Toch is de uiteindelijkeafloop van dit proces niet duidelijk. Menziet tendensen opkomen die met elkaar strij-dig en voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Zemoeten aandachtig en grondig geanalyseerdte worden. Van de andere kant kan degeboorte van de post-moderniteit alleen ineen onzekere en complexe context plaatsvinden. Ook al mag zo de opdracht van dekerk in zekere opzichten moeilijker schijnenen minder verankerd in traditionele zeker-heden, toch betekenen de veranderingen diein de landen van Europa aan de gang zijn,voor de kerk nieuwe kansen voor het ont-wikkelen van een effectieve en samenhan-gende evangelisatie.

De centrale rol van de ‘geloofsvraag’

23. Ongetwijfeld, zoals de paus zei,21 zijnmet de gebeurtenissen van 1989 in Europagrote verwachtingen ontstaan omtrent vrij-heid, verantwoordelijkheid, solidariteit enspiritualiteit. Maar deze verwachtingenmoeten thans een nieuwe impuls krijgen,want in de laatste jaren zijn er nieuwe geva-

ren opgedoemd die het huidige Europageenszins reden tot hoop geven. “Na deineenstorting van het ideologisch systeemvan het marxistisch-leninisme in de voor-malige communistische landen is het nietalleen duidelijk dat mensen de richtingkwijt zijn, maar ziet men ook een wijdver-spreide gehechtheid aan het individualismeen egoïsme die kenmerkend waren en zijnvoor het Westen. Wanneer mensen een der-gelijke instelling hebben, kunnen ze er nietde betekenis van het leven uit afleiden of erhoop aan ontlenen. Een dergelijke instellingkan de mens een tijdelijke voldoeninggeven, hetgeen hij verstaat als een individu-ele verrijking. In een wereld, waarin nietswerkelijk belangrijk is en allen kunnen doenwat ze willen, dreigt het gevaar dat debeginselen, waarheden en waarden die menin de loop der eeuwen moeizaam heeft ver-worven, ontkracht worden door een over-dreven liberalisme.”22

Zoals reeds werd opgemerkt, ziet men inde beschrijving van de situatie voortdurendeen fundamentele kwestie terugkeren diebetrekking heeft op het begrip ‘menselijkpersoon en zijn vrijheid’. In zekere zin wordthet personalistisch humanisme dat degeschiedenis en ervaring van Europa heeftgekenmerkt, ter discussie gesteld.

Vandaar het belang op dit historischmoment van Europa van de ‘ethischevraag’. Maar deze vraag wortelt tegelijk inde ‘religieuze vraag’, zoals dit duidelijkwordt als men de twee tegenovergesteldeopvattingen over vrijheid in het huidigeEuropa beschouwt: de ene gaat uit van degehoorzaamheid aan God, een gehoorzaam-heid die “wordt gezien als bron van de warevrijheid, die nooit willekeurig en ongerichtis, maar een vrijheid is voor het ware engoede”, en de andere opvatting die “alleondergeschiktheid van het schepsel aan Godof aan een transcendente ordening vanwaarheid en het goede heeft uitgebannen,

167 • 2000 Kerkelijke documentatie 47

21. Vgl. ToespraakPauselijke Raad voorde Cultuur, 2.

22. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de Duitse bis-schoppen tijdenshun Ad Limina-bezoek (4 december1992), 3, in: L’Osser-vatore Romano (23-30 december 1992),5.

Page 22: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

en de mens in zich beschouwt als principeen doel van alle dingen”,23 en als de enigeonaantastbare beoordelaar en norm van dekeuzes die hij doet.

24. Tenslotte volgt hieruit de centrale enbeslissende plaats van ‘de geloofsvraag’ inJezus. Daarop werd gewezen door JohannesPaulus II tijdens zijn eerste reis naar Slove-nië. Hij begon met erop te wijzen dat “aande ene kant de door de ideologieën achter-gelaten leegte manifest wordt, en van deandere kant de herinnering aan onze wor-tels en rijkdommen van vroeger duidelijkweer opbloeit”. En vervolgens: “‘het uur derwaarheid is voor Europa aangebroken’. Demuren zijn omvergehaald, er zijn geen ijze-ren gordijnen meer, maar sterker dan ooitblijft in het verstand en geweten van demensen nog steeds de uitdagende vraagnaar de zin van het leven en de betekenisvan de vrijheid. En is het volstrekt duidelijkdat de ‘godsvraag’ hierbij het kernpunt is?Ofwel ziet de mens zich als een schepsel vanGod van wie hij de vrijheid ontvangt, welkehem talloze mogelijkheden biedt maar ookduidelijke verplichtingen oplegt, ofwel hijbeschouwt zichzelf als een absoluut wezendat over een vrijheid beschikt die geen wet-ten kent en daarom zich aan alle aandriftenovergeeft en opgaat in hedonisme en nar-cisme.” Hij besloot: “Het huidige klimaatvan angst en wantrouwen jegens de zin vanhet leven, en de duidelijke ontreddering vande Europese cultuur vragen van ons eennieuwe manier van kijken naar de verhou-ding tussen christendom en cultuur, tussengeloof en rede. Een hernieuwde dialoog tus-sen cultuur en christendom zal voor beidenuttig zijn, en vooral voor de mens die naareen meer waarachtig en vol leven ver-langt.”24

Ook mag men niet vergeten, zoals depaus ook nog betoogde: “Door de ontmoe-ting van het geloof met de verschillende

culturen is in feite een nieuwe werkelijkheidtot stand gekomen. Wanneer de culturendiep in de menselijke ervaring geworteldzijn, laten zij zien dat het een typisch men-selijke eigenschap is open te staan voor het-geen universeel geldig en transcendent is(Encycliek Fides et ratio, 70). Dankzij dezeontmoeting van het geloof met de verschil-lende culturen zullen de mensen geholpenen ondersteund worden bij het zoeken naarde waarheid, en met Gods genade kunnenkomen tot de ontmoeting met hun Schepperen Heiland.”25

Samenvattend: Men kan op een ofandere manier op heel Europa toepassenwat Johannes Paulus II over Italië zei: Euro-pa, “dat een schitterend en in zekere zinuniek geloofserfgoed bezit, wordt al sindslang, en tegenwoordig nog duidelijker,geschokt door culturele stromingen die debasis zelf van dat christelijk erfgoed onder-mijnen: het geloof in de Menswording enVerlossing, het eigen karakter van het chris-tendom, de zekerheid dat God door zijnZoon Jezus Christus uit liefde gekomen isom de mens te zoeken (Vgl. Tertio millennioadveniente, 6-7). Bij veel mensen zijn dezevaste zekerheden vervangen door een onbe-stemd, weinig veeleisend religieus gevoel ofook door verschillende vormen van agnosti-cisme en praktisch atheïsme, alle uitlopendop een persoonlijke en maatschappelijkewijze van leven ‘etsi Deus non daretur’,alsof God niet zou bestaan.”26

Voor de synode en de particuliere ker-ken van Europa volgt daaruit dat het drin-gend noodzakelijk is na te gaan hoe waar-achtig en vitaal het christelijk geloof is vande Europese gelovigen, en hen te helpen ditweer te ontdekken en te beleven. Dit alles,in de overtuiging dat voor waarachtiggeloof een persoonlijke ontmoeting en ver-bondenheid noodzakelijk is met JezusChristus, Zoon van de levende God, alsmedede aanvaarding van geheel de waarheid van

Kerkelijke documentatie 2000 • 16848

23. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot het EuropeesParlement tijdenszijn bezoek aan hetPaleis van Europa teStraatsburg (11oktober 1988), 7-8,in: L’OsservatoreRomano, dagelijkseItaliaanse editie (12oktober 1988), 6.

24. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de vertegen-woordigers uit dewereld van weten-schap en cultuur, inde kathedraal vanMaribor (Slovenië)(19 mei 1996), in:L’OsservatoreRomano (5 juni1996), 8.

25. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de deelnemersaan het Pre-syno-daal Symposium,georganiseerd doorde Pauselijke Raadvoor Cultuur over“Christus, Bron vaneen nieuwe cultuurvoor Europa. Op dedrempel van hetderde millennium”(14 januari 1999), 3,in: :L’OsservatoreRomano (27 januari1999), 8 (voortaanaangeduid als Pre-synodaal Symposi-um).

26. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot het IIIe Congresvan de kerk in Italië,te Palermo (23november 1995), 2,in: L’OsservatoreRomano (20-27december 1995), 12.

Page 23: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

het evangelie; in de overtuiging ook dat dekracht van deze waarheid heenwijst naareen geloof dat norm wordt voor beoordelingen keuzes doordat het tot een manier vandenken en wijze van zich gedragen brengt,en deze ondersteunt, die overeenstemt methet woord en het gebod van God.

Tweede deel: Jezus Christuslevend in zijn kerk

Grondslag van een authentieken vitaal geloof

25. Nadat de twee Emmaüsgangers aanJezus verteld hadden waarom ze bedroefdwaren en alle hoop hadden verloren, zeiJezus: “Wat zijn jullie toch onverstandig entraag van begrip als het gaat om het geloofin alles wat de profeten hebben gezegd.Moest de Messias niet zo lijden en dan zijnheerlijkheid binnengaan? En Hij legde hunuit wat in heel de Schrift op Hemzelf betrek-king had, te beginnen bij Mozes en alle pro-feten” (Lc 24,25-27). Jezus zelf verkondigtdus zijn verrijzenis en brengt de leerlingentot het geloof. Verwijzend naar de profetendie aan Hem zijn voorafgegaan verklaart Hijhet lichtend en geheimnisvol liefdesplanvan God: lijden en dood zijn volstrekt nietin tegenspraak met het bevrijdend handelenvan de Messias, maar de door God gekozenweg om zijn ‘heerlijkheid’ aan de mensen tetonen, dat wil zeggen, zijn reddende en ver-lossende liefde. En dankzij deze verkondi-ging – die heel de geschiedenis van het eer-ste Verbond samenvat, en definitief enontwijfelbaar bezegeld wordt doordat ze deHeer herkennen bij het breken van hetbrood – begint het hart van de twee leerlin-gen te gloeien en krijgen ze weer hoop.

Zo komt het Emmaüsverhaal op onsover als een uitvoerige catechese die tot

doel heeft de leerlingen te brengen tot hetgeloof in de wederopstanding van JezusChristus na zijn dood. De tekst is eengetrouwe weerspiegeling van het onderrichtvan de primitieve kerk, en is nog steeds eenvoorbeeld voor de kerk in onze tijd en voorhaar pastorale arbeid. Deze bestaat uitgeduldig, voortdurend, vasthoudend en hel-der getuigenis en uit prediking: beide heb-ben tot doel het geloof te doen groeien in devan de dood verrezen Christus, bron ensteun voor vaste en blijvende hoop. ZoalsPaulus schrijft: “Indien we enkel voor ditleven onze hoop op Christus hebben geves-tigd, zijn we het meest van alle mensen tebeklagen” (1Kor 15,19).

Geloof in de Verrezene die de heerlijk-heid van God openbaart

26. Ook de kerk is geroepen om in degeschiedenis de verrezen Christus te verkon-digen. In het verleden, in het heden en in detoekomst, in Europa en overal op de wereldis zij gezonden, niet om zichzelf te verkon-digen, maar om de gekruisigde en verrezenChristus te verkondigen.

En dat heeft ze gedaan van haar eerstebegin af aan, zoals blijkt uit de eerste predi-king van Petrus op de Pinksterdag: “Israë-lieten, luister naar deze woorden! Jezus deNazoreeër is u van Godswege aangewezendoor machtige daden, wonderen en tekenen,die God door Hem in uw midden heeft ver-richt, zoals u zelf weet. Volgens Gods vast-gestelde plan en met zijn voorkennis is Hijuitgeleverd en hebt u Hem door de handvan wetteloze mensen aan het kruis gesla-gen en omgebracht. Maar God heeft Hemlaten opstaan door een eind te naken aan deweeën van de dood ... Dus moet heel hethuis Israël zeker weten dat God Hem totHeer en Messias heeft aangesteld, dezeJezus, die u hebt gekruisigd (Hnd 2,22-

169 • 2000 Kerkelijke documentatie 49

Page 24: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

24.36). Met deze woorden van Petrus ver-kondigt de kerk uit de begintijd evenals dekerk van alle tijden dat Jezus Christus leeft,in onze tijd werkzaam is en het levenomvormt.

Dat doet zij in alle tijden want “de ver-rijzenis van Jezus is de hoogste waarheidvan ons geloof in Christus, geloofd enbeleefd als centrale waarheid door de eerstechristengemeenschap, als fundamentelewaarheid door de overlevering doorgege-ven, vastgelegd door de geschriften van hetNieuwe Testament, tegelijk met het kruisgepredikt als wezenlijk onderdeel van hetPaasmysterie: ‘Christus is verrezen uit dedoden. Door zijn dood heeft Hij de doodoverwonnen. Aan de doden heeft Hij hetleven gegeven’ (Byzantijnse liturgie, Tropa-rion van Pasen).”27

Dit was ook de diepste bedoeling vanhet Tweede Vaticaans Concilie. De synodewil deze bedoeling overnemen en tot dehare maken: Aan de kerk zelf en aan dewereld verkondigen “Christus ons vertrek-punt, Christus, onze gids en onze weg,Christus, onze hoop en ons eindpunt.”28

Men vergete niet dat in de gestorven enverrezen Christus de heerlijkheid van God involheid aan het licht treedt. Jezus is de hoopvan de mens, van Europa, van de wereld,omdat Hij voor heel de mensheid de enigeweg is naar de Vader (vgl. Joh 14,6-7), degrondslag en het laatste levensdoel vaniedere mens en van al wat bestaat, omdattussen Hem en de Vader een onuitsprekelijkverheven, wederzijdse immanentie bestaat(vgl. Joh. 14,10); want, omdat Hij zelf Godis, zijn Hij en de Vader één (vgl. Joh 10,30).

27. Juist krachtens dit geloof en de ontmoe-ting met de Verrezene kunnen de Emmaüs-gangers, en ook de kerk, de mannen envrouwen van deze tijd, teruggaan in degeschiedenis, de Schrift lezen en reeds in debladzijden van het Oude Verbond de tekenen,

gestalten, sporen van Christus’ aanwezig-heid ontdekken, want dat alles anticipeerdeop en was een voorafbeelding van hetgeenvolle werkelijkheid zou worden in de Verre-zen Gekruisigde.

Dat deed ook Petrus op de Pinksterdag,toen hij, nadenkend over de gebeurtenissenin Christus’ leven die hem ertoe brachtenChristus te belijden als Messias en Heer, hetgetuigenis van de Schrift voorhield omdathij daarin een geheel op Jezus gerichtpatroon ontwaarde (vgl. Hnd 2,17-21.25-28.34-35). Dat deed ook Paulus toen hij,terugziende op de geschiedenis van Israël,en met name op het gebeuren van het waterdat bij Massa en Meriba uit de rots opwelde(Ex 17,1-7; Num 20,1-11), verzekerde: “Zedronken allemaal dezelfde geestelijke drank,want zij dronken uit een geestelijke rots diemet hen meetrok, en die rots was Christus”(1Kor 10,4).

Zo mogen en moeten wij opnieuw debladzijden van de Schrift lezen, en daarinde tekenen, gebeurtenissen en woordenterugvinden die ‘het beeld’ zijn van Christusen van zijn tegenwoordigheid. Als we temaken krijgen met moeilijkheden, ver-moeidheid en beproevingen zullen we zo dehoop niet laten varen omdat we er zekervan zijn dat ook in onze tijd de Heer aanwe-zig is en zijn volk leidt door alle gebeurte-nissen heen, juist zoals Hij bij hun uittochtuit Egypte de Israëlieten in de woestijn nietin de steek liet, maar “voor hen uit ging;overdag in een wolkkolom om hen te leidenop de weg; ‘s nachts in een vuurzuil om hunlicht te zijn. Zo konden zij dag en nachtdoortrekken” (Ex 13,21). We kunnen het danook de profeet Sefanja nazeggen: “Jubel,dochter van Sion! Juich, Israël. ... De koningvan Israël, de Heer, Hij is binnen uw muren:u hebt geen kwaad meer te vrezen ... Weesniet bang, Sion; laat uw handen niet ver-slappen! De Heer uw God is binnen uwmuren, een reddende held. Hij zal zich ver-

Kerkelijke documentatie 2000 • 17050

27. Katechismusvan de katholiekekerk, 638.

28. Paulus VI, Ope-ningstoespraak bijde tweede sessievan het Concilie (29november 1963),Inleiding.

Page 25: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

171 • 2000 Kerkelijke documentatie 51

29. Eerste Bijzon-dere Bisschoppensy-node, 1.

30. A.w., 2.

31. A.w., 3.

heugen in vreugde om u en zijn liefde stil-zwijgend laten blijken” (Sef 3,14-18).

En krachtens dit geloof in de verrezenHeer en de ontmoeting met Hem die leeft enaanwezig is, kunnen en moeten wij metnieuwe ogen kijken naar de geschiedenis vanmensen en wereld – en dus ook naar degebeurtenissen in verleden en heden inEuropa – en in personen en gebeuren eenverwijzing ontdekken naar Christus en naarde wijze waarop ‘God met ons is’.

Het verlangen naar Jezus Christus

28. Geleid en verlicht door de nieuwe ogenvan het geloof waarmee wij in de gekruisig-de en verrezen Christus het centrum erken-nen van de geschiedenis en het hart van dewereld, is het niet moeilijk vast te stellen datin ons Europa de processen van secularisa-tie, of beter gezegd van ontchristelijking, diesoms dramatisch leiden tot een soort wijdverbreid nieuw-heidendom, nog steeds aande gang zijn, ook al er schijnt er steeds meervaste en sterke vraag te komen naar spiritu-aliteit en godsdienstigheid, een vraag dieniet direct als christelijk kan worden aange-duid, mede vanwege haar in wezen eclec-tisch en relativerend karakter, waardoor zijmoeilijk Jezus Christus als enige Heilandkan erkennen. Deze vraag blijft voor hetgrootste deel verbonden met de sociale enculturele ontwikkelingen waarop zij eenreactie is.

Maar we moeten tegelijk erkennen dat“een verlangen naar religieuze ervaring zichhandhaaft, zij het in een veelvoud van vor-men die maar moeilijk met elkaar in over-eenstemming te brengen zijn en de mensendikwijls vèr afleiden van authentiek christe-lijk geloof” en dat “Europa zich in zijngeheel voor de uitdaging om opnieuw voorGod te kiezen bevindt.”29

We leven dus niet in een tijd waarin

enkel het bestaande in stand moet wordengehouden. Veeleer is moment gekomen omiets nieuws voor te houden, en wel allereerstJezus Christus die leeft in zijn kerk, als enigeware en vaste bron voor hoop.

In die richting gingen de slotverklarin-gen van de Eerste Bijzondere Bisschoppen-synode voor Europa. Er spreekt immers hetduidelijke besef uit dat de kerk zich er niettoe kan beperken in algemene dienst van debeschaving te staan, ook al betreft het eenmeer waarachtige menselijke beschaving.Veelmeer dient zij het evangelie onverkorten trouw aan de inhoud te verkondigen, ende mensen van onze tijd, in een persoonlijkeverbondenheid met Jezus onze Heer, te hel-pen leven volgens de geest van de zaligspre-kingen. In die zin stelde de slotverklaringdat “Europa zich thans niet eenvoudigwegmag beroepen op zijn christelijk erfgoed uithet verleden: het moet de kracht vinden omopnieuw in de ontmoeting met de persoonen boodschap van Christus over zijn toe-komst te beslissen”.30 De ontmoeting van deEuropese mens met de levende persoon vanJezus onze Heer moest, en moet ook nu nog,gestimuleerd worden, een ontmoeting dieertoe leidt Hem aan te hangen en de mensdaarbij steunt. Vandaar dat het noodzakelijkis het kernpunt van het evangelie te herha-len en een levende, nabije God te verkondi-gen die zich in de ervaring van reeds begon-nen communio aan ons mededeelt en vastehoop geeft op het eeuwige leven, in de over-tuiging dat ‘als de kerk deze God verkondigt,zij niet over een onbekende God spreekt,maar over God die ons zozeer heeft liefge-had dat zijn Zoon voor ons is mens gewor-den; een God die ons nabij is, zich aan onsmededeelt, zich met ons verenigt, werkelijk‘Emmanuel’ (vgl. Mt 1,23).31 Tegelijk volgteruit dat men alle consequenties van hetevangelie moet herhalen, in het bijzonderdie welke betrekking hebben op de mens,zijn leven en waarheid, in het besef dat “de

Page 26: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

zaak van God absoluut niet tegengesteld isaan de zaak van de mens. Veeleer makenjuist de zuiver aardse beloften – zoals dejongste geschiedenis leert – uiteindelijk demens op totalitaire wijze tot slaaf.”32

Nu acht jaar later moeten we nagaanhoe onze weg is verlopen, en haar met noggroter vastberadenheid vervolgen. We wor-den daarbij geleid door hetgeen JohannesPaulus II zegt: “Wil er in Europa een nieuweontmoeting plaats hebben met het evangelievan Jezus Christus, dan is er onder de chris-tenen vooral spirituele openheid, nieuwevastberadenheid en vreugdevol geloofnodig. Alleen op die manier zal het mogelijkzijn ‘getuigenis te geven van onze hoop’;alleen zo zal het geloof een scheppende spi-rituele en culturele kracht worden.”33

Daartoe wil de synode voor allesopnieuw het ware geloof voorhouden inJezus onze Heer, die verrezen is en leeft,enige Heiland, aanwezig in zijn kerk. Op dedrempel van het derde millennium – in hetvoetspoor van het Tweede Vaticaans Conci-lie waarvan de paus zegt dat “het een provi-dentiële gebeurtenis was waarmee de kerkbegon aan de meer onmiddellijke voorberei-ding op het jubileum”34 van het jaar 2000 –wil de synode de particuliere kerken vanEuropa helpen komen tot een hernieuwdbesef van de “ene en veelvuldige, sterke enopwekkende, geheimnisvolle en klare, zoeteen innige band, waardoor wij verbondenworden met Jezus Christus; waardoor delevende en heilige kerk die wij zijn, vereendwordt met Christus van wie wij uitgaan,door wie wij leven en naar wie wij heen-trekken”.35 Zoals indertijd het Concilie wil desynode dus Onze Heer Jezus Christus belij-den en vieren als “mensgeworden Woord,Zoon van God en Mensenzoon, Verlosservan de wereld, hoop van het mensdom,onze enige en hoogste Leermeester, Herder,Brood des levens, onze Hogepriester en OnsOffer, de enige Middelaar tussen God en de

mensen, Heiland van de aarde en Koningvan de komende eeuwigheid”.36

Jezus Christus, de verrezene, enigeVerlosser

29. Nogmaals moeten wij met kracht enovertuiging uitspreken dat wij niet zonderChristus kunnen: wij hebben Hem nodig,voor ons heil en voor de volle verwerkelij-king van de menselijke waarden.

Met waarachtig en vurig geloof moetende particuliere kerken van Europa het Pau-lus VI nazeggen: “Christus is noodzakelijk;zonder Hem is niets mogelijk; zonder Hemis het niet mogelijk te leven,”37 “Christus isonze Heiland. Christus is onze hoogste wel-doener. Christus is onze bevrijder. We heb-ben Christus nodig om in de tijdelijke ordewaardige en echte mensen te kunnen zijn,gered en tot de bovennatuurlijke orde ver-heven.”38

Zoals Johannes Paulus II meerderemalen in zijn toespraken tot mannen envrouwen uit Europa heeft gezegd, wil desynode duidelijk doen horen dat JezusChristus Heer is van de geschiedenis, inhouden wezenskern van de heilsboodschap, Weg,Waarheid en Leven (vgl. Joh 1,6), enigeware hoop voor alle geslachten, uitgangs-punt voor de nieuwe evangelisatie. Hij isons Pasen; in Hem, door zijn kruis en zijnverrijzenis, heeft God zich voor alle tijdenin een nieuw en eeuwig verbond met demens verenigd; Hij is het geheim van Euro-pa’s kracht. Vandaag en altijd is Jezus bronvan hoop omdat in Hem Gods beloften vol-ledig in vervulling zijn gegaan: Hij open-baart ons, zonder angst te worden tegenge-sproken, dat onze God een trouwe God isdie doet wat Hij beloofd heeft en zijn belof-ten uitvoert.

En in het bijzonder bevrijdt Jezus demens van alle knechtschap; alleen Hij is in

Kerkelijke documentatie 2000 • 17252

32. T.a.p.

33. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de Oostenrijksebisschoppen bij hunAd Limina-bezoek(25 april 1993), in:L’OsservatoreRomano (6 mei1992), 9.

34. Vgl. Tertio mil-lennio adveniente,18.

35. Openingstoe-spraak bij de tweedesessie van het Con-cilie (29 november1963), Inleiding.

36. T.a.p.

37. Paulus VI, Toe-spraak bij de Alge-mene audiëntie (3februari 1963), in:Insegnamenti diPaolo VI, III (1965),849.

38. Paulus VI, Homi-lie onder de Mis te‘Quezon Circle’ teManilla (29 novem-ber 1970), in: Inseg-namenti di Paolo VI,VIII (1970), 1242.

Page 27: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

staat om ‘s mensen onstuitbare drang naarvrijheid volkomen te bevredigen; Hij is hetenige uiteindelijke antwoord op de zin vanhet leven, en op de fundamentele vragenwaarmee ook tegenwoordig nog zoveel zoe-kende mannen en vrouwen in Europa wor-stelen, want alleen in Hem vinden de diepsteverlangens van de mens het meest volledigeantwoord. Zoals Johannes Paulus II onlangsbevestigde, wil de synode Christus verkon-digen als “Degene die de mens aan zichzelfopenbaart in zijn volheid van kind van God,in zijn onvervreemdbare menselijke waar-digheid, in de grootheid van zijn intellectdat de waarheid vermag te kennen, en vanzijn wil die tot juist handelen in staat is.”39

Dat stemt bovendien volledig overeen methet humanisme van West- en Oost-Europa,ook al “is in de loop van de tijd, met namein de moderne tijd, Christus als scheppervan de Europese geest, schepper van de vrij-heid die in Hem haar wortels heeft, als hetware tussen haakjes gezet ... en heeft zicheen andere Europese mentaliteit gevormddie we kunnen samenvatten met de zin:laten we denken en leven alsof God niet zoubestaan”.40

30. In samenhang met de huidige groeiendepluriformiteit in Europa op godsdienstiggebied wil de synode bovendien belijden datChristus de enige en universele Heiland is,en dat dus het christendom in geen enkelopzicht te herleiden is tot de andere gods-diensten. Overeenkomstig de leer van hetConcilie en meer recente uitspraken van hetMagisterium41 gaat het erom het eigengeloof te vernieuwen, en te verkondigen datJezus de ene en enige heilsbemiddelaar isvoor heel de mensheid. Alleen in Hem vin-den mensheid, geschiedenis en kosmos hundefinitieve positieve betekenis en volle ver-werkelijking. Hij is niet alleen bemiddelaarvan het heil, maar ook de bron zelve daar-van. “Door niemand anders komt de red-

ding, want er is onder de hemel geen anderenaam aan de mensen gegeven waardoor wijons kunnen laten redden” (Hnd 4,12). In hetlicht van deze kristalheldere uitspraak vanPetrus gevoelen wij ons samen met Johan-nes Paulus II op de vooravond van het grotejubileum van het jaar 2000 gedrongen “deleer te verhelderen en te verdiepen overChristus als enige Middelaar tussen God ende mensen en als enige Verlosser van dewereld, waarbij Hij duidelijk onderscheidenwordt van de stichters van de andere grotegodsdiensten. Met oprechte eerbiedbeschouwt de kerk de waarheidselementendie in deze godsdiensten aanwezig zijn alseen afspiegeling van de Waarheid die allemensen verlicht.”42

Jezus is aanwezig in de kerk

31. Ook in de moeilijkste situaties, als dehoop vervlogen is en het geloof in crisisverkeert, is Jezus aanwezig; Hij laat zijnkerk niet in de steek, maar wordt haar reis-gezel. Hij is als het ware de reiziger die dekerk als zijn beminde bruid op haar gangnooit in de steek laat, maar voor haar zorgten haar vergezelt met een fijngevoeligheiddie een teken is van zijn absoluut belange-loze liefde.

Ook dat leert ons het verhaal van deEmmaüsgangers: “Jezus voegde zich bijhen. Maar hun ogen waren niet bij machteHem te herkennen” (Lc 24,15-16). Ook zon-der herkend te worden is Jezus aanwezig,kruist Hij hun weg, wordt Hij een aandach-tig luisterende reisgezel, wijst Hij de weg.Zoals Augustinus schreef: “Hij ging over deweg als reisgezel; en Hij was zelfs degenedie hen voorging. Zij dan zagen Hem, maarkonden Hem niet herkennen. Hun ogen –zoals we gehoord hebben – waren niet bijmachte Hem te herkennen. Hem zien kon-den ze wel, Hem herkennen niet.”43

173 • 2000 Kerkelijke documentatie 53

39. Vgl. Pre-syno-daal Symposium, 3.

40. Johannes Pau-lus II, Homilie tijdensde Mis van de zalig-verklaring van P.Rafal Chylinski teWarschau (9 juni1991), 6, in: L’Osser-vatore Romano (24juni 1991), 10.

41. Vgl. JohannesPaulus II, EncycliekRedemptoris Missio(7 december 1990);vgl. Pauselijke Raadvoor InterreligieuzeDialoog – Congrega-tie voor de Evangeli-satie der Volkeren,Dialoog en verkon-diging: overwegin-gen en inzichtenmet betrekking totde interreligieuzedialoog en de ver-kondiging van hetEvangelie van JezusChristus (19 mei1991) (voortaanaangeduid als Dia-loog en verkondi-ging).

42. Tertio millennioadveniente, 38.

43. Augustinus,Sermo 235, 2, in: PL

38, 1118.

Page 28: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Dit heeft de kerk steeds beleden en blijft zijbelijden. Opgestegen ten hemel en verheer-lijkt, blijft Jezus op aarde in zijn kerk:“Nadat zijn zichtbare aanwezigheid aan hunogen onttrokken was, liet Jezus zijn leerlin-gen niet verweesd achter (vgl. Joh 14,18).Hij heeft hun beloofd bij hen te blijven totaan het einde der tijden (vgl. Mt 28,20), Hijheeft hun zijn Geest gezonden (vgl. Joh20,22; Hnd 2,23). De gemeenschap metJezus is hierdoor in zekere zin innigergeworden: ‘Door zijn Geest aan zijn broe-ders die Hij uit alle volken samengeroepenheeft, mee te delen, heeft Hij hen opgeheimvolle wijze tot zijn lichaam gemaakt’(Lumen gentium, 7).”44 Jezus handelt nogsteeds door de machtige tussenkomst van deTrooster Geest ‘die getrouw blijvend in her-innering brengt’ wat Jezus heeft gezegd engedaan (vgl. Joh 14,26), en die dag na dagJezus gestalte geeft in de kerk en bij de leer-lingen en hen zo maakt tot het levendLichaam van Christus.

32. Volgens de leer van het Concilie is onzeHeer Jezus op vele en uiteenlopende manie-ren aanwezig: “Christus is altijd bij zijn kerkaanwezig, vooral in de liturgische handelin-gen. Hij is aanwezig in het misoffer, zowelin de persoon van de bedienaar ... als heelbijzonder onder de eucharistische gedaan-ten. Persoonlijk is Hij aanwezig door zijnkracht in de sacramenten ... Persoonlijk isHij aanwezig in zijn woord, want Hijzelfspreekt, wanneer de heilige schriften in dekerk gelezen worden. Persoonlijk is Hij ten-slotte aanwezig wanneer de kerk bidt enzingt, Hijzelf die beloofd heeft: ‘Waar ertwee of drie verenigd zijn in mijn Naam,daar ben Ik in hun midden’ (Mt 18,20).”45 Hijis “tegenwoordig bij zijn kerk als zij werkenvan barmhartigheid beoefent, niet alleenomdat wij, als wij een weinig goeds doenaan een van zijn geringste broeders, het aanChristus zelf doen (vgl. Mt 25,40), maar ook

omdat Christus zelf die werken verricht doormiddel van zijn kerk en altijd met goddelij-ke liefde de mensen te hulp komt. Hij istegenwoordig bij zijn pelgrimerende kerk,die haakt naar de haven van het eeuwigleven; Hij woont immers in onze hartendoor het geloof (vgl. Ef 3,17) en Hij stortdaarin de liefde uit door de werking van deHeilige Geest die Hij ons schenkt.”46 Hij isaanwezig “in de armen, de zieken, degevangenen (Mt 25,31-46), in de sacramen-ten waarvan Hij de bewerker is”.47

Een andere speciale tegenwoordigheidvan de Heer is waar te nemen in individuelepersonen die op bijzondere wijze met Hemzijn verbonden. “In het leven van degenendie, in onze mensheid delend, nietteminvollediger naar het beeld van Christus zijnomgevormd (vgl. 2Kor 3,18), doet God zijnaanwezigheid en zijn gelaat stralend voorde mensen verschijnen. Door hen spreektGod ons aan en geeft Hij ons een teken vanzijn rijk.”48 Zo is Jezus ook tegenwoordigbinnen gezinnen, groepen, bewegingen,parochiegemeenschappen, overal waar eenmens door lief te hebben het nieuwe gebodvan de liefde beleeft en gestalte geeft (vgl.Joh 15,17). Zijn tegenwoordigheid manifes-teert zich vooral binnen een concrete chris-telijke gemeenschap die één van hart engeest in liefde leeft en zich de wijze vanhandelen van de apostolische kerk eigenmaakt (vgl. Hnd 2,42-48; 4,32-35).

Jezus is in de kerk, zijn Lichaam, zozeeraanwezig dat het handelen zelf van de kerkeen deelname is aan Jezus’ zending. Alleswat de kerk ‘heeft’ en ‘is’, is vrucht van deschenkende liefde van Christus. De kerk‘wordt niet alleen geboren’ uit de liefde ende gave van Christus die haar heeft liefge-had en zich voor haar heeft overgeleverd(vgl. Ef 5,25), maar zij ‘is’ deze zichzelfwegschenkende liefde die in geschiedeniszichtbaar en werkzaam is geworden. ZoalsChristus het ‘sacrament’ is van de liefde van

Kerkelijke documentatie 2000 • 17454

44. Katechismusvan de katholiekekerk, 788.

45. Tweede Vati-caans Concilie, Con-stitutie over de hei-lige liturgieSacrosanctum Con-cilium, 7.

46. Paulus VI, Ency-cliek Mysteriumfidei (3 september1965); vgl. ook Heili-ge Congregatie vande Riten, Instructieover de eredienstvan het eucharis-tisch mysterie (25mei 1967), 9.

47. Katechismusvan de katholiekekerk, 1373; vgl. ook1374.

48. Tweede Vati-caans Concilie, dog-matische Constitutieover de kerk Lumengentium, 50.

Page 29: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

de Vader, zo is de kerk het ‘sacrament’ vande liefde van Christus. Dat is de reden vanhaar bestaan; daartoe is zij door Christus inde wereld gezonden. Daaruit volgt dat opverschillende wijze, en alle zwakheden enonvolkomenheden ten spijt, de kerk de Heervertegenwoordigt, deel heeft aan zijn heils-zending, door de kracht van zijn Geestwordt bezield en ondersteund. ZoalsAmbrosius schreef: “De kerk schittert nietdoor haar eigen licht, maar door de afglansvan Christus”,49 van Wie zij het levendsacrament is.

“Inderdaad, we zijn ons maar al te goedbewust van onze beperkingen, maar veelsterker is onze zekerheid van zijn aanwezig-heid in zijn nooit aflatend heilswerken.”50

Deze geloofsbelijdenis wil de synode zonderenige terughoudendheid verkondigen. Het isook de reden voor het gewetensonderzoekwaartoe de synode in onze lokale kerken wilstimuleren.

De kerk, ‘mysterie’ en ‘communio’

33. Verkondigen dat Jezus in zijn kerk aan-wezig is leidt ertoe, de kerk zelf in haardimensies van ‘mysterie’ en ‘communio’ tebeschouwen.

Spreken over het ‘mysterie’ van de kerkbetekent haar sacramentele aard uitzeggen,dat wil zeggen benadrukken dat haar wor-tels gelegen zijn in het geheim van Christusdie haar opbouwt. Ze is gave van God, inJezus Christus zichtbaar geworden en mee-gedeeld door de Geest uit wie ze voortkomten die haar leven schenkt. Het door hetWoord aangekondigde en in de sacramententegenwoordig gestelde paasmysterie is debron van haar bestaan en haar zending. Indeze zin “is de kerk, als sacrament, instru-ment van Christus. ‘Zij wordt door Hem ookgebruikt voor de verlossing van allen’(Lumen gentium, 1), ‘het universeel heilssa-

crament’ (a.w., 48), waardoor Christus ‘deliefde van God voor de mens tegelijk zicht-baar maakt en verwezenlijkt’ (Gaudium etspes, 45). Zij is ‘het zichtbare plan van deliefde van God voor de mensheid’ (PaulusVI, toespraak van 22 juni 1973), die wil ‘datheel het menselijk geslacht één volk vanGod vormt, tot één lichaam van Christussamengroeit en tot één tempel van de heili-ge Geest wordt opgebouwd’ (Ad gentes, 7;vgl. Lumen gentium, 17).”51

Spreken over de kerk als communiobetekent op de eerste plaats zeggen dat dekerk niet alleen ‘rond Christus’ verzameld is,maar dat ze ‘in Hem’, in zijn Lichaam, ver-enigd is.52 “Christus en de kerk, dat is dus ‘degehele Christus’. ... De kerk is het lichaam,waarvan Christus het hoofd is: zij leeft van-uit Hem, in Hem en voor Hem; Hij leeft methaar en in haar.”53 Vanuit die zekerheid kun-nen en moeten we zeggen wat Jeanne d’Arcooit zei voor haar rechters: “Jezus Christusen zijn kerk zijn één, en daartegen mag mengeen moeilijkheden maken.” Dat betekentweer opnieuw een verwijzen naar deze‘communio’ die berust op de gemeenschapmet God in de heilige Geest door JezusChristus die werkelijkheid is geworden in dekerkelijke communio, welke weer gericht isop de eenheid van de gehele mensheid.

34. In het licht van dit alles blijkt in Europa,zij het met accentverschillen tussen Oost enWest, een zeer uiteenlopende opvatting teheersen over de kerk als ‘mysterie’, welkehet bonte beeld weerspiegelt van het huidi-ge christendom.

Er zijn groepen mensen die in hun levenduidelijk op de gemeenschap gericht zijn, endie op verscheidene wijzen in de vorm vanmedewerking en medeverantwoordelijkheidde last van het kerkelijk leven dragen; hoe-wel in het algemeen in de minderheid, isvoor hen de kerk een mysterie, een commu-nio, een zending, zoals ze uit bepaalde

175 • 2000 Kerkelijke documentatie 55

49. Ambrosius, Exa-meron, dies IV, ser.VI, c. 8, 32, in: CSEL

32/I, 1/138.

50. Johannes Pau-lus II, Toespraak totde Raad van Euro-pese Bisschoppen-conferenties (16april 1993), 9, in:L’OsservatoreRomano (21 april1993), 6 (voortaanaangeduid als Toe-spraak Raad vanEuropese Bisschop-penconferenties).

51. Katechismusvan de katholiekekerk, 776.

52. Vgl. a.w., 789.

53. A.w., 795, 807.

Page 30: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

documenten van het Tweede Vaticaans Con-cilie naar voren komt en nog duidelijkerbeschreven is in de verschillende SynodaleVergaderingen en toespraken van de paus.Onder deze groepen moeten tegenwoordigtalrijke gemeenschappen van godgewijdleven worden gerekend, de verschillendemannen en vrouwen die in de zielzorgwerkzaam zijn, de leden van verschillendekerkelijke genootschappen en bewegingen.

Een grotere groep mensen, ook onder dechristenen, deelt daarentegen de tegen-woordig heersende publieke en ook kerkelij-ke opvatting over de kerk, waarbij dezealgemeen gezien wordt als een hiërarchischgeleed instituut dat met haar uitspraken –vooral op het gebied van de moraal – zichverzet tegen het streven van hen die voorzich en voor anderen ruime vrijheid opeisenen die zich niet door een ander de wet ofhoe ze moeten handelen willen laten voor-schrijven. In veel gevallen zien de mensende kerk als een instituut en een humanitaire,charitatieve en culturele organisatie, eensoort ‘dienstverlenende instantie’ op allerleigebied, die als zodanig gebruikt en gewaar-deerd moet worden. Onder de oorzaken vandeze mentaliteit kunnen genoemd worden:het beeld dat de media van de kerk geven;de zware erflast van de individualistischewijsbegeerte uit de voorbije eeuwen; eengeringer accent dat in prediking en onder-richt gelegd wordt op het mystiek karaktervan de kerk; een kerkelijk optreden dat vaakniet bevorderlijk is voor de communio enonvoldoende berust op wederzijds respecten eerlijk luisteren naar de meningen vaneen ander. Met name schijnt deze wijd ver-spreide mentaliteit samen te hangen met hetzorgwekkende feit dat men de kerk nietmeer ziet als sacramentele werkelijkheid,hetgeen in veel kringen negatieve gevolgenheeft: het afnemend aantal priesterwijdin-gen in veel Europese landen is te wijten aandeze veranderde kerkopvatting, die het

priesterambt niet meer ziet als een sacra-mentele levensstaat maar alleen als een,indien nodig vervangbare, functie in de ker-kelijke organisatiestructuur. Dit alles is ver-bonden met een geringer besef dat JezusChristus door zijn Geest in de kerk aanwezigis. Daarom is het noodzakelijk om in evan-gelieverkondiging, catechese en pastoraalgrondiger in te gaan op het begrip kerk alsmysterie, communio en zending.

Tot slot zijn er ook kleine groepenkatholieken die heimwee hebben naar hetverleden en die binnen de lokale gemeen-schappen tot min of meer grote spanningenkunnen leiden.

Beschouwt men de kerk als een ‘commu-nio’, dan kan men onder de concrete manie-ren om dit aspect gestalte te geven, noe-men: liturgische vieringen, gebed, lectiodivina, sacramenteel leven, bedevaarten. Insamenhang hiermee moet nogmaals gewe-zen worden op de groeiende betekenis vanbepaalde geestelijke gemeenschappen engroeperingen van christelijk leven, maartegelijk moet vastgehouden worden aan hetbelang van de parochie als de ruimte bij uit-stek van ‘beleefde communio’.

Derde deel: Jezus Christushoop voor Europa

Naar een kerk die ‘het evangelievan de hoop’ verkondigt, vierten dient

Uit de ontmoeting met Jezus komt dezending voort

35. Toen ze de verrezen en levende Christushadden herkend, dachten de twee leerlingenwellicht dat hun tocht in Emmaüs eindigdeen dat Jezus bij hen zou blijven. Maar juisttoen hun de ogen opengingen en zij Hem

Kerkelijke documentatie 2000 • 17656

Page 31: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

herkenden was Hij meteen uit hun gezichtverdwenen (Lc 24,31). Hun tocht eindigdeniet met het troostrijk verstaan van deSchriften of de blijde ervaring van deeucharistie. Hun doel was Jeruzalem, destad Gods, de plaats van waarlijk menselijksamenleven, de ideale stad, symbool vanalle historische en maatschappelijke gebeur-tenissen, en de uiteindelijk van Gods glorievervulde stad (vgl. Apk 21,10). Met anderewoorden: Jezus herkennen als de Verrezeneen de Levende die in zijn kerk leeft, leidtnoodzakelijk tot de ‘zending’, die in de con-crete geschiedenis beleefd wordt, totdatdeze bij de wederkomst van de Heer defini-tief voltooid zal worden.

“Meteen stonden ze van tafel op en gin-gen terug naar Jeruzalem; daar vonden zede elf en hun metgezellen bijeen” (Lc 23,22).Hier wordt een toespeling gemaakt op eenwezenlijk aspect van de zending die alleenin de communio kan worden beleefd, nietalleen rond Woord en eucharistie maar ookrond de apostelen en hun opvolgers. Wekunnen zelfs zeggen dat de zending eenwezensvoorwaarde is van de communio, vande gemeenschap met Jezus waaruit deonderlinge gemeenschap van de christenenvoortvloeit: “De gemeenschap en de zen-ding zijn nauw met elkaar verbonden, door-dringen elkaar en sluiten elkaar in, zozeerdat de gemeenschap tegelijk de bron en devrucht van de zending vormt; de gemeen-schap is missionair en de zending is voor degemeenschap.”54

Bij hun aankomst in Jeruzalem hoordende twee leerlingen het nieuws weerklinken:“Waarachtig, de Heer is opgewekt, aanSimon is Hij verschenen!” (Lc 24,34). Envan hun kant vertelden zij “wat er onder-weg was gebeurd, en hoe ze Hem haddenherkend bij het breken van het brood” (Lc24,35). We worden zo verwezen naar dekern inhoud van de gehele zending van dekerk, van de verkondiging, de eredienst en

de dienst aan de naaste: de boodschap datde verrezen en levende Christus de enigeHeiland is van alle mensen, moet nu ensteeds door blijven klinken in iedere lokalekerk, onder de verschillende particulierekerken en tot aan de uiteinden der aarde.Daartoe wil de synode opwekken. Alles watwij in de levende traditie van onze voorva-deren gedurende de evangelisatie van onscontinent om niet van God hebben ontvan-gen, en wat wij in ons hebben opgenomendoor te luisteren naar het Woord en desacramenten te vieren, moeten wij op onzebeurt, naar de overtuiging van de synode,om niet aanbieden aan de Europeanen vanonze tijd en aan allen naar wie de Heer onszendt. De vreugde die de Verrezene ons doetondervinden bij de uitleg van de Schriftenen het breken van het brood dwingt ons enalle lokale kerken ‘Emmaüs te verlaten’ omaan anderen de ons geschonken volle zinvan het leven terug te schenken, waarnaarook zij een diepe heimwee hebben, zelfs alzijn ze onverschillig of schijnen zij er afwij-zend tegenover te staan.

36. Voor deze uitdaging staat de kerk inEuropa. De woorden van Johannes Paulus IIzijn een aan haar en aan alle in de wereldverspreide kerken gerichte oproep tot ver-antwoordelijkheidsbesef: “Terwijl zij zichlaat inspireren door de pedagogiek van demenswording, is de christengemeenschapgeroepen om samen met Christus aan dezijde te gaan van de mens van deze tijd,hem te ondersteunen bij de moeizame zoek-tocht naar de Waarheid en hem op een ofandere wijze de aanwezigheid van de Ver-losser te doen aanvoelen in de sleur van zijnleven, dat verbonden is met onzekerheidover wat komen gaat, onrecht, ontredderingen soms ook wanhoop. In vertrouwen op deaanwezigheid van de Heer zullen de christe-nen door te luisteren, door dialoog, doorviering van het Woord en de sacramenten

177 • 2000 Kerkelijke documentatie 57

54. Johannes Pau-lus II, postsynodaleapostolische Exhor-tatie Christifideleslaici (30 december1988), 32.

Page 32: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

hun tijdgenoten weg kunnen leiden vanverwarring en gemis aan vertrouwen naarhet blijde getuigenis van de verrezen Chris-tus.”55

Tegenover een dergelijke visie op hetmissionair aspect van het mysterie van dekerk schijnt in onze particuliere kerken eenzekere lauwheid te heersen: bij een pastoraalvan ‘behoudzucht’ blijft de zending vaakbeperkt tot de dagelijkse routine en de ker-kelijke praktijk; er valt een zekere weerzinte bespeuren om ‘uit zijn schulp te kruipen’en een initiatiefrijker en meer vernieuwendepastoraal ter hand te nemen (een weerzindie soms, althans bij sommige kerkelijkegemeenschappen in voormalige communis-tische landen mede veroorzaakt lijkt te zijndoor de complexe sfeer van angst, achter -docht, afhankelijkheid en gebrek aan creati-viteit die door het aan het bewind zijnderegime werd opgelegd); vanwege de vaakheldhaftige aanwezigheid van de missiona-rissen uit de eigen plaatselijke kerken wordtde ‘zending ad gentes’ zeer gewaardeerd,maar ondervindt ook moeilijkheden vanwe-ge het afnemend aantal roepingen; dezeterugloop is deels te wijten aan het feit datde particuliere kerken voor hun behoeftengeen oog schijnen te hebben.

Deze stand van zaken mag er echter niettoe leiden ontmoedigd de handen in deschoot te leggen, maar moet ons extra prik-kelen om te zorgen voor een zending die hethuidige Europa weer hoop geeft.

Europa weer hoop schenken

37. De synode wil duidelijk uitspreken datde hoop van Europa het kruis van Christusis: “Als teken van de verzoenende liefde vanGod voor de mensen die lijden en doodoverwint, is het kruis de belofte van debroederschap onder alle mensen en volken,bron van kracht voor de beginnende nieuwe

schepping.”56 De synode wil uitspreken datde hoop een hechte basis heeft als wij onsnaar Gods wil trachten te schikken door onspersoonlijk open te stellen voor het geloof.57

Wanneer wij dit doen worden we geleiden ondersteund door de zekerheid dat“Christus de weg is, onze innerlijke en uit-wendige wonden geneest en in ons hetbeeld van God herstelt dat wij door dezonde hebben verduisterd”,58 de zekerheidook dat, wanneer de christelijke wortels vanEuropa weer ontdekt en tot leven gebrachtzijn, ze ons allen een levende hoop en nieu-we dynamiek kunnen geven waardoor wede huidige moeilijkheden te boven zullenkunnen komen en kunnen zorgen voor eentoekomst van groeiende geestelijke en men-selijke vooruitgang.59

Hiervan overtuigd zijn is noodzakelijk,willen wij Europa op de drempel van hetnieuwe millennium nieuwe hoop bieden. “DeHeilige Deur van het jaar 2000 zal open-gaan voor een samenleving die verlichtmoet worden door het licht van Christus.Aan het ‘oude Europa’ is de gave van hetevangelie geschonken, maar het heeft thanseen hernieuwde verkondiging nodig van hetevangelie, die mensen en volkeren, vrijheiden waarheid met elkaar helpt verenigen, endie de geestelijke en ethische grondslagenveilig stelt voor economische en politiekeeenwording van het continent.”60

Bovendien is het absoluut zeker datalleen de verrezen Christus de solide grond-slag kan zijn voor de sociale vernieuwingvan Europa, en dat de particuliere kerkentot die vernieuwing kunnen bijdragen doorzich om Christus te scharen, hun vertrou-wen te stellen op Hem die onder ons tot aanhet einde der tijden aanwezig is en leeft, enhun plannen en pastorale activiteiten opHem alleen te doen berusten.61 En ondanksalle moeilijkheden en problemen mag hetvertrouwen niet verloren gaan want – zoalsde paus ondanks alle pessimistische gelui-

Kerkelijke documentatie 2000 • 17858

55. Johannes PaulusII, Toespraak tot deleden van het Cen-traal comité van hetgrote Jubileum vanhet jaar 2000 (5 juni1996), 5, in: L’Osser-vatore Romano (19juni 1996), 3.

56. Johannes PaulusII, Toespraak bij deviering van de ‘Euro-pese Vespers’ op deHeldenplatz teWenen (10 septem-ber 1983), 1, in:L’OsservatoreRomano (19 sep-tember 1983), 3.

57. Johannes PaulusII, Boodschap aan de90e Katholikentagte Berlijn (23 mei1990), in: L’Osserva-tore Romano (25-26mei 1990), 5.

58. Johannes PaulusII, Toespraak tot deBulgaarse bisschop-pen bij hun Ad Limi-na-bezoek (7november 1998), 3,in: L’OsservatoreRomano (18 novem-ber 1998), 3.

59. Johannes PaulusII, Toespraak tot deSpaanse bisschop-pen van de kerkpro-vincies van Grana-da, Sevilla enValencia bij hun AdLimina-bezoek (7juli 1998), 8, in:L’OsservatoreRomano (22 juli1998), 5.

60. Johannes PaulusII, Angelus (14februari 1999), 1, in:L’OsservatoreRomano, (17 februa -ri 1999), 1.

61. Vgl. ToespraakRaad van EuropeseBisschoppenconfe-renties, 1.

Page 33: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

den herhaaldelijk met kracht heeft gezegd –“bij het naderen van het derde millenniumvan de verlossing bereidt God een grotechristelijke lente voor, waarvan de dageraadreeds zichtbaar is” (Redemptoris missio,86).62

38. Wanneer we vanuit dit oogpunt zien hoehet staat met onze particuliere kerken ennagaan hoe zij zichzelf ervaren, blijkt dat ereen wijd verspreide overtuiging heerst datJezus Christus, levend in zijn kerk, nogsteeds een bron van hoop is voor Europa.Tegelijk wordt echter benadrukt dat dit nietautomatisch gebeurt, maar alleen in zoverrede plaatselijke kerken in deze tijd in al hungeledingen zich inspannen om de evangeli-sche arbeid van Jezus van Nazaret tijdenszijn aardse bestaan na te leven en concreetgestalte te geven: zijn menselijkheid ennederigheid; zijn relatie als Zoon tot deVader van het leven; zijn gezalfd zijn doorde Geest en zijn zending in de wereld; zijnactief medeleven met mensen in nood; alwat Hij deed om mensen te bevrijden vanallerlei vormen van onderdrukking en omhun weer gezondheid, vreugde en leven teschenken; zijn waarheidsliefde; zijn getui-gen van het Rijk van gerechtigheid en vredetot zijn totale zelfoffering toe.

Vandaar een grote overeenstemmingover de noodzaak om de huidige Europeaanweer de zin van het leven bij te brengen envoorwaarden te scheppen opdat de kerk kanlaten zien dat de persoon van Jezus hoopbetekent voor Europa. Dat betekent, in detrouw van de Heer en in zijn verrijzenis debron en steun erkennen van haar eigenhoop; de noodzaak om op begrijpelijke enstimulerende manier de persoon van Chris-tus en de christelijke waarden voor te stel-len; mensen en culturen gevoelig makenvoor het bovennatuurlijke; de mensen dekracht van de goddelijke barmhartigheiddoen ervaren; in woord en daad het geloof

verkondigen op een wijze die de mens vanonze tijd, met name de jeugd, verstaan kan;vooral in bepaalde situaties blijk geven vangemeenschap in verscheidenheid, ook opmaatschappelijk plan.

De bijdrage die de kerk kan leveren omEuropa’s hoop te doen groeien, kan aldusgeschetst worden: de spiritualiteit kan eenantwoord zijn op de leegte en frustratie vande consumptiemaatschappij; de gemeen-schapsgeest kan de barrières slechten vanvooroordelen en nationalismen en van hetuiteengroeien van de samenleving; het mis-sionair getuigenis brengt de zorg tot uitingvoor het welzijn van iedere mens, opdat hijde zin van zijn leven kan vinden.

Vooral in deze tijd van pluriformiteitdient, wat het grondvlak betreft, te wordengeloofd en verkondigd dat de Drie-eenheidbron en oorsprong is van het leven van degehele mens, en dat in de openbaring vande Drie-eenheid de wortels zijn gelegen vande waardigheid van iedere man en vrouwals kinderen van de Vader, geroepen om inonderlinge verbondenheid met elkaar televen en samen met de Geest een gemeen-schap op te bouwen van liefde.

Het gaat er ook om een kerk te zijn diein trouw aan haar theologische kenmerkenuit het Credo – eenheid, heiligheid, katholi-citeit en apostolische aard – in staat isgetuigenis af te leggen, door een waarachtiggeloof, door broederlijke liefde, door eenleven overeenkomstig de zaligsprekingenwaarvan Jezus het voorbeeld is, een een-voudig en menselijk leven, door vergiffenisin onderlinge verbondenheid, door bereid-heid om met de mensen van goede wilsamen te werken en zich in te spannen vooraller welzijn en met name voor mensen innood.

In een dergelijke kerk zullen de gelovi-gen – met de Vader verenigd en gezalfd inde Geest van waarheid – de hoop aan ande-ren kunnen doorgeven, door Jezus’ leven na

179 • 2000 Kerkelijke documentatie 59

62. Johannes Pau-lus II, Toespraak toteen groep bisschop-pen uit de PoolseBisschoppenconfe-rentie bij hun AdLimina-bezoek (12januari 1993), 2, in:L’OsservatoreRomano (3 februari1993), 5.

Page 34: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

te leven, met Hem als pelgrims op weg tegaan naar het Vaderhuis. Zijn menselijkheiden eenvoud zullen hen doorstralen als zemededogen en vergiffenis schenken, en ookvreugde en bevrijding, als ze gerechtigheiden vrede stichten, en als ze voor zich en inde liturgie een gebedsleven leiden als per-soonlijke ontmoeting met de Heer.

39. Toch wijzen sommigen erop dat het ver-band tussen Jezus Christus, de kerk, en dehoop in veel gemeenschappen niet zondermeer duidelijk is. In verschillende particu-liere kerken ziet men ook uiteenlopendehoudingen en vormen van gedrag die dehoop versluieren. Vormen van dergelijkgedrag worden met name genoemd: het ver-langen naar wereldlijke macht, de bekoringom zich te verlaten op de macht van hetgeld en van een goed functionerende orga-nisatie; een – wellicht latente – vorm vannieuw clericalisme; een betwistbare vormvan gezagsuitoefening in de pastoraalwaarbij het gevaar dreigt dat het gewetenwordt gemanipuleerd en men het evangeli-seringswerk dat vooraf moet gaan, ont-loopt; het risico, dat men bij het verlenenvan vele diensten op het gebied van caritasen bijstand toe zal geven aan verfijnde vor-men van paternalisme.

Daaruit volgt dat een gewetensonder-zoek nodig is; de noodzaak om ruimte tescheppen voor een nieuwe toeleg op‘ommekeer’ om de min of meer brede klooftussen het evangelie zoals dit met woordenwordt verkondigd en het evangelie zoals hetin feite wordt beleefd, te dichten of althanskleiner te maken; de noodzaak om in iedervan de plaatselijke kerken een ware solidari-teit te smeden tussen arme en rijke kerken,maar ook in werkelijk openstaan voor dewereld solidaire relaties te onderhouden metde particuliere kerken buiten Europa.

Anderen wijzen erop dat voor het door-geven van de hoop de christelijke vorming

bevorderd moet worden van mensen die eenvan de vrije beroepen uitoefenen, en vanpolitici en ambtenaren; dat door middel vande media een openbare mening moet wor-den gevormd die zich laat leiden door dechristelijke waarden; dat het geloof vraagtzo op te voeden dat men zich ‘Europeaan’en wereldburger voelt.

Vóór alles echter moet er aan bepaaldevoorafgaande voorwaarden worden voldaan,willen onze particuliere kerken bron vanhoop zijn voor het huidige Europa. Dezevoorwaarden betreffen het gelaat van dekerk zelf en haar zijns- en levenswijze. Desynode wil de aandacht vestigen op dezevoorwaarden en om een gewetensonderzoekhieromtrent vragen.

Een kerk die de aanwezigheid en hethandelen van Christus en van zijnGeest erkent en aanvaardt

40. Hoop wordt zwakker of verdwijnt methet zwakker worden of verdwijnen van dezekerheid dat de Heer met zijn Geest aanwe-zig is in wat zich afspeelt in het persoonlijkleven of in het leven van gezin, samenle-ving, kerk, en als men meer en meer ervanovertuigd raakt dat alles aan het toeval isovergelaten en hoe dan ook zinloos is.

Zo dit een van de fundamentele karak-tertrekken is van de heersende crisis vanonze tijd, dan is het de absolute plicht vande kerk te geloven en te betuigen dat ook nunog Jezus Christus met de gave van zijnGeest in de geschiedenis aanwezig is. Hetgaat erom de overtuiging te voeden dat deGeest van Christus bestaat en werkzaam is,dat Hij eerder dan wij aanwezig is, en meeren beter dan wij dingen tot stand brengt;dat de Geest, onzichtbaar en vaak in zwakteen geringheid, werkelijk een rol speelt in destrijd om de overwinning. Hij zet in ruimteen tijd de zending voort van onze Heer

Kerkelijke documentatie 2000 • 18060

Page 35: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Jezus Christus en vormt de kerk tot eenstroom van nieuw leven die door degeschiedenis van de mensheid vloeit alsteken van hoop voor allen.

In haar leven en zending moet de kerkdus handelen, gelovig belijdend dat deGeest de verdeeldheden en verbrokkelingkan overwinnen; dat Hij de harten vredekan schenken en ze hecht met elkaar kanverenigen in de vreugde van de verbonden-heid met de Vader en, in Hem, met de Zoon;dat Hij de ziel is van de eenheid van de kerken dat Hij de christelijke gemeenschap zelftot teken, instrument en profetie maakt vande eenheid van de wereld. De opdracht vande kerk is te geloven en te erkennen dat inde heilige Geest Jezus bezit neemt van deharten die zich voor Hem openstellen doorte luisteren naar het Woord en deel tenemen aan de sacramenten, maar ook meerin het algemeen in de aanvaarding van hetmysterie van leven en dood en in het erva-ren van liefde, solidariteit en gerechtigheid.Het gaat erom dat de kerk gelooft, en doorhaar levensstijl ervan getuigt, dat de heiligeGeest de Heer is die leven geeft, omdat Hij,alle sociale, raciale, culturele en religieuzebarrières ten spijt, de Levende hier en nutegenwoordig stelt; een kerk die gelooft engetuigt dat deze Geest in het hart van iederemens, in het hart van de steden en vanEuropa’s geschiedenis en van die van dewereld, werkzaam is om daarbinnen, nuzoals in het verleden, mensen en groepen teverwekken die zijn zoals Jezus, die als warekinderen van God denken, handelen, lijdenzoals Hij, en die zoals Hij hun leven gevenvoor hun broeders en zusters. Een van detekenen van deze manier van ‘zijn’ en‘leven’ is onder andere het vermogen om depositieve en negatieve situaties van hetgeloof in onze tijd op realistische wijze tebeoordelen, – zonder te blijven steken inleeg optimisme of onvruchtbaar pessimisme–, het vermogen ook om het netwerk van

liefdesbetrekkingen te zien en te bevorderendat de Geest in Europa heeft gesponnen endat een weerspiegeling is van het netwerkder liefdesrelaties van de Drie-eenheid.

Ware dit niet het geval dan zouden onzekerkelijke gemeenschappen ten prooi vallenaan een van de meest subtiele en verderfe-lijke bekoringen, namelijk de tegenwoordig-heid van de Geest vergeten. En dat zouonverbiddelijk leiden tot ontmoediging,teleurstelling, zinloosheid en lege routine inde pastoraal. Het zou een teken zijn van hetgebrek aan vertrouwen dat zo kenmerkendis voor hen die denken dat God ons prijsheeft gegeven aan een slechte wereld waar-tegen we met ongelijke wapens dienen testrijden, aangezien onverschilligheid, egoïs-me en vergetelheid van God geleidelijk enonstuitbaar de overhand hebben gekregen.Zo zou de kerk geen hoop brengen, maar inplaats daarvan nog bijdragen tot die treuri-ge gevoelens die in Europa schijnen te heer-sen.

De tekenen en gaven van de aanwezig-heid en het handelen van de Geest in onzetijd geven tegelijk belangrijke aanwijzingenover de weg die wij moeten volgen; daaron-der moeten genoemd worden: het TweedeVaticaans Concilie, de Katechismus van dekatholieke kerk, en ook de viering van deEerste Bijzondere Bisschoppensynode voorEuropa van 1991 en de door haar gegevenaanwijzingen.63 Deze drie grote gaven die deheilige Geest als richtingswijzers op de wegvan de kerk heeft geplaatst, moeten we con-stant voor ogen houden, en onszelf afvra-gen in hoeverre we ons deze gaven eigenhebben gemaakt en ons in de voorbije jarendoor deze aanwijzingen hebben laten lei-den; daarnaast ook ons afvragen welke per-spectieven deze richting wijzende gavenvoor de toekomst openen.

181 • 2000 Kerkelijke documentatie 61

63. T.a.p.

Page 36: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Een kerk die Christus weerspiegelt ennaar zijn gestalte gevormd is

41. We wezen erop dat de kerk geheel opChristus betrokken is, dat zij de vrucht isvan zijn totaal zich wegschenkende liefde(vgl. Ef 5,25) en dat zij zelf deze in degeschiedenis aanwezige en werkzame liefdeis. Vandaar dat de pastoraal van de kerk nietop menselijke krachten berust of daarophaar vertrouwen baseert. Zij moet steunenop Gods genade, op zijn liefdevolle enalmachtige voorzienigheid, op de kracht diekomt van Christus en van de heilige Geest.De levende en levengevende grondslag vanhetgeen de kerk doet moet dan ook gelegenzijn in haar verbondenheid met Christus, inhaar groeiende liefde voor Hem, in haarintimiteit met Hem.

Als zij de heldere spiegel wil zijn vanChristus, moet de kerk haar bruidegom metonvermoeibare liefde beschouwen. Wil menwerkelijk Christus doen oplichten als bronvan vertrouwen en hoop, dan zijn de vol-gende elementen en voorwaarden essentieelen onmisbaar: het tot Hem gerichte gebed,het luisteren naar zijn woord, het overwe-gen van zijn doen en laten, het in zichopnemen van zijn mysterie en het delen inzijn genade.

Vandaar dat het eerste wat te doen staatis het gezicht van onze plaatselijke kerkenonderzoeken om het steeds meer te doengelijken op het gelaat van Christus. Immers,als de kerk geheel afhankelijk is van hetWoord van de Heer die haar heeft verwekt,dan dienen wij, over haar sprekend, tebeseffen dat we over Jezus spreken; als wijhaar gelaat beschrijven moeten we beseffendat we dat van Jezus beschrijven, zodat debeschouwing van zijn gelaat kan leiden tothandelen, structuren en regels in de vreugdeen vrede van de heilige Geest.

Als onze particuliere kerken van dehoop willen getuigen en deze verspreiden,

moeten ze het Lichaam willen zijn van de inde geschiedenis gekruisigde Christus,afbeelding van zijn gelaat in de tijd, in ver-trouwen op de genade van de heilige Geesten de barmhartigheid van Hem die vergeeftal wie iedere dag weer opnieuw zijn heiliggelaat ontluisteren.

Het gaat er nu vooral om te begrijpendat, bij het beschouwen van het gelaat vande man van smarten in wiens bijzijn menzijn gezicht bedekt, ons eigen gelaat niet zalmogen verschillen van het zijne; dat onzezwakheid kracht en overwinning zal zijnindien ze beeld is van het mysterie van dezwakte, nederigheid en mildheid van onzeGod. Deze kerkelijke mystiek van de ‘imita-tio Christi’ heeft het Concilie geïnspireerd,en keert in het begin en op andere plaatsenvan de Constitutie over de Kerk terug: “Hetlicht van Christus dat zich op het gelaat vande kerk weerspiegelt verlangt vurig heel dewereld te verlichten.”64 “Door de kracht vanhaar verrezen Heer voelt (de kerk) zichgesterkt om de smarten en moeilijkhedendie zij zowel naar binnen als naar buiten tedragen heeft door geduld en liefde te over-winnen en zijn mysterie, zij het onder scha-duwen, niettemin met getrouwheid aan dewereld te openbaren.”65

Hierop zal de synode moeten wijzen,daartoe stimuleren en daarover tot eenmoedig en heilzaam gewetensonderzoekopwekken.

42. In dezelfde lijn dient men zich af te vra-gen of in de pastoraal, afgezien van denoodzakelijke planning en organisatie, niethet risico bestaat het succes ervan af temeten aan het aantal initiatieven dat isgenomen en het aantal mensen dat eraandeelneemt, of aan de middelen en krachtenwaarover men beschikt. Om de hoop te ver-nieuwen moet men, tegen alle bekoring vanactivisme in, tot alle prijs in de pastoraalhet primaat veilig stellen van het spirituele,

Kerkelijke documentatie 2000 • 18262

64. Lumen gentium,1.

65. A.w., 8.

Page 37: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

allereerst door zijn toevlucht te nemen totvoortdurend gebed, in de volle overtuigingdat “dit altijd een soort belijdenis is, eenerkennen van Gods aanwezigheid in degeschiedenis en van zijn werk voor het wel-zijn van mensen en volkeren” en “dat tege-lijk het gebed een nauwere verbondenheidmet Hem en een onderlinge toenaderingonder de mensen bevordert”.66 Daarnaast inde overtuiging dat er, ook in de samenle-ving, geen werkelijke vernieuwing mogelijkis zo ze niet uitgaat van contemplatie: “Deontmoeting met God in het gebed vult dekronkelende stroom van de geschiedenismet een mysterieuze kracht die de hartenraakt, ze tot bekering en vernieuwingbrengt en juist daardoor een geweldige his-torische omvorming van de maatschappelij-ke structuren bewerkt.”67

Daarom moet de synode nagaan of departiculiere kerken in Europa kerken zijndie, alvorens ‘van alles te doen’, God loven,zijn absolute primaat erkennen, en in zwij-gende aanbidding voor Hem staan.

Vaststellen van de behoeften en eisenvan spiritualiteit

43. Met betrekking tot de wezenlijke voor-waarden voor de plaatselijke kerken inEuropa om blijde de hoop te kunnen uitdra-gen, wordt van vele zijden vastgesteld dat,ondanks het veelomvattende secularisatie-proces in Europa, er met name onder dejongeren behoefte en zoeken naar spirituali-teit te bespeuren valt; dit zoeken is soms watvaag en in zekere zin ‘in het wilde weg’, enmoet verstaan en begeleid worden door tewijzen op de fundamentele aspecten vaneen echte christelijke spiritualiteit, zoalspersoonlijke bekering, actief kerklid zijn,navolging van de Heer, dienstbetoon aananderen. Wanneer het ideaal van zelfver-werkelijking gepaard gaat met een sfeer van

individualisme, subjectivisme, pragmatismeen hedonisme leidt dat tot ondergang vande godsdienstige symboliek in de wereld entot vergroting van de crisis in de traditione-le religieuze taal. Maar van de andere kantbetekent het ook een prikkel om te zoekennaar allerlei experimenten op religieusgebied als antwoord op het verlangen naargastvrij onthaal, naar meer warmte in deonderlinge omgang van mensen, naar per-soonlijke beloning, steun en veiligheid. Indie zin, en uit het zoeken naar de eigenidentiteit om niet ten prooi te vallen aan dehuidige desintegratie van de samenleving,kan men het succes verklaren van nieuwevormen van religiositeit en het ontstaan vannieuwe buitenkerkelijke bewegingen, paral-lelle vormen van geloof, ‘sekten’, nieuwevormen van fundamentalisme, de populari-teit van oosterse godsdiensten, ‘New Age’,en zelfs de toevlucht die men neemt tot ver-schillende vormen van satanisme.

Het religieus gedrag van de Europeanenen met name van de jongeren overziend,kan men samenvattend zeggen dat het ener-zijds gekenmerkt wordt door een teruggangvan het traditionele model van religieuzebeleving en afname van verschillende reli-gieuze vormen van geloof, anderzijds dooreen groeiend verlangen naar religieuze ijk-punten, naar zekerheid en spiritualiteit; ditalles blijft echter vaak zeer algemeen, vaagen onbepaald, en heeft geen directe invloedop het ethisch gedrag en de persoonlijkekeuzes.

Een positiever verschijnsel is dat men inveel gemeenschappen van Oost en West deovergang ziet van een door de traditiebepaalde religiositeit naar een meer op per-soonlijke overtuiging en betrokkenheidberustende religieuze levensvorm. Christe-nen die dit streven delen, – een streven datde vrucht is van vrije keuze en overtuigdlidmaatschap van de kerk en dat tot uitingkomt in deugdzaam gedrag, echte spirituali-

183 • 2000 Kerkelijke documentatie 63

66. Johannes Pau-lus II, Brief aan debisschoppen vanItalië (6 januari1994), 8, in: L’Osser-vatore Romano (19januari 1994), 5-6.

67. Johannes Pau-lus II, Toespraak tothet IIIe Congres vande kerk in Italië, tePalermo (23 novem-ber 1995), 11, in:L’OsservatoreRomano (6 decem-ber 1995), 12.

Page 38: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

teit en actieve apostolische inzet – schijnenslechts een relatief kleine minderheid te ver-tegenwoordigen; genoemd kunnen worden:gemeenschappen van godgewijd leven,lekengroeperingen die er een band mee heb-ben, leden van kerkelijke groepen en bewe-gingen, en ook individuele personen engezinnen uit verschillende parochies.

44. Er zijn echter ook zorgwekkende tekenenin christelijke gemeenschappen te signale-ren, zoals de vermindering of het verdwij-nen van het persoonlijk gebed en van hetbidden in het gezin; de afnemende biecht-praktijk; het najagen van uitzonderlijkegebeurtenissen die een wonder zoudenmoeten heten; het wegvluchten in esoteri-sche religieuze ervaringen en naar de sek-ten.

Daaruit volgt dat een grondiger onder-zoek dringend noodzakelijk is om waakzaamte kunnen blijven tegenover het gevaar vaneen selectieve syncretistische spiritualiteitwelke uit de verschillende ‘zingevingen vanhet leven’ de elementen kiest die aan de per-soonlijke omstandigheden zijn aangepast,maar niet bereid noch in staat is om zich teverplichten tot een concreet beleefd geloof.Met name moet erop worden gewezen datde verschillende elementen en methodesvan een authentieke kerkelijke spiritualiteitabsoluut niet mogen afglijden naar gevaar-lijke vormen van polarisatie, maar dat zeéén geheel moeten gaan vormen en elkaaraanvullen. Bovendien moet ook het per-soonlijk element verbonden worden met datvan de gemeenschap om te voorkomen datde spiritualiteit gereduceerd wordt tot eensoort ‘privé-godsdienst’.

Ten slotte, wat de middelen betreft dietot een gezonde christelijke spiritualiteitvoeren: er worden kleine ijverige, al danniet charismatische, gemeenschappen engebedsgroepen gevormd; er worden spiritu-aliteitscentra geopend en er wordt gezorgd

voor het Aggiornamento van de reedsbestaande; er worden bedevaarten georga-niseerd naar heiligdommen en naar plaatsen(vooral abdijen en kloostergemeenschap-pen) waar een intens leven van gebed enbeschouwing wordt geleid, stilte heerst,ascese wordt beoefend; er worden dagengeorganiseerd van geestelijke bezinning eninkeer voor echtparen en jongeren; er wor-den nieuwe vormen van catechumenaatontwikkeld voor volwassen dopelingen; erwordt gezorgd voor hedendaagse literatuurdie onderwerpen behandelt en uitdiept ophet gebied van spiritualiteit; er worden pro-gramma’s opgezet voor een rijker gebedsle-ven in de parochiegemeenschappen, waarbijeen centrale plaats wordt toegekend aan hetwoord van God en de overweging daarvanmet name door middel van de ‘lectio divi-na’. En men denke ook aan de goede chris-telijke praktijk van Maria-verering en volk-se vroomheid die van zo groot belang is inongeveer heel Europa.

De kerk: werkelijke plaats vancommunio

45. Opdat de kerk kan tonen werkelijk hetlevend lichaam van Christus te zijn, eengeloofwaardig teken van de aanwezigheidvan de Vader door Christus de Heiland in dekracht van de heilige Geest, en stroom vannieuw leven in de geschiedenis van demensheid, moeten de volgelingen van Chris-tus werkelijk een liefdeseenheid vormen.Alleen dan zijn ze een heldere weerspiege-ling van de Drie-eenheid: “Dat ze allen éénmogen zijn. Zoals U, Vader in Mij bent en Ikin U, zo moeten zij in ons zijn, zodat dewereld kan geloven dat U Mij gezondenhebt” (Joh 17,21). Want als de eucharistie demeest volle tegenwoordigheid is van de ver-rezen Heer, is de volgens het evangeliebeleefde wederzijdse liefde het meest zicht-

Kerkelijke documentatie 2000 • 18464

Page 39: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

bare teken van zijn tegenwoordigheid, dathet meest aanspreekt en tot geloof brengt.

De vraag rijst dus welk beeld de christe-lijke gemeenschap dient te bieden om het‘evangelie van de hoop’ te verkondigen, tevieren en te dienen.

Het antwoord kan alleen gezocht wor-den in het model van een broederlijke enmissionaire gemeenschap, waaraan in iederelokale kerk meer vastberaden en systema-tisch gewerkt moet worden.

Dit zijn de wezenskenmerken waarmeeeen levende kerkelijke gemeenschapgeschetst kan worden die in onze tijd geloofkan wekken en tot geloof kan opvoeden:een sfeer van vriendschappelijke verhoudin-gen, onderling contact, dienstbetoon, geza-menlijke en gedeelde verantwoordelijkheid,een sterk missionair besef, aandacht voor deverschillende vormen van armoede; eencultuur van wederzijdse betrokkenheidzoals deze uit de brieven van Paulus naarvoren komt: elkaar hoogachten, opnemen,opbouwen, dienen, steunen, terechtwijzen,bemoedigen (vgl. bijvoorbeeld Rom 12,10;15,7.14; Gal 5,13; 6,2; Kol 3,13; 1Tes 5,11);de veelheid van charisma’s, roepingen enverantwoordelijkheden zo tot hun rechtlaten komen dat ze de eenheid bevorderenen verrijken (vgl. 1 Kor 12); een hartelijkesamenwerking tussen de verschillende groe-pen gelovigen; een groot aantal pastoralemedewerkers die goed op de hoogte zijn vanspiritualiteit, theologie en pastoraal, en diein hartelijke en efficiënte verbondenheidmet de bisschop en de priesters verantwoor-delijk zijn voor bijzondere diensten in ker-kelijk verband; een versterking van de ver-schillende beleidsraden die teken zijn vancommunio en deze doen groeien, en die eengezamenlijke missionaire activiteit bevorde-ren; een samenhangende maar gedifferen-tieerde kerkelijke pastoraal; een plaatselijke,op opvoeding en op de missie ad gentesgerichte pastoraal.

Naar een beoordeling van de commu-nio in de kerk

46. Hoewel er grote vooruitgang is geboektbij het ontwikkelen van een theologie vande ‘koinonia’, moet in het algemeen gecon-stateerd worden dat de communicatie in dekerk toch nog steeds niet goed functioneert.Het is daarom noodzakelijk om door middelvan een onderlinge en openhartige dialoognader te onderzoeken welke de consequen-ties zijn van de theologie over de communiovoor de relatie tussen de kerk die aan hethoofd staat van de universele communio ende particuliere kerken, voor de particulierekerken zelf, voor de dagelijkse gang vanzaken in de plaatselijke kerken, en metname voor de kerkelijke besluitvorming.

Als meest concrete en duidelijke tekenenvan de communio in de particuliere kerkenworden in het algemeen genoemd: het ver-enigingsleven in groepen en bewegingen;het wijd verspreide vrijwilligerswerk; de tal-rijke initiatieven van solidariteit ten behoe-ve van noodlijdenden in eigen land of in dearmere landen, met name op het zuidelijken oostelijk halfrond.

Als belangrijke factoren voor de com-munio en eenheid binnen de christelijkegemeenschap worden door sommigengenoemd: het grote belang van de parochie-gemeenschap als de basis voor de commu-nio; de communio onder de geestelijkheiden onder de verschillende communauteiten,mede dankzij een nieuwe verdeling in watgenoemd wordt: pastorale sectoren; desamenwerking onder de lokale kerken voorde missie ‘ad gentes’, zowel ten behoeve vande verkondiging van het evangelie als doormiddel van concrete vormen van solidariteitmet de armere plaatselijke kerken, onderandere door een speciale band met elkaaraan te gaan als zusterkerken.

47. Met het oog op een juiste visie en bele-

185 • 2000 Kerkelijke documentatie 65

Page 40: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

ving van de kerk als werkelijke communiowordt de centrale plaats van de parochiebenadrukt; ondanks al haar gebreken kandaar op tastbare wijze en zonder iemand uitte sluiten de betekenis van communio enmedeverantwoordelijkheid worden beleefd.Maar het gaat daarbij om een parochie diegezien en beleefd moet worden als de plaatsbij uitstek voor de pastoraal van iedere dag,waar het geloof in alle omstandigheden vanhet leven voor iedereen toegankelijkgemaakt wordt, als de plaats van pastoralemedeverantwoordelijkheid en missionairedynamiek. De parochie blijft inderdaad “deplaats waar gelovigen met een verschillendementaliteit in dezelfde liturgie kunnendelen, waar verenigingen die zich op ver-schillend terrein bewegen elkaar ontmoeten,waar de activiteiten op het gebied van cate-chese, vorming, voorbereiding op de sacra-menten, apostolaat, onderling hulpbetoongemeenschappelijk op elkaar worden afge-stemd”.68 Sommigen wijzen op het belangvan een goede coördinatie en integratie vande verschillende kerkelijke bewegingen inde parochiegemeenschap: dan immers kun-nen die bewegingen aan de missie een ster-ke impuls geven, bijdragen tot een rijkergeestelijk leven, tot de vorming van de jon-geren, delen in de apostolische zorg in deverschillende sectoren van het leven, zorgenvoor constante en daadwerkelijke opvangen dienstverlening aan de meest hulpbehoe-venden.69

Omdat men ook nu nog in de onderlingebetrekkingen tussen bepaalde concretechristelijke gemeenschappen een geestes-houding en gedrag aantreft dat kan uiteen-lopen van oprechte aanvaarding en simpeleverdraagzaamheid tot onderlinge verwijde-ring, polemiek en elkaar afwijzen, wijzensommigen erop hoezeer de communiobevorderd kan worden door op parochieelof interparochieel niveau projecten op tezetten die gericht zijn op de reële levensom-

standigheden en situaties van de betrokke-nen.

48. In veel reacties wordt gesproken over devrouw in de samenleving en in de kerk. Ommisvattingen te corrigeren omtrent degelijkwaardigheid van man en vrouw, en dehun toekomende gelijke rechten en plichtenin de verschillende sectoren van maatschap-pij en gezin worden, zo wordt opgemerkt, insommige kerkelijke gemeenschappenbelangrijke en moedige stappen gezet, ter-wijl dit in andere in mindere mate en ang-stiger gebeurt; dit geldt eveneens voor deeigen inbreng van christelijke vrouwen inhet leven en de evangelische arbeid van dekerk, maar men bekent ook eerlijk dat er insommige plaatselijke kerken op dit punt nogveel gebeuren moet.

Een ander gebied waarop de geloof-waardigheid van de kerk als bevorderaarstervan eenheid zwaar op de proef wordtgesteld, is haar opstelling tegenover mensenwaarvan het huwelijk niet in orde is. Inwezen is het probleem hoe de morele waar-den te verkondigen in trouw aan het evan-gelie en tegelijk hulp en ondersteuning tebieden.

Sommigen, tenslotte, wijzen op hetgrote belang van de communio tussen deplaatselijke kerken in en buiten Europa, diein onderlinge contacten vorm moet krijgendoor een echte ‘uitwisseling van gaven’.

49. Veel belang wordt gehecht aan de ver-standhouding en samenwerking tussenpriesters en leken. Op dit gebied zijn er zeerverschillende en soms tegengestelde situ-aties, ofschoon men het er unaniem overeens schijnt te zijn dat een goede samen-werking hoogst gewenst is. Deze moet nietalleen de noodsituatie helpen verlichten diehet gevolg is van het priestertekort, maarook meer en meer uitgaan van de overtui-ging dat het gewijde ambt en het algemeen

Kerkelijke documentatie 2000 • 18666

68. Johannes PaulusII, Toespraak tot deBisschoppenconfe-rentie van de apost-olische regio inNoord-Frankrijk bijhun Ad Limina-bezoek (18 januari1992), 5, in: L’Osser-vatore Romano (5februari 1992), 5.

69. Johannes PaulusII, Toespraak tot debisschoppen van deapostolische regio inZuid-West Frankrijkbij hun Ad Limina-bezoek (25 januari1997), 5, in: L’Osser-vatore Romano (5februari 1997), 5, 8.

Page 41: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

priesterschap weliswaar in wezen, en nietalleen in rangorde, van elkaar verschillen,maar op elkaar betrokken zijn en elkaarwederzijds aanvullen.70

Als resultaat van het bestaan van ver-schillende raden en organisaties opparochieel en bovenparochieel niveau zietmen hoe zich onder hen die actief en over-tuigd hun medewerking verlenen in de ker-kelijke gemeenschap, een positieve samen-werking ontwikkelt, en ook vaak eengedeelde verantwoordelijkheid, op voet vangelijkheid en steeds met respect voor iederseigen rol en deskundigheid. Men ziet ditniet alleen in het parochieleven, maar ookop het gebied van de nieuwe bewegingen enin de communauteiten van godgewijdleven.

Toch bestaan er nog veel situaties vanpriesters met een heerszuchtig en autoritairkarakter, tengevolge waarvan niet voldoen-de respect wordt opgebracht voor het rijpeoordeel van de lekengelovigen en voor hetfeit dat zij volwassen mensen zijn met eigenverantwoordelijkheden in maatschappij engezin, en de belangrijke bijdrage die dezemensen aan de kerkelijke gemeenschapkunnen leveren, niet naar waarde geschatwordt. Ook al is deze situatie aan het veran-deren, toch is men vaak nog ver verwijderdvan een daadwerkelijke samenwerking aande gemeenschappelijke zending.

Er zijn ook particuliere kerken waar aande samenwerking tussen priesters en lekenniet zoveel belang wordt gehecht.

Wat Midden- en Oost-Europa betreftwordt opgemerkt dat de moeilijkheid om toteen strikte en goed omschreven samenwer-king te komen tussen priesters en leken,haar oorzaak vindt in het feit dat onder hetcommunistisch regime niets werd gedaanom initiatief en verantwoordelijkheid aan temoedigen, maar deze integendeel vaak wer-den verboden en onderdrukt. Van de anderekant moet wel gezegd worden dat juist

gedurende de jaren van dictatuur talrijkeleken zich werkelijk, zij het in het verborgenen naar buiten toe onopvallend, voor dekerk verantwoordelijk hebben betoond, het-geen vaak gepaard ging met een heldhaftiggetuigenis van geloof en liefde voor de kerk,die wezenlijke en belangrijke voorwaardenzijn om tot meer nauwe en structurelesamenwerking te komen met de priesters.

In alle gevallen en in de sterk uiteenlo-pende situaties van de leken is een ingrij-pende mentaliteitsverandering noodzake-lijk, hetgeen van de betrokkenen tijd,geduld en vorming vraagt.

50. Een ander gebied van communio waar-aan de particuliere kerken zorg moetenbesteden is dat van aandacht en bekommer-nis voor randkerkelijken, en met name voorhen ‘die zich van de kerk hebben verwijderd’,zonder met deze woorden een moreel oor-deel te willen uitspreken.

In het algemeen wordt opgemerkt datonder de manieren waarop de kerk haarmedeleven met deze mensen kan betonen,persoonlijke contacten bij bepaalde gele-genheden in het leven voorop dienen testaan, bijvoorbeeld wanneer hun kinderenop de sacramenten worden voorbereid endeze ontvangen; bij gelegenheid van eenhuwelijk of begrafenis; bij een levenscrisis;bij bepaalde liturgische of volkse feesten;bij religieus toerisme of bedevaarten; bij dejaarlijkse gezinszegening, bij volksmissies.

Ook nemen sommige plaatselijke kerkenspeciale initiatieven, zoals: gespreksgroepenwaar vertegenwoordigers van de menswe-tenschappen en gekwalificeerde vertegen-woordigers uit de katholieke wereld elkaarontmoeten; culturele discussies op de radioof televisie; het katholieke gedachtegoeduitdragen in de ‘neutrale’ pers, en ingaan opdat van niet-christelijke schrijvers in dekatholieke pers; gespreksgroepen op allerleiniveau.

187 • 2000 Kerkelijke documentatie 67

70. Vgl. Lumengentium, 10.

Page 42: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Veel belang wordt ook gehecht aan demogelijkheden die het categoriaal pastoraatbiedt, zoals bijvoorbeeld het legerpastoraat.Er wordt gewezen op de rol van de katholie-ke scholen die vaak waardering genietenvan mensen zonder nauwe banden met dekerk, en ook op het godsdienstonderricht opopenbare scholen. Ook het kunstzinnig encultureel erfgoed kan een goede gelegen-heid bieden om hen die ‘zich van de kerkhebben verwijderd’ te ontmoeten.

Hoewel het niet makkelijk te bespeurenis, mag men niet gering denken over hetfijn mazig netwerk van relaties die ontstaanin gezin, op het werk, in het sociaal verkeer,in de vrije tijd, tussen christenen die prakti-serend genoemd worden – of die hoe danook voor godsdienst gevoelig zijn – en gelo-vigen die tot de groep van christenen beho-ren die maar gedeeltelijk en onregelmatigbij de kerk betrokken zijn. Het zijn belang-rijke plaatsen waar een ‘doorleefd’ meer daneen ‘verkondigd’ evangelie spontaan indrukmaakt.

Verkondiging van ‘het evangelievan de hoop’

‘Martyria’

‘Meer zielskracht’ voor Europa

51. In een tijd als de onze die een belangrijkkeerpunt in de geschiedenis betekent enwaarin Europa en de wereld een ander aan-schijn krijgen wordt het duidelijk dat er eennieuwe en dringende behoefte is aan evan-gelisatie. “Thans ervaart de kerk dat deMeester haar vraagt om haar evangelisatie-arbeid ‘ad intra’ en ‘ad extra’ te intensifië-ren. Steeds beseft zij een missionaire kerk tezijn, een kerk die gezonden is om het zaadvan Gods woord te verspreiden over de

akker van de huidige wereld.”71

Wanneer dat de uitdaging is waarvoorde kerk thans staat, kan er niet mee volstaanworden met een nostalgisch en romantischberoep te doen op het zeer grote en zuivereerfgoed van Europa, op zijn wortels enchristelijke ziel.

Slechts weinigen blijken in hun ant-woorden te durven beweren dat Europa eenchristelijke ziel zou hebben. Een dergelijkebewering werpt inderdaad serieuze vragenop, als men de geschiedenis van deze eeuwin Europa ziet met al haar tragedies, con-flicten, onderdrukking van mensen en deermee gepaard gaande ideologieën, en alsmen denkt aan die deels negatieve, deelsproblematische culturele verschijnselenwaardoor de huidige situatie in Europagekenmerkt wordt. Het zou wellicht meeraanvaardbaar zijn om te zeggen dat er nogsteeds diepe christelijke wortels te bespeu-ren zijn in de geschiedenis en het leven vanEuropa, en vooral dat deze wortels nietonherstelbaar zijn aangetast door het secu-larisatieproces. Er bestaat nog een grootverlangen naar het heilige en een veelbelo-vende terugkeer naar religieuze houvast.

Bovendien mag men niet vergeten dathet huidige en meer nog het toekomstigeEuropa een door en door multicultureel enmultireligieus karakter vertoont, waarin deislam een groeiende plaats inneemt, enwaarin de onverschilligheid op godsdienstiggebied zich steeds verder verspreidt.

De Eerste Bijzondere Bisschoppensyno-de voor Europa had er al op gewezen datmen er niet van mag uitgaan dat Europa enchristendom zouden samenvallen: dat isnooit gebeurd, en minder dan ooit kantegenwoordig zoiets worden volgehouden.Ongetwijfeld gaan Europa en zijn cultuur opvele wortels terug. Maar er valt niet aan tetwijfelen dat het christendom wezenlijk enop beslissende wijze een van de grondsla-gen is van de Europese identiteit. Men kan

Kerkelijke documentatie 2000 • 18868

71. Johannes PaulusII, Toespraak tot eengroep bisschoppenuit de Poolse Bis-schoppenconferen-tie bij hun Ad Limi-na-bezoek (12januari 1993), 2.

Page 43: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

dus stellen dat het christendom Europagevormd heeft door het een aantal funda-mentele waarden in te prenten, zoals: hetgeloof in een transcendente God die uit lief-de in het leven van de mensen is binnenge-treden; de nieuwe en belangrijke opvattingover de centrale plaats van de menselijkepersoon en zijn waardigheid, zodat men kanzeggen dat het wezenlijk ethisch karaktervan de menselijke persoon het eerste ijkpunten voornaamste kenmerk genoemd kanworden van de Europese identiteit; de broe-derlijkheid onder de mensen als beginselvan een solidair met elkaar samenleventemidden van de verscheidenheid van men-sen en volkeren.72

Deze kostbare erfenis moet wel erkenden van nieuwe vitaliteit voorzien worden,maar het gaat er thans op de eerste plaatsom, het wordende Europa ‘meer zielskracht’te geven. Trouwens, deze eis ziet men ookgesteld door de mensen in Europa met hetmeeste inzicht en de grootste verantwoor-delijkheid.

Voor de kerk is er geen andere weg ofkracht om dat te bereiken dan die van hetevangelie. Vandaar het belang en de nood-zaak van de ‘nieuwe evangelisatie’ waar-over Johannes Paulus II, met name metbetrekking tot Europa, onvermoeibaarspreekt. Natuurlijk hoeft deze niet bij eennulpunt te beginnen, maar ze moet wordenopgevat als een eerste plicht. Ze moet zichweer bezighouden met het fundament, metJezus Christus namelijk en met de God vanJezus Christus, en met de daarmee directsamenhangende transcendente dimensievan de menselijke persoon, in de overtui-ging dat hetgeen bij hem een centraalethisch kenmerk is, niet lang stand kanhouden als het niet ontologisch onder-bouwd wordt. Men kan er dus niet mee vol-staan waarden voor te houden die zowelevangelisch als algemeen menselijkgenoemd kunnen worden zoals gerechtig-

heid, vrede, vrijheid: niet dat deze niet vanwezenlijk belang zouden zijn, maar omdatiets meer fundamenteels en oorspronkelij-kers op het spel staat.73

De nieuwe evangelisatie

52. In brede kring wordt erkend dat aan denieuwe evangelisatie in het leven en werkenvan de kerk prioriteit moet worden verleend.Maar men moet vaststellen dat het somsdreigt te blijven bij een mondelinge instem-ming waarbij veel wordt gepraat en gerede-neerd zonder dat er feitelijk iets mee gedaanwordt. Er is dus nog een lange weg te gaanvoordat de nieuwe evangelisatie in de gehe-le pastoraal van de kerk werkelijk prioriteitgaat genieten.

Sommigen wijzen erop dat de nieuweevangelisatie niet als eerste plicht wordtbeschouwd, en zelfs op verzet stoot, vanwe-ge een conservatieve mentaliteit of een mis-verstaan van de nieuwe evangelisatie en debetekenis ervan.

Sommigen suggereren de term zelf teherzien, en vragen zich af of men niet beterzou kunnen spreken van ‘her-evangelisatie’in plaats van ‘nieuwe evangelisatie’, om zoaan te geven dat het niet gaat om het pre-ken van een nieuw evangelie, maar om aanalle generaties in een nieuw kader, metnieuwe energie en met nieuwe methodes enmiddelen het ene evangelie voor te houdenvan Jezus Christus die leeft in zijn kerk, inde overtuiging dat “Jezus Christus dezelfdeis, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid”(Heb 13,8).

53. Zoals reeds werd opgemerkt stelt denieuwe evangelisatie zich op de eersteplaats ten doel, en houdt ze in wezen in, hetvoorhouden van de persoon van JezusChristus als enige bron van heil voor allemensen. Dat kan op allerlei manieren

189 • 2000 Kerkelijke documentatie 69

72. Vgl. Eerste Bij-zondere Bisschop-pensynode, 2.

73. Vgl. a.w., 3.

Page 44: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

gebeuren: door ‘het verkondigen’ van Jezusen het geloof in Hem bij openbare gelegen-heden en in vriendschappelijke gesprekken;door in het persoonlijk leven of in dat vangezin en gemeenschap concrete daden testellen die een weerspiegeling zijn van hetevangelie, waardoor andere mensen ‘ver-lokt’ worden tot het geloof in de Heer; doorrond zich, als het licht op de kandelaar ofals de stad op de berg, vreugde, liefde enhoop uit te stralen, zodat velen onze goedewerken zien en de Vader verheerlijken die inde hemel is (vgl. Mt 5,16) en zij ‘aangesto-ken en gewonnen’ worden als zij zien hoezuiver we leven, bezield door liefde voorindividuen, groepen en gemeenschappen(vgl. 1Pe 3,1-2), en hoe wij, op een zuurdeeggelijkend, ieder concreet cultureel gebeurenvan binnen uit omvormen en bezielen. Datzijn allemaal methoden die niet steeds dui-delijk van elkaar onderscheiden zijn envaak in elkaar overlopen, maar die alle toteen nieuwe evangelisatie bijdragen.

Daaruit volgt dat de evangelisatie nieuwmoet zijn, juist zoals het zich afsluiten vooren de weerstand tegen de kracht en waar-heid van het evangelie nieuw zijn. Metname de moderne mens neigt ertoe zichgeheel te verlaten op wetenschap en ver-stand, en deze te beschouwen als de enigefactoren die voor het leven van de mensbepalend zijn en betekenis hebben. Opgrond hiervan schrijft men aan de vrijheideen absolute en onbeperkte waarde toe. Hetgeloof wordt gezien als een inperking vande macht van wetenschap en technologie,en een onaanvaardbare rem op de vrijheid.Zonder in geestdrijverij te vervallen moetdus door woord en getuigenis de redelijk-heid van het geloof aangetoond worden, enhet inzicht worden bijgebracht dat verstanden vrijheid niet alleen niet leiden tot de ver-hoopte doelstellingen maar ook voor mensen samenleving een gevaar gaan vormen.

De tragische gebeurtenissen van deze

eeuw moeten een voortdurende waarschu-wing vormen tegen het steeds weer terugke-rend verabsoluteren van individuele of etni-sche rechten. De verkondiging en hetgetuigenis van het evangelie zijn hetbelangrijkste middel om Europa die onmis-bare en vaak besproken ziel te schenkenwelke de economie tot een dienst aan hetalgemeen belang kan maken, welke de poli-tiek kan maken tot een plaats waar verant-woorde beslissingen voor de lange termijnworden genomen, waar het maatschappelijkleven de plaats zal worden waarin het wel-zijn wordt bevorderd van allen die samen desamenleving vormen, van gezin en vereni-gingen die samen het levend weefsel vor-men van de nieuwe Europese gemeenschap.

54. In veel gevallen staat bij de nieuweevangelisatie de verkondiging van de per-soon van Jezus centraal. Dat gebeurt steedsmeer, met name in de prediking en de cate-chese. Dat vraagt ook de huidige sociale enculturele situatie, waarin de persoonlijkheidvan Jezus op de mensen van deze tijd, metname op de jongeren, een duidelijke aan-trekkingskracht uitoefent en waar de per-soonlijke verstandhouding met Hem als zeerbelangrijk en waardevol wordt gezien. Tochmoet erop worden toegezien dat Jezus onzeHeer niet alleen als een ethisch voorbeeld ofals een volmaakte mens wordt voorgesteld,maar ook en vooral als Zoon van de levendeGod en de enige noodzakelijke Heiland.Vandaar de noodzaak van een systemati-sche catechese, van een juiste en voortdu-rende verwijzing naar het Woord van God,van het goed onder de aandacht brengenvan het Paasmysterie.

Wat vaak echter moeilijker te begrijpenschijnt te zijn is dat Jezus de Heer ‘in zijnkerk leeft’: Immers, veel christenen beseffenwel hoe belangrijk de verstandhouding ismet Jezus, maar hechten niet evenveelbelang aan de relatie met de kerk. Misschien

Kerkelijke documentatie 2000 • 19070

Page 45: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

komt dat doordat de kerk die sommigen inconcreto meemaken, in hun ogen niet steedseen duidelijke weerspiegeling is van deHeer. Daarbij komt het feit dat – mede onderinvloed van de media – de kerk in desamenleving een randverschijnsel lijkt, ofdat ze anderzijds alleen een rol speelt vansociale en caritatieve dienstverlening, ter-wijl haar taak om de weg te wijzen verzwe-gen, ontkend of belachelijk gemaakt wordt.

Zoals we reeds zagen is het daaromdringend noodzakelijk dat de kerk haar aan-schijn in trouw aan haar Heer vernieuwt,dat zij waarachtig een geloofs- en liefdesge-meenschap is en betoont te zijn, dat ze deontmoeting van de moderne mens met deVerrezene bevordert en ondersteunt, dat zijeen plaats is waar niet alleen door ieder vanhaar leden maar ook door haarzelf alslevende gemeenschap een authentiek evan-gelisch getuigenis wordt gegeven.

55. Bijzondere aandacht moet ook gegevenworden aan de relatie tussen vrijheid enevangelisatie. Algemeen is men van meningdat de nieuwe sfeer van vrijheid die men inalle landen van Europa waarneemt zeerzeker een evangelische waarde vertegen-woordigt; sommigen wijzen er echter op datdeze sfeer niet altijd als zodanig ervaren enbeleefd wordt. Ongetwijfeld maakt ze hetmogelijk om een dicht netwerk tot stand tebrengen van relaties, communicatie en soli-dariteit onder volken, culturen, maatschap-pelijke en politieke systemen en uiteenlo-pende vormen van godsdienstig geloof. Ditalles vormt een belangrijk element voor denieuwe evangelisatie van Europa, dat in eenjong verleden nog het toneel was van diep-gaande verdeeldheden, smartelijke conflic-ten en tragische oorlogen.

Er wordt door sommigen gevraagd dui-delijk te maken wat ware vrijheid is. Wantde in het moderne Europa algemeen ver-spreide opvatting over vrijheid berust op

een neo-liberale, individualistische en utili-taristische benadering van de werkelijkheid,en is zo voor het werk van de evangelisatieniet alleen niet bevorderlijk maar ook eenbelemmering.

Ook moet eraan worden herinnerd datmen het christendom, en meer in het bij-zonder de kerk, vaak heeft gezien als belem-meringen en vijanden van de vrijheid, endat men de mensen en hele samenlevingenervan tracht te overtuigen dat God een hin-derpaal is op de weg naar vrijheid. Het isdus nodig het ware aanschijn te tonen vande God van Jezus Christus, die absoluutgeen hinderpaal is voor de vrijheid maarveeleer haar waarborgt. Tegelijk moet dekerk zich bereid tonen om te luisteren naarde vragen en problemen van mannen envrouwen, en hun het antwoord van hetevangelie in waarheid en liefde aanbieden,in een – zoals wordt benadrukt – echt broe-derlijke en ‘synodale’ sfeer binnen de kerkzelf, in iedere Bisschoppenconferentie, bin-nen de verschillende plaatselijke kerken ende regionale en universele kerkelijk instan-ties.

56. De nieuwe evangelisatie stuit in Europaop een uiteenlopende reeks hinderpalen enmoeilijkheden.

In veel landen zijn dat maatschappelijkeen culturele verschijnselen, zoals: vele vor-men van godsdienstige onverschilligheid;een soort ongedifferentieerde pluriformiteitdie tendeert naar scepticisme of agnosticis-me; ethisch relativisme; de last van een los-geslagen vrijzinnigheid in het Westen en degroeiende invloed daarvan op Oost-Europa;een wijdverspreide nadruk op materiëlebelangen, met een klimaat van praktischmaterialisme en genotzucht als gevolg; eenzekere oppervlakkigheid in de onderlingebetrekkingen; individualisme en gebrek aanbelangstelling voor dringende vraagstukkenin veel sectoren van de maatschappij en

191 • 2000 Kerkelijke documentatie 71

Page 46: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

samenleving; de steeds grotere beïnvloedingdoor de media; in sommige landen eenzeker fundamentalisme en sektarisch fana-tisme; een gevoel van gewenning bij men-sen die menen het evangelie al voldoende tekennen.

Er zijn ook kerkelijke situaties die deevangelisatie bemoeilijken, zoals de vergrij-zing van mensen die zich met de evangeli-satie bezighouden, de ontoereikendheid vanveel religieus taalgebruik, onvoldoendekrachtige uitoefening van het gezag.

Door de vergrijzing van de geestelijk-heid, van hen die behoren tot de institutenvan godgewijd leven en van de actief bij hetparochiewerk betrokken leken komt, metname in de particuliere kerken en commu-nauteiten van West-Europa, een nogalmoeizaam en weinig dynamisch beeld vande kerk naar voren, hetgeen de instroomvan roepingen belemmert en het moeilijkmaakt om zich op creatieve wijze voor deevangelisatie in te zetten.

Volgens sommigen hebben taal en uit-spraken van het leerambt geen effect enworden ze niet verstaan. Inderdaad wordt inde officiële documenten van de kerk, in deprediking en in de catechese vaak een taalgebruikt die ver afstaat van het gewoneleven van de mensen. Er moet dus een nieu-we wijze van spreken gevonden worden dieindringend en overtuigend weet te sprekenover het heilig en ondoorgrondelijk myste-rie van God: een taal die voortkomt uit hetzwijgend luisteren naar de Schrift en naarde mensen, en die hun problemen enmeningen ter discussie stelt. Ook mag nietvergeten worden dat de gezagscrisisbetreffende het spreken van de kerk ook tewijten is aan het feit dat naar veler gevoelenhet leergezag bepaalde uitspraken op hetgebied van geloof en moraal herhaalt zon-der erin te slagen de eraan ten grondslagliggende redenen overtuigend over te bren-gen, en zonder serieus in te gaan op andere

standpunten en argumenten.

57. In ieder geval is voor de evangelisatie inde huidige culturele situatie van Europa vandoorslaggevend belang dat er levende enduidelijke tekenen zijn die de aanwezigheidvan de Heer zó weten te manifesteren dat zemensen opgetogen maken en hen in hungeweten aanspreken. Het staat absoluut vastdat “de hedendaagse mens liever luistertnaar getuigen dan naar meesters, of wan-neer hij luistert naar meesters, dan komtdat, omdat het getuigen zijn.74 Om te kun-nen evangeliseren, moeten individuen en degehele kerk een getuigenis kunnen biedenvan trouw jegens de Heer Jezus, van armoe-de en onthechting, in een woord, van hei-ligheid.

Aanwezigheid en getuigenis van heili-gen zijn dus doorslaggevend: heiligheid iseen wezenlijke vooronderstelling voor eenauthentieke evangelisatie die nieuwe hoopkan geven. Er moet door individuen engemeenschap krachtig getuigenis gegevenworden van het nieuwe leven in Christus.Men kan er niet mee volstaan waarheid engenade aan te bieden door de verkondigingvan het Woord en de viering van de eucha-ristie en de sacramenten; ze moeten wordenaanvaard, beleefd en betuigd worden in alhun relaties en in het doen en laten van hundagelijks leven, in de wijze waarop zij alsindividu en kerkelijke gemeenschap christenzijn. Toespraken en riten, hoe fraai ook, zijnniet voldoende; er zijn fraaie, zinvolle enaantrekkelijke vormen van leven nodig. Inde mate waarin christenen en gemeen-schappen de liefde van God aanvaarden,beleven en zichtbaar maken, aanvaarden,beleven en manifesteren zij Christus dieonder hen aanwezig is, geven ze Hem demogelijkheid de onverschilligen en de niet-gelovigen te ontmoeten en hen op hungeweten aan te spreken.

Kerkelijke documentatie 2000 • 19272

74. Paulus VI, apos-tolische AdhortatieEvangelii nuntiandi(8 december 1975),41.

Page 47: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

58. De nieuwe evangelisatie vindt plaats opvelerlei gebied en langs vele wegen. Bijzon-dere aandacht moet hierbij wordengeschonken aan de jongeren, de armen, desociale en politieke betrokkenheid, de socia-le communicatie.

De jongeren zijn de toekomst van Euro-pa, waarop overigens een zware hypotheekrust omdat er een te geringe generatiewisse-ling plaats vindt. Men moet zich met allekracht op hen richten, hun de gelegenheidbieden om te groeien in het geloof, en henhelpen om in het evangelie het antwoord tevinden op hun zoeken naar geluk, waarheiden gerechtigheid, maar ook om zelf evange-lie-verkondigers te worden.

In een Europa dat alles naar economi-sche maatstaven beoordeelt blijft de kerkeen van de meest hechte bolwerken vanzorgzame aandacht voor de armsten envoor het behoud van de menselijke waar-digheid. Deze fundamentele waarden verei-sen dat er geëigende culturele en socialewegen worden gevonden voor de bijdragevan de kerk die, op het beslissende momentdat de grondslagen gelegd worden voorEuropa’s toekomst, zich in al haar inspan-ningen niet uitsluitend en alleen tot religi-eus terrein beperkt.

Indien men aan de geestelijke waardenniet weer opnieuw op een of andere maniererkenning wil gaan onthouden of ze looche-nen, dan vragen de ‘res novae’ die in Europatot stand zijn gekomen, van de christenenextra veel moreel besef en evangelischeinspiratie. Er is daarom dringend een ade-quate vorming nodig van op maatschappe-lijk en politiek gebied werkzame leken.

Een kerk die niet communicatief is,evangeliseert niet noch draagt ze bij tot decultuur. Ze moet dus aanwezig zijn binnende bonte verscheidenheid der communica-tiemiddelen, zowel door aan de media enhet verstandig gebruik ervan aandacht tebesteden als door een systematische pasto-

raal van de maatschappelijke communica-tie.

59. Bij dit alles wordt erop gewezen dat debelangrijkste, door verschillende particulie-re kerken in Europa genomen initiatievenvoor een nieuwe evangelisatie juist die zijnwelke een antwoord proberen te geven opde meest kwellende vragen en eisen vandeze tijd.

Voorbeelden daarvan zijn: experimen-ten op het terrein van opvoeding en cate-chese, en culturele bijeenkomsten totgeloofsverdieping, om in te gaan op devraag naar waarachtigheid; vormen vanevangelische presentie van individuen of inverenigingsverband, met het doel te komentot verzoening; wederzijdse aanvaarding eneerlijk gesprek, als antwoord op het verlan-gen naar contact en nabijheid dat ondersteeds meer groepen van mensen en in desamenleving zichtbaar wordt; initiatievenvan evangelisatie die erop gericht zijn deonaantastbare waardigheid van de mens ende zin van het leven weer te doen ontdek-ken, als antwoord op de steeds meer alge-mene vraag naar wat of wie de mens is; eenalternatieve levensstijl in parochiegemeen-schappen, verenigingen, scholen voor maat-schappelijk werk, en het streven naar hetvervullen van een actieve rol als burger inde samenleving, om zo in te gaan op ethi-sche en civiele kwesties; vormen van jonge-renpastoraal die beogen te brengen tot eenwerkelijke en vreugdevolle herontdekkingvan de Heer en tot het volgen van Hem,gepaard met het rijpen van vaste keuzesvoor het leven in de kerk en de maatschap-pij, als antwoord op de verschillende vragendie tegenwoordig door de jongeren zelf naarvoren worden gebracht.

193 • 2000 Kerkelijke documentatie 73

Page 48: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Evangelisatie en oecumene

60. De weg van de oecumene hoort zeerzeker tot de belangrijke elementen van hetevangelisatie-werk. Vooral in Europa staathet buiten kijf dat de eenheid van de chris-tenen in Christus een fundamentele gelegen-heid zou bieden om aan het geloof en aanzijn invloed op cultuur en maatschappij eennieuwe dynamiek te verlenen. Daarom moeteerst worden nagegaan wat er in de laatstejaren op het gebied van het oecumenischvraagstuk gebeurd is met de aanwijzingenvan de Eerste Bijzondere Bisschoppensyno-de voor Europa,75 en vervolgens moet ditvraagstuk grondig door de synode wordenbestudeerd.

Weliswaar is hier en daar nog weerstandtegen de oecumenische dialoog te bespeu-ren, maar toch schijnt men er unaniem vanovertuigd te zijn dat het ontbreken van een-heid onder de christenen een verzwakkingbetekent van het gemeenschappelijkgeloofsgetuigenis, en bijgevolg ook, dat hetdringend noodzakelijk is nauw met de ande-re kerken en kerkelijke gemeenschappensamen te werken. Er zijn in dit opzicht grotevorderingen gemaakt, waarbij plaatselijkegemeenschappen, gemeenschappen vangodgewijd leven en kerkleden die deelne-men aan bijeenkomsten en gesprekken opdiocesaan of regionaal niveau en in deplaatselijke kerken actief betrokken waren.Ofschoon dit alles moeizamer verloopt opplaatsen waar dergelijke andere kerken enkerkelijke gemeenschappen in de minder-heid zijn, mag men toch wel zeggen dat ookin die landen geleidelijk het besef groeit dataan de oecumenische dimensie in leven enzending van de kerk niet te ontkomen valt.

Onder de factoren die bijdragen tot eenwijdere verspreiding van de gevoeligheidvoor de oecumene kunnen de vreugdevolleervaringen genoemd worden met een ont-moeting als die te Graz en andere in de

‘geest van Assisi’, alsmede een in het dage-lijks leven van veel gelovigen ‘praktischbeoefende oecumene’, met name op maat-schappelijk en caritatief terrein. In de oecu-menische dialoog mag ook de betekenis vanhet monnikenleven in Oost- en West-Euro-pa niet onderschat worden, noch de rol diekunst en cultuur daarin spelen.

Wat de leer betreft, kan gewezen wordenop de bereidheid om te zoeken naar wegenom met elkaar in theologisch debat te gaanen toenadering te vinden, hetgeen positieveresultaten heeft opgeleverd die hun weer-slag hebben gevonden in een aantalgemeenschappelijke documenten.76 Maar erwordt beklemtoond dat het streven naareenheid niet ten koste mag gaan van dewaarheid, en dat een ‘oppervlakkige oecu-mene’ tegenstrijdig zou zijn met een werke-lijk vaste eenheid in geloof en ‘met elkaarverzoende verscheidenheid’.

61. Maar tegelijkertijd blijkt men vrij alge-meen in moeilijkheden, ja zelfs in een crisiste verkeren. Met name sinds de val van demuur en de uitbreiding van Europa beteke-nen de betrekkingen met de orthodoxe ker-ken een geweldige uitdaging, waarvan deredenen de volgende zijn: een groeiendwederzijds wantrouwen; problemen met deteruggave van kerken en andere kerkelijkegoederen; de juridische erkenning van aller-lei katholieke instellingen; mogelijkheden,beperkingen en methoden van het evangeli-satie-werk; problemen betreffende demogelijkheid en praktijk van de ‘intercom-munie’.

Vooral met de Oosterse katholieke ker-ken zijn er grote spanningen ontstaan, en deonderlinge betrekkingen zijn vaak moei-zaam en bronnen van conflict. Toch zijn ertekenen die wijzen op afnemende spannin-gen en oplossing van een aantal moeilijkhe-den; er wordt gestreefd naar het aanknopenvan vriendschappelijke betrekkingen om

Kerkelijke documentatie 2000 • 19474

75. Vgl. Eerste Bij-zondere Bisschop-pensynode, 7.

76. Enkele daarvanzijn: de Internatio-nale GemengdeCommissie voor deTheologische Dia-loog tussen deRooms KatholiekeKerk en de Ortho-doxe Kerk, Uniatis-me, verenigingsme-thode uit hetverleden, en het hui-dige streven naarvolledige communio.Baland-document(23 juni 1993) in:Pauselijke Raad voorde Eenheid van deChristenen, Infor-matiedienst, 83(1993/II), 96-99; IIeAnglicaans-RoomsKatholieke Interna-tionale Commissie,Ophelderingen overEucharistie en Ambt(september 1993) in:Pauselijke Raad voorde Eenheid van deChristenen. Infor-matiedienst, 87(1994/IV), 239-242;Internationale Lu -thers-KatholiekeDialoog, Kerk enrechtvaardiging. Hetverstaan van de kerkin het licht van derechtvaardigingsleer(11 september 1993)in: Pauselijke Raadvoor de Eenheid vande Christenen, Infor-matiedienst, 86(1994/II-III), 128-181; Pauselijke Raadvoor de Eenheid vande Christenen/Lut-herse Wereldfedera-tie, Gemeenschap-pelijke verklaringover de rechtvaardi-ging (1997), in: Pau-selijke Raad voor deEenheid van deChristenen, Infor-matiedienst, 98(1998/III), 81-86.

Page 49: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

elkaar beter te leren kennen, en om tekomen tot meer contact tussen de betrokke-nen; er wordt meer ruimte ingeruimd voorculturele ontmoetingen, voor uitwisselingvan hoogleraren in sommige instituten, envoor de deelname aan elkaars liturgischefeesten.

In landen met een in meerderheidprotes tantse bevolking ontstaan vaak pro-blemen rond de uiteenlopende beoordelingvan bepaalde ethische kwesties.

De dialoog met jodendom en anderegodsdiensten

62. Reeds tijdens de Eerste Bijzondere Bis-schoppensynode voor Europa heeft men metbetrekking tot de nieuwe evangelisatie enwat daarvoor nodig is, nadruk gelegd op hetbelang om speciale betrekkingen aan tegaan met onze ‘oudere broeders’, de joden,in de overtuiging dat “gemeenschappelijkeinspanning van christenen en joden op ver-schillende terreinen, met behoud van ver-schillen en eigen leer der beide godsdien-sten, van zeer grote invloed kan zijn metbetrekking tot de godsdienstige en maat-schappelijke toekomst van Europa en detaak van Europa in de andere delen van dewereld”.77 En dit niet alleen omdat het jood-se geloof en de joodse cultuur in de ontwik-keling van de Europese beschaving eenwezenlijke rol hebben gespeeld, maar ooken vooral omdat christendom en het joodsevolk gemeenschappelijke wortels hebben.Krachtens haar oorsprong heeft de kerkimmers een zeer enge, blijvende en bijzon-dere band met het joodse volk. Daarom is dedialoog met het jodendom van fundamen-teel belang voor het christelijk zelfbewust-zijn, en dus ook voor de oecumenischebeweging.

Nagegaan moet worden wat er in delaatste jaren gedaan werd, en op de ingesla-

gen weg moet worden doorgegaan. Het gaater met name niet alleen om alle vormen vanantisemitisme op ieder niveau te veroorde-len en af te wijzen, maar men moet ernaartoewerken dat “een nieuwe lente opbloeitdoor het nauwer aanhalen van de bandentussen de twee godsdiensten”.78 Dat kanonder andere betekenen, te leren inzienwelke rol Israël heeft gespeeld in de heilsge-schiedenis; bij het lezen van het NieuweTestament dit niet naast of tegenover hetOude Testament stellen maar als in continuelijn daarmee; het mysterie van het joodsevolk eren, kennis hebben van zijn geschie-denis, religieuze tradities, cultuur en geeste-lijke rijkdommen; echt broederlijke envriendschappelijke betrekkingen aangaanmet de leden van de joodse gemeenschap-pen, en met hen samenwerken opdat hetzelfs komt tot een gemeenschappelijke ver-antwoordelijkheid ten opzichte van demaatschappelijke problemen in Europa enin de afzonderlijke landen.

63. Door het toenemend aantal migrantenwordt het contact met mensen die een ande-re religieuze achtergrond hebben groter, enmoet nog dieper de verantwoordelijkheidvan de kerk en de christenen beseft wordenom in deze pluriculturele en pluriformewereld het evangelie te verkondigen: Syno-de en de christelijke kerken in Europamogen zich niet aan deze plicht onttrekken.

Zoals gezegd werd bij de Eerste Bijzon-dere Bisschoppensynode voor Europa, moe-ten “wij de andere godsdiensten beter lerenkennen om tot een broederlijke dialoog tekomen met de onder ons levende aanhan-gers daarvan”.79 Maar het is niet voldoendepastorale aandacht te schenken aan de ver-schillende religieuze tradities in liefdadig-heidsacties en hulpverlening, en evenminkan ermee worden volstaan dat christenenen de leden van de andere godsdienstenzich gemeenschappelijk inzetten voor

195 • 2000 Kerkelijke documentatie 75

77. Eerste Bijzon-dere Bisschoppensy-node, 8.

78. T.a.p.

79. A.w., 9.

Page 50: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

gerechtigheid, vrede, vrijheid en behoudvan de schepping. Veeleer moet er een con-frontatie met hen worden aangegaan die tothet herwinnen en verdiepen leidt van defundamentele waarden van het christen-dom. De reden daarvan is dat “het respectvoor de vrijheid en het terechte bewustzijnvan de waarden die in de andere godsdien-sten gevonden worden niet mogen leidentot relativisme of tot een verminderd besefvan onze plicht om Christus te verkondi-gen”,80 en omdat een oprechte en verstandi-ge dialoog het geloof niet alleen niet ver-zwakt maar juist versterkt en verdiept.81

64. Nu de islam in Europa steeds duidelijkeraanwezig is, wordt de dialoog met de mos-lims meer dan ooit noodzakelijk; maar“deze moet op omzichtige wijze gevoerdworden met een helder idee over de moge-lijkheden en beperkingen ervan en in ver-trouwen op Gods heilsplan met al zijn kin-deren. Wil er van echte wederzijdsesolidariteit sprake zijn, dan moet er weder-kerigheid zijn in de betrekkingen met nameop het gebied van de godsdienstvrijheid,een recht dat zijn grondslag heeft in dewaardigheid van de menselijke persoon endat daarom overal ter wereld moet gel-den.”82 De uitdagingen van een dergelijkesituatie moeten dus serieus en met openogen tegemoet worden getreden. Of men nudaartoe de verschillende stromingen van deislam nauwkeurig bestudeert en goedonderscheidt, of de dialoog met de moslimsop duidelijke wijze voortzet, – hoe dan ookgaat het erom “hun geestelijke en morelewaarden beter te leren kennen en tegelijkaan hen een juist inzicht bij te brengen inhet geloof en het leven van de kerk, in dedirecte nabijheid waarvan zij wonen. Het isnuttig priesters en leken goed voor te berei-den op het voeren van dergelijke gesprek-ken of op het raad geven aan de meestdirect erbij betrokken gemeenschappen.”83

Het probleem van de sekten

65. Het ‘evangelie van de hoop’ moet tegen-woordig ook rekening houden met het inge-wikkelde en bonte verschijnsel van de sek-ten. Al vanuit de wijze waarop ze zijnontstaan, zijn ze onderling verschillend: ermoet dus onderscheid gemaakt worden tus-sen sekten van christelijke oorsprong ensekten die voortkomen uit andere godsdien-sten of uit een soort humanisme; en zelfs alsze van christelijke oorsprong zijn, moet menze duidelijk zien als onderscheiden van dekerken, de kerkelijke gemeenschappen of derechtmatige binnenkerkelijke bewegingen.Bovendien verschillen ze van elkaar doorhun omvang, door hetgeen ze geloven, doorhun houding en gedrag ten opzichte vanandere religieuze groeperingen of van desamenleving. In het algemeen zijn sektenbetrekkelijk kleine religieuze groeperingendie ervoor zorgen dat hun aanhangers zichsterk ermee identificeren, zodat die er zelfsvolkomen afhankelijk van worden gemaakt;vaak zoeken ze de confrontatie met hunreligieuze en maatschappelijke omgeving,en gebruiken daarbij zeer agressieve propa-gandamethodes; ook bevorderen ze een zeerhartelijke sfeer van gastvrijheid jegens indi-viduen die ze uit hun isolement bevrijden;ze verspreiden apocalyptische boodschap-pen, boodschappen over het ‘aan-gene-zijde’ en de dageraad van een ‘nieuwewereld’.

Voor het verschijnsel worden verschil-lende verklaringen gegeven, ook al lopendeze niet ver uiteen. Sommigen zien er hetbewijs in van de huidige secularisatie;anderen zien ze als het gevolg van de crisisvan het technisch-wetenschappelijk ratio-nalisme, gepaard met het verlangen naar‘iets anders’ en naar iets dat gelukkigmaakt; voor weer anderen zijn ze een reac-tie op het verambtelijkte en anoniemekarakter van veel religieus gebeuren, terwijl

Kerkelijke documentatie 2000 • 19676

80. T.a.p.

81. Vgl. Dialoog enverkondiging, 50.

82. Eerste Bijzonde-re Bisschoppensyno-de, 9.

83. Toespraak totde Bisschoppencon-ferentie van deapostolische regio inNoord-Frankijk bijhun Ad Limina-bezoek, 5.

Page 51: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

gezocht wordt naar gemeenschappen waarmen zich geborgen en geheeld kan voelen.Ten slotte menen weer anderen dat de sek-ten een ontluikend religieus verlangen zou-den onthullen en dus een zowel positief alsnegatief teken zouden zijn van de religieuzevitaliteit van het einde der eeuw.

66. Hoe dan ook is het verschijnsel van desekten een uitdaging voor de kerk en herin-nert het haar aan haar verantwoordelijk -heid. Zowel in het Oosten als in het Westentrachten de plaatselijke kerken dit verschijn-sel het hoofd te bieden door van hungemeenschap een hartelijkere en warmereplaats te maken, waar mensen hun verlan-gens vervuld zien, terwijl de sekten erslechts gedeeltelijke en vaak mensonwaar-dige antwoorden op geven. Algemeen trachtmen tegelijk de verspreiding van dit ver-schijnsel te voorkomen door te zorgen vooreen degelijkere vorming van de gelovigen.Ook zijn er in veel landen op diocesaan eninterdiocesaan niveau deskundige institutendie door middel van vorming, maar ookdoor het geven van raad, het verschijnselhet hoofd willen bieden.

In wezen wordt van de kerk gevraagdhaar geweten serieus te onderzoeken en eengrondige vernieuwing te bewerken, nietalleen tegenover de traagheid, leegte eneventuele verminking van haar eigen beeld,maar ook ten opzichte van haar hoogsteplicht om aan alle volken Jezus Christus teverkondigen, de enige Heiland van de mens.Door het gewone vlechtwerk heen van hetleven van de individuele gelovigen (leken,godgewijden, priesters en diakens), vangezinnen, parochies, verenigingen, verschil-lende kerkelijke groeperingen en bewegin-gen, moet het antwoord van de kerk ‘glo-baal’ zijn: aan de christenen zelf moet zijsamen met een rijp en overtuigd geloofweer vreugde schenken, enthousiasme, trotsdat ze volgelingen van Jezus zijn in de kerk;

ze moet het primaat van de spiritualiteitsteunen en versterken. Met de woorden vande heilige vader: “Op het zorgwekkend ver-schijnsel van de sekten dient men te reage-ren met een pastoraal die een centrale plaatstoekent aan de gehele mens, aan zijn socialedimensie en aan zijn verlangen naar eenpersoonlijke verhouding met God. Overalwaar de kerk dynamisch present is, zoals inparochies waar mensen voortdurend wor-den onderricht in het Woord van God, over-al waar men een actieve liturgie viert waar-aan allen meedoen, overal waar eendegelijke Mariaverering bestaat, men daad-werkelijke solidariteit betoont op sociaalgebied, er sterke pastorale zorg is voorgezin, jongeren en zieken, zien we dat desekten of parareligieuze bewegingen geenvoet aan de grond krijgen noch zich kunnenontwikkelen.”84

Viering van ‘het evangelie vande hoop’

‘Leitourgia’

De tegenwoordigheid van de Verrezenein de heilige geheimen

67. Het ‘evangelie van de hoop’ vieren bete-kent voor de kerk, tegenwoordig meer danooit, tegelijk de levende en werkzame aan-wezigheid van de verrezen Heer erkennen inde ‘heilige geheimen’, en in deze heiligegeheimen de kracht en het voedsel zoeken envinden voor de eigen pastorale arbeid. Zogetuigt zij ervan dat zij wezenlijk eengemeenschap is van rondom Christus ver-enigde volgelingen op Wie zij hun vertrou-wen en hoop stellen.

Dat was de ernstige bedoeling van dedoor het Tweede Vaticaans Conciliegewenste hervorming van de liturgie. Die

197 • 2000 Kerkelijke documentatie 77

84. Johannes Pau-lus II, Toespraak totde IVde Conferentievan het Latijns-Amerikaans episco-paat (Santo Domin-go, 12 oktober1992), 12, in: L’Os-servatore Romano(21 oktober 1992), 7.

Page 52: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

hervorming is niet alleen een uitdrukkingvan “het verlangen naar verandering datkenmerkend lijkt voor onze tijd, of hetgewettigd verlangen om de viering van deheilige geheimen aan te passen aan het aan-voelen en de cultuur van onze tijd. Onderdit verschijnsel gaat het verlangen van degelovigen schuil om hun diepste en meestwaarachtige identiteit te beleven en tot uit-drukking te brengen van volgelingen, dieverenigd zijn rondom Christus, die op unie-ke wijze door zijn Woord en sacramenten,met name door de eucharistie, onder hentegenwoordig is (vgl. Sacrosanctum conci -lium, 7).”85 De paus gaat door en zegt: “In dezekerheid dat men zo niet alleen het bouw-werk van het geloof op een vaste en blijven-de grondslag optrekt (vgl. Lc 6,48), maar datde gehele christelijke gemeenschap zichbewust wordt van de plicht het mysterie vanChristus, de Redder van de mensheid, te vie-ren, te verkondigen en openlijk aan de men-sen van deze tijd bekend te maken. Daarbijmoeten zij de soms van buiten en ook welvan binnenuit komende bekoring overwin-nen om aan de kerk een andere identiteit enandere belangen toe te schrijven. De kerkleeft immers meer van hetgeen zij van haarHeer ontvangt dan van hetgeen zij uit eigenkracht alleen doen kan.”86

Naar een beoordeling van hetliturgisch leven

68. Met betrekking tot de ontmoeting methet grote en heilige geheim van de doorJezus geopenbaarde Drie-ene God vertonende particuliere kerken in liturgie en ere-dienst een veelkleurig schouwspel van situ-aties en ervaringen.

In gemeenschappen waar dankzij goedecatechese en liturgische vorming de liturgi-sche vieringen goed kunnen worden voor-bereid zijn deze hoogtepunten van vurige en

overtuigde ontmoeting met het goddelijkgeheim en van ware verbondenheid onderbroeders en zusters die het éne geloof vierenmet lofprijzing, gebed en vreugdevolle aan-vaarding van elkaar. Niet alleen in deparochiegemeenschappen van Oost en Westzijn deze ervaringen zeer verspreid maarook in vernieuwde religieuze communautei-ten, in nieuwe stichtingen van godgewijdleven en in kerkelijke bewegingen.

Ook zijn er communauteiten die sindslang gewend zijn om op feest- en weekda-gen veelvuldig de mis bij te wonen, het hei-lig Sacrament te aanbidden, en Maria tevereren. Men denke ook aan de velen diemet het mysterie van de levende God lieverin contact komen in vormen van eredienstdie in hun volkse religieuze tradities gewor-teld zijn: vandaar de betekenis van de zoge-heten ‘volksreligiositeit’ en ‘volkse vroom-heid’, die echter wel getoetst en geleidmoeten worden.

In het algemeen moet men constaterendat men te doen heeft met een werkelijkehervorming van de liturgie, ook al heeftdeze niet steeds geleid tot een authentiekeen diepgaande liturgievernieuwing, en blijfter nog veel te doen om de door het Conciliegewenste ‘participatio actuosa’ van de gelo-vigen sterker te maken. In ieder geval heeftde liturgie een centrale functie voor de groeivan het geloof.

69. Toch moet er ook gewezen worden openige situaties die op zijn minst ‘problema-tisch’ zijn.

In veel westelijke landen worden deliturgische vieringen bijna alleen doorbejaarden, met name vrouwen, en door kin-deren bijgewoond, terwijl jongeren en men-sen van middelbare leeftijd er wegblijven.Dat heeft ook het beeld tot gevolg van eenkerk die alleen voor oude mensen, vrouwenen kinderen bestemd is.

Sommige experimenten in het Oosten en

Kerkelijke documentatie 2000 • 19878

85. Toespraak totde Spaanse bis-schoppen van dekerkprovincies vanGranada, Sevilla enValencia bij hun AdLimina-bezoek, 4.

86. T.a.p.

Page 53: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

het Westen willen mensen trekken en plaat-sen daarom de dimensie van mysterie, aan-bidding en lofprijzing op de achtergrond, enleggen een overgrote nadruk op de rituelekenmerken en het samen delen; men zietdan bij de celebrant en/of de actieve ledenvan de bijeenkomst een soort verlangen omop de voorgrond te treden: een van degevolgen hiervan is zeer zeker een beeldvan de kerk dat wel levend en geanimeerdis, maar dat meer uit is op uiterlijk vertoonen emotionaliteit dan op de innige ontmoe-ting met het heilig mysterie van God.

Er zijn ook liturgische vieringen endevotiepraktijken waar men op overdrevenwijze bekommerd is om het onderhoudenvan de rubrieken, met als gevolg dat ze inde praktijk voor veel mensen dor worden enontmoedigen. Elders daarentegen worden,om vaag religieuze mensen te bereiken,liturgische vieringen en gebedsbijeenkom-sten georganiseerd en geïmproviseerd waar-bij men zich niet houdt aan de geldendenormen en waarbij een soort onaanvaard-bare ‘wildgroei’ van liturgische creativiteitplaatsvindt.

Ten slotte is er nog een andere situatie,afkomstig van bepaalde traditionalistischegroepen, die een bepaalde liturgische vormzozeer benadrukken dat ze die tot maatstafvan de orthodoxie maken. Er moet aandachtworden geschonken aan een dergelijkementaliteit en de gevolgen ervan voor degemeenschap.

Het is duidelijk dat tengevolge van dezeuiteenlopende en vaak met elkaar botsendewijzen van verstaan en vieren van de litur-gie vaak polarisatie ontstaat. Zo komt hetdat men vanuit de verschillende hierbesproken aspecten tezamen een beeld vande kerk krijgt, waarbij het lijkt of er tweeverschillende, parallelle wegen zijn om dekerk te zien en te beleven, terwijl ze in feiteloodrecht op elkaar staan.

Twee problemen zijn bijzonder duidelijk:

het ene is binnenkerkelijk, het andere hangtsamen met de omringende cultuur. Ener-zijds ziet men in de concrete praktijk van devieringen een matheid, routine, verveling,een stijl van voortdurende herhaling, die totpassiviteit leiden, anderzijds voert demoderniteitscultuur ertoe dat de rite losge-maakt wordt van haar geloofsfundament.

70. Om die reden wordt een adequate vor-ming, die het karakter heeft van een inwij-ding in de kunst van het celebreren, drin-gend noodzakelijk geacht. Daartoe moet inverkondiging en catechese beter wordengewezen op het ‘mystagogisch aspect vande liturgie’. Om dit te bereiken schijnt hetvolgende nuttig: geloofscursussen opzettenwaarin er voortdurend een relatie gelegdwordt tussen catechese, liturgie en dienstaan de naasten; zorgen voor een zorgvuldi-ge liturgische opvoeding van de toekomsti-ge priesters en de verschillende pastoralemedewerkers, met name van hen die in deliturgie voorgaan en van hen die daarin eenfunctie willen bekleden; het vieren van deeucharistie beschouwen als ‘hoogtepunt enbron’ van alle liturgisch handelen, zonderdat men om die reden nalaat om de liturgievan het gemeenschappelijk getijdengebedtot haar recht te doen komen; zorgen vooreen goede integratie van liturgisch leven envolksreligiositeit; de riten aanpassen aan deonderscheiden en nieuwe situaties waarinde gelovigen verkeren. Dat alles, in de over-tuiging dat, wanneer de liturgie in geest enwaarheid wordt gevierd, wanneer de vieringeen gebeuren is waaraan alle aanwezigendeelnemen, wanneer door teksten en geba-ren alle gelovigen erbij worden betrokken, –dat dan de liturgie wordt beleefd als eenwerkelijk ervaren van het mysterie, omdatze deelname is aan het Paasgebeuren en dusbron en uitdrukking van een waarachtiggeestelijk leven.

Nuttig zou ook een eventuele uitwisse-

199 • 2000 Kerkelijke documentatie 79

Page 54: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

ling zijn tussen de traditie van het Oosten –waar in de liturgie de dimensie van hetmysterie meer benadrukt wordt – en deLatijnse traditie van het Westen, waar meeraandacht wordt gegeven aan de aspectenvan onderlinge eenheid en zending.

‘Het evangelie van de hoop’dienen

‘Diakonia’

71. De weg om het ‘evangelie van de hoop’werkelijk te dienen kan alleen maar de vanoudsher bekende zijn, namelijk: de liefdedie tot een waarachtig getuigenis wordt vannaastenliefde, het tot stand brengen vancommunio in en buiten de kerk, het ver-nieuwen en hervatten van bepaalde pasto -rale prioriteiten en bekommernissen, maarook de inzet voor de opbouw van een nieuwEuropa. Kort gezegd, de kerk heeft tot taakliefdevol in het hart van Europa’s geschiede-nis staan.

Getuigenis van de naastenliefde

72. Op de eerste plaats moeten de mensen incontact gebracht worden met de liefde vanGod en van Christus in de heilige Geest.Men kan dan weer hoop geven aan hen diehaar bedreigd zien of geen hoop meer heb-ben, want alleen als iemand zich bemindweet en bemind voelt, kan hij de betekenisvan zijn bestaan voluit beleven, en ooktemidden van moeilijkheden en ontmoedi-ging blijven hopen.

Daartoe is het doorleefd getuigenis vannaastenliefde onmisbaar.

Dit veronderstelt dat de christenen en dekerk niet louter genoegen nemen met dadenvan naastenliefde, hoe belangrijk en nood-zakelijk ook, maar dat ze ‘zelf liefde zijn’,

waarbij ze deze gave en kracht putten uit deonuitputtelijke bron die God zelf is. In diezin mag het getuigenis van de naastenliefdezeker niet slechts beperkt blijven tot eenpragmatisme zonder wortels, maar moet hetde liefde van God voor de mens, ja God zelf,die liefde is, uitspreken en verkondigen. Aande Europeaan van deze tijd en aan iederemens van alle tijden moet het blijde nieuwsbekend gemaakt worden dat God ons heteerst heeft bemind, dat Jezus ons tot heteind toe heeft liefgehad, door de kruisdoodte ondergaan en ons het gelaat te openbarenvan de Vader, Jezus die volledig solidair ismet de mensen en hen tegemoet gaat doorhun de heilige Geest mee te delen.

Daarom wil de synode christenen enkerk meer bewust maken van de zekerheiddat de door Christus tot ons gerichte liefdevan de Vader ons geschonken wordt door deuitstorting van de heilige Geest. In Jezus isdeze liefde van de Vader voor eens en altijdin de geschiedenis binnengetreden en blijftdaar als de altijd nieuwe gave van de Geestkomen; deze liefde kan nergens anders aan-vaard en volledig gekend worden dan alleenin de doorleefde ervaring van liefde, metname van liefde voor elkaar. Het gaat erjuist om, dat door het tastbaar, zij het steedsonvolkomen teken van de doorleefde liefdede mensen in contact komen met de liefdevan God en van Christus die naar hen opzoek is. Voor die uitdaging staan de particu-liere kerken als ze nog in staat willen zijnom hoop te brengen.

Onze particuliere kerken moeten erdaarom voor zorgen dat er in het dagelijksleven en gebeuren van onze landen indivi-duen, gezinnen, gemeenschappen wordengevonden die intens naar het evangelie vande naastenliefde weten te leven.

Daarom zijn er personen en gemeen-schappen nodig die constant in dialoog zijnmet de goddelijke Personen, een dialoog diebegint met het aanhoren van het Woord,

Kerkelijke documentatie 2000 • 20080

Page 55: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

met gebed en sacramenten, en die wordtvoortgezet in de dialoog met andere mensenin alle onderlinge betrekkingen, bezighedenen milieus. Alle christengelovigen moetenzich door de kracht en de wijsheid van denaastenliefde laten vormen; ze moeten iede-re mens en elk gebeuren tegemoet treden alseen gave en een mogelijkheid om goed tedoen. Ze moeten zelf tot gave worden voorhun broeders en zusters door aandacht,dienstbetoon, samen delen, ethische enmaatschappelijke betrokkenheid, het verge-ven van aangedaan onrecht. Dan zal hetgetuigenis van hun liefde voor de ander eendoeltreffende remedie zijn voor de kwalenvan onze tijd, en vele harten doen opengaanvoor vreugde en hoop.

Bouwmeesters van communio ensolidariteit

73. De eerste manier om te getuigen van denaastenliefde is te bouwen aan de onderlin-ge eenheid en verbondenheid binnen dechristelijke gemeenschap: we zagen reedsdat dit een van de voorafgaande voorwaar-den is als de kerk hoop wil kunnen brengenaan het huidige Europa.87

Maar het getuigenis van de liefde voorde ander reikt wijder dan de grenzen van dekerkelijke gemeenschap. Daar, in de geheleburgermaatschappij, wordt de wederzijdseliefde die de kerk tot een broederlijke enmissionaire gemeenschap maakt, een factorvan solidariteit. Bouwen aan communiobetekent dan ook de opbouw bevorderenvan een solidaire samenleving die volgenshet subsidiariteitsbeginsel is ingericht. Indeze zin is de kerk geroepen om ook in soci-aal opzicht primaire factor van stabiliteit enonderlinge eenheid te zijn. En dit op grondvan het diepe en theologische ‘mysterie vancommunio’ dat tot haar wezen behoort: hetcentrum van de communio in de kerk is de

eucharistie, de plaats bij uitstek van ont-moeting met Christus en met de broeders enzusters. En uit de ontmoeting rond de tafelvan de Heer komt de voor de christelijkegemeenschap kenmerkende onderlinge har-telijkheid voort, die een weldadige invloeduitoefent op de burgermaatschappij. Waar-den als solidariteit, verzoening, zorg voorde minsten, evangelische onbaatzuchtigheidbij het dienen van de mensen, die ook in hetvrijwilligerswerk tot uiting komen, – alle-maal waarden die tot het wezen van hetconcrete christelijk leven behoren – blijvenzo gezien en volgens deze logica niet rijk-dommen die alleen aan gelovigen zoudenzijn voorbehouden: ze worden een kracht-bron voor heel de samenleving. Het isnatuurlijk van belang deze overtuigingenopnieuw voor te houden en na te gaan of zeverwerkelijkt worden.

74. In een situatie waarin alle nadruk wordtgelegd op de waarden van vrijheid engelijkheid, terwijl de broederschap wordtvergeten dient de cultuur van vrijheid engelijkheid met die van de solidariteit te wor-den samengesmolten: een solidariteit dieniet louter als hulpverlening wordt ver-staan, maar een die iedere mens in desamenleving tot zijn of haar recht doetkomen.

Vanwege de groeiende stroom migran-ten vraagt solidariteit dat aan de verschil-lende categorieën mensen waaruit desamenleving is opgebouwd voldoenderuimte wordt geboden om eigen vormenvan gemeenschapsleven te kunnen ontwik-kelen. Wanneer groepen en minderheden,gezien de toenemende globalisatie, burger-rechten en volledige erkenning van hunidentiteit opeisen, zullen deze eisen erkenden gegarandeerd moeten worden binnen hetkader van gemeenschappelijke normen enwaarden. In samenhang ook met de globali-sering mag de verantwoordelijkheid van

201 • 2000 Kerkelijke documentatie 81

87. Vgl. a.w., 45-50.

Page 56: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

Europa en de Europese particuliere kerkenniet vergeten worden voor de volken dieaan alles gebrek hebben; noch mag verge-ten worden om in samenhang daarmee eengewetensonderzoek te doen over de betrek-kingen tussen de rijkere en de armere plaat-selijke kerken, zowel in Europa als in degehele wereld. Gezien de grote tekortkomin-gen van de vrije markt, de logheid en kostenvan een bureaucratische staat die veel gelduitgeeft aan sociale voorzieningen, ziet mensteeds beter de betekenis van de economieen, meer in het algemeen van de burger-maatschappij als middel om solidariteit tedoen samengaan met verantwoordelijkheid.

Deze voorbeelden tonen aan hoe nodighet is iedere vorm van geprivatiseerde ethiekte overwinnen. Men treft die vaak in Europaaan, en ze vormt voor mensen geen ade-quate basis om in gezamenlijkheid te leven.Dat komt omdat het verlies of de uithollingvan de waarden belemmeringen zijn voorhet opbouwen van een solidaire samenle-ving. Solidariteit daarentegen, waarbij menieder mens in de samenleving tot zijn rechtdoet komen, vormt de sleutel voor eenandere, vruchtbaarder aanpak van de socia-le spanningen in de Europese samenlevin-gen, maar ook in de rest van de wereld:daarmee kan Europa een belangrijk signaalgeven van vreedzaam samenleven. Zulk eenop christelijke leest geschoeide organisatiedient op Europees niveau verbreid worden.In Europa is eenheid noodzakelijk om depluriformiteit tot haar recht te doen komen,niet alleen die van de staten, maar ook depluriformiteit van culturele en religieuzegemeenschappen, van sociale instituten enfamilies. De politiek moet voor dat allesborg staan. In het kader van algemeenerkende waarden en gemeenschappelijkenormen moet de verscheidenheid tot eenverrijking worden op het menselijk maarook op het economisch vlak.

Bij dit alles kunnen en moeten de chris-

tenen een belangrijke bijdrage leveren. Methet geloof in God, de Vader van alle men-sen, heeft het christendom immers degeschiedenis van de waardigheid van demens en de broederschap bewust gemaakt.Door in hun leven te getuigen van wederke-rige liefde, ook in de burgermaatschappij,en door solidariteit op te bouwen en tebevorderen, maken de christenen de aanwe-zigheid zichtbaar van Christus, Heiland vanalle mensen en van de gehele mens, Hij diede enige bron is van hoop die nooitbedriegt.

De bevordering van een aantal pasto -rale prioriteiten en aandachtspunten

75. In zijn leven getuigen van de liefde voorde ander om ‘het evangelie van de hoop’ tedienen betekent in het huidige Europa metzijn oude en nieuwe problemen, waar aller-lei verwachtingen en ongekende mogelijk-heden zijn, dat er ruimte gegeven wordt vooreen bezielde en door krachtig missionairelan gedreven pastoraal. Deze moet nietalleen verstaan worden in de zin van moe-dige evangelieverkondiging, maar ook alsbereidheid om buiten de enge kerkelijkekringen te treden.

De missionaire stijl van de christenwordt gekenmerkt door ‘meevoelen met’ demensen, door luisteren naar hun vragen,door bij hen te zijn in hun verdriet en lijden,en door hun de heldere en bevrijdendeboodschap van Christus voor te houden.Meer dan ooit vraagt dit een zoeken naarnieuwe vormen om met de mens in contactte komen, doordat kerk en christenen mis-sionair aanwezig zijn onder jongeren, onderontwikkelde mensen, onder arbeiders, ondermensen die lijden en onder hen die zoeken-de zijn. Zo moet de missionaire activiteitvertaald worden in aanwezig zijn in dewereld; de manier van denken hierbij is een

Kerkelijke documentatie 2000 • 20282

Page 57: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

andere dan die van de wereld, maar wordttoch voor mensen van onze tijd niet onver-staanbaar. En de volgende, beslissendevraag voor onze particuliere kerken kan ookeen echo vinden bij de besprekingen van desynode: Hoe kunnen wij in Europa het tekenvan God blijven die altijd door op zoek isnaar de mens? Hoe kunnen wij bereid zijnom niet op het verleden te blijven teren, inde illusie dat onze landen nog christelijkzijn, en tegelijk vast besloten blijven om tegetuigen van de grote verwachting die inons leeft?

Daartoe moet worden voorgehoudenwat ons geloof in diepste wezen vraagt,namelijk dat de rechten van God de rechtenzijn van de mens, en de rechten van demens de rechten van God. Dat houdt in datmen, om de mens te verdedigen, erkent datdeze in de pastoraal de centrale plaatsbekleedt, met name wat de zwaksten enarmsten betreft, niet met het oog op loutermateriële bijstand, maar met oog op mense-lijke ontplooiing en groei. Dat is zeker eenander teken van hoop dat de christenenEuropa kunnen bieden als zuurdeeg in eensamenleving die de mens met al zijn moei-lijkheden en verlangens centraal stelt.

Het is daarom te begrijpen dat er in onzeparticuliere kerken een grote overeenstem-ming bestaat over de volgende aandachts-punten en prioriteiten voor een doeltreffendgetuigenis van de liefde voor de ander: voor-houden dat het leven van individu en gezin,en ook het sociale leven in overeenstem-ming moet zijn met het geloof dat menbelijdt; door middel van publieke uitsprakenen allerlei initiatieven van solidariteit opko-men voor de menselijke persoon en hetleven, waarbij bijzondere aandacht wordtbesteed aan het groeiend aantal in noodverkerende lagen van de bevolking die sterkaan materiële en morele ellende en aan uit-buiting zijn blootgesteld; het bevorderenvan een geschikte pastorale en sociale

bekommernis om de complexe wereld vande gezondheidszorg en de daarmee samen-hangende problemen; aandacht en hulpvoor de allerarmsten; opkomen voor dezwakken; een sfeer van respect en welkomscheppen voor de immigranten, om zo eenaanvang te maken met een proces van cul-turele integratie en vruchtbare interreligieu-ze dialoog; hoop bieden onder kringen diein grote mate het vertrouwen hebben verlo-ren.

Bijzonder wordt benadrukt dat de parti-culiere kerken wellicht grotere pastoraleaandacht zouden moeten besteden aanbepaalde categorieën van mensen, opdat het‘evangelie van de hoop’ op meer adequateen realistische wijze kan worden aangebo-den.

76. Van verschillende kanten wordt gewe-zen op de grote betekenis van een goedafgestemde en systematische gezinspasto-raal die in samenwerking met en ten batevan de gezinnen moet gebeuren. De plaatse-lijk kerken hebben daarvoor een dringendeverantwoordelijkheid aangezien culturele,sociale en politieke factoren op verschillen-de wijzen, maar bijna in alle landen, eensteeds duidelijker crisis van het gezin ver-oorzaken.

En juist vanwege deze huwelijks- engezinscrisis willen de particuliere kerkenvan Europa “als een ware dienst aan hetgezin en de samenleving met pastoralevastberadenheid de waarheid verkondigenover huwelijk en gezin zoals ze door Godzijn bedoeld. Het zou een grof pastoraalverzuim zijn als dit werd nagelaten, eenverzuim dat de gelovigen op een dwaalwegzou voeren evenals allen die de zware ver-antwoordelijkheid hebben om besluiten tenemen voor algemeen welzijn van het land.Het is een waarheid die niet alleen voorkatholieken geldt, maar voor alle mannenen vrouwen zonder onderscheid, want

203 • 2000 Kerkelijke documentatie 83

Page 58: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

huwelijk en gezin zijn een onvervangbaargoed voor de samenleving, en deze kan nietonverschillig blijven als ze vervallen en ver-loren gaan.”88

In de overtuiging dat de zorg voor hetgezin uiteindelijk een authentieke, aanmens en samenleving bewezen dienst kanworden, dient er leerruimte geschapen teworden om op huwelijk en gezin voor tebereiden, en om beide te begeleiden en testeunen; ook moet al het mogelijke gedaanworden ter bevordering van echte en ade-quate gezinspolitiek, en moet ernaargestreefd worden dat de gezinnen zelf aandeze politiek vorm geven en dat zij de ver-antwoordelijkheid op zich nemen om desamenleving te veranderen.

77. Van verschillende zijden wordt eropgewezen dat met betrekking tot het mense-lijk leven men vaak stuit op een door endoor onsamenhangende cultuur; deze houdtenerzijds vast aan de waardigheid van hetmenselijk leven, en van de andere kant wor-den standpunten aanvaard of zelfs bevor-derd die datzelfde leven bedreigen of afwij-zen. Met name met betrekking tot deabortus ziet men een duidelijk verschil tus-sen landen waar deze veel wordt verricht enlanden waar hun aantal minder groot is.

Vandaar dat de noodzaak zich opdringtom op cultureel, pastoraal en sociaal gebiedover te gaan tot een algemene en alomvat-tende actie ten gunste van het menselijkleven en ter bevordering van een authentie-ke cultuur van het leven. Over de voorstel-len die hieromtrent gedaan zijn en over devoorgenomen en deels reeds uitgevoerdeinitiatieven heerst een opvallende overeen-stemming. Het betreft bepaalde structuren(opvanghuizen voor alleenstaande moeders;instellingen voor zieken en bejaarden; cen-tra voor hulpbetoon; adviescentra); het sti-muleren van genootschappen of bewegin-gen ter bescherming van het leven; het

belangrijke vrijwilligerswerk; de noodzaakvan een grotere inzet voor opvoedings- envormingswerk en voor de verkondiging vande leer van de kerk, en ook van het bestrij-den van de door de media gemaakte propa-ganda; het belang om, mede middels derechtstreekse en verantwoordelijke inzetvan de christenen die in een dergelijk milieuverkeren, wegen te vinden waarmee cultuur,economie en politiek beïnvloed kunnenworden.

78. “Jonge mensen zijn de hoop van de kerkop het moment dat zij het derde millenniumbinnengaat. Als zij op de kritieke momentenvan hun leven voor moeilijk keuzen gesteldworden, mogen ze niet zonder hulp of voor-beeld gelaten worden. De kerk moet zichkrachtig inspannen om onder de jongemensen aanwezig te zijn.”89 Deze woordenvan Johannes Paulus II wijzen nauwkeurigen feilloos op een andere pastorale prioriteitvoor de lokale kerken in het huidige Europa.De jeugdpastoraal moet vernieuwd en metnieuw elan bezield worden; ze moet eenlevend en samenhangend karakter krijgenin het kader van een omvattend program-ma, dat de jeugd weet te enthousiasmeren,hun verwachtingen toetst en ondersteunt,en van hen mensen maakt die de samenle-ving evangeliseren en opbouwen.

Uit bijeenkomsten waaraan veel jongemensen deelnemen – zoals de Wereldjonge-rendagen, de door de Taizé georganiseerdeontmoetingsdagen, de plaatselijke en natio-nale bijeenkomsten en pelgrimstochten –blijkt hun verlangen naar hetgeen vanabsolute waarde is, hun verborgen geloofdat alleen maar gereinigd en ontplooid wilworden, hun verlangen om met elkaar op tetrekken zodat ze bevrijd worden uit hun iso-lement. Dat is ook een eerste stap tot hetvolgen van Christus.90 Dat alles moet inge-zien, opgevangen, begeleid, ondersteund,gericht worden. Men moet zich dus ver-

Kerkelijke documentatie 2000 • 20484

88. Johannes PaulusII, Toespraak tot eengroep Spaanse bis-schoppen bij hun AdLimina-bezoek (19februari 1998), 4, in:L’Osservatore Romano(11 maart 1998), 5.

89. Johannes PaulusII, Toespraak tot eengroep Poolse bis-schoppen bij hun AdLimina-bezoek (2februari 1998), 5, in:L’Osservatore Romano(18 februari 1998), 3.

90. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de bisschoppenvan de Bisschoppen-conferentie in de Fran-se apostolische regio‘Ile de-France, bij hunAd Limina-bezoek (7maart 1992), 3, in:L’Osservatore Romano(18 maart 1992), 3.

Page 59: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

plicht voelen om de nieuwe generaties dekans te geven tot een persoonlijke ontmoe-ting met Christus in de sfeer van een harte-lijke gemeenschap waarin ieder geholpenwordt zijn eigen identiteit te ontwikkelen,zijn roeping te ontdekken en te volgen. Nietalleen zijn daarvoor intelligente en gedre-ven opvoeders nodig die tot echt contactmet de jonge mensen in staat zijn en diehen langs verschillende, veeleisende wegenen langs de weg van de geleidelijkheid alsmens en christen weten te doen groeien.Ook moet ervoor worden gezorgd dat dekerkelijke gemeenschappen hen van harteweten te verwelkomen. Want daar, metname bij de volwassenen, moeten jongerende mensen vinden met wie ze in gesprekkunnen gaan en die ze kunnen zien alsgetuigen. Ook moeten de jongeren ervarendat ze worden erkend als waardevolle per-sonen die bij eigen vorming en missionaireactiviteit actief betrokken zijn.

79. Indien de particuliere kerken van Euro-pa door evangelisatie en cultuurbevorderingweer hoop willen geven, zullen zij, geziende steeds grotere rol van de moderne com-municatiemiddelen in deze tijd, vanzelf-sprekend bijzondere aandacht dienen tebesteden aan de bonte en complexe wereldvan de media.

Allereerst moeten ze deelnemen aan deverschillende vormen van sociale communi-catie, om deze waarachtiger te maken, meerrespect te doen opbrengen voor de waarheidin de voorlichting en voor de waardigheidvan de menselijke persoon. Maar men kanniet volstaan met het beheer van deze mid-delen, ook al zijn ze nog zo geavanceerd.Men moet veeleer de culturele uitdagingaangaan die er vanuit deze media op hendie erin werkzaam zijn uitgaat. De zogehe-ten ‘mediacultuur’ vraagt dus van de kerkopnieuw na te denken over haar geloof,boodschap en leven, en daaraan een nieuwe

vorm te geven.Voor dit alles schijnt in de gemeenschap

van de gelovigen een sterker structuur opEuropees niveau noodzakelijk: om opsamenhangende wijze op de vragen vandeze tijd in te gaan zijn geïmproviseerde ofbaanbrekende initiatieven niet toereikend.Er moet een systematische en aan de situ-atie aangepaste actie worden ondernomen.Het is dus belangrijk en noodzakelijk eenzorgvuldiger strategie te ontwerpen waaralle particuliere kerken van Europa bijbetrokken worden, om in samenspraak metde mediacultuur een weg uit te zetten voorevangelisatie en dienst aan de mensen diezich bedient van de nieuwe expressiemidde-len en de nieuwe technologieën.

80. Als men Europa weer hoop wil bieden ineen tijd als de onze die meer nog op hetgebied van de cultuur dan op economisch,sociaal en politiek terrein om ingrijpendeveranderingen vraagt, is het van belang eennieuwe pastoraal van de cultuur te ontwik-kelen.

Door middel van onderwijs, door bevor-dering en uitbouw van intellectueel en aca-demisch leven moet een dergelijke pastoraalnaar een synthese streven van de thans nogverspreide facetten van de Europese cultuur;deze synthese moet erop gericht zijn demens werkelijk te vormen, door open testaan voor de waarden van de geest en doorde waardigheid van de mens te respecteren.

Dit moet gebeuren in de lijn van deEuropese culturele traditie die wortelt in hetevangelisatiewerk van de kerk en in de ont-moeting van Christus met zoveel mensen uitalle standen en culturen. De door Europaontwikkelde en aan de mensheid doorgege-ven fundamentele waarden zijn een con-creet teken dat het geloof in de cultuurgeïntegreerd is geworden; door deze incul-turatie zijn de aanwezigheid en het getuige-nis van het geloof een eenheid geworden

205 • 2000 Kerkelijke documentatie 85

Page 60: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

die tot de ontwikkeling van de gehele mens-heid heeft bijgedragen. De ontmoeting vanGrieken, Latijnen, Barbaren en Slaven metChristus heeft geleid tot een ‘Europese enchristelijke levens- en denkwijze’ die eenvan de belangrijkste voorbeelden is van deinculturatie van het geloof en een van derijkste vormen van samengaan van geloofen rede, van het navolgen van Christus enhet deel uitmaken van een volk en een tra-ditie.

De uitdaging die Europa moet aangaan,terwijl daarbij zijn specifieke eigenheid bin-nen het geheel van de mensheid op het spelstaat, is ook gelegen in het vermogen vande christenen om terug te keren tot de wor-tels van hun geloof in de Verrezene, om eennieuw tijdperk te beginnen van een incultu-ratie die opgewassen is tegen de nog nieteerder voorgekomen problemen in Europa.

81. Er is tegenwoordig een sterk verbreidemensleer die de gedachte afwijst dat demens ‘een roeping zou hebben’; bovendienvormen kwaliteit en kwantiteit van de roe-pingen in bijna alle particuliere kerken vanEuropa een duidelijk en zorgwekkend pro-bleem; het is daarom voor iedereen zonne-klaar dat aan de roepingen bijzonder zorg-vuldige aandacht moet worden besteed. Hetis een onontkoombare voorwaarde, wil dekerk haar alomvattende pastorale arbeidkunnen verrichten. De zorg voor de roepin-gen is van vitaal belang voor de toekomstvan het geloof in Europa, en bijgevolg voorde geestelijke vooruitgang van de volken inEuropa. Een kerk die Europa weer hoop wilgeven in deze tijd is dus tot dergelijke zorgverplicht.

Wat dit betreft, de kerk is er zeker vandat ook in onze dagen de heilige Geestwerkzaam is en mensen roept, en dat er veletekenen zijn van zijn aanwezigheid. De eer-ste zorg moet zijn, in het kader van de alge-mene pastoraal te spreken over de roepin-

gen, en de roepingenpastoraal te maken toteen werk dat gezamenlijk verricht wordt,waardering geniet en over een lange adembeschikt. Johannes Paulus II wees erop: “Bijde jonge mensen moet men een intens ver-langen naar God weten te wekken, en daar-door zal de bodem bereid worden waaropedelmoedige roepingen kunnen ontluiken.”“Een stortvloed van gebed zou door de ker-kelijke gemeenschappen van Europa moetengaan om de golf van secularisatie te bestrij-den die de mensen meer belang doet hech-ten aan menselijke middelen, efficiency eneen pragmatische stijl van leven”; “de kwa-liteit van de roepingenpastoraal in de Euro-pese kerken moet een sprong voorwaartsdoen” want “de nieuwe historische en cultu-rele omstandigheden vragen de roepingen-pastoraal als een van de voornaamste doel-stellingen te beschouwen van de gehelechristelijke gemeenschap”; het gaat erom“te komen tot een nieuwe roepingencultuuronder de jonge mensen en de gezinnen”.91

Men mag op dit gebied ook niet verge-ten steun en bemoediging te geven aan hendie reeds in het gewijde ambt staan of tothet godgewijde leven zijn toegetreden. Inverschillende gebieden van Europa ziet menhun aantal afnemen, terwijl de last van hetpastoraat en de ermee gepaard gaande ver-moeidheid toeneemt; daarom moet hun har-telijk en zorgzaam bemoediging gebodenworden om hen te helpen ervaren hoe grootde betekenis is van hun dienstwerk, kritischte zien naar de wijze waarop en de plaatsenwaar zij hun werk verrichten, weer vreugdete vinden in een geheel aan de Heer gewijdleven, en daarvan ook blijk te geven; dezevreugde is een concreet bewijs hoe zinvolhun leven is, en voor anderen een prikke-lende en aanstekelijke aansporing om deHeer te volgen.

82. Zeer belangrijk is ook te zorgen voor devorming van christelijke leken die in ver-

Kerkelijke documentatie 2000 • 20686

91. Johannes PaulusII, Toespraak tot dedeelnemers aan hetCongres over ‘Nieu-we roepingen vooreen nieuw Europa’(9 mei 1997), in:L’OsservatoreRomano (28 mei1997), 5.

Page 61: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

schillende sectoren met verantwoordelijk-heid zijn belast. Vanwege de sociale situ-aties en het morele, culturele en spiritueleklimaat in het huidige Europa is een derge-lijke vorming dringend gewenst. Vorming isnoodzakelijk om de volgende redenen: dedruk en verstrooiing in het leven van iederedag; de stress die het gevolg is van de jachtop succes, de consumptiedrang, en metname de wijd verspreide overal zichtbareerotische prikkels; de onzekerheid en hetscepticisme waardoor de cultuur sterk isaangetast, en die ongemerkt ook binnen-dringen in het zoeken naar spiritualiteit engodsdienstzin die de laatste tijd onderbepaalde gedaanten weer in opkomst zijn ennauwkeurig getoetst moeten worden.

Deze vorming moet een gemeenschap-pelijke spiritualiteit tot uitgangspunt heb-ben opdat de christenen door hun presentiein Europa op nieuwe wijze gestalte weten tegeven aan het christelijk personalisme, eenvan de mooiste culturele verworvenhedenvan onze geschiedenis. Deze duidelijkomschreven en door stages in het kerkelijkleven verder uit te bouwen vorming moet deleken weer doen ontdekken dat het levenvan iedere dag bij uitstek de plaats is om tegetuigen en het geloof in de verrezen Chris-tus te verkondigen. In het besef dat de con-crete en complexe wereld het terrein is voorhun arbeid als verkondigers van het evan-gelie, moeten de leken in steeds groter zelf-standige verantwoordelijkheid bouwen aande geschiedenis die in het licht van hetevangelie gestalte moet krijgen. Met eendergelijke vorming gewapend “zal het dechristenen er nog meer aan gelegen zijn deechte, aan het evangelie ontleende waardenop alle terreinen van hun leven te manifes-teren en te verdedigen, met name op hetgebied waarop zij de voornaamste verkon-digers van het evangelie zijn, het gebiednamelijk van politiek, economie en maat-schappelijk leven. Dat is des te meer van

groot belang omdat wij in deze laatste jarenvan de twintigste eeuw op weg zijn naar eengeheel nieuwe ordening van Europa, waarinonderling tussen de staten daarbinnen,maar ook met de andere werelddelen nieu-we banden geweven worden. Deze nieuweordening vereist dat grote aandacht wordtbesteed aan het moreel aspect van debetrekkingen tussen de mensen.”92

In deze situatie schijnt het dringendnoodzakelijk dat er roepingen gewekt enondersteund worden die duidelijk het alge-meen belang willen dienen: mensen dienaar het voorbeeld en de stijl van hen die‘Europa’s vaderen’ genoemd worden, bouw-meesters zijn van de Europese samenlevingvan de toekomst, en dit grondvesten op dehechte grondslag van de geest.

Zich inzetten om een nieuw Europa opte bouwen

83. De Eerste Bijzondere Bisschoppensyno-de voor Europa had reeds opgemerkt: “Hetproces van éénwording in Europa en in hetbijzonder de Europese instellingen en deConferentie voor Veiligheid en Samenwer-king in Europa, brengen een grote verant-woordelijkheid van de kerken met zich mee.Want het gemeenschappelijke huis vanEuropa wordt slechts op veilige fundamen-ten gebouwd als het niet alleen op economi-sche gronden ontstaat. Ja, het nieuwe Euro-pa veronderstelt bij zijn opbouw altijd weerovereenstemming over en erkenning van defundamentele waarden en vereist een echtideaal. In dit licht is de bijdrage van de kerkvoor het nieuwe Europa niet iets van onder-geschikt belang. Het moet de pogingen vande leken die werkzaam zijn op sociaal enpolitiek terrein begeleiden.”93

De synode wil deze overtuiging thansopnieuw voorhouden, op een moment datde situatie in Europa nieuwe problemen met

207 • 2000 Kerkelijke documentatie 87

92. Johannes Pau-lus II, Toespraak totde Belgische bis-schoppen bij hun AdLimina-bezoek (3juli 1992), 4, in:L’OsservatoreRomano (15 juli1992), 5.

93. Eerste Bijzon-dere Bisschoppensy-node, 10.

Page 62: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

zich meebrengt en de kans biedt om zichopnieuw te bezinnen op de presentie van dekerk in het werelddeel. Op dit ogenblik ver-loopt het eenwordingsproces van Europavoornamelijk langs het spoor van de econo-mie; het politiek element is daarbij onder-worpen aan de ijzeren wetten van het geld,terwijl het nog onzeker is welke weg gegaanmoet worden op maatschappelijk en cultu-reel gebied. Het is nog niet duidelijk welkerol de kerken zullen kunnen spelen, en erdreigt het grote gevaar dat ze tot een bijrolin het sociaal systeem zullen worden ver-laagd. De situatie zou nog ernstiger wordenals, naast het terugdringen van de kerken ineen marginale positie, de rol van de gelovi-gen in de nieuwe situatie van Europa alleenvanuit sociologisch standpunt zou wordenbeoordeeld.

Vandaar dat alle christenen een histori-sche verantwoordelijkheid hebben omuiterst waakzaam en actief te zijn.

Van doorslaggevend belang is daaromde presentie en het optreden van christenen,mannen zowel als vrouwen, die in het levenvan het continent en in het streven naar deeenwording ervoor weten te zorgen datieder individu en iedere gemeenschap vanmensen gerespecteerd wordt, doordat hungeestelijke, culturele en sociale dimensiesworden erkend. Op die manier zullen zeweer hoop schenken aan hen die deze had-den opgegeven, en zullen ze bijdragen totde integratie in de maatschappij van allendie op het continent wonen of er zich vesti-gen.94

84. De sociale leer van de kerk is een van debijdragen die ze aan de opbouw van Europadient te geven. Deze sociale leer werd in deafgelopen eeuw ontwikkeld en werd afge-rond in het leerambt van Johannes Paulus IIdie, in Centesimus annus, een algemeen gel-dende leer in verband heeft willen brengenmet de bijzondere gebeurtenissen uit 1989

in Europa. Dat is een van de voornaamstemiddelen om te achterhalen welke taak voorde particuliere kerken is weggelegd bij deopbouw van de Europese eenheid.

Het gaat erom de waardigheid van deEuropese mens nu en in de toekomst te die-nen, te verdedigen en te bevorderen, en zichdaarbij te laten leiden door de sociale leervan de kerk; daarbij wordt deze leer doorhet bestuderen van de meest kenmerkendevraagstukken van ons continent bijgesteld.Voorbeelden hiervan zijn: het probleem ende betekenis van arbeid in samenhang metde globalisering; het fenomeen van deimmigratie als een probleem dat onder ogenmoet worden gezien, waarbij niet alleen opde gevaren maar ook op het potentieel daar-van gelet dient te worden; de relaties tussenstaten en naties, en de wijze van het ‘bedrij-ven van politiek’ bij een toenemende bezin-ning op de absolute nationale soevereini-teit; de verantwoordelijkheid jegens dearmste landen en het zeer ernstige interna-tionale schuldenvraagstuk; de inzet voorvrede, die opgebouwd moet worden op degrondslag van waarheid, gerechtigheid ensolidariteit, in de overtuiging dat bij de tra-gedies en oorlogen die nog steeds volkerenen landen teisteren, Europa zich niet afzij-dig mag houden, zonder iets te doen, ver-deeld of steeds weer achter de feiten aanlo-pend, maar dat het zich in staat moet tonenom voor alle volken op het continent en ookdaarbuiten voorwaarden te scheppen vooreen ongestoorde ontwikkeling en een waredemocratie.

85. Meer in het bijzonder dienen de particu-liere kerken in het licht van de sociale leervan de kerk het hoofd te bieden aan de pro-blemen die samenhangen met herlevendnationalisme in verschillende gedaanten opallerlei plaatsen in Europa. Deze hebbenhun ontstaan te danken aan de overschattebetekenis die er gehecht wordt aan het

Kerkelijke documentatie 2000 • 20888

94. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de afgevaardig-den van de Europesevolkspartij bij gele-genheid van deveertigste verjaar-dag van het Verdragvan Rome (7 maart1997), in: L’Osserva-tore Romano (8maart 1997), 5.

Page 63: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

behoren tot een bepaalde natie, en ook aanoverschatting van wat een natie is: beideworden als absolute grootheden beschouwd.Verder ingaand op hetgeen reeds op de vori-ge synode is gezegd, en met absolute afwij-zing van iedere overlapping van ‘nationaleidentiteit’ en ‘godsdienstige identiteit’, moetal het mogelijke gedaan worden om tot eenmet elkaar samenleven te komen in groteregastvrijheid en solidariteit; dat is iets waar-toe het juist verstaan van de ‘katholiciteitvan de kerk’ alleen maar kan bijdragen.

In dit opzicht zou de synode een sterkeaanzet kunnen geven tot heroverwegingvan het begrip ‘natie’, in de overtuiging datvan de ene kant nationale verschillen alsfundament van de Europese solidariteitgehandhaafd en gecultiveerd moeten wor-den, en van de andere kant nationale identi-teit alleen maar verwerkelijkt kan wordendoor open te staan voor andere volkeren enermee solidair te zijn. Daarom moet menzich laten inspireren en leiden door hetbegrip ‘volkerenfamilie’, dat meer nog dande wet, de betrekkingen onder de volkerenmoet kenmerken.95 Op dit punt kunnen degodsdiensten, en daaronder allereerst dekatholieke kerk, – verre van onjuiste natio-nalistische tendensen te bevorderen waarbijze soms betrokken zijn geweest – een beslis-sende rol spelen, juist op basis van de fun-damentele erkenning van het primaat vanGod en de ermee verbonden universelebroederschap.

Er moet goed onderscheid gemaakt wor-den tussen nationalisme en vaderlandslief-de: positieve nationale gevoelens moetenworden onderscheiden van negatieve; derechten van de minderheden dienen erkenden beschermd te worden tegen het strevennaar uniformiteit; het recht van iedere natieop bescherming van haar nationale soeve-reiniteit moet geëerbiedigd en bevorderdworden; er moet naar formuleringen wor-den gezocht waarin ‘staat’ niet onmiddellijk

gelijkgesteld wordt aan ‘natie’, zodat uit-eenlopende bevolkingsgroepen samen kun-nen leven in één nationaal geheel waarbijhun rechten en eigen identiteit vergaandbeschermd worden.

Voor deze dringend noodzakelijke her-bezinning zou ‘de nationale cultuur’ ijkpuntmoeten zijn; dat is de plaats waar de funda-mentele soevereiniteit van de samenlevingzich manifesteert. Daarbij worden begrip enwerkelijkheid van de natie behouden enverstaan in de vitale spanning tussen het-geen voor iedereen geldt en hetgeen vooreen individueel geval opgaat, een spanningdie kenmerkend is voor het menselijkbestaan en niet valt te vermijden, maar diebuitengewoon vruchtbaar is mits ze in rus-tig evenwicht wordt beleefd.

Natuurlijk vereist dit alles een intelli-gente en vooruitziende blik bij het opstellenvan de ervoor bestemde juridische regels;ook daartoe kunnen alle christenen eenbelangrijke bijdrage leveren.

De kerk kan juist vanuit haar wezen aanEuropa een teken van hoop geven doormiddel van een positieve afweging tussenhet bijzondere en hetgeen voor iedereengeldt, waarbij niet alleen erkend wordt datindividualiteit een rijkdom betekent, maarook dat een gezamenlijke synthese onont-beerlijk is. Ze kan de ontwikkeling van denationale, bijzondere en etnische groeperin-gen in de samenleving begeleiden, en doormiddel van de betrokkenheid van de gelovi-gen bij de verschillende sectoren van hetleven het geloof in Christus integreren in decultuur van de nieuwe verbanden; maartegelijk ook kan ze Europa een teken vanhoop geven door te bevorderen dat er eenbovennationale samenleving groeit diegekenmerkt wordt door de katholiciteit vanhet christelijk geloof.

Om werkelijk dragers van hoop te zijnop een toneel waar er zoveel tegenstellingenzijn tussen landen – en meer in het alge-

209 • 2000 Kerkelijke documentatie 89

95. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de Organisatievan de VerenigdeNaties bij gelegen-heid van de vijftig-ste verjaardag vanhaar stichting (5oktober 1995), 14,in: L’OsservatoreRomano (11 oktober1995), 10; Toespraaktot President Chiractijdens een officieelbezoek aan het Vati-caan (20 januari1996), 4; in: L’Osser-vatore Romano (31januari 1996), 7.

Page 64: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

meen gesproken, gezien de ervaringen uithet verleden met fascisme, nazidom encommunisme met alle ellende van dien, enmet de erfenis die ze hebben achtergelatenin de harten van mensen, in de cultuur, inde samenleving – moet er veel plaats wor-den ingeruimd voor vergiffenis en verzoe-ning. Met een gezaghebbend woord zou desynode daartoe een dringende oproep kun-nen doen, in de overtuiging dat “door ver-giffenis te schenken en zich te verzoenen deherinnering gezuiverd wordt van gevoelensvan haat en wrok en van dorst naar wraak;het betekent ook dat we degene door wieons kwaad is aangedaan, als broeder tege-moet treden; het betekent dat we ons nietlaten overwinnen door het kwade, maar hetkwade overwinnen door het goede (vgl.Rom 12,21)”.96

86. Ook mag niet vergeten worden dat debijdrage van de kerken en kerkelijkegemeenschappen om te komen tot eenheidin een nieuw spiritueel Europa, bestaat inhet dagelijks gebeuren van deze organisatieszelf. Zo vraagt de situatie het volgende:doorgaan met een reële en vruchtbare ‘uit-wisseling van gaven’ onder alle kerken enkerkelijke gemeenschappen van het conti-nent, hetgeen noodzakelijke voorwaarde enbijdrage is om de afstand tussen Oost- enWest-Europa te overbruggen; de presentieen het werk van het godgewijde leven naarwaarde schatten, en erkennen hoe kostbaarhet getuigenis is dat het geeft van onderlin-ge eenheid; gelegenheden scheppen totonderlinge ontmoeting en gedachtewisse-ling, ook onder leken, eventueel met buiten-gewone en bijzondere initiatieven waar zeintens bij worden betrokken; ruimte schep-pen voor vormen van ‘volksoecumene’, diereeds heeft geleid tot belangrijke ervaringenbij de Assemblées te Bazel en Graz.

Hierbij kunnen en moeten de continen-tale structuren en organen van kerkelijke

eenheid een bijzondere rol vervullen, aller-eerst door middel van de Raad van EuropeseBisschoppenconferenties, welke tot opdrachtheeft “de bevordering van steeds grotereverbondenheid tussen de diocesen en denationale Bisschoppenconferenties; daar-naast, de bevordering van groeiende oecu-menische samenwerking onder de christe-nen, het uitbannen van belemmeringen dieeen bedreiging vormen voor de vrede in detoekomst en voor de vooruitgang van devolkeren, versterking van de affectieve eneffectieve collegialiteit en van de hiërarchi-sche communio”.97 Door zich bij haar werk telaten inspireren door communio en solidari-teit, kan de Raad het bestuderen en verwer-kelijken bevorderen van een meer eensge-zinde pastorale aanpak die door allechristelijke kerken van het continentgedeeld wordt. Door haar toedoen “zal dekerk ernaar streven om aan de gemeenschapop het continent een ‘extra aan zielskracht’te geven, en in die gemeenschap weer totleven brengen wat men de ziel van Europazou kunnen noemen”.98 Ook mag niet verge-ten worden hoe belangrijk het is de activi-teiten van de Raad en die van de Commissievan Bisschoppenconferenties van de Euro-pese Gemeenschap te versterken en nauwerop elkaar af te stemmen, aangezien de kerkaanwezig dient te zijn in de Europese civieleinstellingen.99

87. Als het nieuwe op te bouwen Europa –zoals het zijn plicht is – een Europa is datvoor universele solidariteit openstaat, kun-nen alle Europese kerken en kerkelijkegemeenschappen daartoe bijdragen door tezorgen voor een echte en universele ‘solida-riteitscultuur’, door de missie ad gentes eennieuwe impuls te geven, of ook door hunhorizon te verbreden, contacten te leggenen afspraken te maken met kerken vanandere continenten. Ook daarbij handelt hetom “de nauwe solidariteit naar voren te

Kerkelijke documentatie 2000 • 21090

96. Johannes PaulusII, Homilie bij dezaligverklaring vanKard. Alojzije Stepi-nac (3 oktober1998), 5, in: L’Osser-vatore Romano (7oktober 1998), 1.

97. Toespraak Raadvan Europese Bis-schoppenconferen-ties, 5.

98. A.w., 6.

99. Vgl. Eerste Bij-zondere Bisschop-pensynode, 6.

Page 65: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

brengen tussen Europa en de landen vanAfrika, Azië en Amerika, ten opzichte waar-van het Europese continent en de daar aan-wezige kerken hun verdiensten hebben,maar ook schulden te vereffenen hebben.Zich daar meer en meer bewust van wordenen in toenemende mate beseffen dat allenvoor elkaar verantwoordelijk zijn, vooralvoor de armsten en minst bedeelden”100 – endaarnaast beantwoorden aan de constantebekommernis van de christenen en de ker-ken om van naastenliefde blijk te geven –zal een verdere bijdrage zijn voor de ver-breiding van het ‘evangelie van de hoop’.

Conclusie

De gedachtenis van de martelaren

88. De martelaar is de hoogste incarnatievan het ‘evangelie van de hoop’. De martela-ren verkondigen immers dit evangelie engetuigen met hun bloed dat ze niet kunnenleven zonder Christus, en dat ze bereid zijnvoor Hem te sterven. Want ze zijn ervanovertuigd dat Jezus de Heer is en de Heilandvan de mensen en dat de mens dus alleen inHem de volheid vinden kan van het leven.Op die wijze tonen zij zich, naar de verma-ning van de apostel Petrus, bereid omrekenschap af te leggen van de hoop die inhen leeft (vgl. 1Pe 3,15). Bovendien vierende martelaren het ‘evangelie van de hoop’,want het offer van hun leven is de grootsteen meest radicale manifestatie van datlevend en heilig offer dat God welgevallig isen dat de ware geestelijke eredienst vormt(vgl. Rom 12,1), ziel en hoogtepunt van allevieringen van de christenen. Tot slot: zijdienen ‘het evangelie van de hoop’ omdatzij door hun martelaarschap in de hoogstegraad de liefde en dienst van de mens totuitdrukking brengen, doordat ze aantonen

dat door de gehoorzaamheid aan de wet vanhet evangelie een moreel leven en een so -ciaal samenleven tot stand komen die eervolen bevorderlijk zijn voor de waardigheid envrijheid van iedere individuele persoon.

Vanuit deze zekerheid beseft de synodedat ze aan het Europa van onze tijd eenbelangrijk teken van hoop kan bieden doorte herinneren aan “het grootse gebeuren vanhet martelaarschap waardoor de ortho-doxen en katholieken in de landen vanOost-Europa in onze eeuw met elkaar ver-bonden waren”.101

Deze grote oogst aan martelaren uit detwintigste eeuw, ongetwijfeld de grootstesinds de eerste eeuwen van het christen-dom,102 schittert als een teken van hoop,omdat ze voor heden en toekomst delevenskracht van de kerk duidelijk maaktdie de vrucht is van deze oogst van hetevangelie want, zoals Tertullianus zei, “hetbloed van de martelaren is het zaad voornieuwe christenen”.103 Deze ware martelarenvan de twintigste eeuw “zijn een licht voorde kerk en de mensheid: ‘de christenen vanEuropa en van de wereld die aan de drempelvan de concentratiekampen en gevangenis-sen biddend neerknielen moeten hun dank-baar zijn voor het licht dat zij schonken; hetwas een licht dat zij in de duisternis hebbendoen stralen’ (Apostolisch schrijven bij hetvierde eeuwfeest van de Unie van Brest (12november 1995, 4)”.104 Juist omdat zijafkomstig waren uit verschillende christelij-ke belijdenissen schitteren deze nieuwemartelaren als een teken van hoop op deweg van de oecumene met de zekerheid dathun bloed ook het levenssap is van de een-heid der kerk. Als deze immers aan heteinde van het tweede millennium “opnieuwde kerk der martelaren is geworden (Tertiomillennio adveniente, 37) mogen wij hopendat hun zorgvuldig in de nieuwe martyrolo-gia verzameld getuigenis, en vooral hunvoorspraak, het ogenblik zullen verhaasten

211 • 2000 Kerkelijke documentatie 91

100. Toespraak Raadvan Europese Bis-schoppenconferen-ties, 8.

101. Johannes Pau-lus II, Angelus (25augustus 1996), 2,in: L’OsservatoreRomano (28 augus-tus 1996), 8.

102. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraaktot de voorzittersvan de Bisschoppen-conferenties inEuropa (1 december1992), 2, in: L’Osser-vatore Romano,Franse weekeditie 49(1992), 11.

103. Tertullianus,Apologeticum, 50,13, in: CCL I, 171.

104. Johannes Pau-lus II, Angelus (25augustus 1996), 2.

Page 66: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

waarop de volle gemeenschap van de chris-tenen van alle denominaties werkelijkheidzal worden”.105

De presentie van Maria, moeder vande hoop

89. Maar de kerk kan Europa nog ‘een anderteken van hoop’ bieden. De presentie vanMaria namelijk, de moeder van de hoop, eenlevende en ware presentie, waarin de chris-tenvolken van Europa altijd hebben geloofd.Daarvan getuigen de talloze, over het gehelecontinent verspreide heiligdommen die aanhaar zijn gewijd, als welsprekende tekenenvan de grote verering die iedere natie en elkland haar toedragen.

De heilige Maagd, “vrouw van hethopen die zoals Abraham de wil van Godwist te aanvaarden, ‘hopend tegen alle hoopin’ (Rom 4,18)”,106 heeft vele malen latenzien dat zij op de moeilijke momenten in degeschiedenis van het continent nieuwe hoopwist te geven: haar constante moederlijkebescherming heeft onherstelbare rampen enverwoestingen voorkomen, de vooruitgangen de moderne sociale verworvenhedenbevorderd, de wederopstanding van langdu-rig onderdrukte en vernederde volkenondersteund.107 In onze tijd even goed als inhet verleden gaat zij mee met mensen vaniedere leeftijd en stand, met de volkeren diestreven naar solidariteit en liefde, met dejonge mensen die de hoofdrol zullen spelenin de komende tijden van vrede, met allendie in het Westen en Oosten op zoek zijnnaar hun werkelijke identiteit, met diegenendie nog door zoveel heftige conflictenbedreigd worden.

Om Europa weer hoop te geven moetende kerken zich tot haar wenden, haar aan-roepen opdat zij zich een moeder van dehoop zal blijven betonen, en heel Europalangs de wegen der barmhartigheid zal lei-

den tot de hernieuwende ontmoeting met“Jezus Christus, onze hoop” (1Tim 1,1).Maria leert ons immers ons open te stellenvoor de ingevingen van God, het woord vanGod te aanvaarden en in praktijk te bren-gen. Zoals zij op de Pinkstermorgen onderwerking van de heilige Geest door haargebed het begin inleidde van de verkondi-ging van het evangelie, is Maria in onze tijdnog steeds ‘de Sterre der evangelisatie’, enblijft zij de kerk beschermen en steunen inhaar opdracht om het ‘evangelie van dehoop’ te verkondigen, te vieren en te die-nen.108

Van de synode tot het jubileum

90. Vergezeld en beschermd door die schaarvan martelaren en in de zekerheid vanMaria’s presentie zullen de particuliere ker-ken van Europa op weg gaan naar het jubi-leum van het jaar 2000. Deze synode, – delaatste in de reeks van synodes met eencontinentaal karakter die in deze jaren vanvoorbereiding gehouden zijn – ziet zich alseen deur die toegang geeft tot het jubileum.

Juist omdat ze de laatste is in de reeksvan de andere Bijzondere Bisschoppensyno-des – tijdens welke men zich heeft beradenop de zending van de kerk in Afrika, Ameri-ka, Azië en Oceanië, waarbij de eigen histo-rische, culturele en religieuze kenmerkenvan ieder van die werelddelen naar vorenwerden gebracht – zal deze synode een gun-stige gelegenheid bieden om te herinnerenaan de band die Europa op grond van hetevangelie en de verkondiging ervan met deandere continenten verbindt, maar ook omweer het eigen karakter te ontdekken vanhetgeen zich in Europa afspeelt en van zijncultuur die een eenheid vormt temidden vande uiteenlopende stromingen waaruit ze isopgebouwd; ze zal ook de gelegenheid bie-den om de verantwoordelijkheden op zich te

Kerkelijke documentatie 2000 • 21292

105. T.a.p.

106. Tertio millen-nio adveniente, 48.

107. Vgl. JohannesPaulus II, Akte vantoewijding aanMaria van Fatima(13 mei 1991), 2, in:L’OsservatoreRomano (20 mei1991), 7.

108. Vgl. Evangeliinuntiandi, 82; EersteBijzondere Bis-schoppensynode,conclusie.

Page 67: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

nemen die Europa en zijn kerken tenopzichte van de wereld hebben.

Het kan ook de gelegenheid zijn om inhet kader van de uitwisseling van gaven teontvangen wat de kerk in de andere conti-nenten te zeggen heeft tot de kerk in Euro-pa, en om samen onder het teken van deuniversele gemeenschap te groeien tot deerkenning en verkondiging van Christus entot de ontmoeting met Hem, in dienst vande mensheid.

91. Aangezien de synode gehouden wordtaan de vooravond van het jubileum, kan enmoet ze in nauwe relatie gezien worden metdeze exceptionele gebeurtenis van de uni-versele kerk. In deze zin gaat van het jubi-leum met zijn pluriforme inhoud en velefacetten een weldadige invloed uit voor hetgoed verstaan van de synode en haar werk-zaamheden; de synode van haar kant bete-kent voor de particuliere kerken van Europaeen uitdaging, en geeft hun concrete aan-wijzingen om de gave van het heilig jaarten volle te kunnen beleven.

Zo zijn jubileum en synode nauw metelkaar verbonden; hetgeen het jubileum inherinnering roept, is een aansporing voorhet werk van de synode en, nog duidelijker‘een icoon’ van het huidig Europa en zijnbehoefte aan vernieuwing.

Van het begin af aan (vgl. Lv 25) washet jubeljaar een geheel in het bijzonder aanGod toegewijde tijd, een gelegenheid om hetware gelaat van God weer te ontdekken en teherkennen en naar Hem terug te keren.109

Daarmee kwam voor heel het volk de moge-lijkheid in zicht van een nieuw leven ingerechtigheid. Ook het huidige Europa isvoor deze opdracht gesteld: het moet totGod terugkeren en op Hem de hechte funda-menten doen steunen van zijn huis; alleenop die manier zal het weer hoop krijgen eneen nieuwe tijd zien aanbreken van vrijheid,eenheid en vrede. Door op de synode

opnieuw het geloof voor te houden en aante bieden in Jezus de Heer, de volmaakteafspiegeling van Gods gelaat, levert de kerkhaar onvervangbare bijdrage aan een nieuwtijdperk voor Europa.

Het herkennen van het ware gelaat vanGod bracht de opdracht met zich mee om degerechtigheid te herstellen;110 immers, alsiemand inziet dat de door Jezus aan onsgeopenbaarde God van de bijbel een God isdie op de hand is van mensen op zoek naargerechtigheid en van mensen in nood, datHij de God is die zijn volk uit Egypte heeftweggeleid en Heer is van aarde, dan moetzo iemand zich wel inzetten om gerechtig-heid te laten heersen. Voor deze uitdaging isEuropa thans gesteld; het heeft tot opdrachtom binnen zijn grenzen een samenleving opte bouwen die erin slaagt om, over de bar-rières, conflicten en verdeeldheden heen,eenheid, aanvaarding, solidariteit en vredete doen groeien, en door het doen van con-crete en verantwoorde keuzes een antwoordweet te vinden op de smartelijke kreten vanhen die leven in een wereld van onrecht,oorlog en ellende. De kerk in synode bijeenwil een dergelijk Europa helpen opbouwendoor aan te geven hoe door middel van hetgetuigenis van de liefde en de bevorderingvan de solidariteit het ‘evangelie van dehoop’ gediend kan worden.

Het naderbij komend einde van de twin-tigste eeuw vraagt van iedereen een gewe-tensonderzoek. De kerk kan bij het ingaanen vieren van het jubileum de drempel vanhet nieuwe millennium niet overgaan zon-der haar kinderen aan te sporen zich metberouwvol hart te zuiveren van begane mis-stappen en van allerlei vormen vanontrouw, incoherentie en traagheid.111 Degebeurtenissen van deze eeuw en van devorige eeuwen vragen van Europa de moeden het verantwoordelijkheidsbesef om ern-stig zijn geweten te onderzoeken, waarbijhet moet erkennen dat er op economisch en

213 • 2000 Kerkelijke documentatie 93

109. Vgl. Tertio mil-lennio adveniente,12.

110. Vgl. A.w., 13, 51.

111. Vgl. A.w., 33.

Page 68: Jezus Christus die leeft in zijn kerk, bron van hoop voor ... · mentum laboris. Beschikkend over al het materiaal dat vanuit de voorbereidingsfase aan het Alge-meen Secretariaat

politiek gebied historische fouten en vergis-singen zijn begaan;112 zo ook eist het geeste-lijk, cultureel en sociaal klimaat van demoderne Europeanen dat zij zich afvragenwelke de diepe oorzaken van die gebeurte-nissen waren, dat zij toegeven zich vaakniet te hebben gehouden aan de inspiratieen wortels waarop de geschiedenis van hetcontinent berustte en waaraan het zijn bete-kenis ontleende. De kerk, in synode bijeen,wil dit gewetensonderzoek bevorderen doorin de kwesties van de opvatting over demens, van de ethiek en van het geloof degrondoorzaken aan te wijzen voor een situ-atie en levensstijl die nieuwe inspiratie,betekenis en richting behoeven.

Het jubileum “moet een groot gebed vanlof en dank zijn, met name voor hetgeschenk van de menswording van GodsZoon en van de door Hem bewerkte Verlos-sing”,113 en ook voor de levende en heilbren-gende aanwezigheid van Christus in de kerken de wereld. Terwijl de aanwezigheid vande Verrezene erkend en gevierd wordt zalhet dus bij uitstek een eucharistisch jaarworden.114 Europa wordt ook opgeroepen omdank te brengen voor zijn tweeduizend jaaroude geschiedenis die gekenmerkt enbezield werd door de ontmoeting met hetevangelie, en voor de gelegenheid die hetheeft gekregen om een met verantwoorde-

lijkheid en genade beladen tijd te beleven.Door een nieuwe ontmoeting met Christuste bevorderen en te benadrukken helpt dekerk, in synode bijeen, vanuit dit perspectiefhaar leden en alle Europeanen om dievreugde te herwinnen en te vernieuwen diehet deel wordt van wie met verantwoorde-lijkheidsbesef over de wegen van de wereldtrekt en die deze vreugde aan anderen mee-deelt om hen erin te doen delen, – zoals datgebeurde met de leerlingen van Emmaüsnadat zij Hem hadden herkend bij het bre-ken van het brood (vgl. Lc 24,30-31).

Dankzij dit alles en dankzij al wat desynode in het leven van de lokale kerken envan geheel Europa zal weten uit te zaaienzal de hoop weer opbloeien, en zullen demensen in Europa, vol toewijding werkendaan het opbouwen van een nieuw Europa,vol vreugde zijn.

Een heldere blik is nodig, wil men dereeds aanwezige tekenen zien van dezehoop, ze herkennen en tot hun recht doenkomen. Dan zal ook voor Europa het jubi-leum een uitnodiging zijn tot feestviering eneen bron van vreugde.

Vertaling: F. van Voorst tot Voorst s.j.

Kerkelijke documentatie 2000 • 21494

112. Vgl. A.w., 27.

113. A.w., 32.

114. Vgl. A.w., 55.