Jakobus, Kefas en Johannes

27
Jakobus, Kefas en Johannes 23 maart 2014 Zoetermeer

description

Jakobus, Kefas en Johannes. 23 maart 2014 Zoetermeer. wegwijs in de bibliotheek. Galaten 2. 1 Daarna ging ik na verloop van veertien jaar weder naar Jeruzalem met Barnabas en nam ook Titus mede; . = na het eerst genoemde bezoek aan Jeruzalem (1:18). Galaten 2. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Jakobus, Kefas en Johannes

Page 1: Jakobus, Kefas  en Johannes

Jakobus, Kefas en Johannes

23 maart 2014Zoetermeer

Page 2: Jakobus, Kefas  en Johannes

wegwijs in de bibliotheek

Page 3: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 21 Daarna ging ik na verloop van veertien jaar weder naar Jeruzalem met Barnabas en nam ook Titus mede;

= na het eerst genoemde bezoek aan Jeruzalem (1:18)

Page 4: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 22 en ik ging op grond van een openbaring. En ik legde hun het evangelie voor, dat ik onder de heidenen verkondig, afzonderlijk echter aan hen, die in aanzien waren, opdat ik niet vruchteloos liep of gelopen had.

Page 5: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 22 en ik ging op grond van een openbaring. En ik legde hun het evangelie voor, dat ik onder de heidenen verkondig, afzonderlijk echter aan hen, die in aanzien waren, opdat ik niet vruchteloos liep of gelopen had.

Page 6: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 23 Maar zelfs Titus, die bij mij was, werd, ofschoon hij een Griek was, toch niet gedwongen zich te laten besnijden;

Page 7: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 24 en dat met het oog op de binnengedrongen valse broeders, lieden, die waren binnengeslopen, om onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, te bespieden, en zo ons tot slavernij te brengen.

Page 8: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 25 Wij zijn voor hen geen ogenblik gedwee uit de weg gegaan, opdat de waarheid van het evangelie ook verder bij u zou blijven.

Page 9: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 26 Maar wat hen betreft, die in zeker aanzien waren (wat zij vroeger geweest mogen zijn, doet er voor mij niets toe: God ziet de persoon niet aan) mij immers hebben zij, die in aanzien waren, verder niets opgelegd.

= de twaalf

Page 10: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 26 Maar wat hen betreft, die in zeker aanzien waren (wat zij vroeger geweest mogen zijn, doet er voor mij niets toe: God ziet de persoon niet aan) mij immers hebben zij, die in aanzien waren, verder niets opgelegd.

Page 11: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 27 Maar integendeel: toen zij zagen, dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen toevertrouwd was, gelijk aan Petrus die aan de besnedenen,

Page 12: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 27 Maar integendeel: toen zij zagen, dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen toevertrouwd was, gelijk aan Petrus die aan de besnedenen,

lett. het Evangelie van de voorhuid

Page 13: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 27 Maar integendeel: toen zij zagen, dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen toevertrouwd was, gelijk aan Petrus die aan de besnedenen,

lett. van de besnijdenis

Page 14: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 28 (immers Hij, die Petrus kracht gaf om apostel te zijn voor de besnedenen, gaf die kracht ook aan mij voor de heidenen),

Page 15: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 28 (immers Hij, die Petrus kracht gaf om apostel te zijn voor de besnedenen, gaf die kracht ook aan mij voor de heidenen),

lett. apostel van de besnijdenis

Page 16: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 28 (immers Hij, die Petrus kracht gaf om apostel te zijn voor de besnedenen, gaf die kracht ook aan mij voor de heidenen),

lett. tot-in de natien

Page 17: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

lett. kennende de genade

Page 18: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

> de Jakobus-brief

Page 19: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

> de beide Petrus-brieven

Page 20: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

> de drie Johannes-brieven + Openbaring

Page 21: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

Page 22: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

lett. de rechterhanden der gemeenschap

Page 23: Jakobus, Kefas  en Johannes

... gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.

-Efeze 2:20-

Page 24: Jakobus, Kefas  en Johannes

En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen...

-1Korinthe 12:28-

Page 25: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

lett. wij tot-in de natien

Page 26: Jakobus, Kefas  en Johannes

Galaten 29 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

lett. zij echter tot-in de besnijdenis

Page 27: Jakobus, Kefas  en Johannes